Preek en liturgie Doopsgezinde Gemeente Leeuwarden 5 mei 2013 organist: Gerben Bergstra; voorganger: Gerlof Born thema: Vrij en moedig geloven
* Bemoediging en groet * Zingen
Goedemorgen, welkom allemaal
Goedemorgen, welkom allemaal. Ik met mijn en jij met jouw verhaal. Lachen, huilen, vrolijkheid en pijn. Alles mag er zijn.
God, ik vraag je, kom in onze kring. Wees er bij, wanneer ik bid en zing. Ik met mijn en jij met jouw verhaal, verteld in mensentaal.
* Moment met de kinderen *Zingen
Tussentijds 118: 1-2
Licht dat ons aanstoot in morgen
Licht, van mijn stad de stedehouder, aanhoudend licht dat overwint. Vaderlijk licht, steevaste schouder, draag mij, ik ben jouw kijkend kind. Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt.
Hierna gaan de kinderen naar de eigen ruimte * Gebed * Interactief moment
Ludovico Einaudi: ‘Nefeli’
Preek en liturgie * Bijbellezing
Exodus 16: 1-4 en 11-15 (NBV)
* Zingen
Psalm 121: 1, 2, 4
Ik sla mijn ogen op en zie Uw wankle voeten zet Hij vast, als gij geen uitkomst ziet: uw wachter sluimert niet! Zijn oog wordt door geen slaap verrast, Hij wil, als steeds voor dezen, Israëls wachter wezen. De HEER zal u steeds gadeslaan, Hij maakt het kwade goed, Hij is het die u hoedt. Hij zal uw komen en uw gaan, wat u mag wedervaren, in eeuwigheid bewaren.
* Bijbellezing
Romeinen 12: 1-11 (Groot Nieuws Bijbel)
* Zingen
Lied 330: 1-2
Heb dank, o God van alle Leven En of een mens al diep verloren en ver van U verzworven is, Gij noemt zijn naam, hij is herboren, vernieuwd door uw getuigenis. Uw woord, dat spreekt in alle talen, heeft uit het graf ons opgericht. doet ons in vrijheid ademhalen en leven voor uw aangezicht.
* Uitleg en vermaning
Preek en liturgie Broeders en zusters, gemeente van een levende heer, ‘Vrij’ en ‘moedig’ geloven is het thema dat ik voor de dienst van vandaag heb gekozen. Deze week stond, naast de feestelijkheden rond het koningshuis (en niet minder belangrijk voor de Leeuwarders, de promotie van Cambuur), tevens in het teken van herdenken. Vandaag vieren we bevrijdingsdag. Maar wat is dat eigenlijk vrij zijn? En waarvan ben je vrij? Die vraag ging de afgelopen week vaak door mijn hoofd. Gisterochtend kwam ik namelijk terug van een bezoek aan Litouwen. Ik was samen met Machteld en Frederick voor een week op bezoek bij Litouwse vrienden, die ik in 1998 heb leren kennen, toe ik daar woonde in het kader van mijn studie. Voor 1990 was schijnbaar onmogelijk voor een Westerling om in contact te treden met mensen uit het Oostblok. Het leven voor mensen aan die kant van ‘het ijzeren gordijn’ was voor ons volledig onbekend. Ik herinner me nog zeer goed - de eerste keer dat ik Litouwen bezocht – in 1992. Er wachttijden waren van 30 uur aan de grens met Polen, een westerling zag je nauwelijks. De controle aan de grens was ongekend. Je voelde