D R I E M A A N D E L I J K S
I N F O R M AT I E B L A D
V O O R
W E L Z I J N
E N
M I L I E U
I N
D E
B O U W S E C T O R
Erkenningnummer: P 404006 - Afgiftekantoor: Namen - Waarde: € 2,80
Nr 55 - 2e trimester 2010
Preventiefiches voor bouwbedrijven Het NAVB en Co-Prev, de overkoepelende organisatie van alle erkende externe diensten voor preventie en bescherming op het werk in België, hebben samen een preventiefiche voor bouwbedrijven uitgewerkt. Deze fiche is bedoeld om de bedrijven te helpen bij het uitvoeren van de risicoanalyses per arbeidsplaats. Waaruit bestaat de fiche? De risicoanalyse is een eerste stap die absoluut gezet moet worden vooraleer er maatregelen genomen kunnen worden om de werknemers te beschermen tegen ongevallen en gezondheidsproblemen. In de preventiefiche komen de meest voorkomende risicosituaties in een bouwbedrijf aan bod. Ze is in het bijzonder bedoeld voor kleine en middelgrote bouwbedrijven. Het document is onderverdeeld in de volgende thema’s:
• • • • • • • • • •
Noodprocedure Brand Sociale voorzieningen Collectieve beschermingsmiddelen Persoonlijke beschermingsmiddelen Hygiëne Gezondheid op het werk Ergonomie Psychologie Machines
• Werken op hoogte • Orde en netheid • Elektriciteit • Chemische producten Voor elk thema omschrijft de fiche de risico's, de preventiemaatregelen (snelle, materiële maatregelen waarvoor geen grote organisatorische studies nodig zijn) en de instructies (stappen waarvoor de werkgever organisatorische maatregelen en beslissingen moet nemen). De volledige preventiefiche vindt u in het Nederlands, Frans en Duits op onze website: www.navb.be > Advies > Regelgeving in de praktijk > Algemene toelichtingen > Thematische preventiefiche: algemene preventiefiche bouw.
Uittreksel uit de preventiefiche Omschrijving
Risico's Brand, explosie.
NOODPROCEDURE
Preventiemaatregelen Opstellen van een noodplan.
Instructies Voorzie twee evacuatiewegen. Voldoende brede evacuatiewegen, zodat gewonden gemakkelijk geëvacueerd kunnen worden. Evacuatiewegen niet versperren. Aanpassing van de evacuatiewegen aan de bouwfase. Voorzie voldoende brandblussers. Organisatie en opleiding voor het gebruik van brandblustoestellen.
Geen onmiddellijke deskundige hulp.
EHBO-VOORZIENINGEN
Personeel met EHBOopleiding.
Het woord van de voorzitter De bouw staat niet stil. Een nieuwe werkorganisatie, nieuwe technieken, materialen en werkmethoden, nieuwe reglementering en zelfs maatschappelijke veranderingen zorgen ervoor dat de bouwrealiteit vandaag niet meer dezelfde is als 10 of 20 jaar geleden. Dat heeft ook invloed op de arbeidsongevallen: door de veranderingen op de bouwplaats worden risico’s uit de weg geruimd, maar ontstaan er ook andere risico’s. Dakkapellen worden vandaag bijvoorbeeld vaker dan vroeger geprefabriceerd en op de bouwplaats in het dak gemonteerd met behulp van een kraan. Dat heeft als voordeel dat je zo het valrisico beperkt voor de bouwvakker, want die moet het dak niet meer op om de dakkapel te bouwen, maar anderzijds kan de last wel vallen tijdens het hijsen, de bouwvakker die de dakkapel monteert kan klem raken met zijn handen… Gelukkig staat ook de preventie van arbeidsongevallen en beroepsziekten niet stil: al meer dan 40 jaar wijst het NAVB op actuele risico’s op de bouwplaats en stelt het oplossingen voor om veilig en gezond te werken. Om nog meer doelgericht te werken, organiseert het NAVB sinds een tiental jaar campagnes om het welzijn van de bouwvakkers te verbeteren. In het najaar van 2010 komt er een welzijnscampagne over kwartsstof, samen met de sociale partners van de bouw en een groot aantal andere partijen. Daarover vindt u alles in onze volgende uitgave! Aan alle bouwvakkers en aannemers wens ik een deugddoend verlof! Justin DAERDEN
Voorzie minstens 1 EHBO-er per 20 werknemers.
Voorzitter
Namen van de helpers aan de arbeiders doorgeven (lijst, mondeling), regelmatige opleiding van de EHBO-er(s) voorzien, door de EHBO-er een verzorgingslijst laten aanmaken en de vervaldata van het materiaal laten controleren. Blijf kalm. Bel de hulpdiensten indien nodig: tel. 112.
De belangrijkste noodnummers Europees noodoproepnummer (voor alle noodsituaties) Ambulance Brandweer Politie Antigifcentrum Brandwondencentrum Duikongevallen/Ongevallen bij hyperbare werken
Houd omstaanders op een afstand.
112 100 100 101 070/245.245 02/268.62.00 02/262.22.82
Het NAVB verhuist! Nieuw adres vanaf 28 juni 2010:
Koningsstraat 132/4 - 1000 Brussel
pagina 4
2 2 3
4
Opleidings- en examenagenda Beroepsziekten in de bouw Rookverbod in de bouw? Automatisch waarschuwingssysteem bij werken naast spoorwegen Wijziging betoelaging Ervaringsfonds
navbinfo
Beroepsziekten in de bouw Tijdens een studiedag die de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg organiseerde op 26 januari, heeft het Fonds voor Beroepsziekten (FBZ) de statistieken over beroepsziekten voor de bouwsector en zijn revalidatieprogramma voor patiënten met lagerugpijn voorgesteld. De grote lijnen daarvan leest u hieronder. Beroepsziekten in de bouw In het kader van zijn opdracht om de schade door beroepsziekten te vergoeden en de preventie van beroepsziekten te bevorderen, centraliseert en beheert het FBZ de aanvragen tot schadeloosstelling, waardoor het statistieken kan opstellen. Voor de periode van 2000 tot 2009 heeft het FAO 3.213 gevallen van beroepsziekten in de bouwsector erkend.
