Programmabegroting 2016 - 2019
Gemeentehuis Singelpark 1 3984 NC Odijk Postbus 5 3980 CA Bunnik Telefoon (030) 659 48 48 Fax (030) 657 03 85 Website http://www.bunnik.nl/ E-mail
[email protected]
2
3
Inhoudsopgave
Aanbieding ................................................................................................................................................... 5 Inleiding ...................................................................................................................................................... 12 Dienstverlening en Organisatie................................................................................................................ 15 Programma: 1. Bestuur en Organisatie ............................................................................................... 16 Programma: 2. Dienstverlening ............................................................................................................ 20 Programma: 3. Algemene dekkingsmiddelen ..................................................................................... 23 Fysiek domein ............................................................................................................................................ 26 Programma: 4. Veiligheid ...................................................................................................................... 27 Programma: 5. Openbare ruimte .......................................................................................................... 30 Programma: 6. Bouwen, wonen & ondernemen ................................................................................. 33 Sociaal domein .......................................................................................................................................... 39 Programma: 7. Maatschappelijke ontwikkelingen .............................................................................. 40 Programma: 8. Algemene ondersteuning ........................................................................................... 44 Programma: 9. Maatwerk ondersteuning ............................................................................................ 47 Recapitulatie .............................................................................................................................................. 50 Vaststellingsbesluit ................................................................................................................................... 52 Paragrafen .................................................................................................................................................. 53 1. Bedrijfsvoering ................................................................................................................................... 54 2. Weerstandsvermogen ....................................................................................................................... 56 3. Lokale lasten en heffingen ................................................................................................................ 60 4. Verbonden partijen ............................................................................................................................ 62 5. Kapitaalgoederen ............................................................................................................................... 88 6. Financiering ........................................................................................................................................ 90 7. Grondbeleid ........................................................................................................................................ 92 Bijlagen ....................................................................................................................................................... 95 Bijlage I: Reserves en voorzieningen .................................................................................................. 96 Bijlage II: Opgenomen Nieuw Beleid vanuit Kadernota ..................................................................... 99 Bijlage III: Eenmalige uitgaven 2016 - 2019 ....................................................................................... 103 Bijlage IV: Inventarisatie risico’s ........................................................................................................ 105 Bijlage V: Kaders en regelingen ......................................................................................................... 108
4
5
Aanbieding Wij zijn verheugd u deze Programmabegroting 2016-2019 aan te bieden met over alle jaren een begrotingsoverschot. Het begrotingsoverschot bedraagt afgerond € 379.000 in 2016 en loopt op tot € 650.000 in 2019. Een goed uitgangspunt. Wij vragen wel voorzichtigheid over de besteding van het begrotingsoverschot, omdat wij wendbaar willen blijven bij toekomstige ontwikkelingen en onzekerheden. Wij denken dan aan de grilligheid van de algemene uitkering, de effecten van de vluchtelingencrisis, de onzekerheden binnen het sociaal domein en de financiële gevolgen uit een gestart onderzoek naar de stabiliteit van de ICT infrastructuur. Eerst willen wij toelichten hoe deze begrotingsoverschotten zijn ontstaan, omdat bij de behandeling van de Kadernota 2016- 2019 (inclusief informatienota financiële gevolgen Meicirculaire 2015) op 2 juli jl. een aanzienlijk voorzichtiger financieel beeld is geschetst. Het begrotingsresultaat ging toen van een tekort in 2016 naar een oplopend overschot in de jaren daarna. De nu sterkere gepresenteerde financiële positie vindt zijn grondslag in ontwikkelingen van financieel technische aard en het effect van de Septembercirculaire 2015. Ontwikkelingen van financieel technische aard De ontwikkelingen van financiële aard zijn geldbeheer, bespaarde rente en kapitaallasten en worden veroorzaakt door de gewijzigde financieringspositie (van financieringstekort naar financieringsoverschot) en de lage rentestand op de kapitaalmarkt. Een verdere toelichting vindt u in de inleiding onderdeel begrotingspositie 2016-2019. Hoe kan dit? De cijfers van de Kadernota 2016-2019 en de informatienota financiële gevolgen Meicirculaire 2015 zijn de basis voor het opstellen van de Programmabegroting 2016-2019. Over alle wensen, zoals vervangingsinvesteringen, wettelijke verplichtingen, bedrijfsvoering en nieuwe beleidsvoornemens, wordt door u besloten bij de vaststelling van de kadernota en worden daarna verwerkt in de programmabegroting. De renteberekening over de kapitaallasten kan dus pas plaatsvinden nadat de investeringen vanuit de kadernota in beeld zijn. Dit geldt ook voor het berekenen van het financieringsoverschot dan wel financieringstekort. Hiervoor moeten nl. alle reserves en voorzieningen geactualiseerd worden en alle investeringen. Met deze berekeningen kan dus pas worden gestart na de vaststelling van de kadernota. Nu blijkt dat deze technische berekeningen het nieuwe begrotingsresultaat positief (totaal € 214.000) hebben beïnvloed. Effect Septembercirculaire 2015 De verwachte hogere rijksuitgaven en een financieel technische aanpassing in het kader van het BTW compensatiefonds zijn de voornaamste oorzaken voor het positieve financiële effect in algemene zin van de Septembercirculaire 2015 voor de gemeenten. Het financiële effect, gebaseerd op de huidige maatstaven, voor onze gemeente is (afgerond): 2016
2017 75.000
2018 76.000
2019 182.000
198.000
Daarentegen zijn de decentralisatie-uitkeringen AWBZ en Participatiewet naar beneden bijgesteld. Deze zullen op de directe kosten van AWBZ (€ 15.000) en Participatiewet (€ 2.000) worden gecorrigeerd. Het gaat om totaal € 17.000.
Speerpunten 2016 Bij de Programmabegroting 2016-2019 presenteren wij geen samenvatting of flyer. De speerpunten op de diverse thema’s van de collegeagenda ‘Binden en Bewegen’ weergegeven bij de Kadernota 2016-2019 zijn niet veranderd. Om u toch inzicht te geven in de speerpunten per thema beschrijven wij nogmaals deze speerpunten.
6 PARTICIPATIESAMENLEVING Maatschappelijke initiatieven / sport / buurtsportcoaches Sinds 1 januari 2015 is Bunnik, zoals alle gemeenten in Nederland, verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Tegelijkertijd is Bunnik deze zorg anders, dichtbij de burgers, aan het organiseren. Ook bevordert de gemeente burgerkracht en zet de sociale netwerken in bij zorg. Ook in 2016 gaat die transformatie door. Bunnik vernieuwt de samenwerking met de zorgaanbieders en met zijn contacten met de samenleving. De gemeente zet volgend jaar in op meer preventiewerk. Ze wil krachten in het sociaal domein bundelen en, samen met de partners in het sociale netwerk, zoeken naar passende oplossingen voor de zorg. Verder laten we nadrukkelijk ruimte aan initiatieven vanuit de samenleving. Sport is voor het college een belangrijk middel om voor een goed en gezond leefklimaat te zorgen en sociale verbindingen te leggen. Goede voorzieningen, ook op sportgebied, vormen een pijler van het vestigingsklimaat in de gemeente. Ook in 2016 gaan de gesprekken over het verder ontwikkelen van de sport door. De gemeente wil sportverenigingen beter in de eigen kracht helpen zetten. Buurtsportcoaches hebben volgens het college een signaalfunctie in het sociaal domein. Het college geeft daarom, ook financieel, steun aan het burgerinitiatief 'Bunnik beweegt'. Dat geeft jongeren de kans om meer te sporten, verbetert de vitaliteit van senioren, bezorgt hen meer sociale contacten en probeert door middel van valtrainingen senioren te behoeden voor lichamelijk letsel. Aanjaagfonds / ruimtemakers Wij willen initiatieven vanuit de samenleving zoveel mogelijk faciliteren, tenzij dat om duidelijke redenen niet kan. Dankzij participatie wint het beleid immers aan kwaliteit en krijgt meer draagvlak. Vanuit dat idee zijn in 2015 de ruimtemakers aan de slag gegaan. Deze werkgroep van raadsleden, griffier, burgemeester, gemeentesecretaris en medewerkers wil lokale initiatieven tot ontwikkeling helpen komen, waarbij de gemeente hooguit licht stuurt. Na de enquête over participatie en een eerste thema-avond, wordt ingezet op volgende thema-avond over het sociaal domein en burgerinitiatief. In 2016 zoeken de ruimtemakers voortvarend verder naar nieuwe wegen om participatie te bevorderen en nog meer in gesprek te komen met inwoners. Om burgerinitiatieven te stimuleren wordt een Aanjaagfonds opgericht. VERBINDEN Organisatieontwikkeling Welke taken wil de gemeente in 2021 uitvoeren? Welke functies en competenties horen daarbij? Hoe worden de ambtenaren toegerust om die taken goed uit te kunnen voeren? En hoe moet de organisatie aangestuurd worden om voor die toekomst klaar te zijn. Deze vragen staan centraal in het Organisatieperspectief 2021. Bij de opstelling van het Organisatieperspectief is gebruik gemaakt van verscheidene basisdocumenten, zoals het bestuurskrachtonderzoek en de collegeagenda 2014-2018. In gesprekken tussen ons en het management is verdieping gezocht op verschillende thema’s. De uitkomsten, met een beeld van de gewenste organisatie in 2021, zijn opgenomen in het Organisatieperspectief 2021. Tevens is er een ontwikkelagenda aan toegevoegd die aangeeft wat er gebeuren moet om in 2021 die gewenste organisatie te hebben. De komende jaren zullen volop in het teken staan van de uitvoering van die ontwikkelagenda. Doorontwikkeling Bunnikse Manier van Werken (BMW) De gemeente streeft naar de best haalbare dienstverlening voor inwoners. Dus zoeken medewerkers de inwoners meer op. Ze werken op plaatsen waar zo weinig mogelijk drempels zijn voor hun inwoners en dus ook de beste verbinding gelegd kan worden. We doen ons werk immers voor de inwoner. Deels met dat oogmerk is de Bunnikse Manier van Werken (BMW), onze lokale toepassing van het nieuwe werken, vanaf eind 2014 ingevoerd. Enkele medewerkers werken sinds begin 2015 op gezette tijden in de Huiskamer van Odijk. In 2016 gaan we meer de kernen van onze gemeente in en werken daar waar het werk is.
6
7 DUURZAME OPLOSSINGEN Verbinding Provincialeweg Er wordt momenteel hard gewerkt aan het project Baan van Fectio. Daarin wordt de Baan van Fectio verlengd met een directe aansluiting op de N411 en wordt een tunnel onder het spoor aangelegd. De werkzaamheden worden de komende maanden afgerond. Vanaf dan heeft de Provincialeweg in Bunnik (de Traverse) geen doorgaande functie meer. Deze weg kan dan aangepast worden en andere functies krijgen. Dat biedt kansen voor het dorp Bunnik, maar vergt ook een zorgvuldig proces. Met inwoners, bedrijven en winkeliers willen wij dat proces in 2016 starten. Duurzaamheid zal daarin steeds meegenomen en meewogen worden. Het Burgje Nadat eerst de markt uitgebreid is geconsulteerd, wordt deze zomer de ontwikkeling van de locatie Het Burgje in Odijk aanbesteed. In de collegeagenda is vastgelegd dat een van de opgaves voor Het Burgje energiezuinig bouwen is. Volgens de planning is eind van dit jaar de aanbestedingsprocedure afgerond en wordt begin 2016 een ontwikkelingsovereenkomst met een marktpartij gesloten. Deze ontwikkelaar zal de opgave voor energiezuinig bouwen in Het Burgje nader uitwerken. Omgevingswet/omgevingsvisie De concept-Omgevingswet van het Kabinet stelt dat de gemeente voor zijn gehele grondgebied een integrale visie op de ruimtelijke omgeving moet ontwikkelen. De wet zal naar verwachting in 2018 in werking treden. Vooruitlopend hierop werkt Bunnik, samen met de buurgemeenten Houten en Wijk bij Duurstede, aan een omgevingsvisie voor hun gezamenlijk buitengebied. Deze visie zal een integraal beeld geven van wat de wensen zijn voor dat gebied en wat daar mogelijk is. Daarbij wordt over de gemeentegrenzen heen gekeken. Dat maakt duurzame oplossingen voor de lange termijn mogelijk. ECONOMIE Verbond van Bunnik Wij zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. We zetten ons actief in om werk te vinden voor mensen met een arbeidsbeperking dan wel om hun afstand tot de arbeidsmarkt flink te verkleinen. Dat spraken vertegenwoordigers van de Bunnikse ondernemersvereniging BHIK, BAM Groep, BOVAG, Postillion Hotels, Cofely Nederland, stichting Krachtig Krommerijn, het ROC Midden-Nederland, de Regionale Dienst voor Werk en Inkomen (RDWI) en de gemeente Bunnik eind 2014 af in het Verbond van Bunnik. De eerste resultaten van het Verbond zijn positief: een aantal mensen is met succes bemiddeld en ondernemers committeren zich. Ook in 2016 en de daarop volgende jaren zullen de gemeente en haar verbondspartners zich inspannen om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te krijgen en volwaardig mee te laten draaien in de samenleving. Samenwerking in Q4 De ondernemersverenigingen van de vijf gemeenten rondom het Science Park, te weten Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist, hebben elkaar gevonden in het samenwerkingsverband Q4. In dat platform participeren ook de vijf gemeenten en het Science Park zelf. Q4 wil de regionale economie in Zuidoost Utrecht versterken en heeft daar onderzoek naar laten doen. Het eindrapport schetst hoe dit verband zich verder kan ontwikkelen en hoe het kan aanhaken bij alle ontwikkelingen in het gebied. In 2016 worden de bevindingen van het onderzoeksrapport uitgewerkt en zullen vervolgens ingevuld moeten worden. Bunnik en de andere gemeenten hebben daarbij een ondersteunende rol. Science Park (USP) Bunnik is een aantrekkelijke groene gemeente in de regio Utrecht. Zij ligt op het snijvlak van stad en platteland. Pal in die stadsrand ligt het Science Park Utrecht, een vooraanstaand centrum binnen de Europese kenniseconomie. Het Science Park zorgt voor veel dynamiek en versterkt het imago van de regio. Het levert de regio nieuwe inwoners, hoogwaardige banen en kennisintensieve bedrijvigheid op. Vanwege zijn ligging, zijn landschappelijke setting en goed woon- en leefklimaat is Bunnik in de positie om sterk te profiteren van het Science Park. Inmiddels hebben de partners in het Science Park gekozen voor de thema’s slim, groen en gezond. Dit sluit nauw aan bij de gemeentelijke thema’s. De collegeagenda onderstreept het belang van het park voor de gemeente. De komende periode willen we de kwaliteiten van onze gemeente versterken, zodat die nog meer deelt in het dynamische ondernemersklimaat, de faciliteiten en het toptalent van het Science Park. 7
8 DEREGULERING Omgevingswet Voor de ontwikkeling en het beheer van onze leefomgeving zijn meer dan zestig wetten, honderden algemene maatregelen van bestuur en honderden ministeriële regelingen van kracht. Voor burgers, bedrijven en overheden zelf wordt het steeds moeilijker om de samenhang tussen al deze kaders te zien. Dat leidt tot onzekerheid, onnodige vertraging en meerkosten bij projecten. Om daar een eind aan te maken werkt het Kabinet onder het motto ‘Eenvoudig Beter’ aan de Omgevingswet. Via deze nieuwe wet wil het Kabinet meer samenhang in de ruimtelijke ordening brengen. Maar zij wil zo ook nadrukkelijk de regelgeving rond water, lucht, bodem, infrastructuur, bouwen en cultureel erfgoed vereenvoudigen en bundelen. Dat moet het mogelijk maken ontwikkelingen in één keer te bekijken. Hoewel de wet op zijn vroegst in 2018 ingaat, moet Bunnik vanaf 2016 daar al de voorbereidingen voor starten. Daartoe stelt de gemeente een plan van aanpak op. Ontslakken In 2012 bezon het landelijke bouwteam, waarin experts zaten uit de bouwwereld, de overheid en kennisinstellingen, zich over de vraag hoe de bouw sterker uit de crisis kon komen. Het team stelde vast dat teveel projecten sneuvelen door een bureaucratische houding en een stapeling van regels. Om sneller, goedkoper en flexibeler te werken, moest ‘ontslakt’ worden. Bunnik is vanaf 2015 ook gaan ontslakken. De gemeente heeft verkend welk beleid en welke regels versimpeld kunnen worden of zelfs geschrapt kunnen worden. Zij experimenteerde met andere werkwijzen en stimuleerde ‘het denken in mogelijkheden’ in de organisatie. In 2016 zet Bunnik dit traject voort met als uitgangspunten ‘eenvoudig beleid’ en ‘alleen regels als dat wettelijk verplicht en/of noodzakelijk is’. De gemeente gaat bijeenkomsten organiseren om de gewenste cultuurverandering in de eigen organisatie goed op weg te helpen. SAMENWERKING (Bunnik in de regio) Wonen De woon- en leefomgeving in de gemeente wordt positief beoordeeld. Daar bouwen wij op voort door het woonbeleid verder te ontwikkelen. Het wil in dat kader ook de Woonvisie herzien, zodat duidelijk is welke leeftijdsopbouw de bevolking heeft, hoe de samenstelling van huishoudens zich ontwikkelt. Aan de hand daarvan kunnen we beslissen voor welke doelgroepen welke type woningen gebouwd moeten worden. Om tot een nieuwe Woonvisie te komen, zal de gemeente de eigen inwoners om input vragen, maar ook nadrukkelijk bij de omliggende gemeenten kijken, zodat duidelijk is hoe onze lokale woningmarkt in de regionale markt past. Nadrukkelijk zal aandacht besteed worden aan de sociale woningbouw en hoe dit de komende jaren aandacht moet krijgen, nu de woningbouwcrisis op zijn einde loopt. De Woonvisie zal aansluiten op de Strategische Agenda en op de verkenning naar de positionering van Bunnik die in het essay ‘Stip op de Horizon’ wordt uitgewerkt. Overigens zullen we dit jaar al komen met concrete voorstellen over sociale huur. Mobiliteit Of het nu gaat om de oostelijke ontsluiting van Houten, de infrastructuur rond Fort bij Vechten, de verbinding met het Science Park Utrecht of een autoluw buitengebied: mobiliteit zorgt binnen onze gemeente voor discussie. De gemeente wil zoveel mogelijk in dialoog met de inwoners, bedrijven en ondernemers de mobiliteit bespreken. Maar vanwege de ligging van Bunnik op de grens van de stad Utrecht en platteland in het overvolle centrum van Nederland vragen de mobiliteitsvragen in Bunnik ook om een constante dialoog met buurgemeenten en de regio. Duurzaamheid De gemeente is in gesprek met haar inwoners, bedrijven en ondernemers over duurzaamheid. Zij heeft dit jaar het Platform Duurzaamheid Bunnik helpen oprichten. Dat moet het gesprek in onze samenleving over dit belangrijke thema verder bevorderen. Bovendien wil het Platform een plaats zijn waar duurzame initiatieven van onderop uit de Bunnikse samenleving vleugels krijgen. Ook in 2016 gaan deze gesprekken door. We bekijken hoe we het thema duurzaamheid verder kunnen invullen en waar mogelijk concreet kunnen maken. Bunnik zet vanaf 2016 extra middelen in om initiatieven te faciliteren en te ondersteunen, waarbij onder andere gedacht wordt aan zonnepanelen. Het gesprek over duurzaamheid kan niet ophouden bij de gemeentegrens. We werken bijvoorbeeld met Houten en de provincie Utrecht aan de ontwikkeling en beheer van het buitengebied van beide gemeenten. Daarbij wordt invulling gegeven aan termen als autoluw, fietsvriendelijk en bereikbaar. Ook om tot meer en beter openbaar vervoer te komen moet regionaal samengewerkt worden. 8
9 SAMENWERKING (intensieve samenwerking) Stad Utrecht De stad Utrecht zoekt duidelijk de samenwerking met de omliggende gemeenten. Dat doet Utrecht niet alleen in de U10, maar ook middels Agenda Stad # Utrecht. Dat is de Utrechtse uitwerking van Agenda Stad, een initiatief van het rijk om de stedelijke regio’s beter in positie te brengen richting het rijk en Europa. Bij de totstandkoming van het Utrechtse verhaal (Agenda Stad # Utrecht) vroeg Utrecht de omliggende gemeenten om input, omdat ze zich op het standpunt stelt dat de stad niet ophoudt bij de stadsgrenzen. De gedachte is dat de kwaliteiten in de regio elkaar aanvullen. Zo kan Bunnik de voortuin van de stad Utrecht zijn, een gemeente waar je kunt recreëren en kunt wonen in een groene en ruimtelijke omgeving, op fietsafstand van de stad. De gemeente Bunnik is aangehaakt bij Agenda Stad # Utrecht en zal bij de ontwikkeling betrokken blijven. Daarbij houden we steeds de samenhang met het essay ‘Stip op de Horizon’ in het oog, net zoals de samenhang met de Strategische Agenda en met de rol die we in de regio willen spelen. U10 Op 22 april 2015 heeft de gemeenteraad van Bunnik zich, tijdens een bezoek van de burgemeesters Backhuijs van Nieuwegein en Van Zanen van Utrecht, uitgesproken voor deelname aan de U10. Inmiddels is hiertoe ook formeel besloten. De U10-samenwerking komt voort uit de gemeenschappelijke wil te blijven samenwerken, ook na opheffing van het Bestuur Regio Utrecht (BRU) per 1 januari 2016. Woerden heeft direct laten weten zich ook te willen aansluiten, waarmee alle gemeenten om de stad Utrecht heen aan U10 deelnemen. De U10-samenwerking is een netwerksamenwerking zonder grote gemeenschappelijke regeling en centraal ambtelijk apparaat, waarbij de (gezamenlijke) inhoudelijke behoefte leidend is en niet de structuur. Zo kunnen thema’s toegevoegd worden, maar ook afvallen. Ook het aantal deelnemers verschilt per thema. Utrecht vervult, als grootste gemeente, een actieve voortrekkersrol. De U10 krijgt in 2016 verder vorm, zowel wat inhoud als het samenwerkingsproces betreft. Bunnik neemt graag deel aan die ontwikkeling. Provincie Bunnik werkt al jaren intensief samen met de provincie Utrecht, vooral rondom verkeer en vervoer. Zo werken Bunnik, de provincie én de gemeente Houten in het buitengebied van de twee gemeenten aan veiligheid, bereikbaarheid, landschap en ruimte voor ondernemers. De provincie Utrecht is sinds 1 januari 2015 een nog belangrijkere partner voor de gemeente geworden omdat zij sinds die datum de verkeer- en vervoerstaken van de Bestuur Regio Utrecht (BRU) heeft overgenomen. Verder zullen Bunnik en het provinciebestuur nauw gaan samenwerken in de promotie van de Waterlinie, van het toekomstig Waterliniemuseum in Fort bij Vechten en van de Romeinse Limes, waarvan het vroegere Castellum Fectio in Vechten een onderdeel is.
Toezeggingen gemeenteraad Bij de behandeling van de Kadernota 2016-2019 hebben wij een aantal toezeggingen gedaan. Hieronder hebben we deze toezeggingen in beeld gebracht en voorzien van de wijze van afdoening met een termijn en of de toezegging al is gerealiseerd. Tot slot geven we een korte toelichting op onze interpretatie van de toezegging Omschrijving
Wensenlijst Buitengebied (verkeer) Bestemmingsplan De Raaphof Verduurzamen bestaande woningvoorraad Extra budget groenonderhoud Sparen toekomstige investeringen Voorstel varianten scholeneiland Bunnik Sportnota Strategische agenda Organisatievisie 2021 Participatietraject Strategische agenda Burgerparticipatie Zaterdagopenstelling gemeentehuis Woonvisie
Verwerking Afzonderlijk Actualisatie Nota Werkgroep Programmabegroting voorstel Financieel Beleid Ruimtemakers x
x x x x
x x x x x x x x x x
Afdoeningstermijn 4e kw 2015 en verder 4e kw 2015 4e kw 2015 4e kw 2015 5-11-2015 4e kw 2015 en verder 4e kw 2015 2016 3e kw 2015 3e kw 2015 4e kw 2015/1e kw 2016 3e kw 2015 4e kw 2015/1e kw 2016 2016
Gerealiseerd
√ √ √
9
10 Wensenlijst De door de fracties geformuleerde wensen koppelen aan de Programmabegroting. In de opmaat naar de Programmabegroting zal met de gemeenteraad in gesprek gegaan om de gestelde vragen te duiden. Buitengebied (verkeer) De wensen vanuit de partners uit de regio moeten worden geduid om te weten welke maatregelen Bunnik moet gaan nemen. Bespreking voor eind 2015. Bestemmingsplan De Raaphof In het vierde kwartaal 2015 zal het bestemmingsplan ter besluitvorming aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Verduurzamen bestaande woningvoorraad De gemeenteraad ontvangt binnenkort een concreet voorstel over het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad. Extra budget groenonderhoud In het kader van de bezuinigingen zijn er vele reacties vanuit de samenleving op het groenonderhoud. Bij de Programmabegroting moet worden aangegeven of het extra gevraagde budget voor groenonderhoud toereikend is. Sparen toekomstige investeringen Koppeling sparen voor toekomstige investeringen aan de algemene begrotingsproblematiek. Voorstel varianten scholeneiland Bunnik Het college zal in het najaar 2015 met een ingedikt voorstel komen. Met aandacht voor gedane oproep van P21. Sportnota De Sportnota is niet actueel. Het college zal de sport in brede zin oppakken met de sportverenigingen. Het in de Kadernota genoemde initiatief van de buurtsportcoaches zal hierbij worden betrokken. De gemeenteraad zal een voorstel ontvangen. Strategische agenda Een procesvoorstel zal aan de gemeenteraad worden aangeboden. Organisatievisie 2021 In gesprek met de gemeenteraad over de Organisatievisie 2021. Participatietraject Strategische agenda Het uitgebreide participatietraject met de samenleving wordt eind 2015/begin 2016 ter besluitvorming aan de gemeenteraad aangeboden. Burgerparticipatie P21 heeft aandacht gevraagd voor burgerparticipatie. Vanuit de Werkgroep Ruimtemakers wordt op alle gremia (gemeenteraad, college en organisatie) besproken op welke wijze aan de burgerparticipatie vorm kan worden gegeven. Zaterdagopenstelling gemeentehuis Een onderzoek naar zaterdagopenstelling van het gemeentehuis moet worden gedaan. Eind 2015/begin 2016 zal het college de uitkomsten van een onderzoek presenteren en een voorstel aanbieden. Woonvisie Vanuit traditionele planvorming wordt gezocht naar modernere planvorming, die aansluit bij nieuwe vraagstukken. In de Woonvisie wordt daarop in 2016 teruggekomen.
Wensenlijst 2016-2019 Bij de behandeling van de Kadernota 2016-2019 hebben we met u afgesproken om in gesprek met elkaar te gaan over een wensenlijst gemeente Bunnik voor de korte en de middellange termijn. De eerste aanzet van deze wensenlijst is in voorbereiding. Deze wensenlijst moet dynamisch zijn en ons voorstel is om dit de komende maanden gesprekstof te laten zijn tussen u en ons. Hierop komen we later in het jaar via een brainstormsessie nog bij u terug. 10
11 In het bijbehorende raadsvoorstel hebben we tekstueel de bestuurlijke richting aangegeven. Overigens is dit een eerste indicatie, omdat deze richting later definitief kan worden uitgewerkt. Dit is namelijk afhankelijk van de verdere uitwerking van de strategische agenda. Gelijktijdig wordt door ons in het raadsvoorstel een voorstel gedaan over de mogelijke gedeeltelijke besteding van het begrotingsresultaat. Tot slot merken wij nog op dat wij graag met de financiële experts vanuit de gemeenteraad (bijvoorbeeld de auditcommissie) in gesprek willen gaan over het gemeentelijk financieel beleid. Op die manier willen wij invulling geven aan de toezegging bij de Kadernota 2016-2019 over sparen voor toekomstige investeringen, die duidelijk in relatie moet worden gezien met de mogelijke inzet van de algemene reserve (welke grootte moet de algemene reserve minimaal hebben?). In dit gesprek willen wij ook andere financiële onderwerpen aan de orde brengen, zoals de mogelijkheid van garantstellingen voor maatschappelijke initiatieven en het rentevraagstuk.
Bunnik, 29 september 2015. Burgemeester en wethouders van Bunnik.
