Nr49 Maart 2012
Magazine van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
woord vooraf Het belooft een bruisende lente te worden voor het museum, dit jaar. Voor de jongsten krijgt Pasen een artistiek tintje, tijdens stages komen ze alles te weten over onze collecties. En na de kleurrijke ontdekkingstocht doorheen de Napoleontische tijd, aan de hand van de werken van Patrice Courcelle en aangevuld met een aantal opmerkelijke, onuitgegeven collectiestukken, onthult het Jubelpark nu de schatten die soldaten vroeger in hun zakken meedroegen, met de expo “Hebben en houden van de soldaat tussen leven en dood”, een tentoonstelling van onze Zweedse collega’s. Nog in het KLM en zeventig jaar na de feiten – de Slag om de Ardennen – is Augusta Chiwy, een vergeten Belgische heldin, of zeg maar de verpleegster waarvan men elk spoor bijster was, gehuldigd. Ze werd gedecoreerd met de Amerikaanse medaille voor humanitaire burgerverdienste.
Pagina 6 l
In de kijker… Het Museum groeit! Het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, in het Brusselse Jubelpark, beslaat ongeveer 40.000 m2. Zijn collectiestukken overlopen 12 eeuwen geschiedenis. Sinds 2004 is het Museum echter naar andere herinneringsoorden in België uitgezwermd. Eerst werd de Dodengang (1) opgewaardeerd, de laatste loopgravensite van de Eerste Wereldoorlog in Diksmuide. Daarna maakte het KLM werk van de herinrichting van een bunker uit de Koude Oorlog (2) en in maart 2010 werd daar een dynamische tentoonstelling ingehuldigd. Vervolgens was het de beurt aan een mythische episode in de Slag om de Ardennen, met de kelder van generaal McAuliffe in Bastenaken (3) (december 2010). Ten slotte werd de bakermat van de Belgische artillerie voor het voetlicht gebracht, met Gunfire (4) in Brasschaat (juni 2011). Een bezoek aan deze historische sites dringt zich op, want ze verhalen stuk voor stuk sleutelmomenten in onze geschiedenis.
1
2
3
4
DODENGANG IJzerdijk 65, 8600 Diksmuide
De Dodengang (Diksmuide) De hel van de soldaten in 1914-1918! In 1914 lanceert het Belgische leger meerdere aanvallen tegen machinegeweren die de Duitsers bovenop brandstoftanks langsheen de IJzer hebben geïnstalleerd. Elke poging loopt op een bloedbad uit. In uiterst moeilijke omstandigheden graven onze soldaten dan op enkele honderden meters van de vijandelijke stellingen loopgraven, in de richting van de brandstoftanks. Vermits er dagelijks ontelbare dodelij-
ke slachtoffers vallen, wordt de sector al gauw “Dodengang” genoemd. Duizenden soldaten leverden er gedurende vier lange jaren een vreselijke uitputtingsslag, vaak tot het ultieme offer, om onze vrijheden te verdedigen. Vandaag herbergt de site de laatste Belgische loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog. Bezoek het museum dat de strijd, het leven, het lijden en de dood van onze soldaten illustreert, alsook de panoramazaal en de loopgraven die op 100 meter van een Duitse bunker eindigen.
Openingsdagen en -uren Van 1 april tot 15 november: alle dagen van 10u00 tot 17u00 (laatste bezoek om 16u30) Van 16 november tot 30 maart : dinsdag en vrijdag van 9u30 tot 16u00 (laatste bezoek om 15u30) Gesloten: van 25 december tot 1 januari Duur van het bezoek: ongeveer 1 u 30 Gratis toegang Informatie en reservaties Dodengang: 32 (0)51 50.53.44 Dienst voor Toerisme, Diksmuide (voor geleide bezoeken): 32 (0)51 51.91.46 of
[email protected] Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis:
[email protected]
COMMANDOBUNKER KEMMEL Lettingstraat 64, 8950 Heuvelland Openingsdagen en -uren Dinsdag en zaterdag: van 10u00 tot 17u00 (laatste bezoek om 16u00) Donderdag: enkel voor schoolgroepen na afspraak Gesloten: van 25 december tot 1 januari Maximum aantal bezoekers: 49 personen in de bunker 25 personen per groep Duur van het bezoek: ongeveer 1u30
De Commandobunker (Kemmel) Herbeleef de Koude Oorlog! De bunker van de Kemmelberg wordt in het begin van de jaren vijftig gebouwd, als commandocentrum voor de luchtverdediging van vijf landen (België, Frankrijk, Groot-Brittannië, Luxemburg en Nederland). Wegens de realisatie van een geïntegreerd luchtverdedigingssysteem door de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) wordt het bouwwerk echter nooit voor zijn oorspronkelijke doel gebruikt.
