Preek & liturgie Doopsgezinde Gemeente Leeuwarden 21 juni 2015 Organist: G. Bergstra; voorganger: A. Bruin
* Mededelingen en aansteken van de kaars * Bemoediging en groet Geloofd zijt Gij, Heer onze God, Heerser der werelden, Formeerder van het licht en schepper van de duisternis, Vredestichter en schepper van het heelal die in barmhartigheid het licht laat schijnen voor de aarde en haar bewoners en die in zijn goedertierenheid ieder dag weer het werk van de schepping vernieuwt. Amen
* Zingen
Vrede voor jou, hierheen gekomen Tekst: Jan van Opbergen
2. Niemand komt hier vrij van het kwade, Niemand gaat hier straks weer vrijuit Niemand te veel, niemand te weinig. Niemand te groot, geen één te klein. Dit wordt verbeeld in woord en gebaar tot ooit en overal wij leven van elkaar. 3. Jij die ons kent, Jij die ons aanvoelt Jij die de hele wereld draagt. Kom naar ons toe, leer ons te leven help ons te zien wat ieder vraagt. Tijd om te leven, kans om te zijn een plek om nu en ooit gezien, aanvaard te zijn.
* Gebed God, U hebt de gerechtigheid lief en sticht vrede op aarde. We brengen voor u de tweedracht in de wereld van vandaag, het zinloze geweld, de conflicten die mensen het vertrouwen benemen, de bewapening die het leven op aarde bedreigt. Zend uw Geest en vernieuw het aangezicht van uw wereld. Versterk de wil van allen die strijden voor gerechtigheid. God, U hebt leven gegeven. We brengen voor U leven dat geen leven is, vergiftigd door haat en angst, verduisterd door wantrouwen en vooroordelen. Maak ons open voor elkaar, versterk de wil tot communicatie, tot het zoeken naar overeenkomsten eerder dan naar tegenstellingen. God, u wordt de barmhartige genoemd. Wij brengen voor u de noden van de wereld, de armoede en het gebrek, de behoefte aan begrip en tederheid. Leer ons ontferming hebben met al onze medemensen en behoedt ons voor verharding Maak ons verdraagzaam nu, en straks in de week die ons wacht. Laat het geen toeval zijn dat we elkaar ontmoeten maar geef dat we elkaar zoeken, zoals U ons zoekt en altijd weer vindt. God, we komen tot u, met onze persoonlijke zorgen en verlangens, met onze goede en slechte kanten. We leggen ze voor U neer en vragen U om kracht, inspiratie en wijsheid. Door Jezus, Uw Zoon, onze Heer en Broeder. Amen * Zingen
Heer leer ons zien Melodie: Lied NL 247 (Blijf mij nabij)
1. Heer, leer ons zien, want soms lijkt dit bestaan zinloos en vaag, in nevels op te gaan, voelen wij ons verloren en alleen, dwalen wij zomaar rond en nergens heen.
3. Heer, onze God, U maakt ons duister licht; in onze mist schept U een vergezicht. Ieder van ons, hoe nietig hij ook is, heeft in uw samenhang betekenis. 4. U bent de kracht die ons tot leven riep. U bent de hoop van allen die U schiep. U bent de band die heel de mensheid bindt, U het geluk dat zij tenslotte vindt
2. Heer, leer ons zien, de zin en het verband U ons begin, en U ons vaderland. Wees weer de God die ons heeft uitgedacht, wees weer de Vader, die ons thuis verwacht.
* Bijbellezing
Psalm 1
Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, maar vreugde vindt in de wet van de Heer en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht. Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet.
Alles wat hij doet komt tot bloei. Zo niet de wettelozen! Zij zijn als kaf dat verwaait in de wind. Wettelozen houden niet stand waar recht heerst, zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen. De Heer beschermt de weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt dood 2
Psalm 1
[Huub Oosterhuis, ‘150 psalmen vrij’, uitg. Ten Have 2011]
Goed is dat je niet doet wat slecht is niet achter oplichters aan loopt niet met Ploert en Schender heult niet je schouders ophaalt ‘ploert en schender, ach zo is de wereld’.