11
12
Inleiding Wijze van totstandkoming en opzet De gemeenteraad heeft op 2 juli 2015 de Kadernota 2016 - 2019 vastgesteld. Deze Kadernota gaf een vooruitblik op de te verwachten ontwikkeling van de begrotingspositie voor 2016 en volgende jaren en bevat de financiële kaderstelling door de gemeenteraad voor wat betreft het nieuwe beleid. Op basis van het nieuwe beleid vanuit de Kadernota en het bestaande beleid vanuit de Programmabegroting 2015 is deze Programmabegroting 2016 - 2019 opgesteld. Grondslag De uitgangspunten zoals die zijn vastgesteld voor de opstelling van de Kadernota 2016 - 2019 zijn eveneens gehanteerd voor het opstellen van de Programmabegroting 2016. Daarnaast is rekening gehouden met de structurele financiële effecten voortvloeiend uit de besluitvorming van de gemeenteraad tot en met de vergadering van 30 juni 2015. Gehanteerde technische uitgangspunten: Woningprognose (1-1) Inwonerprognose (1-1) Prijsstijging Loonstijging Rekenrente Belastingtarieven: OZB Hondenbelasting Toeristenbelasting Marktgelden Leges (excl. bouwleges) Afvalstoffenheffing, reinigingsrechten Rioolrecht
2016
2017
2018
2019
6.325 14.763 -0,10% 1,5% 1,0%
6.416 14.945 0% 0% 1,0%
6.493 15.099 0% 0% 1,0%
6.539 15.191 0% 0% 1,0%
Zie prijsstijging idem idem idem idem 100% kostendekking 100% kostendekking
100% kostendekking 100% kostendekking
100% kostendekking 100% kostendekking
100% kostendekking 100% kostendekking
Leeswijzer De begroting is in 3 thema’s opgebouwd te weten: Dienstverlening en Organisatie, Fysiek domein en Sociaal domein. Elk thema heeft zijn eigen kleur in de begroting. Deze opzet zal de komende jaren nog verder doorontwikkeld worden. De programma’s worden als volgt opgebouwd. Allereerst worden de doelstellingen die in de collegeagenda zijn opgenomen vermeld. Het betreft dus de doelstellingen voor de komende 4 jaar. Daarna worden de actiepunten die voor het jaar 2016 op het programma staan, vermeld en de uitvoering ervan beschreven. Het bestaand beleid en ontwikkelingen op het bestaande beleid komen aan bod en tot slot het financiële kader. De toelichting mutaties tussen de begroting 2015 en de begroting 2016 vindt plaats vanaf een verschil van € 50.000 op programmaniveau. Prestatie indicatoren In de periode november 2014 – mei 2015 is een raadswerkgroep bezig geweest met het benoemen van indicatoren per programma. Een indicator is een concretere vertaling van de doelstellingen en/of activiteiten binnen de programma’s. Voor de vormgeving van de indicatoren is een aantal criteria gehanteerd waaraan deze moeten voldoen, te weten: - relevant voor de gemeenteraad (d.w.z. op programmaniveau); - beïnvloedbaar door de gemeenteraad; - meerjarig c.q. ontwikkeling in beeld te brengen; - zoveel mogelijk gebruik maken van reeds bestaande informatie (zowel intern als extern). In de Programmabegroting 2016-2019 zijn de uitkomsten van de werkgroep opgenomen, door per programma een tabel op te nemen met de benoemde indicatoren. Deze uitkomsten kunnen gezien worden als een eerste proeve, waarvan de komende jaren moet blijken of deze indicatoren een toegevoegde waarde hebben voor de gemeenteraad bij het uitvoeren van de kaderstellende en controlerende taak. Tijdens het benoemen van de indicatoren is al vaak ondervonden dat een indicator 12
13 soms op meerdere manieren is uit te leggen. Het blijft daarom altijd van belang het zogenaamde ‘verhaal achter de indicator’ te betrekken bij het interpreteren van de indicator.
Begrotingspositie 2016 - 2019 Situatie Kadernota 2016 - 2019 De jaarschijf 2016 van de Kadernota 2016 – 2019 sluit met een nadelig saldo van € 24.300. Voor de jaren 2017 tot en met 2019 werd een voordelig saldo geraamd. Saldi Kadernota De Kadernota 2016 sloot met de volgende saldi: Saldi x € 1.000
2016 Saldo Kadernota
-24,3
2017 131,6
2018
2019
162,4
174,8
Saldi Informatienota Bij de vaststelling van de Kadernota 2016-2019 is een informatienota aangeboden. Hierin stond het effect van de meicirculaire op de begroting vermeld. Het meerjarenperspectief na de informatienota was als volgt: Saldi x € 1.000
2016 Saldo Informatienota
-122,5
2017 81,2
2018
2019
103,6
112,2
Financiële ontwikkelingen na de informatienota Na de informatienota hebben zich de volgende financieel belangrijkste nieuwe ontwikkelingen voorgedaan, welke zijn verwerkt in de begroting. Wij zigingen
Effect septembercirculaire Geldbeheer Ozb niet woningen Bespaarde rente Kapitaallasten Dekking reserve kapitaallasten Overig Totaal ontwikkelingen
2016 74.566 160.906 92.410 -148.800 202.000 39.700 81.002 501.784
2017 75.538 160.906 92.410 -148.800 202.000 39.700 -78.777 342.977
2018 181.564 160.906 92.410 -148.800 202.000 39.700 -60.891 466.889
2019 197.808 160.906 92.410 -148.800 202.000 39.700 -6.189 537.835
Septembercirculaire Naar aanleiding van de septembercirculaire 2015 is er ten opzichte van de meicirculaire 2015 nog een positieve bijstelling plaatsgevonden. Dit heeft te maken met verwachte hogere rijksuitgaven (accres) en een financieel technische aanpassing in het kader van het BTW compensatiefonds. Daarentegen zijn de decentralisatie-uitkeringen AWBZ en Participatiewet naar beneden bijgesteld. Geldbeheer/financiering Er is sprake van hogere baten met betrekking tot de financiering. Dit heeft te maken met een financieringsoverschot (ten opzichte van een financieringstekort van vorig jaar) waardoor er minder geld geleend hoeft te worden en er rentebaten zijn in plaats van rentelasten. OZB Ten opzichte van de Programmabegroting 2015-2018 is de totale waarde in verband met areaaluitbreiding van de niet-woningen toegenomen, wat een voordelig effect heeft op de Programmabegroting 2016-2019. Bespaarde rente Jaarlijks gaat de rente over de reserve dekking kapitaallasten ten gunste van de exploitatie. Aangezien de rente van 2,5% naar 1% is gedaald, betekent dit dat er minder bespaarde rente over de reserve ten gunste van de exploitatie gaat. 13
14 Kapitaallasten Doordat de rekenrente van 2,5% naar 1% is gedaald wordt er minder rente aan de investeringen toegerekend. Hierdoor is een voordeel te zien van € 202.000. Dekking reserve kapitaallasten Een groot deel van de kapitaallasten wordt jaarlijks gedekt uit de reserve dekking kapitaallasten. Ten opzichte van vorig jaar wordt er meer uit deze reserve gedekt waardoor er minder op de exploitatie drukt en er een voordeel ontstaat. Situatie volgens de Programmabegroting 2016 Volgens de nu voorliggende begroting 2016 bedraagt voor 2016 het saldo € 379.300. De jaren erna sluiten af met een voordelig saldo van € 324.200, € 570.500 respectievelijk € 650.000 in 2019. Saldi x € 1.000
2016 Saldo Programmabegroting 2016-2019
2017
379,3
2018
424,2
570,5
2019 650,0
Ontwikkeling algemene reserve Op begrotingsbasis (peildatum 1 juli 2015) bedraagt de algemene reserve € 8,3 miljoen (zie stand boekwaarde 1 januari 2016 in de staat van reserves en voorzieningen). Voortgang bezuinigingsproject ‘Bunnikse Kwaliteit’ Alle bezuinigingsvoorstellen voor 2016 en volgende jaren zijn nog niet gerealiseerd. Voor 2015, 2017 en 2018 is de taakstelling al wel gerealiseerd. Na definitieve besluitvorming over de in voorbereiding zijnde bezuinigingsvoorstellen is de taakstelling van de ‘Bunnikse Kwaliteit‘ in getal (€) ook in 2016 gerealiseerd. Het gaat dan om de volgende bezuinigingsvoorstellen: kostenreductie via inkoop, invoering zaakgericht werken, kostendekkendheid leges planschade en LED verlichting en/of verlaging verlichtingsniveau van de openbare verlichting. Tot slot moeten de volgende bezuinigingsvoorstellen: kostendekkendheid marktgelden en herinrichting speelterreinen op basis van buurtparticipatie nog worden opgestart. Financieel ziet de realisatie van de ‘Bunnikse Kwaliteit’ er als volgt uit: Omschrijving Totaal taakstelling Gerealiseerd Verschil (-/- = tekort) Nog in voorbereiding Verschil (-/- = tekort) Nog te starten Totaal gerealiseerd
2015 371.600 387.600 16.000
2016 706.100 686.500 -/- 19.600 49.000 29.400 25.000 54.400
2017 773.600 800.000 26.400 54.000 80.400 25.000 105.400
2018 773.600 809.000 35.400 54.000 89.400 25.000 114.400
Een mooi resultaat dat op een constructieve en innovatieve manier gezamenlijk met de samenleving is opgepakt. Bij de monitoring van de bezuinigingsvoorstellen geldt dat vooral gemonitord wordt of de acties die nodig zijn om te komen tot de bezuinigingstaakstelling ook daadwerkelijk en volgens planning worden uitgevoerd. Primair wordt dus niet naar de daadwerkelijke financiële besparing gekeken. Dit is niet mogelijk omdat soms niet helder is hoeveel de daadwerkelijke besparing is of dat een bezuinigingsvoorstel door omstandigheden niet realistisch is. Dit is de reden dat het extra financieel voordeel nog niet wordt ingezet in de Programmabegroting 2016-2019.
14
15
Dienstverlening en Organisatie
15
16
Programma: 1. Bestuur en Organisatie Doelstellingen Collegeagenda 2016 t/m 2019 1. Ontwikkelen van uitgangspunten van passende participatie. 2. Uitbreiden van de inzet van sociale media en webcare. 3. Profileren van Bunnik als het dorpse karakter van de stadsregio en de groene voortuin van de stad. 4. Ontwikkelen van een nieuwe, toekomstgerichte organisatievisie. 5. Ontwikkelen van de rol van de gemeente als partner in een netwerk. 6. Inzetten op de doorontwikkeling van maatschappelijke en politieke sensitiviteit van de organisatie. 7. Werken aan een faciliterende organisatie met faciliterende medewerkers. 8. Doorvoeren van de Bunnikse Manier van Werken in de organisatie. 9. Verbeteren van de informatievoorziening. 10. Streven naar een verdere verduurzaming van de bedrijfsvoering.
Actiepunten 2016 2.1 De inzet van sociale media en webcare maakt kennisdeling makkelijker en zorgt dat de gemeente participeert in netwerken, signalen uit de samenleving kan opvangen en snel kan reageren op bepaalde vragen. 4.1 Inzetten op een verandering in houding: stimuleren van het denken in oplossingen en maximaal gebruiken van de regelruimte (“ja, mits”). 5.1 Dwarsverbanden binnen de ambtelijke organisatie zoeken, om écht integraal te kunnen werken, maar ook buiten de organisatie met stakeholders als regiogemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijven. 6.1 Faciliteren wat kan; regisseren/samenwerken waar het (financieel) voordeel heeft; reguleren wat moet.
Uitvoering van collegeagenda Organisatieontwikkeling (4.1 / 5.1 / 6.1) In de afgelopen jaren heeft Bunnik verschillende bestuurlijke en organisatorische ambities vastgelegd in visiedocumenten en scenario’s. Deze stukken vormen de weerslag van een zoektocht van Raad, college en MT hoe Bunnik een sterke, slagvaardige en zelfstandige gemeente kan blijven. Een bestuurskrachtige gemeente die haar veranderende rol als regisserend partner in netwerken oppakt en meer dan nu aan kan sluiten op de ontwikkelingen in de participatieve samenleving. Bij die veranderende rol hoort een veranderende organisatie. Vanuit het besef dat de ontwikkelingen in hoog tempo op de gemeente af zullen blijven komen, is gekozen voor een organische manier van veranderen. Dat betekent dat, met de kennis van nu, zo goed mogelijk is geschetst hoe de organisatie er in 2021 uit zou kunnen zien. Deze schets is vastgelegd in het Organisatieperspectief 2021. Het document gaat in op de verwachtingen omtrent omvang, inrichting en werkwijze van de gemeentelijke organisatie. In de bijbehorende veranderagenda 2016-2021 is duidelijk gemaakt welke stappen richting 2021 nodig zijn. Het organisatieperspectief heeft niet de pretentie de organisatie in alle details te duiden en is zeker niet in beton gegoten. Omdat de omgeving dynamisch en complex blijft, wordt regelmatig gekeken of het perspectief verandert en of de veranderagenda kan worden versneld of moet worden vertraagd. Het organisatieperspectief maakt duidelijk dat naast het realiseren van de taakstelling in het kader van Bunnikse Kwaliteit, ook gericht moet worden geïnvesteerd in de organisatie. Het gaat dan vooral om de strategische functie, de informatiefunctie en de regiefunctie op de netwerkpartners die gemeentelijke taken uitvoeren. Naast de structuur van de organisatie, wordt ook volop aandacht besteed aan de cultuur binnen de organisatie. Centraal daarbij staat ‘Ons verhaal’. ‘Ons verhaal’ is de naam van de communicatiestrategie, die kort de persoonlijkheid van Bunnik schetst. De gemeente draagt in alle communicatie uit wie zij is en leeft daar naar. ‘Ons verhaal’ geeft richting aan onze keuzes en wil de bewoners niet slechts informeren, maar ook inspireren door hun hart aan te spreken. ‘Ons verhaal’ laat zien dat in onze communicatie de dialoog voorop staat en de afstanden tussen mensen wil verkleinen. ‘Ons verhaal’ zet aan tot verbinden en bewegen. In ‘Ons verhaal’ is een aantal kernwaarden opgenomen, die aan het handelen ten grondslagliggen. Een ‘inspiratiegroep’ van enthousiaste medewerkers is met die input aan de slag gegaan om bij het cultuurontwikkelingsproces te helpen. Zo wordt gebouwd aan een cultuur die extern gericht is, 16
17 dynamisch, flexibel en wendbaar. Een cultuur die ondernemerschap, innovatief vermogen en creativiteit uitstraalt. Een cultuur waar vrijheid voor mensen, vertrouwen in mensen en in openheid samenwerken centraal staan. Communicatie (2.1) De collegeagenda stelt vast dat de politiek, de ambtelijke organisatie en de samenleving meer met elkaar in gesprek willen gaan. Bovendien wil het college de samenleving meer bij de besluitvorming betrekken. Daartoe is in 2015 het Burgerpanel nieuw leven ingeblazen. Het Panel heeft in 2015 over allerlei beleidsvraagstukken zijn opinie gegeven. Verder is het ledenbestand nagelopen en uitgebreid. Ook in 2016 zal het Burgerpanel geregeld geraadpleegd worden, zodat de gemeente snel een beeld krijgt van wat er leeft onder de bevolking. In 2015 zijn ook de Ruimtemakers van start gegaan. Deze werkgroep, bestaande uit leden van de gemeenteraad, college en medewerkers, wil waar dat kan burgerinitiatieven tot bloei laten komen. Mede aan de hand van de ervaringen van de Ruimtemakers worden in de loop van 2015 kaders voor participatie opgesteld. Ook wordt in 2015 omschreven welke initiatieven wanneer een beroep kunnen doen op het nieuwe Aanjaagfonds voor Burgerinitiatieven. In 2016 wordt verder gezocht naar nieuwe ideeën voor participatie en geschikte initiatieven. De inzet van social media is in 2014-2015 uitgebreid. Bovendien is de gemeente, in het kader van ‘digitaal tenzij’, voor officiële publicaties en bekendmakingen overgestapt naar een elektronisch gemeenteblad. Als service aan onze inwoners worden in 2015 nog korte signaleringen van onze bekendmakingen geplaatst in de Nieuwsbode. Meteen in 2016 wordt geëvalueerd hoe de digitalisering van de bekendmakingen is verlopen en in hoeverre die signaleringen in het huis-aan-huisblad nodig blijven. In 2016 wordt verder gewerkt aan de profilering van Bunnik als ‘groene voortuin’ van Utrecht. BRU en U10 (5.1) 1 januari 2016 is het zover: het BRU wordt opgeheven. De gemeenteraden van alle negen BRUgemeenten, inclusief de Bunnikse gemeenteraad, hebben ingestemd met de opheffing. Daarmee is een einde gekomen aan een periode van twintig jaar waarin het BRU een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van de stedelijke regio. De negen gemeenten hebben in de aanloop naar de opheffing van het BRU de wil uitgesproken om te blijven samenwerken, ook na het BRU. Die wil heeft geresulteerd in de vormgeving van de U10samenwerking; Woerden is aangesloten bij dit initiatief. Eind 2015 zal de gemeenteraad officieel beslissen over deelname aan de U10. De U10-samenwerking is een netwerksamenwerking zonder grote gemeenschappelijke regeling en centraal ambtelijk apparaat, waarbij de (gezamenlijke) inhoudelijke behoefte leidend is en niet de structuur. Zo kunnen thema’s toegevoegd worden, maar ook afvallen. Ook het aantal deelnemers zal per thema verschillen. De gemeente Utrecht vervult, als grootste gemeente, een actieve voortrekkersrol. De U10 krijgt in 2016 verder vorm, zowel inhoudelijk als wat betreft het samenwerkingsproces. De gemeente Bunnik maakt graag deel uit van die ontwikkeling. Intensieve samenwerking met de stad Utrecht (5.1) De stad Utrecht zoekt duidelijk de samenwerking met de omliggende gemeenten en pakt een leidende rol in de regionale samenwerking. Dat doet Utrecht niet alleen in de U10, maar ook middels Agenda Stad # Utrecht. Dat is de Utrechtse uitwerking van Agenda Stad, een initiatief van het rijk om de stedelijke regio’s beter in positie te brengen richting rijk en Europa. Bij de totstandkoming van het Utrechtse verhaal (Agenda Stad # Utrecht) vroeg Utrecht de omliggende gemeenten om input, omdat ze zich op het standpunt stelt dat de stad niet ophoudt bij de stadsgrenzen. De gedachte is dat de kwaliteiten in de regio elkaar aanvullen. Zo kan Bunnik de voortuin van de stad Utrecht zijn; recreëren en wonen in een groene en ruimtelijke omgeving, op fietsafstand van de stad. De gemeente Bunnik is aangehaakt bij Agenda Stad # Utrecht en zal bij de ontwikkeling betrokken blijven. Daarbij kijken we ook naar de samenhang met het essay Stip op de Horizon, de Strategische Agenda en de gewenste rol in de regio. Grip op Gemeenschappelijke Regelingen (5.1) De gemeenteraad van Bunnik wil zijn sturing op gemeenschappelijke regelingen verbeteren. Daarom is in 2014 de werkgroep Verbonden Partijen ingesteld. Die bestaat uit raadsleden, de burgemeester, de griffier en twee medewerkers van de gemeente. De werkgroep Verbonden Partijen heeft 6 uitgangspunten geformuleerd, waar in 2015 naar is gehandeld: het instellen van een klankbordgroep (als pilot), een regelmatig terugkerende thema-avond over majeure ontwikkelingen, nieuwe procedures voor de gemeenschappelijke regelingen (door ondertekening van het Manifest Verbonden Partijen, de opbouw van een raadsnetwerk, evaluatierapporten over de gemeenschappelijke regelingen en een andere inrichting van de paragraaf Verbonden Partijen. 17
18 Het resultaat van dat laatste uitgangspunt is in de begroting verwerkt. In 2016 wordt verder gegaan met de verbetering van de grip op Verbonden Partijen door op basis van de uitgangspunten verder te experimenteren en te evalueren.
Bestaand beleid Product
Activiteiten
Gemeenteraad
Raad Griffie Burgemeester en Wethouders Communicatie Commissie bezwaarschriften Kabinetszaken Bestuurlijke samenwerking Basisregistratie personen Basisregistratie objecten O Organisatiekosten
College van B&W
Samenwerking Gegevensbeheer Bedrijfsvoering
Relevante beleidsontwikkelingen Strategische Agenda Sinds december 2014 ligt de regie in de totstandkoming van de Strategische Agenda bij het college en gaat de Regiegroep door het leven als Klankbordgroep. Tijdens de raadsvergadering van 9 juli 2015 is toegezegd dat een procesvoorstel aan de raad zal worden voorgelegd. Dit is op 10 september 2015 in het Open Huis besproken en zal op 1 oktober 2015 in de raad worden vastgesteld. De Strategische Agenda kent een aantal bouwstenen, waarvan sommige eind 2015 nog in de raad besproken zullen worden, zonder een formeel raadsbesluit te vragen. Met dit kader wordt een aanzet geschreven voor de Strategische Agenda en begin 2016 het gesprek met de samenleving gevoerd. Gestreefd wordt naar een e e raadsvoorstel voor het einde van het 1 kwartaal 2016, met een uitloop naar het 2 kwartaal 2016.
Prestatieindicatoren Doelstelling Inwoners actief betrekken bij de vorming en de uitvoering van het beleid (evt uit elkaar halen) Ruimte scheppen voor meer initiatieven vanuit de samenleving Ruimte scheppen voor meer initiatieven vanuit de samenleving Zelfstandige gemeente
Indicator Aantal projecten waarbij burgerparticipatie wordt toegepast (evt tov aantal beleidsdocumenten)
Streefwaarde Van 12 in 2014 naar 15 à 25 in 2016-2018;
Aantal voortgezette/afgeronde projecten waarbij overheidsparticipatie wordt toegepast tov opgestartte/ingediende initiatieven Aantal raadplegingen burgerpanel
Van 1 in 2015 naar 3 afgeronde initiatieven in 2016 en 6 in 2018.
% gemeenschappelijke regelingen met beleidsvrijheid (mogelijkheid pluspakket)
In 2014 is het burgerpanel 0 keer geraadpleegd. Dit laten toenemen tot 3 per jaar. In 2015 is het aantal gemeenschappelijke regelingen met beleidsvrijheid 27%.
18
19
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
2017
Meerjarenbegroting 2018 2019
Lasten Gemeenteraad College van B&W Samenw erking Gegevensbeheer Bedrijfsvoering
7.518,8 247,4 677,4 67,0 456,6 6.070,5
7.456,4 226,8 395,7 68,5 405,8 6.359,6
7.535,4 229,3 400,5 67,7 414,1 6.423,8
7.517,1 229,3 385,5 67,7 410,8 6.423,8
7.526,5 237,3 385,5 67,7 412,1 6.423,8
7.524,9 229,3 385,5 67,7 418,6 6.423,8
Baten Gemeenteraad College van B&W Samenw erking Gegevensbeheer Bedrijfsvoering
32,2 15,3 16,9 -
35,4 14,9 20,5 -
28,5 15,0 13,5 -
28,5 15,0 13,5 -
28,5 15,0 13,5 -
28,5 15,0 13,5 -
Saldo lasten en baten
7.486,5-
7.421,0-
7.506,9-
7.488,6-
7.497,9-
7.496,4-
M utatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo m utatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
7.486,5-
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
7.421,0-
7.506,9-
7.488,6-
7.497,9-
7.496,4-
7.409,211,8-
7.465,341,6-
7.465,323,3-
7.473,424,6-
7.465,431,0-
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht. Eenmalige uitgaven 2016 - 2019 Aanjaagfonds overheidsparticipatie Beheeraudit Basisregistratie Adressen en Gebouwen
2016 15.000 6.000
2016
2017
2019 6.000
Toelichting mutaties begroting 2015 - 2016 Er is een nadelig verschil van € 85.900 van 2016 ten opzichte van 2015. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: •
•
•
Bij het product Gegevensbeheer is een nadeel van € 13.800. Dit wordt veroorzaakt door de in de Kadernota 2016 opgenomen ramingen voor de beheerfase Basisregistratie Grootschalige Basiskaart en de beheeraudit voor de BAG. Uren waar een inkomst tegenover staat worden op de betreffende programma’s geraamd. De uren voor de overige producten worden onder programma 1 opgenomen. Ten opzichte van 2015 zijn er minder uren op de programma’s geraamd (minder kostendekkende producten of producten waar een inkomst tegenover staat). En dus meer uren naar niet kostendekkende producten die op programma 1 staan. Dit levert een nadeel op van € 64.200 op programma 1. Overige mutaties: € 7.900 nadelig. 19
20
Programma: 2. Dienstverlening Doelstellingen Collegeagenda 2016 t/m 2019 1. Inzetten op verdere digitalisering van onze dienstverlening. 2. Zoeken naar andere, nieuwe manieren van fysieke dienstverlening. 3. Streven naar deregulering en versimpeling van regels waar nodig.
Actiepunten 2016 Uitvoering van collegeagenda Bestaand beleid Product Klantencontact Burgerzaken
Vergunningverlening
Begraafplaats
Activiteiten Website Klachtenbehandeling Burgerlijke stand Rijbewijzen en reisdocumenten Verkiezingen Naturalisatie APV en bijzondere wetten Uitwegvergunning en invalidenparkeerkaarten Markt en standplaatsen Omgevingsvergunningen Begraafplaats
Relevante beleidsontwikkelingen Handhavingsbeleid en verdere professionalisering In lijn met de rapportage van de rekenkamer wordt het Handhavingsbeleid nagenoeg niet gewijzigd. Het college verwacht wel enkel ondergeschikte wijzigingen te moeten voorstellen. Hierbij denken wij aan tegenstellende belangen met het nieuwe paraplubestemmingsplan of andere ruimtelijke kaders. Ook zal het beleid waar nodig worden geoptimaliseerd na de laatste stand en inzicht van wetgeving. Om beleidsvoornemens uit te voeren worden er programma’s opgesteld. Ook wel het uitvoeringsprogramma Vergunningen, Toezicht en Handhaving genoemd. Deze zijn wettelijk verplicht en zullen jaarlijks worden vastgesteld en geëvalueerd. Daarnaast moet de gemeente een nieuwe verordening vaststellen met betrekking tot kwaliteit en kwetsbaarheid van de medewerkers. Eerder had het rijk had zich voorgenomen om dit in een wet vast te leggen. Echter na overleg met VNG is er afgesproken dat de kwaliteit en kwetsbaarheid in een lokale gemeentelijke verordening moet worden vastgesteld. Het treft enkel het werkgebied wat Wabo gerelateerd is.
20
21
Prestatieindicatoren Doelstelling Inzetten op verdere digitalisering van onze dienstverlening Klantgerichtheid
Indicator Aantal verschillende digitale producten dat via een webformulier is af te handelen % binnen de servicenormen gestelde termijnen afgehandelde zaken (telefoon, brieven, e-mail, website)
Klantgerichtheid
Aantal klachten nav afgehandelde zaken
Streefwaarde Het aantal webformulieren laten toenemen van 39 in 2015 naar 51 in 2016 Het percentage afgehandelde zaken binnen de servicenorm laten toenemen van 90% in 2015 naar 95% in 2017. Het aantal ingediende en afgehandelde klachten in 2014 bedroeg 23. Het streven is dit aantal niet te laten stijgen.
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
2017
Meerjarenbegroting 2018 2019
Lasten Klantcontact Burgerzaken Vergunningverlening Begraafplaats
1.285,9 39,6 436,2 737,5 72,6
1.386,0 44,5 342,2 934,6 64,7
1.274,1 62,2 318,6 855,6 37,8
1.302,5 67,7 341,5 855,6 37,8
1.277,5 42,7 341,5 855,6 37,8
1.307,5 42,7 371,5 855,6 37,8
Baten Klantcontact Burgerzaken Vergunningverlening Begraafplaats
1.293,2 279,1 992,2 21,9
866,7 258,4 582,9 25,5
631,0 265,6 365,4 -
725,1 265,6 459,5 -
734,9 265,6 469,3 -
820,1 265,6 554,5 -
519,3-
643,1-
577,4-
542,6-
487,4-
Saldo lasten en baten
7,3
M utatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo m utatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
7,3
519,3-
643,1-
577,4-
542,6-
487,4-
623,619,5-
552,425,0-
542,6-
454,532,9-
21
22
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht. Eenmalige uitgaven 2016 - 2019 Doorontwikkeling digitaal zakendoen Doorontwikkeling website & intranet Klanttevredenheidsonderzoek Verkiezingen
2016 12.000 7.500
2016
2017
2019
25.000 32.900
Toelichting mutaties begroting 2015 - 2016 Er is een nadelig verschil van € 123.800 van 2016 ten opzichte van 2015. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: • • •
• •
Bij het product Klantcontact is er een nadeel van € 17.700. Dit is het gevolg van de in de Kadernota 2016 opgenomen incidentele ramingen voor het doorontwikkelen van de website en het digitaal zaken doen. Op het product Burgerzaken ontstaat per saldo een voordeel van € 30.800 ten opzichte van 2015. Dit komt voornamelijk, omdat er voor 2016 geen verkiezingen gepland staan en er dus geen ramingen voor worden opgenomen. Bij het product Vergunningverlening is er een voordeel van € 79.000. De urenraming voor de APV en bijzondere wetten en voor de Drank en Horeca was in de begroting 2015 (1 fte) onjuist. Door de uitbesteding aan de gemeente Zeist is deze formatie teruggebracht tot 0,33 fte. Dit levert een financieel voordeel op. De uren van de gemeente Zeist zijn in de begroting opgenomen voor de Drank en Horeca van € 20.000 (voorheen programma 4) en voor APV en bijzondere wetten eveneens € 20.000 (voorheen bedrijfsvoering). Aan de batenkant is op het product Vergunningverlening een nadeel van € 217.500 als gevolg van verschuivingen (Het Burgje) in de geactualiseerde woningbouwprognose voor de raming voor leges omgevingsvergunning. Overige mutaties: € 1.600 voordelig.
