VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 33 NUMMER 21 21 december 2007
topkader Uiterlijk april op post Foto: Flip Franssen
We liggen goed op schema, zegt Emile Lohman, voorzitter Raad van Bestuur. Voor het kerstreces wil hij graag laten zien wat er zoal speelt rond het verbeterproces. De indeling van medische afdelingen is nagenoeg rond en de benoeming van afdelings hoofden en werving van bedrijfsleiders in volle gang. Uiterlijk april zal het nieuwe topkader zijn post bezetten. J a n n i e M e u sse n
N i e u w j a a rsrecep t i e Donderdag 3 januari, vanaf 16.00 uur, auditorium
Met welke medische afdelingen gaan we verder? Afdelingshoofden konden daar tot vorige week voorstellen voor indienen. Er zullen straks zo’n veertig tot vijftig afdelingen zijn met een eigen afdelingshoofd, die zich laten bijstaan door een bedrijfsleider. Voor een deel zijn het de bestaande afdelingen, maar er zijn ook voorstellen ingediend om kleinere afdelingen samen te voegen tot grotere werkeenheden. ‘Wij gaan nu kijken of ze voldoen aan de criteria.’ Voor de kerst legt de RvB een voorgenomen besluit over de indeling voor aan de OR. Die is overigens goed voorbereid op zijn taak, de OR-leden hebben een training gevolgd om het verbeterproces zo goed en kritisch mogelijk te kunnen volgen. Binnen de raad is een regiegroep van zes leden gevormd, die intensief contact onderhoudt met de RvB en de kerngroep, die achter de schermen de plannen mee uitwerkt.
Deze maand heeft Emile Lohman ook alle afdelingshoofden toegesproken. Zij zijn nu demissionair en kunnen worden herbenoemd als afdelingshoofd nieuwe stijl. ‘Een aantal heeft aangegeven de uitdaging niet te willen aangaan. Met afdelingshoofden die twijfelen gaan we in gesprek. Er was veel onvrede in huis over de kwaliteit van leidinggevenden. We willen dus goede mensen op deze sleutelposities. Alle te benoemen functionarissen doen mee aan een assessment. De functie van afdelingshoofd wordt veel zwaarder. Zij krijgen voor hun afdeling de totale verantwoording over het samenhangende beleid van de drie kerntaken patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek, de organisatie, inrichting en bedrijfsvoering.’ De RvB heeft medewerkers breed uit de organisatie laten meedenken over de gewenste invulling van de nieuwe functies. ‘Daarvoor hebben we een aantal sessies gehouden met telkens circa 15 medewerkers, onder leiding van de assessor. Deze heeft zo een goed beeld gekregen, wat ‘het huis’ van het afdelingshoofd verwacht.’ De assessments starten eind december en lopen door tot begin februari. Daarbij zal vooral gekeken worden waarin de betrokken afdelingshoofden zich de komende jaren kunnen verbeteren. Eind maart is duidelijk wie de nieuwe afdelingshoofden worden. Inmiddels is ook de campagne gestart voor de werving van bedrijfsleiders (zie pagina 5). Voor de werving, selectie en het begeleidingstraject dat erop volgt zijn twee projectdirecteuren aangesteld (zie foto). Manon Vos, manager bedrijfsvoering CUKZ, richt zich op de bedrijfsleiders en Jeroen Kreuger op de afdelingshoofden. Zij zullen nauw samen werken, want de functies hebben veel met elkaar te maken. Het is immers de bedoeling dat afdelingshoofden en bedrijfsleiders straks goed geöliede tandems gaan vormen. n
voor management
nemerschap
e voor mensen
eren
Bedrijfsleider
kkelen
nwerken
Bekijk de vacature op
www.umcn.nl
Pagina 5 Bedrijfsleiders gevraagd
Pagina 6 ‘Ouderen: lijm in onze samenleving’
Pagina 8 Sneldiagnostiek bij pulmonale hypertensie. Een reportage
Pagina 13 Prof.dr. Dirk Ruiter treedt terug als decaan en vicevoorzitter RvB
r a dbode 2 1 - 2 0 0 7
inhoud 3
agenda 13
Beleid
Oecumenische vieringen Zondag 23 december
• Nachtinzet traumahelikopter is veilig én noodzakelijk
Onderwijs Prof.dr. Dirk Ruiter treedt terug
• Radboud verbetert communicatie met huisartsen
Ook in zwaar weer zette hij consciëntieus zijn taak voort.
10.00 uur personeelsrestaurant, 4e Advent, oecumenische Viering van Schrift en Tafel. Voorganger pastor Ries van de Sande.
anagement
chap
ensen
Beter worden
5 Bedrijfsleiders gevraagd Bedrijfsleider Voor de werving van bedrijfsleiders is een speciale campagne gestart. Tot 21 januari kunnen interne kandidaten solliciteren. Bekijk de vacature op
8
Reportage Pulmonale hypertensie Bij diagnostiek en behandeling van deze ernstige, progressief verlopende ziekte speelt de specialistische verpleegkundige een belangrijke rol.
10
Dinsdag 25 december
15
Eerste Kerstdag 15.00 - 17.00 uur. Anime Gemelle kerstliederen bij de kerststal (hoofdingang).
Het betoog
Zondag 30 december
Humor als verpleegkundige interventie
www.umcn.nl
Onderzoek Oratie prof.dr. Jan Kremer Pleidooi voor één virtueel ziekenhuis rondom de patient.
Maandag 24 december 20.00 uur personeelsrestaurant Kerstavond, oecumenische Kerstviering - Kerstoratorium ‘Als appelbloesem in de winter’. Voorgangers: pastor Els Groeneveld en pastor Jacques de Groot.
‘Humor in de zorg is van groot belang voor zowel de patiënt als de verpleegkundige.’ Een betoog van verpleegkundige Sanne Bogers.
10.00 uur personeelsrestaurant, oecumenische Viering van Schrift en Tafel. Voorganger: pastor Wim Smeets.
Zondag 6 januari 10.00 uur personeelsrestaurant, oecumenische Viering van Schrift en Tafel. Voorganger: pastor Ans Bertens.
En verder...
PAOG
Nieuwsladder In bedrijf ‘Ouderen zijn de lijm in onze samenleving’, het moment Eerste inschrijving kwaliteitsregister, facelift centrale hal Betere afweer in huid is risicofactor voor psoriasis, prijzen/benoemingen Advertenties Column buitenland IM, VENI-subsidies, mensen PIP Nieuws, ingezonden Basisscholieren organiseren kerstmarkt voor Kinderhartcentrum
3 4 6 7 11 12 13 14 15 16
Voor alle cursussen en meer informatie: www.umcn.nl/paog.
10 januari Is er een ‘psychiatrisch’ brein? De rol en betekenis van de hersenen in het psychiatrisch ziektebeeld.
18 januari Palliatieve zorg en rouwverwerking bij kinderen.
17 en 25 januari Vaardigheden in de gerontopsychiatrie; verplichte kost voor algemeen geriaters.
24 januari Grenzen verleggen! Oefentherapie bij neurologische aandoeningen.
kunst
24 en 25 januari Cerebrale parese. Stand van zaken en nieuwe ontwikkelingen.
25 januari Cursus Heupprothesiologie. Bestemd voor assistenten in opleiding tot orthopedisch chirurg.
28 januari Avondcyclus Jeugdgezondheidszorg 2008 ‘Het slappe kind’.
Overig 3 januari Nieuwjaarsreceptie, vanaf 16.00 uur in het auditorium
21 januari
Maria Diduch, Witte Jassen. Waar zijn de Witte Jassen van Maria Diduch gebleven? Omdat een raam van de grote glazen pui van het Onderwijsgebouw Medische Wetenschappen een paar keer uit zichzelf barstte in duizenden kleine stukjes, zonder overigens uit het kozijn te vallen, dienden de mensen voor hun veiligheid uit de buurt te worden gehouden. Vijf stuks van deze jassen werden aan gekocht en voor het raam geplaatst. Naast hun functie waren ze zowel binnen als van buitenaf goed zichtbaar, zonder de transparantie van het gebouw aan te tasten. En dit alles op passende wijze. De witte jassen refereren nogal evident aan de beroepskledij van artsen en verplegend personeel. Intussen heeft hun doorschijnendheid het aspect van verschijnen en verdwijnen: de arts wordt ingeroepen wanneer die voor de gezondheid van de patiënt nodig is maar in de verwachting dat
Foto: Jan van Teeffelen
hij verdwijnt wanneer die opknapt. Tegelijk verwijst de fragiliteit van deze kunstwerken – door de kunstenaar volgens een eigen procédé, van papier gemaakt en op een ijzeren geraamte gedrapeerd – naar het ‘kwetsbare gegeven’, de broosheid van het leven en naar de zorg ervoor. Door hun functie konden de Witte Jassen hier ook op een andere manier gelezen worden: de kwetsbaarheid van de ramen bestrijden met de kwetsbaarheid van de kunst. Na iets meer dan een jaar daar te hebben gestaan, lijkt het er echter op dat de jassen het probleem van de ramen hadden overgenomen: op een onbegrijpelijke wijze zijn zij beschadigd geraakt. En de kunstenaar gevraagd ze te restaureren, zijn ze nu enige tijd niet te zien. Daan Van Speybroeck
2
Scholing ‘De rol van voeding bij de preventie en de behandeling van decubitus’ door Jacqueline van den Broek, diëtist. Tijd en locaties: 14.00 uur – 15.30 uur in leslokaal fysiotherapie, route 645. Inschrijven:
[email protected].
27 januari Francine van der Heijden en Gerard Bierman, zang en piano. Soeterbeeck concert om 15.30 uur in Studiecentrum Soeterbeeck in Ravenstein. Voorafgaand aan het concert kan men genieten van een High Tea, reserveren verplicht. Reserveren kaartjes/High Tea:
[email protected] of 0486 – 41 74 50.
r be leid a dbode 2 1 - 2 0 0 7
Nachtinzet traumahelikopter is veilig én noodzakelijk Het vliegen met de traumahelikopter in het donker is veilig en verantwoord. Ook is er veel behoefte aan deze manier van acute zorgverlening. Dit blijkt uit de pilotstudie die vanuit het UMC St Radboud/Traumaregio Oost is uit gevoerd. Een jaar lang vloog het Nijmeegs Mobiel Medisch Team dag én nacht met de traumaheli. Op 17 december zijn de resultaten van het nacht vliegen overhandigd aan het Ministerie van VWS.
G i js M u n n i chs
Op verzoek van het Ministerie van VWS startte het UMC St Radboud/Traumaregio Oost (TRO) een jaar geleden met de ‘nachtvluchten’ (tussen 19.00 en 07.00 uur). ‘Uit deze pilotstudie blijkt dat de traumaheli zonder problemen dag en nacht inzetbaar is’, aldus Lucien Engelen, hoofd Bureau Traumazorg. ‘Veilig vliegen in het donker vraagt natuurlijk om een zorgvuldige voorbereiding. De verpleegkundige van het Mobiel Medisch Team (MMT)
fungeert daarom ook als navigator. Hij is hiervoor speciaal opgeleid. De piloot en de navigator beschikken over speciale nachtkijkers om goed zicht te hebben.’ Het recente ongeluk met de Apache, die een hoog spanningsmast raakte, blijft een ongeluk, aldus Engelen: ‘Bij Defensie zullen ze zeker de beste voorbereidingen hebben getroffen. Ook bij de traumaheli doen we dat door goede opleidingen van de piloot en de navigator, en door gebruik van de nachtkijkers.’ Het MMT dat de helikopter bemant, bestaat uit een gespecialiseerde arts, een gespecialiseerde verpleegkundige en een piloot. Dit team geeft ter plekke medischspecialistische zorg aan slachtoffers van ernstige ongevallen. Het MMT werkt samen met hulpdiensten zoals ambulancezorg, politie en brandweer. ‘Ook in het donker verloopt deze samenwerking prima’, zegt Engelen. ‘Het medisch team is evengoed als overdag in staat om mensen in levensbedreigende situaties te helpen.’
350 nachtvluchten Uit de pilot blijkt dat er veel behoefte is aan MMT-zorg in het donker. Engelen: ‘De heli is het afgelopen jaar circa 350 keer ’s nachts ingezet. Dat is minder dan overdag, maar nog altijd aanzienlijk.’ De pilot is vanuit het UMC St Radboud/TRO uitgevoerd, maar levert inzichten op voor de traumacentra in heel Nederland. Er zijn vier centra die gebruik maken van een traumaheli. Er is berekend dat de behoefte in Nederland tussen 1000 en 1200 nachtvluchten per jaar is. ‘De pilot duurde echter te kort om wetenschappelijk aan te tonen of het nachtvliegen leidt tot gezondheidswinst voor patiënten’, aldus traumatoloog prof.dr. Arie van Vugt. In het voorjaar van 2008 zal minister Klink (VWS) beslissen over het structureel inzetten van nachtvluchten, de omvang daarvan en de locaties. ‘De resultaten laten zien dat de nachtvluchten veilig zijn en praktisch uitvoerbaar’, zegt Engelen. ‘We moeten wel realiseren dat het veel geld kost. Ik heb er het volste vertrouwen in dat de minister besluit een landelijk dekkende MMT-voorziening neer te zetten, met traumaheli’s die dag en nacht inzetbaar zijn.’ Tot die tijd blijft de traumahelikopter 24 uur per dag vanaf vliegbasis Volkel vliegen. n De piloot en de navigator beschikken over speciale nachtkijkers om goed zicht te hebben. Foto: Paul van Laere
Het rapport van de pilotstudie is in te zien via www.tro.nl.
Radboud verbetert communicatie met huisartsen Het Radboud gaat de communicatie met huisartsen verbeteren. Medio januari krijgen huisartsen in het hele land voortaan alle opname- en ontslag berichten niet meer per post maar digitaal aangeboden. En dat geldt ook voor de uitslagen van radiologische en pathologische onderzoeken die ze hebben aangevraagd. Later in het jaar volgen de specialistenbrieven.
