Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Chemie Studiejaar

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Chemie Studiejaar 2015 – 2016

Deel 3

Beschrijving van het onderwijs De inhoud van dit deel maakt onverkort deel uit van de Onderwijs- en examenregeling (OER) die in deel 2 van dit opleidingsstatuut is opgenomen.

1

Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences 2015-2016

Deel 3 Beschrijving van het onderwijs Inhoud

Inhoudsopgave Curriculumoverzichten (voltijd) ......................................................................................................... 4 1.1

Samenstelling propedeutische fase (voltijd) ...................................................................... 4

1.2

Samenstelling postpropedeutische fase (voltijd) ............................................................... 5

1.3

Veiligheid ............................................................................................................................ 6

Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase ........................................... 7 OWE 1: Basiskennis voor het HLO .................................................................................................. 8 Toetsprogramma OWE 1: Basiskennis voor het HLO (BCM1) ...................................................... 11 OWE 2a: Basispraktijkvaardigheden Chemie, Biologie & Medisch .............................................. 19 Toetsprogramma OWE 2a: Basispraktijkvaardigheden Chemie, Biologie & Medisch (BMC2a)... 21 OWE 2b: Basistheorie Biologie en Medisch.................................................................................. 29 Toetsprogramma OWE 2b: Basistheorie biologie en medisch (BMC2b) ...................................... 31 OWE 2c: Basistheorie Chemie ...................................................................................................... 36 Toetsprogramma OWE 2c: Basistheorie chemie (BMC2c) ........................................................... 38 OWE 3: Organische chemie en polymeerchemie ......................................................................... 43 Toetsprogramma OWE 3: organische chemie en polymeerchemie (C3) ..................................... 46 OWE 4: Algemene Chemie: Chemische evenwichten en analytische chemie ............................. 64 Toetsprogramma OWE 4: Algemene Chemie: Chemische evenwichten en analytische chemie (C4)................................................................................................................................................ 67 Integrale Toets Propedeutische fase ............................................................................................ 90 Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen post-propedeutische fase ............................. 92 OWE 5: Analytische chemie: kwaliteitsborging, evenwichten en spectro ................................... 93 scopie ............................................................................................................................................ 93 Toetsprogramma OWE 5: Analytische chemie: kwaliteitsborging, evenwichten en spectroscopie (C5/CD5) ....................................................................................................................................... 96 OWE 6: Synthese van natuurproducten: feromonen ................................................................. 110 Toetsprogramma OWE 6: Synthese van natuurproducten: feromonen (C6 of CD6) ................. 114 OWE 7: Organische en analytische chemie: aromatische chemie en chromatografie .............. 128 Toetsprogramma OWE 7: Organische en analytische chemie: aromatische chemie en chromatografie (C7 of CD7) ........................................................................................................ 132 OWE 8: Biobased polymeren ...................................................................................................... 145 Toetsprogramma OWE 8: Biobased polymeren(C8 en CD8) ...................................................... 149 OWE 9: Polymeer- en Organische Chemie; Voorbereiding onderzoek ...................................... 176 Toetsprogramma OWE 9: Polymeer- en Organische Chemie; Voorbereiding onderzoek (C9) .. 180 OWE 10: Polymeer- en Organische chemie: Toegepast onderzoek ........................................... 197 Toetsprogramma OWE 10: Polymeer- en Organische chemie: Toegepast onderzoek (C10)..... 200

2


Deel 3 Beschrijving van het onderwijs Inhoud

OWE 11: Analytisch chemisch onderzoek: kwaliteitsborging en optimalisatie ......................... 216 Toetsprogramma OWE 11: Analytisch chemisch onderzoek : kwaliteitsborging en optimalisatie(C11 of CD11) ......................................................................................................... 219 OWE 12: Analytische chemie: methodeontwikkeling en literatuuronderzoek .......................... 238 Toetsprogramma OWE 12: Analytische chemie: methodeontwikkeling en literatuuronderzoek (C12 of CD12) .............................................................................................................................. 242 OWE 13: Stage Chemie ............................................................................................................... 261 Toetsprogramma OWE13: stage chemie (C13) .......................................................................... 263 OWE 14: Afstudeeropdracht chemie.......................................................................................... 282 Toetsprogramma OWE 14: afstudeeropdracht chemie (C14) .................................................... 285 Integrale Toets afstudeerfase Chemie ....................................................................................... 312 Verkorte programma’s ................................................................................................................... 314 Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden ................. 316 Minor Discovery, Analysis & Production of Biomolecules.......................................................... 317 Toetsprogramma ASC-M-PB: Minor Discovery, Analysis & Production of Biomolecules .......... 319 Minor Molecular Plant Biology ................................................................................................... 337 Toetsprogramma Minor Molecular Plant Biology (ASC-M-PL) ................................................... 341 Minor Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek ................................................................ 358 OWE R15: Researchminor .......................................................................................................... 360 Toetsprogramma OWE RM15: Researchminor (BMCBi-RM15) ................................................. 362 OWE R30: Researchminor .......................................................................................................... 378 Toetsprogramma OWE RM30: Researchminor (BMCBi-RM30) ................................................. 380 Minor Nanotechnologie.............................................................................................................. 400 Toetsprogramma Minor Nanotechnologie (ASC-M-NT) ............................................................. 402 Opsomming onderwijseenheden van AD-graad naar Bachelorgraad............................................ 404 Eindkwalificaties HBO-bachelorgraad ............................................................................................ 404

3


Deel 3 Beschrijving van het onderwijs Curriculumoverzichten

Curriculumoverzichten (voltijd) 1.1 Samenstelling propedeutische fase (voltijd) Conform artikel 4.1 lid 1 en artikel 6.1 lid 1 van de OER 1.

De propedeutische fase omvat per inrichtingsvorm als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 en per programma met een bijzondere eigenschap als bedoeld in artikel 3.1 lid 3 de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast: A. Voltijds Niveau 1 a. OWE 1: BMC1 (7,5 studiepunten) b. OWE 2a: BMC2a (7,5 studiepunten) c. OWE 2b: BMC2b (7,5 studiepunten) d. OWE 2c: BMC2c (7,5 studiepunten) e. OWE 3: C3 (15 studiepunten) f. OWE 4: C4 (15 studiepunten) B. Deeltijd Niveau 1 a. OWE 1: BMC1 (7,5 studiepunten) b. OWE 2a: BMC2a (7,5 studiepunten) c. OWE 2b: BMC2b (7,5 studiepunten) d. OWE 2c: BMC2c (7,5 studiepunten) e. OWE 3: C3 (15 studiepunten) f. OWE 4: C4 (15 studiepunten) Overzicht propedeuse voltijd Periode 1

Periode 2

Periode 3

BMC1, BMC2a 2x 7,5 stp BMC2b of BMC2c 7,5 stp

C3 15 stp

BMC2b of BMC2c 7,5 stp

Periode 4 C4 15 stp

Overzicht propedeuse deeltijd Periode 1

periode 2

periode 3

BMC1, BMC2a, BMC2b, BMC2c 4x 7,5 stp

C3 15 stp

periode 4 C4 15 stp

De volledige propedeuse wordt niet aangeboden in deeltijd variant, alleen de verkorte route MLO of VWO (zie punt 4 Verkorte routes). Voorafgaand aan de deeltijdopleiding is deelname aan de basiscursus chemie verplicht waarin de onderdelen van BMC1 worden getoetst. De deeltijdopleiding (m.u.v. minor, stage en afstudeeropdracht) wordt aangeboden in de vorm van Elearning. Studenten zijn niet verplicht zich aan deze jaarplanning te houden.

4



1.2 Samenstelling postpropedeutische fase (voltijd) Conform artikel 4.1 lid 1 en artikel 6.1 lid 1 van de OER De postpropedeutische fase van de opleiding omvat per inrichtingsvorm als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 en per programma met een bijzondere eigenschap als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studielast en niveau: A. Voltijds Chemie Niveau 2 a. OWE 5: C5 (15 studiepunten) b. OWE 6: C6 (15 studiepunten) c. OWE 7: C7 (15 studiepunten) d. OWE 8: C8 (15 studiepunten) Niveau 3 Afstudeerrichting Organische chemie: e. OWE 9: C9 (15 studiepunten) f. OWE 10: C10 (15 studiepunten) g. OWE 13: C13 (30 studiepunten) h. OWE 14: C14 (30 studiepunten) Afstudeerrichting Analytische chemie: i. OWE 11: C11 (15 studiepunten) j. OWE 12: C12 (15 studiepunten) k. OWE 13: C13 (30 studiepunten) l. OWE 14: C14 (30 studiepunten) B.

Deeltijd Chemie Niveau 2 a. OWE 5: CD5 (15 studiepunten) b. OWE 6: CD6 (15 studiepunten) c. OWE 7: CD7 (15 studiepunten) d. OWE 8: CD8 (15 studiepunten) Niveau 3 Afstudeerrichting Analytische chemie: e. OWE 11: CD11 (15 studiepunten) f. OWE 12: CD12 (15 studiepunten) g. OWE 13: C13 (30 studiepunten) h. OWE 14: C14 (30 studiepunten)

A: Overzicht postpropedeutische fase voltijd Chemie 2e

jaar

3e jaar

4e jaar

Afstudeerrichting Organische chemie Afstudeerrichting Analytische chemie

periode 1 periode 2 C7 C5 15 stp 15 stp C9 C10 15 stp 15 stp Minor of stage (C13) 30 stp Minor, stage (C13) of afstudeeropdracht (C14) 30 stp

5

periode 3 periode 4 C6 C8 15 stp 15 stp Minor of stage (C13) 30 stp C11 C12 15 stp 15 stp Minor of afstudeeropdracht (C14) 30 stp



B: Overzicht postpropedeutische fase deeltijd Chemie periode 1 1e

periode 2

periode 3

periode 4

jaar

CD7, 15 stp

CD5, 15 stp

2e jaar

CD6, 15 stp

CD8, 15 stp

3e jaar

CD11, 15 stp

CD12, 15 stp

4e

jaar

Minor of stage (C13), 30 stp

5e jaar 6e

Minor, stage (C13) of afstudeeropdracht (C14), 30 stp

jaar

Minor of afstudeeropdracht (C14), 30 stp

De volledige propedeuse wordt niet aangeboden als deeltijd variant, alleen de verkorte route MLO of VWO (zie punt 4 Verkorte routes). Voorafgaand aan de deeltijdopleiding is deelname aan de basiscursus chemie verplicht waarin de onderdelen van BMC1 worden getoetst. De deeltijdopleiding (m.u.v. minor, stage en afstudeeropdracht) wordt aangeboden in de vorm van e-learning. Studenten zijn niet verplicht zich aan deze jaarplanning te houden.

1.3

Veiligheid

Indien studenten via vrijstellingen of andere regelingen in de postpropedeutische fase instromen zijn zij verplicht de workshop ‘Veilig werken in het laboratorium’ te volgen en met goed gevolg af te sluiten (zie bijlage 3 van het reglement examencommissie Applied Sciences).

6


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase

Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase Conform artikel 4.1 lid 2 van de OER

7



Titel OWE

OWE 1: Basiskennis voor het HLO

Code 1. Opleiding 2. Doelgroep

ECU 1: Basic knowledge for Life Sciences BMC1 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek / Chemie Voltijd en deeltijd studenten gezamenlijke propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek en Chemie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek

3. 4. 5. 6. 7. 8.

Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens

N.v.t. N.v.t. 7,5 stp 210 SBU OWE 1 is de eerste course van de opleiding, waarin basiskennis wordt aangeleerd of op niveau gebracht. Havo/VWO profiel Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid, MBO-diploma niveau 4.

9.

Algemene omschrijving

10.

Competenties

11.

Beoordelingscriteria

Deelname aan de workshop projectvaardigheden is verplicht. In OWE 1 komen vakken aan bod die essentieel zijn voor de opleiding. De basiskennis op het gebied van labrekenen, wiskunde en veiligheid staan centraal in deze OWE. Hiernaast maken studenten kennis met de Biobased Economy en de rol die chemie en life sciences daarin kunnen spelen. - Kwaliteitsbeheer - Samenwerken in een team Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren.

12.

Tentaminering

Deeltentamens

BMC1-Kvei BMC1-Klab BMC1-MapleTA BMC1-Kwis BMC1-Prv BMC1-Exc BMC1-FG1 BMC1-BEpos BMC1-BElec1 BMC1-BElec2

Weging Compensatiemogelijkheden

Instap-voorwaarden tentamen

Kennistoets veiligheid Kennistoets laboratoriumrekenen (Klab1 en Klab2) Opdrachten MapleTA (MapleTA1 en MapleTA2) Kennistoets wiskunde (Kwis1 en Kwis2) Projectvaardigheden (Prv) Opdracht Excel (Exc) Funct.Gespr.1 (FG1) Poster Biobased economy Gastcollege 1 Biobased economy Gastcollege 2 Biobased economy

Klab = Klab2, maar als Klab1 ≥ 5,5 dan is Klab = Klab2 +1 Kwis = Kwis2, maar als Kwis1 ≥ 5,5 dan is Kwis = Kwis2 +1 Klab1 en Kwis1 zijn 1 jaar geldig Vóór deelname aan de kennistoets Kwis1 moeten de opdrachten MapleTA1 behaald zijn. Vóór deelname aan de kennistoets Kwis2 moeten de opdrachten MapleTA1 en 2 behaald zijn. Klab moet ≥ 5,5 zijn.

8


Frequentie (deel)tentamens


Kwis moet ≥ 5,5 zijn. Kvei moet ≥ 5,5 zijn voor aan het practicum van het tweede jaar begonnen kan worden. Projectvaardigheden moet afgevinkt zijn met voldaan. Opdracht Excel moet afgevinkt zijn met voldaan. Gastcollege 1 en 2 Biobased economy moeten afgevinkt zijn met voldaan. Poster Biobased economy moet afgevinkt zijn met voldaan. BMC1-Klab1 en Kwis1: periode 1 BMC1-Klab2 en Kwis2: periode 2, herkansing periode 3 BMC1-Kvei: periode 1, herkansing periode 2 BMC1-BElec1: periode 1 en/of 2 (6 colleges verspreid over periode 1 en 2) BMC1-BElec2: periode 1 en/of 2 (6 colleges verspreid over periode 1 en 2) BMC1-BEpos: periode 2, herkansing in overleg met docent (SLB) Voor deelname aan de gastcolleges Biobased economy zijn er 6 kansen in periode 1 en 2, hiervan moeten er 2 worden benut. In periode 3 en 4 zijn er geen kansen. Voor deelname aan de workshops en de deeltentamens Klab1 en Kwis1 is er één kans per studiejaar (OER art. 7.3). Deelname aan Klab1 en Kwis1 alleen mogelijk in het eerste jaar van inschrijving.

13.

Verplichte literatuur

14. 15. 16.

Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal

17. 18.

Activiteiten Werkvormen

De laatste druk van:  Douwes D. J. et al.,. Basisvaardigheden Wiskunde, Groningen: WoltersNoordhoff.  Verkerk G. et al.. BINAS informatieboek VWO HAVO Groningen: Noordhoff Uitgeverij.  Leven, I. van ‘t Veiligheid en milieu in laboratoria. Utrecht: Syntax Media.  Albers, F., Dictaat Laboratoriumrekenen, HAN LabArchives Tablet In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak Dichtheid Laboratoriumrekenen Percentages en fracties Atoommassa, molecuulmassa en formulemassa Mol en molmassa Molecuul- en verhoudingsformules Mengen en verdunnen Concentraties en verdunnen Rekenen aan reacties

9


Ondersteunend vak Wiskunde

Ondersteunend vak Veiligheid


Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Basisrekenregels Logaritmen Machten pH-berekeningen Goniometrie Gebroken vergelijkingen Kwadratische functies Differentiëren Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Gedragsregels in het laboratorium Inrichtingsaspecten laboratorium Hulpmiddelen: gezichtsbescherming, handschoenen, zuurkast en puntafzuiging Veiligheidsbegrippen: pictogrammen, R- en S-zinnen, MAC- en LD50-waarde, reukdrempel Werken met glaswerk, chemicaliën, bepaalde stoffen, brandbare stoffen, mengsels van stoffen, biologische agentia, gascilinders Werkwijze: zelfstudie en werkcollege

Ondersteunend vak: Workshops Maple TA

Ondersteunend vak: Workshop Excel

Ondersteunend vak: Communicatie Ondersteunend vak: Biobased economy 19.

Les- / Contacturen

Werken met Maple TA Het invoeren van antwoorden in Maple TA Regels omtrent Maple TA Werkwijze: werkcollege in computerlokaal Gegevens invoeren Formatteren Formules en functies Grafieken en trendlijnen Werkwijze: werkcollege in computerlokaal SCV-workshop Projectvaardigheden Werkwijze: training Basis biobased economy

Werkwijze: hoorcollege en gastcolleges Geprogrammeerde contacttijd: 8-9 lesuren per week, 68 lesuren per periode 1 = 51 klokuren 7-8 lesuren per week, 55 lesuren per periode 2 = 41 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: Periode 1 = 54 klokuren Periode 2 = 64 klokuren

20. 21.

Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers

Totaal: 210 klokuren Periode 1 en 2 n.v.t.

10



Toetsprogramma OWE 1: Basiskennis voor het HLO (BCM1) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek: Basiskennis OWE

Indicatoren


Waardering /

Deeltentamen Code: BMC1-Klab BMC1-Klab1 BMC1-Klab2

Examinator

Cesuur Kennis van laboratoriumrekenen:  kent de elementaire rekenregels en de voor het laboratorium belangrijke kernbetrekkingen;  heeft inzicht in de relaties tussen de verschillende kernbetrekkingen.

Naam: BMC1-Klab: Kennistoets laboratoriumrekenen BMC1-Klab1: Kennistoets 1 laboratoriumrekenen BMC1-Klab2: Kennistoets 2 laboratoriumrekenen Vorm: BMC1-Klab: Administratief BMC1-Klab1 en BMC1-Klab2: Individueel Schriftelijk

De student kan:  problemen in de context van laboratoriumwerk, met behulp van de elementaire rekenregels en de verschillende kernbetrekkingen, systematisch uitwerken;  problemen in de context van chemische reacties, met behulp van de verschillende kernbetrekkingen, systematisch uitwerken;  eenheden in elkaar omrekenen;  met behulp van de dichtheid van een oplossing het volume en de massa berekenen;  rekenen met percentages en fracties;  de atoommassa, molecuulmassa en formulemassa van een stof uitrekenen;  rekenen met mol en molmassa;  molecuul- en verhoudingsformules van een stof uitrekenen;  de concentratie van een stof berekenen na mengen en verdunnen;  rekenen aan reacties.

Toetsmatrijs: Omrekenen van eenheden ca. 10% Isoleren van eenheden ca. 10% Dichtheid, percentage en fractie ca. 10% Mol en molmassa ca. 20% Mengen en verdunnen ca. 20% Molecuul- en verhoudingsformule ca. 10% Rekenen aan reacties ca. 20%

Klab: één examinator voor de beoordeling. Klab1 en Klab2: 2 examinatoren voor de constructie en de evaluatie. Eén examinator voor de beoordeling (Theoriedocent labrekenen).

Klab: Klab = Klab2, maar als Klab1≥5,5; dan is Klab = Klab2 + 1. Klab1 en Klab2: - Vragen over de verschillende onderwerpen zijn representatief verdeeld over de toets. - 55% van de punten moet behaald zijn voor een voldoende (5,5). Deelname aan Klab1 is alleen mogelijk in het eerste jaar van inschrijving.

Weging: BMC1-Klab: 1 BMC1-Klab1: 0 BMC1-Klab2: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: BMC1-Klab: 5,5 BMC1-Klab1: 0 BMC1-Klab2: 0 Code:

Kennis van wiskunde.

De student beheerst de volgende basiswiskunde:

11

Per opdracht: 80% van de vragen juist =

Eén examinator voor de


 rekenen: schattend rekenen, werken met breuken;  machten, positieve en negatieve gehele exponenten en gebroken exponenten;  ontbinden in factoren en haakjes wegwerken;  goniometrie in een driehoek, graden en radialen.  Verder: de student:  kan grafieken van goniometrische functies tekenen en in concrete gevallen amplitude, periode, frequentie en evenwichtsstand van de functie bepalen;  begrijpt dat een letter in een formule een variabele voorstelt en kan hiermee rekenen;  kan bij een functievoorschrift een grafiek tekenen, als het om een eerstegraads, tweedegraads, gebroken functie of machtsfunctie gaat en markante punten (zoals snijpunten met de X-as en Y-as) berekenen;  kan de vergelijking van een lijn opstellen;  kan met de abc-formule werken;  herkent exponentiële en logaritmische functies en kan ermee werken;  kan de afgeleide bepalen van machtsfuncties, goniometrische functies, exponentiële en logaritmische functies.

BMC1-MapleTA1 BMC1-MapleTA2 Naam: Opdrachten MapleTA Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: BMC1-MapleTA1: 0 BMC1-MapleTA2: 0 Beoordeling: Voldaan/Niet voldaan Ondergrens: BMC1-MapleTA1: V BMC1-MapleTA2: V

Code: BMC1-Kwis BMC1-Kwis1 BMC1-Kwis2 Naam: BMC1-Kwis: Kennistoets wiskunde BMC1-Kwis1: Kennistoets wiskunde 1 BMC1-Kwis2 Kennistoets wiskunde 2 Vorm: BMC1-Kwis: Administratief


Kennis van wiskunde

Maple TA-toetsen moeten behaald zijn voor deelname aan de kennistoets. De student beheerst de volgende basiswiskunde:  rekenen: schattend rekenen, werken met breuken;  machten, positieve en negatieve gehele exponenten en gebroken exponenten;  ontbinden in factoren en haakjes wegwerken;  goniometrie in een driehoek, graden en radialen. Verder: de student:  kan grafieken van goniometrische functies tekenen en in concrete gevallen amplitude, periode, frequentie en evenwichtsstand van de functie bepalen;  begrijpt dat een letter in een formule een variabele voorstelt en kan hiermee rekenen;  kan bij een functievoorschrift een grafiek

12

voldaan. Alle opdrachten van de periode behaald = Voldaan.

beoordeling (Theoriedocent wiskunde).

Toetsmatrijs: 12% uitdrukkingen vereenvoudigen 6% vergelijking van lijn opstellen 6% 2 vergelijkingen met 2 onbekenden oplossen 6% eerstegraads ongelijkheid oplossen 6% tweedegraads vergelijking oplossen 4% verticale asymptoot en horizontale asymptoot gebroken functie bepalen 4% snijpunten van gebroken functie met X-as en/of Y-as bepalen 6% exponentiële vergelijking oplossen 6% logaritmische vergelijking oplossen 6% logaritmen herleiden tot 1 logaritme 10% gonio in een driehoek en/of goniometrie

Kwis: één examinator voor de beoordeling Kwis1 en Kwis2: 2 examinatoren voor de constructie en de evaluatie. Eén examinator voor de beoordeling (Theoriedocent wiskunde).


BMC1-Kwis1 en BMC1-Kwis2: Individueel Schriftelijk

  

Weging: BMC1-Kwis: 1 BMC1-Kwis1: 0 BMC1-Kwis2: 0



Beoordeling: Cijfer

Naam: Kennistoets veiligheid Vorm: Individueel Schriftelijk Multiple Choice Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

tekenen, als het om een eerstegraads, tweedegraads, gebroken functie of machtsfunctie gaat en markante punten (zoals snijpunten met de X-as en Y-as) berekenen; kan de vergelijking van een lijn opstellen; kan met de abc-formule werken; herkent exponentiële en logaritmische functies en kan ermee werken; kan de afgeleide bepalen van machtsfuncties, goniometrische functies, exponentiële en logaritmische functies.

Maple TA-toetsen moeten behaald zijn voor deelname aan de kennistoets.

Ondergrens: BMC1-Kwis: 5,5 BMC1-Kwis1: 0 BMC1-Kwis2: 0

Code: BMC1-Kvei


Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. Kennis van veiligheid op het laboratorium.

De student:  kan algemene gedragsregels in en om het gebouw en in de laboratoria hanteren;  weet welke hulpmiddelen er zijn en wanneer deze gebruikt moeten worden;  kan de veiligheidssymbolen herkennen en hier naar handelen;  kent de definities van de veiligheidsbegrippen MAC-waarde, LD50-waarde R- en S-zinnen en kan de verschillen aangeven;  weet welke veiligheidsinformatievoorzieningen er zijn;  kan aangeven welke soorten glaswerk er zijn en bij welke experimenten deze gebruikt worden;  kan aangeven op welke manieren chemicaliën het lichaam binnen kunnen komen, hoe deze zich in het lichaam kunnen verspreiden en welke effecten kunnen optreden;  weet wat de definitie is van giftige, carcinogene, mutagene, teratogene, irriterende en corrosieve stoffen;  (her-)kent de biologische agentia;  weet welke verschillende desinfecteermidde-

13

2% omrekenen van graden naar radialen of van radialen naar graden 6% amplitude, frequentie, golflengte van een functie bepalen 10% differentiëren machtsregel en/of productregel 10% differentiëren machtsregel en/of productregel en kettingregel Kwis = Kwis2, maar als Kwis1≥5,5; dan is Kwis=Kwis2+1 Kwis1 en Kwis2: - Vragen over de verschillende onderwerpen zijn representatief verdeeld over de toets. - 55% van de punten moet behaald zijn voor een voldoende (5,5) Deelname aan Kwis1 is alleen mogelijk in het eerste jaar van inschrijving. Vragen over de verschillende onderwerpen zijn representatief verdeeld over de toets. Cesuur: 70% juist beantwoord komt overeen met een 5,5

Twee examinatoren voor de constructie en de evaluatie. Eén examinator voor de beoordeling (Docent veiligheid).


Code: BMC1-Prv Naam: Projectvaardigheden Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/Niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: BMC1-Exc Naam: Opdracht Excel

Competentie 8: Samenwerken / communicatie Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.1.2. Heeft een duidelijke inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn opdracht met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie; indien nodig onder begeleiding van de docent. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.1.5. Brengt zijn haar mening/boodschap onder woorden. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback.

Kennis van Excel:

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase len er zijn voor biologische agentia;  kent de regels van “veilige microbiologische technieken”;  kent de gevaren bij het werken met gascilinders;  kent de regels hoe er met laboratoriumafval (glas, chemicaliën en biologische agentia) om moet worden gegaan;  weet hoe brand ontstaat en kent de verschillende soorten blusmiddelen;  kan aan de hand van fysische gegevens aangeven welke chemicaliën een verhoogd brand- en explosierisico hebben;  kan aangeven hoe EHBO toegepast moet worden in laboratoriumsituaties;  kan aangeven wat Arbo betekent in een onderwijsomgeving. Deelname aan workshop Projectvaardigheden is verplicht.

De student kan in Excel: Gegevens invoeren Cellen formatteren Formules en functies maken en bewerken Grafieken en trendlijnen maken en toepassen

Vorm: Individueel Weging:

14

Deelname aan de workshop en het uitvoeren van de opdracht zijn benodigd voor een voldoende beoordeling.

1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent workshop).

55% van de punten moeten behaald zijn voor een Voldaan.




0 Beoordeling: Voldaan/Niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: BMC1-BEpos Naam: Poster Biobased economy Vorm: Tweetallen Weging: 0

De student:  kan aan de hand van een voorbeeld uitleggen welke problemen de huidige economie met zich meebrengt;  kent de belangrijkste uitgangspunten/ principes van een biobased economy;  kan in algemene termen uitleggen wat het belang van een Biobased Economy is en welke rol de vakgebieden life sciences en/of chemie hierin kunnen spelen.

Zie onderstaand beoordelingsformulier Beoordelingsformulier poster biobased economy.

Zie onderstaand beoordelingsformulier Beoordelingsformulier poster biobased economy.

1 examinator voor de beoordeling (SLB).

De student:  kan aan de hand van een voorbeeld uitleggen welke problemen de huidige economie met zich meebrengt;  kent de belangrijkste uitgangspunten/ principes van een biobased economy;  kan in algemene termen uitleggen wat het belang van een Biobased Economy is en welke rol de vakgebieden life sciences en/of chemie hierin kunnen spelen.

Aanmelding, aanwezigheid en deelname aan twee van de zes gastcolleges.

Aanmelding, aanwezigheid en deelname aan twee gastcolleges is benodigd voor een voldoende beoordeling.


Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten.

Zie onderstaand beoordelingsformulier Functioneringsgesprekken, niveau 1.


1 examinator voor de beoordeling (SLB-er).

3 functioneringsgesprekken per jaar: (start

Aan alle criteria moet zijn voldaan voor

6 criteria onder ‘Inhoud’ en 3 criteria onder ‘Lay-out’ moeten behaald zijn voor een Voldaan.

Beoordeling: Voldaan/Niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: BMC1-BElec1 BMC1-BElec2 Naam: Volgen gastcollege 1 en 2 Vorm: Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/Niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: BMC1-FG1 Naam:

15


Funct.gespr.1

11.1.4. Heeft hbo studievaardigheden; motiveert zich zelf, heeft doorzettingsvermogen.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase schooljaar, eind semester 2, eind propedeuse).

Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/Niet voldaan Ondergrens: Voldaan

16

een voldoende beoordeling.



Beoordelingsformulier Poster Biobased economy Jaar 1 Naam: ………………………………………….……………..

Klas: ……………….

Datum: ……………….

Naam: ………………………………………….…………….. Niet voldaan

Criterium Inhoud: Een correct voorbeeldproduct dat gemaakt is van fossiele brandstoffen is gepresenteerd. Op de poster is een foto van dit product te zien. Het productieproces van dit product is beschreven. Voor- en nadelen van (productie van) dit product zijn beschreven. Een correct voorbeeldproduct dat biobased geproduceerd wordt is gepresenteerd. Op de poster is een foto van dit product te zien. Het productieproces van dit product is beschreven. Voor- en nadelen van (productie van) dit product zijn beschreven. Lay-out van de poster (A3 formaat): De tekst is goed leesbaar. De poster ziet er verzorgd uit. De poster ziet er origineel uit. De ratio plaatjes en tekst is in evenwicht. Eindbeoordeling (Voldaan: minstens 6 criteria onder ‘Inhoud’ en 3 criteria onder ‘Lay-out’ zijn voldaan) Feedback:

Naam en handtekening SLB-er

17

voldaan



Beoordelingsformulier Functioneringsgesprek Jaar 1 Naam: ………………………………………….…………….. Competentie-indicator

Klas: ……………….

Beoordelingscriterium

8.1.1. Houdt zich aan regels.

De student komt zijn afspraken na, is op tijd en heeft de voorbereidende opdracht gemaakt. (o.a. DPF is op orde).

11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten.

De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor en formuleert hoe hij/ zijn hier in de toekomst mee om wil gaan. De student toont een actieve houding en motivatie. Hij/zij toont doorzettingsvermogen in zijn studie.


Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback:


18

Datum: ………………. Niet voldaan

Voldaan


Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens

9.


10.

Competenties

11.

Beoordelingscriteria Tentaminering

12.

13.



OWE 2a: Basispraktijkvaardigheden Chemie, Biologie & Medisch ECU 2a: Basic practical skills Chemistry, Biology & Medical BMC2a Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek / Chemie Voltijd studenten gezamenlijke propedeuse Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. 7,5 stp 210 SBU OWE 2a bestaat uit 2 onderwijseenheden: één blok praktijk B&M (in combinatie met theorie B&M) en één blok praktijk C (in combinatie met theorie C). Voor deelname aan BMC2a-Pb en BMC2a-Pc is aanwezigheid bij de praktijklessen verplicht. Havo- of Vwo-diploma met profiel Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid, MBO diploma niveau 4. Praktijk Biologie & Medisch Praktijk Chemie In deze OWE werken de Er wordt gewerkt aan de synthese en analyse van studenten vanuit verschillende verschillende toevoegingen aan invalshoeken aan de biologie. voedingsmiddelen. Hierbij kun je denken aan Zowel pro- en eukaryotische vitaminen, mineralen, kleur- en geurstoffen en cellen als weefsels komen conserveringsmiddelen. hierbij aan de orde.  Ontwerpen van experimentele opzet  Experimenteren  Resultaten analyseren  Kwaliteitsbeheer  Beheer en administratie  Rapporteren en presenteren  Planmatig en projectmatig werken  Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren Deeltentamens BMC2a-Pb Praktijkcijfer Biologie & Medisch (Pb) BMC2a-Pc Praktijkcijfer Chemie (Pc) Weging (Pc + Pb)/2 Compensatiemogelijkheden Instapvoorwaarden tentamen Pb en Pc beide ≥ 5,5 Frequentie (deel)-tentamens BMC2a-Pb: Blok 1 of 2 BMC2a-Pc: Blok 1 of 2 Voor de deeltentamens Pb en Pc is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3). Chemie De laatste versie van:  Tro, N.J., Principles of chemistry, a molecular approach, Prentice Hall / Pearson Education  BINAS informatieboek VWO HAVO Groningen:

Biologie & Medisch De laatste versie van:  Reece. J.B., Campbell Biology. New York, NY: Pearson Education.

19




14. 15. 16.


17.

Activiteiten

18.

Werkvormen

19.

Les- / Contacturen

20.


21.


Steegh, A., Tuininga, J., Praktijkhandleiding ‘Energie in biologische systemen’, HAN

Noordhoff Uitgeverij.  Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren. Utrecht: Syntax Media.  Holmes, D.A., Reed, R., Jones, A.M., Dean, J. Practical Skills in Biomolecular Sciences, (4th revised ed.) New York NY: Pearson Education Ltd.  Kraan, J., Lagendijk, K., Praktijkhandleiding OWE 2, HAN

LabArchives Tablet In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Praktijk Biologie & Medisch Histologische kleuringen Cytologie Microbiologie Moleculaire technieken Microscopie Biochemische technieken

Praktijk Chemie Wegen, Pipetteren, Titreren Verdunnen, Spectrofotometrie Synthese: reflux, destillatie, smeltpunt, brekingsindex, IR spectrometrie Werkwijze: practicum

Werkwijze: practicum Praktijk Biologie en Medisch Geprogrammeerde contacttijd: Gem. 8 lesuren per week = 56 lesuren per periode = 42 klokuren per periode Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 63 klokuren per periode Totaal: 105 klokuren Periode 1 en 2 n.v.t.

20

Praktijk Chemie Geprogrammeerde contacttijd: Gem. 8 lesuren per week = 56 lesuren per periode = 42 klokuren per periode Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 63 klokuren per periode Totaal: 105 klokuren



Toetsprogramma OWE 2a: Basispraktijkvaardigheden Chemie, Biologie & Medisch (BMC2a) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: BMC2a-Pb Naam: Praktijkcijfer Biologie & Medisch Vorm: Individueel Praktijk Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Indicatoren Competentie 1: Ontwerpen 1.1.4. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag bijbehorende hypothese. Competentie 2: Experimenteren 2.1.1. Leest het praktijkvoorschrift en begrijpt deze; begrijpt theoretische achtergrond van basisstappen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.1.4. Voert experimenten nauwkeurig volgens protocol uit. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.1.1. Voert op de juiste wijze volgens de voorgeschreven methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. Competentie 5: Beheer en Administratie 5.1.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op voorgegeven wijze. 5.1.2. Laat alle werkplekken opgeruimd en schoon achter. 5.1.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.1.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm zoals beschreven in productcriteria labjournaal/rapport niveau 1:  past correcte spelling en grammatica toe;  is zich bewust van wetenschappelijke stijl;  brengt eenvoudige en logische structuur aan;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen.

Beoordelingscriteria  Beoordeling “Praktijk course 2 Biologie & Medisch” (zie onderstaand beoordelingsformulier) aan de hand van vier labjournaals.  Praktijktoets: De student voert individueel een experiment uit dat ook tijdens de praktijkles gedaan is. De student wordt beoordeeld op uitvoering van het experiment en het labjournaal met de beschreven resultaten en discussie.

21

Waardering / Cesuur Cijfer Pb is gemiddelde van Beoordeling “Praktijk course 2 Biologie & Medisch” en Praktijktoets. Cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

Examinatoren 1 examinator voor de beoordeling. (Praktijkdocent)



Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.1.3. Voert werkzaamheden volgens planning uit. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.4. Heeft HBO studievaardigheden; motiveert zichzelf, heeft doorzettingsvermogen.

Code: BMC2a-Pc Naam: Praktijkcijfer Chemie Vorm: Individueel Praktijk Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer

In de context van:  Microscopie  Cytologie van dieren, planten en gisten  Morfologie van bloedcellen  Differentiële telling van leukocyten  Gramkleuring  Aldehyde-fuchsinekleuring volgens Gomori  Toluidine-blauwkleuring  Histologie van de pancreas  Histologie van plantenstengels  Kwalitatief urine- en bloedonderzoek  Kiemgetalbepaling  Urineweginfecties  Residente flora van de huid  Effect van osmose op de waterbalans  Mitose  Aantonen van DNA  Bereiden van SAB-agar  Eiwitconcentratie bepalen volgens Lowry  Factoren die de reactiesnelheid van amylase beïnvloeden Competentie 1: Ontwerpen 1.1.4. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag bijbehorende hypothese. Competentie 2: Experimenteren 2.1.1. Leest het praktijkvoorschrift en begrijpt deze; begrijpt theoretische achtergrond van basisstappen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.1.4. Voert experimenten nauwkeurig volgens protocol uit. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.1.1. Voert op de juiste wijze volgens de voorgeschreven methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Praktijk chemie met labjournaal. De laatste 3 meetrapporten worden beoordeeld met o, v of g Zie onderstaand beoordelingsformulier voor meetrapport niveau I.

Cijfer Pc = cijfer van het beoordelingsformulier “Praktijk chemie met labjournaal” Dit cijfer wordt afgerond met het resultaat van “Beoordelingsformulier Meetrapport niveau I”. Bij een V is het eindcijfer het cijfer dat volgt uit het beoordelingsformulier, bij een G wordt het cijfer een half punt opgehoogd. Cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5. Daarnaast moet er een V of een G gehaald worden voor de Meetrapporten

22

1 examinator voor de beoordeling. (Praktijkdocent)


Ondergrens: 5,5


3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.2. IJkt eenvoudige apparatuur (pH meters, pipetten). Competentie 5: Beheer en Administratie 5.1.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op voorgegeven wijze. 5.1.2. Laat alle werkplekken opgeruimd en schoon achter. 5.1.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.1.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm zoals beschreven in productcriteria labjournaal/rapport niveau 1:  past correcte spelling en grammatica toe;  is zich bewust van wetenschappelijke stijl;  brengt eenvoudige en logische structuur aan;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.1.3. Voert werkzaamheden volgens planning uit. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.4. Heeft HBO studievaardigheden; motiveert zichzelf, heeft doorzettingsvermogen. In de context van Zuren en basen Elektrochemie Organische chemie

23



Beoordelingsformulier Praktijk course 2a Biologie & Medisch Naam: …………………………………………………………….………………. Gerelateerd aan competenties


Klas:

……………………………………….

Onvoldoende

Datum: ………………………………….

Voldoende

Goed

Uitmuntend

Alle onderdelen zijn aanwezig maar bevatten soms fouten -2Hypothese is soms fout -2Resultaten zijn volledig en duidelijk maar de analyse bevat soms fouten -2Koppeling tussen theorie en handelen wordt soms niet goed gemaakt -6Conclusie bevat soms fouten

Alle onderdelen zijn aanwezig en meestal correct -3Hypothese is meestal correct -3Resultaten zijn volledig en duidelijk en de analyse is meestal correct -3Koppeling tussen theorie en handelen wordt meestal goed gemaakt -8Conclusie is meestal correct

Alle onderdelen zijn aanwezig en zijn altijd correct -3Hypothese is altijd correct -4Resultaten zijn volledig en duidelijk en de analyse is altijd correct -4Koppeling tussen theorie en handelen wordt altijd goed gemaakt -10Conclusie is altijd correct

-6-

-8-

-10-

LABJOURNAAL 5.1.3.

De student schrijft een labjournaal met titel, doel en materiaal & methode.

1.1.4.

De student formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag bijbehorende hypothese.

3.1.1.

De student noteert resultaten duidelijk en volledig in het labjournaal en analyseert ze op de juiste manier.

2.1.1. 3.1.4.

De student verklaart in de discussie van het labjournaal de resultaten door de theoretische achtergrond van het experiment aan de uitvoering te koppelen.

3.1.3.

De student trekt op grond van zijn resultaten de juiste conclusie.

Minimaal één van de onderdelen mist of is fout -0Hypothese ontbreekt -0Resultaten zijn onvolledig of onduidelijk

Specifieke inhoud proef 1

-0Koppeling tussen theorie en handelen wordt vaak niet goed gemaakt -0Conclusie is niet aanwezig of bevat vaak fouten -0Naam proef:

Specifieke inhoud proef 2

Naam proef:

-0- tot -9-

6.1.1.

Het labjournaal is gestructureerd.

Labjournaal is zeer slordig

Labjournaal is overzichtelijk

-0-

-6-

24

Labjournaal is overzichtelijk en netjes -8-

-0- tot -9Labjournaal is buitengewoon netjes -10-

Aantal punten



LABWERKZAAMHEDEN 4.1.1. 5.1.2.

De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels. De student laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter.

De student werkt zelfstandig.

7.1.3.

De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit.

Niet voldaan -0Moet gewezen Moet gewezen worden op worden op opruimwerkzaamhed opruimwerkzaamheden en en laat dan en laat dan werkplek werkplek dan nog dan netjes achter niet netjes achter -0-1Student heeft hulp Student stelt nodig bij een meerdere cruciale stap in het inhoudelijke vragen experiment -0-1Heeft een van de Is net niet klaar met experimenten niet de experimenten afgekregen -0-6-

Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 8)

Naam docent + Paraaf:

25

Voldaan -2Ruimt uit zichzelf zijn Ruimt uit zichzelf zijn eigen spullen netjes eigen spullen netjes op op en ruimt ook spullen die voor algemeen gebruik zijn op -3-4Student stelt een Student werkt geheel inhoudelijke vraag zelfstandig en stelt geen vragen -3Is op tijd klaar

-5Is zeer efficiënt

-8-

-10-



Beoordelingsformulier Praktijk course 2a Chemie Naam: …………………………………………………………………. Gerelateerd aan competenties/ indicatoren


Klas: ………………………………………………… Onvoldoende

Voldoende

Datum:………………………………………. Goed

Uitmuntend

LABJOURNAAL 5.1.3.


1.1.4.


2.1.2.

De student maakt voorberekeningen.

2.1.1.

De student kan mondeling en schriftelijk vragen beantwoorden over de theoretische achtergrond van het experiment. De student noteert resultaten duidelijk en volledig in het labjournaal en analyseert ze op de juiste manier.

3.1.1.

2.1.4.

De resultaten komen overeen met de theoretische verwachting.

5.1.1. 5.1.3.

De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. Het labjournaal is gestructureerd.

6.1.1.

Minimaal één van de onderdelen mist of is fout -0Hypothese ontbreekt -0Voorberekeningen ontbreken -0Vragen worden niet of vaak fout beantwoord -0Resultaten zijn onvolledig of onduidelijk -0Resultaten zijn onvolledig of komen meestal niet overeen met de verwachting -0-

Alle onderdelen zijn aanwezig maar bevatten soms fouten -2Hypothese is soms fout -2Voorberekeningen bevatten soms fouten -2Vragen worden soms fout beantwoord -2Resultaten zijn volledig en duidelijk maar de analyse bevat soms fouten -2Resultaten komen soms niet overeen met de verwachting -2-

Alle onderdelen zijn Alle onderdelen zijn aanwezig en meestal aanwezig en zijn altijd correct correct -3-3Hypothese is meestal Hypothese is altijd correct correct -3-4Voorberekeningen zijn Voorberekeningen zijn altijd meestal correct correct -2-3Vragen worden meestal Vragen worden altijd goed goed beantwoord beantwoord -2-2Resultaten zijn volledig en Resultaten zijn volledig en duidelijk en de analyse is duidelijk en de analyse is meestal correct altijd correct -3-4Resultaten komen Resultaten komen altijd meestal wel overeen met overeen met de verwachting de verwachting -3-

Niet voldaan Labjournaal is zeer slordig

Voldaan Labjournaal is overzichtelijk -6-

-0-

26

-4-

Labjournaal is netjes -8-

Labjournaal is buitengewoon netjes -10-

Aantal punten



LABWERKZAAMHEDEN 4.1.2.

De student gaat correct met apparatuur om (bijv. ijken van pH meters)

4.1.1.

De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, De student laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter.

5.1.2.

2.1.4.

De student kan uitleggen met welke stap van het experiment hij/zij bezig is.

2.1.5. 7.1.3. 11.1.4.

De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit. De student is op tijd, voorbereidt, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding.

Maakt vaak fouten bij het ijken -0-

Maakt soms fouten bij het ijken -8-

Niet voldaan

IJkt apparatuur meestal correct -11-

IJkt apparatuur meestal correct -15-

Voldaan

Ruimt eigen materialen vaak niet op

Ruimt eigen materialen soms niet op

-0Kan meestal niet uitleggen met welke stap hij bezig is -0Loopt vaak uit -0Heeft vaak een onvoldoende werkhouding -0-

-5Kan soms niet uitleggen met welke stap hij bezig is

Ruimt eigen materialen altijd op

Ruimt eigen materialen altijd op en helpt regelmatig met het opruimen van het lab -7-10Kan meestal uitleggen Kan altijd uitleggen met met welke stap hij bezig is welke stap hij bezig is

-10Loopt soms uit -6Heeft meestal een voldoende werkhouding

-15Loopt nooit uit -8Heeft altijd een voldoende werkhouding

-8-

-11-

Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten /10 én overal aan voldaan) Feedback

Naam en paraaf beoordelaar

27

-20Is buitengewoon efficiënt -10Heeft altijd een voldoende werkhouding en helpt anderen -15-



Beoordelingsformulier meetrapport, niveau 1 Naam: …………………………………………………. Competentie/

Klas: ……………………………

Beoordelingscriteria Meetrapport niveau I

indicator Inleiding:  Doelstellingen van het onderzoek + methode 1.1.4 2.1.1

 

2.1.2



2.1.3

2.1.2., 2.1.3

3.1.1.

3.1.1. 3.1.1, 3.1.2

3.1.2, 3.1.4

3.1.3.

6.1.1. 6.1.1.

Hypothese (indien mogelijk) Reactievergelijkingen (indien van toepassing)

Berekeningsformules (met uitleg van symbolen en eenheden zijn correct) Materiaal en Methode Benodigdheden  Chemicaliën (merk, datum, concentratie, lot nummer)  Apparatuur (merk, HLO nummer)  Evt. opstelling Werkwijze  Verwijzing naar het voorschrift + wijzigingen  Calibratiereeks voor standaarden in tabelvorm  Voorberekeningen indien van toepassing ( bijv. inweeg,) Resultaten  Veelal in tabelvorm + grafieken. Tabellen en grafieken hebben een nummer en een titel en worden ingeleid door tekst  Maakt gebruik van overzichtstabel met resultaten 

Voorbeeldberekeningen, foutenberekening zijn correct (inclusief significantie en eenheden) Discussie  Interpreteert de bruikbaarheid van de resultaten  Geconstateerde afwijkingen worden vermeld Conclusie  Trekt conclusies op basis van resultaten  Er wordt uitspraak gedaan over de hypothese  Er is een duidelijke samenhang tussen doel, hypothese en conclusie Stijl  Literatuur verwijzing volgens exact communiceren/ APAnormen  Past correcte spelling en grammatica toe, schrijft in onpersoonlijke vorm  Brengt eenvoudige en logische structuur aan

Beoordeling: O/V/G De beoordeling is voldoende bij een V of een G. Feedback


28

O

Datum: ………………. V

G



9.

Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens Algemene omschrijving

10.

Competenties

11.


12.


OWE 2b: Basistheorie Biologie en Medisch ECU 2b: Basic theory biology and medical BMC2b Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek / Chemie Voltijd studenten gezamenlijke propedeuse Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek en Chemie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Presentatie B&M (Prb) 7,5 stp 210 SBU OWE 2b hangt samen met OWE 2a. In OWE 2b wordt de theorie behandeld die samenhangt met de praktijk van OWE 2a. Voor deelname aan het deeltentamen IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht. Havo/VWO profiel Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid, MBO-diploma niveau 4 Studenten werken vanuit verschillende invalshoeken aan biologische basiskennis. Hierbij komen pro- en eukaryotische cellen aan de orde, plantaardige en dierlijke weefsels en verschillende metabole routes. Het overkoepelende thema is energie.  Ontwerpen van experimentele opzet  Experimenteren  Resultaten analyseren  Kwaliteitsbeheer  Rapporteren en presenteren  Planmatig en projectmatig werken  Samenwerken in team  Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren Deeltentamens BMC2b-Tb Thematoets (Tb) BMC2b-Kb Kennistoets (Kb, Ktt, Ket) BMC2b-Prb Presentatie (Prb) BMC2b-IPV IPV Weging (Kb + Tb + Prb)/3 ≥ 5,5 CompensatieAls Ktt ≥ 5,5 dan is Kb = Ket + 1 Ktt is 1 jaar geldig. mogelijkheden Instapvoorwaarden Tb ≥ 5,5 tentamen Kb ≥ 5,5 Prb ≥ 5,5 IPV voldaan (weekopdrachten zijn een onderdeel van IPV) Frequentie (deel)BMC2b-Tb: Blok 1 met herkansing blok 2 of tentamens blok 2 met herkansing blok 3 BMC2b-Ktt: Blok 1 of 2 BMC2b-Ket: Blok 1 met herkansing blok 2 of blok 2 met herkansing blok 3 BMC2b-Prb: Blok 1 of 2, één herkansing i.o.m. docent BMC2b-IPV: Blok 1 of 2 Voor deelname aan het deeltentamen IPV en Ktt is er

29



maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3). Deelname Ktt alleen mogelijk in het eerste jaar van inschrijving. 13.


14. 15. 16.


17. 18.


De laatste versie van:  Reece. J.B.,. Campbell Biology,(10th edition). New York, NY: Pearson Education.  Steegh, A., Tuininga, J., Coursehandleiding ‘Energie in biologische systemen’, HAN LabArchives Tablet In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak Biologie Cellen Macromoleculen Weefsels Vertering Fotosynthese Cel ademhaling Werkwijze: gecombineerd hoor- en werkcollege Theoretische achtergronden van de praktijk

Ondersteunend vak Theorie van de praktijk

Werkwijze: gecombineerd hoor- en werkcollege Inleiding en voorbereiding op weektaken

Tutor

Werkwijze: vergadervorm 19.

Les- / Contacturen

20. 21.


Geprogrammeerde contacttijd: 8 lesuren per week; 56 lesuren per periode = 42 klokuren Geprogrammeerde tijd voor het maken van toetsen: 6 lesuren per periode = 4,5 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 163,5 klokuren Totaal: 210 klokuren Periode 1 of 2 n.v.t.

30



Toetsprogramma OWE 2b: Basistheorie biologie en medisch (BMC2b) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: BMC2b-Kb BMC2b-Ktt BMC2b-Ket

Indicatoren


Kennis van ‘basis celbiologie en weefselleer’ en ‘achtergrondtheorie behorende bij de processen die plaats vinden tijdens de praktijkexperimenten’

Basis celbiologie en weefselleer (Biologie) De student heeft:  kennis van structuur en functie van de eukaryotische cel;  kennis van verschillen tussen de pro- en eukaryotische cel;  kennis van structuur en functie van macromoleculen;  kennis van structuur en functie van plantenweefsels;  kennis van structuur en functie van dierlijke weefsels;  kennis van voedselvertering op het gebied van (enzymatische) afbraak van macromoleculen;  kennis van fotosynthese in planten;  kennis van cel ademhaling in dierlijke cellen.

Naam: BMC2b-Kb: Kennistoets B&M BMC2b-Ktt: Kennistoets 1 B&M BMC2b-Ket: Kennistoets 2 B&M Vorm: BMC2b-Kb Administratief BMC2b-Ktt en BMC2b-Ket Individueel Schriftelijk Multiple choice

Beoordeling: Cijfer

Naam: Thematoets B&M

Kb: Als Ktt ≥ 5,5 dan is Kb = Ket+1 65% Basis celbiologie en weefselleer 35% Achtergrondtheorie experimenten Ktt en Ket: 70% van de punten moet behaald zijn voor een voldoende (5,5)

Examinatoren

Ktt en Ket: 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. Kb: 1 examinator voor de beoordeling.

Achtergrondtheorie experimenten (theorie voor de praktijk) De student heeft:  kennis van isolatie van DNA;  kennis van bepaling van macromoleculen;  kennis van cel- en weefselkleuring;  kennis van het gebruik van de microscoop;  toepassing van voorberekeningen t.b.v. experimenten;  kennis van zetmeelafbraak en bepaling;  kennis van de samenstelling van urine;  kennis van fermentatie.

Weging: BMC2b-Kb: 1 BMC2b-Ktt: 0 BMC2b-Ket: 0

Ondergrens: BMC2b-Kb:5,5 BMC2b-Ktt: 0 BMC2b-Ket: 0 Code: BMC2b-Tb

Waardering / Cesuur

Competentie 1: Ontwerpen 1.1.4. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag bijbehorende hypothese. 1.1.5. Integreert informatie om tot een eenvoudig onderzoeksplan te komen.

Basis celbiologie en weefselleer (Biologie) De student heeft:  kennis van structuur en functie van de eukaryotische cel;  kennis van verschillen tussen de pro- en

31

10% punten voor berekeningen en veiligheid. 50% Achtergrondtheorie experimenten. 10% Basis celbiologie en weefselleer. 30% Onderwerpen tutorlessen.

2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling.


Vorm: Schriftelijk Open vragen Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Competentie 2: Experimenteren 2.1.1. Leest het praktijkvoorschrift en begrijpt deze; begrijpt theoretische achtergrond van basisstappen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.1.1. Voert op de juiste wijze volgens de voorgeschreven methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.1.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan. In de context van:  Microscopie  Cytologie van dierlijke cellen  Cytologie van plantaardige cellen  Cytologie van gistcellen  Morfologie van bloedcellen  Differentiële telling van leukocyten  Gramkleuring  Aldehyde-fuchsinekleuring volgens Gomori  Toluidine-blauwkleuring  Histologie van de pancreas  Histologie van plantenstengels  Kwalitatief urine- en bloedonderzoek  Kiemgetalbepaling  Urineweginfecties  Residente flora van de huid  Effect van osmose op de waterbalans  Mitose  Aantonen van DNA  Bereiden van SAB-agar  Eiwitconcentratie bepalen volgens Lowry  Factoren die de reactiesnelheid van amylase beïnvloeden  Opbouw van cellen van planten, dieren, bacteriën, schimmels en gisten

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase eukaryotische cel;  kennis van structuur en functie van macromoleculen;  kennis van structuur en functie van plantenweefsels;  kennis van structuur en functie van dierlijke weefsels;  kennis van voedselvertering op het gebied van (enzymatische) afbraak van macromoleculen;  kennis van fotosynthese in planten;  kennis van cel ademhaling in dierlijke cellen. Achtergrondtheorie experimenten (theorie voor de praktijk) De student:  legt de bediening van een microscoop uit;  weet op grond van microscopische kenmerken of een cel afkomstig is van een plant, dier, bacterie, schimmel of gist;  herkent verschillende soorten bloedcellen op grond van microscopische kenmerken;  interpreteert resultaten van een differentiële telling van leukocyten op de juiste wijze;  legt de achtergrondtheorie van een gramkleuring uit en interpreteert de resultaten van een gramkleuring op de juiste wijze;  trekt op grond van een aldehydefuchsinekleuring van de pancreas conclusies over het type diabetes mellitus van een patiënt;  herkent op grond van microscopische kenmerken verschillende type weefsels in de plantenstengel na een toluidine-blauwkleuring;  doet correcte uitspraken over de gezondheid van een patiënt op grond van kwalitatief urine en bloedonderzoek;  begrijpt de achtergrondtheorie van een telkamer en rekent op grond van de telling de celconcentratie uit;  bepaalt met behulp van verschillende plaatmethoden een kiemgetal;  kent vaak voorkomende residente huidflora en de hemolytische eigenschappen van deze flora;  verklaart het effect van osmose op rode bloedcellen;

32

Eindcesuur: score gedeeld door maximale score maal 10. 55% van de punten is een voldoende (5,5).


 

Code: BMC2b-Prb Naam: Presentatie B&M Vorm: Mondeling Groep (tweetallen) Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Transcriptie en translatie in dierlijke cellen Onderzoek ter vaststelling van diabetes mellitus

Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.1.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen:  past correcte spelling en grammatica toe;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij; maakt oogcontact met het publiek;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten. Competentie 8: Samenwerken Communiceert over zijn opdracht met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie; indien nodig onder begeleiding van de docent. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.1.5. Brengt zijn haar mening/boodschap onder woorden.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase  herkent op grond van macroscopische kenmerken de verschillende stadia van mitose in plantencellen;  weet dat DNA wordt aangetoond met behulp van agarose gelelectroforese en interpreteert de resultaten op de juiste wijze;  weet hoe medium op de juiste wijze bereid wordt;  weet dat eiwitconcentratie bepaald kan worden met de Lowry-methode en verwerkt en interpreteert de resultaten van deze methode op de juiste wijze;  weet welke factoren de reactiesnelheid van amylase beïnvloeden;  legt globaal uit hoe transcriptie en translatie in dierlijke cellen in zijn werk gaat. Zie beoordelingsformulier “Presentatie course 2 Biologie & Medisch”.

In de context van:  Opbouw van cellen van planten, dieren, bacteriën schimmels en gisten.  Transcriptie en translatie in dierlijke cellen.

33

55% van de punten is een voldoende (5,5).

1 examinator voor de beoordeling (Tutor).



 

Code: BMC2b-IPV Naam: IPV B&M Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan / Niet voldaan Ondergrens: Voldaan

Structuur en functie van dierlijke weefsels. Onderzoek ter vaststelling van diabetes mellitus.  Werkzaamheden en werkomstandigheden biologisch en medisch laborant.  CO2-kringloop. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.1.3. Voert werkzaamheden volgens planning uit. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn opdracht met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie; indien nodig onder begeleiding van de docent. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.1.5. Brengt zijn haar mening/boodschap onder woorden. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.4. Heeft hbo studievaardigheden; motiveert zich zelf, heeft doorzettingsvermogen.

De student:  houdt zich aan de afgesproken regels (knockout);  voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit;  heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt;  kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt;  stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;  laat anderen uitpraten;  geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student (SAS).

34

Alle knock-outcriteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een Voldaan.




Beoordelingsformulier ‘Presentatie course 2b Biologie & Medisch’ Naam student: ……………………………………………………………… Klas: …………

Competenties

6.1.3

8.1.3, 8.1.4, 8.1.5

Datum: …………………………


Max. aantal punten

Inhoud  Laat drie of meer van de volgende onderwerpen aan bod komen:  Structuur en functie van cellen van planten, dieren, bacteriën, schimmels en gisten.  Transcriptie en translatie in dierlijke cellen  DNA aantonen.  Onderzoek ter vaststelling van diabetes mellitus.  Werkzaamheden en werkomstandigheden biologisch en medisch laborant.  CO2-kringloop.  Maakt een duidelijke koppeling tussen bovenstaande onderwerpen en overkoepelend onderwerp dat student zelf gekozen heeft. Presentatie  Er zit structuur in de presentatie.  Maakt overzichtelijke en duidelijke dia‘s:  Past correcte spelling en grammatica toe.  Beschrijft resultaten zodat de toehoorder deze kan begrijpen en gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen.  Spreekt duidelijk en verstaanbaar.  Staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig op de rug.  Maakt oogcontact met het publiek.  Maakt op geschikte momenten verbaal contact met het publiek. Discussie  Houdt oogcontact met gesprekspartner.  Laat anderen uitpraten.  Onderbouwt eigen mening met duidelijke argumenten.

30

20 20

20 10

100

Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10) Feedback:

Naam docent + paraaf:

35

Aantal punten



Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens


OWE 2c: Basistheorie Chemie ECU 2c: Basis theory Chemistry BMC2c Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek / Chemie Voltijd studenten gezamenlijke propedeuse Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek / Chemie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Presentatie Chemie (Prc) 7,5 stp 210 SBU OWE 2c hangt samen met OWE2a. In OWE2c wordt de theorie behandeld die samenhangt met de praktijk van OWE2a Havo/VWO profiel Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid, MBO-diploma niveau 4.

9.


10.

Competenties

11.


Voor deelname aan het deeltentamen IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht. Studenten krijgen te maken met de verschillende aspecten van de chemie. Er wordt gekeken naar de synthese en analyse van verschillende toevoegingen aan voedingsmiddelen. Hierbij kun je denken aan vitaminen, mineralen, kleur- en geurstoffen en conserveringsmiddelen.  Ontwerpen van experimentele opzet  Experimenteren  Resultaten analyseren  Kwaliteitsbeheer  Rapporteren en presenteren  Planmatig en projectmatig werken  Samenwerken in team  Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren

12.

Tentaminering

Deeltentamens

BMC2c-Tc Thematoets (Tc) BMC2c-Ktt Kennistoets 1 Chemie (Ktt) BMC2c-Ket Kennistoets 2 Chemie (Ket) BMC2c-Kc Kennistoets Chemie (Kc) BMC2c-Prc Presentatie Chemie (Prc) BMC2c-IPV IPV chemie (Kc + Tc + Prc)/3 ≥ 5,5 Als Ktt ≥ 5,5 dan is Kc = Ket + 1 Ktt is 1 jaar geldig Kc, Tc en Prc ≥ 5,5 IPV voldaan (weekopdrachten zijn een onderdeel van IPV) BMC2c-Tc Blok 1 of 2, herkansing blok 2 of 3 BMC2c-Ktt Blok 1 of 2 BMC2c-Ket Blok 1 of 2, herkansing blok 2 of 3 BMC2c-Kc Blok 1 of 2, herkansing blok 2 of 3 BMC2c-Prc Blok 1 of 2 BMC2c-IPV Blok 1 of 2

Weging Compensatiemogelijkheden Instapvoorwaarden tentamen Frequentie (deel)tentamens

36



Voor deelname het deeltentamen IPV en Ktt is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3). Deelname Ktt alleen mogelijk in het eerste jaar van inschrijving. 13.


14. 15. 16.


17. 18.


De laatste druk van:  Tro, N.J., Principles of chemistry, a molecular approach, Prentice Hall / Pearson Education.  BINAS informatieboek VWO HAVO. Groningen: Noordhoff Uitgeverij.  Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, Utrecht: Syntax Media.  Kraan, J., Lagendijk, K., Coursehandleiding ‘Chemie en voeding’. HAN LabArchives Tablet In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak Chemie theorie Fundamentals: Basischemie Sterke zuren en basen + titratie (ook van zwakke zuren) Spectrofotometrie Redoxreacties Organische chemie: functionele groepen en naamgeving

Ondersteunend vak Theorie van de praktijk

Werkwijze: gecombineerd hoor- en werkcollege Theoretische achtergronden van de praktijk Werkwijze: gecombineerd hoor- en werkcollege

19.