22
23
Programma: 3. Algemene dekkingsmiddelen Doelstellingen Collegeagenda 2016 t/m 2019 1. Een gezonde financiële positie behouden: het gemeentelijk huishoudboekje moet op orde zijn.
Actiepunten 2016 1.1; We geven uitvoering aan het project Bunnikse Kwaliteit;
Uitvoering van collegeagenda Voortgang bezuinigingsproject ‘Bunnikse Kwaliteit’ (1.1) Alle bezuinigingsvoorstellen voor 2016 en volgende jaren zijn nog niet gerealiseerd. Voor 2015, 2017 en 2018 is de taakstelling al wel gerealiseerd. Voor 2016 nog niet. Zie de inleiding voor verdere toelichting over de voortgang van dit proces.
Bestaand beleid Product
Activiteiten
Geldbeheer
Financiering Deelnemingen OZB Hondenbelasting Toeristenbelasting Algemene uitkering Stelposten Mutaties in reserves
Belastingen
Algemene Uitkering Algemene baten en lasten
Relevante beleidsontwikkelingen De algemene dekkingsmiddelen worden niet als baten in de diverse programma’s opgenomen. Inzicht in de algemene dekkingsmiddelen is echter essentieel en zullen hieronder beschreven worden. Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is Betreffende de lokale heffingen gaat het om die heffingen waarvan de besteding niet gebonden is. Voorbeelden hiervan zijn de OZB, hondenbelasting en de toeristenbelasting. In de gemeente Bunnik wordt de opbrengst onroerende zaakbelasting verhoogd met inflatie. Voor 2016 is een deflatie bepaald op 0,10%. Daarnaast wordt rekening gehouden met een waardestijging van 0,6%. Voor de overige lokale heffingen wordt verwezen naar de paragraaf lokale lasten en heffingen. Voorbeelden van lokale heffingen waarvan de besteding wel gebonden is, zijn het rioolrecht en de afvalstoffenheffing. Deze heffingen worden op de desbetreffende programma’s verantwoord. Algemene Uitkering De algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de gegevens uit de meicirculaire 2015. In het volgende overzicht is de omvang van de algemene uitkering weergegeven zoals die in de Programmabegroting 2016 is verwerkt. In die ramingen is, naast het effect van de uitkeringsfactor, rekening gehouden met de raming van het aantal inwoners en woningen. Deze bedragen zijn inclusief de decentralisatie uitkeringen. Omschrijving
2016
2017
2018
2019
Raming algemene uitkering
13.607.531
13.378.835
13.289.415
13.285.636
23
24 Dividend De gemeente Bunnik heeft deelnemingen in Vitens en de Bank Nederlandse Gemeente (BNG). Naar verwachting zal in totaal een dividenduitkering van € 40.250 worden ontvangen. Onvoorzien Het bedrag onvoorzien dient te worden geraamd voor de begroting in zijn geheel of per programma. In de gemeente Bunnik wordt een post onvoorzien in de begroting opgenomen. In de begroting 2016 is voor onvoorziene onvermijdbare en onuitstelbare lasten een bedrag beschikbaar van € 44.289.
Prestatieindicatoren Doelstelling Financieel gezonde positie Structureel sluitende begroting; Realisatie Bunnikse Kwaliteit Geen stijging gemeentelijke belastingdruk (m.u.v. inflatiecorrectie)
Indicator Ratio weerstandsvermogen % gerealiseerde bezuiniging
Streefwaarde Minimaal 1,0 en streefwaarde 2,5 100% realisatie
Belastingdruk per inwoner
Stijging 0% (m.u.v.inflatiecorrectie)
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
2017
Meerjarenbegroting 2018 2019
Lasten Geldbeheer Belastingen Algemene uitkering Algemene baten en lasten
9.363,4 14,6 113,6 4,0 9.231,2
852,5 19,2 60,1 3,8 769,4
274,3 6,8 148,0 4,0 115,5
200,7 6,8 149,0 4,0 40,9
189,9 6,8 138,0 4,0 41,1
177,3 6,8 138,0 4,0 28,5
Baten Geldbeheer Belastingen Algemene uitkering Algemene baten en lasten
26.780,4 663,8 4.636,9 10.556,4 10.923,3
20.676,8 402,6 4.809,8 13.217,6 2.246,9
20.651,3 564,6 4.926,6 13.664,7 1.495,3
20.227,0 564,6 4.954,6 13.451,5 1.256,3
20.255,3 564,6 4.975,3 13.467,0 1.248,4
20.257,3 564,6 4.996,0 13.478,8 1.217,8
Saldo lasten en baten
17.417,0
19.824,3
20.377,0
20.026,3
20.065,4
20.080,0
M utatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
8.656,2 9.739,4
747,3 679,3
292,2 1.119,6
288,9 849,0
287,2 807,3
286,2 766,2
Saldo m utatie reserves
1.083,2
827,4
560,2
520,2
480,1
21.204,4
20.586,4
20.585,5
20.560,0
20.377,0
20.026,3
20.065,4
20.080,0
Resultaat
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
18.500,2
68,019.756,3
24
25
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht. Eenmalige uitgaven 2016 - 2019 Decentralisatieuitkering Huishoudelijke hulp toeslag Decentralisatieuitkering WMO ( mantelzorgcompliment)
2016
2016
2017
2019
-115.000 -52.000
Toelichting mutaties begroting 2015 - 2016 Er is een voordelig verschil van € 495.400 van 2016 ten opzichte van 2015. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: • Bij het product Belastingen is er aan de lastenkant een nadelig verschil van € 87.900 ten opzichte van 2015, omdat vanaf 2016 op dit product de bijdrage aan de BghU wordt geraamd. (Daar staat aan de batenkant een positief verschil tegenover van € 27.000 in verband met de (incidentele) frictievergoeding van de BghU). • Bij de algemene baten en lasten is een voordeel van € 653.000 ten opzichte van 2015. Jaarlijks wordt de bespaarde rente toegevoegd aan de algemene reserve. Dit is uitgave op de exploitatie. Aangezien een lager bedrag aan bespaarde rente wordt toegevoegd aan de algemene reserve ten opzichte van 2015 is dit een voordeel van € 354.000. Daarnaast zijn diverse reserves komen te vervallen, waardoor de jaarlijkse stortingen in die reserves zijn komen te vervallen dat een voordeel is van € 92.000. In 2015 stond een stelpost opgenomen van € 110.000 voor de cao ontwikkelingen, deze zijn nu in de salarissen verwerkt zodat hier een voordeel te zien is. Tot slot is er een voordeel van € 85.000 doordat er geen inflatie wordt toegevoegd aan de reserves en voorzieningen aangezien het inflatiepercentage voor 2016 0% is. • Aan de batenkant is een voordeel op geldbeheer van € 162.000 doordat er sprake is van een financieringsoverschot ten opzichte van een financieringstekort in 2015. Er zijn dus rentebaten in plaats van rentelasten in 2016. • Er is bij de raming voor de onroerende zaakbelastingen een positief verschil van € 116.800 ten opzichte van 2015. Dit komt door de waardeontwikkeling voor de niet-woningen ten opzichte van 2015 dat een voordeel geeft van € 92.400. Daarnaast staat vanaf 2016 een frictievergoeding van de BghU geraamd van € 27.000. • Het batig verschil van € 447.000 van de algemene uitkering is het effect van de septembercirculaire 2015 ten opzichte van de septembercirculaire 2014. De algemene uitkering is geactualiseerd met de huidige maatstaven en het effect van de circulaires leiden tot een positief verschil. • Het nadelig verschil op het product baten en lasten van € 751.000 heeft te maken met een lagere onttrekking uit de algemene reserve van € 343.000. Daarnaast is er een lagere bespaarde rente ten opzichte van 2015 van € 503.000. • Overige mutaties: € 12.500 voordelig.
25
26
Fysiek domein
26
27
Programma: 4. Veiligheid Doelstellingen Collegeagenda 2016 t/m 2019 1. De organisatie van de crisisbeheersing verder vorm geven. 2. De (gemoderniseerde) brandweergarages overdragen aan de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). 3. De samenleving participatief betrekken bij veiligheid, waarbij de eigen verantwoordelijkheid gestimuleerd wordt. 4. Actievere samenwerking met ketenpartners binnen het domein veiligheid (politie, veiligheidshuis en Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC))
Actiepunten 2016 1.1 Intensiveren van de samenwerking met de VRU en de gemeente Zeist om de crisisbeheersing verder te optimaliseren. 3.1 Promoten van de aansluiting van de inwoners van Bunnik op Burgernet. 3.2 Meer aandacht besteden aan preventie, vooral op het gebied van (auto)inbraken in Bunnik. 3.3 Actieve uitvoering van de drank en horecawet door middel van controles en preventie. 4.1 Actief samenwerken met de politie. 4.2 Actieve aansluiting bij regionale samenwerking om criminaliteit te voorkomen.
Uitvoering van collegeagenda Samenwerking binnen de veiligheidsketen (1.1 / 4.1 en 4.2) Een goede samenwerking met de veiligheidsdiensten, politie, VRU en de GHOR is belangrijk. De huidige ervaring is dat de samenwerking goed is en men elkaar makkelijk weet te vinden. Gelet op de recente wijzigingen in de crisisorganisatie, neemt het belang van deze samenwerking alleen maar toe. Op basis van de positieve ervaringen wordt de samenwerking de komende jaren verder verstevigd. Daarnaast zal er intensiever samengewerkt worden met buurgemeenten voor afstemming en optimalisatie van het veiligheidsbeleid. Personen die zich bezig houden met criminaliteit zullen binnen het veiligheidshuis besproken worden en organisaties die betrokken zijn bij criminaliteit zullen binnen het RIEC aangemeld worden. Veiligheid in de buurt (3.1 / 3.2 / 3.3) Het inschakelen van de inwoners bij de veiligheid heeft zich inmiddels al een aantal keren bewezen. Er zijn al veel Bunnikse inwoners aangesloten op Burgernet, waardoor een aantal positieve resultaten is behaald. Om de kracht van de inwoners in nog grotere getale te kunnen benutten, wordt ook in 2016 met regelmaat aandacht gevraagd voor aansluiting bij Burgernet. Daarnaast worden inwoners en ondernemers blijvend gewezen op preventiemaatregelen om de eigen veiligheid te blijven waarborgen. Vanaf 1 januari 2016, twee jaar na de invoering van de herziene Drank en Horecawet, zal de uitvoering geëvalueerd en verder uitgewerkt worden. Dit geldt zowel voor de preventieve als repressieve onderdelen.
Bestaand beleid Product Beschermende maatregelen
Brandweerzorg
Activiteiten Criminaliteitspreventie Overige beschermende maatregelen Crisisbeheersing Brandweer Brandweerkazerne Bunnik Brandweerkazerne Werkhoven
27
28
Relevante beleidsontwikkelingen Bijdrage VRU Vorig jaar is al aangegeven dat de bijdrage aan de VRU verlaagd kon worden. Het voordeel is berekend op totaal € 123.000 op jaarbasis in 2020. Er is besloten dit voordeel al direct structureel in te boeken. Er zal in de komende periode tot 2020 nog een herijking van de financieringssystematiek volgen. Er is veel vertrouwen in de organisatie van de VRU om de nieuwe systematiek op een goede manier vorm te geven zodanig dat het voordeel een structureel karakter heeft. Overdracht brandweerkazernes In 2016 zal er duidelijkheid moeten komen over het overdragen van brandweer kazernes aan de VRU. Inmiddels is de kazerne in Bunnik vervangen en de kazerne in Werkhoven gerenoveerd.
Prestatieindicatoren Doelstelling Bunnik wordt door de inwoners als een veilige gemeente beoordeeld Bunnik wordt door de inwoners als een veilige gemeente ervaren
Indicator Tevredenheidscijfer van de inwoners over de veiligheid
Streefwaarde Cijfer veiligheid van 7,6 in 2012 naar 8,0 in 2018
Tevredenheidscijfer van de inwoners over de veiligheid
% inwoners dat zich veilig voelt, laten toenemen van 86,5% in 2012 naar 87,8% in 2018
Bunnik is een veilige gemeente om te wonen
Aantal autoinbraken
Aantal autoinbraken laten afnemen van 107 in 2012 naar 75 in 2018
Bunnik is een veilige gemeente om te wonen
Aantal woninginbraken
Aantal woninginbraken laten afnemen van 110 in 2012 naar 67 in 2018
Bunnik is een veilige gemeente om te wonen
Aantal woningen met veiligheidskeurmerk
Aantal woningen met Veiligheidskeurmerk van 1189 in 2014 laten toenemen naar 1300 in 2018.
Bunnik is een veilige gemeente om te wonen
Aantal deelnemers Burger-net
Verhogen van de fysieke veiligheid
% uitrukken brandweer binnen wettelijke opkomsttijd
Verhogen van de fysieke veiligheid
Aantal vrijwilligers brandweer
Het aantal deelnemers aan Burgernet van 1753 in 2015 laten toenemen naar 2000 in 2018. 56% in 2014 binnen de wettelijke opkomsttijd toenemen 2014 naar 70% in 2018 Aantal vrijwilligers in Bunnik 19 en in Werkhoven 24 in 2015. Streven is voor Bunnik 20 en voor Werkhoven 21 in 2018.
28
29
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
2017
Meerjarenbegroting 2018 2019
Lasten Beschermende maatregelen Brandw eerzorg
948,7 41,1 907,6
990,2 57,2 933,1
934,6 38,9 895,7
908,5 38,9 869,6
901,5 38,9 862,6
899,5 38,9 860,6
Baten Beschermende maatregelen Brandw eerzorg
4,6 4,6
4,6 4,6
4,6 4,6
4,6 4,6
4,6 4,6
4,6 4,6
Saldo lasten en baten
944,1-
985,6-
930,0-
903,9-
896,9-
894,9-
M utatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo m utatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
944,1-
985,6-
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
930,0-
903,9-
896,9-
894,9-
930,0-
903,9-
896,9-
894,9-
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht. Eenmalige uitgaven 2016 - 2019
2016
2016
2017
2019
Toelichting mutaties begroting 2015 - 2016 Er is een voordelig verschil van € 55.600 van 2016 ten opzichte van 2015. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: • De drank- en horecawet werd in 2015 op het product beschermende maatregelen opgenomen. Vanaf 2016 is dit verplaatst naar het product vergunningverlening (programma 2). Dit geeft hier een voordeel van € 19.500. • Bij brandweerzorg is als gevolg van bezuinigingsmaatregelen een lagere gemeenschappelijke bijdrage van de Veiligheidsregio Utrecht van € 23.000. Daarnaast zijn de kapitaallasten € 14.000 lager. Dit wordt veroorzaakt door een lager rentepercentage over met name het krediet van de brandweergarages. • Overige mutaties: € 900 nadelig
29
30
Programma: 5. Openbare ruimte Doelstellingen Collegeagenda 2014 t/m 2018 1.Samenwerken met buurgemeenten, provincie, BRU, partners uit de omgeving, inwoners en bedrijven aan een gezamenlijke visie op de inrichting van het buitengebied waarin invulling wordt gegeven aan termen als autoluw, fietsvriendelijk en bereikbaarheid (voor ondernemers en bewoners). 2. Duurzaam inzetten op verkeersveiligheid. 3. Verbeteren van de aansluiting van routes in het Openbaar Vervoer. 4. Verder werken aan verduurzaming van verkeer en vervoer. 5. De openbare ruimte minimaal op het huidige niveau houden.
Actiepunten 2016 1.1 Bijdragen aan de optimalisering van de ontwikkeling van de infrastructuur rond Vechten. Streven naar een verkeersveilige situatie door herinrichting van het kruispunt bij Vroeg, waarbij de recreatieve ontwikkeling van het gebied voorop staat. Vermindering van de verkeersdruk voor doorgaand verkeer en het terugbrengen van de maximum snelheid vormen een doelstelling. 1.2 Bijdragen aan een spoedige aanleg van de oostelijke ontsluiting van Houten op de A12 en onderzoeken welke kansen dit biedt voor een betere verkeersafwikkeling rond de N229, in relatie tot de ruimtelijke ontwikkelingen aan de westkant van Odijk. 1.3 In navolging op de gezamenlijke visie voor het buitengebied samenstellen van een maatregelenpakket om een autoluw, fietsvriendelijk en bereikbaar buitengebied te realiseren (bijvoorbeeld: verbetering van fietspaden, de aanleg van een carpoolplaats en de introductie van een spitsknip). 1.4 Verbeteren van de verbinding tussen Bunnik en het Utrechtse Science Park. 2.1 Het verbeteren van de verkeersveiligheid op kruispunten, met het kruispunt op de N229 bij Odijk als prioriteit. 2.2 Wegen binnen de bebouwde kommen zo veilig mogelijk inrichten; de Provincialeweg wordt na omlegging van de Baan van Fectio autoluw, met een maximumsnelheid van 30 km/u. 4.1 Zoeken naar creatieve manieren en pilots om oplaadpunten voor elektrisch autorijden te faciliteren. 5.1 Verkennen van nieuwe vormen van (passende) participatie in het onderhoud van de openbare ruimte, ook op bedrijventerreinen. 5.2 Het hondenpoepbeleid wordt geherintroduceerd.
Uitvoering van collegeagenda Verkeersbeleid (1.1 / 1.3 / 2.2 / 4.1) Bunnik wordt gekenmerkt door veel verkeer- en vervoersstromen. Het zoeken naar een goed evenwicht tussen mobiliteit en leefbaarheid, met name in het buitengebied, is dan ook essentieel. De verkeer- en vervoerstromen beperken zich niet tot de gemeente Bunnik maar raken ook alle buurgemeenten. In 2015 is als resultaat van de samenwerking tussen Houten, Bunnik, de Provincie Utrecht en betrokken burgers en bedrijven in het buitengebied, gekozen voor een directe aansluiting op de A12 voor het oostelijke verkeer van en naar Houten. Daar zal Rijkswaterstaat nog een besluit over moeten nemen. Het in 2015 vastgestelde verkeersbeleidsplan sluit hierop aan. Op basis daarvan worden concrete acties en projecten benoemd. Omdat het de leefbaarheid direct raakt, worden inwoners, bedrijven en instellingen nadrukkelijk hierbij betrokken. Vanuit duurzaamheidoogpunt worden initiatieven ten aanzien van oplaadpunten voor elektrisch rijden en andere alternatieve brandstoffen gefaciliteerd. Regionaal verkeer en vervoer (1.2 / 1.4 / 2.1) In 2016 moet zicht komen op verkeersmaatregelen in het buitengebied van Bunnik en Houten. Dat is grotendeels een regionale opgave, in samenwerking met de provincie Utrecht, de gemeente Houten en deels ook de gemeente Wijk bij Duurstede. In dat kader is een nog te nemen besluit van Rijkswaterstaat, zoals hiervoor aangegeven, essentieel. Ook de evaluatieresultaten van de N421 op het verkeer in het buitengebied spelen hierin een belangrijke rol. Verder ligt er nog een relatie met de door de gemeenten Houten, Bunnik en Wijk bij Duurstede op te stellen omgevingsvisie. Op basis van die visie kan vervolgens uitwerking plaats vinden o.a. ten aanzien van de fietsbrug A12, de Parallelweg en de gewenste ontsluiting van Fort Vechten en de versterking van de (fiets)relatie met het Sciencepark. 30
31 Openbare ruimte (5.1 / 5.2) De fysieke leefomgeving, de openbare ruimte, raakt iedereen die binnen de gemeente woont, werkt en/of recreëert. Om de kwaliteit van de openbare ruimte op het huidige niveau te kunnen behouden, is het nodig dat iedereen daar naar vermogen een steentje aan kan bijdragen. Enerzijds is dit nodig omdat de financiële middelen daartoe uitdagen. Anderzijds is de ervaring dat onder inwoners en ondernemers veel initiatieven leven en er bereidheid en creativiteit aanwezig is om een actieve rol te pakken. Daarom zal in 2016 binnen de organisatie verder worden ingezet op het verkennen en bieden van mogelijkheden om die initiatieven te faciliteren en waar nodig te stimuleren. Specifiek aandachtspunt binnen de openbare ruimte in 2016 zal de actualisatie van het hondenpoepbeleid zijn en daarnaast de actualisatie en evaluatie van het Kwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte (KBOR).
Bestaand beleid Product Wegen
Verkeer
Recreatie en Landschap
Riolering
Openbaar groen
Activiteiten Straatreiniging Openbare verlichting Bruggen Verkeersmaatregelen Gemeentelijk verkeer en vervoer Verkeersinstallaties Openbaar Vervoer Recreatie Landschap Kunstwerken Gemeentelijk rioleringsplan Riolen Hoofdgemalen en pompen Kwijtschelding rioolrecht Rioolrecht Groenonderhoud
Relevante beleidsontwikkelingen Wegenplan 2016-2020 In 2014 is het wegenplan geëvalueerd en geactualiseerd. Het wegenplan geeft zowel de kwalitatieve als financiële kaders voor het wegenonderhoud voor de komende periode. Dit vormt de basis voor het jaarlijkse onderhoud aan de wegen in onze gemeente. Ook de ondergrondse infrastructuur heeft aandacht nodig. Onderzocht wordt welke voordelen het biedt om op dit gebied actief te participeren in regionale samenwerking (Winnet). Samenwerking Water (WINNET) In 2016 zal de regionale samenwerking, tussen 12 gemeenten het waterschap, binnen de Waterketen vervolg krijgen. De samenwerking is gericht op het behalen van inhoudelijk en financieel voordeel. De samenwerking richt zich op beleid en uitvoering op het gebied van hemelwater, afvalwater en grondwater. Vervangings- en investeringsprogramma Openbare Verlichting In 2015 is in samenwerking met regiogemeenten gewerkt aan de aanbesteding van het beheer en onderhoud van de openbare verlichting voor 2016 en volgende jaren. In 2016 zal een investerings- en vervangingsplan worden opgesteld voor het vernieuwen van afgeschreven en verouderde verlichting. Daarvoor zal een aantal criteria waaraan de verlichting dien te voldoen worden opgesteld. Met de vervanging van verouderde masten en armaturen zal in 2016 worden gestart. Groenplan 2014-2019 vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen In 2014 is het Groenplan 2014-2019 opgesteld. Ook in 2016 wordt uitvoering gegeven aan de vervanging van openbaar groen en gemeentelijke bomen op basis van aanvullend beschikbaar gestelde budget voor 4 jaar. Dat zal plaats vinden mede op basis van door de raad vast te stellen visie op de gemeentelijke bomen. Het in 2014 vastgestelde groenplan beschrijft het groenbeheer voor de periode 2014-2019. Waar nodig zal het beheerplan op die visie worden geactualiseerd. Naast het onderhoud moet rekening worden gehouden met vervanging van de beplantingen aan het einde van de levensduur. Vervanging vindt op dit moment slechts op zeer beperkte schaal plaats. Er zijn sterk verouderde beplantingsvakken, maar die zijn feitelijk uitgeput en vormen geen gesloten vak meer. 31
32 Het vaststellen van een visie op beheer van de openbare ruimte in combinatie met het bomenbestand Mede met het oog op de aanvragen die de gemeente met regelmaat ontvangt voor het kappen van (gemeentelijke) bomen, heeft het college besloten om een visie hiervoor op te stellen. In verband met de urgentie van dit onderwerp wordt gestart met een visie op het gemeentelijke bomenbestand. Die visie biedt kaders voor o.a. de reactie op die verzoeken tot kap. Daarna zal de visie op andere onderdelen van de openbare ruimte worden geformuleerd. De verwachting is dat die in 2016 aan de raad kan worden aangeboden. In 2015 is dit proces gestart met een participatieavond die door veel inwoners is bezocht. Participeren in de ontwikkeling van speelbos Nieuw Wulven Het Speelbos Nieuw Wulven ligt voor een deel op Bunniks grondgebied, in het buitengebied tussen Houten en Odijk. Het is een recreatieproject voor kinderen dat is geïnitieerd door de gemeente Houten en wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Vanwege de gezamenlijkheid en de formele bevoegdheid van onze gemeente in het kader van het bestemmingsplan, is het van belang dat de gemeente de ontwikkelingen rondom dit speelbos blijft volgen. Onderdeel van de plannen van Staatsbosbeheer is het mogelijk realiseren van een horecagelegenheid op het speelbosterrein
Prestatieindicatoren Doelstelling De openbare ruimte minimaal op het huidige niveau houden Welbevinden van de inwoners van gemeente Goed groenbeheer
Indicator Aantal meldingen over de openbare ruimte Leefbaarheidscijfer
Verkeersveiligheid bevorderen
Aantal ongevallen met persoonlijk letsel
Verkeersveiligheid bevorderen
Aantal verkeersonveilige plaatsen/wegdelen (criterium minimaal 1 ongeval met persoonlijk letsel per jaar?) Aantal openbare elektrische oplaadpunten
Verder werken aan verduurzaming van verkeer en vervoer
Aantal gekapte bomen vs aantal geplante bomen excl. uitdunning
Streefwaarde Van 1097 meldingen in 2014 naar 750 in 2018 Het leefbaarheidscijfer van 7,8 in 2006 naar 8,0 in 2018 Kapvergunningen verleend: voor 44 bomen er zijn er 24 gekapt in 2014. Herplant van bomen: in 2014 zijn 109 nieuwe bomen geplant. 76 hiervan komen voor rekening van projecten. Geen streefwaarde Aantal ongevallen van 18 in 2010 naar 12 in 2018. Het aantal verkeersonveilige plaatsen/wegdelen halveren in 2018 t.o.v. 2013. Aantal openbare elektrische oplaadpunten van 8 in 2014 naar 16 in 2018
32
33
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
2017
Meerjarenbegroting 2018 2019
Lasten Wegen Verkeer Riolering Recreatie en landschap Openbaar groen
2.604,6 1.116,9 144,7 882,1 100,5 360,4
2.986,7 1.340,8 149,0 1.050,5 77,9 368,5
2.820,6 1.233,0 152,1 980,2 78,1 377,2
2.866,0 1.275,2 152,1 980,2 78,1 380,4
2.867,0 1.273,0 152,1 980,2 78,1 383,6
2.889,2 1.295,2 152,1 980,2 78,1 383,6
Baten Wegen Verkeer Riolering Recreatie en landschap Openbaar groen
1.187,6 12,3 17,1 1.148,7 9,5 0,0
1.245,1 8,4 1.223,3 13,4 0,0
1.211,0 24,0 1.173,6 13,4 0,0
1.211,0 24,0 1.173,6 13,4 0,0
1.211,0 24,0 1.173,6 13,4 0,0
1.211,0 24,0 1.173,6 13,4 0,0
Saldo lasten en baten
1.416,9-
1.741,6-
1.609,6-
1.655,1-
1.656,1-
1.678,2-
M utatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo m utatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
1.416,9-
1.741,6-
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
1.609,6-
1.655,1-
1.656,1-
1.678,2-
1.554,555,1-
1.596,858,3-
1.594,661,5-
1.616,961,3-
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht. Eenmalige uitgaven 2016 - 2019
2016
2016
2017
2019
Toelichting mutaties begroting 2015 - 2016 Er is een voordelig verschil van € 132.000 van 2016 ten opzichte van 2015. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: •
• •
Bij het product Wegen is er een positief verschil van € 107.800. Hiervan is € 50.000 in verband met een lagere dotatie in de voorziening wegen. De dotatie is gebaseerd op het Wegenplan 2015 - 2024. Daarnaast zijn er lagere kapitaallasten in verband met een lager rentepercentage. Dit levert een voordeel op van € 84.800. Tot slot is er in verband met een andere wijze van onkruidbestrijding een nadeel van € 31.500. Deze wijziging is meegenomen in de Kadernota 2016. Bij het product Verkeer is een voordeel van € 18.000 in verband met de geraamde opbrengst voor reclame displays. Dit is meegenomen in de Kadernota 2016. Overige mutaties: € 6.200 voordelig.
