RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING School2Care
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Amsterdam 07IQ|OKE 12|VSO 276465 18 juni 2014 16 januari 2015
Pagina 2 van 17
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
TOEZICHTARRANGEMENT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Pagina 3 van 17
Pagina 4 van 17
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 18 juni 2014 een onderzoek uit op School2Care te Amsterdam om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van wet- en regelgeving. De school verzorgt voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk opvoedbare jongeren in de leeftijd van 12 tot 20 jaar. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij het onderzoek op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2012. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader voor het speciaal onderwijs en een waarderingskader voor het voortgezet speciaal onderwijs. In haar jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zij onderzoekt. Meer informatie over het jaarwerkplan en het nieuwe toezichtkader voor (voortgezet) speciaal onderwijs is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Aanleiding Op 18 juni 2013 voerde de inspectie een kwaliteitsonderzoek uit, waarbij zij tekortkomingen vaststelde in alle kwaliteitsaspecten. De bevindingen van dat onderzoek staan beschreven in het inspectierapport dat op 6 november 2013 is vastgesteld. De inspectie beoordeelde de kwaliteit van het onderwijs toen als zwak en intensiveerde haar toezicht. In het kader hiervan voert de inspectie nu een onderzoek uit om na te gaan of de school de eerder vastgestelde tekortkomingen heeft opgeheven.
Pagina 5 van 17
Onderzoeksopzet De inspectie beoordeelde indicatoren van de kwaliteitsaspecten 'onderwijsleerproces' en 'kwaliteitszorg'. Beoordeling van de opbrengsten (indicatoren 1.1 tot en met 1.4 uit het Toezichtkader 2012) vindt nog niet plaats door het ontbreken van een landelijke norm in het (voortgezet) speciaal onderwijs. De inspectie ontwikkelt een opbrengstennorm, gebaseerd op diverse opbrengstgegevens. Als deze norm er is, zal de inspectie scholen ook beoordelen op hun opbrengsten. De inspectie beoordeelt indicator 8.9. op dit moment niet. Deze luidt: ‘De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.’ In schooljaar 2013/2014 voert de inspectie een pilot uit, waarbij zij dit onderdeel van de kwaliteitszorg meeneemt in een bredere beoordeling van de sociale kwaliteit van scholen. Deze rapportage is gebaseerd op: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van documenten die de school aan de inspectie toestuurde en die zicht bieden op de ontwikkelingen van de school. • Onderzoek op locatie waarbij de inspectie: ◦ dossiers, waaronder ontwikkelingsperspectieven, bestudeerde en beoordeelde; ◦ gesprekken voerde met de directie, de commissie voor de begeleiding, de stagecoördinator, leraren en leerlingen; ◦ de onderwijspraktijk observeerde in alle drie de kerngroepen. Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met het bevoegd gezag en de directie. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin de inspectie de tekortkomingen toelicht en de schoolontwikkeling waar mogelijk in samenhang beschrijft. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement.
Pagina 6 van 17
2
BEVINDINGEN
2.1
Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren zij bij dit onderzoek heeft betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige Waarderingskader voortgezet speciaal onderwijs 2012. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de school de desbetreffende indicator heeft gerealiseerd. De inspectie onderzocht daarnaast of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
De normindicatoren zijn gemarkeerd met een asterisk (*). Kwaliteitsaspect 1 De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
1
2
3
4
5
1.1
Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor leerresultaten.
•
1.2
Aan het eind van de schoolperiode bereiken de leerlingen een eindniveau dat voldoet aan de landelijke standaarden voor sociale opbrengsten.
•
1.3
De gerealiseerde uitstroombestemmingen van de leerlingen liggen ten minste op het niveau van de landelijke standaarden voor opbrengsten.
•
1.4
De school voldoet aan de landelijke standaard voor bestendiging.
•
Kwaliteitsaspect 2 De school begeleidt de leerlingen aan de hand van hun ontwikkelingsperspectief, zodat zij zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen. 2.1*
De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling binnen zes weken een ontwikkelingsperspectief vast.
1
2
3
4
•
Pagina 7 van 17
Kwaliteitsaspect 2 De school begeleidt de leerlingen aan de hand van hun ontwikkelingsperspectief, zodat zij zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen. 2.2*
1
2
3
De school gebruikt een samenhangend systeem van (waar mogelijk genormeerde) instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
•
2.3*
De school stelt vast of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes.