Prent ze in het hart van je verstand, die woorden zeg ze voor je uit gezegend ben je een boom aan stromen levend water vruchten zul je dragen blad dat niet vergeelt het zal je goed gaan.
Goed is dat je goede woorden overweegt en wil: heb je naaste lief die is als jij de vluchteling, de arme, doe hen recht. * Zingen
Oplichter ongezegend zal je zijn. Een storm steekt op je waait de leegte in.
Wat zijn de goede vruchten
2. Geloof om veel te geven, te geven honderd-in, wij zullen leren leven van de verwondering: dit leven, deze aarde, de adem in en uit, het is van Gods genade en zijn lankmoedigheid. 3. En wie zijn ziel niet prijsgeeft maar vasthoudt tot het eind, wie zijn bestaan niet kruisigt – hoezeer hij levend schijnt, hij gaat voorgoed verloren, het leven dat hij koos is tevergeefs geboren en eindigt vruchteloos. 4. Maar wie zich door de hemel laat helpen uit de droom, die vindt de boom des levens, de messiaanse boom en als hij zich laat enten hier in dit aardse dal, dan rijpt hij in de lente tot hij vrucht dragen zal.
3
* Bijbellezing
Romeinen 12:14-21
Zegent wie u vervolgen, zegent en vervloekt niet. Weest blijde met de blijden, weent met de wenenden. Weest onderling eensgezind, niet zinnende op hoge dingen, maar voegt u in het eenvoudige. Weest niet eigenwijs. Vergeldt niemand kwaad met kwaad; hebt het goede voor met alle mensen. Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen. Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here. Maar, indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten; indien hij dorst heeft, geef hem te drinken, want zo zult gij vurige kolen op zijn hoofd hopen. Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. ‘
* Muziek
Ruth Jacott: Vrede Zelfs de allerduurste auto kan niet zwemmen En als 't nat is heeft ie moeite om te remmen Daarom is er met het asfalt iets gedaan Waardoor er nooit een druppel water op blijft staan We weten allemaal dat goochelaars bedriegen En dat geen mens waar ook ter wereld zelf kan vliegen De ware reden dat het vliegtuig nu bestaat Ligt in het feit dat zweven niet vanzelf gaat. Refrein: We bouwen huizen om orkanen te weerstaan En maken schepen om in elke storm te varen Er wordt gesleuteld aan een lamp die nooit kapot zal gaan Het wil alleen nog niet zo lukken … Om de vrede te bewaren Elke nieuwe appelboom die wordt geboren Heeft van nature niet de oren om te horen Maar genetisch zullen wij 'm dan wel leren Om smaak en kwaliteit te garanderen Refrein Als geen brug te ver is Komt straks elke klok gelijk te staan Als geen weg te lang is Wil straks geen mens een ander mens meer slaan Refrein
4
* Overdenking Psalm 1, de inleiding, de proloog op de psalmen. Want hierin wordt direct het kernthema aangesneden: de mens die leeft vanuit de Thora tegenover degene die dat niet doet. Eén en al tegenstelling is deze psalm. De gelukkige mens tegenover de kwaaddoeners, zondaars en spotters; de vruchtbare boom tegenover het dorre kaf, de vaste plek tegenover het verwaaien in de wind, de veilige, beschermde weg tegenover de doodlopende. Gelukkig, gezegend, is de mens … niet zal zijn maar ís. Maar niet onvoorwaardelijk. Je kunt dat hele gedeelte van ‘die niet meegaat’ tot en met ‘dag en nacht’ niet los zien van de zelfstandig naamwoord ervoor. Het is één begrip. In de grammatica zou je dat een beperkende bijzin noemen. Het gaat om een beperkte groep mensen, nl. de mens die niet … die niet meedoet met kwaaddoeners en zondaars en spotters … en de mens die wel.. die wel zich houdt bij de wet van de Heer. Misschien lijkt het