33
34
Programma: 6. Bouwen, wonen & ondernemen Doelstellingen Collegeagenda 2016 t/m 2019 1.Inzetten op een spoedige realisatie van Het Burgje, tegen maximale opbrengst en inspelend op de regionale woningbouwvraag. 2. Creëren van mogelijkheden tot woningbouw in de kernen door middel van inbreiding, na realisatie van het bedrijventerrein A12. 3. Het huidige Structuurplan, dat tot 2016 loopt, wordt vernieuwd. 4. Actualiseren van de Woonvisie. 5. Bevorderen van duurzaamheid door initiatieven vanuit de samenleving te faciliteren. 6. Zo snel mogelijk realiseren van het nieuwe bedrijventerrein langs de A12. 7. Participeren in en anticiperen op ontwikkelingen rondom het Utrecht Science Park. 8. Faciliteren van initiatieven van (lokale) ondernemers om het voorzieningenniveau van de Bunnikers op peil te houden. 9. Verruimen van de mogelijkheden voor recreatief (mede)gebruik van het buitengebied om een vitaal platteland te creëren. 10. Versterken van de positionering van de streek.
Actiepunten 2016 1.1 Werken aan een snelle uitvraag van en grondbod op Het Burgje. 1.2 Streven naar energieneutraal bouwen (in overleg met experts zoals NMU), waarbij ook andere alternatieven onderzocht worden. 1.3 Onderzoeken van de mogelijkheid om op de gronden ten westen van Odijk zonnepanelen te plaatsen. 1.4 De overige (onbestemde) gronden ten westen van Odijk worden verkocht. 2.1 Meedenken met initiatieven in particuliere woningbouw en deze faciliteren waar dat mogelijk is. 2.2 Waar mogelijk initiatieven ontplooien voor woningbouw op inbreidings- en/of vrijkomende locaties. 2.3 Herzien (versimpelen/flexibiliseren) van bestemmingsplannen waar dat nodig blijkt. 2.4 Opnieuw bezien van het integraal handhavingsbeleid. 3.1 Het huidige Structuurplan vernieuwen, in samenwerking met andere beleidsvelden en in samenwerking met onder meer Houten en Wijk bij Duurstede, om ruimte in de zogenaamde “driehoek” tussen deze kernen te creëren. 3.2 In samenwerking met onder meer Houten en Wijk bij Duurstede komen tot een gezamenlijke visie, om ruimte in de zogenaamde “driehoek” tussen deze kernen te creëren. 4.1 Bij de actualisering van de Woonvisie aandacht besteden aan het bieden van ruimte voor diverse groepen inwoners en woningtypen in zowel koop als huur. 4.2 Versterken van de relatie tussen het woonbeleid en de ontwikkelingen op het Utrechts Science Park, waar werkgevers van veel van de inwoners van de gemeente Bunnik zijn gevestigd. 4.3 In overleg gaan met partners (corporaties e.d.) over de wijze waarop de combinatie tussen Wonen, Welzijn en Zorg (WWZ) verder wordt vormgegeven. 5.1 Faciliteren van duurzaamheidsmaatregelen van ondernemers, corporaties en bewoners bij hun bestaande bedrijven en woningen. 5.2 Stimuleren van verhuizing van milieuonvriendelijke bedrijven uit de kernen. 5.3 Bevorderen van de afkoppeling van regenwater. 6.1 Naast aandacht voor werk voor hoogopgeleide inwoners aandacht behouden voor laaggeschoolde arbeid, zodat zoveel mogelijk Bunnikers een baan kunnen vinden in de omgeving. 7.1 Aansluiting zoeken bij en samenwerking met de stuurgroep Utrecht Science Park. 7.2 Voorwaarden scheppen zodat tot een locatie voor ZZP’ers en kleine ondernemingen en start-ups gekomen kan worden, bijvoorbeeld in de vorm van een bedrijfsverzamelgebouw. 7.3 Een actieve rol spelen in de verbinding van wonen, ondernemen en recreatie. 8.1 Het college investeert in de relatie met Bunnikse ondernemers (onder meer de BHIK). 8.2 Mee denken met ondernemingen en een verbindende houding aannemen, onder meer op het gebied van regelgeving, om economische ontwikkeling mogelijk te maken. 9.1 In regionaal verband stimuleren van recreatieve fiets-, wandel- en vaarroutes met aandacht voor toeristische overstappunten (TOP’s). 9.2 Faciliteren van innovatieve recreatiemogelijkheden en daarop inspelen. 10.1 Inzetten op verbetering van de communicatie in de vorm van streekpromotie. 34
35
Uitvoering van collegeagenda Het Burgje (1.1/1.2/1.3/1.4) Voor locatie Het Burgje vindt momenteel de aanbesteding plaats. Voorselectie van marktpartijen heeft voor de zomervakantie plaatsgevonden en de tweede fase van de aanbesteding gebeurt in het najaar. Locatie Het Burgje moet een waardevolle toevoeging worden van de aantrekkelijke woongemeente die Bunnik is, en inspelen op de woonbehoefte vanuit de regio. Om marktpartijen veel ruimte te geven voor eigen inbreng en creativiteit zijn zo min mogelijk randvoorwaarden gesteld. Ruimtelijke kwaliteit, een hoge mate van duurzaamheid en een maximale prijs zijn de belangrijkste criteria die marktpartijen hebben meegekregen. Gestreefd wordt naar zeer energiezuinige woningen. Aan het einde van 2015 is bekend welke marktpartij de locatie zal gaan ontwikkelen. In 2016 wordt dan gezamenlijk een bestemmingsplan opgesteld en bereidt de marktpartij de woningbouw voor, zodat in 2017 gestart kan worden met de bouw. Voor de overige gronden wordt bezien of er mogelijkheden zijn voor duurzaam tijdelijk gebruik, zoals het plaatsen van zonnepanelen. Hierbij worden tevens particuliere initiatieven betrokken. Planontwikkeling en handhaving (2.1 / 2.2 / 2.3 / 2.4) In 2016 worden concrete stappen gezet om ook op het gebied van wonen en ondernemen meer ruimte te bieden aan inwoners en ondernemers. Daarbij moet gedacht worden aan het versimpelen en flexibiliseren van bestemmingsplannen. Inbreidingslocaties voor woningbouw zullen worden verkend. Er worden maatregelen getroffen om snel in te kunnen spelen op concrete verzoeken. Ook zal gewerkt worden aan het verruimen van de mogelijkheden van medegebruik van het platteland (recreatief, wonen en/of zorg). Hierbij wordt een open grondhouding aangenomen, die uitgaat van de mogelijkheden die er zijn. Vanwege veranderende inzichten en het geven van meer ruimte en verantwoordelijkheid aan de samenleving zelf, wordt in het kader van deregulering ook het integrale handhavingsbeleid onder de loep genomen. Structuurplan (3.1 / 3.2) In 2016 wordt gewerkt aan een nieuw structuurplan, ook wel een nieuwe Omgevingsvisie genoemd voor de gemeente. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de Strategische agenda, waarin de gewenste externe ontwikkelingskoers van de gemeente in de nabije toekomst wordt bepaald. In de Omgevingsvisie wordt de ruimtelijke relevantie van een groot aantal beleidsterreinen samengebracht. De focus voor de Omgevingsvisie ligt in eerste instantie op het buitengebied. De visie wordt in dialoog met de omgeving, waaronder de buurgemeenten Houten en Wijk bij Duurstede, opgesteld. Het is van belang voor inwoners en ondernemers om samenhang en zoveel mogelijk eenduidigheid tussen het beleid van de gemeenten te zien. De Omgevingsvisie voor het buitengebied zal in 2016 gereed zijn. Woonvisie (4.1 / 4.2 / 4.3) De woningmarkt bevindt zich al een aantal jaren in een turbulente tijd. Ontwikkelingen zijn divers en gaan snel, zowel op landelijk als op regionaal niveau. Dit maakt dat in gezamenlijkheid en afstemming met andere partijen de Woonvisie geactualiseerd moet worden. Hiervoor worden in 2016 de voorbereidingen gestart, afronding vindt plaats in 2016. Vanwege de ontwikkelingen in het sociaal domein wordt in de Woonvisie specifiek ingegaan op de aansluiting tussen Wonen, Welzijn en Zorg. Dat zal in dialoog met alle betrokken partners in het netwerk gebeuren. Duurzaamheid (5.1 / 5.2 / 5.3) Duurzaamheid is een belangrijk speerpunt. Ook in 2016 en volgende jaren vormt dit een belangrijk uitgangspunt in het handelen. Dat wordt niet alleen zichtbaar in onze woningbouwplannen (energieneutraliteit), maar ook op andere terreinen van beleid. In 2015 is de duurzaamheidsnota vastgesteld. Deze nota biedt de kaders voor concrete uitwerking de komende jaren. Ook hier is de dialoog en samenwerking met inwoners en ondernemers essentieel. De ervaring is dat onder inwoners en ondernemers bereidheid en creativiteit aanwezig is om initiatieven in gang te zetten. Daarom zal in 2016 binnen de organisatie verder worden ingezet op het verkennen en bieden van mogelijkheden om die initiatieven te faciliteren en waar nodig te stimuleren. Concreet wordt actie ondernomen ten aanzien van het faciliteren in oplaadpunten voor elektrisch autorijden, energiebesparing, andere alternatieve brandstoffen, duurzaam bouwen en het handelen van onze eigen organisatie. Ondernemen (6.1 / 7.1 / 7.2 / 7.3 / 8.1 / 8.2 / 10.1) Zoals eerder is aangegeven, is Bunnik de groene tuin van onze stedelijke regio, een mooie plek om te wonen vlak bij een belangrijke economische motor van de regio: Utrecht Science Park. In 2016 zal vanuit economisch oogpunt de focus liggen op het inspelen op en participeren in ontwikkelingen die een directe relatie hebben met het Science Park. Dit biedt ook kansen voor de Kromme Rijnstreek in den breedte 35
36 (inwoners en bedrijvigheid) en kan leiden tot een versterking van de positionering van onze gemeente en de streek. Met het doel de bedrijvigheid en het (winkel)voorzieningenniveau binnen de gemeente op peil te houden, wordt ingezet op het verder in dialoog gaan met (potentieel nieuwe) betrokken ondernemers. Om zo met hen te zoeken naar mogelijkheden voor ontwikkeling en deze te faciliteren, in combinatie met het beroep dat op hen wordt gedaan in het kader van maatschappelijk ondernemen. De Economic Board Utrecht (EBU) en de Q4+ zijn op regionaal niveau belangrijke partners. Recreëren (9.1 / 9.2) Gemeente Bunnik participeert in de ontwikkeling van poorten en toeristische overstappunten (TOP’s) in o.a. het Kromme Rijngebied. Een belangrijk toeristisch overstappunt voor de gemeente Bunnik ligt bij Fort Vechten. Het streven is om in 2016 ook op andere locaties in het Kromme Rijngebied TOP’s te realiseren, mogelijk op Bunniks grondgebied. De ontwikkeling hiervan is een initiatief van de Provincie Utrecht en wordt ondersteund door Gebiedscoöperatie O-gen. In de Gebiedscoöperatie O-gen werken overheden, maatschappelijke organisaties, terreineigenaren, ondernemers en particulieren uit de Geldersche Vallei, Heuvelrug en Kromme Rijnstreek samen. Hier worden ook mogelijkheden verkend om innovatieve recreatiemogelijkheden te verkennen en faciliteren.
Bestaand beleid Product Economie Wonen
Milieu
Ruimtelijke ordening
Handhaving Grondexploitatie
Activiteiten Economische aangelegenheden Monumenten Volkshuisvestingsbeleid Woningtoewijzing Eigendommen Openbare speelvoorzieningen Huisnummering GFT en restafval Specifieke afvalstromen Kwijtschelding reinigingsheffing Reinigingsheffing Milieu Bestemmingsplannen Planontwikkeling Verspreide gronden Handhaving omgevingsvergunningen Grondexploitatie churchillhal Grondexploitatie Rijneiland Grondexploitatie choleneiland Odijk Grondexploitatie Burgweg Grondexploitatie Odijk West Grondexploitatie Werkhofterrein Grondexploitatie Delteijkterrein Grondexploitatie Bedrijventerrein Grondexploitatie Anne Frank terrein Grondexploitatie Scholeneiland Bunnk
Relevante beleidsontwikkelingen Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Op 13 maart 2014 heeft het algemeen bestuur van het recreatieschap, bij gebrek aan draagvlak voor de regeling, besloten tot opheffing. Volgens de afspraken in de gemeenschappelijke regeling wordt een liquidatieplan opgesteld. Dit liquidatieplan gaat uit van een gefaseerd liquidatieproces waarin de komende jaren de eigendommen, rechten en verplichtingen ofwel worden beëindigd ofwel bij een rechtsopvolger worden ondergebracht. Dan kan de gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2019 opgeheven worden. Eind 2017 zal de finale afrekening van de resterende verplichtingen geschieden. Door niet per 1 januari 2016 maar per 1 januari 2019 op te heffen is er ruimte om in onderhandelingen met beoogde rechtsopvolgers een goed onderhandelingsresultaat te bereiken waardoor de restantafkoopsom daalt. De deelnemers blijven nog vier jaar in de huidige samenwerking en met de huidige afspraken bij elkaar als recreatieschap. Ook de deelnemersbijdrage blijft vooralsnog de komende 4 jaar gelijk. Dat betekent dat er, bij tussentijdse overdracht van verplichtingen, ruimte ontstaat om ‘te sparen’ als voorschot op de 36
37 resterende afkoopsom aan het einde van de 4 jaar. Besloten is om de restverplichting over de deelnemers te verdelen met een verdeelsleutel gelijk aan die voor de deelnemersbijdrage Omgevingswet De rijksoverheid werkt aan een nieuwe wet voor omgevingsrecht: de Omgevingswet. Met de Omgevingswet wil men de regels voor ruimtelijke projecten vereenvoudigen en bundelen. Het huidige omgevingsrecht bestaat uit tientallen wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Zij hebben allemaal hun eigen uitgangspunten, werkwijzen en eisen. De wetgeving is daardoor te ingewikkeld geworden voor de mensen die ermee werken. Met de Omgevingswet wil het kabinet beter aansluiten op de samenhang tussen verschillende plannen en activiteiten voor ruimtelijke ordening, milieu en natuur en duurzame ontwikkelingen. De wetten die geheel of gedeeltelijk op gaan in de Omgevingswet zijn onder andere: de Crisis- en herstelwet, de Ontgrondingenwet, de Tracéwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (wabo), de Wet ruimtelijke ordening, de Waterwet en de Wet milieubeheer. Voor andere wetten gaan alleen specifieke onderdelen over zoals bij de Woningwet, de Monumentenwet en de Wet natuurbescherming. De Tweede heeft de wet inmiddels goedgekeurd. De Eerste Kamer moet het wetsvoorstel nog bespreken. Of de wet in 2018 al zal worden ingevoerd moet worden afgewacht. In 2016 zal de opstart worden gemaakt voor de invoering. Gemeenten, provincies en waterschappen krijgen meer ruimte om op omgevingsgebied hun eigen beleid te voeren. Regio’s kunnen dankzij de Omgevingswet beter aansluiten bij hun eigen behoeften en doelstellingen. De komst van de Omgevingswet betekent ook een cultuuromslag in denken en werken. De wet vraagt de gemeente om meer regie te nemen en werkprocessen en beleid aan te passen. In 2016 zal een plan van aanpak worden opgesteld hiervoor is in de Kadernota budget toegekend. In dit plan van aanpak zal in worden gegaan op de specifieke veranderingen voor de gemeenten, de te maken beleidskeuzes, de verdeling van de bevoegdheden en de verandering van de werkprocessen. Voor de implementatie zijn extra middelen beschikbaar gesteld in de Kadernota.
Prestatieindicatoren Doelstelling Handhaven van een evenwichtige bevolkingsopbouw (4.1 actiepunt pb)
Indicator Aantal woningen/ appartementen specifiek bedoeld voor de huisvesting van senioren en jonge huishoudens zonder kinderen
Betaalbaar wonen voor de lage inkomens
Aantal huurwoningen onder de inkomensgrens/huurgrens
Handhaven van een evenwichtige bevolkingsopbouw
Verstrekking van startersleningen
Gezonde leefomgeving binnen de kernen
Aantal uitgeplaatste milieuonvriendelijke bedrijven uit de kernen
Bunnik is een aantrekkelijke gemeente om te wonen Klimaatneutrale activiteiten binnen de gemeente
Woonaantrekkelijkheid van de gemeente Hoeveelheid uitgestoten kilo CO2
Streefwaarde Minimaal 10% van het woningbestand bij nieuwbouw (totaal koop en huur) (in 2014 is 28% gebouwd voor senioren en jonge huishoudens) 1 jan 2015 16% huurwoningen onder huurgrens in bezit van woningcorporaties. In 2015 zijn 7 startersleningen verstrekt. Streefwaarde: continueren van de mogelijkheid tot het verstrekken van startersleningen Gestreefd wordt naar verplaatsing van alle milieuhinderlijke bedrijven uit de woongebieden. Op dit moment voldoen alle bedrijven aan de milieunorm waardoor geen uitplaatsing hoeft plaats te vinden. Top 3 Provincie Utrecht Top 30 Nederland Waarden 2014: Particulier: 21.318.850 kg Zakelijk: 57.799.512 kg Totaal gemeentelijk grond-gebied: 79.118.362 kg Streefwaarden: Daling uitstoot woningen moet dalen met 10% in 3 jaar. Doelstelling eigen organi-satie: 20% reductie in 3 jaar.
37
38
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
2017
Meerjarenbegroting 2018 2019
Lasten Economie Wonen Milieu Ruimtelijke ordening Grondexploitatie
8.529,2 6,2 502,6 1.247,9 247,8 6.524,6
1.816,3 6,6 100,8 1.497,6 211,2 -
1.972,8 6,6 95,3 1.563,4 307,5 -
1.784,8 6,6 95,3 1.500,3 182,5 -
1.784,8 6,6 95,3 1.500,3 182,5 -
1.784,8 6,6 95,3 1.500,3 182,5 -
Baten Economie Wonen Milieu Ruimtelijke ordening Grondexploitatie
8.181,6 57,5 1.352,8 38,0 6.733,3
1.317,2 10,2 1.225,2 81,7 -
1.308,2 9,5 1.237,7 61,0 -
1.308,2 9,5 1.237,7 61,0 -
1.308,2 9,5 1.237,7 61,0 -
1.308,2 9,5 1.237,7 61,0 -
Saldo lasten en baten
347,6-
499,1-
664,7-
476,6-
476,6-
476,6-
M utatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo m utatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
347,6-
499,1-
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
664,7-
476,6-
476,6-
476,6-
481,6183,0-
461,914,7-
462,014,6-
462,014,6-
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht. Eenmalige uitgaven 2016 - 2019 Voorbereiding omgevingswet Verbetermaatregelen ODRU Woonvisie Cultuurhistorische waardenkaart
2016 100.000 46.000 15.000 10.000
2017
2018
2019
Toelichting mutaties begroting 2015 - 2016 Er is een nadelig verschil van € 165.600 van 2016 ten opzichte van 2015. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: • De stijging van de lasten van Milieu van € 65.800 heeft hoofdzakelijk betrekking op de Kadernota 2016-2019 en betreffen: Verbetermaatregelen ODRU € 46.000, verhoging bijdrage ODRU € 10.000, cultuurhistorische waardenkaart € 15.000. Daarnaast is er een overig verschil van € 5.200 voordelig. • De stijging van lasten van Ruimtelijke ordening van € 96.300 hebben hoofdzakelijk betrekking op de Kadernota 2016-2019 en betreft de voorbereiding op de Omgevingswet ad € 100.000 en woonvisie € 15.000. De overige verschillen binnen ruimtelijke ordening zijn € 18.700 positief. • Overige mutaties: € 3.500 negatief. 38
39
Sociaal domein
39
40
Programma: 7. Maatschappelijke ontwikkelingen Doelstellingen Collegeagenda 2016 t/m 2019 1. Verbinden van sport met andere onderdelen van het sociaal domein. 2. Herijken subsidiebeleid op basis van door de gemeenteraad vastgestelde maatschappelijke doelen. 3. Samen met sportverenigingen op zoek naar mogelijkheden om kunstgrasvelden aan te leggen.
Actiepunten 2016 1.1 Inzetten op buurtsportcoaches als makelaars met een signaalfunctie binnen het sociale domein. 2.1 Periodiek herzien van de maatschappelijke vraagstukken en doelstellingen van het subsidiebeleid. 3.1 Samen met sportverenigingen zoeken naar mogelijkheden om deze verenigingen (deels) te verzelfstandigen en de positie van het Sporthuis in die discussie betrekken.
Uitvoering van collegeagenda Buursportcoach (1.1/3.1) Het Burgerinitiatief Bunnik Beweegt is een initiatief van vele vrijwilligers dat initiatieven heeft genomen om buurtsportcoaches aan te stellen. De gemeente zal financieel gaan bijdragen aan dit burgerinitiatief. De activiteiten van de buurtsportcoaches zijn gericht op bewegen en sport voor jongeren en ouderen. Te denken valt bijvoorbeeld aan het straatvoetbaltoernooi voor de jeugd. Zij organiseren ook activiteiten voor de wijken. Dankzij de activiteiten van de buursportcoaches worden oudere inwoners in contact gebracht met leeftijdgenoten in soortgelijke omstandigheden en gemakkelijker netwerken vormen. Dat kan belangrijk zijn om eenzaamheid op latere leeftijd te voorkomen. Bewegen kan meer betekenen voor het Sociaal Domein, ook in preventief opzicht. Samenbinden en het vormen van netwerken onder ouderen zijn belangrijke doelstellingen. Preventie en behoud van gezondheid en vitaliteit worden steeds belangrijker met het oog op de toenemende vergrijzing. Trainingen zoals bijvoorbeeld valpreventie zijn gericht op preventie van letsel en worden in laagdrempelige vorm aangeboden. Jeugdsportfonds en jeugdcultuurfonds Bunnik Het college wil graag investeren in de jeugd in Bunnik. Het landelijk jeugdsportfonds zorgt ervoor dat kinderen en jongeren van 4 tot 18 jaar die leven in minder draagkrachtige gezinnen toch een sport kunnen gaan beoefenen. Het gaat dan om sporten die erkend worden door het NOC/NCF. De gemeente zoekt aansluiting bij dit fonds. Parallel hieraan wordt in Bunnik ook een cultuurfonds gevormd voor kinderen en jongeren die leven in gezinnen met weinig financiële middelen. Voor de kinderen en jongeren die het betreft ontstaan er mogelijkheden om in beweging te zijn, hun talenten te ontdekken en bindingen aan te gaan, ook op intermenselijk vlak. Maatschappelijke organisaties in Bunnik leveren een financiële bijdrage en de gemeente levert eveneens een financiële bijdrage. Herijking subsidiebeleid (2.1) Reeds door het vorige college en gemeenteraad is een begin gemaakt met het nadenken over de herijking van het subsidiebeleid. Daarbij is toen gewerkt met een klankbordgroep vanuit de gemeenteraad en is een avond voor subsidieontvangers gehouden om ook hun visie. Mede vanwege de transitie van nieuwe wettelijke taken naar gemeenten per 1-1-2015 is de herijking tijdelijk ‘on hold’ gezet. In het kader beleidsagenda Sociaal Domein heeft dit punt speciale aandacht. Op het moment dat dit wordt geschreven is de verwachting, dat de herijking in 2016 zijn uiteindelijke formele beslag krijgt in het vaststellen van een nieuwe Subsidieverordening. Deze zal in 2018 van kracht worden.
40
41
Bestaand beleid Product Onderwijs
Sport
Welzijn
Welzijnsaccommodaties
Activiteiten Openbaar onderwijs Bijzonder basisonderwijs Onderwijsvoorzieningen Leerplicht Sportbeleid Sportaccommodaties Sporthuis Bibliotheek Culturele subsidies Cultuur Wmo beraad Wmo benchmark Peuterspeelzaalwerk 4 lokalen Camminghaschool Muziektent Jeugdaccommodatie Odijk Jeugdaccommodatie Werkhoven Accommodatie scouting Odijk Accommodatie algemeen Accommodatie Yumbo 1 lokaal Aquamarijn Peuterspeelzaal ‘t Kruimeltje Huurvergoeding Stichting Sporthuis Peuterspeelzaal ‘t Grutje Peuterspeelzaal ‘t Kruimeltje
Relevante beleidsontwikkelingen Passend onderwijs Per 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs van kracht. De onderwijsinstellingen bieden wordt hulp en ondersteuning aan leerlingen. Voor elke leerling wordt passend onderwijs gezocht. Daarbij kan het schoolbestuur hulp en ondersteuning bieden. Vanuit de gemeente wordt ook hulp geboden aan kinderen en jongeren. Sinds de decentralisaties in de jeugdhulp is dit ook intensiever geworden. Het is belangrijk dat de hulpverlening vanuit het onderwijs enerzijds en de gemeente anderzijds op elkaar worden afgestemd en als het ware in elkaar gaan schuiven. Dat is in het belang van de kinderen en de jongeren. Ook het komende jaar zal hier samen met het onderwijs aan worden gewerkt. Er zijn bijvoorbeeld afspraken gemaakt over de toegang tot de jeugdhulp en de hulpverlening bij dyslexie. De samenwerking vindt plaats op lokaal niveau en regionaal niveau. Leerplicht Toezicht op de leerplichtwet is een wettelijke taak van de gemeente. Steeds meer wordt van de leerplichtambtenaar gevraagd om een verbindende schakel te leggen tussen jeugdhulp en onderwijs. De leerplichtambtenaar heeft ingang op de scholen. Problemen op scholen zijn wel vaker het eerste signaal van andere problemen. De leerplichtambtenaar kan een belangrijke rol vervullen in het preventieve proces waar het college op basis van de vastgestelde Visie Sociaal Domein nadrukkelijk op wil inzetten. Wat betreft het voortgezet onderwijs is hier nog een extra inspanning nodig omdat deze vorm van onderwijs in Bunnik niet beschikbaar is en daarmee is het automatische zicht op knelpunten van onze jongeren kleiner. Subsidieplafonds Volgens de in 2008 vastgestelde Algemene Subsidieverordening stelt de gemeenteraad bij het vaststellen van de begroting ook de hoogte van het subsidieplafond vast.
41
42 De subsidieplafonds in 2016 bedragen: Totaal H1: sportbeleid
€
13.601
Totaal H2: dorp- en buurtbeleid
€
441.412
Totaal H3: beleid voor kwetsbare burgers
€
276.134
Totaal H4: jeugdbeleid
€
374.767
Totaal H5: incidentele subsidies
€
7.349
Totaal
€
1.113.263
Prestatieindicatoren Doelstelling Alle kinderen naar school
Indicator Aantal leerplichtige kinderen die langdurig verzuimen
Stimuleren van sportdeelname en vergroten van de (maatschappelijke) functie van sport Stimuleren van deelname aan cultuur en vergroten van de (maatschappelijke) functie van cultuur
Aantal leden van de sportverenigingen in de gemeente Bunnik
Tevreden klanten
Cijfer klantevredenheid Wmo
Aantal leden van culturele verenigingen en instellingen in de gemeente Bunnik
Streefwaarde Aantal langdurig verzuimers in schooljaar 2013/2014 van 2 laten afnemen naar 0 jaarlijks. Ledenaantal van 3975 in 2009 verhogen in 2018
Aantal muziekbeoefenaars van 3500 in 2012 behouden in 2018 Aantal leden bibliotheek 1891 in 2014 (waarvan 1125 jeugd) behouden in 2018 Cursusproject volwassenen: najaar 2013:459 en voorjaar 2014: 320 behouden in 2017/2018 Cijfer van 7,4 in 2011 handhaven of verhogen
42
43
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
2017
Meerjarenbegroting 2018 2019
Lasten Onderw ijs Sport Welzijn Welzijnsaccommodaties
2.859,7 1.073,5 1.012,9 485,4 288,0
2.373,1 750,4 964,3 472,5 185,8
2.321,8 682,3 941,1 487,4 211,0
2.330,6 682,3 943,8 487,4 217,1
2.324,5 682,3 943,8 487,4 211,0
2.324,5 682,3 943,8 487,4 211,0
Baten Onderw ijs Sport Welzijn Welzijnsaccommodaties
652,8 73,2 332,4 247,2
591,8 38,6 390,3 163,0
554,7 32,6 389,4 132,7
554,7 32,6 389,4 132,7
554,7 32,6 389,4 132,7
554,7 32,6 389,4 132,7
Saldo lasten en baten
2.206,9-
1.781,3-
1.767,0-
1.775,9-
1.769,8-
1.769,7-
M utatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo m utatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
2.206,9-
1.781,3-
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
1.767,0-
1.775,9-
1.769,8-
1.769,7-
1.751,515,5-
1.760,415,5-
1.754,315,5-
1.754,215,5-
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht Eenmalige uitgaven 2016 - 2019
2016
2016
2017
2019
Toelichting mutaties begroting 2015 – 2016 Niet van toepassing: verschil van saldo lasten en baten is kleiner dan € 50.000.
