RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ DE MICHAËLSCHOOL, LOCATIE HET DOK VSO-ZMOK
Plaats : Eindhoven BRIN-nummer : 03XK-2 Arrangementsnummer : 90477 Onderzoek uitgevoerd op : 2 november 2010 Conceptrapport verzonden op : 6 december 2010 Rapport vastgesteld te Eindhoven op 8 februari 2011
HB2742988/12
Documentnummer: H3038234
Pagina 2 van 11
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 2 november 2010 een onderzoek uitgevoerd op de Michaëlschool, locatie VSO Het Dok, in Eindhoven om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding Tijdens een kwaliteitsonderzoek op 30 maart 2009 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de aspecten ‘kwaliteitszorg’ , ‘systeem van leerlingenzorg’, ‘functionaliteit handelingsplanning’, ‘tijd’, ‘didactisch handelen’ en ‘schoolklimaat’. Ook constateerde de inspectie toen drie tekortkomingen in het kader van de naleving van wettelijke voorschriften. De bevindingen van het onderzoek staan beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 25 juni 2009. De inspectie beoordeelde de kwaliteit van het onderwijs als zwak en intensiveerde het toezicht. In het kader hiervan voert de inspectie nu een onderzoek uit om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven. Toezichthistorie Het Dok bestaat sinds 2005. De locatie biedt onderwijs aan cliënten van de afdeling forensische jeugdpsychiatrie van de GGZ Eindhoven en aan cliënten die door de GGZ ambulant worden begeleid. Het gaat daarbij om jongeren van 16 tot en met 20 jaar die onderwijsbelemmeringen ondervinden als gevolg van psychische problemen en/of een psychiatrische stoornis. In 2006 voerde de inspectie op Het Dok een nulmeting uit en constateerde zij dat de meeste kwaliteitsaspecten nog onvoldoende uit de verf kwamen. De bevindingen van deze nulmeting staan beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 20 september 2006. In maart 2009 zag de inspectie vooruitgang ten opzichte van 2006, maar van een basiskwaliteit was nog geen sprake. In maart en september 2010 vonden voortgangsgesprekken plaats in het kader van geïntensiveerd toezicht. Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: Onderzoek en analyse van documenten over de school, onder andere de schoolgids 2010/2011, het plan van aanpak 2009/2010 en een evaluatie daarvan, het activiteitenplan 2010/2011, de groepsplannen 2010/2011 en de resultaten van recente tevredenheidonderzoeken onder ouders en leerlingen; Onderzoek op locatie, waarbij de inspectie: • Leerlingendossiers, handelingsplannen en enkele actuele beleidsdocumenten met betrekking tot leerlingenzorg, aanbod en veiligheid heeft bestudeerd; • de onderwijspraktijk heeft geobserveerd; • gesprekken heeft gevoerd met de directie, leden van de commissie voor de begeleiding, leerlingen en leraren. Uit het waarderingskader onderzocht de inspectie de basisset van indicatoren. Om het belang van de kwaliteitszorg te benadrukken in relatie tot het borgen en verder ontwikkelen van de gerealiseerde basiskwaliteit, voegde zij de indicatoren uit het aspect 'cyclisch proces van kwaliteitszorg' aan het onderzoek toe.
Pagina 3 van 11
Na afloop van het onderzoek besprak de inspectie de bevindingen met de directie van de school. Daarbij was de vertegenwoordiger van het bevoegd gezag aanwezig.
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. De documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarop volgt een beschouwing met een toelichting op tekortkomingen en waar mogelijk in samenhang een beschrijving van de schoolontwikkeling. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Pagina 4 van 11
2. BEVINDINGEN Michaëlschool, locatie Het Dok 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Cyclisch proces kwaliteitszorg 1 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs.
2
3
4
Systeem van leerlingenzorg 1 3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. 3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders. 3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. 3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan.
2
3
4
Functionaliteit handelingsplanning 1 4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning.
Pagina 5 van 11
2
3
4
Leerstofaanbod 1
2
5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen leerlingen.
3
4
Onderwijstijd 1 6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele) leerlingen.
2
3
4
3
4
(Ortho)pedagogisch handelen 1
2
7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om. 7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels. 7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
(Ortho)didactisch handelen 1 8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de leerling.
2
3
4
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 1 9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau.
