RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK CBS Comenius
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
's-Gravenhage 17SU|C1 275758 8 mei 2014 9 juli 2014
Pagina 2 van 15
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3
TOEZICHTARRANGEMENT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Pagina 3 van 15
Pagina 4 van 15
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 8 mei 2014 een stelselonderzoek uitgevoerd op CBS Comenius. Omdat tijdens het onderzoek bleek dat de tussenopbrengsten alsmede vier normindicatoren (2.1, 2.4, 7.1 en 8.3) onvoldoende zijn, is het onderzoek ter plekke omgezet in een kwaliteitsonderzoek. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven heeft de inspectie tevens standaard onderzocht of voldaan wordt aan bepaalde wettelijke voorschriften.
Toezichthistorie In maart 2010 heeft de inspectie CBS Comenius voor het laatst bezocht. Er is toen ook een stelselonderzoek uitgevoerd. De inspectie concludeerde dat de school de kwaliteit van het onderwijs voor een redelijk deel op orde had. Er werden tekortkomingen geconstateerd op het gebied van de opbrengsten, het volgen en analyseren van de vorderingen van de leerlingen, de afstemming en de kwaliteitszorg. Dit heeft echter niet geleid tot een aangepast arrangement.
Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids en het schoolplan bij de inspectie. • Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids en het schoolplan. • Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. • Onderzoek en analyse van jaardocumenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 2, 3 (schakelklas), 4, 5 en 8. • Gesprekken met de directie en de intern begeleiders over de kwaliteit van de indicatoren. • Een gesprek met leraren. • Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiger van het bestuur na afloop van het schoolbezoek.
Pagina 5 van 15
Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: opbrengsten, leerstofaanbod, onderwijstijd, pedagogisch klimaat, didactisch handelen, afstemming, zorg en begeleiding en (voorwaarden voor) kwaliteitszorg. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2012 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Pagina 6 van 15
2
BEVINDINGEN
2.1
Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'.
Pagina 7 van 15
Opbrengsten 1.1*
1.2*
1
2
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
•
1.4
Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
•
1.5
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
1
2
Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
2.2*
De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.
2.3
De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan.
•
2.4*
De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
•
3.1
3
4
•
•
1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
Schoolklimaat
5
•
2.1*
Tijd
4
•
De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
Leerstofaanbod
3
2
3
4
3
4
•
1
2
4.4
De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.
•
4.5
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school.
•
4.6
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school.
•
4.7
Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.
•
Pagina 8 van 15
Didactisch handelen
1
2
3
5.1*
De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
•
5.2*
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
•
5.3*
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
•
Afstemming
1
2
6.1
De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
6.2
De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
6.3
De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
•
6.4
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Begeleiding
1
2
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
•
7.2
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
•
1
2
8.1
De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
•
8.2
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
•
8.3*
De school voert de zorg planmatig uit.
•
8.4
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
•
Kwaliteitszorg
4
•
7.1*
Zorg
3
4
1
2
9.1
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
•
9.2
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
•
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
•
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
•
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
•
9.6
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
•
3
4
3
4
3
4
Pagina 9 van 15
Kwaliteitszorg 9.7
1
De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.
2
3
4
3
4
•
Voorwaarden voor kwaliteitszorg
1
2
10.1
De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de kwaliteitszorg aan.
•
10.2
De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs, zoals geformuleerd in het schoolplan.
•
10.3
De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur.
•
10.4
Bij de zorg voor kwaliteit zijn bestuur, directie, team en andere belanghebbenden betrokken.
•
Wet- en regelgeving
Ja Nee
NT1A
De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO).
•
NT2A
De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).
•
NT4A
Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).