43
44
Programma: 8. Algemene ondersteuning Doelstellingen Collegeagenda 2016 t/m 2019 1. Streven naar een gemeente die sturend en verbindend werkt, als partner in een netwerk van inwoners, andere overheden, zorgverleners, verzekeraars en vrijwilligersorganisaties. 2. Stimuleren van de participatiesamenleving door ondersteuning en stimulering van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van inwoners.
Actiepunten 2016 2.1 Zoeken naar creatieve manieren om mantelzorgers en vrijwilligers te ondersteunen. 2.2 Samen met de samenleving op zoek naar innovatieve ideeën die bijdragen aan zorg op maat, waarbij er goedkoper gewerkt wordt zonder dat het ten koste gaat van kwaliteit. 2.3 Actief samenwerken met Stichting Krachtig Kromme Rijn in zijn rol van sociaal makelaar.
Uitvoering van collegeagenda Stimuleren en ondersteunen van lokale initiatieven (2.1 / 2.2 / 2.3) In 2016 zullen de transities verder worden vormgegeven, van transitie naar transformatie. Om de taken adequaat te kunnen uitvoeren en daarmee ook binnen de financiële kaders te blijven zal de zorg op andere wijze moeten worden vormgegeven. Daarvoor is de eigen kracht van inwoners (informele zorg, mantelzorg en vrijwilligerswerk) van groot belang. Maar daar waar specialistische zorg en ondersteuning nodig is, zullen ook de zorgaanbieders hun organisaties en dienstverlening moeten aanpassen. Het inzetten van de eigen kracht verdient ondersteuning van de gemeente. Op een creatieve wijze zal gekeken worden naar mogelijkheden om mantelzorgers en vrijwilligers te ondersteunen. Dit kan met een hart onder de riem, maar ook door gezamenlijke gesprekken met professionals. De Stichting Kracht Kromme Rijn speelt hierin een belangrijk rol. In samenwerking met de stichting zal de participatie verder vormgegeven worden.
Bestaand beleid Product Informele hulp Algemene voorziening
Activiteiten Maatschappelijke subsidies Vrijwilligersondersteuning Preventie jeugd (jeugdwerk) Preventie jeugd (CJG) Maatschappelijk werk Maatschappelijke ondersteuning Gezondheidszorg
Relevante beleidsontwikkelingen Signalering en preventie De GGDrU heeft een belangrijke rol in de signalerende en preventieve gezondheidszorg. Naast wettelijke taken voert de GGDrU maatwerktaken uit. De maatwerktaken worden in 2016 verder doorontwikkeld. Het gaat hier om lokaal gezondheidsbeleid, het meldpunt Zorg en overlast en de ontwikkeling van het toezichthouderschap op de Wmo.
44
45
Prestatieindicatoren Doelstelling Stimuleren van de participatiesamenleving
Indicator Aantal nieuwe vrijwilligers per jaar, aangemeld bij krachtig kromme rijn.
Streefwaarde Toename van het aantal aanmeldingen van 28 in 2014 naar 40 in 2018
Faciliteren van de participatiesamenleving
Aantal openstaande vrijwilligersvacatures per 31-12.
Aantal openstaande vacatures van 161 in 2014 laten afnemen naar 120 in 2018. Het aantal nieuwe vacatures in 2014 van 36 laten toenemen naar 60 in 2018 Aantal vervulde vacatures van 24 in 2014 laten toenemen naar 70 in 2018. 2012: 31% Streefwaarde 2018: 5%
Aantal aangemelde vrijwilligersvacatures per jaar Aantal vervulde vrijwilligersvacatures per jaar Gezonde jeugd
Voorkomen eenzaamheid
% jongeren 13-17 jaar wie bingedrinken (nuttigen van 5 of meer alcoholische dranken tijdens één gelegenheid) Aantal eenzame inwoners
Waarde 2012: 47 Dit aantal/percentage niet laten toenemen. Het percentage ligt in lijn met het regionale (gemeente Utrecht) gemiddelde
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Lasten Informele hulp Algemene voorziening Baten Informele hulp Algemene voorziening
Saldo lasten en baten
Realisatie 2014 1.175,6 310,0 865,6 -
1.175,6-
Begroting 2015 2.984,4 146,6 2.837,8 -
2.984,4-
Begroting 2016 962,9 214,6 748,3 -
962,9-
2017
Meerjarenbegroting 2018 2019
910,9 162,6 748,3 -
910,9-
910,9 162,6 748,3 -
910,9-
910,9 162,6 748,3 -
910,9-
M utatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo m utatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
1.175,6-
2.984,4-
962,9-
910,9-
910,9-
910,9-
946,916,0-
894,916,0-
894,916,0-
894,916,0-
45
46
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht Eenmalige uitgaven 2016 - 2019 Mantelzorgcompliment
2016
2016
2017
2019
52.000
Toelichting mutaties begroting 2015 - 2016 Er is een voordelig verschil van € 2.021.500 van 2016 ten opzichte van 2015. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: •
•
•
Het voornaamste verschil van € 2.002.000 betreft technische verschuivingen van het decentralisatie-budget Jeugd, mantelzorgondersteuning en uitvoering jeugdgezondheidzorg tussen programma 8 en programma 9. De lasten van informele hulp stijgt € 68.000. Hiervan heeft € 52.000 betrekking op mantelzorg (technische verschuiving programma 9 naar programma 8). Daarnaast is in de kadernota 20162019 voor € 6.000 beschikbaar gesteld voor schuldhulp en € 10.000 voor Bureau Raadslieden. De lasten van Algemene Voorziening dalen met € 2.089.500. De jeugdzorg is overgeheveld naar programma 9 (€ 2.054.000). Bij de algemene uitkering is voor 2016 de decentralisatie uitkering jeugd naar beneden bijgesteld waardoor er een lager budget beschikbaar is voor pgb jeugd 2016. Lagere lasten betekent hier een voordeel van € 41.400. De overige mutaties zijn € 5.900 nadelig.
46
47
Programma: 9. Maatwerk ondersteuning Doelstellingen Collegeagenda 2016 t/m 2019 1. Versterken van de samenwerking tussen de verschillende disciplines in het sociaal domein en werken aan één toegangspoort voor het sociaal domein om maatwerk te leveren. 2. Streven naar een gemeente die sturend en verbindend werkt, als partner in een netwerk van inwoners, andere overheden, zorgverleners, verzekeraars en vrijwilligersorganisaties. 3. Uitvoering en beleid dichterbij elkaar brengen, om de regisserende rol beter te kunnen invullen. 4. Vorm geven aan Social Return On Investment (SROI), de maatschappelijke tegenprestatie. 5. Werkgevers zo goed mogelijk positioneren in hun rol met het oog op de Participatiewet. 6. De toegankelijkheid van de voorzieningen behouden en vergroten door ondersteunende maatregelen voor lagere inkomens.
Actiepunten 2016 3.1 De samenwerking op beleid en uitvoering met de gemeentelijke partners, waaronder de RDWIgemeenten, voortzetten.
Uitvoering van collegeagenda Sturing en verbinding binnen het Sociaal domein (3.1 ) Op 1 januari 2015 is een aantal taken op het gebied van jeugd, ouderen en werk en inkomen naar gemeenten overgedragen. 2015 is het eerste jaar waarin daarmee ervaringen worden opgedaan. Mede op basis van die ervaringen (en de Visienota Sociaal Domein), stelt de gemeenteraad eind 2015 de lokale Beleidsagenda Sociaal Domein 2015-2018 vast. Met dat interactief en met bewonersparticipatie tot stand gebrachte beleidsdocument wordt richting gegeven en een aantal keuzes expliciet gemaakt. Het bevat de hoofdzaken en de prioriteiten van het door de gemeente te voeren beleid op het gehele sociaal domein. Het is nog niet bekend hoe die beleidsagenda er precies uit gaat zien en wat dat betekent voor 2016. Het Verbond van Bunnik (3.1) Eind 2014 is het Verbond van Bunnik ondertekend door vertegenwoordigers van de BHIK, BAM Groep, BOVAG, Postillion Hotels, Cofely Nederland, stichting Krachtig Krommerijn, ROC Midden-Nederland, de Regionale Dienst voor Werk en Inkomen (RDWI) en de gemeente Bunnik. Het Verbond van Bunnik is erop gericht samen de schouders te zetten onder de uitvoering van de Participatiewet, vanuit een gevoelde en gedeelde verantwoordelijkheid. De eerste resultaten zijn in 2015 zichtbaar geworden: samen werden mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt dichter bij die arbeidsmarkt gebracht en waar mogelijk aan werk geholpen. In 2016 blijven alle partijen werken aan de uitvoering van de Participatiewet, om zoveel mogelijk inwoners van Bunnik terug te krijgen in het arbeidsproces.
Bestaand beleid Product Maatwerkvoorziening
Werk
Inkomen
Activiteiten Leerlingenvervoer Indicatiestelling Hulp bij het huishouden Hulpmiddelen AWBZ transitie Preventie jeugd Begeleiding Volwasseneducatie Arbeidstoeleiding Sociale werkvoorzieing Kinderopvang Bijstandsverlening en inkomensvoorziening Minimabeleid Schuldhulpverlening
47
48
Relevante beleidsontwikkelingen Signalering en preventie De GGDrU heeft een belangrijke rol in de signalerende en preventieve gezondheidszorg. Naast wettelijke taken voert de GGDrU maatwerktaken uit. De maatwerktaken worden in 2016 verder doorontwikkeld. Het gaat hier om lokaal gezondheidsbeleid, het meldpunt Zorg en overlast en de ontwikkeling van het toezichthouderschap op de Wmo. BIGA De gemeente Bunnik heeft de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening regionaal georganiseerd. Deze is sinds 1 januari 2013 ondergebracht bij de Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI). De uitvoeringsorganisatie voor de sociale werkvoorziening is de BIGA Groep bv. Dit is een private partner. De gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor hun sociaal medewerkers (sw-ers). Zij hebben een contract gesloten met de BIGA welk eind 2015 afloopt. De vijf betrokken gemeenten hebben in 2015 besloten vooralsnog de aandelen van de BIGA over te nemen. Tegelijkertijd is een ontwikkeltraject gestart, gericht op het verkennen van mogelijke toekomstscenario’s voor de BIGA. Dit leidt eind 2015 tot een definitieve scenariokeuze. De verwachting is dat in 2016 het gekozen scenario wordt uitgewerkt en eind december operationeel zal zijn.
Prestatieindicatoren Doelstelling Vergroten van arbeidsparticipatie Vergroten van arbeidsparticipatie
de
de
Indicator Aantal uitkeringsgerechtigden per 1-1 betreffende het jaar.
Streefwaarde Aantal uitkeringsgerechtigden laten afnemen van 108 per 2015 naar 95 in 2018. Streefwaarde jaarlijks 1 persoon plaatsen.
Aantal (succesvolle/structurele) plaatsingen via het Bunniks verbond
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
2017
Meerjarenbegroting 2018 2019
Lasten Maatw erkvoorziening Werk Inkomen
4.133,6 1.452,5 648,3 2.032,8
5.800,7 2.977,2 605,6 2.218,0
7.755,3 4.955,6 539,0 2.260,7
7.655,5 4.904,7 490,1 2.260,7
7.585,8 4.879,3 445,7 2.260,7
7.557,4 4.870,0 426,7 2.260,7
Baten Maatw erkvoorziening Werk Inkomen
2.394,4 398,5 597,5 1.398,4
1.908,8 309,7 569,0 1.030,1
1.841,7 309,7 12,7 1.519,4
1.841,7 309,7 12,7 1.519,4
1.841,7 309,7 12,7 1.519,4
1.841,7 309,7 12,7 1.519,4
Saldo lasten en baten
1.739,3-
3.891,9-
5.913,5-
5.813,7-
5.744,0-
5.715,7-
M utatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo m utatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
1.739,3-
3.891,9-
5.913,5-
5.813,7-
5.744,0-
5.715,7-
5.800,8112,7-
5.806,07,7-
5.736,37,7-
5.708,07,7-
48
49
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht Eenmalige uitgaven 2016 - 2019 Huishoudelijke hulp
2016
2016
2017
2019
105.000
Toelichting mutaties begroting 2015 – 2016 Er is een nadelig verschil van € 2.021.600 van 2016 ten opzichte van 2015. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: • Tussen programma 8 en programma 9 zijn verschuivingen doorgevoerd met betrekking tot het decentralisatiebudget Jeugd, mantelzorgondersteuning en uitvoering jeugdgezondheidzorg voor € 2.002.000. Daarnaast is budget overgeheveld naar bedrijfsvoering ad € 170.000 (voordeel). • Vanuit de Kadernota is de decentralisatieuitkering huishoudelijke hulptoeslag van € 105.000 opgenomen. Daarnaast is in de Kadernota het uitvoeren van evaluatie Wet maatschappelijke ondersteuning ad € 5.000 opgenomen. • De tarieven op contracten Wet maatschappelijke ondersteuning zijn gestegen. Dit leidt tot een negatief resultaat van € 23.000. • De decentralisatieuitkering Wmo vanuit de algemene uitkering is € 4.000 gestegen. De budgetten zijn met hetzelfde bedrag aangepast. Daarnaast heeft een correctie van budget jeugd plaatsgevonden van € 41.000. Per saldo € 45.000 extra. • De overige verschillen zijn € 11.600 negatief.
49
50
Recapitulatie
50
51
Recapitulatie / Budgetautorisatie Op bijgaand overzicht staan de budgetten per begrotingsprogramma. Elk programma is onderverdeeld naar lasten en baten. Binnen de budgetten zoals gespecificeerd onder de programma’s is het college geautoriseerd de begroting uit te voeren. Noodzakelijke mutaties op deze budgetten in de loop van het dienstjaar zullen aan de gemeenteraad worden voorgelegd met inachtneming van de bepalingen, zoals die door de gemeenteraad zijn vastgesteld in de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet, de zgn. Financiële verordening.
(Bedragen x € 1.000) Lasten en baten (x € 1.000)
Lasten 01 - Bestuur en Organisatie 02 - Dienstverlening 03 - Algemene Dekkingsmiddelen 04 - Veiligheid 05 - Openbare ruimte 06 - Bouw en, Wonen en Ondernemen 07 - Maatschappelijke ontw ikkeling 08 - Algemene Ondersteuning 09 - Maatw erk Ondersteuning
Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
7.535,4 1.274,1 17,9934,6 2.820,6 1.972,8 2.321,8 962,9 7.755,3
2017
Meerjarenbegroting 2018 2019
7.518,8 1.285,9 707,2 948,7 2.604,6 8.529,2 2.859,7 1.175,6 4.133,6
7.456,4 1.386,0 105,2 990,2 2.986,7 1.816,3 2.373,1 2.984,4 5.800,7
7.517,1 1.302,5 88,2908,5 2.866,0 1.784,8 2.330,6 910,9 7.655,5
7.526,5 1.277,5 97,3901,5 2.867,0 1.784,8 2.324,5 910,9 7.585,8
7.524,9 1.307,5 108,9899,5 2.889,2 1.784,8 2.324,5 910,9 7.557,4
Voor bestemming Toevoegingen reserves Na bestem m ing
29.763,3 8.656,2 38.419,5
25.899,1 747,3 26.646,4
25.559,6 292,2 25.851,8
25.187,9 288,9 25.476,7
25.081,3 287,2 25.368,4
25.089,9 286,2 25.376,1
Baten 01 - Bestuur en Organisatie 02 - Dienstverlening 03 - Algemene Dekkingsmiddelen 04 - Veiligheid 05 - Openbare ruimte 06 - Bouw en, Wonen en Ondernemen 07 - Maatschappelijke ontw ikkeling 08 - Algemene Ondersteuning 09 - Maatw erk Ondersteuning
32,2 1.293,2 17.041,0 4,6 1.187,6 8.181,6 652,8 2.394,4
35,4 866,7 19.997,5 4,6 1.245,1 1.317,2 591,8 1.908,8
28,5 631,0 19.531,6 4,6 1.211,0 1.308,2 554,7 1.841,7
28,5 725,1 19.378,0 4,6 1.211,0 1.308,2 554,7 1.841,7
28,5 734,9 19.448,0 4,6 1.211,0 1.308,2 554,7 1.841,7
28,5 820,1 19.491,0 4,6 1.211,0 1.308,2 554,7 1.841,7
Voor bestemming Onttrekkingen reserves Na bestem m ing
30.787,5 9.739,4 40.526,9
25.967,1 679,3 26.646,4
25.111,4 1.119,6 26.231,1
25.051,9 849,0 25.900,9
25.131,6 807,3 25.938,9
25.259,9 766,2 26.026,2
50,3 520,2 570,5
170,0 480,1 650,1
Saldo lasten en baten: Resultaat voor bestemming Toevoegingen/onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
1.024,2 1.083,2 2.107,4
68,0 68,00,0
448,2827,4 379,2
136,0560,2 424,2
51
52
Vaststellingsbesluit
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Bunnik in zijn openbare vergadering van 5 november 2015.
De griffier,
De burgemeester,
52
53
Paragrafen
53
54
1. Bedrijfsvoering Bestaand beleid Product Kostenplaats Bedrijfsvoering
Kostenplaats Het palet Kostenplaats MFA Het Kwartier Kostenplaats MFA Bunnik Kostenplaats Gemeentewerf Kostenplaats Stuurgroep Kromme Rijnlandschap
Activiteiten Personeel Overige personeelskosten Gemeentehuis Werkplekken en facilitaire voorzieningen ICT Overige bedrijfsvoeringskosten Het Palet MFA Het Kwartier MFA Bunnik Gemeentewerf Overige kosten werf Overhead Stuurgroep Kromme Rijn
Relevante beleidsontwikkelingen Personeelsbeleid Het personeelsbeleid is vastgelegd in het p&o-beleidsplan en de daaruit voortvloeiende deelnotities. In het Sociaal Jaarverslag wordt het gevoerde beleid jaarlijks geëvalueerd. De aandacht zal zich in 2016 richten op het door ontwikkelen van de organisatie en haar medewerkers, teneinde vorm en inhoud te geven aan de zich vernieuwende rol van de overheid. Verder zal de aandacht zich richten op het invoeren van een individueel keuzebudget (IKB). In 2016 zal een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) worden uitgevoerd. Digitaal, tenzij Het college vindt het van belang dat sprake is van een goede interne en externe dienstverlening, waarbij de digitalisering een belangrijke rol speelt. Het college gaat immers voor: digitaal, tenzij. Een aantal investeringen is daarvoor nodig en deze worden hieronder kort benoemd. Vervangen automatiseringsapparatuur 2016-2019 Niet alle apparatuur wordt vervangen binnen het basispakket van de RID Utrecht. In verband met het verlopen van de economische en de technologische levensduur is vervanging van deze hardware voorzien. Uitstellen van vervangen is risicovol omdat de organisatie afhankelijk is van de beschikbaarheid van hard- en software om daarmee continuïteit van dienstverlening te waarborgen Onderzoek kwaliteit en stabiliteit ICT infrastructuur. Momenteel vindt een onderzoek plaats naar de kwaliteit van de dienstverlening en de stabiliteit van de ICT infrastructuur bij de RID Utrecht. De verwachting is dat door de groei van het aantal gebruikers en applicaties, maar ook het al drie jaar niet toepassen van een inflatiecorrectie op de gemeentelijke bijdrage een extra investering noodzakelijk is. Vervangingsinvesteringen gemeentewerf Er vindt een heroriëntatie plaats op de werkzaamheden die worden verricht vanuit de gemeentewerf. Om niet vooruit te lopen op mogelijke beslissingen zijn de investeringen opgenomen. Deze zullen worden betrokken bij de afwegingen. - Vervanging containers werf - Vervanging Mitsubishi - Vervanging Frontbezem
54
55
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2014
Lasten - Personeel - Overige kosten w erf - Materieel w erf - Overige personeelskosten - Gemeentehuis - Werkplekken + f acilitaire voorzieningen - ICT - Overige bedrijfsvoeringskosten - Overhead Stuurgroep Kromme Rijn Baten - Directe baten
Saldo lasten en baten
8.076,5 6.026,6 26,3 48,4 394,0 519,1 263,6 636,8 166,1 4,5-
Begroting 2015
2017
Meerjarenbegroting 2018 2019
8.574,0 6.253,5 33,2 83,4 480,2 577,0 240,1 794,8 130,7 18,8-
8.397,1 6.088,5 32,6 83,2 460,2 556,5 275,5 769,7 135,5 4,5-
8.397,1 6.088,5 32,6 83,2 460,2 556,5 275,5 769,7 135,5 4,5-
8.397,1 6.088,5 32,6 83,2 460,2 556,5 275,5 769,7 135,5 4,5-
8.397,1 6.088,5 32,6 83,2 460,2 556,5 275,5 769,7 135,5 4,5-
122,3122,3-
102,5102,5-
102,5102,5-
102,5102,5-
102,5102,5-
8.696,3-
8.499,7-
8.499,7-
8.499,7-
8.499,7-
8.338,4161,3-
8.342,4157,2-
8.339,3160,4-
8.351,9147,8-
184,2 184,2
7.892,3-
Begroting 2016
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht Eenmalige uitgaven 2016 - 2019 Risico-inventarisatie
2016
2017
2018
2019
4.000
Migratie oracle databases
12.000
Toelichting mutaties begroting 2015 – 2016 Er is een voordelig verschil van € 196.900 van 2016 ten opzichte van 2015. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: • Hiervan heeft € 165.000 betrekking op personeel en is het voornamelijk gevolg van de invulling van de Bunnikse kwaliteit. • De investeringen in servers is ondergebracht bij de gemeenschappelijke regeling RID, waardoor de afschrijvingslasten dalen (€ 51.000 voordeel). • De overige verschillen zijn € 19.100 negatief.
55
56
2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing BEGRIPPEN Onder weerstandsvermogen wordt verstaan “het vermogen van de gemeente om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde zijn taken voort te kunnen zetten”. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit (dit zijn de middelen waarover de gemeente beschikt/kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar en de volgende jaren van het meerjarenperspectief. Voor het beoordelen van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de risico’s in relatie tot de aanwezige weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide geeft het weerstandsvermogen aan volgens onderstaande figuur. Aan de hand van dit schema wordt het weerstandsvermogen van de gemeente Bunnik bepaald.
Risico’s
Weerstandscapaciteit
Economisch
Vrij besteedbaar deel algemene reserve
Politiek
Onbenutte belastingcapaciteit
Juridisch Milieu
+
Stille reserves Post onvoorzien
Financieel
= Weerstandsvermogen Verzekeringen
Voorzieningen
Beheersmaatregelen De risico’s voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd.
Risicoprofiel Voor de bepaling dat de kans zich voordoet is onderstaande verdeling aangehouden. Omschreven als Uitgesloten Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Uitzonderlijk Mogelijk Aannemelijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk
Geschatte kans dat het risico zich in werkelijkheid voor zal doen 0% 5% 10% 20% 30% 50% 70% 90% 56
57 Alle gemeentelijke bedrijfsactiviteiten zijn beoordeeld op mogelijke risico’s. Op basis van deze beoordeling is de tabel in de bijlage samengesteld. Van de geïnventariseerde risico’s is per risico de kans dat het risico zich voordoet en de financiële impact van het risico geschat. Tenslotte is aangegeven of het een structureel (S) of incidenteel (I) risico betreft Voor het gecalculeerd risicobedrag en de bijbehorende kans, welke resulteert in de financiële impact wordt verwezen naar de bijlage. Deze resulteert in onderstaande tabel.
ACTUALISATIE BEGROTING 2016
ACTUALISATIE ACTUALISATIE BEGROTING 2016 BEGROTING 2016
Gecalculeerd Risicobedrag
Kans
Uitgesloten
Financiële Impact
0
0%
0
29.765.000
5%
1.488.250
Onwaarschijnlijk
2.430.000
10%
243.000
Uitzonderlijk
3.155.000
20%
631.000
Zeer onwaarschijnlijk
Mogelijk
155.000
30%
46.500
41.000
40%
16.400
Aannemelijk
404.000
50%
202.000
Aannemelijk waarschijnlijk
757.000
60%
454.200
Waarschijnlijk
0
70%
0
Zeer waarschijnlijk
0
90%
0
Voordoend
0
100%
0
Mogelijk aannemelijk
Totaal
36.707.000
3.081.350
Benodigd bedrag bufferreserve o.b.v. risico-profiel 50%
656.200
Voor het opvangen van de geschatte risico’s is gekozen voor een risicoprofiel van 50% en hoger. Hiertoe wordt de bufferreserve ingezet. Bij een verschuiving van het risicoprofiel zal dat gevolgen hebben voor de grootte van de bufferreserve en de algemene reserve. Ratio weerstandsvermogen Hieronder is deze ratio per 1 januari 2016 weergegeven. Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
10.071.621 3.081.350
=
3,3
Hoewel er geen algemene norm is voor de ratio van het weerstandsvermogen, wordt in veel gemeenten als referentiekader gebruik gemaakt van een waarderingstabel die luidt: Weerstandsnorm Waardering Ratio Betekenis A > 2.0 Uitstekend B 1.4 – 2.0 Ruim voldoende C 1.0 – 1.4 Voldoende D 0.8 – 1.0 Matig E 0.6 – 0.8 Onvoldoende F < 0.6 Ruim onvoldoende
57
58 RATIO WEERSTANDSVERMOGEN De BBV schrijft voor om vanaf begroting 2016 en de jaarstukken 2015 een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen op te nemen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Deze vijf financiële kengetallen zijn: 1. Netto schuldquote (en: netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) 2. De solvabiliteitsratio 3. Kengetal grondexploitatie 4. Structurele exploitatieruimte 5. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden (voorheen opgenomen onder paragraaf Lokale lasten en heffingen)
1. Netto schuldquote De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een daling van de netto schuldquote is positief, de schuldenlast daalt (oftewel: financiering geschiedt meer met eigen middelen) (Bedragen x 1.000) 2015 A Vaste schulden B Netto vlottende schuld C Overlopende passiva D Financiële activa E Uitzettingen < 1 jaar F Liquide middelen G Overlopende activa H Totale baten (excl. Mutaties reserves)) Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%
2016
2017
10.000
8.400
6.900
1.210
1.208
1.207
504
503
503
37
37
37
4.316
4.312
4.307
-3.431
-4.795
-5.653
2.557
2.555
2.552
25.967
25.111
25.052
31,71%
31,87%
29,40%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. De gemeente Bunnik heeft geen doorgeleende gelden. Hierdoor is de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen gelijk aan de netto schuldquote. 2. De solvabiliteitsratio Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balans totaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten. (Bedragen x 1.000)
A Eigen vermogen B Balanstotaal Solvabiliteit (A/B) x 100%
2015
2016
2017
13.359
13.826
14.054
46.723
44.353
42.227
28,59%
31,17%
33,28%
58
59 3. Kengetal grondexploitatie De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen. In de BBV wordt gevraagd om grond- en hulpstoffen in de balans afzonderlijk op te nemen gespecificeerd naar: 1. Niet in exploitatiegenomen bouwgronden; en 2. Overige grond- en hulpstoffen. Daarnaast wordt in de BBV gevraag om de bouwgrond in exploitatie (in de balans wordt dit ‘onderhanden werk’) te noemen. (Bedragen x 1.000) 2015
2016
2017
A Niet in exploitatie genomen bouw gronden
2.781
2.781
2.781
B Bouw gronden in exploitatie
3.274
3.274
3.274
25.967
25.134
25.075
23,32%
24,09%
24,15%
C Totale baten (excl. Mutaties reserves) Grondexploitatie (A+B)/C x 100%
4.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt thans het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. (Bedragen x 1.000) 2015
2016
2017
A Totale structurele lasten
25.792
25.177
25.148
B Totale structurele baten
25.967
24.967
25.075
C Totale structurele toevoegingen aan de reserves
747
292
289
D Totale structurele onttrekkingen aan de reserves
635
904
812
50.378
48.948
49.121
0,1%
0,8%
0,9%
E Totale baten(A+B+C-D) Structurele exploitatieruim te ((B-A)+(D-C))/(E) x100%
5. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB en de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in een jaar te vergelijken met het landelijk gemiddelde van voorgaand jaar.
