RAPPORT VAN BEVINDINGEN Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij obs Over de Brug, Rosmolenstraat
Plaats : Zaandam BRIN-nummer : 18ZV Onderzoeksnummer : 125651 Datum schoolbezoek : 19 maart en 11 april 2012 Rapport vastgesteld te Utrecht op 11 juni 2012
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering obs Over de Brug | Rosmolenstraat | 19 March 2012
Inhoud 1
Inleiding 5
2
Bevindingen 7
3
Toezichtarrangement 13
pagina 3 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering obs Over de Brug | Rosmolenstraat | 19 March 2012
1
Inleiding De Inspectie van het Onderwijs heeft op 19 maart en 11 april 2012 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op Obs OVer de Brug, locatie Rosmolen. Daarbij is gekeken naar de kwaliteit van het onderwijs en naar naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 2 februari 2010 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten en het onderwijsleerproces op basisschool Over de Brug, locatie Rosmolen. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 7 april 2010. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. • Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan. • Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatieactiviteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd, te weten: Evaluatie Plan van aanpak OBS De Rosmolen februari 2010-maart 2012, Jaarplan 2011-2012, • Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1/2, 3/4, 4/5, 6/7 en 7/8. • Gesprekken met de directie en de intern begeleider over de kwaliteit van de indicatoren. • Een gesprek met leraren. Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bestuur, na afloop van het schoolbezoek. Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: opbrengsten, onderwijsleerproces, zorg en begeleiding, kwaliteitszorg.
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2011 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. pagina 5 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering obs Over de Brug | Rosmolenstraat | 19 March 2012
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
pagina 6 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering obs Over de Brug | Rosmolenstraat | 19 March 2012
2
Bevindingen 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2011. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2011 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten 1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
1
2
3
4
5
z
z z
Kwaliteitsaspect 2 Leerstofaanbod 2.1 * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.4 * De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
Kwaliteitsaspect 3 Tijd 3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
Kwaliteitsaspect 5 Didactisch handelen 5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
1
2
3
4
z z
z
1
2
3
4
3
4
z
1
2 z
z z
pagina 7 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering obs Over de Brug | Rosmolenstraat | 19 March 2012
Kwaliteitsaspect 6 Afstemming 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
1
2
3
4
z z z z
Kwaliteitsaspect 7 Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
Kwaliteitsaspect 8 Zorg 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
Kwaliteitsaspect 10 Voorwaarden voor kwaliteitszorg 10.1 De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de kwaliteitszorg aan. 10.2 De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs, zoals geformuleerd in het schoolplan. 10.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur.
1
2
3
4
z z
1
2
3
4
z z z z
1
2
3
4
z z z z z z
1
2
3
4
z z z
Naleving wet- en regelgeving NT1a De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). NT2a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO) NT3a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid 3, WPO). NT4a Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). NT4b Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
ja
nee
z z z z z
