Preek en liturgie Doopsgezinde Gemeente Leeuwarden 11 januari 2015 Organist: Gerben Bergstra, voorganger: Tjitske Hiemstra thema: Mijn licht en bevrijding … * Mededelingen en aansteken van de kaars * Bemoediging en groet * Zingen
Zomaar een dak … NLB 276: 1 overgaand in Goedemorgen, welkom allemaal …
Goedemorgen, welkom allemaal. Ik met mijn en jij met jouw verhaal. Lachen, huilen, vrolijkheid en pijn. Alles mag er zijn.
NLB 288
God, ik vraag je, kom in onze kring. Wees er bij, wanneer ik bid en zing. Ik met mijn en jij met jouw verhaal, verteld in mensentaal.
* Gesprek met de kinderen * Zingen
In de Heer schep ik mijn vertrouwen …
Al myn hope en al myn freugde en myn stipe, myn ljocht, Kristus dy ’t ús rêding brocht, op Jo betrou ik net om ‘e nocht, op Jo betrouw ik net om ‘e nocht.
Hierna gaan de kinderen met hun lichtje naar hun eigen ruimte.
* Gebed * Lezing
Psalm 27 (Huub Oosterhuis) – zie laatste pagina
* Lied
Hoe lieflijk, hoe goed …
NLB 84: 1, 2 (Frysk)
2. It heil dat oer de Sion leit jout alle libben feilichheid, foar alle fûgels binne nêsten: de mosken ûnder 't pannetek, de swellen boppe 't gollefek, hja hawwe_in honk om út te rêsten. Ik haw in honk yn Gods paleis: o, dêr te sjongen nachts en deis.
* Bijbellezing Lucas 2: 22- 35 * Luisteren
Nunc dimittis - Laat uw dienaar, Heer, nu in vrede gaan naar uw woord.
* Bijbellezing Lucas 2: 36-39 * Lied
Longing for light, we wait in darknes NLB 1005: 1, 2, 5
2. Longing for peace, our world is troubled. Longing for hope, many despair. Your word alone has power to save us. Make us your living voice. Refrein
5. Met zoveel gaven aan ons gegeven, voor zoveel leed, zoveel gemis. Maak ons uw dienaars, leer ons te delen, totdat uw rijk hier is! Refrein
2
* Overdenking Gemeente van Christus, We zien hier het laatste schilderij van Rembrandt … het is onvoltooid gebleven. Een zeer oude Simeon heeft de kleine jongen van 40 dagen oud in zijn armen en hij herkent en erkent in dit kind het licht en de bevrijding van God. Vandaar dat hij al wiegend gaat zingen: ‘Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan …’ Simeon zegent daarop ook de ouders, zoals bij ons gebruikelijk is om kind en ouders te zegenen bij geboortedankzegging. Achter Simeon staat waarschijnlijk Hanna (of Maria), een andere schilder heeft die erbij gezet. In een veel eerdere ets staan Jozef en Maria erbij, maar hier is slechts de zeer oude Simeon overgebleven. Alsof Rembrandt zich in de grijze Simeon herkende. Al schilderend voelde hij aan: deze dienaar kan nu ook zelf in vrede heengaan … Tsja … hoe staat deze Simeon in verhouding met wat er nu in de wereld gebeurt? We zongen samen: Zoekend naar licht, wachten we in het duister. Zoekend naar waarheid, richten we ons op God … Wat verlangen we naar vrede en hoop, in de wanhoop en verbijstering van deze week. En het refrein is als een gebed: Christus ons licht, schijn vandaag hier in uw huis … Maak ons uw dienaars totdat uw rijk hier is … .. Samen gemeente-zijn gaat niet over politiek, die het falende integratiebeleid in Parijs onder de loep neemt, met haar werkloosheid, drugshandel en wapens. Ook gaan we vanuit de kerk niet de schuld geven aan de Islam, alsof ons Oude/eerste testament niet ook vele oorlogen in naam van God beschrijft. Trouw vermeld dat deze daders uit een zeer arm religieus milieu komen en de Islam gebruiken als vaandel op hun radicale pad om de vrijheid van de satirische pers te bestrijden. Vrijheid van meningsuiting … voor ons is het zo gewoon en basaal. Waarom draait het dan wel in ons samen gemeente-zijn? Om het licht van Christus op te vangen en dat te midden van het duister te laten schijnen. In al onze kwetsbaarheid, met tekorten en gebreken, hebben we ook vele gaven en zijn we een fundamenteel bevrijdende tegenstem, als het kwaad zich manifesteert. Hierin is psalm 27 een tegenwicht tegen de kracht van negatieve gedachten: Jij mijn licht en bevrijding, wat zou ik nog bang zijn, voor wie? Vlak daarop: Mijn bedreigers zijn op weg gegaan, ze lusten me rauw, mijn doodsvijand komt eraan – kom maar op, bestorm me maar … ik sta, zoals Charlie stond en doorging. Het wil niet zeggen, dat je dan bewaard blijft, dat geen dood jou of je geliefden treft. Het wil wel zeggen, dat je fundament stevig is … Als jij mijn licht bent, vrees ik niemand, Als jij mijn rots bent, sta ik sterk. Bij jou in huis ben ik goed af … . En als de twijfel komt … ‘hoor je me wel?’ Komt ook een reactie ‘Zoek mijn aangezicht’ … Zoals Petrus letterlijk naar Jezus moest blijven kijken, anders zonk hij in de golven weg …
