Erfgoed
inzicht Oud en Nieuw Nummer 4|2015 In dit nummer: PAGINA 2 >>
Woord vooraf PAGINA 3 >>
Het vernieuwde GRID PAGINA 7 >>
Even prins en prinses in Wedde PAGINA 9 >>
Het klooster Aduard herrezen PAGINA 11 >>
Rottum, het klooster St Juliana PAGINA 13 >>
Verhildersum en technokleding PAGINA 15 >>
Museumspoorlijn STAR PAGINA 17 >>
Erfgoeddocent Jeroen Zwiers PAGINA 19 >>
Messiaen in Wildervank PAGINA 21 >>
Licht in de Menkemaborg PAGINA 23 >>
Agenda
Een uitgaven van
k
Woord vooraf
Het laatste nummer van 2015 van Erfgoed inzicht heeft het toepasselijke thema ‘Oud en nieuw’. Het thema krijgt op verschillende manieren invulling waarin het oude een verrassend nieuw gezicht krijgt. Erfgoedinstellingen in Groningen verbinden op een originele en vernieuwende manier vroeger en nu. De redactie hoopt dat de verhalen u inspireren tot nieuwe impulsen voor een cultureel 2016.
2
k TEKST: FRONIQUE OOSTERHOF EN CARIN VAN DE WAL / FOTO’S: ELMER SPAARGAREN
Het vernieuwde GRID Grafisch Museum Groningen GRID is op 16 oktober officieel geopend en heeft sindsdien ruim 1.500 bezoekers mogen ontvangen. De verhuizing naar een centrale locatie en de aantrekkelijke inrichting doen het museum goed. Maar er is meer gebeurd. We hebben ons afgevraagd: wat voor museum willen we eigenlijk zijn? Hoe kunnen we, met als basis onze collectie historische grafische machines en andere objecten, de rijke grafische geschiedenis van Groningen levend houden? Hoe kunnen we een breed publiek interesseren voor grafische technieken, kunst, vormgeving en taal? Ons antwoord daarop vormen de drie volgende uitgangspunten: 1. We koppelen ambacht en traditie aan hedendaagse techniek en media 2. We zijn bij uitstek een doe-museum 3. We treden actief naar buiten en stimuleren actieve betrokkenheid van ons publiek
De vertaalslag naar het nieuwe museum: stoomdrukpers en risograaf, ambacht en traditie, jong en oud Fronique Oosterhof Een zonovergoten dag in augustus van dit jaar: een bijzonder transport verplaatst zich door de binnenstad van Groningen. Een dieplader met aan boord twee glimmend zwarte
Grafisch ontwerp is overal in het publieke domein – op papier en digitaal. Bijna iedereen heeft tegenwoordig de beschikking over grafische middelen – een keur aan lettertypes, opmaaksjablonen, fotoprogramma’s, tekenprogramma’s en meer. GRID heeft aangehaakt op dit gegeven door meteen aan het begin van de permanente opstelling een volwaardig ingerichte ontwerpstudio te plaatsen, mét een risograaf. Het contrast van deze ultramoderne machine met de grote stoomdrukpers ertegenover kan bijna niet groter. Kunstenaars en
historische drukpersen – Heidelbergers – is op weg naar de Sint Jansstraat 2, het nieuwe onderkomen van GRID Grafisch Museum Groningen. De ruimtes van dat nieuwe museum bevinden zich dan halverwege een ingrijpende metamorfose. Drie voormalige kantoorzalen worden verbouwd tot een multifunctionele ontvangstruimte, een industrieel vormgegeven drukkerij, binderij en zetterij, een ruime, lichte expositiezaal en een atelier.
3
k ontwerpers kunnen in de ontwerpstudio aan het werk. Ook de bezoekers kunnen in de toekomst aan de slag met hedendaags grafisch ontwerp. Voor hen is nu een educatieve game in ontwikkeling.
@Jong Talent GRID wil jong grafisch talent de kans geven om zichzelf verder te ontwikkelen. Dat werd bij de opening meteen duidelijk. De Stalinski’s, twee jonge grafische talenten, hebben onze openingsposter ontworpen en gedrukt op de risograaf. Jong Talent @GRID is een project waarbij jonge talenten zelf kunnen programmeren en eigen kleine exposities, performances of andere activiteiten kunnen realiseren. De risograaf oefent een grote aantrekkingskracht uit op kunstenaars en gaat zeker regelmatig ingezet worden door ons jong talent. Deze groep heeft echter ook belangstelling voor de oude technieken en ziet daarin toegevoegde waarde. In het GRID komt jong talent in contact met ervaren drukkers, zetters en binders, ontdekt de oude machines uit de permanente collectie en kan gebruik maken van oude technieken en materialen. De moderne ontwerpstudio is daarmee de crossover tussen de oude en de nieuwe techniek.
10x10 grid Met het project 10x10 grid dagen we vormgevers en kunstenaars uit Stad, provincie, Nederland en daarbuiten uit om een kunstwerkje te maken van 10x10 cm, in een grafische techniek naar keuze. Hiermee creëert het museum zowel in het echt als virtueel een grid, oftewel raster, van grafische beelden. 10x10 grid, gestart in 2015, is een langlopend project, dat aansluit bij de netwerkfunctie van GRID. Het project biedt deelnemers een platform om elkaar te ontmoeten en breidt tegelijkertijd het netwerk van het museum uit met kunstenaars en vormgevers uit de hele wereld. Op het interactieve raam naast de ingang van het museum kan iedereen die langsloopt kennis maken met de werkjes en er eigen grids mee samenstellen.
10 x 10 grid GRID nodigt grafisch ontwerpers en kunstenaars uit om hun omgeving - hun vierkante meters of kilometers - te verbeelden in een grafisch werk van 10 x 10 cm. De werken leggen samen als een ware een nieuw grid over Nederland, Europa, misschien zelfs wel de wereld.