•
2.4*
De school voert het onderwijs en de ondersteuning planmatig uit.
2.5
De school kent structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingenniveau haar eigen kerntaak overschrijden.
•
2.6
De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de leerlingen.
•
Kwaliteitsaspect 3 De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving.
•
1
2
3
3.1*
De school hanteert een leerstofaanbod voor de kernvakken van het uitstroomprofiel.
3.2
Bij de aangeboden leerinhouden op de leergebied overstijgende vormingsgebieden biedt de school de kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
•
3.3*
Het leerstofaanbod van de leerroute sluit aan op de uitstroombestemming.
•
3.4
De leerinhouden voorzien in een doorgaande lijn.
•
3.5
Stage maakt voor alle opleidingsprofielen onderdeel uit van het onderwijsaanbod van de school.
•
Kwaliteitsaspect 4 De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken.
4
4
•
1
2
3
4.1
De school maakt per leerroute een beredeneerde keuze voor de inzet van de beschikbare onderwijstijd.
•
4.2*
De leraren zetten de geplande onderwijstijd doelgericht in.
•
4.3
De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
•
4.4
Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt.
•
4
Pagina 8 van 17
Kwaliteitsaspect 5 Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen.
1
2
3
5.1
De ouders tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt.
•
5.2*
De school heeft een veilige leer- en werksituatie voor zowel de leerlingen als het personeel.
•
5.3
De leerlingen gaan op een respectvolle manier met elkaar en anderen om.
•
5.4
De leraren gaan op een respectvolle manier om met de leerlingen.
•
5.5
De inrichting van het gebouw en de lesruimten getuigen van een veilige en inspirerende leer- en werkomgeving.
Kwaliteitsaspect 6 De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken.
•
1
2
3
6.1*
De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
•
6.2*
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
•
6.3*
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
Kwaliteitsaspect 7 De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking, onderwijstijd en aanpak af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
1
2
3
De leraren stemmen binnen de leerroute de aangeboden leerinhouden af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
•
7.2
De leraren stemmen de instructie af op verschillen in instructiebehoeften van leerlingen.
•
7.3
De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op de verschillen in verwerkingsbehoeften van leerlingen.
•
7.4
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in behoefte aan leertijd van leerlingen.
•
7.5*
De leraren stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op (problematisch) gedrag van leerlingen.
8.1
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
4
•
7.1
Kwaliteitsaspect 8 De school zorgt systematisch en planmatig voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs.
4
4
•
1
2
3
4
•
Pagina 9 van 17
Kwaliteitsaspect 8 De school zorgt systematisch en planmatig voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs.
1
2
8.2*
De school evalueert jaarlijks de leerresultaten van de leerlingen.
•
8.3
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen op de leergebiedoverstijgende ontwikkelingsgebieden.
•
8.4
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
•
8.5
De school evalueert regelmatig de onderwijsondersteuning.
•
8.6
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
8.7
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
8.8
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
3
•
Kwaliteitsaspect 9 De voorwaarden voor zorg voor de kwaliteit zijn aanwezig.
• •
1
2
3
9.1
De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de kwaliteitszorg aan.
•
9.2
De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen en de leerlingenzorg zoals geformuleerd in het schoolplan.
•
9.3
De schoolleiding zorgt voor een professionele cultuur.
•
9.4
Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders en bestuur betrokken.
E. Naleving wet- en regelgeving N.1
N.2
N.3
4
4
•
Voldoende Onvoldoende
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WEC, art. 27 en 22).
•
Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WEC, art. 27 en 21).
•
De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WEC, art. 11).