J a n n i e M e u sse n
Het Radboud gaat met de huisartsen communiceren via zorgmail van firma Enovation Lifeline. Hiermee is veilige elektronische berichtenuitwisseling mogelijk. Circa 90 procent van de huisartsen is op zorgmail aangesloten. Uit een enquête vorig jaar onder regionale huisartsen bleek dat zij grote behoefte hebben aan elektronische communicatie. ‘Veel ziekenhuizen doen dat al, wij lopen eigenlijk achter. Maar straks communiceren we wel als één van de eerste ziekenhuizen met álle aangesloten huisartsen in Nederland,’ vertelt René Verriet van staf Info. Opname- en ontslagberichten, uitslagen van radiologisch en pathologisch onderzoek krijgen huisartsen voortaan digitaal binnen. Ze kunnen het zo opslaan in het patiëntendossier van hun eigen huisartseninformatie systeem. In de loop van het jaar gaan ook de specialisten brieven digitaal de deur uit. In deze brief schrijft de arts op wat de bevindingen zijn, wat er gedaan is, met onder
meer afspraken over medicijngebruik. Tot nu deed iedere afdeling dat op eigen wijze, maar vanaf deze maand leggen ze deze informatie op dezelfde wijze vast. Daarvoor is een UMC-breed sjabloon ontwikkeld. Voor de huisarts is dat veel overzichtelijker. In de loop van het jaar kunnen huisartsen hun verwijsbrieven ook digitaal naar het Radboud sturen via Zorgdomein. Bovendien ontvangen zij vanaf begin 2008 voortaan elk kwartaal een gezamenlijke nieuwsbrief, van alle specialistische afdelingen van het Radboud. Het voordeel voor de huisarts spreekt voor zich. Voorzitter van de commissie automatisering van de Huisartsenkring Fred Dreijerink: ‘Je wilt je dossier compleet hebben, dus scannen we de ontslag- en en specialistenbrieven nu telkens in, maar dat is een tijdrovend karwei. Als een patiënt voor het Radboud kiest, gaat ‘ie daarnaartoe. En als een huisarts weet dat een specialist bij jullie goed is in bepaalde ingrepen of onderzoek, dan ook. Maar ik denk dat huisartsen de afgelopen jaren soms voor het CWZ kozen, simpelweg omdat de digitale communicatie met hen sneller en efficiënter verliep.’ Dreijerink heeft vertrouwen in het Radboud. ‘Je merkt dat er echt wordt gewerkt aan een betere communicatie. Ik zou zeggen, houd de vaart erin. Dat is de enige manier om de scepsis die onder huisartsen leeft te doorbreken.’ n
3
nieuwsladder Pensioenstudie Onlangs brachten Jan Hamel en Albert Vink van de projectgroep LOAZ Pensioenstudie een rapport uit over de haalbaarheid van de overgang van UMC’s van ABP naar PGGM. Ilse van Wijk van het UMC Utrecht, belast met de NFU-voorlichting, had een interview met beide samenstellers. Daarin geven Hamel en Vink uitleg over inhoud en doel van het rapport. Het interview is te lezen op intranet: PIP online, actueel.
Eindbod NFU CAO UMC De werkgeversorganisatie van de UMC’s, NFU, heeft op 13 december de vijfde CAO-onderhandelings ronde afgesloten met een eindbod voor een nieuwe CAO UMC. Centrales van overheidspersoneel willen eerst dit eindbod voorleggen aan hun besturen en kaderleden. Afhankelijk hiervan bepalen deze centrales of ze het eindbod voorleggen aan vakbonds leden ter definitieve instemming. De centrales laten dit uiterlijk 16 januari aan de NFU weten. Tussen CAO-partijen is besloten om tot dan geen mededelingen aan medewerkers en vakbonds leden (m.u.v. kaderleden) te doen over de inhoud van het eindbod van de NFU. Op 16 januari volgt nader bericht.
Postweg afgesloten Vanaf 1 januari 2008 is de Postweg vanaf de kruising Groenewoudseweg/Groesbeekseweg voor motorrijtuigen afgesloten. De andere richting wordt éénrichtingsverkeer. In de maand december zijn diverse wegen rond de Postweg al tijdelijk dicht vanwege voorbereidende werkzaamheden.
Vrije dagen 2008 Voor 2008 gelden de volgende doordeweekse vrije feestdagen. Dinsdag 1 januari (Nieuwjaarsdag), maandag 24 maart (Tweede Paasdag), woensdag 30 april (Koninginnedag), donderdag 1 mei (Hemelvaartsdag), maandag 12 mei (Tweede Pinksterdag), vrijdagmiddag 18 juli (vrijdagmiddag Vierdaagse), donderdag 25 december (Eerste Kerstdag), vrijdag 26 december (Tweede Kerstdag). Voor 2008 geldt als verplicht vakantieverlof: vrijdagochtend 18 juli vanwege de Vierdaagse-intocht.
Aanpassing virologische diagnostiek Vanaf 1 januari wordt de virologische diagnostiek voor luchtweginfecties aangepast. Materiaal afkomstig uit de luchtwegen zal standaard met behulp van polymerase kettingreactie (PCR) onderzocht worden. De nieuwe techniek blijkt in een aantal gevallen gevoeliger te zijn dan de kweektechniek. De tijd tussen de ontvangst van het materiaal en de uitslag zal eveneens korter worden. De kweektechniek blijft voor andere materialen gewoon in gebruik. Dit geldt ook voor de zogenaamde ‘sneltesten’ op RSV en influenza. Voor vragen, neem contact op met het laboratorium (tel. 14373/15440) of de dienstdoende arts-viroloog (sein 1580).
’t Weeshuis eerste Nijmeegse universitaire huisartsenpraktijk Als eerste in Nijmegen is de huisartsenpraktijk ’t Weeshuis een universitaire huisartsenpraktijk geworden. Deze huisartsen uit het centrum van de stad gaan structureel deelnemen aan het onderwijs aan medisch studenten en huisartsen en zullen een bijdrage leveren aan het wetenschappelijk onderzoek van het UMC St Radboud. Onlangs hebben beide organisaties hierover een afspraak gemaakt. ’t Weeshuis maakt onderdeel uit van het Netwerk Nijmeegse Universitaire Huisartsenpraktijken (NUHP), een uniek en groot samenwerkingsverband tussen het Radboud en ruim veertig universitaire huisartsenpraktijken uit de regio Nijmegen.
i n bedr i jf grootste zorg mijn mensen meer betrokken te maken met de nieuwe afdeling.’ ‘Een nadeel daarbij is dat we op twee locaties zitten’, vult Grol aan. ’Het zou fijn zijn als we in de toekomst ook geografisch dicht bij elkaar zouden zitten.’ MM
Postacademisch onderwijs
10.000ste cursist voor PAOG-Heyendael Geschilderd door Daatje Kraaikamp Baars, titel: Klant is Koning.
Nieuwjaarsreceptie Op donderdag 3 januari vindt de nieuwjaarsreceptie plaats. Alle medewerkers zijn van harte uitgenodigd om het glas te heffen op het nieuwe jaar. De receptie vindt plaats in de foyer van het Auditorium, Geert Grooteplein 15. 16.00 uur: ontvangst met koffie, thee en lekkers 16.30 uur: uitreiking Radboudpenning en toespraak drs. Emile Lohman vanaf 17.00 uur: nieuwjaarsreceptie.
EFG en KwaZo
Samenvoeging afdelingen brengt meer voor- dan nadelen Al in 2006 werd besloten dat de afdeling Ethiek Filosofie en Geschiedenis (EFG) sectie-onderdeel zou worden van de afdeling Kwaliteit van Zorg (KwaZo). Dit jaar wordt het definitief doorgevoerd. Richard Grol, hoogleraar Kwaliteit van Zorg: ‘Door dit jaar veel met elkaar te praten, is bij ons beiden de intrinsieke motivatie gegroeid voor deze samenvoeging.’ ‘Eigenlijk bestaan er al jaren goede contacten en samenwerking tussen KwaZo en EFG op diverse terreinen van onderwijs en onderzoek’, vertelt Evert van Leeuwen, hoogleraar EFG. Grol vult aan: ‘Het onderwerp waar we beiden interesse in hebben is de kwaliteit van zorg, daarbij gaat het om effectieve en doelmatige zorg, maar net zo goed over patiëntgerichte en ethisch verantwoorde zorg. Bovendien wordt de afdeling KwaZo door de samenvoeging groter van omvang en zo sterker om te kunnen functioneren binnen de nieuwe structuur waarbij afdelingen rechtstreeks verantwoording afleggen aan het bestuur.’ De nieuwe afdeling KwaZo gaat vijf secties tellen: kwaliteit in de eerste lijn, kwaliteit in het ziekenhuis, verplegingswetenschappen, paramedische wetenschappen en EFG. Aan het hoofd van de afdeling staat Grol en elk van de secties heeft een sectiehoofd waarvan er nu drie hoogleraar zijn. ‘Ontslagen vallen er niet’, vertelt de hoogleraar KwaZo, ‘want we zijn financieel gezond.’ ‘Een voordeel voor de afdeling EFG is dat we nu de kans krijgen onze projecten een meer empirisch karakter te geven, die kennis zit bij KwaZo’, meent Van Leeuwen. ‘En onze afdeling krijgt er mensen bij die op het gebied van ethische analyse een belangrijke bijdrage kunnen leveren’, legt Grol uit. ‘Ook heeft EFG veel onderwijsexpertise en een internationale masteropleiding: daar kunnen we veel van leren.’ Van Leeuwen: ’De hoofden zullen geregeld met elkaar praten, maar dat moet ónder dat niveau ook gebeuren. Daar zullen we goed op moeten letten. Ik zie het als mijn
Het PAOG-Heyendael, dat postacademisch onderwijs verzorgt voor de medische beroepsgroepen, heeft dit jaar meer dan tienduizend cursisten in huis gehaald. Op 7 december werd de tienduizendste cursist feestelijk onthaald. Het PAOG is sterk gegroeid sinds de start in 1979. De tienduizendste cursist is gynaecoloog Aaltje Schram uit het UMC Groningen. Ze volgde op 7 december de nascholingscursus bekkenbodemchirurgie. ‘Dit is een mooi moment om te laten zien dat het PAOG doorgroeit’, zegt Ineke van der Kaaij, hoofd PAOG-Heyendael. ‘Vorig jaar namen achtduizend artsen deel aan onze cursussen. Dit jaar zullen we de tienduizend ruim overschrijden.’ ‘Om je registratie als arts of specialist te behouden, is bij- en nascholing verplicht’, aldus Van der Kaaij. ‘Dit heeft de afgelopen jaren gezorgd voor een flinke groei in het aantal cursussen en aanmeldingen. We hebben dit jaar 179 cursussen verzorgd. Natuurlijk speelt de kwaliteit van onze docenten en ons onderwijs een rol bij de toegenomen inschrijvingen. Belangrijk hierbij is dat we inhoudelijk onafhankelijke cursussen aanbieden, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de farmaceutische industrie.’
Tijdens de pauze ontving Aaltje Schram (rechts) uit handen van collega-gynaecoloog prof.dr. Didi Braat bloemen, een theaterbon en een bon voor een gratis PAOG-cursus. Voor alle PAOG-cursussen wordt bij de betrokken verenigingen accreditatie aangevraagd. De huisartsen, anesthesiologen en internisten hebben het PAOG al een instellingsaccreditatie verleend. Ook heeft het PAOG deelgenomen aan de proefaccreditatie van het NIAZ, de organisatie die de kwaliteit van zorginstellingen beoordeelt. Het cursusaanbod bestaat overigens niet meer alleen uit bij- en nascholing, maar ook uit bijdragen aan vervolgopleidingen en uit symposia en congressen. De UMC’s in Nederland bieden op verschillende wijzen postacademisch onderwijs aan. Leiden en Groningen doen dit min of meer hetzelfde als het PAOG-Heyendael. Met hen zijn er ook samenwerkingsverbanden. Van der Kaaij: ‘Qua aantal cursisten liggen we dicht bij elkaar. Met de ruim tienduizend cursisten in 2007 is het PAOG-Heyendael vooralsnog het grootste bureau in Nederland.’ GM
Omzien en vooruitkijken
Foto: Flip Franssen
De databank van de huisartsenpraktijken is inmiddels uitgegroeid tot een toegankelijk en belangrijk register binnen de Nederlandse huisartsengeneeskunde. Op 18 december vierde de huisartsenpraktijken het 25- en 40-jarig jubileum Omzien en vooruitkijken. Toen vond ook het afscheid plaats van Henk van den Hoogen die sinds 1974 als statisticus, methodoloog en auto matiseringsdeskundige heel nauw betrokken was bij de ontwikkelingen binnen het Netwerk Academische Huisartsenpraktijken Nijmegen. ND
Vertrouwenspersonen
Klokkenluidersregeling De Raad van Bestuur heeft een klokkenluidersregeling ingesteld. Voortaan kunnen medewerkers misstanden in de organisatie aan de kaak stellen bij vertrouwens personen die het bestuur benoemde. Vertrouwens persoon voor patiëntveiligheid is Albert van Linge, onderwijscoördinator afdeling Heelkunde. Voor andere zaken kunnen medewerkers terecht bij Bert Oostveen, Staf P&O. Kern van de klokkenluidersregeling is dat een mede werker bij een melding geen schade ondervindt en dat hij zijn werk gewoon kan blijven uitvoeren. (zie voor meer informatie Radbode 16 pag. 3). Albert van Linge is bereikbaar via nummer 024-3619252, huispost 690 Heelkunde,
[email protected]. Bert Oostveen is bereikbaar op nummer 024-3618844, huispost 18 staf P&O,
[email protected].
Ongewenste omgangsvormen
Huisartsenregistraties
Prof.dr. Richard Grol (links) en prof.dr. Evert van Leeuwen.
vormen de academische werkplaatsen, proeftuinen voor Huisartsgeneeskunde van het UMC St Radboud waar nieuwe ontwikkelingen gestalte krijgen. Dankzij deze jarenlange nauwgezette registraties heeft de afdeling Huisartsgeneeskunde een bijzondere expertise en sterke infrastructuur opgebouwd in longitudinaal onderzoek. Huisartsgeneeskunde ontwikkelt methoden voor vroege opsporing en bewaking van veel voorkomende chronische aandoeningen, waaronder incontinentie en depressie.