In de jaren zestig wordt de bunker omgevormd tot het hoofdkwartier van de Generale Staf van de Belgische Strijdkrachten in geval van een conflict. Na de Koude Oorlog verliest de bunker zijn militaire nut. Deze uiterst geheime site, in zijn oorspronkelijke staat en perfect bewaard, getuigt van een halve eeuw spanningen tussen Oost en West. Aan de hand van foto’s, filmbeelden, objecten, uniformen en uitrustingsstukken dompelt de bunker ons vandaag opnieuw in de Koude Oorlog onder.
Tarief Individuele bezoekers: 3 € per persoon (jonger dan 26: 1 € – gratis voor kinderen jonger dan 7 jaar) Groepen: 2 € per persoon – reservatie en gids verplicht(50 € per groep van 25 deelnemers max.) Tickets: enkel te koop bij de VVV Heuvelland, Reningelststraat 11, 8950 Heuvelland Informatie en reservaties VVV Heuvelland : 32(0)57 45.04.55 of
[email protected] Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis:
[email protected]
Gunfire (Brasschaat) De bakermat van de Belgische artillerie Bezoek Gunfire: het interpretatie- en expertisecentrum voor artillerie op de site van het oudste Belgische schietveld. Grote, moderne loodsen huisvesten een breed gamma veld-, luchtdoel- en loopgravenartillerie in dienst bij het Belgische leger sinds 1830. Het patrimonium van een aantal ontbonden eenheden wordt er eveneens bewaard en tentoongesteld. Naast een didactische voorstelling van het pantserwapen is ook het lichte vliegwezen (de voormalige artilleriewaarneming vanuit de lucht) vertegenwoordigd.
GUNFIRE Kwartier West, Kapellei 59, 2930 Maria-ter-Heide (Brasschaat)
Begeleide bezoeken op aanvraag
Openingsdagen en -uren Dinsdag en donderdag van 13u00 tot 15u30 Groepen: van maandag tot vrijdag (reservatie 1 maand vooraf)
Informatie en reservaties 32 (0)3 630.26.51 of .52 ou
[email protected] (Gunfire) 32 (0)3 630.26.80 of .01 of
[email protected] (Kazerne Brasschaat)
Gratis toegang
Duur van het bezoek: 1 u
Bastogne Barracks Een hoogtepunt in de Slag om de Ardennen Op 16 december 1944 lanceren de Duitsers hun laatste grote offensief in het Westen. Bastenaken is een strategische inzet die de Amerikanen tot elke prijs moeten verdedigen. Op 19 december 1944 komt generaal brigadier Anthony McAuliffe, commandant ad interim van de 101st Airborne Division, met zijn divisie in Bastenaken aan en hij installeert zijn hoofdkwartier in de kazerne-Onderluitenant Heintz. Op 22 december 1944 schrijft hij geschiedenis: de Duitsers die de stad omcirkelen en de overgave vragen, stuiten op een onverzettelijk “Nuts”. Dit korte maar krachtige negatieve antwoord geeft de Slag om de Ardennen een beslissende wending. Sinds 2010 is Bastogne Barracks een Interpretatiecentrum voor de Tweede Wereldoorlog. Breng zeker een bezoek aan de “Nuts”-kelder die een belangrijke fase in de Slag om de Ardennen illustreert, evenals aan de talrijke
tentoonstellingszalen. Ontdek ook het “Vehicle Restoration Center”, waar de pantservoertuigen van het Koninklijk Legermuseum een tweede leven krijgen. En vergeet onze laatste nieuwigheid niet: de indrukwekkende reconstructie van het kerstmaal van de 101st Airborne Division op 25 december 1944, met levensechte mannequins!
