RAPPORT VAN BEVINDINGEN Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij cbs 'Gaspard de Coligny'
Plaats : Baarn BRIN-nummer : 09BJ Onderzoeksnummer : 122912 Datum schoolbezoek : 26 mei 2011 Rapport vastgesteld te Utrecht op 27 juni 2011
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering cbs 'Gaspard de Coligny' | 26 mei 2011
Inhoud 1
Inleiding 5
2
Bevindingen 7
3
Toezichtarrangement 15
pagina 3 van 15
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering cbs 'Gaspard de Coligny' | 26 mei 2011
1
Inleiding De Inspectie van het Onderwijs heeft op 26 mei 2011 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op de Gaspard de Colignyschool naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 10 november 2009 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten en het onderwijsleerproces op de Gaspard de Colignyschool. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 19 februari 2010. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften. Toezichthistorie De inspectie heeft op 18 november 2010 een voortgangsgesprek gehouden met bestuur en school om de voortgang van het verbeterproces te bespreken. Naar aanleiding van dit gesprek werd op 21 januari 2011 een toezichtplan vastgesteld, waarbij op verzoek van het bevoegd gezag is afgesproken bij goede eindresultaten op de Cito Eindtoets van 2011 het tussentijds kwaliteitsonderzoek om te zetten in een onderzoek naar kwaliteitsverbetering en dit in het voorjaar van 2011 uit te voeren. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. • Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan. • Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatieactiviteiten en kwaliteitszorg van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd of heeft gespresenteerd tijdens het bezoek. Het gaat om de volgende documenten • Jaarplan 2010-2011; • Schoolzorgplan 2011-2012, concept mei 2011; • Overzicht en analyse Tussenopbrengsten 2011, februari 2011; • Overzicht en analyse Eindopbrengsten 2011, maart 2011; • Logboek leerstofpbrengsten 2009-2011, maart 2011; • Schoolbeleidsplan 2011-2015, concept februari 2011; • Samenvattende verbeterpunten 2010-2011; • Verslag klassenbezoek; • Diverse groepsplannen Rekenen, Lezen, veschillende groepen; • Evaluaties diverse kernen Veilig Leren Lezen; • Ingevuld exemplaar individueel handelingsplan onderbouw, gedrag en taal; • Idem, bovenbouw, lezen, rekenen, gedrag; • Groepshandelingsplan RT, rekenen; pagina 5 van 15
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering cbs 'Gaspard de Coligny' | 26 mei 2011
•
• •
• Opbrengstverwachtingen 1-Zorgroute Spelling; • Plan van overdracht begeleiding Gaspar de Colignyschool. Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in alle groepen, met name 1-2A en 1-2B, 3, 4A en 4B, 5, 6, 7 en 8. Gesprekken met de directie en de intern begeleider over de kwaliteit van het onderwijs. Een gesprek met enkele van de bezochte leraren. Een eindgesprek met de directie en de algemeen directeur als vertegenwoordiger van het bevoegd gezag, na afloop van het schoolbezoek.
Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: opbrengsten, leerstofaanbod, onderwijstijd, didactisch handelen, afstemming, begeleiding en leerlingenzorg, kwaliteitszorg. Gegevens uit een vorig inspectieonderzoek en zelfevaluatiedocumenten zijn voor de inspectie aanleiding geweest om oordelen op de volgende kernindicatoren alleen te verifiëren: 1.3, 2.1 en 2.4. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2009 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
pagina 6 van 15
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering cbs 'Gaspard de Coligny' | 26 mei 2011
2
Bevindingen 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2009. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2009 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Daarnaast heeft de inspectie enkele controles uitgevoerd op bepaalde standaard gecontroleerde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'.
Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten 1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van acht jaar. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
1
2
3
4
5
z
z z z
pagina 7 van 15
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering cbs 'Gaspard de Coligny' | 26 mei 2011
Kwaliteitsaspect 2 Leerstofaanbod 2.1 * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.4 * De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. 2.5 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen.