•
NT4B
Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
•
Pagina 10 van 15
2.2
Beschouwing Context CBS Comenius heeft een onrustige periode achter dit rug vanwege (veel) personele wisselingen en een verhuizing. Ook de aansturing is jarenlang niet stabiel geweest, vanwege het feit dat de school in de afgelopen jaren verschillende directeuren heeft gehad. Hierdoor is de kwaliteit van het onderwijs langzaam steeds verder achteruit gegaan en hierop is niet ingegrepen. De leerkrachten geven aan dat zij in de afgelopen periode weinig over de inhoudelijke kant van het onderwijs hebben gesproken en een duidelijke richting hebben gemist. Met de komst van een nieuwe directeur (maart 2013) lijkt hier verandering in te zijn ontstaan, maar deze ontwikkeling is erg pril. De directeur is wel trots op wat hij het afgelopen jaar met het team heeft bereikt. De adjunct-directeur is daarnaast (terecht) trots op de leerlingen. Zij gaat binnenkort met pensioen en zal opgevolgd worden door een nieuwe adjunctdirecteur. Het team bestaat verder voor het merendeel uit leerkrachten die al een zeer lange tijd aan de school verbonden zijn. Algemeen beeld De inspectie kent aan CBS Comenius het aangepast arrangement zwak toe. Tijdens het onderzoek op 8 mei 2014 bleek dat de tussenopbrengsten alsmede vier normindicatoren (2.1, 2.4, 7.1 en 8.3) onvoldoende zijn. De zwakke resultaten van de school kunnen vanuit meerdere invalshoeken verklaard worden. Het onderwijsaanbod en de onderwijstijd zijn niet aangepast aan de leerlingenpopulatie. Het betreft hier met name de aandacht voor woordenschat binnen het taalonderwijs. Daarnaast worden de leerlingen in de onderbouw onvoldoende in hun ontwikkeling gevolgd. Tot slot schiet de zorg en begeleiding aan leerlingen die tijdens hun schoolloopbaan stagneren, of voorlopen in hun ontwikkeling, tekort. Toelichting Opbrengsten De leerlingen van CBS Comenius hebben in de afgelopen drie schooljaren (2012, 2013 en 2014) een resultaat behaald dat boven de ondergrens ligt die de inspectie voor vergelijkbare scholen hanteert. Hierdoor zijn de eindopbrengsten als voldoende beoordeeld. De tussenresultaten (indicator 1.2) zijn echter onvoldoende. Om deze te beoordelen, kijkt de inspectie naar vijf meetmomenten. Dit zijn het technisch
Pagina 11 van 15
lezen in groep 3 en 4, het rekenen-wiskunde in groep 4 en 6, en het begrijpend lezen in groep 6. Drie van de vijf meetmomenten liggen onder de ondergrens die de inspectie hanteert. Alleen het technisch lezen in groep 4 en het rekenenwiskunde in groep 6 liggen erboven. De school heeft deze resultaten wel gezien, maar heeft geen verklaring voor de lage tussenresultaten. Voor leerlingen die het eindniveau van groep 8 niet behalen, stelt de school geen ontwikkelingsperspectief op. Daar er in de huidige groep 8 wel leerlingen zijn die het eindniveau van die groep niet behalen, wordt indicator 1.4 als onvoldoende beoordeeld. Kijkend naar de sociale competenties van de leerlingen kan worden geconcludeerd dat de leerlingen zich ontwikkelen op een niveau dat van hen verwacht mag worden. Leerstofaanbod en onderwijstijd Twee indicatoren die horen bij het leerstofaanbod zijn als onvoldoende beoordeeld. Als eerste voldoet de leerinhoud voor begrijpend lezen niet aan de kerndoelen (indicator 2.1). Dit komt door het feit dat de leerkrachten in de praktijk niet de gehele methode voor hun lessen gebruiken. Als tweede geldt dat het woordenschatonderwijs op de school tekort schiet (indicator 2.4). Het woordenschatonderwijs neemt geen grote plaats in binnen het taalonderwijs op CBS Comenius terwijl dit gezien de kenmerken van de leerlingenpopulatie wel verwacht mag worden. Verder is er nauwelijks sprake van een taalrijke leeromgeving in de klassen. De school is hier onlangs wel mee gestart, maar dit is nog erg pril. Ook ontbreekt het op de school nog aan afspraken over de onderwijstijd en hoe deze verdeeld wordt over de verschillende vakken (indicator 3.1). Ook dit is gezien de leerlingenpopulatie een gemis. Schoolklimaat De omgang tussen de leerkrachten en de leerlingen is respectvol en ook tussen de leerlingen onderling heerst een prettige sfeer. CBS Comenius meet, conform bestuursbeleid, om de vier jaar of leerlingen zich fysiek veilig voelen. De inspectie verwacht van scholen dat zij dit minimaal één maal per twee jaar doen. Om deze reden is indicator 4.4 als onvoldoende beoordeeld. Daarnaast heeft de school nog geen veiligheidsbeleid opgesteld, gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten (indicator 4.5 en 4.6). Op bestuursniveau zijn hiervoor wel diverse protocollen beschikbaar, maar deze zijn nauwelijks bekend bij de leerkrachten.