pagina 8 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering obs Over de Brug | Rosmolenstraat | 19 March 2012
2.2 Beschouwing Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs op OBS Over de Brug, locatie Rosmolen, is wederom als zwak beoordeeld. Ondanks alle gerichte verbeteracties en inspanningen van directie en team, is de school er niet in geslaagd om de belangrijkste tekortkomingen weg te werken. Ten opzichte van het vorige onderzoek is zelfs een aantal aspecten van de kwaliteit achteruitgegaan. De eindresultaten zijn gemiddeld voldoende, maar vertonen wel risico's. Verder liggen de tussenopbrengsten onder het verwachte niveau. De risicovolle opbrengsten zijn voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de geconstateerde tekortkomingen in het onderwijsleerproces. Zo schiet de kwaliteit van de instructie bij de meeste leraren tekort, gaat er teveel onderwijstijd verloren en slagen de zij er onvoldoende in om leerlingen actief te betrekken bij de les. Verder heeft de inspectie tekortkomingen vastgesteld in het aanbod en de begeleiding en de zorg. De inspectie stelt vast dat de schoolontwikkeling planmatig is aangestuurd en ook de kwaliteitszorg, met uitzondering van de borging, op orde is. Er is echter een hardnekkige kloof tussen de planwerkelijkheid en de gerealiseerde kwaliteit op de werkvloer. Alle inzet ten spijt, vraagt de inspectie zich af of binnen het kleine team wel voldoende potentie en ontwikkelkracht aanwezig is om de kwaliteitsslag te maken die nodig is. Toelichting In dit verslag gaat de inspectie nader in op de mogelijke verklaringen voor de zwakke kwaliteit en worden de belangrijkste tekortkomingen nader toegelicht. Daarbij gaat zij achtereenvolgens in op: • de uitgangssituatie; • de opbrengsten; • het leerstofaanbod; • de kwaliteit van de lessen; • de zorg en begeleiding; • de kwaliteitszorg (borging). Uitgangssituatie De school heeft te maken met een terugloop in leerlingenaantal. Op dit moment zijn er 102 leerlingen, verdeeld over 5 combinatiegroepen. De prognose is dat dit aantal nog verder zal teruglopen, omdat er een grote groep leerlingen uitstroomt en het aantal inschrijvingen beperkt is. Aan de helft van de leerlingen is een gewicht toegekend. De school heeft relatief veel kansarme leerlingen die kampen met taalachterstanden, een beperkt leervermogen en/of weinig opvoedingsondersteuning van ouders. De oververtegenwoordiging van kwetsbare leerlingen hangt mede samen met de afroming die is ontstaan doordat de economisch en sociaal sterkere gezinnen de renovatie van de wijk hebben aangegrepen om te verhuizen. Verder ondervindt de Rosmolen concurrentie van een andere basisschool die direct naast de school is gesitueerd.
pagina 9 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering obs Over de Brug | Rosmolenstraat | 19 March 2012
Opbrengsten De eindopbrengsten zijn gemiddeld als voldoende beoordeeld. De inspectie baseert haar oordeel op de uitkomsten van drie cohorten (eindgroep 2012, 2011 en 2009). In 2012 lagen de eindopbrengsten onder het verwachte niveau. Omdat de school geen centrale eindtoets afneemt baseert de inspectie dit oordeel op de toetsen van het leerlingvolgsysteem (begrijpend lezen en rekenen en wiskunde in groep 8, M toetsen 2012 ). De inspectie kijkt daarbij naar het percentage leerlingen dat uitvalt. Op basis hiervan zijn de rekenresultaten als voldoende beoordeeld, maar het percentage uitvallers op begrijpend lezen is te hoog. De resultaten van 2011 zijn als voldoende beoordeeld op basis van de LOVS toetsen. Voor zowel rekenen en wiskunde als begrijpend lezen lag de score boven de ondergrens van de inspectie. Omdat de gegevens van 2010 niet gebruikt konden worden (Entreetoets, niet betrouwbaar), heeft de inspectie gekeken naar de gegevens van het cohort dat in 2009 is uitgestroomd (deze leerlingen hebben de Entreetoets gemaakt in groep 7, in 2008). De opbrengsten lagen in dat betreffende jaar onder het verwachte