Nieuws Nummer 113, december 2013
AANGESLOTEN BIJ
Woord van de voorzitter Donateurs Terwijl u dit leest staan de feestdagen voor de deur en wellicht zijn ze al voorbij. Voordat we naar de toekomst kijken wil ik eerst kort terugblikken op Stumico in het jaar 2013. Er zijn het afgelopen jaar weer een aantal goed bezochte leerzame bijeenkomsten georganiseerd. Wij hadden als bestuur de intentie om er enkele meer te houden, maar het vinden van de juiste sprekers is soms een uitdaging en we willen de kwaliteit hoog houden. Elke bijeenkomst moet u wel iets bieden en ik denk dat we daarin zijn geslaagd. Je zou dan zeggen dat we als bestuur tevreden op 2013 terugkijken. Dat is echter maar ten dele waar. Eind 2012 hebben wij vanuit het bestuur een ambitieniveau neergelegd, op basis waarvan wij zowel de positie van Stumico willen versterken, als meer richtinggevend willen zijn. Het meer aandacht geven aan wat Stumico doet en wie we als vereniging zijn is zeker gelukt. We hebben met artikelen in diverse vakbladen gestaan, een presentatie op de Bouw en ICT beurs gegeven en ook de Bouw Informatie Raad weten te interesseren voor het werk van Stumico. Kortom, met de naamsbekendheid gaat het de goede kant op en die ontwikkeling moeten we daarom zeker vasthouden en samen aan blijven werken. Over het richting geven ben ik minder positief. Wij hadden de intentie om meer een Stumico geluid te laten horen. Meningen over een bepaalde ontwikkeling, een stelling, of een visie. Daarvan hebben we als bestuur geconcludeerd dat dit onvoldoende uit de verf is gekomen. De vraag is natuurlijk of u als lid zit te wachten op een richtinggevend Stumico. Verwacht u een visie, een mening van Stumico en zo ja wie is Stumico dan? Dat bent u!!! Als gezamenlijke leden zou je een mening/visie moeten ontwikkelen maar om dat te doen kom je al snel in werkgroepen of iets gelijkwaardigs terecht. In het verleden bleek dit moeilijk te organiseren. Of wilt u geen kritische meningvormende Stumico, maar een vereniging die gezellige bijeenkomsten organiseert waarop u wordt bijgepraat over de laatste ontwikkelingen en dat dit vooral praktijkgerichte avonden zijn?
Dat brengt ons op de toekomst. In de vorige nieuwsbrief heb ik al aangegeven dat wij ons zorgen maken om het ledenbestand van Stumico. Wil je als Stumico gezien en gehoord worden, dan moet je een achterban hebben en juist die fundering wordt steeds kleiner. Over de reden kan je gissen, maar tegenwoordig is het voor veel verenigingen moeilijk om het ledenbestand te handhaven. De vraag is daarom gerechtvaardigd of een vereniging voor Stumico, met haar bijbehorende doelstelling, nog de beste organisatievorm is. Er zijn begin 2014 nog veel vragen die beantwoord moeten en zullen worden. Wat zeker is dat Stumico voorlopig doorgaat zoals we nu bezig zijn en uit de goede bijeenkomsten halen we weer nieuwe energie. Als u naar de agenda kijkt is en blijft Stumico een bruisende vereniging. Als bestuur zijn wij de afgelopen jaren gegroeid tot een team en als team hebben we ook van alles weten te realiseren. Dat kost veel energie want het moet naast een volledige baan gebeuren en dat geeft regelmatig prioriteitsproblemen. Ook hier is de vraag gerechtigd of dit team na ruim 10 jaar niet eens een frisse wind nodig heeft. Wij zijn ruim 10 jaar ouder geworden en daarom is het toetreden van een jongere generatie met frisse ideeën zeer welkom. Om die verjonging te ondersteunen hebben wij min of meer afgesproken dat de huidige bestuursleden zich niet meer herkiesbaar gaan stellen, om voldoende ruimte te maken voor een jongere generatie en frisse wind.
`Zie verder pagina 3 derde kolom
In dit nummer Woord van de voorzitter
1
CB-NL - Stand van zaken
2
Advertorial: Elementen die BIM aan Stabu koppelen
4
Systems Engineering en BIM
5
Virtuele Laboratotia
6
Activiteiten 2014
8
Advertorial: BIM+ reimagine the building industrie
9
Connect&Construct
10
Column Peter Gloudemans
11
CB-NL - Stand van zaken Het uitwisselen van digitale objectgegevens tussen partijen (via BIM) gaat pas goed als iedereen dezelfde definities, beschrijvingen en interpretaties hanteert. We kunnen stellen dat deze partijen nu nog een verschillende taal ‘spreken’. Objectgegevens zijn niet of nauwelijks efficiënt (geautomatiseerd) herbruikbaar, wat weer een obstakel is voor ketenintegratie en verdere implementatie van BIM. Er is overduidelijk behoefte aan één gestandaardiseerde taal voor de hele sector. ‘De Nederlandse conceptenbibliotheek voor de gebouwde omgeving’, ofwel CB-NL, beoogt de definiëring van deze taal. Met de slogan ‘Samen-werken aan één taal’ is de CB-NL community aan de slag gegaan. In dit artikel wordt nog eens kort beschreven wat de CB-NL is, en tevens wordt de laatste stand van zaken gegeven. Meer weten of geïnteresseerd om een bijdrage te leveren aan de totstandkoming van de CB-NL? Zie www.cb-nl.nl voor meer informatie. Wat is de CB-NL? De CB-NL richt zich op het eenduidig beschrijven van concepten in de gebouwde omgeving. Denk hierbij niet alleen aan concepten die fysieke objecten beschrijven, zoals een deur, een dak of een raam. Het gaat ook om concepten die ruimtelijke objecten beschrijven zoals een vergaderzaal, een parkeerplaats of zelfs een stad. De inhoud van de CB-NL is van toepassing op de hele levenscyclus en beslaat alle deelsectoren in de bouw, zowel B&U als GWW en de ruimtelijke (geo) omgeving. De CB-NL wordt een slim opgebouwd woordenboek voor de Nederlandse gebouwde omgeving, wat een einde maakt aan de huidige miscommunicatie. Complex van opzet, maar eenvoudig gepresenteerd naar de gebruiker. Waarom een CB-NL? Met het ontwikkelen van taalafspraken op nationaal niveau worden belangrijke voordelen behaald bij de toepassing van BIM:
1.
2.
3. 4.
5.
over de grenzen van één enkele (project)organisatie heen; Objectinformatie is gebaseerd op de standaard concepten en kan hierdoor gebruikt en hergebruikt worden in de hele bouwketen en levenscyclus waarbij vele partijen betrokken zijn (ontwerp, calculatie, inkoop, uitvoering, beheer & onderhoud, etc.). Alleen een bibliotheek op nationaal niveau kan al deze partijen afdekken; Er wordt een basis gelegd voor de aansluiting op systemen van fabrikanten en groothandel; Informatie wordt in een eenduidige taal gecommuniceerd waardoor misinterpretaties worden voorkomen (en ICTsystemen deze gegevens automatisch kunnen interpreteren en gebruiken); Het is efficiënter om gezamenlijk taalafspraken te maken dan ieder voor zich. Ook voorkomt dit het ontstaan van allerlei dialecten in de sector die elkaar niet kunnen ‘verstaan’.