Les- / Contacturen

20.


21.

Geprogrammeerde contacttijd: 9 lesuren per week + 6 toetsingsuren; 69 lesuren per periode = 52 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 158 klokuren Totaal: 210 klokuren Periode 1 en 2 n.v.t.

37



Toetsprogramma OWE 2c: Basistheorie chemie (BMC2c) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: BMC2c-Ktt BMC2c-Ket BMC2c-Kc Naam: Kennistoets 1 chemie (Ktt) Kennistoets 2 chemie (Ket) Kennistoets chemie (Kc) Vorm: BMC2c-Ktt Individueel Schriftelijk Open vragen BMC2c-Ket Individueel Schriftelijk Open vragen BMC2c-Kc Administratief Weging: BMC2c-Ktt: 0 BMC2c-Ket: 0 BMC2c-Kc: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: BMC2c-Ktt: 0 BMC2c-Ket: 0 BMC2c-Kc: 5,5

Indicatoren Kennis van chemie:  Basischemie  Zuren en Basen  Elektrochemie  Spectrometrie  Organische chemie

Beoordelingscriteria Basischemie De student kan:  aangeven hoe een atoom of enkelvoudig ion is opgebouwd;  verhoudingsformules van ionen en moleculeformules van moleculen opstellen;  naam geven aan kationen, anionen ionverbindingen en anorganische verbindingen of andersom;  rekenen met de formules c= n/V en m=n*Mm;  voorspellen wat de mogelijke reactie is tussen twee stoffen en de reactievergelijking kloppend maken;  rekenen en werken met neerslagreacties (kloppend maken, hvh berekenen, neerslag voorspellen). Zuren en Basen De student kan:  zuur-base reacties kloppend maken en zuren en basen identificeren;  berekenen van de pH en pOH van een oplossing van sterke zuren en basen;  berekenen van de concentratie H3O+ en OHuit de pH en Kw;  berekenen van de pH op elk punt in een titratie van een sterk zuur met sterke base of omgekeerd;  het volume titrant uitrekenen bij het eindpunt van de titratie. Elektrochemie De student kan:  identificeren van een oxidator en een reductor van de oxidatie en reductiereactie door het bepalen van de oxidatiegetallen van de elementen in een verbinding;  redoxreacties kloppend maken aan de hand van halfreacties. Spectrometrie De student kan:

38

Waardering / Cesuur Als Ktt ≥ 5,5 dan is Kc = Ket+1. Cesuur: 55% juist beantwoord, komt overeen met een 5,5. Ktt Basischemie: Ca 70% Elektrochemie: Ca 30% Ket Basischemie: Ca 20% Zuren en Basen: Ca 20% Elektrochemie: Ca 20% Spectrometrie: Ca 20% Organische chemie: Ca 20%

Examinatoren 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor beoordeling (Theoriedocenten).


Code: BMC2c-Tc Naam: Thematoets chemie Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Competentie 1: Ontwerpen 1.1.4. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag bijbehorende hypothese. 1.1.5. Integreert informatie om tot een eenvoudig onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren 2.1.1. Leest het praktijkvoorschrift en begrijpt deze; begrijpt theoretische achtergrond van basisstappen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.1.1. Voert op de juiste wijze volgens de voorgeschreven methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase  relatie kennen tussen de golflengte en de energie;  rekenen met de wet van Lambert Beer;  extinctie omrekenen in transmissie en omgekeerd. Organische chemie De student kan:  twee moleculen als structuur identificeren, geometrisch of optisch isomeer;  koolwaterstoffen tekenen met en zonder functionele groepen aan de hand van de naam en bepalen of de naam juist is;  naam geven aan koolwaterstoffen met en zonder functionele groepen;  functionele groepen herkennen en benoemen (haloalkaan, alcohol, ether, fenonl, aldehyde, keton, carboxylzuur, amine, amide of ester);  de invloed voorspellen van waterstofbruggen op de fysische eigenschappen van organische verbindingen/ Beschrijven trends in fysische eigenschappen van alkanen;  de structuurformule schrijven van een ester of een amide uit de reactie van een alcohol met een zuur of een amine met een zuur (en vise versa). De student:  noemt belangrijke veiligheidsaspecten van chemicaliën op;  noteert relevante informatie van chemicaliën op een veiligheidsformulier;  geeft correcte namen aan chemische verbindingen;  legt uit welke deeltjes een neerslag vormen in een reactie en welke deeltjes in oplossing blijven;  kan uitleggen welke deeltje in oplossing blijven;  kan een Ionenvergelijking opstellen;  stelt een correcte reactievergelijking of ionen vergelijking op voor een neerslagreactie;  voert berekeningen uit aan verschillende soorten reacties;  kan uit artikelen relevante informatie halen en omzetten in o.a. molecuul- en structuurformules en reactievergelijkingen opstellen;

39

10-20% punten voor basischemie en veiligheid. Overige punten voor de rest van de ontwerpen. De andere onderwerpen bij ‘In de context van’ zijn representatief verdeeld over de toets. Cesuur: 55% juist beantwoord, komt overeen met een 5,5.

2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor beoordeling (Expert).


Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.1.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan. In de context van  Basischemie  Zuren en basen  Spectrometrie  Organische chemie

Code: BMC2c-Prc Naam: Presentatie chemie Vorm: Mondeling Groep (tweetallen) Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.1.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm zoals beschreven in productcriteria labjournaal/rapport niveau 1. 6.1.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen:  past correcte spelling en grammatica toe;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten. Competentie 8: Samenwerken Communiceert over zijn opdracht met medestudenten en docent volgens basisregels voor

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase  stelt op correcte wijze molecuul formules op;  stelt een blokschema op van een spectrofotometer;  legt de werking van de verschillende onderdelen van een spectrofotometer uit;  legt de achtergrond van UV/VIS spectrometrie uit;  kan een calibratielijn opstellen aan de hand van meetgegevens;  kan uit een calibratielijn de concentratie van een stof bepalen m.b.v. de wet van Lambert Beer;  tekent op juiste wijze de chemische structuren van organische stoffen;  Maakt een onderscheid tussen verschillende organische verbindingen op basis van kenmerkende groepen (bijv. alcohol, zuur, ester);  geeft correcte namen aan organische verbindingen;  kan een correcte reactievergelijking opstellen met structuurformules voor de synthese van een ester;  voert correcte berekeningen uit aan zuur-base titraties. Zie beoordelingsformulier “Presentatie course 2 Chemie”.

Zie beoordelingsformulier “Presentatie course 2 Chemie”. Cesuur: 55% van het aantal punten, komt overeen met een 5,5.

40




communicatie; indien nodig onder begeleiding van de docent. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.1.5. Brengt zijn haar mening/boodschap onder woorden.

Code: BMC2c-IPV Naam: IPV chemie Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan

In de context van (BOKS invullen)  Organische chemie  Zuren en basen  Spectrometrie Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.1.3. Voert werkzaamheden volgens planning uit. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn opdracht met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie; indien nodig onder begeleiding van de docent. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.1.5. Brengt zijn haar mening/boodschap onder woorden. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.4. Heeft hbo studievaardigheden; motiveert zich zelf, heeft doorzettingsvermogen.

De student:  houdt zich aan de afgesproken regels (knockout);  voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit;  heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt;  kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt;  stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;  laat anderen uitpraten;  geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student (SAS).

41

Alle knock-outcriteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een Voldaan.




Beoordelingsformulier Presentatie course 2C Naam: …………………………………. Gerelateerd aan competenties / indicatoren

6.1.3

8.1.3, 8.1.4, 8.1.5

Klas: …………………….. Datum: ……………………….. Beoordelingscriteria

Inhoud*  Laat de volgende onderwerpen aan bod komen:  weekopdrachten met betrekking tot benzoëzuur;  synthese van benzoëzuur met reactievergelijking;  titratie van benzoëzuur met resultaten;  spectrofotometrische analyse van benzoëzuur met resultaten.  Vergelijkt de resultaten van de titratie en de spectrofotometrische analyse en trekt daar conclusies uit. Presentatie  Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart).  Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten:  past correcte spelling en grammatica toe;  beschrijft resultaten zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen.  Spreekt duidelijk en verstaanbaar.  Staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig op de rug.  Maakt oogcontact met het publiek.  Maakt op geschikte momenten verbaal contact met het publiek. Discussie  Houdt oogcontact met gesprekspartner.  Laat anderen uitpraten.  Onderbouwt eigen mening met duidelijke argumenten.

Max. aantal punten

Aantal punten

30

20

20

20

10

100

Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10) Feedback


* Het kan zijn dat studenten over een ander onderwerp een presentatie geven. De beoordeling van de inhoud zal dan ook anders zijn.

42


Titel OWE Code 1. 2. 3. 4. 5.

6. 7. 8.

Opleiding Doelgroep Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten

Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens

9.


10.

Competenties

11. 12.



OWE 3: Organische chemie en polymeerchemie ECU 3: Organic Chemistry and Polymer Chemistry C3 Chemie Voltijd studenten propedeuse Chemie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Meetrapporten (Pm) Onderzoeksplan (Op) Advies presentatie (Ad) Weekopdrachten (Wo) 15 stp 420 SBU C3 is een voorbereiding op C7 en C8 Havo/VWO profiel Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid en OWE 1, 2bm en 2c gevolgd, 4de jaars MLO chemie: doorstroomprogramma MLO diploma chemie Voor deelname aan het deeltentamen Pi is aanwezigheid bij de praktijklessen verplicht. Student mag niet meer dan 1 praktijkles verzuimen, meer verzuim is inhalen in het volgende studiejaar. Voor deelname aan het deeltentamen IPV is aanwezigheid bij tutorbijeenkomsten verplicht. Werktitel: Gecontroleerde afgifte van medicijnen De centrale opdracht van deze OWE is het ontwerpen van een gecontroleerd afgiftesysteem voor pijnstillers. Daarbij moeten de studenten een advies uitbrengen over welk gecontroleerd afgiftesysteem het beste werkt. - Ontwerpen - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie - Rapporteren en presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken in team - Adviseren - Sturen professionele ontwikkeling De vetgedrukte competenties zijn competenties waarin deze course de nadruk op ligt. Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. Deeltentamens C3-T Thematoets (T) C3-gemK Gemiddelde kennistoetsen (gemK) C3-Kpk Polymeerkunde (Kpk) C3-Koc Organische Chemie (Koc)

43



Weging Compensatie-mogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen


13.


14.


15. 16.

17. 18.


C3-Katm Atoom en molecuulbouw (Katm) C3-Pm Meetrapporten (Pm) C3-Pi Praktijk indruk (Pi) C3-Pn Praktijk Natuurkunde (Pn) C3-Op Onderzoeksplan (Op) C3-IPV IPV C3-Ad Advies presentatie (Ad) C3-Ad.ws Workshop Adviseren (Ad.ws) Eindcijfer: (2*gemK +2*T + Pi + Pm + Ad + Op)/8 gemK = ((Kpk+ Koc)*2 + Katm)/5 ≥ 5,5 Koc, Kpk en Katm ≥ 4,0 IPV, workshops, beroepsproducten, HBOcompetentiekaart en Pn moeten afgevinkt zijn met voldaan en de cijfers voor de toetsen/beroepsproducten en praktijk moeten ≥ 5.5 zijn. Periode 3, herkansing periode 4 of periode 4 en herkansing eind periode 4 Voor deelname aan de deeltentamens Pi, Pn en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3).

De laatste druk van:  Tro, N.J., Principles of chemistry, a molecular approach, Prentice Hall / Pearson Education.  Giancoli, D.C., Physics for Scientists & Engineers, Indianapolis: Pearson Education Informit.  Hornback, J.M., Organic Chemistry, Belmont CA, USA: Thomson, Brooks/Cole.  Jones, A.M., Dean, J.R., et al. Practical skills in Chemistry, New York, NY: Pearson Education.  Vegt, A.K., van der Kunststoffen in het kort, Amerongen: Delta Press.  Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, Utrecht: Syntax Media.  Chem Basic, molecular models  Software: Chemsketch  Praktijkhandleiding organisch chemie en polymeren  Themahandleiding gecontroleerde afgifte van medicijnen LabArchives Tablet In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak Kunststoffen: wat zijn kunststoffen, hoe worden Polymeerchemie kunststoffen gemaakt, De polymeerketen, hoe herken je kunststoffen, waar blijven kunststoffen na gebruik. Eigenschappen van polymeren: toestanden, kristallijne polymeren, stijfheid en kruip, sterkte, thermische verweking, vormgeving

44



Werkwijze: gecombineerd hoor-/ werkcollege Molecuulbouw: chemische binding, organische verbinding orbitalen, functionele groepen, stereochemie

Ondersteunend vak Organische chemie

Werkwijze: gecombineerd hoor-/ werkcollege Atoom en molecuulbouw

Ondersteunend vak Atoom- en molecuulbouw

Werkwijze: gecombineerd hoor-/ werkcollege Inleiding optica: lenzen, tralies, prisma’s

Ondersteunend vak Natuurkunde

Werkwijze: hoorcollege Extractie, Isolatie en synthese van pijnstillers Dunne laag) chromatografie Synthese en karakterisering van verschillende polymeren Onderzoek naar gecontroleerd afgiftesysteem van pijnstillers op basis van polymeren

Practicum organische chemie en polymeerchemie

Werkwijze: practicum Het toepassen van de theorie die aangeboden wordt bij het theorievak natuurkunde: lenzen, prisma’s, tralies, spectrofotometer.

Practicum natuurkunde

Werkwijze: practicum Gebruik van chemische tekenprogrammatuur

Workshop chem-sketch

Werkwijze: workshop Mechanismen: esters en amides

Workshop reactiemechanismen

Werkwijze: workshop Betrouwbare wetenschappelijke informatie opzoeken Experimentenplan ontwikkelen

Workshop Ontwerpen

Werkwijze: workshop Adviseren

Workshop Adviseren 19.

Les- / Contacturen

20.


21.

Werkwijze: workshop Geprogrammeerde contacttijd: 21 lesuren per week = 147 lesuren per periode 15 klokuren per week = 105 klokuren per periode Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 315 klokuren Totaal: 420 klokuren Periode 3 en/of 4 n.v.t.

45



Toetsprogramma OWE 3: organische chemie en polymeerchemie (C3) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: C3-Kpk Naam: Kennistoets Polymeerkunde Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 4,0

Indicatoren


Polymeerkunde De student: kan omschrijven wat kunststoffen zijn en welke technische indeling meestal wordt toegepast; kan het bijzondere van polymeren vermelden ten opzichte van alternatieven: voor- en nadelen; kan de samenstelling en eigenschappen van ketens beschrijven: hoofd- en zijketens, ketenflexibiliteit, keteninteractie; kan de relatie ketenregelmaat tot een aantal eigenschappen (vormvastheid, verwerkbaarheid) aangeven; kan het begrip copolymeren omschrijven en kan een aantal algemene copolymeren benoemen; weet het verschil tussen amorfe- en kristallijne polymeren te noemen; kan ten aanzien van het milieu, een aantal voordelen van kunststoffen: toepassing in auto's, kunststoffen versus andere materialen benoemen; kan een aan aantal methoden (met voor- en nadelen) van afvalverwerking, zoals: verbranden, pyrolyseren, storten benoemen; kent definities op het gebied van de polymeerchemie; Synthese van polymeren.

Polymeerkunde: Inleiding De student:  kan omschrijven wat kunststoffen zijn en welke technische indeling meestal wordt toegepast;  kan het bijzondere van polymeren vermelden: voor- en nadelen;  kan vermelden hoe polymeren en polymeernetwerken gemaakt worden (polymerisatie, polycondensatie);  kan een aantal extra bestanddelen van een kunststof (hulp- en vulstoffen) en het doel van inmengen van deze stoffen aangeven. Structuur van polymeren in relatie tot de fysische eigenschappen. De student:  kan de samenstelling en eigenschappen van ketens beschrijven: hoofd- en zijketens, ketenflexibiliteit, keteninteractie;  kan de diverse molmassa-gemiddelden berekenen(Mn, Mw en Mz;  kan aangeven wat het praktisch nut van deze gemiddelden is;  kan vermelden hoe deze gemiddelden bepaald worden: M.I. - G.P.C.-Ubbelohde lichtverstrooiing - osmotische druk;  kent de Mark-Houwink relatie en kan hiermee berekeningen uitvoeren;  kan omschrijven wat met ketenregelmaat wordt bedoeld en kan voorbeelden geven (isotactisch, syndiotactisch);  kan de relatie ketenregelmaat tot een aantal eigenschappen (vormvastheid, verwerkbaarheid) aangeven;  kent het begrip copolymeren en kan een aantal algemene copolymeren benoemen;  weet het verschil tussen amorfe- en kristallijne polymeren;

46

Waardering /Cesuur Polymeerkunde Indeling: Ca 20% polymeersynthese Ca 60% relatie tussen structuur en eigenschappen Ca 20% verwerkingsmethoden 55% van de punten dienen behaald te zijn voor een voldoende.

Examinatoren 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling (Theoriedocent).


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase  

          



kan het V(T)-diagram voor amorfe- en kristallijne polymeren tekenen; kan een log (E)T-diagram tekenen voor amorfe polymeren en een verklaring (vanuit het moleculaire gedrag) geven voor het verloop van de curve (Tg); kan aangeven wat de sec. glasovergang is en waardoor deze veroorzaakt kan worden; kan vermelden wat de invloed van de tijd is op de elasticiteitsmodulus bij constante temperatuur; kan aangeven wat dissipatie van mechanische energie is; kan omschrijven wat wordt bedoeld met entropie- en met energie-elasticiteit; kent de afhankelijkheid van de tijdschaal op de lengte van het rubberplateau (silly putty); kan vermelden wanneer een polymeer wel en wanneer een polymeer niet kan kristalliseren; kan aangeven wat de invloed is van de ketenstijfheid en keteninteractie op het smeltpunt van kristallijne polymeren; kan het verband tussen Tg en Tm aangeven; kan aangeven wat het kristallisatieproces inhoudt (kiemen, snelheid); kent het effect van de kristallisatie op de eigenschappen; kan een aantal eigenschappen van de vloeibare toestand omschrijven: viscositeit, Newtons- en niet-Newtons gedrag, smeltelasticiteit, die-swell, smeltbreuk; kan aangeven wat de invloed is van de molmassa-verdeling op de verwerkbaarheid.

Structuur van polymeren in relatie tot de mechanische eigenschappen De student:  kan het spannings-rek diagram lezen: elasticiteitsmodulus, vloeispanning, vloeirek, breukspanning, breukrek, breukenergie;  kan de verschillen tussen de polymeren aangeven qua stijfheid (in relatie tot de structuur), hardheid;  kan het begrip visco-elasticiteit, kruip, spanningsrelaxatie omschrijven;

47


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase  

kan aangeven hoe het kruipgedrag van een kunststof voor praktisch gebruik wordt weergegeven - kruip-isochronen; kan de begrippen treksterkte, slagsterkte, brosse breuk nader verklaren.

Structuur van de polymeren in relatie tot de thermische eigenschappen De student:  kan de invloed van lage temperaturen op rubbers, thermoharders en thermoplasten aangeven;  kan de invloed van hoge temperaturen aangeven (verweking);  weet hoe een maat voor de verweking te definiëren (ISO-HDT, VICAT). Vormgevingstechnieken De student:  kan de drie fasen die nodig zijn om de grondstof tot eindproduct te verwerken, beschrijven voor rubbers, thermoplasten en thermoharders;  kan een aantal technieken beschrijven: - gieten, persen; - spuitgieten: soorten machines, spuitdiagram - extruderen: die-swell, smeltbreuk; - plaatvormen: dieptrekken, vacuümvormen; - impregneren: diverse technieken; - schuimen: drie verschillende mechanismen. Herkennen van kunststoffen De student:  kan een aantal bepalingsmethoden beschrijven ter identificatie van kunststoffen, zoals: - uiterlijk: transparant versus nietdoorzichtig, glans, gevoel, soortelijk gewicht; - mechanische eigenschappen: stijfheid (Emodulus); - verwekingsgedrag: verwarmen;

48


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase -

Code: C3-Koc Naam: Kennistoets organische chemie Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 4,0

Organische chemie Kennis van de alifatische organische chemie: ruimtelijke structuur, chemische en fysischchemische eigenschappen.  Aangeven in een molecuul van formele en partiële ladingen, vrije electronenparen, dipoolmomenten.  Kennen en toepassen van begrippen polair, apolair, lewiszuur en –base, carbokation, carbanion, radicaal.  (Her)kennen van structuurisomeren.  Kunnen lezen en gebruiken van verschillende representatiewijzen van organische molecu      

Ruimtelijk tekenen van organische verbindingen in verschillende projecties (Newman, Fischer, ruimtelijk). Gebruiken chemische tekenprogramma’s. Kennen en benoemen van functionele groepen en stofklassen. Kennen triviale namen van veel voorkomende org. stoffen en zijgroepen. Kennen en toepassen van nomenclatuurregels voor alkanen. Kennen en toepassen van nomenclatuurregels voor aromatische verbindingen. Kennen en toepassen van nomenclatuurregels voor alifatische verbindingen (halogeen alkanen, alkoholen, ethers, aldehyden, ketonen, carbonzuren en carbonzuurderivaten).

brandproef: geur, zelfdovend versus nietzelfdovend, kleur vlam, oplosbaarheid; vormgevingsmethode en toepassing, bijvoorbeeld aanspuit-'littekens'; kent de beperkingen van bovenstaande methoden.

Hergebruik van kunststoffen De student:  kent, ten aanzien van het milieu, een aantal voordelen van kunststoffen: toepassing in auto's, kunststoffen versus andere materialen;  kent aan aantal methoden (met voor- en nadelen) van afvalverwerking, zoals: verbranden, pyrolyseren, storten. Organische chemie: De student:  kent de begrippen ladingen, partiële ladingen, vrije electronenparen, dipoolmomenten en kan aangeven waar deze zich bevinden in het molecuul;  herkent polaire en apolaire (delen van ) moleculen;  weet wat bedoeld wordt met lewis zuren, lewis basen, carbokationen, carbanionen functionele groepen en herkent deze en kan ze benoemen;  weet wat bedoeld wordt met constitutionele isomeren, en kan deze tekenen aan de hand van een bruto formule;  kent en herkent groepen van organische verbindingen;  kent principe van naamgeving van eenvoudige org. verbindingen (nomenclatuur);  kent triviale namen van veel voorkomende organische verbindingen en zijgroepen;  kan bruto formules opschreven a.d.h.v. structuurformules;  kan a.d.h.v. een bruto formule het aantal dubbelband equivalenten uitrekenen en tot een structuurvoorstel komen;  herkent hybridisatietoestenaden van C, N en O;  kan stereochemie van chirale C-atomen bepalen (R/S) en van dubbele bindingen (Z/E);

49

Organische chemie eindtoets Ca 15% vragen m.b.t. ladingen, partiële ladingen, vrije electronenparen, dipoolmomenten polair apolair, lewis zuren, lewis basen, carbokationen, carbanionen functionele groepen Ca 10% constitutionele isomeren incl., nomenclatuur Ca 10 % vragen m.b.t. dubbel band equivalenten, berekenen bruto formules etc. Ca 15 % vragen m.b.t. hybridisatietoestanden Ca 25 % vragen m.b.t. stereochemie (chirale C-atomen, alkenen) Ca 25 % vragen m.b.t. grensstructuren + reactiemechanisme Cesuur: 55% van de punten dienen behaald te zijn voor een voldoende.

2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling (Theoriedocent).




Code: C3-Katm Naam: Atoom en molecuulbouw Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 4,0

Berekenen van molmassa a.d.h.v. brutoformule (vv), mate van onverzadigheid (DBE), berekeningen uitvoeren adhv reactievergelijkingen.  Kennen en en herkennen van de hybridisatietoestand van C-, N- en O-atomen in een verbinding.  Vorm van atoom- en molecuulorbitalen kunnen beschrijven/tekenen (Bonding en anti-bonding orbitalen).  Tekenen van grensstructuren van een verbinding (inclusief elektronenverhuizingen) en aangeven welke het belangrijkste is (zijn).  Kennen van begrippen als chiraliteit, diastereomeren, enantiomeren, epimeren.  Herkennen van dubbele band isomeren en de stereochemie (Z/E) hiervan kunnen bepalen.  Herkennen van chirale verbindingen en chirale centra in organische moleculen en de stereochemie (R/S) hiervan kunnen bepalen.  Stoel en boot-conformaties zesringen tekenen (incl Newmanprojecties over bindingen) en relatief belang inschatten.  Inschatting maken of groepen aan 6 ring vnl. axiaal of equatoriaal zitten. Atoom en molecuulbouw Dualistisch gedrag van licht Onzekerheidsrelatie van Heisenberg Schroedinger vergelijking Energie niveaus van elektronen Atoom orbitalen, vorm en oriëntatie Atoom orbitalen s, d, p, f, orbitalen Kwantumgetallen en elektronverdeling Pauli verbod Aufbau principe Regel van Hund Valentie elektronen Atoom en ion straal Ionisatie energie Elektronen affiniteit Chemische binding, ion en covalent Lewis structuren elementen Lewis structuren meeratomige moleculen Octet regel

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase 

   

kan de ruimtelijke structuur tekenen van organische verbindingen (incl Newman projecties) zowel van lineaire als cyclische verbindingen; kan aangeven of groepen axiaal of equatoriaal zitten in zesringen en kan deze correct tekenen; kan grensstructuren tekenen (incl. electronenverhuizingen) van organische verbindingen; kan het mechanisme van de amidevorming en hydrolyse, weergeven; kan het mechanisme van de estervorming en hydrolyse, weergeven.

Dit komt overeen met de theorie uit de hoofdstukken 1,2,3, 5, 6, 7, 8.2, 19.1, 19.4-6 van Hornback.

Leerdoelen atoom en molecuulbouw De student:  weet wat er bedoeld wordt met het hoofdkwantumgetal, het neven kwantumgetal, het magnetisch kwantumgetal, het spin kwantumgetal, schil, subschil en s-, p-, d- en forbitalen;  kan met behulp van het Aufbau principe, de regel van Hund en het Pauli verbod de elektronen van de elementen verdelen over de verschillende orbitalen;  weet wat er bedoeld wordt met de edelgasconfiguratie, elektronenconfiguratie en valentie-elektronen;  weet wat er bedoeld wordt met Lewis formule, Lewis symbool, octet regel en valenties;  kan een Lewis structuur tekenen van eenvoudige enkelvoudige- en meervoudige

50

Ca 35% orbitalen en aufbau principe Ca 30% elektronen configuraties Ca 35% lewisstructuren Cesuur: 55% van de punten dienen behaald te zijn voor een voldoende.



Code: C3-gemK Naam: Gemiddelde kennistoetsen Vorm: Administratief

Resonantie Formele lading van resonaties van polyatomaire moleculen Elektron negativiteit Polariseerbaarheid

C3-K Kennistoets bestaat uit 3 onderdelen: C3-Kpk Kennistoets Polymeerkunde C3-Koc Kennistoets Organische Chemie C3-Katm Kennistoets Atoom en molecuulbouw




bindingen; kan formele ladingen van de verschillende resonantie structuren van poly-atomen uitrekenen.

De beoordelingscriteria zijn per onderdeel beschreven.

gemK is = ((Kpk + Koc)*2 + Katm)/5 ≥ 5,5.

1 examinator voor de beoordeling.

Koc, Kpk en Katm ≥ 4,0.

Indicatoren zijn per onderdeel gedefinieerd.

Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5 Code: C3-T Naam: Thematoets Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Competentie 2: Experimenteren 2.1.1. Leest het praktijkvoorschrift en begrijpt deze; begrijpt theoretische achtergrond van basisstappen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.1.1. Voert op de juiste wijze volgens de voorgeschreven methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. In de thematoets komen vragen over de behandelde weektaken en de experimenten die tijdens de practica zijn uitgevoerd. In de context van:  Polymeerchemie  Organische chemie  Gecontroleerde afgifte van medicijnen

De student kent of kan m.b.t. de weektaken:  de structuurformule van een stof afleiden uit de massapercentages die gevonden zijn met elementanalyse;  de reactievergelijking van de volgende polymeren opschrijven:  Polyester  Polyamide  Polyurethaan  Polystyreen;  het reactiemechanisme van de volgende polymerisaties opschrijven:  Polycondensatie (polyesterificatie en polyamidering)  Het maken van polyurethaan  Radicaalpolymerisatie  de bouw en werking van een (polymere) micel;  de reactievergelijking opstellen van een additie polymerisatie;  de reactiemechanisme opstellen van een zuur met een alcohol;

51

De thematoets is opgebouwd uit vragen over de praktijk en vragen over de weektaken in relatie tot de gegeven theorie van organische en polymeerchemie: Organische chemie ca. 40%; Polymeerchemie ca. 40 %; Gecontroleerde afgifte ca. 20%. Cesuur: 55% van de punten dienen behaald te zijn voor een voldoende.

2 examinatoren voor de constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling (Expert).


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase      

Code: C3-Pi Naam: Praktijk indruk Vorm: Praktijk Individueel Weging: 1

Competentie 1: Ontwerpen 1.1.4. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag bijbehorende hypothese. Competentie 2: Experimenteren 2.1.1. Leest het praktijkvoorschrift en begrijpt deze; begrijpt theoretische achtergrond van basisstappen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.1.3. Controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt. 2.1.4. Voert experimenten nauwkeurig volgens protocol uit.

aangeven hoe polymere micellen specifiek bij verschillende cellen aan kunnen komen; de opbouw van een dendrimeer tekenen; de reactievergelijking opstellen voor het maken van een PAMAM dendrimeer; eigenschappen van een dendrimeer benoemen; aangeven hoe medicijnopname en afgifte uit een dendrimeer plaatsvindt; aangeven hoe een dendrimeer specifiek bij bepaalde cellen zijn medicijn zal afgeven.

De student kent of kan m.b.t. praktijk:  aangeven hoe een reflux opstelling gemaakt kan worden en waar alle onderdelen voor zijn;  het principe van DSC uitleggen; uitleggen hoe een thermogram tot stand komt en het thermogram uitleggen;  het principe achter DLC uitleggen; de Rf waarde van een stof uitrekenen m.b.v. een DLC plaatje en bepalen welke stof er in het monster aanwezig is;  rekenen aan reacties;  reactiemechanismes van radicaalpolymerisatie, estervorming en amidevorming opstellen;  de theorie van de organische chemie en polymeerchemie in relatie tot de praktijk;  de theoretische en praktische achtergronden van het maken van een gecontroleerd afgiftesysteem van een medicijn (aspirine, paracetamol en ibuprofen). Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Praktijk met labjournaal voor de beoordeling van Praktijk Chemie.

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Praktijk met labjournaal Niveau 1 voor de beoordeling van praktijk Chemie. 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

52

1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent).


Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5


2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.1.1. Voert op de juiste wijze volgens de voorgeschreven methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.2. IJkt eenvoudige apparatuur (pH meters, pipetten). 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie 5.1.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op voorgegeven wijze. 5.1.2. Laat alle werkplekken opgeruimd en schoon achter. 5.1.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.1.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm zoals beschreven in productcriteria labjournaal/rapport niveau 1:  past correcte spelling en grammatica toe;  is zich bewust van wetenschappelijke stijl;  brengt eenvoudige en logische structuur aan;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.1.3. Voert werkzaamheden volgens planning uit. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling

53


Code: C3-Pm Naam: Meetrapporten Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Code: C3-Pn Naam: Praktijk natuurkunde Vorm: Praktijk Individueel Weging:

11.1.4. Heeft HBO studievaardigheden; motiveert zichzelf, heeft doorzettingsvermogen. Competentie 2: Experimenteren 2.1.1. Leest het praktijkvoorschrift en begrijpt deze; begrijpt theoretische achtergrond van basisstappen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.1.3. Controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt. Competentie 3 Resultaten analyseren Data processing 3.1.1. Voert op de juiste wijze volgens de voorgeschreven methoden de analyse van de resultaten uit. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en resultaten van het experiment. Competentie 6 Rapporteren en presenteren 6.1.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm zoals beschreven in productcriteria labjournaal/rapport niveau 1:  past correcte spelling en grammatica toe;  is zich bewust van wetenschappelijke stijl;  brengt eenvoudige en logische structuur aan;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen. Competentie 2 Experimenteren Voorbereiding 2.1.1. Leest het praktijkvoorschrift en begrijpt deze; begrijpt theoretische achtergrond van basisstappen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.1.3. Controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt. Uitvoering 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde


Zie onderstaand beoordelingsformulier voor meetrapport.



55% van de punten komt overeen met een 5,5.


54




Per praktijkgroep een docent.


0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan

Code: C3-IPV Naam: IPV Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan


tijd uit. Competentie 3 Resultaten analyseren Data processing 3.1.1. Voert op de juiste wijze volgens de voorgeschreven methoden de analyse van de resultaten uit. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment (i.v.t.). In de context van: Optica Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn opdracht met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie; indien nodig onder begeleiding van de docent: 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.1.5. Brengt zijn haar mening/boodschap onder woorden. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.4. Heeft hbo studievaardigheden; motiveert zich zelf, heeft doorzettingsvermogen. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.1.3. Voert werkzaamheden volgens de planning uit.

De student:  heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt;  kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt  voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit;  houdt zich aan de afgesproken regels;  stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;  laat anderen uitpraten;  geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS)

55

Aan alle criteria moet zijn voldaan voor Voldaan.

1 examinator Voor de beoordeling (Tutor). Per tutorgroep een docent (tutor).


Code: C3-Ad C3-Ad.ws Naam: Ad: Advies Ad.ws: Workshop Adviseren Vorm: Mondeling Groep Weging: Ad:1 Ad.ws: 0 Beoordeling: Ad: cijfer Ad.ws: voldaan/niet voldaan Ondergrens: Ad: 5,5 Ad.ws: 0

Code: C3-Op Naam: Onderzoeksplan

Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.1.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm zoals beschreven in productcriteria labjournaal/rapport niveau 1:  past correcte spelling en grammatica toe;  is zich bewust van wetenschappelijke stijl;  brengt eenvoudige en logische structuur aan;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen. 6.1.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen:  past correcte spelling en grammatica toe;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten. Competentie 8: Samenwerken Communiceert over zijn opdracht met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie; indien nodig onder begeleiding van de docent. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.1.5. Brengt zijn haar mening/boodschap onder woorden. Competentie 10: Adviseren Adviseert over de aanschaf en het gebruik van materialen, apparatuur: 10.1.1. Begrijpt wensen en praktische eisen. 10.1.2. Adviseert over aanschaf van reagentia op basis van productspecificaties en verkoopvoorwaarden. Competentie 1: Ontwerpen Vraag verhelderen 1.1.1.Identificeert welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase Deelname aan workshop Adviseren is verplicht. Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Adviespresentatie.

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Presentatie.

2 examinatoren voor de beoordeling (Expert en een praktijkdocent).

55% van de punten moet behaald zijn voor een voldoende beoordeling (5.5). Deelname aan alle workshops is noodzakelijk voor voldoende beoordeling deelname.

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Onderzoeksplan.

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Onderzoeksplan. 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

56

1 examinator voor de beoordeling (Expert).


Vorm: Schriftelijk Groep Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5


Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan 1.1.2. Kent criteria voor betrouwbare bronnen in het natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.1.3. Raadpleegt eenvoudige relevante natuurwetenschappelijke bronnen. Deze bronnen worden in de opdracht aangereikt. 1.1.4. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag bijbehorende hypothese. 1.1.5. Integreert informatie om tot een eenvoudig onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren: 2.1.1. Leest het praktijkvoorschrift en begrijpt deze; begrijpt theoretische achtergrond van basisstappen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.1.3. Controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt. Competentie 3: Resultaten analyseren: 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.1.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm zoals beschreven in productcriteria labjournaal/rapport niveau 1:  past correcte spelling en grammatica toe;  is zich bewust van wetenschappelijke stijl;  brengt eenvoudige en logische structuur aan;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.1.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een eenvoudig werkplan. 7.1.2. Plant zijn studietaken.

57



In de context van: Gecontroleerde afgifte van medicijnen

58



Beoordelingsformulier meetrapport, niveau 1 Naam: ……………………………………………………….. Competentie/

Klas: ……………..


Datum: …………….. Max punt

indicator Inleiding:  Doelstellingen van het onderzoek + methode. 1.1.4



Hypothese (indien mogelijk).

2.1.1



Reactievergelijkingen.

2.1.2



2.1.3

2.1.2, 2.1.3

3.1.1

3.1.1 3.1.1 3.1.2 3.1.2, 3.1.4

Berekeningsformules (uitleg van symbolen, eenheden zijn correct). Materiaal en Methode Benodigdheden  chemicaliën merk, datum, concentratie;  apparatuur (merk, HLO nummer);  evt. opstelling. Werkwijze  Verwijzing naar het voorschrift + wijzigingen.  Calibratiereeks voor standaarden in tabelvorm.  Voorberekeningen indien van toepassing ( bijv. inweeg). Resultaten  Laat alle resultaten op correcte wijze zien, waarbij veelal gebruik wordt gemaakt van tabelvorm + grafieken met verbindende tekst.  Maak gebruik van overzichtstabel met resultaten.

15

30



Voorbeeldberekeningen, foutenberekening zijn correct (inclusief significantie en eenheden). Discussie  Interpreteert de bruikbaarheid van de resultaten.  Geconstateerde afwijkingen Conclusie

3.1.3

20

  

10

10

Trekt conclusies op basis van resultaten. Er wordt uitspraak gedaan over de hypothese. Er is een duidelijke samenhang tussen doel, hypothese en conclusie.

Stijl  6.1.1



6.1.1



Literatuur verwijzing volgens exact communiceren/ APAnormen. Past correcte spelling en grammatica toe, schrijft in onpersoonlijke vorm. Brengt eenvoudige en logische structuur aan.

5 5 5

Aantal behaalde punten

100

Beoordeling: Aantal punten/10 Feedback

10


59

Punt



Beoordelingsformulier Praktijk course 3C Naam:………………………………………………………………………………………………………. Gerelateerd aan Beoordelingscriterium competenties/ indicatoren

Klas: …………………………

Onvoldoende

Voldoende

Datum:………………………………. Goed

Uitmuntend

Alle onderdelen zijn aanwezig en meestal correct -3Hypothese is meestal correct -3Voorberekeningen zijn meestal correct -2Vragen worden meestal goed beantwoord -2Resultaten zijn volledig en duidelijk en de analyse is meestal correct -3Resultaten komen meestal wel overeen met de verwachting -3-

Alle onderdelen zijn aanwezig en zijn altijd correct -3Hypothese is altijd correct -4Voorberekeningen zijn altijd correct -3Vragen worden altijd goed beantwoord -2Resultaten zijn volledig en duidelijk en de analyse is altijd correct -4Resultaten komen altijd overeen met de verwachting -4-

LABJOURNAAL 5.1.3.


1.1.4.


2.1.2.


2.1.1.


3.1.1.

2.1.4.


5.1.1. 5.1.3.


6.1.1.



Niet voldaan Labjournaal is zeer slordig -0-




De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels,

Niet voldaan

Voldaan

60


Aantal punten


4.1.2.


5.1.2.

De student laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter.

2.1.4.


2.1.5. 7.1.3.


11.1.4.

De student is op tijd, voorbereid, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase Maakt vaak fouten bij het gebruik van apparatuur -0Ruimt eigen materialen vaak niet op

Maakt soms fouten bij het gebruik van apparatuur -8Ruimt eigen materialen soms niet op

-0Kan meestal niet uitleggen met welke stap hij bezig is -0Loopt vaak uit -0-

-5Kan soms niet uitleggen met welke stap hij bezig is -10Loopt soms uit -6-

Heeft vaak een onvoldoende werkhouding

Heeft meestal een voldoende werkhouding

Heeft altijd een voldoende werkhouding

-0-

-8-

-11-

Totaal aantal punten (max 100) Eindbeoordeling (totaal aantal punten /10 én overal aan voldaan) Feedback


61

Gaat meestal goed met apparatuur om -11Ruimt eigen materialen altijd op

Gaat altijd goed met apparatuur om -15Ruimt eigen materialen altijd op en helpt regelmatig met het opruimen van het lab -7-10Kan meestal uitleggen met Kan altijd uitleggen met welke stap hij bezig is welke stap hij bezig is -15-20Loopt nooit uit Is buitengewoon efficiënt -8-10Heeft altijd een voldoende werkhouding en helpt anderen -15-



Beoordelingsformulier onderzoeksplan OWE 3C Naam: …………………………………………………….. Klas: …………….. Indicator

Datum: ……………..

Beoordelingscriterium 6.1.1 1.1.1

1.1.1, 1.1.3, 2.1.1

1.1.1 1.1.4

1.1.5 4.1.3 4.1.1

2.1.2, 2.1.3

7.1.1

3.1.3 1.1.2

6.1.1

6.1.1

Voorblad en Inhoudsopgave. Inleiding Het onderzoeksdoel is beschreven. Het is beargumenteerd met welke methodes dit doel bereikt kan worden. Hiervoor worden de achterliggende principes van deze methode beschreven. Daarbij wordt ingegaan op methodes voor:  het kiezen en maken van de polymere matrix;  het beladen van de matrix met medicijn;  het bepalen van de afgifte van het medicijn. De onderzoeksvraag is geformuleerd. De bij de onderzoeksvraag horende hypothese is geformuleerd. Materialen en Methoden De werkwijze is in een flowchart beschreven voor:  het kiezen en maken van de polymere matrix;  het beladen van de matrix met medicijn;  het bepalen van de afgifte van het medicijn. Hierbij mag naar bestaande protocollen verwezen worden. De benodigde controles zijn beschreven. Vereiste veiligheidsmaatregelen zijn beschreven en beargumenteerd. De hoeveelheid benodigde reagentia en monster is berekend voor:  het kiezen en maken van de polymere matrix;  het beladen van de matrix met medicijn;  het bepalen van de afgifte van het medicijn. Tijdsplanning: per praktijkdag is benoemd welke werkzaamheden gedaan worden. De data van de praktijkdagen zijn hierbij vermeld. Resultaten Het is beschreven onder welke omstandigheden gezegd kan worden dat het doel bereikt is/hypothese klopt. Structuur/ Lay-out / Schrijven Naar de gebruikte betrouwbare literatuur is verwezen volgens de APA-richtlijnen:  de lijst staat in alfabetische of chronologische volgorde;  de bronvermeldingen zijn volgens APA-richtlijnen. Het rapport is geschreven volgens spelen grammaticaregels. Meer dan 5 fouten per pagina betekent dat het rapport niet beoordeeld wordt. Het plan is aan hand van de aangegeven punten overzichtelijk gestructureerd. Paginanummers zijn aanwezig.

Totaal aantal punten Cijfer (totaal aantal punten /5,5)

Max aantal punten 2 2

3 3 3 3 3

2 2 2 2 4

2 2 2 4

4

1 4 3

2 55

Feedback


62

Aantal punten



Beoordelingsformulier Adviespresentatie OWE 3C Naam: …………………………………………………….. Klas: …………….. Gerelateerd aan competenties/ indicatoren 8.1.2 10.1.1, 10.1.2 11.1.3

6.1.3

8.1.3, 8.1.4, 8.1.5

Datum: ……………..


Max. aantal punten

Inhoud  Geeft het doel van het advies aan.  Benoemt helder de vraag van de opdrachtgever met de vereiste criteria.  Bespreekt de gemaakte producten met de daarbij horende resultaten (voor zover relevant met betrekking tot de vereiste criteria).  Adviseert op basis hiervan de opdrachtgever met een duidelijk advies.  Bespreekt de samenwerking en taakverdeling in de groep. Presentatie  Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart).  Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten:  past correcte spelling en grammatica toe;  beschrijft resultaten zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen.  Spreekt duidelijk en verstaanbaar.  Staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig op de rug.  Maakt oogcontact met het publiek.  Maakt op geschikte momenten verbaal contact met het publiek. Discussie  Houdt oogcontact met gesprekspartner.  Laat anderen uitpraten.  Onderbouwt het advies/ eigen mening met duidelijke argumenten.  Weet de opdrachtgever te overtuigen van de kwaliteit en de betrouwbaarheid van het advies.

3 3 5

5 3 3

2 4

2 2 2 2 2 2 5 5 50

Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 5) Feedback


63

Aantal punten


Titel OWE

Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7. 8.


9.


10.

Competenties

11. 12.



OWE 4: Algemene Chemie: Chemische evenwichten en analytische chemie ECU 4: General Chemistry: Chemical Equilibria and Analytical Chemistry C4 Chemie Voltijd studenten Propedeuse Chemie Voltijd studenten van het MLO-doorstroom-programma Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Schriftelijke practicumproducten; meetrapport, labjournaal (C4-Pm) Uitgebreide resultatenanalyse inclusief poster (C4-R) 15 stp 420 SBU Deze course is een vervolg op C2 en een voorbereiding op C5 en C7 Havo/VWO profiel Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid en OWE 1, 2bmc, 2c en 3c gevolgd, 4de jaars MLO chemie: deelnemer doorstroomprogramma. MLO diploma chemie Voor deelname aan het deeltentamen Pi is aanwezigheid bij de praktijklessen verplicht. Student mag niet meer dan 1 praktijkles verzuimen, meer verzuim is inhalen. Voor deelname aan het deeltentamen IPV is aanwezigheid bij tutorbijeenkomsten verplicht. Werktitel: Chemie in Evenwicht Het hoofdthema van deze OWE heeft betrekking op chemische evenwichten. Het gekozen onderwijsmodel is OGO. In deze OWE wordt ervaring opgedaan in spectrometrische en titrimetrische technieken. De nadruk ligt op het verwerken en beoordelen van de resultaten verkregen uit experimenten waarbij gebruik wordt gemaakt van deze technieken. Voor de centrale opdracht worden de resultaten van verschillende analyse methoden statistisch met elkaar vergeleken en met de opgegeven waarde. Tijdens de OWE wordt ruimschoots aandacht besteed aan de onderliggende theorie met de nadruk op chemische evenwichten. - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitszorg - Beheer en administratie - Presenteren/Rapporteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken - Leiding geven/ coachen - Professionele ontwikkeling De vetgedrukte competenties zijn de competenties waarop in deze course de nadruk ligt. Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. Deeltentamens C4-T Thematoets (T)

64



Weging Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen Frequentie (deel)tentamens

C4-gemK Gemiddelde Kennistoetsen (gemK) C4-Kchemie Kennistoets Algemene chemie (Kchemie) C4-Kthermo Kennistoets Thermodynamica (Kthermo) C4-Kwis Kennistoets Wiskunde (Kwis) C4-Pm Meetrapporten (Pm) C4-Pi Praktijk indruk(Pi) C4-R Centrale opdracht (R) C4-Pn Praktijk natuurkunde (Pn) C4-IPV IPV C4-Stage Snuffelstage (Stage) C4-FG2 Funct.gespr.2 (FG2) C4-FG3 Funct.gespr.3 (FG3) C4-POP POP C4-HBO HBO-competentiekaart Eindcijfer = ((Pi+Pm)/2 + T + gemK +R)/4 gemK = ((Kchemie + Kthermo*2+ Kwis)/5 ≥ 5,5 Kchemie, Kthermo en Kwis ≥ 4,0 IPV en Pn moeten afgevinkt zijn met voldaan en de cijfers voor de toetsen/beroepsproducten, Pm en Pi moeten ≥5.5 zijn. Periode 3, herkansing periode 4 of periode 4 en herkansing eind periode 4 Voor deelname aan de deeltentamens Pi, Pn en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3).

13.


14. 15. 16.


17. 18.


De laatste druk van:  Tro, N.J., Principles of chemistry, a molecular approach, Prentice Hall / Pearson Education.  Skoog, D. A., West, D. M., Holler, F. J., Crouch, S. R. Fundamentals of Analytical Chemistry., Cengage Learning.  Giancoli, D.C., Physics for Scientists & Engineers, Indianapolis: Pearson Education Informit.  Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, Utrecht: Syntax Media.  Praktijkhandleiding chemie in evenwicht  Themahandleiding chemie in evenwicht  Dictaat SCV, 075-04 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen  Douwes D. J. et al, Basisvaardigheden Wiskunde, Groningen: Wolters-Noordhoff.  Jones, A.M., Dean, J.R., et al. Practical skills in Chemistry, New York, NY: Pearson Education. LabArchives Tablet In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak Zwakke zuren en basen, meerwaardige zuren, titraties Algemene chemie Buffers Evenwichtsconstanten Elektrochemie (redoxreacties, wet van Nernst)

Ondersteunend vak

Werkwijze: gecombineerd hoor-/ werkcollege Systemen, toestanden en energie

65



Thermodynamica

Ondersteunend vak Wiskunde

Werkwijze: hoorcollege Differentiëren Goniometrie Logaritme

Ondersteunend vak Natuurkunde

Werkwijze: hoorcollege Inleiding elektriciteitsleer: Wet van ohm, Daniel cell

Ondersteunend vak Theorie van de praktijk Ondersteunend vak Chromatografie Workshop Statistiek

19.

Les- / Contacturen

20.


21.

Enthalpie De enthalpie van fysische en chemische veranderingen Entropie Verandering in entropie Vrije enthalpie

Werkwijze: hoorcollege, practicum Theoretische achtergronden van de praktijk Werkwijze: hoorcollege Inleiding chromatografie Dit vak wordt in de thematoets getoetst. Werkwijze: gecombineerd hoor-/ werkcollege Betrouwbaarheidsinterval t-toets, vergelijken van resultaten met ware waarde

Werkwijze: workshop Geprogrammeerde contacttijd: 22 lesuren per week = 154 lesuren per periode 16 klokuren per week = 115 klokuren per periode Toetstijd: 7 lesuren = 5 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 300 klokuren Totaal: 420 klokuren Periode 3 of 4 n.v.t.

66



Toetsprogramma OWE 4: Algemene Chemie: Chemische evenwichten en analytische chemie (C4) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek op het gebied van de algemene chemie OWE Deeltentamen Code: C4-Kthermo Naam: Kennistoets Thermodynamica

Indicatoren Thermodynamica Onderwerpen  Ideale Gaswet, volume-arbeid;  De eerste hoofdwet;  De tweede hoofdwet;  chemische evenwichten.

Vorm: Schriftelijk Individueel Open vragen Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 4,0

Code: C4-Kchemie Naam: Kennistoets Algemene Chemie Vorm: Schriftelijk Individueel Open vragen

Chemie:  chemische evenwichten;  pH-berekeningen, zuren en basen;  elektrochemie.

Beoordelingscriteria Thermodynamica Het doel is om de student vertrouwd te maken met nevenstaande thermodynamische begrippen. De student kent de volgende begrippen en onderwerpen: De eerste hoofdwet:  systemen, energie en arbeid, warmte, toestandsfuncties, , calorimetrie;  enthalpie, enthalpie van de fase-overgangen, reactie-enthalpie, relatie tussen H en U, standaard reactie-enthalpie, wet van Hess, standaard vormingsenthalpie. De tweede hoofdwet  spontane veranderingen, entropie en wanorde, verandering in entropie, standaard molaire entropie, standaard reactie entropie;  omgeving, totale entropieverandering, evenwichten, Gibbs’ vrije energie, reactie vrije energie, verandering van vrije energie in biologische systemen. Chemische evenwichten  thermodynamica van de chemische evenwichten, evenwichtsconstanten, herogene evenwichten, voortgang van de reactie, richting van de reactie: toevoegen/verwijderen van een stof, comprimeren van een reactiemengsel, temperatuur en evenwicht;  evenwichtsconstanten en berekeningen aan evenwichten, afleiding van de Wet van Nernst. Chemie: Chemische evenwichten : De student :  weet wat bedoeld wordt met homogene en heterogene evenwichten en kan voor beide typen de evenwichtsconstante ( K ) definiëren en in formule opstellen, uitgaande van een gebalanceerde reactie vergelijking;  weet wat bedoeld wordt met K en KC;  kan K berekenen uitgaande van evenwichtsconcentraties;

67

Waardering / Cesuur Thermodynamica Ca 50% De tweede hoofdwet Ca 50% Chemische evenwichten Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10 = cijfer.

Examinatoren 2 examinatoren voor de constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling.

55% van de punten moet behaald zijn voor een voldoende.

Chemie: Ca 50% pH berekeningen Ca 50% Elektrochemie Aantal behaalde punten/totaal aan tal punten * 10 = cijfer. 55% van de punten moet behaald zijn voor een voldoende.

3 examinatoren voor de constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling.



Weging: 0



Beoordeling: Cijfer



Ondergrens: 4,0

kan de evenwichtsconcentraties berekenen uitgaande van K; kent het begrip Q en kan voorspellen welke kant een reactie oploopt als de concentraties en K bekend zijn; begrijpt het principe van Le Chatelier en kan voorspellen welke kant een reactie op loopt als reactanten/producten worden toegevoegd/verwijderd; als de temperatuur wordt verhoogd/verlaagd; als de druk wordt veranderd.

pH berekeningen/ zuren en basen : De student :  weet wat bedoeld wordt met een “proton transfer reaction”: begrijpt wat een Bronsted zuur/base is; kan zuur/base reacties opschrijven;  weet wat bedoeld wordt met sterke en zwakke zuren en basen; wat geconjugeerde zuren en basen zijn;  weet wat met Lewis zuren en basen bedoeld wordt;  weet dat de autoprotolyse van water ( KW = [H3O+] [OH-] = 10-14 ) centraal staat bij pH berekeningen; weet dat pH + pOH = 14;  weet hoe de pH schaal werkt en wat met zuur en basisch bedoeld wordt;  kan de pH van sterke en zwakke zuren en basen berekenen;  weet dat bij basische oplossingen de pH berekend wordt via de pOH;  weet wat bedoeld wordt met zuur en base constanten ( KZ , KB );  weet dat veel stikstofverbindingen basisch reageren; kan de reactie vergelijking voor de basische reactie opschrijven; kent globaal deze verbindingen;  weet wat bedoeld wordt met de “conjugate seesaw”; hoe sterker het zwakke zuur, des te zwakker de geconjugeerde base;  weet dat zouten van sterke zuren en basen neutraal reageren; dat zouten van zwakke zuren basisch reageren en zouten van zwakke basen zuur reageren;

68


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase     

Code: C4-Kwis Naam: Kennistoets Wiskunde Vorm: Schriftelijk Individueel Open vragen

Wiskunde  Differentiëren, uitgebreid  Integreren, eenvoudig

kan de pH van dergelijke (zoute) oplossingen berekenen; weet wat bedoeld wordt met meerwaardige zuren en kan de pH van meerwaardige zuren berekenen; weet wat bedoeld wordt met bufferoplossingen; kent de bufferformule en kan de pH van bufferoplossingen berekenen; kan van bufferoplossingen de buffercapaciteit berekenen en weet wat daarmee bedoeld wordt; kan in zuur/base titraties (van zowel sterke als zwakke zuren/basen) in elk punt van de titratie de pH berekenen.

Elektrochemie De student :  weet wat met reductie en oxidatie bedoeld wordt; wat redox reacties en halfreacties zijn;  kan redox reacties opstellen (balancing redox equations;  weet wat galvanische cellen zijn; kent de structuur ervan en weet hoe de notatie ervan is; kan (standaard) potentialen ervan berekenen;  kent de betekenis van standaardpotentialen; weet wat met een redoxtabel (electrochemical series) bedoeld wordt en heeft er inzicht in en begrip van;  kent de betekenis van de wet van Nernst en kan eenvoudige berekeningen daaraan uitvoeren. Wiskunde De student kan de volgende regels toepassen bij het differentiëren  Kettingregel;  Productregel;  Quotiëntregel. De student kan:  primitieven bepalen;  standaardintegralen berekenen.

Weging: 0

69

Wiskunde: Ca 60% differentiëren Ca 40% integreren Aantal behaalde punten/totaal aan tal punten * 10 = cijfer 55% van de punten moet behaald zijn voor een voldoende.




Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 4,0 Code: C4-gemK Naam: gemK: Gemiddelde kennistoetsen

Kennistoets bestaat uit 3 onderdelen:  C4-Kchemie; Algemene chemie  C4-Kthermo; Thermodynamica  C4-Kwis; Wiskunde

Criteria zijn per onderdeel gedefinieerd.

gemK = ((Kchemie + Kthermo)*2+ Kwis)/5


Kchemie, Kthermo en Kwis ≥ 4,0 gemK ≥ 5.5 gemK: 5.5 is voldoende.


Vorm: Administratief Weging: gemK:1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: gemK: 5.5 Code: C4-T Naam: Thematoets Vorm: Schriftelijk Individueel Open vragen Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Experimenteren 2.1.1. Leest het praktijkvoorschrift en begrijpt deze; begrijpt theoretische achtergrond van basisstappen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Resultaten analyseren 3.1.1. Voert op de juiste wijze volgens de voorgeschreven methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. In de thematoets komen vragen over de behandelde weektaken en de experimenten die tijdens de practica zijn uitgevoerd. Bij de thematoets wordt er vanuit gegaan dat de student de theorie over de betreffende onderwerpen beheerst.

Leerdoelen weektaken: De student:  kan literatuurverwijzingen opstellen met de juiste notatiewijze van de artikelen;  kent de onderdelen van een gaschromatograaf (GC) en een HPLC;  kent eigenschappen van de componenten waarop scheiding plaats vindt in een gaschomatograaf;  kent termen uit de chromatografie zoals: chromatogram, retentietijd, vaste en mobiele fase;  kan een chromatogram interpreteren;  kan een structuur koppelen aan de retentietijd;  kent de complexvorming van hemoglobine met zuurstof en het evenwicht hierbij;  weet hoe een evenwicht van dit complex verstoord wordt en waarom;  weet wat de evenwichtsconstante is en kan ermee rekenen;

70

Ca 40% weektaken, Ca 25% experimenten, Ca 10% statistiek Ca 25% Chromatografie Verdeling van de vragen van de thematoets over de verschillende competenties: experimenteren: ca. 35% resultaten analyseren ca. 50% rapporteren ca. 15% 55% van de punten moet behaald zijn voor een voldoende.



In de context van:  chromatografie  zuur-base, meerwaardige zuren  buffers  evenwichtsconstante  pH berekeningen  elektrochemie Chromatografie Chromatografie algemeen Vloeistofchromatografie Gaschromatografie Chromatogram en kwantificatie

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase         

De student: Kan volgende termen en onderwerpen bespreken en uitleggen:  Principe en toepassingen van chromatografie  Dunne laag chromatografie  Kolomchromatografie  Ionchromatografie  Stationaire fasen  Mobiele fasen – Principe en toepassingen van gaschromatografie:  Blokschema tekenen  Onderdelen kunnen benoemen en beschrijven  Injectiemethoden  Kolommen  Detectoren – Interpreteren van het chromatogram – Retentietijd – Relatieve retentietijd – Runtijd – Resolutie – Piekvorm – Trouble shooting

  

kan een redoxreactie kloppend maken; kan van de halfreacties, een nettoreactie opschrijven; kan de wet van Nernst correct invullen; kan berekeningen uitvoeren met de wet van Nernst en de wet van Lambert Beer; kent oxidatie en reductie; kan berekeningen uitvoeren met de bufferformule van Henderson-Hasselbalch; kent de bufferende werking van bloed en kan ermee rekenen; kan een titratiecurve uitzetten van een buffersysteem met verschillende titratievloeistoffen; kent de oorzaak en gevolgen van een antivries vergiftiging; kent de anode en kathode en weet welke reacties eraan plaats vinden; kent diverse soorten oplaadbare batterijen en alternatieven; kent de gevaren van batterijen.

Leerdoelen experimenten: De student:  kan een calibratielijn opstellen met standaarden;  kent de vergelijking van de calibratielijn en kan ermee rekenen;  kan het gehalte van een component in het monster berekenen;  kent het principe van destillatie;  kent de invloed van temperatuur en concentratie op de reactiesnelheid;  kan een TLC-plaatje interpreteren;  weet wat Rf-waarden zijn op een TLC-plaatje en kan ze interpreteren. De student kent/kan de volgende punten uit de statistiek:  nul- en alternatieve hypothesen opstellen;  t-toets toepassen;  betrouwbaarheidsinterval en kan het toepassen;  foutendiscussie voeren uit gegevens. Chromatografie De student:

71



kan de volgende termen en onderwerpen bespreken en uitleggen:  Dunne laag chromatografie  Kolomchromatografie  Chromatogram  Stationaire fase (stationary phase)  Mobiele fase (mobile phase)  Kan uit de verdelingscoëfficiënt K opmaken hoe snel een component uit de kolom komt.  TLC, kan de voor- en nadelen benoemen  Kolomchromatografie  Schotel en schotelgetal  Retentietijd  Runtijd  Resolutie  Piekvorm  kan de volgende typen chromatografie uitleggen en bespreken:  Reversed phase en normal phase (partition chromatography)  Adsorptie  Ion exchange  Size exclusion chromatography  Affinity Gaschromatografie Gaschromatograaf (schema en onderdelen kunnen reproduceren) De student:  kan verschillende carriergassen oftewel dragergassen reproduceren en de invloed op het chromatogram;  kan de liner, injector en injectie beschrijven;  kan de volgende GC kolommen beschrijven en de verschillen reproduceren:  Gepakt  Capillair (fused silica,  Stationaire fasen capillaire kolom: – Liquid – Solid support liquid – Solid  kan de invloed van de kolom diameter en lengte en de filmlaagdikte op de scheiding beschrijven;

72



Code: C4-Pi Naam: Praktische vaardigheden Vorm: Praktijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Het practicum bestaat uit een deel chemie en een deel natuurkunde. Voor beide practica gelden dezelfde indicatoren. Voor natuurkundepracticum wordt geen cijfer gegeven.

kan van gaschromatografie de volgende onderwerpen uitleggen:  Polariteit van de stationaire fase  Analysetemperatuur  Temperatuurgradiënt  kan HPLC (schema en onderdelen) reproduceren:  Pomp  Injectie  Kolom  kan invloed uitleggen van hoge druk op de analyse;  kan de invloed van de deeltjes grootte en schotelhoogte (bandverbreding) uitleggen:  Doodvolume  kan de verschillende stationaire fasen beschrijven:  Silica  Polystyreen  Reversed phase en normal phase  kan de invloed van het eluens en modifier op de elutie uitleggen;  kan het verschil tussen isocratisch en gradiënt elutie beschrijven;  kan de invloed van de kolomtemperatuur op de chromatografie uitleggen. Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Praktijk met labjournaal voor chemie en natuurkunde practicum.

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor praktijk met labjournaal, voor chemie en natuurkunde. Cesuur: 55% van de punten moet behaald zijn voor een voldoende.

