RAPPORT VAN BEVINDINGEN Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij Nutsbasisschool Morgenstond
Plaats : 's-Gravenhage BRIN-nummer : 19SG Onderzoeksnummer : 127139 Datum schoolbezoek : 3 september 2012 Rapport vastgesteld te Zoetermeer op 19 november 2012
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering Nutsbasisschool Morgenstond | 3 september 2012
Inhoud 1
Inleiding 5
2
Bevindingen 7
3
Toezichtarrangement 13
pagina 3 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering Nutsbasisschool Morgenstond | 3 september 2012
1
Inleiding De Inspectie van het Onderwijs heeft op 3 september 2012 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op basisschool Morgenstond in Den Haag. Daarbij is gekeken naar de kwaliteit van het onderwijs en naar naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. Toezichthistorie Al sinds een aantal jaren heeft de inspectie risico's in de opbrengsten van basisschool Morgenstond gesignaleerd. Dat leidde ertoe dat bij het kwaliteitsonderzoek van 9 februari 2009 werd geconcludeerd dat de school als zwak moest worden bestempeld. Aansluitend heeft op 24 november 2009 op de school een tussentijds kwaliteitsonderzoek plaatsgevonden. De inspectie constateerde daarbij dat er voorzichtige verbeteringen gaande zijn. Op 6 april 2010 heeft de inspectie een onderzoek uitgevoerd naar kwaliteitsverbetering. Bij dit kwaliteitsonderzoek werd vastgesteld, dat de opwaartse lijn die de inspectie in november 2009 meende te kunnen waarnemen, niet is doorgezet. Op 13 december 2010 heeft er tussen het bevoegd gezag en de inspectie een voortgangsgesprek plaatsgevonden, waarbij bleek dat de eerder gemaakte prestatieafspraken niet of slechts gedeeltelijk waren gerealiseerd. De Inspectie van het Onderwijs heeft vervolgens op 13 december 2011 een tussentijds kwaliteitsonderzoek (TKO) uitgevoerd. De conclusie daarvan was, dat de kwaliteit van het onderwijs wederom als zwak is beoordeeld. In 11 april 2011 heeft de inspectie opnieuw een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uitgevoerd. Daarbij werd geconcludeerd dat de kwaliteit van het onderwijs onvoldoende vooruitgang in het verbetertraject liet zien. In het tussentijds kwaliteitsonderzoek van 13 december 2011 constateerde de inspectie, dat de kwaliteit van het onderwijs niet is verbeterd en dat er onvoldoende voortgang is geboekt. De inspectie heeft om die reden nadere afspraken met het bestuur gemaakt. Deze afspraken werden vastgelegd in een toezichtplan. Op 25 april 2012 heeft een voortgangsgesprek plaatsgevonden, waarbij is geconstateerd dat aan vijf van de zeven afspraken was voldaan. De afspraak die deels was voldaan betrof de analyse van de tussenopbrengsten. De afspraak die niet was gerealiseerd betrof het opstellen van een analyse van de Citoeindtoetsen van de afgelopen drie jaar. Om na te gaan of en in hoeverre de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. • Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan. • Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. • Onderzoek en analyse van jaardocumenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.
pagina 5 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering Nutsbasisschool Morgenstond | 3 september 2012
• • • • •
Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd, te weten sheets betreffende een presentatie aan ouders over de schoolsituatie; analyse van leerresultaten. Schoolbezoek, waarbij in alle groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Gesprekken met de directie en de intern begeleider over de kwaliteit van de indicatoren. Een gesprek met leraren. Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bestuur, na afloop van het schoolbezoek.
Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: opbrengsten, aanbod, tijd, schoolklimaat, didactisch handelen, afstemming, begeleiding, zorg en kwaliteitszorg. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2011 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
pagina 6 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering Nutsbasisschool Morgenstond | 3 september 2012
2
Bevindingen 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2011. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2011 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Daarnaast heeft de inspectie enkele controles uitgevoerd op bepaalde standaard gecontroleerde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'.
Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten 1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van acht jaar. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
1
Kwaliteitsaspect 2 Leerstofaanbod 2.1 * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 2.4 * De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. 2.5 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen.