1
2
3
4
z z
z z
Kwaliteitsaspect 5 Didactisch handelen 5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
Kwaliteitsaspect 6 Afstemming 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Kwaliteitsaspect 7 Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
1
1
2
3 z z z
4
2
3
4
z z
1
2
3
4
z z
Kwaliteitsaspect 8 Zorg 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
1
2
3
4
z z z z
pagina 8 van 15
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering cbs 'Gaspard de Coligny' | 26 mei 2011
Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
Kwaliteitsaspect 10 Voorwaarden voor kwaliteitszorg 10.1 De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de kwaliteitszorg aan. 10.2 De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs, zoals geformuleerd in het schoolplan. 10.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 10.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn bestuur, directie, team en andere belanghebbenden betrokken.
1
2
3
4
z z z z z z
1
2
3
4
z z z z
Naleving wet- en regelgeving NT1a De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). NT1b In de schoolgids is informatie opgenomen over standaard gecontroleerde onderdelen (art. 13 WPO) NT2a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO) NT3a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid 3, WPO). NT4a Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). NT4b Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
ja
nee
z z z z z z
2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie komt tot de conclusie dat het onderwijs op basisschool Gaspard de Coligny van voldoende kwaliteit is. Directie en team van de Gaspard de Coligny hebben zich de afgelopen jaren met veel toewijding ingezet om de tekortkomingen in het onderwijs aan te pakken en de onderwijsresultaten te verbeteren. De school is erin geslaagd de meeste in eerdere inspectieonderzoeken als onvoldoende beoordeelde onderdelen van het onderwijs te verbeteren. De inspectie constateert dat nu ook de eindopbrengsten voldoende zijn. De Cito Eindtoets-resultaten van de jaren 2011 en 2010 liggen gemiddeld hoger dan die van 2009 en eerdere jaren en zijn nu overtuigend voldoende. De tussentijdse opbrengsten zijn eveneens voldoende. Gezien bovenstaande bevindingen spreekt de inspectie haar vertrouwen uit in de onderwijskwaliteit en stelt een basisarrangement voor de school vast. De kwaliteitsverbetering is voor een groot deel toe te schrijven aan de wijze waarop het afgelopen jaar gericht is gewerkt aan het verhogen van de opbrengsten. Dit opbrengstgericht werken door systematische evaluatie en analyse van resultaten en het stellen van doelen, heeft nu een betere basis in de praktijk van de leraren gekregen. Daarnaast werpt het rekenverbetertraject zijn vruchten af en heeft de zorgstructuur een stevige inbedding gekregen binnen de school. Ook bij de leerlingenzorg is de verbetering van de analyse opvallend.
pagina 9 van 15
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering cbs 'Gaspard de Coligny' | 26 mei 2011
In samenhang hiermee is een impuls gegeven aan het versterken van de pedagogisch-didactische vaardigheden van leerkrachten. Op een paar punten vraagt de schoolontwikkeling nog om verfijning en verdieping. Wat de lessen betreft, verdient de afstemming van de instructie gerichte aandacht. Hoewel de kwaliteitszorg voldoende is op veel onderdelen, kan de school het cyclische karakter van de kwaliteitszorg, met name bij de zelfevaluatie en het effect daarvan op verbeteringen binnen de school nog verder verstevigen. Zo moet de school nu ook de juiste maatregelen treffen om de borging van de bereikte verbeteringen voldoende te kunnen garanderen. Verder zijn de gerealiseerde verbeteringen dermate pril dat verankering van beleid en afspraken nodig zijn om de