Erfgoed
inzicht
Kinderen over de vloer Nummer 2|2014 In dit nummer: PAGINA 2 >>
Woord vooraf PAGINA 3 >>
Ontdek het verleden in Museum Wierdenland PAGINA 6 >>
Oktobermaand Kindermaand PAGINA 7 >>
Orgels in Groningerland PAGINA 10 >>
Organist Sietze de Vries over kinderen en (kerk)orgels PAGINA 12 >>
Kinderen ingelijst PAGINA 15 >>
Domies Toen Pieterburen en Visserij Museum Zoutkamp PAGINA 18 >>
Agenda Uitgave van Erfgoedpartners
P
k
Woord vooraf
REDACTIE ERFGOEDPARTNERS
Kinderen over de vloer is het thema van het tweede nummer van Erfgoed in Zicht. Kinderen zijn enthousiaste bezoekers die we warm willen maken voor ons erfgoed. We hopen dat ze vaak terugkomen, met hun ouders, klasgenootjes en … Kinderactiviteiten, erfgoededucatie, bijzondere objecten en een spannende omgeving, er zijn veel manieren om kinderen te interesseren voor uw instelling. In dit nummer kunt u met verschillende vormen van (erfgoed)educatie kennis maken. De artikelen belichten zowel projecten voor de kinderen van nu maar stellen u ook voor aan enkele kinderen die in een museum ‘wonen’. Wij wensen u veel leesplezier.
2
k TEKST: THEA POL EN BENOÎT MATER / FOTO’S: ELMER SPAARGAREN
Ontdek het verleden in Museum Wierdenland
In januari 2013 is de vaste presentatie van het Museum Wierdenland opnieuw ingericht. Het thema ‘landschap’ toont hoe de natuur van het waddenkustgebied is gekoloniseerd door de mens en is veranderd in een cultuurlandschap met wierden. In de ‘Ezinge zaal’ is de geschiedenis te zien van de commerciële en de archeologische opgravingen in de wierde rond 1930 onder leiding van de archeoloog Albert Egges van Giffen. Aan de hand van een aantal subthema’s wordt getoond hoe de mensen in de prehistorie op de wierde hebben geleefd. De ‘wierdenzaal’ toont aan de hand van archeologische vondsten uiteenlopende verhalen van verschillende wierden. Benoît: “Het museum heeft de ambitie uit te groeien van een lokaal museum naar een regionaal centrum met drie inhoudelijke speerpunten, namelijk het natuurlijke landschap, de inrichting van het (historisch) cultuurlandschap én het gebruik van het wierdenlandschap door de mens door de eeuwen heen. Daar valt ook de beleving van het wierdenlandschap bij, door middel van kunsttentoonstellingen willen we het erfgoed van het wierdenlandschap op een andere manier belichten.”
Visie op educatie
Benoît Mater (1972) neemt half oktober afscheid als directeur van Museum Wierdenland, een goed moment om terug te blikken en vooruit te kijken. Omdat Erfgoed in Zicht deze keer ‘Kinderen over de vloer’ als onderwerp heeft, ligt de nadruk van dit artikel op de erfgoededucatie in het museum. Benoît studeerde archeologie aan de Rijksuniversiteit Leiden en promoveerde aan de Vrije Universiteit. Ze wordt conservator archeologie en geschiedenis van het Limburgs Museum.
Het museum wil volwassenen en kinderen vanuit verrassende invalshoeken op een andere manier naar erfgoed en landschap laten kijken. Bezoekers kunnen bijvoorbeeld kiezen uit een reeks aan educatieve diensten. Benoît: “Het museum wil zijn bezoekers een inhoudelijke verdieping bieden. Doel is volwassenen en kinderen te inspireren. Daartoe wordt naast de presentaties een reeks aan educatieve diensten aangeboden. Per tentoonstelling en aansluitend op vakantieperiodes en landelijke evenementen, zoals de Maand van de Geschiedenis, Museumweekend of Oktobermaand Kindermaand, worden diverse thematische activiteiten en evenementen georganiseerd. Daarnaast organiseren we voor volwassenen cursussen, lezingen, workshops en excursies over het landschap en het erfgoed. Het museum is namelijk het startpunt van waaruit het landschap is te verkennen,
3
k Vanaf de vroege IJzertijd (circa 6e eeuw voor Christus) trokken mensen langs de Waddenkust het kweldergebied in. Het was aantrekkelijk weidegebied voor hun vee. De boeren gingen op de hoger gelegen delen wonen om zich te beschermen tegen overstromingen. Bovendien verhoogden ze hun woonplaatsen, zo ontstonden de wierden en terpen. Deze wierden zijn soms wel meer dan 2500 jaar lang bewoond. Het zijn heuse schatbergen, een rijk bodemarchief waarin veel spullen eeuwenlang goed zijn bewaard.
te voet, per fiets, met een bus, individueel met een folder, of gezamenlijk met een landschapsgids. Museum Wierdenland wil zich ook speciaal inzetten voor de doelgroep schoolkinderen. Voor hen worden verschillende activiteiten georganiseerd. Het is fantastisch dat we dit najaar kunnen starten met het project ‘Terpen en Wierden in Ontwikkeling’ dat onder andere door het Waddenfonds is gehonoreerd en waar we met de partners Rijksuniversiteit Groningen en Landschapsbeheer Friesland en Landschapsbeheer Groningen een educatieve rol gaan spelen in beide provincies om het unieke verhaal van de terpen en wierden zowel binnen als buiten het museum uit te dragen.”