Van 62% van deze ziekten, of 1.997 gevallen, is de oorzaak mechanische trillingen en het manueel hanteren van lasten (bv. artrose van de lage rug, artrose van de bovenste ledematen). 14% van de beroepsziekten, of 454 gevallen, houden verband met asbest (bv. mesothelioom, longkanker) en 12% heeft te maken met doofheid. Bij de andere 12% vinden we huidziekten, slijm-
Aard van de beroepsziekten in de bouw Ziekten ten gevolge van mechanische trillingen en/of het manueel hanteren van lasten Ziekten ten gevolge van asbest Doofheid Andere ziekten
12%
12%
14%
62%
beursontstekingen, silicose, carpaletunnelsyndroom, astma en allergische reacties, sinuskanker door houtstof ...
Lagerugpijn: revalidatie van de patiënten Het tweede luik van de uiteenzetting was gewijd aan het revalidatieprogramma van het FBZ voor patiënten met lagerugpijn. Zoals al eerder vermeld, onthullen de hoge statistieken voor beroepsziekten die verband houden met mechanische trillingen en het manueel hanteren van lasten reële problemen in de bouwsector. De gevolgen van de ziekten zijn aanzienlijk: frequente en langdurige arbeidsongeschiktheden met een socio-professionele weerslag, een weerslag op het privéleven en het gezinsleven en socioeconomische gevolgen voor de werknemer, de onderneming e n de ge me e n schap. Het revalidatiepro-
gramma van het FBZ werd ingesteld om te vermijden dat de lagerugpijn verergert of chronisch wordt en om het opnieuw aan het werk gaan te bevorderen door begeleidende maatregelen en een betere ergonomische vormgeving van de arbeidspost. Het is bedoeld voor werknemers die lasten manueel hanteren of blootgesteld worden aan mechanische trillingen die via het zitvlak overgedragen worden. Die werknemers moeten ook voldoen aan bepaalde voorwaarden, die in detail beschreven worden op de website van het FBZ: http://www. fmp-fbz.fgov.be/prev/RUGPREVENTIE/ index.html. Voor meer informatie over deze twee uiteenzettingen van 26 januari 2010 kunt u de documenten op de website van BeSWIC, het Belgische kenniscentrum over het welzijn op het werk, raadplegen: http://www.beswic.be/nl/sector/construction/study_day?set_language=nl. Zowel voor de analyse van de arbeidsongevallenstatistieken (zie het artikel in NAVB info 54) als van de statistieken in verband met beroepsziekten kunnen we besluiten dat preventie en betere arbeidsposten erg belangrijk zijn om een vermindering van de arbeidsongevallen en beroepsziekten in onze sector te bereiken.
Rookverbod in de bouw? Deze wet van 22 december 2009, die in voege is getreden op 1 januari 2010, herneemt de principes rond roken op het werk uit het vroegere koninklijk besluit. Hierna volgt een opfrissing van de voornaamste principes.
Recht op werkruimten en sociale voorzieningen vrij van tabaksrook Het algemene principe dat iedere werknemer recht heeft op werkruimten en sociale voorzieningen die vrij zijn van tabaksrook, blijft gelden. Met ‘werkruimten’ wordt bedoeld elke arbeidsplaats, ongeacht of deze zich binnen of buiten een onderneming of inrichting bevindt en ongeacht of deze zich in een gesloten of open ruimte bevindt. Dit zijn bijvoorbeeld vergaderzalen, cabines van vrachtwagens, dienstwagens, hangars, opslagplaatsen en garages van een onderneming2. Daarnaast wordt ook elke open of gesloten ruimte binnen in de onderneming of inrichting waar de werknemer toegang toe heeft, beschouwd als werkruimte. Dit zijn bijvoorbeeld trappen, liften, gangen, inkomhal,…3 Werkruimten in de openlucht daarentegen vallen niet onder het toepassingsgebied van de wet. Werknemers die in de open-
2
lucht werken – met name arbeiders in de bouwsector – mogen dus nog altijd roken tijdens het werk. Ondanks deze uitzondering moet er in de bouwsector rekening mee gehouden worden dat de sociale voorzieningen tabaksvrij moeten zijn. In de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 2005 betreffende de humanisering van de arbeid, gesloten in het paritair comité voor het bouwbedrijf, wordt bepaald dat tussen rokers en niet-rokers de nodige afspraken gemaakt moeten worden en dit conform de wettelijke bepalingen4. Met sociale voorzieningen worden volgens de nieuwe wet zowel de sanitaire voorzieningen (toiletten, kleedkamers en dou-
ches5) als de refter en de lokalen voor rust en eerste hulp bedoeld. Belangrijk voor de bouwsector is dat het rookverbod ook geldt in de vervoermiddelen die de werkgever voor het gemeenschappelijk vervoer van en naar het werk ter beschikking van het personeel stelt.
Rookverbod en rol van de werkgever Het is aan de werkgever om roken te verbieden en ervoor te zorgen dat ook derden (klanten, leveranciers, ...) geïnformeerd worden over de maatregelen die hij toepast inzake het rookverbod. Elk element dat tot roken kan aanzetten of dat laat geloven dat roken toegestaan is, is verboden.
Rookkamer Naast de ruimten in open lucht waar roken toegestaan is, heeft de werkgever steeds de mogelijkheid om een rookkamer te voorzien binnen de onderneming, maar hiervoor moet het voorafgaande advies van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW), of, bij ontstentenis hiervan, van de syndicale delegatie, ingewonnen worden.