BASTOGNE BARRACKS Quartier Slt Heintz, Rue de La Roche 40, 6600 Bastogne Openingsdagen en -uren Van dinsdag tot zondag: Enkel rondleidingen. Vertrekken: 9 u, 10 u, 13 u en 14 u Groepen van meer dan 20 personen: na afspraak Duur van het bezoek : ongeveer 1u30 Gratis toegang Informatie en reservaties 32 (0)61 24.21.24 of 32 (0)61 24.21.22 of
[email protected]
Toekomstige en lopende tentoonstellingen Het Napoleontische avontuur anders belicht Van 18 november 2011 tot 31 maart 2012, een prestigieuze tentoonstelling: “Patrice Courcelle – Een penseel in dienst van de geschiedenis” Aan de hand van grondig onderzoek illustreert kunstenaar Patrice Courcelle onbekende details en scènes: de toeschouwer schuift mee met Napoleon aan tafel, gaat met hem op jacht of ontmoet zijn vrienden én zijn vijanden. De mythe van de Adelaar wordt door deze confrontatie met de dagelijkse realiteit ontkracht en een onrustige periode wordt op die wijze in een juister historisch perspectief geplaatst. Zijn stijl is figuratief met net dat vleugje impressionisme dat noodzakelijk blijkt om de dingen tot leven te wekken. Zijn werk wordt zowel door een rijke verbeelding als door wetenschappelijke documentatie gevoed. De
weelderige inhoud vraagt een geoefend oog, maar de specialist wordt dadelijk verrast en de kenner onmiddellijk verleid. Unieke stukken uit de verzamelingen van het KLM en de privécollecties van de Vrienden van het Museum vervolledigen de tentoonstelling en benadrukken het levendige en historische aspect van Courcelles schilderijen. Patrice Courcelle is een rechtstreekse afstammeling van de grote veldslagschilders uit de 17e, 18e en 19e eeuw, die met hun schilderijen kostbare historische informatie aanleveren. De kunstenaar stelde zijn werken reeds in prestigieuze oorden tentoon, zoals het Musée de l’Armée vaudois in Zwitserland, de Militaire School in Parijs, de Union League Club in Chicago of de mythische officierenschool van Saint-Cyr Coëtquidan; nu is het de beurt aan het Koninklijk Legermuseum.
Sinds kort beoefent Patrice Courcelle ook een andere picturale traditie die in ons Museum goed vertegenwoordigd is: het panorama. Op vraag van de stad Fleurus (die in 2015 voor de tweehonderdste verjaardag van de slag bij Fleurus een interpretatiecentrum zal inhuldigen) werkt de kunstenaar aan een panorama waarvan sommige onderdelen reeds in onze tentoonstelling worden gepresenteerd. Gratis toegang. Een drietalige catalogus en een herdenkingsmedaille (samen in een speciale uitgave te verkrijgen) vervolledigen de tentoonstelling.
Een verhaal van brutaliteit en menselijkheid... Om de oorlog te overleven, heeft de soldaat niet enkel wapens nodig. Eenvoudige objecten zoals een verrekijker, een conservenblik, een spade of een woordenboek kunnen het verschil tussen leven en dood uitmaken. Wat zou er zoal in de zakken van een soldaat uit de Tweede Wereldoorlog hebben gezeten? Wat aten de Amerikaanse soldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog? In stille momenten of om de angst te verschalken vindt de soldaat troost en steun in een sigaret, een pakje kauwgom, een kaartspel, een liedje of een slokje alcohol. Verwondingen vragen verzorging en de zwaar op de proef gestelde zenuwen vergen rust. De soldaat wil absoluut contact met zijn familie houden en hij wil van de laatste ontwikkelingen op de hoogte worden gehouden... Van 15 maart tot 15 september 2012 verwelkomt het Koninklijk Legermuseum Hebben en houden van de soldaat tussen leven en dood, een tentoonstelling van Torbjörn
Lenskog, één van de beroemdste artistieke directeurs in Zweden. Hij is niet enkel lid van de Zweedse Academie voor Design, maar ook een verwoed verzamelaar. De tentoonstelling presenteert meer dan 1000 militaire objecten, van de 18e eeuw tot heden, uit de Verenigde Staten, Japan, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Zweden. Bits & Pieces liep reeds in het Legermuseum van Stockholm van 1 juli tot 31 december 2010 vervolgens in Oslo tot december 2011 en wordt nu overal ter wereld opgezet. Het is dankzij een uitstekende samenwerking tussen onze instelling en het Legermuseum van Stockholm dat de tentoonstelling hier kan worden voorgesteld. De uitwisseling van ervaringen en know-how ligt ons nauw aan het hart. Eén van de conservators van de Zweedse instelling, Andreas Ohlsson, bracht in april 2011 twee weken in ons Museum door om onze specialisten en departementshoofden te ontmoeten. Onze metaalrestauratrice, Elke Otten, zal op haar beurt in de loop van 2012 haar Zweedse collega’s gaan opzoeken.
