GEMEENTERAAD ZITTING VAN 22 APRIL 2014 Aanwezig: Simon Lagrange, burgemeester, Sophie Delaere, Olivier Peirs, Michaël Vandemeulebroecke, Michaël Devriendt, Frederic Hesters en Linda Detailleur, schepenen, Philippe Van Steenberghe, Henk Heyerick, Hendrik De Waele, Tony Boeckaert, Ugo Den Tandt, Luc Millecamps, Sally Cosijns, Lieven Lippens, Monique De Smet, Christophe Menu, Tania Verpraet, Ward Baeten en Sam De Waele, raadsleden, Annabel Van Poucke, voorzitter en Sylvie Bohez, secretaris. De voorzitter verklaart de zitting voor geopend om 19.30 uur. Raadsleden Pieter Verhalle, Geraldine Van den Weghe, Stijn Van de Wiele en Marc Devlieger zijn verontschuldigd. De agenda wordt aangevangen. --------------------------------------Agendapunt nr.1: GOEDKEUREN NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 25 MAART 2014. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 36 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld in de gemeenteraad van 29 januari 2013 waardoor de notulen van de vorige vergadering samen met de oproepingsbrief ter beschikking gesteld werden van de raadsleden via het extranet. Overwegende dat er geen bezwaren werden ingebracht over deze notulen; BESLUIT: De notulen van de gemeenteraad van 25 maart 2014 worden goedgekeurd. --------------------------------------Raadslid Herman De Vos komt de zaal binnen en neemt deel aan de vergadering. --------------------------------------Agendapunt nr. 2: BOUWEN VAN EEN ADMINISTRATIEF CENTRUM: OMGEVINGSAANLEG. KENNISNAME VAN WIJZIGING VAN CONCEPT DE GEMEENTERAAD
1
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 17 december 2013 betreffende de goedkeuring van de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van de opdracht “Bouwen van een administratief centrum: omgevingsaanleg”; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 februari 2014 betreffende de goedkeuring van de gunning van de opdracht “Bouwen van een administratief centrum: omgevingsaanleg” aan Maes Frans nv, A. Dassonvillelaan 4 te 8860 Lendelede tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 293.626,55 EUR + 61.661,58 EUR (21 % btw medecontractant) = 355.288,13 EUR; Overwegende dat de uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bijzonder bestek met nr. 2013/138/110503; Overwegende dat het goedgekeurde plan van de omgevingsaanleg zich deels uitstrekt over de eigendom van de Kerkfabriek Sint Petrus; Overwegende de verschillende overlegmomenten tussen het gemeentebestuur en de Kerkfabriek, en de adviesvraag van de Kerkfabriek bij de bisschoppelijke overheid hieromtrent; Overwegende dat hieruit uiteindelijk gebleken is dat de Kerkfabriek haar eigendom (kerk en omgevende grond) in één blok wenst te behouden en te vrijwaren, zonder verbindingswerken met het gemeentelijk domein toe te laten; Overwegende dat dit o.a. impliceert dat de aanleg van het plein beperkt moet blijven tot de gemeentelijke eigendom en de kerkmuur in zijn huidige afmetingen bewaard moet blijven; Overwegende dat verschillende overlegmomenten niet tot een wijziging van dit standpunt van de Kerkfabriek geleid hebben; Overwegende dat er daardoor een conceptwijziging van de omgevingsaanleg noodzakelijk is; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 24; op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 37; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
2
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Sophie Delaere die de historiek van het dossier en onderhandelingen toelicht. Het bestuur betreurt de weigering van de kerkfabriek maar wenst geen verdere juridische stappen te ondernemen. Een juridisch steekspel dreigt de omgevingsaanleg volledig te hypothekeren. Gelet op de tussenkomst van raadslid Henk Heyerick die in naam van de CD&V-fractie stelt dat heel het project valt of staat met de openheid die aan het plein gegeven wordt in het initieel concept. Het behoud van de kerkmuur verhindert het “visueel opentrekken van de omgeving”. Het gaat hier over het algemeen belang en het algemeen nut, dat dient te primeren op het “privaat” belang van de kerkfabriek. Raadslid Heyerick begrijpt de houding van de kerkfabriek niet en stuurt aan op overleg tussen de kerkfabriek met de voltallige gemeenteraad. Hij dringt erop aan om de nodige stappen te ondernemen en desgevallend een onteigening te overwegen. Raadslid Heyerick wijst erop dat de kerkfabriek tijdens de procedure (onder het vorige bestuur) nooit een bezwaar geuit heeft m.b.t. het voornemen om de kerkmuur deels af te bouwen. Gelet op de tussenkomst van raadslid Hendrik De Waele die vraagt of het initieel concept niet in een 2de fase kan gerealiseerd worden. Hierbij kan naar een consensus gestreefd worden. BESLUIT: Enig artikel: Kennis wordt genomen van de conceptwijziging van de opdracht “Bouwen van een administratief centrum: omgevingsaanleg”. --------------------------------------Agendapunt nr. 3: AANPASSEN VAN SUBSIDIEREGLEMENT VOOR HET PLAATSEN EN AANWENDEN VAN ALTERNATIEVE ENERGIEBRONNEN, VOOR HET AANWENDEN VAN MILIEUVRIENDELIJKE PRODUCTEN–TECHNIEKEN NAAR ENERGIEZUINIG MAKEN VAN BESTAANDE EENGEZINSWONINGEN NAAR 2020. WIJZIGING VOORWAARDEN E-PEIL. DE GEMEENTERAAD Gelet op de gemeenteraadsbeslissing d.d. 17 december 2013: Subsidiereglement voor het plaatsen en aanwenden van alternatieve energiebronnen - subsidie voor aanwenden milieuvriendelijke producten – technieken naar energiezuinig maken van bestaande eengezinswoningen naar 2020; Gelet op de vaststelling van volgende voorwaarden voor het verkrijgen van subsidie voor E-peil voor nieuwbouwwoningen in het bestaande reglement : ”§1.Voor facturen-EPC-EPB certificaten van vóór 1 januari 2014 die bij indienen van aanvraag niet ouder zijn dan 1 jaar: G) E-peil voor nieuwbouwwoning lager dan of gelijk aan E60 Onder nieuwbouwwoningen wordt verstaan woningen die een geldig energieprestatiecertificaat bij bouw (EPB) hebben met afgiftedatum na 1 januari 2011. Indien voor een verbouwing de volledige woning onderhevig is aan de EPB-regelgeving 3
dan wordt deze ook beschouwd als nieuwbouw. Gedeeltelijke herbouw en uitbreiding die niet vallen onder de EPB-regelgeving komen niet in aanmerking. De premie is enkel geldig vergezeld van een energieprestatiecertificaat (EPC) en de EPBaangifte (hoofdblad) uitgereikt na 1 januari 2011, en niet ouder dan 1 jaar, waaruit blijkt dat het E-peil lager is dan of gelijk is aan E60. Toelage: E60 tot 30: 400 EUR + {20 EUR x (E60 – Epeil van de woning)};” Gelet op twee aanvragen ingediend na 1 januari 2014 met EPC ondertekend door verslaggever NA 1 januari 2014 (2 en 13 januari 2014). De woningen zijn wel in gebruik genomen in 2013, waardoor de geldigheid van het certificaat start op de dag van ingebruikname in 2013 (als dusdanig vermeld op certificaat); Overwegende dat deze aanvragers bij ingebruikname in 2013 ook van Eandis een premie ontvangen hebben voor E-peil niveau van nieuwbouw in 2013; Overwegende dat de premieaanvragers tijdig de opmaak van het certificaat aangevraagd hebben (na ingebruikname); Overwegende dat de opstellers het certificaat pas ondertekend hebben na 1 januari 2014; Overwegende dat een redelijke termijn voor opmaak van EPC certificaten met ingebruikname in 2013 wordt voorgesteld om deze niet meer in aanmerking te laten komen; Overwegende dat het certificaat niet ouder dan 1 jaar mag zijn; Overwegende dat het reglement in voege trad op 1 januari 2014 en een ingebruikname na 1 januari 2014 dus redelijkerwijze ook niet in aanmerking kan komen; Gelet op het voorstel van het college om het reglement van 17 december 2013 als volgt te wijzigen : §1.Voor EPC certificaat met ingebruikname in 2013 die bij indienen van aanvraag niet ouder zijn dan 1 jaar: G) E-peil voor nieuwbouwwoning lager dan of gelijk aan E60 Onder nieuwbouwwoningen wordt verstaan woningen die een geldig energieprestatiecertificaat bij bouw (EPB) hebben met afgiftedatum na 1 januari 2011. Indien voor een verbouwing de volledige woning onderhevig is aan de EPB-regelgeving dan wordt deze ook beschouwd als nieuwbouw. Gedeeltelijke herbouw en uitbreiding die niet vallen onder de EPB-regelgeving komen niet in aanmerking. De premie is enkel geldig vergezeld van een energieprestatiecertificaat (EPC) met datum ingebruikname van 2013, en niet ouder dan 1 jaar, waaruit blijkt dat het E-peil lager is dan of gelijk is aan E60. Toelage: E60 tot 30: 400 EUR + {20 EUR x (E60 – Epeil van de woning)} Indien E-peil lager is dan E30 wordt NOOIT meer dan maximaal 1.000 EUR subsidie uitbetaald; Gelet op het gunstig advies van de milieuraad d.d. 27 maart 2014 omtrent voorstel van schepencollege; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Michaël Devriendt;
4
Gelet op de tussenkomst van raadslid Sam De Waele die tevreden is met de oplossing die geboden wordt de aanpassing van het reglement; Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2014 kent het gemeentebestuur een toelage toe voor de installatie, het gebruik van alternatieve energiebronnen, milieuvriendelijke producten technieken in woningen, woongebouwen, scholen en ambachtelijke bedrijfsgebouwen gelegen op het grondgebied van Zulte, onder de voorwaarden hierna bepaald. §1.Voor facturen van vóór 1 januari 2014 en EPC certificaten met ingebruikname data in 2013 die bij indienen van aanvraag niet ouder zijn dan 1 jaar: Onder woning wordt verstaan: het huis of appartement dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin. Onder woongebouw wordt verstaan: het gebouw dat meerdere woningen omvat of kan omvatten. Onder scholen wordt verstaan : gebouwen die gebruikt worden voor het huisvesten van leerlingen en leerkrachten. Onder bedrijfsgebouw wordt verstaan: het gebouw waarbinnen een bepaalde tak van ambacht, handel, industrie en tuinbouw wordt uitgeoefend. Onder nieuwbouwwoningen wordt verstaan woningen die een geldig energieprestatiecertificaat hebben met afgiftedatum na 1 januari 2011. Indien een verbouwing onderhevig is aan de EPB-regelgeving dan wordt deze ook beschouwd als nieuwbouw. Gedeeltelijke herbouw en uitbreiding komen niet in aanmerking voor subsidie. §2. Voor facturen van NA 1 januari 2014 die bij het indienen van de aanvraag niet ouder zijn dan 1 jaar: Bestaande eéngezinswoning: Woning in gebruik genomen voor 1 januari 1998 en die enkel gebruikt wordt voor te wonen. Appartementen, bedrijfsgebouwen met woning in, méérgezinswoningen, komen NIET in Aanmerking voor een subsidie. Artikel 2: Met ingang van 1 januari 2014 worden volgende zaken gesubsidieerd : §1.Voor facturen van voor 1 januari 2014 en EPC certificaat met ingebruikname data in 2013 die bij indienen van aanvraag niet ouder zijn dan 1 jaar: A) Hernieuwbare energiebronnen A1) Installaties voor de thermische omzetting van zonne-energie in warm water of warme lucht (zonneboilers/zonnecollector). Installaties die enkel gebruikt worden voor het verwarmen van privé zwembaden komen niet in aanmerking. Als bewijs moet een certificaat van een onafhankelijk testinstituut worden bijgevoegd waaruit blijkt dat een test volgens EN-12975 of DIN 4757 uitgevoerd werd. Ofwel bezit de installatie een Solar KeyMark. Een lijst van zonneboilers waarvan aanvaard is dat zij voldoen aan de gestelde voorwaarden is onder meer terug te vinden op de website www.questforquality.be. Indien de zonneboiler op de lijst voorkomt, hoeven geen attesten bijgevoegd te worden. De producten genieten van een waarborg : minstens 10 jaar op de werking van de collector, 5 jaar op de boiler en 2 jaar op de andere onderdelen.
5
De factuur van collector en boiler met vermelding van merk en type, die eveneens moet bijgevoegd worden, mag maximaal 1 jaar oud zijn op datum van aanvraag. Bewijs van betaling moet eveneens bijgevoegd worden. Bovendien moet een attest dat de installatie geïnstalleerd werd door erkende installateur worden bijgevoegd. A2) Installatie van warmtepompen die uitsluitend werking als warmtepomp hebben en niet als koeling gebruikt kunnen worden. De COP, gemeten volgens EN 14511 onder de vermelde condities is groter of gelijk aan 3,6 voor lucht/ water; 3,4 voor lucht/ lucht; 3 voor directverdamping/ water; 4,0 voor bodem/water (brontemperatuur 0 °C, afgiftetemperatuur 35 °C), en 4,5 voor water/water (brontemperatuur 10 °C, afgiftetemperatuur 35 °C). De warmtepomp staat in voor de hoofdverwarming van het gebouw en het condensvermogen van de warmtepomp, gemeten volgens EN 14511, bedraagt minstens 80 % van de nominale warmteverliezen van het gebouw, berekend volgens NBN B62-003. De producten genieten voor de hoofdfunctie van een waarborg van minstens 10 jaar. De warmtepomp kan niet worden gebruikt voor koeling. Een lijst van pompen waarvan aanvaard is dat ze voldoen aan de gestelde eisen is onder meer terug te vinden op de website www.warmtepompplatform.be. Indien de warmtepomp op de lijst voorkomt, hoeven geen attesten bijgevoegd te worden. De premieaanvraag is alleen geldig samen met een kopie van de aankoopfactuur van de warmtepomp met vermelding van merk en type van de warmtepomp. De factuur mag maximaal 1 jaar oud zijn op datum van aanvraag. Bewijs van betaling moet eveneens bijgevoegd worden. Bovendien moet een attest dat de installatie geïnstalleerd werd door erkende installateur worden bijgevoegd. Toelage : De toelage voor hernieuwbare energiebronnen vermeld onder A1) en A2) wordt vastgesteld op: 15 % op de kostprijs (inclusief plaatsing en BTW). Dit bedrag (zijnde 15 % op de kostprijs) moet minimum 250,00 EUR bedragen. Het maximale subsidiebedrag is 500,00 EUR per adres/jaar. Cumuleren van systemen A1) en A2) kan niet op hetzelfde jaar, dus slechts 1 systeem/adres/jaar. Premie kan aangevraagd worden voor woningen, woongebouwen, scholen en ambachtelijke bedrijfsgebouwen. Sociale huisvestingsmaatschappijen en openbare besturen kunnen slechts per bouwproject of per woongebouw 1 aanvraag indienen, dus niet per adres. Indien voor installatie ook een Gewestelijke premie of een premie van EANDIS kan verkregen worden, wordt de eindbeslissing ook bij voorkeur toegevoegd. B) Groendaken Daktuinen of daken met een volgroeide intensieve begroeiing. Een daktuin is een natuurlijke tuin die zich op het dak bevindt. Een begroeiing zoals gazon, lage planten, kleine heesters en bomen is mogelijk op voorwaarde dat er een voldoende dikke substraatlaag wordt voorzien van minstens 0,3 m. Let echter op voor bepaalde soorten planten: zij kunnen wortels hebben die schade kunnen berokkenen aan de waterdichting. Met een onbeperkte keuze aan planten kan u een zeer mooie tuin creëren op een plaats die normaal onbenut blijft. Het dak is begaanbaar en kan gebruikt worden voor recreatieve doeleinden. Een daktuin vereist niet meer onderhoud dan een traditionele tuin.
