PROCES-VERBAAL VAN DE GEMEENTERAADSZITTING VAN 12 APRIL 2012. Aanwezig: MM. K. Van Herck, Voorzitter; J. Vanschoubroek, Burgemeester; A. Debecker, J. Vicca, G. Holsbeek en M. Saelmaekers, Schepenen R. Geysermans,P. Reekmans A. Scheys, L. Steenwegen, G. Trompet, H. Holsbeeks, F. Vandeput, E. Gijsermans, M. Pierlé, K. Vanwinkelen en W. Vanderstukken, Raadsleden; P. Cloots, Secretaris. Aanwezig met raadgevende stem: G. Arnauts, OCMW- voorzitter. De Gemeenteraad 1. Met 16 stemmen voor wordt het verslag van de gemeenteraadszitting van 8 maart 2012 goedgekeurd. 2. Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode (VWC); Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid (DGP), art. 4.1.9; Overwegende dat de gemeente een bindend sociaal objectief heeft van 49,35 sociale huurwoningen, 19 sociale koopwoningen en 1 sociale kavel en dat dit objectief voor 2020 gehaald moet worden; Overwegende dat de gemeente een groot belang hecht aan een goede locatie van deze woningen, waarbij het begrip goed duidt op een locatie zoveel mogelijk in de nabijheid van sociaal-culturele, commerciële en welzijnsvoorzieningen, alsmede op een locatie die goed te ontsluiten is met privaat of openbaar vervoer; Overwegende dat de gemeente een goede sociale mix tot stand wil brengen, hetgeen inhoudt dat ernaar gestreefd wordt dat in elke buurt een gevarieerd aanbod is wat betreft het type woning sociale huur, sociale koop, - kavels, private huur, private eigendom; Na beraadslaging, Met 11 stemmen voor, 2 onthoudingen en 3 stemmen tegen Besluit: Artikel 1: Het gemeentelijk reglement sociaal wonen wordt als volgt definitief vastgesteld: 1.1 Definities Art. 2: Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1°Sociale huurwoning: een woning zoals gedefinieerd in art. 2, §1, 22° van het Decr. 15.07.1997 houdende de Vlaamse wooncode. Sociale huurwoning: een woning die als hoofdverblijfplaats wordt verhuurd of onderverhuurd door: a) de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een sociale huisvestingsmaatschappij; b) de sociale verhuurkantoren die overeenkomstig artikel 56 erkend zijn als huurdienst; c) het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, een gemeente, een intergemeentelijk samenwerkingsverband, een OCMW of een vereniging als vermeld in artikel 118 van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor zover er een subsidie werd verleend met betrekking tot die woning krachtens artikel 38, 5°, artikel 80, 94, 95 of 96 van de Huisvestingscode, gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1970 en bekrachtigd door de wet van 2 juli 1971, krachtens artikel 49 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992 of krachtens hoofdstuk II of III van titel VI; d) een gemeente, een OCMW of een sociale woonorganisatie, met uitzondering van de huurdersorganisaties, voorzover op de woning het sociaal beheersrecht, bepaald in artikel 90, wordt uitgeoefend of voor zover het een woning als vermeld in artikel 18, §2, betreft]; [verv. decr. 15 december 2006, art. 2, 1°, I: 1 januari 2008]
2°Sociale koopwoning: een woning zoals gedefinieerd in art. 2, §1, 23° van het Decr. 15.07.1997 houdende de Vlaamse wooncode Sociale koopwoning: een woning die door de Vlaamse [Maatschappij voor Sociaal Wonen] [verv. decr. 24 maart 2006, art. 20 ,3°, I: 1 juli 2006]; een sociale huisvestingsmaatschappij of het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen wordt bestemd om verkocht te worden aan woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden;
3°Sociale kavel: een kavel die behoort tot een sociale verkaveling zoals gedefinieerd in art. 2, §1 25° van het Decr. 15.07.1997 houdende de Vlaamse wooncode Sociale verkaveling: het sociaal woonproject of het onderdeel ervan, waarbij percelen, die voorzien zijn van de nodige infrastructuur en nutsvoorzieningen, tegen sociale voorwaarden worden aangeboden aan woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden, die geen eigen woning bezitten en op die percelen zelf een woning zullen bouwen of laten bouwen;