Een rookkamer is een ruimte die afgesloten wordt door wanden en een zoldering, waar gerookt mag worden en die uitsluitend bestemd is voor het roken. De rookkamer moet afdoende verlucht zijn of voorzien zijn van een rookafzuigsysteem dat de rook afdoende verwijdert. De toegang tot deze kamer tijdens de werkuren maakt het voorwerp uit van een regeling die na voorafgaand advies van het CPBW (syndicale delegatie) wordt vastgesteld. De gelijke behandeling van de werknemers staat centraal in deze regeling.
Sancties bij niet-naleving van de rookwet en de uitvoeringsbesluiten De werkgever is verantwoordelijk voor de naleving van de rookwet en zijn uitvoeringsbesluiten. De werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die de rookwet of zijn uitvoeringsbesluiten overtreden, worden gestraft met de straffen bedoeld in artikel 81 van de Welzijnswet6. De ambtenaren Toezicht op het Welzijn op het Werk zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van de rookwet. 1
2
3
4
5
6
Wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook Zie www.werk.belgie.be > Thema’s > Welzijn op het werk > Arbeidsplaatsen > Basiseisen > Bescherming tegen tabaksrook op het werk Zie www.werk.belgie.be > Thema’s > Welzijn op het werk > Arbeidsplaatsen > Basiseisen > Bescherming tegen tabaksrook op het werk Artikel 8 van de CAO van 10 februari 2005 (B.S. van 9 november 2006) Zie www.werk.belgie.be > Thema’s > Welzijn op het werk > Arbeidsplaatsen > Basiseisen > Bescherming tegen tabaksrook op het werk Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
2e trimester 2010 - Nr 55
© NAVB-CNAC 2010. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Sinds 1 januari 2006 heeft elke werknemer recht op werkruimten en sociale voorzieningen die vrij zijn van tabaksrook. In het koninklijk besluit van 19 januari 2005 betreffende de bescherming van werknemers tegen tabaksrook werd het principe van hoffelijkheid tussen rokers en nietrokers verlaten en vervangen door het recht van iedere werknemer op een rookvrije werkomgeving. Recent is er echter een nieuwe rookwet1 verschenen die dit koninklijk besluit opheft en het rookverbod op het werk en op gesloten plaatsen die toegankelijk zijn voor publiek, bevestigt.
navbinfo
Automatisch waarschuwingssysteem bij werken naast spoorwegen Om de arbeiders te beschermen die langs spoorwegen werken, is het erg belangrijk dat ze gewaarschuwd worden als er een trein in aantocht is. We kennen allemaal de traditionele menselijke seingevers, maar wist u dat er ook automatische waarschuwingssystemen bestaan?
© NAVB-CNAC 2010. Overneming met bronvermelding toegestaan.
De bouwonderneming CEI-De Meyer gebruikt een dergelijk systeem bij de vernieuwing van drie spoorbruggen in Duffel, een project van vier jaar in opdracht van Infrabel, waarbij ook twee bochten in de spoorlijn Antwerpen-Brussel rechtgetrokken zullen worden. Dat houdt in dat verschillende sporen omgelegd moeten worden. Verder omvat het project ook de vernieuwing van de perrons in het station van Duffel. Het systeem bestaat uit pedalen, waarschuwingslampen en hoorns die aan twee centrales zijn gekoppeld. Op 1 à 2 kilometer voor de werkplek zijn twee pedalen aan de binnenkant van de spoorstaaf aangebracht. Deze afstand is afhankelijk van de maximaal toegelaten treinsnelheid op dat spoor en moet toelaten om de arbeiders 30 seconden op voorhand te verwittigen van de aankomst van de trein. Wanneer het wiel de pedalen raakt, wordt de arm ervan naar beneden gedrukt en gaat er via kabels een signaal naar de centrale. Door gebruik te maken van twee pedalen is er niet alleen een extra veiligheid op de seingeving, maar kan de centrale ook de rijrichting van de trein bepalen en tellen hoeveel wielen er per spoor en per rijrichting voorbijgereden zijn. De centrale zet een licht- en geluidssignaal in werking. De arbeiders die langs de sporen werken, moeten dan onmiddellijk stoppen met werken en de hydraulische arm van eventuele bouwmachines naar beneden brengen en evenwijdig met de sporen opstellen.
Een pedaal aan de binnenkant van de spoorstaaf
Het geluidssignaal stopt automatisch na twee signalen. Het lichtsignaal wordt pas uitgeschakeld als de trein volledig voorbij de werkzone gereden is. Daarom wordt op 50 à 100 meter voorbij de werkzone een derde pedaal onder de spoorstaaf geïnstalleerd. Wanneer de trein hierover rijdt, gaat de arm naar beneden en zendt een signaal naar de centrale, die opnieuw het aantal wielen telt. Zodra de trein volledig voorbij is, gaan ook de zwaailichten uit en kan het personeel voortwerken.
2e trimester 2010 - Nr 55
Het systeem kan ook uitgerust worden met een draadloze zender/ontvanger met een licht- en geluidssignaal. Die kan gebruikt worden als er werken moeten uitgevoerd worden op plaatsen waar geen rechtstreekse kabelverbinding met de centrale mogelijk is. Het systeem met geluidssignaal kan zelfs in oorkleppen ingebouwd worden, maar dat is verboden in België.
Een opgeleide werknemer bij de centrales
aan personeel op en anderzijds zouden we zonder een beroep moeten doen op menselijke seingevers, wat erg duur is. Daarom hebben we als eerste aannemer
in België beslist om te investeren in een systeem voor onszelf. We zullen het in de toekomst zeker nog kunnen gebruiken bij andere projecten.”