6
Opgepast: een substraatlaag heeft een zekere dikte met een aanzienlijk overgewicht (minstens 400 kg/m²). Daktuinen mogen bij renovatiewerken slechts worden toegepast na een grondige studie en een vergunning. Beter is in de ontwerpfase van een gebouw een daktuin te voorzien zodanig dat bij de berekening van de fundering en de dragende elementen ermee rekening wordt gehouden. Een bouwkundig gekwalificeerde persoon zoals een architect of ingenieur dient vooraf de constructie voldoende draagkrachtig verklaard te hebben. De drager van een daktuin heeft normaal gezien een helling tussen de 1 graad en 4 graden om een goede afwatering te voorzien. Toelage : 31,00 euro/m², met max. van 500,00 EUR, per adres/jaar. Bij aanvraag mag factuur maximaal 1 jaar oud zijn op datum van de aanvraag subsidie. De juiste oppervlakte moet ook op plan op schaal van tuin aangeduid worden. Er moet ook een opsomming van plantgoed en inrichting van tuin toegevoegd worden. Bewijs van betaling moet bijgevoegd worden. Premie kan aangevraagd worden voor woningen, woongebouwen, scholen en ambachtelijke bedrijfsgebouwen. Sociale huisvestingsmaatschappijen en openbare besturen kunnen slechts per bouwproject of per woongebouw 1 aanvraag indienen, dus niet per adres. Indien voor installatie ook een Gewestelijke premie of een premie van EANDIS kan verkregen worden, wordt de eindbeslissing ook bij voorkeur toegevoegd. C) Isolatiematerialen 1ste punt : Isoleren van vloer/wand/dak bij nieuwbouw met volgende isolatiematerialen uit nagroeibare grondstoffen: - cellulose-isolatie (cfr. ingeblazen papiervlokken) - houtvezelisolatie - vlasisolatie - hennepisolatie - kurkisolatie - andere producten vermeld op databanklijst van VIBE vzw (Vlaams Instituut voor BioEcologisch Bouwen en Wonen). Toelage: 15% van de gefactureerde kosten (incl. plaatsing en BTW). Dit bedrag (zijnde 15 % op de kostprijs) moet minimum 150,00 EUR bedragen. Het maximale subsidiebedrag is 250,00 EUR. Factuur van isolatiemateriaal met duidelijke omschrijving van gebruikte materiaal mag maximaal 1 jaar oud zijn op datum van de aanvraag subsidie. Bewijs van betaling moet eveneens bijgevoegd worden. Premie kan aangevraagd worden voor woningen, woongebouwen, scholen en ambachtelijke bedrijfsgebouwen. Maximaal 1 aanvraag per adres/jaar. Sociale huisvestingsmaatschappijen en openbare besturen kunnen slechts per bouwproject of per woongebouw 1 aanvraag indienen, dus niet per adres. Indien voor installatie ook een Gewestelijke premie of een premie van EANDIS kan verkregen worden, wordt de eindbeslissing ook bij voorkeur toegevoegd. 2de punt Isoleren van dak bij renovatie (ook door huurder)
7
De premieaanvraag is alleen geldig samen met een kopie van de aankoopfactuur (geen offerte) van het isolatiemateriaal met vermelding van het merk, de soort, het type, het aantal m². Bewijs van betaling moet eveneens bijgevoegd worden. De Rd-waarde (warmteweerstand) wordt bepaald door de dikte van de isolatie (in meter) te delen door de lambdawaarde (W/mK). De lambdawaarden die gebruikt worden voor de berekening van de R-waarde worden bepaald volgens de richtlijnen NBN B 62-002. Lijsten met lambdawaarden die kunnen gebruikt worden, zijn ondermeer terug te vinden op www.butgb.be of www.vibe.be. De premie is enkel geldig bij bestaande woningen (minimum 10 jaar aangesloten op het elektriciteitsnet). Dakisolatie De Rd-waarde van het nieuw geplaatste materiaal moet minimum 3 m²K/W bedragen. De Rd-waarde van een bestaande isolatielaag mag niet mee verrekend worden om aan de minimum 3 m²K/W te komen. Thermische (isolerende) folies en riet komen niet in aanmerking voor deze premie. Zoldervloerisolatie van een onbewoonde zolder wordt eveneens beschouwd als dakisolatie. Toelage: 15% van de gefactureerde kosten (incl. plaatsing en BTW). Dit bedrag (zijnde 15 % op de kostprijs) moet minimum 150,00 EUR bedragen. Het maximale subsidiebedrag is 250,00 EUR. Factuur van isolatiemateriaal met duidelijke omschrijving van gebruikte materialen mag maximaal 1 jaar oud zijn op datum van de aanvraag subsidie. Premie kan aangevraagd worden voor woningen, woongebouwen, scholen en ambachtelijke bedrijfsgebouwen. Maximaal 1 aanvraag per adres/jaar. Sociale huisvestingsmaatschappijen en openbare besturen kunnen slechts per bouwproject of per woongebouw 1 aanvraag indienen, dus niet per adres. Indien voor installatie ook een Gewestelijke premie of een premie van EANDIS kan verkregen worden, wordt de eindbeslissing ook bij voorkeur toegevoegd. De som van de premie van EANDIS, het Vlaamse Gewest en de gemeente mag de totale kostprijs aangerekend op factuur (incl. BTW), niet overschrijden. D) Gebruik van FSC gelabeld hout of een gelijkwaardig label De Forest Stewardship Council (FSC) is een onafhankelijke, niet-gouvernementele organisatie die streeft naar verantwoord bosbeheer wereldwijd. Verantwoord bosbeheer houdt rekening houdt met het milieu, heeft een sociale dimensie en is economisch haalbaar. FSC werd in 1993 opgericht door boseigenaren, de houtsector, sociale bewegingen en milieuorganisaties. Toelage : Forfaitair bedrag van 250,00 euro per woning, met een minimum factuurbedrag van 1.250,00 EUR. Het FSC label, of een gelijkwaardig label dat aantoont dat het hout afkomstig is van bossen waarvan het duurzaam beheer door een onafhankelijke instelling volgens internationaal erkende criteria werd gecertificeerd, moet duidelijk af te leiden zijn op grond van de factuur die maximaal 1 jaar oud mag zijn op datum van de aanvraag subsidie. Bewijs van betaling moet eveneens bijgevoegd worden. Premie kan aangevraagd worden voor woningen, woongebouwen, scholen en ambachtelijke bedrijfsgebouwen. Maximaal 1 aanvraag per adres/jaar. Sociale huisvestingsmaatschappijen en openbare besturen kunnen slechts per bouwproject of per woongebouw 1 aanvraag indienen, dus niet per adres. 8
Indien voor installatie ook een Gewestelijke premie of een premie van EANDIS kan verkregen worden, wordt de eindbeslissing ook bij voorkeur toegevoegd. E) Natuurverven en aanverwante afwerkingproducten voor binnen en/ of buitentoepassingen… - verven, lakken, vernissen,… - oliën, … - leempleisters Enkel producten vermeld op databanklijst VIBE vzw. Toelage : 15% van de gefactureerde kosten (incl. BTW). Dit bedrag (zijnde 15 % van de gefactureerde kosten) moet minimum 75 euro bedragen. Het maximale subsidiebedrag is 250,00 EUR aan producten zoals hierboven beschreven en die vermeld staan in de databanklijst van VIBE vzw. De factuur mag maximaal 1 jaar oud zijn op datum van de aanvraag subsidie. Bewijs van betaling moet eveneens bijgevoegd worden. Premie kan aangevraagd worden voor woningen, woongebouwen, scholen en ambachtelijke bedrijfsgebouwen. Maximaal 1 aanvraag per adres/jaar. Sociale huisvestingsmaatschappijen en openbare besturen kunnen slechts per bouwproject of per woongebouw 1 aanvraag indienen, dus niet per adres. F) Passief huis De term passiefhuis staat voor een specifieke constructiestandaard voor woongebouwen met een goed binnenklimaat gedurende winter zowel als zomer, zonder traditioneel verwarmingsof koelsysteem. Dit houdt een zeer goede thermische isolatie en zeer goede lucht-/ kierdichting van de constructie in, terwijl een goed binnenklimaat verzekerd is door gebalanceerde ventilatie met hoge mate van warmterecuperatie / terugwinning. Concreet betekent een passiefhuis bouwen dus: - warmteverliezen beperken door ver doorgedreven isolatie; - warmteverliezen beperken door zeer goede luchtdichtheid van het gebouw; - luchtkwaliteit waarborgen door ventilatie met warmteterugwinning; - gebruik van passieve energie (bodemwarmte, zonnewarmte, …); - laag energiegebruik door efficiënte apparaten. Als nu door bovenstaande punten uit te voeren aan volgende normen voldaan wordt dan is het gebouw in staat om zonder de klassieke verwarmingsinstallatie (en bijbehorende energiefactuur) een zeer comfortabel binnenklimaat te garanderen. Er wordt dan niet meer actief verwarmd en men spreekt dan van een 'passief' gebouw of 'passiefhuis'. Verbouwen volgens passiefhuisstandaard. De premie is enkel geldig indien vergezeld van een passiefhuiscertificaat. Toelage: 1.000,00 EUR/woning Voor het verkrijgen van de subsidie voor een nieuwbouw en een verbouwing moet een passiefhuiscertificaat voorgelegd worden. Premie kan enkel aangevraagd worden door particulieren voor bouwen van particuliere woningen, geen appartementen of studio’s, volgens passief huisstandaard. De premie is enkel geldig voor verbouwen van eengezinswoningen (minimum 10 jaar aangesloten op het elektriciteitsnet) door particulieren, niet voor appartementen of studio’s.
9
De premie is niet cumuleerbaar met andere premies van de gemeente voor maatregelen die in het E-peil worden verrekend. G) E-peil voor nieuwbouwwoning lager dan of gelijk aan E60 Onder nieuwbouwwoningen wordt verstaan woningen die een geldig energieprestatiecertificaat bij bouw (EPB) hebben met afgiftedatum na 1 januari 2011. Indien voor een verbouwing de volledige woning onderhevig is aan de EPB-regelgeving dan wordt deze ook beschouwd als nieuwbouw. Gedeeltelijke herbouw en uitbreiding die niet vallen onder de EPB-regelgeving komen niet in aanmerking. De premie is enkel geldig vergezeld van een energieprestatiecertificaat (EPC) met datum ingebruikname van 2013, en niet ouder dan 1 jaar, waaruit blijkt dat het E-peil lager is dan of gelijk is aan E60. Toelage: E60 tot 30: 400 EUR + {20 EUR x (E60 – Epeil van de woning)} Indien E-peil lager is dan E30 wordt NOOIT meer dan maximaal 1.000 EUR subsidie Uitbetaald. §2. Voor facturen van NA 1 januari 2014 die bij het indienen van de aanvraag niet ouder zijn dan 1 jaar: 1. Installaties voor de thermische omzetting van zonne-energie in warm water of warme lucht (zonneboilers/zonnecollector) voor bestaande eengezinswoningen, die in gebruik genomen zijn vóór 1 januari 1998. De premie is enkel geldig voor bestaande ééngezinswoningen die in gebruik genomen Zijn vóór 1 januari 1998. Herbouw en uitbreiding van een bestaande bouw en grondige verbouwingen die aan de E-peil eisen moeten voldoen, komen niet in aanmerking. De premie geldt enkel voor een zonneboiler voor de aanmaak van sanitair warm tapwater, eventueel in combinatie met woningverwarming. Zwembadverwarming, geheel of gedeeltelijk, komt niet in aanmerking. De collector heeft een systeemtest (volgens EN 12976 of volgens EN/TS 12977) ondergaan of bezit een Solar Keymark. Het fabrieksmatig geproduceerd systeem is gemarkeerd conform EN 12976-1. Er is aan de eindgebruiker een aparte handleiding in het Nederlands overhandigd die conform is met EN 12976-1. Aan de eindgebruiker is een onderhoudschecklist in het Nederlands overhandigd. Een lijst van zonneboilers waarvan aanvaard is dat zij voldoen aan de gestelde voorwaarden is onder meer terug te vinden op de website www.q4q.be. Indien de zonneboiler op de lijst voorkomt, hoeven geen attesten bijgevoegd te worden. De producten genieten van een waarborg : minstens 10 jaar op de werking van de collector, 5 jaar op de boiler en 2 jaar op de andere onderdelen. De factuur van collector en boiler met vermelding van merk en type van de zonneboiler, het aantal m² apertuuroppervlakte, het aantal liter opslagvat en de prijs van de zonneboiler, die eveneens moet bijgevoegd worden, mag maximaal 1 jaar oud zijn op datum van aanvraag en moet type vermelden, samen met plaatsingsadres. Bewijs van betaling moet eveneens bijgevoegd worden.
10
Bovendien moet een attest dat de installatie geïnstalleerd werd door aannemer worden bijgevoegd samen met een foto van de panelen en de boiler. De aanvraag is enkel geldig indien vergezeld van een kopie van de schriftelijke rapportering van de technische controle die door het installatiebedrijf bij de indienstneming van de installatie werd uitgevoerd en een kopie van de opbrengstberekeningen van het installatiebedrijf. De inhoud van het boilervat moet minstens 40 liter per vierkante meter apertuuroppervlakte bedragen ingeval van vlakkeplaatcollectoren en minstens 55 liter per vierkante meter apertuuroppervlakte bedragen ingeval van buiscollectoren. Uitbreiding van een bestaand thermisch zonnecollectorsysteem met bijkomende panelen komt niet in aanmerking. Vervanging van een bestaand thermisch zonnecollectorsysteem door een nieuw thermisch zonnecollectorsysteem komt niet in aanmerking. 2. Installatie van warmtepompen die uitsluitend werken als warmtepomp en niet als koeling gebruikt kunnen worden, voor bestaande eengezinswoningen,die in gebruik genomen zijn vóór 1 januari 1998. De premie is enkel geldig voor bestaande eengezinswoningen die in gebruik genomen zijn vóór 1 januari 1998. Herbouw en uitbreiding van een bestaande bouw en grondige verbouwingen die aan de E-peil eisen moeten voldoen, komen niet in aanmerking. De COP’s voldoen minstens aan de criteria vermeld in de bijlage van de Beschikking van de Europese Commissie van 9 november 2007, tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de Europese milieukeur aan elektrische, gas- of gasabsorptie warmtepompen. Publicatieblad van de Europese Unie van 20 november 2007, concreet: Voor elektrische warmtepomp: Gemeten volgens EN14511 Soort Min. COP bodem/water 4,3 water/ water 5,1 lucht/water 3,1 lucht/ lucht 2,9 Gemeten volgens CETIAT Soort Min. COP Directverdamping/ 4,3 water Directverdamping/ 4,3 Directcondensatie Voor gaswarmtepomp: Gemeten volgens EN14511 of EN12309-2 Soort Min. COP bodem/water 1,54 water/ water 1,85 lucht/water 1,14 lucht/ lucht 1,27 Gemeten volgens CETIAT Soort Min. COP Directverdamping/ 1,54 water Directverdamping/ 1,54 Directcondensatie
Bron t° 0 °C 10 °C 2 °C 2 °C
Afgifte t° 35 °C 35 °C 35 °C 20 °C
Bron t° 0 °C
Afgifte t° 35 °C
0 °C
35° C
Bron t° 0 °C 10 °C 2 °C 2 °C
Afgifte t° 45 °C 45 °C 45 °C 20 °C
Bron t° 0 °C
Afgifte t° 45 °C
0 °C
45° C 11
De warmtepomp staat in voor de hoofdverwarming van het gebouw en het condensvermogen van de warmtepomp, gemeten volgens EN 14511, bedraagt minstens 80 % van de nominale warmteverliezen van het gebouw, berekend volgens NBN B62-003. De warmtepomp kan niet worden gebruikt voor actieve koeling. De warmtepomp is geïnstalleerd volgens de bestaande Belgische en internationale richtlijnen, normen, wetten en codes van goede praktijk (‘Code van goede praktijk voor de toepassing van warmtepompsystemen in de woningbouw’) en voldoet aan de relevante eisen van de geharmoniseerde EU Directieven ‘EU-safety Standards’ en ‘EU Product Standards’. De warmteafgifte moet gebeuren via lage temperatuur radiatoren/ convectoren of vloer-of muurverwarming op een maximumtemperatuur van 40 °C. Waar geen richtlijnen, normen of wetten terzake beschikbaar zijn, worden evaluatierichtlijnen toegepast gebaseerd op internationaal aanvaarde referenties uit de vakliteratuur. Een lijst van pompen waarvan aanvaard is dat ze voldoen aan de gestelde eisen is onder meer terug te vinden op de website www.warmtepompplatform.be. Indien de warmtepomp op de lijst voorkomt, hoeven geen attesten bijgevoegd te worden. De warmtepomp geniet minimum 2 jaar volledige garantie. Reserveonderdelen, origineel of gelijkwaardig zijn minimaal 10 jaar beschikbaar en verkrijgbaar, beide te beginnen op de datum van aankoop. Aan de eindgebruiker worden de volgende documenten in het Nederlands overhandigd: plannings- en technische documentatie, een installatiehandleiding, een gebruikershandleiding en opleverings- en herstellingsdocumentatie. Zwembadverwarming, geheel of gedeeltelijk, komt niet in aanmerking. De premieaanvraag is alleen geldig samen met een kopie van de aankoopfactuur van de warmtepomp met vermelding van plaatsingsadres, merk en type van de warmtepomp, samen met een foto van de geplaatste warmtepomp. De factuur mag maximaal 1 jaar oud zijn op datum van aanvraag. Bewijs van betaling moet eveneens bijgevoegd worden. Bovendien moet een attest dat de installatie geïnstalleerd werd door aannemer worden bijgevoegd. Warmtepompboilers komen niet in aanmerking. 3. Groendaken voor bestaande ééngezinswoningen, die in gebruik genomen zijn vóór 1 januari 1998. De premie is enkel geldig voor bestaande eengezinswoningen die in gebruik genomen zijn vóór 1 januari 1998. Herbouw en uitbreiding van een bestaande bouw en grondige verbouwingen die aan de E-peil eisen moeten voldoen, komen niet in aanmerking. Daktuinen of daken met een volgroeide intensieve begroeiing. Een daktuin is een natuurlijke tuin die zich op het dak bevindt. Een begroeiing zoals gazon, lage planten, kleine heesters en bomen is mogelijk op voorwaarde dat er een voldoende dikke substraatlaag wordt voorzien van minstens 0,3 m. Let echter op voor bepaalde soorten planten: zij kunnen wortels hebben die schade kunnen berokkenen aan de waterdichting. Met een onbeperkte keuze aan planten kan u een zeer mooie tuin creëren op een plaats die normaal onbenut blijft. Het dak is begaanbaar en kan gebruikt worden voor recreatieve doeleinden. Een daktuin vereist niet meer onderhoud dan een traditionele tuin. Opgepast: een substraatlaag heeft een zekere dikte met een aanzienlijk overgewicht (minstens 400 kg/m²). Daktuinen mogen bij renovatiewerken slechts worden toegepast na een grondige studie en een vergunning.
12
Beter is in de ontwerpfase van een gebouw een daktuin te voorzien zodanig dat bij de berekening van de fundering en de dragende elementen ermee rekening wordt gehouden. Een bouwkundig gekwalificeerde persoon zoals een architect of ingenieur dient vooraf de constructie voldoende draagkrachtig verklaard te hebben. De drager van een daktuin heeft normaal gezien een helling tussen de 1 graad en 4 graden om een goede afwatering te voorzien. De factuur mag maximaal 1 jaar oud zijn op datum van de aanvraag subsidie. De juiste oppervlakte moet ook op plan op schaal van tuin aangeduid worden. Er moet ook een opsomming van plantgoed en inrichting van tuin toegevoegd worden. Bewijs van betaling moet bijgevoegd worden, samen met een foto van het groendak. 4. Isoleren van dak bij renovatie (ook door huurder) voor bestaande eengezinswoningen, die in gebruik genomen zijn vóór 1 januari 1998. De premie is enkel geldig voor bestaande eengezinswoningen die in gebruik genomen Zijn vóór 1 januari 1998. Herbouw en uitbreiding van een bestaande bouw en grondige verbouwingen die aan de E-peil eisen moeten voldoen, komen niet in aanmerking. De premieaanvraag is alleen geldig samen met een kopie van de aankoopfactuur (geen offerte) van het isolatiemateriaal met vermelding van plaatsingsadres, het merk, de soort, het type, het aantal m². Bewijs van betaling moet eveneens bijgevoegd worden. De Rd-waarde (warmteweerstand) wordt bepaald door de dikte van de isolatie (in meter) te delen door de lambdawaarde (W/mK). De lambdawaarden die gebruikt worden voor de berekening van de Rd-waarde worden bepaald volgens de richtlijnen NBN B 62-002. Lijsten met lambdawaarden die kunnen gebruikt worden, zijn ondermeer terug te vinden op www.butgb.be, www.eota.be of www.vibe.be. Materiaal dat niet op deze websites wordt vermeld maar wel beschikt over de nodige technische goedkeuringen (NBN B62-002 of ETA) komt alleen in aanmerking voor de premie met een bijgevoegde ondertekende verklaring van uw aannemer en een technische fiche met vermelding van bovenstaande gegevens. Dakisolatie De Rd-waarde van het nieuw geplaatste materiaal moet minimum 3,5 m²K/W bedragen. De Rd-waarde van een bestaande isolatielaag mag niet mee verrekend worden om aan de minimum 3,5 m²K/W te komen. Thermische (isolerende) folies en riet komen niet in aanmerking voor deze premie. Zoldervloerisolatie wordt alleen als dakisolatie beschouwd wanneer het de vloer van een onverwarmde zolder betreft. Als het de isolatie van een hellend vlak betreft, moet er ook een dampscherm aanwezig zijn langs de binnenzijde van de woning. 5. Na-isolatie bestaande buitenmuur via buitenzijde en bestaande spouwmuur door aannemer voor bestaande eengezinswoningen, die in gebruik genomen zijn vóór 1 januari 1998. De premie is enkel geldig voor bestaande ééngezinswoningen die in gebruik genomen zijn vóór 1 januari 1998. Herbouw en uitbreiding van een bestaande bouw en grondige verbouwingen die aan de E-peil eisen moeten voldoen, komen niet in aanmerking. De premieaanvraag is alleen geldig samen met een kopie en betaalbewijs van alle facturen (geen offerte, leveringsbon, kasticket of proforma factuur) voor de levering en plaatsing van het isolatiemateriaal met vermelding van het plaatsingsadres, merk, het type, de soort, het aantal m², de Rd-waarde of warmteweerstand, de dikte, de lambdawaarde (spouwmuur), de 13
datum van uitvoering (indien spouwmuurisolatie) en de kostprijs van de isolatie en plaatsing. Bewijs van betaling moet eveneens bijgevoegd worden. Voor spouwmuurisolatie bevat de premieaanvraag eveneens een kopie van de Verklaring van overeenkomstigheid met STS 71-1. De spouwmuur- of de buitenisolatie dient geplaatst te worden door een aannemer. Eisen -
voor spouwmuurisolatie: De spouw heeft een minimale breedte van 50 millimeter De volledige spouwbreedte moet opgevuld worden met het isolatiemateriaal Enkel na-isolatie van bestaande spouwmuren komt in aanmerking. De lambdawaarde van het gebruikte isolatiemateriaal mag hoogstens 0,065 W/mk bedragen. De lambdawaarde van het gebruikte isolatiemateriaal wordt bepaald volgens de richtlijnen van NBN B62-002. De gebruikte materialen, plaatsingstechnieken en plaatsers moeten volledig voldoen aan de STS, bedoeld in artikel 13 van het ministerieel besluit van 6 september 1991 tot inrichting van de technische goedkeuring en opstelling van typevoorschriften in de bouwsector voor wat betreft het plaatsen van isolatie in spouwmuren. De premie kan slechts worden toegekend nadat het Vlaams energieagentschap of de netbeheerder heeft vastgesteld dat is voldaan aan de STS.
