RAPPORT VAN BEVINDINGEN Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij s.s.b.o. De Delta
Plaats : Appingedam BRIN-nummer : 19RA Onderzoeksnummer : 127503 Datum schoolbezoek : 9 oktober 2012 Rapport vastgesteld te Utrecht op 26 november 2012
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering s.s.b.o. De Delta | 9 oktober 2012
Inhoud Vaststelling rapport 5 1
Inleiding 7
2
Bevindingen 9
3
Toezichtarrangement 15
4
Visie van het bestuur 17
pagina 3 van 17
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering s.s.b.o. De Delta | 9 oktober 2012
Vaststelling rapport Dit rapport bevat de resultaten van een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (okv) dat de inspectie uitvoerde op 9 oktober 2012. Het rapport is vastgesteld door dr. A. Jonk, hoofdinspecteur primair onderwijs en expertisecentra op 26 november 2012.
pagina 5 van 17
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering s.s.b.o. De Delta | 9 oktober 2012
1
Inleiding De Inspectie van het Onderwijs heeft op 9 oktober 2012 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op s.s.b.o. De Delta. Daarbij is gekeken naar de kwaliteit van het onderwijs en naar naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. Tijdens het tussentijds kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 4 oktober 2011 stelde de inspectie tekortkomingen vast in het onderwijsleerproces op s.s.b.o. De Delta. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 7 december 2011. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zeer zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. Om na te gaan in hoeverre de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften. Toezichthistorie Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 13 december 2007 zijn tekortkomingen vastgesteld in de zorg en het onderwijsleerproces op De Delta. De kwaliteit is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. Het onderzoek van 16 september 2010 had ten doel om dit traject af te kunnen sluiten. Het kwaliteitsprofiel liet echter zien dat één van de twee specifieke normindicatoren van het speciaal basisonderwijs en drie normindicatoren niet voldoende waren, naast een groot aantal kernindicatoren. De inspectie kwalificeerde de onderwijskwaliteit wederom als zwak en het intensief toezicht bleef van kracht. Tijdens het voortgangsgesprek van 4 juli 2011 komt naar voren dat er een vertrouwensbreuk tussen het managementteam en de directie is ontstaan over de aansturing van het verbetertraject. Bovendien is aangegeven dat het hoge ziekteverzuim onder de leraren een belemmering is voor een goede uitvoering van het verbetertraject. De bevindingen over de voortgang vormen voor de inspectie aanleiding voor een gesprek tussen de directeur toezicht Noord en het bestuur op 14 september 2011. Op 21 september 2011 stuurt de inspectie een gespreksverslag met een aantal afspraken over het vervolg, waaronder de vervulling van de directiefunctie, de aanpak van het ziekteverzuim en de uitvoering van een tussentijds kwaliteitsonderzoek. Dit tussentijds kwaliteitsonderzoek vindt plaats op 4 oktober 2011. Het kwaliteitsprofiel laat in 2011 slechts op enkele indicatoren enige verbetering zien. Het overgrote deel van de indicatoren is echter nog als onvoldoende beoordeeld en met betrekking tot de voorwaarden voor kwaliteitszorg constateert de inspectie dat deze niet zijn vervuld. De combinatie van weinig aantoonbare vooruitgang in het onderwijsleerproces, de zwakke aansturing van de noodzakelijke schoolverbetering en personele problematiek die een professionele schoolcultuur in de weg staat, leidt tot de conclusie dat de school zeer zwak is en er grote risico's zijn voor het succesvol afsluiten van dit verlengde traject van geïntensiveerd toezicht in oktober 2012.
pagina 7 van 17
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering s.s.b.o. De Delta | 9 oktober 2012
Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. • Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan. • Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Schoolbezoek, waarbij in alle groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. • Gesprekken met de directie en de intern begeleider over de kwaliteit van de indicatoren. • Een gesprek met leraren. • Een gesprek met een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag. • Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag, na afloop van het schoolbezoek. Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: opbrengsten, leerstofaanbod, tijd, didactisch handelen, afstemming, begeleiding, zorg en (voorwaarden voor) kwaliteitszorg. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2011 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. Hoofdstuk 4 vermeldt de visie van het bevoegd gezag.
pagina 8 van 17
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering s.s.b.o. De Delta | 9 oktober 2012
2
Bevindingen 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2011. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2011 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Daarnaast heeft de inspectie enkele controles uitgevoerd op bepaalde standaard gecontroleerde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'.
Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten 1.1 * (SBO) De resultaten van de leerlingen aan het eind van de speciale basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
1
Kwaliteitsaspect 2 Leerstofaanbod 2.1 * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.4 * De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
Kwaliteitsaspect 5 Didactisch handelen 5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
2
3
4
5 z
1
2
3
4
z z
z
1
2
3 z z z
pagina 9 van 17
4
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering s.s.b.o. De Delta | 9 oktober 2012
Kwaliteitsaspect 6 Afstemming 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Kwaliteitsaspect 7 Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 7.3 * (SBO) De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast. 7.4 * (SBO) De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzen.
1
2
3
4
3
4
z z z
1
2
z z z z
Kwaliteitsaspect 8 Zorg 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
1
2
3
4
3
4
z z z z
Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
1
2
z z z z z z
Kwaliteitsaspect 10 Voorwaarden voor kwaliteitszorg 10.1 De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de kwaliteitszorg aan. 10.2 De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs, zoals geformuleerd in het schoolplan. 10.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. 10.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn bestuur, directie, team en andere belanghebbenden betrokken.
1
2
3
4
z z z z
Naleving wet- en regelgeving NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO). NT3A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid 3, WPO). NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). NT4B Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
ja
nee
z z z z z
pagina 10 van 17
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering s.s.b.o. De Delta | 9 oktober 2012
2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie komt tot de conclusie dat de inspanningen die de school heeft geleverd om het onderwijs te verbeteren en de gemaakte prestatieafspraken te realiseren, slechts ten dele tot het gewenste resultaat hebben geleid. Ten opzichte van het inspectiebezoek van 2011 heeft de inspectie kwaliteitsverbetering waargenomen met betrekking tot het didactisch handelen, de begeleiding en de (voorwaarden) voor kwaliteitszorg. Pas vanaf eind vorig schooljaar is er op systematische en planmatige wijze gewerkt aan de versterking van het didactisch handelen, de doelmatigheid van het klassenmanagement, het zorgbeleid en de kwaliteitszorg onder leiding van de directie (a.i.), de intern begeleiders en ondersteund door externe begeleiders. De inspectie stelt vast dat de situatie op school bijzonder kwetsbaar is. Een aantal verbeteronderwerpen bevindt zich nog in het implementatiestadium. Dit benadrukt het belang van verdere ontwikkeling en borging. Daarnaast zijn de normindicatoren aangaande de planmatige uitvoering van de zorg en het systematisch volgen of de leerlingen zich conform de ontwikkelingsperspectieven ontwikkelen, nog als onvoldoende beoordeeld. Voorts zijn de afstemming en enkele aspecten van de kwaliteitszorg als onvoldoende beoordeeld. Tenslotte is de personele problematiek nog niet opgelost en is het bestuurlijk toekomstperspectief ongewis. De inspectie handhaaft dan ook het eerder toegekende toezichtarrangement zeer zwak. Hieronder volgt een toelichting op het oordeel. Toelichting Context Na de vertrouwensbreuk tussen het managementteam en de directie stelt het bestuur aan het begin van vorig schooljaar een interim directeur aan en worden verschillende externe instanties gevraagd om te ondersteunen bij de schoolontwikkeling. Om de bestuurlijke slagkracht te vergroten en ook om de personele problemen op te lossen (hoog ziekteverzuim en het afronden van reïntegratie- en outplacementtrajecten) is het bevoegd gezag van De Delta actief op zoek gegaan naar een fusiepartner. Er is inmiddels een intentieverklaring getekend met Renn4 met de bedoeling om op 1 augustus 2013 te fuseren. Momenteel wordt er een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Een leidinggevende van Renn4 is onlangs (september 2012) aangesteld als directeur van De Delta en de afdeling HRM houdt zich actief bezig met de personele problematiek. De verwachting van het bestuur is dat de lopende reïntegratie- en outplacementtrajecten uiterlijk op 1 augustus 2013 zijn beëindigd. Opbrengsten De Inspectie van het Onderwijs is op dit moment nog niet in staat om op basis van de ontwikkelingsperspectieven te beoordelen of de leeropbrengsten in lijn zijn met de mogelijkheden van de leerlingen. Zij geeft dan ook nog geen oordeel over de resultaten van de school.