Advertentie Waar geen zwaailichten vast opgesteld staan, kan een draadloze zender gebruikt worden
“Dit toestel bevat geen complexe software. Wanneer het systeem eenmaal geïnstalleerd is, gaat er zelden iets mee mis”, aldus projectleider Jean Michel Couvreur. “Bovendien zijn er een heleboel beveiligingen. Zo worden treinen door twee aparte pedalen aangekondigd, terwijl één pedaal strikt genomen voldoende is.” Het systeem geeft onmiddellijk een alarmsignaal bij elk defect. Ook wanneer een draadloze zender niet langer in verbinding staat met de centrale, gaat een alarmsignaal af. Na elke foutmelding moet het toestel opnieuw opgestart worden en controleert het zichzelf. “Totnogtoe waren alle foutmeldingen het gevolg van kabels en hoorns die door werken kapotgemaakt waren, niet van fouten aan het systeem”, vertelt Piet Timmerman, adjunct-preventieadviseur. “Bovendien beschikken we over een volledige reserve-eenheid om pannes snel op te lossen. Zes van onze arbeiders zijn door de producent van het systeem opgeleid om het systeem te kunnen plaatsen en bedienen. Er zijn altijd minstens twee opgeleide werknemers op de werf.” “De Minimel is een belangrijke investering, maar de aankoop kadert in ons veiligheidsbeleid. Omdat dit project over een lange termijn loopt, is de investering verantwoord. Vanaf februari 2010 zetten we de Minimel in bij het vernieuwen van de perrons”, vult de projectleider aan. “Het gebruik van een automatisch aankondigingssysteem was trouwens een eis van onze opdrachtgever Infrabel. Enerzijds vangt het systeem ons gebrek
3
navbinfo
Opleidings- en examenagenda
Wijziging betoelaging Ervaringsfonds
Open opleidingssessies VCA VCA ‘Basisveiligheid’ Nederlands: 21-22/06/2010 Frans: 14-15/06/2010 VCA ‘Operationeel Leidinggevenden’ Nederlands: 03/06 – 10/06 – 17/06/2010 - examen op 17/06/2010 om 13u
Maandelijkse examensessies voor VCA ‘Basisveiligheid’ en VCA ‘Operationeel Leidinggevenden’
Het Ervaringsfonds, een federale instelling die als doel heeft om oudere werknemers langer op de arbeidsmarkt te houden, heeft al heel wat ergonomische verbeteringen en competentiegerichte investeringen ondersteund in diverse ondernemingen. Ook bouwbedrijven die investeringen doen om oudere werknemers langer aan het werk te houden, kunnen een toelage aanvragen bij het Ervaringsfonds.
31/05/2010 om 10 u 21/06/2010 om 10 u 23/08/2010 om 10 u* 20/09/2010 om 10 u* 18/10/2010 om 10 u* 22/11/2010 om 10 u* 13/12/2010 om 10 u*
Interne kosten komen niet meer in aanmerking voor de berekening van de toelage Voor aanvragen die ingediend worden vanaf 1 april 2010 gelden gewijzigde betoelagingsregels betoelagingsregels. Om de continuïteit van het Ervaringsfondsprogramma te waarborgen met de beschikbare middelen, worden de toelages voortaan enkel berekend op grond van facturen facturen. De interne kosten kosten,, die het aantal interne werkuren en de daaraan verbonden uurlonen bevatten, vervallen als post in het nieuwe betoelagingsreglement.
Op die manier hoopt het Ervaringsfonds de werkomstandigheden van méér oudere werknemers te verbeteren via duidelijk aantoonbare investeringen. Meer uitleg hierover vindt u op www.ervaringsfonds.b www.ervaringsfonds.bee. Op de NAVB-website kunt u via een link op de startpagina het toelageaanvraagformulier voor bouw-KMO’s downloaden.
Al deze VCA-sessies (opleidingen en examens) vinden plaats op het NAVB in Brussel* * Het NAVB verhuist! Nieuw adres vanaf 28 juni: Koningsstraat 132/4 - 1000 Brussel Sessies voor coördinatoren Momenteel worden er geen sessies voor coördinatoren georganiseerd.
Publicaties NAVB – Verdelingsmodaliteiten De verdelingsmodaliteiten en de volledige lijst met onze publicaties staan op www.navb.be
Nr. 126
Werken op hoogte Arbeidsmiddelen per bouwberoep
www.navb.be
NAVB dossiers
ja
€ 5*
€ 7,50*
Laatste nummers: • dl. 122: Het motiveren van werknemers inzake welzijn, preventie en bescherming • dl. 123: Toepassing van de welzijnsreglementering op buitenlandse arbeidskrachten • dl. 124: Alcohol- en drugspreventie in de bouw • dl. 125: Arbeidsmiddelen voor het uitvoeren van werken op hoogte
NAVB info (per nummer)
ja
€ 2,80*
€ 3,50*
Beroepsmonografieën
Abonnement op NAVB info 2 010
nee
€ 15
€ 20
NAVB experts (Beroepsmonografieën)
nee
€ 7,50*
€ 11,20*
NAVB vademecums
nee
€ 30*
€ 40*
De signalisatie van de bouwplaatsen
nee
€ 10*
€ 12,50*
Dvd’s en cd-roms
nee
€ 100*
€ 130*
Publicaties
Gratis in pdf op www.navb.be ?
Prijs op papier Andere persoBouw of onder(PC 124) nen nemingen
* Administratiekosten niet inbegrepen
Enkele voorbeelden: • De schilder • De dakdekker • De polyvalente bouwvakker
NAVB vademecums • Gids voor de preventieadviseur van een KMO in de bouwsector • De veiligheids- en gezondheidscoördinatie van tijdelijke of mobiele bouwplaatsen – Toelichting bij de regelgeving
Gebruik deze bestelbon of bestel via onze website: www.navb.be
NAVB
In te vullen en terug te zenden naar het NAVB - Sint-Jansstraat 4 - 1000 BRUSSEL - Fax 02/552.05.05
Colofon
Leveringsadres:
Facturering: Bouw (PC 124)/Andere sectoren (*)
Naam:..................................................................................................................................................................................