Eisen voor buitenmuurisolatie: - De Rd-waarde (warmteweerstand) van het nieuw geplaatst materiaal moet minimum 2,0 m² K/W bedragen. De Rd-waarde wordt bepaald door de dikte van de isolatie (in meter) te delen door de lambdawaarde (W/mk). - De Rd-waarde van een bestaande isolatielaag en van de afwerkingslaag mag niet mee verrekend worden om aan de minimumeis van 2,0 m² KW te komen. - Enkel na-isolatie aan de buitenkant van al bestaande buitenmuur komt in aanmerking. - De lambdawaarde van het gebruikte isolatiemateriaal wordt bepaald volgens de richtlijnen van NBN B62-002 of ETA (Europees Technische goedkeuring). Deze lambdawaarden zijn ondermeer terug te vinden op de websites www.butgb.be, www.eota.be en www.vibe.be. Materiaal dat niet op deze websites wordt vermeld maar wel beschikt over de nodige technische goedkeuringen (NBN B62-002 of ETA), komt alleen in aanmerking voor de premie met een bijgevoegde ondertekende verklaring van de aannemer en een technische fiche met vermelding van bovenstaande gegevens. Artikel 3: Het maximale subsidiebedrag wordt als volgt vastgesteld : §1.Voor facturen-van vóór 1 januari 2014 en EPC certificaat met ingebruikname in 2013 die bij indienen van aanvraag niet ouder zijn dan 1 jaar: Per adres kan per jaar slechts één subsidie ontvangen worden per categorie voor installatietechnieken vermeld onder de rubriek A (A1 en A2). De rubrieken A, B, C, D, E, (F of G) kunnen wel gecombineerd worden: per rubriek 1 aanvraag/adres/jaar. F en G kunnen niet gecombineerd worden. De toelage kan gecumuleerd worden met de bouw- en/of renovatiepremie, verleend door de gemeente, indien een dergelijke premie werd toegestaan. §2. Voor facturen van NA 1 januari 2014 die bij het indienen van de aanvraag niet ouder zijn dan 1 jaar: Er wordt éénmalig een subsidie toegekend van maximaal 300,00 EUR, voor één of meerdere van bovenstaande maatregelen (1-5), per adres op het grondgebied van Zulte. Daartoe wordt 15 % van alle factuurbedragen samen (1-5) in aanmerking genomen.
14
Het gemeentebestuur behoudt het recht om zich -in elke fase van het project- ter plaatse te komen vergewissen van de situatie en indien nodig contact te nemen met de firma en/ of aannemer die de installatie beschreven heeft, levert, plaatst of die advies verstrekt. Indien de installatie niet overeenstemt met de beschrijving in de aanvraag, behoudt het gemeentebestuur het recht uitbetaalde premies terug te vorderen. De toekenning van de premie betekent niet dat het gemeentebestuur verantwoordelijkheid opneemt wat betreft de toestellen, materialen en/ of resultaten. De premieaanvraag geldt enkel voor nieuw aangekochte en geplaatste materialen. Goedkeuring van Eandis premies die gelijk lopen met gemeentelijke premie kunnen door het gemeentebestuur opgevraagd worden. De premies worden slechts uitbetaald indien de nodige stedenbouwkundige vergunningen voor de gebouwen en de werken die betrekking hebben op de subsidie, verkregen werden. Artikel 4: De aanvraag tot het bekomen van de subsidie wordt schriftelijk ingediend, t.a.v. het college van burgemeester en schepen. De aanvraag geschiedt via een standaardformulier en is vergezeld van de vereiste bewijsstukken. Artikel 5: Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak betreffende de toekenning van de subsidie voor de installatie en het gebruik van alternatieve energiebronnen. Tweemaal per jaar wordt overgegaan tot uitbetaling van de toelage na definitieve toekenning. De uitbetaling kan enkel gebeuren op de bank- of postrekening van de aanvrager. Artikel 6: In de gevallen waar de aangegane verbintenissen niet meer worden nagekomen, kan de gemeente haar toelage terugvorderen, verhoogd met de wettelijke interesten te rekenen vanaf de datum waarop niet meer werd voldaan aan de gestelde voorwaarden. Hetzelfde geldt als blijkt dat het certificaat of het installatiebewijs niet voldoende zijn om een optimale werking te garanderen. Artikel 7: De nodige kredieten worden jaarlijks in het budget ingeschreven. Artikel 8: Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2014 en vervangt de gemeenteraadsbeslissing d.d. 17 december 2013 houdende wijziging subsidiereglement voor het plaatsen en aanwenden van alternatieve energiebronnen, voor het aanwenden van milieuvriendelijke producten–technieken naar energiezuinig maken van bestaande eengezinswoningen naar 2020. Artikel 9: Dit gemeenteraadsbesluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikels 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 10: Dit besluit wordt ter kennis gebracht van de provinciegouverneur door middel van de lijst bedoeld in artikel 252 §1 van het Gemeentedecreet. Een afschrift van deze beslissing zal eveneens voor kennisgeving worden overgemaakt aan - Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Economie, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie.; - de lokale energie-intercommunale. - de financieel beheerder. ---------------------------------------
15
Agendapunt nr.4: AANPASSEN REGLEMENT INZAKE HET VERLENEN VAN EEN GEMEENTELIJKE AANPASSINGS- EN VERBETERINGSPREMIE, EEN GEMEENTELIJKE BOUW- EN AANKOOPPREMIE EN EEN GEMEENTELIJKE RENOVATIEPREMIE. INVOEGEN OVERGANGSBEPALING DE GEMEENTERAAD Gelet op de gemeenteraadsbeslissing de dato 17 december 2013 houdende aanpassen reglement inzake het verlenen van een gemeentelijke aanpassings- en verbeteringspremie, een gemeentelijke bouw- en aankooppremie en een gemeentelijke renovatiepremie; Overwegende dat artikel 6 bepaalt dat premieaanvragen ingediend voor 31 december 2013 nog afgehandeld worden volgens het oude premiestelsel. Alle premieaanvragen vanaf 1 januari 2014 worden volgens het nieuwe premiestelsel, zoals goedgekeurd door de gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2013, afgehandeld; Overwegende dat in bovenvermeld besluit de inkomensgrens voor de gemeentelijke bouw- en aankooppremie als volgt vastgesteld werd: Op het moment van de toekenning van de lening mag het laatst gekende netto-belast-baar inkomen (NBI) van de aanvrager volgende maxima niet overschrijden: a. Als inkomensgrens wordt de inkomensgrens gehanteerd die toegepast wordt door Wonen Vlaanderen voor de verbeterings- en aanpassingspremie. Bij wijze van voorbeeld moet voor het jaar 2013 met volgende bedragen rekening gehouden worden: 28.730,00 EUR te verhogen met 1.500,00 EUR per inwonende persoon ten laste b. Voor de volgende jaren: worden deze bedragen aangepast aan de index toegepast door Wonen Vlaanderen. Overwegende dat in datzelfde besluit onder artikel 3 punt 3 staat dat de aanvraag pas geldig kan worden ingediend nadat de aanvrager schriftelijk heeft ingestemd met het aanbod van de kredietinstelling nopens de aanvraag tot het bekomen van een hypothecaire lening en ten laatste 1 jaar na de ingebruikneming van de desbetreffende woning. De datum van domiciliewijziging geldt als datum voor ingebruikneming. Overwegende dat mensen die in november 2013 hun domicilie gewijzigd hebben nog een jaar tijd hebben om hun subsidieaanvraag in te dienen; Overwegende dat zij in 2013 nog perfect konden voldoen aan de inkomensvoorwaarde maar dat zij uit de boot kunnen vallen als zij hun aanvraag pas indienen na 1 januari 2014; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen daarom voorstelt om een overgangsbepaling in te lassen in het besluit van 17 december 2013, meer bepaald onder artikel 6: premieaanvragen ingediend na 1 januari 2014: - waarvan de woning in gebruik genomen is voor 31 december 2013 - waarbij de eigenaars aan alle andere voorwaarden voldeden (o.a. inkomen, ….) en - die hun aanvraag indienen binnen de termijn van 1 jaar na ingebruikneming (domiciliewijziging), worden nog afgehandeld volgens het oude premiestelsel. Alle andere premieaanvragen worden volgens het nieuwe stelsel afgehandeld (zoals goedgekeurd in huidige gemeenteraadsbeslissing); Overwegende dat om de leesbaarheid te bevorderen het integrale besluit hernomen wordt met aanpassing van artikel 6; Gelet op de artikelen 42, 186 en 187 van het gemeentedecreet;
16
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Michaël Vandemeulebroecke; Gelet op de tussenkomst van raadslid Sally Cosijns die verwijst naar de discussie die gevoerd werd in de gemeenteraad van december 2013 en vaststelt dat de inkomensgrens aanzienlijk verlaagd werd. De CD&V-fractie vreest dat hierdoor een aanzienlijk aantal aanvragers uit de boot dreigt te vallen. Raadslid Cosijns stuurt erop aan om hier duidelijk over te communiceren in het infoblad en via andere kanalen. Burgemeester Simon Lagrange komt tussen en stelt dat hij er vrij zeker van is dat de wijziging in het vorig infoblad toegelicht werd. De voorzitter roept op tot stemming over de aanpassing van het reglement. De stemming geeft de volgende uitslag : 21 raadsleden nemen deel aan de stemming. 8 onthoudingen (CD&V-fractie) 13 stemmen voor (Open Zulte, N-VA & GVZ) BESLUIT: Artikel 1: Onderhavige beslissing treedt in werking op 1 januari 2014 en vervangt de gemeenteraadsbeslissing de dato 17 december 2013 houdende aanpassen reglement inzake het verlenen van een gemeentelijke aanpassings- en verbeteringspremie, een gemeentelijke bouw- en aankooppremie en een gemeentelijke renovatiepremie. Artikel 2: Met ingang van 1 januari 2014 wordt een gemeentelijke aanpassings- en verbeteringspremie toegekend onder de volgende voorwaarden: 1. Er wordt een gemeentelijke aanvullende aanpassings- en verbeteringspremie van 65,00 EUR verleend voor de verbetering van de huisvesting aan diegenen voor wie het gemeentebestuur een kennisgeving ontvangt vanwege het ministerie van de Vlaamse gemeenschap, bestuur huisvesting, waaruit blijkt dat hun een aanpassings-/verbeteringspremie wordt toegekend. 2. De gemeentelijke aanpassings- en verbeteringspremie kan niet gecumuleerd worden met de gemeentelijke renovatiepremie. De aanvrager dient een keuze te maken tussen beide premies. Artikel 3: Met ingang van 1 januari 2014 wordt een gemeentelijke premie toegekend voor het bouwen, laten bouwen of kopen van een woning onder de volgende voorwaarden: 1. Fysische meerderjarige personen (geen rechtspersonen zoals vzw, bvba, nv, …) kunnen voor zover ze een hypothecaire lening afsluiten bij een erkende kredietinstelling een aanvraag indienen voor: a. het bouwen of laten bouwen van een huis/appartement voor eigen rekening en eigen gebruik; b. het kopen bij overeenkomst van een huis of appartement in de privé sector. Het kopen/bouwen van een sociale woning komt niet in aanmerking. 2. Het verkrijgen van deze premie houdt in dat degene die de premie aanvraagt de verbintenis aangaat dat hij/zij binnen een termijn van drie jaar na de indieningdatum de woning volledig zal betrekken en zo nodig de toezichthoudende ambtenaren toegang zal geven tot de woning om de naleving van de gestelde voorwaarden te controleren. De indieningdatum is de datum waarop het bestuur de aanvraag ontvangt of de datum van de aangetekende zending. 3. De aanvraag kan pas geldig worden ingediend nadat de aanvrager schriftelijk heeft ingestemd met het aanbod van de kredietinstelling nopens de aanvraag tot het bekomen 17
van een hypothecaire lening en ten laatste 1 jaar na de ingebruikneming van de desbetreffende woning. De datum van domiciliewijziging geldt als datum voor ingebruikneming. 4. De lening moet worden aangegaan bij een erkende kredietinstelling en de aanvrager moet instemmen met het aanbod van die instelling. De kredietinstelling moet verklaren dat zij: - ingeschreven is overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 225 van 7 januari 1936 en latere wijzigingen tot reglementering van de hypothecaire leningen en tot inrichting van de controle op de hypothecaire leningen; - vrijgesteld is van de inschrijving ingesteld bij voornoemd koninklijk besluit; - ingeschreven is overeenkomstig de wet van 4 augustus 1992 en latere wijzigingen op het hypothecair krediet. 5. Noch de aanvrager noch zijn samenwoner mogen op de referentiedatum (indieningsdatum van de premieaanvraag bij de gemeente) en in de periode van 2 jaar voorafgaand aan die datum een andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik bezitten of bezeten hebben. Er zijn echter twee uitzonderingen: a. De woning die de aanvrager bezit is een ongezonde, niet-verbeterbare woning. De aanvrager moet deze woning slopen of een andere bestemming geven en dit ten laatste drie jaar na de indieningdatum. b. De woning die de aanvrager bezit is te klein voor het gezin. Een woning is slechts te klein als het aantal bewoners de bezettingsnorm overschrijdt (zie www.zulte.be – bouwen en wonen – premies en subsidies – gemeentelijke bouw- of aankooppremie). De aanvrager moet deze woning vervreemden ten laatste drie jaar vanaf de indieningdatum. 6. Op het moment van de toekenning van de lening mag het laatst gekende netto-belast-baar inkomen (NBI) van de aanvrager volgende maxima niet overschrijden: a. Als inkomensgrens wordt de inkomensgrens gehanteerd die toegepast wordt door Wonen Vlaanderen voor de verbeterings- en aanpassingspremie. Bij wijze van voorbeeld moet voor het jaar 2013 met volgende bedragen rekening gehouden worden: 28.730,00 EUR te verhogen met 1.500,00 EUR per inwonende persoon ten laste b. Voor de volgende jaren: worden deze bedragen aangepast aan de index toegepast door Wonen Vlaanderen. 7. De belanghebbende moet schriftelijk zijn instemming betuigd hebben met het aanbod inzake hypothecaire lening van de kredietinstelling vooraleer de kredietinstelling of hijzelf de aanvraag om tegemoetkoming kan indienen. 8. De aanvrager dient met het oog op het bekomen van de premie een hypothecaire lening bij een erkende kredietinstelling van minstens 25.000,00 EUR aan te gaan, met een minimum looptijd van 10 jaar. De lening moet gewaarborgd zijn door een hypotheek of een voorrecht op de te bouwen of te kopen woning. 9. De aanvraag kan door de kredietinstelling of door de aanvrager zelf gebeuren hetzij door voorlegging aan het bestuur hetzij door aangetekende indiening. De formulieren kunnen pas na volledige aanvulling worden ingediend maar moeten ten laatste 1 jaar na de ingebruikneming van de desbetreffende woning worden voorgelegd. De datum van domiciliewijziging geldt als datum voor ingebruikneming. De aanvrager wordt in kennis gesteld van de indieningdatum. 10. Binnen de drie maanden na de voorlegging van alle stukken dient de aanvrager te worden in kennis gesteld van de toekenning of weigering van de premie. Indien alle vereiste stukken niet binnen drie maanden na indieningdatum worden voorgelegd, zal de premie ambtshalve worden geweigerd. 11. De gemeentelijke bouw- of aankooppremie bedraagt 620,00 EUR. Dit bedrag wordt verhoogd met een aanvullende premie van 62,00 EUR per persoon ten laste. Wordt beschouwd als persoon ten laste: 18
a) het inwonend kind waarvoor op de indieningdatum kinderbijslag of wezentoeslag wordt uitbetaald; b) elke erkende ernstig gehandicapte (aanvrager of familielid) die deel uitmaakt van het gezin, die ook de woning zal betrekken. 12 Een verhoging van de tegemoetkoming ten bedrage van 62,00 EUR wordt verleend indien de woning specifiek is of wordt aangepast aan de fysieke gesteldheid van een bejaard of gehandicapt gezinslid. Het gezinslid dient op de indieningdatum minstens 60 jaar oud te zijn en het gehandicapt gezinslid moet getroffen zijn door lichamelijke gebreken die in beide gevallen tot gevolg hebben dat specifieke werken aan de woning zijn uit te voeren. In een medisch attest van de behandelende geneesheer dient te worden aangeduid welke specifieke werken en speciale uitrusting noodzakelijk zijn om die gezinsleden in staat te stellen hun activiteiten van het dagelijkse leven zo goed als mogelijk tot ontplooiing te brengen. 13 Op de toezegging is aangegeven of de aanvrager al dan niet nog stukken moet toezenden om de uitbetalingsprocedure van de premie te kunnen starten. De gemeentelijke bouw- of aankooppremie wordt twee maal per jaar uitbetaald (de maanden juni en december worden vooropgesteld). 14 De aanvrager dient de premie volledig terug te betalen: a) indien onjuiste of onvolledige verklaringen werden afgelegd om deze ten onrechte te bekomen. b) indien de krotwoning niet werd gesloopt of buiten gebruik gesteld is of de woning ongezond door overbewoning niet werd vervreemd. Artikel 4: Met ingang van 1 januari 2014 wordt een gemeentelijke premie toegekend voor het renoveren van een woning of het verbouwen door renovatiewerken van een nietresidentieel gebouw tot woning, minimum 40 jaar in gebruik, onder de volgende voorwaarden: 1. Fysische meerderjarige personen (geen rechtspersonen zoals vzw, bvba, nv, …) kunnen een aanvraag indienen voor: a. het renoveren van een woning; b. het verbouwen door renovatiewerken van een niet-residentieel gebouw tot woning. 2. De aanvrager moet of zal de gehele woning of het gebouw in volle eigendom hebben of het volledige vruchtgebruik ervan hebben. De kostprijs van de renovatiewerken inclusief btw moet volgens een raming minstens 6.200,00 EUR bedragen. 3. De eerste ingebruikneming van de woning of van het niet-residentieel gebouw moet minimum 40 jaar bedragen en het kadastraal inkomen mag niet meer bedragen dan 1.115,52 EUR (niet-geïndexeerde bedrag). 4. Het verkrijgen van deze premie houdt in dat de aanvrager de verbintenis aangaat dat hij/zij binnen een termijn van drie jaar na de indieningdatum de woning volledig zal betrekken en zo nodig de bevoegde ambtenaren de toegang zal geven tot de woning om de naleving van de gestelde voorwaarden te controleren. De indieningdatum is de datum waarop het bestuur de aanvraag ontvangt of de datum van aangetekende zending ervan. 5. De aanvraag moet vergezeld zijn van een attest waaruit het kadastraal inkomen blijkt. 6. Noch de aanvrager noch zijn samenwoner mogen op de referentiedatum (indieningsdatum premieaanvraag bij de gemeente) en in de periode van 2 jaar voorafgaand aan die datum een andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik bezitten of bezeten hebben. Er zijn echter twee uitzonderingen: a. De woning die de aanvrager bezit is een ongezonde, niet-verbeterbare woning. De aanvrager moet deze woning slopen of ze niet meer als woning gebruiken en dit ten laatste drie jaar na de indieningdatum. 19