4
k Verhalen vertellen en kennis doorgeven De risograaf De risograaf is een combinatie van stenciltechniek en zeefdruk in een ultramoderne uitvoering. Er kunnen kunstwerken op gedrukt worden in grote oplages, waarbij elk druksel verschilt van de volgende. In Noord Nederland is de enige risograaf die ook op A2 formaat kan drukken te
Onze medewerkers zijn onderdeel van het verhaal van grafisch Groningen. Zij waren in het verleden beroepsmatig actief als boekbinder, drukker of typograaf. Zij houden ons erfgoed draaiende en in goede staat. Elke bezoeker die het museum binnenkomt, wordt welkom geheten met hun verhalen. Ze zijn bij toerbeurt beschikbaar om uitleg te geven, de machines te demonstreren of kennis over te dragen. Het loont dan ook de moeite om na een bezoek met uitleg van de drukker nog eens terug te komen voor een uitleg door de boekbinder of de zetter! Onze medewerkers vertellen hun verhalen niet alleen aan de bezoekers, ze dragen hun kennis en hun verhalen ook over op de jongere generatie vrijwilligers. Zodat ons immateriële grafisch erfgoed levend blijft.
vinden bij GRID. De combinatie van oud erfgoed en een moderne ontwerpstudio maakt dat GRID een bijzonder aanbod heeft. Wisselende presentaties, contact tussen publiek, kunstenaar en vormgever, workshops en
In het nieuwe GRID vertellen we deze verhalen ook via moderne audiovisuele middelen. Het eerste gefilmde verhaal gaat over de clichéfabriek, vroeger onderdeel van GRID, nu ondergebracht in de collectie van het steendrukkerijmuseum in Valkenswaard. Er zullen de komende tijd nog meer van deze verhalen virtueel beschikbaar komen in het museum. Vanzelfsprekend wordt hierin, waar mogelijk, samengewerkt met de Verhalen van Groningen of andere collega-instellingen. GRID nodigt mensen uit verhalen naar het museum te (laten) brengen die een relatie hebben met het verhaal van grafisch Groningen.
evenementen maken van GRID een uniek en dynamisch museum.
De ‘Doe’-factor Het nieuwe GRID wil deel uitmaken van de reuring in de binnenstad, in contact zijn met het publiek, en samen met andere instellingen zichtbaar zijn in de stad. Kortom: het GRID wil zich nestelen in de nieuwe culturele corridor in de binnenstad, zoals wethouder Paul de Rook die in zijn openingsspeech benoemde. De diversiteit in aangrijpingspunten die het museum biedt maakt dat we een breed publiek aanspreken. Alleen al de invalshoeken op het verhaal van grafisch Groningen variëren van de techniek van de machines naar kunst, grafisch ontwerp, sociale geschiedenis en mediageschiedenis. Op zaterdag organiseren we de workshops voor volwassenen en op zondag zijn deze specifiek
5
k op de kinderen gericht. We sluiten daarbij aan op de thematiek van de tentoonstelling, het seizoen of activiteiten in de binnenstad. De technieken variëren van Werkmantechniek tot droge naald ets, van marmeren tot Japanse vouwkunst. Natuurlijk hopen we met deze workshops te prikkelen tot verdieping. Wij verwijzen dan graag naar de cursussen bij Vrijdag en het Grafisch Centrum. De docenten die eerder aan het GRID verbonden waren hebben daar volop de gelegenheid gekregen hun kennis en ervaring voor het voetlicht te brengen.
Educatie Het museum ontving altijd al scholieren uit het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Het nieuwe GRID is daarnaast een aantrekkelijke partner voor zowel MBO, HBO als WO. Momenteel wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling van een goed programma voor scholen (én voor studenten), die actief aan de slag kunnen bij ons, met zowel het grafisch erfgoed als met onze Apple computers en de risograaf.
Tentoonstellingen Carin van der Wal
GRID – Grafisch Museum Groningen St. Jansstraat 2
The Next Call, H.M. Werkman en de avant-garde t/m 17 januari 2016 Gecoverd, 40 jaar Noorderbreedte t/m 3 april 2016 De Klassieke Salon, GRID viert 10 jaar Klassieke Akademie met een keur aan grafische kunst t/m 17 juli 2016 Actieve wisselwerking tussen oud en nieuw
9711 JN Groningen (050) 525 64 97
Fronique Oosterhof en Carin van de Wal vormen samen de directie van het GRID – Grafisch
www.gridgroningen.nl
Museum Groningen
Openingstijden: Dinsdag tot en met zondag, van 10:00 tot 17:00 uur. Voor groepen bestaat de mogelijkheid op afspraak een avondopenstelling te organiseren. Het museum is gesloten op: 1ste Kerstdag, Nieuwjaarsdag (1 januari), 1ste Paasdag, Koningsdag, Hemelvaartsdag, 1ste Pinksterdag en Bommen Berend (28 augustus).
6
k
TEKST: ALBERT HAZELHOFF/ FOTO’S: HUISMAN MEDIA
Burcht Wedde De Burcht toen: De Burcht Wedde werd gebouwd in de
Even prins en prinses voelen
14e eeuw als bezit van de familie Addinga. Het lag vanaf het begin op een zeer strategische plek. De troepen onder leiding van Lodewijk en Adolf van Nassau vertrokken er op weg naar de slag bij Heiligerlee. Het begin van de Tachtigjarige Oorlog is daarom sterk verbonden aan deze burcht. De Burcht was ook in 1593 strijdtoneel, toen het door de troepen van graaf Willem Lodewijk van Nassau op de Spaansgezinde troepen werd veroverd
Hoe mooi ligt tegenwoordig de volledig gerestaureerde Burcht Wedde in het fraaie Westerwolde. Die restauratie is mede te danken aan het bevlogen echtpaar Frank en Martina Ferrari. Zij kwamen met het baanbrekend voorstel om de Burcht om te vormen tot een kinderhotel voor “kinderen die aan de andere kant van het geluk zijn geboren”. De Burcht was de ideale plek, waar kwetsbare kinderen de kans krijgen om zich daadwerkelijk prins en prinses te voelen. Dat is gelukt, en meer dan dat. Het ademt de fraaie historie en de aankleding zorgt ervoor dat ieder kind dat er verblijft het ervaart als een droom die uitkomt en een onuitwisbare indruk achterlaat. Het kinderhotel heeft ook een heuse Beschermvrouwe zoals het hoort bij een burcht als deze. Het is zangeres Liesbeth List, die zich op basis van haar eigen ervaringen als kind, persoonlijk betrokken voelt bij het doel van het kinderhotel en bij deze burcht.
en blijvend onder Staatsbestuur kwam. Toen Bernhard von Galen, de bisschop van Münster, in 1665 en in 1672 het noorden van Nederland binnenviel, was de burcht een strategisch punt dat diende te worden veroverd op weg naar de stad Groningen. In de 18e eeuw was het de plaats waar menig Groningse burgemeester als drost zou beginnen. In de 19e eeuw diende het als woonhuis voor de notaris- en kunstenaarsfamilie Koning. Uiteindelijk werd de Burcht kantoorruimte voor het Waterschap Westerwolde en de Streekraad Oost-Groningen.