Naam onderneming: ...........................................................................................................................................
Redactie: Adres: ........................................................................................................................................ Nr:................................
Adres: ........................................................................................................................................ Nr:................................
✂
Postnummer: ................................ Gemeente: .............................................................................................. Postnummer: ................................. Gemeente: ................................................................................................ Tel.: ................................................................................ Handtekening: ...............................................................
RSZ-nr: ....................................................................................... BTW-nr: ................................................................ Tel.: ...................................................................................... Fax:
.................................................................................
(*) Schrappen wat niet past
Aantal Gewenste publicatie(s) :
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
(tegen betaling)
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
4
NAVB info is een driemaandelijks informatieblad van het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf (ook beschikbaar in het Frans onder de titel “CNAC info”). Luc Christiaens, Christian Depue, Veerle De Saedeleer, Carl Heyrman, Nancy Lambrecht, Véronique le Paige, Isabelle Lootens, Emmy Streuve, Isabelle Urbain, Arlette Vandenhoute, Nicolaas Van Leeuwen, Evy Vinck
Verantwoordelijke uitgever: Carl Heyrman - Sint-Jansstraat 4 – 1000 Brussel De uitgever is niet verantwoordelijk voor de inhoud van advertenties. Het redactiecomité van NAVB info streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie. Zij kan er echter niet aansprakelijk voor worden gesteld. De reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van de uitgever en duidelijke bronvermelding.
Informatie en abonnement: NAVB – Sint-Jansstraat 4 – 1000 Brussel Tel.: 02/552.05.00 – fax: 02/552.05.05 E-mail :
[email protected] Website: www.navb.be
Opmaak en drukwerk:
2e trimester 2010 - Nr 55
© NAVB-CNAC 2010. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Binnenkort gratis op onze website: het nieuwe NAVB dossier
NAVB dossiers
De bouw,
ons werk, ons leven
bij Bijlage info NAVB 55 nr.
DRIEMAANDELIJKS INFORMATIEBLAD OVER VEILIGHEID, GEZONDHEID, WELZIJN EN MILIEU VOOR WERKGEVERS EN WERKNEMERS UIT DE BOUWSECTOR • nr. 31
Steigers op ladderklampen blijven een zorgenkind deze eis voldaan worden als alle elementen van de steiger (ladders, klampen, vloerelementen, leuningen…) afkomstig zijn van dezelfde leverancier.
Steigers op ladderklampen worden nog steeds zeer vaak gebruikt, vooral door dakwerkers. Veelal gaat het ook om steigers die niet reglementair zijn. Wij hebben het in deze kolommen al tot vervelens toe herhaald: ook een steiger op ladderklampen wordt door de Belgische reglementering beschouwd als een steiger (koninklijk besluit van 31.08.2005). Dit betekent dat alle voorschriften die van toepassing zijn op het gebruik van steigers ook gelden voor steigers op ladderklampen. We zetten ze nog even op een rijtje. Allereerst moet voor elke steiger een berekeningsnota opgesteld worden. Dit is al een eerste moeilijkheid voor de overgrote meerderheid van alle steigers op ladderklampen die momenteel gebruikt worden. Meestal zijn de samenstellende elementen afkomstig van verschillende leveranciers, waardoor het bijna onmogelijk is om een degelijke berekeningsnota met vermelding van de maximale belasting op
Omdat steigers op ladderklampen veelal gebruikt worden door dakdekkers, is het ook belangrijk om op te merken dat een steiger op ladderklampen enkel gebruikt mag worden als werkplatform en nooit als opvangvloer. Ten slotte moet ook voldaan worden aan de opleidingsvereisten, zowel voor de arbeiders die op de steiger werken en de arbeiders die de steiger monteren als voor de bevoegde persoon montage.
te stellen. Bovendien moeten de montage- en de gebruiksinstructies voor elke steiger, en dus ook voor steigers op ladderklampen, aanwezig zijn op de werf. Een recent ongeval met twee zwaargewonden heeft nog eens op een pijnlijke manier de noodzaak van deze wettelijke bepaling aangetoond. Het ongeval werd veroorzaakt doordat één van de steunladders afbrak.
De gebruikershandleiding, de berekeningsnota en het op- en ombouwschema moeten beschouwd worden als een keuringsattest van het hefwerktuig. Ze moeten altijd aanwezig zijn bij de steiger. In de praktijk kan enkel aan
In het geval van steigers op ladderklampen zijn de arbeiders die op de steiger werken en de arbeiders die de steiger monteren bijna altijd dezelfde personen. Al deze personen, ongeacht hun ervaring, moeten een opleiding volgen die beantwoordt aan de eisen uit artikel 18 van het KB van 31 augustus 2005.
Steigers op schragen Er worden nog altijd vaak steigers op schragen gebruikt voor kleinere bouwwerken of werken waarbij een werkvloer op een beperkte hoogte nodig is, zoals een plafond schilderen of pleisteren… Vroeger bevatte het ARAB regels in verband met het gebruik van steigers op schragen, maar deze regels werden opgeheven en vervangen door een KB uit 2005.
© NAVB-CNAC 2010. Overneming met bronvermelding toegestaan.
De oude regelgeving Vroeger werd het gebruik van steigers op schragen geregeld door artikel 454 van het ARAB. Dit artikel bepaalde onder andere dat het verboden is om schraagstellingen te gebruiken die : • meer dan twee rijen opeengeplaatste schragen tellen ; • hoger zijn dan 3 meter ; • of opgesteld zijn op hangende stellingen.