De kist van Kasper Gidsen begeleiden klassen van het basisonderwijs en voortgezet onderwijs tijdens hun museumbezoek en eventueel tijdens een bezoek aan het wierdendorp Ezinge. ‘Wierdenland’ beschikt ook over eigen lesaanbod. ‘De kist van Kasper’ is ontwikkeld in samenwerking met Kunststation C, het Museumhuis Groningen en het onderwijs in het kader van de erfgoededucatietrajecten. (zie ook het artikel op pagina 15) ‘De kist van Kasper’ is een educatief programma over professor Albert Egges van Giffen, zijn opgraving van de wierde van Ezinge, wat hij daar gevonden heeft en wat we daardoor over het leven op de wierde weten. ‘De kist van Kasper’ bestaat uit twee delen, een quiz ter voorbereiding op het museumbezoek en het bezoek aan het museum en de wierde. Voor individuele bezoekertjes worden tijdens weekenden en vakanties workshops georganiseerd. Elke derde zondag van de maand is een educatieve medewerker aanwezig op de kinderafdeling om activiteiten met kinderen te ondernemen. Ook worden colleges gegeven
4
k met een leuk, gek, bijzonder of interessant onderwerp zoals ‘Hoe kun je de aardbodem lezen’ of ‘Droge voeten in Groningen?!?’. De sprekers zijn wetenschappers uit de academische wereld of experts uit het vakgebied. Op onze website www.wierdenland.nl is het actuele aanbod van activiteiten te raadplegen.
Ontdek het verleden! In juli 2013 werd de herinrichting voltooid met een nieuwe kinderafdeling ‘Ontdek het verleden!’ waar kinderen van 6 tot 12 jaar het leven op een wierde in diverse historische periodes spelenderwijs kunnen ontdekken. De tentoonstelling bestaat uit 12 diepe kasten met een aantal doe-activiteiten waarmee kinderen leren hoe (gebruiks)voorwerpen in de IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen werden gemaakt. Benoît: “Door de afdeling ‘Ontdek het verleden!’ komen kinderen erachter wat een archeoloog eigenlijk doet, namelijk het leven in vroegere tijden via allerlei vondsten reconstrueren. Dat roept natuurlijk vragen op als hoe werd een bepaald voorwerp gemaakt en waarvoor is het gebruikt? “
Museum Wierdenland Van Swinderenweg 10 9891AD Ezinge www.wierdenland.nl
[email protected] (0594) 62 15 24 dinsdag tot en met vrijdag 10:00 -17:00 uur; zaterdag en zondag: 13:00 -17:00 uur
Kinderen worden welkom geheten door een moderne jongen die hen door middel van een tekstbord aanspreekt met: “Hallo, jij ziet er goed uit. Jouw spullen heb je vast gekocht in een kledingzaak, schoenenwinkel of warenhuis. Vroeger maakte je je spullen allemaal zelf, in de IJzertijd thuis bij je moeder of in de Middeleeuwen als leerling bij een ambachtsman. Echte oude voorwerpen van wel honderden jaren oud kan je in dit museum zien. Hoe ze gemaakt of gebruikt werden, dat kan je hier zelf ontdekken. En dat is niet altijd even gemakkelijk!”. Drie kinderen geïllustreerd in kledij van hun eigen periode, introduceren hun eigen tijd. Het meisje uit de IJzertijd meldt bijvoorbeeld, dat een huishouden in die tijd zelfvoorzienend was. Aan voedsel kwam men vooral door akkerbouw en veeteelt. Om kleding te maken werden plantaardige vezels (netel of vlas) en dierlijke vezels (wol) tot draden gesponnen met een spintol. Op staande weefgetouwen weefde men hiervan linnen en wollen kledingstukken. Een vergelijkbare techniek werd gebruikt bij het vlechten van wanden, mandjes en fuiken.
Informatie en reserveringen voor groepen via
[email protected]
5
k
TEKST: THEA POL
Oktobermaand Kindermaand Kinderen van 4 tot en met 12 jaar en hun begeleiders kunnen op alle zaterdagen en zondagen in oktober weer terecht in heel veel erfgoedinstellingen in Groningen. Er staat een keur aan creatieve en spannende activiteiten op het programma. Na de Burgemeestersactie op 17 september, als Oktobermaand Kindermaand officieel van start gaat, zijn alle activiteiten te vinden op www.kindermaand.nl.
Gevarieerd aanbod
Foto Groninger Museum
Door Oktobermaand Kindermaand komen kinderen op een laagdrempelige manier in aanraking met erfgoedinstellingen zoals de Borg Verhildersum, waar je kennis kunt maken met het eten in de negentiende eeuw. Anna van der Molen coördineert namens Erfgoedpartners het project in de provincie Groningen. “Voor kinderen die liever niet stilzitten, zijn er ook doe-activiteiten. Zo doen bijvoorbeeld een dansschool en de Jonge Onderzoekers mee en kun je een paddenstoelentocht volgen. Waar we op letten is een groot en breed aanbod. Als ik zie dat er ‘gaten’ zijn, probeer ik die te vullen door bepaalde instellingen actief te benaderen. Het NNO (Noord-Nederlands Orkest) doet dit jaar voor het eerst mee met een kleuterprogramma. Oktobermaand Kindermaand is een buitenschoolse activiteit maar voor de promotie van het evenement maken we graag gebruik van de scholen. We hebben een speciale kaart laten maken en die wordt uitgedeeld op de scholen. Deze kaart is voorzien van een Youtube promotiefilmpje Wij hopen dat, door speciale activiteiten aan te bieden, die bovendien voor de kinderen gratis zijn, ouders (of andere volwassenen) worden gestimuleerd met hun kinderen instellingen te bezoeken.