verworvenheden vast te houden. Ook is het wenselijk om aspecten van onderwijs en leren op een systematische en cyclische wijze te evalueren. Dit zijn nog ontwikkelpunten voor de school. In het rapport gaat de inspectie eerst in op de belangrijkste positieve bevindingen en sluit zij af met een aantal punten waarop de school haar kwaliteit nog kan verbeteren. Toelichting Opbrengsten De eindopbrengsten van de school zijn voldoende. In 2009 lagen de opbrengsten nog onder het verwachte niveau, maar in 2010 en 2011 lagen de gemiddelde scores op het verwachte niveau. Daarmee laat de school een periode met onvoldoende opbrengsten achter zich. Dit wordt ook ondersteund door het beeld van de voldoende tussenopbrengsten. De inspectie baseert dit oordeel op de resultaten van technisch lezen in groep 3 en 4, begrijpend lezen in groep 6 en rekenen en wiskunde in groep 4 en 6. Het technisch lezen in groep 3 kon niet beoordeeld worden, maar op de overige ijkmomenten lagen de opbrengsten op het verwachte niveau. Behalve deze vastgestelde opbrengsten is de prognose voor de eindopbrengsten van volgend schooljaar positief. De inspectie baseert deze verwachting op de uitslagen van de Entreetoets van de huidige groep 7 en de scores van deze leerlingen op de toetsen voor rekenen en wiskunde en begrijpend lezen. De school lijkt daarmee de opwaartse lijn vast te kunnen houden. Uitgangssituatie en schoolontwikkeling De opbrengsten van de Gaspard de Coligny hebben lange tijd geschommeld rond de ondergrenzen van de inspectie. Dit was volgens het bevoegd gezag mede een gevolg van discontinuïteit in de schoolleiding en in samenhang hiermee het gebrek aan sturing van de schoolontwikkeling en het team. Het lukte de school onvoldoende om een opgaande lijn vast te houden. Om het risico op terugval te vermijden heeft het bevoegd gezag in het voorjaar van 2010 besloten een externe adviseur een grondige schoolanalyse te laten maken. Deze analyse vormde vervolgens de basis voor een plan van aanpak. In dit plan fungeerde het opbrengstgericht werken als rode draad. In deze periode is na goed overleg afscheid genomen van de toenmalige directeur, waarna het bevoegd gezag de externe deskundige heeft gevraagd om als interim-directeur het verbeterproces aan te sturen. Hij heeft dit verbetertraject, in nauwe samenwerking met de intern begeleider (tevens waarnemend directeur), voortvarend opgepakt. Sinds enkele weken heeft de school een nieuwe directeur die nu voor de uitdaging staat de beleidslijn die is uitgezet te continueren en de positieve ontwikkeling voort te zetten. De basis hiervoor is gelegd en binnen het team is er voldoende potentie aanwezig om de kwaliteitsslag verder te maken. De verklaring voor de voldoende opbrengsten en de verbetering van de tekortkomingen ligt in de gerichte verbeteracties. Zo heeft de school na een grondige analyse van de toetsresultaten streefdoelen opgesteld, waarbij het pagina 10 van 15
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering cbs 'Gaspard de Coligny' | 26 mei 2011
ambitieniveau boven de ondergrenzen van de inspectie ligt. Om deze doelen te bereiken heeft de school een aantal maatregelen genomen: •
Ten eerste is geïnvesteerd om het opbrengstbewustzijn van het team te vergroten door transparant te maken wat er geleerd moet worden om tenminste tot een voldoende niveau per groep te komen. De leerkrachten zijn meer doelgericht gaan werken en hebben hun aanpak in groepshandelingsplannen vastgelegd, met als onderlegger een didactisch overzicht per kind. Daarnaast is gedefinieerd en vastgelegd in een zorgplan welke leerlingen in aanmerking kwamen voor extra zorg of RT op basis van individuele handelingsplannen. De inspectie heeft vastgesteld dat deze plannen aanwezig zijn en dat de kwaliteit van deze plannen voldoet aan de eisen.
