RAPPORT VAN BEVINDINGEN Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij basisschool De Wateringe
Plaats : Hellevoetsluis BRIN-nummer : 14EW Onderzoeksnummer : 123717 Datum schoolbezoek : 8 november 2011 Rapport vastgesteld te Tilburg op: 21 december 2011
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering basisschool De Wateringe | 8 november 2011
Inhoud 1
Inleiding 5
2
Bevindingen 7
3
Toezichtarrangement 13
pagina 3 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering basisschool De Wateringe | 8 november 2011
1
Inleiding De Inspectie van het Onderwijs heeft op 8 november 2011 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op basisschool De Wateringe naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. Toezichthistorie Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 2 september 2010 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten en het onderwijsleerproces op basisschool De Wateringe. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 2 december 2010. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld. De inspectie heeft vervolgens haar toezicht geïntensiveerd. Een onderdeel van dit traject vormde een tussentijds kwaliteitsonderzoek op 10 maart 2011. Door middel van dit onderzoek naar kwaliteitsverbetering gaat de inspectie na of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. • Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan. • Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. • Schoolbezoek, waarbij in de groepen 1-2, 4, 5, 6 en 8 de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. • Gesprekken met de directie en de intern begeleiders over de kwaliteit van de indicatoren. • Een gesprek met leraren. • Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag, na afloop van het schoolbezoek. Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: opbrengsten, onderwijsleerproces, zorg en begeleiding en kwaliteitszorg. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2011 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
pagina 5 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering basisschool De Wateringe | 8 november 2011
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
pagina 6 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering basisschool De Wateringe | 8 november 2011
2
Bevindingen 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2011. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2011 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten 1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.1.1 De taalresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Kwaliteitsaspect 2 Leerstofaanbod 2.1 * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 2.4 * De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
1
2
3
4
5
z
z
z z z
1
2
3
4
z z z z
Kwaliteitsaspect 3 Tijd 3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
1
2
3 z
pagina 7 van 13
4
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering basisschool De Wateringe | 8 november 2011
Kwaliteitsaspect 4 Schoolklimaat 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.
Kwaliteitsaspect 5 Didactisch handelen 5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
1
2
3
4
z
1
2
3
4 z
z z
Kwaliteitsaspect 6 Afstemming 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
1
2
3
4
z z z z
Kwaliteitsaspect 7 Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
Kwaliteitsaspect 8 Zorg 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
1
2
3
4
z z
1
2
3
4
z z z
Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
1
2
3
4
z z z z z z
Naleving wet- en regelgeving NT1a De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). NT1b In de schoolgids is informatie opgenomen over standaard gecontroleerde onderdelen (art. 13 WPO) NT2a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO) NT3a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid 3, WPO). NT4a Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). NT4b Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
ja
nee
z z z z z z
pagina 8 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering basisschool De Wateringe | 8 november 2011