WOORD VOORAF l Het KLM beperkt zich trouwens niet tot de hoofdstad. Onze specialisten hebben tal van plekken die barsten van de herinneringen, in een nieuw jasje gestoken. Gunfire bijvoorbeeld, dat in juni 2011 werd heropend. Ch. Cureton, directeur van de Amerikaanse legermusea, kwam helemaal uit Washington om onze verschillende sites te ontdekken. Een paar maanden later staken we zelf de Atlantische Oceaan over om zijn indrukwekkende reserves en die van het Canadian War Museum in Ottawa, open sinds 2005, te bezoeken. Conservator Piet De Gryse bereidt als voorzitter actief de Icomam-
colloquia voor. Binnenkort stapt hij op het vliegtuig richting Oman, weldra trekken er ook delegaties van het KLM naar Polen en Dresden. De permanente tentoonstellingen en de infrastructuur in het legermuseum van deze Duitse stad hebben enkele maanden geleden een heuse gedaanteverwisseling ondergaan. Vergis u niet, het KLM verwordt niet tot touroperator. Naast de hernieuwde bekendheid zijn deze bezoeken vooral nuttig om te vergelijken, ervaring op te doen en onszelf in vraag te stellen, zodat we de restauratie en bewaring van onze rijke collecties tot in de puntjes beheersen. Ze zijn bovendien een waardevolle inspiratiebron om
toekomstige permanente en tijdelijke tentoonstellingen een onvergetelijke scenografie mee te geven. Want het KLM heeft een aantal belangrijke afspraken met de geschiedenis, zoals de honderdste verjaardag van 14-18 of de zeventigste verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog. En weldra stellen we het verbluffende “2013” voor, een project om naar uit te kijken… Die internationale uitwisseling helpt het museum om de bezoeker te blijven verrassen en zijn blik op de geschiedenis keer op keer te verruimen.
Elke workshop bestaat uit twee delen: een historische inleiding door een museummedewerkster (Christine Van Everbroeck of Sandrine Place) en een artistieke begeleiding bij het realiseren van eigen kunstwerken door een plastisch kunstenares (Maryse Otjacques).
Programma 1. Zaal Wapens en harnassen. Techniek: potlood en houtskool 2: Zaal 1914-1918. Techniek: aquarel 3: Zaal 1940-1945. Techniek: gouache, collage 4: Luchtvaarthal. Techniek: mobiel, plaaster, ijzerdraad
Dominique HANSON Algemeen directeur
Het KLM leeft Een nieuwe blik op het Legermuseum! Artistieke ateliers voor kinderen Met de artistieke ateliers van de Educatieve Dienst van het Legermuseum worden wapens en harnassen, pluimhelmen en berenmutsen, vliegtuigen, kleurrijke of gecamoufleerde uniformen, propaganda en realiteit vanuit een andere invalshoek benaderd.
Wanneer? 3, 4, 5, 6 april 2012, van 13u30 tot 16u00 Voor wie? Kinderen tussen 8 en 13 jaar (max. 15 kinderen)
Tijdens 4 namiddagen in de paasvakantie belicht een kunstenaar collectiestukken die geschiedenis hebben geschreven.
Info: 40 euro voor de 4 namiddagen Er wordt materieel ter beschikking gesteld, maar het uwe is welkom.
De werken die tijdens de workshops worden gerealiseerd, zullen in het Museum worden tentoongesteld.