b. De woning die de aanvrager bezit is te klein voor het gezin. Een woning is slechts te klein als het aantal bewoners de bezettingsnorm overschrijdt. (zie www.zulte.be – bouwen en wonen – premies en subsidies – gemeentelijke bouw- of aankooppremie). De aanvrager moet deze woning vervreemden ten laatste drie jaar vanaf de indieningdatum. 7. De aanvrager dient op het aanvraagformulier aan te duiden welke werken hij van plan is uit te voeren. De renovatiewerken moeten op minstens 6.200,00 EUR, inclusief btw, worden geraamd, te bewijzen met facturen niet ouder dan 1 jaar. De bevoegde ambtenaar kan een onderzoek ter plaatse instellen om na te gaan of de geplande renovatiewerken geheel of gedeeltelijk als renovatiewerken kunnen worden beschouwd. In geval van plaatsonderzoek wordt dit ten laatste 15 dagen na de indieningdatum aan de aanvrager meegedeeld. Als uit dit onderzoek blijkt dat de geplande werken onvoldoende zijn om de woning behoorlijk te renoveren, kunnen bijkomende werken worden opgelegd. De woning moet na de uitvoering van de werken voldoen aan de normen gesteld door de Minister. 8. De als renovatiewerken aan te nemen werken zijn opgedeeld in noodzakelijke en facultatieve werken, zoals vermeld op de aanvraagformulieren. De noodzakelijke werken moeten alleszins worden uitgevoerd. De volgende werken worden niet als renovatiewerken beschouwd: a. de werken niet opgenomen op het aanvraagformulier; b. de werken die geen betrekking hebben op de woonfunctie. Hieronder wordt verstaan de werken aan beroepsgedeelten, bijgebouwen zonder woonfunctie, veranda’s, garages en de aanleg van de buitenruimten; c. de werken die betrekking hebben op onderhoud en afwerking van de woning. Als onderhoud wordt beschouwd die werkzaamheden, die noodzakelijk periodiek dienen uitgevoerd te worden om de constructie te behoeden voor vroegtijdige veroudering en abnormale schade (o.a. ontmossen van daken, reinigen en schilderen of impregneren van de elementen, het uitvoeren van beperkte herstellingen, ….) Als afwerking wordt beschouwd de binnenafwerking van een woning, met name de eindafwerkingen van de oppervlakken (evenwel met uitzondering van de kalkbepleisteringen, faience en tegelvloeren die het gevolg zijn van saneringswerken); d. al of niet ingebouwde kasten; e. werken die een kostprijs met zich meebrengen die niet in verhouding staat met een normale kostprijs voor een standaardrenovatie. 9. De aanvraag om tegemoetkoming kan door de aanvrager zelf gebeuren hetzij door voorlegging, hetzij door aangetekende indiening. De formulieren kunnen pas na volledige aanvulling worden ingediend maar moeten vergezeld zijn van de facturen. De aanvrager wordt in kennis gesteld van de indieningdatum. 10. Binnen de drie maanden na de voorlegging van alle stukken en eventueel plaatsbezoek dient de aanvrager in kennis te worden gesteld van de toekenning of weigering van de tegemoetkoming. Indien alle vereiste stukken niet binnen drie maanden na indieningdatum worden voorgelegd, zal de premie ambtshalve worden geweigerd. 11. De basispremie voor een renovatie bedraagt 5% van de kosten van de werken met een maximum van 620,00 EUR. Dit bedrag wordt verhoogd met een aanvullende premie van 62,00 EUR per persoon ten laste. Worden beschouwd als persoon ten laste: a. het inwonend kind waarvoor op de indieningdatum kinderbijslag of wezentoeslag wordt uitbetaald; b. elke erkende ernstig gehandicapte (aanvrager of familielid) die deel uitmaakt van het gezin, die ook de gerenoveerde woning zal betrekken. 12. Op de toezegging is aangegeven of de aanvrager al dan niet nog stukken moet toezenden om de uitbetalingsprocedure van de premie te kunnen starten. De gemeentelijke renovatiepremie wordt twee maal per jaar uitbetaald (de maanden juni en december worden vooropgesteld). 13. De aanvrager dient de premie volledig terug te betalen: a. indien onjuiste of onvolledige verklaringen werden afgelegd om deze ten onrechte te bekomen. 20
b. indien binnen een termijn van drie jaar de krotwoning niet werd gesloopt of buiten gebruik gesteld werd of de woning ongezond door overbewoning niet vervreemd werd. 14. De renovatiepremie kan in twee verschillende fases opgenomen worden. De kostprijs van iedere fase moet minimum 6.200,00 EUR inclusief btw bedragen. De totale maximumpremie blijft beperkt tot 620,00 EUR + 62,00 EUR per persoon ten laste. Als het totale bedrag werd bereikt, kan geen nieuwe renovatie meer worden toegekend. 15. De gemeentelijke renovatiepremie kan niet gecumuleerd worden met de gemeentelijke aanpassings- en verbeteringspremie. De aanvrager dient een keuze te maken tussen beide premies. Artikel 5: Met ingang van 1 januari 2014 wordt een gemeentelijke premie toegekend voor het uitvoeren van specifieke aanpassingswerken ten behoeve van bejaarden en gehandicapten die de toegankelijkheid en het comfort van de woning verbeteren, onder de volgende voorwaarden: 1. Het betreft meer bepaald volgende werken: a. het toegankelijk maken van de woning voor rolstoelgebruikers door het aanbrengen van hellingsbanen, het verbreden van de toegangsdeur (al of niet met automatische bediening) en het wegwerken van hinderlijke drempels; b. het automatiseren van de rolluiken, indien uit een medisch attest blijkt dat de aanvrager niet meer over de nodige kracht beschikt om de rolluiken zelf op te trekken; c. werken om te voorzien in de mogelijkheid om zich te verplaatsen binnen in de woning door: - het creëren van voldoende ruimte voor rolstoelgebruikers (aanpassen van de gangbreedte, het vergroten en/of de functionele herschikking van de woonlokalen en sanitaire ruimten); - het voorzien van efficiënte (deur)openingen tussen de verschillende lokalen als tevens de elektromechanische hulpmiddelen om zich te verplaatsen in de woning voor zover het elementen betreffen die vast verankerd zijn aan het gebouw; - het overbruggen van niveauverschillen in de woning. Bedoeld worden het aanbrengen van hellende vlakken, het wegwerken van hinderlijke niveauverschillen door het verhogen of verlagen van de vloeren als ook de noodzakelijke middelen om de verdiepingshoogte te overbruggen. Hieronder worden verstaan de traplift (stoellift, rolstoelplateaulift) en de verticale lift voor rolstoel en gebruiker; d. werken om te voorzien in de noodzakelijke basisuitrusting (geschikt voor rolstoelgebruik en aangepast aan de specifieke handicap). Bedoeld wordt de installatie van volgende sanitaire toestellen met inbegrip van hun leidingen, aansluitingen en toebehoren: WC, douche of badinstallatie, wastafel en een aangepaste gootsteen in de keuken. Ze worden in aanmerking genomen voor zover de kosten ervan de klassieke standaardinstallatie beduidend te boven gaan. 2. Voor deze specifieke aanpassingswerken aan de woning ten behoeve van bejaarden, die minimum de leeftijd van 65 jaar hebben, en gehandicapten wordt geen minimum te bewijzen kostprijs bepaald. Enkel natuurlijke personen komen in aanmerking voor het bekomen van de premie. 3. De basispremie voor deze aanpassingswerken bedraagt 5% van de kosten met een maximum van 620,00 EUR, te verhogen met een aanvullende premie van 62,00 EUR per persoon ten laste. Worden beschouwd als persoon ten laste: a. het inwonend kind waarvoor op de indieningsdatum kinderbijslag of wezentoeslag wordt uitbetaald; b. elke erkende ernstige gehandicapte (aanvrager of familielid) dat deel uitmaakt van het gezin, die ook de gerenoveerde woning zal betrekken. 4. Er kan maximaal één premieaanvraag per jaar ingediend worden en de maximum premie bedraagt 620,00 EUR/aanvraag/kalenderjaar.
21
5. Alle andere bepalingen betreffende de toekenning van een gemeentelijke renovatiepremie, zoals bepaald in artikel 4 hierboven, blijven verder van kracht. Het betreft meer bepaald de bepalingen betreffende het kadastraal inkomen, enige woning in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik, aanvraagvorm, e.a. 6. De gemeentelijke renovatiepremie kan niet gecumuleerd worden met de gemeentelijke aanpassings- en verbeteringspremie. De aanvrager dient een keuze te maken tussen beide premies. Artikel 6: Premieaanvragen ingediend na 1 januari 2014: - waarvan de woning in gebruik genomen is voor 31 december 2013 - waarbij de eigenaars aan alle andere voorwaarden voldeden (o.a. inkomen, ….) en - die hun aanvraag indienen binnen de termijn van 1 jaar na ingebruikneming (domiciliewijziging), worden nog afgehandeld volgens het oude premiestelsel. Alle andere premieaanvragen worden volgens het nieuwe stelsel afgehandeld (zoals goedgekeurd in huidige gemeenteraadsbeslissing). Artikel 7: Deze beslissing is slechts uitvoerbaar binnen de perken van de desbetreffende goedgekeurde budgetten, noodzakelijk voor de vereffening van dergelijke uitgaven. Artikel 8: Deze beslissing wordt overgemaakt aan de heer provinciegouverneur overeenkomstig artikel 253 § 1, 3° van het gemeentedecreet. --------------------------------------Agendapunt nr. 5: GOEDKEUREN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN VENECO², DE GEMEENTEN KRUISHOUTEM EN ZULTE, STAD WAREGEM EN TMVW BETREFFENDE HET MASTERPLAN ZAUBEEK. DE GEMEENTERAAD Gelet op de princiepsbeslissing van de gemeenteraad van 28 februari 2008 betreffende “het opmaken van een masterplan voor het bedrijventerrein Zaubeek”; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 juni 2008 waarbij Veneco², Port Arthurlaan 11 te 9000 Gent aangesteld werd voor de opdracht “opmaken masterplan voor het bedrijventerrein Zaubeek”; Gelet op de princiepsbeslissing van de gemeenteraad de dato 21 augustus 2008 voor: 1. de eventuele aankoop van gronden op de hoek van de Karreweg met de Oudenaardestraat voor het aanleggen van een fietspad in het kader van het masterplan voor het bedrijventerrein Zaubeek; 2. het aanstellen van een ontwerper voor het opmaken van de eventuele grondinnemingsdossiers; Overwegende dat uit bovenvermelde beslissing van 21 augustus 2008 blijkt dat Veneco² de opdracht voor het transformatieproject bedrijventerrein Zaubeek gegund heeft aan Arcadis, Kortrijksesteenweg 302, 9000 Gent; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 26 augustus 2010 houdende goedkeuren van de samenwerkingsovereenkomst voor het bedrijventerrein Zaubeek;
22
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing de dato 25 maart 2014 houdende goedkeuren van de lastvoorwaarden en de gunningswijze voor het uitvoeren van wegen- en rioleringswerken in de Karreweg - masterplan Zaubeek; Gelet op het bijgevoegde ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen Veneco², de gemeenten Kruishoutem en Zulte, stad Waregem en TMVW betreffende de uitvoering van bovenvermeld project; Overwegende dat Veneco², de gemeenten Kruishoutem en Zulte, stad Waregem en TMVW beslist hebben bovenvermelde werken in het algemeen belang samen te voegen en Veneco² aan te duiden om overeenkomstig artikel 38 van de wet van 15 juni 2006, in gezamenlijke naam bij de procedure, bij de gunning en de uitvoering van de opdracht als opdrachtgevend bestuur op te treden; Overwegende dat het om bovenvermelde reden noodzakelijk is dat er een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt wordt tussen Veneco², de gemeenten Kruishoutem en Zulte, stad Waregem en TMVW; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Sophie Delaere; Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: Het gemeentelijk aandeel in het project masterplan Zaubeek samen te laten uitvoeren met de aandelen van de gemeente Kruishoutem, stad Waregem en TMVW en overeenkomstig 23
artikel 38 van de wet van 15 juni 2006, Veneco² aan te duiden als opdrachtgevend bestuur, die in onze gezamenlijke naam bij de gunning en de uitvoering van de werken zal optreden. Artikel 2: De samenwerkingsovereenkomst tussen Veneco², de gemeenten Kruishoutem en Zulte, stad Waregem en TMVW betreffende bovenvermelde werken wordt goedgekeurd en wordt als bijlage aan deze beslissing geviseerd. Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met het vervullen van alle verdere administratieve formaliteiten.
Artikel 4: Dit besluit zal ter kennis gebracht worden aan de gouverneur, door de lijst bedoeld in artikel 252 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. --------------------------------------Agendapunt nr. 6 UITVOEREN WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN IN DE BOK-, SCHRIJVER- EN EIKSTRAAT. GOEDKEURING PRINCIPE DE GEMEENTERAAD Overwegende dat er momenteel geen volwaardige riolering ligt in de Bok-, Schrijver- en deel Eikstraat; Overwegende dat het meestal over overwelfde grachten gaat; Overwegende dat de afvoer van afvalwater gebeurt via grachten waardoor er soms geurhinder is; Overwegende dat het hier om een groot zuiveringsgebied gaat waarbij een groot aantal inwonersequivalenten kan bereikt worden; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing de dato 26 mei 2005 houdende toetreding van de gemeente Zulte als Z-vennoot tot de zuiveringsactiviteit van de TMVW vanaf 1 juli 2005; Overwegende dat de zoneringsplannen vastleggen wat er de komende jaren op het vlak van de gemeentelijke sanering moet gebeuren, collectief (riolen) en individueel (IBA’s); Gelet op de gemeenteraadsbeslissing de dato 17 december 2013 waarbij het meerjarenplan gemeente Zulte 2014-2019 vastgesteld werd alsook het budget 2014; Overwegende dat in het meerjarenplan volgende beleidsdoelstelling opgenomen is: Zulte versterkt de waterhuishouding via de realisatie van gescheiden rioleringsstelsels; Overwegende dat hieraan volgend actieplan gekoppeld is: aanleg gescheiden rioleringsstelsels om groene clusters uit het zoneringsplan te realiseren: actie ACT-83: Bokstraat en ACT-84: Schrijverstraat; Overwegende dat het nodig is een opdracht te gunnen met als voorwerp: “Aanstellen ontwerper voor het opmaken van een ontwerp voor de wegen- en rioleringswerken in de Bok-, Schrijvers- en Eikstraat”; Overwegende dat de ontwerper via TMVW-Aquario kan worden aangeduid; 24
Overwegende dat TMVW-Aquario en de gemeente beslist hebben bovenvermelde werken in het algemeen belang samen te voegen en TMVW aan te duiden om overeenkomstig artikel 38 van de wet van 15 juni 2006, in gezamenlijke naam bij de procedure, bij de gunning en de uitvoering van de opdracht als opdrachtgevend bestuur op te treden; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 16 juli 2012 betreffende plaatsing overheidsopdrachten speciale sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 104; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2015, op artikel 0310-00/2240007/BESTUUR/CBS/600/IE2015-9 (ACT-83) en 0310-00/ 2240007/BESTUUR/CBS/600/IE2015-9 (ACT-84) en in het budget van de volgende jaren; Overwegende dat een deel van het krediet zal moeten voorzien worden in 2014 voor het aanstellen van de ontwerper; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Sophie Delaere; Gelet op de tussenkomst van raadslid Monique De Smet die stelt dat de CD&V-fractie akkoord gaat met het project. De CD&V-fractie heeft dan ook initieel het initiatief genomen om dit dossier op te starten. Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: Principieel akkoord te gaan met het uitvoeren van wegen- en rioleringswerken in de Bok-, Schrijver- en Eikstraat. Artikel 2: TMVW-Aquario wordt gemachtigd, als opdrachtgevend bestuur, om: - een ontwerper aan te stellen; 25
- de aanbestedingsprocedure te voeren, met inbegrip van de gunning; - de werken in uitvoering op te volgen tot en met de definitieve aanvaarding. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2015, op artikel 0310-00/2240007/BESTUUR/CBS/600/IE2015-9 (ACT-83) en 0310-00/2240007/ BESTUUR/CBS/600/IE2015-9 (ACT-84) en in het budget van de volgende jaren. Er zal bij budgetwijziging een deel van het krediet voorzien worden in 2014. Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het uitvoeren van dit besluit. Artikel 5: Dit besluit zal ter kennis gebracht worden aan de gouverneur, door de lijst bedoeld in artikel 252 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. --------------------------------------Agendapunt nr. 7: GOEDKEUREN BEHEERSOVEREENKOMST TUSSEN INFRABEL, AWV EN DE GEMEENTE ZULTE VOOR DE SPOORWEGOVERBRUGGING CENTRUMSTRAAT-OUDENAARDE-STRAAT. DE GEMEENTERAAD Overwegende dat de spoorwegoverbrugging in de Centrumstraat-Oudenaardestraat, aangelegd in opdracht van Infrabel, definitief opgeleverd werd op 5 juni 2012; Overwegende dat er tussen de wegbeheerder van de N459, het Agentschap Wegen en Verkeer, tussen de gemeente (voor wat betreft de gemeentelijke langswegen) en Infrabel afspraken moeten gemaakt worden in verband met het onderhoud en latere vernieuwingen; Gelet op het ontwerp van beheersovereenkomst, ons toegestuurd door Infrabel op 10 maart 2014; Overwegende dat de tussenkomst van de gemeente Zulte bepaald is als volgt: - onderhoud en vernieuwing van de gemeentewegenis rond en onder de overbrugging volgens het overzichtsplan; - onderhoud en vernieuwing van alle voetpaden met fundering langs de gemeentewegenis en de wegenis van het Vlaamse gewest; - onderhoud en vernieuwing van de wegmarkeringen, wegsignalisatie en vangrails langs de gemeentewegenis; - onderhoud en vernieuwing van de riolering en afwatering, exclusief de grachten en afwatering van de wegenis op de brug en de toegangshellingen; - onderhoud en vernieuwing van de openbare verlichtingsinstallatie langs de N459 en gemeentewegenis, inclusief de verlichting bevestigd aan de brug; - groenonderhoud van de bermen langs de gemeentewegenis volgens het overzichtsplan; - politietoezicht op de brug en alle aangelegde wegeninfrastructuur en dit vanaf het ogenblik van de ingebruikname; Overwegende dat de gemeente eigenaar wordt van de gemeentewegenis volgens het overzichtsplan; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