6
k Kinderen met een beperking “Dit jaar hopen we ook te bereiken dat kinderen met een beperking mee (gaan) doen. Zo kunnen ze een muziekles volgen in Hoogezand en ook ‘Vrijdag’ (de nieuwe naam van het Kunstencentrum en Muziekschool) in Groningen komt mogelijk met een programma en wordt er een doventolk ingezet. Oktobermaand Kindermaand heeft een duidelijke meerwaarde voor organisaties: het biedt een kans op promotie en je geeft je visitekaartje af. En als het goed is hebben de kinderen niet alleen genoten en een leuke ervaring gehad maar komen ze nog eens terug!”
Burgemeestersactie Anna van der Molen coördineert sinds 2013 voor Erfgoedpartners de activiteiten van Oktobermaand Kindermaand in de provincie Groningen. En die werkzaamheden zijn divers: instellingen, gemeenten en scholen bellen of zij (weer) mee willen doen, nieuwe instellingen interesseren voor deelname, de officiële start voor de scholen (Burgemeestersactie) en die voor de instellingen organiseren, een flyer of kaart laten maken en daartoe contacten onderhouden met de vormgeefster. Veel instellingen bieden zich tegenwoordig aan, ze kennen het project bijvoorbeeld uit de Erfgoedloper of van collegainstellingen. “Ze doen mee omdat ze iets voor kinderen willen doen”, weet Anna. “En het aardige is, dat je al mee kunt doen met een kleinschalige activiteit, zoals een kijkje achter de schermen. Het hoeft niet ingewikkeld te zijn. Sommige instellingen maken een speciale activiteit, die ieder weekeinde van oktober wordt aangeboden, maar een activiteit van één dag mag ook.”
Oktobermaand Kindermaand gaat traditiegetrouw op de derde woensdag in oktober van start met de zogenaamde Burgemeestersactie. Dit jaar is dat op woensdag 17 september. De burgemeesters (in een enkel geval een wethouder) bezoeken een school in hun gemeente en doen met de leerlingen een activiteit. Net als vorig jaar zal dat zijn het samen zingen van een Groningstalig lied. Er is ook een centrale opening voor de scholen. Deze opening is deze keer in de Jacobikerk in Uithuizen waar zich ‘één van ‘s werelds meest authentieke nog bestaande Schnitger-orgels’ bevindt. Daarom in het volgende artikel aandacht voor dit orgel, zijn bouwer en organist Sietze de Vries, die een rol vervult bij de centrale opening.
EBEL POL, BESTUURSLID VAN STICHTING GRONINGEN ORGELLAND
Orgels in Groningerland Schnitger zet de (nieuwe) toon Groningen kent een geweldig bestand van orgels en orgelfronten uit zes eeuwen en is daarmee, met het aangrenzende Noord-Duitse laagland, ook veruit de rijkste orgellandstreek ter wereld! Het oudste bespeelbare instrument is het orgel van Krewerd: het dateert uit 1531en bij de bouw zijn nog oudere delen gebruikt. Orgels waren toen nog grove instrumenten en werden voornamelijk als begeleidingsinstrument gebruikt. De Renaissancetijd brengt vele verbeteringen van het orgel. Een beter mechaniek maakt meerstemming spel mogelijk. Ook met de Reformatie, in de overgang naar de protestantse eredienst (1594 in Groningen), was in de sobere liturgie van de eredienst van toen, aan het orgel aanvankelijk geen rol toebedeeld. Een voorzanger moest de gemeente ‘meetrekken’ in het gezang. Het orgelspel bleef doorgaans beperkt tot enkele improvisaties na de dienst. In de eerste helft van de17e eeuw echter werd ‘in Holland’ geprobeerd het orgel toch als begeleidingsinstrument van de gemeentezang te laten klinken, nadat dit overigens in de stad Groningen (Martinikerk, 1628) was beluisterd. In Groningen had het orgel als
7
k zodanig dus al zeker een plaats verkregen. Wat volgde was een rijke tijd voor de orgelbouwers. Nieuwe orgels werden gebouwd, in de dorpskerken vaak door makers uit de omgeving. En ook voor vele stadskerken in ons land werden door de stadsbesturen, als gold het statussymbolen, opdrachten gegeven tot de bouw van nieuwe en nog grotere instrumenten. Nieuwe speelwijzen droegen bij aan de ontwikkeling van de klankmogelijkheden van de instrumenten, groter van omvang en gevarieerder van klank. Een werkelijke ommekeer in Groningen kwam met de komst van Arp Schnitger (1648-1719). De orgels van zijn hand verschilden aanmerkelijk van die van zijn voorgangers.