4°Motivatienota: nota die ingediend op uiterlijk hetzelfde moment als het indienen van de verkavelings- of stedenbouwkundige aanvraag waarvoor de verkavelaar of bouwheer een afwijking vraagt. Deze nota omschrijft 1
welke objectieve en pertinente motieven aanleiding kunnen geven tot het toestaan van de afwijking. Deze motieven moeten gebaseerd zijn op de criteria genoemd in art. 12 5°Sociaal woonaanbod: het aanbod aan sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en sociale kavels dat voldoet aan de voorwaarden beschreven in art. 1.2., 16° van het Decreet Grond en Pandenbeleid sociaal woonaanbod: het aanbod aan sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en sociale kavels dat voldoet aan beide hiernavolgende voorwaarden: a) zij zijn volledig onderhevig aan de reglementering aangaande het sociale huurstelsel of de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode; b) zij worden bestemd tot hoofdverblijfplaats, respectievelijk tot oprichting van een woning die tot hoofdverblijfplaats zal worden bestemd;
1.2 Toepassingsgebied Art. 3: Het reglement is van toepassing op alle stedenbouwkundige en verkavelingsaanvragen die worden ingediend, voor zover deze aanvragen voldoen aan de bepalingen in art. 4.1.8, eerste lid, 1°tem 4°van het Decreet Grond- en Pandenbeleid. De bepalingen van deze onderafdeling zijn van toepassing op: 1. verkavelingen van ten minste 10 loten bestemd voor woningbouw, of met een grondoppervlakte groter dan 0.5 ha, ongeacht het aantal loten, 2. groepswoningbouwprojecten waarbij ten minste 10 woongelegenheden ontwikkeld worden 3. de bouw of herbouw van appartementsgebouwen waarbij ten minste 50 appartementen gecreëerd worden. 4. Verkavelingen, groepswoningbouwprojecten en projecten voor de bouw of de herbouw van appartementsgebouwen dien niet voldoen aan de voorwaarden , vermeld in 1°, 2° en 3°, en waarvoor een verkavelingsvergunning of een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd door een verkavelaar of een bouwheer wiens project aansluit op andere, door dezelfde verkavelaar of bouwheer te ontwikkelen gronden, die samen met de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een halve hectare beslaan.
Art. 4: Dit reglement is niet van toepassing in bijzondere plannen van aanleg of in ruimtelijke uitvoeringsplannen waarin andere normen wat betreft de realisatie van sociale woningen zijn bepaald, tenzij het betreffende BPA of RUP anders zou bepalen. Art. 5: Indien het gemeentelijk reglement sociaal wonen geen uitspraken doet over een bepaalde aanvraag in een bepaald gebied, zijn de gewestelijke normen zoals beschreven in art. 4.1.8, tweede lid, 1° en 2° van het Decreet Grond- en Pandenbeleid van toepassing. In elk van de verkavelingsprojecten en bouwprojecten, vermeld in eerste lid, wordt een sociaal woonaanbod verwezenlijkt dat gelijk is aan : 1. ten minste twintig en ten hoogste veertig project van het aantal te verwezenlijken woningen en/of kavels, indien de gronden eigendom zijn van Vlaamse besturen of semipublieke rechtspersonen; 2. ten minste tien en ten hoogste twintig project van het aantal te verwezenlijken woningen en/of kavels, indien de gronden eigendom zijn van overige natuurlijke of rechtspersonen.;