Hoe? Inschrijving via de Educatieve Dienst: 02/ 737 78 07 of
[email protected] vóór 20/03/2012
Het Documentatiecentrum in doorlopende vorming Verwerven, verzamelen, bewaren, opzoeken, publiceren, tentoonstellen: dat zijn de opdrachten van ons museum. Het Documentatiecentrum draagt daar uiteraard zijn steentje toe bij! Naast de archieven en de bibliotheek bezit het KLM eveneens een indrukwekkende iconografische verzameling, met meer dan 100.000 foto’s, affiches, tekeningen, etsen, geïllustreerde boeken en postkaarten. Om ze anders en vlotter te kunnen bewonderen, zullen deze schatten stap voor stap worden gedigitaliseerd. De preventieve conservatie van dit rijke papieren erfgoed is dus van kapitaal belang voor ons museum. Vier medewerkers van het Documentatiecentrum hebben dan ook een driedaagse interactieve opleiding gevolgd. Guy De Witte, befaamd restaurateur gespecialiseerd in de conservatie en de restauratie van prenten en boekbanden, en tevens conservator van “De Zilveren Passer” in Gent, leidde de workshop. De deelnemers hebben zich verdiept in de methodes voor het vervaardigen van papier (industrieel of hand-
geschept), in de samenstelling van papier (op basis van houtpulp, katoen of plantaardige vezels) en in de zuurgraad van de verschillende papiersoorten. Deze kenmerken beïnvloeden de aftakeling van prenten en archiefstukken, maar externe factoren zoals vochtigheid, lichtsterkte, stof, manipulatie en opberging spelen eveneens een rol.
Het personeel in actie Er werd uiteraard tijd voor praktische oefeningen uitgetrokken. De deelnemers kregen de gelegenheid de verschillende gereedschappen te hanteren en konden nieuwe snij-, plooien montagetechnieken uitproberen, allemaal met het oog op de optimale bewaring van de werken. De nieuwe praktijken worden nu reeds in ons museum toegepast. Dankzij de doorlopende vorming van onze personeelsleden kunnen we een geoptimaliseerde conservatie van ons patrimonium garanderen en het publiek een betere dienstverlening aanbieden.
Een ruimte voor iedereen Voor persoonlijk of professioneel opzoekwerk kan het publiek in de leeszaal terecht. In het kader van “Broodje Brussel” worden tijdens de middag-
pauze regelmatig geleide bezoeken aan het Documentatiecentrum en zijn tijdelijke tentoonstellingen georganiseerd. Deze rondleidingen kunnen ook op aanvraag plaatsvinden. Na Het Risorgimento en de Italiaanse kwestie stelt het Documentatiecentrum nu een tentoonstelling over de museale opdrachten van het centrum voor. Enkele medewerkers hebben het eveneens over hun favoriete papieren collectiestukken. Neem gerust contact op: 02/737 79 34 of 31
[email protected] Het Documentatiecentrum is toegankelijk van dinsdag tot en met vrijdag, van 8u30 tot 12u00 en van 13u00 tot 16u30. De toegang gebeurt via het park. Het prentenkabinet en de cartotheek zijn enkel na afspraak toegankelijk.
Herbeleef de Grote Oorlog Eerst werd Hondse Oorlog! in het departementale archiefcentrum voor de Marne in Epernay voorgesteld en nu is het de tentoonstelling War & Game(s) (die tot 15 oktober 2011 in het Legermuseum liep) die op rondreis gaat. De eerste halte was de universitaire bibliotheek Moretus Plantijn in Namen, waar van 18 november tot 13 december de oorlogsinterpretatie van drie kunstenaars was te zien: Alfred Bastien die het diorama van de Slag bij de Maas schilderde, Frédéric Pauwels die foto’s van herdenkingsoorden voor de twee wereldoorlogen maakte en Virginie Cornet, de kunstenares die de fotografische bewerkingen voor War & Game(s) realiseerde. In de komende nummers van VIZIER het vervolg van de reis rond de wereld...