Al veertig jaar registreren vier huisartsenpraktijken in Nijmegen, Lent, Oosterhout en Doesburg alle aandoeningen plus de verwijzingen en ziekenhuisopnames, ook wel Continue Morbiditeits Registratie (CRM) genoemd. De vier huisartsenpraktijken hebben een totale patiënt populatie van 13.500 patiënten. Daarnaast registreren sinds 25 jaar verschillende huisartspraktijken onder de naam Nijmeegs Monitoring Project (NMP) met totaal 53.000 patiënten alle gegevens over patiënten met chronische aandoeningen zoals diabetes, hypertensie, cardiovasculaire morbiditeit en COPD/Astma. Het NMP koppelt deze ondersteuning van huisartsgeneeskundige zorg aan wetenschappelijk onderzoek, zorginnovatie en aan het geven van onderwijs. De deelnemende praktijken
4
De Raad van Bestuur benoemde voor het melden van ongewenste omgangsvormen een externe vertrouwenspersoon. Dat is mw. K. Stadtman, telefoon 024-3722722, Arbo Unie, Postbus 6990/6503 GL Nijmegen, Kerkenbos 10-49/ 6546 BB Nijmegen. ND
Nieuwbouw
Bouw Informatiecentrum toont bouwambities Radboud Wat is in de afgelopen jaren allemaal gebouwd op het terrein van het UMC St Radboud? In welke bouwfase zitten we? En wat staat de komende tijd op het programma? Voor dergelijke vragen kunnen medewerkers terecht in het Bouw Informatiecentrum. Franca Gribnau is het aanspreekpunt in dit ‘tijdelijke’ gebouw aan het Geert Grooteplein. ‘De nieuwbouw speelt een belangrijke rol in het waarmaken van de ambities van ons UMC’, vertelt Gribnau. ‘In dit centrum kunnen medewerkers onder meer informatie krijgen over bouwfase 3: de bouw van het Heelkundegebouw, het westelijk deel van het Diagnostiekgebouw, de interim entree en een deel van de centrale as. Er worden foto’s, ‘visuals’ en maquettes tentoongesteld. Er is een dvd te bekijken. Ook showen we hier mock-ups; dit zijn proefopstellingen op ware grootte van bijvoorbeeld een IC of OK.’ Medewerkers, bezoekers, studenten, wijkbewoners en zakelijke relaties van het UMC én uit de bouw zijn welkom in het informatiecentrum. ‘Ook voor groepen mede werkers kunnen we een lezing, presentatie of specifiek programma verzorgen’, aldus Gribnau. Het Bouw Informatiecentrum biedt ruimte en faciliteiten voor (bouw)vergaderingen. Tevens zijn de directievoering van de nieuwbouw en de uitvoerende partijen er gehuisvest, zodat de lijnen met het Radboud kort zijn. De bouwmensen kunnen er pauzeren in het restaurant, dat ook voor UMC-medewerkers en bezoekers toe gankelijk is. Het Bouw Informatiecentrum is iedere werkdag open van 9 tot 17 uur. Meer informatie, via Franca Gribnau, tel. 17200. GM
r a dbode 2 1 - 2 0 0 7
Bedrijfsleiders gevraagd: talent met managementpotentieel Voor de werving van bedrijfsleiders is een speciale campagne gestart. Tot 21 januari kunnen interne kandidaten solliciteren. ‘Onder de kerstboom, toch een tijd van bezinning, kunnen belangstellenden nadenken of ze de uitdaging willen aangaan. Het is een leuke functie, waarbij de dynamiek van het ondernemerschap je moet aanspreken.’ J a n n i e M e u sse n
‘We hebben in de nieuwe organisatie circa veertig bedrijfsleiders nodig. Het precieze aantal weten we pas als het plaatje van de afdelingen rond is. We schatten dat circa 75 procent ervan straks door interne mensen wordt ingevuld. Met het grote voordeel dat zij de organisatie kennen,’ zegt manager bedrijfsvoering CUKZ Manon Vos. Zij gaat als projectdirecteur de werving en selectie en het daarop volgende scholingstraject van de bedrijfsleiders begeleiden. ‘De bedrijfsleiders krijgen een grote mate van verantwoordelijkheid. Het is een nieuwe en uitdagende functie. Zij zorgen er onder meer voor dat de bedrijfsvoering van een afdeling efficiënt verloopt en dat er intern een goede onderlinge afstemming is. Maar ook dat nieuwe kansen gegrepen worden. Bedrijfsleiders zijn nadrukkelijk de zakelijk leiders van de afdelingen. Zij gaan sámen met de afdelingshoofden een tandem vormen. De bedrijfsleider is een belangrijke en vol waardige gesprekspartner van het afdelingshoofd.’
Voor wie Wie kunnen er op deze functie solliciteren? ‘Kandidaten moeten over een academisch denkniveau beschikken en bedrijfsmatig onderlegd zijn. En vanzelfsprekend affiniteit hebben met het Radboud en management. Dát zijn de vereisten. Dus ben je hoofdverpleegkundige en heb je bedrijfskunde gestudeerd? Dan kun je solliciteren. Voor managers bedrijfsvoering en zorg kan het een interessante functie zijn. Ook mensen die nu een staffunctie hebben en die de overstap naar een lijnfunctie willen maken
kunnen solliciteren. Je hoeft niet direct over alle kwaliteiten te beschikken, als ze maar in potentie aanwezig zijn. Belangstellenden moeten zich wél afvragen of ze passen in de dynamiek van het ondernemerschap. Je moet kansen benutten en oog hebben voor wat kan, maar ook wat niet kan binnen de UMC-setting. Je moet kunnen managen, als bedrijfsleider ben je de verbindende schakel binnen en buiten de afdeling.’ Tot 21 januari krijgen interne belangstellenden de ruimte om te reageren. Vos: ‘Daarop volgt zeker een gesprek, alle interne kandidaten krijgen dus een kans. Kandidaten waarvan wij denken dat ze passen in de nieuwe functie krijgen vervolgens een assessment. Daarna wordt besloten of zij benoembaar zijn en wat de ontwikkelpunten zijn. Medio januari start zonodig de externe werving. Rond maart hebben wij dan een poule van kandidaat-bedrijfsleiders gevormd. Tegen die tijd zijn ook alle afdelingshoofden ‘elect’ benoemd, want zij worden pas definitief aangesteld als hun bedrijfsplan is goedgekeurd.’ ‘Wij ondersteunen vervolgens de match van afdelingshoofden en bedrijfsleiders, want het is belangrijk dat er goede tandems worden gevormd. Bij kleine werk eenheden kan één bedrijfsleider eventueel voor meerdere afdelingen gaan werken. Wij faciliteren de afdelingshoofden door hen een keuzemogelijkheid tussen kandidaten aan te bieden. Wij vinden dat het niet een kwestie mag zijn van: “Hé, die ken ik, dus daar wil ik mee verder.” Uit de gesprekken en de assessments wordt duidelijk wie welke deskundigheid en expertise heeft en bij welke afdelingen die het beste tot hun recht komen. Ook geeft het informatie over welke personen
goed bij elkaar zouden passen. Op basis daarvan hopen wij te komen tot goede koppels. Wij willen afdelings hoofden liefst meerdere kandidaat-bedrijfsleiders voorleggen, waar zij een keuze uit kunnen maken. Maar zij kunnen zelf natuurlijk ook hun voorkeuren hebben en dat geldt evengoed voor de bedrijfsleiders. We hopen samen te komen tot een goede matching. De Raad van Bestuur heeft het laatste woord, die benoemd uiteindelijk na de voordracht door de nieuwe afdelingshoofden.’ Vos vertelt dat met de matching niet wordt gewacht tot in maart alle afdelingshoofden benoemd zijn. De eerste assessments voor afdelingshoofden starten deze maand. En de gesprekken met bedrijfsleiders in januari. Mochten er voor 1 april al tandems gevormd kunnen worden, dan gaan we daarvoor. Ik zal intensief overleg hebben met Jeroen Kreuger, manager bedrijfsvoering CSS. Hij is als projectdirecteur aangesteld voor de benoeming en begeleiding van de afdelingshoofden.’
Begeleidingstraject Samen zijn zij ook verantwoordelijk voor het begeleidings traject voor afdelingshoofden en bedrijfsleiders, dat vanaf 1 april gaat lopen. De Raad van Bestuur zet daar zwaar op in. ‘Afdelingshoofden en bedrijfsleiders zijn de sleutelfiguren in het veranderproces. Zij moeten de nieuwe structuur neerzetten en daar worden ze optimaal in begeleid. Ofwel individueel, of afzonderlijk met alle bedrijfsleiders of afdelingshoofden, en er zijn gezamenlijke bijeenkomst. Wij zullen hen ook begeleiden bij de opzet van hun bedrijfsplannen, ze kunnen rekenen op goede ondersteunende instrumenten.’ Uiterlijk oktober moeten alle afdelingshoofden hun bedrijfsplannen hebben voorgelegd aan de RvB. Daarop krijgen zij een: go or no go. Rond oktober 2008 gaan de afdelingen in de nieuwe vorm volwaardig draaien. Op weg naar beter worden in het Radboud. n
Talent voor management Ondernemerschap Passie voor mensen Innoveren
Bedrijfsleider
Ontwikkelen Samenwerken
Bekijk de vacature op
www.umcn.nl 5
Adviesaanvraag Concernstaf voor kerst naar OR ‘Ook de adviesaanvraag voor de Concernstaf is deze week naar de Ondernemingsraad gegaan. Begin deze week, rond het ter perse gaan van deze Radbode, heeft RvB-voorzitter Emile Lohman de plannen toegelicht aan de betrokken staven. Ongeveer tegelijkertijd heeft de RvB de adviesaanvraag met een overzicht voorgelegd aan de Ondernemingsraad. ‘Hierin staat welke functies er in de Concernstaf komen.’ De concernstaf zal klein zijn, puur ter ondersteuning van de RvB, zodat die optimaal kan functioneren. Volgens het gouden boekje worden er vier secties onderscheiden: strategieontwikkeling, financiën, sociale zaken en voorlichting en PR. Niet meer dan vijftig mensen gaan exclusief voor de Raad van Bestuur werken. Lohman daarover: ‘De komende maanden zal het voor mensen uit de staven tot onzekerheid leiden. Sommige medewerkers krijgen zekerheid en kunnen na positief advies van de adviesorganen in hun nieuwe rol stappen. Voor anderen komt dat moment later, maar die tussenfase kunnen we niet voorkomen. Zij krijgen pas een definitieve plek als onder meer het Instituut voor Kwaliteit en Veiligheid, het Instituut voor Verpleegkundige, Paramedische en Analisten-Opleidingen en het Servicebedrijf later in het jaar zijn ingericht.’ Komende maand kunnen de adviesorganen en betrokken afdelingen reageren. Bedoeling is dat de Concernstaf rond april van start gaat. JM
‘Ouderen zijn de lijm in onze samenleving’ M a r l i es M i e l e k a mp
De belangstelling onder ouderen was overweldigend toen de afdeling Geriatrie van het UMC St Radboud in samenwerking met anderen afgelopen vrijdag 7 december een minisymposium hield over mythes, feiten en visie over veroudering. Hoogleraar Geriatrie Marcel Olde Rikkert: ‘Oud is fout, dat beeld, daar moeten we snel vanaf.’
Graham Mulley, hoogleraar geriatrie aan het St James’s University Hospital te Leeds
Mythes over veroudering In rustig Engels legt Graham Mulley uit dat er nog te vaak een karikaturaal beeld over ouderen bestaat. En de schilderijen van kunstenaars die hij daarbij laat zien liegen er niet om... Ook de advertenties die Mulley toont geven een achterhaald beeld over ouderdom. Zoals een Foto: Flip Franssen
advertentie die roept: ‘wacht niet tot het zover is voor je een Toyota koopt’ en daarbij het beeld toont van een oud, tandeloos mannetje met de broek halverwege zijn buik. Ook worden ouderen vergeleken met natuurrampen: de grijze golf en het Engelse silver tsunami. Dat komt omdat de toename van het aantal ouderen vooral als een sociaal probleem wordt gezien en er veel misvattingen over ouder dom zijn, zoals: alle ouderen zijn gelijk, ze zijn eenzaam, vaak slachtoffer van een misdaad, niet productief en seksloos. ‘Terwijl ouderen de lijm in onze samenleving zijn,’ betoogt Mulley, ‘kijk naar een wijze, oude man als Nelson Mandela. Het negatieve beeld over ouderen moet snel in balans komen.’ Mulley’s laatste woorden zijn een wens: ‘A long happy, healthy, dignified old age!’
Vraag uit het publiek: ‘Is het niet zo dat het beeld van ouderen vooral zo negatief is in het Westen en in andere culturen minder?’
Mulley: ‘Ik weet dat niet zo zeker, zo geloven we in Engeland dat Indiase mensen beter voor hun ouderen zorgen, maar worden in West India ouderen buitengesloten. Ik denk dat in veel culturen misvattingen over ouderdom hieraan ten grondslag liggen.’ Graham Mulley: ‘Het negatieve beeld over ouderen moet snel in balans komen.’
het moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Een ongewoon en persoonlijk verhaal. Dit keer een verhaal van Marlies Cornelissen, kindernefroloog.
Onverwacht ‘Op onze afdeling werd een baby opgenomen van twee dagen oud. Het kind had een afwijking aan de nieren. Oorzaak waren medicijnen die de moeder had gebruikt tegen hoge bloeddruk. De moeder wist niet dat ze zwanger was. Er was voor haar dus geen reden om te stoppen met de medicijnen. Zij was achter in de dertig en had samen met haar man al twee pubers. Bovendien was haar man tien jaar geleden gesteriliseerd. Het hoofdstuk kinderen was voor hen afgesloten. De moeder klaagde op een gegeven moment over buikpijn, maar een bezoek aan de huisarts leverde geen bijzonderheden op. Totdat de pijn zo hevig werd en zij met spoed naar het ziekenhuis werd overgebracht. Ze had weeën, ze kreeg een kind. Ze was negen maanden zwanger zonder dat ze het wist. Door haar gezetheid en wellicht weinig vruchtwater viel de zwangerschap niet op. Van het ene op het andere moment stond het echtpaar met een kind in hun handen. Totaal onvoorbereid. Het kind kwam met onvolgroeide nieren ter wereld en moest meteen aan de nier dialyse. Daarom werden moeder en kind na de bevalling met spoed naar het Radboud over gebracht. Ik had zo’n bewondering voor deze ouders: ze waren zo veerkrachtig en hadden zo’n groot acceptatievermogen. Natuurlijk waren ze eerst in paniek, maar al heel snel herstelden zij zich. Ze
Marianne van Iersel, geriater in opleiding in het UMC St Radboud en net vanochtend gepromoveerd
Interactie tussen denken en lopen op leeftijd ‘Op hoge leeftijd zie je twee belangrijke problemen: dementie en loopstoornissen. Vaak gaan die twee samen en voorspelt een loopprobleem dementie. Daarom wilde ik de interactie tussen lopen en denken bestuderen’, begint de kersverse doctor. Daarvoor onderzocht ze drie groepen: op de afdeling geriatrie opgenomen patiënten, ‘normale’ thuiswonende ouderen en oudere vierdaagselopers. De testen die deze mensen deden waren lopen op een loopmat met sensoren eronder die registreert waar iemand stappen zet en de ‘Timed up and go test’: vanuit zitten opstaan, drie meter lopen, draaien, teruglopen en weer gaan zitten. ‘Dat klinkt heel simpel, maar deze test vertelt veel, want doen mensen er meer dan 13,5 seconden over dan is er een verhoogd risico op vallen.’ Ook links rechts beweging van de romp werd gemeten. Daarna werd gekeken of mensen de dubbele taak aankonden om zowel te praten als te lopen. Die taak was simpel bij de opgenomen patiënten en werd steeds moeilijker, zo moesten de vierdaagselopers steeds 13 van 100 aftrekken. ‘De
conclusie was dat ouderen met dementie langzamer liepen, kortere passen namen en meer variëteit in de paslengte hadden’, vertelt Van Iersel. ‘En dat zelfs de vitaalste groep ouderen bij dubbeltaken meer links rechts bewegingen met de romp ging maken. Ook nam bij alledrie de groepen bij dubbeltaken het valgevaar toe.’
Vraag uit het publiek: ‘Is er een verschil gebleken tussen mannen en vrouwen: er wordt toch altijd gezegd dat vrouwen meer dingen tegelijk kunnen doen en mannen niet...?’
Van Iersel: ‘Mannen hebben meer spierkracht dan vrouwen en zouden ook meer loopreserve moeten hebben als ze meerdere taken uitvoeren, maar dat is niet gebleken; oudere mannen en vrouwen lopen dan even goed.’