de herwonnen vrijheid in alle ontmoetingen. Grenzen zijn verdwenen en vrijheid is ontstaan. Je hoeft nu niet eens meer je paspoort te tonen bij binnenkomst en de ontmoeting is vrij en open. De afgelopen week beleefde ik ook intens de gevolgen van de Holocaust. Anders dan in andere landen zijn in Litouwen, de Joden vooral ter plekke omgebracht. We reden door prachtige dorpjes, waar de Joden destijds de meerheid van de bevolking vormden. In vrijheid leefden zij met hun rijke cultuur daar soms al honderden jaren. In augustus 1941 kwam daaraan een einde. In heel Litouwen zijn circa 200 massagraven te vinden, we bezochten er enkele. Indrukwekkend. Vilnius was tot 1945 de stad met de meeste joden in Europa. In de stad woonden meer dan 100.000 joden, en het werd daarom ook wel het tweede Jeruzalem genoemd. Er waren 105 synagogen, 6 joodse kranten en Joods was een officiële taal. Ik bezocht het Tolerance centre dat de historie laat zien van de Joden in Litouwen. Ten gevolge van die Tweede Wereldoorlog zouden uiteindelijk maar 3000 van de originele joodse bevolking overleven. De bevrijding van de Duitsers in juli 1944 werd gevolgd door een bezetting door de Russen die bijna 55 jaar - tot 11 januari 1991 - zou duren. Decennia lang is door de Litouwers moedig gestreden voor vrij zijn. U ziet hier een foto van de Hill of Crosses. Deze plek van pelgrimage met 100.000 kruisen in alle soorten en maten symboliseert voor de Litouwers de voortdurende strijd voor vrijheid in de diverse tijdsperioden. Vrijheid gesymboliseerd in het kruis van Christus. De vrijheid die we nu moet hervinden, moest ook al worden gevonden in de verhalen van de Bijbel. Vandaag heb ik met u gelezen uit Exodus en uit de Romeinen brief van Paulus. Eerst wil ik met u dieper in deze tekst duiken, waarna ik de betekenis van de Bijbelgedeelten voor het hier en nu probeer te duiden. Het Exodus verhaal symboliseert het op reis gaan na de periode van het Joodse Pesach. De tijd na Pasen op weg naar Pinksteren. Het Exodus verhaal speelde zich naar alle waarschijnlijk af in de 14e eeuw voor Christus. In het gedeelte van Exodus, dat we lazen, hebben de Israëlieten net de Sinaï woestijn bereikt. Ze zijn dan ongeveer zes weken onderweg geweest na hun tocht door de Golf van Akaba, ook wel aangeduid aan de Schelfzee, één van de zeearmen van de Rode Zee. Het woord Schelf betekent overigens riet. Waarschijnlijk bestond het reisgezelschap uit 600 zogenaamde clans, van circa 500 personen, in totaal 30.000 man. Vrouwen en kinderen werden niet meegerekend, dus waarschijnlijk ging het om een veelvoud van 30.000, misschien wel de omvang van Leeuwarden. We zien hier een foto van de omgeving van de Sinaï woestijn. Een barre omgeving voor een volk dat gevlucht is en waarvan de voorraden opraken. En mogelijk heeft het tafereel er zo uitgezien.