2015
2016
2017
A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-w aarde
486
483
483
B Rioolheff ing voor gezin bij gemiddelde WOZ-w aarde
176
176
176
C Af valstof fenhef f ing voor een gezin
206
206
206
E Totale w oonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-w aarde(A+B+C-D)
868
865
865
F Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in 2015
716
716
716
121,2%
120,8%
120,8%
D Eventuele hef f ingskorting
Woonlasten t.o.v. landelijke gem iddelde jaar er voor(E/F) x 100%
59
60
3. Lokale lasten en heffingen Beleid In 2016 worden de gemeentelijke belastingen en retributies, overeenkomstig het beleid vastgesteld in de Nota financieel beleid, verhoogd met de prijsstijging (0% ten opzichte van 2015). De tarieven van de reinigingsheffingen (reinigingsrechten en afvalstoffenheffing) en de rioolrechten worden gebaseerd op volledige kostendekking. Hierbij moet worden opgemerkt dat de compensabele BTW ook als kostenbestanddeel moet worden meegenomen. Weliswaar wordt deze BTW terugontvangen via het BTW compensatiefonds, maar daar tegenover staat een korting op de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Daarnaast wordt de helft van de kosten van straatreiniging verdisconteerd in de rioolheffing. Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding is mogelijk van de afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting en onroerende zaakbelastingen. Van de andere belastingen is geen kwijtschelding mogelijk. In grote lijnen wordt kwijtschelding verleend indien het netto besteedbaar inkomen ligt onder de bijstandsnorm die voor de betreffende gezinssituatie van toepassing is. 1
De volgende kwijtscheldingen zijn begroot : Belastingsoort Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
Bedrag van de kwijtschelding (afgerond) 20.000 20.000 40.000
Tarieven In de volgende tabel worden de tarieven weergegeven zoals die voor 2016 gaan gelden. Alle tarieven, behalve de tarieven voor de onroerende zaakbelasting, blijven gelijk aan de tarieven voor 2015. In de gemeente Bunnik is de berekeningssystematiek voor de tarieven onroerende zaakbelasting als volgt: het tarief onroerende zaakbelastingen 2016 voor woningen en niet-woningen wordt verhoogd met de inflatie en gecorrigeerd door het percentage waardedaling of waardestijging op grond van de jaarlijkse herwaardering van de onroerende zaken. Voor 2016 is de inflatie bepaald op 0%. Dit betekent dat de opbrengst onroerende zaakbelasting 2016, exclusief de extra opbrengst uit nieuw- en verbouw, gelijk is aan de geraamde opbrengst 2015. Daarnaast is een globale schatting gedaan over de waardedaling c.q. waardestijging van de onroerende zaken. Deze waardedaling of waardestijging leidt tot een tariefstijging c.q. tariefdaling van de onroerende zaakbelasting dan de inflatie, omdat met een lagere totale WOZ waarde een hogere belastingopbrengst c.q. een hogere totale WOZ waarde een lagere belastingopbrengst moet worden behaald. Dit betekent dat de ozb tarieven voor de niet-woningen stijgen met 1,8% en de ozb tarieven voor de woningen dalen met 0,6%. Het vGrp (verbreed Gemeentelijk rioleringsplan) is vastgesteld. Het tarief voor 2016 is vastgesteld op € 175,80.
1
Voor de hondenbelasting en de OZB wordt geen kwijtschelding geraamd aangezien dit een te verwaarlozen bedrag is.
60
61
Tarieven gemeentelijke belastingen en retributies 2015 - 2016 Toename in %
2015
2016
0,2267%
0,2308%
1,81%
- die in hoofdzaak tot woning dienen
0,1813%
0,1802%
-0,61%
- die niet in hoofdzaak tot woning dienen
0,2834%
0,2885%
1,80%
Onroerende zaakbelastingen Tarieven % van de WOZ waarde Gebruikersbelasting voor onroerende zaken: - die niet in hoofdzaak tot woning dienen
Eigenarenbelasting voor onroerende zaken:
Hondenbelasting Voor de 1e hond
€
87,65
€
87,65
0,0%
Voor de 2e hond
€
118,45
€
118,45
0,0%
Voor iedere hond boven het aantal van twee
€
120,25
€
120,25
0,0%
Voor honden gehouden in kennels
€
326,60
€
326,60
0,0%
- Eenpersoonshuishouden
€
152,00
€
152,00
0,0%
- Meerpersoonshuishouden
€
206,00
€
206,00
0,0%
Reinigingsrechten (incl. BTW)
€
216,19
€
216,19
0,0%
€
175,80
€
175,80
0,0%
- op campings
€
0,63
€
0,63
0,0%
- in overige verblijfsaccommodaties
€
1,95
€
1,95
0,0%
Dagstandplaats per strekkende meter per marktdag
€
3,01
€
3,01
0,00%
Vaste kwartaalstandplaats per strekkende meter per kwartaal
€
27,04
€
27,04
0,00%
Vaste halfjaarstandplaats per strekkende meter per halfjaar
€
51,30
€
51,30
0,00%
Vaste jaarstandplaats per strekkende meter per jaar
€
97,61
€
97,61
0,00%
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Afvalstoffenheffing:
Rioolheffing Per heffingseenheid
Toeristenbelasting Per overnachting:
Marktgelden
61
62
Overzicht geraamde opbrengsten diverse leges, tarieven en belastingen 2016
2017
2018
2019
Onroerende zaakbelastingen Tarieven % van de WOZ waarde Gebruikersbelasting voor onroerende zaken: - die niet in hoofdzaak tot woning dienen
€
709.885
€
709.885
€
709.885
€
709.885
Eigenarenbelasting voor onroerende zaken: - die in hoofdzaak tot woning dienen
€ 3.056.466
€ 3.097.461
€ 3.132.150
€
3.152.873
- die niet in hoofdzaak tot woning dienen
€
946.747
€
946.747
€
946.747
€
946.747
Voor de 1e hond
€
63.809
€
63.809
€
63.809
€
63.809
Voor de 2e hond
€
8.173
€
8.173
€
8.173
€
8.173
Voor iedere hond boven het aantal van twee
€
1.082
€
1.082
€
1.082
€
1.082
Voor honden gehouden in kennels
€
653
€
653
€
653
€
653
- Eenpersoonshuishouden
€
276.640
€
276.640
€
276.640
€
276.640
- Meerpersoonshuishouden
€
874.676
€
874.676
€
874.676
€
874.676
Reinigingsrechten (incl. BTW)
€
14.294
€
14.294
€
14.294
€
14.294
Hondenbelasting
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Afvalstoffenheffing:
Rioolheffing Per heffingseenheid
€ 1.132.855
€ 1.132.855
€ 1.132.855
€
1.132.855
- op campings
€
25.500
€
25.500
€
25.500
€
25.500
- in overige verblijfsaccommodaties
€
87.305
€
87.305
€
87.305
€
87.305
Standplaatsen
€
9.313
€
9.313
€
9.313
€
9.313
Marktgelden
€
5.820
€
5.820
€
5.820
€
5.820
Toeristenbelasting Per overnachting:
Marktgelden
62
63
4. Verbonden partijen Vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen voeren verbonden partijen vaak beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan blijven doen. Er blijft voor de gemeenteraad nog steeds een kaderstellende -, controlerende - en financiële taak over (het vergt budgettair beslag en de gemeente loopt daardoor risico’s). In verband met de gemeentelijke belangen is het gewenst dat in de begroting en jaarrekening aandacht wordt besteed aan de verbonden partijen. Verbonden partijen zijn derde rechtspersonen waarin de gemeente Bunnik een bestuurlijke en financiële belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan: het hebben van een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die achtergesteld zijn in geval van faillissement van de verbonden partij en/of dat financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Het belang van verbonden partijen is dat deze vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. In deze paragraaf is per gemeenschappelijke regeling een format ingevuld. De reden hiervoor is dat meer inzicht wordt verlangd in de verbonden partijen waardoor het inzicht en de “grip” vergroot kan worden. Overzicht verbonden partijen Verbonden partij/gemeenschappelijke regeling 1. Gemeenschappelijke regeling bestuur Regio Utrecht (BRU) 2. Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) regio Utrecht 3. Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) 4. Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied (UHVKR) 5. Gemeenschappelijke regeling Regionale ICT-Dienst Utrecht (RID) 6. Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU) 7. Stuurgroep Kromme Rijnlandschap 8. Gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland 9. Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht (VRU) 10.Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht 11.Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) 12. Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (BghU)
Begroot 2016 45.145 203.176 409.590 28.102 443.166 265.000 19.202 29.781 808.137 50.282 1.690.360 218.000
Deelnemingen BNG Waterleidingbedrijf Vitens Wijzigingen in verbonden partijen Nieuw in de begroting 2016 is verbonden partij Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (BghU). Deze partij voert de heffing en invordering van lokale belastingen uit en stelt de hoogte van de WOZ waarden vast. Geschrapt zijn Wereldkidz en Gebiedscoöperatie O-gen omdat bij beiden niet voldaan wordt aan de voorwaarde van criteria bestuurlijk belang.
63
64
1.
Bestuur Regio Utrecht (BRU) te Utrecht
Bijdrage 2016 en wijze van financiering Overige bijdragen per inwoner 2016 Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
€ 45.145 (€ 3,10 per inwoner)
Kernactiviteiten van de organisatie
Het Bestuur Regio Utrecht is een samenwerkingsverband waarin de deelnemende gemeenten zich richten op het verbeteren van de bereikbaarheid en leefbaarheid van het gebied.
Geen €0 Geen Eigen vermogen: € 13.432.861 Vreemd vermogen € 254.146.968
De wettelijke grondslag voor het BRU is per 1 januari 2015 verdwenen met het einde van de Wgr+. De wettelijke BRU-taken zijn daarom per 1 januari 2015 overgedragen aan de Provincie Utrecht, inclusief mensen en middelen. De niet-wettelijke taken worden op dit moment uitgevoerd door de netwerksamenwerking U10, waarin de negen BRU-gemeenten en Woerden zich hebben georganiseerd om gezamenlijke vraagstukken te kunnen (blijven) aanpakken.
Website Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij
Deelnemende gemeenten Coördinatie ambtelijk Portefeuillehouder Klankbordgroep raad
Planning behandeling 2016 Begrotingskaders Concept Definitief
begroting
Naar verwachting wordt het BRU definitief opgeheven per 1 januari 2016. www.regioutrecht.nl Het Algemeen Bestuur bestaat uit 35 bestuurders en raadsleden. De samenstelling is gerelateerd aan het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten. Het AB telt 35 leden, waarvan twee uit Bunnik: de heren H.M. Ostendorp en F.A. Schenk. Het Dagelijks Bestuur telt 10 portefeuillehouders, één uit iedere gemeente en twee uit de stad Utrecht. Zowel het AB als het DB wordt voorgezeten door de burgemeester van Utrecht, de heer J.H.C. van Zanen. Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Vianen en Zeist Directiesecretaris/bestuursadviseur H.M. Ostendorp Er is geen klankbordgroep in de gemeenteraad. Wel wordt de inbreng in het AB door het Bunnikse lid afgestemd met leden van de andere fracties. De begroting voor 2016 is pas dit najaar bekend. De begrotingskaders zijn nog niet vastgesteld.
64
65
Welke doelen wil de gemeente bereiken?
Wat gaat/laat de daarvoor doen?
gemeente
Door deelname aan het BRU beoogt de gemeente Bunnik een bereikbare en leefbare omgeving te bereiken, waarin veel aandacht bestaat voor openbaar vervoer en verkeersveiligheid.
Het BRU neemt beleidsvorming voor zijn rekening en is medefinancier van de uitvoeringsprojecten.
Aandachtspunten ontwikkelingen
en
Ondanks de overname van de provincie Utrecht blijft het vigerende en door BRU ontwikkelde beleid nog vijf jaar overeind, zoals is afgesproken tussen het BRU en de provincie Utrecht. De negen BRU-gemeenten hebben zich middels een Bestuursconvenant Verkeer en Vervoer verenigd om invloed uit te oefenen richting provincie Utrecht, met het oog op de gezamenlijke uitdaging: de stedelijke regio vormt immers één daily urban system.
65
66
2.
Gemeentelijke GezondheidsDienst regio Utrecht (GGDrU) te Utrecht
Bijdrage 2016 en wijze van financiering
Overige bijdragen per inwoner 2016 Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen Kernactiviteiten van de organisatie
Website Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Deelnemende gemeenten Coördinatie ambtelijk Portefeuillehouder Klankbordgroep raad Planning behandeling begroting 2016 Begrotingskaders Concept Definitief
€ 214.839 waarvan € 170.963 inwonerbijdrage en maatwerktaken Wijze van financiering: bedrag per inwoner N.v.t. Negatief 300.000 Nihil Eigen vermogen: € 3.325.861 Vreemd vermogen: € 12.779.132
€ 43.876
De GGDrU voert de Wet publieke gezondheid (Wpg) voor een deel uit (o.a. het rijksvaccinatieprogramma), adviseert en ondersteunt gemeenten bij het uitvoeren van (lokaal) gezondheidsbeleid en stelt inwoners in staat hun gezondheid te optimaliseren. http://www.ggdru.nl 1 van de 26 deelnemende gemeenten De GGD regio Utrecht bestaat uit alle Utrechtse gemeenten (26 gemeenten). Beleidsmedewerker Sociaal Domein J.J. Eijbersen (eveneens penningmeester) Juli 2015 Definitief
66
67
Welke doelen wil de gemeente bereiken?
Wat gaat/laat de gemeente daarvoor doen?
Aandachtspunten ontwikkelingen
De GGDrU voert de Wet publieke gezondheid (Wpg) voor een deel uit (o.a. het rijksvaccinatieprogramma), adviseert en ondersteunt gemeenten bij het uitvoeren van (lokaal) gezondheidsbeleid en stelt inwoners in staat hun gezondheid te optimaliseren.
De GGD stimuleert aansluiting tussen de preventie van de GGDrU en de sociale wijkteams.
In 2015 wordt de 0-4 jarigenzorg door onder meer Bunnik overgeheveld naar de GGD. Hiermee wordt een integrale JGZ bewerkstelligd voor de jeugdgezondheidzorg (018 jarigen).
De GGDrU helpt gemeenten bij hun taak door middel van onderzoek en advies door: het voorkomen van ziekten; het bevorderen van gezond gedrag; het scheppen van een gezonde leefomgeving. De GGD richt zich vooral op preventie. De GGD heeft een relatie met de eerstelijns-gezondheidszorg door het verstrekken van informatie.
Ontwikkelen van een passend pakket van voorlichting gezonde leefstijl met sportaanbod en advisering over de versterking van de positie van de signaleringsfunctie eenzaamheid. Er worden in 2016 diverse monitors uitgevoerd voor jeugdigen en volwassenen. Daarnaast wordt tevens een wijkscan.
en
Het primaat ligt vanaf 2014 meer bij gemeenten. Zij sturen nu vooraf in plaats van controle achteraf. GGD zoekt en vindt verbinding met gemeenten.
meer
De GGD voert het toezichthouderschap Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) uit voor gemeenten. De GGD voert een pilot uit om te onderzoeken of, en zo ja hoe, het wenselijk is om het algemeen toezicht WMO bij de GGD te beleggen.
67
68
3. Omgevingsdienst Regio Utrecht te Utrecht Bijdrage 2016 financiering
en
wijze
van
Overige bijdragen per inwoner 2016
€ 342.016 voor verplichte afname uren volgens het dienstverleningsovereenkomst. Voor aanvullende opdrachten geldt een tarief van € 83,50 per uur. N.v.t.
Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
€ 350.000
Kernactiviteiten van de organisatie
Het inhoudelijke adviseren van de deelnemende gemeenten op het gebied van milieu en archeologie, met daarbij als taak onder meer het inhoudelijk adviseren over omgevingsvergunningen, voor milieuaspecten, en het uitvoeren van de handhavingstaken op milieugebied. www.odru.nl Iedere deelnemer heeft 1 stem
Website Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Deelnemende gemeenten
Coördinatie ambtelijk Portefeuillehouder
Klankbordgroep raad Planning behandeling begroting 2016 Begrotingskaders Concept Definitief
Nihil Eigen vermogen: € 203.137 Vreemd vermogen: € 3.969.812
Bunnik, de Bilt, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Ronde Venen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Woerden, Wijk bij Duurstede en Zeist Beleidsmedewerker milieu R.A. Zakee. Alle deelnemende gemeenten participeren in het bestuurlijk overleg van de milieudienst. Het collegelid zit namens de gemeente in het algemeen bestuur. De rol van het collegelid is, naast de deelname in het bestuurlijk overleg, het geven van inlichtingen over het bestuur In college juni 2015 Verplichte afname van 4096 uren, volgens de Dienstverleningsovereenkomst
68
69
Welke doelen wil gemeente bereiken?
de
In stand houden en beschermen van: - de milieukwaliteiten van zowel de bebouwde als groene leefomgeving. - archeologische waarden binnen de gemeente.
Wat gaat/laat de daarvoor doen?
gemeente
De Omgevingsdienst ondersteunt de gemeenten bij de uitvoering van de taak op het gebied van milieu en archeologie op o.a. de onderdelen: - het opstellen van (milieu)voorschriften bij omgevingsvergunningen - handhaving en controle op Tevens het leveren van een verleende vergunningen bij bijdrage aan een duurzame - het beoordelen van ontwikkeling van een aantrek(bodem)onderzoeken kelijke leefomgeving.
Aandachtspunten ontwikkelingen
en
Er zijn nu in de Provincie twee omgevingsdiensten, de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) en de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD Utrecht). Het nieuwe college van Gedeputeerde Staten heeft in het coalitieakkoord vastgelegd dat gekomen moet worden tot een provincie dekkende Uitvoeringsdienst. Het Algemeen Bestuur van de ODRU waarin Bunnik participeert, heeft besloten om de Omgevingsdienst eerst op orde te brengen alvorens verder te gaan met het proces om te komen tot een gemeenschappelijke provinciedekkende Regionale Uitvoeringsdienst. Gekozen is om eerst de eigen organisatie en de bijbehorende financiën op orde te brengen. Dat proces is nu gaande en wordt in 2015 afgerond. Het doel is om zodra het proces rondom “ODRU op orde” is afgerond (medio 2016), verder te gaan met het komen tot een gemeenschappelijk Regionale UitvoeringsDienst. Daar zal te zijner tijd nog nadere besluitvorming over dienen plaats te vinden.
69
70
4. Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijn Bijdrage 2016 en wijze van financiering Overige bijdragen per inwoner 2016 Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
€ 28.000 (op basis van aantal inwoners) N.v.t. Negatief € 33.700 Nihil Eigen vermogen Begin jaar: € 90.200 Eind jaar € 176.400 Vreemd vermogen Begin jaar € 1.000.700 Eind jaar € 620.100
Kernactiviteiten van de organisatie Het realiseren en in stand houden van (open lucht)recreatiemogelijkheden en nieuwe recreatieprojecten op de Utrechtse Heuvelrug en in het Vallei- en Kromme Rijngebied. Website Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Deelnemende gemeenten
Coördinatie ambtelijk Portefeuillehouder Klankbordgroep raad Planning behandeling begroting 2016 Begrotingskaders Concept Definitief
Evenredige stemverdeling Amersfoort, Bunnik, De Bilt, Leusden, Renswoude, Rhenen, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, Zeist en provincie Utrecht Beleidsmedewerker natuur R.A. Zakee Juli 2015
70
71
Welke doelen wil de gemeente bereiken?
Wat gaat/laat de daarvoor doen?
gemeente
Het ontwikkelen en in stand houden van recreatieve voorzieningen zoals fiets- en wandelroutes
De gemeente voert niet zelf uit, maar heeft dit ondergebracht, tezamen met de andere gemeenten bij het Recreatieschap
Aandachtspunten ontwikkelingen
en
Per 1 januari 2018 zal het Recreatieschap ophouden te bestaan, e.e.a. op basis van een AB besluit d.d. 13/03/2014. In de komende periode zal het liquidatieplan worden opgesteld en nader worden uitgewerkt.
71
72
5. Regionale ICT-Dienst (RID) Utrecht te Doorn Bijdrage 2015 en wijze van financiering
Overige bijdragen per inwoner 2015
€ 419.741 Wijze van financiering: naar rato van het aantal accounts en applicaties. Begroting bevroren voor periode van 5 jaar (obv peiljaar 2011). Vaste bijdrage van 1 juli 2012 – 1 juli 2017 -
Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Nihil Nihil Eigen vermogen € 23.977 Vreemd vermogen € 8.247.786
Kernactiviteiten van de organisatie
De RID heeft tot doel het uitvoeren van taken die zien op het garanderen van de continuïteit en kwalitatief adequate dienstverlening op het terrein van ICT en de hiervoor benodigde middelen, waaronder soft- en hardware voor de deelnemers aan de RID.
Website Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Deelnemende gemeenten
www.rid-utrecht.nl e Elk bestuurlid heeft 1 stem: stempercentage Bunnik 1/7 (14,29%) Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede en de gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug Beleidsmedewerker ICT H.M. Ostendorp N.v.t Juni 2015 Definitief
Coördinatie ambtelijk Portefeuillehouder Klankbordgroep raad Planning behandeling begroting 2016 Begrotingskaders Concept Definitief
72
73
Welke doelen wil gemeente bereiken?
de
Zorgdragen voor continuïteit in ICT zodat de dienstverlening adequaat kan plaatsvinden. Het blijvend afstemmen van de ICT omgeving op: - nieuwe technologische ontwikkelingen; - landelijk en lokaal beleid; - veranderende gemeentelijke applicaties.
Wat gaat/laat de daarvoor doen?
gemeente
Deelname aan de vergaderin-gen van het AB en DB van RID. Ambtelijke deelname aan de vergaderingen van het Opdrachtgeversoverleg (OGO), Servicelevel-management (SLM)-overleg ,Informatiemanagement (I)-overleg en overleggen over Informatiebeveiliging (CISO-overleg). Regelmatig overleg tussen SLMmanagers van RID en de gemeente.
Aandachtspunten ontwikkelingen
en
In 2016 wordt de vervanging van de ICT-omgevingen door de laatste gemeenten afgerond. 2016 zal het eerste jaar zijn van de gezamenlijk ICT-infrastructuur. Onderzoek naar samenwerking op het vlak van systemen en ondersteunende processen. Onderzoek naar (uitbreiding) dienstverlening op het gebied van: - Openingstijden, uitbreiden i.v.m. flexibilisering van de werktijdenregeling - Gevolgen meer applicaties en gebruikers dan bij oprichting voorzien - Ondersteuning Tablets - Betrouwbaar en stabiel Wifinetwerk Onderzoek naar kwaliteit stabiliteit ICT infrastructuur.
en
73
74
6. Afval Verwijdering Utrecht (AVU) te Soest Bijdrage 2016 en wijze van financiering
€ 350.347 Wijze van financiering is prijs per tonnage.
Overige bijdragen per inwoner 2016 Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Nihil Geen Eigen vermogen € 330.000 Vreemd vermogen € 9.330.000
Kernactiviteiten van de organisatie
De AVU is een publiekrechtelijke organisatie met een wettelijk geregelde bestuurlijke basis. De gemeenschappelijke regeling behartigt de belangen van de Utrechtse gemeenten op het gebied van afvalbewerking en verwerking. Op grond van de statuten van de gemeenschappelijke regeling en het door het algemeen bestuur vastgestelde beleidsplan heeft de AVU de volgende kernactiviteiten: -zorg voor een goede, reguliere en milieuverantwoorde inzameling van door de gemeente(n) ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen (restafval, grof huishoudelijk afval, GFT-afval, plastic) - de verwerking en in de markt zetten van deze afvalstoffen - de inzameling en verwerking van glas, papier en karton - het aangaan en monitoren van contracten namens de gemeenten met marktpartijen www.avu.nl Openbaar belang: De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten en de provincie, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel (plaatselijke) kennis beschikbaar is. Op dat gebied is de AVU van de gemeenten en de provincie en werkt zij ten dienste van de gemeenten en de provincie. Bestuurlijk belang: De provincie Utrecht en alle 26 Utrechtse gemeenten zijn vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Het collegelid vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het algemeen bestuur van de AVU. Het totaal aantal gewogen stemmen in het AB bedraagt 73, Bunnik heeft daarvan 2. De stemverhouding is naar rato van het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten.
Website Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij
Deelnemende gemeenten Coördinatie ambtelijk Portefeuillehouder Klankbordgroep raad Planning behandeling begroting 2016
Provincie Utrecht en alle 26 Utrechtse gemeenten Beleidsmedewerker Fysiek Domein / Milieu R.A. Zakee e
1 halfjaar 2015 door AVU opgesteld, vastgesteld door AB op 10 juni 2015.
Begrotingskaders Concept Definitief
74
75
Welke doelen wil de gemeente bereiken? Een adequate inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen kosten tegen zo laag mogelijk maatschappelijke kosten.
Wat gaat/laat de gemeente daarvoor doen? Het implementeren resp. uitwerken van het in 2015 vastgestelde afvalbeleidsplan.
Aandachtspunten en ontwikkelingen -Landelijke normering en doelstelling inzake inzamelingspercentages Het zoveel mogelijk gemeenschappelijk (in RMN verband) uitvoeren van de afvaltaken - Exploitatie afvalbrengstation door RMN
75
76
7. Stuurgroep Kromme Rijnlandschap te Bunnik Bijdrage 2016 en wijze van financiering Overige bijdragen per inwoner 2015
€ 19.202 Wijze van financiering: vaste bijdrage zonder indexering -
Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Negatief € 22.728
Kernactiviteiten van de organisatie
Website Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij
Deelnemende gemeenten Coördinatie ambtelijk Portefeuillehouder Klankbordgroep raad Planning behandeling begroting 2016 Begrotingskaders Concept Definitief
Nihil Eigen vermogen Begin jaar: € 190.313 Eind jaar : € 167.585 Vreemd vermogen Begin jaar nihil Eind jaar nihil Het bevorderen van ‘stille recreatie’ middels het creëren van een aantrekkelijk en karakteristiek landschap met extensieve recreatiemogelijkheden. Bevorderen ruimtelijke kwaliteit middels advisering en ondersteuning van particuliere eigenaren in het buitengebied. Instandhouding cultuurlandschap en natuurwaarden www.krommerijnlandschap.nl Het collegelid is voorzitter van de stuurgroep waarin wethouders, gedeputeerde en andere bestuurders zitting hebben. Daarnaast functioneert op ambtelijk niveau een werkgroep en wordt de dagelijkse uitvoering verzorgd door de landschapscoördinator. Bunnik, provincie Utrecht, Utrecht, De Bilt, Zeist, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede. Beleidsmedewerker Recreatie en Landschap binnen programma openbare ruimte R.A. Zakee Najaar 2015
76
77
Welke doelen wil de gemeente bereiken?
Wat gaat/laat daarvoor doen?
Stuurgroep Kromme Rijnlandschap is een gebiedsgericht samenwerkingsverband van zes gemeenten en de provincie voor natuur en landschap in het Kromme Rijngebied.
De belangrijkste taken zijn: - kosteloos individuele advisering aan en ondersteuning van particuliere grondeigenaren betreffende (kleinschalige) natuur- en landschapsontwikkeling en bijbehorende subsidieregelingen, - beperkte aanvullende subsidieverlening, - voorlichting door middel van nieuwsbrief, foldermateriaal en persberichten, - afstemming, zowel horizontaal (tussen de participanten) als verticaal (tussen bewoners en overheden) en formuleren van beleid voor natuur en landschap in het Kromme Rijngebied. - Bevorderen ruimtelijke kwaliteit bij functieverandering en schaalvergroting door o.a. landschappelijke inpassing - verbindingen leggen tussen bewoners buitengebied en vrijwilligersorganisaties die landschapsbeheer en –aanleg kunnen uitvoeren.
De stuurgroep is gericht op het bevorderen van ‘stille recreatie’ middels het creëren van een aantrekkelijk en karakteristiek landschap met extensieve recreatiemogelijkheden. De Stuurgroep Kromme Rijnlandschap levert een belangrijke bijdrage aan de realisatie en instandhouding van een aantrekkelijk en karakteristiek landschap binnen o.a. de gemeente Bunnik.
de
gemeente
Aandachtspunten ontwikkelingen
en
Ontwikkelingen: Bewustwording kinderen en landschap door mee te doen aan landschapsuitvoering met scholen (bv. boomfeestdag). Intermediair/schakel tussen eigenaar en vrijwilligersorganisaties t.b.v. landschapsaanleg en beheer.
Om dit te realiseren zet de stuurgroep onder meer een landschapscoördinator in. Deelname aan de vergaderingen van de ambtelijke werkgroep en voorzitten van de bestuurlijke stuurgroep.
77
78
8. Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) te Doorn Bijdrage 2016 en wijze van financiering Overige bijdragen per inwoner 2016
Vaste bijdrage van € 5.000
Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen Kernactiviteiten van de organisatie Website Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Deelnemende gemeenten
Nihil Nihil Zie de bijna vastgestelde begroting van WMMN
Coördinatie ambtelijk Portefeuillehouder Klankbordgroep raad Planning behandeling begroting 2016 Begrotingskaders Concept Definitief
Ruimtelijke Kwaliteitszorg van de Fysieke leefomgeving www.welmon.nl 1 van de 20 stemmen De Bilt, Bunnik, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede. De Ronde Venen, Stichtse Vecht , Oudewater, Montfoort, Lopik, IJsselstein, Nieuwegein, Veenendaal, Rhenen, Renswoude, Woudenberg, Leusden, Baarn, Eemnes, Bunschoten en Zeist. Daarnaast wordt onder andere aan Blaricum en Laren diensten verleend. Teamcoördinator Backoffice Omgeving R.A. Zakee Wordt eind juni in het AB van WMMN vastgesteld. Voor vaststelling heeft de gemeente inspraak. -
78
79
Welke doelen wil gemeente bereiken?
de
Het bevorderen en stimuleren van ruimtelijke kwaliteit en cultureel erfgoed. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de kwaliteit van fysieke leefomgeving zoals de woon-, werk- en recreatieve gebieden in Bunnik. Ook kan hiermee eventuele verloedering van deze gebieden worden tegengegaan.