Olde Rikkert begint zijn lezing met uit te leggen dat er grote verschillen onder ouderen zijn. Hij toont daarbij een plaatje van fitte 70-plus marathonlopers en een zeer kwetsbare, bedlegerige, oudere patiënt. ‘Daarom moeten we dus kiezen voor zorg op maat.’ Een groot deel van de tegenwoordige ouderen zijn mensen waar je jaloers op kan zijn: ze hebben meer vrije tijd en meer geld dan u en ik, zijn beter opgeleid en hebben minder beperkingen dan vroeger. ‘Ouderen geven hun leven een 7 tot 8, weet de hoogleraar. ‘Maar feit blijft natuurlijk dat ouderdom gemiddeld met gebreken komt. En hoe ouder mensen worden hoe meer gebreken dat worden, zo hebben 75 procent van de 75-plussers meer dan twee aandoeningen.’ Olde Rikkert ziet dat de politiek en de gezondheidsraad deze heterogeniteit, maar ook de kwetsbare groep ouderen,
hadden een kind gekregen met een ernstige nier afwijking dat heel veel zorg nodig had. Geen onvertogen woord. Geen verwijten, niets. Ze namen het leven zoals het was, ook met dit meisje dat na vijf maanden met dieet-sondevoeding naar huis ging, meerdere malen per dag medicatie moest hebben en elke nacht aan de dialysemachine moest. In huis was alles aangepast. Het meisje was welkom in hun gezin. Ze waren in staat ervan te genieten.
Olde Rikkert:
Het meisje moest een paar keer opgenomen worden met buikvliesontsteking. En ze had ook een open verbinding tussen de lichaams- en longcirculatie, een zogenoemde open ductus van Botalli. Daarvoor is ze in het Radboud geopereerd. Met achttien maanden werd ze opnieuw opgenomen met een buikvliesontsteking. We hadden zojuist visite gelopen en het ging naar omstandigheden goed met haar. Ze had geen koorts, geen bijzonder heden. Maar we hadden ons nog niet omgedraaid of ze zakte weg. Verpleegkundigen riepen ons terug, we moesten haar reanimeren. Ze haalde het niet. Zo plotseling als ze was gekomen, zo abrupt glipte ze uit het leven weg. Bij mij overheerste de onmacht. We verloren een kind. Een drama voor de ouders, ze waren gek op het meiske. Intens verdrietig waren ze. Zes weken na het overlijden hadden we een nagesprek. Ik heb ontzag voor deze mensen. Opnieuw konden zij ook de dood weer een plek geven. Het moest zo zijn, zeiden ze. Hoe moeilijk die achttien maanden ook waren, ze hadden het meisje voor geen goud willen missen.’
‘Mevrouw u heeft een punt; ook mantelzorg hoort bij het netwerk in de zorg voor kwetsbare ouderen.’
Nelleke Dinnissen
Marcel Olde Rikkert, hoogleraar geriatrie UMC St Radboud
Een visie op veroudering en zorg
‘Ik had bewondering voor de veerkracht van deze mensen’
goed in het oog hebben. Hij ziet in de toekomst de zorg voor ouderen meer regiogericht worden, met goede specialistische geriatrische zorg, maar vooral een netwerk van organisaties om ouderen heen die goed met elkaar communiceren en professioneel handelen. Daarbij noemt hij onder andere: GGz, het SWON, de geriater, verpleeghuisarts, huisarts en verpleegkundigen. ‘Alleen zo krijgen we zorg die beter past bij de levensloop van mensen.’
Vraag uit het publiek: ‘Bij alle organisaties die u noemt, mis ik de mantelzorg. Zelf help ik als 74-jarige twee ouderen van boven de negentig en ik zie hoe belangrijk dat is.’
6
r a dbode 2 1 - 2 0 0 7
Radboud werkt als eerste UMC met landelijk kwaliteitsregister Dinsdag 11 december heeft Petra van Elst (N20) zich als eerste verpleeg kundige van het UMC St Radboud ingeschreven in het Kwaliteitsregister voor Verpleegkundigen en Verzorgenden. Dat is op vrijwillige basis.‘Wij hopen echter dat eind 2008 80 procent van onze verpleegkundigen een digitaal portfolio heeft opgebouwd,’ zegt Marjo Cousijn, interim-directeur staf Zorg. Aan het geld hoeft het niet te liggen. ‘Wij vinden dit een belangrijk instrument om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Daarom zullen wij het eerste inschrijfgeld voor alle verpleegkundigen betalen,’ zei Melvin Samsom van de Raad van Bestuur tijdens de startbijeenkomst.
ga me trainen in het inbrengen van een infuus. Ik heb enkele columns geschreven die de Nursing in 2008 zal plaatsen en ik zit in de werkgroepen communicatie en functiedifferentiatie. Daarmee kun je allemaal punten registreren.’ Zelf staat ze helemaal achter het kwaliteitsregister. ‘Maar ik hoor ook sceptische geluiden: “We moeten al zoveel, komt er weer iets bij.” In eerste instantie lijkt het invullen
ingewikkeld, maar het is heel gebruiksvriendelijk.’ ‘En zinvol,’ zegt Hans Jacobs, hoofdverpleegkundige Neurochirurgie en Plastische chirurgie waar een pilot heeft gedraaid. ‘Het motto ‘Weet waar je staat’ is door de V&VN goed gekozen. Het sluit aan bij de UMCcompetentie zelfmanagement, je kunt het portfolio gebruiken bij het jaargesprek en voor je Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP).’ n
J a n n i e M e u sse n
‘Jullie zijn het eerste UMC dat gebruik gaat maken van het kwaliteitsregister. Het Radboud heeft de ambitie om in de top 3 van academische ziekenhuizen te komen. Dat gaat jullie lukken,’ zei Marian Kaljouw, voorzitter van de Vereniging voor Verpleegkundigen en Verzorgden (V&VN). De V&VN heeft het Kwaliteitsregister ontwikkeld om de deskundigheid van verpleegkundigen te bevorderen en daarmee de kwaliteit van zorg te verbeteren. Verzorgenden van niveau 3 en verpleegkundigen niveau 4/5 kunnen zich in het kwaliteitsregister inschrijven. Petra van Elst liet tijdens de bijeenkomst zien hoe het werkt. Een kwestie van inloggen bij www.kwaliteitsregistervenv.nl, waar je vervolgens een eigen portfolio kunt aanleggen. ‘Hierin kun je bijhouden wat je aan deskundigheids bevordering doet of gaat doen. Het is een belangrijk instrument om je bekwaamheid te borgen.’ De V&VN heeft een norm gesteld voor een minimaal aantal punten dat je moet halen binnen vijf jaar. Door bijscholing, het volgen of organiseren van klinische lessen of symposia, het bijhouden van vakliteratuur… ‘In eerste instantie denk je: “Dat aantal punten haal ik nooit.” Maar dat valt reuze mee,’ volgens Van Elst. ‘Ik heb bijvoorbeeld direct de jaarlijkse reanimatiescholing ingepland en ik
Petra van Elst (foto rechts) heeft zich als eerste ingeschreven in het kwaliteitsregister.
‘De entree is het visitekaartje van het UMC’ Na de kerst beginnen Bedrijf Huisvesting en het Facilitair Bedrijf aan de facelift van de centrale hal. Die moet licht en ruimte krijgen, verklaart Jan-Jaap Schmitz, directeur van het Facilitair Bedrijf. ‘Iedere dag lopen er meer dan 7000 bezoekers door de hal. Die is donker en oogt rommelig. Zo maakt een topklinisch ziekenhuis geen goede indruk?’
R i e t je v a n V l i e t
Schmitz doelt vooral op de inloopzone voor en achter de draaideur. Het begint met een oerwoud aan verkeers borden en geparkeerde auto’s onder de luifel. Eenmaal voor de draaideur staan bezoekers op borstelige matten,
Na de kerst krijgt de hal een facelift, die moet licht en ruimte krijgen.
Foto: Jan van Teeffelen
7
die voor mensen met een rollator, een infuuspaal of een rolstoel onaangenaam zijn. De vloerbedekking binnen is zo vies, dat een van de schoonmaaksters iedere dag op haar knieën het kleed stofzuigt. ‘En nog krijgt ze commentaar dat het er onappetijtelijk uitziet.’ Er komt straks, tot waar het marmoleum begint, een lichte natuurstenen vloer die de aanblik opfleurt. En nee, de olifant wordt echt niet weggehaald. De betaalautomaten wel. Die gaan naar de liftenhal van de parkeergarage. De rolstoelen worden vervangen voor zover het de antieke modellen betreft. De meldkamer wordt aan het zicht onttrokken, terwijl het voorlichtingscentrum, de vrijwilligers‘balie’ en het reserveringsbureau van het Facilitair Bedrijf min of meer worden samengevoegd. Een glazen pui moet de nieuwe balies afschermen van de rest van de hal. De zitjes bij het voorlichtingscentrum worden gesloopt. Ook de halve cirkels om het restaurant gaan eruit. Ze maken plaats voor grote planten waarachter bezoekers rustig kunnen zitten. Met de exploitant van het restaurant worden besprekingen gevoerd over verdere wijzigingen achter de planten. De leestafel krijgt een plek voorin de hal. Daarvoor in de plaats komt een soort internetcafé met vijf internetplekken. De weggepeuterde letters van de gedichten op de ramen worden hersteld. En de sterk verouderde toilet groepen op de begane grond en de eerste verdieping, bij het personeelsrestaurant, worden vernieuwd. Verder worden de muren met spotjes goed aangelicht, plafonds waar mogelijk verhoogd en eveneens wit geverfd. Zelfs de broodjescorner op één hoog zal worden aangepakt, inclusief het prikbord met de vele losse aankondigingen. ‘De opknapbeurt is beslist geen weggegooid geld’, zegt Schmitz. ‘Natuurlijk krijgt het UMC over ruim drie jaar een nieuwe entree. Maar toch is het nodig om te investeren in de bestaande hal. Het is ons visitekaartje voor de duizenden bezoekers die we dagelijks ontvangen.’ Dit geldt ook voor de rest van het ziekenhuis. ‘Op vrijdag 29 februari houden we een Sweep Day’, verklapt Schmitz alvast. ‘Een ludieke dag waarop alle afdelingen de bezem halen door eigen rommelige ruimtes.’ n
Foto: Jan van Teeffelen
repor t a ge
‘Door verkeerde diagnose word over het hoofd Patiënten bij wie pulmonale hypertensie wordt vermoed, kunnen in één dag een sneldiagnostiekprogramma doorlopen. Direct na afloop krijgen ze te horen hoe waarschijnlijk het is dat ze deze ernstige, progressief verlopende ziekte hebben. Bij de diagnostiek en behandeling speelt de specialistische verpleegkundige een belangrijke rol. ‘Het contact met patiënten en hun familie is blijvend. Het is een ziekte waar je niet meer van afkomt.’
R i e t je v a n V l i e t
Doodmoe komt meneer Bruggeman met vrouw en dochter de wachtkamer binnen van de polikliniek van het Hartcentrum. Hij moet zich melden bij de receptie want straks vindt het eerste onderzoek plaats: een echo van zijn hart. ‘We konden in de parkeergarage de lift niet vinden’, verklaart dochter Annemiek de vermoeidheid van haar vader. ‘We zagen alleen een stalen trap die drie etages omhoog ging. Die hebben we maar genomen.’ Meneer Bruggeman grinnikt. Nu hij stilstaat, komt hij weer wat bij. Tot twee jaar geleden fietste hij fanatiek en zelfs stond hij met zijn vrouw ieder jaar nog op de ski’s. Maar dat is er niet meer bij. Bij het minste raakt hij volkomen uitgeput. Behalve als hij rust. Nu ook. Hij probeert zijn vrouw op te beuren, maar zij is er niet gerust op. ‘Ik zie hoe sterk hij achteruit is gegaan.’ Ze vertelt over hun vakantie in Overijssel, afgelopen zomer. ‘We maakten om de dag een lange fietstocht. Ineens kon mijn man niet meer.’ De tocht naar een plaatselijke huisarts was snel gemaakt. Deze verwees
‘We maakten om de dag een lange fietstocht . Ineens kon mijn man niet meer.’
hem door naar het ziekenhuis waar meneer allerlei onderzoeken onderging. Eenmaal thuis kreeg hij opnieuw een verwijzing naar de longarts, deze keer dichter bij huis. In dat ziekenhuis probeerde men de oorzaak van zijn kortademigheid te achterhalen. Toen het vermoeden rees dat er sprake was van pulmonale hypertensie, werd meneer Bruggeman verwezen naar Nijmegen. Eerst zal er een echo van het hart gemaakt worden. Zijn vrouw en dochter kunnen met hem mee naar binnen. ‘Jammer dat ik zelf de monitor niet kan zien’, zegt meneer Bruggeman. ‘Dat kon ik in het andere ziekenhuis wel.’ De laborante vertelt hem wat zijzelf ziet, bijgestaan door dochter Annemiek.
Multidisciplinair
Tijdens de echo vertelt de hartfunctielaborante aan de patiënt wat zij op de monitor ziet.
Foto's: Frank Muller
8
Sinds 2003 behoort het UMC St Radboud tot de vijf ziekenhuizen in Nederland die pulmonale hypertensie mogen behandelen. Nijmegen legt zich vooral toe op patiënten van wie men denkt dat auto-immuunziekten als sclerodermie en SLE ten grondslag liggen aan de aan doening. Daarom is de multidisciplinaire PH-poli een gezamenlijke polikliniek van Longziekten en Reumatologie. Nicole Coenen en Saartje Coenen-van der Linden (‘Nee, geen familie’) zijn de twee pulmonale hypertensie verpleegkundigen van het Radboudziekenhuis. ‘We zijn volstrekt inwisselbaar’, zegt Nicole Coenen. ‘Al heb ik er meer tijd voor beschikbaar dan Saartje.’ Nicole is een van de eerste PH-verpleegkundigen in Nederland. Ze maakt deel uit van het PH-team, waarin onder anderen de longartsen dr. Yvonne Heijdra en drs. Jolanda van Haren zitting hebben en de reumatoloog drs. Madelon Vonk. Cardioloog Arie van Dijk is eveneens lid van het multidisciplinaire team. Als enige ziekenhuis in Nederland beschikt het Radboud over een PH-poli waarbij patiënten in één dag door drie specialismen en de PH-verpleegkundige gezien worden en waar bovendien de echo van het hart
r a dbode 2 1 - 2 0 0 7
ordt pulmonale hypertensie vaak hoofd gezien’ en de longfunctietesten op dezelfde dag plaatsvinden. ‘In 2003 hebben we een masterclass gevolgd bij professor Rubin in San Diego’, vertelt Nicole Coenen over de nog jonge geschiedenis van het Nijmeegse PH-team. ‘Hij is wereldwijd dé man op het gebied van diagnose en behandeling van pulmonale hypertensie.’ Eén van de lessen betrof de diagnosestelling. Coenen: ‘Voor de juiste behandeling is het belangrijk dat we voor honderd procent zeker weten dat het om pulmonale hypertensie gaat. Een echo bijvoorbeeld is niet voldoende omdat je daarmee alleen de bloeddruk in de longslagader kunt schatten. Als alle onderzoeken wijzen op PH, dan gaan we over op hartcatheterisatie, die dan definitief uitsluitsel geeft.’ Het achterhalen van de oorzaak van pulmonale hypertensie is belangrijk omdat dat de behandeling bepaalt. ‘We hadden een jonge vrouw van wie we zeker wisten dat ze PH had. Maar we kenden de oorzaak niet. Haar hart was door de hoge bloeddruk heel groot. Medicijnen hielpen echter niet. Ze was er steeds slechter aan toe. Pas toen we via de slokdarm een echo van het hart hadden gemaakt, konden we zien waar het aan lag.’ De longfunctieassistent instrueert de patiënt bij het uitvoeren van de longfunctieonderzoeken.
