PROJECTBESCHRIJVING TEKST IN BEELD Leerlijn Mediacultuur | Thema Identiteit | Groep 3 en 4 | Maart 2016
Cultuuronderwijs op zijn Haags Leerlijn Mediacultuur | Thema Identiteit | Groep 3 en 4 | Maart 2016 Deze projectbeschrijving wordt regelmatig geactualiseerd. Kijk voordat u ermee aan de slag gaat op www.cultuurschakel.nl/coh voor de nieuwste versie. Hierbij treft u een projectbeschrijving: • waarmee u een project van 6-8 lessen van 45 min. kunt uitvoeren; • waarin veel ruimte is voor uw eigen inbreng; • waarop u uw lesvoorbereidingen kunt baseren. De structuur van de projectbeschrijving is gebaseerd op het doorlopen van het creatief proces. Na de introductie van het project oriënteert de leerling zich op de inhoud van het thema en doorloopt drie deelopdrachten waarin de leerling steeds onderzoekt, uitvoert, presenteert en evalueert. Bij elke stap van het creatief proces zijn reflectievragen geformuleerd. Maak hieruit een keuze of formuleer zelf passende vragen.
Leerlijn Mediacultuur | Thema Identiteit | Groep 3 en 4 | Maart 2016 | Projectbeschrijving
2
TEKST IN BEELD 1. Introductie van het project Iedereen legt de lunch op tafel, leerlingen en leerkrachten. Of leg als leerkracht de lunch op tafel en vraag wie ook zijn lunch wil laten zien. Waar bestaat de lunch uit? Is het gezond, is het veel weinig, welke kleur heeft het, welke vormen zie je, zou je willen ruilen met de lunch van een ander. Is jouw lunch elke dag hetzelfde? Hou je van Hollandse boterhammen of juist helemaal niet? Ben je ergens allergisch voor? Maken jullie thuis zelf het brood, de smeerseltjes? Komt het uit de groentetuin. Of kopen jullie alles in de supermarkt? Wat vind je belangrijk aan het beleg op brood: kleur, smaak, een hagelslag van een bepaald merk (ofwel welke verpakking)?
2. Oriëntatie 2.1. Het filosofisch gesprek Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek over levensmiddelen. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van de volgende vragen:
Is eten lekker of ook heel belangrijk? Waar komt de melk/boter/chocolade/brood vandaan? Zijn er ook slechte dingen die je beter niet kan eten? Wat zijn gezonde dingen om te eten? Wat is het verschil tussen biologisch en niet biologisch eten? Kunnen groenten en fruit in Nederland ook in de winter groeien? Hoe komt eten en drinken in de supermarkt terecht? Wanneer kan je eten niet meer eten of drinken niet meer drinken?
2.2. Oriëntatie op het thema Vraag de leerlingen om levensmiddelen mee te nemen van huis die je gebruikt bij het ontbijt. Je kunt ook specifiek vragen naar wat je op je brood doet of het leukste potje wat in de kast staat. Zet deze levensmiddelen als een winkeltje in de klas neer. Bespreek een aantal verpakkingen klassikaal op kleuren, vorm, grootte, tekst, winkel etc. Vraag de leerlingen ook welk potje of pak ze aanspreekt en welke niet.
Reflectievragen Oriëntatie TEKST IN BEELD 1.
Wat heb je meegenomen van huis?
2.
Weet je waar het vandaan komt?
3.
Kun je aanwijzen wat het logo is?
Leerlijn Mediacultuur | Thema Identiteit | Groep 3 en 4 | Maart 2016 | Projectbeschrijving
3
3. Deelopdracht 1: Pictogrammen 3.1. Onderzoek Pictogrammen Verzamel pictogrammen in de klas of binnen de school. Analyseer deze klassikaal en bespreek het pictogram en het ‘doel’. Wat zou dit pictogram kunnen betekenen? Bespreek de vorm, kleur, achtergrond, aantal onderdelen, enz). Kijk voor inspiratie over pictogrammen: http://www.gerdarntz.org/isotype
Reflectievragen Onderzoek Pictogrammen
Zijn pictogrammen handig/nodig?
Was het makkelijk omd e pictogrammen te vinden?
Zijn er mooie of lelijke pictogrammen?