1.3 Ruimtelijke verdeling sociale woningen Art. 6: Indien een aanvraag voor een stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning, vermeld in artikel 3, wordt ingediend voor percelen gelegen op het grondgebied van de deelgemeente Glabbeek- Zuurbemde wordt een sociaal woonaanbod verwezenlijkt dat gelijk is aan: • 1° 40 procent van het aantal te verwezenlijken woningen en/of kavels, indien de gronden eigendom zijn van Vlaamse besturen of Vlaamse semipublieke rechtspersonen; • 2 ° 20 procent van het aantal te verwezenlijken woningen en/ of kavels, indien de gronden eigendom zijn van overige natuurlijke of rechtspersonen. Indien een aanvraag voor een stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning, vermeld in artikel 3, wordt ingediend voor percelen gelegen op het grondgebied van de deelgemeenten Kapellen, Bunsbeek en AttenrodeWever wordt een sociaal woonaanbod verwezenlijkt dat gelijk is aan: • 1° 20 procent van het aantal te verwezenlijken woningen en/of kavels, indien de gronden eigendom zijn van Vlaamse besturen of Vlaamse semipublieke rechtspersonen; • 2° 10 procent van het aantal te verwezenlijken woningen en/ of kavels, indien de gronden eigendom zijn van overige natuurlijke of rechtspersonen. Art. 7: Indien een aanvraag voor een stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning wordt ingediend voor percelen gelegen in woonuitbreidingsgebied van de deelgemeenten Glabbeek-Zuurbemde en waar geen 2
ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg van toepassing is dat normen oplegt betreft de realisatie van sociale woningen, wordt een sociaal woonaanbod verwezenlijkt dat gelijk is aan: • 1° 40 procent van het aantal te verwezenlijken woningen en/of kavels, indien de gronden eigendom zijn van Vlaamse besturen of Vlaamse semipublieke rechtspersonen; • 2° 20 procent van het aantal te verwezenlijken woningen en/ of kavels, indien de gronden eigendom zijn van overige natuurlijke of rechtspersonen. 1.4 Verhouding van de te verwezenlijken sociale woningen Art. 8: Indien een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag onderworpen is aan een sociale last voor de creatie van bijkomende sociale woningen, wordt deze als volgt verdeeld: - 2/3 sociale huurwoningen - 1/3 sociale koopwoningen Deze verdeling van de sociale last geldt niet voor appartementen. Art. 9: Indien een aanvraag voor verkavelingsvergunning onderworpen is aan een sociale last voor de creatie van bijkomende sociale woningen, wordt deze als volgt verdeeld: - 2/3 sociale huurwoningen - 1/3 sociale koopwoningen Deze verdeling van de sociale last geldt niet voor appartementen. 1.5 Afwijkingen Art. 10: Het College kan op vraag van de verkavelaar, bouwheer of uit eigen beweging afwijkingen toestaan van de in art. 6 -9 beschreven sociale last. De afwijking kan enkel een lichtere sociale last met zich meebrengen, géén zwaardere. Art. 11: De afwijking heeft nooit tot gevolg dat een percentage wordt verwezenlijkt dat lager is dan de helft van de in art. 6- 9 toepasselijke percentages. Art. 12: Het College beslist over en motiveert het toestaan van elke afwijking op art. 6- 9 mits objectieve en pertinente motieven, op basis van de volgende criteria: - De vorm van het perceel of de percelen waarvoor een vergunning wordt aangevraagd. Een afwijking kan worden toegestaan indien de vorm zodanig is dat sociale last er niet of maar gedeeltelijk kan worden gerealiseerd. - De ligging of inplanting van het perceel of de percelen waarvoor een vergunning wordt aangevraagd. - Het reeds bestaande sociale woonaanbod in de omgeving van het perceel of de percelen waarvoor een vergunning wordt aangevraagd. Een afwijking kan worden toegestaan indien uit de motivatienota blijkt dat het toelaten van het sociaal woonaanbod de sociale mix negatief beïnvloedt. - De samenhang tussen de sociale last en andere lasten en voorwaarden die in de stedenbouwkundige en verkavelingsvergunning wordt opgelegd. Een afwijking kan worden toegestaan indien de combinatie van de sociale last met andere lasten onevenredig zwaar is. Deze afwijking kan maar worden toegepast voor zover de andere lasten de overdracht van gronden aan de gemeente inhoudt (bv aanleg speelplein, maar niet de storting van een waarborg voor het herstel van het openbaar domein