Levenslang Afhankelijk van de oorzaak kunnen patiënten met pulmonale hypertensie levenslang medicatie voor geschreven krijgen. Meestal zijn het tabletten die de bloedvaten open zetten en de wanden van de bloedvaten omvormen. Een klein aantal patiënten krijgt de medicijnen subcutaan, onder de huid, toegediend, of via een infuus. ‘Met name die laatste twee manieren van medicatie toediening vragen veel begeleiding’, weet Coenen uit ervaring. ‘Patiënten moeten niet alleen leren met zo’n pompje of infuus te leven – er kunnen zich complicaties voordoen – ook moet de dosering worden geregeld. Dat laatste luistert heel nauw. Voor je het weet, zet je immers de bloedvaten zo wijd open dat de patiënt hoofdpijn krijgt of diarree. Stapje voor stapje verhogen we daarom de dosis tot het maximum haalbare.’
Pulmonale hypertensie is onbekende ziekte Pulmonale hypertensie is een betrekkelijk zeldzame aandoening die vele oorzaken kan hebben. De bloeddruk in de longslagader is veel hoger dan normaal. Deze pulmonale slagader is het bloedvat dat zuurstofarm bloed van de rechterhartkamer naar de longen pompt. Eenmaal in de longen neemt het bloed zuurstof op en stroomt vervolgens door naar de linkerzijde van het hart. De linker hartkamer pompt het bloed via de grote lichaamsslagader door de rest van het lichaam. Als de weerstand in de longvaten te hoog is, bijvoorbeeld door een vernauwing of een verstopping van de kleine bloedvaten in de longen, gaat de bloeddruk in deze vaten omhoog en moet het hart harder werken. Als die situatie langer duurt, wordt het hart overbelast en kan dan minder goed werken. Met als gevolg dat er onvoldoende bloed wordt rondgepompt. Er ontstaat een tekort aan zuurstof in vitale organen. In het begin merkt de patiënt er nog weinig van maar na verloop van tijd worden de klachten duidelijker. De patiënt krijgt steeds meer last van vermoeidheid en ademnood. Eenvoudige dagelijkse handelingen zoals aankleden of een stukje lopen kunnen al een probleem zijn. De kwaliteit van leven gaat sterk achteruit. Omdat veel ziektebeelden kortademigheidsklachten geven, zoals hartfalen en COPD, wordt vaak geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat de patiënt pulmonale hypertensie heeft. De ziekte komt dan ook vaker voor dan de statistieken aangeven. Door de zeldzaamheid van de aandoening en het feit dat die tot een aantal jaren geleden niet kon worden behandeld, zijn veel huisartsen en zelfs specialisten weinig alert op het vóórkomen van de ziekte. Het UMC St Radboud heeft tot nu ongeveer 350 nieuwe PH-patiënten gezien. Bij bijna de helft is een reumatische ziekte de oorzaak van pulmonale hypertensie. Het aantal neemt jaarlijks toe. De aandoening is progressief en als je niets doet zelfs levensbedreigend. Hoe eerder de diagnose pulmonale hypertensie gesteld wordt, hoe meer mogelijkheden er zijn om een specifieke behandeling in te zetten. De meeste patiënten krijgen medicijnen in de vorm van tabletten, vaak in combinatie met zuurstof. Ze kunnen hun dagelijkse leven goeddeels weer oppakken, maar genezen doen ze niet.
Deze begeleiding is in handen van Nicole en Saartje Coenen, onder supervisie van de medisch specialisten. ‘Wij hebben overleg met de patiënten. En met hun huisarts bij wie ze bloed moeten laten afnemen, omdat de medicijnen stoornissen in de leverfunctie kunnen geven. Het contact met patiënten en hun familie is blijvend. Het is een ziekte waar je niet meer van afkomt.’ Zonder behandeling is de gemiddelde levensduur 2,3 jaar vanaf het ontstaan van de aandoening. Maar is de behandeling eenmaal begonnen en de patiënt is therapietrouw, dan gaat de kwaliteit van leven vooruit en blijven patiënten gemiddeld langer leven. Dat laatste is absoluut haalbaar, zegt Nicole Coenen. ‘Wij streven naar een verbetering van minimaal tien procent op de zes-minutenlooptest in de eerste drie maanden na de behandeling met de juiste medicatie. Een jaar geleden kwam hier een jonge vrouw binnen. Spoedgeval. Zodra we wisten dat het om pulmonale hypertensie ging en wat de oorzaak was, zijn we begonnen met medicatie per infuus. Nu wandelt ze rustig anderhalf uur op de hei. Dat kan dus heel goed.’
Looptest Intussen is het half twee. Meneer Bruggeman wacht met zijn vrouw en dochter op de poli Longgeneeskunde. ’t Was erg druk in het restaurant, vertelt meneer, waardoor hij erg lang heeft moeten staan. Maar het eten was goed.
In een van de spreekkamers is het PH-team bij elkaar. De artsen en de PH-verpleegkundige bespreken de patiënten die ze die middag zien. Ook meneer Bruggeman wordt alvast besproken in het multidisciplinaire team. Longarts Yvonne Heijdra zal hem het eerst zien. Zij vraagt naar een groot aantal mogelijke oorzaken van pulmonale hypertensie: ‘Hoest u slijm op? Wat deed u vroeger voor werk? Rookt u?’ De kortademigheid is ongeveer twee jaar geleden begonnen, antwoordt meneer Bruggeman. ‘Ik dacht steeds dat ik wel door kon gaan, maar nee, ik kan niet meer.’ Vervolgens arriveert meneer Bruggeman bij de longfunctie assistent. Hij instrueert meneer bij het uitvoeren van de longfunctieonderzoeken. Dat valt niet mee, want hij wordt er kortademig van. Ook de looptest van zes minuten is zwaar. ‘Mijn benen verzuren’, constateert meneer, bijna buiten adem. Zijn vrouw en dochter kijken zwijgend toe. Aan het einde van de dag gaat de familie Bruggeman nog naar reumatoloog Madelon Vonk. Ook staat er nog een eerste kennismakingsgesprek met de PH-verpleeg kundige op het programma. ‘Het is wel fijn dat we al het onderzoek op één dag hebben’, zegt meneer Bruggeman. ‘Al was het wel inspannend.’ De eerste uitslag van alle onderzoeken is geen verrassing voor de familie. n De naam van de patiënt is gefingeerd.
Het multidisciplinaire team van artsen en de PH-verpleegkundige bespreken de patiënten die ze ‘s middags zien.
9
o n derzoe k
Pleidooi voor één virtueel ziekenhuis rondom de patiënt Sinds 2003 beschikt het UMC over een interactieve IVF-poli waarmee paren digitaal thuis hun hele vruchtbaarheidsbehandeling kunnen volgen. Lab uitslagen, foto’s van embryo’s: alles staat erop. Artsen en patiënten zijn zo enthousiast, dat de poli nu wordt uitgebouwd voor de hele regio. Prof.dr. Jan Kremer, hoogleraar Voortplantingsgeneeskunde, in zijn inaugurele rede: ‘Dit is nog maar het begin van een veel completer virtueel ziekenhuis.’ R i e t je v a n V l i e t
‘In Nijmegen zijn ze erg aardig. En die digipoli is echt een aanrader! Er is een forum, je kunt je eigen behandeling online volgen. Uitslagen staan er vaak eerder op dan dat ze je gebeld hebben, en je kunt al je vragen aan het IVF-team stellen, zonder te bellen, echt ideaal!’ Deze enthousiaste woorden zijn te lezen op het forum van een landelijke IVF-site (www.ivf.nl). De schrijfster is niet de enige die vol lof is over de Nijmeegse digipoli. Het forum staat vol met tevreden patiënten van de subafdeling Voortplantingsgeneeskunde van het UMC St Radboud. Toch klinkt er in één van de bijdragen ook een teleurstelling: ‘Ik heb de vraag gesteld voor echo in Enschede te doen: dit willen ze niet!’ Dit is inderdaad nog niet mogelijk, bevestigt prof.dr. Jan Kremer, hoogleraar Voortplantingsgeneeskunde. Als het aan hem ligt, is dit snel verleden tijd. ‘Waarom zouden patiënten uren in de file staan voor een echo van vijf minuten? Laat de echo maken bij de patiënt in de buurt en stuur het beeld via een beveiligde internetverbinding naar de digipoli. Niet de patiënten hoeven de Waalbrug over, alleen hun gegevens.’ De digitale IVF-poli van het UMC St Radboud werd onder leiding van Kremer zo’n vijf jaar geleden ontwikkeld. Het is een beveiligde website waarop zijn patiënten kunnen inloggen om toegang te krijgen tot allerlei informatie over
‘We moeten de kracht van de patiënten zelf gaan gebruiken in het zorgproces’
voortplantingsgeneeskunde en over de voortgang van hun eigen behandeling. Er is ook plaats voor het delen van emoties en ervaringen met lotgenoten. Zelfs chatten met het IVF-team behoort tot de mogelijkheden. ‘Mag ik mijn haar laten verven?’ vraagt iemand die net zwanger is. Voortplantingskundige Kremer beantwoordt de mail. Op een andere mail over bloedverlies reageert hij dringender: ‘Maak morgen maar gelijk een afspraak.’ Ook dat laatste kan binnenkort via de website.
Empowerment Over voortplantingsgeneeskunde en de digipoli hield Kremer vorige week zijn inaugurele rede. ‘Wij dokters denken paternalistisch over onze patiënten’, betoogt hij. ‘We moeten de kracht van de patiënten zelf gaan gebruiken in het zorgproces. Patiënten zijn geen passieve objecten die beter moeten worden gemaakt, maar actieve subjecten die zelf keuzes kunnen maken en die verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de zorg.’ Deze abstracte woorden over ‘empowerment van de patiënt’ worden in de praktijk gebracht in de virtuele polikliniek van zijn afdeling. ‘Onze patiënten hebben zelf aangegeven waaraan zij behoefte hebben. Ze willen zelf aan de stuurknuppel zitten. Ze veranderen van pure consument naar medeproducent
‘Prof.dr. Jan Kremer: ‘Een digitale polikliniek maakt de gefragmenteerde zorg rond een patiënt overzichtelijk.’ Foto: Frank Muller
10
r a dbode 2 1 - 2 0 0 7 van hun eigen zorg. Ze zijn immers uitermate betrokken bij hun zorgproces. Dat onderschatten we nogal eens.’ Deze patiëntgerichtheid gaat heel ver, stelt Kremer. Allereerst moet de kennisongelijkheid tussen arts en patiënt worden verminderd. Patiënten dienen toegang te hebben tot hun eigen medische gegevens. Natuurlijk, de arts houdt de regie en bepaalt wanneer gevoelige informatie verstrekt kan worden, maar na eventuele mondelinge uitleg zou inzage geen probleem moeten zijn. De rol van het ziekenhuis wordt wel anders. Het wordt een soort facilitair bedrijf dat zijn diensten aanbiedt aan patiënten die als kritische consumenten hun zorg inkopen. Zoals je bij de bank ook zelf je formulieren invult, zo kan dat ook met bijvoorbeeld anamnese formulieren. ‘Patiënten kunnen dat thuis doen, achter hun eigen computer.’ In de virtuele polikliniek die het IVF-team voor regio Oost ontwikkelt, is het hele netwerk van zorg rond de patiënt betrokken. Ook daarin is het ziekenhuis faciliterend. Kremer: ‘De huidige zorg is gefragmenteerd. Door alle subspecialisaties is de zorg zo complex dat de onderlinge afstemming een probleem is geworden. Niemand neemt de verantwoordelijkheid voor het hele pad. Patiënten missen een centraal figuur die hen op dat pad begeleidt. Een soort accountmanager. De digitale poli maakt het pad overzichtelijk. Met een helpdesk alleen al zijn ze een heel stuk geholpen.’
Al die individuele driedimensionale netwerken van zorg komen straks samen in de Digipoli Oost. Zo krijgt iedere IVF-patiënt zijn eigen virtuele ziekenhuis. Zoiets kan niet voor bijvoorbeeld oncologiepatiënten, wordt er wel gezegd. ‘Waarom niet?’ vraagt Kremer. ‘Natuurlijk, IVF-patiënten zijn jong en maken meer gebruik van internet dan oudere patiënten. Maar dat verschil verdwijnt op den duur vanzelf. En voor zowel patiënten met kanker als patiënten met vruchtbaarheidsproblemen is de behandeling zeer emotioneel. Ook ernstig zieke patiënten zijn zeer betrokken bij hun behandeling. Daar moeten wij als ziekenhuis iets mee doen.’ Kremer is dan ook groot voorstander om het hele UMC te voorzien van een digitale polikliniek. Er ligt al een projectvoorstel bij de Raad van Bestuur om de digipoli uit te rollen voor andere afdelingen. Kindergeneeskunde heeft er belangstelling voor, met name ten behoeve van adolescente diabetici, maar ook Urologie en Psychiatrie. Bij Geriatrie zouden vooral de mantelzorgers er zeer bij gebaat zijn. Artsen krijgen door een digipoli wel een andere rol in hun contacten met patiënten, benadrukt Kremer. Ze worden meer coach die patiënten begeleidt bij het maken van keuzes in de behandeling. En die ze helpt negatieve uitslagen te accepteren. ‘Ons handelen is dan niet alleen maar gericht op het genezen van patiënten, maar ook op het begeleiden van mensen in een moeilijke fase van hun leven.’ n
Betere afweer in huid is risicofactor voor psoriasis Bij sommige mensen maakt de huid als gevolg van een genetische variatie meer bacteriedodende eiwitten aan dan gemiddeld. De keerzijde van de betere afweer die dit oplevert, is een groter risico op de huidziekte psoriasis. Dit meldt Joost Schalkwijk, hoogleraar Experimentele Dermatologie, in het prestigieuze Nature Genetics. In zijn oratie in 2005 gebruikte Schalkwijk nog de woorden “hypothese” en “mogelijk”. Nu heeft hij aangetoond dat de ideeën van destijds kloppen. ‘De huid is geen passieve barrière tegen ziektekiemen van buitenaf’, legt hij uit. ‘ De huidcellen herkennen micro-organismen en bestrijden hen vervolgens via aanmaak van kleine eiwitten. Deze defensines werken als natuurlijke antibiotica. Daarnaast roept één van die eiwitten, ß-defensine 2, het afweersysteem op mee te doen aan de bestrijding van ongewenste indringers. Ons idee was dat bij sommige
Prof.dr. Joost Schalkwijk: ‘We weten nu met zekerheid dat ook de huidcellen zelf betrokken zijn bij het ontstaan van psoriasis.’ Foto: Flip Franssen
mensen de huidcellen te veel defensines aanmaken, waardoor een geringe prikkel al leidt tot een hevige ontsteking van de huid. Het voordeel van de betere afweer zou soms dus wel eens kunnen uitmonden in een nadeel: een grotere kans op psoriasis.’ Om deze hypothese te onderbouwen keek Schalkwijk in samenwerking met Engelse en Duitse onderzoekers bij zo’n 500 psoriasispatiënten en 500 gezonde controles naar het aantal kopieën in hun DNA van de genen die verantwoordelijk zijn voor de aanmaak van ß-defensines. Immers, hoe meer kopieën, des te gemakkelijker kan het eiwit worden aangemaakt. ‘Wat we hoopten te zien, kwam uit’, zegt Schalkwijk. ‘Psoriasispatiënten bezitten gemiddeld meer kopieën van deze genen in hun DNA dan gezonde controles. En we hebben inmiddels ook voldoende aanwijzingen dat die extra kopieën ook daadwerkelijk leiden tot meer aanmaak van defensine eiwitten. Daarmee is aangetoond dat het hebben van extra kopieën van deze genen een belangrijke risicofactor is voor het krijgen van de ziekte.’ Een risicofactor zegt Schalkwijk met nadruk, niet dé oorzaak. ‘Het hebben van veel genkopieën alleen is niet voldoende om de ziekte te laten ontstaan. We vonden namelijk ook enkele gezonde mensen met veel kopieën en patiënten met relatief weinig kopieën. Er zijn dus nog meer factoren in het spel bij het ontstaan van psoriasis. We weten nu echter wel met zekerheid dat ook de huidcellen zelf betrokken zijn bij het ontstaan van psoriasis. De afgelopen decennia werden de cellen van het afweersysteem vooral als boosdoener gezien. Nieuwe medicijnen tegen de ziekte richten zich dan ook voornamelijk op het afremmen van de activiteit van witte bloedcellen zoals T-lymfocyten. Deze nieuwe kennis toont aan dat het ook zinvol is te zoeken naar behandelingen die zich richten op de huidcellen zelf.’ n
www.WLOLoopbaanadvies.nl - bewust richting geven aan je loopbaan Loopbaanadvies, Outplacement, Coaching en Reïntegratie. Bel voor meer informatie of een kennismakingsgesprek Wenneke Ong of Susan van Dijk, loopbaanprofessionals 06-50600570 of 026–8450786. Lid Noloc / Register Consultant CMI 11
prijzen en benoemingen P r o f . d r. L . v a n d e P u t t e Prof.dr. Leo van de Putte, oud-hoogleraar reumatische ziekten, is benoemd tot master van het American College of Rheumatology. Dit is één van de hoogste eerbewijzen die dit college verleent en het is de eerste keer, dat de eer een Nederlander te beurt valt. Het is de beloning voor zijn levenslange belang wekkende bijdragen aan de reumatologie. Verwezen wordt naar de opmerkelijke resultaten van zijn onderzoek naar de pathogenese van reumatische ziekten en naar zijn rol in de Europese reumaorganisatie en internationale wetenschappelijke tijdschriften.