De Burcht toont daarnaast in verschillende ruimtes de belangrijke – ook nationale geschiedenis van deze Burcht door voorwerpen vanaf de 14e eeuw te tonen die op en om de burcht zijn gevonden, maar ook door middel van een schitterend drieluik in glas dat de 16e tot en met de 18e eeuw zichtbaar maakt. Het is bovendien een romantische trouwlocatie, heeft twee luxe hotelkamers maar ook ruimtes voor mooie ontvangsten, symposia of vergaderingen. Daarnaast kan iedereen iets eten of drinken, zowel in de Burcht als buiten in de eveneens gerestaureerde landschapstuin. Kortom een veelzijdige plek waar idealen door inzet van velen – als vrijwilliger, sponsor, gemeente, dorp - tot stand kunnen komen. Deze inzet en hulp is onontbeerlijk.
Persoonlijk betrokken Mijn betrokkenheid bij de Burcht kwam er allereerst door het meewerken aan het tot stand brengen van de Haselhoff Sociëteit, de historische kamer voor de 16e tot en met de 18e eeuw. De familie Hazelhoff was bijna 250 jaren nauw bij de burcht betrokken vooral in de functie van borggraaf. Maar mijn persoonlijke verbondenheid is vooral gericht op het helpen versterken van het kinderhotel en het net als de Burcht zelf toekomstbestendig te laten zijn. De idealen van Frank en Martina Ferrari moeten, vind ik, voortgezet worden. Dit doe ik sinds 2014 als
7
k Albert Hazelhoff Kinderhotel, hotel, erfgoedlogies, terras, café-restaurant, sociëteit, trouwlocatie, museum, struinroutes.
voorzitter van de Raad van Toezicht Stichting Burcht Wedde, samen met mijn collega-leden Raad van Toezicht Alle Alserda en Ineke Heddema - Brand. Het voortouw voor de ontwikkelingen ligt natuurlijk bij het bestuur van de Stichting, direct verbonden met Frank en Martina Ferrari.
kinderhotel of de overige functies van
Maar terug naar de kinderen. Oud en Nieuw vloeien in elkaar over. Terwijl de honderden jaren oude balken, wandkasten uit de 18e eeuw en de Middeleeuwse gewelven je aanstaren, is er tegelijkertijd de nieuwe verbinding gemaakt. Schitterende hemelbedjes voor de kinderen, fraaie toiletten en douches met afbeeldingen van prinsen en prinsessen. De sfeer in de Burcht, het gebruik van de oude gracht als prachtige locatie voor kano en vlot. Het is er allemaal. Niet alleen dit, maar ook de met zorg gerestaureerde Burcht, brug en de bomenpartij rondom maakt dat de Burcht Wedde veel meer is dan een steenhuis uit het verleden. De Burcht is onderdeel geworden van een bijzonder ideaal die het verdient dat er voortdurend aan gebouwd wordt.
de Burcht zie:
Albert Hazelhoff is voorzitter van de Raad van Toezicht Stichting Burcht Wedde
Voor meer informatie over het
www.burchtwedde.nl contactpersoon Burcht Wedde: Jelle van Luijk 0597-563070 Stichting de Burcht Wedde Hoofdweg 7 9698 AA Wedde (0597) 56 30 70
8
k Toen ik vijf was, dacht ik dat de abdijkerk in Aduard een fabriek was waar kruiwagens werden gemaakt. Voor mij zag het gebouw er niet uit
Het klooster Aduard
TEKST EN FOTO’S: JAKOB LOER
Een klooster herrezen
als een gebedshuis. Dat kwam pas later toen mijn ouders mij meenamen naar een kerstnachtdienst. Dat was indrukwekkend. De zware muren, het duistere gewelf en de grillige schaduwen langs raadselachtige nissen en baksteenpatronen. Tijdens de dienst keek ik het liefst naar de dichtgemetselde boog, de verbroken verbinding met gebouwen die allang verdwenen waren. In gedachten zag ik de monniken in en uit lopen. Eigenlijk waren ze er nog steeds, maar ze lieten zich niet aan ons zien. Mijn interesse voor het klooster was geboren. Jaren later werd het nog veel spannender toen er onderaardse gangen werden ontdekt die de monniken hadden gebouwd. Je kon er als kind in lopen, zo groot waren ze. Het einde zag je niet en als je er te ver in liep werd je door een grote groezelige hand voor eeuwig de duisternis ingesleurd.
De grote vraag die voor mij uit al die ervaringen voortkwam was: hoe heeft het klooster er eigenlijk uitgezien? Dat wilde ik weten. Alle boeken die ik las gaven geen oplossing, zelfs over de functie van de ‘abdijkerk’ was geen duidelijkheid. Tot die avond in het voorjaar van 1977 toen de provinciaal archeoloog J.W. Boersma op de zolder van café de Gouden Leeuw in Noordhorn een lezing gaf met lichtbeelden over de opgravingen van het klooster Aduard. Dat was het keerpunt. Een half jaar later kreeg ik van hem het volledige opgravingsverslag, dat ik wel eerst uit het Duits moest vertalen. Een hele klus. In elk geval was het mij toen duidelijk dat A.E. van Giffen – die in de oorlogsjaren de opgravingen had geleid – in Aduard had geflikt, wat hij ook in Ezinge al voor elkaar had gekregen: een geweldige geschiedenis tot leven gebracht en aanschouwelijk gemaakt. Dat laatste was trouwens wel de verdienste van Boersma en zijn collega Praamstra, die Van Giffens werk in Aduard hebben geïnterpreteerd en gepubliceerd. Het belangrijkste gedeelte van het klooster was opgegraven, het centrale gedeelte met de kerk. Op basis van dit opgravingsverslag hebben de architect Eduard Gerds en ik ter gelegenheid van het 800-jarig bestaan van Aduard in 1992 een maquette gemaakt van het klooster die nog steeds te zien is in museum Sint Bernardushof.