De nieuwe regelgeving Dit artikel uit het ARAB werd opgeheven bij KB van 31.08.2005 en vervangen door de algemene bepalingen uit dit KB betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte. Ook schraagstellingen moeten voldoen aan de bepalingen van dit KB. Concreet betekent dat het volgende: • De personen die de steiger opbouwen en/of gebruiken, moeten hiervoor de nodige instructies ontvangen hebben. De steiger moet ook gecontroleerd worden op gebruiksgeschiktheid en vrijgegeven worden voor
www.navb.be > campagne
gebruik door een bevoegd persoon, die aangeduid werd door de werkgever. • De gebruiksinstructies en het montageplan van de steiger moeten altijd ter beschikking zijn op de bouwplaats. Als de montage op de werf afwijkt van wat de constructeur in zijn gebruiksinstructies opgenomen heeft, moet ook een berekeningsnota beschikbaar zijn.
• Op de werkvloer wordt een doorgang vrijgelaten voor de metsers, waardoor het gewicht van de mortelbakken en de stenen geconcentreerd wordt op de buitenste planken.
Aandachtspunten Hoewel de letterlijke toepassing van het KB van 2005 voor het gebruik van steigers op schragen bij de meeste gebruikers als overdreven overkomt, leert de praktijk dat ook aan deze steigers de nodige aandacht besteed moet worden. Voornamelijk bij metselwerken nemen gebruikers soms risico’s zonder zich ervan bewust te zijn. Hieronder vind je een overzicht van de meest voorkomende fouten: • De schragen worden vaak overbelast, wat de stabiliteit in het gedrang kan brengen. De gebruiker vergeet al snel dat de schragen meestal maar geschikt zijn voor een belasting tot 500 kg. Als er bijvoorbeeld twee metsers (samen 150 kg), één bak mortel van 200 liter (300 kg) en een halve pallet metselstenen (800 kg) op de stelling staan, is de totale toelaatbare belasting van 2 x 500 kg ruim overschreden.
Zorg ervoor dat het gewicht verdeeld is over de volledige breedte van de steigervloer
• De afstand tussen de schragen is dikwijls te groot. Vaak zijn de gebruikte stellingplanken met andere woorden niet geschikt voor de overspanningen. Als de aangebrachte belasting een duidelijk zichtbare doorbuiging van de planken veroorzaakt, is dit meestal een indicatie dat de draagkracht van de planken overschreden is.
vervolg pagina 3
1
www.navb.be
Werken op daken op een daksteiger Veilig werken op hoogte moet altijd gebeuren vanaf een stevige, veilige werkvloer. Een goede werkvloer maken op een schuin dak is niet altijd even gemakkelijk. Bovendien mag daarbij niet uit het oog verloren worden dat de dakwerken meestal een groot oppervlak beslaan en dat de werkvloer bijgevolg regelmatig verplaatst moet worden. Omwille van de waterdichtheid van het dak moeten de pannen of leien elkaar overlappen en moet het dak dichtgelegd worden van beneden naar boven. Zo wordt een vlak oppervlak gecreëerd, waarop de dakwerker weinig houvast heeft en waar hij gemakkelijk af kan glijden.
Werken vanaf een ladder of vanaf de panlatten Het dak kan relatief veilig dichtgelegd worden vanaf een ladder, die plat op het dak wordt gelegd. Daarbij moet wel een goed steunvlak beschikbaar zijn voor de ladder en moet de ladder regelmatig verplaatst worden, zodat de dakwerker altijd binnen handbereik kan werken.
evenwichtsverlies zeer reëel bij werken vanuit deze gebukte houding.
Werken vanaf een daksteiger Om deze problemen op te lossen en de werken veiliger te maken, werden technische hulpmiddelen op punt gesteld. Op twee ladders die op het dakvlak rusten, kunnen consoles gemonteerd worden die de werkvloer dragen. • Als steunconsole voor de werkvloer kunnen ladderklampen gebruikt worden. • Er kunnen ook beweegbare consoles gebruikt worden, die over de twee ladders of op twee draagbalken lopen en die manueel of elektrisch aangedreven worden.
Daksteiger op beweegbare console met manuele bediening
Daksteiger op ladderklampen
Een minder veilig alternatief is om over de panlatten te lopen en de lagergelegen vlakken af te werken vanuit een hogergelegen positie, met alle risico’s vandien. Helaas is het risico op
De consoles kunnen uitgerust zijn met leuninghouders. In dat geval kan de werkvloer eenvoudig voorzien worden van een leuning, die de gebruikers van de steiger moeten behoeden voor een eventuele val. Het is belangrijk dat werknemers ook de beperkingen van het systeem kennen, zodat ze geen vals gevoel van veiligheid krijgen en zodat elk foutief gebruik uitgesloten wordt.