•
Ten tweede heeft het team het leerstofaanbod onder de loep genomen. Dit heeft geresulteerd in de invoering van een aantal nieuwe methodes (waaronder rekenen en wiskunde en begrijpend lezen) en de school beschikt daarmee nu over een adequaat aanbod. Verder krijgt een aantal vakgebieden specifieke aandacht om de resultaten te verhogen. Dit is het geval bij rekenen en wiskunde, waarvoor schoolbreed een rekenverbetertraject is uitgelijnd. Leerkrachten besteden dagelijks tijd aan automatiseren en hoofdrekenen. De ontwikkeling wordt door een rekencoördinator aangestuurd. Daarnaast krijgt het taal-/leesonderwijs aandacht. Naast het technisch lezen en voortgezet technisch lezen, wordt nu specifiek ingezet op de versterking van het spellingsonderwijs en zijn er teambrede afspraken gemaakt over de manier van aanbieden en de accenten die daarbij worden gelegd. Ook zijn afspraken gemaakt over het woordenschatonderwijs. Voor de belangrijkste vakgebieden zijn de leerlijnen vastgelegd die starten bij de kleuters, zodat in deze groepen het fundament gelegd wordt voor het lees- en rekenonderwijs.
•
Ten derde is de zorgstructuur versterkt. De inspectie heeft de intern begeleider gecomplimenteerd met de wijze waarop zij als spil van de schoolontwikkeling de zorg heeft ontwikkeld en aangestuurd. Op een zeer degelijke wijze analyseert zij voorafgaand aan groeps- en leerlingbesprekingen de resultaten en bespreekt deze vervolgens met de leerkrachten. Leerkrachten hebben daarnaast ook aangegeven blij te zijn met de coaching die ze van de intern begeleider krijgen en haar constructieve wijze van feedback geven. De inspectie heeft de verslagen van de lesbezoeken kunnen inzien en is onder de indruk van de wijze waarop de verslaglegging plaatsvindt. De school geeft met dit instrument een krachtige impuls aan de professionalisering van individuele leerkrachten maar ook aan de teamontwikkeling. Het zorgbeleid is inmiddels beschreven in een (concept) schoolzorgplan, waarbij duidelijkheid ontstaat over taken en verantwoordelijkheden, procedures en protocollen.
•
Als vierde punt noemt de inspectie het handelingsgericht werken in het kader van de 1-zorgroute. De school is hier al een aantal jaren geleden mee begonnen en dit werpt geleidelijk zijn vruchten af. De school probeert het aanbod en didactiek af te stemmen op het prestatieniveau en de onderwijsbehoeften van leerlingen. De meerbegaafde leerlingen krijgen extra uitdaging in de vorm van verdiepings- en verrijkingsstof (waaronder Spaans) en kunnen als ze aan de criteria voldoen participeren in de plusklas. De leerlingen die langzaam leren of zwak presteren krijgen verlengde instructie en uitbreiding van onderwijstijd. Indien nodig komen ze in aanmerking voor Remedial Teaching buiten de klas.
pagina 11 van 15
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering cbs 'Gaspard de Coligny' | 26 mei 2011
Taalzwakke leerlingen, waaronder ook NT2-leerlingen, kunnen participeren in de taalklas, die een dagdeel per week op een andere school wordt aangeboden. Het merendeel van de lessen die de inspectie heeft gezien voldoet aan de kwaliteitscriteria. De lessen verlopen ordelijk en taakgericht en de leerlingen tonen zich actief betrokken tijdens de lessen. Dit is een belangrijke voorwaarde om te komen tot leren. Enkele lessen vallen op doordat leraren zeer vlot van start gaan en met wedstrijdgerichte leeractiviteiten leerlingen tot leren aanzetten. •
Als laatste punt noemt de inspectie de aandacht voor de kwaliteitszorg, als fundament voor de schoolontwikkeling. De inspectie is positief over de wijze waarop doelgericht en planmatig gewerkt wordt, maar is met name enthousiast over de systematiek waarmee de directie het opbrengstgericht werken een impuls heeft gegeven (evaluatie van ambiteuze streefdoelen, analyses van achterstanden en vastgelegde conclusies). De interimdirecteur is er samen met de intern begeleider in geslaagd een brug te slaan naar het team op dit vlak. Leraren hebben zich deze manier van denken dan ook eigen gemaakt. Dit is de reden dat de inspectie indicator 9.2 als goed heeft beoordeeld.