Competentie 1: Ontwerpen 1.1.4. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag bijbehorende hypothese. Competentie 2: Experimenteren 2.1.1. Leest het praktijkvoorschrift en begrijpt deze; begrijpt theoretische achtergrond van basisstappen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.1.3. Controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt. 2.1.4. Voert experimenten nauwkeurig volgens protocol uit. 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde

73

1 examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent). Per praktijkgroep een docent.



tijd uit. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.1.1. Voert op de juiste wijze volgens de voorgeschreven methoden de analyse van de resultaten uit. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.2. IJkt eenvoudige apparatuur (pH meters, pipetten). Competentie 5: Beheer en Administratie 5.1.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op voorgegeven wijze. 5.1.2. Laat alle werkplekken opgeruimd en schoon achter. 5.1.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.1.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm zoals beschreven in productcriteria labjournaal/rapport niveau 1:  past correcte spelling en grammatica toe;  is zich bewust van wetenschappelijke stijl;  brengt eenvoudige en logische structuur aan;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.1.3. Voert werkzaamheden volgens planning uit. In de context van:  zuur-base, meerwaardige zuren  buffers  evenwichtsconstante  pH berekeningen  elektrochemie  elektriciteitsleer

74


Code: C4-Pm Naam: Meetrapport Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Code: C4-Pn Naam: Praktijk natuurkunde Vorm: Praktijk Individueel Verslag Weging: 0 Beoordeling: V / NV

Competentie 3 Resultaten analyseren Data processing 3.1.1. Voert op de juiste wijze volgens de voorgeschreven methoden de analyse van de resultaten uit. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en resultaten van het experiment. Competentie 4 Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. Competentie 6 Rapporteren en presenteren 6.1.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm zoals beschreven in productcriteria labjournaal/rapport niveau 1:  past correcte spelling en grammatica toe;  is zich bewust van wetenschappelijke stijl;  brengt eenvoudige en logische structuur aan;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen. Competentie 2 Experimenteren Voorbereiding 2.1.1. Leest het praktijkvoorschrift en begrijpt deze; begrijpt theoretische achtergrond van basisstappen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.1.3. Controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt. Uitvoering 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. Competentie 3 Resultaten analyseren Data processing 3.1.1. Voert op de juiste wijze volgens de voorgeschreven methoden de analyse van de resultaten uit.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase Zie onderstaand beoordelingsformulier voor meetrapport.


75

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor meetrapport


Cesuur: 55% van de punten moet behaald zijn voor een voldoende.


Zie onderstaand beoordelingsformulier voor meetrapport


Cesuur: 55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende



Ondergrens: V

Code: C4-IPV Naam: IPV Vorm: Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: V/NV Ondergrens: V

Code: C4-R Naam: Centrale opdracht Vorm: Schriftelijk Groep Weging: 1


Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment (i.v.t.). In de context van: Elektriciteit Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn opdracht met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie; indien nodig onder begeleiding van de docent. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.1.5. Brengt zijn haar mening/boodschap onder woorden. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.4. Heeft hbo studievaardigheden; motiveert zich zelf, heeft doorzettingsvermogen. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.1.3. Voert werkzaamheden volgens planning uit. Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.1.1. Voert op de juiste wijze volgens de voorgeschreven methoden de analyse van de resultaten uit. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.1.3. Trekt conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).

De student:  heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt;  kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt;  voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit;  houdt zich aan de afgesproken regels;  stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;  laat anderen uitpraten;  geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS) Resultaten analyse  De resultaten worden duidelijk in tabellen en grafieken weergegeven.  Alle ruwe data staan in de bijlagen.  De gebruikte formules voor de berekeningen met voorbeeldberekeningen staan uitgewerkt onder een aparte paragraaf.  De statistische bewerkingen worden op de juiste manier toegepast.  De conclusies zijn kort en krachtig opgeschreven.  In de discussie wordt duidelijk beargumenteert

76

Aan alle criteria moet zijn voldaan voor een voldoende beoordeling.

1 examinator (Tutor) Per tutorgroep een tutor.

R bestaat uit 2 onderdelen:  Rapport moet ≥ 5.5;  Poster, moet ≥ 4,0.

1 examinator (Expert) voor beoordeling van het rapport. 1 examinator (Tutor) voor beoordeling van de poster.

Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10 = cijfer. R = (2/3 * cijfer rapport + 1/3 * cijfer poster) ≥ 5.5. Zie onderstaand beoordelingsformulier centrale opdracht.


Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Code: C4-HBO Naam: HBO Competentiekaart

3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.1.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm zoals beschreven in productcriteria labjournaal/rapport niveau 1:  past correcte spelling en grammatica toe;  is zich bewust van wetenschappelijke stijl;  brengt eenvoudige en logische structuur aan;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen. 6.1.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen:  past correcte spelling en grammatica toe;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten. Competentie 8: Samenwerken Communicatie Communiceert over zijn opdracht met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie; indien nodig onder begeleiding van de docent. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.1.5. Brengt zijn haar mening/boodschap onder woorden. In de context van: Het vergelijken van analysemethoden. Competentie 9: Leiden/ begeleiden Vergaderen 9.1.1. Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om vergadering te leiden.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase vanuit statistische onderbouwing waarom de conclusies getrokken zijn. Zie onderstaand beoordelingsformulier Centrale opdracht. Poster Zie onderstaand beoordelingsformulier poster. Indeling  Titel  Auteurs  Doel van het onderzoek  Inleiding:  analysemethoden benoemen met korte uitleg  korte uitleg over de verwerking van de resultaten  Resultaten: in tabelvorm en grafiek, eventueel korte toelichting  Toepassen statistiek op de resultaten:  Vergelijken van je meetwaarden met de verwachtingswaarde m.b.v. de t-verdeling: t-toets.  Vergelijking van de gemeten waarden onderling.  Volgens eigen inzicht bepalen of de gevonden meetwaarden significant van elkaar verschillen door de betrouwbaarheidsintervallen te geven.  Conclusie: welke methode geeft de beste resultaten en wordt het gehalte dat opgegeven is ook terug gevonden.

Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘Agenda / Voorzitter, niveau 1’.  2 handtekeningen (=voldoende beoordelingen) voor ‘Agenda’ en  2 handtekeningen voor ‘Gesprek leiden PGOgroep’ op hbo-competentiekaart zijn vereist.

77

55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5). Zie onderstaand beoordelingsformulier poster. 55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5).

Alle criteria moeten voldaan zijn voor een Voldaan.

1 examinator voor de beoordeling (Tutor, SLB, Vakdocent workshops). Elke examinator beoordeelt zijn eigen onderdelen.


Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan

Code: C4-Stage Naam: Snuffelstage


Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.1.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 1.

Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘Notulen Niveau 1’.  2 handtekeningen (=voldoende beoordelingen) op hbo-competentiekaart zijn vereist.

Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.1.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen:  past correcte spelling en grammatica toe;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten. Competentie 8: Samenwerken / communicatie 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.1.5. Brengt zijn haar mening/boodschap onder woorden. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.1.4. Heeft hbo studievaardigheden; motiveert zich zelf, heeft doorzettingsvermogen.

Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘(Thema)Presentie Niveau 1’.  2 handtekeningen (=voldoende beoordelingen) op hbo-competentiekaart zijn vereist.

Competentie 11: Sturen professionele

Zie onderstaand beoordelingsformulier Functione-

 

Deelname aan de snuffelstage. Beschrijven van de ervaringen in een verslag.

De coursetrekker voert voldaan in, indien de kaart volledig is ingevuld.

Het uitvoeren van de snuffelstage en het schrijven van een verslag is nodig voor een voldoende beoordeling.


Zie onderstaand beoordelingsformulier

1 examinator voor de

Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/Niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code:

78


C4-FG2 C4-FG3 Naam: Funct.gespr.2 Funct.gespr.3


ontwikkeling 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. 11.1.4. Heeft hbo studievaardigheden; motiveert zich zelf, heeft doorzettingsvermogen.

ringsgesprekken, niveau 1.

Functioneringsgesprekken, niveau 1.

3 functioneringsgesprekken per jaar (start schooljaar, eind semester 2, eind propedeuse).


Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.1. Stelt POP aan hand van richtlijnen op.

Zie onderstaand beoordelingsformulier POP, niveau 1.  1 handtekening (=voldoende beoordeling) op hbo-competentiekaart is vereist.

Zie onderstaand beoordelingsformulier POP, niveau 1.

beoordeling (SLB-er).

Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/Niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: C4-POP Naam: POP Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/Niet voldaan Ondergrens: Voldaan

79





Beoordelingsformulier meetrapport, niveau 1 Naam: ………………………………………………………… Klas: ………………….. Datum: ………………………. Competentie/


Max punt

indicator Inleiding:  Doelstellingen van het onderzoek + methode. 1.1.4




2.1.1



Reactievergelijkingen.

2.1.2



2.1.3

2.1.2., 2.1.3

3.1.1.

3.1.1. 3.1.1 / 3.1.2

3.1.2, 3.1.4

berekeningsformules (uitleg van symbolen, eenheden zijn correct). Materiaal en Methode Benodigdheden  chemicaliën merk, datum, concentratie;  apparatuur (merk, HLO nummer);  evt. opstelling. Werkwijze  verwijzing naar het voorschrift + wijzigingen;  calibratiereeks voor standaarden in tabelvorm;  voorberekeningen indien van toepassing ( bijv. inweeg). Resultaten  Laat alle resultaten op correcte wijze zien, waarbij veelal gebruik wordt gemaakt van tabelvorm + grafieken met verbindende tekst.  Maak gebruik van overzichtstabel met resultaten.

20

15

30



Voorbeeldberekeningen, foutenberekening zijn correct (inclusief significantie en eenheden). Discussie  Interpreteert de bruikbaarheid van de resultaten.  Geconstateerde afwijkingen. Conclusie   

Trekt conclusies op basis van resultaten. Er wordt uitspraak gedaan over de hypothese. Er is een duidelijke samenhang tussen doel, hypothese en conclusie.

6.1.1.

 

6.1.1.



Literatuur verwijzing volgens exact communiceren/ APA-normen. Past correcte spelling en grammatica toe, schrijft in onpersoonlijke vorm. Brengt eenvoudige en logische structuur aan.

3.1.3.

10

10

Stijl 5 5 5

Aantal behaalde punten

100

Beoordeling: Aantal punten/10 Feedback

10


80

Punt



Beoordelingsformulier Praktijk course 4C Naam:………………………………………………………………………………………………………. Gerelateerd aan Beoordelingscriterium competenties/ indicatoren

Klas: …………………………

Onvoldoende

Voldoende

Datum:………………………………. Goed

Uitmuntend

Alle onderdelen zijn aanwezig en meestal correct -3Hypothese is meestal correct -3Voorberekeningen zijn meestal correct -2Vragen worden meestal goed beantwoord -2Resultaten zijn volledig en duidelijk en de analyse is meestal correct -3Resultaten komen meestal wel overeen met de verwachting -3-

Alle onderdelen zijn aanwezig en zijn altijd correct -3Hypothese is altijd correct -4Voorberekeningen zijn altijd correct -3Vragen worden altijd goed beantwoord -2Resultaten zijn volledig en duidelijk en de analyse is altijd correct -4Resultaten komen altijd overeen met de verwachting -4-

LABJOURNAAL 5.1.3.


1.1.4.


2.1.2.


2.1.1.


3.1.1.

2.1.4.


5.1.1. 5.1.3.


6.1.1.



Niet voldaan Labjournaal is zeer slordig -0-




De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels,

Niet voldaan

Voldaan

81


Aantal punten


4.1.2.


5.1.2.

De student laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter.

2.1.4.


2.1.5. 7.1.3.


11.1.4.

De student is op tijd, voorbereid, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets propedeutische fase Maakt vaak fouten bij het gebruik van apparatuur -0Ruimt eigen materialen vaak niet op

Maakt soms fouten bij het gebruik van apparatuur -8Ruimt eigen materialen soms niet op

-0Kan meestal niet uitleggen met welke stap hij bezig is -0Loopt vaak uit -0-

-5Kan soms niet uitleggen met welke stap hij bezig is -10Loopt soms uit -6-


Heeft meestal een voldoende werkhouding

Heeft altijd een voldoende werkhouding

-0-

-8-

-11-

Totaal aantal punten (max 100) Eindbeoordeling (totaal aantal punten /10 én overal aan voldaan) Feedback


82

Gaat meestal goed met apparatuur om -11Ruimt eigen materialen altijd op

Gaat altijd goed met apparatuur om -15Ruimt eigen materialen altijd op en helpt regelmatig met het opruimen van het lab -7-10Kan meestal uitleggen met Kan altijd uitleggen met welke stap hij bezig is welke stap hij bezig is -15-20Loopt nooit uit Is buitengewoon efficiënt -8-10Heeft altijd een voldoende werkhouding en helpt anderen -15-



Beoordelingsformulier Centrale opdracht course 4C Naam: ……………………………………………………….. Competentie/ indicator

2.1.3

2.1.2., 2.1.3

3.1.1.

3.1.2 3.1.2, 3.1.4

Klas: ………………………. Datum: ……………..…

Beoordelingscriteria centrale opdracht: 4 meetrapporten + discussie

Te behalen punten Behaalde punten

Inhoud Samenvatting: doel, methode en eindresultaten (inclusief bepaalde fout). Inleiding:  Doelstellingen van het onderzoek + methode. Materiaal en Methode, per meetrapport Benodigdheden:  chemicaliën merk, datum, concentratie;  apparatuur (merk, HLO nummer);  evt. opstelling. Werkwijze:  conform voorschrift + wijzigingen;  calibratiereeks voor standaarden in tabelvorm;  voorberekeningen indien van toepassing (bijv. inweeg). Resultaten per meetrapport  Laat alle resultaten op correcte wijze zien, waarbij veelal gebruik wordt gemaakt van tabelvorm + grafieken met verbindende tekst.  Voorbeeldberekeningen, foutenberekening.

4

5 1

2

10

5

Discussie, apart hoofdstuk  Foutendiscussie: interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.  Past statistiek toe op de resultaten.  Bespreekt welke analysemethode het beste is op grond van statistiek, betrouwbaarheidsinterval.  Bespreekt of de berekende gehalten overeenkomen met het theoretische gehalte.  Geconstateerde afwijkingen. Conclusie

3.1.3.

15

2



Trekt conclusies op basis van resultaten en doet uitspraak over de hypothese.

10



Literatuur verwijzingen volgens exact communiceren/ APA-normen. Past correcte spelling en grammatica toe. Is zich bewust van wetenschappelijke stijl. Brengt eenvoudige en logische structuur aan. Beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen.

2

Stijl

6.1.1.

   

4

60

Beoordeling Cijfer (totaal aantal punten /6) Feedback


83



Beoordelingsformulier Poster Course 4 Naam: ……………………………………………………….. Competentie/ indicator

6.1.3

Klas: ………………………. Datum: ……………..…

Beoordelingscriteria centrale opdracht : 4 meetrapporten + discussie

Te behalen punten Behaalde punten

Titel Poster bevat een pakkende titel. Inhoud van de poster wordt verduidelijkt d.m.v. een ondertitel. Inleiding:  Introductie van het onderzoek wordt kort en bondig beschreven.  Het doel van het onderzoek is beschreven. Resultaten  Laat alle resultaten op correcte wijze zien, waarbij gebruik wordt gemaakt van tabellen + grafieken.  Beschrijft de resultaten kort en bondig, en wel zo dat de lezer deze kan begrijpen.  Plaatjes worden gebruikt ter verduidelijking van het verhaal, maar overheersen niet en leiden niet af. Conclusie  

3

4

10 3 3

4

Conclusie van het onderzoek wordt in korte duidelijke bewoording gegeven. De conclusie heeft een duidelijke relatie met het doel en is op basis van de resultaten getrokken.

Stijl 

6.1.3., 1.1.2, 1.2.2

8.1.3., 8.1.4., 8.1.5.

4

Literatuur verwijzing volgens exact communiceren/ APA-normen.  Past correcte spelling en grammatica toe.  De tekst is geschreven in wetenschappelijke stijl.  Leesbaar op 2 m afstand.  Tabellen en grafieken hebben een nummer en duidelijke titel.  Goed leesbaar, leuke achtergrond maar niet overheersend. Presentatie poster en discussie   

8

16

De student legt de inhoud van de poster helder uit en beantwoordt vragen. Bij het beantwoorden van vragen sluit de student aan bij de vraag. De student houdt tijdens de discussie oogcontact met de gesprekspartner. 55

Beoordeling Cijfer (totaal aantal punten /5,5) Feedback


84



Beoordelingsformulier Agenda/Voorzitter Jaar 1 Naam: ……………………………………………..………..

Klas: ………………. niet voldaan

Competentie 9.1.1: Stelt een agenda op volgens standaardformat en gebruikt deze om vergadering te leiden: Agenda: Soort vergadering, datum, tijd, plaats, genodigden zijn vermeld.

Structuur van de agenda is helder (opening, notulen, mededeling, inhoudelijke punten, rondvraag, sluiting). Agenda is volgens afspraken op tijd verspreid.

Vergadering: Leidt agendapunten in en werkt de agendapunten gestructureerd af.

Bewaakt de tijd.

Geeft structuur aan de vergadering door hoofdlijnen vast te houden.

Vat belangrijke punten regelmatig samen.

Zorgt voor heldere informatie door, indien nodig, door te vragen.

Zorgt dat iedereen voldoende aan bod komt.

Vat besluiten samen en benoemt actiepunten voor de notulen.

Eindoordeel (Voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback

Naam en handtekening tutor

85

Datum: ………………. voldaan



Beoordelingsformulier Notulen Jaar 1 Naam: ………………………………………..……………..

Klas: ……………….

Competentie 6.1.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 1: Vermelding: Aanwezigen, datum, plaats, tijd vergadering, voorzitter en notulist. Informatie is gestructureerd per agendapunt uitgewerkt.

Informatie is in heldere taal weergegeven.

Actielijst is toegevoegd.

Notulen zijn volgens afspraken op tijd verspreid.



86

niet voldaan




Beoordelingsformulier presentatie jaar 1 voor voldaan / niet voldaan (afvinken op competentiekaart) Naam: ………………………………………….. Gerelateerd aan comp./ indicatoren

Klas: ………………

Datum: ………………….


Niet voldaan

Inhoud Geeft het doel van de presentatie aan.* n.v.t.

6.2.3

De gepresenteerde informatie is van voldoende diepgang en in grote lijnen inhoudelijk correct.* Presentatie  De student verschaft een overzichtelijke hand-out van de presentatie.*  Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) en de student licht de opbouw van de presentatie aan het begin toe.*  Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten:  past correcte spelling en grammatica toe (meer dan 10 fouten in de gehele presentatie betekenen onvoldoende)*;  beschrijft gegevens zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen.  Spreekt duidelijk en verstaanbaar*.  Staat rechtop, laat de handen vrij of gebruikt ze rustig.  Maakt oogcontact met het publiek.

6.2.3,

Discussie  Gaat inhoudelijke interactie met het publiek aan.*

8.1.4

 Laat anderen uitpraten.

8.1.5

 Onderbouwt eigen mening.

Eindbeoordeling (voldaan: alle criteria met * zijn voldaan, en 3 van 5 overige criteria zijn voldaan) Feedback

Naam en handtekening beoordelaar

87

voldaan



Beoordelingsformulier POP Eind Jaar 1 Naam: ……………………………………..……..

Klas: ……………….

Datum: ………………. niet voldaan

Competentie 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten:

De student noemt persoonlijke sterke en zwakke punten.

Competentie 11.1.1 / 11.2.2: stelt POP op aan hand van richtlijnen en de persoonlijke sterke en zwakke punten: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen.

De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. De student benoemt eventuele propedeusevakken die herkanst moeten worden. De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw.

Het POP is overzichtelijk gestructureerd.

Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback


88

voldaan



Beoordelingsformulier Functioneringsgesprek Jaar 1 Naam: ………………………………………….……….. Klas: ………………. Competentie-indicator


8.1.1. Houdt zich aan regels.

De student komt zijn afspraken na, is op tijd en heeft zich voorbereid (o.a. DPF is op orde).

11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen.

De student kan aantonen dat hij/ zij actief aan de in zijn/haar voornemens/POP beschreven leerdoelen gewerkt heeft.

11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten.

De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor en formuleert hoe hij/ zijn hier in de toekomst mee om wil gaan. De student toont een actieve houding en motivatie. Hij/zij toont doorzettingsvermogen in zijn studie.


Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback:


89

Datum: ………………. Niet voldaan

Voldaan



Integrale Toets Propedeutische fase Titel integrale toets

Integrale toets propedeuse Chemie

1. 2.

Opleiding Doelgroep

3. 4. 5.

Beroepstaken (Beroeps)producten Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens

6.

7.

Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens Ingangseisen

Chemie Voltijd en deeltijd studenten propedeuse Chemie, zowel voor reguliere studenten als studenten van de verkorte route MLO of VWO (niveau 1). Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Zie OWE1, OWE2a, OWE2b, OWE2c, OWE3 en OWE4 Aan de integrale toets zijn geen studiepunten of reguliere tentamens gekoppeld. De examencommissie stelt tijdens een examenvergadering vast of de student niveau 1 heeft behaald waarna een positief studieadvies volgt. De integrale toets van de propedeutische fase toetst of de student niveau 1 heeft behaald.

8.


9.

Competenties

Alle OWE'en uit de propedeuse Chemie zijn voldoende afgerond of er is vrijstelling verleend voor één of meerdere OWE'en. OWE3, OWE4: elk 15 stp OWE1, OWE2a, OWE2b, OWE2c: elk 7,5 stp Totaal 60 stp De integrale toets bestaat uit een door de examencommissie uit te voeren onderzoek tijdens de propedeuse examenvergadering (juli, augustus of op aanvraag in januari). De examencommissie onderzoekt of alle OWE'en van de propedeutische fase (totaal 60 stp) voldoende zijn afgerond of vrijstelling is verleend voor één of meerdere OWE'en. Voor het uitvoeren van de beroepstaak zijn de volgende competenties ontwikkeld op niveau 1: 1. Ontwerpen van experimentele opzet 2. Experimenteren 3. Resultaten analyseren 4. Kwaliteitsbeheer 5. Beheer en administratie 6. Rapporteren en presenteren 7. Planmatig en projectmatig werken 8. Samenwerken in een team 9. Begeleiden/leiden 10. Adviseren 11. Sturen professionele ontwikkeling Deze competenties zijn meerdere malen in verschillende combinaties getoetst d.m.v. deeltentamens binnen de verschillende onderwijseenheden.

10.


In deel 1B van dit OS staat omschreven: Voor het uitoefenen van de beroepstaak “Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek” zijn álle competenties van toepassing. In het toetsprogramma (bijlage bij OWE omschrijvingen in deel 3 van dit OS) staat per deeltentamen omschreven welke competenties er worden getoetst en de beoordelingscriteria die gelden voor deze

90


11. 12. 13.

Integrale toetskenmerken en -vormen Verplicht en aanbevolen materiaal Onderwijsperiode


deeltentamens. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

91


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post- propedeutische fase

Gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen post-propedeutische fase Conform artikel 6.1 lid 2 van de OER

92


Titel OWE

Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps) Producten 6. 7. 8.


9.


10.

Competenties

11.



OWE 5: Analytische chemie: kwaliteitsborging, evenwichten en spectro scopie ECU 5: Analytical chemistry: quality assurance, equilibria and spectroscopy C5 of CD5 Chemie Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase chemie, niveau 2 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Adviesrapport (A) Schriftelijke practicumproduct = meetrapporten (Pm) Praktijk indruk (Pi) 15 stp 420 SBU C5 bouwt voort op BMC2C en C3 en C7. Wiskunde 2 wordt opgenomen in de cijferlijst van C6. OWE1 t/m 4 van de propedeuse gevolgd, diploma MLO of deelnemer aan de verkorte route VWO. Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bio-informatica Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijk indruk (Pi) geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. Een student mag niet meer dan 1 practicum verzuimen, bij meer verzuim inhalen. Werktitel: Meer bio in de analyse In deze OWE staat de beroepstaak “het uitvoeren van toegepast onderzoek” centraal binnen het contextgebied “Bioanalyse”. Het gekozen onderwijsmodel is OGO: opdracht gestuurd onderwijs. Deze OWE staat in het teken van de analytische chemie. In de centrale opdracht ga je analyses doen om o.a. milieudelicten en -problemen op te sporen. De onderzoeksresultaten worden in een adviesrapport beschreven. Om deze opdracht goed te kunnen uitvoeren is kennis van spectroscopische technieken en lineaire regressie (statistiek) nodig. Ook is het borgen van kwaliteit van de analyses belangrijk. Deze onderwerpen worden dan ook in de theorie (spectrometrie, analytische chemie en statistiek) en weektaken aangeboden. Naast spectroscopische technieken zullen ook andere instrumentele technieken zoals chromatografie aangeboden worden. - Experimenteren - Resultaten analyseren - Rapporteren en presenteren - Kwaliteitsbeheer - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken - Leiding geven en begeleiding geven - Adviseren - Sturen professionele ontwikkeling De vetgedrukte competenties zijn de competenties waarop in deze OWE de nadruk ligt. Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren

93


12.

Tentaminering


Deeltentamen


Instap-voorwaarden tentamen Frequentie (deel)tentamens

C(D)5-T C(D)5-gemK

Thematoets (T) Gemiddelde kennistoetsen / gemK is samengesteld uit 3 onderdelen:  C(D)5-Kac Analytische chemie (Kac)  C(D)5-Ksp1 Spectroscopie 1 (Ksp1)  C(D)5-Kbiom Biomoleculen (Kbiom) C(D)5-A Adviesrapport (A) C(D)5-Pm Meetrapporten (Pm) C(D)5-Pi Praktijk indruk (Pi) C(D)5-IPV IPV Eindcijfer: (Pi + Pm +2*A +2*T +2*K)/8 gemK = (Kac + Ksp1)*2+ Kbiom) /5; Kac, Ksp1 en Kbiom≥ 4,0. Slechts één van deze 3 onderdelen van K mag < 5.0 zijn. N.B. C(D)6-Kwi2 wordt verrekend in een gemiddeld cijfer C(D)6-Kwn van C(D)6. Kgem, Pi, Pm, T en A ≥ 5,5 IPV afgevinkt met voldaan. Periode 2 en herkansing eind periode 3: Voor deelname aan de workshops SCV en de deeltentamens IPV en Pi is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3). De studenten van de deeltijdopleiding kunnen de tentamens maximaal 2 x per jaar aanvragen en maken op een door hen gewenst tijdstip.

13.


14.

Aanbevolen literatuur

15. 16.

Software Overig materiaal Activiteiten Werkvormen

17. 18.

De laatste druk van:  Miller J.N., Miller,J.C., Statistics and chemometrics for analytical chemistry. Essex: Pearson Education.  Skoog, D. A., West, D. M., Holler, F. J., Crouch, S. R., Fundamentals of Analytical Chemistry., Cengage Learning.  Tro, N.J., Principles of Chemistry, Essex, Pearson Education Inc.  Kemme, S. et al Wiskunde voor het Hoger Onderwijs deel b, Groningen: WoltersNoordhoff Uitgevers B.V.  Lampman, G.M., et al., Spectroscopy, Thompson Brooks/Cole, Belmont.  Voor overige leerbronnen (websites/dictaten): zie Scholar: practicumvoorschriften analytische chemie OWE 5 De laatste druk van:  Jones, A.M., Dean, J.R., et al. Practical skills in Chemistry, New York, NY: Pearson Education.  Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, Utrecht: Syntax Media. In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak Controlekaarten, validatieparameters, standaardadditie, Algemene analytische interne standaardmethode, ionsterkte, activiteiten, chemie massa en ladingsbalans, systematische aanpak evenwichten, buffers van polyprolyten, complexometrie Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege

94



Ondersteunend vak: Spectrometrie

Ondersteunend vak Toegepaste statistiek Off course Ondersteunend vak Wiskunde2 (C6) Workshop SCV

19.

Les- / Contacturen

Atoom- en molecuulspectrometrie Chemische binding Organische verbindingen Fluorescentie Werkwijze: hoorcollege Anova en Lineaire regressie Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Differentiëren Integreren Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Coachen

Werkwijze: training Geprogrammeerde contacttijd voor de voltijdstudenten: 23 lesuren per week = 161 lesuren per periode 17,5 klokuren per week = 121 klokuren per periode Toetstijd: 7 lesuren = 5 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 294 klokuren Totaal: 420 klokuren Geprogrammeerde contacttijd voor de deeltijdstudenten 90 lesuren per periode:  60 lesuren praktijk  9 tutoruren  9 spreekuren met de docent  2 SLB-uren 68 klokuren per periode Toetstijd: 7 lesuren = 5 klokuren

20. 21.


Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 352 klokuren, inclusief zelfstudietijd theorievakken Totaal: 420 klokuren Periode 2 n.v.t.

95


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase

Toetsprogramma OWE 5: Analytische chemie: kwaliteitsborging, evenwichten en spectroscopie (C5/CD5) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: C5-Kac CD5-Kac Naam: Analytische chemie Vorm: Schriftelijk Individueel Open vragen Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4,0

Code: C5-Ksp1 CD5-Ksp1 Naam: Spectroscopie 1 Vorm: Schriftelijk Individueel Open vragen

Indicatoren Algemene analytische chemie Kwaliteitszorg en kalibratie methode Chemisch evenwicht Activiteiten en systematische behandeling van evenwicht EDTA titratie BOKS De student: – doet berekeningen aan meerwaardige zwakke zuren en basen: titratiecurven; – doet berekeningen aan meerwaardige zwakke zuren en basen:buffers; – past het Principe van Le Chatelier toe; – doet berekeningen aan slecht oplosbare zouten, oplosbaarheidproduct, complexvorming; – kan de ionsterkte berekenen en de Debye Huckeltheorie toepassen om de activiteitscoëfficiënt te berekenen; – kan evenwichtsberekeningen doen met activiteiten ipv concentraties; – kan d.m.v. systematische behandeling van evenwichten complexe evenwichtsvraagstukken oplossen.

Spectroscopie 1 Chemische binding Complexen met d-metalen Organische verbindingen Fluorescentie, spectrofotometrie BOKS De student: – kent t.a.v. de eigenschappen van licht: relatie golflengte en energie; – kent de wet van Lambert-Beer en kan ermee


Waardering / Cesuur

Algemene analytische chemie Wat moet de student kennen aan het eind van de course:  kwaliteitszorg en kalibratie methode;  definitie van matrix, spike, SOP selectiviteit, gevoeligheid, methode validatie, recovery, quality control samples, robuustheid. Kunnen toepassen van:  detectielimit ,Controlekaarten;  standaardadditie, Interne standaard methode;  chemisch evenwicht;  berekeningen doen aan en begrip hebben van: principe van Le Chatelier, oplosbaarheid product, Complexvorming;  activiteiten en systematische behandeling van chemische evenwicht;  berekenen doen aan en begrip hebben van: activiteiten en activiteiten coëfficiënten, massabalans en ladingsbalans;  meerwaardige zuren en basen;  berekeningen doen en begrip hebben van meerwaardige zuren en buffers van meerwaardige zuren;  EDTA titraties;  metaal-celaat complexen;  bepalen van de Conditionele formatieconstante en toepassen van deze constante. Spectroscopie 1 Wat moet de student kennen c.q. kunnen aan het eind van de course: Chemische binding:  kan de kenmerken benoemen van de VB en MO theorie;  kent de hybridisatie in VB en MO;  kan MO diagrammen interpreteren: kan bond order, HOMO/LUMO, bonding-antibonding aangeven in het diagram;  kan eenvoudig MO diagram maken;

De toets bestaat uit: 30% Kwaliteitszorg en kalibratie methode 20% Chemisch evenwicht 20% Activiteiten en systematische behandeling van chemische evenwicht 20% Meerwaardige zuren en basen 10% EDTA titraties

96

Examinatoren 2 examinatoren voor de constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling.

Eind cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

De toets bestaat uit: 25% Chemische binding; 40% Spectrofotometrie; 35% Organische verbindingen. Eind cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5.



Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 4,0

rekenen; – kent t.a.v. de chemische bindingen: de kenmerken van de Valence Bond en Molecular Orbital theorie en kan deze toepassen; – kent t.a.v. complexen met d-metalen: de kenmerken van de Crystal Field theorie en kan deze toepassen; – kent de blokschema’s en de basisprincipes van:  AAS, AES  UV-VIS  Fluorescentie – kent de spectroscopische eigenschappen van organische verbindingen t.a.v.:  UV/VIS  Fluorescentie

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase  kan de relatie uitleggen tussen MO en de aangeslagen toestand van een elektron; Organische verbindingen en spectroscopie: De student heeft kennis van spectroscopische eigenschappen van organische moleculen en hun structuur:  kan de invloed van het oplosmiddel benoemen op de Spectroscopische eigenschappen;  kan uitleggen wat termen zoals hypo-, hyper-, hypso- en bathochrome shift, blue shift, red shift betekenen;  kan energieniveaus tekenen van MO’s in organische moleculen en de bijbehorende orbitalen. Spectrofotometrie:  licht in UV, VIS en IR gebied, lichtenergie, golflengte;  kent de wet van Lambert-Beer en kan ermee rekenen en toepassen in kalibratielijnen;  kan uitleggen waardoor een component fluoresceert;  kan het verschil tussen excitatie – emissie uitleggen;  berekeningen kunnen doen met fluorescentie;  kan voor- en nadelen fluorescentie benoemen.  toepassingen van spectroscopie: spectrometrie;  kan het principe van het meten met spectrometrie uitleggen;  kan kalibratielijnen opstellen en berekenen;  kan van een 2-componenten analyse, de berekening uitvoeren;  Spectrofotometer. De student kan de volgende termen uitleggen en in de context plaatsen:  Monochromator;  Ruis;  Strooilicht;  Detector; Atomaire absorptie spectrometrie: De student:  kent de spectroscopische eigenschappen van atomen: elektronische overgangen;  kan het gedrag van ionen in de vlam uitleggen;  kan een blokschema van de AAS tekenen en de verschillende onderdelen benoemen;

97


Code: C5-Kbiom CD5-Kbiom Naam: Biomoleculen Vorm: Schriftelijk Individueel Open vragen Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4,0

Organische chemie van biomoleculen Kennis van de organische chemie van biomoleculen: koolhydraten, vetten en aminozuren/eiwitten: (ruimtelijke) structuur, chemische en fysischchemische eigenschappen. BOKS Voor de volgende typen verbindingen kunnen voorspellen wat voor reactie optreedt met een gegeven reagens en/of gegeven reactieomstandigheden; tevens relatieve reactiviteiten van verwante verbindingen kunnen voorspellen: – biomoleculen: suikers, lipiden, aminozuren & eiwitten.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase  kan uitleggen hoe de verschillende onderdelen van de AAS werken;  kan de verschillen opsommen tussen AAS, AES en grafietoven. Organische chemie van biomoleculen De student:  (her)kent de verschillende klassen van biomoleculen;  weet hoe de verschillende klassen van verbindingen zijn opgebouwd;  kan uitgaande van de lineaire structuur, de Haworth projecties en de ruimtelijke structuren van suikers tekenen (en omgekeerd);  kent reactiepatronen volgens welke de verschillende groepen van verbindingen reageren;  kan reactiemechanismen van de verschillende reacties opschrijven;  kan de reactievergelijkingen opschrijven;  weet welke reagentia en reactiecondities nodig zijn voor de verschillende reacties;  kan fysisch-chemische eigenschappen van biomoleculen uit de structuur verklaren. Onderwerpen Onderdeel koolhydraten  Monosacchariden: classificatie, configuratie, D- en L-suikers, bepaling configuratie;  Cyclisatie van monosacchariden: furanose en pyranose vorm. Fischer en Haworth projecties en ruimtelijke structuren in elkaar om kunnen zetten. Anomeren, mutarotatie. Glycosiden en glycosidische binding;  Reacties aan de hydroxyl-groep: acetaat, ether, cyclisch acetaal en ketaal vorming;  Disacchariden: glycosidische binding, Haworth projecties en ruimtelijke structuur;  Maltose, cellobiose, lactose, sacharose;  Polysaccharides: cellulose, zetmeel: amylose en amylopectine, chitine. Hydrolyse polysaccharides. Onderdeel: lipiden  Vetten en oliën, wassen: nomenclatuur,

98

De toets bestaat uit: Ca 50% vragen m.b.t. koolhydraten; Ca 25% vragen m.b.t. vetten; Ca 25% vragen aminozuren/eiwitten. Eind cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5.






structuur, relatie structuur en smeltpunt; Zepen en detergenten.

Onderdeel: aminozuren, peptiden en eiwitten:  Structuur α-aminozuren, zwitterionen, zijketens, reacties van aminozuren: amfoteer gedrag;  Peptiden en primaire structuur;  Classificatie peptides. Hogere structuur: secundaire, tertiaire en quaternaire structuur. α-helix en β-sheet structuur.

Code: C5-gemK CD5-gemK Naam: Gemiddelde Kennistoetsen Vorm: Administratief Weging: 2

Deze toets is samengesteld uit 3 deeltoetsen:  C5-Kac Analytische chemie  C5-Ksp1 Spectroscopie  C5-Kbiom Biomoleculen

Dit komt overeen met de theorie uit de hoofdstukken 25, 28.8., 19.5 en 26 van Hornback. Criteria zijn per onderdeel gedefinieerd.

gemK = (Kac + Ksp1)*2+ Kbiom) /5 ≥ 5,5.

1 examinator voor de beoordeling (Coursetrekker).

Kac, Ksp1 en Kbiom ≥ 4,0, maar er mag slechts één cijfer < 5,0 zijn.

 CD5-Kac Analytische chemie  CD5-Ksp1 Spectroscopie  CD5-Kbiom Biomoleculen

Cesuur is per onderdeel gedefinieerd.


Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5 Code: C5-T CD5-T Naam: Thematoets Vorm: Schriftelijk Individueel Open vragen Weging: 2

Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment.

Weektaken De student kan aan het einde van de course:  een plan van aanpak schrijven;  de verschillende onderdelen in een wetenschappelijk artikel herkennen en toepassen in eigen verslag met de nadruk op de beschrijving van de resultaten;  uitleggen wat uitlogen is en hoe je dit kunt meten;  de oplosbaarheid van complexe systemen als functie van de pH berekenen;  de golflengte berekenen van het licht waarbij een molecuul de maximale absorptie heeft

99

Eind cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

2 examinatoren voor de constructie en evaluatie.

Verdeling van de vragen van de thematoets over de verschillende competenties: experimenteren ca. 25%; resultaten analyseren ca. 60%; rapporteren ca. 10%; kwaliteitsbeheer ca. 5%.


onderwerpen die aan bod komen zijn: - statistiek - bepaling van componenten met


Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Competentie 4:Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (Arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. In de context van kwaliteitsborging, evenwichten en spectroscopie. Chemometrie regressie en correlatie; ANOVA standaard additiemethode. BOKS chemometrie De student kan: – de volgende begrippen gebruiken in de statistiek: juistheid, precisie, herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid, toevallige en systematische fout, absolute, relatieve en procentuele fout; – varianties scheiden en schatten met behulp van eenwegs ANOVA; – tweewegs ANOVA toepassen; – een Shewart kaart maken; – een Box en Whisker plot maken van waarnemingen; – lineaire regressie toepassen; – meetgegevens uit kalibratie lijn fitten met het model voor een rechte lijn en parameters met bijbehorende betrouwbaarheidsinterval berekenen; – voor eerstegraads en tweedegraads modellen fitten met matrixaanpak in Excel uitvoeren; – meetserie toetsen op GOF en LOF, en daarnaast de VAR/COV en correlatiematrix berekenen en de gegevens interpreteren; – kalibratieprocedures toepassen, een lineair model testen en verschillende validatieparameters bepalen; – kwaliteitsborging toepassen; – de volgende begrippen omschrijven: matrix, SOP, spike, selectiviteit, gevoeligheid, validatie, recovery, robuustheid; De student weet hoe standaardadditie, interne standaardmethode, recovery, gevoeligheid, beslisgrens, detectiegrens en bepalingsgrens en controlekaarten worden bepaald en toegepast in de

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase m.b.v. Woodward rules.  berekende en gemeten analyseresultaten vergelijken en verklaren;  lineaire regressie toepassen in concrete gevallen;  analyseresultaten van concrete gevallen resultaten kritisch bekijken en voorstel voor verbetering doen;  vragen over de basistheorie van AAS beantwoorden  en methode opzetten voor analyse met de AAS waarbij rekening gehouden wordt met de theoretische achtergrond van de analyse.  de werking uitleggen van de AAS;  berekeningen die betrekking hebben op AAS kunnen uitvoeren ( wet van Lambert Beer, energie van fotonen);  berekeningen aan kwantitatieve spectrometrische bepalingen doen;  berekeningen aan meercomponenten analyse doen;  de student kan een shewart en cusumkaart ontwerpen a.d.h.v. analysegegevens van het lab;  de student kan ANOVA toepassen op een derdelijnscontrole en kan uit de resultaten de herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid bepalen. Statistiek De student kan aan het einde van de course:  varianties scheiden en schatten met behulp van ANOVA;  de Chi-kwadraat toets toepassen;  voor een lineair model het constant zijn van de varianties toetsen;  meetgegevens uit de kalibratie fase fitten met het model voor een rechte lijn en de parameters met de bijbehorende betrouwbaarheidsintervallen berekenen;  weet op welke manier het betrouwbaarheidsinterval verkleind kan worden;  een Shewart kaart maken;  de standaard additiemethode moet toepassen. Praktijk:

100

behulp van AAS/AES; - bepaling van componenten met behulp van UV/VIS ( ook complexometrie); - evenwichten en buffers;


praktijk.

Code: C5-Pi CD5-Pi Naam: Praktijk indruk Vorm: Praktijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Competentie 1: Experimenteren Voorbereiding 1.2.3. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses. 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking). 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.2.1 IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. 4.1.3. Kiest in overleg benodigde experimentele controles. Competentie 5: Beheer en Administratie Beheer 5.1.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie) en i.v.t. op

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase De student kan aan het einde van de course: - veiligheidsregels benoemen en naleven - stockoplossingen maken en kalibratiestandaarden berekenen. - spectrofotometrische methoden toepassen op een casus. - het practicum goed voorbereiden en een meetrapport schrijven dat voldoet aan de voorwaarden. Zie onderstaand Beoordelingsformulier Praktijk chemie.

Zie onderstaand Beoordelingsformulier Praktijk chemie. Eind cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

101



Code: C5-Pm CD5-Pm Naam: Meetrapporten Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

andere manieren. 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). Administratie 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. 7.2.2 Voert werkzaamheden volgens planning uit, ook onder tijdsdruk Competentie 1: Experimenteren Voorbereiding 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.3 Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid en de resultaten. Competentie 3: Resultaten Analyseren Data processing 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. Competentie 6: Rapporteren en presenteren


Indeling meetrapport 1. Titel 2. Samenvatting :doel, methode en eindresultaten (inclusief bepaalde fout) 3. Inhoudsopgave 4. Inleiding 4.1. Doelstellingen van het onderzoek +methode 4.2. Hypothese (indien mogelijk) 4.3. Theorie: alleen noodzakelijke theorie (bijv. reactievergelijkingen) 5. Beschrijving experiment 5.1. Benodigdheden Chemicaliën merk, datum, concentratie, Apparatuur (merk, HLO nr.), evt. opstelling 5.2. Werkwijze Voorberekeningen conform voorschrift + wijzigingen 6. Resultaten :veelal in tabelvorm met voorbeeldberekeningen 7. Discussie 7.1. Foutendiscussie / berekening volgens laatst geleerde methode 7.2. Geconstateerde afwijkingen 7.3. Suggesties ter verbetering (indien van toepassing) 8. Conclusie Zie onderstaand beoordelingsformulier voor meetrapport.

102

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor meetrapport. Eind cesuur: 70% van de punten komt overeen met een 5,5.



Code: C5-IPV CD5-IPV Naam: IPV Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: V/NV Ondergrens Voldaan

Code: C5-A CD5-A Naam: Adviesrapport

Tekst 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 8: Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.4. Heeft hbo studievaardigheden; motiveert zich zelf, heeft doorzettingsvermogen. Competentie 7L Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan. 7.1.2. Plant zijn studietaken. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden. Competentie 1: Ontwerpen 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding


De student:  heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt;  kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt;  voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit;  houdt zich aan de afgesproken regels;  stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;  laat anderen uitpraten;  geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback.

Aan alle criteria wordt voldaan voor het afvinken.

1 examinator voor de beoordeling (tutor).

6 van de 7 weekopdrachten moeten door de tutor beoordeeld zijn met een voldaan.

Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS)

De student: - analyseert van het gehalte van een zwaar metaal in 2 of 3 monsters (melkpoeder, grond of een zelfgekozen monster) in 2 of 3 melkpoeders; - de monstervoorbewerking van het monster

103

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor verslaglegging niveau II. Eind cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5.



Vorm: Schriftelijk Groep Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. Competentie 4: 4.1.3. Gebruikt controles , waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid en de resultaten. Competentie 6. Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 10: Adviseren Adviseert over de aanschaf en het gebruik van materialen, apparatuur en toepassing van onderzoeksmethode: 10.2.1. Vertaalt wensen naar praktische eisen. 10.2.3. Adviseert over methode nadat meerdere alternatieven zijn getest en presenteert onderbouwde keuze.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase wordt op 2 verschillende manieren uitgevoerd. Namelijk via droge verassing en via de klassieke ontsluiting. Beide methoden moeten worden uitgevoerd en worden vergeleken met elkaar. Hierbij past de student lineaire regressie toe. Zie onderstaand beoordelingsformulier voor verslaglegging niveau II.

104



Beoordelingsformulier Praktijk chemie niveau II Naam: …………………………………………………………………………………. Competentie/ indicatoren 1.2.3., 2.2.1, 2.1.2., 2.2.2,4.1.3 5.2.3.

2.2.2 2.2.3, 2.2.4, 2.2.5, 4.1.3,5.2.3.

4.2.1

2.1.5, 7.1.3.

Klas: …………………………..


De student heeft doel, hypothese, werkwijze, controles (i.v.t.) veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) op correcte wijze in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de werkwijze van de methodes beantwoorden. De student controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint. De student voert experimenten volgens protocol uit; kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode hij/zij uitvoert en houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn labjournaal bij, kan eenvoudige problemen zelf oplossen De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplo-metingen met elkaar overeen komen; De student gaat correct met apparatuur om (bijv. ijken van pH meters, maakt gebruik van SOP's ) en de kalibratiereeks is nauwkeurig uitgevoerd ( indien van toepassing) De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit.

Punten

Punten

Punten

Punten

- 0 - 15-

-18-

-24-

-30-

Niet voldaan

5.2.1., 5.2.3. 5.2.3. 11.1.4

De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, vult de veiligheidskaart in en laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk. De student is op tijd, voorbereidt, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding. Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan)

105

Voldaan

-0--15-

-18-

-24-

-30-

-0-5-

-6-

-8-

-10-

Loopt vaak uit

Loopt soms uit -6-

- 0-5 4.1.1, 5.2.1, 5.2.2.

Datum: …………………………

Loopt nooit Is buitengewoon uit efficiënt -8-10-

- 0-5 -

- 6-10 -

Niet voldaan

Voldaan

-0-5-

-6-


-8-

-10-

Heeft meestal een goede / voldoende werkhouding

Totaal aantal punten



Feedback


106



Beoordelingsformulier meetrapport course 5C Naam:……………………………………………………….

Klas: …………………… Datum:

………………… Competentie / Beoordelingscriteria indicator Inhoud (85 punten) Samenvatting: 6.2.1. 1.2.3, 1.2.1., 2.1.2.

2.2.2

2.1.2., 2.1.2., 4.1.3.

3.2.1. 3.2.1. 3.2.1., 6.2.1.

3.1.2 3.1.4

3.2.2., 3.2.3.

6.2.1.

Max aantal punten

Doel, methode en eindresultaten (inclusief bepaalde fout) Inleiding:  Doel van het onderzoek + methode, en hypothese (indien mogelijk  Theorie: alleen noodzakelijke theorie (bijv. reactievergelijkingen, berekeningsformules en korte uitleg methode) Materiaal en Methode  Benodigdheden  Chemicaliën merk, datum, concentratie ( in tabelvorm)  Apparatuur (merk, HLO nummer) ( in tabelvorm)  Evt. opstelling  Werkwijze  Conform voorschrift + wijzigingen  Calibratiereeks voor standaarden in tabelvorm  Voorberekeningen indien van toepassing (bijv. inweeg) Resultaten  Veelal in genummerde tabellen + grafieken met juiste titels en bijschriften  Voorbeeldberekeningen, foutenberekening  Naast tabellen en grafieken wordt er ook verbindende tekst gebruikt om de tabellen en grafieken in te leiden en te interpreteren, uit te leggen Discussie  Foutendiscussie: interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.  Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment en beschrijft geconstateerde afwijkingen. Conclusie

5 15



Trekt conclusies op basis van resultaten en doet uitspraak over de hypothese. Indien mogelijk resultaat vergelijken met de literatuurwaarde Opmaak/schrijfstijl (15 punten)

5



Hanteert correcte spelling, grammatica en zinsbouw en wetenschappelijke stijl Brengt heldere en logische structuur aan

5

De literatuurlijst is op de juiste manier genoteerd (APA methode) en in de tekst word verwezen naar deze literatuur

5

 

5

5

10 10 10

10 10

5

100

Beoordeling: cijfer = # punten/10 Minimaal 55 punten voor voldoende Feedback


107

Behaald aantal punten



Beoordelingsformulier onderzoeksverslag Course 5C Naam: ………………………………………… Klas: …………………………… Gerelateerd aan comp./ indicator 6.2.1.

1.2.2, 1.2.5. 1.2.3. 2.2.1 2.2.1

2.2.1

4.1.3

1.2.3., 2.2.1

3.2.1., 6.2.1. 3.2.1.

3.1.2

3.1.4. 3.2.3.


Datum:…………………… Max aantal punten

Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. doel + methode, eindresultaten + belangrijkste conclusies. Inhoud (max 80 pt) Inleiding (max 10 pt) Legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit. Plaatst dit in de overkoepelende context. Beschrijft het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen / hypotheses van het onderzoek. Legt de strategie om het doel te bereiken uit. Beschrijft de theoretische achtergrond van volgende methodes:  AAS, uitgebreid;  HPLC, beknopt;  Andere technieken zoals ISE beknopt. Materiaal en Methodes (max 15 pt) Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze zou kunnen herhalen.  Benodigdheden:  chemicaliën merk, datum, concentratie;  apparatuur (merk, HLO nummer);  evt. opstelling.  Werkwijze:  kort en puntsgewijs;  voltooid verleden tijd, in lijdende vorm. Bijv. “Er werd 5 gram afgewogen” en niet “Weeg 5 gram af”;  kalibratiereeks voor standaarden in tabelvorm.  Voorberekeningen indien van toepassing (bijv. inweeg). De beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele controles. Resultaten (max 25 pt) Begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment met de beknopte beschrijving van het doel van het (deel)experiment. Beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar afbeeldingen en tabellen en legt uit wat daarin te zien is. Verbindt en verheldert de resultaten in de tekst. De resultaten zijn op de juiste wijze geanalyseerd:  Berekeningsformules: aparte paragraaf;  Uitleg van de gebruikte formules(ook sx0) en voorbeeld berekening. Discussie (max 20pt) Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid..  Statistische toetsen (t-toets, f-toets) en sx0 worden juist toegepast  Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot de resultaten van de experimenten. Vergelijkt en bediscussieert de resultaten met verwachtingen en literatuurwaardes.

108

10

7 V / NV 3 V / NV

12

3

5

10 10 V / NV

10

5 5



3.2.2 3.2.4.

6.2.1. 6.2.1.

6.2.1. 1.2.2., 6.2.1.


Conclusie (max 10 pt) Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt de juiste conclusies m.b.t. de onderzoeksvragen. Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken conclusies verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Schrijfvaardigheden (max 10 pt) Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl.

7 3

5

De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: Titel, Auteurs, Samenvatting, Inleiding, Materiaal en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie, Bronnenlijst. Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.

V / NV

Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode).

V / NV

Cijfer (aantal punten / 10) Voor een voldoende moeten alle ‘voldaan’/ ‘niet voldaan’ criteria ‘voldaan’ zijn, en minstens 55% van de punten voor criteria gemarkeerd met * behaald zijn. Feedback


109

5


Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps) Producten

6. 7.

8.

Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en

Ingangseisen m.b.t. (deel) tentamens


OWE 6: Synthese van natuurproducten: feromonen ECU 6: Natural Product Synthesis: feromones C6 en CD6 Chemie Voltijd en deeltijd studenten Hoofdfase Chemie, niveau 2 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Schriftelijke practicumproducten (meetrapporten) (Pm) Verslaglegging in de vorm van een wetenschappelijk artikel (L) Poster weektaken 1 en 6 Opdracht beheer Opdracht spectruminterpretatie (IR, 1H NMR) 15 stp 420 SBU In dit blok maakt de student kennis met een stevig stuk organische chemie (reacties en reactiemechanismen) waarbij de belangrijkste organischchemische analyse technieken (IR en 1HNMR) uitgebreid worden behandeld en geoefend Verder wordt een grondige basis gelegd aan reactiekinetiek. Het hele blok is gecentreerd rond de synthese van natuurproducten en dan meer specifiek de groep van feromonen. In verschillende van de weektaken staan deze verbindingen centraal terwijl bij de centrale opdracht tijdens het practicum een of meerdere feromonen worden gesynthetiseerd. Over deze synthese wordt een verslag geschreven waarvan de opbouw de specifiek organisch-chemische wetenschappelijke literatuur volgt. C6 bouwt voort op C2 en C3 OWE1 t/m 4 van de propedeuse gevolgd, diploma MLO of deelnemer aan de verkorte route VWO. Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bioinformatica Indien C4 niet gevolgd is, dient de student de theorie uit deze OWE bij te werken en wordt er een toelatingstentamen afgenomen indien dit nog niet is afgenomen in C7.

9.


10.

Competenties

Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijk indruk (Pi) geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. In deze OWE staat de beroepstaak “Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek” op het gebied van organische chemie binnen het contextgebied natuurproducten centraal. Het gekozen onderwijsmodel is OGO: opdracht gestuurd onderwijs. Als centrale opdracht krijgt elke projectgroep de opdracht een aantal feromonen te synthetiseren. Dit betreft in alle gevallen meerstapsyntheses. Daarnaast zal er gewerkt worden aan kleinere weekopdrachten die allen samenhangen met de centrale opdracht. Tijdens de OWE wordt ruimschoots aandacht besteed aan de onderliggende theorie en gebruikte (analyse) technieken (alifatische organische chemie, algemene spectruminterpretatie (IR, 1H NMR) en reactiekinetiek). - Ontwerpen - Experimenteren - Resultaten analyseren

110



- Beheer en administratie - Rapporteren en presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken - Leiding geven en begeleiding geven - Sturen professionele ontwikkeling

11. 12.


De vetgedrukte competenties zijn de competenties waarop in deze course de nadruk ligt. Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. Deeltentamens C(D)6-Koc Kennistoets organische chemie (Koc) C(D)6-Kkin Kennistoets reactiekinetiek (Kkin) C(D)6-gemK Gemiddelde kennistoetsen (gemK) C(D)6-L Verslaglegging wetenschappelijk artikel (L) C(D)6-T Thematoets (T) C(D)6-Pi Praktijkindruk (Pi) C(D)6-Pm Meetrapporten (Pm) C(D)6-Spin Opdracht spectrum interpretatie (IR, 1H NMR) (Spin) C(D)6-Beheer Opdracht beheer (Beheer) C(D)6-Kwn Toetsen wiskunde en natuurkunde (Kwn) C(D)6-Kw2 Wiskunde 2 (Kw2) C(D)6-Kw3 Wiskunde 3 (Kw3) C(D)6-Kn Natuurkunde (Kn) C6-IPV IPV Weging Eindcijfer = (2*L + 2*T + Pi + Pm + 2*gemK)/8 Compensatiemogelijkheden

Instap-voorwaarden tentamen


gemK = (2*Koc + Kkin)/3; Koc en Kkin moeten ≥ 4,0 Kwn = (Kw2 +Kw3+Kn)/3 ≥ 5,5 Kw2, Kw3 en Kn ≥ 4,0 Opdracht beheer(Beheer), spectruminterpretatie(Spin) en IPV moeten afgevinkt zijn met voldaan en de cijfers voor de deeltentamens/ beroepsproducten (Kwn, L, Pi, Pm, T, gemK) moeten ≥ 5.5 zijn; Periode 3, herkansing periode 4 C6-Kw2: blok 2, herkansing blok 3 Voor deelname aan de workshops SCV en de deeltentamens IPV en Pi is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3). De studenten van de deeltijdopleiding kunnen de tentamens maximaal 2 x per jaar aanvragen en maken op een door hen gewenst tijdstip.

13.


De laatste druk van:  Hornback, J.M. Organic Chemistry, Belmont CA, USA: Thomson, Brooks/Cole.  Tro, N.J., Principles of chemistry, a molecular approach, Harlow, USA: Prentice Hall / Pearson Education.

111



 Pavia, D.L et al. Introduction to Spectroscopy, Thompson Brooks/Cole, Belmont.  Free software: ChemSketch  Chem Basic, molecular models.  Jenniskens, L.H.D., Practicumvoorschriften OWE 6C (HAN)

14. 15. 16.


17. 18.


Voor de vakken wiskunde en natuurkunde  Kemme, S. et al Wiskunde voor het Hoger Onderwijs deel b, Groningen: Wolters-Noordhoff Uitgevers B.V.  Giancoli, D.C. Physics for Scientists & Engineers, Indianapolis: Pearson Education Informit. ChemSketch (ACD-labs) (freeware) In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Per week wordt ca. 1 dagdeel aan het onderzoek op het laboratorium besteed. De theorie van de organische chemie en de reactiekinetiek wordt aangeboden in een serie colleges gedurende het gehele blok. Studenten volgen een cursus Spectruminterpretatie (IR en 1H NMR) in de eerste drie weken van de OWE. Wiskunde en natuurkunde wordt gegeven naast de OWE en afgerekend in OWE 8 In dit blok wordt begonnen met de stagevoorbereiding. Ondersteunend vak Alifatische chemie (nucleofiele substitutie Organische chemie eliminatie, addities aan onverzadigde verbindingen en addities en substituties aan carbonylverbindingen)

Ondersteunend vak Reactiekinetiek

Ondersteunend vak Spectrum-interpretatie

Wiskunde 2

Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Nulde, eerste en tweede orde reacties en evenwichten Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege IR, 1H NMR Werkwijze: combinatie van hoor- en werkcolleges en wekelijkse spectrumopdrachten Differentiëren, Integreren Dit vak wordt gegeven in OWE 5 en dient ter voorbereiding van OWE 6

Wiskunde 3

Natuurkunde

Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Complexe getallen en differentiaalvergelijkingen Werkwijze: combinatie van hoor- en werkcolleges Magnetisme: Elektrostatisch veld Elektromagnetisch veld Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege

112



Workshop SCV

19.

20. 21.

Les- / Contacturen


Stagevoorbereiding/solliciteren

Werkwijze: training Geprogrammeerde contacttijd: Organische chemie: 3 lesuren per week, expert uur: 1 lesuren per week; tutoruren: 2 lesuren per week; spectruminterpretatie: 3 weken 3 lesuren/week; reactiekinetiek 3 weken 1 lesuur per week en 4 weken 2 lesuren per week; wiskunde: 2 lesuren per week, natuurkunde 1 lesuur per week; practicum 8 lesuren per week. Stagevoorbereiding 1 lesuur per week; 21 lesuren per week = 147 lesuren per periode 15,8 klokuren per week = 110 klokuren per periode Geprogrammeerde tijd voor zelfwerkzaamheid: 310 klokuren Totaal: 420 klokuren Geprogrammeerde contacttijd voor de deeltijdstudenten 90 lesuren per periode:  60 lesuren praktijk  9 tutoruren  9 spreekuren met de docent  2 SLB-uren 68 klokuren per periode Toetstijd: 7 lesuren = 5 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 352 klokuren, inclusief zelfstudietijd theorievakken Totaal: 420 klokuren Periode 3 n.v.t.

113



Toetsprogramma OWE 6: Synthese van natuurproducten: feromonen (C6 of CD6) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: C6-Koc, CD6-Koc Naam: Kennistoets organische chemie Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4,0

Indicatoren


Organische chemie De student:  heeft kennis van de alifatische organische chemie: ruimtelijke structuur, chemische en fysisch-chemische eigenschappen;  heeft kennis van de reacties van de functionele groepen, niet alleen wat betreft reactiviteit (en non-reactiviteit), maar ook met betrekking tot reactiemechanismen en toxische eigenschappen;  heeft kennis van andere veiligheidsaspecten. Er wordt niet gestreefd naar het kunnen opstellen van syntheses die meerdere stappen vereisen.

Organische chemie De student:  kent de nomenclatuurregels (en kan deze toepassen) voor alifatische verbindingen (halogeen alkanen, alkoholen, ethers, aldehyden, ketonen, carbonzuren en carbonzuurderivaten);  kan de mechanismen reproduceren van de volgende reacties, kan de reactievergelijkingen opschrijven en kent de namen van deze reacties:  Nucleofiele substitutiereacties: Sn1, Sn2;  Eliminatiereacties: E1, E2;  Additie aan dubbele en drievoudige bindingen (hydrohalogeneringen, hydratering incl oxymercuratie en hydroborering, dihalogenering, halohydrinvorming, epoxidatie, hydroxylering en ozonolyse);  Nucleofiele addtie aan de carbonylgroep (hydride reductie, water additie, HCN additie, additie organometaal nucleofielen (oa Grignard), additie fosforylides (Wittig), additie stikstofnucleofielen, alcoholen);  Nucleofiele acyl substitutie (reductie, hydrolyse, alkylering en vorming carbonzuur derivaten).  kan voor de alifatische verbindingen (halogeenalkanen, alcoholen, alkenen en alkynen, aldehyden en ketonen, carbonzuren en derivaten, terpenen) voorspellen wat voor reactie optreedt met een gegeven reagens en/of gegeven reactieomstandigheden; tevens relatieve reactiviteiten van verwante verbindingen kunnen voorspellen;  kent het gebruik van substitutie- en eliminatiereacties in organische synthese;  weet hoe verschillende functionele groepen kunnen worden omgezet in andere. Dit komt overeen met de theorie uit de hoofdstuk-

114

Waardering / Cesuur Organische chemie Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 =cijfer. Cesuur: Voldoende is behaald bij een cijfer 5,5. Ca 15% vragen m.b.t. nomenclatuur; Ca 50% vragen m.b.t. nucleofiele substituties en eliminatie reacties; Ca 35% vragen m.b.t. additie- en substitutie reacties aan meervoudige bindingen (alkenen, alkynen, aldehyden, ketonen en carbonzuurderivaten).

Examinator Theoriedocent organische chemie. 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor beoordeling.


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase ken 8, 9 , 10, 11, 12, 18, 19 en 28 van Hornback

Code: C6-Kkin CD6-Kkin Naam: Kennistoets Reactiekinetiek Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4,0

Reactiekinetiek De student  heeft kennis van de snelheden van een aantal eenvoudige reacties en kan hiermee berekeningen uitvoeren;  heeft kennis van de invloed van de temperatuur en van een katalysator op de reactie;  heeft inzicht in eenvoudige reactiemechanismen.