Pagina 12 van 15
Didactisch handelen en afstemming Over het algemeen geven de leerkrachten een duidelijke uitleg van de leerstof. Ook realiseren de leerkrachten een taakgerichte werksfeer in de klas. De basisvaardigheden van het didactisch handelen zijn dan ook op orde. Wel valt er nog winst te behalen met betrekking tot de actieve betrokkenheid van de leerlingen en de structurering van de les. Weinig leerkrachten vertellen aan de leerlingen wat het doel van de les is en waarom de leerlingen dit eigenlijk zouden moeten leren. Tijdens de klassenbezoeken was ook te zien dat leerkrachten erg klassikaal lesgeven. Dit geldt zowel voor de instructie als de verwerking (indicator 6.2 en 6.3). Er wordt hierbij te weinig rekening gehouden met de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen. Dat is jammer, omdat de leerlingen zich tijdens de klassenbezoeken erg leergierig toonden. Zorg en begeleiding De leerkrachten volgen de leerlingen met behulp van een samenhangend geheel van toetsen, afgestemd op de leerlingenpopulatie. In de kleutergroepen ontbreekt het echter aan een observatiesysteem om de brede ontwikkeling te kunnen volgen. Hierdoor is indicator 7.1 als onvoldoende beoordeeld. In de groepen 3 tot en met 8 worden, naast de methode-onafhankelijke toetsen, ook methodegebonden toetsen afgenomen om de leerlingen te kunnen volgen. In de groepsmappen was echter te zien dat de leerkrachten deze resultaten nauwelijks analyseren (indicator 7.2). Een gemiste kans voor wat betreft de afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen. Ook alle indicatoren die behoren bij de leerlingenzorg zijn als onvoldoende beoordeeld. Het ontbreekt op de school aan duidelijke criteria om zorgleerlingen vroegtijdig te kunnen signaleren (indicator 8.1). Er zijn echter wel leerlingen die hulp krijgen. De school gebruikt op dit moment verschillende documenten om de zorg te kunnen plannen. In deze documenten ontbreekt een duidelijke probleemomschrijving waarop de zorg gebaseerd is (indicator 8.2). Daarnaast zijn de doelen niet specifiek genoeg geformuleerd (indicator 8.3) en worden de handelingsdocumenten niet tijdig geëvalueerd (indicator 8.4). Hierdoor kan de school niet beoordelen of de geboden hulp ook effect heeft gehad.
Pagina 13 van 15
(Voorwaarden voor) kwaliteitszorg Zoals hierboven al vermeld, is de aansturing van de school stil komen te liggen door de vele directiewisselingen op de school. Nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs, zoals bijvoorbeeld handelings- en opbrengstgericht werken, lijken het team niet te hebben bereikt. Het totale systeem van kwaliteitszorg dient dan ook opnieuw te worden ingericht; uitgaande van de kenmerken van de leerlingenpopulatie en beginnend bij de missie en visie van de school. Alhoewel de nieuwe directeur hier al wel een (voorzichtige) start mee heeft gemaakt, is het geheel nog te kwetsbaar om dit als voldoende te beoordelen.
Pagina 14 van 15
3
TOEZICHTARRANGEMENT Kwaliteit De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zwak beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan CBS Comenius een aangepast arrangement zwak toe. De school valt onder intensief toezicht. Met het bestuur is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in oktober 2015 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in het derde kwartaal van 2015 een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (okv) uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. Verder maakt de inspectie nadere afspraken met het bestuur over te bereiken tussenresultaten en over een tussentijds kwaliteitsonderzoek naar bereikte verbeteringen. Deze afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan. Naleving De inspectie concludeert dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.
Pagina 15 van 15