een beetje over de top om die ‘anderen’ én kwaaddoeners én zondaars én spotters te noemen. Maar het gaat toch om drie, noem het maar categorieën. Het gaat om de mensen die binnen het recht hun vuile streken uithalen. In een andere vertaling las ik: de doemers. De mensen die mensen doemen, verdoemen tot ellende. De mensen die de mazen kennen. Je zou kunnen zeggen die mensen die hun hoge bonussen incasseren – omdat dat in hun contract staat - terwijl aan de onderkant de werkers hun ontslag aangezegd krijgen, de maatschappijen die de flexwerkers nog net op tijd hun ontslag geven om ze straks tegen lager loon en slechtere arbeidsvoorwaarden weer aan te nemen, de instanties die een uitkering korten omdat er één keer, maanden geleden, een papiertje niet is ingeleverd. Zij misbruiken het recht. De zondaars, dat zijn degenen die dat recht als vermomming niet nodig hebben. De misdadigers die moorden, stelen, die zich bezig houden met gedwongen prostitutie en mensenhandel, met drughandel en fraude. Zij stellen zich buiten het recht. En dan heb je nog de spotters, de pochers, de zwetsers. De mensen die zich opblazen en elke vorm van wet en zelfcensuur verwerpen. Die zich beter achten dan de rest. Die onder het mom van recht op vrije meningsuiting kwetsen en beledigen. Zij hebben helemaal maling aan de wet. Het is een glijdende schaal: een eindje oplopen, dezelfde weg opgaan en uiteindelijk zit je aan tafel met … Helemaal ingeburgerd. Gelukkig de mens die daar niet in meegaat. Huub Oosterhuis verwoordt het nog wat sterker. Je moet niet alleen er niet in mee gaan, je moet ook je schouders er niet over optrekken. Hij gaat meer richting Paulus. Paulus, die man van vele gezichten. Ooit de vurigste vervolgen van de ‘mensen van de weg’, nu zelf één van hen en één van de vurigste pleitbezorgers van Christus. Mens van de weg kun je hem wel noemen, niet alleen omdat hij voor de weg van Christus gekozen heeft, maar ook omdat hij constant onderweg is. Van Jeruzalem naar Antilogie in het huidige Turkije, van Macedonië naar Rome. De hele oostelijke helft van de Middellandse Zee is zijn werkterrein. Aan het begin van de Brief aan de Romeinen verzucht hij ook dat hij al langer de wens heeft naar Rome te komen maar dat werkzaamheden elders hem dat tot nu toe belet hebben. Man van vele gezichten. Jood, maar ook Romein. Waarschijnlijk heeft zijn vader ooit het Romeins staatsburgerschap verworven en dat betekende dat ook Paulus een burger was van dat grote Romeinse rijk en daarom aanspraak kon maken op bepaalde voorrechten. Man van vele gezichten. Hij is praktisch en theoreticus tegelijk. Tentenmaker van beroep kan hij in zijn eigen levensonderhoud voorzien. 5
Maar ook: Farizeeër van oorsprong, is hij opgeleid in de Joodse leer. Geleerd heeft hij, zittend aan de voeten van leermeesters, zoals dat toen de gewoonte was. Hij kreeg les van de besten, Gamaliël, destijds een beroemd Schriftgeleerde. Maar hij spreekt ook Grieks, de voertaal in het Middellandse Zee gebied, zeg maar het Engels van die tijd. Hij is bekend met de Griekse logica, de wijze van redeneren, van het opbouwen van een betoog. Dat komt van pas; hoe zou hij immers anders zijn doelgroep, de niet-joden, moeten aanspreken? Zo profileert hij zich ook in deze zelfde brief ‘Want ik spreek tot u, heidenen, voor zover ik de apostel der heidenen ben’ (Rom 11: 13). De Brief aan de Romeinen is ook beiden: theoretisch en praktisch. Want Paulus is ook praktisch, dat had ik al gezegd. Ik kan me zo voorstellen dat uit die jonge gemeente de vraag is gekomen ‘Beste Paul, je schrijft nu wel over de betekenis van Jezus lijden en sterven en vooral over zijn opstanding, over godvrezenden en goddelozen, over het leven na de dood. Over al die ingewikkelde dingen. Maar hoe doen we dat nu? We zijn maar eenvoudige mensen, vissers, kleine handwerkslieden, huisvrouwen. Hoe dóen we dat nou?’ En Paulus luistert naar hen. In dit korte gelezen gedeelte is hij opeens weer heel to the point. Hoe zorg je nu dat die theorie ook werkelijkheid, levende werkelijkheid wordt? Nou, zo: niet meegaan in die spiraal van haat en wederhaat, van wraak en nog meer geweld. Meeleven met elkaar, bij blijdschap maar ook bij verdriet. Eensgezind zijn, alle neuzen dezelfde kant op. Heb het goede voor met alle mensen. Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen. De vijand niet verketteren en uitstoten maar hem helpen bij zijn dagelijkse behoeften: voedsel en drinken. Dat zal hem meer doen dan terugslaan; hij zal beschaamd zijn. Laat je niet meeslepen in verkeerde dingen, integendeel overwin het kwade door het goede. Hierin echoën de woorden van Jezus uit de Bergrede en de wat minder bekende Veldrede uit Lucas. Die zin ‘Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen’ was mij heel bekend. Niet dat ik destijds wist waar hij vandaan kwam maar ik hoorde hem om de zondag. Hij maakte nl. deel uit van de vaste opdracht aan het eind van de dienst van ds. Fokke Fennema ‘En zo gaan wij dan weer heen naar ons huis, straks ook weer naar ons werk aan de wereld, altijd naar die plaats waar God ons gesteld heeft, opdat wij daar in een leven van toewijding getuigenis afleggen van ons geloof. En laat ons dan gelovig zijn en niet ongelovig, bereid om elkanders lasten te dragen en om vrede te houden met alle mensen, voor zover dat van ons afhangt, zonder angst voor pijn en dood wanneer die komen, altijd des Heren.’ Vrede te houden met andere mensen, nee, met alle mensen. Ga er maar aanstaan. Met alle mensen. Dat is ook met die vervelende zeur op je werk, met de buurman die elke keer de muziek te hard aan heeft staan, met de dame die voorkruipt in de rij in de supermarkt, net nu jij zo’n haast hebt. Dat is ook met de mensen die geen vrede willen. Die willens en wetens blijven pushen, treiteren, dwarsliggen. Dat is ook met dat drietal uit psalm 1: de kwaaddoeners en zondaars en spotters? Het kan niet, dat ziet Paulus ook wel. Daarom voegt hij er een tussenzinnetje in, een paar woorden. Voor zover het van u afhangt. Je hebt geen controle over wat de ander doet, je hebt dat wel over wat je zelf doet. Zelf kun je kiezen. 6
Vrede - sjalom - is een Bijbels kernbegrip en we weten allemaal dat daar meer mee bedoeld wordt dat alleen maar de afwezigheid van oorlog. Ook al zouden we daar nu direct voor gaan, als er vrede in de zin van ‘geen oorlog’ zou zijn. We hoeven maar naar het nieuws te kijken … Vrede is harmonie, elkaar het licht in de ogen gunnen. Ruimte creëren voor elkaar. Vrede is rustig slapen ’s nachts. Het is ook de innerlijke vrede en de mentale balans van een individu, van jou zelf. Want houdt het op bij de mensen om je heen? Dichtbij en veraf. Paulus gebruikt het hier wel in die context. Er is echter nog iemand bij die ‘allen’ waar jij mee te maken hebt en die wordt in de Bijbel niet zo vaak rechtstreeks genoemd. Namelijk: jij zelf. We leven in een maatschappij waar je geacht wordt voor jezelf op te komen. Waar veel onder druk staat: inkomen, zekerheden, relaties, maatschappelijke samenhang. Dat los je niet op met een regering de jubelt ‘en nu gaan we de