•
Pagina 10 van 17
2.2
Beschouwing Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs op School2Care is voldoende, hoewel verdere ontwikkeling van de school onverminderd voort dient te gaan. Sinds in 2011 de locatie van start ging, aanvankelijk als 12-uursvoorziening, heeft deze locatie van Altra een snelle ontwikkeling doorgemaakt. Daarbij is het onderwijs leidend geworden, in tegenstelling tot de startfase waarin het onderwijs alleen onderdeel uitmaakte van de gehele behandeling van de leerlingen. Het veelvuldige spijbelen van leerlingen is inmiddels afgenomen, maar ook hierin is verdergaande verbetering noodzakelijk. Directie en kernteams stuurden het afgelopen jaar sterk op inhoud en structuur en de effecten daarvan zijn zichtbaar. Het team van coaches en leraren is er sterk op gericht om de jongeren zelf hun eigen toekomstperspectief te laten ontwikkelen, waarin als het enigszins mogelijk is, het toewerken naar een diploma centraal staat. Een belangrijke verbetering van de school die in alle kwaliteitsaspecten doorwerkt is de sterkere structuur, zowel binnen het onderwijs als binnen de zorgvoorzieningen. Ook de jongeren ervaren de sterkere structuur die School2Care gebruikt om hen te motiveren hun gedrag te verbeteren en het leerproces weer op gang te brengen. De school kan zich nog verbeteren in de volgende onderdelen: • aansluiting van het totale leerstofaanbod inclusief de doorgaande lijn naar de uitstroombestemming; • actieve betrokkenheid van en afstemming op de leerlingen; • kwaliteitsbeleid, met name evaluatie van het onderwijsleerproces, van de leerlingenzorg en van de resultaten van de leerlingen. De inspectie stelt een tekortkoming vast in de naleving van de wettelijke eisen die betrekking heeft op de bevoegdheid van de leraren. Hieronder volgt de toelichting. Toelichting Opbrengsten School2Care evalueerde de eigen opbrengsten tot nu toe niet op een systematische manier. Volgens de directie ligt dit wel binnen handbereik, omdat
Pagina 11 van 17
zij de resultaatgegevens binnenkort in een leerlingvolgsysteem verwerkt. De school slaagt er inmiddels in de doelen concreter te formuleren, zowel voor gedrag in de vorm van competenties als voor leerresultaten in de vorm van te bereiken kwantitatieve en kwalitatieve doelen. De coaches bespreken structureel de doelen met de leerlingen, wat bijdraagt aan een grotere betrokkenheid en toenemende motivatie. De inspectie merkt daarbij op dat noch het competentieformulier noch het document met het ontwikkelingsperspectief inzicht bieden in hoe de school de leerling in staat stelt zijn doelen te bereiken. Gezien de doelstelling van de school om leerlingen weer zelf greep te laten krijgen op hun eigen ontwikkelings- en leerproces, is een dergelijk instrument voor de leerlingen van School2Care onmisbaar. De school wil sterker sturen op het vergroten van kansen voor leerlingen om de vervolgbestemming succesvol te doorlopen. Daarbij hoort een systematische evaluatie van de bestendiging van de vervolgbestemming en daaruit voortvloeiende maatregelen om het aanbod van de school te versterken. Leerlingenzorg De school verbeterde in het afgelopen jaar met name de evaluatie van de doelen op leerlingniveau. Het vaststellen van het gewenste uitstroomniveau en het gebruik van toetsen was al eerder op orde. Met de inbreng van de psychiater van De Bascule die de behandeling van de jongeren verzorgt, is het nu mogelijk om diagnose en behandeling te combineren. De coaches bespreken aan welke competenties en welke leerdoelen de leerlingen nog moeten werken om naar een volgende fase ofwel kernteam door te stromen en zo een stap dichter bij succes te komen. Een overzicht daarvan zit in de portfoliomap van de leerlingen. Leerlingen weten of ze naar pre-entree of naar de vo-groep gaan en aan welke eisen daarvoor ze moeten voldoen. Op deze wijze evalueert de school de doelen en de ontwikkeling van de leerlingen. De keuzes die coaches daarbij maken zijn echter niet altijd even helder geëxpliciteerd, zoals welk aanvullend werk de leerlingen nodig hebben (bij achterstanden) of welke aanvullende acties (tips en tops) nodig zijn. Ook de groepsplannen en de weekplanning zijn daarin niet voldoende specifiek (indicator 2.4). De uitvoering van het onderwijs en van de ondersteuning zijn mede als gevolg daarvan onvoldoende planmatig. De school ziet hiervoor wel mogelijke oplossingen, bijvoorbeeld door het keuzewerkuur in de middag te besteden aan de aanvullende acties die coach en leerling samen formuleren. De intern begeleider die vanaf augustus 2014 in functie zal zijn, kan hier in de toekomst een belangrijke bijdrage aan leveren.