P r o f . d r. F. W. K r a a i m a a t De Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR) heeft aan prof.dr. F.W. Kraaimaat, Medische Psychologie, de Nederlandse Reumatologie Penning toegekend. Professor Kraaimaat heeft aan het wetenschappelijk patiëntgebonden onderzoek bij reumatische aandoeningen een sterke impuls en academisch profiel gegeven. In samenwerking met verschillende reumacentra werden door hem een groot aantal sociaal wetenschappelijke projecten in de onderzoekslijn ‘Psychologische determinanten van reumatische aandoeningen’ opgestart om de diagnostiek en behandeling bij reumatische aandoeningen te bevorderen
Frye-stipendia Twee veelbelovende vrouwelijke onderzoekers van het UMC St Radboud ontvingen donderdag 6 december van de Radboud Universiteit Nijmegen een Fryestipendium. Drs. Miriam Koopman vanwege haar onderzoek naar behandeling van patiënten met een uitgezaaide vorm van dikkedarmkanker. Drs. Wietske Kievit vanwege haar onderzoek naar aspecten van besluitvorming rondom drie nieuwe zeer kostbare behandelingen voor patiënten met reumatoïde artritis.
Promoties, oraties, afscheidsredes* • Promotie mw. drs. C.F.J.M. Peeters, vrijdag 21 december om 13.30 uur. Titel: Liver metastases of colorectal cancer. The impact of the primary tumour on growth of metastases • Promotie mw. drs. Y.J.M. van der Linden, donder dag 10 januari om 13.30 uur. Titel: One-carbon metabolism and neural tube defects. Case open or closed • Promotie mw. drs. B.S. Langenhoff, vrijdag 11 januari om 13.30 uur. Titel: Surigical treatment of colorectal liver metastases: decision making and outcomes • Promotie mw. drs. M.E.E. van Kasteren, woensdag 16 januari om 15.30 uur. Titel: Improving the prescription of antibiotics: focus on surgical prophylaxis • Promotie mw. drs. M.F.M. Gielissen, donderdag 17 januari om 10.30 uur. Titel: Fatigue in cancer survivors. From assessment to cognitive behaviour therapy • Promotie mw. drs. J. Nigten, donderdag 17 januari om 13.30 uur. Titel: Molecular mechanisms in differentiation - induction in acute promyelocytic leukemia • Promotie mw. drs. J.N.H. Timmer-Bonte, vrijdag 18 januari om 10.30 uur. Titel: Effective chemotherapy support: a matter of timing and combining • Promotie drs. D. van Hamont, vrijdag 18 januari om 13.30 uur. Titel: The role of HPV in diagnosis and management of cervical premalignancies • Oratie mw. prof.dr. M.T.E. Hopman, hoogleraar Integratieve Fysiologie, vrijdag 18 januari om 15.45 uur. Titel rede: Liever lui dan moe? * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2 Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www.umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’
Speciale behandeling Zeer aantrekkelijke courtagekortingen voor alle leden van de Personeelsvereniging
Grand Buffet
Zaterdag en zondag 27,50 euro pp
Oranjesingel 21 • 6511 NM Nijmegen T (024) 360 69 00 E
[email protected] I www.beaufortmakelaars.nl
*Aanbieding*
Maandag t/m vrijdag 22,50 euro pp
Ùw huis onze Hoofdzaak NIJMEGEN - WATTSTRAAT 27
Een 5- gangenbuffet, smaakvol van opbouw, waar fijnproevers van zowel vis- als vleesgerechten optimaal aan hun trekken komen.
Nergens beter, nergens completer
In de wijk Grootstal op de tweede woonlaag gelegen 3-kamer appartement met 2 balkons en inpandige berging op de begane grond. Centraal gelegen t.o.v. de ziekenhuizen en de universiteit. Ind.: Beg. gr.: centrale entree met brievenbussen en intercom; eigen (fietsen) berging. 2e Verd,: entree; hal met meterkast, toilet; woonkamer met balkon en vaste kast; 2 slaapkamers; dichte keuken met eenvoudige keukeninrichting v.v. wasmachine-aansluiting en toegang tot 2e balkon; aansluitend doucheruimte met wastafel en opstelling c.v.-ketel. Alg.: bwjr. 1958 / woonopp. 65 m² / inh. 175 m³. Bijzonderheden: kunststof kozijnen / deels isolerende beglazing / c.v. via Nefit combiketel / mogelijkheid tot samenvoegen van de slaapkamer en woonkamer tot een ruimte van 32 m² / servicekosten circa €80,00 per maand.
Rijksweg 95 Mook 024-6962125 www.de-schans.nl
✁
Uitsluitend op reservering.
,PSUJOHTCPOt,PSUJOHTCPOt,PSUJOHTCPOt,PSUJOHTCPOt,PSUJO Exclusief voor personeel van het UMC St Radboud: Bij minimaal 10 personen, Voor informatie: Gelsing Makelaardij te Nijmegen 024-3812233 VRAAGPRIJS € 142.000,- k.k.
www.gelsing.nl
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
3,00 euro korting per persoon.
Voor de persoonlijke aanpak FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
12
r o n der w i js a dbode 2 1 - 2 0 0 7
buitenland In deze rubriek schrijven studenten over hun ervaringen in het buitenland. Dit keer Arthur Scheffer die stage loopt in Tanzania.
Het gaat om de inhoud Per 1 januari 2008 treedt prof.dr. Dirk Ruiter terug als decaan en vicevoorzitter van de Raad van Bestuur. Tijdens de crisis in de hartchirurgie was hij waarnemend voorzitter. Ook in zwaar weer zette Ruiter consciëntieus zijn taak voort. Crisisbeheersing is bij hem vooral rust bewaren.
Ne l l e k e D i n n i sse n
Arthur Scheffer Het eerste wat me werkend in een Tanzaniaans ziekenhuis opviel, is dat het verschil tussen Nederlandse en Afrikaanse gezondheidszorg niet alleen een kwestie van geld en middelen is. Natuurlijk, artsen, verplegers en patiënten hebben aanzienlijk minder tot hun beschikking dan in het Westen doorgaans het geval is. Een volle afdeling betekent extra stretchers op de gang of het delen van een bed met een andere patiënt, en voor geavanceerde laboratoriumbepalingen, MRI- of PET-scans is geen plaats. Maar het meest opvallende was in mijn ogen wellicht de complete ontspannenheid en rust onder het personeel. “Haraka haraka, haina baraka” (“Haastige spoed is zelden goed”) is misschien wel een van de meest geliefde spreekwoorden in het Swahili, en veel gezondheids werkers lijken dat tot een ware levensstandaard verheven te hebben. Waar in Nederlandse ziekenhuizen het looptempo vaak significant boven modaal lijkt te liggen, waande ik me de eerste dag in het Kilimanjaro Christian Medical Centre in Moshi een Olympisch hardloper terwijl ik de ene na de andere verpleger of arts voorbijsnelde. Iedereen kuiert doodkalm rond, heeft altijd alle tijd voor alles behalve waar ze oorspronkelijk mee bezig waren en met een aura van rust die de overgrote meerderheid Nederlanders vreemd is. Veel Tanzanianen zouden waarschijnlijk goede stresswerkers zijn, want er zijn maar weinig dingen die de rust kunnen verstoren. Zelfs als ‘s ochtends tientallen patiënten zich roepend en dringend aan proberen te melden voor de polikliniek in een kakofonie die de gemiddelde Westerling tot wanhoop zou drijven, blijft het ziekenhuispersoneel ijzig koel en wordt elke aanvraag in volmaakte rust afgewerkt. Maar zo charmant als dit kan zijn als je als toerist op Zanzibar bent, of als geïnteresseerde een bezoek brengt aan het ziekenhuis, zo frustrerend wordt het als je daadwerkelijk iets gedaan wil krijgen. De zo relaxte verpleegkundige wordt onuitstaanbaar laks als het antwoord op je vraag of er een mondkapje is om een ernstig kortademige patiënt te beademen “Mungu akipenda” (“Als God het wenst”) is. “Well, can you go find out please?”, “Maybe ask other sister”, “Where is she?”, “She have tea”, “So when will she be back?” “I don’t know, maybe one hour... Mungu akipenda.” Ik ben de tel verloren hoe vaak ik in de loop van mijn verblijf tot wanhoopsmaatregelen ben over gegaan om zorg te organiseren rond patiënten waarvan ik overtuigd was dat ze zouden overlijden als er niet snel maatregelen genomen zouden worden. Vooral rond lunchtijd vielen vragende blikken, acuut gebrek aan kennis van Engels en zuchten en steunen me meer dan eens ten deel. Tot mijn opluchting zag ik gedurende mijn verblijf dat het personeel op afdelingen waar zich frequenter noodgevallen voordoen, vaker inziet wanneer haast geboden is en bereid is ernaar te handelen. En ironisch genoeg wordt het onvoorstelbare vermogen van Tanzanianen om het hoofd koel te houden dan weer ineens een voordeel. Zo heeft alles uiteindelijk twee kanten.
In zijn ambtstermijn droeg Ruiter bij aan nieuw onderzoeksbeleid en aan verdere verbetering van het onderwijs. Nieuwe uitdaging voor Ruiter is onderzoek doen in het F.C. Donderscentrum naar de mechanismen van leer processen. Daarnaast wordt hij interim-hoofd van de afdeling Anatomie en adviseur van de Raad van Bestuur. Op het bureau van prof.dr. Dirk Ruiter, decaan en vice voorzitter van de Raad van Bestuur, liggen de paperassen hoog opgestapeld. Niet omdat hij zijn functie gaat overdragen, maar gewoon omdat dit de uitstalling is van zijn dagelijkse besognes. Heel normaal vindt Ruiter deze aanblik. ‘Het is net zoals bij pathologie. Heb je moeilijke gevallen dan leg je die apart. Zijn er nieuwe bevindingen dan voeg je die toe. Zo bouw je een compleet dossier op, dat nodig is voor een zorgvuldig besluit.’ Ruiter kwam in 1986 vanuit Leiden naar Nijmegen en werd benoemd tot hoogleraar pathologie. In januari 2004 trad hij aan als decaan en vice voorzitter van de Raad van Bestuur met onderzoek en onderwijs in zijn portefeuille. ‘Om wetenschappelijk onderzoek en onderwijs te versterken en een toppositie te behouden moeten deze gebieden op het hoogste niveau bestuurlijk zijn verankerd’, vindt Ruiter.
Trots Tijdens zijn ambtstermijn boekte het Radboud heel positieve resultaten in onderzoek en onderwijs. De twee onderzoeksinstituten, het Nijmegen Centre of Molecular Life Science en het Nijmegen Centre of Evidence Based Practice, kregen van de visitatiecommissie een uit stekende beoordeling. ‘Natuurlijk was dat dankzij de bezielende leiding van de wetenschappelijk directeuren’, merkt hij bescheiden op. ‘Maar ik ben er heel trots op.’ Ruiter maakte zich als decaan hard voor nieuw onderzoeksbeleid. Er kwam een stimuleringsmodel op basis van op maat gesneden investeringen. Volgend jaar wordt dat verder uitgewerkt. ‘Het schept meer kansen voor jonge onderzoekers, artsen in opleiding, post docs en fellows. Een transparant systeem, waarmee je veel beter kunt sturen op speerpunten, kwaliteit en innovatie.’ Degelijk en consciëntieus als Ruiter is heeft hij ter voorbereiding van het interview zes A-4tjes vol geschreven over punten die hij wil noemen: zoals de succesvolle visitaties en accreditaties van de geneeskunde en bio medische wetenschappen, tandheelkunde en de nieuwe
mondartsopleiding. Bij elk punt noemt Ruiter de namen van mensen die de eer moeten hebben. Hij is blij met de uitgewerkte plannen van “Beter worden in het Radboud” en zijn actieve bijdrage. Hij legt het belang uit van de zes onderzoeksinstituten, waarvoor de Raad van Bestuur momenteel gesprekken voert met potentiële weten schappelijk directeuren. Trots vertelt hij over het herziene Leerstoelenplan, de stijging van het aantal publicaties, promoties en subsidies. Maar het aantal citaties moet omhoog’, vindt hij. ‘Een mooie uitdaging voor mijn opvolger prof. Frans Corstens.’ Ook de researchmaster van Molecular Mechanism of Disease en OOR-Oost-Nederland, een regionaal onderwijs- en opleidingssamenwerkingsverband laat hij niet onbenoemd. En studenten niet te vergeten. Die spelen voor hem een belangrijke rol. ‘Wij hebben voor studenten assistentschappen ingesteld zodat zij promovendi kunnen assisteren. Dat heb ik liever dan dat ze oberen aan de Waalkade.’