2.2 Beschouwing Algemeen beeld Op basisschool De Wateringe is het afgelopen jaar hard gewerkt aan het opheffen van de eerder vastgestelde tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs. Er is veel geïnvesteerd in het IGDI-model (interactief, gedifferentieerd, directe-instructie-model), het schoolbreed zorgen voor een doorgaande lijn en een uniforme werkwijze, aandacht voor het opbrengstgericht werken en reflectie op het eigen handelen. De leraren geven aan dat de neuzen dezelfde kant op staan en dat ze veel energie ontlenen aan het gevoel samen verantwoordelijk te zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Ook de klassenbezoeken door de bouwcoördinatoren en de intern begeleiders worden als stimulerend ervaren. De inzet van alle betrokkenen lijkt nu zijn vruchten af te werpen. Zowel de eindopbrengsten als de tussenopbrengsten liggen op een voldoende niveau en ook op andere onderdelen is er sprake van een positieve ontwikkeling. Dit alles leidt ertoe dat aan de school het basisarrangement kan worden toegekend. Hieronder volgt een toelichting op het oordeel. Toelichting Opbrengsten De inspectie waardeert de eindopbrengsten als voldoende. Deze conclusie is gebaseerd op het feit dat de eindresultaten in 2011 voldoen aan de verwachtingen. Ook de prognose dat de leerlingen in 2012 een voldoende score halen is gunstig, gezien hun resultaten op de Entreetoets. De inspectie waardeert de resultaten tijdens de schoolperiode als voldoende. Daarbij baseert zij zich op de meest recente prestaties van de leerlingen bij technisch lezen (groep 3 en 4), begrijpend lezen (groep 6) en rekenen/wiskunde (groep 4 en 6). Deze resultaten voldoen aan de verwachtingen, met uitzondering van technisch lezen in groep 3 en begrijpend lezen in groep 6. De school geeft aan ook zelf niet tevreden te zijn over de prestaties van de leerlingen op het onderdeel begrijpend lezen. Voor dit vak staat een aantal gerichte maatregelen op het programma om de resultaten te verbeteren. De inspectie beoordeelt indicator 1.4 eveneens als voldoende. De school heeft een enkele leerling voor wie, op grond van specifieke onderwijsbehoeften, een individuele leerlijn geldt. Voor deze leerlingen is een ontwikkelingsperspectief opgesteld, op basis waarvan een plannend aanbod is bepaald. Verder volgt de school in voldoende mate of de leerlingen zich conform het opgestelde perspectief ontwikkelen en of dit moet worden bijgesteld. De sociale competenties van de leerlingen kunnen nog niet worden beoordeeld. De school neemt een landelijk genormeerd instrument af, maar er zijn nog geen gegevens beschikbaar over een vereiste periode van drie jaar. Onderwijsleerproces Tijdens het kwaliteitsonderzoek in 2010 is het merendeel van de indicatoren behorend bij het aspect onderwijsleerproces als voldoende beoordeeld. De inspectie heeft zich tijdens dit onderzoek daarom alleen gericht op de normindicatoren en de in 2010 onvoldoende gewaardeerde onderdelen. De overige indicatoren zijn alleen geverifieerd.
pagina 9 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering basisschool De Wateringe | 8 november 2011
Het aanbod voor Nederlandse taal en rekenen/wiskunde voldoet aan de kerndoelen en het wordt aan voldoende leerlingen tot en met het niveau van groep 8 aangeboden. Ook de leerinhouden in de groepen 1-2 sluiten op elkaar aan. De planning en invulling van het aanbod wordt nauwkeurig vastgelegd in de zogenaamde organisatieschema's. Gezien het grote aantal leerlingen met een leerlingengewicht besteedt de school veel aandacht aan de woordenschatontwikkeling. Gezien de nog steeds tegenvallende resultaten op de woordenschattoetsen is het opnieuw vaststellen en invoeren van een gericht aanbod één van de beleidsvoornemens uit het schoolbedrijfsplan. De school hoopt dat deze maatregelen ook bijdragen aan het verbeteren van de prestaties van de leerlingen bij begrijpend lezen. In het afgelopen jaar is veel energie gestoken in scholing rondom het IGDImodel. Dit is duidelijk merkbaar in het handelen van de leraren. De inspectie is onder de indruk van de wijze waarop de leraren hun doel benoemen en daarop aan het einde van de les met de leerlingen terug komen. Om die reden waardeert ze de uitleg als goed. Er is sprake van een taakgerichte werksfeer en de leerlingen werken rustig en zelfstandig aan hun taken. In de regel zijn de leerlingen voldoende actief betrokken bij de lessen. De school heeft in de afgelopen periode veel geïnvesteerd in het opstellen van organisatieschema's. Op basis van een analyse van de resultaten van de leerlingen op zowel de methodegebonden als de methodeonafhankelijke toetsen worden zij - afhankelijk van hun instructiebehoefte - ingedeeld in drie subgroepen. De inspectie heeft geconstateerd dat de leraren hun aanbod, instructie en verwerking ook daadwerkelijk weten af te stemmen op de verschillen tussen de leerlingen. Dit geldt eveneens voor de afstemming van de leertijd. Zo vindt er differentiatie plaats in de reguliere lessen, op momenten van zelfstandig werken en door middel van huiswerk. Zorg en begeleiding Sinds het vorige onderzoek is er door de school hard gewerkt aan het onderdeel zorg en begeleiding. Intussen