Arp Schnitger De jonge Arp, geboren in een kleine buurtschap in het Westermarschgebied boven Oldenburg (D), was voorbestemd om in de familietraditie het meubelmakersvak in te gaan. Maar mijmerend over het brede water van de Wesermonding heeft hij zijn toekomst anders bepaald. Zijn ongetwijfeld ook muzikale talent bracht hem op het spoor van het orgelmaken en hij heeft, als leerling in de orgelmakerij van zijn oom, zich in deze discipline bekwaamd. Nadat hij, nog als gezel, na de dood van zijn leermeester zeer tot tevredenheid van de opdrachtgevers de bouw van een groot instrument voltooide, was zijn naam voorgoed gevestigd. Arp begon als een nog jonge ondernemer in de grote stad Hamburg voor zichzelf, verwierf diverse belangrijke nieuw- en ombouwopdrachten en maakte faam. Gedragen door aanbevelingen en de goede contacten met de opdrachtgevers (regenten, landadel en stadsbesturen) en zeker ook door de geest van de tijd werd het druk in zijn orgelmakersatelier. In de bloei van zijn ondernemerschap, Arp was nog maar 43 jaar oud, kwam hij voor het eerst naar Nederland, naar Groningen, om aldaar aan het orgel van de Martinikerk te werken. Als een zelfbewuste ondernemer, vakman die ook de ‘taal van het gebied sprak’, want zelf afkomstig uit het platduutse laagland, maakte hij snel contacten. Mede ook door de goedgunstigheid van de Groningse landjonkerfamilies stroomden ook hier vele opdrachten binnen. In een kort aantal opeenvolgende jaren plaatste hij een
Schnitger orgel in de kerk in Noordbroek Schnitger orgel in de Martinikerk te Groningen.
8
k Orgelelfjes voor het Arp Schnitgerorgel in de Jacobikerk in Uithuizen
indrukwekkende reeks instrumenten in het Groningerland. En dan te bedenken dat behalve voor Duitsland en Nederland Schnitger tevens instrumenten maakte voor vele landen in Europa en zelfs voor Brazilië! Ongekend, van wereldfaam. Denk eens in hoe dat in de toenmalige tijd, zo rond 1700, moet zijn geweest. Opdrachten verwerven, ontwerpen maken en doorspreken, offertes overleggen, contacten leggen met plaatselijke handwerklieden voor de uitvoering, de bouw, het transport van de orgelpijpen en de oplevering. Een industrieel bedrijf, een multinational, dat alleen door een zeer efficiënte vorm van productie, zakelijk inzicht, een uitstekend gevoel voor de muzikale opvattingen en behoeften in zijn tijd, en nauwkeurige planning en standaardisering van maatvoering van zijn werk en een uitstekend ingericht knechten- en leerlingenstelsel werk van hoog niveau kon afleveren. De goede inzet van Arp Schnitger werd voortgezet en verder ontwikkeld door zijn beide zoons die zich in Groningen vestigden. Ook hun navolgers hebben grote invloed gehad op de Nederlandse orgelbouw.
De Jacobikerk in Uithuizen Midden in de kern van Uithuizen staat een dorpskerk die stamt uit het midden van de 13e eeuw. De rijke landbouwgronden brachten voorspoed, de bevolking groeide en de (Jacobi)kerk werd vergroot en kreeg in opdracht van de landjonkers van de nabijgelegen Menkemaborg een steeds rijker interieur waarvan zij een groot deel van de kosten betaalden. De kerk kreeg daarmee het karakter van een privé-hofkapel. Arp Schnitger ontving in april 1699 de opdracht een nieuw orgel te bouwen, direct gevolgd door de opdracht aan Allert Meijer voor de bouw van het orgelbalkon en de orgelkast. Het lof- en snijwerk is wel zeker gemaakt door de onderaannemer Jan Jansz. de Rijk. Het instrument kwam in 1700/1701 gereed overigens niet zonder verzuchting van Schnitger dat hij aan dit orgel, dat destijds het grootste dorpsorgel in Noord-Nederland
9
k was, maar weinig verdiend heeft omdat zijn knechts (‘’schelmen en dagdieven’’) wel erg veel verteerden. Het orgel van de Jacobikerk is in de navolgende eeuwen, ondanks alle aanpassingen in de tijd, goed bewaard gebleven en gold daardoor bij de laatste restauratie niet alleen als belangrijke ‘onderzoeksbron’ van de ontwerpkunde en de werkwijze van Schnitger maar wordt daarmee ook gezien als één van ‘s werelds meest authentieke nog bestaande Schnitger-orgels. De band met de Menkemaborg is zichtbaar in de rouwborden en de imposante herenbank, die hoger geplaatst is dan de preekstoel. Hier namen leden van de jonkerfamilie plaats. Organist Sietze de Vries is goed bekend met kerk en orgel. “Ik studeer hier iedere dinsdag en laat dan bewust de buitendeur open.”