Het KLM was er
Beeldje van ongeglazuurd porselein van Leopold I in militair uniform, een pronkstuk van onze Historische Zaal Buste van koningin LouiseMarie van gepatineerd plaaster (1843)
Leopold I geëerd in Monaco Ter gelegenheid van het huwelijk van prins Albert II met Charlène Wittstock had het Grimaldi-forum in Monaco van 11 juli tot 11 september 2011 een prestigieuze tentoonstelling opgezet: Fastes et grandeur des cours en Europe (Pracht en praal aan de Europese hoven). Aan de hand van de keizerlijke, koninklijke of prinselijke figuren die hun tijdperk markeerden, overliep de tentoonstelling vier eeuwen Europese geschiedenis (van de 16e tot de 20e eeuw). Tussen de mythische echtparen van de Europese hofhoudingen,
zoals koningin Victoria en prins Albert, Napoleon en Jozefine, keizer FransJozef en Sissi, bevonden zich ook de eerste koning der Belgen Leopold I en zijn echtgenote Louise-Marie. Meer dan 700 collectiestukken uit diverse koninklijke paleizen en verzamelingen (portretten, schilderijen, smeedwerk, porselein, kostuums of juwelen) illustreerden het leven en de passies van deze opvallende persoonlijkheden. Het Koninklijk Legermuseum leverde een bijdrage
aan de zaal over het koninkrijk België en wel met twee van zijn mooiste objecten: een biscuit van Leopold I in militair uniform van beeldhouwer Willem Geefs (na 1831) en een kleine gepatineerde plaasteren buste van koningin Louise-Marie (1843). Deze vitrine gewijd aan Leopold I was echter slechts een smaakmakertje voor het gastronomische menu dat het Legermuseum u in 2013 zal voorschotelen...
et IJzerpanorama, één van de H schatten van ons museum.
De militaire panorama’s: een kostbaar erfgoed Een jaar na de conferentie van het International Panorama Council (IPC) in Istamboel in 2010, ging het museum naar Gettysburg (Pennsylvania) voor een colloquium over de conservatie en de interpretatie van militaire panorama’s. Het museum van het Gettysburg National Military Park herbergt één van de best bewaarde panorama’s ter wereld. Het werk werd door de Franse schilder Paul Phillipoteaux en zijn kunstenaarsploeg gerealiseerd. Het schil-
derij toont de charge van Pickett, de gedoemde aanval van de Zuiderlingen, die op 3 juli 1863 de overwinning van de Unie verzekerde. De nederlaag van Gettysburg stelde meteen een einde aan de invasiepogingen van de zuidelijke strijders in het noordelijke grondgebied. De plek was dus bijzonder geschikt om het over de indrukwekkende circulaire schilderijen te hebben. Naast internationale specialisten waren ook onze Algemeen Directeur Dominique
Hanson (lid van de beheerraad van het IPC) en zijn medewerksters Dr. Natasja Peeters en Sandrine Smets aanwezig die een opgemerkte lezing hielden. Het IJzerpanorama en het Panorama van de Maas, twee schatten van het Koninklijk Legermuseum, maken inderdaad momenteel het onderwerp uit van doorgedreven onderzoek inzake restauratie en conservatie. De bezoekers zullen weldra het resultaat van deze titanenarbeid kunnen bewonderen.
Oorlog en musea: een delicate alliantie Voor zijn jaarlijkse congres had ICOMAM (International Committee of Museums and Collections of Arms and Military History) een wel zeer interessante bedenking geformuleerd: “Verdient oorlog een plaats in musea? De voorstelling van geweld in tentoonstellingen”. Ter gelegenheid van zijn tweehonderdste verjaardag verwelkomde het Joanneum in Graz het congres van 21 tot 23 september.
verwachten de bezoekers juist en wat denken de museumconservators over de problematiek? Deze centrale vragen vormden de kern van debatten waaraan KLM-conservator Piet De Gryse (tevens voorzitter van ICOMAM) en het hoofd van de Educatieve Dienst van het KLM Dr. Christine Van Everbroeck en haar ploeg actief deelnamen.
Hoe kunnen musea de valkuil van banalisering en esthetisering van oorlog vermijden? Hoe kunnen ze vermijden dat geweld, lijden en dood loutere toeristische attracties worden? Wat De Educatieve Dienst houdt een lezing tijdens het congres van ICOMAM.
Bijna honderd jaar geleden: de Grote Oorlog...
Een vreemde wereldreis De oorlog van 1914 en de prijs die ons land voor het vrijwaren van zijn vrijheid heeft betaald, zullen in de komende jaren in het Museum voor het voetlicht worden gebracht. In dit kader heeft een kleine ploeg enthousiastelingen besloten een autokanon van de campagne in Rusland (1915 – 1917) te reconstrueren. De Mors-auto met Minerva-motor was ooit het pronkstuk van de Belgische eerste lichte pantsereenheid en heeft een grote symbolische waarde. Het voertuig symboliseert inderdaad het voorbeeldige gedrag van een hechte eenheid die in de meest onwaarschijnlijke omstandigheden blijk van strijdvaardige heldhaftigheid en ongekende gewiekstheid heeft gegeven...