Crisis Toen de crisis in de hartchirurgie het Radboud op zijn grondvesten deed schudden, bleef Ruiter overeind. ‘Zo zit ik in elkaar, is er paniek dan word ik steeds rustiger. Crisisbeheersing is dat.’ Toen het debacle in kranten en op TV terechtkwam, zat Ruiter in Athene. Op de terugvlucht schreef hij meteen een plan van aanpak. Desalniettemin diende Ruiter zijn ontslag in, omdat zoals hij het zelf zegt er een merkwaardige situatie was ontstaan. ‘Men vond dat de hele Raad van Bestuur moest aftreden.’ Wel bleef hij aan als decaan. Maar het Stichtingsbestuur vroeg hem waarnemend voorzitter te worden van de Raad van Bestuur. Op de vraag of hij dat moeilijk vond zegt hij bedaard: ‘Ik ben niet iemand die wegloopt van problemen. Met een goede ondersteuning van de bestuurssecretaris en het bestuurssecretariaat en later met Niek Urbanus en Piet Ros kon ik die interimfase goed doorstaan. Het was een bijzondere situatie, want ik kreeg de algemene leiding en de verantwoordelijkheid voor patiëntenzorg, dat was ik niet gewend. Ik zat ineens dicht tegen de Raad van Toezicht aan en ik kreeg te maken met media. Ik heb er ontzettend veel van geleerd.’ Ruiter figureerde als een docent, zo omschrijft hij zijn optreden. ‘Ik leg graag uit en voelde me in die rol goed op mijn plaats. We moesten verantwoording afleggen. Een heel bewogen periode en leerzaam.’ Ruiter legt per 1 januari 2008 bij het aflopen van zijn termijn zijn functie neer. Zoals het bij een didacticus past zoekt hij een uitdaging in onderzoek naar de fundamentele aspecten van leerprocessen. Dat gaat hij doen in het F.C. Donderscentrum, en wellicht resulteert dit in onderwijsvernieuwingen. Ruiter is een man van intellectuele uitdaging. Ook in het besturen trok hem juist de inhoudelijke kant. ‘Ik heb een hekel aan procedures. Dat heeft te maken met gelijk hebben en gelijk krijgen. Het laatste zit verankerd in procedures. Voor mij gaat het om de inhoud, niet om het proces.’ n
Nieuwe uitdaging voor Ruiter is onderzoek doen in het F.C. Donderscentrum naar de mechanismen van leerprocessen. Daarnaast wordt hij interim-hoofd van de afdeling Anatomie en adviseur van de Raad van Bestuur. Foto: Jan van Teeffelen
13
r a dbode 2 1 - 2 0 0 7
mensen
IN M E M O R IA M Verbijsterd zijn we door het bericht dat onze zeer gewaardeerde collega
Rob Arts Op 1 januari 2008 is Rob Arts 25 jaar in dienst van het UMC St Radboud. Hij is werkzaam bij de RDS-groep, afdeling Bedrijf Huisvesting. Als valideur is Rob de enige persoon binnen het UMC St Radboud die zich heeft gespecialiseerd in het valideren van sterilisatoren. Rob viert zijn jubileum in besloten kring.
Rinske Beertema oncologieverpleegkundige er niet meer is.
Puur, niet te gek recht en zuiver met humor en een warm hart Blijf je
Jubilarissen vrijwilligers
A n t o i n e t t e H o f m a n - Te t e l e p t a Na een dienstverband van 20 jaar gaat Antoinette Hofman per 1 januari 2008 gebruik maken van de seniorenregeling. Zij is begonnen als huishoudhulp Civiele Dienst. Na reorganisatie in 1993 kwam zij bij afdeling Schoonmaak Facilitair Bedrijf. Antoinette werkt nu ruim 14 jaar in het personeelsrestaurant waar zij bekend staat als “de dame aan het broodbuffet”. Antoinette gaat samen met haar man, kinderen en kleinkinderen genieten van haar vrije tijd en hobby’s. Wij bedanken haar voor haar inzet en zullen haar zeker gaan missen! J. Halink, Manager Voeding
Ing. Joost den Arend Namens collega’s verpleegafdeling E30, medewerkers Medische Oncologie en Endocriene ziekten, Ria van Mierlo Prof. dr. Kees Punt Prof. dr. Ad Hermus
Op vrijdag 16 november is de Internationale Vrij willigersdag 2007 gevierd. Dit keer een gezellige Mexicaanse avond in de prekliniek. De mede werkers van de afdeling Restauratieve Voorzieningen hebben een fantastisch buffet gepresenteerd. Het geheel werd muzikaal omlijst door ‘De Theater Obers’. Tevens zijn enkele jubilarissen in het zonnetje gezet: Gerda Bruring (centrale hal), Gerrie Peters (centrale hal), Wim Pont (leesportefeuille) en Ank Oostendorp (poli Orthopedie/Heelkunde). Joke Arts (25 jaar Rijdende Winkel), Marion Overbeek (12,5 jaar Ouderbegeleiding), José Peters (12,5 jaar poli CIS) en Corrie Nuy (12,5 jaar poli Orthopedie/Heelkunde) waren helaas verhinderd. Joke Hoop, Coördinator vrijwilligers
Veni-subsidies Lisenka Vissers van de afdeling Antropo genetica onderzoekt veranderingen in het DNA, zoals kleine deleties en duplicaties, die kunnen leiden tot ziekten als verstandelijke handicap. Zij ontvangt de VENI-subsidie voor het ontrafelen van de mechanismen, die aan de basis liggen van deze DNA veranderingen.
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft aan drie jonge UMC St Radboudonderzoekers een zogeheten Veni-subsidie toegekend. Het gaat om dr. Sander Leeuwenburgh, dr. Lisenka Vissers en dr. Manon Zweers. De subsidie bedraagt maximaal 208.000 euro. Hiermee kan de onderzoeker drie jaar lang onderzoek doen en ideeën ontwikkelen.
Anita Huisman Per 1 januari 2008 vertrekt Anita Huisman bij de afdeling Apotheek/Klinische Farmacie. In 1985 is zij begonnen als apothekersassistente en is jarenlang als trialassistente verantwoordelijk geweest voor de ondersteuning van het klinisch geneesmiddel onderzoek in het UMC St Radboud. De afgelopen 3 jaar heeft zij gewerkt als research assistente binnen de onderzoekslijn van de afdeling. Nu heeft ze een nieuwe uitdaging gevonden als datamanager bij het Trialbureau IKO en wij wensen haar veel succes toe in haar nieuwe functie. Dr D.M. Burger, ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog
Bindweefsel is een wezenlijk onderdeel van alle organen en zorgt voor samenhang en stevigheid van ons lichaam. Manon Zweers van de afdeling Dermatologie onderzoekt met de VENI-subsidie hoe bindweefsel wordt opgebouwd en hoe veranderingen in bindweefsel leiden tot ziekte. JG
Sander Leeuwenburgh van de afdeling Parodon tologie en Biomaterialen ontvangt een VENIsubsidie voor zijn onderzoek naar injecteerbaar kunstbot. Door de toenemende vergrijzing en levensstandaard ontstaat er een steeds grotere behoefte aan kunstmatige botvervangers. Leeuwenburgh probeert, uitgaande van de structuur van natuurlijk botweefsel, een nieuw type botvervanger te ontwikkelen op basis van injecteerbare kunststoffen en nanogestructureerd botmineraal.
Op 1 januari, na ruim 32 jaar werkzaam te zijn geweest in het UMC St Radboud, maakt Ing. Joost den Arend gebruik van de FPU regeling. Na vele jaren gewerkt te hebben als fysicus op Dermatologie en Cardiologie is hij de laatste 11 jaren werkzaam geweest bij Algemeen Interne Geneeskunde. Op woensdag 16 januari om 17.00 uur is er gelegenheid om afscheid van hem te nemen in Huize Heyendaal. Prof. dr. J.W.M. van der Meer, Hoofd Algemeen Interne Geneeskunde
Jan Janssen Op 1 januari 2008 gaat na ruim 33 jaar dienstverband, Jan Janssen gebruik maken van de FPU regeling. Jan is in 1974 begonnen binnen de Grote Schoonmaak. In november 1983 heeft hij de overstap naar de IC-OK afdeling gemaakt. Hier heeft hij altijd met veel plezier gewerkt. Als dank voor zijn inzet wordt hem een receptie aangeboden. Deze zal plaatsvinden op woensdag 9 januari van 16.00 tot 18.00 uur in het Restofant. Wij nodigen u van harte uit om bij dit afscheid, van deze markante persoon, aanwezig te zijn. Jan en zijn vrouw wensen wij het beste voor de toekomst. Gerrit Jan Heeroma, Interim hoofd afdeling Schoonmaak
kleine boodschap Gratis niet commerciële advertenties van medewerkers, vrijwilligers en studenten. Opgave bij het Voorlichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis. Postadres: 528 Staf Concerncommunicatie, voorlichtingscentrum. E-mail:
[email protected]. Hieronder een klein gedeelte, op intranet (www.umcn.nl) vindt u alle advertenties. Opgave van (UMC)werkadres of (RU)studentnummer is vereist. Maximale lengte 20 woorden, goederen mogen niet duurder zijn dan g 700, -.
Voornemens, inzake, temeer daar… of: van plan, over, vooral omdat?
Schrijft ú Raak Radbouds?
Gevraagd:
Aangeboden:
Hulp in de huishouding; vlak bij het Radboudziekenhuis voor twee (halve) dagen per week. Voor informatie: T 06-52 05 66 92. Met spoed kamer voor student fysiotherapie. Onderhuur ook welkom. Huur tot maximaal e 350,-. Reacties naar Tim Oosterveer, T 06-23 99 39 17 e-mail:
[email protected]. Twee of drie jaar oude ski -box, met eventueel dakrails voor een Volkswagen Passat. T 06-14 26 89 91/
[email protected].
3-deursschuifkast, kleur: alpine wit, indeling: boven 3 x leg, onder 3 x hang, Afmetingen: 2,23 (H) 1,51 (B) 0,61(D). e 90,-.T (062) 901 46 28 of
[email protected]. Zonnebank, lampen net vervangen, e 75,-. m.westerhof @dent.umcn.nl, T (024) 322 90 66/ (024) 361 71 90. Rustig woonhuis, dichtbij ziekenhuis. Kleine, lichte, gemeubileerde zolderverdieping met TV, koelkast, computeraansluiting. Magnetron als enige kookgelegenheid. Huurprijs: e 270,-/ e 295,-. T (024) 356 19 39.
Kijk voor ons aanbod schrijftrainingen en onze tekstservice op www.ru.nl/utn Colofon
Voor schrijftips kijk op www.ru.nl/raakradbouds
Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen (eindredactie), Gijs Munnichs, Walther Verhoeven Aan dit nummer werkten mee: Marten Dooper, Flip Franssen, Joke Groeneveld, Paul van Laere, Marlies Mielekamp, Frank Muller, Jan van Teeffelen, Rietje van Vliet E-mail:
[email protected], telefoon: (024) 361 35 38 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Henk Gerrits, René Bakker, mr. Æmiel Kerckhoffs Vormgeving en lay-out: Puntkomma Creatieve Communicatie Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, (023) 571 47 45, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen (024) 361 54 42. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 18 januari 2008.
14
op i n i e r a dbode 2 1 - 2 0 0 7
PIPnieuws PersoneelsInformatiePunt ma t/m do 11.30-14.00 en 15.00-17.00 uur vrij 11.30-14.00 uur, T (024) 361 91 66, route en interne post 536,
[email protected] : medewerker ➔ pip on line
Humor als verpleegkundige interventie
Actueel PIP heeft tussen de feestdagen aangepaste openings tijden: ma 24-12: 11.30 – 15.30 uur. do 27-12, vrij 28-12 en ma 31-12: 11.30 – 14.00 uur.
PIP tip Met ABP ExtraPensioen spaart u voor extra ABP Keuzepensioen, ABP OuderdomsPensioen of FPU. U kunt ook uw spaarloon gebruiken voor ABP ExtraPensioen. Dan heeft u dubbel voordeel. U betaalt geen belasting over zowel het spaarloon als het gestorte bedrag. :www.abp.nl ➔ u bouwt pensioen op ➔ persoonlijke aanvullingen ➔ ABP extra pensioen
Vacatures Elke donderdag staan de nieuwe vacatures op internet en op het presentatiebord bij PIP.
Vacaturetip Voor secretaresse met oog voor kwaliteit: 08306* Senior secretaresse, Staf Medische Zaken, Bureau Kwaliteit : werken bij het UMC ➔ vacatures
FLEX U bent een ervaren secretaresse, met recente werkervaring bij voorkeur in een ziekenhuis? Dan kan werken via FLEX interne uitzendbureau van het UMC St Radboud interessant voor u zijn. : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk T (024) 361 03 03, flexmail@ po.umcn.nl, route 534, interne post 536, ma t/m vrij 09.00-16.30 uur
Vrijwilligers Lijkt het u leuk om 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer te zijn, of eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief te zijn? Of liever een ander onderdeel van het vrijwilligerswerk? Wij kunnen regelmatig nieuwe vrijwilligers plaatsen en we zijn blij met uw aanmelding. Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
Cursussen en trainingen Het UMC St Radboud heeft een breed pakket aan cursussen en trainingen, gericht op ontwikkeling, professionalisering en deskundigheidsbevordering voor medewerkers. Dit pakket bevat onder andere leergangen op het gebied van management, trainingen over inzetbaarheid en loopbaan en algemene cursussen in office-programma’s. Een compleet overzicht vindt u op intranet. : medewerker ➔ leren bij het UMC ➔ opleidingsaanbod Veilig omgaan met gasflessen Voor laboratoriummedewerkers is in februari en maart 2008 een cursus Veilig omgaan met gasflessen gepland. Onderwerpen in de cursus zijn ondermeer: risico’s van gascilinders, opslag, onderhoud en herkeuring. Voor meer info en aanmelden: kijk bij functiegericht opleidingsaanbod op intranet. T (024) 361 06 45, Pieternel van Heijst.
[email protected].