Reactiekinetiek De student:  kent het verschil tussen gemiddelde – en momentane reactiesnelheid en weet wat bedoeld wordt met de ‘ware’ reactiesnelheid;  kent de differentiële snelheidsvergelijking voor de 0de, 1ste , 2de ….nde orde;  kan met behulp van het scheiden van variabelen de geïntegreerde snelheidsvergelijkingen verkrijgen en de juiste grenzen invullen;  kan uit experimentele data de orde van de reactie, de snelheidsvergelijking en de reactiesnelheidconstante met de juiste eenheden bepalen;  kan de concentratie, tijd of reactiesnelheidconstante berekenen met gebruikmaking van de geïntegreerde snelheidsvergelijking;  kan met behulp van de geïntegreerde snelheidsvergelijking voor de 1ste en 2de orde reactie berekeningen uitvoeren en kan o.a. de halfwaardetijd bepalen;  kan een snelheidsvergelijking afleiden uit een gegeven mechanisme;  kan uit experimentele gegevens van de reactiesnelheidconstanten en de bijbehorende temperaturen de activeringsenergie en de preexponentiële factor bepalen;  kan de invloed van een katalysator aangeven in een reactieprofiel.

Code: C6-gemK CD6-gemK Naam: Gemiddelde kennistoetsen Vorm: Administratief Weging: 2 Beoordeling: Cijfer

115

Reactiekinetiek Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 =cijfer. Cesuur: Voldoende is behaald bij een cijfer 5,5. Indeling: Ca. 50% reactiesnelheden; Ca. 30% Arrheniusvergelijking / katalysator; Ca. 20% reactiemechanismen.

Theoriedocent reactie kinetiek. 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor beoordeling.

C(D)6-gemK = (2* C(D)6-Koc + C(D)6-Kkin)/3

2 examinatoren voor constructie en evaluatie.

Cesuur: Voldoende is behaald bij een cijfer 5,5.

1 examinator voor beoordeling (Expert).


Ondergrens 5,5 Code: C6-Kw2 CD6-Kw2

Onderwerpen:  differentiaalrekening  integraalrekening  onderzoek van grafieken

Naam: Wiskunde 2 Vorm: Individueel Schriftelijk


De student moet aan het eind van de course de volgende zaken kunnen berekenen en interpreteren:  eerste orde afgeleiden;  hogere orde afgeleiden;  partiële afgeleiden;  totale differentiaal;  primitieven van functies;  integralen;  partiële integralen.

Wordt gegeven in periode 2.

De student kan:  berekeningen uitvoeren met complexe getallen, geschreven in de volgende vormen;  z = a + bi of z = reiφ met x = rcosφ en y = rsinφ en binomiaal vergelijkingen oplossen;  een eenvoudige differentiaalvergelijking (DV) bij een praktijksituatie opstellen en oplossen;  lineaire, eerste orde DV’s oplossen door: - scheiden van variabelen; - een totale differentiaal in de vgl. te zoeken (bij een exacte DV); - variatie van constanten (methode van Lagrange).

Wordt gegeven in periode 3. Ca 30% Complexe getallen Ca 70% Differentiaal vergelijkingen

50% Differentiaalrekening 50% Integraalrekening

2 examinatoren voor de constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling (Theoriedocent).

Cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4,0 Code: C6-Kw3 CD6-Kw3 Naam: Wiskunde 3 Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 0

De student heeft kennis van  complexe getallen;  differentiaal vergelijkingen.


116


2 examinatoren voor de constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling (Theoriedocent).


Code: C6-Kn CD6-Kn

De student heeft kennis van:  Elektrostatisch veld  Elektromagnetisch veld

De student kent en kan rekenen met de volgende begrippen van:  lading; Wet van Coulomb; krachtwerking; veldlijnen;  begrippen veldsterkte, flux en fluxdichtheid en permittiviteit;  principe condensator;  relatie tussen lading en spanning;  permanente- en elektromagneten/Veldlijnen/krachtwerking;  relatie lading-stroom-veldsterkte;  flux , fluxdichtheid, permeabiliteit;  wet van Hopkinson; reluctantie;  coëfficiënt van zelfinductie;  Wet van Lenz/Faraday en inductiespanning;  Lorentzkracht; Transformatorprincipe; Motor/generatorprincipe.

Wordt gegeven in periode 3 Ca 50% Elektrostatisch veld Ca 50 % Elektromagnetisch veld

De indicatoren staan beschreven bij de afzonderlijke vakken.

De beoordelingscriteria staan beschreven bij de afzonderlijke vakken.

Kwn = (Kw2 + Kw3 + Kn)/3 ≥5,5; Kw2, Kw3 en Kn ≥ 4,0


Competentie 2 : Experimenteren Voorbereiding 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. Uitvoering 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt

De student:  kent het organisch chemische jargon (namen van organische verbindingen, typen reacties en begrippen die bij organisch chemische experimenten van belang zijn (bijv. extraheren, equivalenten, opwerken etc.);  kan reactievergelijkingen en

Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 = cijfer.


Cesuur: voldoende indien cijfer > 5,5.


Naam: Natuurkunde Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4,0 Code: C6-Kwn CD6-Kwn



2 examinatoren voor de constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling (Expert).

Naam: Toetsen wiskunde en natuurkunde Vorm: Administratief Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5 Code: C6-T CD6-T Naam: Thematoets Vorm:

117

Verdeling van de vragen van de thematoets over de verschillende competenties:


Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. Competentie 3: resultaten analyseren Data processing 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 5: Beheer en administratie Beheer 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). Administratie 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Tekst 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2).

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase reactiemechanismen opschrijven;  kan voor een organisch chemisch experiment van belang zijnde berekeningen uitvoeren;  kan voor een organisch chemisch experiment van belang zijnde technieken beschrijven;  kan IR en 1H NMR spectra interpreteren in het licht van de uitgevoerde reacties;  kan aan de hand van IR en 1H NMR spectra uitspraken doen over gevolgde reactiepaden;  kan kinetische data en IR en 1H NMR spectra van een reactie linken aan de organisch chemische theorie;  kan uitspraak doen veiligheidsaspecten die met reactie samenhangen;  kan op de juiste wijze rapporteren (o.a. reactiemechanismen, labjournaal, beschrijving spectra etc.).

In de context van: Alifatische organisch chemie (reactievergelijkingen, reactiemechanismen, uitvoering van experimenten) Reactiekinetiek (0e, 1ste, 2e orde) Spectruminterpretatie (IR 1H NMR)

118

experimenteren: ca. 25%; resultaten analyseren ca. 50%; rapporteren ca. 20% beheer & administratie ca. 5%. Qua inhoud is ongeveer 20% ook op te vatten als theorie (bijv. reactiemechanisme en verklaringen waarom een bepaald reactiepatroon gevolgd is), zo’n 30% als chemisch rekenen en enige % hangen samen met veiligheid. De vragen m.b.t. competentie resultaten analyseren hebben betrekking op spectruminterpretatie, analyse kinetische data en op eindberekeningen.



Veiligheid Code: C6-Pi CD6-Pi Naam: Praktijk met Labjournaal Vorm: Individueel Praktijk Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Competentie 1: Experimenteren Voorbereiding 1.2.3. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses. 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden.. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. Uitvoering 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking). 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.2.1.IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (Arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie Beheer 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). Administratie 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Praktijk met labjournaal.

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Praktijk met labjournaal.

2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor beoordeling (Praktijkdocent).

119


Code: C6-Pm CD6-Pm Naam: Meetrapporten Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5.5

Code: C6-L CD6-L Naam: Verslaglegging wetenschappelijk artikel Vorm: Groep Schriftelijk Weging:

zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt 7.2.2 Voert planning onder tijdsdruk uit ook onder tijdsdruk. Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieerd de uitvoering en de resultaten van het experiment 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Tekst 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 6: Rapporteren en presenteren Tekst 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek.




1 examinator voor beoordeling (Praktijkdocent).

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor verslag.

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor verslag als wetenschappelijk artikel.


120


2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Code: C6-IPV CD6-IPV Naam: IPV Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: NV/V

1.2.3. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.2.4. Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. Competentie 2: Experimenteren 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.4. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten.


De student:  heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt;  kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt;  voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit;  houdt zich aan de afgesproken regels;  stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;  laat anderen uitpraten;

121

Aan alle criteria moet voldaan zijn voor de beoordeling 'voldaan'. De weektaken moeten minimaal voldoende beoordeeld zijn.

1 examinator voor beoordeling (Tutor).


Ondergrens V

Code: C6-Spin CD6-Spin Naam: Opdracht spectruminterpretatie (IR, 1H NMR) Vorm: Individueel Schriftelijk

8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.4. Heeft hbo studievaardigheden; motiveert zich zelf, heeft doorzettingsvermogen. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden. De student kan IR en 1H NMR spectra juist interpreteren

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase  geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS)

De student:  kent de theoretische achtergrond van IR (rek- en buigvibraties) en 1H NMR (chem. shift waarden kunnen verklaren, multipliciteiten, integralen, koppelingsconstanten bepalen;  kan IR spectra interpreteren ((her)kennen groepsfrequenties, fingerprintgebied vgl. met referentie);  kan 1H NMR spectra interpreteren (gebruik correlatietabellen, chem. shift, multipliciteiten, integralen voor alifatische en aromatische verbindingen).

Weging: 0 Beoordeling: NV/V Ondergrens V

122

De student krijgt aanvankelijk 25 spectra (5 IR en 20 1H NMR) om te interpreteren, indien niet minimaal 23 goed zijn worden daarna extra spectra uitgereikt net zolang tot 23 spectra correct zijn geïnterpreteerd.

1 examinator voor beoordeling (Tutor of Expert).


Code: C6-Beheer CD6-Beheer Naam: Opdracht beheer

Beheer 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur).

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase De student heeft kennis van laboratoriumbeheer.

Vorm: Groep Schriftelijk Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: NV/V Ondergrens V

123

Opdracht moet voldoende beoordeeld zijn.




Beoordelingsformulier onderzoeksverslag jaar 2 Organische chemie Naam: ………………………………………………………………………. Klas: ………………Datum: ……………………… Gerelateerd aan comp./


Max aantal punten

indicator 6.2.1. 1.2.2, 1.2.5. 1.2.3. 2.2.1 2.2.1

1.2.3., 2.2.1

3.2.1., 6.2.1. 3.2.1. 3.1.2 3.1.4. 3.2.3.

3.2.2 3.2.4.

2.2.1 4.1.3

Inhoud (max 80 pt) – Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Inleiding (max …10 pt) Legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit. Plaatst dit in de overkoepelende context. Beschrijft het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen /hypotheses van het onderzoek. Legt de strategie om het doel te bereiken uit. Beschrijft de theoretische achtergrond van volgende methodes: gebruikte reacties, synthesestrategieën en mechanismen Resultaten en Discussie (max 30pt) Begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment met de beknopte beschrijving van het doel van het (deel)experiment. Beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar afbeeldingen en tabellen en legt uit wat daarin te zien is. Verbindt en verheldert de resultaten in de tekst. Volgende resultaten zijn op de juiste wijze geanalyseerd: Spectrale gegevens en opbrengsten Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot de resultaten van de experimenten. Vergelijkt en bediscussieert de resultaten met verwachtingen en literatuurwaardes. Conclusie (max 5pt) Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies m.b.t. de onderzoeksvragen. Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken conclusies verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. EXPERIMENTEEL GEDEELTE Materiaal en Methoden (max 25pt) Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze zou kunnen herhalen. * De beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele controles Schrijfvaardigheden (max 20 pt)

10 10 3 3 2 2

30 2

4 10 4 4 3 3 5 3 2

25 20 5 20

6.2.1.

Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl.

Voldaan/ niet voldaan

6.2.1.

De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen m.b.t.: titel, auteurs, samenvatting, Inleiding, Resultaten & Discussie en Conclusie, Materiaal en Methodes (experimenteel gedeelte), bronnenlijst. Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.


Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode). Cijfer (aantal punten / 10) Voor een voldoende moeten alle ‘voldaan’/ ‘niet voldaan’ criteria ‘voldaan’ zijn, en minstens 55% van de punten voor overige criteria moeten behaald zijn.


6.2.1. 1.2.2., 6.2.1.

124

20




Niet nakomen van deadline of gebruik van feedback door docent op eerste versie leidt tot aftrek van 10 punten Feedback


125



Beoordelingsformulier Meetrapport niveau II Course 6C Organische chemie CHEMIE NB Meetrapport ORGANISCHE CHEMIE wordt gemaakt op voorgestructureerd formulier

Naam: ………………………………………………….. Competentie/ indicator

6.2.1. 1.2.3. 1.2.3 1.2.1., 2.1.2.

2.2.2 2.1.2., 2.1.2., 4.1.3. 3.2.1., 6.2.1.

3.1.2 3.1.4

3.2.2., 3.2.3.

6.2.1.

Klas: ……..…………….

Datum: …………………….

Beoordelingscriteria max 100 pt - verdeling flexibel aan te geven Inhoud (85 punten) Samenvatting: doel, methode en eindresultaten (inclusief bepaalde fout) Inleiding: één paragraaf  doel van het onderzoek waarin je de methode benoemt  reactievergelijking (=hypothese)  theorie die betrekking heeft op het experiment: reactiemechanisme incl. toelichting Experimenteel gedeelte (= Materialen en Methode) Benodigdheden  gebruikte chemicaliën (hoeveelheden) Werkwijze  evt. afwijkingen van voorschrift vermelden Resultaten  geïsoleerde hoeveelheden producten Discussie  foutendiscussie: interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.  bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment en beschrijft geconstateerde afwijkingen. Conclusie 

Max aantal punten

5 25

10 0

10

15 15

trekt conclusies op basis van resultaten in relatie tot het doel en de hypothese. Opmaak/schrijfstijl (15 punten)

5



hanteert correcte spelling, grammatica en zinsbouw en wetenschappelijke stijl brengt heldere en logische structuur aan

5

de literatuurlijst is op de juiste manier genoteerd (APA methode) en in de tekst word verwezen naar deze literatuur

5

 

5

100

Beoordeling: cijfer = # punten/10 Feedback


126


Minimaal 55



Beoordelingsformulier Praktijk chemie, Niveau II Naam: …………………………………………………….. Klas: ……..……………. Competentie / indicatoren 1.2.3., 2.2.1, 2.1.2., 2.2.2,4.1.3 5.2.3.

2.2.2

2.2.3, 2.2.4, 2.2.5, 4.2.1 5.2.3.

2.1.5, 7.1.3.

4.1.1, 5.2.1, 5.2.2.

5.2.1., 5.2.3.

4.2.1 5.1.3.

Datum: …………………….


Onvoldoende

Voldoende

Goed

Uitmuntend

De student heeft doel, hypothese, werkwijze, controles (i.v.t.) veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de werkwijze van de methodes beantwoorden. De student controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint. De student voert experimenten volgens protocol uit; kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode hij/zij uitvoert en houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn labjournaal bij, kan eenvoudige problemen zelf oplossen De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit.

Afhankelijk aantal criteria dat mist

Voldoet aan alle criteria

- 0 - 16-

-18-

De meeste voorberekenin gen en antwoorden zijn correct -24-

Alle voorberekenin gen en antwoorden zijn correct. -30-

De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, vult de veiligheidskaart in en laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. IJkt bij aanvang apparatuur Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk.

Niet voldaan

Voldaan

Voldoet niet aan minstens één criterium:

Voldoet aan alle drie criteria

-0-, -6- of -12-

-18-

Experimentele Experimentele resultaten resultaten komen meestal komen altijd overeen met overeen met theoretische theoretische verwachtingen verwachtingen -24-30-

Loopt vaak uit

Loopt soms uit

Loopt nooit uit

- 0-5 -

-6-

-8-

- 0-5 -

- 6-10 -

Niet voldaan

Voldaan

Is buitengewoon efficiënt -10-

-0-5-

-6-

-8-

-10-

-0-5-

-6-

-8-

-10-

Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan) Feedback


127

Aantal punten


Titel OWE


OWE 7: Organische en analytische chemie: aromatische chemie en chromatografie ECU 7: Organic and Analytical Chemistry: Aromatic Chemistry and

chromatography Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps) Producten

6. 7.

8.

Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en


9.


10.

Competenties

C7 of CD7 Chemie Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Chemie, niveau 2 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Mondelinge presentatie (Pres ) Praktische vaardigheden en schriftelijke Practicumproducten (labjournaal, meetrapporten, practicumverslagen ed) analytisch laboratorium (Panal) Praktische vaardigheden en schriftelijke Practicumproducten (labjournaal, meetrapporten, practicumverslagen ed) organisch laboratorium (Porg) Opdracht organische chemie (Op) 15 stp 420 SBu Deze onderwijseenheid (OWE) is algemeen chemisch van aard en de studenten komen in aanraking met aspecten van beide afstudeerrichtingen (organische en analytische chemie). Deze oriëntatie op het chemisch vakgebied zal, samenhangend met competentie 11 (sturen professionele ontwikkeling) voor de voltijdstudenten uiteindelijk leiden tot een keuze voor de afstudeerrichting in blok 3. OWE1 t/m 4 van de propedeuse gevolgd, diploma MLO of deelnemer aan de verkorte route VWO. Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bioinformatica Indien C4 niet gevolgd is, dient de student de theorie uit deze OWE bij te werken en wordt er een toelatingstentamen afgenomen. Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijk analytisch (Panal) en Praktijk organisch (Porg) geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. In deze OWE wordt aandacht besteed aan zowel organische als analytische chemie. In de centrale opdracht voer je een electrofiele aromatische substitutiereactie uit en karakteriseer je de producten met GC –MS. In deze opdracht maak je dus kennis met de raakvlakken tussen organische en analytische chemie. Om deze centrale opdracht te kunnen uitvoeren is kennis nodig van aromatische chemie, chromatografie en massaspectrometrie en deze onderwerpen worden dan ook in de theorie en weektaken aangeboden. Niet alleen het uitvoeren van een onderzoek is belangrijk, maar ook het rapporteren en presenteren is een vaardigheid die een analist moet beheersen. In deze OWE zal daarom ruimschoots aandacht besteed worden aan deze competentie, Op het analytisch laboratorium zal naast chromatografie ook de ionselectieve elektrode en de statistiek een belangrijke rol spelen. - Ontwerpen - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Rapporteren en presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken

128



- Begeleiden/coachen - Sturen professionele ontwikkeling

11. 12.


De vetgedrukte competenties zijn competenties waar bij deze course de nadruk op ligt. Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. Deeltentamens C(D)7-Pres Mondelinge presentatie (Pres) C(D)7-T Thematoets (T) C(D)7-Panal Praktijk analytisch (Panal) C(D)7–Porg Praktische organisch (Porg) C(D)7-Op Opdracht organische chemie (Op) C(D)7–gemK Gemiddelde Kennistoetsen (gemK) C(D)7–Kchrom Kennistoets Chromatografie (Kchrom) C(D)7-Kelec Kennistoets Elektrochemie (Kelec) C(D)7-Kstat Kennistoets Statistiek (Kstat) C(D)7-IPV IPV Massaspectrometrie wordt in de thematoets getoetst. Eindcijfer = (Pres + gemK + T + P)/4 Weging P=(Porg+2*Panal)/3 CompensatiegemK = (Kelec + Kchrom + Kstat)/3 mogelijkheden Kelec, Kchrom, Kstat moeten alle drie ≥ 4.0 waarbij een van de onderdelen ≤ 5.0 mag zijn. InstapWeektaken, opdracht organische chemie, labjournaal, IPV moevoorwaarden ten met voldaan afgevinkt zijn, de cijfers voor de toetsen / tentamen beroepsproducten (Pres, T, K, en P, Porg, Panal) moeten ≥ 5.5 zijn. Frequentie (deel)Periode 1, herkansing periode 2 tentamens Voor deelname aan de workshops SCV en de deeltentamens IPV en Panal en Porg is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3). De studenten van de deeltijdopleiding kunnen de tentamens maximaal 2 x per jaar aanvragen en maken op een door hen gewenst tijdstip.

13.


14.


De laatste druk van:  Jenniskens, L.H.D. Practicumvoorschriften organische chemie OWE 7 (Scholar)  Baltussen, M, Practicumvoorschriften analytische chemie OWE 7  Hornback, J.M., Organic Chemistry, Belmont CA, USA: Thomson, Brooks/Cole.  Miller J.N., Miller,J.C., Statistics and chemometrics for analytical chemistry, Essex: Pearson Education.  Skoog, D. A., West, D. M., Holler, F. J., Crouch, S. R., Fundamentals of Analytical Chemistry., Cengage Learning.  Lampman, G.M., et al., Spectroscopy, Belmont: Thompson Brooks/Cole.  Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, Utrecht: Syntax Media.  Voor overige leerbronnen (websites/dictaten): zie Scholar  Instroom HLO: Kemme, S, et al., Wiskunde voor het Hoger Onderwijs deel b. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. De laatste druk van  Dean, JR; Jones, AM; Holmes, D; Reed, R;Weyers, JJ; Jones, A Practical Skills in Chemistry, Essex: Pearson Education  Holmes, D.A., Reed, R., Jones, A.M., Dean, J. Practical Skills in Biomolecular Sciences, (4th revised ed.) New York NY: Pearson Education Ltd

129


15. 16.

Software Overig materiaal

17. 18.



Free software: ChemSketch, GC-SIM en HPLC-SIM. Chem Basic, molecular models. In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint. Zie werkvormen Ondersteunend vak Aromaticiteit, electrofiele aromatische Organische chemie substituties

Ondersteunend vak Chromatografie

Ondersteunend vak Elektrochemie

Ondersteunend vak Toegepaste statistiek

Ondersteunend vak massaspectrometrie

Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Inleiding, vloeistofchromatografie, HPLC, GC Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Galvanische cel ( herhaling) Elektrodes Elektrolyse Werkwijze: hoorcollege Betrouwbaarheidsintervallen Significantie testen (F en T toets) Foutenvoortplanting Dixon en Grubbs test Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Principe MS Molecuul/ion Mw ,aantal C atomen, Isotoop-ratio, oneven aantal N atomen Benzylische splitsing Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Conflicthantering Interviewen

Ondersteunend vak Wiskunde (uitsluitend voor in H2 instromende MLO-ers) Ondersteunend vak Organische chemie

19.

Les- / Contacturen

Werkwijze: training Basis algebra Functies Differentiëren Goniometrie Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Atoom- en molecuulbouw: ladingen, polariteiten, hybridisatie, mesometrie, stereochemie, conformaties

(uitsluitend voor in H2 instromende Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege MLO-ers en VWO-ers) Geprogrammeerde contacttijd: 20 lesuren per week (8 u practicum, 2 u tutor, 1 u expert, 9 voor theorie) 140 lesuren per periode = 105 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid 315 klokuren Totaal: 420 klokuren

130


20. 21.



Geprogrammeerde contacttijd voor de deeltijdstudenten 90 lesuren per periode (60 lesuren praktijk, 9 tutoruren, 9 spreekuren met de docent, 2 SLB-uren) = 68 klokuren per periode Toetstijd: 7 lesuren = 5 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 352 klokuren, inclusief zelfstudietijd theorievakken Totaal: 420 klokuren Periode 1 n.v.t.

131



Toetsprogramma OWE 7: Organische en analytische chemie: aromatische chemie en chromatografie (C7 of CD7) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen

Indicatoren


Code: C7-gemK CD7-gemK

Waardering / Cesuur (Kelec + Kchrom + Kstat)/3 = gemK gemK moet 5.5 zijn voor een voldoende (5.5).

Naam: Gemiddelde Kennistoetsen

Examinator 1 examinator voor de beoordeling (Coursetrekker).

Kelec, Kchrom, Kstat moeten alle drie ≥ 4.0 waarbij een van de onderdelen ≤ 5.0 mag zijn.

Vorm: Administratief Weging: C7-gemK: 3 CD7-gemK:3 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5 Code: C7-Kelec C7-Kchrom C7-Kstat CD7-Kelec CD7-Kchrom CD7-Kstat Naam: Kennistoets elektrochemie Kennistoets Chromatografie Kennistoets Statistiek Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: Kelec: 0, Kchrom: 0,

Elektrochemie Galvanische cel Wet van Nernst Ion selectieve elektroden Elektrolyse Elektro analytische technieken

Elektrochemie De student:  kan een beschrijving geven van de volgende principes: redoxreacties, opbouw van een elektrochemische cel (Galvanische cel en elektrolytische cel), oxidatiegetal, notatiewijzen, standaard potentiaal;  kan halfreacties en nettoreacties opstellen en balanceren.  kent de Wet van Nernst en kan ermee rekenen;  kan m.b.v. de wet van Nernst berekeningen aan evenwichten doen.  kent het verschil tussen meet- en referentie elektroden en kent de verschillende typen;  kent verschillende ISE;  kan de opbouw van een ISE beschrijven;  kent de opbouw van een pH-elektrode, het gebruik ervan en foutenbronnen.  kan de wet van Nernst bij een ISE toepassen en kan ermee rekenen;

132

Elektrochemie: 30% elektrochemische cel 30% wet van Nernst 40% Ion selectieve elektrode Cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

2 examinatoren voor constructie en evaluatie (o.a. Vakdocent). 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent). De betrokken vakdocenten beoordelen hun eigen gedeelte.


 termen kennen: over potentiaal, polarisatie, elektrische dubbellaag.  Kent het principe van elektrogravimetrie en kan er berekeningen mee doen.

Kstat: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens Kelec: 4.0 Kchrom: 4.0 Kstat: 4.0


Chromatografie  GC en HPLC: kolommen, detectoren en injectietechnieken  Troubleshooten  Berekeningen aan vloeistof-vloeistof extractie  Berekeningen met van Deemter vergelijking

Chromatografie Analytische scheidingstechnieken De student:  kent het begrip extractie en kan de extractie efficiency uitrekenen;  kent het begrip distributiecoëfficiënt en kan berekeningen uitvoeren waarbij de pH van invloed is op de extractie;  kent de verschillende typen chromatografie;  kent de begrippen, retentietijd, selectiviteit en kan hiermee berekeningen uitvoeren;  kent de begrippen resolutie, schotelhoogte, theoretisch aantal schotels en kan hiermee berekeningen uitvoeren;  kent de Van Deemtervergelijking en kan de grafiek schetsen van de schotelhoogte als functie van de lineaire snelheid. Gaschromatografie De student:  kan een beschrijving geven van het principe van de gaschromatografie;  kan een beschrijving geven van de verschillende typen kolommen;  kent het begrip retentie-index en kan hiermee berekeningen uitvoeren; - kent het principe van temperatuur- en drukprogrammering;  kan een aantal draaggassen de eigenschappen van deze gassen benoemen; - kan een beschrijving geven van verschillende methoden van injectie; - kan een beschrijving geven van een aantal belangrijke detectoren en hun werking; HPLC De student: - kan een beschrijving geven van het principe van HPLC;  kent de Van Deemter curven voor verschillende deeltjesgrootte;  kan de samenstelling van de deeltjes in een

133

Chromatografie Cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5. Indeling: 30% algemene analytische scheidingen 35% gaschromatografie 35% HPLC



 -

Statistiek Soorten fouten, gemiddelde, standaarddeviatie, Betrouwbaarheidsinterval, voortplanting van fouten, significantie testen: t-toetsen, F toets, toets en ANOVA

Code: C7-Op CD7-Op Naam: Opdracht organische chemie Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling:

Opdracht aromatische organische chemie. aromaticiteit, nomenclatuur van gesubstitueerde benzenen, regel van Hückel, electrofiele aromatische substitutie, activerende en deactiverende groepen en richtend-effect, benzeen diazonium zouten nucleofiele aromatische substitutie

HPLC-kolom beschrijven; kan een beschrijving geven van het principe van normal-phase – en reversed-phase chromatografie; kan een beschrijving geven van het begrip isocratische – en gradiënt elutie; kan een beschrijving geven van verschillende detectoren en hun werking.

Statistiek De student:  kan de volgende basisbegrippen uit de statistiek hanteren: gemiddelde, standaarddeviatie, reproduceerheid en herhaalbaarheid, absolute en relatieve fout;  kan bepalen welke van de volgende statistische toetsen toegepast moet worden in een concreet geval: t-toetsen, F-toets, Chi-kwadraattoets, ANOVA;  kan deze toetsen ook toepassen met behulp van Excel;  kan Anova toepassen om gemiddelden te vergelijken;  kent het begrip nulhypothese en alternatieve hypothese;  kan de nulhypothese en alternatieve hypothese opstellen in een concreet;  kent de algemene foutenvoorplantingsformule en kan deze toepassen op experimenten uit de analytische praktijk. Opdracht aromatische organische chemie De student:  kent nomenclatuur van gesubstitueerde benzenen. (IUPAC en triviale namen);  kent de ruimtelijke bouw benzeen;  kan grensstructuren van gesubstitueerde benzenen tekenen;  kent de voorwaarden voor aromatisch karakter (regel van Hückel);  kent reactiepatronen volgens welke aromatische verbindingen reageren;  kan reactievergelijkingen en mechanismen van de halogenering, de nitrering, de -FriedelCrafts alkylering en acylering ( incl. omleggingsnevenreacties), de sulfoneringe;

134

Statistiek Cijfer statistiek = 20% algemeen 50% t en F toetsentoetsen 30% ANOVA Cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

Cesuur: De student krijgt als huiswerk 25 mechanismen om uit te schrijven; hiervan worden er 5 nagekeken. Deze moeten volkomen foutloos zijn (dus geen mechanistische pijltjes de verkeerde kant op of ladingen incorrect of vergeten etc.). Indien dat het geval is wordt een V ingevuld in HAN SIS

1 examinator voor de beoordeling (Theoriedocent).




NV/V Ondergrens V

Code: C7-T CD7-T Naam: Thematoets Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 3 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5


Competentie 2 experimenteren Voorbereiding 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Uitvoering 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3 resultaten analyseren Data processing 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk).

kent het richtende en (de)activerende effect van substituenten;  kent de gemeenschappelijke kenmerken van o,p-richters en idem m-richters;  kent de relatieve sterkte richtend effect;  kan verklaring geven van richteffect m.b.v. mechanisme bij o,p-richters en bij m-richters;  inductief en mesomeer effect;  weet welke reagentia en reactiecondities nodig zijn voor de verschillende reacties;  weet waarom alkylbenzenen bij voorkeur op de benzylplaats reageren;  kent de reacties van fenolen: (zuurgraad, verestering en oxidatie), Benzeen diazonium zouten (bereiding en reactiviteit, reacties), halobenzenen en nucleofiele aromatische substitutie: carbanion en benzyn mechanisme;  kan Syntheseroutes opschrijven van gesubstitueerde benzenen en kent hierbij het belang volgorde substituent inbouw. In de thematoets komen vragen n.a.v. de doelstellingen van course terug. Aan het einde van de course, de student:  heeft zich een beeld gevormd van de vakgebieden organische chemie, polymeerchemie en analytische chemie;  heeft zijn vaardigheden op het gebied van chemische rekenen verbeterd;  organische chemie ( zie ook C7-Op)  kan reacties van aromatische verbindingen die minder recht-toe-recht-aan zijn, begrijpen op mechanistisch niveau; De student: Statisitiek  kan de verschillende t-toetsen ,de F-toets en ANOVA toepassen;  kan een boxplot maken en kent de betekenis hiervan; Chromatografie  heeft geleerd om met behulp van de simulatieprogramma’s invloed van verschillende parameters (temperatuur , druk lengte kolom, eluens, detector e.d.) op de

135



Verdeling van de vragen van de thematoets over de verschillende competenties: experimenteren: ca. 25% resultaten analyseren ca. 50% rapporteren ca. 20% kwaliteitsbeheer ca. 5%.

1 examinator voor de beoordeling (Expert/ coursetrekker).

Qua inhoud is ongeveer 20% ook op te vatten als theorie (bijv. reactiemechanisme en verklaringen waarom een bepaald reactiepatroon gevolgd is, ), zo’n 30% als chemisch rekenen en enige % hangen samen met veiligheid. De vragen m.b.t. competentie resultaten analyseren hebben betrekking op chromatografie, aromatische organische chemie, elektrochemie, statistiek en op eindberekeningen.


3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten met andere deelexperimenten. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles , waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Tekst 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). In de context van: aromatische chemie en chromatografie

Code: C7-Panal C7-Porg CD7-Panal

Competentie 1: Ontwerpen 1.2.3. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase retentietijd en scheidingsefficiency te voorspellen; Electrochemie  kan een galvanische cel en een ionselectieve electrode ontwerpen;  kan de resultaten van een elektrochemisch experiment analyseren; Praktijk  kent de richtlijnen van het organisch en het analytisch labjournaal en kan deze toepassen bij het schrijven van een labjournaal;  kan mechanismen uitschrijven met de hand en met ChemSketch;  kan veiligheidsaspecten van een reactie uitzoeken;  kan een opzet voor een kalibratiereeks maken; Massaspectrometrie:  kan het molecuulgewicht, de isotoopratio en de benzylische splitsen herkennen in een massaspectrum;  kan het molecuulgewicht, de isotoopratio en de benzylische splitsen herkennen in een massaspectrum;  kan een opstellingen beschrijven/schetsen en de uitvoering van de verschillende organischchemische technieken beschrijven;  kent de afvalcategorieën van de chemicaliën en ruimt deze op de juiste wijze op;  kan op de juiste wijze een foutendiscussie voeren;  kan relevante informatie in een labjournaal te verwerken;  kan chromatografische analyses (GC en HPLC en eventueel GPC) beschrijven en de resultaten analyseren;  kan een experiment met de ion selectieve elektrodes opzetten en de resultaten analyseren; Verder beheerst de student de theorie die in de course aan de orde was. Zie onderstaand beoordelingsformulier Praktijk chemie.

Zie onderstaand beoordelingsformulier Praktijk chemie. Er is een deel van het practicum

136

1x examinator voor de beoordeling (Praktijkdocent).


CD7-Porg Naam: Practicum analytisch en practicum organisch Vorm: Individueel Praktijk Weging: Panal: 2 Porg: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Code: C7-IPV CD7-IPV

Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan de resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie Beheer 5.1.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren. 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). Administratie 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase organische chemie (Porg) en een deel analytische chemie (Panal). Per deel wordt een beoordelingsformulier ingevuld. Cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

De student:  heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de

137

Alle beoordelingscriteria moeten voldoende zijn voor een Voldaan. 6 van de 7 weekopdrachten moeten

1x examinator voor de beoordeling (Tutor).


Naam: Individueel Praktijk Vorm: IPV Weging: 0 Beoordeling: NV/V Ondergrens V

Code: C7-Pres CD7-Pres Naam: Presentatie Vorm: Groep Mondeling Weging: 3

hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.4. Heeft hbo studievaardigheden; motiveert zich zelf, heeft doorzettingsvermogen. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. 7.1.2. Plant zijn studietaken. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren Presentatie 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen:  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten;




  

 

weekopdracht die voorgesproken wordt; kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt; voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit; houdt zich aan de afgesproken regels; stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; laat anderen uitpraten; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback.

door de tutor beoordeeld zijn met een voldaan.


Volgens beoordelingsformulier presenteren.

Zie beoordelingsformulier presenteren.

De studenten voeren een onderzoek uit in een onderzoeksgroep (ca. de helft van je tutorgroep): er wordt gekozen voor een bepaald type electrofiele aromatische substitutie (bromering of, nitrering) waarna iedereen dezelfde reactie uitvoert met een verschillende uitgangsstof d.w.z. een andere substituent aan de benzeenring. Het reactiemengsel wordt daarna op het analytisch practicum geanalyseerd met behulp van GC MS. Na afloop worden alle resultaten van de onderzoeksgroep gecombineerd en gepresenteerd.

5.5 behaald voor een voldoende (5.5).

138

1x examinator voor de beoordeling (Expert).


Beoordeling: Cijfer

 

Ondergrens 5,5




verbale en visuele boodschap vormen een geheel; gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning; gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.

139



Beoordelingsformulier meetrapport course 7C ANALYTISCHE CHEMIE Naam:……………………………………………. Klas: …………………… Competentie / Beoordelingscriteria indicator Inhoud (80 punten) Samenvatting: 6.2.1. Doel, methode en eindresultaten (inclusief bepaalde fout) Inleiding: 1.2.3,  Doel van het onderzoek + methode, en hypothese (indien mogelijk 1.2.1., 2.1.2.  Theorie: alleen noodzakelijke theorie (bijv. reactievergelijkingen, berekeningsformules en korte uitleg methode) Materiaal en Methode 2.2.2 Benodigdheden:  chemicaliën merk, datum, concentratie (in tabelvorm);  apparatuur (merk, HLO nummer) ( in tabelvorm);  evt. opstelling. 2.1.2., 2.1.2., Werkwijze: 4.1.3.  conform voorschrift + wijzigingen;  calibratiereeks voor standaarden in tabelvorm;  voorberekeningen indien van toepassing (bijv. inweeg). Resultaten 3.2.1.  Veelal in genummerde tabellen + grafieken met juiste titels en bijschriften 3.2.1.  Voorbeeldberekeningen, foutenberekening 3.2.1., 6.2.1.  Naast tabellen en grafieken wordt er ook verbindende tekst gebruikt om de tabellen en grafieken in te leiden en te interpreteren, uit te leggen Discussie 3.1.2  Foutendiscussie: interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. 3.1.4  Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment en beschrijft geconstateerde afwijkingen. Conclusie 3.2.2., 3.2.3.

6.2.1.



Datum: …………… Max aantal punten

5 10

5

5

15 15 10

5 5

Trekt conclusies op basis van resultaten en doet uitspraak over de hypothese. Indien mogelijk resultaat vergelijken met de literatuurwaarde Opmaak/schrijfstijl (20 punten)

5



5

 

Hanteert correcte spelling, grammatica en zinsbouw en wetenschappelijke stijl Brengt heldere en logische structuur aan De literatuurlijst is op de juiste manier genoteerd (APA methode) en in de tekst word verwezen naar deze literatuur

10 5 100

Beoordeling: cijfer = # punten/10 Minimaal 55 punten voor voldoende Feedback


140




Beoordelingsformulier Meetrapport niveau II Course 7C ORGANISCHE CHEMIE NB Meetrapport ORGANISCHE CHEMIE wordt gemaakt op voorgestructureerd formulier

Naam: …………………………………………….…………….. Competentie/

Klas: ……………….

Beoordelingscriteria max 100 pt - verdeling flexibel aan te geven

Datum: ……………. Max aantal punten

indicator

6.2.1. 1.2.3. 1.2.3 1.2.1., 2.1.2.

2.2.2 2.1.2., 2.1.2., 4.1.3. 3.2.1., 6.2.1. 3.1.2 3.1.4

3.2.2., 3.2.3.

6.2.1.

Inhoud (85 punten) Samenvatting: doel, methode en eindresultaten (inclusief bepaalde fout). Inleiding: één paragraaf  doel van het onderzoek waarin je de methode benoemt;  reactievergelijking (=hypothese);  theorie die betrekking heeft op het experiment: reactiemechanisme incl. toelichting. Experimenteel gedeelte (= Materiaal en Methode) Benodigdheden:  gebruikte chemicaliën (hoeveelheden). Werkwijze:  evt. afwijkingen van voorschrift vermelden. Resultaten  Geïsoleerde hoeveelheden producten Discussie  Foutendiscussie: interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.  Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment en beschrijft geconstateerde afwijkingen. Conclusie 

5 25 ;

10 0

10 15 15

Trekt conclusies op basis van resultaten in relatie tot het doel en de hypothese. Opmaak/schrijfstijl (15 punten)

5



Hanteert correcte spelling, grammatica en zinsbouw en wetenschappelijke stijl. Brengt heldere en logische structuur aan.

5

De literatuurlijst is op de juiste manier genoteerd (APA methode) en in de tekst word verwezen naar deze literatuur.

5

 

5

100

Beoordeling: cijfer = # punten/10 Minimaal 55 punten voor 5,5

Feedback


141




Beoordelingsformulier Praktijk chemie niveau II Naam: …………………………………………………………………………………. Competentie/ indicatoren 1.2.3., 2.2.1, 2.1.2., 2.2.2,4.1.3 5.2.3.

2.2.2 2.2.3, 2.2.4, 2.2.5, 4.1.3,5.2.3.

4.2.1

2.1.5, 7.1.3. 4.1.1, 5.2.1, 5.2.2. 5.2.1., 5.2.3. 5.2.3. 11.1.4

Klas: …………………………..


De student heeft doel, hypothese, werkwijze, controles (i.v.t.) veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) op correcte wijze in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de werkwijze van de methodes beantwoorden. De student controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint. De student voert experimenten volgens protocol uit; kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode hij/zij uitvoert en houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn labjournaal bij, kan eenvoudige problemen zelf oplossen De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen; De student gaat correct met apparatuur om (bijv. ijken van pH meters, maakt gebruik van SOP's ) en de kalibratiereeks is nauwkeurig uitgevoerd ( indien van toepassing) De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit. De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, vult de veiligheidskaart in en laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk. De student is op tijd, voorbereidt, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding. Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan)

142

Datum: …………………………

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Uitmuntend

- 0 - 15-

-18-

-24-

-30-

Niet voldaan

Voldaan

-0--15-

-18-

-24-

-30-

-0-5-

-6-

-8-

-10-

Loopt vaak uit

Loopt soms uit

Loopt nooit uit

- 0-5 -

-6-

-8-


- 0-5 -

- 6-10 -

Niet voldaan

Voldaan

-0-5-

-6-


-8-

-10-

Heeft meestal een goede/voldoende werkhouding

Aantal punten



Feedback


143



Beoordelingsformulier Presentatie course 7C Naam: ………………………………….. Gerelateerd aan competentieindicatoren

Klas: …………………….. Datum: …………..


Max. aantal punten

Inhoud (totaal aantal punten: 60) Criteria voor onderzoekspresentatie Bespreekt de volgende aspecten op heldere en correcte wijze:  Doel en onderzoeksvragen  Hypothese a.d.h.v. reactiemechanisme  Experimentele uitvoering in het kort

20

3.1.2., 3.2.1., 3.2.2. 3.2.3., 3.1.4., 11.1.3, 3.2.4.

 Resultaten en conclusie  Discussie interpretatie van massaspectra a.d.h.v. karakteristieke pieken en massaspectra uit bibliotheek  Discussie: vergelijking met andere reactie  Discussie van experimentele problemen Presentatie (totaal aantal punten: 20)

15 20

6.2.3

   

20

1.2.3, 1.2.5. 2.2.1, 4.1.3.

6.2.3 8.1.4, 8.2.5 8.2.4 Totaal aantal punten

Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) Maakt overzichtelijke en duidelijke dia’s Spreekt op professionele en overtuigende wijze De dia’s ondersteunen de verbale boodschap.

Discussie (totaal aantal punten: 20)  Voert een vakinhoudelijke discussie  Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner.  Onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten.

5

20

100

Eindbeoordeling (totaal aantal punten / 10)

10

Feedback


144

Gescoord aantal punten


Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps) Producten

6. 7.

8.

Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE-en


9.


10.

Competenties


OWE 8: Biobased polymeren ECU 8: Biobased Polymers C8 of CD8 Chemie Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Chemie, niveau 2 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Themaverslag (T) Onderzoeksplan (V) Meetrapporten(Pm) Interviewverslag (Iv) Coaching opdracht (Coach.op) 15 stp 420 SBU In deze OWE wordt ingegaan op Biobased polymeren. De organische chemie van polymeren en analytische chemie van polymeren zijn hierbij heel belangrijk. Het is dan ook een goed vervolg op OWE 5, 6 en 7 waarin algemeen op de organische en analytische chemie wordt ingegaan. In de OWE staan de competenties ontwerpen en planmatig en projectmatig werken centraal. Deze worden in OWE 5, 6 en 7 geoefend en getoetst in deze OWE. De beroepstaak moet op niveau 2 uitgevoerd kunnen worden. De OWE bouwt voort op C4. Beheersing van de leerstof van C4 is noodzakelijk voor het goed kunnen volgen van deze OWE. Palet minor: Propedeuse Biologie en Medisch laboratorium onderzoek, Bio-informatica. Indien C4 niet gevolgd is, dient de student de theorie uit deze OWE bij te werken en wordt er een toelatingstentamen afgenomen indien dit nog niet is afgenomen in C7. Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijk geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. Het centrale thema van de OWE is Biobased polymeren. Binnen de topsektor chemie zijn er verschillende Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) gestart. Biobased polymeren is een thema dat volgt uit twee van deze TKI’s, namelijk TKI Smart Polymeric Materials en TKI Biobased Economy. In deze course wordt o.a. vanuit biomassa monomeren en polymeren gemaakt. De theorievakken die dit ondersteunen zijn organische chemie van polymeren, analytische chemie van polymeren en polymeerfysica. Het gaat dus om de combinatie van het maken en meten van polymeren. In deze course worden bovendien twee interactieve workshops verzorgd over de rol van de ethiek in het natuurwetenschappelijk onderzoek. - Ontwerpen - Experimenteren - Resultaten analyseren - Rapporteren en presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken - Begeleiden/coachen - Sturen professionele ontwikkeling De vetgedrukte competenties zijn de competenties waarop in deze course de nadruk ligt.

145


11. 12.



Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. Deeltentamens C(D)8-T Themaverslag (T) C(D)8-V Onderzoeksplan (V) C(D)8-P Praktijk (P) C(D)8-Pi Praktijk indruk (Pi) C(D)8-Pm Praktijk meetrapport (Pm) C(D)8-gemK Gemiddelde Kennistoetsen (gemK) C(D)8-Kp Kennistoets Polymeerkunde (Kp) C(D)8-Ks Kennistoets Stromingsleer (Ks) C(D)8-Gc Module groene chemie (Gc) C8-IPV IPV C(D)8-Kw4 Wiskunde 4 (Kw4) C(D)8-HBO HBO competentiekaart C8-Iv Interviewverslag (Iv) C8-Iv.ws Interviewtechnieken (Iv.ws) C8-ST Stagevoorbereiding/solliciteren (ST) C8-Ch Conflicthantering (Ch) C8-Co Coaching (Co) C8-Cop Coaching opdracht (Cop) C8-FG1 Funct.Gespr.1 (FG1) C8-FG2 Funct.Gespr.2 (FG2) C(D)8-FGIT Funct.Gespr.Int.Toets (FGIT) Weging Eindcijfer: (P+gemK+T+V)/4 P = (Pi+Pm)/2 Compensatie-mogelijkheden gemK = (Ks + 2*Kp)/3 Ks en Kp ≥ 4,0 Instap-voorwaarden  De beoordelingen IPV, Kw4, Gc lv, lv.ws, ST, Co, Cop, tentamen FG1, FG2, FGIT moeten voldoende zijn.  Pm, Pi, gemK, V en T ≥ 5,5  Verder moeten op de HBO-competentiekaart (HBO) alle competenties zijn afgetekend, zodat deze ook met een voldoende is afgerond. Frequentie (deel)-tentamens C8-T :blok 4, herkansing eind blok 4 C8-V :blok 4, herkansing blok 4 C8-P (Pi en Pm) :blok 4 C8-gemK (Kp en Ks) :blok 4, herkansing eind blok 4 C8-IPV :blok 4 C8-Kw4 :blok 4, herkansing eind blok 4 Voor deelname aan de workshops SCV en de deeltentamens IPV en Pi is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3).

13.


De studenten van de deeltijdopleiding kunnen de tentamens maximaal 2 x per jaar aanvragen en maken op een door hen gewenst tijdstip.  Themahandleiding course 8C  Practicumhandleiding course 8C (Scholar) Laatste druk van:  Stevens, M.P., et al, Polymer Chemistry, an introduction, Oxford: Oxford University Press.  Bolck, C et al, Biobased Plastics, Wageningen: WUR

146


  

   14. 15. 16. 17. 18.

Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Activiteiten Werkvormen


Giancoli, D.C., Physics for Scientists & Engineers, (vol 1-3). Indianapolis: Pearson Education Informit. Tro, N.J., Principles of chemistry, a molecular approach, Prentice Hall / Pearson Education. Jones, A.M., Dean, J.R., et al. Practical skills in Chemistry, New York, NY: Pearson Education. Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, Utrecht: Syntax Media. Kemme, S. et al Wiskunde voor het Hoger Onderwijs deel b, Groningen: WoltersNoordhoff Uitgevers B.V. GROENE CHEMIE onder voorbehoud: Lancaster, M. Green Chemistry; An Introductory Text

In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Aan deze OWE zijn de algemene hbo-competenties gekoppeld. Hieraan is gedurende het gehele jaar gewerkt. Indien het project hier aanleiding toe geeft, zullen workshops over specifieke onderwerpen worden verzorgd. Ondersteunend vak Naamgeving Organische chemie van Radicaal polymerisatie polymeren Ionische en kationische polymerisatie Condensatie polymerisatie Kinetiek Werkwijze: hoorcollege Analysemethodes zoals GPC, IR, RAMAN, eindgroepanalyse, TLC, DSC,TGA Hoofdcategorieën Moleculaire opbouw Glastoestand en glas-rubber overgang Semi-kristallijne polymeren Rubbertoestand en vloeibare toestand

Ondersteunend vak Polymeerkunde

Werkwijze: hoorcollege Stromingsleer: Wisselstroom Vloeistofstroming

Ondersteunend vak Stromingsleer

Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Groene chemie: concepten en toepassingen

Ondersteunend vak Groene chemie

Werkwijze: gecombineerd hoor-/ werkcollege + opdrachten die in tutoruren worden besproken Practicum

Praktijkopdrachten in de polymeerchemie Werkwijze: practicum

Wiskunde 4

Matrix rekenen

147



Werkwijze: combinatie van hoor- en werkcolleges De rol van ethiek in natuurwetenschappelijk onderzoek

Ethiek

Werkwijze: Interactieve workshop 19.

Les- / Contacturen

Geprogrammeerde contacttijd: 154 lesuren per periode = 116 klokuren/ periode Toetstijd: 5 lesuren = 4 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 300 klokuren Totaal: 420 klokuren

20. 21.


Geprogrammeerde contacttijd voor de deeltijdstudenten 90 lesuren per periode:  60 lesuren praktijk  9 tutoruren  9 spreekuren met de docent  2 SLB-uren 68 klokuren per periode Toetstijd: 7 lesuren = 5 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 352 klokuren, inclusief zelfstudietijd theorievakken Totaal: 420 klokuren Periode 4 n.v.t.

148



Toetsprogramma OWE 8: Biobased polymeren(C8 en CD8) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen

Indicatoren


Code: C8-gemK CD8-gemK

Waardering / Cesuur

Examinatoren

gemK = (Ks + 2*Kp)/3 Ks en Kp ≥ 4,0.


Polymeerkunde Cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5.


Naam: gemK: gemiddelde Kennistoetsen Vorm: Administratief Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5 Code: C8-Kp CD8-Kp C8-Ks CD8-Ks Naam: Kp: Kennistoets polymeren Ks: Kennistoets stromingsleer Vorm: Kp en Ks: Individueel Schriftelijk Weging: Kp: 0 Ks: 0

Polymeerkunde De student:  heeft kennis van de synthese van polymeren;  heeft kennis van de polymeerfysica. Om de eigenschappen van kunststoffen in de praktijk te kunnen begrijpen is een goede kennis van het gedrag van polymeren onmisbaar. Een eerste inzicht wordt gegeven in de eigenschappen van polymeren, zoals die enerzijds beheerst worden door de moleculaire structuur, en zoals ze anderzijds bepalend zijn voor het praktische gedrag van kunststoffen hetzij in de verwerking, hetzij in de eigenschappen van het eindproduct;  heeft kennis van de analyse van polymeren.

Polymeerkunde Synthese van polymeren De student:  kent de regels van de naamgeving van polymeren en kan en eenvoudige polymeren benoemen;  kent het begrip ketenpolymerisatie, initiatie, propagatie en terminatie en kent het reactiemechanisme en de kinetiek;  kent de twee processen in de ketenpolymerisatie die vertakking veroorzaken;  kent het principe van de levende polymerisatie: de anionische – en kationische polymerisatie;  kent het begrip stappolymerisatie en kent een aantal bekende polymeren zoals, polyester, polyamide en polyurethanen;  kent het reactiemechanisme en de kinetiek van stappolymerisatie.

149

Indeling: 40% polymeersynthese 30% polymeerfysica 30% analyse van polymeren

1 examinator voor de beoordeling (betrokken vakdocent kijkt zijn eigen -deel van de- toets na).


Beoordeling: Cijfer Ondergrens Kp: 4,0 Ks: 4,0

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase Polymeerfysica De student:  kent de herkomst van kunststoffen/polymeren;  kent de indeling in hoofdcategorieën en kent een aantal belangrijke kunststoffen;  kent de moleculaire opbouw: ketenstructuur , ketenregelmaat, ketenconformaties, ketenflexibilteit, vernetting;  kent de diverse molecuulgewichtsgemiddelden en kan hiermee berekeningen uitvoeren, zowel aan mengsel van monodisperse polymeren als ook aaneen mengsel van polydisperse polymeren;  kent de diverse toestanden waarin een polymeer als functie van de T kan voorkomen: glastoestand, rubbertoestand, vloeibare toestand  kent het begrip glas-rubber overgang en kent het moleculaire beeld hierbij  kan iets vertellen over de thermodynamica van de glas-rubberovergang  kent een aantal bepalingsmethoden van de glas-rubber overgangstemperatuur Tg  kent voor kristallijne polymeren de voorwaarden voor kristallisatie  kent het kristallisatieproces en het effect op de eigenschappen  kent een aantal consequentie voor de verwerking  kent een aantal mechanische eigenschappen zoals kracht-rek diagram, stijfheid en kruip, demping, sterkte;  kent een aantal overige eigenschappen zoals thermische -, elektrische - en optische eigenschappen. Analytische chemie van polymeren De student:  kan verschillende methodes om polymeren te analyseren noemen;  kent de verschillende methodes om polymere oppervlakten te karakteriseren en analyseren (SEM);  kent de methodes om het molgewicht te bepalen (GPC, eindgroep analyse, TLC, massa

150


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase spectrometrie, licht verstrooiing);  kent de methodes om thermische eigenschappen van polymeren te bepalen (DSC, TMA, TGA);  kent methodes om mechanische en elektrische eigenschappen te bepalen.

Stromingsleer - wisselstroom - vloeistofstroom

Stromingsleer De student is bekend met en kan rekenen met de volgende aspecten van de wisselstroomtheorie:  gedrag en eigenschappen van wisselstroom en wisselspanning;  effectieve waarde; gemiddelde waarde; vermogen; impedantie;  eigenschappen van weerstand, condensator en spoel;  frequentie afhankelijkheid van de impedantie;  serie en parallel schakelen van impedanties: berekeningen;  representatie van impedanties door middel van vectordiagram;  hoogdoorlaatfilter/laagdoorlaatfilter;  massadichtheid en druk;  continuïteitsvergelijkingen voor stromende vloeistoffen;  de Wet van Bernoulli;  de Wet van Poiseuille;  viscositeit; Kengetal van Reynolds; weerstandscoëfficiënt;  osmose; capillaire werking.

151

Stromingsleer Cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5. Ca 50% Wisselstroom Ca 50% Vloeistofstroom


Code: C8-Kw4 CD8-Kw4

De student heeft kennis van  matrices.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase De student kan:  matrices bij elkaar optellen en van elkaar aftrekken  matrices met een scalair vermenigvuldiger  matrices met elkaar vermenigvuldigen en de inverse van een matrix bepalen.  betekenis van een matrix uitleggen

Wordt gegeven in periode 3 Ca 100% Matrices




Kennis van de concepten van groene chemie.

De student:  kent de concepten van de groene chemie;  kent de concepten en achtergrond van de biobased economy;  heeft kennis van “groene” organische en polymeer chemische syntheses;  heeft kennis van groene processen;  kan groene concepten toepassen in opdrachten;  kan ‘groene’ alternatieven bedenken voor bestaande processen.

De opdrachten moeten minimaal voldoende zijn beoordeeld.


Competentie 1: Vraagverhelderen Informatie vergaren en verwerken 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.3. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek.

Zie onderstaande beoordelingsformulieren voor Verslag.

Zie onderstaande beoordelingsformulieren voor Verslag


Naam: Wiskunde 4 Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5 Code: C8-Gc Naam: Groene chemie Vorm: Individuele opdracht(en) Weging: 0 Beoordeling: NV/V Ondergrens V Code: C8-T CD8-T Naam: Themaverslag Vorm: Groep Schriftelijk

Cesuur 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

152


Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Code: C8-V CD8-V Naam: Onderzoeksplan


Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert resultaten van het experiment. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor het uitvoeren van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). In de context van: Polymeerchemie en lab automatisering Competentie 1: Vraagverhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk

Zie onderstaande beoordelingsformulier voor Onderzoeksplan.

Zie onderstaande beoordelingsformulier voor Onderzoekplan. Cesuur 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

153



Vorm: Groep Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Code: C8-P CD8-P C8-Pm CD8-Pm C8-Pi CD8-Pi Naam: P: Praktijk Pm: Praktijk Meetrapport Pi: Praktijk indruk


onderzoek. 1.2.3. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.2.4. Integreert informatie om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). In de context van: Polymeerchemie en lab automatisering Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij

Zie onderstaande beoordelingsformulieren voor Praktijk en meetrapport.

Zie onderstaande beoordelingsformulieren voor Praktijk en meetrapport. Cesuur: 55% van de punten komt overeen met een 5,5. P= (Pm+Pi)/2

154



Vorm: P: Administratief Pm: Individueel Schriftelijk Pi: Individueel Praktijk Weging: P: 1 Pm: 0 Pi: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens P: 5,5 Pm: 5,5 Pi: 5,5


doet. 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking). 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert resultaten van het experiment. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor het uitvoeren van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.2. IJkt eenvoudige apparatuur (pH meters, pipetten). 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie Beheer 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). Administratie 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in

155


Code: C8-IPV Naam: IPV Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens Voldaan

labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. Competentie 6: Rapporteren en Presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). Competentie 8: Samenwerken / communicatie Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.2.2. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.4. Heeft hbo studievaardigheden; motiveert zich zelf, heeft doorzettingsvermogen.


De student:  heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt;  kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt;  voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit;  houdt zich aan de afgesproken regels;  stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;  laat anderen uitpraten;  geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS)

156

Alle beoordelingscriteria moeten voldoende zijn voor een Voldaan.



Code: C8-HBO CD8-HBO

Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 2.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘Notulen Niveau 2’.  2 handtekeningen (=voldoende beoordelingen) op hbo-competentiekaart zijn vereist

Alle criteria zijn nodig voor een Voldaan.

Naam: HBO-competentie kaart Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling

1 examinator voor de beoordeling (Tutor, SLB, Vakdocent workshops). Elke examinator beoordeelt zijn eigen onderdelen.

Competentie 9: Leiden/ begeleiden Vergaderen 9.2.1. Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om vergadering zelfstandig te leiden.

Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘leiding geven aan OGO/PO-groep, niveau 2’.  2 handtekeningen (=voldoende beoordelingen) op hbo-competentiekaart zijn vereist.


Competentie 6: Rapporteren en presenteren Presentatie 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen. Competentie 8: Samenwerken / communicatie 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 8: Samenwerken Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2):

Zie onderstaand beoordelingsformulier ‘Presenteren Niveau 2’.  2 handtekeningen (=voldoende beoordelingen) op hbo-competentiekaart zijn vereist.


Deelname aan de workshop interviewtechnieken is verplicht.

Interviewtechnieken wordt afgetekend met voldaan indien is deelgenomen aan de workshop.

Iv.ws: 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent workshop).

Interviewverslag wordt afgetekend met voldaan indien 55% van de punten zijn behaald.

Iv: 2 examinatoren voor de beoordeling (Vakdocent en/of Tutor en/of Coursetrekker.

De coursetrekker voert voldaan in, indien de kaart volledig is ingevuld.

Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan

Code: C8-Iv.ws C8-Iv Naam: Iv.ws: Interviewtechnieken Iv: Interviewverslag Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling:

Zie beoordelingsformulier interviewverslag.

157


Voldaan/niet voldaan

-

Ondergrens: Voldaan

-

Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: C8-Ch

-


hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl; brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten; is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen.

Competentie 8: Samenwerken / communicatie 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert actief conflicten op te lossen.

Deelname workshop conflicthantering is verplicht.

Deelname aan de workshop is verplicht voor het voldoende afvinken van de workshop.


Competentie 9: Leiden/ begeleiden Coaching 9.2.2. Past zijn manier van begeleiden aan, aan het niveau en persoonlijkheid van zijn medestudent. 9.2.3. Weet anderen te motiveren.

Deelname workshop coaching (wordt afgetekend). Toepassen coaching wordt beoordeeld met behulp van:  beoordelingsformulier ‘coaching, in te vullen door gecoachte student’, OF  beoordelingsformulier ‘coaching, af te tekenen door SLB-er’.  1 handtekening (=voldoende beoordeling) op hbo-competentiekaart is vereist.


1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent workshop / SLB-er).

Naam: Conflicthantering Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: C8-Co C8-Cop Naam: Coaching Coaching opdracht Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling:

158

Alle criteria van het beoordelingsformulier coaching moeten minimaal beoordeeld zijn met een voldoende voor een voldoende beoordeling van de coaching opdracht.



Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: C8-FG1 C8-FG2 C8-FGIT CD8-FGIT Naam: Funct.gespr.1 Funct.gespr.2 Funct.gespr.Int.toets

Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen. 11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten. Toont Hbo werkhouding 11.2.5. Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student.


Aan alle criteria moet zijn voldaan voor een voldoende.

Het functioneringsgesprek in het kader van de integrale toets propedeuse wordt afgetekend indien de integrale toets van de propedeuse is behaald.

Het functioneringsgesprek in het kader van de integrale toets propedeuse wordt afgetekend indien de integrale toets van de propedeuse is behaald.

Competentie 8: Samenwerken / communicatie 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen. Toont Hbo werkhouding 11.2.5. Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student.

Deelname aan workshop stagevoorbereiding/solliciteren wordt afgetekend.



Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens: Voldaan Code: C8-ST Naam: Stagevoorbereiding/solliciter en Vorm: Individueel Schriftelijk Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan

159




Ondergrens: Voldaan

160



Beoordelingsformulier Praktijk chemie niveau II OWE C8 Naam: …………………………………………………………………………………. Competentie/ indicatoren

Klas: …………………………..


1.2.3., 2.2.1, 2.1.2., 2.2.2,4.1.3 5.2.3.

De student heeft doel, hypothese, werkwijze, controles (i.v.t.) veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de werkwijze van de methodes beantwoorden.

2.2.2 2.2.3, 2.2.4, 2.2.5, 4.1.3,5.2.3.

De student controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint. De student voert experimenten volgens protocol uit; kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode hij/zij uitvoert en houdt wijzigingen van de werkwijze in zijn labjournaal bij, kan eenvoudige problemen zelf oplossen

2.1.5, 7.1.3.


4.1.1, 5.2.1, 5.2.2.

De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, vult de veiligheidskaart in en laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal.