2
3
4
3
4
Schoolklimaat 1
2
10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen. 10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om de school. 10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school. 10.6 De ouders tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt.
Opbrengsten 1
2
3
4
11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht.
5
Wet- en regelgeving De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11).
Pagina 6 van 11
ja
nee
2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op Het Dok van voldoende niveau is. Zij baseert haar oordeel op de beslisregel die zij toepast op het aspect ‘systeem van leerlingenzorg’. Drie van de vier normindicatoren uit dit aspect waardeert zij met een voldoende. De afgelopen jaren heeft de school hard gewerkt om de tekortkomingen die de inspectie bij eerdere onderzoeken vaststelde, op te heffen. In diverse opzichten hebben deze inspanningen resultaat gehad. Een aantal verbetertrajecten zijn nog in een afrondende fase. Dat geldt bijvoorbeeld voor de implementatie van een digitaal leerlingvolgsysteem. Het jaarplan laat zien dat de school zich bewust is van noodzakelijke vervolgstappen. Werkgroepen zetten zich in voor verdere kwaliteitsontwikkeling, waarbij zij getuigen van een op opbrengsten gerichte aanpak. De inspectie heeft één tekortkoming vastgesteld in de naleving van wettelijke voorschriften. Een actueel schoolplan ontbreekt. Toelichting Cyclisch proces kwaliteitszorg Op het gebied van kwaliteitszorg heeft de school zich ten opzichte van 2009 sterk verbeterd. De inspectie constateerde toen dat de school slechts bij twee van de acht indicatoren aan de basiseisen voldeed. Nu stelt zij vast dat de school beschikt over een cyclisch systeem dat nog slechts op enkele onderdelen verbetering behoeft. De school heeft kennis van de onderwijsrelevante kenmerken van haar populatie en vertaalt deze naar een onderwijsconcept en meetbare doelstellingen voor het onderwijsleerproces. De groepsplannen, die de leerroutes binnen de school beschrijven, laten zien wat de school op basis van de kenmerken van de leerlingen verstaat onder goed onderwijs en hoe zij daar in de onderwijspraktijk aan wil werken. Of zij die beoogde kwaliteit ook levert, gaat de school na aan de hand van cyclisch ingeplande tevredenheidonderzoeken en door een systematische analyse van de groepsplannen aan het einde van het schooljaar. Ook klassenbezoeken door de orthopedagogen en de locatieleider, overleggen en teambijeenkomsten geven zicht op de kwaliteit van het primaire proces. Doelen voor leerlingenzorg en opbrengsten heeft de school daarentegen in onvoldoende mate vastgelegd. Weliswaar bespreekt de commissie voor de begeleiding (CvB) regelmatig de leerlingenzorg, maar onduidelijk is wat de beoogde verwachting is waarmee zij de bevindingen vergelijkt. Zo blijkt bijvoorbeeld onvoldoende dat de inbreng van didactische deskundigheid door de CvB een aspect is dat aandacht krijgt. Dit hangt samen met het feit dat de school het voornemen een intern begeleider aan te stellen, nog niet heeft uitgevoerd. De aansturing vanuit de CvB om de kwaliteit van de handelingsplannen en het didactisch handelen te versterken, is daardoor niet optimaal. Met betrekking tot opbrengsten heeft de school een start gemaakt met het vastleggen van uitstroomresultaten. Zij is nog niet zover dat ze daar systematisch conclusies aan verbindt.