THEA POL / FOTO’S ANJO DE HAAN (SIETZE DE VRIES); ORGELELFJES UIT COLLECTIE SIETZE DE VRIES
Organist Sietze de Vries over kinderen en (kerk)orgels Organist Sietze de Vries schreef in 2001 het sprookje ‘Pijpen zoeken met Piet Prestant’ om kinderen vertrouwd te maken met orgels. “Ik merkte dat orgels, vooral onder oudere generaties, een slecht imago hebben. Dat heeft voornamelijk te maken met hun negatieve ervaringen met de kerk. Kinderen, die vaak niet meer in een kerk komen, hebben daar geen last van. Zij reageren zonder uitzondering enthousiast op het sprookje van Piet Prestant. Het orgel maakt indruk: het is het grootste instrument ter wereld en kan toch zowel heel zacht als heel hard klinken. Het programma voer ik altijd uit via scholen omdat ik vind dat het onderdeel van het lesprogramma moet zijn en het onder schooltijd moet worden uitgevoerd. Dan bereik je alle kinderen en niet alleen de kinderen van wie de ouders toch al interesse hadden. Af en toe ga ik ook naar een school toe en neem dan een echt werkend orgel-model mee om het aanschouwelijk te maken. Ik improviseer altijd bij het sprookje en dus kan de uitvoering per keer verschillen. Een en ander hangt natuurlijk van de mogelijkheden van het orgel af. Wel verwerk ik meestal voor kinderen bekende liedjes. Ik let er op dat het programma zoveel mogelijk in een historisch gebouw en met een historisch orgel wordt uitgevoerd.“
Statussymbool Het orgel dat de borgheren lieten bouwen door een gerenommeerde orgelbouwer, was voor hen een statussymbool. “Aan de andere kant genoot wel iedereen daarvan.” Hoewel Schnitger een groot deel van het werk in Uithuizen liet uitvoeren door zijn twee meesterknechten, had hij wel een goed concept. “Schnitger leverde kwaliteit en was daarbij ook nog eens efficiënter en daardoor goedkoper dan de meeste regionale orgelbouwers en bovendien een echte handelsman. Dat de provincie Groningen nog zoveel prachtige orgels heeft komt omdat, anders dan in Friesland, veel gereformeerde kerken die ontstonden door de Afscheiding, nieuwe orgels lieten bouwen. Hervormde kerken, die veel leden zagen vertrekken naar de gereformeerde kerken, hadden domweg het geld niet om een nieuw orgel te laten bouwen. Door geldgebrek zijn dus al deze prachtige orgels bewaard gebleven.” Sietze beaamt dat het onderhoud van het
10
k orgel een punt van zorg is. “Een orgel bespelen komt ten goede aan het instrument. Veel kerken worden echter minder of helemaal niet gebruikt en dat heeft invloed op de conditie van het orgel. Jonge mensen interesseren voor het vak van organist is daarom van belang, maar feit is wel dat al mijn leerlingen afkomstig zijn uit de ‘zwaardere’ kerken. Promotie, het creëren van een positieve naam, is daarom essentieel. Het komt ten goede aan het behoud van dat prachtige erfgoed, dat wereldwijd bekend is en dat waard is om te bewaren voor het nageslacht.”
Belangstelling? Behalve de organist zijn bij de uitvoering van ‘Piet Prestant’ ook een verteller en twee orgelelfjes aanwezig.
Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met Sietze de Vries, (0594) 503 441 of e-mail
[email protected] Informatie is te vinden op www.groningenorgelland.nl en www.sietzedevries.nl. Uitgebreide klankdemonstratie van Uithuizen: http://www.sietzedevries.nl/multimedia/pronkjuwelen-in-stad-en-ommeland-1/
Het orgel van Uithuizen met uitleg over Piet Prestant erbij: http://www.youtube.com/watch?v=uWRe_gZl0f4
11
k
Kinderen ingelijst Tegenwoordig worden kinderen vaak ‘vereeuwigd’. In vroeger eeuwen was dat wel anders. Zelfs van onze (over)grootouders zijn meestal geen kinderfoto’s gemaakt: alleen welgestelden waren doorgaans in staat hun kinderen te laten afbeelden. In musea vind je van sommige van deze kinderen portretten. Voor dit artikel hebben enkele musea een keus uit hun collectie gedaan.
TEKST: STEVEN KOLSTEREN / FOTO’S: GRONINGER MUSEUM
Groninger Museum Groningen Annemarie Busschers (Den Bosch 1970), Rutger III, 2008 Potlood, pastel en olieverf op Japans papier Dit portret is niet alleen buitengewoon knap getekend, het vertelt ook het verhaal van een eigentijdse Groningse jongen. Hij is de zoon van de kunstenares, die in 1996 afstudeerde aan Academie Minerva in Groningen en woont en werkt in Ten Boer. Zoals de titel doet vermoeden, is Rutger III onderdeel van een reeks. Annemarie Busschers heeft de zesjarige Rutger bij dit portret een wat oudere uitdrukking gegeven. Hij is hier afgebeeld als een stoere voetballer tegen een groene achtergrond. Volgens ingewijde bronnen is het geïnspireerd door een voetbalplaatjes-spaaractie van een bekende supermarktketen. Deze potloodtekening is in de manier van portretteren en met het grote formaat een zelfbewust antwoord op de manier waarop sporthelden afgebeeld worden. De oranje inleg in de lijst is een knipoog naar de Nederlandse voetbalgekte. Of later ook foto’s van Rutger in supermarkten zullen worden verzameld weten we nu nog niet. En de zeepbel? Ook geïdealiseerd. Er is discussie of deze, zoals op vele 17de eeuwse schilderijen, op vergankelijkheid wijst. Of gewoon een mooie zeepbel was.
12
Michaël Sweerts, Jongenshoofdje We zien een jongetje dat een zeepbel met de ogen volgt. Alle nadruk ligt op dit kleine gebaar, een verstild moment. Wie is die jongen? Dat weten we niet, maar hoeven we ook niet te weten. Het is namelijk geen portret, maar een zogenaamde tronie. Een geïdealiseerde verbeelding van een jongetje. De schilder Michael Sweerts maakte er een stuk of twaalf. Eigenlijk is hij vooral door die werken beroemd. Hij werd geboren in Brussel, maar werkte rond 1650 in Rome. Zijn gevoelige jongenshoofdjes hadden veel invloed in de Nederlandse schilderkunst van de Gouden Eeuw. Je kunt ze vergelijken met Vermeers Meisje met de parel, bijvoorbeeld.
k
TEKST: IRIS BIERENBROODSPOT / FOTO’S: MUSEUM NIENOORD
Museum Nienoord Leek Bram en Anneke van Panhuys vertellen zelf hun verhaal.