5.2.1., 5.2.3. 4.2.1

5.2.3. 11.1.4

De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplometingen met elkaar overeen komen; Gaat correct om met apparatuur (bv ijken van pH meters) en de kalibratiereeks is nauwkeurig uitgevoerd ( indien van toepassing) Het labjournaal is up-to-date en overzichtelijk. De student is op tijd, voorbereidt, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding.

Datum: …………………………

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Uitmuntend

Afhankelijk aantal criteria dat mist

Voldoet aan alle criteria

- 0 - 16Niet voldaan

-18-

De meeste voorberekeningen en antwoorden zijn correct -24Voldaan

Alle voorberekeningen en antwoorden zijn correct. -30-

Voldoet niet aan minstens één criterium:

Voldoet aan alle drie criteria

-0-, -6- of -12Loopt vaak uit

-18Loopt soms uit

Experimentele resultaten komen meestal overeen met theoretische verwachtingen -24Loopt nooit uit

- 0-5 -

-6-

8-

Experimentele resultaten komen altijd overeen met theoretische verwachtingen -30Is buitengewoon efficiënt -10-

- 0-5 -

- 6-10 -

Niet voldaan

Voldaan

-0-5-

-6-

-8-

-10-

-0-5-

-6-

8-

-10-

Heeft vaak een onvoldoende

161


Aantal punten



Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan) Feedback


162



Beoordelingsformulier Meetrapport niveau II OWE C8 Naam: ……………………………………………………

Klas: …………………

Datum: ………………….

Competentie Beoordelingscriteria max 100 pt / indicator

Max aantal punten

1.2.3.

Inhoud (85 punten) Samenvatting Doel, methode en eindresultaten (inclusief bepaalde fout indien mogelijk). Inleiding: één paragraaf zonder subkopjes  Doel van het onderzoek waarin je de methode benoemt.

1.2.3



1.2.1., 2.1.2.



6.2.1.

2.2.2

2.1.2., 2.1.2., 4.1.3.

3.2.1.

3.2.1. 3.2.1., 6.2.1.

3.1.2 3.1.4

3.2.2., 3.2.3.

Theorie die betrekking heeft op het experiment bijvoorbeeld reactievergelijkingen/mechanismes, berekeningsformules en korte uitleg methode. Materiaal en Methode Benodigdheden  chemicaliën merk, datum, concentratie;  apparatuur (merk, HLO nummer);  evt. opstelling. Werkwijze:  uitschrijven conform uitvoering in de voltooid verleden tijd;  calibratiereeks voor standaarden in tabelvorm (indien van toepassing). Resultaten  Veelal in genummerde tabellen + grafieken met juiste nummers, titels en bijschriften;  volledig en correct. Voorbeeldberekeningen, foutenberekening:  Volledig en correct  Naast tabellen en grafieken wordt er verbindende tekst gebruikt om de tabellen en grafieken in te leiden, te interpreteren en uit te leggen. Discussie  Foutendiscussie: interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.  Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment en beschrijft geconstateerde afwijkingen. Conclusie 

Trekt conclusies op basis van resultaten in relatie tot het doel en de hypothese. Opmaak/schrijfstijl (15 punten) 

6.2.1.


 

Hanteert correcte spelling, grammatica en zinsbouw en wetenschappelijke stijl. Brengt heldere en logische structuur aan. De literatuurlijst is op de juiste manier genoteerd (APA methode) en in de tekst wordt verwezen naar deze literatuur.

5 15 Voldaan/ niet voldaan Voldaan/ niet voldaan

5

10

10

10 10

5 5

10

Voldaan/ niet voldaan 10 5 100

Beoordeling: cijfer = # punten/10 Voor een voldoende moeten alle ‘voldaan’/ ‘niet voldaan’ criteria ‘voldaan’ zijn

Opmerkingen

163


Minimaal 55




164



Beoordelingsformulier Themaverslag OWE C8 Naam: Gerelateerd aan comp./ indicator 6.2.1.

1.2.2, 1.2.5. 1.2.3. 2.2.1 2.2.1

2.2.1 4.1.3

1.2.3., 2.2.1

3.2.1., 6.2.1. 3.2.1.

3.1.2 3.1.4. 3.2.3.

3.2.2 3.2.4.

6.2.1. 6.2.1.

…………………………………………. Klas: ………………. Beoordelingscriteria

Datum: Max aantal punten

Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Inhoud (max 80 pt) Inleiding (max 15 pt) Legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit. Plaatst dit in de overkoepelende context. Beschrijft het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen /hypotheses van het onderzoek. Legt de strategie om het doel te bereiken uit. Beschrijft de theoretische achtergrond van gevolgde methodes inclusief reactievergelijkingen en mechanismes Materiaal en Methodes (max 15 pt) Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze zou kunnen herhalen. * De beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele controles zoals calibratiereeksen Resultaten (max 25 pt) Begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment met de beknopte beschrijving van het doel van het (deel)experiment. Beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar afbeeldingen en tabellen en legt uit wat daarin te zien is. Verbindt en verheldert de resultaten in de tekst. * De volgende resultaten zijn op de juiste wijze geanalyseerd: De uitvoering en opbrengst van de reactie, analyses van het gevormde product zoals IR, GPC, DSC, ubbelohde, meltindexer. etc.* Discussie (max 12 pt) Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.

10

2 Voldaan/ niet voldaan 3 10

12 3

5

Voldaan/ niet voldaan 10 10

2

Bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot de resultaten van de experimenten. Vergelijkt en bediscussieert de resultaten met verwachtingen en literatuurwaardes. Conclusie (max 13 pt) Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies m.b.t. de onderzoeksvragen. Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken conclusies verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Schrijfvaardigheden (max 10 pt) Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl.*

5

De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: Titel, Auteurs, Samenvatting, Inleiding, Materiaal en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie, Bronnenlijst.


165

5

5 8

5

………………. Behaald aantal punten


6.2.1. 1.2.2., 6.2.1.


Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.* Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt op correcte verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode).

Totaal aantal punten Cijfer (aantal punten / 10) Voor een voldoende moeten alle ‘voldaan’/ ‘niet voldaan’ criteria ‘voldaan’ zijn, en minstens 55% van de punten voor criteria gemarkeerd met * behaald zijn. Feedback


166

5 Voldaan/ niet voldaan 100



Beoordelingsformulier Onderzoeksplan OWE C8 Naam: …………………………………………….. Gerelateerd aan comp./ indicator

Klas: ……………….

Datum: ……………….

Beoordelingscriterium (max. 100 pt)

Max aantal punten

Inhoud (90 punten) 6.2.1.

Het onderzoeksdoel en de daaruit volgende onderzoeksvragen zijn beschreven. 1.2.1, 1.2.4. De methodes die toegepast worden om het doel te bereiken en de onderzoeksvragen te beantwoorden, worden beargumenteerd. Hiervoor worden de achterliggende principes van deze methodes beschreven. In ieder geval worden de reactievergelijkingen van de reacties gegeven en worden de verschillende analysemethoden toegelicht 1.2.3 De bij de onderzoeksvragen horende hypothese(n) is/zijn geformuleerd. 1.2.4. Een flowchart met de experimentele stappen en tussenproducten die leiden tot het eindproduct is overzichtelijk gepresenteerd. 1.2.4., 2.2.1 De toegevoegde protocollen inclusief opstelling voor het uitvoeren van alle experimentele stappen zijn geschikt om het experimentele doel te bereiken. 1.2.4., 2.2.2 De benodigde materialen zijn in vorm van een bestellijst opgegeven. 4.1.1 Vereiste veiligheidsmaatregelen zijn beschreven en beargumenteerd. 7.2.1 De tijdsplanning laat overzichtelijk zien hoeveel manuren aan de verschillende experimenten besteed moeten worden én hoelang de experimenten/ het project in totaal duren. 2.2.1. De te verwachten resultaten na iedere experimentele stap zijn beschreven. Opmaak/schrijfstijl (10 punten) 6.2.1. Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl. 6.2.1. De student brengt helder en logische structuur aan en is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen. Laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen. 1.2.2., 6.2.1. Het rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA methode). 6.2.1. De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: Titel, Auteurs, Doel, Theoretische onderbouwing, Flowcharts, Protocollen, Bestellijst, Tijdsschema, Verwachtingen, Bronnenlijst. Totaal aantal punten Cijfer (totaal aantal punten / 10) Feedback


167

10 15

10 10 15

10 5 10

5

5 Voldaan/ niet voldaan

5 Voldaan/ niet voldaan 100

Aantal punten



Beoordelingsformulier Interviewverslag Namen (groep): .......................................................

Klas: .................... Datum: …………….

Evaluatie criteria Content Een lopend verslag, geen vraag-antwoord. Inleiding (doel interview, wie is geïnterviewd door wie en een overzicht van de thema's uit het verslag). Inhoudelijke beoordeling van de thema's. De tekst is ingedeeld in thema’s, die voorzien zijn van een titelkopje. Afsluiting met daarin van iedere student een persoonlijke conclusie (wat heeft dit interview mij opgeleverd voor de verdere keuzes in mijn studie en wat vond ik van het werk van deze laborant/onderzoeker en deze organisatie wat spreekt mij aan en wat niet). Stijl Correct gebruik van spelling, zinsopbouw en interpunctie.

Max aantal punten


V / NV Knock out

V / NV

15 50

15

10 Juiste indeling in paragrafen en alinea's.

10


100

Eindbeoordeling: (totaal aantal punten / 10)

10

Feedback


168



Beoordelingsformulier Agenda/Voorzitter Jaar 2 Naam: ………………………………………………..…………..

Klas: ……………….Datum: ………………. niet voldaan

9.2.1. Stelt een agenda op volgens standaardformaat en gebruikt deze om vergadering zelfstandig te leiden: Agenda: Soort vergadering, datum, tijd, plaats, genodigden zijn vermeld.

De agenda is volgens afspraken op tijd verspreid.

De agenda omvat de gewenste bespreekpunten en is overzichtelijk.

Voorzitterschap: De student leidt de agenda in en bewaakt de agenda.

De student geeft structuur aan de vergadering door hoofdlijnen vast te houden. De student vat belangrijke punten regelmatig samen.

Zorgt dat iedereen voldoende aan bod komt en laat deelnemers standpunten inbrengen. De student stimuleert dat iedereen naar elkaars standpunten luistert. Zorgt dat er besluiten worden genomen en afspraken genotuleerd worden. Eindoordeel (Voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn.) Feedback


169

voldaan



Beoordelingsformulier Notulen Jaar 2 Naam: …………………………………………….……..…..

Klas: ……………….

Competentie 6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 2: Vermelding: Aanwezigen, datum, plaats, tijd vergadering, voorzitter en notulist. Informatie is gestructureerd per agendapunt uitgewerkt.

Iemand die niet bij de vergadering is geweest moet de kern er uit op kunnen maken. Informatie is in heldere taal weergegeven.

Actielijst is toegevoegd.

Notulen zijn volgens afspraken op tijd verspreid.



170

niet voldaan




Beoordelingsformulier presentatie jaar 2 voor voldaan / niet voldaan (afvinken op competentiekaart) Naam: …………………………..…………….. Klas: ……………….

Gerelateerd aan comp. indicatoren

Datum: ……………….


Niet voldaan

Inhoud: Criteria voor onderzoekspresentatie n.v.t.

De student geeft het doel van de presentatie aan. De gepresenteerde informatie is van voldoende diepgang en inhoudelijk correct. Presentatie:  

6.2.3 



Spreekt duidelijk en verstaanbaar en gebruikt passende wetenschappelijke terminologie. Staat rechtop, gebruikt ondersteunende gebaren, mimiek en intonatie. Maakt oogcontact met het publiek.



Inhoud van de slides en verbale informatie passen bij elkaar.



6.2.3, 8.1.4, 8.2.5

Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) en de student licht de opbouw van de presentatie aan het begin toe. De student maakt overzichtelijke, leesbare en duidelijke slides en past correcte spelling en grammatica toe.

Discussie:  Gaat vaak inhoudelijke discussie aan met het publiek. 

Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner.

Eindbeoordeling Alle criteria zijn voldaan Feedback


171

voldaan



Beoordelingsformulier POP (niveau 2) Naam: ………………………………………………………..…..

Klas: ………………. niet voldaan

11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten.

11.2.2. Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de sterkte-zwakteanalyse. De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel.

De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd.


Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie)

172




Beoordelingsformulier Functioneringsgesprek Jaar 2 Naam: ………………………………………………………….. Competentie-indicator

Klas: ……………….


8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich aan hieraan.

De student maakt zelfstandig afspraken, komt deze na en heeft zich voorbereid.

11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen.

De student kan aantonen dat hij/ zij actief aan de in zijn/haar POP beschreven leerdoelen gewerkt heeft.

5.2.3.Beheert en archiveert gegevens in labjournaal en i.v.t. andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. 11.1.3. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten.

In het portfolio zijn de documenten overzichtelijk gearchiveerd en duidelijk gekoppeld aan de competenties die ermee bewezen worden. De student kijkt methodisch kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen en formuleert hoe hij/zij hier in de toekomst mee om wil gaan. Hij/zij reflecteert zowel op studiehouding als op beroepscompetenties. De student toont een actieve houding en motivatie. Hij/zij toont doorzettingsvermogen in zijn studie en kan zich daarbij aanpassen aan verschillende omstandigheden. Hij/zij handelt integer.

11.2.5. Toont hbo-werkhouding: handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde student.

Eindoordeel (voor voldaan moeten alle onderdelen voldaan zijn) Feedback:

Naam en handtekening SLB-er:

173

Datum: ……………. Niet voldaan

Voldaan



Beoordelingsformulier coaching In te vullen door SLB-er Naam coach: …………………………………………… Klas: ……………………. Datum: …………………….. Goed Beschrijving van activiteiten en daarbij horende verantwoording besteedde uren. Student heeft minimaal 10 uur aan coaching besteed.

N.v.t.

Ingevulde evaluatieformulier(en) zijn aanwezig.

N.v.t.

Het coachingsverslag ziet er verzorgd uit. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach bereidde de bijeenkomst(en) goed voor.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach was goed in staat om zijn manier van begeleiden aan te passen aan mijn niveau.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach was goed in staat mij te motiveren.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach luisterde goed naar mij.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach stelde vragen aan mij.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft naar aanleiding van het evaluatieformulier gereflecteerd op: ‘De coach liet mij uitpraten.’ En geeft hierbij een voorbeeld. Student heeft twee tips en twee tops geformuleerd naar aanleiding van het coachingstraject. Eindoordeel Feedback


174

Voldoende

Onvoldoende

Niet aanwezig



Beoordelingsformulier coaching, niveau 2 (in te vullen door gecoachte) Naam:…………………………………….

Klas:…………………… Goed

Datum: …………………………………. Voldoende

De coach bereidde de bijeenkomsten goed voor.

De coach was goed in staat om zijn manier van begeleiden aan te passen aan jouw niveau.

De coach gaf constructieve feedback.

De coach was goed in staat om jou te motiveren.

De coach daagde mij uit om te leren van mijn fouten.

Met de coach kon ik goede afspraken maken. Eindoordeel Feedback


175

Onvoldoende


Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5.

6. 7.

8.

Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten

Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE-en



OWE 9: Polymeer- en Organische Chemie; Voorbereiding onderzoek ECU 9: Polymer and Organic Chemistry; Research Preparation C9 Chemie Voltijdstudenten hoofdfase Chemie afstudeerrichting polymeer- en organische chemie, niveau 3 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t Poster project “organische chemie” (Po) Onderzoeksverslag project “syntheseroute” (V1) Mondelinge presentatie project “polymeerchemie” (V2) Scriptie literatuuronderzoek (V3) 15 stp 420 SBU In deze course werk je aan een aantal projecten van verschillende omvang die voornamelijk met het practicum samenhangen en die met een verslag, poster of mondelinge presentatie worden afgesloten. Daarnaast volg je een aantal theoriemodules die met toetsen of specifieke opdrachten worden afgesloten. Er zal niet in alle gevallen een directe relatie zijn tussen de projecten waaraan gewerkt wordt in het laboratorium en de te volgen theoriemodules. Deze situatie is een vergelijkbaar met de reële werksituatie: naast projectmatig werken in het laboratorium zullen dan ook regelmatig cursussen van algemene of meer specifieke aard gevolgd worden, die. (lang) niet altijd een direct verband hebben met de overige praktische werkzaamheden. C9 bouwt voort op C6 , C7 en C8 Propedeuse dient afgerond te zijn en de OWE-en C6, C7 en C8 moeten minimaal gevolgd zijn. Verder dienen de organische en polymeerpractica van de OWE-en C6, C7 en C8 met een voldoende zijn afgesloten om met de practicumprojecten van C9 te kunnen starten. Indien een student OWE C6, C7 en/of C8 niet geheel heeft afgerond (en/of de student heeft dingen openstaan uit C5) dan zal een persoonlijke planning gemaakt worden welke onderdelen (zowel theoriemodules als practicumprojecten) uit deze OWE C9 gedaan kunnen worden naast de onderdelen uit de tweedejaars OWE-en C5, C6, C7 en C8.

9.


Voor deelname aan de deeltentamens C9-Poc en C9-Ppol is aanwezigheid bij alle practica verplicht. Voor deelname aan het deeltentamen IPV is aanwezigheid bij alle tutorbijeenkomsten verplicht. Per week zijn twee dagdelen ingeroosterd op het laboratorium om aan practicumprojecten te werken. De theoriemodules organische synthese, organische chemie van polymeren, katalyse en spectruminterpretatie wordt aangeboden in de vorm van hoor- en werkcolleges. (NB: de module spectruminterpretatie loopt zowel in OWE C9 als in C10 en het deeltentamen wordt uiteindelijk in C10 afgenomen). In deze OWE staat de beroepstaak “het uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek” op het gebied van de organische chemie en de polymeerchemie centraal. De gekozen contextgebieden zijn farma, biobased en biodiscovery. Het gekozen onderwijsmodel is projectonderwijs. Tijdens deze OWE werk je aan drie onderzoeksprojecten zowel op het organisch chemische als het polymeer chemische vlak. Hierbij

176


10.

Competenties

11.


12.

13.


14.

Aanbevolen


wordt met nadruk gekeken wat er bij het voorbereiden en opzetten een chemisch onderzoek komt kijken. - Ontwerpen - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie - Rapporteren en presenteren - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren Deeltentamens C9-Kkat Kennistoets katalyse (Kkat) C9-Koc Kennistoets organische chemie (Koc) C9-Kos Kennistoets organische synthese (Kos) C9-Kpol Kennistoets organische chemie van polymeren (Kpol) C9-gemK Gemiddelde kennistoetsen (gemK) C9-Po Poster organische chemie (Po) C9-V1 Onderzoeksverslag project “syntheseroute” (V1) C9-V2 Mondelinge presentatie project “polymeerchemie”(V2) C9-V3 Scriptie literatuuronderzoek (V3) C9-Poc Praktische vaardigheden practicum organische chemie (Poc) C9-Ppol Praktische vaardigheden practicum polymeerchemie (Ppol) C9-IPV IPV Weging Eindcijfer = (Po + V1 + V2 + V3+ 4*gemK + 2*Poc + 2*Ppol)/12 CompensatiegemK = (Kkat + Koc + 2*Kos + 2*Kpol)/6. mogelijkheden gemK ≥ 5.5; bij de berekening van gemK moeten alle onderdelen ≥ 4.0 zijn en mag maximaal één van de onderdelen < 5.5 zijn. Kos is het gemiddelde van de cijfers voor de opdracht organische synthese en de toets retrosynthese. Instapvoorwaarden IPV moet zijn afgevinkt met voldaan. tentamen gemK, Po, V1, V2, V3, Poc, Ppol moeten ≥ 5.5 zijn. Frequentie (deel)Periode 1, herkansing periode 2 tentamens Voor deelname aan de deeltentamens Poc, Ppol, en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3).  Jenniskens, L.H.D., HAN-HLO dictaten Organische Spectruminterpretatie  Practicumvoorschriften, Scholar De laatste druk van:  Hornback, J.M., Organic Chemistry, Belmont CA, USA: Thomson, Brooks/Cole.  Lampman, G.M., et al. Spectroscopy, Thompson Brooks/Cole, Belmont.  Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, Utrecht: Syntax Media.  Rothenberg, Gadi. Catalysis: Concepts and green application Wiley-VCH New York.  Stevens, M.P., et al, Polymer Chemistry, an introduction, (3th revised ed.), Oxford: Oxford University Press.  Willis, C., Wills, M., Organic Synthesis, Oxford: Oxford University Press. -

177


15. 16. 17. 18.

literatuur Software Overig materiaal Activiteiten Werkvormen


ChemSketch (www.acdlabs.com) In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak Geconjugeerde additie organische chemie Chemie van enolaten en carbanionen Condensatie reacties

Ondersteunend vak organische synthese

Ondersteunend vak Organische chemie van polymeren Ondersteunend vak Organische spectruminterpretatie

Ondersteunend vak Katalyse Project organische chemie

Project syntheseroute

Les- / Contacturen

Werkwijze: gecombineerd hoor- / werkcollege Synthese en kinetiek Organische chemie van polymeren Werkwijze: gecombineerd hoor-/ werkcollege 1H-, 13C NMR en massaspectrometrie 2 D NMR: COSY; DEPT/APT; HETCOR/HSC; NOESY, INADEQUATE NB dit vak loopt in OWE-en C9 en C10 en wordt uiteindelijk in C10 getentamineerd (NV/V) Werkwijze: gecombineerd hoor-/ werkcollege katalyse: concepten en toepassingen Werkwijze: gecombineerd hoor-/ werkcollege Uitvoeren synthetisch-organisch onderzoek Werkwijze: practicum Opstellen van een meerstaps-syntheseroute en deze uitvoeren

Project polymeerchemie

Werkwijze: practicum Synthese en karakterisering polymeren

Project literatuuronderzoek

Werkwijze: practicum Uitvoeren van een literatuuronderzoek en schrijven van een scriptie

Werkbesprekingen

19.

Werkwijze: gecombineerd hoor- / werkcollege Lezen van syntheseroutes Retrosynthese: retrosynthetische analyse, synthonen, beschermgroepen, selectiviteit

Werkwijze: workshop bibliotheek Radboud Universiteit, zelfstudie en discussies hierover in tutorgroep Bespreken voortgang van de verschillende projecten en evt. andere polymeer chemische of organisch chemische problemen die door de studenten worden ingebracht

Werkwijze: Gecombineerde tutor-experturen Geprogrammeerde contacttijd: Theoriemodules 7 lesuren/week (2 lesuren/week org. synthese; 1 lesuur/week

178



organische chemie, 2 lesuren/week organische chemie van polymeren; 1 lesuur spectruminterpretatie; 1 lesuur/week katalyse); tutor-experturen: 2 lesuren/w, practica: 9 lesuren per week 18 lesuren per week = 126 lesuren per periode 12,75 klokuren per week = 94.5 klokuren per periode

20. 21.


Geprogrammeerde tijd voor zelfwerkzaamheid: 325.5 klokuren Totaal: 420 klokuren Periode 1 n.v.t.

179



Toetsprogramma OWE 9: Polymeer- en Organische Chemie; Voorbereiding onderzoek (C9) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: C9-Koc

Indicatoren Kennis van de geconjugeerde additie en de chemie van enolaten en carbanionen.

Naam: Kennistoets organische chemie Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4.0

Code: C9-Kos Naam: Kennistoets Organische synthese Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 0

ONDERDEEL 1 Lezen van syntheseroutes; belangrijke informatie hieruit halen en theorie achter reacties kennen.

Beoordelingscriteria De student:  heeft een grondige theoretische achtergrond van de behandelde onderwerpen: geconjugeerde verbindingen en geconjugeerde additie, Electrofiele en nucleofiele 1,4-additie aan α,βonverzadigde carbonylverbindinge 1,2- en 1,4additie aan geconjugeerde dienen, Zuurgraad α -waterstof. Malonester: vorming enolaat, alkylering, hydrolyse en decarboxylering, acetoacetaat enolaten en carbanionen Additie-eliminatie reacties van aldehyden en ketonen. enamines: alkylering en acylering. Aldol-condensaties. Claisen-condensaties. Nucleofiele additie aan α,β onverzadigde carbonylverbindingen: Michael additie en Robinson annelering;  kent en herkent allerlei condensatie reacties,1,2 en 1,4 addities, 1,4 addities met cupraat reagentia en andere alkyleringen (zie hierboven);  kan het reactiemechanisme opschrijven van bovengenoemde reacties;  kent standaard reactiecondities van de behandelde reacties en kan voorspellen welke reactie zullen plaatsvinden onder gegeven condities. ONDERDEEL 1 De student:  kan een syntheseroutes “lezen”;  herkent reacties en verbanden de theorie en de praktijk;  doorgrondt stereo chemische aspecten en de gevolgen die deze hebben in de syntheseroute;  kan de mechanismen van de in de routes weergegeven reacties foutloos opschrijven;  is in staat om alle belangrijke informatie uit reactieschema’s van organische meerstapsyntheses te destilleren en aan de hand van een figuur in te schatten.

180

Waardering / Cesuur

Examinatoren

Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 =cijfer.


Voldoende als cijfer minimaal 5,5 is.


Opbouw toets:  Ca 15% theorie enolaatvorming en (geconjugeerde) addities;  Ca 25% geconjugeerde addities (mechanisme);  Ca 30 % enolaatreacties incl decarboxylering;  Ca 30% condensatie reacties en gebruik in org synthese.

ONDERDEEL 1 Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 =cijfer. Voldoende als cijfer minimaal 5,5 is. Opbouw toets: Elke week wordt een syntheseroute uitgedeeld met daarbij een aantal vragen. Deze worden thuis individueel of gezamenlijk gemaakt (samenwerken en bespreken met collega-studenten wordt zeer op prijs gesteld!!!). De antwoorden worden AAN HET BEGIN VAN DE LES ingeleverd bij de docent,

ONDERDEEL 1 1 examinator voor de beoordeling (Theoriedocent).



Beoordeling: Cijfer

waarna de syntheseroute klassikaal besproken wordt. De vragen bij elke syntheseroute zijn onderverdeeld in de volgende categorieën:  W = weetjes = algemene organischchemische ontwikkeling (incl. chem. rekenen)  Th = theorie (exclusief mechanisme)  M = mechanisme  I = inzicht

Ondergrens 4.0

ONDERDEEL 2 Kennis van retro synthetische analyse bij het opstellen van syntheseroutes, sturen selectiviteit en van veelvoorkomende beschermgroepen.

ONDERDEEL 2 De student:  kent definities van de volgende begrippen of kan ze duidelijk omschrijven: retrosynthese, retro synthetische analyse, beschermgroepen, synthons, Equivalente groepen, umpolung, stereochemische aspecten: chemo-, regio-, stereo- en enantioselectieve methoden, enatiomeric excess (%ee), totaalsynthese en semisynthese;  (her)kent de verschillende reacties in een synthese route (naam + mechanisme);  kent het principe van retrosynthese;  kan een retro synthetische analyse uitvoeren;  kan syntheseroute opstellen;  kent beschermgroepen voor diverse functionele groepen;

 heeft kennis van commercieel verkrijgbare uitgangsstoffen.

181

Voor de vaststelling van het punt wordt een aantal vragen nagekeken uit bovenstaande categorieën. ONDERDEEL 2 Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 =cijfer. Voldoende als cijfer minimaal 5,5 is. Opbouw toets: Ca 25% definities/omschrijvingen van belangrijke begrippen Ca 15% synthonen , synthetische equivalenten Ca 60% retro synthetische analyses incl. bijbehorende syntheseroutes NB Het cijfer Kos is het gemiddelde van de cijfers voor de onderdelen 1 en 2.

ONDERDEEL 2 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling (Theoriedocent).


Code: C9-Kpol Naam: Kennistoets organische chemie van polymeren Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4.0 Code: C9-Kkat Naam: Katalyse Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4.0

Kennis van verschillende algemene en specifieke polymerisatiereacties.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase De student:  kent de theorie van de mechanismes en kinetiek van de radicaal polymerisatie, kationaire polymerisatie, anionaire polymerisatie en condensatie;  kan voorspellen welk polymerisatie proces op zal treden;  kent mechanismes om stereospecifieke polymeren te maken;  begrijpt de stereochemie van ‘normale’ additie polymerisatie;  kent condensatiepolymerisatie en de gevolgen van de stoichiometrische onbalans;  kent verschillende specifieke condenstatiepolymeren en ringopeningspolymerisaties.  weet hoe heterogene en homogene ZieglerNatta polymerisatie in zijn werk gaat;  kent methathese polymerisatie.





Basisprincipes: De student:  kent de basis principes van katalyse;  kent 0e-, 1e-, 2e- en pseudo 1e- orde kinetiek;  kent de Michael-Menten kinetiek en plot (voor biokatalyse);  heeft inzicht in processen die de katalyse deactiveren. Heterogene katalyse: De student:  weet wat de invloed van het totaal oppervlak en toegankelijkheid is;  (her)kent enkele industriële voorbeelden;  weet hoe in “click chemie” de vertaalslag van heterogene naar homogene katalyse gemaakt wordt en kan deze principes breed inzetten. Homogene katalyse: De student:  kent zuur/base katalyse tot in de details;  heeft inzicht in de algemene basis stappen binnen de katalytische cyclus;  heeft inzicht in sterische en elektronische effecten;  kent asymmetrische katalyse;  (her)kent enkele industriële voorbeelden.




1 examinator voor beoordeling (theoriedocent).

182

Opbouw toets:  Ca 20% stereochemie  Ca 20 % rekenen aan condensatiepolymerisatie  Ca. 35% mechanisme incl. ringopening  Ca. 25% coördinatie polymerisatie

Ca. 20% Basisprincipes van katalyse. Ca. 15% heterogene katalyse. Ca. 20% homogene katalyse. Ca. 45% biokatalyse.


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase Biokatalyse: De student:  kent de basisprincipes achter enzymatische katalyse;  weet wat het “proximity effect” inhoud;  heeft inzicht in nieuwe ontwikkelingen als: enzym kaskadereacties, immobilisatie van enzymen en enzym insluiting;  kent het principe achter “directed evolution”;  heeft inzicht in het gebruik van microorganismen als biokatalysator;  kent toepassingen van enzymen en microorganismen in de synthese van polymeren;  (her)kent enkele industriële toepassingen.

Code: C9-gemK

gemK = (Kkat + Koc+ 2*Kos + 2*Kpol)/6.


Kkat, Koc, Kos en Kpol moeten alle > 4,0 zijn; maar slechts één van de kennistoetsen mag <5,5.

Naam: Gemiddelde kennistoetsen

Voldoende behaald als gemK > 5,5. Vorm: Administratief Weging: 4 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5.5 Code: C9-Po Naam: Poster organische chemie Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 1

Competentie 1: Vraag verhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan. 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot

Po: Zie onderstaand beoordelingsformulier poster.

Po: Zie onderstaand beoordelingsformulier poster. Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 =cijfer. Voldoende als cijfer minimaal 5,5 is.

183

2 examinatoren voor beoordeling (Expert + tutor).



Code: C9-V1 Naam: Verslag meerstapssynthese Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling:

een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. 6.3.1. Rapporteert volgens internationaal geldende regels. Competentie 1: Vraag verhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur)


V1: Zie onderstaand beoordelingsformulier voor verslag als wetenschappelijk artikel.

V1: Zie onderstaand beoordelingsformulier voor verslag als wetenschappelijk artikel. Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 =cijfer. Voldoende als cijfer minimaal 5,5 is. NB dit verslag wordt pas nagekeken nadat onderzoeksvoorstel met een voldaan V is beoordeeld.

184



Cijfer Ondergrens 5,5

Code: C9-V2 Naam: Mondelinge presentatie polymeerchemie Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer

onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. 6.3.1: Rapporteert volgens internationaal geldende regels. Competentie 1: Vraag verhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan. 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles).


V2: Zie onderstaand beoordelingsformulier voor presentatie.

V2: Zie onderstaand beoordelingsformulier voor presentatie. Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 =cijfer. Voldoende als cijfer minimaal 5,5 is.

185

2 examinatoren voor de beoordeling (Expert + praktijkdocent).


Ondergrens 5,5

Code: C9-V3 Naam: Scriptie literatuuronderzoek Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer


1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. 6.3.2: Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen. Competentie 1: Vraag verhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles).

Voldoende is het als het naar het oordeel van de docent met een 5,5 of hoger beoordeeld kan worden. Aan de hand van bijgeschreven opmerkingen wordt inzichtelijk gemaakt hoe de docent tot dit cijfer is gekomen en wat sterke en zwakke punten van de scriptie zijn.

186



Ondergrens 5,5

Code: C9-Poc Naam: Praktische vaardigheden project scheiden Vorm: Individueel Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. 6.3.1: Rapporteert volgens internationaal geldende regels. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering 2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.3.5. Lost praktische problemen op als het


Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Praktijk.

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Praktijk. Voldoende als cijfer ≥ 5.5.

187




experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.3.6. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids- (Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3 Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. 4.3.1. Controleert de houdbaarheid van reagentia. 4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. 4.3.2. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften. Competentie 5: Beheer en administratie Beheer 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op). Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan; van minimaal 4 weken. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden.

188


Code: C9-Ppol Naam: Praktische vaardigheden project meerstapssynthese Vorm: Individueel Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering 2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.3.6. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids- (Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3 Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. 4.3.1. Controleert de houdbaarheid van reagentia. 4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. 4.3.2. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften. Competentie 5: Beheer en administratie Beheer 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op). Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving,

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Praktijk.

Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Praktijk. Voldoende als cijfer > 5.5.

189



Code: C9-IPV Naam: IPV Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: NV/V Ondergrens V

wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan; van minimaal 4 weken. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert open en helder met collega’s en begeleiders volgens basisregel voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten. 11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse zelfstandig POP op. 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen. 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen


De student:  heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt;  kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt;  voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit;  houdt zich aan de afgesproken regels;  stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;  laat anderen uitpraten;  geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS)

190





handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. Toont professionele werkhouding 11.3.3. Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde medewerker.

191



Beoordelingsformulier onderzoeksverslag jaar 3 ORGANISCHE CHEMIE Naam: …………………………………………………. Gerelateerd aan comp./ indicator 6.2.1. 1.2.2, 1.2.5. 1.2.3. 2.2.1 2.2.1

1.2.3., 2.2.1

3.2.1., 6.2.1. 3.2.1. 3.1.2 3.1.4. 3.2.3.

3.2.2 3.2.4.

2.2.1 4.1.3

Klas: …………………


Datum: ……………………… Max aantal punten

Inhoud (max 80 pt) – Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. Inleiding (max 10 pt) Legt de motivatie en achtergrond van het onderzoek uit. Plaatst dit in de overkoepelende context. Beschrijft het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen /hypotheses van het onderzoek. Legt de strategie om het doel te bereiken uit. Beschrijft de theoretische achtergrond van volgende methodes: gebruikte reacties, synthesestrategieën en mechanismen Resultaten en Discussie (max 30pt) Begint de beschrijving van de resultaten van ieder experiment met de beknopte beschrijving van het doel van het (deel)experiment. Beschrijft de verkregen resultaten en refereert naar afbeeldingen en tabellen en legt uit wat daarin te zien is. Verbindt en verheldert de resultaten in de tekst. Volgende resultaten zijn op de juiste wijze geanalyseerd: Spectrale gegevens en opbrengsten Interpreteert de bruikbaarheid van ieder van de resultaten op basis van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Bediscussieert kritisch de uitvoering in relatie tot de resultaten van de experimenten. Vergelijkt en bediscussieert de resultaten met verwachtingen en literatuurwaardes. Conclusie (max 5pt) Herhaalt het doel van het onderzoek en trekt conclusies m.b.t. de onderzoeksvragen. Maakt op basis van verkregen resultaten en getrokken conclusies verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. EXPERIMENTEEL GEDEELTE Materiaal en Methoden (max. 25pt) Beschrijft alle experimenten zodanig dat iemand anders deze zou kunnen herhalen.* De beschrijving omvat ook de gebruikte experimentele controles Schrijfvaardigheden (max. 20 pt)

10 10

30

5

25

20

6.2.1.

Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl.


6.2.1.

De opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen m.b.t.: Titel, Auteurs, Samenvatting, Inleiding, Resultaten & Discussie en Conclusie, Materiaal en Methodes (experimenteel gedeelte), Bronnenlijst. Is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen; laat dit zien door verbindende tekst tussen de onderdelen.


Rapport omvat een literatuurlijst en in de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst (APA-methode). Cijfer (aantal punten / 10) Voor een voldoende moeten alle ‘voldaan’/ ‘niet voldaan’ criteria ‘voldaan’ zijn, en minstens 55% van de punten voor overige criteria moeten behaald zijn.


6.2.1. 1.2.2., 6.2.1.

Feedback

192





193



Beoordelingsformulier poster jaar 3 Naam: ………………………………………….…….. Gerelateerd aan competentie/ indicator

6.3.1. 6.3.1.

1.3.1., 6.2.1.

6.3.1.

6.3.1. 6.3.1.

8.1.3., 8.2.4., 8.2.5.

Klas: ………………

Beoordelingscriteria Poster

Datum: …………………

Niet aanwezig/ onvoldoende

(On)volledig/ voldoende

Inhoud Opmaak  Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl.  Brengt heldere en logische structuur aan; er is sprake van samenhang tussen de tekstonderdelen.  Rapport bevat een literatuurlijst.  In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst.  Beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor grafieken en tabellen met een juiste titel.  Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting.  De opbouw van de poster is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: Titel, Auteurs, Samenvatting, Inleiding, Materiaal en Methodes, Resultaten, Discussie en Conclusie, Bronnenlijst. Richtlijnen:  zo weinig mogelijk tekst maar voldoende voor een duidelijk verhaal;  goed leesbaar, leuke achtergrond maar niet overheersend;  goede pakkende titel;  duidelijke structuur, geen zoekplaatje!;  plaatjes leuken de poster op, niet te overheersend;  leesbaar op 2 m afstand. Discussie  De student legt de inhoud van de poster helder uit en beantwoordt vragen.  Bij het beantwoorden van vragen sluit de student aan bij de vraag.  De student houdt tijdens de discussie oogcontact met de gesprekspartner.

Eindbeoordeling Cijfer op 0.5 nauwkeurig naar oordeel beoordelaar: indicatie: alle categorieën onvoldoende: cijfer ≤ 4.0 ; alle categorieën (on)volledig / voldoende: 5.5.- 7.0; alle categorieën volledig/voldoende cijfer ≥ 8.0 Feedback:


194

Volledig/ goed



Beoordelingsformulier Praktijk chemie niveau III Naam: ……………………………………………. Competentie/ indicatoren 2.3.1., 2.1.2., 4.1.3. 5.2.3., 6.3.1., 7.3.1.

2.3.2 2.3.1., 2.3.6., 4.1.2. 2.3.3., 2.3.4. 2.3.5 4.2.1, 4.3.2

2.1.5, 72.2,7.2.3,7.3.2. 4.1.1, , 5.2.2. 5.2.1., 5.2.3. 3.2.1., 3.1.2., 3.2.3., 3.1.4., 5.2.3., 6.2.1

Klas: …………………………..

Datum: ………………………


Aantal punten

De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) op correcte wijze in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles en experimenten. De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) De student voert experimenten volgens protocol uit; kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode hij/zij uitvoert. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en makkelijk switchen en behoudt overzicht. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplo-metingen met elkaar overeen komen; De student gaat correct met apparatuur om (bijv. ijken van pH meters, maakt gebruik van SOP's ) en de kalibratiereeks is nauwkeurig uitgevoerd ( indien van toepassing) De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. Past zich aan gewijzigde omstandigheden De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, vult de veiligheidskaart in en laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (in bijv. Excel)

195

- 0 - 10-

- 12-

Niet voldaan

-16-

-20-

Voldaan

-0- 10

-12-

-16-

-20-

-0-5-

-6-

-8-

-10-

Loopt vaak uit

Loopt soms uit -6-

Loopt nooit uit


- 0-5 -

-8-

- 0-5 -

- 6-10 -

Niet voldaan

Voldaan

-0-10-

-12-

-16-

-20-



5.2.3.

Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving kunnen begrijpen

11.1.4

De student is op tijd, voorbereidt, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding. Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan)

Feedback


196

-0-5-

-6-


-8-

-10-




Titel OWE

OWE 10: Polymeer- en Organische chemie: Toegepast onderzoek


ECU 10: Polymer and Organic Chemistry; Applied Research C10 Chemie Voltijd studenten hoofdfase Chemie afstudeerrichting polymeer en organische chemie, niveau 3 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek

3. 4. 5. 6. 7. 8.

9.

10.



Competenties

N.v.t. Eindverslag in de vorm van een wetenschappelijk artikel over polymeersynthese (Vpol) Eindpresentatie over optimalisatieproject (Vopt) 15 stp 420 SBU OWE C10 is de tweede course van de specialisatie organische chemie. Propedeuse HLO moet zijn afgerond en de OWE’en C6 en C7 moeten minimaal gevolgd zijn. De organische practica van de OWE’en C6, C7 en C9 moeten voldoende zijn afgesloten om met de practicumprojecten van OWE 10 te kunnen starten. Indien een student OWE C6 en/of OWE C7 niet geheel heeft afgerond (en/of de student heeft nog meer dingen openstaan uit de OWE'en C5 of C8) dan zal een persoonlijke planning gemaakt worden om bepaalde onderdelen uit deze OWE naast de onderdelen uit de eerdere OWE’en te doen. Voor deelname aan de deeltentamens C10-Popt en C10-Ppol is aanwezigheid bij alle practica verplicht. Voor deelname aan het deeltentamen IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht. Per week zijn twee dagdelen ingeroosterd op het laboratorium om aan practicumprojecten te werken. De theoriemodules polymeren, organische chemie en spectruminterpretatie wordt aangeboden in de vorm van hoor- en werkcolleges. (NB: de module spectruminterpretatie is al in C9 begonnen en loopt in C10 door en het deeltentamen wordt uiteindelijk in deze OWE C10 afgenomen) In deze OWE staat de beroepstaak “het uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek” op het gebied van de organische chemie en de polymeerchemie centraal. De gekozen contextgebieden zijn farma, biobased en biodiscovery. Het gekozen onderwijsmodel is projectonderwijs. Tijdens deze OWE werk je aan twee onderzoeksprojecten zowel op het organisch-chemische als het polymeerchemische vlak. Hierbij wordt met nadruk gekeken wat er bij toegepast chemisch onderzoek komt kijken. - Ontwerpen - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Rapporteren en presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken - Adviseren - Sturen professionele ontwikkeling

197


11. 12.



Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren Deeltentamens

Weging

Presentatie optimalisatie (Vopt) Onderzoeksverslag polymeren (Vpol) Praktische vaardigheden optimalisatie (Popt) Praktische vaardigheden polymeerchemie (PPol) C10-gemK Gemiddelde theoretische modules (gemL) C10-Khp Kennistoets heterocyclische en pericyclische chemie (Khp) C10-Kpk Kennistoets polymeerkunde (Kpk) C10-Kspin Organische spectruminterpretatie (Kspin) C10-T Thematoets (T) C10–IPV IPV Eindcijfer = (Popt + Ppol +Vopt + Vpol + 2*gemK + 2*T)/8

Compensatiemogelijkheden

gemK = (Khp + 2*Kpk)/3

Instapvoorwaarden tentamen

gemK moet ≥ 5.5; bij de berekening van gemK moeten alle onderdelen ≥ 4.0 zijn IPV en Kspin moeten zijn afgevinkt met voldaan. gemK, Popt, Ppol, Vopt, Vpol en T moeten ≥ 5.5 zijn. Periode 2, herkansing periode 3

Frequentie (deel)-tentamens

C10-Vopt C10-Vpol C10-Popt C10-Ppol

Voor deelname aan de deeltentamens Popt, Ppol, en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3). 13.


14. 15.

Aanbevolen literatuur Software

16.

Overig materiaal

17. 18.


De laatste druk van:  Andries, J.P.M., Vries, A.B., de. Chemometrie, Arnhem: Syntax Media  Hornback, J.M., Organic Chemistry, Belmont CA, USA: Thomson, Brooks/Cole.  Practicumvoorschriften, Scholar  Lampman, G.M., et al., Spectroscopy, Thompson Brooks/Cole, Belmont.  Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, Utrecht: Syntax Media.  Maalcke, R.J., HAN-HLO Visco elasticiteit (dictaat)  Van de Ven, E.C. Kunststofverwerking (dictaat)  Vegt, A.K., van der, Govaert, L.E., Polymeren: van keten tot kunststof, Delft: Delft University Press.  Van de Ven E.C., Thermische analyse (dictaat)  Introduction in catalyses and Enzyme catalyses Chem Sketch (www.acdlabs.com) In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak Heterocyclische chemie: pyrrolen, furanen, thiofenen heterocyclische en (is)oxazolen etc, pyridines, indolen, quinolines. pericyclische chemie Pericyclische reacties: electrocyclische reacties, C10-Khp cycloaddities, sigmatrope omleggingen.

198



Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Polymeerfysica, relatie tussen chemische structuur en fysische en mechanische eigenschappen van polymeren, visco-elasticiteit en samengestelde kunststoffen Overzicht van analyse en verwerkingwijzen van kunststoffen Sterkte berekeningen aan (samengestelde) kunststoffen Thermische analyse van kunststoffen

Ondersteunend vak polymeerkunde C10-Kpk

Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege 1H-, 13C-NMR en massaspectrometrie 2 D NMR: COSY; DEPT/APT; HETCOR/HSC; NOESY, INADEQUATE

Ondersteunend vak Organische spectruminterpretatie C10-Kspin

NB dit vak loopt in OWE’s C9 en C10 en wordt uiteindelijk in C10 getentamineerd (NV/V) Werkwijze: gecombineerd hoor-/ werkcollege 19.

Les- / Contacturen

Geprogrammeerde contacttijd: Theoriemodules 7 lesuren/week (2 lesuren/week organische chemie; 4 lesuren/week polymeren) tutor-experturen: 2 lesuren/w, practica: 9 lesuren per week 18 lesuren per week = 126 lesuren per periode 12,75 klokuren per week = 94.5 klokuren per periode Geprogrammeerde tijd voor zelfwerkzaamheid: 325.5 klokuren

20. 21.


Totaal: 420 klokuren Periode 2 n.v.t.

199



Toetsprogramma OWE 10: Polymeer- en Organische chemie: Toegepast onderzoek (C10) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: C10-Khp Naam: Kennistoets Heterocyclische en pericyclische chemie Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4.0

Indicatoren


Organische chemie heterocyclische chemie: kennis van de heterocyclische chemie: theoretische achtergrond en belangrijkste stofklassen (reactiegedrag en fysischchemische eigenschappen) pericyclische reacties: Kennis van orbitaaldiagrammen, cycloaddities, electrocyclische reacties, sigmatrope omleggingen

heterocyclische chemie De student:  heeft kennis van de theoretische achtergrond van het begrip aromaticiteit in het geval van heterocyclische verbindingen;  kan de nomenclatuurregels toepassen voor de besproken 5-ring heteroaromaten (pyrrolen, thiofene, furanen, (is)oxazolen, imidazolen en pyrazolen, (iso)thiazolen en indolen) en 6-ring heteroaromaten (pyridines en (iso)quinolines);  kent het reactiegedrag van de besproken heteroaromaten en kan dit verklaren a.d.h.v. reactiemechanismen;  weet hoe besproken heteroaromaten gesynthetiseerd kunnen worden. pericyclische reacties De student:  kent de eigenschappen van golven;  weet hoe de binding in waterstof is opgebouwd uit bonding en anti-bonding orbitalen (MO’s);  bonding en anti-bonding orbitalen (MO’s) in ethyleen;  bonding en anti-bonding orbitalen in 1,3butadieen en andere geconjugeerde polyenen (MO’s): herkent HOMO, LUMO;  weet hoe [2+2]- en [4+2]-cycloadditie reacties plaatsvinden;  weet hoe electrocyclische reacties: 4nsystemen: cyclisatie en de sterochemie daarvan en(4n+2) systemen: cyclisatie;  kan de stereochemie van thermische en fotochemische reacties voorspellen;  sigmatrope omleggingen: classificatie en mechanisme (suprafaciaal en antarafacial).

200

Waardering / Cesuur

Examinator





Opbouw toets: Ca. 15% theoretische achtergrond heterocyclische aromatische verbindingen; Ca. 35% reacties en mechanistische verklaringen van deze reacties van heterocyclische aromatische verbindingen; Ca 15% orbitaaldiagrammen; Ca 35 % vergelijkingen + mechanismen van pericyclische reacties incl. verklaring a.d.h.v. orbitaalanalyses.


Code: C10-Kpk

Het vak polymeerkunde bevat de onderstaande onderdelen:

Naam: Kennistoets Polymeerkunde

Polymeerfysica De student heeft inzicht om het gedrag van kunststoffen te representeren door modellen Kennis van samengestelde kunststoffen. De student weet wat de gevolgen zijn op de mechanische eigenschappen van het mengen van polymeren onderling (o.a. de thermodynamica) en het toevoegen van vulstoffen, met welke modellen de mechanische eigenschappen kunnen worden voorspeld

Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4.0

Analyse technieken voor polymeren Thermische analyse (TA) van kunststoffen DSC, TMA, TGA en warmtegeleiding, theorie en analyse GPC analyse ten behoeve van meting van molmassa’s van polymeren Reologie metingen aan polymeren Oppervlakte analyse (textuur etc) Kunststofverwerking Kennis van de verwerking van thermoharders en van de verwerkingstechnieken van thermoplasten, de achtergronden van de thermoplastverwerking: stromingseffecten en van de energie- en temperatuur-huishouding in kunststofsmelten. Relatie van hedendaagse kunststoffen met biobased economy.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase Polymeerfysica zie opmerking onderaan De student:  weet dat met de uitdrukking ‘visco-elastisch’ gedrag het tweeledig karakter van een stof wordt aangegeven;  kent voor een ideale vaste stof de Wet van Hooke en kan hiermee berekening uitvoeren;  kent voor een ideale vloeistof de Wet van Newton en kan hiermee berekening uitvoeren;  kent voor zowel een ideale vaste stof als voor een ideale vloeistof de modellen;  kan met behulp van beide wetten de rek als functie van de belastingtijd bepalen;  kent voor een visco-elastische stof het Maxwell model en kan berekeningen uitvoeren bij constante spanning of bij constante rek;  weet dat het Maxwell model ruwweg het gedrag van een vloeibaar polymeer representeert;  kent voor een visco-elastische stof het KelvinVoigt model en kan berekeningen uitvoeren bij constante spanning;  kent de beperkingen van beide modellen;  kent het Burgers model dat een betere weergave geeft van het werkelijke gedrag;  kan het dynamisch-mechanisch gedrag beschrijven van een ideale vaste stof, van een ideale vloeistof en van een visco-elastische stof;  kent de betekenis van E’ en van E”  kan de betekenis van E’ en van E” toepassen op een autoband  weet wat er bedoeld wordt met mengbaar en onmengbaar en de verwarring op dit gebied;  weet het verschil tussen een ‘echt’ mengsel en een dispersie;  kan met behulp van de thermodynamica aangeven wanneer polymeren mengbaar zijn;  weet dat het teken van ΔGm zowel als de vorm van de curve van belang is;  kent de begrippen binodaal en spinodaal;  kent het begrip co-continue fase;  kent een aantal methoden om de mengbaarheid te detecteren;  kent het begrip blokcopolymeren;  kent de eigenschappen van disperse mengsels met behulp van modellen: serie201

Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 =cijfer


Voldoende als cijfer minimaal 5,5 is


Opbouw toets Ca 40% polymeerfysica Ca 30% Analyse van polymeren Ca 20% verwerking van kunststoffen Ca 10 % Verslag + presentatie relatie kunststoffen met biobased economy



  

parallelschakeling; weet wat er bedoeld wordt met het Poissongetal; kan rekenen met de vergelijking van Kerner voor gedispergeerde bollen; kan rekenen met de vergelijking van Nielsen voor een co-continue fase.

Analyse technieken voor polymeren De student:  weet welke rol TA heeft in polymeerkunde;  kent de verschillen tussen DSC, TMA, en TGA;  kan de kristalliniteit berekenen uit DSC data;  heeft kennis van de Avrami vergelijking en kan hiermee berekeningen uitvoeren;  kan alle fysische en chemische verschijnselen verklaren uit een DSC diagram (smelten, kristalliseren, Tg, degradatie);  kan mbv thermodynamica de verschillende verschijnselen verklaren;  kent de effecten van atmosfeerkeuze op DSC analyses;  weet het effect van scansnelheid dT/dt op de verschillende verschijnselen;  weet van de betekenis van analyse resultaten en hoe je de resultaten verwerkt (DSC, TMA, TGA);  kan opgedane kennis koppelen met hetgeen in polymeerfysica en kunststofverwerking is behandeld;  kan TA meetmethoden opzetten;  kan berekeningen uitvoeren aan warmtegeleidings problemen;  kent de rol van GPC voor molmassabepaling op het laboratorium;  kan gemeten GPC data interpreteren met daarbij een correcte berekening van de molmassa Mn, Mw en de dispersiefactor;  kan gemeten reologische data interpreteren met daarbij een correcte berekening van de visco-elasticiteit van het gemeten polymeer;  kan SEM foto’s interpreteren en koppeling maken met nanotechnologische toepassingen. Kunststofverwerking De student:  kent de ‘klassieke’ indeling van polymeren en in welke vorm de grondstof meestal 202



               

voorhanden is; kent de typische procesgang van grondstof tot product; kent de temperatuurverdeling in een vlakke plaat; kan berekeningen uitvoeren met de Wet van Fourrier en de energiebalans; kent de log E-T diagrammen van amorfe – en semi-kristallijne polymeren; kent de begrippen extruderen spuitgieten en weet de theoretische basis hiervan; kent het spuitgietdiagram; kan berekeningen uitvoeren aan het stromingsgedrag van polymeren: reologisch gedrag; kent de begrippen meesleepstroming en drukstroming en kan hiermee berekeningen uitvoeren toegepast op het extrusie proces; kan de snelheidprofielen tekenen voor polymeren die voldoen aan de power-law; kent de extrusiediagrammen; kent het begrip energiebalans op het totale extrusie proces; heeft kennis van de temperatuurverdeling in stromende kunststofsmelten; kan iets vertellen over de temperatuurafhankelijkheid van de viscositeit; heeft kennis van de problemen bij het afkoelen van de twee soorten thermoplasten; kan de pVT-diagrammen lezen; kent afkoelsnelheids effecten.

Relatie van hedendaagse kunststoffen met biobased economy. De student: - heeft kennis van de ontwikkelingen van productie van, gebruik van en recycling van kunststoffen; - weet van het belang van de Biobased economy in relatie met kunststoffen; - is op de hoogte van nieuwste ontwikkelingen. Code: C10-gemK

gemK = (Khp+2*Kpk)/3 Khp en Kpk moeten beide > 4,0 zijn;


Voldoende behaald als gemK > 5,5.

Vorm: 203




Administratief Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5.5 Code: C10-Kspin

Kennis van 13C NMR, complexe 1H NMR spectra, 2D NMR-technieken en van massaspectrometrie.

Naam: Organische spectruminterpretatie Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling: NV/V Ondergrens V

Code: C10-Popt Naam:

Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden.

De student:  kan (complexere) 1H NMR interpreteren en dubbele band protonen toekennen;  heeft een theoretische achtergrond van FTNMR-spectroscopie;  begrijpt hoe een 13C NMR tot stand komt en kent de opbouw van de apparatuur;  kan een 13C NMR-spectrum 'lezen' en beschrijven;  kan omgaan met chemical shift-tabellen;  kan pieken in 13C spectra toekennen;  kan (in grote lijnen) voorspellingen doen over 13 C NMR-spectra van verbindingen waarvan de structuur gegeven is;  kan 13C NMR-spectra interpreteren;  kan de structuur van verbindingen aan de hand van 13C-spectra ophelderen (evt. in combinatie met aanvullende gegevens);  heeft kennis van de 2D NMR technieken COSY, HETCOR, INADEQUATE en NOESY;  weet hoe deze spectra worden weergegeven/gepresenteerd;  weet wat met de verschillende technieken gemeten wordt;  weet welke techniek wanneer gebruikt moet worden;  kan een 2D-NMR-spectrum 'lezen';  kan (eenvoudige) 2D-NMR-spectra interpreteren/oplossen;  kan MS spectra interpreteren;  kan IR spectra interpreteren;  kan informatie uit de verschillende spectra koppelen om tot een structuurvoorstel te komen. Zie algemeen beoordelingsformulier voor Praktijk.

Interpretatie 15 1D NMR-soectra (3 complexe 1H NMR’s, 12 13C NMR) Interpretatie 5 2D spectra Oplossen 11 geïntegreerde spectroscopische opdrachten. Voor een VOLDAAN moeten alle opdrachten goed zijn, anders volgen nieuwe spectra c.q. geïntegreerde spectroscopische opdrachten net zolang tot ze allemaal goed zijn

Zie algemeen beoordelingsformulier voor Praktijk. Aantal behaalde punten/totaal aantal

204


1 examinator voor de beoordeling (Practicumdocent).


Praktische vaardigheden optimalisatie Vorm: Praktijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5


2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering 2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.3.6. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. 4.3.1. Controleert de houdbaarheid van reagentia. 4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. 4.3.2. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften. Competentie 5: Beheer en administratie Beheer 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op). Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan; van minimaal 4 weken. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit;

punten * 10,0 =cijfer. Voldoende als cijfer minimaal 5,5 is.

205


Code: C10-Ppol Naam: Praktische vaardigheden polymeerchemie Vorm: Praktijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering 2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.3.6. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. 4.3.1. Controleert de houdbaarheid van reagentia. 4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. 4.3.2. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften. Competentie 5: Beheer en administratie Beheer 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op). Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving,


Zie algemeen beoordelingsformulier voor Praktijk.

Zie algemeen beoordelingsformulier voor Praktijk. Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 =cijfer. Voldoende als cijfer minimaal 5,5 is.

206

1 examinator voor de beoordeling (Practicumdocent).


Code: C10-Vpol Naam: Onderzoeksverslag polymeren Vorm: Schriftelijk Groep Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan; van minimaal 4 weken. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 1: Vraag verhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten


Zie onderstaand beoordelingsformulier verslag.

Zie onderstaand beoordelingsformulier verslag. Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 =cijfer. Voldoende als cijfer minimaal 5,5 is.

207



Code: C10-Vopt Naam: Presentatie optimalisatie Vorm: Individueel Mondeling Toets: schriftelijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 6: rapporteren en presenteren 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels Competentie 1: Vraag verhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden.


Zie onderstaand beoordelingsformulier presentatie. Presentatie De presentatie bestaat uit de volgende onderdelen:  Vanadium experiment: optimalisatie met Fibonacci en optimalisatie met Simplex  Factorial Design, optimalisatie van het experiment voor project 1 Belangrijke punten die in je presentatie moeten komen:  beschrijving van het principe van de optimalisatiemethode, dus Fibonacci, Simplex en Factorial Design;  uitwerking van de resultaten. Zo mogelijk meerdere responsies in Design Ease gebruiken, zoals resolutie, piekoppervlak, schotel getal etc. Je moet zelf bepalen wat belangrijke responsies zijn voor je optimalisatie. Je kunt altijd even overleggen;  coëfficiënten en optimale instellingen van de factoren;  conclusies trekken uit de berekende coëfficiënten: hoofd- en interactie effecten. Conclusies uit de resultaten van Design Ease moet je onderbouwen met gegevens die je in Design Ease krijgt zoals interaction graph, responsievlak etc. Je moet zelf bepalen wat bruikbaar is voor jouw resultaten.

208

Het project optimalisatie bestaat uit een praktijkproject waarover een mondelinge presentatie wordt gehouden en theoriecomponent die wordt afgesloten met een toets over de theoretische achtergrond over de behandelde onderwerpen. Het cijfer Vopt is het gemiddelde van de cijfers voor de presentatie en de toets. Vopt= (cijfer toets + cijfer presentatie)/2. Cijfer toets en presentatie beide > 5,5. Voldoende als Vopt> 5.5 Presentatie Zie onderstaand beoordelingsformulier presentatie. Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 = cijfer. Voldoende als cijfer minimaal 5,5 is.

1 examinator voor de beoordeling (Docent optimalisatie).



3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 6: rapporteren en presenteren 6.3.2 Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen Onderwerpen toets:  Responsie oppervlak: modelbeschrijving en fitten model,  Sequentiële optimalisatie methoden:  Univariaat: Fibonacci,  Multivariaat: Simplex, Gemodificeerde simplex.  Simultane methoden:  Factorial Design.

Code: C10-T Naam: Thematoets

Competentie 2: experimenteren Voorbereiding 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Uitvoering

Leerdoelen toets De student:  kent de responsie en het responsvlak;  kan een responsvlak fitten;  kan sequentiële optimalisatie opzetten en toepassen: binair, Fibonacci;  zoekefficiëntie bij sequentiële zoekmethoden berekenen en het benodigd aantal experimenten vaststellen;  kent voor- en nadelen van binair en Fibonacci;  kan multivariate optimalisatie opzetten en toepassen: Simplex, modified Simplex;  start simplex bepalen uit gegevens voor beide methoden;  kan coördinaten van nieuwe vertexen berekenen aan de hand va de regels voor beide methoden;  kent voor- en nadelen van Simplex en modified Simplex;  kan factorial design optimalisatie opzetten en toepassen;  kent alle type factoren;  kan een volledig tekentabel voor een design kunnen opstellen;  kent voor- en nadelen factorial design;  kan effecten en coëfficiënten berekenen:  Hoofdeffecten  Interactie effecten  kan de invloed van factoren en de onderlinge interacties op de respons vaststellen en interpreteren;  kan werken met Design Ease software pakket en toepassen op praktijksituatie. De thematoets bestaat uit een aantal vragen bij twee wetenschappelijke artikelen (één synthetisch organisch chemisch en één polymeerchemisch wetenschappelijk artikel) die enige dagen voorafgaand aan de toets aan de studenten bekend gemaakt worden. Op de toets krijgt de 209

Toets: Ca 30% responsvlak en univariate sequentiële optimalisatie; Ca .30% multivariate sequentiële optimalisatie; Ca. 40% Factorial design.

1 examinator voor de beoordeling (Docent optimalisatie).

Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 = cijfer. Voldoende als cijfer minimaal 5,5 is.

Aantal behaalde punten/totaal aantal punten * 10,0 = cijfer.


Cesuur: voldoende indien cijfer > 5,5.