2
3
4
5
z
z z z
1
2
3 z z
z z z
pagina 7 van 13
4
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering Nutsbasisschool Morgenstond | 3 september 2012
Kwaliteitsaspect 3 Tijd 3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
Kwaliteitsaspect 4 Schoolklimaat 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.
Kwaliteitsaspect 5 Didactisch handelen 5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
Kwaliteitsaspect 6 Afstemming 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Kwaliteitsaspect 7 Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
1
2
3
4
z
1
2
3
4
z
1
1
2
3 z z z
4
2
3
4
z z z z
1
2
3
4
z z
Kwaliteitsaspect 8 Zorg 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
1
2
3
4
z z z z
1
2
3
4
z z z z z z
Naleving wet- en regelgeving NT1a De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). NT2a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO) NT3a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid 3, WPO). NT4a Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). NT4b Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
ja
nee
z z z z z
pagina 8 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering Nutsbasisschool Morgenstond | 3 september 2012
2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie komt tot het oordeel dat het geïntensiveerde toezicht waaronder de school sinds februari 2009 is komen te staan, kan worden beëindigd. De reden daarvan is, dat de school op een aantal terreinen vooruitgang heeft geboekt. Dit blijkt onder meer uit het feit, dat de eindopbrengsten over 2012 voldoende zijn. Ook de tussenopbrengsten over het schooljaar 2011-2012 zijn voldoende. Wel tekent de inspectie hierbij aan, dat de opbrengsten desondanks toch nog een kwetsbaar beeld laten zien. Positief is, dat de leraren door middel van groepsplannen het onderwijs meer planmatig aansturen. Daarbij wordt ook de leerwinst gemeten en zijn er ambities aangegeven in de vorm van opbrengstdoelen per leerling. De groepsplannen zijn echter nog niet voldoende uitgewerkt voor wat betreft de consequenties voor het omgaan met verschillen tussen leerlingen. De afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van de leerlingen is dan ook een verbeterpunt. Van belang is dat leerlingen aangepaste leerinhouden aangeboden krijgen op basis van een analyse van de leerresultaten. Het opstellen van een analyse van de resultaten op groepsniveau en van een diagnose van de aard van de problematiek van zorgleerlingen bij de leerlingenzorg voldoen echter nog niet. Bij de kwaliteitszorg vraagt vooral het aspect 'borging' van de afspraken betreffende het didactisch handelen om aandacht. Hieronder volgt een toelichting op het oordeel. Toelichting Opbrengsten De eindresultaten liggen, bezien over de afgelopen drie jaar, één keer op het verwachte niveau en twee keer daaronder. Alleen de meest recente eindopbrengsten, die over 2012, liggen op een niveau dat verwacht mag worden, gelet op de leerlingenpopulatie. Op grond hiervan beoordeelt de inspectie de eindopbrengsten als voldoende, maar risicovol. De tussenopbrengsten worden vastgesteld aan de hand van de behaalde resultaten voor technisch lezen in de groepen 3 en 4, rekenen-wiskunde in de groepen 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6. Drie van deze vijf toetsresultaten liggen op een voldoende niveau. De resultaten voor technisch lezen in groep 3 en voor rekenen-wiskunde in groep 4 zijn onvoldoende. De inspectie merkt daarbij op, dat de tussenopbrengsten over het geheel genomen toch als voldoende worden beoordeeld, mede dankzij de vooruitgang in de tweede helft van vorig schooljaar in groep 6 bij rekenen-wiskunde. De resultaten op de toets voor rekenen-wiskunde lagen in deze groep halverwege het schooljaar nog onder het verwachte niveau, terwijl deze aan het eind van het jaar voldoende waren. Dat is een goede vooruitgang, maar tegelijk illustreert dit hoe kwetsbaar de tussenopbrengsten nog zijn. Dit blijkt ook uit de resultaten van groep 7, die voor begrijpend lezen onder het niveau liggen dat verwacht mag worden. Gelet op de tussenresultaten is het zeer de vraag of de huidige groep 8 op een voldoende niveau uitkomt voor de eindopbrengsten. Gezien de kwetsbare resultaten zou het voor de hand liggen dat de school een gedegen analyse had gemaakt van de resultaten die de laatste drie jaar op de eindtoets zijn behaald. Dit is echter nog niet gebeurd. Ook is er nog geen analyse van de entreetoets van einde groep 7. Dergelijke analyses zijn noodzakelijk om het groepsplan voor groep 8 adequaat op te kunnen stellen.