Positionering en communicatie tussen verschillende ‘werelden’ In een conceptenbibliotheek kunnen in principe oneindig veel concepten ondergebracht worden. Om te bepalen wat er in de CB-NL thuishoort, is de positionering van de CB-NL ten opzichte van andere bibliotheken van belang. De CB-NL staat namelijk niet op
Nationale taalafspraken maken het mogelijk om een BIM toe te passen
geregeld die op dat internationaal niveau voor alle landen hetzelfde en van toepassing zijn. Op nationaal niveau constateren we eenzelfde principe, we willen alleen die aspecten op een nationaal niveau regelen die voor meerdere partijen binnen Nederland van toepassing zijn. Concepten die hieraan niet voldoen zouden op een lager niveau in een ‘domein specifieke’ of ‘organisatie specifieke’ conceptenbibliotheek opgenomen moeten worden. Het gebruik in de context van de hiërarchie, is dat de CB-NL een kapstok functie vervult
voor onderliggende bibliotheken, om vervolgens zelf te hangen aan internationale standaarden. De CB-NL staat dus niet op zichzelf, maar is een sleutel in een netwerk van bibliotheken die gezamenlijk de gestandaardiseerde taal definiëren. Alle bestaande classificaties waarvan partijen afhankelijk zijn blijven bestaan, en verbonden worden via de nationale taal, de CB-NL. De CB-NL is een eenduidige taal op zich, maar alleen dat wat we generiek met elkaar kunnen vaststellen.
zichzelf. Deze is onderdeel van een groter geheel. Op een hoger internationaal niveau, zoals INSPIRE en buildingSMART, kunnen er (wettelijk bindende) afspraken gemaakt zijn waar alle Europese landen bij moeten aansluiten. Onze eigen nationale concepten zijn subtypes van deze internationale concepten. Internationaal zijn alleen die zaken
Roadmap (planning) Voor de ontwikkeling van de CB-NL is een roadmap opgesteld. Hierin zijn alle activiteiten opgenomen die tot 1 januari 2015 uitgevoerd zullen worden. Deze is tijdens de plenaire sessie op 3 december jl. gepresenteerd en vond gretig aftrek. De roadmap is te vinden op de website van de CB-NL (www. cb-nl.nl). De eerste belangrijke mijlpaal staat gepland op 1 maart 2014:
1.
2.
3.
De ICT infrastructuur is dan gereed. Nu al functioneert er een basis configuratie, kan ermee gewerkt worden en is de CB-NL ontsloten. Maar dit is nog niet ingericht op professioneel gebruik. Dit moet 1 maart 2014 wel het geval zijn en dan dienen ook de sleutels (URI’s) die toegang geven tot de termen in de CB-NL definitief zijn. Belangrijk voor diegene die de CB-NL willen implementeren; Op dit moment is de CB-NL gevuld met een initiële vulling. Deze kan nu bekeken worden (zie www.cb-nl.nl). Maar deze dient verder opgeschoond en gestructureerd te worden. 1 Maart moet er een eerste opgeschoonde versie beschikbaar zijn. Klaar voor initieel gebruik; Een aantal essentiële deelverzamelingen (contexten) zoals bijvoorbeeld IFC, RWS OTL, NEN2767-4 en IMGeo zijn op 1 maart 2014 via de CB-NL beschikbaar. Van belang omdat deze vervolgens ‘gemapt’ worden aan de CORE van de CB-NL.
Verderop in 2014 komen er op 1 juni en 1 oktober versies beschikbaar waar deze mapping in terug is te vinden. Deze versies worden gebruikt om de CB-NL te testen en zijn een Beta versie van de definitieve CB-NL die op 1 januari 2015 klaar moet zijn. Stand van zaken De genoemde roadmap maakt duidelijk wat wanneer beschikbaar is. Ook wat er op dit moment al beschikbaar is. Kort samengevat is de huidige stand van zaken: ICT
1.
2. 3.
De modeling guide versie 1.0 is beschikbaar. Ook wel het geheime Coca-Cola recept voor de CB-NL genoemd. Onze modeling guide is alleen een een levend recept en voor iedereen toegankelijk; Een basis configuratie voor de CB-NL is gerealiseerd en wordt de komende maanden robuust gemaakt; Een aantal software leveranciers hebben een demonstratie gemaakt hoe zij de CB-NL kunnen integreren in de software (zie www.cb-nl.nl voor meer informatie). De komende maanden wordt dit verder uitgewerkt.
Relatie met andere (context) bibliotheken 1. Er is een overeenkomst ondertekend met buildingSMART. Op basis van deze overeenkomst heeft de sector toegang tot de bSDD. Ook zal de CB-NL onderdeel gaan uitmaken van de bSDD. Hiermee is de CB-NL in belangrijke mate internationaal verankerd. De CB-NL gaat ook onderdeel uitmaken
2.
van de stuurgroep van de bSDD Met diverse bronhouders zijn overeenkomsten gesloten. Enerzijds om concepten van de bronhouders over te kunnen nemen in de CB-NL, anderzijds om de eigen concepten (classificaties) aan te laten sluiten aan de CB-NL. Deze bronhouders zijn o.a. CROW, STABU, ETIM, NEN, Geonovum, BRIS, RIONED, RWS en Prorail.
Content werkgroepen (inhoud) Op dinsdag 3 december is er een speciale bijeenkomst georganiseerd voor de werkgroepen GWW, RO en B&U van CB-NL. Doel was het maken van concrete afspraken over de bemensing van de activiteiten tot en met 2014. Deze bijeenkomst markeerde het startpunt voor de concrete werkzaamheden van de sector zelf in relatie tot de inhoud van de CB-NL. Voor zowel GWW/Ruimtelijke Informatie (die samen gaan optrekken) als B&U is er op dit moment een basisvulling beschikbaar. Overgenomen uit respectievelijk CHEOBS van de CROW en Semantic Concepts. Beide werkgroepen gaan samen met de markt vanaf nu hard aan de slag om op 1 maart 2014 deze basis vulling opgeschoond te hebben. Deze basisvulling kan dan vanaf 1 maart reeds toegepast worden. Deelname aan de CB-NL De CB-NL is een even noodzakelijk als gedurfd initiatief van, voor en door de Nederlandse Bouwsector. Opdrachtgevers, opdrachtnemers, adviseurs, modelleurs en softwareleveranciers werken momenteel enthousiast aan diverse onderdelen van de CB-NL. We kunnen als CB-NL team nog steeds alle hulp en denkkracht gebruiken! Voor meer informatie zie www.cb-nl.nl. Doe mee! Waarom deelnemen? Deelnemende bedrijven komen met naam en logo op de CB-NL website te staan. De deelnemers bouwen kennis en ervaring op over principes, ontwikkeling en toepassing van CB-NL, die benut kan worden in tenders waarin het gebruik van CB-NL is voorgeschreven.