Preek en liturgie Het volk mort en zegt tegen Mozes: ‘heb je ons hier laten komen om te laten verhongeren? U kunt zich voorstellen dat ze dit te berde brengen. De slavernij was niet best, maar doodgaan in de woestijn geen goed alternatief. We lezen dat God hun op de proef stelt en zegt dat zij dagelijks er op moeten vertrouwen dat Hij hen via het manna en de kwartels - waar overigens later niet meer over wordt gesproken - van eten zal voorzien. Het manna vindt dit reizend volk, zoals beloofd ook in de vroege ochtend en zal hen voor veertig jaar voeden. Dat laatste duid waarschijnlijk op een zeer lange periode. De Israëlieten zien het manna in de ochtend en vragen: Wat is dat? De vraag: wat is dat? is letterlijk de Hebreeuwse vertaling van manna. Twee dingen vallen op in dit Bijbelgedeelte: de Israëlieten moesten het manna elke dag opnieuw verzamelen en erop vertrouwen en er in geloven dat er de volgende dag weer genoeg was. God gaf het niet voor een hele week. Nee, elke dag was er weer inspanning nodig en vertrouwen dat het er ook zijn. God herinnerde zijn volk zo elke dag aan zijn rol in hun leven. Dat is ook belangrijk voor ons om te weten. Was iedereen direct overtuigd van deze belofte. Nou nee, sommigen in het reisgezelschap twijfelden ook aan die kracht van God. In Exodus 20 lezen we namelijk dat degenen die dat in twijfel trokken, bedorven brood aantroffen dat vol vormen zat en stonk. Of het manna ook werkelijk uit de lucht viel is maar de vraag. Manna is volgens sommige historische bronnen misschien een eetbare en geneeskrachtige hars afkomstig van de tamariskboom die daar nu nog steeds groeit. Het Exodus verhaal heeft ten diepste veel kenmerken in zich van een mythe. Een verhaal wat is doorverteld om nooit te vergeten met een diepere laag. U moet zich realiseren dat er een sterke vertelcultuur heerste in die tijd. Wat voor andere betekenis kunnen we nog meer aan dit voedsel toekennen? Dit manna krijgt in de Bijbel in het nieuwe Testament nog één keer een meer spirituele betekenis. Voor die betekenis wordt de basis gelegd in Exodus 16:32 wanneer de Heer hen opdraagt twee kilo manna te verzamelen en die voor het nageslacht te bewaren. Het manna als boodschap van God. In de evangeliën wordt diverse keren naar dit Manna verwezen. In de eerste brief van Paulus aan de gemeente van Korinthe, noemt hij het eten van het Manna het spiritueel voedsel. Jezus zegt letterlijk: ‘Ik ben het brood des levens.’ Via mij zullen jullie vrij zijn. Nu komen we aan bij de tweede lezing de brief aan de gemeente in Rome. Eerst het historisch perspectief. Vanuit Korinthe - gelegen in het zuidelijk van Griekenland - is de brief aan de gemeente in Rome geschreven. Waarschijnlijk rond het jaar 55 na Christus. Er zit dus bijna 1500 jaar tussen de eerste en tweede Bijbellezing. Paulus schreef deze brieven niet zelf maar had een schrijver, ene Tertius, Destijds was Korinthe een zeer welvarende stadstaat, bekend om haar volksspelen en handel. We zien hier een plattegrond van het Korinthe van destijds. De ruines zijn nu nog te bewonderen . Stichter van de pelgrimsgemeente in Rome was waarschijnlijk de apostel Petrus. (degene waar de huidige Sint Pieter Basiliek in Rome naar is vernoemd). De aanleiding dat Paulus deze brief schrijft is dat hij het voornemen had naar Spanje te gaan. Hij beschouwde zijn werk in Klein-Azië (het huidige Turkije) als afgerond. Hij moest alleen nog een collecteopbrengst naar Jeruzalem brengen, vanuit de gemeenten in Macedonië en Achea. Uiteindelijk heeft Paulus Spanje nooit bereikt, want hij wordt voortijdig gearresteerd in Jeruzalem door Keizer Nero later in Rome onthoofd. De brief aan deze Christelijke gemeente in Rome heeft de vorm van een theologische verhandeling en verschilt van de andere brieven die werden geschreven door Paulus, die veelal een vermanend karakter hebben. In het gedeelte dat we hebben gelezen (vers 1 tot en met 11) wordt in een metafoor beschreven wat een christelijke gemeente zou moeten zijn. Een lichaam dat een eenheid is, dat bestaat uit vele delen en al die delen hebben een verschillende functie. Paulus zegt: ‘wij vormen met zijn allen een eenheid door onze verbondenheid met Christus.’ We hebben allemaal verschillende gaven zoals God die ons gegeven heeft. Als het ons gegevens is zijn wil openbaar te maken, moeten we het doen in