26
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Delaere; Gelet op de tussenkomst van raadslid Christophe Menu die suggereert om ook het maaien van de taluds op domein de Raveschoot uit te besteden aan een externe firma; Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: De beheersovereenkomst tussen Infrabel, AWV en de gemeente Zulte waarin de wederzijdse verbintenissen geregeld worden op vlak van onderhoud en latere vernieuwing, die het gevolg zijn van een nieuwe overbrugging over de spoorlijn L75 Gent-Sint-Pieters – Tourcoing km 22.406, ter afschaffing van overweg 45 in de Centrumstraat, wordt goedgekeurd en wordt als bijlage aan deze beslissing geviseerd. Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het vervullen van alle verdere administratieve formaliteiten voor het uitvoeren van dit besluit. Artikel 3: Dit besluit zal ter kennis gebracht worden aan de gouverneur, door de lijst bedoeld in artikel 252 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. --------------------------------------Agendapunt nr. 8: AANKOPEN PERCELEN GROND GEKEND TEN KADASTER ZULTE 1° AFDELING SIE C DEEL NRS. 224/W EN 224/V EN ZULTE 2° AFDELING SIE B DEEL NRS. 1060/K EN 1060/L, GROOT VOLGENS OPMETING RESPECTIEVELIJK 41,01 M², 36,47 M², 157,50 M² EN 127,24 M², VOOR HET AANLEGGEN VAN EEN FIETSPAD LANGE AFSTAND TUSSEN WAREGEM EN DEINZE: 2° FASE DEEL TUSSEN DE WAALSTRAAT EN DE MEYLEGEMSTRAAT. DE GEMEENTERAAD Overwegende dat het eerste deel van het fietspad lange afstand tussen Waregem en Deinze voltooid werd en dat er bijgevolg kan gestart worden met het volgende deel tussen de Waalstraat en de Meylegemstraat; Overwegende dat uit het voorgebrachte grondinnemingsplan en de tabel der grondinnemingen blijkt dat er: 41,01 m² dient ingenomen te worden van het perceel kadastraal bekend Zulte, 1° afdeling sie C nr. 224/w, eigendom van de heer en mevrouw Vanden Bossche Marino-Lareu Cindy, Waalstraat 161, 9870 Zulte; 36,47 m² dient ingenomen te worden van het perceel kadastraal bekend Zulte, 1° afdeling sie C nr. 224/v, eigendom van de heer en mevrouw Vanden Bossche Marino-Lareu Cindy, Waalstraat 161, 9870 Zulte; 275,15 m² dient ingenomen te worden van het perceel kadastraal bekend Zulte, 1° afdeling sie C nr. 236/a, eigendom van mevrouw David Johanna, Vlaanderenstraat 2, 9870 Zulte; De Sloover Anthony, Staatsbaan 234a, 9870 Zulte en De Sloover John, Staatsbaan 134e, 9870 Zulte; 27
-
-
-
89,59 m² dient ingenomen te worden van het perceel kadastraal bekend Zulte, 2° afdeling sie B nr. 1056/d2, eigendom van de heer en mevrouw Bossuyt Bernard-De Cuyper Greta, Eikenhaagstraat 1, 9870 Zulte; 157,50 m² dient ingenomen te worden van het perceel kadastraal bekend Zulte, 2° afdeling sie B nr. 1060/k, eigendom van mevrouw Demuytere Gerarda, Eikenhaagstraat 2, 9870 Zulte; 127,24 m² dient ingenomen te worden van het perceel kadastraal bekend Zulte, 2° afdeling sie B nr. 1060/l, eigendom van mevrouw Demuytere Gerarda, Eikenhaagstraat 2, 9870 Zulte;
Gelet op het schattingsverslag de dato 10 september 2013 opgemaakt door de ontvanger der registratie te Deinze waaruit blijkt dat de verkoopwaarde voor de stukken grond 1° afdeling sie C nrs. 224/w en 224/v vastgesteld wordt op 45,00 EUR/m²; 1° afdeling sie C nr. 236/a vastgesteld wordt op 30,00 EUR/m²; 2° afdeling sie B nr. 1056/d2 vastgesteld wordt op 30,00 EUR/m²; 2° afdeling sie B nr. 1060/l vastgesteld wordt op 37,50 EUR/m² en 2° afdeling sie B nr. 1060/k vastgesteld wordt op 7,00 EUR/m²; Overwegende dat de onderhandelingen gevoerd met: de heer en mevrouw Vanden Bossche Marino-Lareu Cindy, Waalstraat 161, 9870 Zulte en mevrouw Demuytere Gerarda, Eikenhaagstraat 2, 9870 Zulte, geresulteerd hebben in een akkoord; Overwegende dat in het schattingsverslag de lengte van de percelen 1060/l en 1060/k bepaald wordt op respectievelijk 35 lm en 30 lm, hetzij 65 lm; Overwegende dat deze lengte niet klopt met de lengte op het grondinnemingsplan, waar de totale lengte 83,5 lm bedraagt; Overwegende dat uit de onderhandelingen gevoerd met mevrouw Demuytere Gerarda naar voor kwam dat de eerste 50 lm vanaf de Eikenhaagstraat zou moeten aanzien worden als behorende bij de woonkavel en dat deze dan vergoed wordt aan 37,50 EUR/m²; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen dit standpunt kan bijtreden; Gelet op de eenzijdige verkoopbeloftes ondertekend door: de heer en mevrouw Vanden Bossche Marino-Lareu Cindy, Waalstraat 161, 9870 Zulte en mevrouw Demuytere Gerarda, Eikenhaagstraat 2, 9870 Zulte; Overwegende dat deze onroerende goederen kunnen aangekocht worden voor de prijs van: - 3.486,60 EUR te verhogen met een wederbeleggingsvergoeding van 24,5 % voor de percelen 224/w en 224/v; - 4.771,50 EUR te verhogen met een wederbeleggingsvergoeding van 24,5 % voor perceel 1060/l; - 1.847,25 EUR te verhogen met een wederbeleggingsvergoeding van 24,5 % voor deel perceel 1060/k (49,26 m² x 37,50 EUR); - 757,68 EUR te verhogen met een wederbeleggingsvergoeding van 24,5 % voor deel perceel 1060/k (108,24 m² à 7,00 EUR), onder de voorwaarden opgesomd in de ontwerpen van authentieke akte gevoegd bij onderhavige beslissing; Overwegende dat bedoelde aankopen van openbaar nut zijn; Overwegende dat de gemeente/provincie zal instaan voor het verplaatsen van de respectievelijke afsluitingen die de eigendommen afsluiten; Gelet op de hypothecaire getuigschriften nopens deze gronden; Overwegende dat er op de percelen 224/w en 224/v, eigendom van de heer en mevrouw Vanden Bossche Marino-Lareu Cindy, Waalstraat 161, 9870 Zulte, een hypotheek rust; 28
Gelet op de brief de dato 11 maart 2014 vanwege Belfius waarin zij meedelen dat zij akkoord gaan met een gedeeltelijke handlichting op naam van Vanden Bossche Marino-Lareu Cindy; Gelet op het bij onderhavige beslissing gevoegde ontwerp van authentieke akte tot handlichting; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op artikel 161, 2° van het Wetboek der Registratie, Hypotheek en Griffierechten; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2014, op artikel 0200-00/2240007/BESTUUR/CBS/600/IE10; Gelet op het visum van de financieel beheerder; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Sophie Delaere die aanvult dat de 2 nog resterende dossiers vermoedelijk zullen geagendeerd worden voor de gemeenteraad van mei zodat de 2de fase van de aanleg van het fietspad in uitvoering kan gaan. Ondertussen werden met de provincie reeds gesprekken gestart m.b.t. de volgende fase. Gelet op de tussenkomst van raadslid Sam De Waele die wijst op de goede samenwerking tussen provincie en gemeente en die uitdrukkelijk de provincie bedankt voor haar inbreng. Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: Percelen grond gelegen te Zulte, gekend ten kadaster: Zulte 1° afdeling sie C - nr. 224/w, groot volgens meting 41,01 m² aan te kopen van de heer en mevrouw Vanden Bossche Marino-Lareu Cindy, Waalstraat 161, 9870 Zulte; - nr. 224/v, groot volgens meting 36,47 m² aan te kopen van de heer en mevrouw Vanden Bossche Marino-Lareu Cindy, Waalstraat 161, 9870 Zulte; Olsene 2° afdeling sie B - nr. 1060/k, groot volgens meting 157,50 m² aan te kopen van mevrouw Demuytere Gerarda, Eikenhaagstraat 2, 9870 Zulte; - nr. 1060/l, groot volgens meting 127,24 m² aan te kopen van mevrouw Demuytere Gerarda, Eikenhaagstraat 2, 9870 Zulte; Artikel 2: Deze onroerende goederen aan te kopen voor de prijs van respectievelijk: - 3.486,60 EUR te verhogen met een wederbeleggingsvergoeding van 24,5 % voor de percelen 224/w en 224/v; - 4.771,50 EUR te verhogen met een wederbeleggingsvergoeding van 24,5 % voor perceel 1060/l; - 1.847,25 EUR te verhogen met een wederbeleggingsvergoeding van 24,5 % voor deel perceel 1060/k (49,26 m² x 37,50 EUR); - 757,68 EUR te verhogen met een wederbeleggingsvergoeding van 24,5 % voor deel perceel 1060/k (108,24 m² à 7,00 EUR), onder de voorwaarden opgesomd in de authentieke akten, gevoegd bij onderhavige beslissing.
29
Artikel 3: De authentieke akte tot handlichting voor de percelen 224/w en 224/v, eigendom van de heer en mevrouw Vanden Bossche Marino-Lareu Cindy, Waalstraat 161, 9870 Zulte; wordt goedgekeurd. Artikel 4: De gemeente zal de in artikel 1 vermelde goederen aankopen om ze een bestemming van openbaar nut te geven, nl. voor het aanleggen van een fietspad lange afstand tussen Waregem en Deinze – 2° fase: deel tussen de Waalstraat en de Meylegemstraat. Artikel 5: De gemeente/provincie zal instaan voor het verplaatsen van de respectievelijke afsluitingen die de eigendommen afsluiten. Artikel 6: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op artikel 0200-00/2240007/BESTUUR/CBS/600/IE10. Artikel 7: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het uitvoeren van dit besluit. Artikel 8: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur, door middel van de lijst bedoeld in artikel 252 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. --------------------------------------Agendapunt nr. 9: VASTSTELLEN VAN AANVULLEND VERKEERSREGLEMENT INZAKE DE LEIHOEKSTRAAT DE GEMEENTERAAD Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer; Gelet op het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer; Gelet op het ministerieel besluit waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald; Gelet op het ministerieel rondschrijven betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van de verkeerstekens; Gelet op de omzendbrief van 16 februari 2001 uitgaande van de Minister van Mobiliteit en Vervoer betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap; Gelet op het Gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief d.d. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Gelet op de nieuwe Gemeentewet; Overwegende dat de Leihoekstraat een gemeenteweg is; Gelet op de vraag van het college van Burgemeester en Schepenen tot het opmaken van een aanvullend verkeersreglement met oog op het aanbrengen van een oversteekplaats voor voetgangers ter hoogte van de uitgang basisschool in de Leihoekstraat; Gelet op het gunstig advies van de adviesraad mobiliteit en verkeersveiligheid; 30
Overwegende dat deze maatregel de verkeersveiligheid van zwakke weggebruiker ten goede komt; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Michaël Vandemeulebroecke; Gelet op de tussenkomst van raadslid Christophe Menu die stelt dat de actuele ingreep vermoedelijk niet zal volstaan om de verkeersveiligheid te optimaliseren. Het zebrapad is wel een stap in de goede richting. Auto’s parkeren ter hoogte van de haag. Dit dient vermeden te worden. Raadslid Menu vraagt zich af of bijkomend een afzonderlijk fietspad kan voorzien worden en/of paaltjes kunnen aangebracht worden ter bescherming van de zwakke weggebruiker. Door het verschuiven van de uitgang is het daarenboven zo dat voertuigen het zebrapad 2 keer dienen te dwarsen. Schepen Michaël Vandemeulebroecke antwoordt dat bij herhaling op het terrein overleg gepleegd werd met de lokale politie. Verkeerstechnisch is geen eenvoudige oplossing voorhanden. Het dossier wordt verder onderzocht in het kader van ev. bijkomende maatregelen. Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: In de Leihoekstraat, ter hoogte van de uitgang basisschool/parkeerterrein, wordt een oversteekplaats voor voetgangers aangebracht. Deze oversteekplaats voor voetgangers wordt aangeduid met de verkeersborden F49 zoals is voorzien in artikel 71.2 van het KB van 1 december 1975. Deze oversteekplaats voor voetgangers wordt afgebakend door middel van de dwarsmarkeringen evenwijdig met de as van de rijbaan overeenkomstig artikel 76.3 van het KB van 1 december 1975. Artikel 2: Dit reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de Vlaamse minister van Mobiliteit - Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse Overheid. Artikel 3: Na goedkeuring wordt het reglement bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet en wordt tevens een afschrift ervan gestuurd naar : -
de de de de de
Bestendige Deputatie van Oost-Vlaanderen griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent griffie van de Politierechtbank te Gent lokale politie, directie operaties, afdeling verkeer technische diensten gemeente Zulte
Artikel 4: Dit besluit wordt ter kennis gebracht aan de heer gouverneur, door de lijst bedoeld in artikel 252 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. --------------------------------------Agendapunt nr. 10: GOEDKEURING GRATIS GEBRUIK VAN GEMEENTELIJKE ZAAL FIERTELHOF DOOR MIEKE GHEYSEN EN MARIE DUMOULIN DE GEMEENTERAAD 31
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 juni 2010 waarbij het gebruikersreglement van de gemeentelijke zalen goedgekeurd werd, meer bepaald artikel 3 waarbij bepaald werd dat alle niet-Zultse verenigingen en niet-gesubsidieerde Zultse inrichtingen onderworpen zijn aan het betalen van een gebruikersvergoeding, volgens vastgelegd tariefreglement; Gelet op het gemeenteraadsbesluit 24 juni 2010 waarbij het tariefreglement werd goedgekeurd dat een mogelijkheid tot afwijking of vrijstelling in de voorziene retributie voorziet wegens individueel lokaal talent op cultureel of sportief vlak, woonachtig te Zulte voor die evenementen die rechtstreeks verbonden zijn met de uitoefening van het individueel talent; Gelet op de aanvraag van mevr. Mieke Gheysen en mevr. Marie Dumoulin die, in naam van 7 Zultse vrouwen, aanvraag doen om een spaghettiavond te organiseren in het kader van een liefdadigheidsproject in Senegal, in zaal Fiertelhof op 12 september 2014; Gelet op artikel 1, c) van het tariefreglement waarbij bepaald wordt dat de gemeenteraad voor bepaalde manifestaties met een uitgesproken liefdadig of sociaal doel een afwijking of vrijstelling kan toestaan van de voorziene retributie. Gelet op het gunstige advies van het college van burgemeester en schepenen d.d. 27 februari 2014 om deze personen vrij te stellen van de retributie voor deze dag en deze accommodatie meer dan 6 maanden vooraf te reserveren; Gelet op het Gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 42, 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief d.d. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Sophie Delaere; Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: De goedkeuring wordt verleend aan mevr. Mieke Gheysen en mevr. Marie Dumoulin tot gratis gebruik van zaal Fiertelhof, dit ter gelegenheid van het organiseren van een spaghettiavond op 12 september 2014 wegens liefdadig doel. Artikel 2: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door middel van de lijst bedoeld in art. 251 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. --------------------------------------Agendapunt 11: PRINCIPEBESLISSING INZAKE VOORTBESTAAN ROGER RAVEELMUSEUM ALS PROVINCIAAL MUSEUM DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 42 en 43, § 2, 12° van het gemeentedecreet;
32
Overwegende dat de bestuurders van de Stichting Roger Raveel contact hebben gezocht met de provincie Oost-Vlaanderen teneinde een regeling uit te werken waarbij het voortbestaan van het Roger Raveelmuseum kan verzekerd worden; Overwegende dat het Roger Raveelmuseum wordt uitgebaat in een gebouw, eigendom van de gemeente Zulte, dat op 26 september 1996 in erfpacht werd gegeven aan de Stichting Roger Raveel; Overwegende dat de gemeente Zulte een aantal schilderijen in bruikleen heeft gegeven aan de Stichting Roger Raveel en dat deze schilderijen worden tentoongesteld in het museum; Overwegende dat de gemeente Zulte hierdoor een relevante rol heeft in het voortbestaan van het Roger Raveelmuseum; Overwegende dat in december 2013 een overleg heeft plaats gehad tussen vertegenwoordigers van de provincie Oost-Vlaanderen en vertegenwoordigers van de gemeente Zulte, alsook de andere actoren die in relatie staan tot het Roger Raveelmuseum; Overwegende dat er op 10 februari 2014 vanuit de provincie een schrijven werd gericht aan de gemeente waarin de uitgangspunten voor de overname van het Roger Raveelmuseum als provinciaal museum werden uiteengedaan; Overwegende dat de gemeente Zulte op 27 februari 2014 haar opmerkingen heeft overgemaakt aan de provincie Oost-Vlaanderen; Overwegende dat de provincie Oost-Vlaanderen op 10 april l.l. een definitieve versie van de partijenovereenkomst inzake de overname van het Roger Raveelmuseum als provinciaal museum heeft overgemaakt; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen kan instemmen met de inhoud van deze overeenkomst; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Gelet op de gemeenteraadscommissie die plaatsvond op woensdag 16 april 2014 & waarop het dossier uitgebreid werd toegelicht; Gelet op de toelichting ter zitting door burgemeester Simon Lagrange die wijst op de constructieve samenwerking met de provincie en die zijn dank betuigt aan de provincie. De kaderovereenkomst werd uitgebreid toegelicht op de gemeenteraadscommissie. De burgemeester vat de 3 belangrijkste punten samen : 1) De gemeente blijft eigenaar van de gronden & geeft deze in erfpacht aan de provincie. De provincie neemt de rol van de stichting over. 2) De gemeente blijft eigenaar van de 8 schilderijen die in het verleden door wijlen R. Raveel aan de gemeente geschonken werden. Een overeenkomst van bewaargeving zal afgesloten worden tussen de gemeente en de provincie. 3) De gemeente blijft jaarlijks een subsidie van 10.000 euro voorzien in de kader van de uitbouw van een toeristisch loket in het museum. Op korte termijn wordt hierover een afsprakennota met de provincie onderhandeld en afgesloten. In de kaderovereenkomst staan nog talrijke, andere bepalingen waarbij de gemeente niet rechtstreeks betrokken is maar waarvan men akte neemt. Deze bepalingen hebben vnl. implicaties voor de andere partijen. De burgemeester roept op om de kaderovereenkomst goed te keuren. Raadslid Sally Cosijns beaamt dat in de gemeenteraad ook over dit dossier een consensus heerst. Met fierheid wordt beklemtoond dat de grootste inspanning door de provincie geleverd wordt.
