gemeente Eindhoven
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
Raadsnummer Og. Ryg6.OOX Inboeknummer oalooysS3 Beslisdatum B8cV/22 april 2003 Dossiernummer 317.253
Raadsvoorstel tot het vaststellen van een nieuwe beleidslijn ’aanleg sportoppervlakten’ op gemeentelijke sportparken 1 Inleiding De sector Sport & Recreatie van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling heeft+ 160 ha. onoverdekte sportvoorzieningen in beheer, op 12 grotere en kleinere sportparken in de stad. Op de sportparken liggen in totaal zo’n 100 tennisbanen en 150 ande-
re sportvelden, zoals voetbal-, hockey-, korfbal-, handbalvelden etc. De bezetting van de buitensportaccommodaties is, zeker gezien de toegestane en beschikbare capaciteit, goed tot zeer goed te noemen. Afhankelijk van het aantal velden, type sport, aantal spelers, bespelingfrequentie en gebruiksweken per jaar, zijn er jaarlijks naar schatting 1,7 miljoen actieve sportbezoeken. Het aantal toeschouwers wordt geschat op 0,5 miljoen per jaar.
Op het gebied van buitensportaccommodaties zijn een aantal ontwikkelingen waarneembaar: 1 de gemeente Eindhoven gaat uit van een basisnorm voor wat betreft het sportoppervlakte op de Eindhovense sportparken. Deze basisnorm wordt mede ontleend aan NOC*NSF-normen in samenwerking met de betreffende sportbond. Bij voetbal geldt als basisnorm een grasveld en bij tennis gravel. Maar de laatste jaren zijn er bij verschillende takken van sport andere sportoppervlakte in de belangstelling gekomen. Zo spelen bijna alle hockeyverenigingen nu op kunstgrasvelden. De kosten van een kunstgrasveld zijn veel duurder maar bieden wel weer meer mogelijkheden voor intensiever gebruik, er kan het hele jaar door op worden gespeeld;
2 door technologische- en cultuurtechnische ontwikkelingen zijn de mogelijkheden om de bespelingcapaciteit fors te verhogen, de laatste jaren in een stroomversnelling gekomen. Om een voorbeeld te geven, de bespelingcapaciteit van een traditioneel grasveld is gecalculeerd op+ 250 uur op jaarbasis. Een vorm van kunstgras kan de bespelingcapaciteit verdrie- of verviervoudigen, afhankelijk van materialen en technieken. Diverse tussenvormen van bespelingcapaciteiten van sportvelden zijn in de markt voorhanden;
Raadsnummer Og.R 6.OOX
3 ontwikkelingen in de vrijetijdssector leiden er toe dat sporters, evenals andere vrijetijdsconsumenten, steeds vaker gebruik willen maken van de voorzieningen op het moment dat hen zelf schikt (individualisering van de samenleving). Voor sportvelden geldt dat de bespelingcapaciteit sterk geconcentreerd is in beperkte tijdsblokken; ’s avonds door de week en in de weekenden. Dit vergt een hoogwaardig oppervlak, dat ook bij erg nat en bij erg droog weer, bespeelbaar is. Tevens wordt de vraag naar een langer seizoen steeds groter. Denk aan bijvoorbeeld tennis; bij een geschikte ondergrond is buitentennis, mits de weersomstandigheden het toelaten, het hele jaar door mogelijk; 4 ontwikkelingen aangaande de geldende norm spelen een belangrijk rol. Bij diverse sporten wordt een (gedeeltelijk) kunststof oppervlak, algemeen aanvaard als basisvoorziening. In elk geval voor de op hoger niveau spelende teams. Denk aan bijvoorbeeld hockey, atletiek, tennis, handbal en korfbal waar kunstofoppervlakten eerder regel zijn dan uitzondering. Momenteel speelt er een landelijke discussie omtrent kunstgras voetbalvelden, mogelijk als basisvoorziening voor de hogere teams maar ook voor trainingsmogelijkheden. Maar een ieder is het er over eens dat kunstgras niet tegen te houden is. In de kleinere gemeenten om ons heen lijkt dit beter