Aduard ‘herbouwen’ Dan is het 2013 en komt het verzoek van de gemeente Zuidhorn om in het kader van het project ‘Het nieuwe wonder van Aduard’ een volledige 3d-reconstructie te maken van het klooster. De technische uitvoering hiervan ligt bij Axe Kooi uit Groningen. Ik word gevraagd om namens de samenwerkende historische clubs in Aduard het klooster vanuit de beschikbare bronnen te reconstrueren. Het archeologisch onderzoek geeft alleen weer wat destijds gevonden is, maar geeft niet een volledig beeld van het gehele kloostercomplex. De maquette laat alleen het centrum zien: de kerk, de kloosterhof met omringende gebouwen en de ringgracht en de ringmuur. Er ontbreken nogal wat gebouwen, die echter wel genoemd worden in de abtenkroniek. Dit is een tekst rond 1500 geschreven, waarin van alle abten wordt verteld wat ze allemaal gedaan hebben in Aduard. Door de beschrijvingen in deze kroniek te koppelen aan plattegronden van andere Cisterciënzer kloosters in Europa, bleek het mogelijk Aduard te ‘herbouwen’. Alle gebouwen in de 3d-reconstructie hebben ook in Aduard gestaan. Van het centrum is de plaats zeker van de kerk, de kloosterhof, de leefruimten van de monniken en lekenbroeders, de eetzaal, de keuken en de verwarmde zaal, omdat ze gedeeltelijk zijn opgegraven. Daarbuiten neemt de mate van onzekerheid toe, staan ze wel in het goede gebied, maar is het niet te achterhalen wat de exacte locatie en oriëntatie is geweest. Gedurende het bouwproces realiseerden we ons dat het klooster groter was dan we hadden
9
k Als u de middeleeuwen in Aduard wilt beleven, download dan de app via deze link: http://kloostermuseumaduard.nl/
gedacht en dat wat wij hadden gemaakt in zekere zin ook is geweest wat Ubbo Emmius, de enige ooggetuige, heeft gezien rond 1600 en beschrijft in zijn geschiedenis van Friesland. Hij was zeer onder de indruk van de grootte en schoonheid van de kloosterkerk en voegt daar aan toe:
aduard-3-d/download-de-app U heeft dan twee mogelijkheden: A. Door uw smartphone of tablet voor één van de zeven digitale zuilen in Aduard te houden, verschijnt het klooster in beeld op de plek waarop u staat in het kloosterterrein. B. Door op één van de mannetjes te drukken die zichtbaar zijn op de kaart
‘En dit godshuis is gebouwd naast een ander op hetzelfde terrein dat ook nu nog met dit grotere bestaat, en waarvan, voordat dit laatste gewijd was, de kloosterlingen en de hele buurt gebruik hebben gemaakt. En dan is er een gebied met een krachtige muur en een gracht als verdedigingswerk afgesloten en bezet met alle mogelijke gebouwen en tuinen, zó groot, dat het kloostercomplex de gedaante van een stad heeft verkregen. Voeg daarbij de rijkdom, de akkers, hele dorpen met kerken, kapellen als kerken, ruime en schitterende landhuizen, het bestuurlijke gezag en de macht die te danken zijn aan het bijgeloof, en ge zult u verbazen over de overvloed die het landvolk opbrengt.’
van de reconstructie, kunt u door het klooster wandelen met behulp van de twee rode navigatieknoppen. (Als uw besturingssysteem te oud is, is deze functie niet toegankelijk.)
Kloostermuseum Sint Bernardushof
Als de abdij van Aduard nog bestond zou het werelderfgoed zijn, maar het is helaas, op de ziekenzaal na, met de grond gelijk gemaakt. En nu is het vooral dankzij de inzet van Van Giffen en Boersma dat het klooster van Aduard is herrezen; wat ik als kind voor onmogelijk had gehouden is werkelijkheid geworden, in een digitale wereld, waarin zelfs de monniken weer rondlopen. Jakob Loer is verbonden aan kloostermuseum Sint Bernardushof in Aduard
Hofstraat 45, 9831 RB Aduard (050) 403 21 09
www.kloostermuseumaduard.nl
Openingstijden: april tot november dinsdag tot en met zaterdag 10:00 – 17:00 uur, zondag 13:00 – 17:00 uur november tot april zondag 13:00 – 17:00 uur
10
k
TEKST/FOTO’S: WILLEM VAN WIJNEN/AB GRAMSBERGEN
Een beeld uit de animatie van het klooster Het dorpje Rottum, gelegen tussen Stitswerd, Kantens en Usquert, ligt op een oude wierde. De vondst van enkele Romeinse beeldjes suggereert, dat de bewoners van Rottum al kort na het begin van de jaartelling handel dreven. Omstreeks 1200 werd op de wierde het Benedictijner klooster Sint Juliana gebouwd. De wierde van Rottum inclusief het straten- en grachtenpatroon is nog grotendeels intact. Het boekje + DVD kunt u bestellen door €17,95 over te maken op IBAN NL61 RABO 0306 8845 50 ten name van W.G. van Wijnen onder vermelding van ‘Boekje Rottum’, naam, adres en e-mailadres.
De reconstructie van het klooster St Juliana in Rottum In oktober 2015 werd in het museum Het Hoogeland te Warffum een 3d-reconstructie gepresenteerd van het Benedictijner klooster Sint Juliana, dat ooit meer dan 500 jaar op de wierde van Rottum heeft gestaan. De reconstructie is vormgegeven in een animatie van het klooster en de gebouwen die er omheen staan. Dit filmpje is, samen met een PowerPointpresentatie, op een DVD gezet en gevat in een rijk geïllustreerd boekje, waarin de geschiedenis van Rottum en zijn klooster uit de doeken wordt gedaan.
Waarom deze reconstructie Wat beweegt twee gepensioneerde heren tot een onderzoek naar dit klooster? Het gaat hier om Albert Gramsbergen en Willem van Wijnen, beiden medici in ruste, en woonachtig in en bij Rottum. Willem heeft vooral technische belangstelling en heeft al jaren geleden een geofysisch onderzoek, de zogenaamde elektrische weerstandsmeting van structuren onder de grond, geschikt gemaakt voor meting door amateurs met eenvoudige apparatuur. Albert is zeer geïnteresseerd in de historie van het Hoogeland, de kerken en de orgelcultuur. Zo is in de zomer van 2011 het idee ontstaan om onderzoek te doen naar de fundamenten van het verdwenen klooster in Rottum. Fundamenten die, volgens 19e-eeuwse beschrijvingen, nog volop rond het huidige dorpskerkje aanwezig moeten zijn. Twee 19e-eeuwse schoolmeesters hebben Rottum, in de tijd dat de laatste kloostervleugel werd afgebroken, uitgebreid beschreven, en belangrijke tekeningen ervan gemaakt. Maar ook hun fantasie de vrije loop gegeven! Om deze verhalen te controleren hebben Albert en Willem die zomer iedere vierkante meter rondom de kerk met prikelektroden gemeten, 7.500 metingen, dus totaal bijna een hectare. Van de duizenden data kon een plattegrond van het klooster gemaakt worden. Het bleek te gaan om een relatief omvangrijk complex van gebouwen met een grote kruiskerk van 47 meter lang. Er was een kruisgang tegenaan gebouwd, er waren verschillende woonvleugels voor de kloosterlingen en er was aan de noordkant een poortgebouw dat uitkeek op een haventje (dat
11
k er nog steeds is!). Daarbij zijn Albert en Willem zeer geholpen door genoemde tekeningen en door twee foto’s die vlak voor de afbraak van de middeleeuwse kerk, in 1885, gemaakt zijn. In april 2012 is er in het blad van de Stichting Oude Groninger Kerken een artikel over de metingen en de resultaten daarvan verschenen. Maar de beide onderzoekers wilden meer. Met behulp van twee architecten, Age Algera en Jan Giezen, werden de gebouwen ook bovengronds gereconstrueerd, gebruik makende van gegevens van andere Benedictijner kloosters en van de kennis over Romano-gotische bouwwijze in de Groninger Ommelanden. Tevens werd de gehele structuur van de wierde Rottum, zoals die was in 1580, vlak voor de verwoesting van het klooster tijdens de Hervorming, uitgezocht en in beeld gebracht. Om de resultaten zo duidelijk mogelijk te laten zien, werd het geheel als een bewegend beeld, als animatie gemaakt door Mark Dijstelberge (Mdsign). Dit alles heeft ongeveer drie jaar geduurd, mede omdat voor deze werkzaamheden geld nodig was, en er subsidiegevers benaderd moesten worden. Gelukkig hebben financiële bijdragen van het Fonds Levende Dorpen en van de Gemeente Eemsmond de voltooiing van dit project mogelijk gemaakt. Het museum Hoogeland Warffum en de Erfgoedpartners hebben logistieke en morele steun verleend.