pagina 11 van 17
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering s.s.b.o. De Delta | 9 oktober 2012
Leerstofaanbod en tijd Alle indicatoren betreffende het leerstofaanbod zijn als voldoende beoordeeld. Het leerstofaanbod voldoet aan de kerndoelen en de school heeft diverse leerstofafspraken vastgelegd. Vorig schooljaar zijn voor de basisvaardigheden leerlijnen uitgewerkt, gekoppeld aan de uitstroomprofielen. Hierdoor is er sprake van een doorgaande lijn van de leerinhouden. De school besteedt expliciet aandacht aan het woordenschatonderwijs en daarnaast wordt sinds kort gewerkt met een methode voor voortgezet technisch lezen en een nieuwe taal- en rekenmethode. De school besteedt voldoende tijd aan de basisvaardigheden en uit de lesobservaties blijkt dat de onderwijstijd voldoende efficiënt wordt benut. Didactisch handelen en afstemming Hoewel er verschillen zijn tussen de leraren, is de uitleg van de leraren op schoolniveau voldoende duidelijk. Het IGDI-model waar de school mee werkt, is echter nog niet tijdens alle lessen in voldoende mate herkenbaar. Ook is het gebruik van coöperatieve werkvormen niet in iedere groep even effectief. Door het bieden van een duidelijke structuur, voorspelbaar leraargedrag en een doelmatig klassenmanagement realiseren de leraren een taakgerichte werksfeer en een actieve betrokkenheid van de leerlingen. Het inspelen op verschillen tussen leerlingen in onderwijsbehoeften vindt plaats door middel van het werken met een plannend leerstofaanbod per groep, uitgewerkt in groepsplannen (op meerdere niveaus) voor de basisvaardigheden. Binnen deze plannen is echter te weinig zichtbaar dat leraren bij de instructie, verwerkingsopdrachten en onderwijstijd gericht differentiëren tussen leerlingen, terwijl er duidelijke niveauverschillen zijn. Zorg en begeleiding De school heeft haar zorgbeleid vorig schooljaar, op basis van de visie van de school, opnieuw geformuleerd en vastgesteld. Hierdoor is er sprake van een sluitend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en ontwikkeling van leerlingen en voor het signaleren van leerlingen die extra zorg behoeven. In tegenstelling tot het inspectiebezoek van 2011 zijn de analyses van de methodegebonden toetsen nu van voldoende kwaliteit (indicator 7.2). Deze inhoudelijke analyses zijn opgenomen in het groepsplan. De inspectie heeft echter nog niet gezien dat de analyses worden gebruikt voor de tussentijdse (inhoudelijke) bijstelling van de groepsplannen. De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een beredeneerd ontwikkelingsperspectief vast dat gedurende de gehele schoolperiode sturend is voor het leerstofaanbod aan de leerling. Dit perspectief wordt bij plaatsing van de leerling vastgesteld op basis van het instroomniveau, gediagnosticeerde problematiek en de belemmerende en bevorderende factoren. Op basis van integratie van al deze gegevens wordt het uitstroomperspectief beschreven in termen van een prestatieniveaus. Indicator 7.4 is onvoldoende omdat de school geen eigen criteria heeft met betrekking tot bijstelling van de perspectieven. Hierdoor is een gedegen evaluatie van de ontwikkeling van elke leerling in relatie tot het ontwikkelingsperspectief niet mogelijk. Hoewel de school beschikt over voldoende genormeerde toetsen om vroegtijdig leerachterstanden bij leerlingen te signaleren, benut zij deze informatie niet ten volle doordat zij geen eenduidige criteria heeft vastgelegd die bepalen wanneer leerachterstanden te groot zijn en/of de ontwikkeling stagneert en interventie noodzakelijk is. Het gevolg hiervan is dat een nadere analyse van de gegevens van de leerlingvolgsysteemtoetsen ontbreken en voor een deel van de leerlingen met geconstateerde achterstanden geen planmatige zorg is. Handelingsplannen blijven veelal beperkt tot de leerlingen met leerlinggebonden financiering. pagina 12 van 17