Pagina 7 van 11
Het valt op dat de school belang hecht aan het behoud van gerealiseerde kwaliteit. Afspraken en procedures liggen vast. De school heeft een map voor nieuwe medewerkers en zij actualiseert regelmatig de mentormappen. Ook de klassenbezoeken en de daaraan gekoppelde coaching spelen in dit opzicht een belangrijke rol. Nieuwe leraren krijgen bovendien een gedegen inwerktraject. Voor een school die de laatste jaren een sterke groei gekend heeft van leerlingen en personeel is dit van groot belang, zeker gezien de zwaarte van de doelgroep. De school heeft de betrokkenheid van ouders versterkt door deze vaker telefonisch dan schriftelijk te benaderen. De schoolgids is echter een wettelijk medium waarin de school zich aan belanghebbenden moet verantwoorden. Dat doet zij op dit moment slechts summier. De effecten van verbetertrajecten en de kwaliteit van de uitstroomgegevens zijn onderbelicht. Systeem van leerlingenzorg en functionaliteit handelingsplanning Door de verbeteringen van de afgelopen jaren voldoet het systeem van leerlingenzorg op dit moment grotendeels aan de eisen van de inspectie. De school werkt nog aan de verdere kwaliteitsverbetering van de handelingsplannen en de evaluatie van de uitvoering ervan. Zij verwacht dit schooljaar de vruchten te plukken van verbeteracties die zij op deze punten heeft uitgezet. Binnen een maand na toelating beschikt de leerling over een instroomhandelingsplan, waarin de CvB de onderwijsrelevante beginsituatie heeft vastgelegd. Dit starthandelingsplan en ook de plannen die daarop volgen komen in overeenstemming met ouders en leerlingen tot stand. In de meeste gevallen staat in het handelingsplan ook het beoogde perspectief genoemd in de vorm van uitstroom naar vervolgopleiding, arbeid of dagbesteding. Dit perspectief bepaalt de leerroute die de leerling op basis van een groepsplan gaat volgen. Waar het perspectief bij de start nog onvoldoende duidelijk is, stelt de school observatiedoelen. Om de ontwikkeling van de leerlingen beter te kunnen volgen, heeft de school het aanbod voor de verschillende vaken vormingsgebieden vertaald naar meetbare doelen. Bij de theoriegroepen vallen deze doelen samen met de te verwerken leerstof van de gebruikte methodes die tot een examen leiden. Bij de praktijk- en vormingsgebieden zijn werkkaarten gemaakt en voor een deel nog in ontwikkeling. Met betrekking tot de sociale ontwikkeling is de school bezig doelen te formuleren in relatie tot een methode voor sociale vaardigheid. Ook de checklist Beroepspraktijkvorming (BPV) levert doelen die in het handelingsplan vermeld staan. Het merendeel van de doelen is inmiddels overgezet naar een digitaal leerlingvolgsysteem, dat een handelingsplan ‘nieuwe stijl’ moet opleveren. Bij het nieuwe handelingsplan zal de school nadrukkelijk aandacht besteden aan de tekortkomingen die de inspectie op dit moment met betrekking tot de indicatoren 3.8 en 4.1 vaststelt. Ten eerste blijkt nu uit de plannen onvoldoende dat bij de evaluatie of doelen al of niet bereikt zijn, een analyse betrokken wordt van belemmerende en bevorderende factoren, waarop de school invloed kan uitoefenen. Voordat leraren besluiten doelen te herhalen of nieuwe doelen te stellen moet duidelijk zijn in welke mate factoren als onderwijstijd, aanbod, didactisch en pedagogisch handelen bijdragen aan een succesvolle ontwikkeling van de leerling. Ten tweede zijn de plannen op dit moment qua leerinhoud alleen bij de theorieklassen voldoende functioneel. Doordat leerlingen in die klassen met leerstofplanners werken, is het verband tussen het feitelijke aanbod en de afspraken in documenten voor handelingsplanning in de meeste gevallen traceerbaar.
Pagina 8 van 11
Primaire proces De kwaliteit van het primaire proces is op alle aspecten grotendeels van voldoende niveau. De drie tekortkomingen die de inspectie heeft vastgesteld, vragen om een versterking van het didactisch handelen en de afstemming van de onderwijstijd. Wat positief opvalt is de goede pedagogische sfeer en in het verlengde daarvan het veilige schoolklimaat. Leerlingen en leraren met wie de inspectie gesproken heeft, bevestigen dit beeld. De school heeft met de tevredenheidonderzoeken, een leerlingenraad en het personeelsbeleid goed zicht op de gevoelens van welbevinden van leerlingen en teamleden. Zij beseft het belang hiervan, gezien de complexe doelgroep en de vele nieuwe, vaak nog onervaren leerkrachten. De inspectie heeft niet met ouders gesproken, maar kan uit