Pagina 12 van 17
Leerstofaanbod Het leerstofaanbod voor de kernvakken is voldoende, maar dat geldt niet voor de leergebiedoverstijgende vakken (indicator 3.2) en enkele specifieke profielvakken voor het vmbo-t en de havo. Dat staat tevens de doorgaande lijn binnen de school en de aansluiting op de uitstroombestemming in de weg. De school biedt nog niet alle vakken die nodig zijn voor terugstroom naar het voortgezet onderwijs (vo), waardoor doubleren veelal noodzakelijk is (indicator 3.3). De schoolleiding van School2Care ziet echter mogelijkheden om de ontbrekende vakken in afstemming met de school van herkomst op te pakken, zodat mogelijk doubleren kan worden voorkomen. Naar het ROC realiseert de school naar eigen zeggen wel een doorgaande lijn. De school heeft duidelijk geïnvesteerd in het vinden van passende stages met bijbehorende begeleiding voor de leerlingen die daar in hun ontwikkeling aan toe zijn. Maar de stageplaatsen en activiteiten zijn nog niet structureel ingebed in de organisatie en de stages voorzien nog niet in een doorgaande lijn. Tijd De school kreeg iets meer greep op de factor tijd als sturingsmiddel voor de voortgang. De geplande onderwijstijd is beter onder controle, mede door gebruikmaking van het activerende directe-instructiemodel (adi-model) dat de meeste leraren inmiddels toepassen. De inspectie signaleert op dit gebied wel verschillen tussen leraren. Die verschillen zijn nog groter wanneer het gaat om een efficiënte besteding van de onderwijstijd (indicator 4.3). Het (ongeoorloofd) verzuim van leerlingen is minder groot dan een jaar eerder en de school heeft met behulp van de structureel aanwezige leerplichtambtenaar en met aanvullende maatregelen het verzuim terug weten te dringen. Dat neemt niet weg dat hier nog verbetering in de structurele aanwezigheid van leerlingen te behalen valt, zoals blijkt uit de score van 2 op indicator 4.4, die bij het inspectiebezoek van 2013 een score 1 was. Schoolklimaat Het schoolklimaat verbeterde in het afgelopen jaar en kenmerkt zich door een warme en sterke betrokkenheid bij de leerlingen. Leraren en coaches hebben niet alleen tijdens de lesuren maar ook bij de voor- en naschoolse activiteiten intensief contact met de leerlingen. Zowel leerlingen als personeel ervaren dit als positief en zeggen deze wisseling in rollen eerder als versterkend dan als belemmerend te ervaren. De inspectie heeft geen incidenten waargenomen, hoewel die er volgens de directie wel zijn. Na een incident lukt het vrijwel altijd om de sfeer weer vlot te trekken en de leer- en werkrelatie weer op gang te krijgen. De school investeert maximaal in het nakomen van regels en afspraken en in een positieve en competentiegerichte benadering van de
Pagina 13 van 17
leerlingen. De omgang tussen de leerlingen verbeterde ten opzichte van het vorige kwaliteitsonderzoek. Het gebouw en de inrichting daarvan is echter nog steeds weinig inspirerend (indicator 5.5). Dit vormt een belemmering, vooral nu gebleken is dat het gebouw kwetsbaar is voor inbraak en mede daardoor verpaupert. De verwachtingen voor het nieuwe gebouw dat na de zomer in gebruik wordt genomen zijn dan ook hoog. Didactisch handelen en afstemming In didactisch opzicht signaleert de inspectie verschillen tussen leraren, waarbij de één meer betrokkenheid van de leerlingen bij de les weet te verkrijgen dan de ander. Een deel van de leerstof maakt het team zelf, onder leiding van de vaksecties. Ook zijn er verschillen tussen leraren in de omgang met het gekozen lesmodel en in het 'op gang brengen' van de leerlingen (indicator 6.3). Mogelijk zijn leerlingen meer te motiveren voor het schriftelijke werk met een meer geïndividualiseerde benadering van de leraar. Dit is een ontwikkelpunt voor de school als geheel. De verwerking van de lesstof in de vorm van 'voor jezelf verdergaan' is overwegend saai, klassikaal en niet inspirerend. Hier valt eveneens winst te behalen door meer variatie in werkvormen