Woord van de voorzitter Vervolg pagina 1 Het is concreet ons plan dat het volledige Stumico bestuur in 2016 vervangen zal zijn, of eerder als er zich goede kandidaten aanmelden. Dit plan kan dramatisch overkomen, maar zo is het zeker niet bedoeld. Het is niet voor niets dat in alle verenigingsstatuten een zittingstermijn voor het bestuur is opgenomen. Dat moet er juist voor zorgen dat er voldoende doorstroming is. Zover is het echter nog lang niet en mocht u denken dat wij er geen zin meer in hebben, dan heeft u het verkeerd geïnterpreteerd. Wij hebben er nog steeds lol in en gaan gewoon door met het organiseren van goede bijeenkomsten en hopen u daar te ontmoeten. Zo aan het einde van 2013 wilde ik u toch deelgenoot maken van de zaken waar wij ons in het bestuur mee bezighouden, maar voor nu wil ik u namens het hele bestuur vooral ook bedanken voor uw steun in 2013. Tenslotte wensen wij u hele fijne feestdagen en een gelukkig en voorspoedig 2014. Ruud van Tongeren - Voorzitter
[email protected]
OPROEP Zoals u hierboven kunt lezen zijn wij op zoek naar nieuwe bestuursleden. Wij hebben het volgende profiel opgesteld:
• • • • • •
Geen leverancier om neutraliteit uit te stralen Interesse in wat Stumico doet Beide benen in de praktijk Geinteresseerd in ICT toepassingenvoor de Bouw. Geen ICT’er Energiek persoon, gedreven en gemotiveerd om de vereniging vooruit te helpen.
Bent u geinteresseerd laat het ons dan even weten door een mail te sturen naar
[email protected] of benader een van de bestuursleden. Hun E-mail adressen staan op de site www.stumico.nl
Advertorial
Elementen die BIM aan Stabu koppelen De wens om bestekken in te delen volgens een elementenstructuur komt voort uit de behoefte het bestek te laten aansluiten bij de entiteiten die men onderscheidt bij de ontwikkeling van een bouwplan en bij de beoordeling van het bouwresultaat. Een bestek dat is geordend volgens een elementenstructuur, kan in principe op twee manieren ingericht worden:
een groot positief effect hadden. Het doel was brede en snelle acceptatie.
vingen. Hierin worden de gevraagde elementen onderverdeeld in zogenoemde technische oplossingen, die worden voorzien van specificaties in werksoorten.
De voorliggende uitwerking van een elementenbestek volgens NEN 2699 is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: • Gebruik maken van de STABUstandaard 2012 met alle bijbehorende know-how en administratieve gereedschappen. • Gebruik maken van de werksoortenspecificaties (kortteksten) van de STABU catalogus. • Aansluiten bij de elementenstructuur van NEN 2699, en daarmee aansluiten op het ?bouwkundig/economische besluitvormingstraject dat voorafgaat aan een bouwopdracht. • Gebruik maken van de EcoQuaestor database met recepten van technische oplossingen waarmee de koppeling tussen NEN 2699 en STABU-2 gelegd wordt. • De recepten faciliteren, het maken van bouwkostenbegrotingen, milieulastenberekeningen, onderhoudskostenberekeningen (binnen de levenscyclusbenadering conform NEN 2699), koppelen van technische oplossingen in het elementensysteem aan STABUkortteksten, en een rol spelen in de toekenning van kwaliteiten aan ontwerpelementen in BIM-modellen.
De elementenmodule van Kubus Stabu ondersteunt beide manieren van werken. Op elk niveau in de elementen-classificatie kunnen specificaties ingevuld of gekoppeld worden. Hieronder wordt deze tweede vorm van elementenbestekken verder beschreven, uitgaande van de NEN 2699 catalogus van EcoQuaestor als onderdeel van de elementenmodule van Kubus Stabu. Deze vorm sluit aan op de behoefte vanuit de huidige praktijk in bouwprojecten en op de toepassing van BIM-instrumenten.
Administratieve en technische bepalingen Een elementenbestek bevat dezelfde voorbladen, administratieve- en technische bepalingen als een traditioneel STABU bestek. Bij het kiezen van een andere sortering worden deze door Kubus Stabu aan elkaar gelijk gehouden. Selecteer de benodigde artikelen en bepalingen op de gebruikelijke manier uit de STABU catalogus. Technische bepalingen worden in het elementenbestek automatisch in een apart bestekdeel geplaatst.
Uitgangspunten NEN 2699 De commissie die de NEN 2699 heeft vastgesteld is uitgegaan van een classificatie die al breed geaccepteerd was in de markt (Nlsfb), en heeft enkel aanpassingen gedaan die gering van omvang waren en
Codering is open-source: download gratis Om een breed toegepaste indeling van technische oplossingen te krijgen, wordt de ontwikkelde codering (niet de recepten) gratis aangeboden via een nog op te zet-
1.
2.
Als een prestatiebestek, waarin de te leveren elementen in termen van gevraagde prestaties beschreven worden (zoals onder andere de stichting Roges propageert), Als een bestek met technische omschrij-
ten website onder auspiciën van meerdere partijen, waaronder de Coöperatie Bouwprojecteconomie. De catalogus met de koppeling aan STABU kortteksten wordt meegeleverd met Kubus Stabu. Suggesties voor uitbreiding of verbeteringen van de codering kunnen aan KUBUS doorgegeven worden. En tegelijk een traditioneel bestek Het mooie van de elementenmodule van Kubus Stabu is dat je tegelijk met het opbouwen van een elementenbestek een ‘traditioneel’ bestek opbouwt. Alle voorbladen, artikelen en korttesten verschijnen automatisch ook in de traditionele STABU sortering. Met één druk op de knop schakel je van de ene naar de andere weergave. Sterker nog: je gebruikt ze beide om sneller een beter bestek samen te stellen. Hoofdindeling NEN 2699 De indeling van NEN 2699 is als volgt: Niveau 1. rubrieken Niveau 2. Clusters Niveau 3. Elementclusters Niveau 4. Elementen Niveau 5. technische oplossingen Maatregelcodes EcoQuaestor combineert elke (sub-)elementcode met een maatregelcode. Hierdoor wordt de elementmethode toepasbaar voor de levenscyclus van een gebouw. Niet alleen voor nieuwbouw, maar ook voor onderhoud en renovatie. De maatregelcode geeft aan wat er met het element moet gebeuren in een project. De positie van de maatregelcode in het geheel van de codering is zo gekozen dat zinvolle categorieën ontstaan voor de besluitvorming in bouw-, renovatieof onderhoudsprojecten.
www.kubusinfo.nl/NEN2699
Systems Engineering en BIM De sleutel tot faalkostenreductie
In tijden van economische crisis is het vaak lastig om tegen de groeiende concurrentie en de onstuimige markt op te kunnen boksen. Om het hoofd boven het water te houden zoekt men allerlei manieren om klanten te trekken en het bedrijf te optimaliseren, zodat faalkosten zoveel mogelijk gereduceerd worden.