33
Raadslid Henk Heyerick voegt toe dat dit op het 1ste zicht een eenvoudig dossier lijkt. Hij heeft bij de aanvang van de nieuwe legislatuur zijn mandaat namens de gemeente in het museum niet willen opgeven. Op de 1ste lijn heeft hij veel overlegmomenten gevolgd en op gang getrokken. Nu er zekerheid bestaat met betrekking tot het voortbestaan van het museum kan/mag er een einde komen aan zijn mandaat. De stichting wordt ontbonden en de provincie neemt de taken over. Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: Akkoord te gaan met onderstaande overeenkomst inzake overname van het Roger Raveelmuseum als provinciaal museum, voor zover alle partijen akkoord gaan met deze voorwaarden, nl. Tussen: de Provincie Oost-Vlaanderen, met zetel in het Provinciehuis, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent, handelend in uitvoering van de beslissing van de Provincieraad van 30 april 2014 en vertegenwoordigd door de Deputatie, voor wie optreden de heer Jozef Dauwe, Gedeputeerde voor middenstand, cultuur en erfgoed, archiefbeleid, erediensten en vrijzinnigencentra en milieubeleidsplanning, en de heer Albert De Smet, Provinciegriffier, hierna genoemd "de provincie", de Gemeente Zulte, met zetel in het Gemeentehuis, Karreweg 13, 9870 Zulte, handelend in uitvoering van de beslissing van de Gemeenteraad van 22 april 2014 en vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, voor wie optreden de heer Simon Lagrange, Burgemeester, en mevrouw Sylvie Bohez, Gemeentesecretaris, hierna genoemd "de gemeente", mevrouw Marleen De Muer, wonende te Hoevestraat 14, 9870 Zulte en de Stichting van openbaar nut Roger Raveel, met zetel te Gildestraat 2-8, 9870 Zulte, na beslissing van de Raad van Bestuur van (datum), vertegenwoordigd door de heer Michel Devolder, voorzitter, en de heer Roland Jooris, ondervoorzitter, hierna genoemd "de stichting" hierna gezamenlijk genoemd "partijen" wordt voorafgaand verklaard wat volgt: partijen delen allen de wens om de verzameling kunstwerken en het oeuvre van kunstschilder Roger Raveel een zo groot mogelijke uitstraling te geven. Partijen wensen daartoe een aantal basisafspraken te maken met betrekking tot de overdracht, het gebruik en de aanwending van de kunstwerken en de onroerende goederen zoals bepaald in deze Kaderovereenkomst. Deze basisafspraken zullen aansluitend worden uitgevoerd in gedetailleerde overeenkomsten, partijen nemen kennis van de brief van Vlaams Minister van Cultuur Joke Schauvliege van 6 maart 2014, waarin zij haar instemming gaf bij de uitgangspunten met betrekking tot de overname van het Roger Raveelmuseum die aan de basis liggen van voorliggende Kaderovereenkomst en waarin zij stelde dat het niet noodzakelijk is om de Vlaamse Gemeenschap als partij op te nemen in deze Kaderovereenkomst, dit omdat haar belangen beperkt zijn tot de werken in eigendom van de Vlaamse Gemeenschap en in bewaargeving gegeven aan het Roger Raveelmuseum en wordt overeengekomen wat volgt: 34
Artikel 1 Deze Kaderovereenkomst wordt afgesloten als resultaat van de onderhandelingen die werden gevoerd tussen de provincie, de gemeente, mevrouw De Muer en de stichting met betrekking tot de overname door de provincie van de site van het Roger Raveelmuseum, hierna genoemd "de site", en het Roger Raveelmuseum zelf, hierna genoemd "het museum", gelegen te Gildestraat 2-8 en te Machelendorp 5, 9870 Zulte. De site beslaat in totaal 4.278 m² en bestaat uit volgende kadastrale percelen: 1° de kadastrale percelen 532b en 533e, gelegen te Gildestraat 2-8, waarop het gebouw is gebouwd waarin het museum is ondergebracht. De gemeente is eigenaar van de grond, maar heeft met betrekking tot deze grond en de daarop staande gebouwen een erfpachtovereenkomst van 99 jaar afgesloten met de stichting, verleden op 26 september 1996 voor Meester Peter Pauwels, notaris met standplaats te Deinze; 2° het kadastraal perceel 540n, gelegen te Machelendorp 5, waarop onder meer de conciërgewoning staat. De stichting is zowel eigenaar van de grond als van de erop staande gebouwen. Artikel 2 De provincie neemt, met akkoord van de gemeente, de rechten en verplichtingen van de stichting over die voortvloeien uit hogervermelde erfpachtovereenkomst, aangehecht als Bijlage 1 bij deze Kaderovereenkomst. Aldus wordt de provincie de erfpachtnemer voor de resterende looptijd van deze erfpachtovereenkomst, en dit voor een canon van 1 EUR/jaar. De provincie verbindt zich ertoe het museum te blijven huisvesten in de gebouwen die het voorwerp zijn van deze erfpachtovereenkomst en deze gebouwen in goede staat van onderhoud te behouden. Op het einde van de erfpachtovereenkomst wordt de gemeente opnieuw eigenaar van de grond en de daarop staande gebouwen, zonder dat de gemeente hiervoor enige vergoeding zal moeten betalen aan de provincie. In dit geval blijft de provincie evenwel eigenaar van alle roerende goederen die zij in eigendom heeft verkregen van de stichting, van een derde of van een andere partij en die zij in het museum heeft ondergebracht. De gemeente zal in geen geval eigenaar worden van deze roerende goederen, noch door de uitoefening van het recht van natrekking, noch doordat deze roerende goederen onroerend worden door bestemming of incorporatie. Artikel 3 De stichting verbindt zich ertoe om geheel haar vermogen, alle activa en passiva en lopende overeenkomsten, niets voorbehouden noch uitgezonderd, om niet over te dragen aan de provincie onder voorbehoud van de toepasselijke administratieve procedures voor geldige aanvaarding door de provincie. Daartoe behoren onder meer, maar niet exhaustief: 1° hogervermeld kadastraal perceel 540n met de erop staande gebouwen; 2° alle schilderijen, tekeningen, etsen, kunstwerken,… die op het moment van de ondertekening van deze overeenkomst aanwezig zijn op de site (toonzalen, reserveateliers,…) en waarvan de stichting eigenaar is op basis van de tegensprekelijk opgemaakte inventaris zoals omschreven in artikel 5. Het betreft in het bijzonder maar niet beperkend de 672 kunstwerken die door Roger Raveel aan de stichting werden geschonken bij schenkingsakte van 9 december 2008, verleden voor Meester Peter De Proft, notaris met standplaats te Deinze.
35
De provincie verbindt zich ertoe deze roerende en onroerende goederen aan te wenden voor de exploitatie van het museum. Met het oog op deze overdracht zullen partijen de nodige notariële akten laten voorbereiden en verlijden. Partijen streven ernaar de procedure van inbreng van algemeenheid zoals bepaald in de artikelen 670 en 770 van het Wetboek van Vennootschappen toe te passen, desgevallend bij analogie. Indien dit juridisch niet haalbaar zou zijn, zullen partijen elk van de activa en passiva overdragen conform de tegenwerpelijkheidseisen die van toepassing zijn. Artikel 4 Daarnaast bevinden er zich in het museum 102 kunstwerken die eigendom zijn van de Vlaamse Gemeenschap en 8 kunstwerken die eigendom zijn van de gemeente. Deze kunstwerken werden door Roger Raveel aan deze publiekrechtelijke rechtspersonen geschonken bij schenkingsakte van 4 juli 1997, verleden voor Meester Peter Pauwels, notaris met standplaats te Deinze. Deze schenking gebeurde onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat deze kunstwerken in bewaring worden gegeven aan de stichting om te worden opgenomen in de collectie van het museum. De voorwaarden van deze bewaargeving zijn opgenomen in deze schenkingsakte van 4 juli 1997 en in de "Akte van bewaargeving" van 8 mei 2012, afgesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap en de stichting. Met betrekking tot deze kunstwerken zal de provincie het initiatief nemen om als bewaarnemer een overeenkomst van bewaargeving af te sluiten met de Vlaamse Gemeenschap en de gemeente als bewaargevers. Artikel 5 Mevrouw De Muer doet afstand van alle hangende rechtsvorderingen tegen de stichting en verzaakt tevens formeel aan elke toekomstige rechtsvordering tegen de stichting met betrekking tot de kunstwerken die bij de ondertekening van deze overeenkomst in het museum aanwezig zijn of moeten zijn op basis van de tegensprekelijk opgemaakte inventaris. De stichting doet afstand van alle hangende rechtsvorderingen tegen mevrouw De Muer en verzaakt tevens formeel aan elke toekomstige rechtsvordering tegen mevrouw De Muer. Hiertoe sluiten mevrouw De Muer en de stichting een overeenkomst van dading met betrekking tot deze rechtsvorderingen. Elke partij draagt haar eigen kosten en zal alle reeds ingestelde rechtsvorderingen onverwijld stopzetten volgens de procedures voor afstand van rechtsvordering en deze laten doorhalen. Artikel 6 De kunstwerken zoals omschreven in de artikelen 3 en 4 worden, behalve voor tijdelijke tentoonstellingen elders of voor restauratie, blijvend in het museum ondergebracht overeenkomstig de voorwaarden die zijn of zullen worden opgenomen in: 1° de schenkingsakte van 9 december 2008 zoals omschreven in artikel 3, 1ste lid, 2°; 2° de schenkingsakte van 4 juli 1997 zoals omschreven in artikel 4, 1ste lid; 3° de overeenkomst van bewaargeving zoals omschreven in artikel 4, laatste lid. Voor zoveel als nodig zullen de partijen de aanpassing van die voorwaarden daartoe bewerkstelligen. Kopie van deze schenkingsakten wordt aangehecht als Bijlage 2 en 3 bij deze Kaderovereenkomst.
36
Indien deze kunstwerken worden uitgeleend voor tijdelijke tentoonstellingen elders of voor restauratie zal een overeenkomst van bruikleen worden afgesloten tussen de bruiklener, de provincie als eigenaar, respectievelijk bewaarnemer, en, desgevallend, de betrokken bewaargever(s). Artikel 7 Met betrekking tot de kunstwerken zoals omschreven in de artikelen 3 en 4 verleent mevrouw De Muer een kosteloze niet-exclusieve licentie aan de provincie voor alle bestaande en toekomstige manieren en vormen van exploitatie. Deze licentie heeft een onbeperkte geografische reikwijdte, maar is qua duur beperkt tot de duur van het bestaan van het auteursrecht op deze kunstwerken. Hiertoe sluiten mevrouw De Muer en de provincie een overeenkomst af die de verdere modaliteiten van deze kosteloze niet-exclusieve licentie regelt. Artikel 8 De stichting zal zo snel mogelijk gerechtelijk worden ontbonden op basis van artikel 39 van de Wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. De stichting zal hiertoe een advocaat aanstellen, die de passende vordering tot gerechtelijke ontbinding zal inleiden voor de Rechtbank van 1ste Aanleg te Gent. Indien de activa en passiva zijn overgedragen voorafgaand aan het verzoek tot gerechtelijke ontbinding, zal de rechtbank worden gevraagd om meteen de afsluiting van de vereffening uit te spreken. Indien de activa en passiva niet zijn overgedragen voorafgaand aan het verzoek tot gerechtelijke ontbinding, zal de stichting worden vereffend door de door de rechtbank aangestelde vereffenaar, die rekening zal moeten houden met de statuten van de stichting en met de inhoud van voorliggende Kaderovereenkomst. Artikel 9 De provincie en de stichting verbinden zich ertoe om geen rechtspersonen of feitelijke verenigingen op te richten waarin de naam "Vrienden van Roger Raveel" voorkomt zonder de voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van mevrouw De Muer of haar erfgenamen. De provincie en de stichting maken zich tevens sterk voor eventuele rechtsopvolgers en hun bestuurders. Artikel 10 Na de ondertekening van deze Kaderovereenkomst en de ondertekening van de overeenkomsten zoals omschreven in de artikelen 3, 4 en 7 en conform de toepasselijke administratieve procedures voor geldige aanvaarding zal de provincie instaan voor de exploitatie van het museum. Het museum wordt een aparte dienst binnen de directie Cultuur van de provincie, met een positionering en een werkwijze die dezelfde zijn als die van de andere diensten met een museale functie van de directie Cultuur, en zal worden bestuurd door de daartoe op basis van het Provinciedecreet bevoegde organen. Artikel 11 De provincie verbindt er zich toe om: 1° met ingang van 1 juli 2014 de personen die op het ogenblik van de ondertekening van deze overeenkomst zijn tewerkgesteld in het museum in de mate van het mogelijke over te nemen, dit met inachtneming van de bepalingen van de Rechtspositieregeling van de Provincie Oost-Vlaanderen voor de contractuele personeelsleden. De provincie 37
zal aan deze personen een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur aanbieden die zal ingaan op 1 juli 2014; 2° met ingang van 1 juli 2014 de werkings- en personeelskosten van het museum op te nemen in het budget van de provincie; 3° met ingang van 1 januari 2015 jaarlijks, binnen de perken van de daartoe op het budget van de provincie goedgekeurde delen van kredieten en de daartoe in de subsidielijst opgenomen ramingen, 250.000 EUR te voorzien voor de reguliere werking van het museum op basis van het Decreet van 6 juli 2012 houdende het Vlaams cultureel-erfgoedbeleid. Artikel 12 De gemeente verbindt er zich toe om met ingang van 1 januari 2015 jaarlijks, binnen de perken van de daartoe op het budget van de gemeente goedgekeurde delen van kredieten en de daartoe in de subsidielijst opgenomen ramingen, 10.000 EUR te voorzien voor het openhouden van een toeristisch loket van de gemeente in het museum. Artikel 13 Mevrouw De Muer blijft eigenaar van het voormalig atelier van de heer Roger Raveel, gelegen in de Hoevestraat 14, 9870 Zulte. Vanaf 2014 zal de provincie in dit atelier jaarlijks 3 activiteiten inrichten, dit binnen de perken van de daartoe op het budget van de provincie goedgekeurde delen van kredieten en de daartoe in de subsidielijst opgenomen ramingen. Deze activiteiten zullen in verband staan met het leven en het oeuvre van Roger Raveel en zijn artistieke omgeving en zullen worden georganiseerd in overleg met mevrouw De Muer of haar erfgenamen. De kosten hiervoor vallen ten laste van de provincie, met een maximum van 15.000 EUR per jaar. Artikel 14 Vanaf 2014 tot minstens 2019, zijnde de periode van het lopende Meerjarenplan van de provincie, betaalt de provincie aan mevrouw De Muer of aan een door haar aangeduide vereniging zonder winstoogmerk jaarlijks een subsidie van 10.000 EUR voor het openstellen van dit atelier voor het publiek. Artikel 15 Deze Kaderovereenkomst wordt afgesloten onder de opschortende voorwaarde van de ondertekening van de overeenkomsten zoals omschreven in de artikelen 3, 4, 5 en 7. Zij komt in de plaats van eerder gemaakte mondelinge en schriftelijke afspraken en overeenkomsten. Op deze Kaderovereenkomst is uitsluitend het Belgisch recht van toepassing. In geval van geschil zijn uitsluitend de rechtbanken te Gent bevoegd. Artikel 2: In uitvoering van artikel 12 zullen onderhandelingen gestart worden in samenspraak met de provincie met het oog op het maken van een afsprakennota betreffende het voortbestaan van het toeristisch loket. Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit. 38
Artikel 4: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de financieel beheerder. Artikel 5: Dit besluit wordt ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door de lijst overeenkomstig artikel 252 § 1 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005. --------------------------------------Agendapunt nr. 12: GOEDKEURING VAN DE JAARREKENING EN HET JAARVERSLAG 2013 VAN DE INTERLOKALE VERENIGING BURENSPORTDIENST LEIESTREEK DE GEMEENTERAAD Gelet op het feit dat de Burensportdiensten in 2005 omgevormd werden tot interlokale verenigingen met een beherende gemeente. Dit overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Overwegende dat de gemeente Zulte, samen met de gemeenten Aalter, De Pinte, Gavere, Nazareth, Nevele, Sint-Martens-Latem , Deinze en de provincie Oost-Vlaanderen, deel uitmaakt van de Interlokale Vereniging “Burensportdienst Leiestreek”; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing d.d. 22 april 2014 waarin de nieuwe overeenkomst betreffende de goedkeuring van de oprichting van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek werd goedgekeurd; Gelet op de algemene vergadering van het beheerscomité d.d. 18 maart 2014 in Gavere waarbij, volgens artikel 8 van de statuten, het programma en begroting voor het volgende werkjaar en het jaarverslag werden goedgekeurd en waarbij de jaarrekening voorlopig werd vastgesteld; Gelet op het verslag (als bijlage geviseerd) van de algemene vergadering van het beheerscomité d.d. 18 maart 2014; Gelet op artikel 13 van de statuten betreffende de goedkeuring van de rekeningen en bestemming van het resultaat, waarin gestipuleerd is dat de rekening van de Interlokale Vereniging jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd moet worden aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en aan de provincieraad van het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen; Gelet op het gegeven dat de jaarrekening pas is goedgekeurd indien de gewone meerderheid van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten ze goedkeurt; Gelet op artikel 15 van de statuten waarin gestipuleerd is dat samen met de rekening, ook het jaarverslag ter goedkeuring moet voorgelegd worden aan de deelnemende gemeenten; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Peirs; Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: De jaarrekening 2013 en het bijhorende jaarverslag (als bijlage geviseerd) van de Interlokale Vereniging “Burensportdienst Leiestreek” worden goedgekeurd.
39
Artikel 2: Dit besluit zal overgemaakt worden aan de beherende stad van de IV BSD Leiestreek, met administratief secretariaat in Kastanjelaan 35 te 9800 Deinze. --------------------------------------Agendapunt nr. 13: GOEDKEUREN VAN DE NIEUWE OVEREENKOMST AANGAANDE DE INTERLOKALE VERENIGING BURENSPORTDIENST LEIESTREEK DE GEMEENTERAAD Gelet op het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001; Overwegende dat de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek, met als deelnemers de gemeenten Aalter, Deinze, De Pinte, Gavere, Nazareth, Nevele, St. Martens Latem en Zulte, sinds 27 oktober 1992 werkzaam is als een feitelijke vereniging met ondersteuning door de provincie Oost-Vlaanderen voor haar specifieke bevoegdheden; Gelet op de overeenkomst betreffende de oprichting van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek van 17 februari 2005; Overwegende dat de overeenkomst herwerkt moet worden aangezien het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen niet langer deel mag uitmaken van en niet meer mag participeren in deze interlokale vereniging volgens de bepalingen in het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid; Gelet op de goedkeuring van de onderstaande overeenkomst met statutaire draagkracht betreffende de interlokale vereniging op basis van de artikelen 6-9 van het Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking door het beheerscomité tijdens de algemene vergadering d.d. 18 maart 2014; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Olivier Peirs; Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: De onderstaande overeenkomst met statutaire draagkracht betreffende de werking van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek, op basis van de artikelen 6-9 van het Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, wordt goedgekeurd: HOOFDSTUK 1 – NAAM, DOEL, DUUR, VERLENGING EN OPZEGMOGELIJKHEID Artikel 1 – Naam van de interlokale vereniging De interlokale vereniging draagt de naam "Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek", afgekort “ILV BSD Leiestreek”. De term "interlokale vereniging" zal steeds aan de naam of de afkorting worden toegevoegd. Artikel 2 – Doel van de interlokale vereniging
40
De Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek heeft als algemene doelstelling het sportbeleid - in de ruime zin van het woord - van de gemeenten op elkaar af te stemmen en te stimuleren. De specifieke doelstellingen, kaderend binnen deze algemene doelstelling, zijn onder andere: - functioneren als een overlegplatform tussen de gemeenten waarop – ook over concrete zaken die hun belang hebben voor het gemeentelijk sportbeleid – ervaringen en informatie kunnen worden uitgewisseld; - de contacten en samenwerking op sportgebied tussen de gemeenten bevorderen; - aanbieden aan de bevolking van een gemeente-overschrijdend activiteitenpakket: opstarten van sportpromotionele acties naar (moeilijke) doelgroepen; - organisatie van vormingsdagen en opleidingen voor lesgevers, medewerkers van sportdiensten/sportraden en sportclubs en gemeentelijke mandatarissen in materies die verband houden met de sport en het sportbeleid; - een zo groot mogelijk rendement van de in de participerende gemeenten aanwezige sportinfrastructuur nastreven en het stimuleren van een regionaal infrastructuurbeleid; - de deelname van de gemeenten aan sportpromotiecampagnes coördineren; - stimuleren van de uitbouw van de gemeentelijke sportstructuren; - het uitvoeren van studies en het verzamelen van informatie en documentatie in verband met deze algemene en specifieke doelstellingen; Artikel 3 – Duurtijd, verlenging en opzegmogelijkheid De interlokale vereniging wordt opgericht voor een periode van onbepaalde duur ingaand op 01.01.2014. Elke gemeente kan deze overeenkomst eenzijdig opzeggen bij aangetekende brief gedurende de eerste 6 maanden van elke nieuwe legislatuur van de gemeenteraad. De datum van de poststempel geldt als bewijs van de datum van verzending. De opzeg gaat in op 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar. De opzeggende gemeente heeft in dat geval geen recht op recuperatie van de ingebrachte financiële middelen. HOOFDSTUK 2 – ZETEL, INZET VAN PERSONEEL Artikel 4 – Vertegenwoordiging en administratief secretariaat De stad Deinze wordt aangeduid als beherende stad die de interlokale vereniging vertegenwoordigt en waar de zetel van de interlokale vereniging is gevestigd. In diezelfde stad is tevens het administratief secretariaat gevestigd op volgend adres: Kastanjelaan 35 – 9800 Deinze Artikel 5 – Inzet van personeel Elke gemeente zal het noodzakelijke personeel inzetten ten behoeve van de activiteiten van de interlokale vereniging die kaderen binnen de doelstellingen zoals omschreven in artikel 2. Alle rechten van het ten behoeve van de interlokale vereniging ingezette personeel blijven onverlet. Deze personeelsleden blijven personeelsleden van de betrokken gemeente en blijven dus onderworpen aan alle dekkingen van de door deze gemeente afgesloten verzekeringspolissen. Desnoods zal deze gemeente met haar verzekeraar de daartoe noodzakelijke uitbreidingen van haar verzekeringspolissen moeten afsluiten. HOOFDSTUK 3 – INBRENG VAN DE GEMEENTEN EN DE INBRENG WORDT BEHEERD
WIJZE WAAROP DEZE
Artikel 6 – Inbreng De financiële inbreng per gemeente bedraagt 250,00 EUR per kalenderjaar. Het administratief secretariaat zal deze inbrengen ten laatste tegen 31 maart van elk kalenderjaar opvragen bij de gemeenten.