3
Op dit fundament zijn we een gemeente, waarin we ons geborgen kunnen voelen, daar is zorg om elkaar, daar doet Afke de Oergong open, als het Zaailand volloopt met mensen. Daar kunnen jongeren binnenkomen en ouderen heten hen welkom en zegenen hen. Ons leven is altijd een leven met licht en schaduw. Maar ik hoop, dat in dit Huis van de Heer het goed wonen is, omdat Gods liefde hier voelbaar aanwezig is, via mensen die het met hun lek en brek voelbaar maken. Maar nu verder met Simeon en Hanna, beiden hebben ons iets te zeggen vanmorgen. Beiden leven in een tijd van bezetting door de Romeinen, de belofte van Jesaja is nog niet uitgekomen. De taak van Simeon en Anna is het om die hoop op bevrijding levend te houden. Zoals Etty Hillesum in de tweede Wereldoorlog schreef: ‘Ik weet op dit ogenblik zekerder dan ooit, dat ik een taak in dit leven heb, een kleine ‘aufgabe’, die speciaal voor mij is.’ Zij wilde een pleister op vele wonden zijn … dat zag ze als haar uitzonderlijke taak in het leven. Wat is onze taak? Simeon en Hanna houden de hoop op bevrijding levend. Simeon staat te boek als rechtvaardig en vroom man. De Heilige Geest rustte op hem, daardoor wist hij ook dat hij niet zou sterven, voordat hij de Christus zou zien. Gedreven door diezelfde Geest is hij op hetzelfde moment in de tempel als Jozef en Maria met hun kind, 40 dagen na de geboorte. En Simeon looft God met het kind in zijn armen. Hij ziet in dit kind de redding, het licht voor de volken. Daarbij zegt hij ook nog tot Maria dat er een zwaard door haar ziel zal gaan; dat zij veel verdriet en pijn zal hebben om haar zoon. Als 12-jarige zoeken ze Jezus al in de tempel, later begrijpen ze hem vaak niet en wat een pijn onder het kruis, maar voor Pinksteren bidt en wacht Maria mee met de anderen … vanuit lijden gaat zij mee op pad om te getuigen. Over Simeon weten we verder niets. Meer wordt verteld van Hanna, dochter van Fanuël, uit de stam Aser. Zij is profetes, Gods Geest leidt haar en ze kan getuigenis afleggen. Het is bijzonder hoe even heel kort haar leven geschetst wordt: hoogbejaard is ze. Vanaf huwbare leeftijd, ong. 14 jaar destijds, was ze 7 jaar getrouwd en toen weduwe geworden. Ze is nu 84 jaar, of 84 jaar weduwe, dan zal ze ongeveer 105 moeten zijn … In enkele zinnen worden wij getuige van een groot verdriet, haar tragische geschiedenis zal een diepe wond geslagen hebben. Zonder man en zonen speel je geen rol in het joodse leven. Haar leven zal al jong geleken hebben op een zwart gat. Hoe houd je het dan vol? Hoe ga je door met zo’n grote schade in het leven. Misschien hebben we ooit zelf voor zo’n gat gestaan of kennen we het rondom ons. Het kan enorm remmend en verlammend werken in je leven … alles staat een tijdlang stil. En toch moet je verder … kom je er langzaam overheen, soms helpen dromen. Het gaat om opnieuw in beweging komen, ondanks alle verdriet. Hanna is niet blijven hangen, maar ze heeft wat anders gezocht en gevonden. We lazen, dat ze dag en nacht in de tempel is. Psalm 84 past bij deze 84-jarige: ‘Ik ha in honk yn Gods paleis; o, dêr te sjongen nachts en deis.’ Van Hanna staat dat ze bidt en vast, dag en nacht. Deze vogel vindt daar onderdak. Maar zoiets gaat niet van de één op de andere dag. Het zal een lange weg geweest zijn, waarin haar toewijding steeds sterker werd. Zij bleef in de stilte en er kwam iets nieuws, een nieuwe aanwezigheid die haar bezielde. De Hanna vol verdriet transformeerde in een Hanna met nieuw geluk. In stilte en zachtheid kwam de verandering en kwam ze bij psalm 27 of die psalm kwam bij haar … Dit ene heb ik jou gevraagd: dat ik mag zijn met jou … Dit ene heb ik jou gevraagd: dat ik mag zijn van jou … Als jij mijn plaats bent woon ik veilig, bij jou in huis ben ik goed af.