Faalkosten door onjuiste informatie en samenwerking bron: epicfails.com Echter, in de bouwbranche stijgen de faalkosten gestaag. Momenteel liggen ze tussen de vijf en vijfendertig procent, aldus Marcel Noordhuis - promovendus op het onderwerp faalkostenreductie door ketensamenwerking aan de Nyenrode Business Universiteit. (bron 1) De laatste tijd komen steeds meer innovaties op de markt, met als doel deze faalkosten te reduceren en toch een kwalitatief goed product te kunnen leveren. Termen zoals BIM, maar ook LEAN bouwen en ketenintegratie vallen steeds vaker. Allemaal methodieken die gericht zijn op de samenwerking tussen verschillende partijen. Dit is inderdaad een zeer belangrijk punt in het reduceren van de faalkosten. Maar een effectieve samenwerking kan pas plaats vinden wanneer er goed met de informatie wordt omgegaan. De methodiek Systems Engineering in het bouwproces, veelal toegepast in de Civiele Techniek, maar zeer onderbelicht in de bouwbranche, beschrijft dit proces en gaat goed gepaard met ‘’het samenwerken’’, wat de kern vormt van BIM, LEAN bouwen en ketenintegratie. Systems Engineering en BIM zijn twee methodieken om het bouwproces te optimaliseren. BIM, ofwel Building Information Model(ling), is daarbij de meest bekende. De kern van deze methodiek is het samenwerken met verschillende partijen binnen één informa-
tiemodel of meerdere gekoppelde modellen. Het informatiemodel bestaat uit een 3D visualisatie van het project, met daaraan gekoppeld allerlei informatie, zoals kosten, planning, uitvoering et cetera. Door actief met verschillende partijen binnen één, al dan niet gekoppeld, model te werken worden eventuele problemen sneller ingezien en verholpen. Maar de hele fase vóór de uitwerking van het project in een 3D BIM model wordt niet belicht, terwijl hier vaak de problemen ontstaan. Een goede samenwerking en vastlegging van correcte informatie is hier noodzakelijk. Het BIM, noch het LEAN bouwen of ketenintegratie heeft een meerwaarde wanneer het project slecht is bedacht of uitgewerkt. Daarom zal men al in een vroeg stadium moeten ingrijpen en zorgen voor een goed uitgangspunt. Een goede start levert uiteindelijk ook een goed vooruitzicht op het eindresultaat op.
behoefte of wens, en moet worden omgezet in informatie om mee te kunnen ontwerpen. Hierbij wordt de informatie omgezet in bruikbare gegevens. Via de stappen die in Systems Engineering worden beschreven wordt de informatie bruikbaar, overzichtelijk en meetbaar. Door de input van kennis van de uitvoerende en ontwerpende partijen ontstaat uiteindelijk een model, welke alle informatie verschaft om het project uit te kunnen werken binnen de grenzen die door de partijen en de wetgeving zijn opgesteld. Het is belangrijk om dit model oplossingsvrij te houden, zodat de ontwerpvrijheid niet wordt aangetast.
Een methodiek als Systems Engineering kan hierbij helpen. In combinatie met BIM vormt het een goede methode om een project aan te pakken, omdat de gehele bouwfase onder de loep wordt genomen. In het onderzoek BIM en Systems Engineering, door V. Jongman (bron 2) wordt beschreven hoe de samenwerking tot stand komt. In het kort komt het neer op drie stappen.
De tweede stap ‘’As Built’’ omvat het daadwerkelijke ontwerpen. Hier wordt de eerder vastgelegde informatie omgezet in een 3D model, met daaraan gekoppeld de benodigde informatie om dit model te kunnen bouwen. Dit vormt de kracht van BIM. Het gebouw wordt dermate gedetailleerd uitgewerkt, dat het in feite al virtueel is gebouwd. De informatie uit het ‘’As Required model’’ helpt het ‘’As built model’’ te controleren. Zo kan er bijvoorbeeld gecontroleerd worden of het model voldoet aan alle eisen en de wetgeving. De samenwerking tussen de verschillende partijen binnen het informatiemodel helpt om een compleet geheel te krijgen, welke eenvoudig kan worden gecontroleerd op eventuele fouten. Dit proces kost wellicht extra tijd in de
De eerste stap ‘’As Required’’ is gericht op het omzetten van een ‘’bedacht’’ ontwerp tot een accuraat en up-to-date informatiemodel, waarin precies staat vermeld wat er moet worden gedaan om te voldoen aan de wens van de opdrachtgever(s) en de partijen die met het project te maken hebben (stakeholders). Deze informatie wordt gestructureerd vastgelegd in een informatiedatabase. De input voor deze informatie ontstaat in de gedachten van de mens, in de vorm van een
beginfase van het project, maar zal ervoor zorgen dat fouten tijdig worden ingezien en verholpen. Hoe eerder problemen worden ingezien, hoe makkelijker het is om de fouten te verhelpen zonder dat het al te veel geld, tijd of kwaliteitsverlies kost. Het proces levert zelfs een geldbesparing en kwaliteitsverhoging op, beschrijft Dhr. Honour in zijn onderzoek naar de waarde van Systems Engineering. (bron 3) Daarnaast zal het daadwerkelijke ‘’bouwen’’ ook veel gemakkelijker worden, omdat het gebouw in feite
al helemaal virtueel is uitgewerkt en gecontroleerd. Daarbij wordt de communicatie ook beter, omdat iedereen dezelfde en de juiste informatie beschikbaar heeft.
De derde stap en laatste stap, ‘’Build as Built’’ omvat het letterlijk kopiëren van het ‘’As Built model’’ tot een tastbaar object. Het bouwen. Tijdens het bouwen kan de informatie uit het ‘’As Required model’’ en het ‘’As Built model’’ worden gebruikt als controle middel. Hierbij wordt er geverifieerd of er gebouwd wordt volgens de gegevens die in het informatiemodel zijn vastgelegd. Om dit te kunnen realiseren is een goede samenwerking, maar ook transparantie van zeer groot belang. De vastgelegde informatie moet goed gestructureerd, helder en duidelijk zijn. Alle partijen moeten toegang hebben tot hun informatie en moeten het ook kunnen gebruiken. Om de informatie vast te leggen en de verschillende partijen toegang te geven, moet er een softwareprogramma beschikbaar zijn. In het onderzoek BIM en Systems Engineering, door V. Jongman (bron 2) wordt het programma Relatics beschreven, waar alle informatie kan worden beheerd en
bijgehouden. Daarnaast kunnen er relaties tussen de verschillende onderdelen worden gelegd, zoals de relatie tussen eisen met stakeholders, verificatie en objecten. Door actief samen te werken in de omgeving wordt er een up-to-date informatiemodel gevormd, dat een goed uitgangspunt vormt voor het verdere ontwerpen. Ook latere stadia in het bouwproces kunnen in het programma worden beheerd. Eén voorbeeld zijn de keuringsplannen, die op de bouwplaats kunnen worden ingezien. Daarbij kan er ter plekke bewijsmateriaal, zoals foto’s en documenten, bij de betreffende keuring worden geüpload. De Relatics omgeving vormt het omhullende Building Information Model. Binnen dit model bevindt zich alle benodigde informatie, waaronder de 3D modellen. Informatie, die in het gehele bouwproces kan worden gebruikt. Het werken volgens deze drie stappen helpt om de informatie goed te analyseren, beheren en te gebruiken. De informatie is altijd actueel en voor iedereen beschikbaar. Hierdoor ontstaat een eenvoudigere communicatie, wat de samenwerking ook verbetert. Daarnaast wordt het project toegankelijker voor mensen die minder bekend zijn in de bouw. Zowel de duidelijke, transparante
informatiestroom uit Systems Engineering, als de totale visualisatie vanuit BIM geeft inzicht in het project. Hierdoor zijn fouten, door alle partijen, vroegtijdig in te zien en te verhelpen. Een reducering van fouten en een betere samenwerking en communicatie vormt uiteindelijk de sleutel tot het verminderen van de faalkosten en het verkrijgen van een kwalitatief goed product. Een stap in de goede richting om de bouw weer volledig boven het woeste water van de stagnerende economie te laten prijken.