Een nutteloze bestelling? Na de oorlogsverklaring op 4 augustus 1914 en het snelle oprukken van de Duitse troepen trekt de Belgische Generale Staf zich in Parijs terug. Met het akkoord van eerste minister graaf
de Broqueville bestelt majoor Collon 10 autokanonnen bij de Parijse firma Mors. De lichte gepantserde voertuigen voor snelle tussenkomst zijn bestemd voor een eenheid die zo van een splinternieuw wapen wordt voorzien. Het idee is ronduit geniaal, want de bewegingsoorlog zou al snel een feit worden. Het korps is operationeel in 1915, maar loopt vast in de loopgraven. Op een front waarvan het grootste deel onder water staat, zijn voertuigen met wielen volkomen nutteloos. Rusland, eveneens in oorlog en onderbewapend, toont echter interesse. Op dat grondgebied zou de eenheid wel haar nut kunnen bewijzen.
Onmiddellijke inscheping... België en Rusland sluiten een akkoord en op 22 september 1915 schepen 361 manschappen in Brest op de WrayCastle in, met pak en zak én met hun voertuigen. Ter plaatse wordt het wagenpark aangevuld en de eenheid weet zich tijdens talrijke gevechten in Galicië dankzij haar heldhaftigheid en doeltreffendheid te onderscheiden. De Russische Revolutie in 1917 stelt een einde aan de krachttoeren van
het expeditionaire korps. Het leger van de tsaar stelt niets meer voor en de Belgen keren terug naar Kiev, waar ze hun voertuigen moeten achterlaten om het territorium te kunnen verlaten. Ze zijn verplicht over San Francisco te reizen, om uiteindelijk op 24 juni 1918 in Bordeaux aan te komen. Ze hebben enkel nog hun persoonlijk wapen bij... en hun herinneringen. In België bestaat geen enkel exemplaar van het buitengewone voertuig meer. Om deze leemte te vullen en het heroïsche avontuur opnieuw onder de aandacht te brengen, wordt een reconstructieproject opgestart. Het voertuig zal ter gelegenheid van het eeuwfeest van de Grote Oorlog aan het Museum worden geschonken. André Filée Lid van de KVVL
Schatten van het KLM Plechtige overhandiging aan het KLM van de standaarden van het 2e en 4e regiment Jagers te Paard.
Het KLM, schatbewaarder van de verdwenen eenheden In het kader van de herstructurering van het Belgische leger hebben het 2e en het 4e regiment van de Jagers te Paard op 28 juli 2011 hun emblemen aan het Koninklijk Legermuseum overgedragen. Deze regimenten smelten inderdaad samen met het 1e regiment Jagers te Paard / Gidsen, om uiteindelijk het ISTAR-bataljon te vormen (Intelligence, Surveillance, Target Acquisition, Reconnaissance) dat in Heverlee zal worden gekazerneerd.
Een historische roeping Sinds 1926 worden de emblemen van de reserve-eenheden en de ontbonden eenheden aan het Koninklijk Legermuseum toevertrouwd. Dat gebeurt tijdens ontroerende en luisterrijke plechtigheden. Maar waarom hechten eenheden eigenlijk zoveel belang aan hun emblemen?