de resultaten van het tevredenheidonderzoek en de handtekeningen onder de handelingsplannen opmaken dat de betrokkenheid van ouders is toegenomen. Binnen de mogelijkheden die de school heeft op het terrein van de GGZ, waaraan zij verbonden is, en met de beperking dat niet alle leerlingen zich vrij kunnen bewegen, streeft zij naar een zo breed mogelijk onderwijsaanbod. Daartoe behoren ook interne en waar mogelijk externe stages. Een nieuwe keuken voor de praktijkrichting horeca en de praktijk- en vormingskaarten om aan de hand van concrete doelen kennis en vaardigheden te ontwikkelen, zijn belangrijke aanwinsten van de afgelopen periode. Positief is bovendien dat de school het aanbod verbindt met het totale dagprogramma van de jongeren dat inspeelt op wonen, werken/leren, sociale contacten en vrije tijd. Bovendien heeft de school het aanbod voor de sociale ontwikkeling uitgebreid en heeft zij themalessen geïntroduceerd die klassikale werkvormen mogelijk maken. Leraren maken over het algemeen voldoende efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Ook is er sprake van afstemming in tempo en op basis van individuele werkschema’s. Het beleid hierachter is echter onvoldoende traceerbaar, ook niet in de groepsplannen. Te weinig blijkt op grond waarvan de keuzes voor tempo en duur voor de te bereiken doelen gemaakt worden. Ook is het de vraag of de school er leerlingen tijdens het ‘zelfstandig werken’ voldoende van bewust maakt, dat tijd ‘ertoe doet’. Het didactisch handelen kent veel goede kanten, maar kan beter waar het de instructie betreft. Dat geldt vooral voor de theorielessen. De uitleg aan de individuele leerling wanneer deze zelf een vraag stelt, is zeker van voldoende niveau. Het zelfstandig werken vertoont echter te veel alleen de kenmerken van zelfstudie. Leraren kunnen de kansen om voorkennis te activeren, reflectie te bevorderen en zelfverantwoordelijk leren te stimuleren, beter benutten. Enkele leerlingen geven ook zelf aan dat zij de uitleg missen zoals zij die uit het reguliere onderwijs gewend waren. De school betrekt leerlingen bij hun handelingsplan en geeft ze de kans ambitieuze doelen te stellen. In de theoriegroepen komt het voor dat leerlingen zelf hun werk plannen. Daarnaast bevat het recent ingevoerde digitale volgsysteem doelen om de zelfredzaamheid van leerlingen te bevorderen. De effecten daarvan zijn op dit moment nog onvoldoende aantoonbaar. Net als bij indicator 6.3 geldt ook voor indicator 9.3 dat het beleid en de doelen die de school op dit punt voor ogen heeft, niet duidelijk beschreven zijn.
Pagina 9 van 11
Opbrengsten De inspectie heeft kennis genomen van een op resultaten gerichte aanpak, maar kan niet beoordelen of de leerlingen zich daarmee aan het einde van de schoolperiode dan ook naar verwachting ontwikkeld hebben. De tekortkoming in het systeem van leerlingenzorg en het feit dat nog onvoldoende cycli van handelingsplanning zijn doorlopen, staan een verantwoording van opbrengsten in de weg. Bovendien zijn noch bij de school noch bij de inspectie normen beschikbaar om de eindresultaten van leerlingen te wegen en er een oordeel aan te verbinden.
Deugdelijkheidseisen Conform artikel 27 van de WEC dient het bevoegd gezag ten minste een maal in de vier jaar het schoolplan vast te stellen en na vaststelling en instemming van de MR aan de inspectie te zenden. Het Dok beschikt op dit moment over een schoolplan 2006/2010, dat bij de start van schooljaar 2006/2007 voor vier jaar is vastgesteld. Het bevoegd gezag heeft verzuimd per 1 september 2010 voor de komende vier jaar opnieuw een schoolplan vast te stellen en aan de inspectie te zenden.
Pagina 10 van 11
3. TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit van onderwijs De Inspectie van het Onderwijs kent aan de Michaëlschool, locatie Het Dok, het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van een themaonderzoek. Wet- en regelgeving De inspectie heeft vastgesteld dat het bevoegd gezag verzuimd heeft per 1 september 2010 voor de komende vier jaar een actueel schoolplan vast te stellen en dat aan de inspectie toe te zenden. Dit betekent een tekortkoming in het kader van de naleving van wettelijke voorschriften. Het bevoegd gezag dient de geconstateerde tekortkoming op te heffen. De inspectie geeft daartoe de volgende opdracht: Binnen drie maanden en uiterlijk vóór 1 maart 2011 zendt het bevoegd gezag de inspectie een actueel schoolplan dat zij na instemming door de MR heeft vastgesteld.
Pagina 11 van 11