Bram (1894-1960) “Mijn naam is Bram van Panhuys. Ik woon met mijn ouders en mijn zusje Anneke in Leek in een huis dat ‘Klein Nienoord’ heet. Vlakbij wonen grootvader en grootmoeder, zij wonen in de borg op het landgoed Nienoord. Ik ben net als mijn vader Hobbe en mijn grootvader Æmilius, een jonkheer: jonkheer Van Panhuys. Mijn kleine zusje is jonkvrouw! Maar iedereen noemt ons jonker en freule. Mijn grootvader is een belangrijk man. Hij is burgemeester van Groningen geweest, Commissaris des Konings van Groningen, Commissaris der Koningin van Overijssel en Vicepresident van de Raad van State. Dat klinkt allemaal heel deftig, maar mijn grootvader en grootmoeder zijn de aardigste grootouders van het hele dorp, misschien zelfs wel van de hele provincie!”
Anneke (1901-1978) “Toen ik 6 jaar oud was, zijn mijn ouders en grootouders overleden. Mijn vader en moeder gingen naar Groningen om daar te dineren bij de burgemeester van Groningen. Mijn grootvader en grootmoeder waren al in Groningen en ze zouden met zijn vieren met de koets weer terug rijden. Door de dichte mist reed de koetsier bij Hoogkerk het Hoendiep in. Mijn ouders, grootouders en de knecht zijn omgekomen. Bram en ik moesten daarom van Leek naar Wassenaar verhuizen, waar we bij onze tante Ernestine van Panhuys gingen wonen. Veel later hoorde ik dat ons huis is omgebouwd tot gemeentehuis van Leek. En de borg waar mijn grootouders woonden werd in 1958 een museum: het Nationaal Rijtuigmuseum.” Bram van Panhuys met zijn opa Æmilius van Panhuys
13
k
TEKST: IDA STAMHUIS / FOTO: GRONINGER MUSEUM
Menkemaborg Uithuizen Vier kinderen Lewe van Nijenstein in de bokkenwagen. Otto Eerelman, 1868, pastel Collectie Groninger Museum, aanwezig in de Menkemaborg
Cateau en de koning In 1902 overlijdt Gerhard Alberda van Menkema en Dijksterhuis en zijn beide borgen, zijn stadshuis en al zijn goederen werden geërfd door de kinderen van zijn, in 1891 overleden, zuster Elisabeth Anna. Zij was getrouwd met Jean Francois Lewe van Nijenstein. In 1868 lieten ze de vier oudste kinderen door Otto Eerelman vereeuwigen: van links naar rechts Gerhard (1857-1925), Unico Evert (1863-1936), Johanna Catharina (Cateau) (1861-1943) en Jan Ernst (1866-1930). Cateau kan zich in 1936 nog herinneren, dat ze bij het bezoek van Koning Willem III aan haar oom Gerhard op de Menkemaborg in mei 1873, ook mee aan tafel mocht zitten, omdat ‘men vreesde, dat de Koning niet hield van het getal 13’. Ze was toen 12 jaar en heeft een vers opgezegd en een boeket aan de koning gegeven.
14
k
THEA POL / FOTO’S HERMAN BINK EN ANDEREN
Domies Toen Pieterburen en het Visserijmuseum Zoutkamp centraal in twee erfgoededucatieprojecten
Domies Toen in Pieterburen en het Visserijmuseum in Zoutkamp zijn twee van de erfgoedinstellingen die meedoen aan het erfgoededucatietraject voor de gemeente De Marne. Domies Toen (de tuin van de dominee), in combinatie met de naastgelegen Petruskerk en Buitenplaats Noordkust van het Groninger Landschap, zijn onderdeel van het project ‘De Kerstvloed van 1717 herzien’. In ‘Missie Zoutkamp’ maken kinderen in het Visserijmuseum kennis met het vissersleven in Zoutkamp in vroeger tijden.
De Kerstvloed van 1717 herzien Kinderen uit de groepen 7 en 8 leren welke enorme gevolgen de vloed had en welke rol het water aan de waddenkust en voor Pieterburen had. Niet alleen veranderde het landschap en verdwenen gebouwen, maar ook vonden veel mensen en vee de dood. De vloed was zeer ingrijpend in het leven van de mensen van bijna driehonderd jaar geleden. Na een voorbereidende les op school gaan de kinderen op pad. Zij brengen een bezoek aan de kerk en de tuin en gaan naar de kwelder, de kolk en de dijk in Pieterburen. Eén van de erfgoedinstellingen, die onderdeel is van ‘De Kerstvloed van 1717 herzien’, is Domies Toen. Nienke Reeder, bij de totstandkoming van dit project de coördinator van Domies Toen, is duidelijk: “We wilden graag meedoen. Er was in de tuin wel materiaal
15
k Het tuinhuisje uit 1710 overleefde de vloed
Ooit had de kerk van Pieterburen een losse toren
over natuureducatie maar we misten het element erfgoed. De tuin van de dominee is onderdeel van een groter geheel waar de kerk, de pastorie en het tuinhuisje uit 1710 een rol in vervulden. De tuin is de verbinding tussen het erfgoed en het landschap. De scholen reageerden super-enthousiast op het project, vooral doordat het praktisch uitvoerbaar is en de geschiedenis zichtbaar maakt. De leerlingen worden zich bewust van hun eigen omgeving en zien bijvoorbeeld dat de zee invloed heeft op ons leven. Dat dwingt ze ook om na te denken over bijvoorbeeld of een dijk verhoogd moet worden of niet. Voor mij was de meerwaarde van dit project dat het een historisch verhaal vertelt, dat het bredere verbanden legt en dat het naar het nu wordt getrokken. Bovendien heb ik de constructieve samenwerking met alle partners als heel waardevol ervaren.”