Literatuur: bron 1. Corporaties in ban van Fyra denken. (2013). h t t p : / / w w w. c o b o u w. n l / n i e u w s / e c o n o mie/2013/03/20/corporaties-in-ban-van-fyradenken bron 2. Jongman, V. (juni 2013). Systems Engineering en BIM. Enschede: Saxion Hogescholen. bron 3. Honour, E.C. (z.d) Understanding the value of Systems Engineering.
Virtuele laboratoria Edwin Dado, Nederlandse Defensie Academie Eddie Koenders, Technische Universiteit Delft Sinds de mens heeft geleerd om met symbolen een bepaalde expressie of betekenis uit drukken bestaat de wens om kennis vast te leggen en deze over tijd en plaats te distribueren. Mozes gebruikte hamer en beitel en stenen tafels om de tien geboden vast te leggen voor het nageslacht. Papyrus werd later door de Egyptenaren gebruikt als een methode om kennis te verschepen (via een boodschapper) van de ene locatie naar de andere. In feite is er sinds dien weinig veranderd in de wijze waarop kennis wordt vastgelegd en gedistribueerd over tijd en plaats. Alleen de hulpmiddelen zijn veranderd. De hamer en beitel zijn vervangen door de tekstverwerker. De stenen tafel en papyrus zijn vervangen door de harddisk. De boodschapper is vervangen door e-mail. Nieuwe hulpmiddelen leiden ook tot nieuwe mogelijkheden. Zoals prof. van Breugel in zijn inauguratierede getiteld ‘Van Vitruvius tot Virtueel Lab’ (uit 2000!) heeft verwoord is dat nieuwe ontwikkelingen – met name die in de Internet arena – kunnen leiden tot een volledige nieuwe manier om kennis ter beschikking te stellen die veel verder gaat dan het eenvoudig vastleggen van kennis
in traditionele documenten of geïsoleerde computermodellen zoals in meeste gevallen nu het geval is. Van Breugel gebruikte de term ‘Virtueel Laboratorium’ om dit idee vorm te geven. Achtergrond Op nationaal en internationaal niveau zijn diverse initiatieven ontplooid op het terrein van kennisdistributie via het Internet. Met de acceptatie van het Internet als communicatie infrastructuur zijn deze initiatieven al jaren geleden geïnitieerd en oplossingen ontwikkeld. Zo zijn op universitaire schaal initiatieven ontwikkeld op het gebied van kennisdistributie via zogenaamde ‘Kenniscentra. De nadruk bij deze centra ligt op het aanbieden van breed georiënteerde domeinkennis via het ontsluiten van ‘gesloten’ databases zoals bijvoorbeeld aanwezig bij de centrale bibliotheken van de drie technische universiteiten. Vanuit de industrie hebben initiatieven zich hoofdzakelijk gericht op de ontwikkeling van zogenaamde ‘centrale portalen’. Het betreft hier vaak portalen voor het doorlussen van ‘kenniszoekers’ naar verschillende onderliggende websites met specifieke informatie en
Experience
Revit Architecture
now
Architectural software that works the way you do. Revit® Architecture 2008 works the way you think, letting you create naturally and design freely. Mirroring the real world, it treats information in terms of the entire building, rather than separate floors, sections or elevations. And because it’s purpose-built for
building information modelling (BIM), any changes you make, anywhere, are automatically updated throughout your project. The result: your design and documentation stay co-ordinated, consistent and complete.
Customisable reseller call to action here. Customisable reseller call to action here. Reseller Company Name Address, Address Address, Postcode www.reseller.co.uk Tel: 123.456.7890 Fax: 123.456.7890
Supplier logo here
Autodesk and Revit are registered trademarks of Autodesk, Inc., in the USA and/or other countries. All other brand names, product names, or trademarks belong to their respective holders. Autodesk reserves the right to alter product offerings and specifications at any time without notice, and is not responsible for typographical or graphical errors that may appear in this document. © 2007 Autodesk, Inc. All rights reserved.
kennis. In de Verenigde Staten en Japan zijn initiatieven ontwikkeld voor het ontwikkelen van ‘Virtuele Laboratoria’. Hierbij wordt specifieke kennis (vaak het resultaat van onderzoek op universiteiten) via technologische producten (bijvoorbeeld simulatiemodellen) aangeboden aan de industrie (vaak op een commerciële basis). In Tabel 1 is een overzicht gegeven van de initiatieven met kenmerken en enkele voorbeeld sites.
web toegankelijk is gemaakt (zie Figuur 2).
Tabel 1. Rubricering gelijkende initiatieven op het gebied van kennisdistributie. Systeemidentificatie Kenniscentra
Kenmerken
• • •
Centrale portaal
• • •
Virtuele laboratoria
• • •
Voorbeeld sites
Ontsluiten kennis in gesloten databases Gericht op documenten Gericht op brede doelgroep
www.library.tudelft.nl www.utwente.nl/ub/ http://w3.tue.nl/nl/diensten/bib
Gericht specifieke kennisthema’s Verzameling websites Gericht op specifieke doelgroep
http://www.inkoopportal. com/ http://www.juridischkennisportaal.nl/
Kennisaanbod via gesloten systeem Gericht op technologische producten Gericht op specifieke doelgroep
http://vcctl.cbt.nist.gov/ http://concrete.t.u-tokyo. ac.jp/en/demos/ducom/
Het NIST (National Institute of Standards and Technology) uit Amerika wordt beschouwd als de grondlegger van het concept Virtuele Laboratoria voor (composiete) materialen in de bouw. Hun Virtual Cement and Concrete Testing Laboratory (VCCTL) was de blauwdruk voor andere Virtuele Laboratoria voor composiete bouwmaterialen wereldwijd. Het doel van het VCCTL word op de NISTwebsite als volgt beschreven: The purpose of VCCTL is to provide a webbased platform for a virtual testing laboratory that can be used by concrete scientists, engineers, and technologists to explore the properties of cement paste and concrete materials. With this software, the user can • create virtual materials, using carefully characterized cement powders, supplementary cementitious materials, and aggregates, • simulate the curing of these materials, and • calculate their thermal, mechanical, and transport properties as a function of curing conditions. De eerste versie van het VCCTL (versie 1.0 uit 2001) was niet meer dan een collectie van websites waar kennis in de vorm van documenten en (te downloaden) software modules via het web beschikbaar is
gemaakt voor eindgebruikers. De huidige versie 2.2 is een stand-alone applicatie en gratis beschikbaar voor educatieve doeleinden via http://www.nist.gov/el/building_
materials/evcctl.cfm.