Verbeterpunten Naast de genoemde positieve ontwikkelingen, noemt de inspectie een drietal punten waarop de school haar kwaliteit nog verder kan versterken, dit betreft: 1. de afstemming van de instructie; 2. het volgen van de ontwikkeling van sociale competenties; 3. de kwaliteitszorg, waaronder de zelfevaluatie en de borging. Afstemming van instructie De leerkrachten slagen er steeds meer in om rekening te houden met de verschillen in onderwijsbehoeften van leerlingen. Dit is al zichtbaar bij de afstemming van de leerstof, de afstemming bij de verwerking en bij de afstemming van de onderwijstijd. Ten aanzien van de afstemming van de instructie kan echter nog een kwaliteitsslag worden gemaakt (indicator 6.2). Nu duurt in de meeste gevallen de klassikale instructie verhoudingsgewijs tamelijk lang, zeker gezien de grote verschillen die er bestaan in de instructiebehoeften van leerlingen. Het zou goed zijn om van te voren bij het bepalen van de lesdoelen in de dagplanning aan te geven welke leerlingen na een korte instructie zelfstandig aan het werk kunnen. Dit laatste gebeurt nu alleen voor de leerlingen die extra instructie nodig hebben. De verlengde instructie, die als voldoende is beoordeeld, heeft in veel gevallen nog wel het karakter van begeleide inoefening. In een aantal gevallen kunnen kinderen vanwege hun specifieke leerstijl echter gebaat zijn met een andere manier van uitleg, bijvoorbeeld door te werken met meer concreet materiaal. Op dit punt zou de school de afstemming van haar onderwijs op leerbehoeften van leerlingen nog kunnen verdiepen. In samenhang hiermee merkt de inspectie op dat de kwaliteit van de groepsplannen op het gebied van de onderwijsbehoeften nog om reflectie vraagt. Het is vooral didactisch gevuld (extra aandacht nodig, feedback geven etc.), maar de analyse van 'het waarom' ontbreekt veelal. Deze analyse is vooral belangrijk voor de groep zorgleerlingen (de D-groep) die geen individueel handelingsplan krijgt, maar die wel gebaat zijn met een meer planmatige vorm van zorg dan de overige leerlingen. Voorkomen moet worden dat hun prestaties afzakken naar een lager niveau (E-niveau). Dal laatste geldt ook voor leerlingen met een score in de 'lage C'. Tot slot noemt de inspectie de doelen die de leerkrachten opnemen in de groepsplannen. Nu wordt over de hele school op alle vakgebieden een percentage van 80% gehanteerd van de leerlingen die C of hoger scoren. pagina 12 van 15
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering cbs 'Gaspard de Coligny' | 26 mei 2011
Hoewel er groepen zijn die op bepaalde vakken nu al hoger scoren dan dit streefpercentage past de school de streefdoelen niet hierop aan door ze te verhogen. Daarnaast is het werken met ABCDE-categorieën onvoldoende scherp. Een beter uitgangspunt is het wanneer leraren doelen stellen in termen van vaardigheidsscores. Dan kan zowel op groeps- als individueel niveau meer verantwoord bewaakt worden of leerlingen voldoende leerwinst boeken tussen de opeenvolgende toetsmomenten. Volgen van de sociale competenties De school heeft wel een aanbod voor de ontwikkeling van sociale competenties, maar gebruikt niet het volgsysteem dat daarbij hoort (indicator 7.2). De school erkent wel het belang hiervan en zij is zich aan het oriënteren op de mogelijkheden op dit vlak. Kwaliteitszorg Er was onvoldoende sturing, duidelijkheid en structuur in de school. Door het inzetten van een interim directeur en het aanstellen van een nieuwe directeur, en het verbeteren van organisatie en communicatie, is er meer helderheid en structuur