De erfgoedjuf en de erfgoedmeester
Missie Zoutkamp In het Visserijmuseum maken kinderen van de groepen 5 en 6 in het project ‘Missie Zoutkamp’ kennis met de geschiedenis van Zoutkamp. Zo leren zij over het vissersleven in het dorp, dat na de afsluiting van de Lauwerszee in 1969 grotendeels verdwenen is, en over de zee en de gevaren daarvan.
Dik Kootstra en Alexandra Koning werden als erfgoeddocent bij ‘De Kerstvloed’, dat werd gecoördineerd door Jolijn Peters, betrokken. De opdracht luidde om informatie te verzamelen aan de hand waarvan tekenaar Monique Beijer een 3D-kaart kon maken. De kaart is een onderdeel van het lespakket. Dik: “Wij moesten de informatie structureren zodat Monique aan de slag kon. Een historische kaart uit ongeveer 1850 was daarbij ons uitgangspunt. We hebben onderzocht welke gebouwen er rond 1720 in Pieterburen stonden. Dat betekende veel archief- en literatuuronderzoek. Alexandra vult aan: “Vragen als ‘wat is een kwelder, wat is een polder, wat waren de gevolgen van de ramp’ moesten op de kaart zichtbaar worden. Wij zijn op zoek gegaan naar oude afbeeldingen van de kerk en pastorie, de molen en dergelijke. Uit onze speurtocht bleek bijvoorbeeld dat er ooit een losse toren bij de kerk stond. Met de gevonden informatie maak je het plaatje compleet. De kaart moet de leerlingen een beeld geven van Pieterburen en omgeving in de vroege achttiende eeuw. Na de vloed was de helft van het dorp verdwenen. Dat doet iets met een gemeenschap. Het dorpje Wierhuizen, in de buurt van Pieterburen, werd zelfs volledig door de vloed van de kaart geveegd. Vandaag de dag herinnert de begraafplaats nog aan de ligging van de kerk, die door de vloed onherstelbare schade opliep en werd afgebroken.” Dik: “Door dit project ben ik anders, bewuster naar de omgeving gaan kijken.” Alexandra: “Het voegt iets toe aan je belevingswereld, je snapt de achtergrond beter: het ontstaan van het landschap bijvoorbeeld.” Dik: “Dat is ook wat we de kinderen willen meegeven: de wereld is niet statisch maar het gevolg van het verleden.”
16
k Missie Zoutkamp
De hoofdrol in Missie Zoutkamp is voor een schip dat is vergaan. Het mysterie wordt in het museum opgelost. Om het verhaal begrijpelijk te maken is een filmpje gemaakt. Deze DVD wordt in school, voorafgaande aan het bezoek aan het museum, bekeken. In het museum moeten de kinderen zeven opdrachten uitvoeren en brengen ze een bezoek aan de visafslag. Ter afsluiting kunnen ze op school nog een tekening maken of het verhaal over het vergane schip ‘afschrijven’. Het project Erfgoedjuf en erfgoedmeester en de erfgoededucatietrajecten zijn mogelijk dankzij financiële steun van het samenwerkingsverband Cultuureducatie met Kwaliteit Groningen.
Voor ‘Missie Zoutkamp’ werkte Dik samen met Lidia Kooistra en Job Stelling. De erfgoedjuf- of meester is bij beide projecten een belangrijke schakel. Dik: “De praktijk leert, dat een docent het liefst een kant-en-klaar pakket heeft. Dat hebben wij ook bij de cursus erfgoedjuf en erfgoedmeester geleerd: ontzorg. Zorg ervoor dat het voor de docent weinig voorbereiding kost.” Bij de totstandkoming van ‘Missie Zoutkamp’ is nauw overleg geweest met Berend Zwart, voorzitter van het Visserijmuseum, met Koert Sterkenburg, een oud-schipper die als vrijwilliger regelmatig groepen (kinderen) in het museum rondleidt en met Frieda Buitjes. Voorzitter Zwart vertelt dat het museum al meedeed aan het project Erfgoedschatjes maar ook graag een eigen project wilde hebben. “De wens om ‘iets met kinderen’ te doen, lag al langer op tafel, daarom hebben we ook positief gereageerd op de vraag of we wilden aanhaken. Dankzij de erfgoeddocenten ligt er nu materiaal dat veel interactiever en speelser is dan wij tot dusver hadden. Dik: “Het ontwikkelde materiaal sluit nu beter aan bij de belevingswereld van 9 en 10 jarigen.” Zwart: “Voor de kinderen moet dit project een ontdekkingstocht worden. Ik ben heel erg van de verhalen, die het verleden verbinden met het heden. Het voordeel van ons museum is dat je overal aan mag komen. Mijn ervaring, als oud-hoofd van een basisschool, is dat kinderen vooral iets willen doen. Wat ik hoop is dat de kinderen enthousiast worden en dat ze later nog eens terugkomen.”