te worden opgepakt en worden accommodaties schijnbaar sneller aangepast aan de eisen van de tijd. Dat kan omdat het daarbij gaat om een paar verenigingen en niet, zoals in een stad als Eindhoven, om meer dan 100 verenigingen die allemaal het beste van het beste willen voor hun club. Terecht maar als je iets doet voor de ene club willen de anderen het ook allemaal (precedent werking) en de financiele middelen zijn beperkt; 5 de ontwikkelingen betreffende de ruimtelijke ordening in een stad zijn steeds meer voelbaar. De aanleg van sportvelden is kapitaalintensief, en moeilijk/nauwelijks door het (vrijwillig) particulier initiatief op te brengen. Gemeenten zijn daarom belangrijke aanbieders van buitensportoppervlakten. De ruimte staat in Nederland in zijn algemeenheid erg onder druk. Vaak liggen deze terreinen op strategische plekken in de stad. ’Groen’ moet vaak letterlijk het veld ruimen voor ’rood’. In Eindhoven is door het gemeentebestuur ingezien, dat de maatschappelijke en de landschappelijke functie van groene parkachtige sportclusters in de stad, en kleinschalige wijksportparken dicht bij de burgers, een hogere prioriteit hebben dan sec de economische functie; 6 de druk op de sportverenigingen wordt steeds groter. Het betreft hier vaak vrijwilligers die veel tijd en energie stoppen in hun vereniging. Er is sprake van een krimpend aantal bestuurs- en kaderleden. Vrijwilligers in de sport zouden zich moeten kunnen richten op hun corebussiness; het laten sporten van de aangesloten leden. De aanleg, onderhoud en exploitatie van kunstgrasvelden zou niet
Raadsnummer 03.R 6.OOI
bij het bestuur van een vereniging moeten komen te liggen zoals nu het geval is bij hockeyverenigingen die aparte stichtingen in het leven hebben moeten roepen om de financien rond te krijgen voor de aanleg van kunstgrasvelden. Deze taak zou overgenomen kunnen worden door de gemeente Eindhoven.
2 Probleemstelling Diverse ontwikkelingen, zowel op cultuurtechnisch als maatschappelijk niveau, hebben invloed op de buitensportaccommodaties in Eindhoven, met nameten aanzien van de aanleg van kunststofvelden op sportparken. Deze ontwikkelingen noodzaken tot een herziening van de bestaande beleidslijn met betrekking tot het huidige basisniveau van deze voorzieningen. Een aantal Eindhovense sportverenigingen (EMHC, Oranje Zwart, HC Eindhoven en DSC/Korfbal) willen in het voorjaar/zomer van 2003 al kunstgrasvelden aanleggen en zijn in afwachting van de beleidslijn die de gemeente Eindhoven gaat vaststellen.
3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Eindhoven telt ruim 100.000 actieve sporters. Meer dan 70 takken van sport kunnen op recreatief of prestatief niveau, in verenigingsverband of individueel, worden beoefend. Daarnaast zijn talloze mensen op een of andere manier als toeschouwer of als vrijwilliger, betrokken bij de sportieve en recreatieve activiteiten.
Op het gebied van de gemeentelijke sportvoorzieningen, heeft de gemeente de regie in eigen hand en worden de volgende basisprincipes gehanteerd (nota Sport en Recreatie 2003-2007): bereikbaarheid; breed scala aan sporten, in afstand en tijd voor alle inwoners goed bereikbaar; toegankelijkheid; sociale tarieven, goede spreiding verenigings- versus recreatief gebruik; kwaliteit; voldoende toezicht, voldaan aan wettelijke normen, sociaal veilig, kwalitatief hoogwaardig. Wil de gemeente aan deze basisprincipes vasthouden dan zal met name aan de kwaliteit van de buitenaccommodaties het nodige moeten gebeuren en zal er mee moeten worden gegaan met de tijdsgeest.
3a Milieutoets Er treden geen milieueffecten op.