Preek en liturgie overeenstemming met het geloof.’ Een gemeente als manna voor de ander. Een gemeente met een opdracht die moed vraagt. Welke duiding kunnen we die woorden in ons huidige leven geven? Als leden van de gemeente hier aan de Wirdumerdijk? Welk deel vormt u van de gemeente? Wat is dan de gave die u van God hebt gekregen? Hoe wordt ons manna, onze gave iets dat wij kunnen delen? En hoe maken wij die wil van God openbaar – niet in alleen in de eigen veilige kring – maar om je heen? En voelen wij ons vrij en moedig genoeg om dat te doen? Je eigen gave ontdekken is voor vele mensen tegenwoordig bijna een permanente zoektocht. Vooral jonge mensen worstelen hiermee. Er wordt op zeer jonge leeftijd al veel verwacht van ons. Zelf op basisscholen wordt al gesproken over leiderschap. We leven in een tijd van Facebook – een etalage van voortdurend succes en gepolijste ego’s. Facebook is de digitale variant van met ons gaat alles goed. Een time-line met alleen goed nieuws. Het is ook de tijd waar iedereen één keer beroemd kan of wil worden bij de DWDD. De ‘one-minute’ fame bij Mathijs van Nieuwkerk. Het is een samenleving van je ‘profielen’ op Linkedin – ik zit er zelf ook op. En werken aan je netwerk en zelfontplooiing. Ook hoor je tegenwoordig dat je jezelf ‘opnieuw moet uitvinden’. Werken aan de betere versie van jezelf. Een soort Gerlof 2.0. Maar bedoelde Paulus dat ook zo? Moet je van Paulus jezelf moed inspreken en dan op goed geluk aan de slag gaan? Volgens mij probeerde Paulus duidelijk te maken dat God ons ten eerste als uniek persoon ziet en dat u/jij als persoon, uniek gemaakt door God, van waarde bent voor hem en anderen om u heen. Dat God niet op zoek is naar de betere versie van wie je bent, maar dat God jou erkent en herkent in alles wat jij mag zijn. Dat we niet heel hard hoeven te werken, ons zelf te bewijzen. Paulus wil een soort rust brengen in het voordurend ‘zoeken dat wij doen’ en ons in een gevoel van ‘vrij zijn’ zetten. Dat wij openstaan voor de boodschap van liefde en vrijheid die God ons schenkt. Dezelfde vrijheid die God de mensen in het Exodusverhaal geeft door hen het Manna te verschaffen. Door het verschaffen van het gewone voedsel is er ruimte voor spirituele groei. Jezus geeft ons de vrijheid. Vrijheid als persoon en met elkaar. Want dat is ook belangrijk: we kunnen niet zonder elkaar. We vormen een eenheid zoals Paulus zegt. Gerben onze organist kan nog zo mooi spelen, maar als de gemeente niet zingt is het geen eenheid. De gemeente bestaat uit jong en oud, kiezels, keien en rotsblokken ☺ hier in de kerk. Het koffiedrinken van straks is van waarde door de interesse in elkaar en daar helpt geen Nespresso aan. De kringen zijn belangrijk om elkaar te ontmoeten. Wij vormen als zodanig die eenheid door de verbondenheid met Christus waarover Paulus spreekt. Dit betekent niet dat we allemaal op dezelfde manier in het geloof staan, of over alles dezelfde mening moeten hebben. En we hebben soms ook twijfels over de kracht van God. Net als die mensen die niet geloofden dat het Manna er zou komen. Wij moeten ook dagelijks oefenen. En dat oefenen vraagt moed gelovig binnen en buiten de kerkmuren. ‘Doopsgezinden’, zegt Gerke van Hiele, doopsgezind predikant te Wageningen, ‘proberen vooral in de ontmoeting met de ander ‘zichzelf te verstaan’.