niveau. Daarmee liggen de eindopbrengsten twee van de drie jaar (2012 en 2009) onder het verwachte niveau en worden daarmee als voldoende beoordeeld. De tussenopbrengsten zijn als onvoldoende beoordeeld. De inspectie baseert haar oordeel op vijf toetsen, te weten: technisch lezen in de groepen 3 en 4, rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6. Met uitzondering van technisch lezen in groep 3 en rekenen en wiskunde in groep 4, liggen de resultaten onder het verwachte niveau. Daarbij merkt de inspectie op dat de leesresultaten over de hele linie een stijgende lijn vertonen. Met uitzondering van groep 4, liggen de gemiddelde vaardigheidsscores in alle andere groepen (3, 5, 6, 7 en 8) boven de ondergrenzen van de inspectie. De inspectie heeft er wel vertrouwen in dat met de gerichte leesaanpak het niveau van de leesresultaten van de huidige groep 4 aan het eind van het schooljaar zal voldoen aan de criteria van de inspectie. Dit geldt niet voor begrijpend lezen. Daar zijn de resultaten uiterst zorgelijk, want in alle groepen (5, 6, 7 en 8) liggen de opbrengsten onder het te verwachten niveau. Als voorspeller voor de eindtoetsen in de toekomst is dit geen goed signaal. Verder vraagt het rekenonderwijs om aandacht. De rekenresultaten zijn in groep 4 voldoende, maar de toetsresultaten in groep 5 en 6 voldoen niet aan de norm. Aanbod De school heeft een overwegend taalzwakke populatie en het taalbeleid is dan ook een belangrijk speerpunt van de school. In dit kader hebben leraren aandacht besteed aan de taalrijke leeromgeving. De inspectie vindt dat de lokalen er verzorgd en ondersteunend uitzien. Ook besteden leraren in hun lessen aandacht aan het vergroten van de woordenschat. De leraren hebben de woordenschatlijn uit de taalmethode losgelaten, omdat de woorden die worden aangeboden niet goed zouden aansluiten op het niveau en bij de belevingswereld van de leerlingen. Zij kiezen nu zelf woorden uit die voorkomen in de zogenaamde ankerverhalen, begrijpend leesteksten en teksten van wereldoriëntatie. Welke woorden zijn aangeleerd is echter niet traceerbaar in beleidsplannen of in de klassenregistratie van leraren. Ook wordt nog niet in kaart gebracht welke woorden de leerlingen wel en niet beheersen. Dit is een aandachtspunt voor de school.
pagina 10 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering obs Over de Brug | Rosmolenstraat | 19 March 2012
Naast aandacht voor de woordenschat heeft de focus van het beleid het afgelopen jaar vooral gelegen op het versterken van het leesonderwijs. Op dit vlak zijn duidelijk stappen gezet. Het aanbod voor aanvankelijk lezen is vernieuwd en er zijn criteria opgesteld voor een effectieve leesinstructie (IGDI model), waarbij het voortgezet technisch lezen vorm krijgt middels het Connecten Ralfi lezen. Verder heeft de school een nieuwe methode voor begrijpend lezen aangeschaft. De inspectie stelt vast dat de implementatie nog aandacht behoeft. De afspraken over het gebruik van de methode en de XL opdrachten zijn niet vastgelegd en de inspectie vindt ook de aansturing en controle op dit vlak niet afdoende. De inspectie concludeert op basis van de beschikbare documenten, observaties en gesprekken dat er nog onvoldoende sprake is van een goed uitgelijnd en samenhangend taalbeleid. Het huidige taalbeleidsplan bestaat vooral uit aandachtspunten, voornemens en losse afspraken. Taalbeleid moet echter meer omvatten (visiedocument, uitwerking naar alle domeinen, naast woordenschatontwikkeling ook spreek- en luisteronderwijs, gebruik van andere lessen om taalontwikkeling te stimuleren en aandacht voor vaktaal). Het beleid vraagt dus nog om een uitbreiding en verdieping. De lessen De school heeft slechts vijf combinatiegroepen. Om toch een gefundeerd oordeel te kunnen vormen, heeft de inspectie in totaal een zevental instructielessen geobserveerd. De kwaliteit van de leraren is wisselend, maar op schoolniveau voldoet de uitleg (5.1) in