Het embleem onder de loep Tijdens veldslagen zijn de regiments emblemen echte herkenning- en verza-
meltekens die door de regimentsleden worden aanbeden en door de korpsoversten als echte schatten worden bewaard. Er kan een regiment niets erger overkomen dan haar embleem aan de vijand te verliezen. Het is dan nog beter de kentekens te verbranden, te verstoppen of te vernietigen. Tijdens de 18-daagse veldtocht in 1940 werden dan ook talrijke emblemen van het Belgische leger verborgen. Elke eenheid heeft een eigen embleem dat door de koning wordt overhandigd. Bij de Karabiniers-Wielrijders, bij de Genie en bij de Transmissie wordt over een vaandel gesproken; bij de Cavalerie of de Artillerie gaat het om een standaard (80 x 80 cm) en bij de Infanterie om een vlag (90 x 90 cm). De koning heeft ook een embleem: het commandovaandel. De eervolle vermeldingen (wanneer de eenheid voor buitengewone feiten wordt geëerd) worden op het embleem geborduurd. Wanneer de volledige eenheid een onderscheiding ontvangt, wordt een gevlochten koord onder de
leeuw van de vlaggenstok vastgehecht. Deze “nestel” heeft dezelfde kleur als het lint van de onderscheiding. De rode nestels, in de kleur van het Oorlogskruis, worden toegekend aan eenheden die twee eervolle vermeldingen hebben gekregen. De eenheden met vier vermeldingen hebben een nestel in amarant, de kleur van de Leopoldsorde. Het Koninklijk Legermuseum bewaart ongeveer 70 emblemen; een deel daarvan wordt in een vitrine van de Historische Zaal (19e eeuw) en in de Bordiauhal (Tweede Wereldoorlog) tentoongesteld. Ga deze parels van ons leger zeker even bewonderen. Ze zijn de getuigenissen van grote opofferingen... Meer informatie? Neem contact op met onze emblemenspecialist, Jean-Marie Geldhof
[email protected] 02/ 737 78 14.
Kalender Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
Verantwoordelijke uitgever: Dominique Hanson, Jubelpark 3, 1000 Brussel
HEBBEN EN HOUDEN VAN DE SOLDAAT TUSSEN LEVEN EN DOOD
• Activiteiten in het Museum
• Tentoonstellingen
28 maart om 20 u lezing door de heer Jacques Leblanc: “La Commission Permanente BelgoNéerlandaise 1839 – 2010 « La servitude de l’Escaut : de la surveillance à sa gestion» (georganiseerd door de vzw Marine)
tot 31 maart: Patrice Courcelle. Een penseel in dienst van de geschiedenis
van 3 tot 6 april (Paasvakantie): artistieke stage voor kinderen
• Externe activiteiten
22 april: Erfgoeddag, thema “Helden”. Voor die gelegenheid wordt een speciaal parcours uitgestippeld.
28 april: uitstap naar de forten van Loncin en Eben-Emael met Fons Wuyts (georganiseerd door de vzw KVVL) * Contact voor de lezingen en de uitstap:
16/03 > 15/09/2012 Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
Jubelpark 3 1000 Brussel
[email protected] www.klm-mra.be
van 15 maart tot 15 september: Hebben en houden van de soldaat tussen leven en dood
Stockholm
vzw KVVL: 02/ 737 78 90 (dinsdag of donderdag, van 9u30 tot 15u30)
[email protected] vzw Marine: 02/737 79 56
[email protected]
Info KLM: Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis Jubelpark 3 B-1000 Brussel T: 02/737 78 11 http://www.legermuseum.be Toegang: gratis Wereldwijd gekend voor zijn verzameling wapens, uniformen, pantsers en vliegtuigen. Recente oorlogen worden op dynamische wijze in beeld gebracht. Tijdelijke tentoonstellingen en animaties voor groot en klein. Panorama Audiogidsen met speciale kinderparcours - Shop - Air Café. Een noodzakelijke stap naar een beter begrip van onze geschiedenis.
Open van dinsdag t.e.m. zondag van 9u tot 12u en van 13u tot 16u45 De Grote Hal en de cafeteria blijven open van 12 tot 13 uur. Gesloten Elke maandag, 1 januari, 1 mei, 1 november, 25 december, verkiezingsdagen. Onthaal / Info: T: 02/737 78 33 - F: 02/737 78 02
[email protected] Educatieve dienst Christine Van Everbroeck T: 02/737 79 07 - F: 02/737 78 02
[email protected] Documentatiecentrum: Anne Godfroid T: 02/737 78 79 - F: 02/737 78 02
[email protected]
Verantwoordelijke uitgever Dominique Hanson - Algemeen Directeur T: 02/737 78 00 - F: 02/737 78 02
[email protected] Redactiesecretaris Marie-Hélène Billwatsch Communicatieverantwoordelijke T: 02/737 78 27 - F: 02/737 78 02
[email protected] Vertaling Diane Vanthemsche T: 02/737 78 09
[email protected]
ISSN 1373-8453