Ontwikkelingen TU Delft Met het VCCTL van het NIST als referentie zijn de beide auteurs van dit stuk gestart met de ontwikkeling van een Virtueel Laboratorium voor cementgebonden composiete materialen in 2004. De initiële doelstelling van dit project was vergelijkbaar met die van het VCCTL, namelijk het toegankelijk maken van kennis en simulatiemodellen voor andere onderzoekers en bedrijfsleven. Het simulatiemodel Hymostruc is een voorbeeld van een simulatiemodel dat via het
Mede door de snelle ontwikkelingen in de ICT en door veranderde wensen en eisen van eindgebruikers is het concept Virtual Laboratorium en de doelstelling van het project regelmatig aangepast. De huidige keywords zijn: ‘modelintegratie’ en ‘gedistribueerde omgeving’. Met modelintegratie wordt de mogelijkheid bedoeld om complementaire (simulatie-)modellen aan elkaar te koppelen zodat zij ‘gezamenlijk’ rekenwerk kunnen verrichten. In feite komt het er op neer dat deze simulatiemodellen worden voorzien van ‘interfaces’ waarmee het mogelijk wordt om onderling de relevante resultaten of bepaalde parameters aan elkaar door te geven of bepaalde deelroutines aan te roepen. Veel van de ontwikkelde simulatiemodellen zijn het resultaat van onderzoeksprojecten uitgevoerd door universiteiten en onderzoeksinstellingen. In de regel zijn zij eigenaar van deze simulatiemodellen en vindt de verdere ontwikkeling en onderhoud vaak in eigen beheer plaats. Voor modelintegratie is het derhalve van belang dat de uitwisseling van de resultaten, parameters en het aanroepen van deelroutines kan plaatsvinden in een (open) gedistribueerde omgeving. De infrastructuur daarvoor is beschikbaar, namelijk het Internet. In dat kader spreken we liever over een netcentrisch omgeving waarbij een Virtueel Laboratorium als volgt is gedefinieerd: A netcentric virtual laboratory is considered as a part of an evolutionary, complex community of people (users), devices, experimental data and (computational) simulation models and supporting computer tools that are interconnected by the internet. De technologie Figuur 3 geeft de basisgedachte weer van de huidige ontwikkeling van een Virtueel Laboratorium omgeving voor cementgebonden composiete materialen aan de TU Delft conform de hierboven vermelde definitie. Figuur 3. Basisgedachte netcentric Virtual Laboratorium omgeving.
Technologisch gezien is een netcentric Virtual Laboratorium omgeving een netwerk van kennis knooppunten waarachter de feitelijke kennisaanbieders schuil gaan. Een kennisknooppunt is een softwarelaag tussen het fysieke Internet en de computer/server van de kennisaanbieder. Deze software laag vormt de zogenaamde ‘middleware’ en bestaat uit één of meer Web Services. Deze Web Services bieden een eenvoudig, flexibel, op Internet standaarden gebaseerd model voor het koppelen van databases, simulatiemodellen en ondersteunende computer tools via de bestaande infrastructuur
Agenda 2014
Figuur 3 Basisgedachte netcentric Virtual Laboratorium omgeving.
20 februari BIM en GIS operabiliteit 20 maart 2014 Bespreken groot BIM project ALV 20 april 2014 BIM en uitvoering samen met Stubeco 12 juni 2014 BIM en de rol van de model leur deel 2 25 september 2014 Mobiel werken, Apps en Augmented Reality 30 oktober 2014 Excursie timmerfabriek 27 november 2014 Beheer en Onderhoud 11 december 2014 Excursie naar staalfabriek
van het Internet. De eerder genoemde ‘interfaces’ worden op dit niveau gedefinieerd en geimplementeerd. Bij het ontwikkelen van de eerste prototypes is voor de implementatie gebruik gemaakt van state-of-the-art technologie waaronder HTML5, CSS3 and JavaScript voor de front-end en de RESTful API en AJAX Calls voor de back-end. Voor de ‘interoperability’ zaken wordt momenteel gekeken naar de toepassing van de belangrijkste concepten van het Semantic Web, waaronder de toepassing van ontologieën op basis van XML/OWL. DelftCode Recentelijk is begonnen met het ontwikkelen van de eerste onderzoeksprototypen die als belangrijkste doel hebben om aan te tonen dat de hierboven genoemde concepten met de genoemde technologieën ook in werkelijkheid te realiseren zijn. Het eerste werkende prototype heeft aangetoond dat het mogelijk is om tussen verschillende complementaire simulatiemodellen de relevante resultaten of bepaalde parameters tussen verschillende schaalniveaus uit te wisselen waardoor het mogelijk is om het gedrag van cementgebonden composiete materialen op verschillende schaalniveaus te simuleren (multi-scale simulatie). In Figuur 4 is de onderliggende workflow voor de eindgebruiker weergegeven. De workflow geeft de interacties weer zoals uitgewerkt in The DelftCode, en representeert het prototype zoals dat in ontwikkeling is bij de TU Delft. Figuur 5, 6 en 7 tonen screenshots van de ontwikkelde front-ends.
Figuur 4. De workflow voor multi-scale simulatie.
Gerefereerde en geraadpleegde literatuur en websites Dado, E, Koenders, E. en Carvalho, D. (2012). Netcentric Virtual Laboratories for Composite Materials, Composites and Their Properties, Prof. Ning Hu (Ed.), ISBN: 978-953-51-0711-8, InTech, DOI: 10.5772/48705. Dado, E, Koenders, E. en Beheshti, R. (2009). Theory and Applications of Virtual Testing Environments in Civil Engineering, International Journal of Design Sciences and Technology, 16:2.
Advertorial
bim+ Reimaging The Building Industry
Op 5 november dit jaar is bim+ gelanceerd: een cloud gebaseerde open BIM server voor optimale samenwerking tussen de verschillende partijen betrokken bij een BIM project. Bim+ is een open platform bedoeld om het bouwen sneller en beter te laten verlopen. Het biedt een eenvoudige manier om informatie op te slaan, te visualiseren en met elkaar te verbinden. bim+ is een cloud-gebaseerde service voor iedereen die betrokken is bij het ontwerpen, bouwen en onderhouden van bouw projecten.Het combineert alle informatie van een project en geeft de mogelijkheid deze met anderen te delen, te visualiseren en interactief te werken met 3D modellen en 2D tekeningen overal op elk gewenst moment met gebruikmaking van een iPad, laptop of PC. bim+ verbetert en versnelt de samenwerking tussen alle partijen betrokken bij het bouw project en zorgt ervoor dat iedereen dezelfde actuele informatie ter beschikking heeft. bimOS is de kern van bim+. Hier wordt de informatie op een intelligente (semantic) manier opgeslagen en zijn er speciale functies ter beschikking om het BIM proces te ondersteunen zoals: revisie management, status/progres management, rechten en rollen, issue management, verbinden van de verschillende modellen komende van de verschillende vakdisciplines. Bim+ is gebaseerd op de open standaard IFC voor import van modellen. Maar ook SketchUp wordt ondersteund. De verschillende vakdisciplines (Architectuur, Bouwkundig, Installatie techniek etc. ) kunnen hun modellen via Ifc in bimOS laden. In bimOS worden deze modellen samen genomen om een zogenaamd geaggregeerd model te verkrijgen. Een rechten en rollen systeem is beschikbaar om vast te leggen wie welke modellen mag zien, importeren en eventueel informatie toe mag voegen. Hiermee wordt voorkomen dan iedereen
overal maar informatie kan wijzigen, toevoegen of inzien, dat zou de betrouwbaarheid van de informatie niet ten goede komen.