na de werken) - Voor stedenbouwkundige en verkavelingsaanvragen die vallen onder het toepassingsgebied van dit reglement en bovendien gelegen zijn in een Bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijke uitvoeringsplannen, vastgesteld voor 1 september 2009 en waarbij omwille van de stedenbouwkundige voorschriften het onmogelijk is om de sociale last die op basis van art. 6- 9 moet worden opgelegd, te realiseren, wordt de sociale last verminderd tot het aantal woningen of de benodigde gronden die wel kunnen worden gerealiseerd. Art. 13: Indien een verkavelaar of bouwheer gebruik wenst te maken van dergelijke afwijking, wordt een motivatienota toegevoegd bij indienen van het dossier. 1.6 Overgangsbepalingen, inwerkingtreding, geldigheidsduur en evaluatie Art. 14: Dit reglement treedt onmiddellijk in werking de dag volgend op de dag van goedkeuring van het reglement door de gemeenteraad. Aanvragen die worden ingediend op of na deze datum zijn onderworpen aan de bepalingen van dit reglement. Art. 15: Een sociale last kan niet worden opgelegd op die aanvragen die zijn vrijgesteld op basis van art. 7.3.12 van het Decreet Grond- en Pandenbeleid. Bij het opleggen van een sociale last of een last wordt geen rekening gehouden met gronden waarbij voldaan is aan alle volgende voorwaarden: 3
1. de onderhandse akte tot aankoop een vaste datum heeft gekregen tussen 1 januari 2003 en 17 december 2008, en 2. de gronden op het ogenblik van de aankoop gelegen waren in woongebied, en 3. er voor 17 december 2008 reeds een financiële transactie heeft plaatsgehad tussen verkoper en koper,zoals het betalen van een voorschot. Indien het gaat om een aankoop onder opschortende voorwaarde geldt naast de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, de bijkomende eis dat de termijn tussen de ondertekening van de akte en de uiterste realisatiedatum van de voorwaarde ten hoogste twee jaar bedraagt. De bewijslast rust op de aanvrager van de stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning.
Art. 16: Dit reglement is van toepassing tot 3 jaar na datum van inwerkingtreding, tenzij het reglement eerder wordt herzien. Art. 17: In functie van de spanning tussen het bindend sociaal objectief, het reeds verwezenlijkte sociaal woonaanbod en recente ramingen van het behoeftepatroon inzake sociaal wonen (art.4.1.9 §2 Decreet Gronden Pandenbeleid) wordt dit reglement driejaarlijks geëvalueerd en de geldende bepalingen indien nodig aangepast. Art. 18: Van zodra, overeenkomstig art. 4.1.8 laatste lid Decreet Grond- en Pandenbeleid het gemeentelijk bericht bekend is gemaakt waarin is vermeld dat het bindend sociaal objectief is bereikt, kan het college lagere percentages opleggen zoals in dit gemeentelijk reglement is voorzien. …
Vanaf de bekendmaking van een gemeentelijk bericht waaruit blijkt dat het bindend sociaal objectief, vermeld in artikel 4.1.2, verwezenlijkt is, kan het gemeentelijk reglement Sociaal Wonen, vermeld in artikel 4.19., afzien van het opleggen van een percentage sociaal woonaanbod, of een percentage sociaal woonaanbod hanteren dat lager is dan de normering, vermeld in het tweede lid. Voormelde bekendmaking geschiedt op de wijze, vermeld in artikel 186 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Onthielden zich M.M.: Reekmans, Vanwinkelen. Stemden tegen M.M.: Scheys, Steenwegen, Vanderstukken. Motivatie van het stemgedrag door raadsleden Steenwegen en Vanderstukken: “Niemand van de meerderheid kan de keuzes die ter goedkeuring worden voorgelegd argumenteren. Men weet niet waarom de keuzes zijn gemaakt. Wij krijgen geen antwoord op onze vraag om uitleg en kunnen dit dus niet goedkeuren.” 