3 examinatoren voor de beoordeling (2 Experts + Docent project

Verdeling van de vragen van de


Vorm: Individueel Schriftelijk Open vragen Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Code: C10-IPV Naam: IPV

2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. Competentie 3: resultaten analyseren Data processing 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: beheer en administratie Beheer 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: rapporteren en presenteren Tekst 6.3.1. Rapporteert volgens internationaal geldende regels. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase student deze artikelen uitgereikt en beantwoordt hij hier vragen over. Deze vragen zijn zowel theoretisch als praktisch van aard . Bij deze thematoets mag al het studiemateriaal gebruikt worden dat de student in de loop der jaren heeft gebruikt. De student:  kan de belangrijke informatie halen uit een de onderdelen inleiding, resultaten en discussie van een artikel (denk ook aan het lezen van reactieschema’s, en tabellen en figuren);  kan de belangrijke informatie halen uit een experiment beschrijving en kan aan de hand van deze beschrijving zich een beeld vormen van hoe het experiment daadwerkelijk is uitgevoerd;  kent het polymeer- en synthetisch-organisch chemische jargon (namen van verbindingen/polymeren, typen reacties en begrippen die bij chemische experimenten van belang zijn (bijv. extraheren, equivalenten, opwerken etc.);  kan reactievergelijkingen en reactiemechanismen opschrijven;  kan voor een experiment van belang zijnde berekeningen uitvoeren;  kan voor een experiment van belang zijnde technieken beschrijven;  kan IR, 1H, 13C NMR en massa spectra interpreteren in het licht van de uitgevoerde reacties;  spectrale en evt. kinetische data van reacties linken aan theorie;  kan uitspraak doen over veiligheidsaspecten die met reacties samenhangen;  kan op de juiste wijze rapporteren (o.a. reactiemechanismen, labjournaal, beschrijving spectra etc.).

De student:  heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt; 210

thematoets over de verschillende competenties: experimenteren: ca. 30%; resultaten analyseren ca. 40%; rapporteren ca. 30%.

optimalisatie).

Qua inhoud is ongeveer 25% ook op te vatten als theorie (bijv. reactiemechanisme en verklaringen waarom een bepaald reacties en reactiepatronen gevolgd is), en zo’n 15% als chemisch rekenen. De vragen m.b.t. competentie resultaten analyseren hangen o.a. samen met spectruminterpretatie (ca. 15%).




Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: NV/V Ondergrens Voldaan

8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert open en helder met collega’s en begeleiders volgens basisregel voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten. 11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse zelfstandig POP op. 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen. 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. Toont professionele werkhouding 11.3.3. Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde medewerker.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase 

  

 

kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt; voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit; houdt zich aan de afgesproken regels; stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; laat anderen uitpraten; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback.


211



Beoordelingsformulier presentatie jaar 3 Naam: ……………………………………………………….. Gerelateerd aan competentieindicatoren

Klas: …………………….. Datum: ……..……..


Max. aantal punten

Inhoud (totaal aantal punten: 60) Criteria voor onderzoekspresentatie Bespreekt de volgende aspecten op heldere en correcte wijze: 1..3.2, 1.3.5.

2.3.1, 4.1.3. 3.3.2., 3.3.1., 3.3.3.. 3.3.4., 3.1.4., 11.1.3, 3.2.4.

6.3.1

6.3.1

 overkoepelende context;  doel en onderzoeksvragen;  hypothese.  strategie en experimentele uitvoering.  resultaten;  conclusie.  discussie in vergelijking met verwachtingen en/of literatuurwaardes;  discussie van experimentele problemen;  verbetervoorstellen. Presentatie (totaal aantal punten: 20)  Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart);  Maakt overzichtelijke en duidelijke dia’s;  Spreekt op professionele en overtuigende wijze;  De dia’s ondersteunen de verbale boodschap. Discussie (totaal aantal punten: 20)  Voert een vakinhoudelijke discussie.

8.1.4, 8.2.5




8.2.4



Onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten.

15 10 20 15

20

20


100


10

Feedback


212




Beoordelingsformulier onderzoeksverslag polymeerchemie jaar 3 Naam: ………………………………………………………………………….…. Klas: …..…..… Datum: ………………..….. Vormgeving

Vormgeving: Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact Communiceren (Van der Laan) Taalgebruik:  Correct taalgebruik  Eenduidig taalgebruik  Taalgebruik sluit aan bij doelgroep (lezers)

Voldaan /niet voldaan

Max. aantal punten

Samenvatting

De samenvatting beschrijft de relevante aspecten van het onderzoek in maximaal ½ A4.

10

Inleiding

De aanleiding van het onderzoek wordt beschreven. Het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen /hypotheses van het onderzoek worden beschreven. De strategie om het doel te bereiken is uitgelegd. De beschreven theorie is relevant ten aanzien van de onderzoeksvragen.

10

Materialen en Methoden Resultaten

De materialen en methoden zijn specifiek beschreven zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. De werkwijze is beschreven in de voltooid verleden tijd. Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. De informatie en berekeningen zijn goed uitgevoerd. Rapport bevat leesbare figuren die compleet zijn en helder te begrijpen zijn. De statistiek wordt goed toegepast.

20

3.3.2, 5.2.3, 3.3.1

Discussie

20

3.2.2, 3.2.4, 6.3.1

Conclusie

Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: zijn de onderzoeksvragen te beantwoorden met behulp van de verzamelde data? Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Er worden duidelijke aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvragen.

6.3.1 1.3.1, 1.3.2, 1.2.2,1.3.3 2.2.1 2.3.1/2.3.2

Theorie

3.3.1/6.3.1

Literatuur 6.3.1

gescoord aantal punten

10

20

10

Rapport bevat een op de juiste weergegeven literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. Er wordt alleen gebruik gemaakt van relevante literatuurbronnen.

Voldaan/niet voldaan


100


10 Naam en paraaf beoordelaar

Feedback:

213



Beoordelingsformulier Praktijk chemie niveau III Naam: ……………………………………………………………………. Competentie/ indicatoren 2.3.1., 2.1.2., 4.1.3. 5.2.3., 6.3.1., 7.3.1.

2.3.2 2.3.1., 2.3.6., 4.1.2. 2.3.3. 2.3.4. 2.3.5 4.2.1, 4.3.2

2.1.5, 72.2, 7.2.3, 7.3.2. 4.1.1, 5.2.2. 5.2.1., 5.2.3. 3.2.1., 3.1.2., 3.2.3., 3.1.4., 5.2.3., 6.2.1

Klas: …………………………..

Datum: ………………………


Aantal punten

De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) op correcte wijze in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles en experimenten. De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) De student voert experimenten volgens protocol uit. De student kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode hij/zij uitvoert. De student werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en makkelijk switchen en behoudt overzicht. De student lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplo-metingen met elkaar overeen komen; De student gaat correct met apparatuur om (bijv. ijken van pH meters, maakt gebruik van SOP's ) en de kalibratiereeks is nauwkeurig uitgevoerd ( indien van toepassing). De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. De student past zich aan gewijzigde omstandigheden. De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, vult de veiligheidskaart in en laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit ( in bijv. Excel)

214

- 0 - 10-

-12-

Niet voldaan

-16-

-20-

Voldaan

-0- 10

-12-

-16-

-20-

0-5

6

8

10

Loopt vaak uit

Loopt soms uit -6-

Loopt nooit uit


- 0-5 -

-8-

- 0-5 -

- 6-10 -

Niet voldaan

Voldaan

-0-10-

-12-

-16-

-20-



5.2.3

Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving kunnen begrijpen

11.1.4

De student is op tijd, voorbereidt, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding. Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan)

Feedback


215

-0-5-

-6-


-8-

-10-



Titel OWE


OWE 11: Analytisch chemisch onderzoek: kwaliteitsborging en optimalisatie ECU 11: Analytical Chemistry: Quality Assurance and Optimization

Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. 4. 5. 6. 7.

8.

Beroepstaak/ Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, Studielast Samenhang met andere OWE’s


9.


10.

Competenties

11.


12.

C11 en CD11

Chemie Voltijd en deeltijd studenten Hoofdfase Chemie afstudeerrichting analytische chemie, niveau 3 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Onderzoeksverslag kwaliteitsborging (V ) Verslaglegging optimalisatie (Op) 15 stp 420 SBU Deze OWE is onderdeel van de major analytische chemie in het derde jaar. Het tweede deel (C12) van de major is gericht op methode ontwikkeling en literatuuronderzoek. C11 richt zich op het andere belangrijke deel van het analytisch laboratorium, nl. de kwaliteitsborging op het analytische laboratorium Propedeuse HLO moet zijn afgerond en de OWE’s C5 en C7 moeten minimaal gevolgd zijn. De analytische practica van de OWE’s C5 en C7 moeten voldoende zijn afgesloten om met de practicumprojecten van OWE C11 te kunnen starten. Indien een student OWE C5 en/of OWE C7 niet geheel heeft afgerond (en/of de student heeft nog meer dingen openstaan uit de OWE’s C6 of C8) dan zal een persoonlijke planning gemaakt worden om bepaalde onderdelen uit deze OWE naast de onderdelen uit de eerdere OWE’s te doen. Voor deelname aan het deeltentamen is Pi aanwezigheid bij alle practica verplicht. Voor deelname aan het deeltentamen IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht. Alle practica moeten zijn gevolgd In deze OWE staat de beroepstaak Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek centraal. Het gekozen onderwijsmodel is PO: projectonderwijs. Tijdens deze OWE richt je je vooral de kwaliteitsborging van een analyse en validatie. Daarnaast is er veel aandacht voor optimalisatie en chemometrie. Tijdens de OWE volg je daarnaast nog een aantal theoretische modules.  Ontwerpen  Experimenteren  Resultaten analyseren  Kwaliteitsbeheer  Beheer en administratie  Planmatig en projectmatig werken  Rapporteren en presenteren  Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. Deeltentamens C(D)11-V Verslaglegging kwaliteitsborging (V) C(D)11-Op Opdracht optimalisatie (Op)

216




C(D)11-T Thematoets Chemometrie (T) C(D)11-Pi Praktijkindruk (Pi) C(D)11-Ksp2 Kennistoets Sp2 (Ksp2) C(D)11-Ksp3 Kennistoets Sp3 (Ksp3) C(D)11-gemK Gemiddelde kennistoetsen (gemK) C(D)11-IPV IPV Eindcijfer: (gemK +T+V+Op+Pi)/5 gemK=(Ksp2+Ksp3)/2 Ksp2 en Ksp3 moeten ≥4.0 IPV moet afgevinkt zijn met voldaan en de cijfers voor de toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn m.u.v. Ksp2 en Ksp3 die ≥ 4.0 moeten zijn. Periode 3, herkansing periode 4 Voor deelname aan de deeltentamens Pi en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3). De studenten van de deeltijdopleiding kunnen de tentamens maximaal 2 x per jaar aanvragen en maken op een door hen gewenst tijdstip.

13.


14.


15. 16.


17. 18.


De laatste druk van:  Miller J.N., Miller,J.C., Statistics and chemometrics for analytical chemistry. Essex: Pearson Education.  Harris, D.C., Quantitative chemical Analysis, New York NY: W.H.Freeman and Company LTD.  Skoog D.A., Holler F.J., Crough, S.R., Principles of instrumental analysis, (int 6th rev ed), Cheriton House, Andover: Cengage Learning Inc.  Andries, J.P.M., Vries, A.B., de, Chemometrie, Arnhem: Syntax Media.  Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, Utrecht: Syntax Media. De laatste druk van:  Holmes, D.A., Reed, R., Jones, A.M., Dean, J. Practical Skills in Biomolecular Sciences, (4th revised ed.) New York NY: Pearson Education Ltd.  Klaessens, J.W.A. Statistiek in het Laboratorium met Excel, Arnhem: Syntax Media. Excel, Word In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Per week zal ca. 2 dagdelen aan het onderzoek op het laboratorium worden besteed. De theorie van de specifieke analytische chemie wordt aangeboden in de vorm van hoor- en werkcolleges. Ondersteunend vak Fluorescentie spectroscopie 3 NMR

Ondersteunend vak Spectroscopie 2

Werkwijze: hoorcollege Atoom spectroscopie ( GFAAS,ICP) Atoommassaspectroscopie (ICP MS) X-ray spectroscopie Ramanspectroscopie NIR

217


19.

Les- / Contacturen


Werkwijze: hoorcollege Ondersteunend vak F en T toetsen Chemometrie lijnscontroles Eenwegs- en meerwegs ANOVA Lineaire regressie Validatie Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Geprogrammeerde contacttijd: 22 lesuren per week, 154 lesuren per periode = 116 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 304 klokuren Totaal: 420 klokuren Geprogrammeerde contacttijd voor de deeltijdstudenten 106 lesuren per periode: - 75 lesuren praktijk; deze uren vallen binnen de leerwegonafhankelijke toetsing en kan de student daarom op zijn werk invullen. - 7 tutoruren - 9 spreekuren met de docent - 1 SLB-uur 70 klokuren per periode Toetstijd: 7 lesuren = 5 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 350 klokuren, inclusief zelfstudietijd theorievakken.

20. 21.


Totaal: 420 klokuren Periode 3 n.v.t.

218



Toetsprogramma OWE 11: Analytisch chemisch onderzoek : kwaliteitsborging en optimalisatie(C11 of CD11) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: C11 T CD11-T Naam: Thematoets Chemometrie Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Indicatoren Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. In de context van Chemometrie Kwaliteitsborging: ANOVA REGRESSIE analyse KALIBRATIE KENGROOTHEDEN

Beoordelingscriteria De student kan de volgende chemometrische technieken toepassen bij het analyseren van resultaten. F en T TOETSEN De student:  kent het principe van de F en T toetsen; - kan de F en T toets berekenen;  kan de F en TT toets toepassen op chemische vraagstukken; - kan de uitkomsten interpreteren. LIJNSCONTROLES De student: - kan de verschillende lijnscontroles beschrijven; - kan een Shewhart-kaart ontwerpen en uitvoeren. ANOVA De student: - kent de basisbegrippen standaardafwijking en variantie en kan deze berekenen; - kan een anova-tabel opzetten voor zowel de een- als de tweewegs anova; - kan de resultaten interpreteren (F-toets); - kan een box en whiskerplot van waarnemingen maken; - kan de herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid bepalen; - kan m.b.v. ANOVA variabelen scheiden. REGRESSIE De student: - kan eerstegraads en tweedegraads -regressie uitvoeren in Excel; - kan het betrouwbaarheidsinterval van het analyseresultaat bepalen voor zowel gewone kalibratie als standaardadditie; - kan een meetserie en toetsen op LOF en GOF en bepalen welke model het beste is.

219

Waardering / Cesuur 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

Examinator 2 examinatoren voor constructie en evaluatie (o.a. Vakdocent/Expert). 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent/Expert).


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase KALIBRATIE De student: - kan de meest toegepaste kalibratieprocedures in de analytische chemie benoemen en beschrijven; - kan voor een eerste en tweedegraadsmodel de testen op het constant zijn van varianties uitvoeren; - kan voor een lineair model testen op lineariteit; - kan een methodevergelijk m.b.v. regressie analyse doen; - kan de diverse betrouwbaarheidsintervallen berekenen; - kan op de juiste wijze bepalen of de lijn door punt o,o gaat; - kan een kalibratie uitvoeren volgens de standaard additiemethode; - kan de detectiegrens bepalen uit de kalibratielijn. KENGROOTHEDEN De student: - kan van een analysemethode de reproduceerbaarheid, de herhaalbaarheid, de onjuistheid en de gevoeligheid bepalen; - kan een aantal voorbeelden van de diverse fouten beschrijven; - kan de begrippen beslissings-, detectie- en bepalingsgrens hanteren en berekenen; - kan via regressie analyse de recovery bepalen.

Code: C11-gemK CD11-gemK Naam: Gemiddelde Kennistoetsen

Spectroscopie 2 Atoomspectroscopie Massaspectroscopie Raman Xray

SIGNAALVERBETERING Concrete leerdoelen De student: - kan het verschil tussen signaal en ruis beschrijven; - kan de effectiviteit van filters beoordelen; - kan enkele toepassingen van de Fourier transform en andere signaalverbeteringstechnieken beschrijven. Zie informatie bij spectroscopie 2 en 3.

(gemK=Ksp2+Ksp3)/2 Ksp2 en Ksp3 moeten ≥ 4.0. gemK moet ≥ 5.5 zijn.

220

1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent/Expert).


Vorm: Administratief Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5.5 Code: C11–Ksp2 CD11-Ksp2 Naam: Spectroscopie 2 Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4.0


Spectroscopie 3 NMR Kernspinresonantie, basis NMR spectrometer Chemical shift en spinkoppeling Pulsschema 2D en 3D NMR technieken Fluorescentie Atoomfluorescentie/molecuulfluorescentie, Apparatuur, kwantitatieve analyse Invloed van diverse factoren op fluorescentie. Spectroscopie 2 Atoomspectroscopie Massaspectroscopie Raman Xray NIR,FTIR BOKS: Kent het principe en toepassingen van verschillende atoomspectroscopische technieken:  ICP/ICP-MS  verschillen ICP en AAS/GFAAS/ICP  interferenties en achtergrondcorrecties van ICP/AAS/GFAAS en AES  Xray Kent het principe en toepassingen van verschillende moleculespectroscopische methoden  IR:NIR/FTIR  RAMAN

Atoomspectroscopie De student: - kan de spectrometrische methoden en hun toepasbaarheid benoemen; - kan termschema's interpreteren en energieverschillen berekenen c.q. omrekenen; - kan de processen die bij de atomisatie in vlam beschrijven en ; - kent het principe van de grafietoven en kan uitleggen waarom een temperatuurprogramma wordt gebruikt; - kan de wet van Boltzmann toepassen en mede op grond hiervan uitspraken doen over de gevoeligheden van AAS, AES ICP; - kan het principe van ICP en DCP, de diverse gasstromen, de diverse methoden voor monsterinlet en de koppeling met de massaspectrometer beschrijven; - kent de verschillende interferenties en weet hoe hiermee om te gaan; - kent de noodzaak van achtergrondcorrectie en kan de diverse methoden die daartoe ontwikkeld zijn verklaren; - kan het gebruik en de voor- en nadelen van de diverse methoden benoemen; - kan het principe van kwantitatieve analyse en weet om te gaan met matrixeffecten; - kan voor een gegeven probleem een verantwoorde keuze voor een bepaalde techniek maken; kan alle voor- en nadelen naast elkaar zetten; - kan toepassingen geven van de verschillende atoomspectroscopische technieken.

221

Spectroscopie 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

2 examinatoren voor constructie en evaluatie (o.a. Vakdocent/Expert). 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent/expert).


Code: C11–Ksp3 CD11-Ksp3 Naam:

Spectroscopie 3 NMR Kernspinresonantie, basis NMR spectrometer Chemical shift en spinkoppeling

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase Massaspectroscopie/atomen De student: - kan het principe beschrijven a.d.h.v. een blokschema; - kan een beschrijving geven van de werking van quadrupool; - kan het principe van ICP-MS uitleggen; - kent de voor en nadelen van ICP MS ten opzichte van ICP AES; - kan toepassingen van deze techniek beschrijven. Raman principe van IR wordt bekend verondersteld. De student: - kan het principe van Ramanspectroscopie uitleggen; - kan de overeenkomsten en de verschillen tussen Raman en IR spectroscopie uitleggen; - kent toepassingen van Raman en IR spectroscopie. Xray De student: - kan een beschrijving geven van het principe van Xray; - kan een beschrijving geven van principe van de verschillende X-ray methoden (absorptie, fluorescentie als diffractie); - kan toepassingen voor deze technieken benoemen; - kan een aantal kwalitatieve en kwantitatieve methoden voor X-ray fluorescentie benoemen; - kan een beschrijving geven van de volgende begrippen: continu en lijnen spectrum, K en L series, massa absorptiecoëfficiënt; - kan berekeningen doen aan wet van lambert beer, massa absorptiecoëfficiënt, minimale spanning in X-ray buis; - NIR; - kan het principe van NIR en FTIR uitleggen; - kan de voor en nadelen van deze technieken benoemen; - kent toepassingen van NIR. NMR leerdoelen De student:  kan de termen in de volgende lijst in eigen woorden omschrijven:

222


2 examinatoren voor constructie en evaluatie 1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent).


Spectroscopie 3 Vorm: Individueel Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4.0

Pulsschema 2D en 3D NMR technieken Fluorescentie Atoomfluorescentie/molecuulfluorescentie, Apparatuur, kwantitatieve analyse Invloed van diverse factoren op fluorescentie. BOKS Kent de blokschema's en de basisprincipes van:  Fluorescentie Kent het principe en toepassingen van verschillende moleculespectroscopische methoden:  Fluorescentie  NMR Kent spectroscopische eigenschappen van organische verbindingen t.a.v.:  Fluorescentie  NMR

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase  

absorptie- of resonantievoorwaarde magnetisch kernspinquantumgetal: m en quantumgetal: I  magnetisch moment en magnetisatie: ?  T1 en T2 relaxatietijd  nuclear magnetic resonance: NMR  FID: free induction decay  chemical shift  shielding en deshielding  anisotropie  afschermingsconstante  deltaschaal: ? in ppm  standaard- of referentieverbinding tetramethylsilaan: TMS  chemisch niet-equivalente protonen en chemisch equivalente protonen  spin-spinkoppeling  multiplet  driehoek van Pascal  koppelingsconstante: J-koppeling  90° en 180° puls - kan een schets maken van een NMRspectrometer; - kan het principe van fourier transform uitleggen; - kan de energieniveaus van een kern met kernspin I berekenen; - kan chemische verschuiving in ppm of Hz berekenen; - kan magnetische veldsterkte in Tesla of in MHz berekenen; - kan Boltzman verdeling van kernen in aangeslagen toestand berekenen; - kan de volgende karakteristieken in een NMRspectrum herkennen en/of omschrijven:  TMS-signaal;  chemische verschuiving als frequentieverschil en in ppm;  intensiteit van de NMR-signalen;  multiplet.  kent J-koppeling, koppelingsconstante;  kent de oorzaak van de spin-spinkoppeling en weet wanneer deze in het spectrum zichtbaar wordt;  kent de intensiteit verhouding van de signalen

223



-

-

-

in het multiplet; kan koppelingsconstante berekenen kan drie andere kernen met een kernspin opnoemen, waar ook NMR-spectrometrie mee wordt bedreven. kan pulsen herkennen in een sequentie, C13 NMR:  kan uitleggen wat C13 NMR is;  kan een NMR spectrum van C13 interpreteren;  kan de term ontkoppeling uitleggen;  kan uitleggen wanneer ontkoppeling toegepast wordt;  kent NOE en weet wat de toepassing is. 2D NMR:  kan pulsen in een puls sequentie herkennen;  kan puls sequentie van een COSY uitleggen;  kan het spectrum van een COSY en een NOESY uitleggen;  kan pieken in een 2D spectrum determineren.

Fluorescentie Leerdoelen De student:  weet hoe een fluorescentiespectrum tot stand komt;  kent Jablonski diagram: interne conversie en intersystem crossing;  weet wat een singlet en een triplet toestand is. Weet wanneer fluorescentie en wanneer fosforescentie optreedt;  kent het verschil in selectiviteit tussen absorptie en fluorescentie en daarmee enkele toepassingen; Apparatuur De student:  kent de opbouw van apparatuur en kent enkele toepassingen, o.a. als detector bij HPLC;  kent het belang van I0 op de gevoeligheid en de consequenties daarvan voor kwantitatieve metingen. kwantitatieve analyse

224


Code: C11-Op CD11-Op Naam: Opdracht Optimalisatie Vorm: Schriftelijk Groep Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Onderwerpen:  responsie oppervlak: modelbeschrijving en fitten model;  sequentiële optimalisatie methoden:  Univariaat: Fibonacci,  Multivariaat: Simplex, Gemodificeerde simplex.  Simultane methoden:  Factorial Design. Presentatie Competenties en indicatoren beoordelingsformulier presentatie Toets Theoretische achtergrond over de behandelde onderwerpen Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1 kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase De student:  kan kwantitatieve berekeningen uitvoeren m.b.v. calibratielijnen;  kent de invloed van diverse factoren op fluorescentie;  kent de relatie tussen de structuur en fluorescentie. kan het verband tussen emissie en concentratie afleiden. (Taylor reeks e-x);  weet wat de invloed op de fluorescentieintensiteit is van: temperatuur, viscositeit, polariteit oplosmiddel, zuurstof en de pH. Leerdoelen toets De student:  kent de responsie en het responsvlak;  kan een responsvlak fitten;  kan sequentiële optimalisatie opzetten en toepassen:  binair;  Fibonacci.  zoekefficiëntie bij sequentiële zoekmethoden berekenen en het benodigd aantal experimenten vaststellen;  kent voor- en nadelen van binair en Fibonacci;  kan multivariate optimalisatie opzetten en toepassen:  Simplex,  modified Simplex  start Simplex bepalen uit gegevens voor beide methoden;  coördinaten van nieuwe vertexen berekenen aan de hand va de regels voor beide methoden;  kent voor- en nadelen van Simplex en modified Simplex;  kan factorial design optimalisatie opzetten en toepassen;  kent alle type factoren;  kan een volledige tekentabel voor een design opstellen;  kent voor- en nadelen factorial design;  kan effecten en coëfficiënten berekenen;  hoofdeffecten;  interactie effecten;  kan de invloed van factoren en de onderlinge interacties op de respons vaststellen en inter-

225

Het project bestaat uit praktijk en theorie. Het theoriepunt is een presentatie en een toets. Op= (cijfer toets + cijfer presentatie)/2. Toets: Ca 30% responsvlak en univariate sequentiële optimalisatie Ca. 30% multivariate sequentiële optimalisatie Ca. 40% Factorial design 55% van de punten voor de toets komt overeen met een 5,5. Presentatie: Zie beoordelingsformulier presentatie 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

1 examinator voor de beoordeling (Vakdocent).


Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor het uitvoeren van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles , waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.2 Presenteert het onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen Competentie 8: Samenwerken in een team 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner

Code: C11-Pi CD11-Pi Naam: Praktijkindruk Vorm: Praktijk Individueel

Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.3.1 kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase preteren;  kan werken met Design Ease software pakket en toepassen op praktijksituatie. Presentatie Algemeen: Zie beoordelingsformulier presentatie optimalisatie De presentatie bestaat uit de volgende onderdelen:  vanadium experiment  optimalisatie met Fibonacci  optimalisatie met Simplex  Factorial Design, optimalisatie van het experiment voor project 1 Belangrijke punten die in je verslag moeten komen:  beschrijving van het principe van de optimalisatiemethode, dus Fibonacci, Simplex en Factorial Design;  uitwerking van de resultaten. Zo mogelijk meerdere responsies in Design Ease gebruiken, zoals resolutie, piekoppervlak, schotel getal etc. Je moet zelf bepalen wat belangrijke responsies zijn voor je optimalisatie. Je kunt altijd even overleggen;  coëfficiënten en optimale instellingen van de factoren;  conclusies trekken uit de berekende coëfficiënten: hoofd- en interactie effecten;  conclusies uit de resultaten van Design Ease moet je onderbouwen met gegevens die je in Design Ease krijgt zoals interaction graph, responsievlak etc. Je moet zelf bepalen wat bruikbaar is voor jouw resultaten. De student schrijft een plan van aanpak met de volgende onderdelen en voert deze uit:  inleiding (achtergrondinfo, onderzoeksvragen);  experimenteel gedeelte. met minimaal:  eerste lijnscontrole;  recovery/standaardadditie of interne standaardmethode;  vergelijken van resultaten;  ANOVA;  SOP;

226

De beoordeling van het plan van aanpak (beoordelingsformulier plan van aanpak) is een formatieve toets en is bedoeld om de student feedback te geven. Beoordeling praktijk: Zie onderstaand beoordelingsformulier voor Praktijk. 55% van de punten komt overeen met

2 examinatoren voor de beoordeling (Praktijkdocenten). (Beide examinatoren geven een beoordeling en na overleg wordt eindbeoordeling vastgesteld).


Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5.5

2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.3.6. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles , waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. 4.3.1. Controleert de houdbaarheid van reagentia. 4.3.2. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften. Competentie 5: Beheer en administratie Administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op). 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase  tijdsplanning.

een 5,5.

Zie ook beoordelingsformulier praktijk voor criteria praktijk.

227


Code: C11-IPV CD11-IPV Naam: IPV Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens Voldaan

Code: C11-V CD11-V Naam: Verslaglegging kwaliteitsborging Vorm:

Competentie 8: Samenwerken in een team Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert open en helder met collega’s en begeleiders volgens basisregel voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten. 11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse zelfstandig POP op. 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen. 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. Toont professionele werkhouding 11.3.3. Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde medewerker. Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet Vraag verhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan. 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase De student: - heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt; - kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt; - voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit; - houdt zich aan de afgesproken regels; - stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; - laat anderen uitpraten; - geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback.

Aan alle criteria moet zijn voldaan voor een voldoende.

Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student (SAS). 1 examinator voor de eindbeoordeling (Tutor).

Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS).

Het verslag bevat de volgende onderwerpen  Eerstelijnscontrole  recovery  standaardadditie, of interne standaardmethode  vergelijken van resultaten  2 validatieparameters  ANOVA  SOP

228

Zie onderstaand formulier Beoordelingsformulier onderzoeksverslag kwaliteitsborging. 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

2 of 3 examinatoren voor de beoordeling.


Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor het uitvoeren van het onderzoek. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Tekst 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3):  hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;  brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen;  opbouw van tekst is conform in het werkveld


Zie onderstaand beoordelingsformulier onderzoeksverslag kwaliteitsborging.

229


  


gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden.

230



Beoordelingsformulier Praktijk chemie niveau III Naam: …………………………………………………………………………………. Competentie/ indicatoren 2.3.1., 2.1.2., 4.1.3. 5.3.2., 6.3.1., 7.3.1.

2.3.2 2.3.1., 2.3.6., 4.1.2. 2.3.3. 2.3.4. 2.3.5

4.2.1, 4.3.2

2.1.5, 72.2,7.2.3,7.3.2. 4.1.1, , 5.2.2. 5.2.1., 5.2.3. 3.2.1., 3.1.2., 3.2.3., 3.1.4., 5.3.2., 6.2.1

Klas: …………………………..


De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) op correcte wijze in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles en experimenten. De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.) De student: voert experimenten volgens protocol uit; kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode hij/zij uitvoert; werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en makkelijk switchen en behoudt overzicht; lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplo-metingen met elkaar overeen komen. De student gaat correct met apparatuur om (bijv. ijken van pH meters, maakt gebruik van SOP's) en de kalibratiereeks is nauwkeurig uitgevoerd ( indien van toepassing). De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. Past zich aan aan gewijzigde omstandigheden. De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, vult de veiligheidskaart in en laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze

231

Datum: …………………………

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Uitmuntend

0 - 10-

-12-

-16-

-20-

Niet voldaan

Voldaan

-0- 10

-12-

-16-

-20-

0-5

6

8

10

Loopt vaak uit

Loopt soms uit -6-

Loopt nooit uit


- 0-5 -

-8-

- 0-5 -

- 6-10 -

Niet voldaan

Voldaan

-0-10-

-12-

-16-

-20-

Aantal punten



een foutendiscussie uit ( in bijv. Excel). 5.3.2

11.1.4

Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving kunnen begrijpen en gebruiken. De student is op tijd, voorbereidt, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding. Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan)

Feedback


232

-0-5-

-6-


-8-

-10-




Beoordelingsformulier Onderzoeksverslag course 11: kwaliteitsborging Naam: …………………………………………………………………………………. Vormgeving

Klas: …………………………..

Datum: …………………………

Vormgeving: Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact Communiceren (van der Laan)

Taalgebruik: a. Correct taalgebruik. b, Eenduidig taalgebruik c. Taalgebruik sluit aan bij doelgroep (lezers) Aantal punten vormgeving 6.3.1 Samenvatting Max 10 pnt 1.3.1, 1.3.2, Inleiding 1.2.2, 1.3.3 (max 15 pnt)

3.3.1, 6.3.1

Theorie (max 10) Materialen Methoden (max 15 pnt) Resultaten (max 25 pnt)

3.3.2, 5.2.3, 3.3.1

Discussie max 15 pnt

3.2.2, 3.2.4, 6.3.1

Conclusie (max 10pnt) Literatuur

2.2.1 2.3.1, 2.3.2

6.3.1

Voldaan /niet voldaan Knock out

Aantal punten De samenvatting beschrijft de relevante aspecten van het onderzoek in maximaal ½ A4 De aanleiding van het onderzoek wordt beschreven. Het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen /hypotheses van het onderzoek worden beschreven. De strategie om het doel te bereiken is uitgelegd. De beschreven theorie is relevant ten aanzien van de onderzoeksvragen. De materialen en methoden zijn specifiek beschreven zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. De werkwijze is beschreven in de voltooid verleden tijd. Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. De informatie en berekeningen zijn goed uitgevoerd. Rapport bevat leesbare figuren die compleet zijn en helder te begrijpen zijn. De statistiek wordt goed toegepast. Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: zijn de onderzoeksvragen te beantwoorden met behulp van de verzamelde data? Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Er worden duidelijke aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvragen. Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. Er wordt alleen gebruik gemaakt van relevante literatuurbronnen

Beoordeling: aantal punten Cijfer =aantal punten/10 Feedback:

233

Voldaan/niet voldaan Knock out




De indeling van het verslag kun je terugvinden in bovenstaand beoordelingsformulier. Extra toelichting vind je hieronder. In de samenvatting beschrijf je het doel de gebruikte methodes en antwoord op de onderzoeksvragen. Inhoudsopgave De hoofdstukken worden genummerd. Inleiding is hoofdstuk 1, dus de samenvatting heeft geen hoofdstuk nummer! In de inleiding beschrijf je: de aanleiding van het onderzoek; de doelstelling en onderzoeksvragen van het onderzoek; de strategie (welke methodes, aanpak gebruik je om doelstellingen te bereiken/ antwoord op onderzoeksvragen te krijgen); hypotheses /verwachtingen. De onderzoeksvragen worden zo geformuleerd dat het mogelijk is om door middel van onderzoek antwoord op de vragen te vinden. Het hoofdstuk theorie bestaat uit 2 onderdelen: achtergrondinformatie over de te meten stoffen en/of informatie over de techniek; de theorie van de chemometrie die je toepast ( uitleg Shewartkaart, uitleg ANOVA etc.). De achtergrondinformatie bevat voldoende diepgang en is specifiek beschreven. Maak hiervoor gebruik van de theorieboeken (Skoog,) en goede bronnen van internet (chromedia). In onderdeel chemometrie wordt de theoretische achtergronden toegelicht ( dus niet de werkwijze). Het hoofdstukmateriaal en methoden Materialen: geef hier specifieke informatie: type kolom, soort detector, loopvloeistof, merk en soort detector, AAS: gebruikte golflengte, verhouding van en welke gassen, soort lamp etc., chemicaliën etc. De werkwijze wordt in de voltooid verleden tijd gezet. Een analist moet aan de hand van de beschrijving het experiment kunnen uitvoeren. Resultaten:  Zorg dat je duidelijke structuur aanbrengt bij de bespreking van de resultaten, maak eventueel gebruik van paragrafen.  Maak gebruik van inleidende zinnen om de lezer duidelijk te maken welke resultaten je gaat bespreken.  De tabellen en grafieken worden ondersteund met verbindende tekst.

234


 


Maak gebruik van voorbeeldberekeningen (ga ervan uit dat je het verslag schrijft voor medestudent, dus een voorbeeldberekening van de standaard deviatie is niet nodig). De informatie in het verslag moet volledig zijn, zodat de lezer de resultaten in tabellen en grafieken zelf kan berekenen of kan herleiden. Informatie die niet relevant is voor het beantwoorden van onderzoeksvragen stop je in de bijlagen (chromatogrammen, grote tabellen, overzichtelijke spreadsheet van de foutenanalyse, etc.).

Discussie De discussie komt voor de conclusie. De inhoud wordt duidelijk beschreven in het beoordelingsformulier, Aanbevelingen voor verder onderzoek mag in de discussie verwerkt worden, maar kan ook als apart hoofdstuk worden ingevoegd in het verslag. Conclusie In de conclusie geef je antwoord op de onderzoeksvragen. Literatuur Elke bron krijgt een nummer. De bronnen worden beschreven volgens de APA normen of zoals beschreven in Exact Communiceren. In de tekst wordt verwezen naar de literatuur. http://specials.han.nl/themasites/studiecentra/verwerken-en-delen/bronnen-vermelden/apa-normen http://specials.han.nl/themasites/studiecentra/nieuws/apa-normen/index.xm Bijlagen Bijlagen krijgen een nummer en titel. In het verslag wordt verwezen naar de bijlagen door het nummer en de titel van de bijlage te geven.

235



Beoordelingsformulier Plan van aanpak kwaliteitsborging ontwikkeling Namen studenten: ……………………………………………………………………………………………… Klas: ……………………..

Datum: …………..

Onderzoeksplan / plan van aanpak

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Onvoldoende

Voldoende

Goed

De inleiding bevat de volgende onderdelen a. Onderzoeksvragen zijn juist geformuleerd (= m.b.v. onderzoek kan deze geverifieerd worden en het is mogelijk om in de conclusie antwoord te geven op de onderzoeksvraag. b. Gemaakte keuzen voor de methoden om de onderzoeksvragen te beantwoorden worden onderbouwd en beargumenteerd. c. Het is duidelijk naar welk antwoord gestreefd wordt. ( hypothese, eis aan de methode, methodes mogen niet van elkaar verschillen). Theorie d. Gemaakte keuzen voor de theoretische achtergrond staan in verband met de onderzoeksvragen. e. De beschrijving van de theorie is op een wetenschappelijke manier beschreven. Materiaal en methoden f. De chemicaliën en apparatuur is beschreven in een overzichtelijke tabel en de informatie is volledig. g. De volgorde van de onderzoekstappen is logisch.

h. Stappen worden in de tijd geplaatst.

i. De gedetailleerdheid van de beschrijving van de stappen is gerelateerd aan het niveau van het onderzoek. Planning j. De planning is realistisch. Naam feedbackgevers

Feedback ten aanzien van inleiding, theorie, materiaal en methoden en planning

Actiepunten naar aanleiding van feedback

236



Beoordelingsformulier presentatie optimalisatie Naam: ……………………………………………………….. Gerelateerd aan competentieindicatoren

Klas: …………………….. Datum: …………..


Max. aantal punten

Inhoud (totaal aantal punten: 60) Criteria voor onderzoekspresentatie Bespreekt de volgende aspecten op heldere en correcte wijze: 1..3.2, 1.3.5

2.3.1, 4.1.3 3.3.2, 3.3.1, 3.3.3 3.3.4, 3.1.4, 11.1.3, 3.2.4

- overkoepelende context - doel en onderzoeksvragen - hypothese - strategie en experimentele uitvoering - resultaten - conclusie - discussie in vergelijking met verwachtingen en/of literatuurwaardes. - discussie van experimentele problemen - verbetervoorstellen Presentatie (totaal aantal punten: 20)

15

   

20

6.3.1

6.3.1 8.1.4, 8.2.5 8.2.4

Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart). Maakt overzichtelijke en duidelijke dia’s. Spreekt op professionele en overtuigende wijze. De dia’s ondersteunen de verbale boodschap.

Discussie (totaal aantal punten: 20)  Voert een vakinhoudelijke discussie  Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner.  Onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten.

10 20 15

20


100


10

Feedback


237



Titel OWE


OWE 12: Analytische chemie: methodeontwikkeling en literatuuronderzoek ECU 12: Analytical Chemistry: Method Development and Literature

Review 1 2 3 4 5

6 7

8

Code Opleiding Doelgroep Beroepstaak/ Beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten

Studiepunten, Studielast Samenhang met andere OWE’s

Ingangseisen

9


10

Competenties

11


C12 of CD12 Chemie Voltijd en deeltijd studenten Hoofdfase Chemie afstudeerrichting analytische chemie, niveau 3 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek n.v.t. Eindverslag methodeontwikkeling (V) Scriptie (L) Opdracht fasenleer (Op) Opdracht biomoleculen 2 15 stp 420 SBU Deze OWE is onderdeel van de major analytische chemie in het derde jaar. Het eerste deel (C11) van de major is gericht op de kwaliteitsborging op het analytische laboratorium. C12 richt zich op het andere belangrijke deel van het analytisch laboratorium, nl. methode ontwikkeling en literatuuronderzoek Propedeuse HLO moet zijn afgerond en de OWE’s C5 en C7 moeten minimaal gevolgd zijn. De analytische practica van de OWE’s C5 en C7 moeten voldoende zijn afgesloten om met de practicumprojecten van OWE C12 te kunnen starten. Indien een student OWE C5 en/of OWE C7 niet geheel heeft afgerond (en/of de student heeft nog meer dingen openstaan uit de OWE’s C6 of C8) dan zal een persoonlijke planning gemaakt worden om bepaalde onderdelen uit deze OWE naast de onderdelen uit de eerdere OWE’s te doen. Voor deelname aan het deeltentamen Pi is aanwezigheid bij alle practica verplicht. Voor deelname aan het deeltentamen IPV is aanwezigheid bij de tutorlessen verplicht. Alle practica moeten zijn gevolgd In deze OWE staat de beroepstaak: Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek centraal. Het gekozen onderwijsmodel is PO: project onderwijs. Tijdens deze OWE wordt er fundamenteel analytisch chemisch onderzoek uitgevoerd door middel van het ontwikkelen van een analyse methode. Daarnaast wordt er een literatuurstudie uitgevoerd. Tijdens de OWE volg je daarnaast nog theoretische modules op het gebied van de analytische chemie.  Ontwerpen  Experimenteren  Resultaten analyseren  Kwaliteitsbeheer  Rapporteren en presenteren  Planmatig en projectmatig werken  Adviseren  Samenwerken  Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor kenmerken deeltentamens, beoordelingscriteria, competenties en indicatoren.

238


12

Tentaminering


C(D)12-T C(D)12-V

Deeltentamens


Instapvoorwaarden tentamen

Frequentie (deel)-tentamens

Mondelinge Thematoets (T) Eindverslag methodeontwikkeling (V) C(D)12-L Literatuur verslag (L) C(D)12-Pi Praktijk indruk (Pi) C(D)12-gemK Gemiddelde Kennistoetsen (gemK) C(D)12-Kschei Kennistoets scheidingsmethoden (Kschei) C12-Kchem4 Kennistoets chemometrie 4 (Kchem4) CD12-Opcm4 Opdracht chemometrie 4 (OpCM4) CD12-Kfas Kennistoets fasenleer (Kfas) C12-Opfas Opdracht fasenleer (Opfas) C(D)12-Opbm Opdracht biomoleculen (Opbm) C(D)12-IPV IPV Eindcijfer: (T+V+L+gemK +Pi)/5 C12-gemK gemK = (Kschei + Kchem4) /2 ≥ 5.5 Kschei en Kchem2 ≥ 4,0. CD12-gemk: gemK = (Kschei + Kfas) /2 ≥ 5.5 Kschei en Kfas ≥ 4,0. IPV en de opdrachten C12-Opfas, C(D)12Opbm en CD12-Opcm4 moeten afgevinkt zijn met voldaan en de cijfers voor de toetsen/beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn. C12-T blok 4 herkansing augustus C12-V blok 4 herkansing augustus C12-L blok 4 herkansing augustus C12-Pi blok 4 C12-Kschei blok 4 herkansing blok 4 C12-Kchem4 blok 4 herkansing blok 4 Voor deelname aan de deeltentamens Pi en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3). De studenten van de deeltijdopleiding kunnen de tentamens maximaal 2 x per jaar aanvragen en maken op een door hen gewenst tijdstip.

13


De laatste druk van:  Miller J.N., Miller, J.C., Statistics and chemometrics for analytical chemistry, Essex: Pearson Education.  Skoog D.A., Holler F.J., Crough, S.R., Principles of instrumental analysis, (int 6th rev ed), Cheriton House, Andover: Cengage Learning Inc.  Laan, R., van der, Toegepaste Fasenleer. Utrecht: Syntax Media.  Andries, J.P.M., Vries, A.B., de, Chemometrie, Arnhem: Syntax Media.  Laan, A., van der, Kooij, R., van der, Exact Communiceren. Utrecht: Syntax Media.

239


14


15 16


17 18



De laatste druk van:  Harris, D.C., Quantitative chemical Analysis, New York NY: W.H.Freeman and Company LTD. In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Extractie Ondersteunend vak Ionchromatografie, Superkritische LC, Scheidingsmethoden UPLC Massaspectroscopie Capillair electroforese FFF Methode ontwikkeling en nieuwe ontwikkelingen Werkwijze: hoorcollege Fasenleer: Zie ondersteunend vak Fasenleer

Ondersteunend vak Fasenleer Alleen voor deeltijdopleiding

Ondersteunend vak Fasenleer

Werkwijze: zelfstudie a.d.h.v. schriftelijke modules Unaire systemen Binaire systemen Tertiaire systemen

Alleen voor voltijdopleiding

Werkwijze: gecombineerd hoor/werkcollege/praktijk Autocorrelatieanalyse, Principale componentenanalyse Multivariate analyse

Ondersteunend vak Chemometrie

Werkwijze: gecombineerd hoor-/werkcollege Eiwitten Vetten Koolhydraten Secundaire metabolieten

Ondersteunend vak Biomoleculen

Werkwijze: gecombineerd hoor/werkcollege/praktijk 19

20

Les- / Contacturen

Onderwijsperiode

Geprogrammeerde contacttijd: 20 lesuren per week, 140 lesuren per periode = 105 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid:315 klokuren Totaal: 420 klokuren Geprogrammeerde contacttijd voor de deeltijdstudenten 106 lesuren per periode: 90 lesuren praktijk (deze uren vallen binnen de leerwegonafhankelijke toetsing en kan de student daarom op zijn werk invullen), 6 tutoruren, 9 spreekuren met de docent, 1 SLB-uur = 80 klokuren per periode Toetstijd: 7 lesuren = 5 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: 340 klokuren, inclusief zelfstudietijd theorievakken Totaal: 420 klokuren Periode 4

240


21

Maximum aantal deelnemers


n.v.t.

241



Toetsprogramma OWE 12: Analytische chemie: methodeontwikkeling en literatuuronderzoek (C12 of CD12) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen

Indicatoren


Code: C12-Kgem CD12-Kgem

Waardering / Cesuur C12-Kgem =gemiddelde van C12-Kschei en C12-Kchem2,

Examinator 1 examinator

CD12-Kgem =gemiddelde van CD12Kschei en C12-KFas


Cesuur: voldoende is behaald met cijfer>5.5

Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5.5 Code: C12-Kschei CD12-Kschei Naam: Kennistoets Scheidingsmethoden Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4,0

Scheidingsmethoden Algemeen:  Van Deemter  Extractie : pH en ligand LC:  polariteitsindex,  troubleshooten  Ionchromatografie,  Superkritische LC - UPLC :  FFF Massaspectroscopie:  ionisatie en focussingmethode  koppeling technieken Capillair electroforese Methode ontwikkeling en nieuwe ontwikkelingen

Scheidingsmethoden De student:  kent het principe van en berekeningen doen aan vloeistofextractie als functie van pH en Liganden--Kan de van Deemter vergelijking toelichten en reproduceren;  kan berekeningen doen met polariteitsindex voor de mobiele fase;  kan trouble shooten door bestuderen van HPLC-en GC chromatogrammen;  kent de stappen die nodig zijn voor het ontwikkelen van een chromatografische methode;  kan de volgende termen en onderwerpen bespreken en uitleggen: principe en toepassing van chromatografie: - Ionenwissleingschromatografie - Superkritische chromatografie - UPLC - Ion-paar chromatografie  kent het principe van Capillaire electroforese, UPLC, FFF, SFC en kan toepassingen noemen;

242


2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor de beoordeling (Theorie docent).



Code: C12-Kchem4 Naam: Kennistoets Chemometrie 4

Chemometrie 2 Onderdeel: Autocorrelatie Multi variate Data-analyse

Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 0 Beoordeling: cijfer Ondergrens 4,0

Code: CD12-Opcm4 Naam: Opdracht chemometrie 4

De student krijgt een of meerder artikelen waarin multivariate data analyse worden toegepast en beantwoord vragen over dit artikel.

kan het principe beschrijven van: - de volgende ionisatiemethoden: EI, CI, ESI, Maldi, APCI); - de volgende ion focussing methoden (quadrupole, magnetische analyser, triple Quad, ion-focussing met en zonder reflecton), ion trap;  kan een aantal recente ontwikkelingen noemen en toelichten koppeling GC en HPLC: GCxGC, LC -MSMS, LC-ICPMS, triple quad;  kent de stappen die nodig zijn om een methode te ontwikkelen. Autocorrelatie Concrete leerdoelen De student: kan een signaal karakteriseren door middel van gemiddelde en standaarddeviatie; kan een experimenteel bepaalde autocorrelatiefunctie interpreteren; kan de optimale bemonsteringstijdstippen voor een proces bepalen; kan een voorspelling van de signaalwaarde geven m.b.v. de autocorrelatiefunctie. Onderdeel: Multi variate dataConcrete leerdoelen De student: kent enkele patroonherkenningstechnieken uit de multivarate data-analyse; kan een uitdraai van een PCS analyse lezen en begrijpen t.a.v objecten, eigen vectoren, scoreplot , loadingsmatrix, dendogrammen. De student krijgt een of meerder artikelen waarin multivariate data analyse worden toegepast en beantwoord vragen over dit artikel.

Deze opdracht is alleen voor deeltijdstudenten en komt in de plaats van chemometrie 4 theorie.

Vorm: Schriftelijk Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan

243

Chemometrie 2 55% van de punten komt overeen met een 5,5.


De student krijgt opgaven over de artikelen. 70% van de vragen moeten goed zijn voor een voldaan.




Ondergrens V Code: CD12-Kfas Naam: Kennistoets fasenleer

Fasenleer: Unaire Binaire Tertiaire systemen

Fasenleer: De student: kan een indeling van de fasenleer maken op grond van het aantal vrijheidsgraden; het aantal componenten en het aantal fasen; kan de fasenregel van Gibbs toepassen; kan een binair fasendiagram interpreteren; kan de hefboomregel toepassen; kan de theorie van de stoomdestillatie en van de vacuümdestillatie uitleggen; kan fasendiagrammen met daarin azeotropen interpreteren; kan de wet van Raoult toepassen en berekeningen aan fasendiagrammen uitvoeren; kan een ternair fasendiagram opstellen en de noodzakelijke berekeningen daaraan uitvoeren.



Fasenleer: Unaire Binaire Tertiaire systemen

Fasenleer: De student: - kan een indeling van de fasenleer maken op grond van het aantal vrijheidsgraden; het aantal componenten en het aantal fasen; - kan de fasenregel van Gibbs toepassen; kan een binair fasendiagram interpreteren; kan de hefboomregel toepassen; - kan de theorie van de stoomdestillatie en van de vacuümdestillatie uitleggen; - kan fasendiagrammen met daarin azeotropen interpreteren; - kan de wet van Raoult toepassen en berekeningen aan fasendiagrammen uitvoeren; - kan een ternair fasendiagram opstellen en de noodzakelijke berekeningen daaraan uitvoeren; - kan een fasenleerexperiment uitvoeren; - kan een presentatie geven over het fasenleerexperiment. Eiwit: De student:  kan de basisstructuur van aminozuren tekenen;

De student moet aanwezig zijn in de lessen en een voldoende halen voor de presentatie en de opdracht.


Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 0 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 4,0 Code: C12-Opfas Naam: Opdracht fasenleer Vorm: Schriftelijk Mondeling Groep

De studenten maken een aantal fasenleer opdrachten en volgen ondersteunende theorielessen Studenten voeren een experiment uit en ouden hierover een presentatie.

Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens V Code: C12-Opbm CD12-Opbm

Eiwitten Vetten koolhydraten Secundaire metabolieten

244

Cesuur: De student krijgt als huiswerk 15 opgaven. Hiervan worden er 5 nagekeken. Indien er niet meer dan 1 fout is, is deze opdracht voldaan. Daarnaast moet de presentatie met een voldaan afgesloten worden. Zie beoordelingsformulier presentatie fasenleer.

De student moet aanwezig zijn in de lessen, maakt de opdrachten en moet een voldoende halen voor de poster.

1 examinator voor de beoordeling (Theoriedocent)).


Naam: Opdracht Biomoleculen 2 Vorm: Schriftelijk Groep


De student krijgt een praktijkopdracht, maakt een poster en volgt ondersteunende lessen. In de lessen word



 Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens V



kan een beschrijving geven van de secundaire, tertiaire en quarternaire structuur; kent de fysische eigenschappen van eiwitten in relatie tot het isoleren van eiwitten, het verwijderen van eiwitten uit het monster en analysemethoden; kan verschillende methoden beschrijven om eiwitten te analyseren; kan een juiste en duidelijke beschrijving geven van verschillende methoden eiwitten te analyseren en om de AZ sequentie van een eiwit te bepalen.

Koolhydraten De student:  kent de basisstructuren van suikers;  kent het verschil tussen aldoses en ketoses;  kent de verschillende chemische reacties die suikers kunnen ondergaan;  kan een aantal suikereenheden aan elkaar tekenen;  kent de α en β bindingen tussen suikereenheden;  kent de fysische eigenschappen van sachariden in relatie tot monsteropwerking;  kan een juiste en duidelijke beschrijving geven van verschillende methoden koolhydraten te analyseren;  kan een beschrijving geven van de Maillard reactie en de belangrijke producten die ontstaan. Lipiden: De student:  kent de opbouw van de verschillende lipiden;  kent het verschil tussen verzadigd en onverzadigd;  kent de verschillende chemische reacties die suikers kunnen ondergaan;  kan een juiste en duidelijke beschrijving geven van verschillende methoden om lipiden te analyseren. Algemeen De student:

245

Zie beoordelingsformulier poster.



Code: C12-T Naam: Mondelinge Thematoets Vorm: Mondeling Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Competentie 6: Rapporteren en presenteren Presentatie 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen:  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten;  verbale en visuele boodschap vormen een geheel;  gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap;  gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet Informatie vergaren en verwerken 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.3. Integreert informatie om tot een beargumenteerd (bijv. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens

kan in artikelen relevante informatie opzoeken en in een poster bespreken;  gebruikt hierbij de kennis die opgedaan is tijdens de lessen;  kan een poster maken die voldoet aan de eisen (zie bijgevoegd beoordelingsformulier). Zie beoordelingsformulier thematoets.

Zie beoordelingsformulier thematoets. 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

2 examinatoren voor de constructie en evaluatie (Praktijkdocent en expert). (Beide examinatoren zijn aanwezig bij de presentatie. In overleg wordt eindbeoordeling vastgesteld.)

246


Code: C12-Pi CD12-Pi Naam: Praktijk indruk Vorm: Individueel Praktijk Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5.5

de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.2.4. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. 3.3.4. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en (Zie beoordelingsformulier thematoets) vergelijkt met literatuurwaarden. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Uitvoering 2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.3.6. Maakt zich nieuwe technieken snel eigen. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van




2 examinatoren voor de beoordeling (Praktijkdocenten).

Cijfer =aantal punten/10. 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

247

(Beide examinatoren geven een beoordeling en na overleg wordt eindbeoordeling vastgesteld.)



de resultaten. 4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. 4.3.1. Controleert de houdbaarheid van reagentia. 4.3.2. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften. Competentie 5: Beheer en administratie Beheer 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op). Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. Plant en organiseert zijn activiteiten resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden.

Code: C12-IPV CD12-IPV Naam: IPV Vorm: Individueel Mondeling Weging:

In de context van het project methode ontwikkeling Competentie 8: Samenwerken in een team Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert open en helder met collega’s en

De student:  heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt;  kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt;  voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit;  houdt zich aan de afgesproken regels;  stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot

248

Alle criteria moeten voldoende zijn voor een Voldaan.

1 examinator voor de eindbeoordeling (Tutor).


0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens Voldaan

Code: C12-V CD12-V Naam: Eindverslag methode ontwikkeling Vorm: Schriftelijk Groep Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

begeleiders volgens basisregel voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten. 11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse zelfstandig POP op. 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen. 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. Toont professionele werkhouding 11.3.3. handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde medewerker. Competentie 1: Ontwerpen van experimentele opzet. Vraag verhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan. 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (bijv. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten.


 

de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact; laat anderen uitpraten; geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback.

Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student (SAS)

Zie Beoordelingsformulier “Onderzoeksverslag Course 12: ‘methode ontwikkeling’.

Zie Beoordelingsformulier “Onderzoeksverslag Course 12: ‘methode ontwikkeling’.

2 examinatoren voor de beoordeling (Praktijkdocenten en/of Expert).

Onderzoeksverslag Cijfer =aantal punten/10.

(Beide examinatoren beoordelen het verslag en na overleg wordt eindbeoordeling vastgesteld.)

55% van de punten komt overeen met een 5,5. Het plan van aanpak (beoordelingsformulier plan van aanpak) is een formatieve toets en is bedoeld om de student feedback te geven.

249



1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Vervolgexperimenten Competentie 3: Resultaten analyseren Data processing 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusies en discussie 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 6: Rapporteren en presenteren Tekst 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3):  hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;  brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen;  opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen;  rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;

250





Code: C12-L CD12-L Naam: Literatuur verslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens 5,5

beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. In de context van het project methode ontwikkeling Competentie 1: ontwerpen van experimentele opzet Vraag verhelderen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Informatie vergaren en verwerken tot onderzoeksplan 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen (inclusieve vereiste controles). 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 3: Resultaten analyseren Conclusies en discussie 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. Competentie 6: Presenteren en rapporteren Tekst 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3):  hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;  brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen;

Zie formulier beoordeling literatuurverslag, niveau III.

Zie formulier beoordeling literatuurverslag, niveau III. 55% van de punten komt overeen met een 5,5.

251



   


opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen; rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst; beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen; beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. In de context van een eigen gekozen analytisch onderwerp

252



Beoordelingsformulier mondelinge thematoets Naam: ………………………………………………………..

Gerelateerd aan competentieindicatoren

Klas: …………………….. Datum: …………..


Max. aantal punten

Inhoud (totaal aantal punten: 60) Criteria voor onderzoekspresentatie Bespreekt de volgende aspecten op heldere en correcte wijze: 1..3.2, 1.3.5.

-

overkoepelende context; doel en onderzoeksvragen; hypothese. strategie en experimentele uitvoering. resultaten; conclusie. discussie in vergelijking met verwachtingen en/of literatuurwaardes; - discussie van experimentele problemen; - verbetervoorstellen. Presentatie (totaal aantal punten: 20)

15

- Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart). - Maakt overzichtelijke en duidelijke dia’s. - Spreekt op professionele en overtuigende wijze. - De dia’s ondersteunen de verbale boodschap. Discussie (totaal aantal punten: 20) - Voert een vakinhoudelijke discussie.

5 5 5 5 10

8.1.4, 8.2.5

-


5

8.2.4

-

Onderbouwt eigen mening helder en met duidelijke argumenten.

5

2.3.1, 4.1.3. 3.3.2., 3.3.1., 3.3.3.. 3.3.4., 3.1.4., 11.1.3, 3.2.4.

6.3.1

6.3.1

10 20 15


100


10

Feedback


253




Beoordelingsformulier Plan van aanpak methodeontwikkeling Naam: …………………………………..

Klas: …………

Onderzoeksplan/ plan van aanpak

Datum: ………….. Onvoldoende

Onderzoeksvragen zijn juist geformuleerd (= m.b.v. onderzoek kan deze geverifieerd worden). De eisen waaraan het onderzoek moet voldoen zijn duidelijk/ de hypotheses zijn beschreven. Gemaakte keuzes voor de methodes om de onderzoeksvragen te beantwoorden worden onderbouwd en beargumenteerd (laat zien dat hij de vakkennis op de juiste wijze kan toepassen). Het literatuuronderzoek is goed afgebakend door middel van een zoekplan. De gedetailleerdheid van de beschrijving van de stappen is gerelateerd aan het niveau van het onderzoek. De volgorde van de onderzoeksstappen is logisch.

Stappen worden in de tijd geplaatst.

Vorm van het onderzoeksplan voldoet aan de normen die in de beroepspraktijk worden gebruikt (vorm van rapportage is conform de competentie rapporteren en presenteren). Eindbeoordeling

Feedback


254

Voldoende

Goed



Beoordelingsformulier Onderzoeksverslag course 12: ‘methode ontwikkeling’ Naam: ………………………………………….. Klas: …………………………. Vormgeving

Vormgeving: Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact Communiceren (van der Laan) Taalgebruik: a. Correct taalgebruik. b, Eenduidig taalgebruik c. Taalgebruik sluit aan bij doelgroep (lezers)

Aantal punten vormgeving 6.3.1 Samenvatting (max. 10 pnt) 1.3.1, 1.3.2, 1.2.2, 1.3.3

Inleiding (max. 15 pnt)

2.2.1

Theorie (max. 10pnt)

2.3.1/2.3.2

Materialen Methoden (max. 15 pnt) Resultaten (max. 25 pnt)

3.3.1/6.3.1

Datum: ……………………….

3.3.2, 5.2.3, 3.3.1

Discussie (max. 15 pnt)

3.2.2/3.2.4/ 6.3.1 6.3.1

Conclusie (max. 10 pnt) Literatuur

Voldaan /niet voldaan Knock out?

Aantal punten De samenvatting beschrijft de relevante aspecten van het onderzoek in maximaal ½ A4. De aanleiding van het onderzoek wordt beschreven. Het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen /hypotheses van het onderzoek worden beschreven. De strategie om het doel te bereiken is uitgelegd. De beschreven theorie is relevant ten aanzien van de onderzoeksvragen. De materialen en methoden zijn specifiek beschreven zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden. De werkwijze is beschreven in de voltooid verleden tijd. Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen. Rapport bevat leesbare figuren die compleet zijn en helder te begrijpen zijn. De statistiek wordt goed toegepast. Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Er worden duidelijke aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven. In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvragen. Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. Er wordt alleen gebruik gemaakt van relevante literatuurbronnen.

Beoordeling: aantal punten Cijfer =aantal punten/10 Feedback


255

Voldaan/niet voldaan Knock out



Beoordelingsformulier Praktijk chemie niveau III Naam: …………………………………………………………………………………. Competentie/ indicatoren 2.3.1., 2.1.2., 4.1.3. 5.2.3., 6.3.1., 7.3.1.

2.3.2 2.3.1., 2.3.6., 4.1.2. 2.3.3. 2.3.4. 2.3.5

4.2.1, 4.3.2

2.1.5, 72.2,7.2.3,7.3.2. 4.1.1, , 5.2.2. 5.2.1., 5.2.3. 3.2.1., 3.1.2., 3.2.3., 3.1.4., 5.2.3., 6.2.1

Klas: …………………………..


De student heeft doel, vraagstelling/hypotheses (i.v.t.), werkwijze (i.v.t.), veiligheids- en milieumaatregelen en voorberekeningen (i.v.t.) op correcte wijze in zijn labjournaal genoteerd en kan vragen over de methode en werkwijze beantwoorden. Maakt een beargumenteerd voorstel voor de te gebruiken controles en experimenten. De student zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat hij/ zij met het experiment begint; maakt oplossingen (i.v.t.). De student voert experimenten volgens protocol uit. De student kan te alle tijden uitleggen welke stap van de methode hij/zij uitvoert. De student werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. De student lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). De student voert experimenten zodanig uit dat duplo- en/of triplo-metingen met elkaar overeen komen. De student gaat correct met apparatuur om (bijv. ijken van pH meters, maakt gebruik van SOP's ) en de kalibratiereeks is nauwkeurig uitgevoerd ( indien van toepassing). De student voert de experimenten binnen de gestelde tijd en volgens de planning uit, ook onder tijdsdruk. Past zich aan gewijzigde omstandigheden. De student werkt volgens de veiligheids- en milieuregels, vult de veiligheidskaart in en laat zijn werkplek opgeruimd en schoon achter. De student codeert en bewaart chemicaliën en monsters op voorgeschreven wijze en noteert dit in zijn/haar labjournaal. De student heeft in zijn labjournaal/meetrapport de resultaten volgens de geschikte methode geanalyseerd en een beargumenteerde conclusie met betrekking tot het doel / de hypothese getrokken, voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit ( in bijv. Excel).

