Preek en liturgie Doopsgezinde Gemeente Leeuwarden Witte Donderdag 28 maart 2013 Organist: Gerben Bergstra; voorganger: Tjitske Hiemstra thema: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’
* Mededelingen en aansteken van de kaars * Bemoediging en groet * Zingen
Liet 173: 1, 3, 4 Jezus, de brân fan jo oanwêzichheid hat yn ús hert in freugdefjoer ûntflamme, Jo geane_ús foar, Jo kenne_ús by de namme, Jo, Hegepryster yn der ivichheid. Dit fjoer jout ús bestean de fêste grûn, Jo brea is libbensbrea yn djipste wêzen, sûnt Jo de wei fan de_offerdea ferkeazen, is ús de lofsang yn 'e mûle jûn.
* Gebed * Bijbellezing
Johannes 12: 1-3
* Zingen
Lied 178: 1-4
Heer, om uw zachtmoedigheid, vorst die op een ezel rijdt en om Sions onwil schreit, Kyrie eleison. Om de zalving door een vrouw, vreugde-olie, geur van rouw, teken van wat komen zou, Kyrie eleison.
Om het brood, Heer, dat Gij breekt, om de beker die Gij reikt, om de woorden die Gij spreekt, Kyrie eleison. * Lezing
Johannes 13: 1 - 17
* Zingen
Tussentijds lied 158
Toen Jezus wist: nu is gekomen … Hij gaf ons zwijgende een teken en kwam ons voet voor voet nabij, Hij deed het water van zich spreken, het stort zich uit en reinigt mij. Zo is de Heer een knecht geworden en tot de bodem toe gegaan om ons met ootmoed te omgorden, Hij doet ons zijn geringheid aan. Heer van mijn hart, U bent gekomen de nacht door naar uw grote dag, ik heb in eenvoud aangenomen dat ik U daarin volgen mag.
* Overdenking Gemeente van Christus, Wij hebben niet allemaal iets met rituelen; met voetwassing, met avondmaal … We kunnen beter actief in het leven staan en goed doen, werken aan vrede en gerechtigheid. Het is immers zaliger te geven dan te ontvangen. Of zoals het nu in Handelingen 20 staat: “Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.” Mensen opzoeken en helpen, er zijn voor de ander, in de wereld is zoveel te doen! “U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?” horen we Petrus zeggen. “As ik dy net waskje mei … ” Wolle wy ús waskje litte troch Jezus? Het is zijn laatste avond met de leerlingen … . zijn tijd, zijn uur was gekomen … Wat doe je op zo’n laatste avond, wat deel je dan met elkaar? De wereld lijkt verkleind tot deze kamer rond deze tafel en haar maaltijd. Je onthoudt de woorden, zinnen en daden … de sfeer van liefde die tot het uiterste gaat … Misschien deel je het gedicht “Ik weet iets goeds van jou” van de wijkavonden Zou niet de wereld beter zijn als iedereen die ik ontmoet zeggen zou: ik weet iets goeds van jou en dan spontaan iets goeds zou doen. Want werkelijk bij al het kwaad is er zoveel goeds in mij en jou … Dit was een deel uit het gedicht van Georgia Highway, waarmee we de bijeenkomsten zijn begonnen. Ieder had wel iemand in gedachten, of meerdere mensen … Eigenlijk wisten we van de hele kring wel iets goeds te melden. Tegelijk was het soms moeilijk om het goede wat anderen in jou zagen te ontvangen, je wordt er maar verlegen van. Het was makkelijker iets goeds van een ander te zeggen. Want iets goeds zeggen, maakt mensen open … In de flats van Bilgaard probeert men het goede te doen, door in de lift of in de hal iets goeds te zeggen; als plaatsen van hoop. Zou Jezus zo aanvaardend de kring rondgegaan zijn? Met de voeten van zijn leerlingen in handen gaf hij hen stuk voor stuk mee op deze laatste avond: “Ik weet iets goeds van jou …” ook van Petrus, van Judas, van allemaal. Jezus staat op en legt zijn bovenkleed af, zoals hij straks zijn leven zal afleggen. Opstaan en afleggen: opstaan tegen alles wat doods is en later opstaan door de dood heen …