participatiemaatschappij invoeren’. Als je een bijstandsuitkering hebt moet je je profileren. Als je een baan hebt moet je presteren. Als je dit en dat niet doet, ben je een dief van je eigen portemonnee. Als jij het niet doet, doet een ander het wel, pikt een ander het wel in. Afgelopen weken had ik twee gesprekken over ‘te lief zijn’. Eén met mijn buurman die een nieuwe hond had, een herplaatsingshond. Ze hadden er eerst wel wat over getwijfeld, wat zou er mis zijn met het dier? Er bleek niets mis; hij was alleen ‘te lief’. Te lief en niet geschikt voor het werk wat hij dat moeten doen. Tenslotte, een hond die kwispelende de inbreker begroet, daar heb je in een bewakingssituatie niet zo veel aan. Het andere ging over een meisje dat in relaties tot vriendinnen te veel geneigd was om te pleasen. Om toe te geven ter wille van de lieve vrede. Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen. Soms kun je ook ‘te lief’ zijn. Dan dien je die vrede niet maar maak je jezelf tot slachtoffer. Dan blijf je zelf achter, gekwetst of met een kater. Grenzen mag – en moet – je stellen. Maar het is wel weer aan jou hoe je die dan stelt. Duidelijk of bot, vanuit jezelf of de ander beknottend, rustig weigerend of terugslaand. Op een manier waar jij zelf er later ook nog vrede mee hebt. En dan er zijn die momenten, dan kun je geen vrede houden maar moet je juist opstaan, tegengas geven. Ik denk dat we allemaal wel van die momenten kunnen herinneren waarvan we achteraf zeggen: dat had ik anders moeten doen. Daar had ik nee moeten zeggen toen mij gevraagd werd iets te doen, wat wel binnen de regeltjes viel maar waarvan ik wel wist dat het niet helemaal koosjer was. Maar ik wilde me niet buiten de groep stellen. Daar had ik de verleiding moeten weerstaan. Maar ik wilde geen watje genoemd worden. Daar had ik steviger in mijn schoenen moeten staan, tegengas geven. Maar ik was bang voor de reacties. Daar had ik mijn mond open moeten doen, daar, toen er een vervelende opmerking geplaatst werd, toen er geroddeld werd, maar ik deed het niet omdat ik geen ruzie wilde. Dingen die we ’s avonds in bed, als we de dag nog eens overdenken nog voelen haken, als een klein venijnig doorntje dat je niet zien maar wel voelt. Zaken waarbij we, misschien ongewild, een stapje meegegaan zijn met die kwaaddoeners en zondaars en spotters omdat we de ‘lieve vrede’, noem het maar ‘lieve schijnvrede’ voorop stelden. 7
Houdt dit in dat je dan je nek maar helemaal niet moet uitsteken? Nee natuurlijk niet. We zijn geroepen om onze nek uit te steken, om grenzen van menselijkheid en recht aan te geven en dat kan op ons zelf terug slaan. We kunnen fantasierijk en met humor omgaan met wat ons aangedaan wordt, met woorden die ons gekwetst hebben. We kunnen vergeven en niet blijven zitten in wrok of slachtofferrol. We kunnen geven als de ander dat nodig heeft. We kunnen dat alles, maar wel vanuit de goede motivatie, en niet vanuit gemakzucht of angst. Afgelopen woensdag hadden we met de Avondzusters onze laatste bijeenkomst van dit jaar. Een maaltijd waarvoor iedere zuster een bijdrage had geleverd – en ik kan u verzekeren dat het lekker was – en een tekst die jou inspireert. Greet je van Es kon niet aanwezig zijn maar ze had wel een tekst opgestuurd, het bekende Desiderata, een gedicht in proza uit 1927 van de Amerikaanse schrijver Max Ehrmann. Daarin verwoordt hij het zo: Sta op goede voet met alle mensen, zonder jezelf geweld aan te doen. En Eppie Dam dichte – we hadden het ook kunnen zingen – : Moet je klakkeloos maar volgen, wat de massa wil of zegt? Huil niet mee met alle wolven, praat geen kromme dingen recht. Draag je lijflied door de golven: eigen wijs en eigen weg! Houd vrede met alle mensen, met jezelf en met anderen, maar volg daarbij die ene wet, die wet van de Ene. Want dan zal je vruchtbaar zijn, op welke manier dan ook. Amen. * Orgelspel, overgaand in ‘Linkerwang, rechterwang’