12
k
TEKST: LENNY BULTHUIS / FOTO’S: VERHILDERSUM
Groninger Dracht Meets Fashion Tech: Een modetentoonstelling op Museum Landgoed Verhildersum die heden en verleden verbindt Vanaf 27 maart 2016 zal op Museum Landgoed Verhildersum de tentoonstelling Groninger Dracht Meets Fashion Tech te zien zijn. Behalve mode en dracht uit de periode 1841- 1865, staat in de expositie werk van fashion designer Maartje Dijkstra centraal. Op uitnodiging van het museum ontwerpt en maakt Dijkstra, die in Leens opgroeide, een aantal stukken waaronder een outfit. Daarbij laat zij zich inspireren door de unieke textielcollectie van Museum Landgoed Verhildersum, waarvoor Tine Clevering-Meijer ooit de basis legde.
Nieuwe vorm en betekenis historische collectie Dat de instelling juist Dijkstra benadert voor een samenwerkingsverband is geen toeval. Het museum, dat zich in de richting van een netwerkmuseum (Odding, 2011) ontwikkelt, wil bezoekers laten zien en voelen dat erfgoed evenveel over het verleden als over het heden en de generaties van nu vertelt. Groninger Dracht Meets Fashion Tech toont dan ook niet alleen hoe het vroeger was. Door Maartje Dijkstra, die in 2017 het tienjarig bestaan van haar High
13
k Fashion/Couture label viert, met eigen werk op de kleding van toen te laten reageren, wordt in de expositie ook de nieuwe vorm en betekenis van de historische collectie zichtbaar en voelbaar. Het betreft een aanpak die de Amerikaans/Russische cultuurhistoricus Svetlana Boym reflectieve nostalgie noemt.
Sculpturaal en interactief Paralellen tussen toen en nu Overigens laat de tentoonstelling Groninger Dracht Meets Fashion Tech niet alleen zien welke betekenis de historische textielcollectie en de bijbehorende verhalen voor een hedendaagse fashion designer heeft. In het kielzog van Maartje Dijkstra gaan ook een fotograaf, een visual artist, een muzikant, een danser/ choreograaf, een grafisch vormgever, een interieurontwerpster en een kunsthistorica op zoek naar parallellen tussen hedendaagse en 19e eeuwse
De sferische ontwerpen van Dijkstra geven een inkijkje in de toekomst van de mode. Hoewel ze zich laat inspireren door ambachtelijke handwerktechnieken, werpt ze met haar vooruitstrevende, sculpturale en soms interactieve werken ook een licht op het vooruitgangsstreven en de mens als individu. Dijkstra, onder meer bekend van het project ‘Intimacy’, waarin ze optrok met ondermeer Studio Roosegaarde, geldt als een wegbereider van de hedendaagse Fashion Tech. Zodoende treedt ze in de voetsporen van de vele pioniers, uitvinders en vernieuwers die Noord-Groningen voortbracht. Hoewel bevangen door dezelfde 19e eeuwse pioniersgeest, levert haar zoektocht moderne, 21e eeuwse resultaten op. De periode halverwege de 19e eeuw, waarop Maartje Dijkstra zal reageren, wordt gekenmerkt door voortschrijdende technologische ontwikkelingen en de opkomst van de bourgeoisie. Het zijn de jaren waarin schotse ruiten zeer geliefd zijn, de pagodemouwen hun intrede doen, de punttaille veel voorkomt, de stalen kooicrinoline wordt uitgevonden en het oorijzer aan populariteit verliest. Bovendien wordt in 1841 de Vereniging ter bevordering van Landbouw en Nijverheid Leens opgericht.
werk-, leef- en kleedgewoonten. Ook hun artistieke interpretaties van het Noord-Groningse materiële erfgoed (mode/dracht uit de periode 18411865) en immateriële erfgoed (de geluiden, de geuren, de verhalen, de mores van Noord-Groningen halverwege de 19e eeuw) zullen in Groninger Dracht Meets Fashion Tech te bewonderen zijn.
Landgoed Borg Verhildersum Wierde 40 9965 TB Leens (0595) 57 14 30 www.verhildersum.nl
Openingstijden: april tot november dinsdag tot en met zondag 11:00 – 17:00 uur
14
k
TEKST: THEA POL / FOTO’S: THEA POL EN STAR
Museumspoorlijn S*T*A*R in Stadskanaal op stoom Rond 1990 verdween het laatste gebouwtje dat nog over was van het treinstation in Stadskanaal. Lang herinnerde vrijwel niets meer aan de spoorlijn waar treinen vertrokken naar onder andere Groningen en Assen (met overstap, dat wel). Tot begin jaren negentig, toen enkele enthousiaste ‘spoormensen’ bijeenkwamen om de lijn weer nieuw leven in te blazen. Deze keer met een museale functie. Er werd een plan ingediend bij de gemeente Stadskanaal die dit goedgekeurde. In 1992 was de Stichting Stadskanaal Rail (S.T.A.R) een feit. De statuten noemen als doel van de stichting ‘de spoorlijn Veendam-StadskanaalMusselkanaal te behouden als industrieel monument voor de Veenkoloniën.’ Voor de museumspoorlijn werkt één betaalde kracht, Paul Becker, die de dagelijkse gang van zaken coördineert. Daarnaast zijn er 160 vrijwilligers aan het museum verbonden. De officiële leiding is in handen van een vijfkoppig bestuur. De vrijwillige medewerkers zijn ondergebracht in een aantal afdelingen, zoals pr, educatie, infra, gebouwen en horeca, met aan het hoofd van iedere afdeling een teamleider. Om een goede afstemming te bewerkstelligen hebben eens per maand alle teamleiders overleg en ook binnen de afdelingen komt men maandelijks samen. Het contact met de medewerkers en belangstellenden wordt verder onderhouden door de uitgave van een digitale nieuwsbrief eens per twee maanden en ook verschijnt drie of vier keer per jaar het S*T*A*R Magazine. De STAR ontvangt geen subsidie maar genereert geld door kaartverkoop voor de treinritten, horeca-inkomsten en souvenirverkoop. Ook kan men overnachtingen boeken in een wagon. Voor het ontwikkelen van arrangementen kan een aanvraag worden gedaan bij de Stichting Promotie Westerwolde, die financieel wordt ‘gevoed’ door de deelnemers en door de gemeente Stadskanaal.