‘ We zoeken naar vormen van omzien naar elkaar in het leven van alledag. Martin Buber de joodse filosoof zei: alle werkelijk leven is ontmoeting.’ Je mag je vrij voelen om verschillende mensen te ervaren, leeftijden, karakters, levenservaringen. En zo kom ik ten slotte op het tweede aspect van het moedig geloven. ‘Als het ons gegeven is moeten we zijn wil openbaar maken, in overeenstemming met het geloof’. Er ontstaat altijd een zekere verlegenheid bij mensen uit de kerk als we over dit thema praten. Ja, ik wil best wel vertellen dat ik bij een kerk hoor, maar om een ander nou met mijn geloof lastig te vallen?’. We
Preek en liturgie gaan geen zieltjes winnen hoor! De eerste christenen in Rome kwamen bijeen in huiskerken, vaak nadat men gewerkt had; ze deelden de verhalen in de alledaagse zaken. Als ik de terug ga naar de lezingen, dan ontstaat bij mij een beeld dat wij die oude verhalen nodig hebben uit de Bijbel, die als manna kunnen dienen voor allen om ons heen. Buiten deze kerkmuren, op je werk, op de school van je kinderen, in het gesprek met je zieke buurvrouw, die collega die haar verhaal even kwijt moet. God is relevant en aanwezig. En dat ‘Zijn wil openbaren’ mogelijk niets meer en minder is dan getuige zijn van de gave die God ons gegeven heeft. Dat je de kale Facebook versie van jezelf mag laten zien, in alle kwetsbaarheid. God wenst ons toe dat wij de vrijheid vinden om elke dag om op hem te vertrouwen. God zal voorzien, niet alles hangt van ons af. ‘Moedig’ zijn, moedig naar onszelf in de wetenschap dat wij door God gezien worden, en vanuit dat geloof delen van de liefde die Jezus ons heeft voorgeleefd. Vrij moedig geloven, dat het zo mag zijn. Amen * Orgelspel * Open ruimte * Dank- en voorbeden, stilte, gevolgd door gezongen ‘Onze Vader’ 1. Onze Vader, onze Vader, ging jouw Naam maar in het rond als een lopend vuur van liefde, morgenlicht en warmtebron.
3. Laat niet af van deze wereld; geef het brood van alledag, dat we delen met elkander zonder baat of winstbejag.
2. Werd jouw Rijk van recht en vrede door de mensen maar aanvaard, dan werd zelfs de wreedste natie tot een hemel hier op aard.
4. Wees genadig en vergevend, zoals wij dat willen zijn, maar vernietig al wat kwaad is, Onze Vader, maak ons vrij.
5. Want door wie bestaat de aarde en de hoop op haar behoud? Door wie anders, onze Vader, door wie anders dan door Jou * Collecte voor doopsgezinde kerk in Molochansk We collecteren vandaag voor de bouw van een nieuwe doopsgezinde kerk in Molochansk in het zuiden van Oekraïne. Vorig jaar is men, vanuit een diep Gods vertrouwen, begonnen met de bouw van de kerk. Voor de kosten van de bouw zo’n €100.000 was geen financiering. Door als gemeente – en vooral jongeren - zelf te sparen en hulp te vragen in de wereldwijde broederschap, zowel in financiële zin als ‘handjes’, staat er nu al een flink deel van de kerk. Er wordt inmiddels wereldwijd bijgedragen aan dit bijzondere project; vanuit Canada, Duitsland, Zwitserland en de Verenigde Staten wordt er ondersteuning gegeven. Onze gemeente is gevraagd te collecteren voor de elektriciteitsvoorziening. * Slotlied:
Tussentijds 48: 1, 4-6
Liefde eenmaal uitgesproken
Preek en liturgie Liefde waagt zichzelf te geven, ademt op van goede trouw. Liefde houdt ons in het leven daarop hebt Gij ons gebouwd. Liefde laat zich voluit schenken als de allerbeste wijn. Liefde blijft het feest gedenken waarop wij uw gasten zijn. Liefde boven alle liefde die zich als een hemel welft over ons: wil ons genezen, Bron van liefde, Liefde zelf.
* Zegenbede Hear, wy freegje no, Jo seine op ús wei Hear, wij freegje Jo, wês mei ús eltse dei… Amen
* ** *** **** ***** **** *** ** *