te gebruiken. De directie merkt hierover op dat zij verwacht dat dit beter zal gaan wanneer leraren gaan werken met de 'lesplanner'. Kwaliteitszorg en de voorwaarden De kwaliteitszorg van de school is zwak en vraagt om een flinke investering van de school. Tot voor kort heeft de school vooral geïnvesteerd in het aanbrengen van een systematiek in het omgaan met de problematiek van de leerlingen. Dit werpt zijn vruchten af in het onderwijsleerproces. Maar nu is nadere uitwerking van alle kwaliteitsaspecten en de borging van het verworvene nodig. Zo evalueert de school wel op individueel niveau resultaten van leerlingen, maar niet op schoolniveau en ook niet voor de leergebiedoverstijgende ontwikkelingsgebieden (indicator 8.2 en 8.3). Coaches en leraren voeren afspraken niet alleen uit omdat het is afgesproken, maar vooral omdat zij zich er bewust van zijn dat zij de leerlingen daarmee verder helpen. Echter, wat recent is opgebouwd in onderwijsleerproces en onderwijsondersteuning moet nu in kwaliteit verbeteren (indicator 8.4 en 8.5) en vervolgens geborgd worden. De directie heeft de intentie om de gekozen werkwijzen in het onderwijsleerproces en de leerlingenzorg systematisch te evalueren en vervolgens leraren en coaches aan te spreken op gemaakte afspraken.
Pagina 14 van 17
Daarvoor is het nodig dat er met behulp van een observatie-instrument een schoolbreed beeld komt van de kwaliteiten en vaardigheden van leraren. Vervolgens kan de school gerichte keuzes maken van wat er vervolgens verbeterd moet worden. Daarna is borging pas aan de orde, die nu nog onvoldoende is (indicator 8.7). De voorwaarden om verder aan een school te bouwen die verschil maakt voor de toekomst van de leerlingen zijn aanwezig. De schoolleiding stuurt actief op kwaliteitsontwikkeling en creëert 'werkendeweg' een professionele schoolcultuur. De inbreng vanuit leerlingen, personeel en ouders zou in dat proces een nog grotere rol kunnen spelen (indicator 9.4). De directie erkent dit en overweegt om voor de leerlingen een 'mini-leerlingenraad' in te stellen. Dat is voor de betrokkenheid van ouders en leraren echter nog niet genoeg. Naleving van wet- en regelgeving Op de school zijn twee leraren werkzaam die niet in het bezit zijn van een getuigschrift, waarmee zij kunnen aantonen dat zij voldoen aan de eisen van bekwaamheid, zoals gesteld in artikel 32a, eerste lid, van de WEC. Dit is in strijd met artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, van de WEC. Alleen degenen die in het bezit zijn van het juiste getuigschrift mogen voortgezet speciaal onderwijs geven. Tijdens het onderzoek bleek niet dat er sprake is van een in artikel 3 van de WEC genoemde uitzondering op het voldoen aan de bekwaamheidseisen.
Pagina 15 van 17
Pagina 16 van 17
3
TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit De Inspectie van het Onderwijs kent aan de school School2Care te Amsterdam het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en eventueel een themaonderzoek of een vierjaarlijks bezoek. Naleving De inspectie constateerde tekortkomingen in de naleving van wettelijke voorschriften, namelijk artikel 3 en artikel 32a van de WEC. Het bevoegd gezag dient de geconstateerde tekortkomingen in de naleving van wettelijke voorschriften op te heffen. Hiervoor geeft de Inspectie van het Onderwijs het bevoegd gezag de volgende opdracht tot herstel: uiterlijk op 22 oktober 2014 laat het bestuur aan de inspectie weten welke oplossing zij beoogt voor de leraren die niet bevoegd zijn. De tekortkomingen moeten hiermee zijn opgeheven. Ik wijs u erop dat de betrokken personen op grond van artikel 3 WEC geen onderwijs mogen verzorgen en door het bevoegd gezag ook niet als leraar benoemd hadden mogen worden (art. 32, vijfde lid, WEC). Bij het definitief worden van het rapport heeft het bestuur een voorstel gedaan om de bevoegdheden op korte termijn op te lossen. De inspectie is met dit voorstel akkoord gegaan.
Pagina 17 van 17