15
k De collectie Een museumspoorlijn nieuw leven willen inblazen is één ding, dit tot stand te laten komen is een andere kwestie. Zodra bekend werd dat het museum van start zou gaan werd er veel materiaal aangeboden. De eerste treinen kwamen uit Duitsland waaronder twee kleine rangeerlocomotieven. Duitsland heeft nogal wat oud materieel en dat heeft met de omvang van het land te maken en ook met het feit dat men daar langer is doorgegaan om op stoom te rijden. Het onderhoud van de 26 kilometer lange spoorlijn vergt de nodige zorg en aandacht. De lijn is van de stichting maar het onderhoud wordt geregeld getoetst door Inspectie Leefomgeving en Transport.
Machinist worden Het werven van vrijwilligers gebeurt op een aantal manieren. Er is een folder die op verschillende strategische plekken, zoals de bibliotheek, wordt neergelegd. Ook via de vrijwilligerscentrale Welstad in Stadskanaal bieden mensen zich aan. En natuurlijk doen ook de website en de mond-tot-mond reclame hun werk. Als men zich aanmeldt wordt gekeken waar ze het beste ingezet zouden kunnen worden. Er zijn nogal eens mensen die graag machinist willen worden of die willen sleutelen aan de treinen. Vrijwilligers vinden voor het schoonhouden van het spoor is lastiger. Machinist worden gaat echter niet zomaar, zelfs niet op deze museumspoorlijn. Daarvoor gelden bepaalde criteria. Alle opleidingen worden door STAR zelf verzorgd.
Educatie Voor meer informatie zie ook: www.stadskanaalrail.nl www.nols-maatschappij.info/ exploitanten/STAR-museum.htm
Museumspoorlijn S.T.A.R Stationsstraat 3
Het museum ontvangt regelmatig kinderen, zowel in groepsverband als individueel. Het erfgoededucatieprogramma KNOAL!, dat tot stand kwam onder verantwoordelijkheid van Erfgoedpartners in samenwerking met CultuurClick Groningen (de adviesorganisatie voor cultuuronderwijs), is ontwikkeld voor de leerlingen van de groepen 1 t/m 8. Dit educatieve project laat de kinderen kennismaken met de historische culturele omgeving. Zo leren de leerlingen in groep 1 en 2 alles over verkeer en vervoer van vroeger en nu (‘Van stoker tot machinist’). Bij de thema’s zijn ook excursies ontwikkeld naar de museumspoorlijn maar ook naar het Streekhistorisch Centrum en het Klooster Ter Apel.
9503 AD Stadskanaal (0599) 65 18 90 www.stadskanaalrail.nl
Openingstijden: In het hoogseizoen: woensdag, donderdag en zondag; beperkte rijdagen in vóór- en naseizoen.
16
k
TEKST EN FOTO’S: JEROEN ZWIERS
Van een eend, een neus en het geluid van een stoomlocomotief Een nieuwe manier van erfgoededucatie is om erfgoeddocenten, zoals Jeroen Zwiers, erfgoedprogramma’s voor het primair onderwijs te laten ontwikkelen of zelf uit te laten voeren. Via Erfgoedpartners zijn enthousiaste mensen opgeleid tot erfgoeddocent.
Het zal in de vroege jaren 80 zijn geweest dat ik als klein ventje met mijn schoolklas de schouwburg bezocht. Juf Carla zwaaide in die dagen samen met meester Tom de scepter in de klas. Ik heb weinig herinneringen uit die periode, van juf weet ik nog dat ze in een rode eend reed, en van meester Tom dat hij eens door een hond in zijn neus is gebeten. Door een teckel! Het feit dat ik behalve deze kleine zaken vrijwel niets meer over deze mensen weet maakt dat ik mijn geheugen als een raar fenomeen beschouw. Ongrijpbaar. Maar ik had het over de schouwburg.
In 2015 ontving de tweede lichting hun certificaat. Voor de nieuwe erfgoededucatietrajecten die dit jaar zijn gestart, zoals Zuidhorn, Grootegast, Menterwolde en Bellingwedde, worden steeds vaker erfgoeddocenten ingezet voor nieuwe lesprogramma’s. Overigens kunnen erfgoedinstellingen natuurlijk ook zelf een van de opgeleide erfgoedmeesters of –juffen inhuren/ inschakelen, bijvoorbeeld tijdens
Ik herinner me van dit bezoek een grote donkere zaal volgestouwd met kinderen. Overal beweging en gejoel. Plotseling werd het doodstil, ik begreep eerst niet waarom maar hoorde het ineens: vanaf het donkere podium klonken de ‘vette’ tonen van een saxofoon. Spotlight ging aan en in dat helle licht stond een klein mannetje ‘The pink panther’ te spelen. Einde herinnering.
Erfgoeddocent Kinderen letten op andere zaken dan volwassenen. En onthouden mede om die reden ook andere dingen. Ik vraag me wel eens af of Carla ‘met de eend’ en Tom ‘met de neus’ zich dit bezoek nog herinneren. En, als ze het zich herinneren, of dit op hen net zo’n indruk gemaakt heeft als op mij.
drukke perioden of om vrijwilligers te ondersteunen. Voor erfgoedmeester Jeroen Zwiers, fan van Gronings erfgoed en onderwijzer bovendien, was het volgen van de cursus een logische stap. Hij is betrokken bij het nieuwe lesprogramma voor Museumspoorlijn STAR.
17
k Tegenwoordig ben ik erfgoeddocent. Ik werk in die hoedanigheid op het snijvlak van onderwijs en cultuur; ik bezoek scholen om over Groninger erfgoed te onderwijzen en wordt ingehuurd door musea om educatief materiaal te maken over het aanwezige erfgoed. Voor een onderwijzer met een sterke passie voor Groningen is dat een geweldige baan.