3.2. Uitvoeren Pictogrammen 1. De leerlingen ontwerpen een eigen pictogram voor een probleem dat in de klas speelt of gewoon om iets duidelijk te maken. Denk hierbij aan ‘onrust’, ‘slordigheid’, ‘naar de WC moeten’, ‘niet door de klas lopen’ ‘verboden voor de juf/meester’, mijn stoel of tafel, verboden, uitgang. 2. Gebruik hiervoor de werkbladen uit de bijlage. De leerlingen kiezen uit verschillende vormen zoals een verschillende rondjes, driehoeken of vierkanten. Hierin kunnen ze tekenen, schilderen of plakken. 3. Maak met de leerlingen een memory spel van de pictogrammen. Laat ze een kopie maken van hun eigen pictogram of van het pictogram van een ander met bijvoorbeeld ook ander materiaal.
Reflectievragen Uitvoeren Pictogrammen
Kunnen anderen aan het pictogram zien waarvoor het bedoeld is?
Denk je dat het probleem nu opgelost is?
Kun je meerdere pictogrammen bij elkaar hangen/zetten
3.3. Presenteren Pictogrammen De ontwerpen kunnen op verschillende manieren gepresenteerd worden:
De klas wordt in groepjes gedeeld. De klas gaat naar de gang op 1 groepje na, deze leerlingen hangen hun pictogram op. De klas komt weer terug en gaan op zoek naar de pictogrammen De leerlingen doen hun ogen dicht en 1 leerling hangt zijn pictogram op in de klas. Waar o waar is deze gebleven? De pictogrammen en logo’s worden in andere klassen of op de gang getest of ze werken. De leerlingen gaan in groepjes het memoryspel spelen
Leerlijn Mediacultuur | Thema Identiteit | Groep 3 en 4 | Maart 2016 | Projectbeschrijving
4
Reflectievragen Presenteren Pictogrammen
Vond je het leuk om zo te presenteren.
Is jouw pictogram heel anders dan die van de anderen?
Ben je tevreden over jouw pictogram?
Hoe reageren andere leerlingen op de pictogramman? Wat vind je daarvan?
Zijn de pictogrammen meteen herkenbaar en is dat nodig?
3.4. Evalueren Pictogrammen Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces:
Kan de leerling vijf symbolen of pictogrammen aanwijzen in de klas? Kan de leerling een kenmerk van een pictogram benoemen? Is het pictogram geworden wat je had bedacht of is het tijdens het maken veranderd?
4. Deelopdracht 2: De buurtsuper 4.1. Onderzoek De buurtsuper Een supermarkt is niet zomaar een plek waar levensmiddelen worden neergezet en verkocht. Over alles wordt nagedacht. Daar hebben leerlingen vaak geen weet van. De leerlingen bezoeken een supermarkt (of een andere levensmiddelenwinkel) in de buurt. Ze krijgen daar een rondleiding in de winkel en achter de schermen (als dat mag). Ze maken kennis met het hoe en waarom in de supermarkt. Levensmiddelen worden besproken, plekken in de stelling, prijzen, en pictogrammen in de supermarkt etc. Vraag leerlingen goed te kijken naar pictogrammen en laat ze zoeken naar bepaalde levensmiddelen, bijv in groepjes. Tip voor de leerkracht: Maak foto’s van levensmiddelverpakkingen, pictogrammen, de schappen met producten, de inrichting waaronder kassa’s en de reclameborden, zodat je deze straks in de klas ter inspiratie kan gebruiken. Maak een close up en een totale foto van de levensmiddelen.
Reflectievragen Onderzoek De buurtsuper
Heb jij levensmiddelen gezien die ook in de klas zijn besproken?
Welke pictogrammen heb jij gezien?
Kon je alles goed vinden?
Heb je nog tips voor de supermarkt?
4.2. Uitvoeren De buurtsuper Terug in de klas maken leerlingen nog een keer pictogrammen, maar nu voor dingen in de supermarkt: kassa, fruit, groente, zuivel, brood, vlees/vis, uitgang.Gebruik hiervoor dezelfde werkbladen uit de bijlage.