4 Wijze van aanpak / oplossingsrichting Huidige beleidslijn.
Raadsnummer Og.R 6.OOX
Op het moment heeft de gemeente Eindhoven te maken met drie typen sport met betrekking tot aanleg van kunststofvelden: 1 tennis; diverse verenigingen hebben eind jaren ’90 aangegeven een aantal gravelbanen in te willen ruilen voor allweatherbanen met een hogere speelcapaciteit. Met name in natte perioden en in de winter, blijven deze banen bespeelbaar. De extra investeringskosten worden nu reeds jaarlijks 1-op-1 doorbelast aan de hurende verenigingen door een aanpassing van het huurtarief; 2 hockey; basis voor hockey is in principe gras, met uitzondering van de teams uit de hogere speelniveaus waar kunstgras de norm is. Wordt echter naar de praktijk gekeken, dan blijkt nagenoeg in het hele land al competitie gespeeld te worden op kunstgras. Momenteel worden de kunstgras toplagen in Eindhoven, zeven in totaal, gefinancierd door de hockeyverenigingen zelf; 3 atletiek; de 6-laansbaan is midden jaren ’80 aangelegd en verving hiermee de sintelbaan aan de Aalsterweg. De huidige baan heeft een kunststof toplaag. De nieuwe baan is gedeeltelijk a fonds perdu gefinancierd en gedeeltelijk uit huurverhoging. De praktijk is per sport enigszins anders, maar de lijn die er in zit is dat de gemeente Eindhoven de minimumvariant (qua kosten en normen van de bond) voor sportgebruik aanbiedt in de vorm van natuurgras, bitumen (asfalt) en gravel. De gebruikende verenigingen die een hogere norm dan de huidige basisnorm wensen, betalen zelf het surplus. Het verschil zit hem met name in de wijze van financiering van de toplaag. De hockeyverenigingen financieren die geheel zelfstandig veelal door oprichting van een aparte stichtingsvorm terwijl bij tennis en atletiek de extra investeringskosten worden doorbelast in de huurpenningen.
Nieuwe beleidslijn. Om op dit moment en in de toekomst te komen tot een beleidslijn wordt nu voorgesteld om het tennismodel te volgen waarbij de extra investeringskosten voor de aanleg van kunststofbanen of velden jaarlijks 1-op-1 worden doorbelast aan de hurende verenigingen door een aanpassing van het huurtarief. Daarmee ontneem je de sportverenigingen, gerund door vrijwilligers, de taak om zelf op zoek te gaan naar financiele middelen om een dergelijke investering te bekostigen. Aanleg, onderhoud en exploitatie worden verzorgd door de gemeente. De extra kosten worden verdisconteerd in de huurprijs. Voor verenigingen, met name hockey, die nu reeds investeringen hebben gedaan in de aanleg van kunstgrasvelden geldt dat bij vervanging van deze velden de nieuwe beleidslijn van toepassing zal zijn. Bij de aanleg van kunststofvelden wordt uitgegaan van een ondergrond en toplaag van een algemeen door de betreffende sportbond erkende basisvoorziening breedtesport. Optioneel,
Raadsnnmmer 03.R 6.OOI
maar wel limitatief zou gekeken kunnen worden naar voor de breedtesport noodzakelijke additionele infrastructurele voorzieningen die in de vorm van een keuzemenu kunnen worden meegenomen o.a. de mogelijkheden van een tribune, verlichting, hekwerk, bestrating etc. Aangezien het hier gaat om flinke investeringen dienen verenigingen middels een lange termijn beleidsplan aan te kunnen geven dat zij toekomstperspectief hebben en financieel gezond zijn.
5 Financiele gevolgen en risico’ s Uitgangspunt is dat in principe de investeringslast voor het aanleggen van de ondergrond en toplaag op budgettair neutrale wijze zal geschieden. Op basis van informatie van leveranciers van kunststofvelden en de ervaring tot nu toe is een realistische afschrijvingstermijn voor de investering in de ondergrond 30 jaar. De toplaag (veld) dient na 15 jaar te worden vervangen, Via verhoging van de huurpenningen worden de extra kosten terugverdiend.
Sa Bestuurlijke kaders Het gaat hier om de uitwerking van een speerpunt van beleid "sport en recreatie infrastructuur", zoals geformuleerd in de nota Sport en Recreatie 2003-2007. Het voorstel is dat de raad het college mandateert om bij elke investering, per sportveld, afzonderlijk te bezien of het financieel haalbaar is en of tot uitvoering kan worden
overgegaan.
6 Overige gevolgen van de aanpak Niet van toepassing.
7 Resultaten van overleg / inspraak Gesprekken zijn gevoerd met diverse sportverenigingen waaronder de Hockeyverenigingen EMHC en Oranje Zwart (Genneper Parken) en HC Eindhoven en DSC/Korfbal (Eindhoven-Noord). Deze verenigingen hebben te maken met een acute situatie en willen in de lente/zomer van 2003 kunstgrasvelden aanleggen maar zijn in afwachting van de beleidslijn die de gemeente Eindhoven gaat vaststellen. In de hier voorgestelde aanpak kunnen zij zich vinden. Overleg heeft ook plaatsgevonden met de gebiedsmanagers binnen de sport en recreatie sector.