Via beschikbare APP’s op een iPad, een webviewer (gebaseeerd op webGL) of een desktop applicatie kunnen de modellen gevisualiseerd worden of informatie opgevraagd worden. Via een collision checker worden clashes gedetecteerd. Een zogenaamde Issue Manager is beschikbaar waarmee issues in ontwerp, constructie of onderhoudsfase vastgelegd en opgelost kunnen worden. Via een speciale iPad app kunnen foto’s op de bouwplaats gemaakt worden van onvolkomenheden en deze kunnen gekoppeld worden aan het 3D model. Vervolgens wordt een verantwoordelijke aangewezen en een termijn vastgelegd waarbinnen het probleem opgelost moet worden. Automatisch wordt een mail verzonden naar de verantwoordelijke waarin het issue beschreven staat inclusief de foto. Via status management kan de voortgang van het issue gevolgd worden. Het is mogelijk attributen toe te kennen aan bouwelementen, aan bouwdelen of aan het gehele project. Deze attributen kunnen bijvoorbeeld coderingen zijn voor kostberekeningen. Ook attachments kunnen gedefinieerd worden. Hiermee kunnen allerlei documenten gekoppeld worden aan 3D modellen zoals specificaties. Daarnaast kunnen hyperlinks gedefinieerd worden waarmee externe applicaties gekoppeld kunnen worden aan bim+. Zo kunnen ook hyperlinks gelegd worden tussen bim+ en een document management systemen in plaats van het opslaan van documenten in het bimOS platform.. Maar ook b.v. planning applicaties kunnen via deze hyperlink gekoppeld worden aan de 3D modellen. Revisie management om revisies van de modellen bij te houden is op korte termijn beschikbaar. Bij elke upload van een model kan dan aangeven worden of het een nieuwe revisie is of dat het bestaande model overschrijven moet worden. Daarnaast is er een open API (web gebasseerd) beschikbaar. Hiermee kunnen eigen appli-
caties (zoals iPad app, web applicaties of desktop applicaties) geschreven worden die volledig geintegreerd zijn met het bimOS platform. Deze apps kunnen vervolgens in onze shop ter beschikking gesteld worden aan een ieder die gebruikt maakt van bim+. U bepaalt zelf wat voor kosten u hiervoor in rekening brengt. Onze app store zal deze apps dan aanbieden en zorgen voor de financiele afhandeling. Bim+ heeft verschillende apps beschikbaar.
Met deze apps kunt u de services die bim+ u biedt gebruiken zoals: visualisatie, verkrijgen van informatie, Issue management. Bim+ is nu beschikbaar in beta. Komende periode zullen vele nieuwe functionaliteiten beschikbaar komen. In de beta fase is het gebruik van bim+ kostenloos. Test het zelf en ga naar www.bimplus.net en maak een account aan, nodig mensen uit, laad uw model in de cloud en deel het model met uw team genoten via onze webviewer of iPad viewer. Begin 2014 zal ook de issue manager officieel gereleased worden. Voor vragen kunt u mailen naar: herman.
[email protected]
Connect & Construct makkelijkere informatieuitwisseling in de bouw De Europese Commissie probeert met projecten in verschillende sectoren (bijv. Automobielindustrie, voedselindustrie) de digitale informatieuitwisseling te stimuleren, met het oogmerk op het midden- en kleinbedrijf (MKB). Ook in de bouwsector loopt een project, onder de naam Connect & Construct. Hoofdaannemer Capgemini Consulting werkt hierin samen met een aantal onderaannemers, waaronder ARCADIS Nederland BV. Problemen en oplossingen In een omvangrijke marktanalyse en workshops met experts uit heel Europa zijn de meest voorkomende problemen met betrekking tot informatieuitwisseling in de bouw geïnventariseerd. Hierbij zijn drie groepen van problemen geïdentificeerd: 1. Problemen veroorzaakt door bestandsformaten, zoals het verspreiden van informatie op papier of als PDF in plaats van het (intelligente) bronbestand. 2. Semantische problemen veroorzaakt door verschillende definities, standaarden en bibliotheken. 3. Procesmatige problemen, zoals onduidelijke afspraken over uitwisselmomenten.
3. 4.
seerd op de BIM server), die uitwisseling van deze modellen op objectniveau mogelijk maakt. Een service interface waardoor DMS en modellenserver voor software rechtstreeks benaderbaar zijn. Een webinterface voor toegang tot DMS en modellenserver en daarmee het uploaden, downloaden en bekijken van informatie. Het webinterface bevat tevens hulpmiddelen voor de proceskant (bijv. een agenda, workflowmanagement voor documenten en templates voor een communicatieplan).
4.
Het project heeft niet als doel om nieuwe standaarden of oplossingen te gaan ontwikkelen, maar maakt gebruik van bestaande standaarden en koppelt bestaande oplossingen. Op het gebied van de semantiek lopen veel initiatieven, hieruit is echter tot op heden geen Europese standaard voortgekomen. Het Connect & Construct project richt zich daarom, ook gezien de beperkte tijd binnen het project, op punt 1 en 3. Kern van de oplossing is een online-platform voor het elektronisch samenwerken (e-collaboration).