Leerlijn Mediacultuur | Thema Identiteit | Groep 3 en 4 | Maart 2016 | Projectbeschrijving
5
Uitbreiding van de opdracht: 1. De leerlingen maken een verpakking voor een niet bestaand levensmiddel. Vraag aan de leerlingen of zij ook levensmiddelen kunnen noemen die niet bestaan? Voorbeelden om te noemen: Groene supergezonde cornflakes Melk waar je blij van wordt Muesli met rozenblaadjes waar je verliefd van wordt 2. Laat leerlingen zelf een keuze maken uit een van de niet echt bestaande levensmiddelen en hier gaan ze een nieuwe verpakking voor bedenken. 3. Laat nu de blanco verpakkingen zien via deze link: https://www.tno.nl/nl/overtno/nieuws/2015/6/milieueffectanalyse-raamovereenkomstverpakkingen-naar-tweede-kamer/ Kunnen de leerlingen raden wat er in deze verpakkingen kan zitten? 4. Laat de blanco verpakkingen uit de bijlage zien op het smartboard. Zorg dat er ook voorbeelden zijn van de gelijmde blanko verpakkingen. De leerlingen maken nu zelf een keuze welke verpakking ze willen gebruiken voor het niet bestaande levensmiddel. De leerlingen mogen alle materialen gebruiken om de verpakking mooi te maken: verf, stift, plakken, plaatjes uit tijdschrijften. Laat tijdens het maken op het smartboard de gemaakte foto’s zien van de levensmiddelen uit de supermarkt , zodat de leerlingen inspiratie krijgen. Probeer de leerlingen te helpen buiten de kaders te denken. Hoe voelt een groene cornflake? Misschien zijn ze wel heel zacht. Ga je reuzecornflakes maken of piepkleine. En wordt verpakking heel vrolijk of juist heel saai?
Reflectievragen Uitvoeren De buurtsuper
Was het makkelijk om een niet bestaand levensmiddel te bedenken?
Kun jij je makkelijk inbeelden hoe bijv. groene cornflakes voelt?
Denk je dat mensen jouw levensmiddel willen kopen?
Welk levensmiddel van de andere leerlingen zou jij wel willen proberen?
4.3. Presenteren De buurtsuper
Laat de foto’s zien op het smartboard en bespreek het bezoek aan de supermarkt na. Alle verpakking die af zijn worden op een tafel tentoongesteld of bij voorkeur op verschillende schappen zoals in een supermarkt. De leerlingen presenteren hun eigen product. Waarom deze kleur, vorm, dit drankje/eten en waarom zou iemand dit echt moeten kopen!
Reflectievragen Presenteren De buurtsuper
Naar welk levensmiddel ben je het meest nieuwsgierig?
Welk levensmiddel van de andere zou je wel eens willen proeven/proberen?
Vond je het moeilijk om je levensmiddel te presenteren?
Kun je goed antwoord geven op het ‘waarom’? Waarom heb je iets zo gemaakt?
Heb je het gevoel dat je hebt kunnen maken wat je wilde?
Leerlijn Mediacultuur | Thema Identiteit | Groep 3 en 4 | Maart 2016 | Projectbeschrijving
6
4.4. Evalueren De buurtsuper Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces:
Vraag de leerlingen om zich voor te stellen dat dit in de supermarkt ligt. Zou je er dan zo langslopen of zou je toch even stoppen? Bespreek voor welke producten je zou stoppen. In dit project is het creatieve proces heel erg belangrijk. Je vraagt de leerlingen buiten de kaders te denken en te verbeelden. Reflecteer met de leerlingen op dit proces. Voelde het bijvoorbeeld anders dan andere projecten? Vonden ze het prettig om iets vrijer te werken dan ze normaal gesproken doen? WIe had last van te weinig kaders?
5. Deelopdracht 3: Wij zijn open 5.1. Onderzoek Wij zijn open De leerlingen gaan straks een ruilsupermarkt inrichten met hun eigen producten. Hiervoor gaan ze onderzoek doen. 1. Vertoon de foto’s die zijn gemaakt in de supermarkt op het smartboard. Foto’s van levensmiddelen, schappen en de inrichting van de supermarkt. 2. Maak in de klas een testopstelling met de potjes en pakken die van thuis zijn meegenomen en de verpakkingen die zijn gemaakt en loop er eens langs om te kijken of alles op de juiste hoogte staat. 3. Bedenk met elkaar wat je nodig hebt in een supermarkt. Bijvoorbeeld een kassa en iemand die de kassa bediend, iemand die de winkel netjes houdt, een groot bord met ‘SUPERMARKT’ erop. Inventariseer met de leerlingen wat zij nodig hebben in de supermarkt zodat ze dat in de volgende opdracht kunnen gaan maken. 4. Vervolgens is het belangrijk om de waarde van de levensmiddelen te bepalen. Hoe gaan ze de producten ruilen? Een potje tegen een potje en een boterham tegen een boterham, of mogen de klanten zelf weten wat ze kiezen? 5. En hoe gaan ze bekend maken dat de supermarkt open is ofwel reclame maken. Met een spandoek door de school, briefjes, via de intercom, of digitaal via de website van de school? En wat is hierbij haalbaar voor de leerlingen?