te veel lessen niet aan de criteria van de inspectie. Hoewel de lesopzet formeel gezien in veel gevallen voldoet, zoals het structureren van de les door het doel te benoemen, activeren van de voorkennis, controle of uitleg begrepen is e.d., missen leraren veelal de instructiekwaliteit, waardoor de essentie van de lesstof niet overkomt en leerlingen onvoldoende profiteren van de instructie. Daarnaast slaagde een deel van de leraren er niet in om de leerlingen actief bij de les te betrekken en/of de actieve betrokkenheid van leerlingen vast te houden. Het viel de inspectie op dat met name de leerlingen die zelfstandig moesten werken, onvoldoende taakgericht bezig waren (5.3). In samenhang hiermee werd in een aantal groepen de lestijd onvoldoende effectief benut (3.1). Verder was de afstemming van de instructie op de onderwijsbehoeften van leerlingen niet in alle lessen zichtbaar en/of voldoende effectief (6.2). Op andere onderdelen is deze afstemming wel als voldoende beoordeeld. De methoden die de school gebruikt bieden op zich voldoende mogelijkheden tot differentiatie. De school maakt ook gebruikt van remediërende software. Voor de meer begaafde leerlingen is het mogelijk om de lesstof te compacten en bestaat de mogelijkheid om te participeren in de plusklas. Verder krijgen leerlingen die het nodig hebben meer onderwijstijd, bijvoorbeeld door extra leesbegeleiding buiten de klas. Op basis hiervan beoordeelt de inspectie de afstemming op de andere onderdelen (aanbod, verwerking en tijd) wel als voldoende. Begeleiding en zorg Er is door de school sterk geïnvesteerd op het vlak van de begeleiding van leerlingen. De school volgt de ontwikkeling van leerlingen nauwgezet met methode onafhankelijke toetsen en methodetoetsen. De klassenmappen zien er ook gestructureerd en verzorgd uit. Dat de indicator 7.2 als onvoldoende is beoordeeld heeft te maken met het feit dat de analyses van de methodegebonden toetsen zich veelal beperken tot het markeren van de onvoldoende scores. Welke maatregelen leraren vervolgens nemen om op planmatige wijze de hiaten in de kennis op leerling- en/of groepsniveau weg te werken, valt in veel gevallen niet uit de groepsadministratie op te maken.
pagina 11 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering obs Over de Brug | Rosmolenstraat | 19 March 2012
De school heeft een degelijke zorgstructuur, waarbij in het zorgplan de taken en verantwoordelijkheden zijn beschreven. De ontwikkelingen worden schoolbreed door de intern begeleider krachtig aangestuurd. Er vinden regelmatig groeps- en leerlingbesprekingen plaats en leerlingen waar iets bijzonders mee is (uitval of meer dan gemiddeld presteren) worden vroegtijdig gesignaleerd. Voor leerlingen die naar verwachting het eindniveau van groep 8 niet halen, stelt de school een ontwikkelingsperspectief op, waarbij ook de tussendoelen inhoudelijk uitgelijnd zijn. De meerbegaafde leerlingen komen eveneens in aanmerking voor extra zorg. Ook voor de zorg geldt dat in de opzet en structuur de zaken op orde zijn. Echter, de kwaliteit van de uitvoering van de planmatige zorg is in de praktijk nog onvoldoende gewaarborgd (8.3). Leraren zijn bij alle stappen van de planmatige zorg (waaronder de analyse van de opbrengsten, het formuleren van de hulpvraag, het plannen en registreren van de zorg) nog teveel afhankelijk van de intern begeleider. Er zijn wel groepsplannen, maar de vertaling hiervan naar de praktijk (handelingsgericht werken, inclusief de planning en registratie van de extra zorg) heeft de inspectie nog onvoldoende gezien. Verder ontbreekt bij de evaluatie van de handelingsplannen en/of zorgaanpak de diepgang. Bij het niet realiseren van de doelen, is het van belang om een inhoudelijk analyse te maken en deze vast te leggen. Dit gebeurt nog in onvoldoende mate en in enkele gevallen waren de handelingsplannen zelfs afgesloten zonder evaluatie (8.4). Kwaliteitszorg De indicatoren van de