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering s.s.b.o. De Delta | 9 oktober 2012
Kwaliteitszorg De directie a.i. heeft vorig jaar bij de schoolontwikkeling de prioriteit gelegd bij het primaire proces. Hierdoor zijn nog niet alle aspecten van de kwaliteitszorg in voldoende mate ontwikkeld en kenmerkt het systeem van de kwaliteitszorg zich niet door een cyclisch karakter. Dit schooljaar heeft de school het verbeteren van de kwaliteitszorg in haar schooljaarplan opgenomen als verbeterpunt. De school heeft in voldoende mate inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingen en stemt haar onderwijsaanbod hierop af. Zoals bij het algemeen beeld al is aangegeven, werkt de school op planmatige wijze aan de verbetering van haar onderwijskwaliteit en is hierover ook aan alle belanghebbenden gerapporteerd, zowel schriftelijk als mondeling. Gemaakte afspraken zijn vastgelegd en komen regelmatig terug op het teamoverleg. Borging vindt verder plaats door het veelvuldig uitvoeren van klassenbezoeken door de intern begeleider en de directeur. Voor het rapporteren aan belanghebbenden worden de voortgangsrapportages en de nieuwsbrieven gehanteerd. Aan het einde van dit schooljaar zal er (weer) een onderwijskundig schooljaarverslag verschijnen. Er is een actueel veiligheidsbeleidsplan en de veiligheidsbeleving van personeel en leerlingen wordt regelmatig in kaart gebracht. Het evalueren van de leerlingresultaten is als onvoldoende beoordeeld. De resultaten van de methodeonafhankelijke toetsen worden wel gemeten en besproken, maar nog onvoldoende geanalyseerd op groeps- en schoolniveau. Tevens ontbreken ook concreet geformuleerde doelen voor de na te streven leerresultaten per doelgroep (uitstroom Voortgezet Onderwijs). Daardoor ontbreekt op de school een referentiekader waaraan de gerealiseerde leerresultaten gerelateerd kunnen worden en vastgesteld of de beoogde doelen ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. De school evalueert nog niet systematisch de kwaliteit van het onderwijsleerproces door gebruik te maken van een (zelf)evaluatie-instrument. Daarom is indicator 9.3 als onvoldoende beoordeeld. Tenslotte is ook het borgen van de gerealiseerde onderwijskwaliteit als onvoldoende beoordeeld. De school heeft verschillende borgingsdocumenten naar aanleiding van de verbeteringen waaraan de afgelopen jaren is gewerkt, onder andere met betrekking tot het zelfstandig werken, gebruik van coöperatieve werkvormen, het werken met groepsplannen en het IGDI-model. De inspectie constateert echter nog aanzienlijke verschillen tussen leraren in de onderwijspraktijk, hetgeen de noodzaak voor een actievere borging onderstreept. Met betrekking tot de voorwaarden voor de kwaliteitszorg constateert de inspectie een aanzienlijke verbetering. Er is nu sprake van een systematische aanpak van de schoolontwikkeling en er ligt een plan voor de verbetering van de kwaliteitszorg. Daarnaast is de visie van de school vastgelegd en is deze visie uitgewerkt in het zorgbeleid van de school. Ook wordt er bij de huidige schoolontwikkeling een koppeling gemaakt met de visie. Tevens constateert de inspectie dat er stevig gewerkt wordt aan een professionele schoolcultuur. Er wordt constructief samengewerkt en er is sprake van een betrokken team. Uit de gesprekken met het team en de directie blijkt dat ook de besluitvorming en de communicatie is verbeterd. Omdat het systeem van kwaliteitszorg nog niet volledig is ontwikkeld en men een keuze gaat maken in de wijze waarop men ouders en leerlingen bij de evaluatie van het onderwijs gaat betrekken, is indicator 10.4 als onvoldoende beoordeeld.