3. Gelet op de toepasselijke bepalingen van het Gemeentedecreet; inzonder artikelen 42 en 43; Gelet op het decreet grond- en pandenbeleid dat op 1 september 2009 in werking trad; Gelet op het decreet van 15 december 2006 houdende de wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, B.S. 19 februari 2007., dat stelt dat: “een rechtvaardige en evenwichtige verdeling van de sociale woningen als het individuele woonrecht van de huurder moet zodanig worden ingevuld dat ze verenigbaar zijn met de zorg voor de leefbaarheid en het bevorderen van de integratie van de bewoners in de samenleving”; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 13 maart 2012, houdende een principieel akkoord voor de opmaak van een gemeentelijk toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen en een goedkeuring van de totstandkomingsprocedure; Gelet op de overlegmomenten van het Lokale Woonoverleg van Glabbeek d.d. 17/11/2009, 09/03/2010, 14/12/2010 en 24/03/2011, waarop het ontwerp toewijzingsreglement voor de gemeente Glabbeek inhoudelijk besproken en goedgekeurd werd; Gelet op het ontwerp van toewijzingsreglement als bijlage; Overwegende dat, op basis van alle aangehaalde elementen, de vorm en procedure van het ontwerp van gemeentelijk toewijzingsreglement conform de bestaande regelgeving is; Na beraadslaging: Met 11 stemmen voor, 3 onthoudingen en 2 stemmen tegen besluit Artikel 1: Het lokale toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen als bijlage goed te keuren. Art. 2: Dit besluit te onderwerpen aan de bepalingen van het bestuurlijk toezicht, zoals die blijken uit art. 248 e.a. van het Gemeentedecreet en toe te zenden ter goedkeuring aan de functioneel bevoegde minister of zijn gerechtigde. 4
Onthielden zich M.M.: Reekmans, Scheys, Vanwinkelen. Stemden tegen M.M.: Steenwegen, Vanderstukken. 4. Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid de artikels 2.2.1 tot en met 2.2.5 en de artikels 2.2.13 tot en met 2.2.18; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 08 september 2011, houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van voornoemd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan; Overwegende dat het schepencollege hierover een openbaar onderzoek gehouden heeft van 13 oktober 2011 tot en met 13 december 2011 ; Overwegende dat in het kader van dit openbaar onderzoek 2 adviezen en 3 bezwaarschriften werden ingediend bij de GECORO ; Gelet op het besluit van de bestendige deputatie van 01 december 2011, waarbij het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voorwaardelijk gunstig werd geadviseerd ; Gelet op het advies van het departement RWO van 05 december 2011, houdende een voorwaardelijk gunstig advies over het ontwerp van uitvoeringsplan ; Overwegende dat de GECORO alle adviezen, bezwaren en opmerkingen heeft gebundeld en gecöordineerd, en hierover een gemotiveerd advies heeft uitgebracht in zitting van 31 januari 2012 ; Gelet op het besluit van het schepencollege d.d. 14 februari 2012, waarbij het college zich akkoord verklaart met het gemotiveerd advies van de GECORO; Overwegende dat het ontwerp werd aangepast ingevolge de geformuleerde opmerkingen van de bestendige deputatie, het departement RWO en aan het advies van de GECORO; Gelet op het plan-MERdecreet van 27 april 2007 en het besluit van de Vlaamse regering betreffende milieurapportage over plannen en programma’s van 12 oktober 2007; Gelet op de screeningsnota betreffende het onderzoek tot de milieueffectrapportage, opgesteld d.d. 22 maart 2010 door het ontwerpbureau Libost-Groep nv; Gelet op het gemeentelijk RUP “lokaal bedrijventerrein Craenenbroekstraat” (dossiernummer 09295/12, versie maart 2012), bevattende de toelichtingsnota, de stedenbouwkundige voorschriften, het grafisch plan en het onteigeningsplan, opgesteld door het ontwerpbureau Libost-Groep nv. te Hasselt; Gelet op de bespreking; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 42; Met 11 stemmen voor en 5 onthoudingen Besluit: Artikel 