ontstaan. Samen met het toegenomen vertrowuen en deskundigheid van het lerarenteam heeft dit geleid tot verbetering van de kwaliteit op veel onderdelen. Dit heeft ook effect gehad op de opbrengsten van de school. Ondanks deze verbeteringen en voldoende beoordeelde indicatoren is de kwaliteitsontwikkeling nog uitermate pril. De gezamenlijke visie is onlangs bepaald en vastgelegd. Op andere vlakken zijn kaders en aanpakken uitgewerkt, maar deze vragen om een nadere uitwerking. Het nieuwe schoolplan kan daarbij een belangrijke rol vervullen. Ook moeten de afspraken en nieuwe werkwijzen tussentijds goed worden verankerd, om te voorkomen dat eerdere ontwikkelingen teniet worden gedaan en leraren terug vallen op oude routines. De school staat voor de uitdaging om de komende jaren een cultuuromslag te maken naar een lerende organisatie met een professioneel werkklimaat. De aanzetten hiervoor zijn hiervoor nu zeker aanwezig, mede door het verbetertraject waaraan het team zich heeft gecommitteerd. De afgelopen periode is er door alle betrokkenen heel hard gewerkt en volgens de leraren 'staan de neuzen inmiddels dezelfde kant op'. Het lerarenteam spreekt positief over de rust die de komst van de nieuwe directeur gebracht heeft. Het feit dat hij dagelijks aanwezig is op de school heeft na korte tijd al positieve effecten op leerlingen en ouders volgens het team. De nieuwe directeur staat nu voor de opgave om de ingezette koers vast te houden, de school- en teamontwikkeling gericht te sturen en te ondersteunen. Daarbij is ook een belangrijke rol weggelegd voor de intern begeleider. Om de kwaliteit te borgen is het belangrijk dat afspraken worden vastgelegd en gecontroleerd. Daarnaast vraagt, ook in het kader van de interne kwaliteitszorg, de zelfevaluatie om aandacht. De school heeft nog geen instrument om de kwaliteit van het onderwijs en leren systematisch en cyclisch te evalueren (indicator 9.3). De school hanteert nu geen planning of systeem om gedurende een aantal jaren stelselmatig onderdelen van onderwijs en school te beoordelen. Wel neemt de school tevredenheidsenquêtes af onder personeel, leerlingen en ouders. Uit de laatste bevindingen blijkt dat het vertrouwen van ouders in de school is hersteld.
pagina 13 van 15
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering cbs 'Gaspard de Coligny' | 26 mei 2011
3
Toezichtarrangement Kwaliteit De Inspectie van het Onderwijs kent aan de Gaspard de Colignyschool het basisarrangement toe. De kwaliteit van het onderwijs is weer voldoende. Dit betekent dat de school niet langer onder intensief toezicht valt. Naleving Er zijn tekortkomingen geconstateerd in de naleving van wettelijke voorschriften, die vanwege het programmatisch handhaven standaard zijn gecontroleerd. Er is een onvolledigheid in de inhoud van de schoolgids geconstateerd. Het document geeft geen informatie over de resultaten die de school behaalt. Ten aanzien van de ouderbijdrage is geconstateerd dat informatie ontbreekt over de vrijwilligheid van de ouderbijdrage. Het beleid van de inspectie is de genoemde onvolkomenheden op dit moment nog niet als tekortkoming te beoordelen bij de betreffende indicator over het naleven van wet- en regelgeving. Wel heeft de inspectie met het bevoegd gezag afgesproken dat in de volgende versie van dit schooldocument de ontbrekende onderdelen zijn opgenomen. Verder heeft de inspectie het bevoegd gezag opdracht gegeven alle ouders schriftelijk te informeren over de ontbrekende informatie over de ouderbijdrage en aan te geven wat het schoolbeleid is op dit punt.
pagina 15 van 15