Vanuit de sector Sport 8 Recreatie lopen op dit moment gesprekken met de Stichting Waarborgfonds Sport om te bezien of zij bereid zijn eventueel mede garant te staan voor het incasseren van de huurpenningen op lange termijn.
8 Communicatie De discussie over aanleg van kunststofsportvelden wordt in de volle breedte in de sportsector gevoerd en wordt kritisch gevolgd door de media.
Raadenummer Og.Rpf,OOZ
9 Ter inzage gelegde stukken Geen.
10 Referendabiliteit Het voorstel is niet referendabel in het kader van de Tijdelijke Referendumwet.
Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
R. Welschen, burgemeester.
G. Kok-Mol, loco-secretaris.
Raadsnummer Og.R 6.OOX
Raad sbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 april 2003; besluit:
1 in principe in te stemmen met de uitgangspunten dat: a de gemeente Eindhoven verantwoordelijk is voor de sportoppervlakte in de gemeentelijke sportparken; b er in eerste instantie wordt uitgegaan van een standaard sportoppervlakte (gras of gravel), zoals vastgesteld door NOC*NSF in samenwerking met een erkende nationale bond, als zijnde basisnorm; 2 ermee in te stemmen dat:
a sportverenigingen een verzoek kunnen indienen bij het college van burgemeester en wethouders voor de aanleg van sportoppervlakten boven de basisnorm (kunstgrasvelden); b voor breedtesportvoorzieningen welke de basisnorm (zowel qua onderlaag en toplaag als infrastructureel) te boven gaan de beleidslijn wordt vastgesteld dat de daaruit voortvloeiende additionele investeringslasten budgettair neutraal worden verdisconteerd in de huurlasten; c een realistische afschrijvingstermijn voor deze investeringen vast te stellen, voor de onderlaag, op 30 jaar en voor de toplaag (veld), op 15 jaar;
d hieraan de voorwaarde wordt verbonden dat de aanvragende vereniging een financieel gezond meerjarig beleidsplan kan overleggen (onderzocht wordt of de Stichting Waarborgfonds Sport mogelijk garant kan staan voor de te innen
huurpenningen op lange termijn); e voor verenigingen die nu reeds investeringen hebben gedaan in de aanleg van sportoppervlakten deze gewijzigde beleidslijn van toepassing wordt bij de toekomstige vervanging van de velden; 3 het college van burgemeester en wethouders te mandateren de uitvoering per individueel verzoek ter hand te nemen; 4 de verenigingen schriftelijk op de hoogte te brengen van deze gewijzigde beleidslijn. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
, voorzitter.
, griffier.
sr03004924
gemeente Eindhoven
Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat
Retouradres Postbus gozso, 36oo RB Eindhoven
Aan de leden van de raad
van de gemeente Eindhoven.
RaadsnummerOQ.R446.002 Behandeld door F. Biemans Telefoon (o4o) s38 s4 Bg
Ons kenmerk griffie verzenddatum zs mei soo3
Commis sic advies Betreft cie. Sp: Raadsvoorstel tot het vaststellen van een nieuwe beleidslijn aanleg sportoppervlakten op gemeentelijke sportparken.
De commissie Sociale pijler heeft in haar vergadering van 6 mei 2003 beraadslaagd over het bovengenoemde onderwerp.
De commissie heeft als volgt geadviseerd:
’leefbaar eindhoven’: akkoord;
CDA: akkoord; PvdA: akkoord; VVD: akkoord; SP: akkoord; is er tevens voorstander van om t.z.t. in de commissie (cSp) te bespreken: het voeren van beleid inzake de financiele en/of organisatorische kant van
sportverenigingen. 6roenLinks:
akkoord; akkoord; akkoord; akkoord.
D66:
OuderenAppel De Stadspartij:
Commissiesecretaris,
Bijlage(n): 0. F Bi.
Bezoekadres Stadhuisplein zo Eindhoven Openingstijden
Postadres Postbus 9ozso S6oo RB Eindhoven