heeft de school haar procedures voor de zorg beschreven in een schoolspecifiek zorgplan. De zorgstructuur is adequaat en voorziet erin dat de ontwikkeling van de leerlingen in alle leerjaren wordt gevolgd met behulp van methodeonafhankelijke en genormeerde toetsen. Bij de kleuters wordt daarnaast ook gebruik gemaakt van een gestructureerd observatie-instrument. Het systeem van toetsen stelt de school in staat om leerlingen die uitvallen op tijd te signaleren. Daarbij is de school ook alert op leerlingen die meer aankunnen en leerlingen die onvoldoende vooruitgang boeken. De gesignaleerde zorgleerlingen worden besproken tijdens de groepsbesprekingen en ze krijgen zo nodig aanvullende ondersteuning door de leraren. Dit gebeurt op dit moment deels in de vorm van werkdocumenten- en deels in de vorm van de eerder genoemde organisatieschema's door de betreffende leerlingen te clusteren in de verlengde instructiegroep. De inspectie is eveneens positief over de planmatige uitvoering van de zorg. Voor leerlingen die daar volgens de criteria van de school voor in aanmerking komen wordt een handelingsplanning opgesteld. Analyse van deze handelingsplannen laat zien dat ze van voldoende kwaliteit zijn. Na evaluatie wordt het plan zo nodig geactualiseerd. Als de op deze wijze geboden hulp niet het gewenste resultaat oplevert, wordt een beroep gedaan op externe deskundigheid. Toch wijst de inspectie op een aantal aandachtspunten. De door de school opgestelde werkdocumenten zijn erg uitgebreid en het is de vraag of dit in alle gevallen nodig is. Voor leerlingen die een eerste keer onvoldoende profiteren van het onderwijs op basis van de opgestelde organisatieschema's kan - na het bepalen van de hulpvraag - volstaan worden met een beknopte handelingsplanning.
pagina 10 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering basisschool De Wateringe | 8 november 2011
Pas als zo'n eerste kortdurende interventie niet tot het gewenste resultaat leidt, is er sprake van een hoger zorgniveau en heeft het zin over te gaan tot een uitgebreider werkdocument. Kwaliteitszorg Tijdens het kwaliteitsonderzoek in 2010 en het tussentijds kwaliteitsonderzoek in 2011 zijn alle indicatoren behorend bij dit onderdeel als voldoende beoordeeld, met uitzondering van indicator 9.1. De inspectie constateert dat de school nu wel voldoende aandacht besteedt aan het beschrijven van haar leerlingenpopulatie en het vastleggen van de consequenties die ze hieraan verbindt. Met de directie is besproken dit onderdeel als een vast item op te nemen in het dynamisch gedeelte van het schoolbedrijfsplan. Voor de overige indicatoren heeft de inspectie zich beperkt tot een verificatie van de eerder gegeven waarderingen. Op basis van dit onderzoek spreekt de inspectie opnieuw een positief oordeel uit over de kwaliteitszorg. Wat betreft een aantal indicatoren is zelfs sprake van een verbetering. Zo heeft de school eigen, voldoende ambitieuze, streefdoelen geformuleerd en worden de behaalde resultaten structureel geanalyseerd en besproken in het team. Tot slot heeft de school na het tussentijds kwaliteitsonderzoek veel aandacht besteed aan het vastleggen van afspraken en het toezien op het naleven daarvan. Er is een handboek opgesteld en er vinden groepsbezoeken plaats door de directie, de bouwcoördinatoren en de intern begeleiders.
pagina 11 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering basisschool De Wateringe | 8 november 2011
3
Toezichtarrangement De Inspectie van het Onderwijs kent aan basisschool De Wateringe het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden meer heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag of themaonderzoeken of een vierjaarlijks bezoek. Naleving Er zijn tekortkomingen geconstateerd in de naleving van wettelijke voorschriften, die vanwege het programmatisch handhaven standaard zijn gecontroleerd. In het zorgplan van het samenwerkingsverband ontbreken de volgende onderdelen: • een beschrijving van de procedures voor het onderzoek van leerlingen in verband met plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs; • een vermelding welke procedures worden gehanteerd bij plaatsing van een leerling op een speciale school voor basisonderwijs; • een vermelding van het tijdpad waaruit de duur van de besluitvorming door de PCL blijkt. Het beleid van de inspectie is de genoemde onvolkomenheden op dit moment nog niet als tekortkoming te beoordelen bij de betreffende indicator over het naleven van wet- en regelgeving. Wel heeft de inspectie met het bevoegd gezag afgesproken dat ze deze punten ter sprake brengt binnen de coördinatiegroep van het samenwerkingsverband.
pagina 13 van 13