1: Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “ lokaal bedrijventerrein Craenenbroekstraat”, zoals voorgelegd, definitief vast te stellen. Art. 2 : deze beslissing, samen met het ruimtelijk uitvoeringsplan en het volledige advies van de GECORO in de voorgeschreven exemplaren ter goedkeuring toe te zenden aan de bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant en eveneens aan het Departement RWO, Ruimtelijke Planning en Ruimtelijke Ordening Vlaams-Brabant. Onthielden zich M.M.: Reekmans, Scheys, Vanwinkelen, Steenwegen enVanderstukken. Motivatie van het stemgedrag door raadsleden Steenwegen en Vanderstukken: “De Samen- fractie onthoudt zich omdat het onvoldoende duidelijk is dat de kosten van de heraanleg van de Craenenbroekstraat verhaald zullen worden op de verkavelaar. Deze kosten moeten volledig gedragen worden door de initiatiefnemer. De werken moeten volledig uitgevoerd worden voor de eerste loten van de verkaveling verkocht worden. De werken omvatten onder meer het verbreden van de straat, de aanleg van vrijliggende fietspaden, het realiseren van de vereiste beplanting. Ook de aanpassing van de aansluiting met de N29 en het realiseren van de ‘poort’ ten noorden van het bedrijventerrein moet uitgevoerd worden.” 5. Gelet op het feit dat de gemeente Glabbeek aangesloten is bij de sociale huisvestingsmaatschappij SWAL (Sociaal Wonen Arro Leuven cvba); Gelet op het feit dat de gemeente Glabbeek sedert 29/11/2011 aandeelhouder is bij SWAL ingevolge de intekening en volstorting van 5 aandelen; Gelet op de uitnodigingsbrief van 29 maart 2012 van Sociaal Wonen arro Leuven cvba voor de algemene vergadering van 17 april 2012; 5
Overwegende dat derhalve voor de Algemene Vergadering een vertegenwoordiger dient aangeduid. Overwegende dat ook een kandidaat-bestuurder voor de Raad van Bestuur kan worden voorgedragen; Besluit: Artikel 1: Met 14 stemmen voor en 2 onthoudingen wordt dhr. André Debecker, wonende Attenrodestraat 19 te 3380 Glabbeek, aangeduid als afgevaardigde van de gemeente op de Algemene Vergadering van SWAL en dit tot einde legislatuur. Art. 2: Met 14 stemmen voor en 2 onthoudingen wordt dhr. Jos Vicca, wonende Dorpsstraat 56 te 3381 Glabbeek, aangeduid als kandidaat-bestuurder voor de Raad van Bestuur en dit tot einde legislatuur. Art. 3: Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de sociale huisvestingsmaatschappij SWAL, Wijgmaalsesteenweg 18 te 3020 Herent. 6. Met 16 stemmen voor wordt besloten het extra- agendapunt, ingediend door raadslid Vanwinkelen inzake verhogen veiligheid palen in speelhal KSJ, in te trekken. 7. Akte wordt genomen van de voorliggende verslagen van de raden en overlegstructuren in toepassing van artikel 200 §3 van het gemeentedecreet. 8. Vragen. Raadslid Steenwegen: 1) vraagt waarom de signalisatiepaaltjes in Zuurbemde niet hersteld worden en of er gewerkt wordt aan een alternatief voor de bestaande paaltjes. De burgemeester antwoordt dat een duurzame en goedkopere oplossing in voorbereiding is. 2) vraagt waarom er bij de voorziene betonherstellingen in Zuurbemde niet vooraf gecommuniceerd wordt met de aanpalende bewoners. Schepen Vicca antwoordt dat de aanpalende bewoners zullen verwittigd worden alvorens de aannemer met de vervanging van de betonplaten start. 3) vraagt waarom de beek langs de Hulststraat zo diep geruimd werd vermits zulks zal leiden tot afkalving en erosie. Schepen Vicca antwoordt dat het verantwoordelijke personeelslid van de technische dienst deze beek in de toekomst minder diep zal ruimen. Raadslid Vanderstukken: 4) vraagt of schepen Saelmaekers reeds gegevens heeft over de bezettingsgraad van de gemeentezaal De Mispel ingevolge de verhoging van de gebruikstarieven. Schepen Saelmaekers antwoordt dat de bezettingsgraad in vergelijking met voorheen over het geheel van de verhuurde infrastructuur dezelfde is gebleven. 