41
Volgens noodzaak kan, bij aanvang van een volgende legislatuur, de inbreng van de gemeenten (financieel of logistiek) herbekeken worden. De inkomsten uit eigen activiteiten van de interlokale vereniging worden uitsluitend terug geïnvesteerd in de interlokale vereniging. De gemeenten leggen, ieder wat hen betreft, de middelen die zij voor het volgende kalenderjaar als financiële inbreng aan de interlokale vereniging ter beschikking moeten stellen, vast in het budget van de gemeente. Deze middelen worden tijdig ter beschikking gesteld aan de interlokale vereniging. HOOFDSTUK 4 – ORGANISATIE
BEHEERSCOMITE,
HUISHOUDELIJK
REGLEMENT
EN
INTERNE
Artikel 7 – Samenstelling beheerscomité Binnen de interlokale vereniging wordt een beheerscomité opgericht. Het beheerscomité is samengesteld uit 1 afgevaardigde van elke gemeente, namelijk de schepen van sport. De gemeenten kunnen eveneens een plaatsvervangende afgevaardigde aanstellen. Deze plaatsvervangende afgevaardigde vervangt de schepen voor sport als die niet aanwezig kan zijn op de vergaderingen van het beheerscomité. Deze plaatsvervangende afgevaardigde moet een gemeenteraadslid zijn. De leden van het beheerscomité worden aangesteld voor de legislatuur van de gemeenteraad. De afgevaardigden van de gemeenten in het beheerscomité handelen overeenkomstig de instructies van hun gemeenteraad. De gemeenteraden kunnen steeds beslissen om de aanstelling van hun afgevaardigden en hun plaatsvervangende afgevaardigden te herroepen. Door deze herroeping zijn de betrokken afgevaardigden van rechtswege ontslagnemend. Er wordt overgegaan tot hun vervanging. Daarnaast worden de mandaten van afgevaardigde, respectievelijk plaatsvervangende afgevaardigde van rechtswege beëindigd van zodra zij hun hoedanigheid van schepen, respectievelijk gemeenteraadslid verliezen. Er wordt overgegaan tot hun vervanging. Alle aanstellingen door de gemeenteraden worden herroepen door de volledige vernieuwing van de gemeenteraden. De afgevaardigden van de gemeenten blijven in functie totdat hun vervangers zijn aangewezen. De voorzitter en de ondervoorzitter van het beheerscomité worden verkozen bij gewone meerderheid onder de afgevaardigden van de gemeenten. De leden van de technische commissie zoals omschreven in artikel 11, alsook een aantal afgevaardigden van de betrokken gemeentelijke sportraden kunnen op uitnodiging de vergaderingen van het beheerscomité bijwonen, evenwel zonder stemrecht. Artikel 8 – Bevoegdheden van het beheerscomité, quorum en wijze van beslissen Tot de bevoegdheid van het beheerscomité behoren: - het overleg over de wijze waarop deze overeenkomst wordt uitgevoerd; - het goedkeuren van het programma en het budget van de interlokale vereniging voor het volgende kalenderjaar; - het goedkeuren van het jaarverslag; - de voorlopige vaststelling van de jaarrekening, die samen met het jaarverslag aan de gemeenteraden voor goedkeuring wordt voorgelegd; - het voorstellen van wijzigingen aan deze overeenkomst die ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraden; - het opstellen en wijzigen, bij gewone meerderheid, van het huishoudelijk reglement. Het beheerscomité kan slechts geldig vergaderen indien de meerderheid van de afgevaardigden aanwezig is. Iedere afgevaardigde beschikt over 1 stem. Het beheerscomité neemt zijn beslissingen bij gewone meerderheid. Indien op de 1ste vergadering van het beheerscomité geen meerderheid van de afgevaardigden aanwezig is, kan een 2de vergadering worden bijeengeroepen die geldig kan beraadslagen en beslissen over de punten die voor een 2de maal op de agenda voorkomen, ongeacht het aantal 42
aanwezige afgevaardigden. Deze 2de oproeping gebeurt overeenkomstig artikel 10 en bevat de vorige zin. Artikel 9 – Vergaderritme en samenroeping Het beheerscomité vergadert minstens 1 maal per kalenderjaar. De uitnodiging, die de agenda bevat, wordt ondertekend door de voorzitter en minstens 10 kalenderdagen voor de vergaderdatum verstuurd. Artikel 10 – Technische commissie en verdere interne organisatie Het beheerscomité wordt in zijn werkzaamheden bijgestaan door een technische commissie van ambtenaren van de gemeentelijke sportdiensten. Onder de leden van deze technische commissie verkiest het beheerscomité bij gewone meerderheid de penningmeester en de secretaris van de interlokale vereniging. De secretaris is eveneens de voorzitter van de technische commissie. De technische commissie kan geldig vergaderen ongeacht het aantal aanwezigen en kan beslissen met uitzondering over tarieven en vergoedingen. Voor deze punten dient de meerderheid van de leden van de gemeenten aanwezig te zijn. Iedere partner beschikt over één stem. De technische commissie neemt zijn beslissingen bij gewone meerderheid. Bij onvoldoende aanwezigen wordt dit agendapunt naar de volgende vergadering verplaatst. Zij vergadert minimaal 6X per jaar De sportfunctionaris van de gemeente waar de vergadering plaatsvindt maakt het verslag en verstuurt het schriftelijk of via e-mail. De voorzitter TC leidt de vergaderingen van de technische commissie. De goedkeuring van het verslag gebeurt op de eerstvolgende vergadering van de IV BSD. De vergaderingen van de technische commissie vinden plaats bij beurtrol in de verschillende participerende gemeenten. Derden kunnen op uitnodiging de vergaderingen van deze technische commissie bijwonen. HOOFDSTUK 5 - FINANCIEEL BEHEER EN FINANCIËLE CONTROLE Artikel 11 – Financieel beheer De aan de interlokale vereniging ter beschikking gestelde financiële middelen worden beheerd door de penningmeester, die hiervoor verantwoording is verschuldigd aan het beheerscomité. De interlokale vereniging beschikt hiervoor over een eigen bankrekening. Het beheerscomité duidt voor het beheer van deze bankrekening minstens 2 volmachthouders aan, waaronder de penningmeester. Voor verrichtingen tot en met 1.500,00 EUR, exclusief BTW, volstaat de handtekening van de penningmeester. Voor verrichtingen boven de 1.500,00 EUR, exclusief BTW, is bijkomend de handtekening van een bijkomende volmachthouder vereist. De inbrengen van de gemeenten worden boekhoudkundig verwerkt door de penningmeester. Artikel 12 – Financiële controle Elke gemeente heeft het recht om de boekhouding en de jaarrekening van de interlokale vereniging te laten controleren door een door haar aan te duiden natuurlijke persoon of rechtspersoon. Het beheerscomité duidt jaarlijks minstens 1 verificateur aan om de jaarrekening te controleren. De Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen is onverkort van toepassing. Indien de financiële inbreng van de gemeente niet werd aangewend voor het doel waarvoor ze werd toegekend of het gebruik ervan niet gerechtvaardigd kan worden, moet deze inbreng geheel of gedeeltelijk worden terugbetaald. Elke gemeente kan zich voor de terugvordering richten tot de beherende gemeente. Artikel 13 – Goedkeuring van de jaarrekening en bestemming van het resultaat 43
De jaarrekening van de interlokale vereniging wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de participerende gemeenteraden. De interlokale vereniging zorgt ervoor dat de jaarrekening aan de gemeenten wordt bezorgd uiterlijk binnen de zes maanden na de afsluiting van het financieel boekjaar. De bijhorende verantwoordingsstukken liggen ter inzage op het administratief secretariaat en worden op eenvoudig verzoek aan de gemeenten ter beschikking gesteld. De jaarrekening is goedgekeurd indien de gewone meerderheid van de participerende gemeenten de goedkeuring heeft verleend. Het eventueel positief resultaat van de jaarrekening blijft in de interlokale vereniging en wordt aangewend voor de realisatie van de doelstellingen zoals omschreven in artikel 2. HOOFDSTUK 6 – OVERIGE WEDERZIJDSE RECHTEN EN PLICHTEN, INFORMATIEVERSTREKKING AAN DE GEMEENTEN, JAARLIJKSE EVALUATIE DOOR DE GEMEENTERADEN Artikel 14 – Overige wederzijdse rechten en plichten De interlokale vereniging verbindt zich ertoe op officiële briefwisseling enkel het logo van de burensportdienst te vermelden. Artikel 15 – Informatieverstrekking aan de gemeenten De verslagen van de vergaderingen van het beheerscomité worden aan de participerende gemeenten toegestuurd, waar ze ter inzage zijn van de gemeenteraadsleden op basis van het Gemeentedecreet. Samen met de jaarrekening wordt aan de gemeenten een jaarverslag ter beschikking gesteld. Dit jaarverslag wordt samen met de jaarrekening aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd. Ter gelegenheid van de bespreking van dit jaarverslag geeft de afgevaardigde van de gemeente in het beheerscomité toelichting in de gemeenteraad. Artikel 16 – Jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden De jaarlijkse evaluatie in de gemeenteraden gebeurt ter gelegenheid van de bespreking van dit jaarverslag. HOOFDSTUK 7 – VEREFFENING Artikel 17 – Vereffening Wanneer de gemeenten de interlokale vereniging willen beëindigen, stelt het beheerscomité een vereffenaar aan. In voorkomend geval wordt het netto-actief verdeeld over de gemeenten overeenkomstig hun inbreng. HOOFDSTUK 8 – SLOTBEPALINGEN Artikel 18 Deze overeenkomst komt in de plaats van de Overeenkomst betreffende de oprichting van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek van 17 februari 2005. Op deze overeenkomst is uitsluitend het Belgisch recht van toepassing. In geval van geschil zijn uitsluitend de rechtbanken te Gent, Oudenaarde en Dendermonde bevoegd. Artikel 2: De overeenkomst betreffende de oprichting van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek van 17 februari 2005 wordt opgeheven. Artikel 3: Deze beslissing aangaande de goedkeuring van de nieuwe overeenkomst met ingang van 1 januari 2014 zal overgemaakt worden aan de bevoegde overheidsdiensten en 44
aan de beherende gemeente van de IV Burensportdienst Leiestreek, met zetel in de Kastanjelaan 35, 9800 Deinze. --------------------------------------Agendapunt nr. 14: GOEDKEUREN VAN DE AFSPRAKENNOTA AANGAANDE DE ORGANISATIE VAN GSPORTACTIVITEITEN DOOR DE INTERLOKALE VERENIGING BURENSPORTDIENST LEIESTREEK DE GEMEENTERAAD Gelet op het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001; Overwegende dat de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek, met als deelnemers de gemeenten Aalter, Deinze, De Pinte, Gavere, Nazareth, Nevele, St. Martens Latem en Zulte, sinds 27 oktober 1992 werkzaam is als een feitelijke vereniging met ondersteuning door de provincie Oost-Vlaanderen voor haar specifieke bevoegdheden; Gelet op de overeenkomst van IV Burensportdienst Leiestreek; Gelet op beleidsprioriteit 4 van het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid namelijk “Het voeren van een beweeg- en sportbeleid met aandacht voor transversale samenwerking zodat kansengroepen gelijke kansen krijgen om actief te participeren in sport”; Overwegende dat de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek jaarlijks activiteiten voor volwassenen met een mentale beperking organiseert; Overwegende dat de instellingen voor volwassenen met een mentale beperking op het grondgebied van de gemeenten alsook de individuele deelnemers met een mentale beperking woonachtig in de gemeenten die participeren in de IV BSD Leiestreek, kunnen deelnemen aan deze organisaties; Gelet op de instructies van BLOSO betreffende het opmaken van een afsprakennota voor Gsportactiviteiten i.s.m. de IV BSD Leiestreek; Gelet op de actie 2014/ACT-197/0740-99/6150006/BESTUUR/CBS/IE-GEEN (Organisaties vr personen met een beperking i.s.m. burensportdienst & transversale partners) in het gemeentelijk meerjarenplan 2014-2019; Overwegende dat we hiervoor jaarlijks een budget kunnen voorzien van 700 euro die we integraal kunnen verantwoorden en terugvorderen met Vlaamse subsidiegelden via beleidsprioriteit 4; Gelet op de goedkeuring van deze afsprakennota, als bijlage geviseerd, door het beheerscomité van de IV BSD Leiestreek tijdens de algemene vergadering d.d. 18 maart 2014; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Peirs; Met algemene stemmen; BESLUIT:
45
Artikel 1: De afsprakennota voor organisatie van G-sportactiviteiten met de IV Burensportdienst Leiestreek, zoals gehecht in bijlage, wordt goedgekeurd. Artikel 2: Deze beslissing zal overgemaakt worden aan de bevoegde overheidsdiensten en aan de IV Burensportdienst Leiestreek. --------------------------------------Agendapunt nr. 15: UITBRENGEN ADVIES NOPENS DE REKENING OVER HET DIENSTJAAR 2013 VAN DE KERKFABRIEK SINT PETRUS ZULTE. DE GEMEENTERAAD Gelet op de rekening van de Kerkfabriek SINT PETRUS te ZULTE, opgemaakt voor het dienstjaar 2013, afsluitend met een batig saldo van 55.687,88 EUR voor exploitatie en een gecumuleerd negatief saldo van 34.496,07 EUR voor investeringen (-13.763,01 van 2013 en -20.733,06 van 2012); Overwegende dat uit de notulen van de kerkraad blijkt dat het tekort in het investeringsbudget normalerwijze op nul zal komen in een volgend dienstjaar doordat de kerkfabriek in een volgend budget dit tekort zelf zal financieren o.a. door geplande verkopen (zowel in 2012 als in 2013 enkel uitgaven voor de verkaveling in de Waalstraat-Zonnelaan – verwachten ontvangsten in de volgende jaren door verkoop van achterliggende deelpercelen); Overwegende dat het globale positief saldo over exploitatie en investeringen 21.191,81 euro (= 55.687,88-34.496,07), overeenkomt met het te verantwoorden totaal Overwegende dat er in deze rekening een toelage van de Gemeente voor de exploitatie-kosten van de eredienst werd ingeschreven van 7.973,00 euro, en geen investeringstoelage; Gelet op de als bijlage toegevoegde bewijsstukken waarbij : • Een kopie van de rekeninguittreksels op 31 december 2013 van de financiële rekeningen; • de kastoestand op datum van 31 december 2013; • de inventaris op datum van 31 december 2013; • de staat van het vermogen op 31 december 2013 • een overzicht van de verschillende investeringsdossiers waarbij transacties en/of voorzieningen gebeurden in de loop van 2013 ; • Overwegende dat aan de penningmeester een nieuwe correcte versie van de kastoestand op 31 december 2013 werd opgevraagd + de ontbrekende bijlagen : ‘overzicht openstaande rechten en facturen en overzicht van alle huurders en pachters op 31 december13; Overwegende dat de investeringsfiche geheel overeenstemt met de cijfers in de rekening 2013 en dat deze meer duidelijkheid biedt in het verloop van het investeringsdossier ‘verkaveling Waalstraat-Zonnelaan’; Gelet op het decreet van 07 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd door het decreet van 06 juli 2012; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 inzake het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erediensten, gewijzigd door het besluit van 14 december 2012;
46
Gelet op het Ministerieel besluit d.d. 27 november 2006 waarbij de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst worden voorgesteld, gewijzigd door het Ministerieel besluit van 12 februari 2013; Gelet op de omzendbrief van het Vlaams Ministerie van bestuurszaken Agentschap binnenlands bestuur d.d. 01 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst; Gelet op het Gemeentedecreet d.d. 15 juli 2005 ; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Olivier Peirs; Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1 : Adviseert gunstig de rekening over het dienstjaar 2013 van de Kerkfabriek St. Petrus te Zulte. Artikel 2: Dit advies van de gemeenteraad wordt overgemaakt aan de heer Provinciegouverneur voor goedkeuring, conform artikel 55 §2 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten. Ter info wordt dit advies ook bezorgd aan het bisdom en aan de kerkfabriek St.-Petrus te Zulte. --------------------------------------Agendapunt nr. 16: GOEDKEURING VAN STREEKPACT 2013-2018 – RESOC MEETJESLAND, LEIESTREEK & SCHELDE DE GEMEENTERAAD Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende het statuut, de werking, de taken en bevoegdheden van de erkende regionale samenwerkingsverbanden, de sociaal-economische raden van de regio en de regionale sociaal-economische overlegcomités; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 maart 2005 houdende toetreding tot het Erkend Regionaal Samenwerkingsverband Oost-Vlaanderen (ERSV); Gelet op de statuten van de vzw Erkend Regionaal Samenwerkingsverband Oost-Vlaanderen, zoals gewijzigd tot op heden; Overwegende dat binnen een Erkend Regionaal Samenwerkingsverband één of meerdere Regionale Sociaal-economische Overlegcomités (RESOC) kunnen worden ingericht; Overwegende dat binnen elk Regionaal Sociaal-economisch Overlegcomité overleg plaatsvindt tussen de sociale partners (werkgevers-, middenstands-, landbouw- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in de SERV), de gemeentebesturen en het provinciebestuur inzake de sociaal-economische streekontwikkeling; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 januari 2008 houdende goedkeuring van het Streekpact -RESOC Meetjesland, Leiestreek & Schelde;
47
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 februari 2013 houdende vaststelling van de afvaardiging in de plenaire vergadering van het RESOC Meetjesland, Leiestreek & Schelde; Gelet op de brief van de voorzitter van het RESOC Meetjesland, Leiestreek & Schelde, doorgestuurd via mail d.d. 13 maart 2014, waarbij het Streekpact voor de periode 2013-2018 ter goedkeuring aan de resp. gemeenteraden wordt voorgelegd; Overwegende dat het Streekpact een langetermijnvisie voor de sociaaleconomische ontwikkeling van de regio inhoudt, met een evenwicht tussen economie en werkgelegenheid als betrachting; Gelet op artikel 22 §2 van het bovenvermeld decreet van 7 mei 2004 waarin gesteld wordt dat het Streekpact, na te zijn vastgesteld door het RESOC, bekrachtigd moet worden door de resp. gemeenteraden; Gelet op de toelichting ter zitting door de burgemeester Simon Lagrange; Gelet op de gemeenteraadscommissie die plaatsvond op woensdag 16 april 2014 & waarop het dossier uitgebreid werd toegelicht; Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: Het Streekpact II 2013-2018 – RESOC Meetjesland, Leiestreek & Schelde wordt goedgekeurd. Het Streekpacht wordt als bijlage bij dit besluit geviseerd. Artikel 2: Een afschrift van het besluit wordt overgemaakt aan de heer Peter Geirnaert, directeur Streekontwikkeling, RESOC-SERR Meetjesland, Leiestreek & Schelde. --------------------------------------Agendapunt nr. 17: KENNISNAME VAN DE AGENDA VAN DE ALGEMENE VERGADERING OP DINSDAG 17 JUNI 2014 VAN DE INTERCOMMUNALE WESTLEDE. DE GEMEENTERAAD Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij de Intercommunale Westlede (Intercommunale Vereniging voor Crematoriumbeheer in de Provincie Oost-Vlaanderen); Gelet op de statuten van de intercommunale vereniging voor crematoriumbeheer in de provincie Oost-Vlaanderen; Gelet op het verzoek van de Intercommunale Westlede houdende oproeping voor deelname aan de algemene vergadering die zal plaatshebben op dinsdag 17 juni 2014 met volgende agendapunten: 1. 2. 3. 4. 5.