256

Datum: …………………………

Onvoldoende

Voldoende

Goed

Uitmuntend

- 0 - 10-

-12-

-16-

-20-

Niet voldaan

Voldaan

-0- 10-

-12-

-16-

-20-

-0-5-

-6-

-8-

-10-

Loopt vaak uit

Loopt soms uit -6-

Loopt nooit uit


- 0-5 -

-8-

- 0-5 -

- 6-10 -

Niet voldaan

Voldaan

-0-10-

-12-

-16-

-20-

Aantal punten



5.2.3.

Het labjournaal is up-to-date, overzichtelijk en zodanig geschreven dat anderen de doelstellingen, experimentenbeschrijving kunnen begrijpen.

11.1.4

De student is op tijd, voorbereid, heeft zijn spullen bij zich en heeft een actieve werkhouding. Totaal aantal punten Eindbeoordeling (totaal aantal punten/10 én overal aan voldaan)

Feedback


257

-0-5-

-6-


-8-

-10-




Beoordelingsformulier literatuurverslag niveau III Naam: …………………………………..

Klas: …………………….. Datum: ………….. Max aantal punten

6.3.1

1.3.1, 1.3.2, 1.2.2, 1.3.3 1.3.1

1.3.3, 3.3.1

1.3.5

3.2.2 3.2.4 6.3.1

6.3.1 6.3.1 6.3.1

6.3.1

Inhoud Samenvatting De student beschrijft alle relevante gegevens van het onderzoek in een Engelstalige samenvatting die zelfstandig gelezen kan worden. De samenvatting is niet groter dan ½ A4. Inleiding De aanleiding van het onderzoek wordt beschreven. Het hieruit volgende doel en de onderzoeksvragen worden beschreven. De strategie om het doel te bereiken is uitgelegd Tussenstuk Relevantie behandelde onderwerpen De student kiest de juiste onderwerpen uit de wetenschappelijke artikelen en naslagwerken om de onderzoeksvraag te beantwoorden. De student gebruikt tenminste 3 wetenschappelijke artikelen om het doel te bespreken. Analyse/interpretatie van gegevens De student integreert de informatie uit de verschillende bronnen op een logische manier om de onderzoeksvraag te beantwoorden en geeft de lezer handvaten om de informatie goed te begrijpen. Diepgang De student legt verbanden tussen de verschillende onderzoeken beschreven in de wetenschappelijke artikelen. Conclusie In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvragen. Vormgeving Structuur/opbouw van verslag: De student brengt een heldere en logische structuur aan. Er is sprake van samenhang tussen de onderdelen. Spelling en grammatica: De student hanteert correcte spelling en grammatica. De student maakt gebruik van duidelijke tabellen, illustraties en grafieken ter ondersteuning van de tekst. Bronvermelding : Het verslag bevat een literatuurlijst; in de tekst wordt verwezen naar deze lijst. Omvang: De scriptie bevat ongeveer 10 bladzijden tekst, inclusief de samenvatting. Totaal

Feedback:

Naam en paraaf beoordelaar:

258

10

15

10

15

10

10

10

10 10 Voldaan /niet voldaan Knock out Voldaan/niet voldaan Knock out 100

Aantal punten



Beoordelingsformulier poster biomoleculen (voldaan/niet voldaan) Naam: …………………………………………….. Gerelateerd aan competentie/ indicator

6.3.1. 6.3.1. 1.3.1., 6.2.1.

6.3.1.

6.3.1. 6.3.1.

8.1.3., 8.2.4., 8.2.5.

Klas: …………………

Beoordelingscriteria Poster

Datum: ……………… Onvoldoende

Inhoud Opmaak  Hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl.  Brengt heldere en logische structuur aan; er is sprake van samenhang tussen de tekstonderdelen.  

Rapport bevat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst.  Beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor grafieken en tabellen met een juiste titel.  Beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting.  De opbouw van de poster is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen: Titel, Auteurs, Samenvatting, Inleiding, Materiaal en methodes, Resultaten, Discussie en conclusie, Bronnenlijst. Richtlijnen:  zo weinig mogelijk tekst maar voldoende voor een duidelijk verhaal;  goed leesbaar, leuke achtergrond maar niet overheersend;  goede pakkende titel;  duidelijke structuur, geen zoekplaatje!  leesbaar op 2 m afstand. Discussie  De student legt de inhoud van de poster helder uit en beantwoordt vragen.  De student houdt tijdens de discussie oogcontact met de gesprekspartner.

Om een voldoende te krijgen voor de poster mogen er niet meer dan 2 onvoldoendes gescoord worden Feedback


259

Voldoende



Beoordelingsformulier presentatie fasenleer voldaan / niet voldaan Naam: …………………………………………….. Gerelateerd aan competentie/ indicator

Klas: …………………

Datum: ………………


Niet voldaan

Inhoud: Criteria voor onderzoekspresentatie

2.3.1 ,3.3.2, 3.3.1, 3.3.3, 3.3.4, 3.1.4, 11.1.3, 3.2.4



De student bespreekt het doel, onderzoeksvragen en verwachting



De gepresenteerde informatie is van voldoende diepgang en inhoudelijk correct (experimentele opzet, resultaten, conclusie en verbetervoorstellen)



De extra opdracht wordt goed besproken

Presentatie:

6.3.1

 

Er zit structuur in de presentatie (kop-romp-staart) De student maakt overzichtelijke, leesbare en duidelijke slides en past correcte spelling en grammatica toe.



Spreekt duidelijk en verstaanbaar en gebruikt passende wetenschappelijke terminologie. Maakt oogcontact met het publiek.



Discussie:  Gaat vaak inhoudelijke discussie aan met het publiek.  Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner. 6.3.1, 8.1.4, 8.2.5  Gaat vaak inhoudelijke discussie aan met het publiek.  Laat anderen uitpraten en sluit aan bij gesprekspartner. Eindbeoordeling: Om een voldoende te krijgen voor de presentatie mogen er niet meer dan 2 onvoldoendes gescoord worden Feedback


260

voldaan


Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps) Producten 6. 7. 8.



OWE 13: Stage Chemie ECU 13: Internship Chemistry C13 Chemie Voltijd en deeltijd studenten Hoofdfase chemie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek op het gebied van analytische of organische chemie N.v.t. Stage POP Onderzoeksverslag en aanvullende beroepsproducten Reflectieverslag 30 stp 840 SBU De stage sluit aan op de gevolgde OWE’s van de major. Tijdens de stage worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst. Propedeuse behaald. Studenten moeten minimaal 45 stp in het 2e leerjaar van de hoofdfase gehaald hebben. Praktijkbeoordelingen in jaar 2 moeten met een voldoende beoordeeld zijn. Indien een researchminor (RM15 of RM30) voorafgaand aan de stage heeft plaatsgevonden geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van RM30 of het onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek.

9.


10.

Competenties

11.


Indien voldaan is aan de ingangseisen, mag de stage pas worden gestart na officiële goedkeuring van de opdracht. De stage heeft als doel om je werkervaring op te laten doen als bijdrage aan de vorming van jou als (beginnend) beroepsbeoefenaar. Je zoekt een stageplek die past bij jouw POP. - Ontwerpen van experimentele opzet - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie - Rapporteren/presenteren - Planmatig/projectmatig werken - Samenwerken - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren.

12.

Tentaminering

Deeltentamens

C13-PB Portfolio assessment (PB) C13-V Verslag (V) C13-P Praktische werkzaamheden (P) Het is mogelijk om deze deeltentamens leerwegonafhankelijk af te leggen. (1 x beoordeling portfolio-assessment + 2 x beoordeling praktische werkzaamheden + 1 x beoordeling verslag) / 4

Weging

261



Compensatiemogelijkheden Instap-voorwaarden tentamen Frequentie (deel)tentamens

13.


14.

Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Activiteiten Werkvormen

15. 16. 17. 18.

Alle deeltentamens moeten voldoende zijn (≥5.5).

2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de laatste stagedag. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de stagedocent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na afloop van de stage.  Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, Utrecht: Syntax Media. laatste druk  Stagevoorbereidingsgids (Scholar)  Stagegids (Scholar) Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen De Slb-er begeleidt de student bij het vinden van een stageplaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplek (solliciteren naar een stageplek). De plaats waar stage wordt gelopen, is een andere plaats dan waar de afstudeeropdracht wordt vervuld.

19. 20. 21.

Les- / Contacturen Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers

Tijdens de stageperiode wordt een intervisie bijeenkomst georganiseerd waaraan actieve deelname verplicht is. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heeft 10 klokuren voor begeleiding. Semester 1 of 2; afhankelijk van keuze student n.v.t.

262



Toetsprogramma OWE13: stage chemie (C13) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: C13-PB Naam: Portfolio assessment Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5 Code: C13-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Competenties met indicatoren


Competentie 11 Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten. 11.2.2. Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op. 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. 6.1.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met dezelfde achtergrond volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (gedeeltelijk)



Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.4. (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig) om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1., (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.2., (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.2.3., (2.3.3.) Voert experimenten volgens

Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Stage Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”.

       

POP, goedgekeurd door SLB-er (zie beoordelingsformulier “stage-POP”) Definitieve POP, goedgekeurd door stagebegeleider Sollicitatiebrief met CV Verslag sollicitatiegesprek Agenda en notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent Verslagen van tussentijdse evaluatiegesprekken met bedrijfsbegeleider Beoordelingsformulier werkzaamheden Bedrijfsbevestiging over minstens 90 werkdagen Reflectieverslag (zie beoordelingsformulier Reflectieverslag)

Waardering / Cesuur Alle onderdelen van het portfolio moeten aanwezig zijn in het portfolio en de eindbeoordeling van het portfolio moet voldoende (≥ 5.5).

1 examinator voor de beoordeling (Stage docent).

Het portfolio staat inclusief onderzoeksverslag op het digitale portfolio (DPF).

Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5).

263

Examinatoren

1 examinator voor de beoordeling (Stage docent).



protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig). 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) / 2.3.4. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) / 2.3.5. lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1., (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.3., (3.3.4.) Discussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en

264



bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren/presenteren 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen:  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten;  verbale en visuele boodschap vormen een geheel;  gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning;  gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen:  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten;  verbale en visuele boodschap vormen een geheel;  gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap;  gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken

265


Code: C13-V Naam: Stageverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1

7.2.1. (7.3.1) Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt (Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken). 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie: 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.2.4. brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Competentie 1: experimenteren 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1., (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van


Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”.

266

Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bioinformatica”.

1 examinator voor de beoordeling (Stagedocent).




statistiek. 3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project,). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3., (3.3.4.) Discussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2)/. 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3).

267



Beoordelingslijst werkzaamheden stage Biologie, Medische Research en Chemie Naam student: ……………………………………………

Student nr: ………………………………………

Klas: …………..

Stageplaats: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8, VET, WEERGEGEVEN IS.

Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden.

Aantal gewerkte dagen is 90 of meer.

Professionele ontwikkeling: Werkhouding

 Toont professionele werkhouding: past zich snel aan, handelt integer; toont doorzettingsvermogen en is een gemotiveerde medewerker.

Kwalititeitsbeheer: Veiligheid

 Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen.

Beheer & adminstratie: Labjournaal (adm)

Regels

 Verwerkt informatie in een labjournaal volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega's het onderzoek over kunnen nemen als de stage van de student is afgelopen.  Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen werktafel, bestellen van materialen indien deze op zijn, apparaten uitzetten etc.

268

onvoldoende

voldoende


Competentie Trefwoord

Onvoldoende

ontwerpen (5 pnt)

inwerken Punten

voldoende

voorbereiden

Punten:

tempo van werken

Punten:

bovengemiddeld

- verdiept zich in het onderzoek. Bestudeert literatuur op aanwijzingen van de begeleider.

excellent

… en raadpleegt uit eigen beweging begeleiders/ collega’s/ literatuur.

0………………1…………………….….…2…………………………….2,5………………………...……….………..3 - komt met voorstellen voor de aanpak van het onderzoek

ontwerpen Punten

experimenteren (45 pnt)


… komt met juiste voorstellen voor de aanpak van het onderzoek

0…………………………………………….1…………………………………………..….1,5………………………….….2 - maakt voorstellen voor controles - voert berekeningen uit, - maakt oplossingen, zorgt ervoor dat alles klaar staat - begrijpt wat hij/zij moet doen. - bespreekt de voorbereidingen dagelijks met de begeleider - maakt weinig fouten in de voorbereidingsfase dat de snelheid van het werk ten goede komt.

… en doet dit zelfstandig

0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 - werkt aan één experiment tegelijkertijd. Voert het experiment binnen de gestelde tijd uit. Weet wachttijden zinvol te gebruiken.

-

werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd

… en kan makkelijk switchen tussen de experimenten, terwijl toch het overzicht wordt behouden

0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15

269

Aantal gegeven punten


beheersing technieken

Punten:

resultaten analyseren (15 pnt)

dataprocessing

Punten:

validatie

Punten:

conclusie

beheer en adminis-tratie (5 pnt)

Punten:

beheer

Punten:

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post- propedeutische fase - heeft zich de benodigde technieken eigen gemaakt en beheerst deze - werkt nauwkeurig - weet tijdens en na de uitvoering van het experiment ten alle tijden exact wat hij doet

… en heeft technieken zich snel eigen gemaakt en beheerst deze goed (af te leiden uit reproduceerbaarheid van de gegevens)

… en kan afwijken van protocol indien nodig om betrouwbare resultaten te krijgen en zijn handelingen theoretisch verantwoorden

0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 - voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van resultaten uit (onder begeleiding)

… doet dit zelfstandig

0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid


0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - leidt uit de verkregen resultaten conclusies af m.b.t. de onderzoeksvraag (onder begeleiding). - voert op de juiste wijze foutendiscussie uit

… doet dit zelfstandig en maakt … en legt verbanden met voorstellen voor andere deelexperimenten en vervolgexperimenten literatuurwaarden

0…1………2……..…..3…………………3,5.……………....4…………….……5……………………6………..…7 - codeert monsters/oplossingen/chemi caliën en bewaart deze op de juiste manier - ruimt op, signaleert als reagentia op zijn

… en draagt bij aan een efficiënt functionerend lab (geeft verbetervoorstellen)

0…………1……………….…….………2…………………..……….…..3….………4………………………....………..5

270

rapporteren/ presenteren (10 pnt)


presentatie

Punten:

planmatig projectmatig werken (10 pnt)

plannen Punten:

uitvoeren

Punten:

samenwerken (10 pnt)

functioneren in groep

Punten:

communicatie

Punten:


- presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn onderzoeksresultaten (werkbespreking) - en kan vragen beantwoorden.

… presenteert en discussieert op een heldere en overtuigende wijze

0…2…………4………..…..6…………6,5………….…….7……….….….…8……………..…………9………….…10 - plant en organiseert zijn werkzaamheden dagelijks onder begeleiding

… doet dit zelfstandig en schat uitvoeringstijd goed in

0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4 - voert werkzaamheden volgens planning uit (ook onder tijdsdruk), - ziet erop toe dat doelen worden gehaald; stuurt zijn werkzaamheden bij op aanwijzingen van begeleider

…- stuurt zelfstandig zijn werkzaamheden bij indien nodig

… en stelt prioriteiten

0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6 - kan samenwerken in een team: houdt zich aan de gemaakte afspraken; herkent de eigen rol en die van anderen in het team en gaat hier adequaat mee om

- kan goed samenwerken in een team: … en stemt de eigen werkzaamheden af op die van anderen

… en heeft een duidelijke inbreng in het team

0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6 - communiceert (volgens de basisregels van communicatie) met collega's, begeleiders (kan luisteren, neemt initiatief voor gesprek, staat open voor feedback, probeert conflicten op te lossen)

… en doet dit open en helder

0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4

271



Aantal punten totaal Aanvullend commentaar

Naam en handtekening stagebegeleider

Datum

Naam en handtekening stagedocent

Datum

Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de stagedocent tijdens het stage assessment.

Cijfer

Opmerkingen

Indicatie cijfer 0 – 55 : 55 - 65: 65 - 75: 75 - 85: 85 - 100:

272

≤ 5,5 5,5 - 6,5 6,5 - 7,5 7,5 - 8,5 8,5 - 10



Beoordelingslijst stageverslag Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Bio-informatica Naam student: ……………………………………………

Student nr: ………………………………………

Klas: …………..

Stageplaats: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… LET ER VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER OP, DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8, VET, WEERGEGEVEN IS. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord

Onvoldoende

Vormgeving (15 pnt)

vormgeving

Punten

Taalgebruik

samenvatting (7 pnt)

Punten

voldoende Rapport voldoet aan vormgevingseisen genoemd in Exact Communiceren (van der Laan)

excellent

Het lay-out van het rapport is zeer overzichtelijke en zorgt voor een professionele uitstraling.

0….................………1………….….…2……………………………..3………………………4……………………………...……..5 Taalgebruik: a. Correct taalgebruik (=geen taal/spelfouten).

- Taalgebruik: a. Correct taalgebruik. b. Eenduidig taalgebruik c. Taalgebruik sluit aan bij doelgroep (lezers)

…en is Verslag is in andere taal zijnde niet de moedertaal geschreven op een correcte manier. Ondersteunend voor een helder en samenhangend verhaal.

0……………………..……5………………….6………….………………7………….…………8…………..……………..…….….10 De samenvatting beschrijft doel, methode en eindresultaten van het onderzoek in maximaal ½ A4 zodanig dat het als een zelfstandig geheel gelezen kan worden.

samenvatting

Punten:

bovengemiddeld

0……………………..…..…………..…3…….…..……………….…..…………...5...………….…..…..………..................7

273


Inleiding (10 pnt)


Inleiding

Punten:

Materialen en methoden

middenstuk(29 pnt)

Punten:

resultaten

Punten:


-De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de methoden, materialen en resultaten komt niet duidelijk naar voren..

… Onderzoeksvraag wordt ingeleid d.m.v. literatuur waardoor de keuze voor materialen/methoden en de resultaten duidelijk zijn te begrijpen.

0………….….2…………….….……………5………….……..….…7………..…8………………..……..…9……..………10 - Beschrijft de specifiek gebruikte methode/materialen.

Beschrijft materialen en methoden zodanig dat de experimenten door anderen herhaald kunnen worden.

0………..…….…………………………….7…………….…...…………………………….10………………….…………15

Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst

Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst die de lezer handvatten aanreikt om de data zo goed mogelijk te begrijpen.

0………..………..……4…………….......6……..…………….………..……..….8.…………………………....…………10

Rapport bevat leesbare figuren die compleet zijn en helder te begrijpen zijn.

Punten:

0……..…1…………….………..….…...2……..…………………………………….…...3…………….…......……………4

274


discussie

Punten:


- Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data

Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur.

0………..…1……………4……………………5………….…...…………….………6…………………………….…………8 Er worden duidelijke en volledig doordachte aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven.

afsluiting (25 pnt)

Er worden aanbevelingen voor vervolgexperimenten en onderzoek beschreven.

Punten:

0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 De discussie bevat volledige en correcte uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de alle resultaten

De discussie bevat uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de resultaten

Punten:

0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4

- In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag.

conclusie

Punten:

Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Vergelijkt de onderzoeksresultaten met andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur.

0……….……………2………..…..….5……………….....6……..……….………...7..……..………………....……………9

275

Gehantee rde bronnen (4 pnt)


Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst.

literatuur

0…………………..…1…………………………………..…2….…………………..…3…………………………………………4

Mate waarin student zelfstandig aan onderzoeksverslag heeft gewerkt (10 pnt)

Punten:


Veel begeleiding nodig

Punten:

Op kritieke momenten begeleiding nodig.

Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt

0…………….….2…………….………..5…………………..…………..……..7………………….…..………….………10

Aantal punten totaal

Cijfer student (aantal punten / 10)

Aanvullend commentaar

Naam en handtekening stagedocent Datum

276



BEOORDELINGSFORMULIER STAGE

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Instituut Applied Sciences Student:

Stagedocent:

Studentnummer: Course: 13-stage

Beroepstaak:

Stagebedrijf:

Portfolio:

…………

Werkzaamheden:

…………

Verslag:

…………

Eindcijfer:

…………

(1 x cijfer portfolioassessment + 2 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer verslag) / 4


Datum

………………………………………………….

…………………….

277



Beoordelingsformulier portfolio & assessment Naam: Datum: Deel 1: Checklist portfolio Om in aanmerking te komen voor het assessment dienen alle onderstaande documenten aanwezig te zijn in het portfolio. Onderdeel portfolio Definitieve POP Notulen van stagebezoek(en) van de stagedocent Beoordelingsformulier werkzaamheden, tussentijds ingevuld door bedrijfsbegeleider Zelf geformuleerde tips en tops n.a.v. tussentijdse evaluatiegesprekken met bedrijfsbegeleider Beoordelingsformulier werkzaamheden, ingevuld door bedrijfsbegeleider Reflectieverslag Onderzoeksverslag

Aanwezig

Alle onderdelen aanwezig:

Deel 2: Assessment portfolio Comp.

Beoordelingscri terium

Onvoldoende

6.3.1

Het portfolio is toegankelijk.

11.3.2

Het reflectieverslag bevat een duidelijke terugblik op eigen handelen en ontwikkeling in relatie tot het POP.

De structuur en inhoudsopgave ontbreken, het is bijzonder lastig documenten te vinden. -0Het verslag bevat een onvolledige terugblik en vooruitblik waarin niet alle onderdelen van het POP aan bod komen. -0-

1.3.4 1.3.5 2.3.1 2.3.3

De student kan de gebruikte technieken theoretisch toelichten.

1.3.5 2.3.1

De student kan vragen naar aanleiding van het stageverslag

De student heeft regelmatig moeite met het uitleggen van de achtergrond van een techniek. -0De student beantwoordt regelmatig vragen over eigen

Voldoende Portfolio Het is soms lastig documenten te vinden en de structuur ontbreekt hier en daar. -3Het verslag bevat een terugblik en vooruitblik van de belangrijkste onderdelen uit het POP.

-12Assessment De student kan elke stap uit de gebruikte technieken uitleggen en verantwoorden. -12De student weet het antwoord op vragen over zijn eigen

278

Goed

Uitmuntend

Alle documenten zijn vindbaar en het is gestructureerd.

Alle documenten zijn vindbaar en het is bijzonder netjes en gestructureerd.

-4-5Het verslag bevat Het verslag bevat een een volledige en buitengewoon kritische terugblik nauwkeurige en en vooruitblik in kritische terugblik en relatie tot het POP. vooruitblik met daarin een duidelijke koppeling naar het POP. -16-20De student kan de De student heeft gebruikte correcte ideeën over technieken in een het verbeteren van overkoepelend de gebruikte theoretisch kader technieken voor plaatsen. vervolgonderzoek. -16-20De student weet De student weet het het antwoord op antwoord op vragen vragen over over een onderwerpen die overkoepelend thema

Aantal punten


beantwoorden.

1.3.4 3.1.4 3.3.4 3.2.4 3.3.5 2.3.4

8.1.3 8.1.4 8.2.4 8.3.2 8.3.3 8.1.6

De student kan reflecteren op de inhoud van het onderzoek. Het onderzoek was van voldoende hoog niveau doordat het inhoudelijk complex was, of doordat de experimentele handelingen complex waren. De student communiceert op een heldere en prettige manier.

experimenten en resultaten niet correct. -0De student heeft moeite met het bedenken van alternatieve opties. -0De inhoud van het onderzoek was eenvoudig en de experimenten zijn lineair (achtereenvolgens) uitgevoerd. -0-

De student heeft vaak moeite met het helder formuleren en structuren van zijn antwoorden.

-0-


experimenten en resultaten. -12De student bedenkt alternatieve experimenten. -6De inhoud van het onderzoek was eenvoudig maar er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. -12-

De student formuleert antwoorden op een begrijpelijke manier en beantwoord over het algemeen de vraag van de assessor. -3-

zijdelings met het zijn onderzoek te maken hebben. -16De student bedenkt een alternatieve onderzoekslijn. -8De inhoud van het onderzoek was redelijk complex en er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. -16-

of onderzoek.

-20De student bedenkt een alternatieve onderzoeksvraag en onderzoekslijn. -10De inhoud van het onderzoek was zeer complex en er werden meerdere tegelijkertijd uitgevoerd. -20-

De student sluit in zijn antwoorden goed aan op de vragen van de assessor.

De student sluit in zijn antwoorden zo goed aan op de vragen van de assessor dat er een dialoog ontstaat.

-4-

-5Totaal aantal punten:

Eindcijfer Portfolio & Assessment (Totaal aantal punten / 10): Feedback:

Naam en paraaf assessor:

279



Beoordelingsformulier POP voor stage Naam: …………………………………………………….

Studentnummer: ………………

Klas: ………………………………….

Datum: …………………………….. niet voldaan

11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student beschrijft zijn persoonlijke sterke en zwakke punten.

11.2.2. Stelt op basis van sterktezwakte analyse POP op: De student noemt persoonlijke leervragen of doelen gebaseerd op de sterkte-zwakteanalyse. De student maakt een concreet actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel.

De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw. Het POP is overzichtelijk gestructureerd.


Naam en handtekening (conceptversie) of stagedocent (definitieve versie)

280

voldaan



Beoordelingsformulier Reflectieverslag stage Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam: …………………………………………………….

Studentnummer: ………………

Klas: ………………………………….

Datum: ……………………………..

REFLECTIEVERSLAG 11.1.2. werkt aan leerdoelen volgens POP en verzameld competentiebewijzen 11.3.2. kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten

ONVOLDOENDE INHOUD De student beschrijft de handelingen die bijgedragen hebben aan het realiseren van de POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar bewijsdocumenten van de resultaten hiervan verwezen. De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen. De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ik-vorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of producten. De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders had kunnen aanpakken (alternatieven). Er worden nieuwe leerdoelen genoemd.

6.3.1

VORM Er is een heldere stijl van formulering. Het verslag ziet er verzorgd uit.

Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn) Feedback


281

VOLDOENDE


Titel OWE Code Opleiding Doelgroep Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten

Studiepunten, Studielast Samenhang

Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamens


OWE 14: Afstudeeropdracht chemie ECU 14: Graduation Project Chemistry C14 Chemie Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Chemie, niveau 3 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. AfstudeerPOP Plan van Aanpak Onderzoeksverslag en aanvullende beroepsproducten Reflectieverslag Eindpresentatie 30 stp 840 SBU De afstudeeropdracht sluit aan op de gevolgde OWE’s van de major. Tijdens de afstudeeropdracht worden de ontwikkelde competenties individueel geoefend en getoetst.  Propedeuse is behaald.  Uit het majorprogramma van het tweede studiejaar 60 stp; twee onderdelen (bewijsmateriaal) van de SCB’s van het derde studiejaar mogen onvoldoende zijn met uitzondering van de praktijk; de praktijkbeoordeling dient voldoende te zijn.  De integrale toets hoofdfase dient behaald te zijn.  Onderzoeksverslag stage (C13) is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek. Portfolio (muv onderzoeksverslag) is voldoende afgerond. Indien een researchminor (RM15 of RM30) voorafgaand aan het afstudeerproject heeft plaatsgevonden geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag en literatuurverslag van RM30 of het onderzoeksverslag van RM15 is ingeleverd bij de begeleider op de werkplek. Indien voldaan is aan de ingangseisen, mag de stage pas worden gestart na officiële goedkeuring van de opdracht. De afstudeercoördinator beoordeelt of de afstudeeropdracht voldoet aan de eisen die de opleiding stelt. Een van de eisen is dat de afstudeeropdracht moet aansluiten bij de afstudeerrichting.


Competenties

Het portfolio en het verslag zijn voorwaardelijk: pas bij voldoende beoordeling kan de student deelnemen aan de afstudeerzitting (eindpresentatie/ verdediging). Studenten kunnen afstuderen bij een bedrijf/organisatie naar keuze. In de afstudeeropdracht laat de student zien dat hij in staat is om onderzoek uit te voeren en over de benodigde competenties beschikt om dit onderzoek zelfstandig uit te voeren. Dit onderzoek kan een fundamenteel research karakter of een toegepast research karakter hebben. Het bedrijf of organisatie kan de student voldoende vakinhoudelijk begeleiden en bezit voldoende faciliteiten om de afstudeeropdracht op gewenst niveau te kunnen uitvoeren.  Ontwerpen;  Experimenteren;  Analyseren onderzoeksresultaten;

282



 Kwaliteitsbeheer;  Beheer en administratie. Naar eigen keuze kan de student in zijn POP opnemen de competentie “leiding geven/begeleiden” en de competentie “adviseren”.

Beoordelingscriteria Indicatoren / eisen aan de OWE Tentaminering

Daarnaast moet de student laten zien dat competent gehandeld kan worden met betrekking tot:  Rapporteren en presenteren;  Planmatig en projectmatig werken;  Samenwerken in een team;  Sturen professionele ontwikkeling. Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. Deeltentamens

Weging Compensatiemogelijkheden Instapvoorwaarden tentamen Frequentie (deel)tentamens


Aanbevolen literatuur Overig materiaal Activiteiten Werkvormen

C14-P C14-V C14-Pr C14-PB (P+V+Pr)/3. -

Praktische werkzaamheden (P) Afstudeerverslag (V) Mondelinge presentatie en verdediging (Pr) Portfolio (PB)

Het portfolio is met een voldaan afgevinkt en de deeltentamens moeten ≥ 5,5. 2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. Inleveren verslag en portfolio uiterlijk 2 weken na de laatste dag van het afstudeerproject. Voor deadlines inleveren verslagen m.b.t. afstudeerzittingen zie jaarrooster Applied Sciences. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor kans 1. In overleg met de begeleidende docent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na afloop van het afstudeerproject. - Afstudeergids (Scholar) - Alle boeken die in de opleiding zijn gebruikt De laatste druk van:. - Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, Utrecht: Syntax Media. Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen De plaats waar de afstudeeropdracht vervuld wordt, is een andere plaats dan waar de stage is gelopen. Het bedrijf of organisatie voert fundamenteel of toegepast onderzoek uit op het gebied van natuurwetenschappen. Het bedrijf of organisatie kan de student voldoende vakinhoudelijk begeleiden en bezit voldoende faciliteiten om de afstudeeropdracht op gewenst niveau te kunnen uitvoeren.

283



De afstudeercoördinator beoordeelt of de plaats van afstuderen voldoet aan de eisen die het instituut stelt.

Les- / Contacturen


Er zijn geen schoolactiviteiten gepland tijdens de afstudeeropdracht. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent (tevens 1 e examinator) heeft 15 klokuren voor begeleiding. De 2e examinator heeft 4 klokuren voor de beoordeling. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase n.v.t.

284



Toetsprogramma OWE 14: afstudeeropdracht chemie (C14) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek OWE Deeltentamen Code: C14-PB Naam: Portfolio assessment Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens Voldaan

Competenties met indicatoren Plan van aanpak: Competentie 1: Ontwerpen 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3):  hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;  brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen;  opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen;  rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;  beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken.

       


Waardering / Cesuur

POP, goedgekeurd door SLB-er (zie beoordelingsformulier “POP-afstuderen”). Definitieve POP, goedgekeurd door afstudeerbegeleider (zie Beoordelingsformulier “Reflectieverslag”). Sollicitatiebrief (goedgekeurd door SLB-er). Formulier goedkeuring afstudeeropdracht. Plan van aanpak (zie beoordelingsformulier “Plan van aanpak”). Verslag bezoek afstudeerbegeleider (goedgekeurd door begeleider). Verslag tussentijdse beoordelingsgesprek. Bedrijfsbevestiging over minstens 90 werkdagen.

Alle onderdelen van het portfolio moeten aanwezig zijn in het portfolio en de eindbeoordeling van het portfolio moet voldaan zijn.

285

Het portfolio staat inclusief onderzoeksverslag op het digitale portfolio (DPF).

Examinatoren 1 examinator voor de beoordeling


Code: C14-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling Geeft zelfstandig eigen competentieontwikkeling vorm: POP: 11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten. 11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse zelfstandig POP op. Reflectieverslag 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig. 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde


Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek”.

Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek”. 55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5).

286

2 examinatoren voor de beoordeling.



tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.2.6. Maakt zich technieken snel eigen. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids(Arbo) en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. 4.3.2. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften. Competentie 5: Beheer en administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op). 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en

287



verslag niveau 3):  hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;  brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen;  opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen;  rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;  beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. 6.2.2. Notuleert vergaderingen zoals beschreven in productcriteria notulen niveau 2 +3. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen:  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten;  verbale en visuele boodschap vormen een geheel;  gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap;  gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.3.1. Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken. 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij.

288


Code: C14-V Naam: Afstudeerverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5

7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken in team Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Competentie 11: Sturen professionele ontwikkeling 11.3.2. Kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. 11.3.3. Handelt integer, past zich snel aan, toont doorzettingsvermogen en is gemotiveerde medewerker. Competentie 1: Ontwerpen 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoe-


Zie beoordelingsformulier “Afstudeerverslag Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Bio-informatica”.

Zie beoordelingsformulier “Afstudeerverslag Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”. 55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5).

289



Code: C14-PR Naam: Mondelinge presentatie en verdediging Vorm: Mondeling Individueel Weging:

ring van het onderzoek. 3.2.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3):  hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;  brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen;  opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen;  rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;  beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen:  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt;


Zie onderstaand voorlopig beoordelingsformulier “Presentatie en verdediging Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Bioinformatica”.

Zie beoordelingsformulier “Presentatie en verdediging Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”.

55% van de punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5).

290



1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens 5,5


 maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten;  verbale en visuele boodschap vormen een geheel;  gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap;  gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 1: Ontwerpen 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses. 1.3.4. Stelt het onderzoeksplan bij op basis van resultaten. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.2.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 8: Samenwerken (Communicatie) 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten.

291



8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog.

292



Beoordelingslijst werkzaamheden afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Naam student : ………………………………………… Student nummer: ……………………

Afstudeerplaats:

De onderstaande criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden. Aantal gewerkte dagen is 90 of meer Competentie 4. Kwaliteitsbeheer

Indicator 4.1.1, 4.3.1, 4.3.2

5. Beheer en administratie

5.2.1, 5.3.1., 5.3.2

8. Samenwerken in een team

8.1.1., 8.2.1, 8.3.1, 8.3.4, 8.1.6

Werkt veilig volgens de geldende Arbo-, milieuregelgeving en kwaliteitsnormen. Controleert de houdbaarheid van reagentia en oplossing. Houdt zich aan de voorgeschreven kwaliteitsvoorschriften. Codeert monsters/oplossingen/chemicaliën zorgvuldig en op de juiste manier. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op). Verwerkt relevante informatie in een labjournaal volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega’s het onderzoek over kunnen nemen als de afstudeerperiode van de student is afgelopen. Kan functioneren in een team.

293

……………………………………… onvoldoende

voldoende

Neemt initiatieven om helderheid te krijgen over zijn onderzoeksopdracht. Raadpleegt begeleiders/ collega’s/ literatuurbronnen.

……en stelt de juiste vragen.

1.2.1

1.3.1

Werkt zich in het onderzoeksonderwerp in aan de hand van het bestuderen van vakliteratuur.

Werkt zich snel in het onderzoeksonderwerp in aan de hand van het bestuderen van vakliteratuur. .. en heeft helikopterview.

1.3.2

Legt de relatie tussen de uit te voeren deelexperimenten en de aan de experimenten ten grondslag liggende onderzoeksvraag (=van het eigen onderzoek)

1.3.4

Komt op basis van resultaten met realistische voorstellen voor vervolgexperimenten.

Is in staat om bij een onderzoeksvraag nieuwe experimenten te ontwerpen.

Ontwerpen (max 40 pt)

Voert de experimenten zodanig uit dat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen 2.3.3

Experimenteren (max 70 pt)

Hanteert de juiste controles in de deelexperimenten. Stelt de controles in overleg met de begeleider vast.

2.3.1

2.3.3

10

5

10

5

10

5

10

5 Hanteert de juiste controles in de deelexperimenten. Stelt zelfstandig de controles vast.

Werkt nauwkeurig, zorgvuldig en gestructureerd 2.3.5.

5

5

10

5

Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting).

Pakt probleem gestructureerd aan, is creatief, inventief, neemt initiatief, weet waar grenzen liggen.

Weet tijdens de uitvoering van het experiment (te allen tijde) exact wat hij doet, is daarbij kritisch op zijn eigen handelen en is in staat zijn eigen handelen te verantwoorden. Voert een voldoende aantal experimenten

Past het experiment aan tijdens de uitvoering indien nodig en verantwoord aanpassingen aan het onderzoek.

5

10

5

10

5

294

Zeer goed

voor afstuderen

Uitmuntend niveau

goed

Bovengemiddeld niveau

voldoende

Minimaal vereist niveau

indicator

Competenties


Niet of onvoldoende aangetoond



2.1.2 2.3.2

Bereidt de experimenten goed en snel voor. Maakt weinig fouten in de voorbereidingsfase wat de snelheid van het werk ten goede komt.

5

2.3.6

Heeft zich de technieken die nodig zijn voor de afstudeeropdracht op het lab eigen gemaakt.

2.3.4.

Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd. Kan makkelijk switchen tussen de experimenten terwijl hij toch het overzicht blijft houden.

3.3.1

Analyseert ruwe data op passende wijze.

5

3.3.2

Leidt uit de geanalyseerde data conclusies af over betrouwbaarheid en nauwkeurigheid.

5

3.3.3.

Leidt uit de geanalyseerde data conclusies af over de deelvraag die met het experiment onderzocht werd.

… en doet dit in het licht van de projectvraag (helicopterview)

Kan de onderzoeksresultaten toelichten aan het onderzoeksteam tijdens een werkbespreking.

Voert aan de hand van gevonden resultaten een zinvolle discussie met het onderzoeksteam tijdens een werkbespreking(en).

Resultaten analyseren (max. 45 pt) 3.3.4

Rapporteren en presenteren (max 15 pt)

volgens voorschriften praktisch goed uit binnen de gestelde tijd. Bereidt de experimenten goed voor: plant zijn experimenten, voert berekeningen uit, maakt oplossingen etc.…


3.2.4

Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek.

6.3.2

Houdt over zijn onderzoek een (tussentijdse) presentatie voor collega onderzoekers op de afdeling, waarbij de presentatie een duidelijke structuur heeft en de onderzoeksresultaten helder en overtuigend worden gepresenteerd.

10

5 Werkt efficiënt, kwaliteit en kwantiteit van data is groot

5

10

….. en vergelijkt deze met andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur.

5

10

15

Levert een zinvolle discussie over het eigen onderzoek en een zinvolle bedrage aan de discussie over onderzoek waar andere collega´s aan werken.

5

10

15

10

15

5 De presentatie is inhoudelijk goed onderbouwd en geeft een volledig beeld van het onderzoek.

295

De rapportage en presentatie van het onderzoek is rijp voor publicaties in (internationale) vakbladen en/of symposia

5


7.2.2

Planmatig en projectmatig werken (max 25 pt)

7.2.3

Werkt systematisch volgens planning

Pakt de werkzaamheden efficiënt aan.

5

Bewaakt de voortgang van het werk. Stelt onder tijdsdruk prioriteiten.

7.3.2.

Sturen professionele ontwikkeling (max 15 pt)


Toont een professionele werkhouding: past zich snel aan; handelt integer, efficiënt en doelmatig en motiveert zichzelf om aan de slag te gaan 11.3.3

10

5 Geeft prioriteiten aan in het werk en werkt onder tijdsdruk alle activiteiten tijdig en correct af. … en toont een nieuwsgierige, natuurwetenschappelijke houding. Toont dit door o.a. op eigen initiatief vakliteratuur bij te houden en zich op de hoogte te stellen van ontwikkelingen in het vakgebied (actief informatie verzamelen)

.. en heeft een reflecterende houding. Staat open voor leermomenten die zich in het werk voordoen. Ziet in gemaakte fouten aangrijpingspunten voor het leren. Maakt daarbij gebruik van feedback van collega’s en werkbegeleider en staat daarbij open voor discussies met collega’s en werkbegeleider(s).

Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt

Heeft geheel zelfstandig aan het verslag gewerkt

5

10

5

10

15

5

10

15

Subtotaal Totaal Mate waarin student zelfstandig aan het onderzoeksverslag heeft


gewerkt (15 pnt)*

* dit onderdeel wordt beoordeeld door de begeleider op het laboratorium maar behoort tot de eindbeoordeling van het verslag Feedback:

296



Datum en naam en handtekening begeleider

NB. Het eindcijfer van de werkzaamheden wordt vastgesteld tijdens de afstudeersessie. Indicatie eindcijfer bepaling. 115 punten = 5,5 120 – 125 punten = 6,0 130 – 135 punten = 6,5 140 – 145 punten = 7,0 150 – 155 punten = 7,5 160 – 165 punten = 8,0 170 – 175 punten = 8,5 180 – 185 punten = 9,0 190 – 195 punten = 9,5 200 punten = 10,0 Instituut Applied Sciences© HAN

297



Beoordelingsformulier voor het onderzoeksverslag Chemie, Biologie en Medisch laboratorium onderzoek (B&M) en Bio-informatica. Naam: ……………………………………………………………

Studentnummer:

…………………

Klas: …………

Datum: ………………………...

Vormgeving en taalgebruik Vormgeving

De indeling, samenvatting, figuren en tabellen en literatuurlijst zijn vormgegeven volgens de richtlijnen in de afstudeergids. Competentie indicator

Taalgebruik

Onvoldoende = niet aangetoond

Minimum - voldoende niveau voor afstuderen

Ruim voldoende bovengemiddeld niveau

Excellent

Het voorgaande plus: het taalgebruik is correct, eenduidig en sluit aan bij de doelgroep (lezers).

Het voorgaande plus: het verslag is in andere taal zijnde niet de moedertaal geschreven op een correcte manier.

8-9

10


Voldoende bovengemiddeld niveau

Excellent

De samenvatting bevat de volgende onderdelen: context – doel – aanpak – resultaten – conclusie.

Het voorgaande plus: De samenvatting kan als een zelfstandig geheel gelezen worden.

4-5

6-7

Er zijn nauwelijks taal/spelfouten.

6.3.1 KO

6-7

Aantal punten

Inhoud Competentie indicator

Samenvatting


3.3.3 KO

Inleiding

1.2.1 1.3.1 1.3.2 1.3.5

De onderzoeksvraag is in een theoretisch kader geplaatst. De samenhang met de aanpak en hypothese komt niet

298

De onderzoeksvraag en hypothese worden ingeleid. De inleiding geeft voldoende voorkennis om de resultaten naderhand te begrijpen.

Het voorgaande plus: de inleiding blinkt uit in helderheid en structuur.

Aantal punten


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase duidelijk naar voren.

KO

Materialen en Methoden

Beschrijft de gebruikte methode/materialen zodanig dat de experimenten door een ander herhaald kunnen worden.

2.3.1 2.3.3 5.3.2 KO

6.3.1

Resultaten

8 - 10

KO

14 - 15

Het voorgaande plus: beschrijft de gebruikte methode/materialen zodanig dat alleen onderscheidende en essentiële informatie is gegeven.

7-9

10 - 12

Er is een logische volgorde van de datapresentatie met verbindende tekst. In de tekst wordt eenduidig naar de figuren verwezen. Figuren en tabellen zijn vrijwel altijd compleet.

Het voorgaande plus: alle relevante resultaten om de onderzoeksvragen te beantwoorden zijn in de tekst beschreven. Bijschriften bij figuren en tabellen zijn helder.

Het voorgaande plus: de tekst is een goed lopend verhaal. De figuren en tabellen zijn zelfverklarend.

5

6-7

8

De resultaten worden op de juiste wijze geïnterpreteerd.

3.3.1

11 - 13

Het voorgaande plus: de beschrijving is volledig en correct.

Het voorgaande plus: de beschrijving geeft blijk van inzicht in het resultaat.

KO

7-8

9 - 10

11 - 12



Ruim voldoende bovengemiddeld niveau

Excellent

299

Aantal punten


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase De nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gebruikte methode en de resultaten worden benoemd. Problemen in de uitvoering van de experimenten worden benoemd en verbetervoorstellen worden gemaakt.

3.3.2 3.1.4 3.2.4

KO

Discussie 3.3.4

KO

KO

Conclusie

1.2.1

5-6 Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de onderzoeksvraag wel of niet kan worden beantwoord met behulp van de verzamelde data. Brengt de resultaten in verband met de literatuur.

Al het voorgaande en plaatst de resultaten in de bredere context van het onderzoek. De discussie is een goed lopend verhaal.

6-7

8-9

10

Er worden concrete en bij de onderzoeksvraag aansluitende aanbevelingen voor vervolgonderzoek beschreven.

Er worden aanbevelingen voor vervolg onderzoek beschreven buiten de kaders van het eigen onderzoek en dit is onderbouwd met de literatuur.

3

4

2 Er wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag.

3.3.2 3.3.3 KO

Literatuur

3-4 Voert aan de hand van de gevonden resultaten een discussie: is de onderzoeksvraag te beantwoorden met behulp van de verzamelde data? Brengt de resultaten in verband met de literatuur.

Maakt voorstellen voor vervolgonderzoek anders dan herhaling van eigen experimenten.

3.3.5

De nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gebruikte methode en de resultaten worden bediscussieerd. Problemen in de uitvoering van de experimenten worden bediscussieerd en passende verbetervoorstellen worden gemaakt.

Er wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag op basis van de argumenten beschreven in de discussie.

4

5-6

Er worden literatuurbronnen gebruikt. Dit is een mix van

Gebruikt hoofdzakelijk wetenschappelijke artikelen.

300

Alle theorie en beweringen worden ondersteund door


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens onderwijseenheden en integrale toets post-propedeutische fase internetbronnen, boeken en wetenschappelijke artikelen. KO

literatuurbronnen. Gebruikt hoofdzakelijk wetenschappelijke artikelen.

3

4

5

Aantal punten taalgebruik + inhoud

Mate waarin student zelfstandig aan het onderzoeksverslag heeft gewerkt

11.3.2 11.3.3


Op kritieke momenten begeleiding nodig. Voornamelijk zelfstandig aan onderzoeksverslag gewerkt

-5

0

Totaal aantal punten Eindoordeel

(totaal aantal punten / 10) Voor een voldoende moeten álle criteria met minstens voldoende beoordeeld worden.

Opmerkingen / feedback

Datum Naam en handtekening docent

301

Heeft zelfstandig aan het verslag gewerkt +5



Beoordelingslijst presentatie afstuderen Chemie, Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek Naam: ……………..……………………………………………………..

Studentnummer:

………….……

Klas: ………………..

Datum: …………………… onvoldoende

Competentie Presenteren

Indicator 6.3.2

Presenteren

6.3.2; 8.1.3, 8.1.4



Maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten:  past correcte spelling en grammatica toe  beschrijft resultaten zodat de toehoorder deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen

  

Spreekt duidelijk en verstaanbaar

 1.3.2, 1.3.4, 1.3.5, , 3.1.4, 3.2.4., 3.3.1, 3.3.2, , 3.3.3, 3.3.4, 4.1.3, 11.1.3



voldoende

Staat rechtop en laat de handen vrij, gebruikt ze of rustig of op de rug Maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt, maakt op geschikte momenten verbaal contact met het publiek Laat anderen uitpraten De presentatie bevat de volgende onderdelen:  Doel  Methode  Resultaten  Discussie/conclusie  Aanbevelingen over vervolg onderzoek

Subtotaal (1) Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden, indien alle onderdelen voldoende zijn komt dit overeen met 40 punten.

302

40 punten ja / nee

Inhoud presentatie is gedetailleerd, juist en gerelateerd aan onderwerp

8.2.4, 8.3.2

De student heeft kennis van het onderwerp

2.3.1, 3.2.4, 3.3.4, 3.3.5, 6.3.2,

Gebruik van de multimedia (PowerPoint) middelen.

6.3.2

Uitmuntend niveau

De inhoud is basaal en het onderwerp wordt soms onderbouwd door argumenten.

De inhoud is gerelateerd aan het onderwerp en vaak onderbouwd door argumenten

De inhoud is gerelateerd aan het onderwerp en altijd onderbouwd door argumenten

Heeft basale kennis van het onderwerp. Kan vragen beantwoorden door gedeelten van de presentatie te herhalen. Geeft geen extra informatie.

Heeft kennis van het onderwerp en kan de vragen beantwoorden Kan aanvullende informatie geven indien gevraagd.

Het gebruik van (multi)media is sterk gevarieerd. Tabellen en grafieken ondersteunen de relatie met het doel.

voor afstuderen

Het gebruik van (multi)media is gevarieerd. Tabellen en grafieken hebben niet altijd een relatie met het doel.

Subtotaal (2) Subtotaal (1) Totaal: sub 1+2 Cijfer (totaal aantal punten / 10) Opmerkingen:

303

Zeer goed

Bovengemiddeld niveau

goed

Minimaal vereist niveau

voldoende


Niet of onvoldoende aangetoond

indicator


5

12

20

Laat een gedegen kennis zien van het onderwerp. Gebruikt de vragen om zijn kennis te tonen van het onderwerp. Laat zien een expert te zijn op het onderwerp.

8

20

25

Het gebruik van (multi)media is zeer gevarieerd (animatie). Tabellen en grafieken verhelderen het doel. De presentatie (PowerPoint) heeft een professionele uitstraling.

2

8

15



Datum, naam en paraaf docent:

NB. Het eindcijfer van de presentatie wordt vastgesteld tijdens de afstudeersessie. Instituut Applied Sciences© HAN

304



Beoordelingsformulier Plan van aanpak/onderzoeksplan afstuderen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam: ……………..………………………………………………………………………………..…… Studentnummer:

……………

Klas: ………………..

Datum: ………...

Beoordelingscriteria Competentie-indicatoren 1.3.1.

Onvoldoende

Geeft een inleiding in het onderwerp op basis van actuele wetenschappelijke literatuur

1.3.2.

Doelstelling en hypothese zijn juist geformuleerd (= m.b.v. onderzoek kan deze geverifieerd worden).

1.3.3.

De volgorde van de onderzoeksstappen is logisch en de gedetailleerdheid van de beschrijving van de stappen is gerelateerd aan het niveau van het onderzoek. Gemaakte keuzen worden onderbouwd en beargumenteerd (laat zien dat hij de vakkennis op de juist wijze kan toepassen).

2.3.1.

7.3.1.

Stappen worden in de tijd geplaatst.

 hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl  brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen  opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen  rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst Eindbeoordeling (voldoende indien alle criteria voldoende zijn) 6.3.1.

Opmerkingen

Naam en handtekening afstudeerdocent

305

Voldoende



Beoordelingsformulier POP afstuderen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam: ……………..………………………………………………………………………………..…… Studentnummer:

……………

Klas: ………………..


Datum: ………... niet voldaan

11.2.1. Benoemt zijn sterke en zwakke kanten: De student benoemt zijn persoonlijke sterke en zwakke punten en de mogelijke consequenties hiervan tijdens het afstuderen. 11.3.1. Stelt op basis van sterktezwakte analyse zelfstandig POP op: De student baseert persoonlijke leervragen of doelen op de sterkteen zwakteanalyse om negatieve consequenties zo veel mogelijk te voorkomen. Hierbij komen zowel werkhouding als beroepscompetenties aan bod. De student maakt een concreet en realistisch actieplan (wat, met wie, wanneer, welke activiteiten) om de doelen te bereiken. De student benoemt gewenste resultaten of producten die aantoonbaar zijn. Het tijdspad is reëel.

De student hanteert in zijn/ haar POP correcte spelling en zinsbouw.

Het POP is overzichtelijk gestructureerd.



306

voldaan



Beoordelingsformulier Reflectieverslag afstuderen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie Naam: ……………..……………………………………………………………………….…………..… Studentnummer:

……………

Klas: ………………..

REFLECTIEVERSLAG

ONVOLDOENDE INHOUD

11.1.2.

11.3.2.

De student beschrijft de handelingen die bijgedragen hebben aan het realiseren van de POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar bewijsdocumenten van de resultaten hiervan verwezen. De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen. De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ik-vorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of producten.

De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders had kunnen aanpakken (alternatieven).

Er worden nieuwe leerdoelen genoemd.

VORM 6.1.3.

Datum: ………...

Er is een heldere stijl van formulering.

Het verslag ziet er verzorgd uit.

Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn) Opmerkingen


307

VOLDOENDE



Beoordelingsformulier portfolio afstuderen Student:………………………..

Afstudeerbegeleider:……………………

Opleiding:………………………..

Datum :………………………………………..

Afstudeerbedrijf:……………………….. Afstudeeropdracht:……………………… ====================================================================== Verplichte onderdelen Definitieve POP goedgekeurd door Afstudeerbegeleider:

ja / nee

Reflectieverslag

ja / nee

Sollicitatiebrief goedgekeurd (SLB-er):

ja / nee

Formulier goedkeuring afstudeeropdracht aanwezig:

ja / nee

Plan van aanpak goedgekeurd:

ja / nee

Verslag bezoek afstudeerbegeleider:

ja / nee

Verslag tussentijds beoordelingsgesprek:

ja / nee

====================================================================== Beoordeling portfolio Vorm: toegankelijkheid (inhoudsopgave, volgorde, vindbaarheid onderdelen etc.) Beoordeling: ……………………………………………………………………………………….. Inhoud: aantal beoordeelde producten en variatie in producten in relatie tot POP. Beoordeling:………………………………………………………………………………………… Kwaliteit: producten zijn authentiek (afkomstig van student) en voorzien van een adequaat reflectieverslag Beoordeling:………………………………………………………………………………………… Eindreflectie: terugblik op het afstuderen in relatie tot POP (= procesverslag) Beoordeling:………………………………………………………………………………………….

Eindbeoordeling Portfolio: voldaan / niet voldaan

308



Procesverbaal afstudeeropdracht Naam student: ………………………………………………….. Student nr: ………………………………. Klas: …………………………………………..

Datum: ……………………….……………

Titel afstudeeropdracht: ……………………………………………………….…………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………..…………………… …………………………………………………………………………………………………………..………………………

Assessoren

1. 2.

Gecommitteerde Werkbegeleider

Beoordeling 1. Portfolio

Voldaan/ Niet Voldaan

2. Werkzaamheden

…… (cijfer invullen)

3. Onderzoeksverslag


4. Verdediging


Eindcijfer = (2+3+4)/3 = ………. en portfolio voldaan.

Handtekening assessor (voorzitter): (voor akkoord)

………………………………………………………..

Handtekening assessor: (voor akkoord)

………………………………………………………..

Handtekening gecommitteerde: (voor gezien)

………………………………………………………..

Handtekening bedrijfsbegeleider: (voor gezien)

………………………………………………………..

N.B. Het eindcijfer dient afgerond te worden naar het dichtstbijzijnde gehele getal.

309



Integrale Toets hoofdfase Chemie Titel integrale toets

Integrale toets hoofdfase Chemie

1. 2. 3. 4. 5.

Chemie Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Chemie, niveau 2 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek SLB gesprek in het kader van de tussentijdse integrale toets, deeltentamen in C(D)8 (15 stp). De integrale toets van de hoofdfase toetst of de student niveau 2 heeft bereikt. - De OWE'en 5 t/m 8 van de opleiding zijn gevolgd en voor minimaal 45 studiepunten voldoende afgerond. (OWE8 kan gezien worden als afgerond indien alle deeltentamens muv de integrale toets zijn behaald). - Praktijk beoordelingen van OWE'en 5 t/m 7 zijn voldoende. - IPV beoordeling van OWE'en 5 t/m7 zijn voldoende (niet voor CD8) - HBO-competentiekaart is afgerond. Tijdens het SLB gesprek in het kader van de integrale toets wordt de studievoortgang van de student besproken. Vastgesteld wordt of de student niveau 2 heeft bereikt. Voor het uitvoeren van de beroepstaak zijn de volgende competenties ontwikkeld op niveau 2: 1. Ontwerpen van experimentele opzet 2. Experimenteren 3. Resultaten analyseren 4. Kwaliteitsbeheer 5. Beheer en administratie 6. Rapporteren en presenteren 7. Planmatig en projectmatig werken 8. Samenwerken in een team 9. Begeleiden/leiden 10. Adviseren 11. Sturen professionele ontwikkeling

7.

Opleiding Doelgroep Beroepstaken (Beroeps)producten Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens Ingangseisen

8.


9.

Competenties

6.

Deze competenties zijn meerdere malen in verschillende combinaties getoetst d.m.v. deeltentamens binnen de verschillende onderwijseenheden.

10.


In deel 1B van dit OS staat omschreven: Voor het uitoefenen van de beroepstaak “Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek” zijn álle competenties van toepassing. SLB-er bepaald aan de hand van het cijferoverzicht in HAN-SIS of de student voldoet aan de volgende eisen: - De OWE'en 5 t/m 8 van de opleiding zijn gevolgd en voor minimaal 45 studiepunten voldoende afgerond. - Praktijk beoordelingen van OWE'en 5 t/m 7 zijn voldoende. - IPV beoordeling van OWE'en 5 t/m7 zijn voldoende (niet voor CD8)

310


11. 12. 13.

Integrale toetskenmerken en – vormen Verplicht en aanbevolen materiaal Onderwijsperiode


- HBO-competentiekaart is afgerond. Mondeling (tijdens SLB gesprek) n.v.t. n.v.t.

311



Integrale Toets afstudeerfase Chemie Titel integrale toets

Integrale toets Afstudeerfase Chemie

1. 2.

Opleiding Doelgroep

3. 4. 5.

Beroepstaken (Beroeps)producten Studiepunten en/of samenval met reguliere tentamens

6. 7.

Samenhang met andere integrale toetsen en tentamens Ingangseisen

8.


Chemie - Afstudeerfase Chemie voltijd, niveau 3 - Afstudeerfase Chemie studierichting Analytische chemie deeltijd, niveau 3 Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Zie OWE13, OWE14. Aan de integrale toets zijn geen studiepunten of reguliere tentamens gekoppeld. De examencommissie stelt tijdens een examenvergadering vast of de student niveau 3 heeft behaald waarna het toekennen van de graad Bachelor of Applied Science volgt. De integrale toets van de afstudeerfase toetst of de student niveau 3 heeft behaald. De propedeuse is behaald. De integrale toets hoofdfase is voldoende afgerond. 180 studiepunten van de postpropedeutische fase zijn behaald. Het behalen van niveau 3 wordt voor gebaseerd op de onderwijseenheden OWE13(HC-13) en OWE14 (HC(D)-14), elk 30 stp.

9.

Competenties

De stage en het afstudeerproject leveren in feite het bewijs op waarmee de student aantoont dat hij startbekwaam is. Voor het uitvoeren van de beroepstaak zijn de volgende competenties ontwikkeld op niveau 3: 1. Ontwerpen van experimentele opzet 2. Experimenteren 3. Resultaten analyseren 4. Kwaliteitsbeheer 5. Beheer en administratie 6. Rapporteren en presenteren 7. Planmatig en projectmatig werken 8. Samenwerken in een team 9. Begeleiden/leiden 10. Adviseren 11. Sturen professionele ontwikkeling Deze competenties zijn meerdere malen in verschillende combinaties getoetst d.m.v. deeltentamens binnen de verschillende onderwijseenheden.

10.


11.

Integrale toetskenmerken en -vormen

In deel 1B van dit OS staat omschreven: Voor het uitoefenen van de beroepstaak “Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek” zijn álle competenties van toepassing. In het toetsprogramma (bijlage bij OWE omschrijvingen in deel 3 van dit OS) staat per deeltentamen omschreven welke competenties er worden getoetst en de beoordelingscriteria die gelden voor deze deeltentamens. n.v.t

312


12. 13.

Verplicht en aanbevolen materiaal Onderwijsperiode


n.v.t. n.v.t.

313


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Verkorte programma’s

Verkorte programma’s Conform artikel 7.9 lid 5 van de OER 1. Samenstelling verkorte propedeutische fase bij de opleidingen Biologie en Medische Laboratoriumonderzoek en Chemie. 1.1 Onverkort de samenstelling van de reguliere propedeutische fase zoals geregeld in artikel 4.1 (samenstelling propedeutische fase) en onverkort het bepaalde in 7.9 (vrijstellingen en leerwegonafhankelijke tentamens) leiden de volgende getuigschriften tot een verkort programma: a. Studenten met een MLO diploma die zich inschrijven voor de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek of Chemie krijgen op basis van hun MLO diploma vrijstelling voor de tentamens behorend bij OWE 2a (Basispraktijkvaardigheden), OWE 2b (Basistheorie Biologie en Medisch) en OWE 2c (Basistheorie chemie) en de snuffelstage (BM4-stage/C4-stage). b. Studenten met een VWO diploma die zich inschrijven voor de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek of Chemie kunnen onder bepaalde voorwaarden op basis van hun VWO diploma instromen in het verkorte programma. Deze voorwaarden zijn als volgt: voldoende motivatie voldoende beheersing van de Nederlandse taal (of de Engelse taal voor de opleidingsvariant Life Sciences) voor het met vrucht volgen van het onderwijs ruim voldoende beheersing van de scheikunde, natuurkunde, rekenvaardigheid en wiskunde, voor de opleiding Chemie vast te stellen door de instroomcoördinator ruim voldoende beheersing van de scheikunde, rekenvaardigheid en wiskunde, voor de opleiding Biologie en Medisch Laboratorium Onderzoek (inclusief Life Sciences) vast te stellen door de instroomcoördinator Op het moment dat zij instromen in het verkorte programma krijgen zij op basis van hun VWO diploma met daarin de profielvakken wiskunde A of B en scheikunde vrijstelling voor de deeltentamens wiskunde, MapleTA, labrekenen en foutenleer van OWE 1. Studenten zijn niet verplicht voor de verkorte route te kiezen maar kunnen zelf kiezen voor het vierjarige traject. 1.2 De examencommissie verleent studenten met een MLO of VWO diploma zoals bedoeld in 1.1, die de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek of Chemie willen gaan volgen toegang tot het afleggen van een of meer onderdelen van het afsluitend examen voordat zij het propedeutisch examen van de bovengenoemde opleidingen met goed gevolg heeft afgerond. 1.3 De student zoals bedoeld in 1.1 lid a krijgt bij aanvang van de opleiding vrijstelling voor OWE2a,b,c. Hij voldoet aan de eisen gesteld voor het propedeutisch examen als aangetoond kan worden, dat OWE1 is afgerond en de beroepstaken van OWE3 en OWE4, inclusief de algemene hbo-competenties, op niveau 1 worden beheerst door het behalen van de tentamens behorend bij: a. OWE3 en OWE4 (niveau 1) inclusief de algemene hbo-competenties niveau 1. Na het afronden van één van deze OWE'en wordt vrijstelling verleend voor het eerste functioneringsgesprek (BMC1-FG1). of b. OWE 5B (De cel en zijn omgeving) en OWE 6B (Genetische variatie en modificatie) uit het tweede jaar van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (niveau 2) en de algemene hbo-competenties niveau 1. OWE5B geeft vrijstelling voor OWE3BM en OWE6B geeft vrijstelling voor OWE4BM. of c. OWE 5M (Beeldvorming in de medische diagnostiek) en OWE 8M (Analyse in het medisch laboratorium 2) uit het tweede jaar van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek studierichting Medisch (niveau 2) en de algemene hbo-competenties niveau 1. OWE8M geeft vrijstelling voor OWE3BM en OWE5M geeft vrijstelling voor OWE4BM.