Van stoker tot machinist Samen met collega-erfgoeddocent Alexandra Koning en in samenwerking met Tim Goorman en Paul Becker van de STAR heb ik het project ‘Van stoker tot machinist’ ontwikkeld. Kinderen van de groepen 5 en 6 van het basisonderwijs kunnen in het kader van dit project een bezoek brengen aan de STAR. In een circuitvorm doen ze zelfstandig, doch onder toezicht van een volwassene, een aantal opdrachten die op kindniveau raakvlakken hebben met de functies van stoker tot machinist. Aan het eind van het bezoek ontvangen ze het machinistendiploma en mogen ze zich ‘Stoomhoofd’ noemen.
Geluiden herkennen Eén van de opdrachten behelst het herkennen van een aantal aan het verkeer gerelateerde geluiden, zoals voetstappen, een fietsbel, een brommer en vanzelfsprekend het geluid van een stoomlocomotief. In de praktijk blijkt het herkennen van de geluiden nog best lastig te zijn, hoewel het geluid van de stoomlocomotief natuurlijk door alle kinderen onmiddellijk wordt herkend. Hopelijk vormt dit geluid een even krachtige herinnering als de mijne uit de schouwburg en denken ze met veel plezier terug aan hun bezoek aan de STAR. En, als het even kan, ook aan Jeroen met zijn kale hoofd!
Geluidsfragment vertrekkende stoomtrein
18
k
TEKST EN FOTO’S: HENK DE VRIES
Messiaen op het orgel van Wildervank Unieke uitvoering orgelwerk componist Messiaen Het werk bestaat uit negen meditaties voor orgel: I.
La Vierge et l’Enfant
(De Maagd en het Kind)
Il
Les bergers
(De herders)
Ill.
Desseins éternels
(Eeuwige bestemming)
IV.
Le Verbe
(Het Woord)
V.
Les enfants de Dieu
(De kinderen van God)
VI.
Les anges
(De engelen)
VII. Jésus accepte la souffrance
(Jezus accepteert het lijden)
VIII. Les mages
Op zaterdag 12 december zal organist Henk de Vries het grootschalige orgelwerk La Nativité du Seigneur integraal uitvoeren op het Walcker-orgel van de Grote Kerk te Wildervank. Voorafgaand aan het concert is er een uitleg, deze begint om 19:00 uur. Het concert wordt visueel ondersteund door beeldprojecties.
Orgel en componist De combinatie van de muziek van Messiaen, onder andere winnaar van de Erasmusprijs, en het Walcker-orgel is een goede omdat Messiaen naast harmonie en ritme ook veel klankkleuren gebruikt om zijn muzikale ideeën over te brengen. De mogelijkheden van het Walcker-orgel zijn zodanig dat dit één van de weinige orgels in Groningen is waarop een dergelijke uitvoering kan plaatsvinden. Vanwege het feit dat het orgel maar twee klavieren heeft zal het kiezen van de juiste registraties, samen met speelhulpen zoals de vrije combinatie, een behoorlijke klus zijn. Het resultaat zal voor de luisteraar echter een bijzondere ervaring worden, Messiaen is tenslotte een moderne componist.
Olivier Messiaen Olivier Messiaen (Avignon, 10 december 1908 – Parijs, 27 april 1992) was een Frans componist, organist en pianist. Hij is een van de belangrijkste en invloedrijkste componisten
(De wijzen) IX. Dieu parmi nous
(God temidden van ons)
19
k van de twintigste eeuw, wiens onconventionele werk sterk beïnvloed is door de roomskatholieke geloofsleer. Zijn grootste inspiratiebron was de schoonheid van Gods schepping en dan met name het gezang van de vogels. Messiaen ontwikkelde een persoonlijke muzikale taal, hierin zijn vooral melodische en ritmische vernieuwingen te onderscheiden. Dit zal voor de gemiddelde orgelconcertbezoeker wel even wennen zijn. Samen met de uitleg en daarna de beleving in de concertruimte waarin de klanken van het orgel ondersteund zullen worden met beeldprojecties zal dit een unieke ervaring worden.
La Nativité du Seigneur Olivier Messiaen schreef La Nativité du Seigneur in 1935 op 27-jarige leeftijd. Hij verbleef op dat moment in Grenoble en vond, met name voor het vierde en het laatste deel, veel inspiratie in het berglandschap dat hem daar omringde. De eerste uitvoering van La Nativité du Seigneur vond plaats in Parijs, op 27 februari 1936 op het orgel van de Sainte-Trinité, in een gezamenlijke uitvoering door Daniel Lesur, Jean Langlais en Jean-Jacques Grünenwald. Het is een grootschalig orgelwerk over Kerstmis; het omvat negen delen en duurt rond 55 minuten.
Henk de Vries (1979) is internationaal werkzaam als concerterend, docerend en adviserend musicus. Hij is lid van het College van Orgeladviseurs in Nederland (CvON) en werkzaam voor
Messiaen geeft aan dat hij in dit werk in de eerste plaats zocht ‘naar emotie en oprechtheid, maar op duidelijke en heldere wijze overgebracht op de luisteraar’. In dit werk zijn Messiaens voorkeur voor lange muzikale lijnen en een aantal ongebruikelijke manuaal- en pedaalbehandelingen te horen. Ook beschrijft Messiaen de belangrijkste muzikaal-expressieve middelen die hij hier gebruikt. Messiaen realiseerde zich dat ‘La Nativité een grote verandering teweegbracht in de orgelmuziek in een tijdperk waarin de muziek van César Franck het summum van modernisme was’.
de Commissie OrgelZaken (COZ) binnen de PKN. Daarnaast is hij als Steunpunt Klokkenadviseur werkzaam voor onder andere de Katholieke
Een beeldfragment op YouTube waarop Olivier Messiaen zelf een improvisatie speelt op een Kerstmelodie, gespeeld op ‘zijn’ orgel in de St. Trinité te Parijs, is te vinden op YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=SY7g0ULVl2I
Klokken en Orgel Raad (KKOR) in Noord en Oost Nederland. Henk is door de Stichting Martinikerk Groningen in 2014 voor onbepaalde tijd benoemd als orgeladviseur van de twee historische orgels van de Martinikerk in Groningen en als zodanig verantwoordelijk voor de conditie van deze unieke instrumenten. Als cantor-organist is hij verbonden aan de Petruskerk te Zuidbroek (titulair) en de Jacobuskerk te Zeerijp. Meer informatie over organist en orgel is te vinden op de volgende websites: www.walckerwildervank.nl en www.henkdevries.info .