Meer over de erfgoededucatietrajecten: www.museumhuisgroningen.nl. Voor het erfgoededucatietraject “Tante van de tijd Leek” is een filmpje gemaakt: https://www.youtube.com/watch?v=Wt3quBHr9r0 In voorbereiding zijn o.a. projecten in de gemeenten Veendam, Stadskanaal en Pekela.
17
k
Agenda Voor deze agenda is een selectie gemaakt van de programma’s die tijdens Oktobermaand Kindermaand 2014 worden aangeboden. Het volledige overzicht met adresgegeven, data en dergelijke is vanaf 17 september te vinden op www.kindermaand.nl.
Groninger Museum Groningen Workshop 5 en 19 oktober: Maak je eigen familieservies Workshop 12 en 26 oktober: Pronkstuk!
Maak je eigen familieservies Geïnspireerd op het familiewapen met de eekhoorn dat op het servies van familie Sichterman te zien is, ontwerpen de kinderen een eigen familiewapen waarmee zij een echt bord gaan versieren.
Pronkstuk! Op een schilderij uit de Collectie zijn kinderen te zien met mooie kleren en bijzondere voorwerpen, ze pronken met deze rijkdom en symbolen van de jacht... In deze workshop maak je een eigen (familie)pronkstuk. Met verschillende materialen zorg je voor het allermooiste pronkstuk. Waar wil jij mee pronken? Wat past bij jouw en je familie? En hoe zorg je dat jouw pronkstuk opvalt? www.groningermuseum.nl
Het Behouden Blik Uithuizermeeden 4 en 5 oktober, 18 en 19 oktober, 26 oktober
Lang zal ze leven! We gaan een feestje vieren. Niet zo maar een feestje, maar een verjaardag zoals die in de jaren vijftig van de vorige eeuw gehouden werd. Eerst doen we de inkopen in de winkel van Sinkel, waarna we met de boodschappen iets lekkers klaarmaken zodat we de verjaardag kunnen vieren. Natuurlijk eten en drinken we het lekkers zelf op….. Er is plaats voor maximaal 8 kinderen per keer, dus reserveren is noodzakelijk: 06-36195458 of
[email protected] www.hetbehoudenblik.nl
Fraeylemaborg Slochteren 5, 12, 19 oktober en 26 oktober Verkleden als ridder of jonkvrouw en een speurtocht door de Fraeylemaborg, in het bospark een sprokkeltocht doen langs verstopte kluisjes in het bos. In elk kluisje zit een vraag of opdracht die gaat over de natuur of de historie van het park. Of op stelten lopen, hoepelen en croquet spelen. Voor elk wat wils. www.fraeylemaborg.nl
18
k Kerk van Leegkerk 12 oktober
Ilse Bos in de kerk van Leegkerk Een schrijver in de kerk! En wel Ilse Bos, schrijfster van het ontzettend kleurrijke en originele boek ‘Troep’, op zondag 12 oktober. Toevallig is dat ook de laatste dag van de Kinderboekenweek, met als thema ‘Feest’. Ilse vertelt over haar boek, leest voor en we praten over alle personages en gebeurtenissen. Natuurlijk gaan we ook aan de slag! We maken er samen een feestje van. www.blgroningen.nl
Oudheidkamer Fredewalda Tolbert 11, 18 en 25 oktober
Spelen en werken met Hedde en Gepke Twee boerenkinderen, Hedde en Gepke, wonen aan het begin van de twintigste eeuw in de Cazemier Boerderij in het dorp Tolbert. De bezoekende kinderen krijgen een schort voor of krijgen een kiel aan en stappen in het leven van Hedde en Gepke. Hoe werd er gewerkt en gespeeld op de boerderij, ongeveer een eeuw geleden. Ze maken een speurtocht in en om de boerderij en doen klusjes zoals wassen, wecken, de stal vegen, maar ook stoksnijden of slootje springen, een pijl en boog maken of touwvlechten. En wie zet de melkbussen bij de weg? www.fredewalda.nl
Kloostermuseum Aduard 12 en 19 oktober
Workshop geneesmiddelen maken Op zondag 12 oktober begint 13.30 uur de workshop geneesmiddelen maken zoals de monniken dat deden. Met de kruiden uit de kloostertuin maak je je eigen zalfje of drankje.
Workshop kalligraferen Op zondag 19 oktober is er een workshop kalligraferen. Je leert dan over de kunst van het boekverluchten: het heel mooi versieren van letters zoals men dat heel veel in de kloosters deed. www.kloostermuseumaduard.nl
19
k Colofon
Jaargang 1, nummer 2, september 2014 Redactie: Thea Pol, Roely Klok Wilt u reageren of heeft u kopij:
[email protected] Aan dit nummer werkten mee: Iris Bierenbroodspot, Alexandra Koning, Steven Kolsteren, Dik Kootstra, Benoît Mater, Anna van der Molen, Ebel Pol, Nienke Reeder, Ida Stamhuis, Sietze de Vries, Berend Zwart en de kinderen van groep 7/8 van samenwerkingsschool ‘Op Wier’ in Ezinge Foto’s omslag: Elmer Spaargaren Vormgevingsconcept en lay-out: www.gerarddevries.nl Erfgoed inzicht is het digitale tijdschrift van Erfgoedpartners, en verschijnt in de maanden maart, juni, september en december. Erfgoedpartners Lopende Diep 8 9712 NW Groningen (050) 313 00 52 www.erfgoedpartners.nl
P