Dit platform bestaat uit vier bouwstenen: 1. Een documentmanagementsysteem (gebaseerd op Alfresco) voor centrale opslag van alle bestandsgebaseerde informatie. Het DMS biedt versiebeheer en toegangsrechten. 2. Een server voor IFC modellen (geba-
Webinterface voor DMS
bestaande software hoeven aan te passen. Het enige dat nodig is, is een internetverbinding. Bedrijven met weinig ervaring in het digitaal samenwerken kunnen zo op een laagdrempelige manier en aan de hand van kant-en-klare templates leren hoe handig digitale informatieuitwisseling vorm te geven. Bedrijven met veel ervaring kunnen gemakkelijker aansluiting vinden bij bedrijven die nog niet zo ver zijn. Doe mee met de pilots! Het ontwikkelde platform wordt in twee rondes van pilots getest. De eerst ronde is reeds van start gegaan, de tweede ronde volgt in maart 2014. Het Connect & Construct project is hiervoor op zoek naar bedrijven die interesse hebben om mee te doen om het platform gratis te testen. Hiervoor is geen nieuwe software of investering in ICT tools vereist. De pilots hebben de volgende doelen: • De functionaliteit van het platform in verschillende scenario’s demonstreren; • Meer inzicht in de meerwaarde van het platform voor bedrijven in de bouwsector te verkrijgen. Gedurende de pilots ontvangen deelnemers hulp bij het starten of verbeteren van hun digitale informatieuitwisseling. De pilots worden geëvalueerd, wat deelnemers de kans geeft hun bevindingen te delen. Dit feedback zal leidend zijn in de verdere doorontwikkeling van het plat-
Viewer voor IFC modellen Voordelen van het Connect & Construct platform Door het Connect & Construct platform te gebruiken kunnen bouwbedrijven gemakkelijker digitaal informatie uitwisselen met andere bedrijven, zonder dat zij daarvoor nieuwe software hoeven te kopen of
form. Als u interesse heeft om deel te nemen, neem dan contact op via
[email protected]. Meer informatie over het project is op onze website www.connectandconstruct.eu te vinden.
Colofon
Column
Stumico Nieuwsbrief is een officiële uitgave van de Studievereniging voor Microcomputers.
Wanneer worden wij ons eigen wachtwoord?
Missie Stumico heeft als missie om voor en door haar leden richtinggevend te zijn in bouw-ICT, waarbij wij de volgende twee strategische doelstellingen willen bereiken:
Aan het einde van een jaar is iedereen weer druk bezig om zowel de lopende business af te ronden, als de nieuwe plannen voor 2014 op te stellen. Bij dat plannen is het belangrijk om rekening te houden met trends die onze werk- en leefomgeving gaan beïnvloeden. Nu ben ik niet van plan om via deze column de indruk te wekken een trendwatcher te zijn, maar door mijn vak als PR- en marketingadviseur kom ik wel vaak in een vroegtijdig stadium in aanraking met nieuwe ontwikkelingen. Eentje daarvan heeft mij als zo vanzelfsprekend getriggerd, dat ik die op de valreep van 2013 nog graag met jullie wil delen. Namelijk het gebruik van biometrische identificatiemethodes om identiteitsdiefstal en -fraude te voorkomen.
1. Hèt kennis- en praktijkplatform voor ICT in de bouw, de traditionele rol van Stumico. Een vereniging van en voor praktijkmensen die actief zijn in het bouwproces, om te leren van elkaars ervaring. 2. Richtinggevend in bouw-ICT, de nieuwe doelstelling vanaf 2013. Hierbij gaat het om het mede-bepalen van de strategische sectorale agenda, stellingname en meningen over actuele thema’s en toegepast onderzoek. Fundament van dit alles is nadrukkelijk de praktijkervaring van Stumico-leden. Statement Het plaatsen van een logo, advertentie, of een artikel waar een product wordt beschreven betekent niet dat Stumico een voorkeur uitspreekt voor de genoemde leverancier en/of producten Bestuur Voorzitter • Ruud van Tongeren Penningmeester • Frens Pries Secretaris • Herman Oogink Leden • Edwin Dado • Hans Galjaard • Bastiaan de Bevere • Nico Ruikes Secretariaat Postbus 411 2800 AK Gouda
[email protected] Lidmaatschap Aan- en afmeldingen of wijzigingen kunnen schriftelijk of via E-mail aan het secretariaat worden doorgegeven Website
www.stumico.nl
De combinaties van gebruikersnamen en wachtwoorden waarmee mensen inloggen op ICTsystemen en een snelgroeiend aantal websites, worden een steeds gevaarlijkere zwakke schakel voor de beveiliging. Uit gegevens die minister Plasterk dit jaar naar de Tweede Kamer stuurde blijkt dat identiteitsfraude vaker voorkomt dan tot nu toe gedacht. In de periode van 2007 tot en met 2012 heeft 13,3% van de Nederlandse bevolking hiermee te maken gehad, waarvan alleen in 2012 al zo’n 670.000 tot 870.000 mensen. De geleden schade lag vorig jaar tussen de 390 en 510 miljoen euro. De groei van de laatste jaren komt door het snel toenemend gebruik van cloudservices en online betalingen. Behalve voor de betreffende personen is identiteitsfraude tevens bedreigend voor de bedrijven waar zij werken, omdat er ook criminelen zijn die interesse hebben in bedrijfsinformatie, of het manipuleren van transacties en betalingen. Mensen die veel digitaal werken en op Internet surfen, gebruiken gemiddeld vijf combinaties van namen en wachtwoorden om de risico’s en gevolgen van diefstal of verlies te spreiden. Behalve dat deze in ICT-systemen moeten worden beheerd, vergeten mensen die combinaties met enige regelmaat en zijn er dus ook weer oplossingen nodig om op een veilige manier nieuwe wachtwoorden uit te geven. Al met al, een sterk verouderde manier van werken, die niet veilig en onnodig kostbaar is! Een aanzienlijk veiligere methode is het identificeren van mensen op basis
van hun unieke biometrische kenmerken. Zoals de bekende vingerafdruk, maar ook ons gezicht, of alleen de ogen, onze stem en ga zo nog maar even door. Iedereen kent die toepassingen al uit science fiction films of spannende series met geheimagenten. Vingerafdrukidentificatie is al 15 jaar commercieel beschikbaar, maar desondanks nog amper doorgedrongen. Wellicht gaat dat veranderen als Apple de technologie van het overgenomen Authentic breder gaat toepassen dan alleen in de nieuwste iPhone. Een vingerafdruk is zowel een veel veiliger als makkelijker te gebruiken identificatiemiddel, omdat je die altijd bij je draagt en nooit verliest. Uiteraard zijn er ook voorbeelden van fraude met gekopieerde vingerafdrukken en zelfs een uitgesneden oog in de film Da Vinci Code, maar die zijn uitzonderlijk en wegen niet op tegen het gebruiksgemak van biometrische identificatie. Deze technologie is inmiddels zo volwassen geworden dat ook het aderpatroon onder een vingerhuid wordt mee gescand, terwijl biometrisch identificeren tevens te combineren is met de al bekende sms-codes. Dus als onderdeel van multi-factor authenticatie. Volgens mij gaat biometrische identificatie als beveiligingsmethode in 2014 verder doorbreken. Wie daar meer over wil lezen kan ik de volgende links aanbevelen: www.vvbi.nl en http://id-me.com/biometricauthentication-is-reality-not-fiction/ Peter Gloudemans
DE DUITSE MARKTLEIDER IS IN NEDERLAND RFEM, TOPKWALITEIT REKENSOFTWARE VOOR EEN SCHERPE PRIJS ONTDEK WAT MEER DAN 7000 INGENIEURS AL WETEN: - eenvoudig gebruik van volu me-ele menten - superieure koppeling met MS Excel ® - duidelijke weergave van resultaten - snelle docu ment w izard - BIM functionaliteit met Allplan, Tekla, Revit, IFC en Inventor - plastisch rekenen in staal vooreindige elementen
WWW.RFEM.NL
RFEM is een product van Ing.-Software Dlubal GmbH