4
Het is alsof het gebedswoorden van Hanna zijn: ‘Vader en moeder gingen weg, mijn man ging weg/ overleed, doe dat nooit iemand aan, jij … ‘ Gaandeweg komt Hanna uit bij God, ‘mijn licht en bevrijding’ en ze staat te boek als profetes; ze heeft haar ogen open voor wat er om haar heen gebeurt en getuigt op eigen wijze naast Simeon Ze looft en dankt God en vertelt allen van dit kind, allen die uitzagen naar de bevrijding van Jeruzalem, ofwel het hele land … Zo ervaren deze jonge ouders met hun kind, dat de oude Simeon met zijn wijze woorden en de oude Hanna met haar verhaal hen inwijden in hun ouderschap van dit bijzondere kind, dat licht en bevrijding zal brengen voor allen. Ook hier in de gemeente zie ik de ouderen als degenen die met hun levenservaring de bedding en geborgenheid scheppen, waarin de jonge ouders met hun kinderen een warme plek krijgen. Waar jongeren welkom geheten worden. Hun eigen vragen kunnen stellen en veranderingen op gang brengen. Niet voor niets laat de evangelist Lucas het kind Jezus geboren worden, tussen het verhaal van het hoogbejaarde priestergezin Zacharias en Elisabeth en de profetieën van de bejaarde Simeon en Hanna, die het kind welkom heten in de tempel. Als je zo geborgen en open religieus opgroeit, krijg je een stevige basis in je leven mee, waarmee je de wereld in kunt. ‘Jij mijn licht en bevrijding, wat zou ik nog bang zijn, voor wie?’ Daarvanuit wil je geen medemensen bang maken of bedreigen, maar licht en bevrijding uitstralen … Zoals dit laatste schilderij van Rembrandt licht en warmte uitstraalt. Dit heeft de hele retraite in Grandchamp in ons midden gestaan en het is fijn deze warme kleuren ook hier te tonen. Samen met u allen hoop ik op zo’n lichtende en bevrijdende wijze het jaar door te gaan, Dat God ons en de wereld daarin mag zegenen en behoeden, Amen * Orgelspel * Open ruimte * Voorbeden – stil gebed – Us Heit (sjonge yn ’t Frysk) 2. Bûch de folken nei jo wet lit jo ryk op ierde komme. byn jo wil ús op it hert en wy sykhelje ferromme. 3. Jou ús hjoed ús deistich brea en ferjou wat wy misdiene, sa’t ek wy ferjûn ha, Hear, al dy’t skuldich foar ús stiene.
4. Lit oer ús gjin neare nacht, lied ús net yn blyn begearen. binne wy yn duvels macht, Hear, ferlos ús fan ‘e kweade.
5. God fan fier en hein, ús heit, wûnder heimnis is jo namme, grut yn krêft en hearlikheid, oant yn alle tiden. Amen.
* Collecte: Steun aan de Church of Brethren in Nigeria Via de Mennonite World Conference en de ADS bereikte ons het verzoek om steun voor de Church of Brethren in Nigeria. Deze doopsgezinde gemeenschap ondervindt in volle omvang de terreur van Boko Haram. Die heeft al duizenden christenen in het noorden van Nigeria het leven gekost. Meer informatie: www.brethren.org. 5
Tijdens de collecte worden de kleinsten opgehaald en we beginnen met zingen wanneer zij in de kerk zijn! * Slotlied
Vervuld van uw zegen …
NLB 425
* Zegenbede Hear, wy freegje no, Jo seine op ús wei Hear, wy freegje Jo, wês mei ús eltse dei (2x) Amen ***
6
Psalm 27 (Huub Oosterhuis ‘150 psalmen vrij’) Jij mijn licht en bevrijding wat zou ik nog bang zijn, voor wie? Jij mijn vaste burcht, wie zou ik duchten? Mijn bedreigers zijn op weg gegaan ze lusten me rauw mijn doodsvijand komt eraan – kom maar op, bestorm me maar duizend tegen één, ik sta mijn hart kan het aan. Dit ene heb ik jou gevraagd: dat ik mag zijn met jou. Als jij mijn licht bent vrees ik niemand, als jij mijn rots bent sta ik sterk. Dit ene heb ik jou gevraagd: dat ik mag zijn van jou. Als jij mijn plaats bent woon ik veilig, bij jou in huis ben ik goed af. Hoor je mijn stem wel? Ja, jij, je hoort me wel. Ik hoor jou ook, in mijn hart hoor ik jouw antwoord. Zoek mijn aangezicht, zeg je. Verberg je dan nooit meer voor mij. Wat mijn vader deed: weggaan, wat mijn moeder deed: weggaan van mij, doe dat nooit iemand aan, jij.
Ik vraag aan de Heer één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de Heer alle dagen van mijn leven, om de liefde van de Heer te aanschouwen, hem te ontmoeten in zijn tempel.
O als ik toch niet overtuigd was dat ik jouw licht en bevrijding zal zien nog in mijn levensdagen, hoe moest ik verdergaan? Ik wacht af mijn hart kan jou aan.
7