Daksteiger en verdeling van leien op de panlatten
• De samenstellende elementen zijn meestal groot en onhandig, waardoor ze moeilijk manueel gemanipuleerd en geplaatst kunnen worden. Om het geheel op een veilige manier te installeren is een kraan nodig. • Bij steile dakhellingen moet ervoor gezorgd worden dat het evenwicht van de hele constructie gewaarborgd blijft. Dit betekent dat het werkplatform in de laagste gebruiksstand niet in uitkraging mag staan ten opzichte van het steunvlak van de ladder. Anders zou het geheel kunnen kantelen wanneer het platform belast wordt. Indien nodig moeten de ladders bovenaan verankerd worden. • Bij het opstellen van het werkplatform moet ervoor gezorgd worden dat het horizontaal staat, zodat de leuning verticaal staat. De leuning mag in geen geval naar buiten hellen. • De leuning dient om te verhinderen dat de gebruiker valt, niet om een persoon op te vangen die van het dak afschuift. Daar is ze niet op berekend. • Ook de haken en de bevestiging ervan zijn niet uitgerust om een vallende persoon tegen te houden. Onafhankelijk van de daksteiger moet dus ook een degelijke, aparte valbescherming voorzien worden. Hiervoor kunnen we verwijzen naar de publicaties en de normen in verband met ‘randbeveiliging’. • Voor de toegang tot het platform moet een aparte ladder voorzien worden. Er moet vermeden worden dat de werknemers het platform te dikwijls moeten betreden en verlaten. • Als er ladderklampen gebruikt worden, is het zeker aangewezen om het werkplatform
volledig vrij te maken van alle materiaal en materieel voor het naar een hoger niveau verplaatst wordt. Met een elektrisch aangedreven systeem kan het platform wel verplaatst worden zonder het eerst vrij te maken. Met dit systeem kan ook vermeden worden dat de werknemers het platform telkens moeten verlaten. • De draagladders rusten op haken die met schroeven of nagels op de kepers bevestigd zijn. Bij renovatiewerken of herstellingswerken aan daken moet de kwaliteit van de kepers en van de bevestiging van de haken zeker gecontroleerd worden. • De haken en de bevestiging ervan zijn niet bedoeld om grote lasten te dragen. Er moet dan ook vermeden worden om te grote hoeveelheden materiaal op het werkplatform te plaatsen. Het is veiliger om het gewicht te verdelen en de pannen of leien over meerdere rijen panlatten te verdelen.
Regelgeving Ook voor daksteigers zijn de bepalingen van het KB van 31 augustus 2005 ‘Werken op hoogte’ van toepassing. Dit KB bepaalt dat : • de instructies voor de opbouw en het gebruik en eventueel een berekeningsnota op de werf beschikbaar moeten zijn; • de werknemers die de steiger gebruiken of monteren, demonteren… de nodige opleiding gekregen moeten hebben; • een bevoegd persoon de steiger moet controleren en vrijgeven voor gebruik.
vervolg van pagina 1
Steigers op schragen © NAVB-CNAC 2010. Overneming met bronvermelding toegestaan.
• De schragen worden soms te kort bij elkaar gezet, waardoor de oversteek van de planken te groot is. De planken worden zelden vastgelegd. Ze kunnen omhoog gelicht worden wanneer de uitkraging belast wordt. • Soms wordt de stelling verhoogd met een tweede niveau schragen. Hierbij wordt vaak uit het oog verloren dat het gewicht van de schragen en de belasting die erop staat niet over het hele oppervlak van de onderliggende planken verdeeld wordt, maar volledig gedragen wordt door de twee planken waarop de schraagpoten opgesteld zijn. Deze belasting overtreft dikwijls de draagkracht van de planken. • De toegang tot de schraagstelling is niet altijd even veilig, waardoor de schraag met een horizontale kracht belast kan worden, terwijl dat niet voorzien is. • Schraagstellingen zijn zelden uitgerust met een leuning of kantplank. Ze zijn niet geschikt als opvangplatform.
www.navb.be > campagne
• Schragen worden dikwijls op metselblokken opgesteld of met blokken verhoogd… Samen met de montage-instructies van de constructeur en de opgeheven bepalingen van artikel 454 van het ARAB vormt dit lijstje met veelvoorkomende fouten een handig hulpmiddel bij het opmaken van de gebruiksinstructies, die krachtens het KB beschikbaar moeten zijn op de werf.
Gebruiksinstructies voor steigers op schragen • Gebruik altijd schragen van hetzelfde type. • Controleer de schragen op zichtbare gebreken, zoals scheuren of roestvorming in de lasnaden, vervormde poten… • Plaats de schragen loodrecht op de muur die gemetst moet worden. • Let erop dat de steunelementen een goed contact hebben met de grond. Voorzie bij een
Gebruik bij een grotere overspanning een extra schraag
opstelling op losse grond een degelijk steunvlak, zoals een gordingbalk. • Plaats geen stellingen op stenen of op blokken. • Respecteer de richtlijnen van de producent in verband met de toegestane hoogte van de verstelbare schragen. • Plaats nooit meer dan twee rijen schragen boven elkaar. Dat is enkel toegelaten bij gewone, niet-verstelbare schragen. De balken die de schraag dragen, moeten indien nodig verstevigd worden.
• Plaats het werkplatform op twee of meer schragen en zorg ervoor dat het horizontaal ligt. • Gebruik op de stelling alleen planken die in goede staat zijn. • Zorg ervoor dat de planken goed op elkaar aansluiten en vrij zijn van alle verontreinigingen die een val kunnen veroorzaken, zoals modder, ijzel of sneeuw. Hou het werkoppervlak vrij van afval en puin. • Pas de breedte van de werkvloer op de stelling aan aan de afmetingen van de schraag (de afstand tussen de steunpunten). De werkvloer moet een minimumbreedte van 80 cm hebben. • Hou rekening met de maximale belasting van de werkvloer op de stelling, zowel de belasting van de schragen als die van de gebruikte planken. • Verdeel het opgeslagen materieel gelijkmatig over de volledige lengte en breedte van de stelling. Beperk de werkvloer tot het gedeelte tussen de schragen en belast het uitkragende gedeelte niet.
3
Veilig werken op pylonen
2
Voor verschillende werksituaties blijft valbescherming bij werkzaamheden op hoogte geanimeerde discussies uitlokken. De regelgeving geeft duidelijk de voorkeur aan het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen. Bij werkzaamheden op pylonen is dit echter geen evidentie, meer nog: persoonlijke valbeveiliging is meestal de enige mogelijkheid. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is echter gebonden aan strikte voorwaarden, zoals het gebruik van een aangepast valharnas, de beveiliging tijdens het aanpikken aan een ander verankeringspunt en de aanwezigheid van voldoende beschikbare ruimte onder het werkoppervlak, zodat iemand tijdens een val de begane grond of andere voorwerpen niet kan raken.