Wat gaat/laat daarvoor doen?
de
gemeente
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen welstand en monumentencommissies) Adviezen voor bouwen, monumenten en ruimtelijke beeldkwaliteitsadviezen (vergunningen) Inhoudelijke inspecties ter plaatse eventueel met initiatiefnemers
Aandachtspunten en ontwikkelingen
Momenteel wordt de Gemeenschappelijke regeling getransformeerd naar een Stichting Mooisticht. De Stichting zal per 1 januari 2016 de werkzaamheden van de gemeenschappelijke regeling overnemen. Er worden momenteel besproken op welke wijze de Stichting haar adviesdiensten kan bieden aan de gemeente.
Twee wekelijks overleg met inwoners in het gemeentehuis Zes wekelijks integraal bouwplanoverleg met de rijksdienst, provincie en initiatiefnemers Adviezen bij gewijzigd beleid (bestemmingsplannen, verordeningen of beeldkwaliteit plannen)
79
80
9. Veiligheids Regio Utrecht (VRU) te Utrecht Bijdrage 2016 en wijze van financiering
€ 811.372 Wijze van financiering: (Bijdrage basispakket € 794.875 bijdrage extra taken € 13.245 bijdrage ambulancemeldkamer € 3.252)
Overige bijdragen per inwoner 2016 Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Nihil Geen Eigen vermogen € 5.408.000 Vreemd vermogen € 45.013.000
Kernactiviteiten van de organisatie
Brandpreventie, crisisbeheersing www.vru.nl
Website Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Deelnemende gemeenten Coördinatie ambtelijk Portefeuillehouder Klankbordgroep raad Planning behandeling begroting 2016 Begrotingskaders Concept Definitief
brandrepressie,
rampenbestrijding
en
Alle 26 gemeenten uit de veiligheidsregio Beleidsmedewerker Strategie en Beleid H.M. Ostendorp 6 juli 2015 Concept
80
81
Welke doelen wil de gemeente bereiken?
Wat gaat/laat de daarvoor doen?
Door samenwerking binnen de VRU is de brandweerzorg binnen de gemeente gegarandeerd.
Deelname aan de vergaderingen van het AB en DB van de VRU.
Door het extra takenpakket van de jeugdbrandweer wil de gemeente een natuurlijke doorstroom van jeugdbrandweer naar de vrijwillige brandweer bewerkstelligen. Door samenwerking binnen de veiligheidsregio Utrecht wordt middels de samenwerking tussen de verschillende gemeenten en hulpverleningsinstanties bij de crisisbeheersing verbeterd. Op 1 januari 2006 is de regeling “Veiligheidsregio Utrecht” in werking getreden. Met de Wet veiligheidregio’s van 1 oktober 2010 is deze vorm van samenwerking wettelijke geborgd.
gemeente
Deelnemen aan de vergaderingen van het gemeentesecretarissen overleg. Deelnemen aan de regionale vergaderingen van de ambtenaren crisisbeheersing. Intern de organisatie van de crisisbeheersing operationeel en geoefend hebben. Jaarlijks oefenen met alle lagen binnen de crisisbeheersing. Samenwerken met de gemeente Zeist op het gebied van crisisbeheersing en crisiscommunicatie.
Aandachtspunten ontwikkelingen
en
De gemeente Bunnik heeft beide brandweerkazernes gerenoveerd of opnieuw gebouwd zodat deze volgens plan over gedragen kunnen worden aan de veiligheidsregio Utrecht. Dit proces loopt vertraging op door wensen vanuit andere gemeenten. Dit complexe proces niet nauwlettend in de gaten gehouden te worden zodat de gemeente Bunnik niet dubbel gaat betalen voor renovatie van brandweerposten. Om de interne crisisbeheersing operationeel te houden dient er constant gekeken te worden naar de inzet van de medewerkers. Dit betreft een taak naast de reguliere functie, welke niet standaard aan een ieder toe te wijzen zijn. Het gaat om ad hoc incidenten die niet plan baar zijn. Hierdoor is overzicht van het personele bestand, inzetbaarheid ten tijde van calamiteiten en persoonlijke voorkeur van belang.
81
82
10. Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht te Wijk bij Duurstede Bijdrage 2015 en wijze van financiering
€ 52.993 Wijze van financiering: op basis van inwoners en strekkende meter archief in het depot van het RHC. Herijking van percentages vindt iedere 5 jaar plaats. Laatste herijking voor periode 2016-2020 heeft plaatsgevonden o.b.v. cijfers 2014.
Overige bijdragen per inwoner 2015 Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Nihil Nihil Eigen vermogen € 233.710 Vreemd vermogen € 300.000
Kernactiviteiten van de organisatie
Website Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Deelnemende gemeenten Coördinatie ambtelijk Portefeuillehouder Klankbordgroep raad Planning behandeling begroting 2016 Begrotingskaders Concept Definitief
Het in het samenwerkingsgebied uitvoering geven aan de Archiefwet 1995, alsmede het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek. www.rhczuidoostutrecht.nl Iedere deelnemer heeft 1 stem per 10.000 inwoners, altijd afgerond naar boven. Bunnik heeft derhalve 2 stemmen van totaal 19 stemmen. Bunnik, Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Vianen en Wijk bij Duurstede Beleidsmedewerker Informatie J.J. Eijbersen Juni 2015 Definitief
82
83
Welke doelen wil gemeente bereiken?
de
Wat gaat/laat de daarvoor doen?
Uitvoering geven Archiefwet 1995.
de
Deelname aan de vergaderingen van het AB en DB van RHC ZOU.
aan
Goede archivering van digitale informatie. Ontwikkelingen op het gebied van Archief en Informatiebeheer worden integraal benaderd. Uitvoering van de Archiefwet 1995 vindt binnen de financiële kaders plaats. Bijdrage aan het culturele erfgoed binnen de gemeente en draagt dus bij aan verbetering van het klimaat op het gebied van kunst en cultuur.
gemeente
Ambtelijke overleggen op het gebied van digitalisering, eDepot en ter voorbereiding op bestuursvergaderingen.
Aandachtspunten ontwikkelingen
en
De implementatie van de in 2015, als gevolg van de Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen, te veranderen gemeenschappelijke regeling RHC Zuidoost Utrecht 2014.
Maatregelen nemen op basis van geconstateerde verbeterpunten uit archiefinspecties.
Het uitwerken van het tweesporenbeleid uit het plan e-Depotvoorziening 2015-2017, uitmondend in een bestuursvoorstel in 2017 voor een verantwoorde keuze voor een e-Depot vanaf 2018.
De samenwerking op beleid en uitvoering met de gemeentelijke partners, waaronder de RIDgemeenten, voortzetten.
Het RHC streeft in 2016 de restauratie te voltooien van de door de archiefcalamiteit eind 2002 beschadigde stukken. Gemeente Vianen oriënteert zich op samenwerking met gemeenten Zederik en Leerdam. Dit kan mogelijk consequenties hebben voor deelname aan het RHC.
83
84
11. Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI) te Zeist Bijdrage 2015 en wijze van financiering
€ 1.690.360 Wijze van financiering: op basis van integrale begroting; uitvoeringskosten volgens verdeel-sleutel naar rato van relatieve omvang/aantal cliënten van de deelnemende gemeenten
Overige bijdragen per inwoner 2015 Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen Kernactiviteiten van de organisatie
Website Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Deelnemende gemeenten Coördinatie ambtelijk Portefeuillehouder Klankbordgroep raad Planning behandeling begroting 2016 Begrotingskaders Concept Definitief
Nihil Nihil Eigen vermogen € 106.119 Vreemd vermogen € 13.797.134 De Regionale Dienst Werk en Inkomen biedt een vangnet voor de inwoners die tijdelijk niet of onvoldoende in hun inkomen kunnen voorzien. www.rsdkrh.nl 20% (GR RDWI, art. 8, derde lid ‘ In de vergadering van het AB heeft ieder lid één stem’.) De Bilt, Bunnik, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist Beleidsmedewerker Sociaal Domein J.J. Eijbersen Najaar 2016 Definitief
84
85
Welke doelen wil de gemeente bereiken?
Wat gaat/laat de gemeente daarvoor doen?
Aandachtspunten ontwikkelingen
Inwoners die tijdelijk niet in staat zijn te voorzien in het eigen levensonderhoud kunnen rekenen op financiële ondersteuning en begeleiding naar werk door de RDWI, vanuit het uitgangspunt dat iedereen meedoet naar vermogen.
Deelname aan de vergaderingen van het AB en DB van de RDWI.
De komst van de Participatiewet per 1 januari 2015 vraagt om een nieuw uitvoeringskader voor de RDWI. De beleidskeuzes zullen in lijn zijn met de Strategische kaders Participatie en Inkomen en worden met de raden afgestemd. Planning is dat dit proces voor 1 juli 2015 is afgerond.
Van inwoners die afhankelijk zijn van het vangnet dat de RDWI biedt, mag worden verwacht dat zij een maatschappelijke tegenprestatie leveren (Social Return On Investment). Zij worden hierin begeleid.
Bunnik en de RDWI zijn met een aantal andere partijen bondgenoten in het Verbond van Bunnik. Dit verbond houdt in dat alle partijen zich uitspreken voor een goede uitvoering van de participatiewet en zich inspannen voor het bieden van kansen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, zowel vanuit de bijstand als de Wajong.
Ontwikkelingen op het gebied van Werk en Inkomen worden integraal benaderd.
Implementatie van de Participatiewet in eerste instantie richten op de groep die de meeste kans heeft om binnen afzienbare tijd terug te keren op de arbeidsmarkt.
De samenwerking op beleid en uitvoering met de gemeentelijke partners, waaronder de RDWI-gemeenten, voortzetten.
en
Er is sprake van een toename in vraag naar uitkeringen, begeleiding naar werk en schuldhulpverlening, terwijl de rijksbudgetten hiervoor afnemen. De wijze waarop de RWDI met deze ontwikkeling omgaat, moet volgen uit het nieuwe uitvoeringskader. Het contract met de Biga-groep loopt in 2015 af. Onderdeel van de toekomstverkenning van Biga is de haalbaarheid om de Biga onder te brengen bij de RDWI. Hierover wordt begin 2015 meer duidelijkheid verwacht.
De financiële en beleidsmatige schotten in het sociaal domein zoveel mogelijk weghalen. Werkgevers worden via onder meer het Werkgeversservicepunt zo goed mogelijk gepositioneerd in hun rol met het oog op de Participatiewet.
Uitvoering van de Participatiewet vindt binnen de financiële kaders plaats.
Uitvoering van het Verbond van Bunnik. De positie van organisaties als Biga en zorgaanbieders tegen het licht houden, met het oog op de kaders van de Participatiewet. Deelname aan de vergaderingen van het AB en DB van de RDWI.
85
86
12. Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (BghU) Bijdrage 2016 en wijze van financiering
€ 189.000 Wijze van financiering: bijdrage per taak
Overige bijdragen per inwoner 2016 Verwachte omvang financieel resultaat Verstrekte leningen aan GR Verwachte omvang eigen / vreemd vermogen
Nihil Nihil Eigen vermogen: € 720.356 Vreemd vermogen € 14.069.662
Kernactiviteiten van de organisatie
De BghU is belast met de waardering van de onroerende zaken en de heffing en inning van de gemeentelijke belastingen. www.bghu.nl 2%
Website Belang / welk stempercentage heeft Bunnik in de verbonden partij Deelnemende gemeenten Coördinatie ambtelijk Portefeuillehouder Klankbordgroep raad Planning behandeling begroting 2016 Begrotingskaders Concept Definitief
Utrecht, Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, De Bilt, Bunnik, Lopik, Houten, Nieuwegein en Zeist Regiefunctionaris BghU R.A. Zakee 25 juni 2015
86
87
Welke doelen wil gemeente bereiken?
de
De samenwerking op het gebied van belastingen en inningen moet resulteren in: 1. Kostenbesparing 2. continuïteit 3. kwaliteit.
Wat gaat/laat de gemeente daarvoor doen?
Aandachtspunten ontwikkelingen
De jaarlijkse waardering onroerende zaken (Woz).
Toetreding van gemeente Utrechtse Heuvelrug per 1 januari 2016.
van
de
De uitvoering en heffing van de gemeentelijke belastingen: • Onroerende zaakbelasting • Afvalstoffenheffing • Reinigingsrecht • Rioolrecht • Hondenbelasting • Toeristenbelasting • Leges (o.a. omgevingsvergunningen)
en
Oriëntatie op uitvoering gemeentelijke basisregistraties (BAG).
De inning van de gemeentelijke belastingen: • Kwijtschelding • Aanmaningen • Dwangbevelen
87
88
5. Kapitaalgoederen Kapitaalgoederen zijn investeringen met een langdurig economisch of maatschappelijk nut. Kapitaalgoederen zijn wegen, riolering, water, groen, gebouwen, automatisering en inventarissen (zgn. materiële activa), maar ook aan bijvoorbeeld bestemmingsplannen (zgn. immateriële activa). Al deze kapitaalgoederen dienen “onderhouden” te worden. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan zijn bepalend voor het voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten. In de Nota financieel beleid zijn de volgende uitgangspunten ten aanzien van kapitaalgoederen opgesteld: • Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, voor zover ze niet in het kader van grondexploitatie worden getroffen, activeren; • Investeringen met een economisch nut worden geactiveerd en conform de waardevermindering van de investeringen, op consistente wijze afgeschreven; • Gronden en terreinen worden geactiveerd, maar niet op afgeschreven; • Onderhoud dat niet levensduurverlengend is wordt niet geactiveerd; • Onderhoudswerkzaamheden, die leiden tot een nieuwe functionaliteit van het actief of een duidelijke technische verandering mogen wel worden geactiveerd; • Activa met een verkrijgingsprijs minder dan € 5.000 of een afschrijvingslast minder dan € 500 worden niet geactiveerd. Het beleid van de gemeente Bunnik voor de kapitaalgoederen wegen, riolering, gebouwen en groen is onder andere opgenomen in de volgende onderhoudsplannen en daarnaast is het niveau van onderhoud aangegeven. Soort eigendom
Onderhoudsplan
Onderhoudsniveau o.b.v. Onderhoudsplan
Wegen
Wegenplan 2015 - 2024
Goed
Riolering
vGRP 2012 tot en met 2016
Goed
Gebouwen – scholen
Scholen Het Kwartier Werkhoven, Het Palet in Odijk en De Kersentuin Bunnik bij Goed Beheerstichting
Gebouwen – gemeentehuis
Onderhoudsplan d.d. juni 2015
Redelijk/goed
Gebouwen –overige
Onderhoudsplan d.d. juni 2015
Redelijk/goed
Openbaar groen
Bomenbeheerplan 2011
Redelijk
In het onderhoudbeheerplan voor wegen, wat in 2014 is geactualiseerd, is geen rekening gehouden met totale vervanging van wegen. Daar steeds de afweging zal worden gemaakt of vervanging noodzakelijk is, wordt dit beschouwd als de aanleg van een nieuwe weg. Dit zal steeds bij afzonderlijke besluitvorming plaats vinden. Dergelijke uitgaven zullen worden geactiveerd en in 30 jaar worden afgeschreven. Dit is in overeenstemming met de uitgangspunten in de Nota financieel beleid.
88
89
De totale vervanging van riolering is in het verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (vGRP) 2012-2016 begrepen. De werkingsduur van dit GRP is vijf jaar en daarna (in 2017) wordt een hernieuwd vGRP opgesteld met een geactualiseerde financiële berekening. Met betrekking tot de vervanging van een gebouw is dit niet in de onderhoudbeheersplannen opgenomen met een vergelijkbare redenering als bij de onderhoudsplannen van wegen (zie Nota financieel beleid). De scholen in Werkhoven zitten in Het Kwartier en de scholen in Odijk zitten in Het Palet. Het beheer is ondergebracht in de beheerstichting; de beheerstichting is verantwoordelijk voor het periodiek onderhoud. Daarnaast zijn bijna alle scholen in Bunnik (met uitzondering van de Barbaraschool) verhuisd naar de multifunctionele accommodatie De Kersentuin. Ten aanzien van de onderhoudplannen worden, in verband met de ontwikkelingen decentralisatie onderwijshuisvesting nog de diverse opties en mogelijkheden onderzocht. Het bomenbeheerplan is op 1 november 2011 vastgesteld. In de hiernavolgende tabel wordt het onderhoud ten laste van de getroffen financiële voorzieningen aangegeven.
Overzicht onderhoudsuitgaven 2016 Op grond van de vastgestelde meerjarenonderhoudsplannen zullen in 2016 naar verw achting de volgende uitgaven w orden gedaan ten laste van de onderhoudsvoorzieningen. Overige gebouw en 7603009
- ambtsw oning burgemeester
339
7603010
* - brandw eergarage Bunnik
5.000
7603011
* - brandw eergarage Werkhoven
5.000
7603012
- jeugaccomodatie Odijk
5.040
7603015
- w oning Langstraat 11
7.621
7603017
* - gebouw en gemeentew erf
7603018
- gemeentehuis
7603022
- muziektent Werkhoven
41.405 238.411 7.020 309.836
Overig onderhoud 7603019
- w egen
272.000 272.000
Totaal onderhoudsuitgaven
581.836
NB. De, in het kader van het Gemeentelijk Riolerings Plan voorziene uitgaven, ten laste van de bij rioleringen opgenomen stelpost zullen bij afzonderlijk raadsvoorstel aan de orde w orden gesteld. * Deze uitgaven zullen altijd w orden beoordeeld in relatie tot ontw ikkelingen gemeentew erf en brandw eer.
89
90
6. Financiering Algemene ontwikkelingen In 2011 is het treasurystatuut vastgesteld. Dit statuut geeft kaders waarbinnen het college en de ambtelijke organisatie moeten blijven bij het beheer van de kasmiddelen en het aantrekken van geldleningen op de korte en de lange termijn. Uitgangspunt van het statuut is een voorzichtig risicomijdend beleid bij het uitzetten/beleggen van overtollige kasgelden. Het treasurystatuut sluit hierbij volledig aan op de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet (de Financiële verordening). Kasbeheer De gemeente heeft de beschikking over rekeningen bij de NV Bank Nederlandse gemeenten (BNG), de Rabobank en de ING bank. Vrijwel alle betalingen en ontvangsten lopen via de BNG. Met deze bank is een zogenaamde raamovereenkomst gesloten. Dit houdt in dat indien het saldo op de rekening boven of beneden bepaalde grenzen komt automatisch een gunstiger renteregiem geldt. Hiertegenover staat dat, indien middelen worden aangetrokken of uitgezet bij een andere bank, een renteverschil ten opzichte van de BNG-tarieven aanwezig moet zijn van ten minste 0,05%. Renterisicobeheer Renterisicobeheer omvat het beperken van de invloed van externe rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente. De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) beoogt grote fluctuaties in rentelasten van lagere overheden te voorkomen. Hiertoe wordt via de kasgeldlimiet een maximum gesteld aan het met kortlopende leningen voorzien in de financieringsbehoefte. Achtergrond is dat de rente van kortlopende (kasgeld)leningen in korte tijd sterk kunnen fluctueren. In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) staat de bepaling van de renterisiconorm. Deze wordt getoetst aan het totaal van de begroting. De kasgeldlimiet wordt bepaald op een percentage (ingaande 2003 8,5%) van het totaal van de exploitatie-uitgaven van het dienstjaar. Voor 2016 ligt de kasgeldlimiet op ca 8,5% x € 25,8 mln = € 2,2 miljoen. In 2015 zijn geen kasgeldleningen aangetrokken (kasgeldlimiet is in 2015 2,5 miljoen). In 2014 bedraagt de rente van kasgeldleningen circa 0,2% en voor in deposito gezette gelden zijn op aanvraag. Hoe de ontwikkeling voor 2016 uit zal komen is niet aan te geven. Voor het beheersen van het renterisico op de vaste geldleningen door het aanbrengen van spreiding in de looptijd in de leningenportefeuille is de renterisiconorm ingevoerd. Zoals hiervoor aangegeven bedraagt deze norm een percentage (20 %) van het begrotingstotaal. Voor 2016 ligt deze norm op bijna € 5,2 miljoen. Hieraan moet worden getoetst het totaal van de in dat jaar verschuldigde aflossingen vermeerderd met de restschuld van de leningen, waarvan het rentepercentage in dat dienstjaar contractueel moet worden herzien en verminderd met eventueel nieuw aangetrokken geldleningen. Er zijn geen leningen aanwezig waarvan de rente tijdens de looptijd kan worden veranderd. In 2016 zal in totaal € 1,6 miljoen worden afgelost op de vaste geldleningen. Hiermee wordt ruimschoots binnen de norm gebleven. Gemeentefinanciering De financieringspositie voor 2016 en volgende jaren is enerzijds afhankelijk van de financieringsbehoefte die voortvloeit uit voorgenomen investeringen en anderzijds uit mogelijke investeringssubsidies en de verwachte opbrengsten uit de grondexploitaties. Mede gezien de financieringsbehoefte bij de grondexploitatie en de verwachte grondopbrengsten kan niet worden uitgesloten dat middelen zullen moeten worden aangetrokken. Discrepanties in de financieringsbehoefte zullen naar verwachting van betrekkelijk korte duur zijn. Deze zullen in eerste instantie opgevangen worden via korte financieringen. Indien op grond van de Wet Fido vaste financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken zal dit toch voor een periode van maximaal ca 10 jaar nodig zijn. Op dit moment ligt de rente van vaste financieringsmiddelen, afhankelijk van de looptijd, op 1,0%.
90
91
Stand van de vaste leningen op 1 januari 2016
€ 10.000.000
Nieuwe leningen Reguliere aflossingen
€ €
-1.600.000
Stand van de vaste leningen per 31 december 2016
€
8.400.000
De gemiddelde rente van deze vaste financieringsmiddelen ligt op ca. 3,3%.
Schatkistbankieren In het begrotingsakkoord is afgesproken dat lagere overheden in 2013 verplicht gaan schatkistbankieren. Dat betekent dat lagere overheden (tijdelijke) liquide overschotten bij Nederlandse staat dienen onder te brengen (beleggingen) en de Nederlandse staat een marktconforme rente vergoedt die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die het rijk op de markt aangaat. Overigens doet de gemeente Bunnik niet aan beleggingen, omdat er geen liquide overschotten zijn. De gemeente Bunnik heeft een bankrekening geopend die vanaf 2014 hiervoor gebruikt wordt. .
91
92
7. Grondbeleid Grondbeleid algemeen Grondexploitatie is het proces waarbij grond wordt aangekocht, bouwrijp wordt gemaakt en rioleringen en wegen worden aangelegd om vervolgens de grond te verkopen voor de bouw van woningen of bedrijven. Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving, Economische ontwikkelingen, Verkeer en Vervoer, Sport, Recreatie en Landschap. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. De financiële baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemeen financiële positie. Het grondbeleid voor de gemeente Bunnik staat vermeld in de Nota grondbeleid 2008. Onder grondbeleid wordt verstaan de positie die de gemeente in wil nemen ten behoeve van uitbreiding voor woningbouw, bedrijventerreinen en overige doeleinden. Er is een onderscheid tussen actief en faciliterend (passief) grondbeleid. Actief grondbeleid houdt in dat de gemeente zelf grond verwerft, bouwrijp maakt en uitgeeft. Bij faciliterend grondbeleid stelt de gemeente voorwaarden aan de ontwikkeling van grond in eigendom van een particulier. Vanaf 2010 heeft de gemeente Bunnik het actieve grondbeleid omgezet in passief grondbeleid, dat wil zeggen de gemeente stelt voorwaarden aan de ontwikkeling van grond in eigendom van een particulier. Nota grondbeleid Medio 2008 is de Nota grondbeleid door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin wordt onder andere aandacht besteed aan de wijze van grondverwerving, de aan- en verkoopvoorwaarden te hanteren bij grondtransacties, de te hanteren systematiek van kostprijs- en uitgifteprijsberekening bij grondexploitaties. In 2008 is ook de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. In deze wet zijn ook bepalingen opgenomen voor en over grondexploitaties (voorheen grondexploitatiewet). De gehanteerde woningbouwprognose in de begroting ziet er als volgt uit:
MPW 2014 - 2020 Bunnik Locatie
Project bouwplan
Totaal 2015
2016
2017
2018
2019
2020
op te leveren
Bunnik
De Gaarde
Bunnik
Scholeneiland
Bunnik
Anne Frankschool
Odijk
Scholeneiland
Odijk
Kodakterrein fase 2a
Odijk
Kodakterrein fase 2b
29
29 4
4
13
13
6
6
Rijneiland fase 5
3
Odijk
Zeisterweg 44 dorpshuis
5
Odijk
Singel/Zeisterweg
Odijk
Odijk Het Burgje
Werkhoven
Delteyk, fase 2
8
Werkhoven
Werkhof, vrije kavels
2
Weerdenburg
Werkhoven
Landje van Kemp
Werkhoven
Prins Mauritslaan
Werkhoven
Ambachtstraat 24
Totaal per jaar
40
40
Odijk
Werkhoven
25
25
4
1
5 1
2
1 40
40
125
45
8 2 39
4
8
5
18
5
8
24
63
2
2 1
1 46
91
77
46
48
45
353
92
93
MOB-complex te Odijk De laatste kavel is op 1 juli 2013 verkocht. Als uitvloeisel van het bestemmingsplan en de daarin vastgelegde bebouwingsmogelijkheden moet voorzien worden in voldoende waterberging. Afhankelijk van de gekozen bergingslocatie moet het bestemmingsplan worden herzien. De voorbereidingen hiervoor zijn in gang gezet. Afhankelijk van de te maken keuzes zal de uitvoering in 2016 ter hand worden genomen. Project Breed Werkhoven Delteijkterrein De gemeente heeft een overeenkomst afgesloten met een ontwikkelaar over de realisatie van 24 woningen. Het gaat hierbij om 12 sociale huurappartementen en 12 eengezins koopwoningen. In e 2013 is de bouw gestart met de 1 fase van de koopwoningen. Tevens zijn afspraken gemaakt met Lekstede over de realisatie van de huurwoningen. In het voorjaar van 2014 is gestart met de bouw hiervan. De woningen zijn inmiddels opgeleverd en de inrichting van de openbare ruimte is gereed. De Werkhof De gemeente heeft voor de realisatie van 12 eengezins koopwoningen een overeenkomst afgesloten met een ontwikkelaar. In 2013 is gestart met de bouw en alle woningen zijn verkocht. Daarnaast zijn van de 15 vrije kavels inmiddels 10 uitgegeven. Project Dorpshart Bunnik MFA In oktober 2013 is MFA Kersentuin opgeleverd. Op de locatie van de oude Camminghaschool zijn nog zorgwoningen gepland. Partijen zijn in overleg over de mogelijkheden van realisatie hiervan. Anne Frankterrein De locatie van de Anne Frankschool is in 2013 verkocht aan een ontwikkelaar. Start bouw van 29 woningen is in 2015. Churchillterrein In 2013 is besloten om af te zien van het oorspronkelijke programma van woningbouw. Er is een overeenkomst afgesloten ten behoeve van realisatie van uitbreiding van een supermarkt en een parkeerterrein. In 2014 is hiervoor een bestemmingsplanprocedure gestart. Deze is inmiddels afgerond en de omgevingsvergunning is verleend. Odijk-west Het Burgje Voor locatie het Burgje vindt in 2015 de aanbesteding plaats. Voorselectie van marktpartijen heeft voor de zomervakantie plaatsgevonden en de tweede fase van de aanbesteding in het najaar. Locatie Het Burgje moet een waardevolle toevoeging worden van de aantrekkelijke woongemeente die Bunnik is, en inspelen op de woonbehoefte vanuit de regio. Om marktpartijen veel ruimte te geven voor eigen inbreng en creativiteit zijn zo min mogelijk randvoorwaarden gesteld. Ruimtelijke kwaliteit, een hoge mate van duurzaamheid en een maximale prijs zijn de belangrijkste criteria die marktpartijen hebben meegekregen. Gestreefd wordt naar zeer energiezuinige woningen. Aan het einde van 2015 is bekend welke marktpartij de locatie zal gaan ontwikkelen. In 2016 wordt dan gezamenlijk een bestemmingsplan opgesteld en bereidt de marktpartij de woningbouw voor, zodat in 2017 gestart kan worden met de bouw. Overige gronden De overige gronden die zijn aangekocht in het kader van Odijk-west zijn in 2015 verpacht (voor 1 jaar). Dit omdat er nog onvoldoende zekerheid was over de oostelijke ontsluiting en het mogelijk gebruik van (een deel van) de gronden. De opstallen van Schoudermantel 62 zijn/worden gesloopt in verband met onveiligheid. In lijn met de collegeagenda wordt bezien of er mogelijkheden zijn voor duurzaam tijdelijk gebruik, zoals het plaatsen van zonnepanelen. Hierbij worden tevens particuliere initiatieven betrokken.