kwaliteitszorg zijn als voldoende beoordeeld, met uitzondering van de borging (indicator 9.5) en professionele cultuur als onderdeel van de voorwaarden voor kwaliteitszorg (indicator 10.3). Dit wordt hieronder toegelicht. Het bestuur heeft in 2010, toen de school het arrangement zwak werd toegekend, in samenspraak met de inspectie maatregelen genomen om de kwaliteit te versterken. Onder leiding van de nieuwe bovenschools directeur (ook van de locatie Hannie Schaft) is een verbetertraject gestart. De school heeft een plan van aanpak opgesteld en heeft de prestatieafspraken zoals vastgelegd in het toezichtplan als leidraad gebruikt om de schoolontwikkeling aan te sturen. De resultaten van de verbeteracties zijn ook tussentijds geëvalueerd, onder andere door gerichte klassenconsultaties. Naast de vernieuwing van het aanbod is vooral ingezet op de teamontwikkeling en de professionalisering van leraren. De inspectie is positief over de directievoering en de sturingskracht van beide directieleden (directeur en adjunct). Dat de borging als onvoldoende is beoordeeld heeft te maken met het feit dat de leraren niet handelen zoals afgesproken, waardoor er onvoldoende sprake is van een schoolbrede lijn, zowel qua visie als in het professioneel handelen. Bij het voortgangsgesprek met de inspectie (eind 2011) heeft de directeur al aangegeven dat de ontwikkelingen achterbleven bij de verwachtingen. Dat er vooral technisch een slag gemaakt was, maar dat de praktische uitwerking in de klassen te traag vorderde. Dit zou mede samenhangen met cultuurkenmerken die moeilijk veranderbaar bleken. Te veel leraren schrijven de lage opbrengsten toe aan de kenmerken van de leerlingen en zijn onvoldoende in staat om te reflecteren op hun eigen handelen. Ook lijken ze de urgentie tot verandering onvoldoende te beseffen. Het bestuur heeft naar aanleiding van deze signalen door externen een onderzoek laten verrichten. Het heeft geleid tot een uiterst kritisch onderzoeksrapport dat de hypothese van de directie bevestigde. In reactie op de bevindingen van de inspectie heeft het bestuur in het eindgesprek aangegeven ingrijpende bestuurlijke maatregelen te treffen, om er zorg voor te dragen dat de school zo snel mogelijk weer aan de kwaliteitseisen voldoet.
pagina 12 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering obs Over de Brug | Rosmolenstraat | 19 March 2012
3
Toezichtarrangement Kwaliteit De kwaliteit van het onderwijs vertoont nog steeds belangrijke tekortkomingen en is opnieuw als zwak beoordeeld. De inspectie heeft er geen vertrouwen in dat obs Over de Brug, locatie Rosmolen met dit team de onderwijskwaliteit binnen een jaar kan verbeteren. De directie en het bestuur delen deze zorg en het bestuur heeft toegezegd dat zij op korte termijn een aantal bestuurlijke maatregelen zal nemen, waaronder de vervanging van leraren, om het tij te kunnen keren. De inspectie zal in het tweede semester van 2013 de school opnieuw bezoeken met een onderzoek naar kwaliteitsverbetering en voegt een extra voortgangsgesprek in om de ontwikkelingen te volgen. Naleving Er is een tekortkomingen geconstateerd in de naleving van wettelijke voorschriften, die vanwege het programmatisch handhaven standaard zijn gecontroleerd. Er is een onvolledigheid in de inhoud van het zorgplan van het samenwerkingsverband geconstateerd. Het document geeft geen informatie over de volgende onderdelen: de procedures voor het onderzoek bij leerlingen ten behoeve van plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs en het tijdpad waaruit de duur van de besluitvorming door de PCL blijkt. Het beleid van de inspectie is de genoemde onvolkomenheden op dit moment nog niet als tekortkoming te beoordelen bij de betreffende indicatoren over het naleven van wet- en regelgeving. Wel heeft de inspectie met het bestuur afgesproken dat in de volgende versies van deze schooldocumenten de ontbrekende onderdelen zijn opgenomen.
pagina 13 van 13