5) vraagt wanneer de defecte lichten langs het sportplein in de deelgemeente Kapellen zullen hersteld worden. Schepen Vicca antwoordt dat voor de herstelling een hoogtewerker dient gehuurd te worden en dat de huur ervan voorzien is voor eind juni 2012. Raadslid Reekmans: 6) geeft lezing van het antwoord op zijn parlementaire vraag d.d. 5/03/2012 aan de Vlaamse minister van mobiliteit en openbare werken betreffende de subsidieaanvragen door de gemeente voor Fietsfondsprojecten gelegen in het boven lokaal functioneel fietsroutenetwerk en vraagt waarom de aanvraag voor de betoelaging van 2,2 km nieuw fietspad voorzien langs de Hoeledenstraat (vanaf de grens met de gemeente Kortenaken) tot aan het kruispunt Zuurbemde “on hold” staat. De burgemeester antwoordt dat besloten werd deze aanvraag “on hold” te laten plaatsen omdat de uitvoering ervan met betoelaging via het Fietsfonds te duur was. Voor het bekomen van toelagen via het Fietsfonds werd de verplichting opgelegd om een nieuw van de rijbaan gescheiden fietspad aan te leggen en daartoe vooraf de nodige grond te onteigenen. 7) vraagt of ingevolge de voorziene ontwikkeling van het binnengebied Baekveldstraat de schoolomgeving rond de Vrije Basisschool Bunsbeek onveiliger zou worden. 6
Schepen Vicca antwoordt dat één van de doelstellingen van de voorziene ontwikkeling is om de schoolomgeving integendeel veiliger te maken. 8) vraagt of zonnepanelen op het grondgebied van de gemeente mogen geplaatst worden op andere plaatsen dan woningen. Schepen Vicca antwoordt dat er geen gemeentelijke verbodsverordening bestaat maar dat elke plaatsing dient in overeenstemming te zijn met de vigerende wetgeving inzake ruimtelijke ordening. 9) meldt dat de comfortpremie nog niet opgenomen is op www.premiejager.be. Geantwoord wordt dat dit zal opgevolgd worden. 10) vraagt waarom de afrekening van de hondenschool voor het gebruik van het gemeentelijk sportterrein in de deelgemeente Kapellen niet jaarlijks wordt opgestuurd. Geantwoord wordt dat dit zal opgevolgd worden en zoals voorzien jaarlijks zal doorgerekend worden. 11) meldt dat er reeds een achttal ongevallen gebeurd zijn op de nieuw aangelegde asfaltverharding ter hoogte van Dries en Rode. De burgemeester antwoordt slechts weet te hebben van enkele ongevallen die allen het gevolg waren van overdreven snelheid. 12) meldt dat op rijbaan Dries ter hoogte van de kerk een zwartgele verkeersremmer gelegen heeft. Schepen Vicca antwoordt dat zulks een tijdelijke leidingsbeschermer van een aannemer was en niet bedoeld was als snelheidsremmer. 13) meldt dat hij ter plaatse vastgesteld heeft dat er een lek zit in het dak van de loods voor de verenigingen. Schepen Saelmaekers antwoordt dat het lek zal gedicht worden. 14) meldt dat de tijdelijke snelheidsborden van 50 km/u. op de N29, tussen de bebouwde kom van Glabbeek en de bebouwde kom van Bunsbeek, door A.W.V. niet op een wettelijke wijze aangebracht werden. Raadslid Vanwinkelen: 15) vraagt of er een planningswijziging zal doorgevoerd worden betreffende de buitengewone onderhoudswerken aan diverse wegen ten laste van het dienstjaar 2011. Schepen Vicca antwoordt dat er geen wijziging zal doorgevoerd worden. 16) vraagt waarvan het afval in de bijkomende afvalcontainers bij de technische dienst afkomstig is. Schepen Vicca antwoordt dat het afval in de bijkomende afvalcontainer afkomstig is van een uitdrijving van een huurder op vraag van een gerechtsdeurwaarder. 17) vraagt of de tijdens het stormweer van 18/08/2011 vernielde lindebomen aan de sporthal zullen vernieuwd worden. Schepen Holsbeek antwoordt dat daarvoor geen kredieten voorzien zijn. 18) vraagt of de tent voor Attenrode kermis zal mogen geplaatst worden op het plein voor de pastorie. De burgemeester antwoordt dat er kortelings dienaangaande een antwoord zal gegeven worden door het college.
7