93
94
Particuliere ontwikkelingen Naast de gemeentelijke grondexploitatiegebieden is de gemeente ook voorwaarden scheppend betrokken bij een aantal particuliere gebiedsontwikkelingen. Deze projecten komen tot stand op basis van tussen de gemeente en de particuliere exploitant afgesloten samenwerkings- en bouwexploitatieovereenkomsten. Verwachte resultaten Op dit moment is het resultaat van de grondexploitaties tot op zekere hoogte onzeker. Bij afsluiting van een grondexploitatie, of eventueel tussentijds als de exploitatie dit mogelijk maakt, zal een eventueel voordelig saldo worden toegevoegd aan de algemene reserve. Risico’s grondexploitaties In de actualisatie grondexploitaties en risico’s per 1 januari 2015 staat dat het risicobedrag op de gemeentelijke grondexploitaties ten opzichte van 1 januari 2014 is gedaald. Het totale risicobedrag per 1 januari 2015 bedraagt € 1,0 miljoen. In onderstaande tabel is dit risicobedrag weergegeven voor de onderdelen: in exploitatie genomen gronden en strategisch vastgoed en gelijktijdig de vergelijking getrokken met 2014. 2014 (€)
2015 (€)
Verschil (€)
In exploitatie genomen gronden
460.000
409.200
50.800 (V)
Niet in exploitatie genomen gronden (strategisch vastgoed)
566.600
624.600
58.000 (N)
1.026.600
1.033.800
7.200 (V)
Totaal risicobedragen V = Voordeel 2015 ten opzichte van 2014
Het totale risicoprofiel van de in exploitatie genomen en niet in exploitatie genomen gronden is dus slechts beperkt gedaald.
94
95
Bijlagen
Bijlage I
Staat reserves en voorzieningen
Bijlage II
Opgenomen nieuw beleid vanuit Kadernota
Bijlage III
Eenmalige posten
Bijlage IV
Inventarisatie risico’s
Bijlage V
Kaders en Regelingen
95
96
Bijlage I: Reserves en voorzieningen
96
97 O ms c hrijv ing v a n de re s e rv e
B o e k wa a rde be gin die ns t ja a r 2 0 16
T o e v o e ginge nT o e v o e ginge nT o e v o e ginge n t lv de e xplo i- t lv de e xplo it lv a nde re t a t ie iv m t a t ie re s e rv e s inf la t ie o nt wik k e ling - 0 ,10 %
O v e rige v e rm e e rde ringe n
T e n guns t e v a n de e xplo it a t ie
T e n guns t e v a n a nde re re s e rv e s e n v o o rzie ninge n
O v e rige v e rm inde ringe n
B o e k wa a rde e inde die ns t ja a r 2 0 16
B e s pa a rde re nt e t .g.v de e xplo it a t ie
B e s pa a rde re nt e t .g.v . de a lge me ne re s e rv e 1,0 %
1,0 %
A. Algemene reserves 7500000
Bufferreserve
1.161.492
7500001
Algemene reserve
8.285.391
Totaal onderdeel A
9.446.883
505.292
-
247.259
1.000.000
400.000
279.125
247.259
1.000.000
400.000
279.125
505.292-
-
656.200
-
11.615
10.158.817
-
82.854
10.815.017
-
94.469
200.000
-
2.000
B Vrije bestemmingsreserves B-1 Bestem m ingsreserves 7501002
Reserve uitv.deelnota beeldende kunst
7501006
Reserve bedrijfsvoering
7501013
Reserve management traject
53.428
14.383
67.811
-
534
7501014
Reserve w aardevolle bomen
14.495
4.495
18.990
-
145
7501015
Reserve personeelsfeest
20.209
20.209
-
202
7501031
Reserve volkshuisvesting
156.897
156.897
-
1.569
7501033
Reserve maatregelen verkeer en mobiliteit
1.215.000
-
12.150
7501035
Reserve persoonsgebonden budget
68.624
-
436
7501036
Reserve sociaal domein
500.000
-
15.000
7501099
63.122
1.079
64.201
200.000
1.215.000 43.624
25.000
1.500.000
Reserve budgetoverheveling
1.000.000
318.362 3.585.137
Totaal vrije bestem m ingsreserves
-
44.957
-
-
-
1.000.000
-
631
318.362
-
3.184
2.630.094
-
35.851
153.382
-
1.761
135.181
-
1.500
B-2 Egalisatiereserves 7501103
Reserve stuurgr. kromme rijnlandschap
7501104
Reserve kosten riolering
7501008
Reserve egalisatie kosten gem.reiniging
7501011
Reserve egalisatie bouw leges
176.085
22.703
-
-
150.000
14.819
867.882 1.193.967
Totaal vrije bestem m ingsreserves
313.471 -
-
-
-
350.993
-
-
-
554.411
-
8.679
842.974
-
11.940
14.618.201
151.077
-
B-3 Geblokkeerde bestem m ingsreserves 7501200
Reserve dekking kapitaallasten
15.107.709
489.508
Totaal geblokkeerde bestem m ingsreserves
15.107.709
-
-
-
-
489.508
-
-
14.618.201
151.077
-
Totaal onderdeel B
19.886.813
-
44.957
-
-
840.501
1.000.000
-
18.091.269
151.077
47.791
Totaal reserves
29.333.696
-
292.216
1.000.000
400.000
1.119.626
1.000.000
-
28.906.286
151.077
142.260
97
98 O m s c hrijv ing v a n de v o o rzie ning
B o e k wa a rde T o e v o e ginge nT o e v o e ginge n be gin t lv de e xplo i- t lv de e xplo idie ns t ja a r t a t ie iv m t a t ie o f 2 0 16 inf la t ie a nde re o nt wik k e ling re s e rv e s - 0 ,10 %
O nt v a nge n s ubs idie s
O v e rige o nt v a ngs t e n v a n de rde n
A a nwe nding
B o e k wa a rde e inde die ns t ja a r
B e s pa a rde re nt e t .g.v de e xplo it a t ie
B e s pa a rde re nt e t .g.v . de a lge m e ne re s e rv e 1,0 0 %
1,0 0 %
1. Verplichtingen en verliezen 7600001
Voorziening FPU/voormalig personeel
7600002
Voorziening verplichtingen ontslaguit-
7600003
Voorziening pensioenverpl. w ethouders
keringen voormalige w ethouders 7600011
7603021
-
-
-
82.390
82.390
-
-
824
1.391.774
52.765
1.339.009
-
13.918
-
-
Voorziening w achtgeldverplichtingen voormalig personeel
7600018
-
Voorziening grondexploitatie Achterstallig onderhoud sport
-
-
-
5.150.593
-
51.506
61.530
-
615
67.086
1.810.176
-
18.675
466.488
-
4.665
202.241
8.827.796
-
90.203
5.150.593 61.530
-
1.867.464
-
9.798
9.020.239
-
9.798
2. Egalisatievoorzieningen 7600014
Voorziening egalisatie kosten riolering 3. Door derden beklem de m iddelen Voorzieing riolering Totaal 1 t/m 2
466.488 -
-
3. Onderhoudsvoorzieningen Voorziening onderhoud diverse accommodaties 7603009
- ambtsw oning burgemeester
20.557
-
7.232
339
27.450
-
206
7603010
- brandw eergarage Bunnik
89.319
-
6.159
5.000
90.478
-
893
7603011
- brandw eergarage Werkhoven
41.943
-
10.130
5.000
47.073
-
419
7603012
- jeugdaccomodatie schoudermantel
48.759
-
9.503
5.040
53.222
-
488
18.491
-
2.859
7.621
13.729
-
185
-
-
-
-
-
43.000
-
26.579
-
430
7603015
- w oning Langstraat 11
7603016
- poortgebouw begraaf plaats
7603017
Onderhoud gebouw en gemeentew erf
24.984
41.405
7603018
Onderhoud gemeentehuis
524.386
-
87.407
238.411
373.382
-
5.244
7603019
Onderhoud w egen
688.064
-
227.469
272.000
643.533
-
6.881
7603022
Onderhoud muziektent, Werkhoven
4.972
-
3.225
7.020
1.177
-
50
1.479.491
-
378.968
-
-
581.836
1.276.623
-
14.796
10.499.730
-
388.766
-
-
784.077
10.104.419
-
104.999
Totaal onderhoudsvoorzieningen Totaal voorzieningen
98
99
Bijlage II: Opgenomen Nieuw Beleid vanuit Kadernota
99
Kadernota 2016-2019 Progr. Omschrijving
Investering 2016
1 1 1 1 1 1 2 2 5 5 6 6 6 6 9 9 9 9 bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr
Wettelijke verplichtingen Implementatie basisregistraties 2016 Implementatie basisregistraties 2017 Implementatie basisregistraties 2018 Implementatie basisregistraties 2019 Beheerfase Basisregistratie Grootschalige Basiskaart Beheeraudit Basisregistratie Adressen en Gebouwen Doorontwikkeling digitaal zakendoen Verkiezingen Liquidatie GR Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Onkruidbestrijding Voorbereiding Omgevingswet Verbetermaatregelen ODRU Bijdrage GR ODRU Sport diverse investeringen Huishoudelijke hulp Alg uitk: Decentralisatie-uitkering huishoudelijke hulp Mantelzorg waardering Alg uitk: uitkering Mantelzorg waardering Toezichthouderschap calamiteiten Evaluatieonderzoek Berichtenbox e-Depot RHC Functionaris gegevensbescherming Uitvoering VPB Risicoinventarisatie (RIE) Verzekeingspremie Robidus Nieuw beloningshoofdstuk en Individueel Keuze Budget Migratie oracle databases (elke 3 jaar) Subtotaal
2017
2018
2019
19.500 13.000 6.500 2.500
Afschrijf periode
5 5 5 5
Jaarlasten 2016
2017
2018
4.095
4.056 2.730
4.017 2.704 1.365
9.000 6.000 12.000
9.000
9.000
2019 3.978 2.678 1.352 525 9.000 6.000 32.900
31.500 100.000 46.048 10.000 5.000 105.000 105.00052.000 52.0002.700 5.000 15.000 35.000 4.000 6.500 p.m 19.500
13.000
6.500
2.500
291.843
31.500
p.m. 31.500
p.m. 31.500
10.000 7.707
10.000 7.641
10.000 7.575
2.700 5.000 p.m. 8.000 35.000
2.700 5.000 p.m. p.m. 8.000 35.000
2.700 5.000 p.m. p.m 8.000 35.000
6.500 p.m. 12.000 134.193
6.500 p.m.
6.500 p.m.
123.427
162.708
101
5 5 5 5 5 bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr
1 2 2 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 7 bedr bedr
Vervangingsinvesteringen Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2016 Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2017 Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2018 Renovatie brug Rijnseweg Groot onderhoud brug Camminghalaan Vervangen automatiseringsapparatuur 2016 Vervangen automatiseringsapparatuur 2017 Vervangen automatiseringsapparatuur 2018 Vervangen automatiseringsapparatuur 2019 Containers werf Dekking containers werf reinigingsrecht Mitsubishi Fuso BX-JJ-20 Bema Frontbezem kommunal 600 Vervangingen gemeentewerf < 5.000 Subtotaal Wensen Aanjaagfonds overheidsparticipatie Klanttevredenheidsonderzoek Doorontwikkeling website & intranet Herinrichting Provinciale weg door Bunnik Uitvoering verkeerstellingen Snoeien hagen en leilinden Uitvoeringsprogramma verkeersbeleidsplan Subsidie Uitvoeringsprogramma verkeersbeleidsplan Ontrekking reserve maatregelen verkeer en mobiliteit Duurzaamheid Woonvisie Cultuurhistorische waardenkaart AO-reclamedisplays Leerplichtambtenaar Enterprise service bus Formatie medewerker facilitair beleid Subtotaal Totaal (A)
42.500 42.500 42.500 16.000 14.000 15.800 13.900 29.000 14.400 105.000 37.000 6.500 193.300
99.900
15 15 15 15 15 5 5 5 5 15
3.258
3.230 3.258
1.227 1.073 3.318
1.216 1.064 3.286 2.919
8.050 8.050-
7.980 7.9805.656 1.148 8.700 30.477
7 6 71.500
14.400
23.450 32.326
3.202 3.230 3.258 1.205 1.055 3.254 2.891 6.090 7.910 7.9105.603 1.137 17.900 48.825
3.174 3.202 3.230 1.194 1.046 3.222 2.863 6.032 3.024 7.840 7.8405.550 1.126 2.450 36.113
p.m. 10.000 8.000
p.m. 10.000 8.000
p.m. 10.000 8.000
15.000
15.000
15.000
18.0006.000 37.500 35.700
18.0006.000 37.500 35.700
18.0006.000 37.500 35.700
15.000 25.000 7.500 p.m. 10.000 8.000
p.m.
240.000 170.00070.00015.000 15.000 10.000 18.0006.000 37.500 35.700 -
-
-
-
141.700
119.200
94.200
94.200
212.800
112.900
78.000
16.900
465.869
283.870
266.452
293.021
101
102 Progr. Omschrijving
1 7 7 8 8 bedr
Investering 2016
Uitvoering vernieuwingsimpuls Online video communicatie Buurtsportcoaches Jeugdsport en cultuurfonds Schuldhulpmaatjes Bureau Sociaal Raadslieden Shermen narrow casting systeem
7.500
Totaal
7.500
2017
2018
Afschrijf Jaarlasten periode 2016
2019
10 -
-
-
2017
2018
2019
7.500 7.000 2.500 6.000 10.000 825
7.500 7.000 2.500 6.000 10.000 817
7.500 7.000 2.500 6.000 10.000 809
7.500 7.000 2.500 6.000 10.000 801
33.825
33.817
33.809
33.801
102
103
Bijlage III: Eenmalige uitgaven 2016 - 2019
103
104
Eenmalige uitgaven 2016 - 2019 2016 Program m a 01 exploitatielasten Beheeraudit Basisregistratie Adressen en Gebouw en Aanjaagf onds overheidsparticipatie Program m a 02 exploitatielasten Doorontw ikkeling digitaal zakendoen Klanttevredenheidsonderzoek Verkiezingen Doorontw ikkeling w ebsite & intranet Program m a 03 Algem ene baten en lasten Algemene uitkering Program m a 06 exploitatielasten Voorbereiding Omgevingsw et Verbetermaatregelen Odru Woonvisie Cultuurhistorische w aardenkaart Program m a 08 exploitatielasten Mantelzorg Program m a 09 exploitatielasten Huishoudelijke hulp (integratieuitkering) § Bedrijfsvoering exploitatielasten Risicoinventarisatie (RIE) migratie oracle databases (elke 3 jaar) Totaal incidentele uitgaven (B)
2017
2018
2019
6.000 15.000
6.000
12.000 25.000 32.900 7.500 167.000100.000 46.048 15.000 10.000 52.000 115.000 4.000 215.548
12.000 37.000
-
38.900
104
105
Bijlage IV: Inventarisatie risico’s
105
106
PROGRAMMA
SOORT RISICO
RISICO
3
Financieel
Bedrijfsv 6 6 2 6 Bedrijfsv Bedrijfsv Bedrijfsv
9 6 5 Bedrijfs 1
Economisch Milieu Milieu Financieel Financieel/milieu Juridisch Economisch Economisch Economisch Economisch Juridisch/milieu Juridisch/financieel Juridisch/financieel Financieel Economisch/politiek Economisch Economisch Politiek
Bedrijfsv Bedrijfs Bedrijfsv
Financieel Economisch Juridisch/Financieel
5 Bedrijfsv
Economisch Juridisch
Bedrijfsv Bedrijfsv Bedrijfsv
Financieel Economisch Financieel
Bedrijfsv Bedrijfsv Bedrijfsv 5
Economisch Economisch Financieel Economisch
7
Politiek
Verdeelsystematiek algemene uitkering (herijking clusters) Samenwerking met gemeenten of instanties Bodemsanering Bodemverontreiniging Stichting begraafplaats Bunnik en Odijk Planschadevergoedingen Aansprakelijkheid Vervanging personeel Garantiestellingen woningen Garantiestellingen leningen Woningcorporaties Rampen en calamiteiten Rechtmatigheid Onderhoud bruggen Openeinde regeling Participatiewet Kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen Bomenbeheerplan Kwaliteit van het personeel Bestuurlijke aangelegenheden (wachtgeld huidige wethouders) Niet realiseren ombuigingen (Bunnik in Balans) Storing hard- en software Vandalisme/(moedwillige) vernieling gemeentelijke bezittingen Storm- en bliksemschade openbaar groen Trajecten medewerkers en WW verplichtingen gedragen door de gemeente Pensioenpremie Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt Loonkosten (CAO hoger dan raming verwachte loonstijging) Demografische ontwikkelingen (invloed op Wmo) Vergrijzing Risico’s als gevolg van wijzigingen in de Ziektewet Schadeclaims door schade aan wegen, riolering en openbare voorzieningen. Openbaar onderwijs
Bedrijfsv Bedrijfs Bedrijfs
GECALCULEERD RISICOBEDRAG/ FINANCIEEL EFFECT
KANS
FINANCIËLE IMPACT/ BENODIGDE WEERSTANDSCAPACITEIT
BEHEERSING RISICO
INCIDENTEEL (I) EN/OF STRUCTUREEL (S)
pm
20%
pm
Accepteren
I/S
€ 5.000.000 pm € 20.000 € 100.000 € 20.000 pm pm € 1.065.000 € 1.575.000 € 20.685.000 pm € 1.420.000 € 2.000.000 pm € 32.000 € 100.000 pm
5% 20% 5% 10% 10% 5% 20% 5% 5% 5% 10% 5% 10% 20% 40% 10% 20%
€ 250.000 pm € 1.000 € 10.000 € 2.000 pm pm € 53.250 € 78.750 € 1.034.500 pm € 71.000 200.000 pm € 12.800 € 10.000 pm
Accepteren Verminderen/beheersen Accepteren Accepteren Accepteren Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen Accepteren Accepteren Accepteren Accepteren Verminderen/beheersen Accepteren Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen Accepteren Verminderen/beheersen
S S S S S
€ 150.000 € 50.000 € 100.000
50% 20% 10%
€ 75.000 € 10.000 € 10.000
Verminderen/beheersen Accepteren Verminderen/beheersen
I/S S S
pm € 10.000
20% 10%
pm € 1.000
Verminderen/beheersen Accepteren
S I
€ 200.000 € 55.000 pm
50% 30% 20%
€ 100.000 € 16.500 pm
Accepteren Accepteren Accepteren
S I S
€ 50.000 pm pm € 50.000
30% 30% 10% 10%
15.000 pm pm € 5.000
Accepteren Accepteren Accepteren Accepteren
S S S S
€ 20.000 € 50.000
10% 30%
€ 2.000 €15.000
Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen
I/S S
S S S S S S S S S S S
106
107
PROGRAMMA
SOORT RISICO
RISICO
9
Financieel
9
Financieel
7 5 7 7 9
Politiek Milieu Politiek Politiek Economisch
6
Economisch
Wet sociale werkvoorziening/onderrealisatie WSW plaatsen Meer aanvragen schuldhulpverlening (meer uitgaven armoedebeleid) Sport; voorzieningenniveau sportaccommodaties Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP) Dorpshuis Sporthuis Wmo verstrekkingen (Wet maatschappelijke ondersteuning) Grondexploitatie/malaise op de woningmarkt (lagere opbrengsten bouwleges en OZB, vertraging of afstel in de ontwikkeling van grondexploitaties)
Bedrijfsv
Economisch
Leegstand lokalen MFA’s TOTAAL BENODIGDE WEERSTANDSCAPACITEIT
GECALCULEERD RISICOBEDRAG/ FINANCIEEL EFFECT
KANS
FINANCIËLE IMPACT/ BENODIGDE WEERSTANDSCAPACITEIT
€ 50.000
10%
€ 5.000
€ 10.000 € 24.000 pm pm pm
50% 50% 10% 10% 10%
€ 75.000
60%
€ 3.796.000 pm € 36.707.000
< 50% > 50% 60%
BEHEERSING RISICO
INCIDENTEEL (I) EN/OF STRUCTUREEL (S)
Accepteren
S
€ 5.000 € 12.000 pm pm pm
Accepteren Verminderen/beheersen Accepteren Accepteren Accepteren
S S S S S
€ 45.000
Accepteren
S
Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen
I I S
€ 624.600 € 409.200 pm € 3.081.500
107
108
Bijlage V: Kaders en regelingen
108
109
Wettelijk kader
Jaar van besluit
Jaartal Herziening
Programma
Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Wet Openbaarheid van Bestuur
2003 1991
2 2
Wet op de Lijkbezorging Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen
1998
4
2005
4
Wet tijdelijk huisverbod
2009
4
Wet op de Veiligheidsregio’s
2010
4
Drank- en horecawet Wegenverkeerswet Strategisch Mobiliteitsplan Provincie Utrecht (SMPU)
2012 1994
4 5
2014
5
Regionaal Verkeer- en Vervoer Plan (RVVP)
2005
5
Wet op de telecom municatie Inpassingsplan Rijsbruggerwegtracé (provincie)
2000
5
2012
5
Provinciale Structuurvisie
2013
6
Regionaal Structuurplan (BRU)
2005
Gemeentelijk structuurplan
2007
Wet op het prim air onderwijs Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) Wet Partcipatiebudget
1981 1996 2009
6 2017
6 7 7 9
Ontwikkelingsagenda recreatie en toerisme
2014
6
Landschapsontwikkelingsplan (LOP)
2010
6
Beeldkwaliteitplan Buitengebied
2010
6
Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo)
2010
7
Monum entenwet
1998
6
Woningwet Wet Inburgering
2003 2006
6 7
Wet Publieke Gezondheid
2010
7
Wet op de Jeugdzorg
2010
7
Jeugdwet Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Leerplichtwet
2014
7
2010 2009
8 7
RMC wet
2002
7
Wet op het specifiek cultuurbeleid Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen
1993
7
2014
7
Nota “Kwetsbare groepen” Lokaal gezondheidsbeleid Besluit en Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
2004 2009
7 7
2010
7
Wmo beleidsplan Nota integraal jeugdbeleid gemeente Bunnik 2009-2012 Wet Sociale Werkvoorziening
2012
7
2009 1998
7 9
Participatiewet
2015
9
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
2012
9
109
110
Wettelijk kader
Jaar van besluit
Jaartal Herziening
Programma
Wet Milieubeheer Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken
2002
6
2008
6
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Waterwet
2007 2009
6 6
Wet op de ruimtelijke ordening Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS)
2008 2013
6 6
Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) Huisvestingswet
2013 1992
6 6
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Bouwbesluit
2008 2012
6 6
Wet op de Lijkbezorging Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ)
2009 2004
2 3
Grondexploitatiewet Circulaires gemeentefonds
2007
3 3
jaarlijks
Gemeentewet
Bedrijfsvoering
Jaar van besluit
Jaartal Herziening
Programma
Reglementen van orde voor de raad en van het Open Huis Instructie voor de griffier
2013 2003
2015
2 2
Collegeagenda 2014-2018 Organisatiebesluit
2014 2008
2018
2 2
Legesverordening Realisatieplan elektronische dienstverlening Financiële verordening gemeente Bunnik (art. 212 GW) Controleverordening gemeente Bunnik (art 213 GW) Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid (art. 213a GW)
2015
2016
2
Lokale regelgeving
2009
2
2012
Bedrijfsvoering
2007
Bedrijfsvoering
2012
Bedrijfsvoering
Verordening externe klachtenbehandeling Verordening op de rekenkamercommissie Valei en Veluwerand 2014
2008
2
2014
2
Strategisch communicatie beleidsplan Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten
2012 2012
2 4
2007
4
2014
4
2013 2012
4 4
Regionaal crisisbeheersingsplan Kadernota Integrale veiligheid Bunnik 20132016 Brandveiligheidsverordening Evenementenbeleid Nota handhaving APV en parkeerovertredingen
2008
6
2011
4
Verkeersbeleidsplan 2015-2025 Wegennota
2015 2014
2025 2019
5 5
Nota parkeernormen
2009
2016
5
110
111
Lokale regelgeving
Jaar van besluit
Jaartal Herziening
Programma
Marktverordening Regionaal convenant kantoren
2005 2014
6 6
Regionaal convenant bedrijventerreinen Economisch beleidsplan
2013 2010
6 6
Winkeltijdenverordening Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Bunnik 2012 Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Bunnik 2010
2014
6
2012
7
2010
7
Verordening Leerlingenvervoer 2015 Ambtsinstructie leerplichtambtenaar
2015 2014
9 7
Cultuurnota 2008-2012 Accommodatiebeleid
2008 1996
5 6
Omgevingsvisie Kromme Rijnstreek Nota Ruimte Bestemmingsplan Buitengebied
2015 2006 2011
Nota Sport op orde Bunnik Buiten Gewoon Mooi
2013 2003
Algemene Subsidieverordening Beleidsregels subsidieverstrekking
2008 2008
Accommodatiebeleid Bunnik Monumentaal
1996 2006
7, Bedrijfsvoering 7
Monumentenverordening Bunnik Verordening WMO beraad
2006 2007
7 7
WMO verordening Lokaal handhavingsbeleid kwaliteit kinderopvang gemeente Bunnik Verordening Peuterspeelzalen Bunnik Plan Centrum voor Jeugd en Gezin gemeente Bunnik Protocolklachtrecht RSD
2009
7
2012 2011
7 7
2011 2007
7 9
2012 2008
9 9
2008
9
2011
9
Gemeenschappelijke Regeling RDWI Aanwijsbesluit uitvoering WSW door Biga BV Sociaal economisch contract uitvoering WSW Meerjarenbeleidskader Sociale- en economische participatie 2011-2014 Regio KRH
2016
6 6 6 6
2016 2016
7 7
Verordeningen Participatiewet (maatregelen; clientenparticipatie; reintegratie, LKS; individuele inkomenstoeslag Duurzaamheidsprogramma 2014-2019 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) Waterplan Bunnik
2015 2014
2019
9 6
2012 2008
2017 2015
6 6
Afvalstoffenbeleidsplan 2004-2012 Regionale Huisvestingsverordening
2004 2015
2015 jaarlijks
6 6
Attractiebesluit
1997
6
111
112
Jaar van besluit
Jaartal Herziening
Programma
Structuurplan Bunnik
2007
2017
6
Bestemmingsplan Buitengebied Bunnik Bestemmingsplan Vinkenburg Bestemmingsplan Spoorkruisingen Bunnik Bestemmingsplan Dorpen Bunnik, Odijk en Werkhoven Uitwerkingsplannen Groenstructuurvisie w.o.: - Groenstructuurplan - Kapvergunningenbeleid - Hondenpoepbeleid - Groenbeheerplan - Speel- en jongerenbeleid
2011 2013 2013
6 6 6
2013
6
Beleidskader af te stoten openbaar groen Bouwverordening
2006 1996 2010
6 6 6
Gemeentelijke Welstandsnota Beheerverordening algemene begraafplaats
2010 2012
6 6
Nota handhaving Nota grondbeleid 2014
2012 2014
6 6
Kwaliteitsplan beheer Openbare Ruimte Archeologische beleidsplan
2009 2011
6 6
Beeldkwaliteitplannen Woonvisie
2012
2016
6 6
Nota financieel beleid Treasurystatuut
2013 2011
2018 2016
3 3
Personeelsbeleidsplan. Organisatiebesluit. Regeling productverantwoordelijkheid gemeente Bunnik 2007
2000 2008
Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering
2006
Bedrijfsvoering
Controleprotocol 2007 e.v. Strategische organisatievisie Bunnik “Kijk verder, kijk Bunnik” Herijking Plan van aanpak juridische kwaliteitszorg
2007
Bedrijfsvoering
Lokale regelgeving
2005
2014
Bedrijfsvoering
2018
Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering
2010
Bedrijfsvoering
Nota Financieel beleid Beleidsplan Informatie Realisatieplan elektronische dienstverlening
2013 2013 2009
Bedrijfsvoering
Wet op de expertisecentra Overgangswet Wet op het voortgezet onderwijs Wijzigingswet Leerplichtwet ivm kwalificatieplicht WET OKE ivm wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid Wijzigingswet ivm invoeren van passend onderwijs Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid Participatie en inkomen in de regio Kromme Rijn Heuvelrug
1982
7
1967
7
2007
7
2010
7
2012 2002
7 7
2015
9
112