Foto: Frank Muller
Als je aan zorg denkt, denk je niet gelijk aan humor. In het boek ‘Humor als verpleegkundige interventie’ van Marcellino Bogers wordt beschreven waarom humor juist hier zo belangrijk is. Zowel de zorgvragers als de zorg verleners komen voor heftige situaties te staan. Lachen is pijnstillend, ontspannend en het is een hulpmiddel om met angsten om te kunnen gaan. Voor verpleegkundigen kan het gebruik van humor een goede remedie zijn tegen burn-out. Toch wordt er in de verpleegkundige opleiding en op de werkvloer te weinig nagedacht over de werking, de effecten en de mogelijk heden van het gebruik van humor. Humor in de zorg is van groot belang voor zowel de patiënt als voor de verpleegkundige.
het betoog Humor is een officiële verpleegkundige interventie. Veel verpleegkundigen zijn hiervan niet op de hoogte. Op de werkvloer is er wel sprake van humor en er wordt ook wel gelachen, maar er wordt te weinig bewust met humor interventies gewerkt. Iedereen weet dat lachen een pijnstillende en ontspannende werking heeft en dat het mensen helpt om met hun angsten om te gaan. Door af en toe flink te lachen, wordt eventjes alle ellende vergeten en voelt de patiënt zich even geen patiënt. Hierbij wordt de ernst van de situatie niet genegeerd, maar het maakt het wel draaglijker, zowel voor de patiënt als voor de verpleegkundige. Ook heeft de verpleegkundige door het maken van een grapje een andere ingang bij de patiënt. Humor kan spanningen wegnemen en het is een manier om af te reageren. Ook kan het helpen een negatieve spiraal te doorbreken en te relativeren. De patiënt raakt even los van zijn ‘depressieve gevoelens’ en kan op een andere manier tegen de situatie aankijken. Ook kan het emoties losmaken. Zo vertelt Marcellino Bogers in zijn boek dat hij bij een chagrijnige patiënt de opmerking maakte: ’Het lijkt wel alsof u met het verkeerde been uit bed bent gestapt.’ Bij het terugslaan van de dekens constateerde hij tot zijn schrik dat de man een beenamputatie had ondergaan. De man begon hierop onbedaarlijk te lachen. Hierdoor was het ijs gebroken en was de patiënt toe gankelijk voor contact. Als de patiënt zich op zijn/haar gemak voelt, is er sprake van vertrouwen en verbondenheid. Dit is de basis voor een goede communicatie. Humor kan bovendien een hulpmiddel zijn om gevoelige onderwerpen, zoals seksualiteit en de dood op een niet-bedreigende manier aan te snijden. Zo vertelde een oncologieverpleegkundige over een jonge vrouw na een borstamputatie: ‘De patiënte vond de situatie erg zwaar en kon alleen maar negatief denken. Ze was erg op haar uiterlijk en in het bijzonder op haar gewicht geconcentreerd. De verpleegkundige reageerde met de volgende opmerking: “Maar nu ben je wel weer wat kilo’s kwijt! Hoef je niets voor te doen, alleen maar kanker te krijgen.” Hierop schoot de vrouw in de lach. Ze vond het erg bevrijdend om zo over haar ziekte te kunnen praten.’ Als patiënten over hun gebreken en beperkingen grappen kunnen maken is dat een teken dat er een acceptatieproces gaande is.
hen verkleind. Humor werkt als een uitlaatklep. Het is goed om spanningen en werkdruk af en toe even van je af te kunnen lachen. Tevens is het een middel om heftige situaties of lastige patiëntencontacten te kunnen relativeren. Een goede sfeer in het team waarin je werkt, is behalve voor je werkplezier ook een voorwaarde om humorinterventies toe te passen. Als je humor toepast, moet je iets van jezelf geven. Net zoals verpleegkundigen bij patiënten veel met humor kunnen bereiken, kunnen ook leidinggevenden met humor het optimale uit hun team halen. Managers die af en toe ruimte geven voor humor houden hun mensen makkelijker vast. Dat blijkt uit een Brits onderzoek. Vrijwel iedereen (98,5%) in het onderzoek van Fish4jobs is van mening, dat lachen goed is voor de moraal. ‘Het is de beste manier voor werk nemers om even te ontspannen, zodat ze daarna weer fris aan het werk kunnen,’ zegt een woordvoerder. Humor kan ook iets kapot maken, afstand scheppen tussen de patiënt en verpleegkundige, kwetsend zijn of iemand voor gek zetten. Bij elke patiënt moet je nagaan of humorinterventies wenselijk zijn. Er is geen kant en klare strategie om humor toe te passen. Op het congres Zorg en Humor in 1997 vertelde Léon van Woerden, docent verpleegkunde HBO-V, dat je aanvoelt hoe een patiënt op humor reageert: ‘Het is een kwestie van ervaring, goed observeren en er natuurlijk ook voor openstaan. Dat kun je niet leren op school. Humor moet spontaan zijn, met intuïtie bereik je al een heleboel’. Humor is van groot belang voor zowel de patiënt als voor de verpleegkundige. Daarom moet het ook meer bewust in de gezondheidszorg geïmplementeerd worden. Het kan voor beide partijen een middel zijn om situaties te accepteren en/of te relativeren, relaties op te bouwen, spanningen af te reageren en pijnlijke gevoelens te verwerken. Het boek ‘Humor als verpleegkundige interventie’ is voor ieder die werkt in de zorg een aanrader. Na het lezen heb je meer inzicht in het belang van humor. Hierdoor kun je het bewuster en effectiever toepassen in de praktijk. Marcellino Bogers, zegt hierover in zijn boek:’Humor relativeert, ontwapent, ontspant, verbindt, bevrijdt, doorbreekt, ontgift, ontstrest, verlicht en is nog gratis ook’. n Sanne Bogers Verpleegkundige Centrale Endoscopie
ingezonden Voor al het personeel Niet alleen met Kerstmis maar het hele jaar door is er vreugd over de hulp en inzet die er door jullie wordt gegeven hopelijk gaat dit nooit verloren.
Kans op burn-out verkleint De inhoud van PIPnieuws valt onder verantwoordelijkheid van Staf P&O
Verpleegkundigen hebben vaak te maken met een hoge werkdruk en veel ellende op de afdeling. Door het toepassen van humor wordt de kans op een burn-out bij
15
H.J. van Doorn Patiënt sinds 14 juli 1994
r a c t u ee l a dbode 2 1 - 2 0 0 7
Basisscholieren organiseren kerstmarkt voor Kinderhartcentrum De scholieren van de Adalbert Basisschool in Mook organiseren donderdag avond 20 december een kerstmarkt. De opbrengst hiervan gaat naar het Kinderhartcentrum van het UMC St Radboud. Aanleiding voor deze benefiet actie is dat één van de kinderen uit de kleutergroep - de vijfjarige Mathijs - in het Radboud is geopereerd voor zijn hartafwijking. ‘De allerkleinsten doen iets voor de ander. Dit is de ware kerstgedachte.’
G i js M u n n i chs
De Adalbert Basisschool in Mook. Wel vijftig scholieren uit groepen 5 tot en met 8 luisteren aandachtig naar de ‘spreekbeurt’ van Ronald Tanke, kindercardioloog in het Radboud, over de werking van het hart. ‘Weet iemand wat een hartstilstand is?’, vraagt hij. ‘Ja!’, roept een van de kinderen. ‘Dat krijg je als je giftig gras eet!’ Tanke gebruikt het fantasieverhaal om een sprongetje te maken naar het eten van heel veel friet met mayonaise en vervolgens naar ongezond leven en hartproblemen. ‘Stel dat iemand nog nóóit gifgras of friet heeft gegeten en toch last van zijn hart heeft?’ En zo legt Tanke uit dat niet alleen oude mensen, maar ook kinderen problemen met het hart kunnen hebben. De les aan de kinderen over aangeboren hartafwijkingen is een voorbereiding op de kerstmarkt die donderdag-
avond 20 december op de Mookse basisschool plaatsvindt. Deze speciale markt organiseren de kinderen, samen met hun ouders en onderwijzers. Het geld dat ermee ingezameld wordt, is voor het Kinderhartcentrum van het UMC St Radboud. ‘Kinderen mochten zelf aan geven waar ze het geld aan willen besteden’, vertelt leerkracht Mariël Bergers. ‘Een van onze scholieren, Mathijs, heeft een aangeboren hartafwijking en is onlangs geopereerd in het Radboud. Dit was voor de kinderen een extra aanleiding om voor het Kinderhartcentrum te kiezen.’
Een vechtertje De kinderen op school hebben erg meegeleefd met de operatie van Mathijs. De kleuter heeft het hypoplastisch linkerhart syndroom. Dit houdt in dat hij maar één goed functionerende hartkamer (de rechter) heeft. Hij is hiervoor drie keer geopereerd. Toen hij negen dagen oud was, bij tien maanden en, onlangs, op vijfjarige leeftijd. ‘Kinderen met dit syndroom hebben in feite geen linkerkamer en de grote lichaamsslagader (aorta) is ernstig onderontwikkeld’, vertelt Tanke. ‘Het doel van de operaties is om de bloedsomloop aan te passen en om te leiden, zodat de rechterkamer zo efficiënt mogelijk kan werken. Als één kamer het werk van twee moet doen, blijft enige
overbelasting onvermijdelijk. Op latere leeftijd zullen deze kinderen bijvoorbeeld niet de conditie hebben om goed te kunnen voetballen. Op een fietstest scoren ze zo’n 60 procent van het normale conditieniveau. Naar school gaan en, later, werken, is echter goed mogelijk.’ Ondanks zijn hartafwijking heeft Mathijs zich goed ontwikkeld, vertelt zijn moeder Ingrid Roeloffs. ‘De eerste tien maanden van zijn leven had hij weinig energie en was zijn zuigreflex niet ontwikkeld, waardoor hij sondevoeding kreeg. Daarna haalde hij alles snel in. Toen hij anderhalf jaar oud was, kon hij bijvoorbeeld al lopen.’ De operatie is vier weken achter de rug. Mathijs maakt het goed. ‘Voorheen was hij sneller moe, moest hij vaker gedragen worden of in de buggy zitten’, aldus moeder Ingrid. ‘Nu kan hij veel langer lopen. Ondanks zijn beperkingen, heeft hij altijd veel levensenergie gehad. Hij kan goed met zijn handicap omgaan.’ Terwijl zijn moeder het interview geeft, is Mathijs druk aan het spelen. ‘Het is echt een vechtertje’, vertelt ze. ‘De operaties waren erg zwaar. Maar hij wist zich er goed doorheen te slaan.’ Ingrid Roeloffs heeft het de afgelopen jaren zwaar te verduren gehad. Ze kreeg niet alleen de operaties van haar zoontje voor de kiezen, maar verloor ook haar man aan de ziekte kanker. Hij wilde graag dat familie en vrienden bij zijn afscheid geld zouden schenken aan het Kinderhartcentrum. ‘Mijn man wilde geld geven aan iets dat heel dichtbij hemzelf stond. Zo kunnen kinderen, zoals Mathijs, met nog een heel leven voor zich, extra geholpen worden.’
Hart en ziel
V.l.n.r. Leerkracht Janine van Bernebeek, Ingrid Roeloffs met zoon Mathijs, leerkrachten Mariël Bergers en Cindy Nillesen en kindercardioloog Ronald Tanke. Foto: Jan van Teeffelen
ethiek Moraal te koop? Waarschijnlijk kent u de video: Beelden van vreed zaam slapende baby’s. De Nederlandse zangeres Do zingt ‘Stille nacht, heilige nacht …’. Tussen de beelden in verschijnen tekstborden: “Door te kiezen voor Pampers helpt u wereldwijd de meest kwets bare baby’s te beschermen. Eén pak Pampers betekent één inenting.” Een reclamespotje dus. Voor de tweede keer voeren ‘s werelds meest bekende luiervervaardiger en Unicef samen kerstcampagne. Elk pak luiers financiert een tetanus vaccinatie voor een kindje in de derde wereld. De campagne krijgt veel aandacht. Positief en negatief. Mensen vinden de beelden mooi. Ze houden van het Oostenrijkse liedje. Anderen houden er een raar gevoel aan over. In commercials wordt de belofte van goede gevoelens gekoppeld aan het kopen van een product, zodat de consument deelachtig wordt aan
de beloofde gevoelens. Grote bedrijven hebben sinds enige tijd de moraal ontdekt om de goede gevoelens van een betrouwbare basis te voorzien, en daarmee hun verkoopcijfers verder op te schroeven. De koper krijgt bovenop het product de kans zich een moment lang goed te voelen door een goed werk te hebben gedaan. Bij de Rabobank kunt u een klimaathypotheek afsluiten,
met de klimaatneutrale Canon printer worden uw foto’s milieubeschermend afgedrukt, en nu dus de luiers waarmee u helpt te voorkomen dat arme kinderen enge ziektes krijgen. De Volkskrant juicht deze ontwikkeling in een commentaar van 4 december jl. toe, met een knipoog uiteraard. Bedrijven raken, door in hun reclame
16
Mathijs heeft een beetje moeite met alle aandacht. Hij hoeft ook niet zo nodig op de foto voor bij het artikel. ‘De kerstmarkt is ook niet voor hem georganiseerd’, zegt zijn moeder. ‘Het is een mooi initiatief om alle kinderen met hartproblemen te steunen.’ Op de kerstmarkt verkopen de scholieren hun eigen tekeningen en knutsel werkjes. Ook worden glühwein en zelfgemaakte cakejes en bavarois geserveerd. Het schoolplein verandert op 20 december geheel in kerstsfeer. ‘De kerstman rinkelt om zes uur ’s avonds met de bel als startschot’, vertelt leerkracht Janine van Bernebeek. ‘Alle kinderen komen dan met hun ouders naar school. Op het schoolplein staan schapen. We hebben een koor. Er is ook een stand met informatie over het Kinderhartcentrum.’ Ronald Tanke vindt het initiatief geweldig. ‘Een hart operatie is ontzettend zwaar’, zegt hij. ‘Kinderen moeten soms weken in het ziekenhuis verblijven. Hun verblijf moet zo aangenaam mogelijk zijn. Met giften, zoals van de kerstmarkt, kunnen we zorgen voor extra voor zieningen. Bijvoorbeeld om het ziekenhuis kindvriendelijker te maken. Ook kunnen we het besteden aan scholingsmateriaal of aan spellen voor de zieke kinderen. Het is heel bijzonder dat de basisscholieren uit Mook de kerstmarkt voor de kinderhartpatiënten organiseren. De allerkleinsten zetten zich met hart en ziel in voor de ander. Voor mij is dit de ware kerstgedachte.’ n
strategieën morele appèls in te zetten, steeds meer verstrikt in hun eigen mooie verhalen. Hoe luider de goede daden worden aangeprezen die het bedrijf met behulp van de kopende klant voornemens is te plegen, hoe duidelijker worden immorele kanten van hun daad werkelijke praktijk zichtbaar. De bedrieger die vanuit puur winstbejag het idealisme preekt, komt uiteindelijk bedrogen uit. Dit is intelligent geobserveerd en mooi verwoord door de commentator. Maar waarom resteert er dan toch onbehagen over zo’n filmpje? Worden goede daden uitgelokt door middel van manipulatie, lijkt er iets belangrijks te ontbreken. Maar het levert toch ook iets op, zie het succes van de Grote Donorshow… Ja precies, de Donorshow laat, naast alle positieve effecten, zien dat we soms wellicht te weinig gebruik maken van onze eigen vrijheid, het goede te doen. Daarom heb ik zo’n vreemd gevoel bij het gebruik van moraal in de reclame: omdat het subtiel, stap voor stap, afhankelijk maakt van willekeur van anderen. Sommige dingen lijken niet meer zichzelf als ze te koop zijn. Norbert Steinkamp