Goedkeuring verslagen Algemene Vergadering 3 december 2013. Goedkeuring balans en resultatenrekening 2013. Verslag commissaris-revisor. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris-revisor. Werkingsverslag 2013. 48
6. Wijziging statuten. 7. Varia. Gelet op de bespreking ter zitting van deze agenda en bijhorende stukken; Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, inzonderheid artikel 44; Overwegende dat met ingang van 1 mei 2013 de benoemingsprocedure van de vertegenwoordigers in de Algemene Vergadering niet langer herhaald moet worden voor elke Algemene Vergadering; Overwegende dat de aanduiding van de vertegenwoordigers voor de Algemene Vergadering vanaf heden geldt voor de ganse legislatuur; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 mei 2013 waarbij schepen Michaël Vandemeulebroecke als effectief vertegenwoordiger en raadslid Tania Verpraet als plaatsvervangend vertegenwoordiger werden aangeduid; Gelet op het Gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 43 §2 – 5°, 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief d.d. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Gelet op de toelichting door de burgemeester Simon Lagrange; Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: Akte te nemen van de agenda met bijhorende stukken waarover een beslissing moet genomen worden en die voorgelegd worden op de Algemene vergadering van de Intercommunale Westlede op 17 juni 2014. Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en er onder meer kennis van te geven aan de voorzitter van voormelde intercommunale. Artikel 3: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door middel van de lijst bedoeld in art. 251 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. --------------------------------------Agendapunt nr. 18: GOEDKEURING VAN DE AGENDA VAN DE JAARVERGADERING 2013 OP 18 JUNI 2014 VAN VENECO² (DIENSTVERLENENDE VERENIGING VOOR RUIMTELIJKE ORDENING EN ECONOMISCHE ONTWIKKELING) EN AANDUIDEN VERTEGENWOORDIGER EN PLAATSVERVANGEND VERTEGENWOORDIGER. DE GEMEENTERAAD
49
Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij de Dienstverlenende Vereniging voor Ruimtelijke Ordening en Economische Ontwikkeling Veneco cvba; Gelet op de uitnodiging van Veneco² d.d. 27 maart 2014 voor deelname aan de Jaarvergadering 2013 op 18 juni 2014 om 18.00 uur in ‘Huyze De Baere te 9900 Maldegem, Noordstraat 64, met volgende agenda: 1. Akteneming/goedkeuring verslag 52ste jaarvergadering 30 januari 2014. 2. Jaarverslag 2013 Raad van Bestuur. 3. Balans, resultatenrekening, toelichting en verwerking van het resultaat.; 4. Verslag van de commissaris. 5. Goedkeuring van het jaarverslag, de balans, de resultatenrekening, de toelichting en verwerking van het resultaat. 6. Verlenen van kwijting aan de bestuurders. 7. Verlenen van kwijting aan de commissaris. 8. Aanstellen commissaris. 9. Benoeming bestuurders. Gelet op het artikel 44, 1ste en 3de alinea van het Vlaams decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waarbij bepaald wordt dat de gemeenten-vennoten hun vertegenwoordigers op een algemene vergadering van een intercommunale vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat dergelijke benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering; Gelet op de vraag van Veneco om naast de vertegenwoordiger ook een plaatsvervanger te willen aanduiden; Overwegende dat deze afgevaardigde geen lid mag zijn van de Raad van Bestuur van Veneco, dus mag gemeenteraadslid Tony Boeckaert, die bestuurder is bij Veneco, niet aangesteld worden; Gelet op het Gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 43 §2 – 5°, 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief d.d. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Gelet op artikel 35 §2, 2° van het gemeentedecreet op grond waarvan het aanwijzen van leden van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen bij geheime stemming gebeurt; Gelet op de voordracht door het college van burgemeester en schepenen van schepen Sophie Delaere als vertegenwoordiger en raadslid Philippe Van Steenberghe als plaatsvervangend vertegenwoordiger; De voorzitter van de gemeenteraad roept op tot de geheime stemming. De voltallige gemeenteraad gaat akkoord om geen geheime stemming te organiseren en verklaart zich akkoord met de voordracht. Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring te hechten aan de agenda en elk van de afzonderlijke punten van de agenda van de jaarvergadering van de Dienstverlenende Vereniging Veneco² die plaatsvindt op 18 juni 2014: 50
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Akteneming/goedkeuring verslag 52ste jaarvergadering 30 januari 2014. Jaarverslag 2013 Raad van Bestuur. Balans, resultatenrekening, toelichting en verwerking van het resultaat.; Verslag van de commissaris. Goedkeuring van het jaarverslag, de balans, de resultatenrekening, de toelichting en verwerking van het resultaat. Verlenen van kwijting aan de bestuurders. Verlenen van kwijting aan de commissaris. Aanstellen commissaris. Benoeming bestuurders.
Artikel 2: Schepen Sophie Delaere, wonende te 9870 Zulte, Waalbeekstraat 45, aan te duiden als effectief afgevaardigde en raadslid Philippe Van Steenberghe, wonende te 9870 Zulte, Waalbeekstraat 87, als plaatsvervangend afgevaardigde van de gemeente om deel te nemen aan die Jaarvergadering. Artikel 3: Aan de vertegenwoordiger van de gemeente Zulte, houder van 83 aandelen, die zal deelnemen aan de jaarvergadering de Dienstverlenende Vereniging Veneco² die plaatsvindt op 18 juni 2014 om 18.00 uur in ‘Huyze De Baere te 9900 Maldegem, Noordstraat 64, het mandaat te geven om: - Er aan alle beraadslagingen en stemmingen deel te nemen, alle voorstellen met betrekking tot de agenda goed te keuren, alle akten, stukken, notulen, aanwezigheidslijsten te ondertekenen en in het algemeen, het nodige te doen. - Deel te nemen aan elke latere algemene vergadering met dezelfde dagorde in geval de eerste algemene vergadering niet rechtsgeldig zou kunnen beraadslagen. Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en er onder meer kennis van te geven aan Veneco, p/a Port Arthurlaan 11, 9000 Gent. Artikel 5: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door middel van de lijst bedoeld in art. 251 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. --------------------------------------Agendapunt nr. 19: VERLENGING VAN DE HUIDIGE SCHOLENGEMEENSCHAP VOOR DE PERIODE 20142020 EN GOEDKEURING OVEREENKOMST INTERLOKALE VERENIGING SCHOLENGEMEENSCHAP SCHELDE-LEIE DE GEMEENTERAAD Gelet op de artikelen 41 en 162 van de grondwet; Gelet op de artikelen 42, 43 en 248 tot en met 261 van het Gemeentedecreet; Gelet op de artikelen 125bis tot en met 125quaterdecies en artikel 125vicies van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997; Gelet op de artikelen 2 §1, 6, 7 en 8 van het decreet van 6 juli 2001 betreffende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op artikel 19 van het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad;
51
Gelet op het ontwerp van decreet betreffende de scholengemeenschappen in het basis- en secundair onderwijs, zoals goedgekeurd en ingediend in het Vlaams Parlement door de Vlaamse regering op 8 april 2011 en onder voorbehoud van goedkeuring door het Vlaams Parlement; Overwegende dat het beheerscomité van de scholengemeenschap d.d. 24 januari 2014 onder de vorm van een verslag verzocht heeft om de samenwerking te verlengen voor een periode van zes schooljaren; Gelet op het advies van de schoolraad van 14 januari 2014; Gelet op het protocol van akkoord d.d. 27 maart 2014 van het afzonderlijk bijzonder comité; Overwegende dat een schoolbestuur in het kader van de organisatie van haar basisonderwijs een scholengemeenschap kan vormen met andere schoolbesturen; Overwegende dat een scholengemeenschap zowel kleuter- als lager onderwijs moet bevatten, op de eerste schooldag van februari 2011 minstens 900 gewogen leerlingen moet tellen en zich hoogstens over 5 aangrenzende onderwijszones mag uitstrekken; Overwegende dat de huidige scholengemeenschap onder de vorm van een interlokale vereniging werd afgesloten; Overwegende dat de interlokale vereniging haar werking vastlegde in de lopende overeenkomst van scholengemeenschap Schelde-Leie en deze na een periode van 3 schooljaren afloopt op 31 augustus 2014; Overwegende dat de bevoegdheden van de scholengemeenschap worden uitgeoefend via het beheerscomité; Overwegende dat het beheerscomité enkel afspraken kan maken en dat bijgevolg de deelnemende gemeenten de uiteindelijke beslissingen nemen; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Frederic Hesters; Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: De werking van de huidige scholengemeenschap in de vorm van een interlokale vereniging Schelde-Leie met zes schooljaren te verlengen vanaf 1 september 2014. Artikel 2: Het ontwerp van overeenkomst inzake scholengemeenschap goed te keuren. Artikel 3: Het college te belasten met de concrete uitvoering van deze beslissing. --------------------------------------Agendapunt nr. 20: VASTSTELLING VAN HET PRIKKLOKREGLEMENT PROEFPERIODE VANAF 9 JUNI 2014 TOT 31 DECEMBER 2014 DE GEMEENTERAAD
52
Gelet op artikel 42 Gemeentedecreet; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 november 2013 waarbij het arbeidsreglement, incl. alle uurroosters, werd goedgekeurd; Overwegende dat alle personeelsleden met vaste uurroosters zijn tewerkgesteld; Overwegende dat een zo optimaal mogelijke balans tussen werk en privé wordt nagestreefd en dat dit o.a. mogelijk is door een stelsel van glijdende uurroosters in te voeren; Overwegende dat met ingang van 9 juni 2014 de administratieve diensten worden ondergebracht in het nieuw gemeentehuis, Centrumstraat 8 te 9870 Zulte; Overwegende dat ervoor geopteerd wordt om een stelsel van glijdende uurroosters in te voeren, doch dit stelsel te beperken tot de administratieve personeelsleden tewerkgesteld op het gemeentehuis; Overwegende dat de denkoefening werd gemaakt om glijdende uurroosters in te voeren voor alle diensten, doch dat dit niet mogelijk blijkt voor een aantal diensten en wel om volgende redenen: - het personeel van de technische uitvoeringsdienst: zij werken in teams en dienen zich met één wagen per team te verplaatsen naar hun werkplek. Hierdoor is het nodig dat alle personeelsleden op hetzelfde tijdstip hun arbeidsdag starten; - het poetspersoneel: zij werken ’s voormiddags zodat de locatie die zij poetsen, vanaf 10.00 uur ’s morgens kunnen ter beschikking gesteld worden van de verenigingen; - het bibliotheekpersoneel: zij dienen de permanentie te verzekeren op het ogenblik dat de bibliotheek geopend is. Bovendien werken een aantal personeelsleden met een beperkt aantal uren per week waardoor zij niet zo vaak buiten de openingsuren van de bibliotheek werken; - het personeel van het containerpark: het containerpark is gebonden aan openingsuren. De uurroosters van deze personeelsleden zijn afgestemd op de openingsuren van het containerpark. Het is dan ook niet mogelijk om deze personeelsleden met een stelsel van glijdende uurroosters te werk te stellen; - het personeel van de sporthal: de tijdstippen waarop de zaalwachters werken zijn afgestemd op de openingsuren van de sporthal. Voor hen is het niet mogelijk om met glijdende uurroosters te werken; Overwegende dat de stam- en glijtijden als volgt zijn: De stamtijden zijn: Op maandag: van 9.00 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 18.00 uur Op dinsdag: van 9.00 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.00 uur Op woensdag: van 9.00 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.00 uur of van 9.00 tot 12.00 uur (is individueel bepaald en is door personeelslid vooraf te kiezen) Op donderdag: van 9.00 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.00 uur Op vrijdag: van 9.00 tot 12.00 uur of van 9.00 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.00 uur (is individueel bepaald en is door het personeelslid vooraf te kiezen) Dit betekent dat iedere werknemer op de werkvloer is op die tijdstippen. Voor elke deeltijdse werknemer worden de stamtijden individueel vastgelegd. De glijtijden zijn: 8.00 tot 9.00 uur / 12.00 tot 13.30 uur / 18.00 tot 19.30 (op maandag) en 16.00 tot 18.00 uur (op dinsdag en donderdag, en woensdag of vrijdag (individueel bepaald en door het personeelslid vooraf gekozen)) Overwegende dat de belangrijkste principes inzake het stelsel van glijdende uurroosters de volgende zijn:
53
Binnen een periode van 4 weken dient een voltijds tewerkgesteld personeelslid gemiddeld 38 uur per week te presteren. Een voltijds tewerkgesteld personeelslid dient op weekbasis minimum 34 uur te presteren en mag op weekbasis maximum 42 uur presteren. Wanneer een werknemer meer uren presteert dan vastgelegd (max. 4 uur per week) kan hij dit enkel recupereren via de glijtijden, maar steeds rekening houdend met de geldende stamtijden. De werknemer dient erover te waken dat er op het einde van een periode van 4 weken minstens het exact aantal uren zoals vastgelegd in diens arbeidsovereenkomst, in het aanstellingsbesluit of in de beslissing secretaris wordt bereikt. Voor elke deeltijdse werknemer worden de glijtijden individueel vastgelegd. Binnen een periode van 4 weken dient een deeltijds tewerkgesteld personeelslid gemiddeld de wekelijkse arbeidsduur te bereiken. Op weekbasis mag een deeltijds personeelslid pro rata zijn/haar deeltijdse prestaties van max. 4 en min. 4 uur meer of minder presteren dan de normale deeltijdse prestatie. In concreto mag iemand die 19/38 werkt, derhalve op weekbasis 2 uur meer en 2 uur minder presteren. Overwegende dat het invoeren van het stelsel van glijdende uurroosters onder geen enkel beding afbreuk mag doen aan de huidige dienstverlening voor de burgers; Overwegende dat er dient over gewaakt te worden dat de permanentie wordt verzekerd aan de loketten zodat burgers met hun vragen en dossiers tijdens deze uren terecht kunnen bij de diverse diensten; Overwegende dat het stelsel van glijdende uurroosters enkel kan ingevoerd worden wanneer dit gekoppeld wordt aan een stelsel van (digitale) tijdsregistratie; Overwegende dat werd nagegaan welke personeelsleden, naast de personeelsleden die gebruik zullen maken van glijdende uurroosters, ook hun aan- en afwezigheid op de werkplek dienen aan te tonen door middel van een systeem van tijdsregistratie; Overwegende dat de verplichting om over te gaan tot het ‘prikken’ wordt uitgebreid tot een aantal personeelsleden die ofwel toegang hebben tot de badgelezer in het gemeentehuis ofwel toegang hebben tot een PC (virtuele prikklok); Overwegende dat het poetspersoneel tewerkgesteld op het gemeentehuis of met standplaats op het gemeentehuis (vliegende ploeg) eveneens hun aan- en afwezigheid dienen aan te duiden door middel van een badge en badgelezer; Overwegende dat ook het diensthoofd openbare infrastructuur en het bibliotheekpersoneel over een PC beschikken en dus gebruik kunnen maken van de virtuele prikklok; Overwegende dat de andere personeelsleden (technische uitvoeringsdienst, poetspersoneel, containerpark, sporthal) voor de uitoefening van hun functie niet over een PC moeten beschikken en dus ook hun aan- en afwezigheid dienen te registreren; Overwegende dat er een prikklok- en tijdsregistratiereglement werden opgemaakt; Overwegende dat de diensthoofden en de personeelsleden de nodige toelichting en opleiding zullen krijgen inzake het gebruik van de glijdende uurroosters enerzijds en het systeem van tijdsregistratie anderzijds; Gelet op de bespreking van het prikklokreglement tijdens de vergadering van het managementteam op 12 maart 2014; Gelet op de notulen van het onderhandelingscomité van 27 maart 2014;
54
Overwegende dat tijdens de bijeenkomst van het onderhandelingscomité de afspraak werd gemaakt om gedurende een periode van 6 maanden het prikklokreglement te laten proefdraaien en nadien te evalueren; Overwegende dat gedurende de periode 9 juni 2014 tot en met 30 september 2014 het prikken zal gebeuren zoals voorzien in het prikklokreglement; Overwegende dat aan de personeelsleden de mogelijkheid wordt geboden om in de periode van 1 oktober tot en met 16 oktober 2014 hun opmerkingen omtrent het stelsel van glijdende uurroosters te formuleren in een schriftje dat ter hoogte van de prikklok zal liggen; Overwegende dat nadat de opmerkingen zijn geformuleerd deze zullen geëvalueerd worden; Overwegende dat het niet de bedoeling is om het reglement aan te passen op basis van persoonlijke en louter individuele opmerkingen; Overwegende dat algemene, terugkerende opmerkingen mogelijks aanleiding zullen geven tot bijsturen van de reglementen; Overwegende dat dit op deze manier zal meegedeeld worden aan de Sociale Inspectie; Overwegende dat een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de Inspectie van de sociale wetten; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Gelet op de gemeenteraadscommissie die plaatsvond op woensdag 16 april 2014 & waarop het dossier uitgebreid werd toegelicht; Gelet op de toelichting ter zitting door burgemeester Simon Lagrange die stelt dat het reglement kadert in de verhuis naar het nieuw gemeentehuis en gebaseerd is op de gezamenlijke wens en wil van bestuur en administratie. Het systeem laat een grotere flexibiliteit toe, biedt een beter overzicht van de aan- en afwezigheden van het personeel en verhoogt op een aantal vlakken de efficiëntie op vlak van loonberekening (fietsvergoeding, maaltijdcheques,…). De reglementen werden bij herhaling besproken in het managementteam en werden tevens goedgekeurd door het onderhandelingscomité op voorwaarde dat het reglement bij wijze van proef werd ingevoerd. Het reglement blijft voorlopig beperkt tot de administratie in het gemeentehuis. Aan de grondslag van deze beslissing liggen vnl. praktische overwegingen. De invoering van het prikklok- en tijdsregistratiereglement heeft geen invloed op de openingsuren van het gemeentehuis, die blijven behouden zoals voorheen. Een permanentieregeling voor de loketdiensten is uitgewerkt. Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: Het prikklok- en tijdsregistratiereglement voor het gemeentepersoneel wordt vastgesteld zoals in bijlage en wordt als bijlage geviseerd. Dit reglement zal gedurende een periode van 6 maanden op proef draaien en nadien geëvalueerd en bijgestuurd worden waar nodig.
55
Artikel 2: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de Inspectie van de sociale wetten. --------------------------------------Namens de gemeenteraad:
Sylvie Bohez Secretaris
Annabel Van Poucke Voorzitter
56