Type valharnas We kunnen het niet genoeg herhalen: een heupgordel mag enkel en alleen gebruikt worden om je te positioneren, met andere woorden om je op een bepaalde plaats vast te houden. Een heupgordel mag dus nooit gebruikt worden als persoonlijke valbeveiliging; daarvoor heb je een valharnas nodig. Maar er is meer. Het ene valharnas is het andere niet. Daarom is het belangrijk dat je de val-
Het gebruik van twee vanglijnen is een noodzaak
belasting) verminderd worden, maar waardoor de valafstand ook toeneemt. Bij een vanglijn van 1,5 meter lang kan de valafstand door het uitscheuren van de valdemper gemakkelijk met 2 meter toenemen. Rekening houdend met de lichaamslengte van de vallende persoon is een totale vrije ruimte van minstens 5 meter onder het werkoppervlak noodzakelijk. Om die reden kan het aangewezen zijn vanglijnen te gebruiken met een valdemper die maximaal 40 cm kan uitscheuren.
factor van het harnas kent. Een valharnas met factor nul mag alleen gebruikt worden als de vanglijn aan een verankeringspunt boven het hoofd van de gebruiker wordt vastgemaakt. Als het verankeringspunt zich op schouder- of heuphoogte bevindt en de vanglijn horizontaal gespannen staat, moet een harnas met valfactor één gebruikt worden. Als het verankeringspunt zich onder de gebruiker bevindt, is een harnas met valfactor twee aangewezen.
Vrije ruimte bij een eventuele val Een vanglijn die gebruikt wordt tijdens werkzaamheden op pylonen, is altijd uitgerust met een valdemper. De bedoeling hiervan is om de krachten te beperken die bij een val worden uitgeoefend op het lichaam. Bij een val scheurt de valdemper uit, waardoor de krachten (schok-
1
Gebruik van twee vanglijnen Het grote nadeel van persoonlijke valbeveiliging is dat er geen bescherming is op het ogenblik dat de vanglijn wordt vastgemaakt
aan een ander verankeringspunt. Daarom is het noodzakelijk om een harnas te dragen dat uitgerust is met twee vanglijnen, zodat de tweede vanglijn vastgemaakt kan worden voordat de eerste losgekoppeld wordt.
Besluit Vooraleer over te gaan tot het gebruik van persoonlijke valbeveiliging moet bijzondere aandacht besteed worden aan de specifieke werksituatie en aan de mogelijke verankeringspunten. Zowel de keuze van het harnas als van het type vanglijn worden hierdoor bepaald. Voor het uitvoeren van werkzaamheden op pylonen is het gebruik van twee vanglijnen een noodzaak. Zonder tweede vanglijn kan de veiligheid immers niet altijd gewaarborgd blijven.
Valgevaar bij pleisterwerken Feiten Op vraag van een bouwheer voeren twee arbeiders van Poolse afkomst bezettingswerken uit in een particuliere woning. Eén van deze twee arbeiders valt van een zekere hoogte, raakt ernstig gewond en overlijdt.
Op het ogenblik van het ongeval bevond het slachtoffer zich helemaal bovenaan op een ladder. Terwijl hij daar de bepleistering aan het gladstrijken was, was de ladder een beetje onderuit geschoven, waardoor de steunpunten bovenaan de muur niet meer raakten.
Het slachtoffer had twee ladders schuin gezet, er een plank tussen geplaatst en die constructie als stelling gebruikt. Ook had hij in de trappenhal een constructie gemaakt door een ladder horizontaal over het trapgat te plaatsen en daar twee planken op te leggen.
Inbreuken Bij het onderzoek ter plaatse stelde de inspecteur van het Toezicht op het Welzijn op het Werk (TWW) de volgende wettelijke inbreuken vast: • Voor pleisterwerken is een ladder een nietaangepast arbeidsmiddel (inbreuk op artikel 3 van het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen). • Er bestond een risico op een val van een hoogte van meer dan twee meter en er waren geen collectieve beschermingsmaatregelen getroffen (inbreuk op artikel 434.7.1 van het ARAB). • Er bestond een risico op een val van een hoogte van meer dan twee meter, er waren geen collectieve beschermingsmaatregelen getroffen en dergelijke werkzaamheden konden onder veilige omstandigheden uit-
Valgevaar bij pleisterwerken
gevoerd worden door bijvoorbeeld gebruik te maken van een aangepaste stelling (inbreuk op artikel 434.6.1 van het ARAB). De inspecteur voegde eraan toe dat op een oneigenlijke manier gebruik gemaakt werd van een ladder. Een ladder mag niet horizontaal geplaatst worden om er al zittend of staand een of ander werk op uit te voeren. Een ladder is met andere woorden geen aangepast arbeidsmiddel voor dergelijke werkzaamheden.
Gevolgen In zijn hoedanigheid van werkgever werd de bouwheer strafrechtelijk vervolgd en schuldig bevonden aan onder meer de hierboven vermelde inbreuken. De arbeiders aangepaste stellingen doen gebruiken, ervoor zorgen dat de werk- en loopvlakken met collectieve beveiligingselementen worden uitgerust en dat (de meest) doeltreffende veiligheidsmaatregelen worden getroffen om de val van de arbeiders te voorkomen, worden door de bevoegde rechter beschouwd als essentiële werkgeversverplichtingen waaraan de bouwheer in casu niet heeft voldaan. Bron: vonnis van 5 mei 2008, rechtbank van eerste aanleg, Dendermonde
De Campagnekrant is een initiatief van het NAVB, in samenwerking met ACV Bouw en Industrie, de Algemene Centrale ABVV, de Confederatie Bouw, Bouwunie, ACLVB en FeMa Een initiatief van:
In samenwerking met:
Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf Sint-Jansstraat 4 1000 Brussel
4
Tel.: 02 552 05 00 Fax: 02 552 05 05
E-mail:
[email protected] Website: www.navb.be www.navb.be > campagne