1. Ze zullen altijd tegen je zeggen: ‘Voor wat hoort wat, want dat hoort’. Ze zullen altijd uit willen leggen: Sta op je rechten, dan kom je nooit te kort. Doe daar niet aan mee, doe het anders om: geef de mensen meer dan ze durven te verwachten. Dus in plaats van steeds op je strepen staan. Langer met ze meegaan dan zij wel van je dachten. Refrein: We hebben mensen nodig met een nieuwe fantasie, mensen nodig met een nieuwe fantasie. (2x) 2. Ze zullen altijd tegen je zeggen: ‘Oog om oog en tand om tand’. Ze zullen altijd uit willen leggen: Sla van je af en gebruik toch je verstand. Doe daar niet aan mee, doe het anders om: ga op mensen af die van jou af willen komen. Ook als ze je wegslaan blijf in de buurt, want zij hebben nodig waar zij zelf niet toe komen. 8
* Open ruimte * Voorbeden Wij bidden voor Uw wereld, God, waarin honger, geweld, rechteloosheid aan de orde van de dag zijn waarin wij in onze rijkdom en vrede vaak vergeten hoe gelukkig wij zijn Behoed ons, God, voor hoogmoed, voor gemakzucht breng ons steeds weer te binnen dat we mensen zijn dat we onze hand willen blijven uitstrekken dat we onze verantwoordelijkheden voor anderen naar Uw gerechtigheid en genade willen vormgeven. Zegen wie zijn handen wil laten helpen, zegen wie haar oren en ogen opent voor een ander. Zegen wie uw rijk op aarde handen en voeten wil geven, de goede woorden spreken, hulp bieden waar mogelijk. Voor wie het gemis van een dierbare te verwerken krijgen. Voor mensen wier leven van de ene dag op de andere een puinhoop wordt door de dood van iemand zonder wie zij niet compleet zijn. Geef hen de kracht om hun verdriet een plek te geven, help hen iets van het leven te hervinden. Voor de zieken bidden we, Dan hun kracht geschonken wordt, en moed voor de toekomst. Voor wie op reis zijn bidden wij, Mensen op weg tussen huis en werk, mensen op weg naar vakantiebestemmingen. Behoed hen op al hun wegen, ga hen voor en breng hen thuis. We bidden ook voor wie thuis blijven, voor wie anderen zien vertrekken en thuiskomen. Dat ook zij een goede zomer tegemoet gaan. In stilte voegen we onze eigen woorden gedachten en namen toe En samen bidden we de woorden die Jezus ons leerde
9
Onze Vader in de hemel, laat Uw naam geheiligd worden, laat Uw Koninkrijk komen, en Uw wil gedaan worden, op aarde zoals in de hemel Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben, Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was En breng ons niet in verzoeking, maar redt ons uit de greep van het kwaad Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid, Amen. * Collecte Pax (voorheen IKV-Pax Christi), de grootste vredesbeweging in Nederland, zet zich in voor vrede, verzoening en gerechtigheid in de wereld. Samen met mensen in conflictgebieden werkt Pax aan een vreedzame en democratische samenleving. Meer informatie: www.paxvoorvrede.nl We beginnen met zingen zodra de kleinsten terug zijn in de kerk. * Slotlied
Ga dan op weg Melodie NL 868 (Lof Zij de Heer)
1. Ga dan op weg en laat hoop en verwachting je leiden. Ook al zijn pijn en verdriet door geen mens te vermijden. Wees niet bevreesd. Ga, en vertrouw op de Geest die je van angst zal bevrijden.