Hij wast de voeten van zijn leerlingen, raakt hun verbondenheid met de aarde aan. Hij droogt ze af … één voor één … Zou er stilte heersen rond dit vreemde gedrag? Deze voetwassing kwam tijdens de maaltijd … niet bij binnenkomst … Normaal deed de slaaf van het huis dit en waste het stof van de voeten. Jezus maakt zichzelf klein, wordt dienstbaar en neemt dit slavenwerk op zich. Weg is de hiërarchie van hoog en laag, groot en klein, meester en slaaf, heer en knecht. Jezus wil met deze symbolische handeling zijn leerlingen, zijn vrienden iets basaals leren. Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt, zo eindigt onze lezing. Onze hele Christelijke spiritualiteit, met andere woorden, ons Doperse leven is veelal een handelend leven voor anderen. In hfdstk 15 zegt Jezus: “Er is geen grotere liefde, dan dat je je leven geeft voor je vrienden”. Als we echter hier zo rond de tafel zitten op deze koude Witte Donderdag … dan vraag ik me af – zijn wij betere leerlingen, dan zij die destijds bij Jezus waren? Is dat werkelijk zo? Begrijpen wij het al? Of gaan we dan te kort door de bocht? Gaan we ook te snel naar het volgen van Jezus’ voorbeeld en daarnaar handelen, of gaat er nog iets aan vooraf? Is deze stap ook een stap te ver? Zit er nog iets wezenlijks tussen? Kunnen we Jezus zomaar navolgen? In de wijkbijeenkomsten was er soms weerstand tegen voetwassing, en hier en daar kwam naar voren dat voetwassing vraagt om overgave en daar zijn we niet zo goed in … We willen allemaal wel Jezus’ voorbeeld volgen. Het is immers zaliger te geven dan te ontvangen. Dat geeft ons een goed gevoel … en daar is ook niets mis mee. Maar tegelijk denk ik op deze avond: “Laten we ons niet te gauw met Jezus identificeren!” Ga niet meteen in Jezus’ sandalen staan, maar ervaar eerst de rol van leerling, van Petrus en de anderen. Voor we, zeg maar, anderen de voeten gaan wassen, laten we eerst ervaren dat onze eigen voeten gewassen worden. Ook Jezus heeft het eerst zelf ervaren … Zes dagen voor Pesach is Maria voor de voeten van Jezus neergeknield en heeft ze in haar handen genomen en gezalfd met kostbare, geurige olie. Daarna droogde zij zijn voeten met haar haren. Judas vond dit veel te gek, maar Jezus gaf zich aan haar over, aan haar intuïtie. Ze doet dit voor de dag van mijn begrafenis, zei hij tegen Judas en het begrip van Maria gaf Jezus mede de kracht om met zijn voeten ook die weg te gaan … Jezus liet Maria toe om zijn voeten te zalven. Zijn wij ook zo benaderbaar of houden we liever afstand? Jezus, die voor ons op de knieën gaat, je voeten in handen neemt, ze wast … Je voeten zijn het lichaamsdeel, waarop je staat! Ze staan voor je voetspoor, je levensrichting. In die zin is het wassen van je voeten gelijk aan het zuiveren en opschonen van je leven en de weg, die je gaat. Wie weet worden de wondjes door Jezus met olie verzorgt en worden daarin onze kwetsbare plekken met liefde aangeraakt en genezen. Dan droogt hij de voeten af met de doek en kijkt je aan vol liefde en knielt voor de volgende … Als Petrus aan de beurt is, wil hij zijn voeten intrekken … “U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer? Mijn voeten zult u niet wassen, nooit, zegt hij heftig!” Wat heeft Petrus een moeite om zijn voeten over te geven in Jezus’ handen. Hij wil God dienen … Hij wil zijn leven voor Jezus geven, zegt hij iets verderop in de tekst. Maar wat is het moeilijk voor hem om te ontvangen. Ook in wijkbijeenkomsten kwam dit naar voren. We hebben liever zelf de touwtjes in handen. We helpen liever, dan dat we onze kwetsbaarheid tonen. Wanneer vragen we zelf om hulp? Vragen om een taxi, om mee te rijden op zondag of door de week. Hoe vervelend ervaren we het om thuiszorg te moeten hebben of om ons in het ziekenhuis te laten wassen. We kunnen ons Petrus helemaal indenken. Hij wil Jezus volgen, helemaal, maar Jezus hoeft niet zijn voeten te wassen … Jezus zegt dan recht voor zijn raap: “Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij mij horen.” En ook: “Wat ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.”