pagina 9 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering Nutsbasisschool Morgenstond | 3 september 2012
De school beschikt voor de sociaal-emotionele ontwikkeling over een gestandaardiseerd instrument. Dit instrument is vorig jaar niet afgenomen. Daarom kan voor dit onderdeel geen waardering worden gegeven. De directie heeft aangegeven, dat de sociaal-emotionele ontwikkeling vanaf dit schooljaar systematisch met dit instrument zal worden gevolgd. Leerstofaanbod De leerinhouden sluiten nog niet in alle opzichten goed op elkaar aan. Positief is, dat de methoden die de school hanteert voldoen aan de kerndoelen. Uit de gesprekken en overige informatie bleek echter, dat de methode voor begrijpend lezen niet in alle opzichten voldoet. Leraren vullen op eigen initiatief de methode aan. Dat is op zich te prijzen, maar het draagt wel een zeker risico in zich, omdat de resultaten voor het begrijpend lezen kwetsbaar zijn. Het is van belang dat over de werkwijze met de methode goede teamafspraken worden gemaakt. Verder constateert de inspectie dat er een leerstofaanbod is in de kleutergroepen, maar dat dit aanbod nog niet echt is uitgewerkt in een concrete leerlijn. Verdere ontwikkeling hiervan is van belang voor het aanbrengen van meer continuïteit in het aanbod ten behoeve van een meer gestroomlijnde overgang van groep 2 naar groep 3. Vanwege deze redenen voldoet indicator 2.3 niet aan de gestelde kwaliteitscriteria. Positief is, dat de 'Leerlijn woordenschat' inmiddels in de praktijk wordt toegepast. Indicator 2.4 is nu dan ook als voldoende beoordeeld. Bij de groepsbezoeken heeft de inspectie geconstateerd, dat pas recent is begonnen met de invoering. De resultaten daarvan moeten nog blijken. Het is daarbij van belang, dat de uitvoering daarvan in de praktijk systematisch en planmatig plaatsvindt en ook wordt bewaakt. Niet bij alle groepsbezoeken heeft de inspectie aanwijzingen, dat de leerlijn woordenschat ook daadwerkelijk systematisch wordt aangeboden. Didactisch handelen; afstemming Het lesgeven van de leraren voldoet voor wat de elementaire didactische vaardigheden als uitleg en activering van leerlingen betreft aan de gestelde criteria. Een belangrijk verbeterpunt is de afstemming van de instructie op de onderwijsbehoeften. Positief is, dat door het gebruik van groepsplannen nu meer planmatig sturing gegeven wordt aan het onderwijs. De meeste leraren slagen er wel in om aandacht te geven aan verschillen tussen leerlingen door een verlengde instructie en spreiding van aandacht. Maar van belang is ook, dat op basis van een analyse van de leerresultaten leerlingen aangepaste leerinhouden aangeboden krijgen. Dat gebeurt nu nog te weinig. Verder constateert de inspectie, dat bij de groepsplannen geen onderscheid wordt gemaakt tussen vakgebieden, waarvan de resultaten voldoende zijn en vakgebieden die onder het niveau zitten. Het is van belang dat het groepsplan bij voldoende resultaten gericht is op het borgen van het bereikte niveau. Bij vakgebieden, waarvoor de resultaten achterblijven, is het van belang dat in het groepsplan een concrete analyse is opgenomen, zodat de oorzaken van het achterblijven worden vastgesteld. Het groepsplan kan dan meer specifiek gericht worden op het verbeteren van de opbrengsten. Gelet op het bovenstaande voldoet de school niet aan de criteria voor de indicatoren 6.1 en 6.2. Begeleiding en zorg De school beschikt over een adequaat leerlingvolgsysteem voor het volgen van de basisvaardigheden. In de kleutergroepen wordt dit volgsysteem overigens nog beperkt gehanteerd; pas vanaf halverwege groep 2 worden de betreffende toetsen afgenomen. Ook is aandacht gewenst voor de wijze van toetsafname in deze groepen, zodat de resultaten ook werkelijk valide en betrouwbaar zijn.