2. Ga dan op weg en ontmoet op je reis medemensen. Geef aan een ieder al wat je jezelf toe zou wensen. Dan onder 't gaan zoek je de steun van de Naam. en overschrijd je je grenzen.
3. Ga dan op weg en schud af al je twijfels en zorgen. Ga, en ontdek wat vandaag nog voor jou is verborgen. Houd op het licht altijd je ogen gericht, dat zal je kracht zijn voor morgen.
10
* Opdracht En zo gaan wij dan weer heen naar ons huis, straks ook weer naar ons werk aan de wereld, altijd naar die plaats waar God ons gesteld heeft, opdat wij daar in een leven van toewijding getuigenis afleggen van ons geloof En laat ons dan gelovig zijn en niet ongelovig, bereid om elkanders lasten te dragen en om vrede te houden met alle mensen, voor zover dat van ons afhangt, zonder angst voor pijn en dood wanneer die komen, altijd des Heren.
* Zegenbede
Zegen ons algoede
Zegen ons algoed Neem ons in uw hoede En vervul ons met de kracht van uw geest bij dag en nacht.
2. Stort op onze bede in ons hart uw vrede en verhef uw aangezicht over ons en geef ons licht.
3. Amen, amen, amen. Dat wij niet beschamen Jezus Christus onze heer, Amen God, uw naam ter eer.
* ** *** ** * ** *** ** *
Desiderata Wees kalm te midden van het lawaai en de haast en bedenk, welke vrede er in stilte kan heersen. Sta op goede voet met alle mensen, zonder jezelf geweld aan te doen. Zeg je waarheid rustig en duidelijk, en luister naar anderen; ook zij vertellen hun verhaal. Mijd luidruchtige en agressieve mensen; zij belasten de geest. Wanneer je jezelf met anderen vergelijkt, zou je ijdel en verbitterd kunnen worden, want er zullen altijd kleinere en grotere mensen zijn dan je zelf bent. Geniet zowel van wat je hebt bereikt als van je plannen. Blijf belangstelling hebben voor je eigen werk, hoe nederig dat ook moge zijn; het is een werkelijk bezit in het veranderlijke fortuin van de tijd. Betracht voorzichtigheid bij het zaken doen, want de wereld is vol bedrog. Maar laat dit je niet verblinden voor de bestaande deugd; veel mensen streven hoge idealen na, en overal is het leven vol heldendom. Wees jezelf. Veins vooral geen genegenheid. Maar wees evenmin cynisch over de liefde, want bij alle dorheid en ontevredenheid is zij eeuwig als het gras. Volg de loop der jaren met gratie, verlang niet naar een tijd die achter je ligt. Kweek geestkracht aan om bij onverwachte tegenslag beschermd te zijn. Maar verdriet jezelf niet met spookbeelden. Vele angsten worden uit vermoeidheid of eenzaamheid geboren. Leg jezelf een gezonde discipline op, maar wees daarbij lief voor jezelf. Je bent een kind van het heelal, niet minder dan de bomen en de sterren. Je hebt het recht hier te zijn, en ook al is het je al of niet duidelijk, toch ontvouwt het heelal zich zoals het zich ontvouwt, en zo is het goed. Heb daarom ook vrede met God, hoe je ook denkt dat Hij moge zijn en wat je werk en aspiraties ook mogen zijn; houd vrede met je ziel in de lawaaierige verwarring van het leven. Met al zijn klatergoud, somberheid en vervlogen dromen is dit toch nog steeds een prachtige wereld. Streef naar geluk. 11