Reflectievragen Onderzoek Wij zijn open
Lukt het om goed samen te werken?
Kun je je goed voorstellen hoe een supermarkt eruit ziet?
Wil je dat het lijkt op een echte supermarkt of juist een andere soort supermarkt?
Vind je het lastig om je producten te verruilen of wilde je het liever zelf houden?
Leerlijn Mediacultuur | Thema Identiteit | Groep 3 en 4 | Maart 2016 | Projectbeschrijving
7
5.2. Uitvoeren Wij zijn open De leerlingen openen een eigen supermarkt in de school waar je levensmiddelen kunt ruilen tijdens de pauze. 1. Eerst bedenken de leerlingen gezamenlijk een naam voor de supermarkt. Vraag de leerlingen om er over na te denken en schrijf zoveel mogelijk opties op het bord. Laat de leerlingen vervolgens zelf stemmen op een supermarktnaam zodat deze democratisch gekozen wordt. 2. Vervolgens wordt de plek van de supermarkt gekozen. Is dit in de klas of in de gang of de docentenkamer of ergens anders? De supermarkt kan zo groot of zo klein worden gemaakt als wenselijk. 3. Vervolgens richten de leerlingen de supermarkt zelf in. Ze maken hierbij gebruik van de kennis die ze hebben opgedaan tijdens het bezoek eerder in dit project (of refereer naar supermarktbezoeken met ouders oid). Ze gebruiken de pictogrammen en levensmiddelen verpakkingen die ze zelf hebben gemaakt en de potjes van thuis. Zetten ze de levensmiddelen in een kast of op een tafel? Zetten ze de producten hoog of laag? Hoe krijgen ze de producten op ooghoogte? En wie staat er achter de kassa? 4. Maak reclame voor de supermarkt. Wanner is de opening en wanneer is de supermarkt open? 5. Als alles klaar is wordt de supermarkt officieel geopend met lintje knippen!
Reflectievragen Uitvoeren Wij zijn open
Lukte het om de supermarkt echt op een supermarkt te laten lijken?
Vond je het moeilijk om met z’n allen een naam voor de supermarkt te bedenken?
Vind je het lastig om je producten te ruilen of wilde je het liever zelf houden?
5.3. Presenteren Wij zijn open De supermarkt is open. In ploegendiensten ruilen of ‘showen’ de leerlingen hun producten. Leerlingen kunnen hun snickers, snoepjes of boterham met chocopasta ruilen tegen een knutselwerk of leerlingen kunnen een streepje zetten bij het product wat ze het liefst willen proeven. Laat de leerlingen zelf hun eigen supermarktregels bedenken.
Reflectievragen Presenteren Wij zijn open
Ben je liever aan het bedenken hoe je de supermarkt gaat maken of vind je het ook leuk om in de supermarkt te
staan?
Wat is het beste gelukt van de supermarkt?
Vond je het leuk dat andere naar jullie producten keken?
Vonden jullie het belangrijk dat het zo echt mogelijk was of was het goed om het anders te doen?
Leerlijn Mediacultuur | Thema Identiteit | Groep 3 en 4 | Maart 2016 | Projectbeschrijving
8
5.4. Evalueren Wij zijn open Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces:
Maak foto’s van de supermarkt en bespreek deze terwijl je ze op het digibord laat zien. Bespreek de verschillende rollen in de supermarkt. Hoe ging het samenwerken, wat was lastig en wat helemaal niet?
6. Algemene beoordeling Voor het beoordelen van de leerlingenprestaties kunt u gebruik maken van het beoordelingsformulier voor leerkracht en leerling. De vier beoordelingscriteria zijn afgestemd op de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en de uitgangspunten van COH. De leerlingenprestaties in het gehele project worden meegenomen in de beoordeling. Voor leerlingen vanaf groep 5 of 6 is een zelfbeoordelingsformulier beschikbaar. U kunt zelf inschatten in hoeverre uw leerlingen in staat zijn het formulier te gebruiken. Voor het gebruiken van de formulieren is een korte toelichting beschikbaar. De formulieren en toelichting vindt u onder hoofdstuk 18 van “Informatie voor de leerkracht”.
Leerlijn Mediacultuur | Thema Identiteit | Groep 3 en 4 | Maart 2016 | Projectbeschrijving
9