pagina 10 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering Nutsbasisschool Morgenstond | 3 september 2012
Het vervolg op de signalering, namelijk de diagnose van de aard van de problematiek van zorgleerlingen, is nog te weinig specifiek uitgewerkt. Indicator 8.2 voldoet dan ook niet. Wel is er nu meer aandacht in de zorgplannen voor de planning van de zorg. Bij deze planning worden ook de behaalde vaardigheidsscores betrokken en worden er resultaatdoelen gesteld. De planmatige hulp wordt door de inspectie dan ook positief gewaardeerd, hoewel verdere specificatie van de te geven hulp op basis van een betere diagnose wel gewenst is. Kwaliteitszorg Op het gebied van de kwaliteitszorg is voortgang geboekt. Het teamfunctioneren maakt een positieve ontwikkeling door. Het is daarbij belangrijk dat er nu stabiliteit is in de directiesituatie. Binnen het team is geleidelijk aan het besef ontstaan dat een andere aanpak nodig is. Deze ontwikkeling is in de praktijk ook zichtbaar en blijkt bijvoorbeeld uit de groepsplannen. De deskundige rol van de intern begeleider was en is daarbij essentieel. Het is wel van belang, dat de leraren beseffen dat ze er nog niet zijn en dat verdere ontwikkeling en stabilisering van de ingeslagen weg nodig is. Het plan van aanpak bevat meetbare doelen, aanwijzingen voor uitvoerenden en een tijdlijn. De inspectie mist overigens nog wel een jaarplan voor het huidige schooljaar. Uit de ingezette acties op het gebied van een trendanalyse van de opbrengsten blijkt dat voor de basisvaardigheden niet alleen de voortgang in beeld is gebracht, maar ook zijn de ambities voor de volgende toetsen aangegeven doordat streefdoelen voor de opbrengsten zijn gesteld. De inspectie ziet dit als blijk van een beginnende duurzame invulling van de kwaliteitszorg. Het borgen van de kwaliteit van het onderwijsleerproces is een verbeterpunt (indicator 9.5). Het belang van een gezamenlijk gedragen aanpak die de voortgang van het onderwijs binnen de eigen klas overstijgt is naar de indruk van de inspectie nog niet in het hele team volledig aanwezig. Zo is met name van belang dat de leerkrachten van de kleutergroepen de planmatigheid van de aanpak versterken door de leerlijnen uit te werken en daar in de groepsplannen op aan te sluiten. Om kinderen meer gericht en vroegtijdig aan te sturen is het verder van belang dat eerder begonnen wordt met de toetsen van het leerlingvolgsysteem. Het is verder van belang dat de uitvoering in de praktijk van de gemaakte afspraken over het didactisch handelen en de leerlingenzorg ook daadwerkelijk wordt bewaakt. De directeur legt wel groepsbezoeken af met het oog op personeelsbeleid, maar deze zijn minder gericht op het borgen van het didactisch handelen. Het is belangrijk dat de schoolleiding ook lesbezoeken aflegt die gericht zijn op evaluatie van het onderwijs op schoolniveau. Het teamfunctioneren zal verder worden versterkt als dergelijke evaluaties met de leraren besproken worden en als knelpunten daarbij worden benoemd. Indicator 9.6, die betrekking heeft op de verantwoording over de gerealiseerde onderwijskwaliteit, beoordeelt de inspectie vooralsnog als onvoldoende, omdat er nog geen jaarverslag is opgesteld en gecommuniceerd met belanghebbenden. De school heeft inmiddels wel de bevindingen van vorige inspectiebezoeken met de ouders uitgewisseld.
pagina 11 van 13
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering Nutsbasisschool Morgenstond | 3 september 2012
3
Toezichtarrangement Kwaliteit De Inspectie van het Onderwijs kent aan de basisschool Morgenstond het basisarrangement toe. De kwaliteit van het onderwijs is weer voldoende. Dit betekent dat de school niet langer onder intensief toezicht valt. Wel is er nog sprake van een kwetsbare situatie. De inspectie heeft met het bestuur afgesproken dat de voortgang van de schoolontwikkeling jaarlijks onderwerp van gesprek zal zijn en dat zo nodig een nader kwaliteitsonderzoek zal worden uitgevoerd.
pagina 13 van 13