pagina 13 van 17
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering s.s.b.o. De Delta | 9 oktober 2012
3
Toezichtarrangement Kwaliteit De kwaliteit van het onderwijs op s.s.b.o. De Delta schiet nog steeds ernstig en langdurig tekort. Het bestuur krijgt een laatste mogelijkheid de kwaliteit van het onderwijs op s.s.b.o. De Delta op de kortst mogelijke termijn te verbeteren. In juli 2013 zal opnieuw een Onderzoek naar de Kwaliteitsverbetering (OKV) worden uitgevoerd. Indien uit dat onderzoek blijkt dat de kwaliteit van het onderwijs opnieuw onvoldoende verbeterd is, zal de inspectie de school op grond van artikel 10a van de WPO bij de minister aanmelden met het advies maatregelen te treffen of een sanctie toe te passen. Daartoe behoort de mogelijkheid dat de minister zal overgaan tot sluiting van de school (WPO artikel 164b). Verder maakt de inspectie nadere afspraken met het bevoegd gezag over te bereiken tussenresultaten en over een voortgangsgesprek naar bereikte verbeteringen. Deze afspraken legt de inspectie vast in een nieuw toezichtplan. Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf de vaststelling van het rapport het bestaande plan van aanpak aan te passen in het licht van de huidige situatie. De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken: • de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen; • de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten; • het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen. Naleving Er zijn tekortkomingen geconstateerd in de naleving van wettelijke voorschriften, die vanwege het programmatisch handhaven standaard zijn gecontroleerd. Er is een onvolledigheid in de inhoud van de schoolgids geconstateerd. Het document geeft geen informatie over de resultaten die bereikt zijn met het onderwijsleerproces. Tevens is er een onvolledigheid in de inhoud van het (concept) schoolplan geconstateerd. Het document geeft geen informatie over: • het aanbod (er zijn geen methoden vermeld voor het onderwijs in Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde); • de wijze waarop het systeem van zorg en begeleiding is ingericht; • een passage die aangeeft hoe het bestuur bewaakt dat de school de gewenste kwaliteit realiseert. Het beleid van de inspectie is de genoemde onvolkomenheden op dit moment nog niet als tekortkoming te beoordelen bij de betreffende indicator over het naleven van wet- en regelgeving. Wel heeft de inspectie met het bestuur afgesproken dat in de volgende versie van deze schooldocumenten de ontbrekende onderdelen zijn opgenomen. Een definitieve versie van het schoolplan wordt uiterlijk op 1 januari 2013 naar de inspectie gestuurd.
pagina 15 van 17
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering s.s.b.o. De Delta | 9 oktober 2012
4
Visie van het bestuur Het stichtingsbestuur van De Delta komt na grondige bestudering van de rapportage tot de conclusie dat het moment waarop het oordeel zeer zwak wordt uitgesproken niet te begrijpen is. Dit betekent overigens niet dat het stichtingsbestuur van mening is dat de kwaliteit niet voor verbetering vatbaar is en er in de context van de school geen risico's aanwezig zijn. Het onbegrip richt zich vooral op het verschil in beoordeling door de toezichthoudend inspecteurs en het oordeel van de hoofdinspecteur. De toezichthoudend inspecteurs waren van mening dat het predicaat zeer zwak niet langer van toepassing was. Argumenten die hiervoor genoemd werden, waren onder andere de verbetering van de kwaliteit van het didactisch handelen, de verbetering van de kwaliteit van zorg en begeleiding en een aanzienlijke verbetering van de voorwaarden voor kwaliteitszorg. Als daarbij tevens wordt betrokken dat het oordeel zwak naar zeer zwak in 2011 mede op verzoek van het toenmalige schoolbestuur is gebeurd om zodoende in aanmerking te komen voor ondersteuning van de Vliegende Brigade, dan ontstaat een merkwaardig beeld. Ten opzichte van het inspectieonderzoek waarbij aanvankelijk het oordeel zwak werd uitgesproken is er door de toezichthoudende inspecteurs op drie belangrijke kwaliteitsaspecten zichtbare vooruitgang geconstateerd. Dat deze geconstateerde kwaliteitsverbeteringen uiteindelijk leiden tot een oordeel zeer zwak is derhalve niet te begrijpen.
pagina 17 van 17