Petrus snapt het inderdaad niet; want hij wil nu ook zijn handen en hoofd gewassen hebben. Het gaat echter niet om de hoeveelheid huid, maar om het deelgenoot zijn en innerlijke reinheid. Enkel het wassen van de voeten is genoeg voor een verfrissende, bezielende en zuiverende werking, maar niet van allemaal. Ook Judas’ voeten zal Jezus gewassen hebben, maar zijn plan was al gemaakt … Niet alles is te begrijpen en dat hoeft ook niet. Wat is de boodschap voor vandaag, voor ons aan deze tafel? Als wij Jezus willen navolgen, begint dat met de acceptatie dat Christus ons de voeten wil wassen. Het delen van Gods liefde begint met ons eigen ervaren van die liefde. In de belijdenissen van vorige week hoorden we dat zowel Anna als Karin, die liefde van God hadden ervaren, beiden op heel eigen wijze. Op basis daarvan lieten zij zich dopen en wilden horen bij de Doopsgezinde gemeente. (Karin viert op dit moment avondmaal in Berlikum, waar Roelof Akse de dienst leidt.) Het navolgen van Christus heeft haar oorsprong in het besef dat Jezus ons tegemoet komt in al onze kwetsbaarheid en ons falen. Hij is die weg van liefde tot het uiterste voor ons gegaan. De ultieme voetwassing zal zijn dood aan het kruis worden, waardoor wij gereinigd zijn, maar over dat mysterie spreek ik niet veel … want wie kan dat echt begrijpen en doorgronden? Zo zitten we hier rond de tafel … en veel kan niet in woorden gezegd worden. Daarom is het zo mooi om te kunnen zingen: Lichem fan Kristus as brea … ..brutsen it makket ús hiel. Lichem fan Kristus as wyn … . Hy skinkt Him wei, wy diele mei: goed foar de lea en de siel. Brood en wijn delen we hier samen … het wordt ons straks gegeven. We zullen gelukkig zijn, als we eerst iets van dit ritueel gaan begrijpen, daarna komt het handelen vanzelf … We willen onze weg in verbondenheid en liefde gaan in het voetspoor van Christus Jezus Dat dat zo mag zijn, Amen * Orgelspel
’Bist du bei mir’ van Bach
* Lezing
Johannes 13: 21-30, 34-38
* Zingen
uit Wylde Goes 48 ‘Lichem fan Kristus as brea’ (4x)
* Lezing
uit ‘Intercity bestemming Pasen’ Ik hou van je … (vredesgroet)
* Gezongen gebed
Lied 358: 1-5 Gij hebt mij, Heer, geroepen aan uw dis, het heilig feest van uw gedachtenis; schenk mij uw Geest, opdat ik U ontmoet in 't teken van uw lichaam en uw bloed. Gij, die voor armen rijkdom hebt bereid, voor onrechtvaardigen gerechtigheid, zie, hoe naar U zich mijn verlangen wendt en leid mij zelf, Heer, tot uw sacrament.
Wie geeft het brood, dat hongerigen voedt, waar is de bron waaruit ik drinken moet? Gij, Heer, alleen kunt mijn genezing zijn; voed mij en drenk mij met uw brood en wijn. * Delen van brood en wijn * Zingen
Lied 358: 6
Nu ik mijn hand strek naar 't gebroken brood en neem de beker, die Gij zelf mij boodt, hoe komt Gij met uw goedheid mij nabij; berg me in uw liefde, Heer, en zegen mij.
U wil ik danken, grote Levensvorst; Gij hebt gestild mijn honger en mijn dorst. Uw kracht, uw leven daalde in mij neer; in uw gemeenschap wil ik blijven, Heer. * Gebeden, stil gebed, Onze Vader (NBV) Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad. Want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen * Collecte voor Stichting Vluchteling Stichting Vluchteling zet zich al meer dan 30 jaar in voor de opvang en begeleiding van vluchtelingen en ontheemden. In meer dan 20 landen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en Oost-Europa zorgt Stichting Vluchteling voor onder andere onderdak, voedsel, sanitaire voorzieningen en medische zorg. Informatie: www.vluchteling.org. * Slotlied
Tuskentiden 237: Hear wês mei ús oant in oare kear Hear, wês mei ús oant in oare kear, wol ús mei jo wjukken hoedzje, stypje as de stoarmen woedzje, Hear, wês mei ús oant in oare kear. Hear, wês mei ús oant in oare kear, wol de wegen foar ús sljochtsje, ús net nei ús sûnden rjochtsje. Hear, wês mei ús oant in oare kear, Hear, wês mei ús oant in oare kear, as wy wurch en warleas binne, lit ús dan troch Jo oerwinne. Hear, wês mei ús oant in oare kear.
* Zegenbede Hear, wy freegje no, Jo seine op ús wei Hear, wy freegje Jo, wês mei ús eltse dei … Amen
Ik heb u een voorbeeld gegeven Voor het groene gordijn, een tafel met brood en wijn. Zeven leerlingen aan het voorbereiden, aftasten. Twee twijfelend bij een open deur. Het waterbekken staat gevuld, centraal in ’t midden: één voet nat, één voet droog en schoon gewreven met een linnen doek. Geconcentreerd, licht voorovergebogen zit degene met een knechtenrol, op z’n knieën. Vol mededogen worden voeten gewassen – Gewone mensen, verbonden door traditiebanden vragen: ‘Heer, knecht ..., maak mij los door uw handen’! Roelof Akse Gedicht bij het venster op de wereld, vermaning in Leeuwarden. Glas in lood venster gemaakt door Joep Nicolas, 1954.