20
k
TEKST: IDA STAMHUIS / FOTO’S: MENKEMABORG
Licht in de Menkemaborg Een brandend haardvuur en het licht van een paar kaarsen vinden we vandaag de dag passen bij een gezellige avond. Een paar eeuwen geleden waren dat de enige bronnen van licht voor de lange winteravonden. Nu zetten we eenvoudig een schakelaar om en hebben we veel, helder, geurloos en schoon licht. In de achttiende eeuw was dat heel anders. In de volledig ingerichte kamers in de Menkemaborg te Uithuizen zijn allerlei opmerkelijke voorwerpen te vinden die te maken hebben met de verlichting in die tijd. Het vuur in een haard gaf niet alleen warmte, maar ook licht. Om dat licht nog te versterken en te verspreiden zijn in de haarden van de grote zaal en de herenkamer aan weerszijden grote glimmende koperen platen te vinden. Het verlichten door middel van kaarsen was voorbehouden aan de rijken, zoals de familie Alberda van Menkema, die de Menkemaborg bewoonde van 1682 tot 1902. In de achttiende eeuw waren er al kaarsen van bijenwas, heel kostbaar, maar ze brandden langer dan de walmende en stinkende kaarsen van dierlijk vet en waren daarom zeer geschikt voor de kroonluchters. De glans van de kristallen en koperen kroonluchters zorgden ook voor extra weerkaatsing van het kaarslicht. In elke kamer staan kandelaars van zilver of van koper. Veelal in sets van twee, zoals te zien op de sets queridons, de speciaal daarvoor bestemde tafeltjes op één poot, naast de toilettafel in de slaapkamer en naast de dientafel in de grote zaal. In de voorkamer steken in de rand van het halfronde tafeltje twee rechthoekjes uit waar de twee kandelaars horen te staan. Een grotere set zilveren
21
k Museum Menkemaborg Menkemaweg 2 9981 CV Uithuizen (0595) 43 19 70 www.menkemaborg.nl
Openingstijden:
kandelaars staat op de gedekte tafel in de eetkamer. De bijbehorende kandelabers (kandelaars met drie kaarsenhouders) staan te pronken op het buffet. Er hangen opvallend veel spiegels in de kamers van de borg. Niet omdat de familie ijdel was, maar als hulp bij de verlichting, want ze weerspiegelen het licht van de haard en kaarsen.
maart tot en met september dinsdag tot en met zondag 10:00 – 17:00 uur oktober tot en met december dinsdag tot en met zondag 10:00 – 16:00 uur
Het is goed voor te stellen dat, ook met een haardvuur en kaarslicht, de kamers nog schaars verlicht zijn. Er zijn opvallend veel blinkende voorwerpen te vinden in een achttiende-eeuws interieur. De meubels zijn voorzien van koperen slotplaatjes en handgrepen, niet alleen naar de mode van die tijd, maar door de glans ook gemakkelijk te vinden in het halfdonker. De vergulde lijsten om schilderijen en spiegels vallen op. Handig zijn de vergulde randen op het servies en op de theekopjes en schoteltjes, want dan grijp je niet mis. Vergulde wijzerplaten of vergulde pendules, het maakt het lezen van de tijd eenvoudig. Dat er veel veranderd is qua verlichting is te merken aan bezoekers, die na de eerste stappen in de gang van de borg te hebben gezet, zich afvragen wat er aan de muur hangt naast de deur van de voorkamer. Ze wijzen dan op de koperen olielamp, ook wel ‘snotneus’ genoemd, omdat er altijd een drupje olie aan de tuit bleef hangen. Dergelijke lampen waren er in allerlei maten en handig voor in de gang of om mee te nemen naar een volgende kamer. Wandkandelaars, diverse blakers (lage platte kandelaar met oor of greep), bijzondere olielampen, een speciale schaar om de lont van een kaars te knippen, kisten voor kaarsen en nog veel meer bijzondere voorwerpen met betrekking tot licht zijn in de borg aanwezig. Op eerste en tweede kerstdag worden ’s middags de kaarsen aangestoken in de kroonluchters en kandelaars ter verhoging van de kerstsfeer. Tot die tijd worden tijdens de donkere dagen de kamers in de Menkemaborg wat extra verlicht met elektrisch licht. Ida M. Stamhuis, is directeur-conservator van de Menkemaborg in Uithuizen
22
k
Agenda Historische Vereniging Middelstum Inloopdag op Ewsum 12 december | 11:00 – 16:30 uur De inloopdag heeft dit jaar als thema ‘Winkeltjes en Ambacht, grootmoederstijd herleeft’. Spullen die vroeger in de verkoop waren zullen deze dag in vitrines tentoon worden gesteld, ook is er die dag veel oud gereedschap te bezichtigen. De Historische Vereniging zoekt naar fotomateriaal, verhalen en anekdotes over de vele winkeltjes die Middelstum vroeger rijk was en heeft het voornemen om dit later te publiceren. Niet alleen de zaken die op het thema van deze dag betrekking hebben maar ook ander fotomateriaal en verhalen zijn van harte welkom tijdens de inloopdag.
Openluchtmuseum Het Hoogeland Warffum Olielicht in de Openlucht 22 en 23 december De huisjes en tuinen van Openluchtmuseum Het Hoogeland worden op 22 en 23 december verlicht met olielampen, kaarslicht, gasverlichting en vuurkorven. Proef de sfeer van vroeger en laat u verleiden door warmte, winterkost, maanlicht en muziek. Het evenement vindt plaats van 17.00 uur tot 21.00 uur. De entree is € 6,- p.p. voor volwassenen en € 2,- p.p. voor kinderen (6-11 jaar.). De bibliotheek- of Vrouwen van Nu-pas geeft recht op korting. Donateurs, Museumjaarkaarthouders en kinderen t/m 5 jaar hebben vrij entree. Zie ook de website: www.hethoogeland.com of facebook: www.facebook.com/HetHoogeland voor meer informatie.
23
k Colofon Oud en nieuw Jaargang 2, nummer 4, december 2015 ISSN 24-05-8270 Redactie: Thea Pol, Roely Klok Wilt u reageren of heeft u kopij:
[email protected] Aan dit nummer werkten mee: Lenny Bulthuis, Albert Gramsbergen, Albert Hazelhoff, Jakob Loer, Ida Stamhuis, Willem van Wijnen, Henk de Vries Foto’s omslag: Elmer Spaargaren Kloostermuseum Sint Bernardushof Aduard Vormgevingsconcept en lay-out: www.gerarddevries.nl Erfgoed inzicht is het digitale tijdschrift van Erfgoedpartners, en verschijnt in de maanden maart, juni, september en december. Erfgoedpartners Lopende Diep 8 9712 NW Groningen (050) 313 00 52
www.erfgoedpartners.nl
24