314


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Verkorte programma’s

of d.

OWE 6M (Medische microbiologie) en OWE 8M (Analyse in het medisch laboratorium 2) uit het tweede jaar van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (niveau 2) studierichting Medisch en de algemene hbo-competenties niveau 1. OWE8M geeft vrijstelling voor OWE3BM en OWE6M geeft vrijstelling voor OWE4BM.

e.

OWE 6C (Synthese van natuurproducten: feromonen) en OWE7C (Analyse van reactiemengsels) uit het tweede jaar van de opleiding chemie (niveau 2) en de algemene hbo-competenties niveau 1. OWE6C geeft vrijstelling voor OWE4C en OWE7C geeft vrijstelling voor OWE3C.

f.

OWE 5C (Meer bio in de analyse) en OWE7C (Analyse van reactiemengsels) uit het tweede jaar van de opleiding chemie (niveau 2) en de algemene hbo-competenties niveau 1. OWE5C geeft vrijstelling voor OWE4C en OWE7C geeft vrijstelling voor OWE3C.

of

of

1.4. De student zoals bedoeld in 1.1 lid b krijgt bij aanvang van de opleiding vrijstelling voor de deeltentamens labrekenen, foutenleer en wiskunde van OWE1. Hij voldoet aan de eisen gesteld voor het propedeutisch examen als aangetoond kan worden dat hij de deeltentamens veiligheid en projectvaardigheden van OWE1 heeft afgerond en de beroepstaken van OWE3 en OWE4, inclusief de algemene hbo-competenties, op niveau 1 beheerst door het behalen van de tentamens behorend bij: a. OWE3 en OWE4 inclusief de algemene hbo-competenties niveau 1, waarna vrijstelling verleend voor OWE2a, OWE2b en OWE2c. of b. OWE 5B (De cel en zijn omgeving) en OWE 6B (Genetische variatie en modificatie) uit het tweede jaar van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (niveau 2) en de algemene hbo-competenties niveau 1. OWE5B geeft vrijstelling voor OWE3BM en OWE6B geeft vrijstelling voor OWE4BM. Na het afronden van OWE3 en OWE4 wordt vrijstelling verleend voor OWE2a, OWE2b en OWE2c. of c. OWE 5M (Beeldvorming in de medische diagnostiek) en OWE 8M (Analyse in het medisch laboratorium 2) uit het tweede jaar van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek studierichting Medisch (niveau 2) en de algemene hbo-competenties niveau 1. OWE8M geeft vrijstelling voor OWE3BM en OWE5M geeft vrijstelling voor OWE4BM. Na het afronden van OWE3 en OWE4 wordt vrijstelling verleend voor OWE2a, OWE2b en OWE2c. of d. OWE 6M (Medische microbiologie) en OWE 8M (Analyse in het medisch laboratorium 2) uit het tweede jaar van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (niveau 2) studierichting Medisch en de algemene hbo-competenties niveau 1. OWE8M geeft vrijstelling voor OWE3BM en OWE6M geeft vrijstelling voor OWE4BM. Na het afronden van OWE3 en OWE4 wordt vrijstelling verleend voor OWE2a, OWE2b en OWE2c. of e. OWE 6C (Synthese van natuurproducten: feromonen) en OWE7C (Analyse van reactiemengsels) uit het tweede jaar van de opleiding chemie (niveau 2) en de algemene hbo-competenties niveau 1. OWE6C geeft vrijstelling voor OWE4C en OWE7C geeft vrijstelling voor OWE3C. Na het afronden van OWE3 en OWE4 wordt vrijstelling verleend voor OWE2a, OWE2b en OWE2c. of f. OWE 5C (Meer bio in de analyse) en OWE7C (Analyse van reactiemengsels) uit het tweede jaar van de opleiding chemie (niveau 2) en de algemene hbo-competenties niveau 1. OWE5C geeft vrijstelling voor OWE4C en OWE7C geeft vrijstelling voor OWE3C. Na het afronden van OWE3 en OWE4 wordt vrijstelling verleend voor OWE2a, OWE2b en OWE2c. 1.5 a. In geval van 1.3 en 1.4 geldt dat als de student zoals bedoeld in 1.1 lid a of lid b kan aantonen dat hij een (deel)tentamen behorend bij een OWE op een hoger niveau heeft gehaald, hij daarmee tevens heeft aangetoond dit (deel)tentamen behorend bij een OWE op een lager niveau te beheersen (zie OWE beschrijvingen). Deze regel is niet van toepassing indien de student deelneemt aan de OWE op het lagere niveau. b. Voor alle andere studenten geldt dat de examencommissie beslist of de student met het behalen van onderdelen op een hoger niveau aantoont dat hij de onderdelen ook op een lager niveau beheerst.

315

Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences Deel 3 2015-2016 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden

Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden Opsomming van de HAN-gecertificeerde minoren die de opleiding verzorgt. Conform artikel 3.4 lid 8 van de OER a) Minor Discovery, analysis & production of biomolecules: ASC-M-PB (30 studiepunten) b) Minor Molecular Plant Biology: ASC-M-Pl (30 studiepunten) c) Minor Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek (ASC-M-P) (30 studiepunten). a. Researchminor BMCBI-R15 (15 studiepunten) b. Researchminor BMCBI-R30 (30 studiepunten) d) Minor Nanotechnologie: ASC-M-NT (30 studiepunten)

316


Titel OWE

Minor Discovery, Analysis & Production of Biomolecules


ASC-M-PB Biologie en Medisch laboratorium onderzoek Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch laboratorium onderzoek studierichting Biologie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek

3. 4. 5.

6. 7.

8.

9.


10.

Competenties

11.

Beoordelingscrit eria Tentaminering

12.

N.v.t. Presentation 1 (P1) Presentation 2 (P2) Report (R) 30 stp 840 SBU Deze minor bouwt voort op kennis en vaardigheden in de biologie, biochemie en microbiologie die zijn opgedaan in het tweede jaar van de differentiatie Biologie van de opleiding Biologie en Medisch laboratorium onderzoek/ Life Sciences. Minimaal 45 stp in het 2e studiejaar behaald en de praktijkbeoordelingen in 2e studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. De minor Discovery, Analysis & Production of Biomolecules wordt gegeven door het HAN BioCentre. Het HAN BioCentre is een contract research organisatie/lectoraat Industriële Microbiologie waar projecten uitgevoerd worden voor bedrijven die actief zijn in de rode en witte biotechnologie. Daarnaast zijn er eigen onderzoeksonderwerpen op het gebied van antimicrobiële stoffen,biobrandstoffen, en eiwitproductie.. De studenten zullen diverse (bio)chemische technieken gebruiken en zich vele aspecten eigen maken van de fermentatie technologie. Mensen met ervaring in fermentatie technologie zijn zeer gewild op de arbeidsmarkt, omdat weinig laboratorium opleidingen deze technologie in hun curriculum aanbieden. Tijdens de minor zullen studenten een substantiële bijdrage leveren aan het onderzoek door het lezen van relevante literatuur, discussies met experts, het uitvoeren en analyseren van de eigen experimenten. Bij de start van de minor zullen diverse theorie lessen gegeven worden om de student op een voldoende kennis bij te brengen op het gebied van fermentatie technologie, downstream processing en enzym kinetiek. Deze minor wordt aangeboden in de Engelse taal. -Ontwerpen van experimentele opzet -Experimenteren -Resultaten analyseren -Kwaliteitsbeheer -Beheer en administratie -Rapporteren en presenteren -Planmatig en projectmatig werken -Samenwerken in team -Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren Deeltentamens ASC-M-PB-T Theoretical test (T) ASC-M-PB-P1 Presentation 1 (P1) ASC-M-PB-P2 Presentation 2 (P2) ASC-M-PB-R Report (R)

317


13.


14.

17.

Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Activiteiten

18.

Werkvormen

19.

Les- / Contacturen

15. 16.

ASC-M-PB-Pr Practical (Pr) Weging Eindcijfer = (2xT + P1 + 1.5xP2 + 2.5xR + 3xPr)/10 Compensatiegeen mogelijkheden Instapvoorwaarden Alle cijfer minstens 5.5 tentamen Voor het deeltentamen P is er maar één kans per studiejaar Frequentie (deel)(OER art. 7.3) tentamens (Delen van) de volgende boeken worden aangereikt:  Doran, P.M. Bioprocess Engineering Principles. Londen: SPCK Publishers.  Mc Neil, B. HArvey, L.M. Practical Fermentation Technology. Hoboken (New Jersey): John Wiley and Sons Ltd.  Actuele wetenschappelijke literatuur afhankelijk van stand van het onderzoeksproject waarin de student participeert. Deze wordt deels aangereikt, en deels door studenten zelf opgezocht. Actuele wetenschappelijke literatuur afhankelijk van stand van het onderzoeksproject waarin de student participeert In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals Powerpoints Zie werkvormen Ondersteunend vak Fermentation Technology Enzyme kinetics Downstream Processing Separation and analysis Biobased economy Project work Geprogrammeerde contacttijd: 43 lesuren / week = 32 uur / week 770 lesuren /periode = 580 uur / blok Geprogrammeerde tijd voor zelfstudie: Zelfstudie: 260 uur

20. 21.

Onderwijsperiode Aantal deelnemers

Totaal: 840 uur Periode 1 en 2 Maximum aantal deelnemers: 16 Minimum aantal deelnemers: 8

318

Werkwijze: hoorcollege hoorcollege hoorcollege hoorcollege hoorcollege praktijk


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden

Toetsprogramma ASC-M-PB: Minor Discovery, Analysis & Production of Biomolecules Executing life-scientific research ECU 1 Part exam

Competences and indicators

Assessment criteria

Code: ASC-M-PB-T

Competence 1: Designing 1.3.1. Independently searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources Competence 2: Experimenting 2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps of the experiments. 2.1.2. Performs calculations prior to beginning lab work. Competence 3: Ana lysing Results 3.3.1. Independently carries out results analysis according to the appropriate methods; uses statistics (if applicable). 3.1.4. Discusses the execution of the experiment and results.

The student:  makes bioreactor characteristics calculations;  calculates the purification efficiency of a DSP process of a biomolecule;  calculates the C/N ratio of an organism based on the molecular formula and the subsequent desired medium composition;  calculates the medium composition based on desired process conditions and explains effects on the micro-organism;  calculates enzyme kinetic parameters;  selects analytical processes and detection techniques dependent on the research question;  calculates the separation characteristics of an analytical separation;  calculates the growth rate and subsequent impact on various process conditions;  understands and explains an experimental procedure based on a Materials and Methods section of a scientific article;  knows the definition and general principles behind a biobased economy;  knows 4 classes of biomolecules and several biomasses, and their characteristics.

Similar distribution of the different aspects;

Consult the evaluation form below: “Discovery, Analysis & Production of Biomolecules Minor Presentations”.

Consult the evaluation form below: “Discovery, Analysis & Production of Biomolecules Minor Presentations”.

Name: Theoretical test Form: Written Individual Weighing: 2 Assessment: Mark Bottom level: 5.5

Code: ASC-M-PB-P1 Name: Presentation 1 Form: Oral Individual

In the context of:  C/N calculation  Medium and process optimalisation  Oxygen transfer  Enzyme kinetics  Enzyme purification  Growth rate determination  (Fed)-batch fermentation  Analytical separation techniques like TLC, GC and HPLC  Biobased economy Competence 6: Reporting and Presenting 6.3.2. Presents research to a target audience with similar knowledge background in a clear and persuasive manner; applies general presentation techniques and answers questions:  there is a introduction-body-conclusion structure to the presentation;  speaks clearly and coherently;  has upright posture and hands are freely used;  makes eye contact with the audience;

Weighting Cut off value

Mark = number of points / total number of points * 10.

2 examiners for the construction and evaluation of the test. 1 examiner for assessment (Project leader).

5.5 points is sufficient.

55% of the maximum amount of points is sufficient.

319

Examiners

2 examiners for assessment (Project leader/ practical supervisor).


Weighing: 1 Assessment: Mark Bottom level: 5.5

Code: ASC-M-PB-P2 Name: Presentation 2 Form: Oral Individual Weighing:

 makes organised and clear slides or other visual products;  verbal and visual messages complement each other;  uses visual aids in PowerPoint to support;  holds an on-topic discussion with the audience. Competence 1: Designing 1.2.3. Forms intermediate research questions and related a hypothesis based on the given research question 1.3.4. Adjusts the research plan accordingly based on acquired results. 1.3.5. Makes connections between experiments and the broader research context Competence 2: Experimenting 2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps of the experiments. Competence 3: Analysing Results 3.2.1. Carries out results analysis using appropriate methods; uses statistics (if applicable). 3.3.3. Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) and the broader research context. 3.1.4. Discusses the execution of the experiment and results. Competence 8: Team work 8.1.3. Maintains eye contact with conversation partner. 8.1.4. Gives others opportunity to speak. 8.2.4. Verbally expresses their opinion/message clearly. 8.3.2. Interacts with conversation partner/ensures the message is understood. 8.3.3. Keeps conversation on topic. Competence 6: Reporting and Presenting 6.3.2. Presents research to a target audience with similar knowledge background in a clear and persuasive manner; applies general presentation techniques and answers questions.  there is a introduction-body-conclusion structure to the presentation;  speaks clearly and coherently;  has upright posture and hands are freely used;  makes eye contact with the audience;  makes organised and clear slides or other visual


See Presentation Minor Discovery, Analysis & Production of Biomolecules Evaluation form below.

Consult the evaluation form below: “Discovery, Analysis & Production of Biomolecules Minor Presentations”. 55% of the maximum amount of points is sufficient.

320



1.5 Assessment: Mark Bottom level: 5.5


products;  verbal and visual messages complement each other;  uses visual aids in PowerPoint to support;  holds an on-topic discussion with the audience. Competence 1: Designing 1.3.2. Independently forms intermediate research questions and related hypothesis based on the given research question. 1.3.4. Adjusts the research plan accordingly based on acquired results. 1.3.5. Makes connections between experiments and the broader research context Competence 2: Experimenting 2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps of the experiments. Competence 3: Analysing Results 3.3.1. Independently carries out results analysis according to the appropriate methods; uses statistics (if applicable). Validation 3.3.2. Independently evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Conclusion and discussion 3.3.3. Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) and the broader research context. 3.1.4. Discusses the execution of the experiment and results. 3.3.4. Independently discusses results in relation to their other experiments and compares these to published literature. 3.2.4. Suggests improvements to improve the execution of the research. 3.3.4. Suggests follow-up experiments. Competence 4: Quality control 4.1.3. Uses controls, and uses these to assess the reliability of the results Competence 8: Team work 8.1.3. Maintains eye contact with conversation partner. 8.1.4. Gives others opportunity to speak. 8.2.4. Verbally expresses their opinion/message clearly. 8.3.2. Interacts with conversation partner/ensures

321



the message is understood. 8.3.3. Keeps conversation on topic.

Code: ASC-M-PB-R Name: Report Form: Report Individual Weighing: 2.5 Assessment: Mark Bottom level: 5.5

Competence 1: Designing 1.3.1. Independently searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources 1.3.5. Makes connections between experiments and the broader research context Competence 2: Experimenting 2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps of the experiments. Competence 3: Analysing Results 3.2.1 (3.3.1.) (Independently) carries out results analysis according to the appropriate methods; uses statistics (if applicable). Validation 3.1.2 (3.3.2.) (Independently) evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. Conclusion and discussion 3.3.3. Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible) and the broader research context. 3.1.4. Discusses the execution of the experiment and results. 3.3.4. Independently discusses results in relation to their other experiments and compares these to published literature. 3.2.4. Suggests improvements to improve the execution of the research. 3.3.4. Suggests follow-up experiments. Competence 4: Quality Control 4.1.3. Uses controls, and uses these to assess the reliability of the results Competence 5: Management and administration 5.3.2. Manages and archives data in lab journal (aim, experiment description, alterations, results, conclusion) and if relevant, other ways of storing data so that others can use it. Competence 6: Reporting and Presenting 6.3.1. Reports their research in the form of a research report/lab journal/poster according to international guidelines (product criteria for lab

Consult the evaluation form below: “Production of Biomolecules Minor Report”.

Consult the evaluation form below: “Production of Biomolecules Minor Report”. 55% of the maximum amount of points is sufficient.

322

1 examiner for assessment (Project leader, in case of doubt: 2nd project leader / lecturer).


Code: ASC-M-PB-Pr Name: Practical Form: Practical Individual Weighing: 3 Assessment: Mark Bottom level: 5.5

journal and research report; level 2).  uses correct spelling, grammar, sentence structure and scientific style.  uses a clear and logical structure in complex passages of text. There is cohesions between the different sections of text.  the document structure conforms to guidelines used in professional practise.  the report contains a reference list. The text references to the literature in this list.  describes results so the reader can understand, uses clearly labelled figures and tables.  all relevant data is described in a summary that is independent to the report. Competence 1: Designing 1.2.1. Independently identifies relevant background information required to answer the research question. 1.2.2. (1.3.1.) (Independently) searches for, selects and integrates information from relevant scientific sources Competence 2: Experimenting Preparation 2.3.1. Is able to explain the theory behind all steps of the experiments. 2.1.2. Performs calculations prior to beginning lab work. 2.3.3. Independently ensures that all requirements are present before beginning the experiment, makes solutions. 2.2.3. Carries out experiments according to the protocol in order to obtain reliable, reproducible data; is aware of what he/she is doing at all times. 2.1.5. Carries out the experiment within the given time. 2.2.4. Attempts to work on multiple experiments at the same time (multitasking). 2.2.5. Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered./ 2.3.6. Trouble shoots if problems are encountered in the experiments. Competence 3: Analysing Results 3.3.1. Independently carries out results analysis according to the appropriate methods; uses statistics (if applicable).


Consult the evaluation form below: “Discovery, Analysis & Production of Biomolecules Minor Practical performance”.

Consult the evaluation form below: “Discovery, Analysis & Production of Biomolecules Minor Practical performance”. 55% of the maximum amount of points is sufficient.

323




Validation 3.3.2. Independently evaluates the obtained results based on their accuracy and reliability. 3.2.2 Independently makes conclusions relating to the initial research question (if possible). 3.1.4. Discusses the execution of the experiment and results. 3.2.3. Relates results with results from their other experiments and also to data in published literature. 3.2.4. Suggests improvements to improve the execution of the research. Competence 4: Quality Control 4.1.1. Is aware of the health and safety rules and works according to these rules. 4.2.1. Calibrates advanced equipment before beginning experiments. 4.1.3. Uses controls, and uses these to assess the reliability of the results Competence 5: Management and administration 5.2.1. Encodes chemicals and samples; stores these in the correct manner. 5.2.2. Contributes to an efficiently functioning lab (tidies up, reports when reagents are nearly finished, performs minor maintenance of equipment). 5.3.2. Manages and archives data in lab journal (aim, experiment description, alterations, results, conclusion) and if relevant, other ways of storing data so that others can use it. Competence 7: Working in a planned and projectbased manner 7.2.1. Plans and organises activities in a work plan that covers a duration of at least 4 practical lessons. / 7.3.1. Plans and organises activities in a work plan covering a duration of at least 4 weeks. 7.2.2. Works according to plan, also under time constraints. 7.2.3. Ensures that goals are reached and if necessary, makes adjustments to activities. 7.3.2. Is flexible in changing circumstances; determines priorities in the work. Competence 8: Team work Functioning in a group 8.1.1. Adheres to rules.

324



8.2.1. Makes clear agreements with others and keeps to these. 8.2.2. Recognises their own role in a group and is aware of other roles in the group. Works harmoniously with others Communication Is able to communicate about their assignment with peers and lecturers applying basic rules of communication: 8.2.3. Takes initiative in the conversation. 8.1.3. Maintains eye contact with conversation partner. 8.1.4. Gives others opportunity to speak. 8.2.4. Verbally expresses their opinion/message clearly. Interacts with conversation partner. 8.1.6. Accepts and gives feedback. 8.2.6. Is active in conflict resolution.

325



Evaluation form: “Minor Discovery, Analysis & Production of Biomolecules Practical performance” Student name: ……………………........................................................…………………

Student nr: ………………………………………

Class: …...........………..

Comments regarding the completion of the points below: For each key word, points can be given for each indicator, is the range of the number of points to be given The different weighting of each indicator is compensated by this The box for Excellent is left open with many competences though points can be given If you evaluate a student with Excellent you need to indicate one or more examples illustrating the level Excellent

These are Knock Out criteria and must be evaluated Sufficient before other points of this last can be completed.

Number of days worked > 90

Professional development Work attitude Quality control Safety Management and administration Lab journal (adm) Rules

 Shows professional work attitude; acts reliably, adjusts quickly, shows perseverance and is a motivated employee.

 Works safely according to current Works Safety- environmental and quality guidelines.  Processes information in a lab journal in accordance to current criteria in the department. The level of reporting in the lab journal is such that colleagues can take up the research once the placement is over.  Sticks to the rules in the lab regarding maintenance, cleaning work place, ordering materials, switching off equipment, etc.

326

Insufficient

Sufficient


Designin g (3 pts)

Competence Keyword

Insufficient

starting up points

preparing

Experimenting (45 pts)


points

work tempo

points

management techniques

points

Sufficient

Above average

excellent

- focuses on the research … and independently Studies literature as consults indicated by the supervisors/colleagues/literat supervisor. ure 0………………………………….1…………………………………………….2,5………………………………………...……….………..3 - makes suggestions for checks - calculates - makes solutions, ensures everything is ready - understands what she/he … and does this needs to do independently - discusses daily the preparations with the supervisor - makes few mistakes in the preparation phase which increases the speed of work 0…….…2………4…….6…….8….……9………….10…………..11……..………12…………...…13……..….....14….............15 - works on 1 experiment at … and can easily switch a the time. Conducts the - works on more than one between experiments experiment within the experiments whilst keeping the time set. Knows to fill in simultaneously overview waiting time with useful activities. 0…….…2………4…….6…….8….……9………….10…………..11……..………12…………...…13……..….....14….............15 - has acquired necessary management techniques … and if necessary can and can apply these … and has quickly acquired diverge from the protocol - works accurately techniques and applies to obtain reliable results - always knows during and these (evident in the and can theoretically after the execution of the reproducibility of data) account for his actions experiment precisely what he is doing 0……....3…………..6…….….9………...…….10…………….....11…………..…12…….....……..13……..……...14…............15

327

Number of points given


Analysing Results (15 pts)

data processing

points Validation points

conclusion

management and administration (5 pts)

points

Management

Working in a planned and project-based manner (10 pts)

points planning points

executing

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden - correctly executes suitable methods analyses on the results and (under supervision)

… does this independently

0………………1………..……..2………………….………………….3……………………………………3,5………..……………………4 - issues statements on the reliability of the results acquired based on accuracy and reliability

… does this independently

0………………1………..……..2………………….………………….3……………………………………3,5………..……………………4 - derives conclusions from the results obtained regarding their research question (under supervision). - adequately carries out the error discussion

… does this independently and makes suggestions for future experiments

… and draws links with results from other experiments and literature.

0………1……………2………..3…………………3,5.…………….4……………….…5…………….…6………..……………..………7 - Codes samples/dilutions/chemica ls carefully and in a correct manner. … and contributes to an contributes to the running of efficiently functioning lab an efficient lab (cleans, (gives suggestions for signals if reagents are improvement) almost run out, small maintenance to the equipment 0…………………1……………..2……………………………….…..3….……..………………….………4…………………………..…..5 - Plans and organises activities which results in a work plan under supervision

… does this independently accurately estimates the time needed to execute work

0………………1………..……..2………………….………………….3……………………………………3,5………..……………………4 - conducts work according to a time plan, also under time pressure - sees to it that goals are met and adjust work if necessary if instructed by

328

…- independently adjusts his activities if needed

… and sets priorities


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden supervisors

Points

0…………..1………..…………2………..………...3……..…….…3,5……………..4……....……….5…………………….……………6 - can co-operate in a team: sticks to agreements; recognises his own role and that of others in the team and deals with this adequately

Team work (10 pts)

functioning in a group

Points

… and has a clear input in the group

0…………..1………..…………2………..………...3……..…….…3,5……………..4……....……….5…………………….……………6 - communicates according to the basic rules of communication with colleagues, supervisors (can listen, takes initiatives for meetings, is open to feedback, tries to resolve conflicts)

Communicating

points

- can co-operate well in a team: … and adjusts own work to that of the others

… and does this open and clearly

0………………1………..……..2………………….………………….3……………………………………3,5………..……………………4

Total number of points Student grade Student grade Number of points / 8.8 Additional comments

Name and signature evaluator

329



Assessment Presentation 1: Minor Discovery, Analysis & Production of Biomolecules Student name: ……………………........................................................…………………

Related to comp./ indicators

Student nr: ………………………………………

Assessment criteria

Class: …...........………..

Not present

Sufficient

Good

Complete Very good

0

6

8

10

0

6

8

10

0

6

8

10

0

6

8

10

0

3

4

5

0

6

8

10

0

3

4

5

Contents (max 40 points) 1.3.5. 1.2.3

Puts the research question in the framework of the overall project / overall science question and indicates the aim of this study.

1.2.3, 2.3.1.

Explains the strategy to reach the aim and describes for each of the experimental steps presented the main aspects of the experimental execution Describes the results obtained. Makes a selection of representative results and lists other results.

3.2.1.

3.3.3., 3.1.4.,1.3.4.

6.3.2

Concludes on the basis of results of part experiments on the part question (if possible). Discusses the execution of the experiments and the results, and the consequences for follow-up experiments Points (/max 40) Presentation (20 points) Shows structure in his presentation (intro-body-close) Uses clear and structures slides or other visual products: - uses correct spelling, grammar, syntax; - describes results so that the reader understands these; uses for this clearly labelled illustrations and tables; - uses the visual properties of PowerPoint if useful for communicating the message animations). Speaks audibly and clearly; Stands upright and moves hands loosely, uses them (at ease) or on his back; Makes eye and verbal contact with the public and checks if the message is understood. Points (/max 20)

330


8.1.3, 8.1.4, .


Discussion (max 20) Maintains eye contact with the conversation partner. Allows others to finish and interacts with the conversation partner.

8.3.3., 8.2.4, 8.3.2

0

3

4

5

Answers questions correctly.

0

3

4

5

Supports own opinion clearly with clear arguments and checks if the message came across.

0

6

8

10

Points (/max 20) Total number of points Final grade (total number of points / 8) Feedback


Date:

331



Assessment Presentation 2: Minor Discovery, Analysis & Production of Biomolecules Student name: ……………………........................................................…………………

Related to comp./ indicators

Student nr: ………………………………………

Assessment criteria

Class: …...........………..

Not present

Sufficient

Good

Complete Very good

0

6

8

10

0

3

4

5

0

3

4

5

0

3

4

5

0

6

8

10

0

3

4

5

0

3

4

5

Contents (40 points) 1.3.5., 1.3.2 1.3.2, 2.3.1. 4.1.3, 3.3.1., 1.3.2,

3.3.2., 3.1.4.,

3.3.3., 3.3.4, 1.3.5.

1.3.4., 3.2.4., 3.3.4

Puts the research question in the framework of the overall project / overall science question and clearly indicates the aim of this study. Explains the strategy to reach the aim and describes for each of the experimental steps presented the main aspects of the experimental execution (including checks). Describes the results obtained. Makes a selection of representative results and lists other results. Places these results for each part experiment in the context of the research just completed. Concludes on the basis of required results of experiments on the intermediate question (if possible) and discusses the execution of the experiments and the results. Concludes on the basis of results and conclusions of part experiments on the central research question; Compares and discusses these results to expected values and literature values and places these in the overall context. Makes suggestions for experiments to improve the execution of the experiments/ research and to follow up the research. Points (/max 40) Presentation (20 points)

6.3.2,

Shows structure in his presentation (intro-body-close)

332



Uses clear and structures slides or other visual products:  uses correct spelling, grammar, syntax;  describes results so that the reader understands these; uses for this clearly labelled illustrations and tables;  uses the visual properties of PowerPoint if useful for communicating the message animations). Speaks audibly and clearly; Stands upright and moves hands loosely, uses them (at ease) or on his back; Makes eye and verbal contact with the public and checks if the message is understood. Points (/max 20) 8.1.3, 8.1.4, . 8.3.3., 8.2.4, 8.3.2

0

6

8

10

0

3

4

5

Discussion Maintains eye contact with the conversation partner. Allows others to finish and interacts with the conversation partner.

0

3

4

5

Answers questions correctly.

0

3

4

5.

Supports own opinion clearly with clear arguments and checks if the message came across.

0

6

8

10

Points (/max 20) Total number of points

Final grade (total number of points / 8) Feedback


date:

333



Evaluation list report: minor Discovery, Analysis & Production of Biomolecules Student name: ……………………........................................................………………… Competence Keyword

Insufficient

Student nr: ………………………………………

Sufficient

Class: …...........………..

Above average

Report meets the lay out requirements stated in Communication for Lab Engineers)

Lay out (15 pts)

Lay out points Language usage

Summary (7 pts.)

points

Introduction (10 pts.)

Introduction

points

Body (29 pts.)

0………………1…………………………………….….…2……………………………………..3………………………………………...……….………..5 Language usage a. Correct language usage (=no language/spelling errors).

Report written in a language other than the mother tongue. The report is wellreadable, but contains language mistakes.

Materials and Method points

Report written correctly in a language other than the mother tongue

0………………………………..……5…………………….6……………………………………7……………..…….……………………..………….….10 The summary describes aim, method and final results in maximally ½ A4 in such a manner it can be read independently

Summary

points

excellent

0……………………..…..……….…………………..…3…….…………………..…………...5...……………………….…..…..………..................7 The research question is formulated in a theoretical framework. The relation between methods, materials and results is not clear.

… The research question is introduced via a literature review that makes the choice in methods and materials evident

0…………….….2…………….………..……………5……………..….…….……..….…7………..…………………..….…………..………..………10 - Describes the methods/materials used specifically.

Describes materials and methods in such a way that others can replicate these

0………..…….……………………………………….7…………….…...…..………………10…………………….………………………….…………15

334

Number of points given


Results

points


There is a logical order in the presentation of the data with linking text

There is a logical order in the presentation of the data with linking text which gives the reader sufficient holds to be able to grasp the data well.

0………..……………………………4……………........6……..…………….………..……….8……………..…………………………....…………10 Report contains legible illustrations which are complete and easy to understand

points

Discussion

- Uses the data found to discuss this: can the research question be answered with the data collected

Uses a useful discussion: gives a clear account why the hypothesis is/is not supported with the data found. Connects results to the literature

Uses a useful discussion: gives a clear account why the hypothesis is/is not supported with the data found. The discussion illustrates correct application of the theoretical insights. Compares research findings to other analyses, reference values or theoretical values in the literature.

0……….………..…1……………4……………………5………….…...…………….………6……………………….……………………….…………8

close (25 pts.)

Points

0………………1…………….………..….…………...2……..………………….…………...3………………………..…….…………....……………4

Clear recommendations for follow-up experiments and research are given. Points

0……………..…..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3……………………………………………….…………4 The discussion contains statements on accuracy and reliability of the results

Points

0……………..…..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3……………………………………………….…………4 - In de conclusie wordt een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag.

conclusie

335


Referen ces used) 4 pts.’

points:


0……….………………………………2………..…..….5……………….....6……..…………………….……..…...7..……..……………..……………9 Report contains a literature list. The text contains references to resources in the literature list

literature

Degree of independence in which the student worked on the report (10 pts.)

points

0………..…1……………………….……………………2………….…...………………………3……………………………………………….…………4

Needed much supervision

points

Needed supervision at critical moments

Worked on the report mainly independently

0…………….….2…………….………..……………………5……………..….…….……..….…7………..…………….…………..………..………10

Total number of points Grade Number of points / 10 Feedback


336


Titel OWE Code 1. Opleiding 2. Doelgroep

3. 4. 5.

6. 7. 8.

9.

Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en Ingangseisen m.b.t. (deel)tentamen s Algemene omschrijving

Minor Molecular Plant Biology ASC-M-PL Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Voltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, studierichting biologie, afstudeerrichting Moleculaire Plantenbiologie. Voltijd studenten hoofdfase Bio-informatica. Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek N.v.t. Onderzoeksverslag Carotenoïden of bio-informatica opdracht (Vct) Onderzoeksverslag Groei en Ontwikkeling (Vgo) Poster (Po) 30 stp 840 SBU Verdieping en uitbreiding van onderwerpen uit het 2e jaar, met name uit OWE5, OWE6, maar ook uit OWE7, OWE8 nu toegespitst op planten. De betreffende competenties zijn op niveau 2 geoefend en B5 en B6 of BI5 en BI7 zijn met redelijk succes gevolgd. Voor deelname aan deeltentamen IPV geldt een aanwezigheidsplicht bij de tutoruren. Voor deelname aan deeltentamen Praktijk geldt een aanwezigheidsplicht bij de praktijklessen. Gewassen voor de Toekomst Planten zijn van onschatbare waarde; ze geven ons voedsel, zuurstof, bouwmaterialen, kleding en brandstof. Zonder planten zou ons leven onmogelijk zijn. Sinds het begin van de landbouw, zo’n 6000 jaar geleden, hebben we door middel van Domesticatie, planten veranderd en aangepast voor onze voedselvoorziening. Plantenveredeling, het maken van kruisingen gevolgd door selectie, wordt nu zo’n 100 jaar uitgevoerd en heeft ervoor gezorgd dat er nu planten zijn die makkelijker te telen zijn en hogere opbrengsten geven . Met de komst van de Moleculaire Biologie en Genomics is het de laatste 10 jaar mogelijk om belangrijke processen in de planten te bestuderen en om de gewassen nog verder te verbeteren, zodat er voedsel voor iedereen is in de toekomst. Deze nieuwe gewassen zijn hard nodig omdat onze voedselproductie bedreigd wordt door een vermindering van het landbouwareaal, klimaatverandering en plantenziekten die de oogst vernietigen, terwijl de menselijke populatie blijft groeien. Om onze voedselproductie te waarborgen in de toekomst moeten er planten ontwikkeld worden die nog efficiënter kunnen groeien, een hogere voedingswaarde hebben en die resistent zijn tegen een groot aantal plantenziekten en beter om kunnen gaan met abiotische stress. Om deze uitdaging aan te gaan, gaan we de voedingswaarde van verschillende gewassen onderzoeken door de aanwezigheid van speciale secondaire metabolieten te bepalen. We richten op ons op de groep van carotenoïden die een belangrijke werking hebben als anti-oxidant en pro-vitamine A. Daarnaast gaan we de groei en ontwikkeling van planten onder verschillende stress situaties bestuderen in een eigen experiment. Dit doen we door de expressie van verschillende stress gerelateerde genen in Arabidopsis te bestuderen. Als laatste zullen de studenten een Poster maken waarin beschreven wordt hoe een gewas met de huidige moleculaire technieken verbeterd kan worden zodat deze voor de toekomst geschikt gemaakt kan worden. Bio-informatica studenten die deze course als minor volgen moeten ipv het onderzoeksverslag Carotenoïden in Planten (Vct) een Bio-informatica opdracht (Vct) maken. De praktijkbeoordeling van deze minorstudenten is op niveau 2.

337


10.

Competenties

11.


12.

De OWE wordt in de Engelse taal gegeven.  Vraagverheldering  Experimenteren  Onderzoeksresultaten analyseren  Kwaliteitsbeheer  Beheer en administratie  Rapporteren en presenteren  Planmatig en projectmatig werken  Samenwerken  Begeleiden/leiding geven  Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren Deeltentamens ASC-M-PL-Vct Onderzoeksverslag Carotenoïden / Research report Carotenoids (Vct) ASC-M-PL-Vgo Onderzoeksverslag Groei en Ontwikkeling/Research report Growth and development (Vgo) ASC-M-PL-Po Poster (Po) ASC-M-PL-P Praktijkbeoordeling/Practical (P) ASC-M-PL-K Kennistoets/Knowledge test (K) ASC-M-PL-T Thematoets/Themetest (T) ASC-M-PL-IPS IPV/IPS Weging (Vct +Vgo + Po + P + 2*T + K)/7 Compensatiemogelijkheden Instapvoorwaarden IPV en labjournaal moeten voldaan zijn en alle toetsen en tentamen beroepsproducten moeten ≥ 5.5 zijn. Frequentie (deel)K: periode 1, herkansing periode 2 tentamens T: periode 2, herkansing periode 3 Po : periode 2, herkansing in overleg Vct: periode 1, herkansing in overleg Vgo: periode 2, herkansing in overleg P: periode 2 IPV: periode 2 Voor het deeltentamen P en IPV is er maar één kans per studiejaar (OER art. 7.3)

13.


14.

17.

Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Activiteiten

18.

Werkvormen

15. 16.

De laatste druk van:  Smith, A.M., Sablowski, R. Plant Biology, Oxford: Taylor & Francis Inc.  Kreike, N., Honing, H. van der, en Wilms, F. Themahandleiding OWE MPB  Russell, P.J., iGenetics, a molecular approach, (3th revised edition) New York NY: Pearson Education Ldt.  Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren, Utrecht: Syntax Media. In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Ondersteunend vak

Evolutie van planten

338


Moleculaire Planten Biologie

Ondersteunende theoretische workshops

Ondersteunende workshops Technieken

Ondersteunende Praktijk

Workshop SCV

19.

Les- / Contacturen

Groei en ontwikkeling Plant Biochemie Plant-Pathogeen interactie Plant-Milieu interactie Plantfysiologie Domesticatie Klassieke en moleculaire veredeling Moleculaire markers en MAS Plant transformatie en GMOs Gene knockouts Transposons Future Plant Breeding Evolutie van het genoom Werkvorm: hoorcollege Plant identificatie Genetics Gastcolleges over nieuwe ontwikkelingen in het wetenschappelijke planten onderzoek en moleculaire plantenveredeling Werkvorm: hoorcollege qPCR HPLC Bio-informatica en fylogenie Gene mapping Werkwijze: hoorcollege Onderzoek naar Carotenoiden in verschillende gewassen Onderzoek naar genexpressie gedurende groei en ontwikkeling tijdens stress Eigen weefselkweek onderzoek Transformatie tomaat en tabak Microsporencultuur tomaat en tabak Fylogenie Solanaceae Werkwijze: praktijk Stagevoorbereiding/solliciteren

Werkwijze: training Geprogrammeerde contacttijd: 19,7 lesuren per week, 137 lesuren per periode 1 = 102,75 klokuren 19,9 lesuren per week, 139 uren per periode 2 = 104,25 klokuren Geprogrammeerde onderwijstijd voor zelfwerkzaamheid: Periode 1 = 317,25 klokuren Periode 2 = 315,75 klokuren

20. 21.

Onderwijsperiode Maximum aantal

Totaal 840 klokuren Periode 1 en 2 n.v.t.

339


deelnemers

340



Toetsprogramma Minor Molecular Plant Biology (ASC-M-PL) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen Code: ASC-M-PL-T Naam: ASC-M-PL-T: Theme test Vorm: Schriftelijk Open vragen Individueel Weging: 2 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Competenties met indicatoren


Waardering / Cesuur

Competentie 1: Ontwerpen (Niveau II) 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2. Zoekt, selecteert en verwerkt informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Competentie 2: Experimenteren (niveau III) 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.1.2. Maakt voorberekeningen. Competentie 3: Resultaten analyseren (niveau II) Data processing 3.2.1. Voert op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. Validatie 3.1.2. Doet uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Conclusie en discussie 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek.

Toepassen van kennis en vaardigheden van de volgende onderwerpen: Evolutie van planten De student:  kan de evolutie van planten beschrijven en de belangrijkste stappen hiervan verklaren;  kan de overgang van planten van water naar land bediscussiëren;  kan de overgang van kleine planten naar bomen beschrijven bediscussiëren;  kan het ontstaan van zaadplanten en hun unieke structuren verklaren;  kan de levenscyclus van de verschillende plantgroepen verklaren aan de hand van hun evolutie;  kan het verschil aangeven tussen bedektzadigen en de andere plantgroepen;  kan vorm van planten en de functie van de verschillende organen aan de hand van hun evolutieproces verklaren;  kan de evolutionaire verwantschappen tussen de verschillende groepen planten beschrijven.

Thematoets: De volgende onderdelen in de context Moleculaire Plantenveredeling worden evenredig gerepresenteerd in de toets:

In the context of:  Evolutie van planten  Groei en ontwikkeling  Plant Biochemie  Plant-Pathogeen interactie  Plant-Milieu interactie

Groei en ontwikkeling De student:  kan de gemeenschappelijke ontwikkeling van hogere planten beschrijven;  kan de apicaal-basaal en radiale ontwikkeling van het embryo uitleggen;  kan de verschillen en overeenkomsten tussen de ontwikkeling, organisatie en activiteit van het scheut- en wortel meristeem uitleggen en verklaren;  kan beschrijven hoe interne signalen de celgroei coördineren gedurende de ontwikkeling van de plant;  kan beschrijven hoe de ontwikkeling van organen gereguleerd wordt en door welke genen dat gebeurt;

341

Moleculaire Plantenbiologie (zie onderdelen kennistoets) Genetica en Gene mapping Klassieke en moleculaire veredeling Molecular markers en MAS Plant transformatie and GMOs Gene knockouts Transposons Genoom evolutie qPCR en HPLC Sequencing technieken Future Plant Breeding Gastcolleges 55% van de punten benodigd voor een voldoende (5.5).

Examinator 2 examinatoren voor constructie en evaluatie. 1 examinator voor beoordeling (Expert/Theoriedocent).


                   

Code: ASC-M-PL-Vct ASC-M-PL-Vgo Naam: ASC-M-PL-Vct: Research report Carotenoids ASC-M-PL-Vct: Research report Growth and development Vorm: Schriftelijk

Plantfysiologie Domesticatie Klassieke en moleculaire veredeling Molecular markers en MAS Plant transformatie and GMOs Gene knockouts Transposons Future Plant Breeding Evolutie van het genoom Plant Identification Genetics qPCR HPLC Bio-informatica en fylogenie Gene mapping Planten cel en weefselkweek Secondaire metabolieten Sequencing technologie Moleculaire evolutie Gastcolleges

Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2. (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.3. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag deelvragen met bijbehorende hypotheses.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden  kan ontwikkeling van het bloem meristeem en de bloem organen beschrijven a.d.h.v. de genen die hierbij betrokken zijn;  kan de ontwikkeling van de mannelijke en vrouwelijke gametofyt van een bedektzadige beschrijven;  kan de bestuiving en fertilisatie van verschillende bloemen beschrijven en verklaren.  Plant Biochemie  Plant-Pathogeen interactie  Plant-Milieu interactie  Plantfysiologie  Domesticatie  Klassieke en moleculaire veredeling  Molecular markers en MAS  Plant transformatie and GMOs  Gene knockouts  Transposons  Future Plant Breeding  Evolutie van het genoom  Plant Identification  Genetics  qPCR  HPLC  Bio-informatica en fylogenie  Gene mapping  Planten cel en weefselkweek  Secondaire metabolieten  Sequencing technologie  Moleculaire evolutie  Gastcolleges Zie evaluatieformulier “Research report Course 9”.

Zie evaluatieformulier “Research report Course 9”. 55% van de punten benodigd voor een voldoende (5.5).

1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met

342



Groep Weging: Vct: 1 Vgo: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5


overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.2.2. (2.3.2.) Zorgt er (zelfstandig) voor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. Competentie 3: Resultaten analyse 3.2.1. (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.2.2. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk). 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3. Bediscussieert resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten Competentie 5: Beheer en Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2):  hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;  brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten;  is zich bewust van samenhang tussen tekston-

343



derdelen;  opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen;  rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;  beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3):  hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;  brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen;  opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen;  rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;  beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden.

Code: ASC-M-PL-Po Naam: Poster Vorm: Schriftelijk Mondeling Individueel Weging:

In the context of: Vct: Verslag Carotenoids Vgo: Groei en Ontwikkeling Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.5. Kent overkoepelende context van eigen onderzoek. 1.3.1. Zoekt, selecteert en verwerkt zelfstandig informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.2. Formuleert op basis van gegeven onderzoeksvraag zelfstandig deelvragen met bijbehorende hypotheses.

Zie evaluatieformulier “Poster Course 9: A new crop”.

Zie evaluatieformulier “Poster Course 9: A new crop”. 55% van de punten benodigd voor een voldoende (5.5).

344

2 examinatoren voor de beoordeling (Expert/Docent/Tutor).


1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5


1.3.3. Integreert informatie zelfstandig om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyse 3.3.4. Bediscussieert zelfstandig resultaten in relatie met andere deelexperimenten en legt verbanden met literatuurwaarden. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2):  hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;  brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten;  is zich bewust van samenhang tussen tekstonderdelen;  opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen;  rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrijpen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;  beschrijft alle relevante gegevens in een samenvatting. 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3):  hanteert correcte spelling, grammatica, zinsbouw en wetenschappelijke stijl;  brengt helder en logische structuur aan in complexere teksten. Er is sprake van samenhang tussen tekstonderdelen;  opbouw van tekst is conform in het werkveld gebruikte richtlijnen;  rapport omvat een literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen in literatuurlijst;  beschrijft resultaten zodat de lezer deze begrij-

345


Code: ASC-M-PL-P Naam: ASC-M-PL-P: Practical Vorm: Praktijk Groep Labjournaal: Schriftelijk

pen kan; gebruikt hiervoor duidelijk gelabelde afbeeldingen en tabellen;  beschrijft alle relevante gegevens van een onderzoek in een samenvatting die als zelfstandig geheel gelezen kan worden. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen:  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten;  verbale en visuele boodschap vormen een geheel;  gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap;  gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 8: Samenwerken in team 8.1.3. houdt oogcontact met gesprekspartner; 8.2.3. neemt initiatief voor gesprek; 8.2.4. brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden; 8.2.5. sluit aan bij gesprekspartner; 8.3.3. houdt gespreksdoel in het oog In the context of: Toepassen van de kennis van moleculaire veredeling voor de verbetering van een gewas. Competenties worden beoordeeld op niveau 2 (minimum) en niveau III Competentie 2: Experimenteren 2.2.1. Kan de basisstappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.2.2. Zorgt ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.3.2. Zorgt er zelfstandig voor dat alle benodigd-


Zie evaluatieformulier “Practical work Course 9”.

Zie evaluatieformulier “Practical work Course 9”. 60% praktijk 40% lab journaal Cesuur: 55% van het maximum aantal te behalen punten is voldoende (5.5).

346



Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5


heden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.1.3. Controleert of alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt. 2.2.3. Voert experimenten volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.3.3. Voert experimenten zelfstandig volgens protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen, maar kan hiervan afwijken indien nodig; weet te allen tijde exact wat hij/zij doet. 2.1.5 Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit 2.2.4. maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking). 2.3.4. Werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.3.5. Lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). 2.3.6. Maakt zich technieken snel eigen. Competentie 3: Analyseren resultaten 3.3.1. Voert zelfstandig op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.3.2. Doet zelfstandig uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3. 5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitscontrole 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze

347



regels. 4.2.1. IJkt bij de aanvang van experimenten geavanceerde apparatuur. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie 5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.3.1. Draagt actief bij aan een efficiënt functionerend lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur en lost kleine storingen op). 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 7: Planmatig en projectmatig werken 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.2.4. Speelt in op wijzigende omstandigheden. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden

Code: ASC-M-PL-K Naam: ASC-M-PL-K: Knowledge test Vorm: Schriftelijk

In the context of: - Groei en ontwikkeling - Biochemie - Plant fysiologie - Plant abiotic stress - Plant cel- en weefselkweek - Moleculaire evolutie - HPLC: Carotenoiden - qPCR: Gen expressie Kennis van de Moleculaire Plantenbiologie

Heeft kennis van de volgende onderwerpen: Plant Identificatie De student:  kan de verschillende plantorganen beschrijven;  kan de uiterlijke kenmerken van verschillende planten families beschrijven;  kan voorbeelden van planten en gewassen

348

Kennistoets: De volgende onderdelen in de context Moleculaire Plantenbiologie worden evenredig gerepresenteerd in de toets: Plant Identificatie Evolutie van planten Groei en ontwikkeling Plant Biochemie

2 examinatoren voor constructie en evaluatie (Expert/Docent). 1 examinator voor de beoordeling (Expert/Docent).


Individueel Open vragen Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden geven uit de verschillende plantenfamilies. Evolutie van planten De student:  kan de evolutie van planten van alg tot angiosperm beschrijven. Groei en ontwikkeling De student:  kan de ontwikkeling van de plant van embryo tot plant beschrijven en de genen die hierbij betrokken zijn benoemen evenals hun functie;  kan de bestuiving en bevruchting beschrijven;  kan de ontwikkeling van de bloem beschrijven en de genen die hierbij betrokken zijn benoemen evenals hun functie;  kan de overeenkomsten en verschillen tussen scheut- en wortel meristeem beschrijven. Plant Biochemie De student:  kent belangrijke metabole routes en waar deze in de cel plaatsvinden;  kent fotosynthese, fotorespiratie en krebscyclus. Secondaire metabolieten De student:  kent verschillende secundaire metabolieten en hun functie. Plant-Pathogeen interactie De student:  kan de levenscyclus van de verschillende pathogenen groepen beschrijven en voorbeelden van organismen noemen;  kan de verschillende manieren van de verdediging van de plant benoemen;  kan het zig-zag model beschrijven Plant-Milieu interactie (stress) De student:  kan de verschillende vormen van abiotische stress benoemen en het effect op de plant en de reactie van de plant beschrijven. Plantfysiologie Domesticatie en Ontstaan van de landbouw De student:  kan het proces van domesticatie beschrijven;  kan de verschillenden domesticatie eigenschappen van de plant benoemen en voor-

349

Secondaire metabolieten Plant-Pathogeen interactie Plant-Milieu interactie Plantfysiologie Domesticatie Plant cel en weefselkweek Plant transformatie Rhziobium 55% van de punten benodigd voor een voldoende (5.5).


Code: ASC-M-PL-IPS Naam: IPS Vorm: Individueel Mondeling Weging: 0 Beoordeling: Voldaan/Niet voldaan Ondergrens: Voldaan

Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. 8.1.2. Heeft een duidelijk inbreng in de groep. Communicatie Communiceert open en helder met collega’s en begeleiders volgens basisregel voor communicatie. 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4.Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.3.2. Sluit aan bij gesprekspartner/toetst of boodschap is overgekomen. 8.3.3. Houdt gespreksdoel in het oog. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Probeert conflicten actief op te lossen / 8.3.4. Weet goed met conflicten om te gaan.

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden beelden hiervan geven. Plant cel- en weefselkweek De student:  heeft kennis van de hormonen en groeibevorderende stoffen die gebruikt worden bij cel en weefselkweek van planten. Plant transformatie De student:  kan de DNA overdracht van Agrobacterium naar de plant beschrijven;  heeft kennis van verschillende transformatie technieken voor genetische modificatie van planten. Rhizobium De student:  kan de interactie tussen een plant en Rhizobium en de stikstoffixatie door Rhizobium beschrijven. De student:  heeft zich voorbereid op de vergadering door het uitwerken van de weekopdracht die nabesproken wordt en het doorlezen van de weekopdracht die voorgesproken wordt (k.o.);  kan de uitwerking van zijn weekopdrachten volgens afspraak aan de tutor laten zien (in schrift of presentatie); in alle opdrachten zijn alle gevraagde aspecten uitgewerkt (k.o.);  voert zijn rollen (voorzitter, notulist, etc.) uit (k.o.);  herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af;  houdt zich aan de afgesproken regels (k.o.);  stelt vragen en deelt kennis met betrekking tot de opdracht tijdens tutorvergaderingen; verwoordt deze helder en verstaanbaar, houdt oogcontact;  houdt het gespreksdoel in het oog;  laat anderen uitpraten, sluit aan bij de gesprekspartner en toetst of de boodschap is overgekomen;  geeft groeps- en klasgenoten feedback en staat open voor feedback;  levert een positieve bijdrage aan het

350

Alle k.o. criteria en 70% van de overige criteria zijn nodig voor een “voldaan”.



Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden groepsproces door initiatief te nemen en eventuele conflicten actief op te lossen. Groepsleden beoordelen de inzet en betrokkenheid van de student als positief (SAS)

351



Evaluation form Practical work minor ASC-M-PL Name: ……………………………………………..

Class: …………………………………………………..

Competence/indicator Insufficient 2.2.1., 2.3.1., 4.1.3

0-5 points 2.1.2., 2.2.2., 2.1.3., 2.3.2

0-2 points 2.2.3., 2.3.3., 2.2.6

0-2 points 2.2.5., 2.3.5.

0-5 points 4.1.1.

Date: …………………………………………………

Evaluation criteria Good

Sufficient Is able to explain the basic steps of the experiments; Selects, with guidance, necessary experimental controls. 6 points

Is able to explain more than the basic, but not all steps of the experiments; Independently selects standard experimental controls 8 points

Ensures that all requirements are present before beginning the experiment and that calculations have been made, makes solutions. 3 points The experimental results are reproducible when different experiments are carried out more than one time 3 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered.

… and independently makes solutions.

5 points The experimental results meet the theoretical expectations / literature values

Is able to explain the all of the experiments; Independently selects advanced experimental controls

10 points

… and the student is able to deviate from/adjust the protocol where needed to obtain reproducible results that match with theoretical expectations 5 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered and solves the problems independently.

4 points Attempts to trouble shoot experiments when problems are encountered and solves the problems. 6 points 8 points R/S rules are present in plan of approach and laboratory notebook, and act upon. Calibrates pipettes and balances.

4.2.1.

Points Excellent

0-4 points

5 points

352

10 points Knockout


5.3.1.

0-5 points

2.1.5., 2.2.4., 2.3.4., 7.2.2. 0-5 points 7.2.3., 7.2.4., 7.3.2.

0-2 points 5.2.1.

5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4., 3.2.4. 0-5 points 5.3.2., 2.3.1

0-5 points 5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4., 3.2.4. 0-5 points 5.3.2., 3.3.1., 3.3.2., 3.1.4., 3.2.4., 3.3.5

0-5 points

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden Leaves all work places organized and tidy and reports when reagents are (almost) finished. 6 points Works on one experiment at the same time and finishes this within the planned time; also under time constraints. 6 points If needed (changing circumstances: makes adjustments to project plan to reach the project goal. 3 points Encodes samples properly on tubes and in laboratory notebook. Laboratory notebook is fully up to scratch at the end of the week. 6 points Each laboratory session contains aim, M&M, any deviations from those, used apparatus and manufacturers of used kits 6 points Each laboratory session contains results, processing of data and interpretations/discussion 6 points conclusions and suggestions for follow-up research) at the end of the week.

6 points

and: works at an always organized work place,

and: solves problems at machines

8 points Works on multiple experiments at the same time

10 points Works on multiple experiments at the same time and finishes them without organisational problems.

8 points

4 points

10 points and: sets priorities in working activities

5 points Knockout

8 points

10 points

8 points

10 points

8 points and: the conclusions with respect to the reliability and accuracy of the results and interpretion of the results with respect to the research question are scientifically correct. 8 points

353

10 points and: the error discussion and suggested follow-up experiments are meaningful.

10 points


Overall assessment Feedback


All criteria need to be sufficient; number of points divided by 10

Name and signature assessor

354


Evaluation form Poster ASC-M-PL: A New Crop for the Future Name student: ………………………………. Related to competency/ indicator

Insufficient

Sufficient

Good

Excellent

Content (max 48pts) Crop information

1

3

4

5

1.3.2

Justification of suggested improvement

1

3

4

5

1.3.3

Description of Technology

1

3

4

6

2.3.1

2 2

6 6

7 7

8 8

1.3.3, 2.3.1

Gene construct: Size, Genes and their Origin Promotors and Selection markers (give Gene bank accession numbers) Transformation

2

6

7

8

1.3.3, 2.3.1

Regeneration and Tissue culture

2

6

7

8

1

2

3

3

1 1

2 2

3 3

3 3

1

2

3

3

1

2

3

3

1

2

3

3

In suff Knockout 2

Sufficient

Good

Excellent

6

7

9

1.2.1, 1.3.1

6.2.1.

Evaluation criteria

Crop: ………………………………………………….

Layout (max 18 pts) The structure of the poster is according to guidelines used in the workfield Guidelines: No too much text. Just enough for a clear story Catchy title Clear overall structure and Readable at 2m distance Understandable text and logical tables and figures Report contains list of references that are noted in the text Correct spelling and grammar. Text in a scientific manner. Discussion (max 34)

6.3.1, 6.3.2 3.3.4

PPTs tutor assignment

8.2.3 8.1.3 8.2.4 8.2.5 8.3.3

Clear explanation of the content of the poster.

1

3

4

6

Student gives accurate answers to the questions. The student keeps eye contact during the discussion Originality and Complexity of the Idea

2

6

7

8

1

2

3

3

-

-

4

8

Discussion of Improvement/Technology

Final mark (score / 10) Feedback


355

Points


Evaluation form Research report Minor ASC-M-PL Name: ……………………………………………………………….. Report title: …………………………………….. Competence /indicator

Evaluation criteria

Insufficient

Sufficient

Good

Describes in 150-250 words what the purpose, approach, findings and originality of the research is (abstract > 250 words: knockout). Introduction

0-2

6

10

Finds, selects and describes individually which information from relevant scientific literature is required to answer the research questions. Describes theoretical background and motivation for research. Independently describes the goals of the different research projects. Independently explains the strategy to achieve the research goals Material and methods

0-1

2

3

0-6

7

11

0-1

2

3

0-1

2

3

Describes performed experiments in such a way that someone else could repeat the experiment (less than 6 points: knockout). Describes experimental controls Results

0-5

6

9

0-2

3

5

Independently describes the results and refers to figures and tables and explains what is visible in figures and tables (less than 6 points: knockout) Starts each results section with short description of goal/reason for the experiment Ends each results section with short interpretation or conclusion of results Uses appropriate methods, and, if applicable, statistics, to analyze results Adds appropriate title, axis titles, legend and figure legend to each figure and table. Figures and tables should be understood without carefully reading the results sections. Discussion

0-5

6

9

0-2

3

5

0-1

2

3

0-1

2

3

0-1

3

5

Repeats research goals and performed experiments to achieve this. Independently interprets the relevance of each of the results based on reliability and accuracy. Compares results and discusses results by comparing with expectations and literature. Conclusion and perspectives

0-2

3

6

3

6

10

Summarizes end conclusions of research.

0-2

3

5

Contents Summary/Abstract

1.3.1

1.2.2; 1.2.1 1.2.3 1.2.3, 2.3.1

2.3.1, 5.3.2

4.1.3

3.3.1, 5.3.2

1.2.3, 2.3.1, 6.3.1

3.2.2 3.2.1, 3.3.1 3.3.1

3.3.2

3.2.3

3.3.3

356

Points

Opleidingstatuut Instituut Applied Sciences Deel 3 2015-2016 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden 3.2.4, 3.3.5

Describes based on own results and conclusions which experiments could be done in the future. Style

6.3.1

Report is written in scientific style, according to spelling and grammar rules. More than 8 mistakes per page: report won’t be evaluated. Order of sections is according to international rules: Title, authors, abstract./summary, introduction, material and methods, results, conclusion and discussion, prospects, references Report contains a list of references and refers to references in text.

6.3.1

1.2.2, 6.2.1

Total number of points: 100

Mark (number of points/10) Feedback


357

0-2

3

5

Ok / k.o

Ok / k.o.

0-2

3

5


Titel OWE

Minor Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek


ASC-M-P Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie, Bio-informatica Hoofdfase voltijd en deeltijdstudenten Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie, Bio-informatica Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek

3. 4. 5. 6. 7. 8.

9.


N.v.t. Afhankelijk van gekozen OWE’en 30 stp 420 SBU De minor bestaat uit keuze OWE’en die verdiepend of verbredend zijn ten opzichte van de gekozen major Propedeutische fase afgerond Nadere ingangseisen afhankelijk van de ingangseisen van de gekozen OWE’en Keuzemogelijkheden: Alle studenten kunnen kiezen uit  de researchminor – BMCBi-R30  de mini researchminor – BMCBi-R15 in combinatie met een keuze uit onderstaande OWE’en Studenten uit de medische studierichting kunnen kiezen uit:  de opleiding chemie: C7, C8, C5, C6  de biologische richting/Life Sciences: B/LS5, B/LS6, B/LS7 (HB/LS8b is alleen mogelijk in combinatie met B/LS6B)  de afstudeerrichting medische microbiologie: M9 en M10  de afstudeerrichting cytohistopathologie: M11 en M12 Studenten uit de biologische studierichting kunnen kiezen uit:  de opleiding chemie: C7, C8, C5, C6  de medische studierichting: M5M, M6, M7, M8  de afstudeerrichting moleculaire plantenbiologie: B9  de afstudeerrichting biochemie: B10 Studenten van de opleiding Bio-informatica kunnen kiezen uit:  de biologische richting/Life Science: B/LS5, B/LS6, B/LS7 (B/LS8b is alleen mogelijk in combinatie met B/LS6B)  de variant voor Bio-informatica studenten van B9 = minor Molecular Plant Biology ASC-M-Pl  de medische richting: M5, M6, M7, M8

10. 11.

Competenties Beoordelingscriteria

Studenten van de opleiding Chemie kunnen kiezen uit:  de biologische studierichting/Life Sciences: B/LS5, B/LS6, B/LS7 (HB/LS8b is alleen mogelijk in combinatie met B/LS6B)  de medische studierichting: M5M, M6, M7, M8  de afstudeerrichting organische chemie: C9, C10  de afstudeerrichting analytische chemie: C11, C12 Afhankelijk van gekozen OWE’en Afhankelijk van gekozen OWE’en

358


12.

Tentaminering

13.

Verplichte literatuur Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Activiteiten Werkvormen Les- / Contacturen Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers

14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.

Deeltentamens Afhankelijk van gekozen OWE’en Weging Afhankelijk van gekozen OWE’en CompensatieAfhankelijk van gekozen OWE’en mogelijkheden Instapvoorwaarden Afhankelijk van gekozen OWE’en tentamen Frequentie (deel)Afhankelijk van gekozen OWE’en tentamens Afhankelijk van gekozen OWE’en Afhankelijk van gekozen OWE’en Afhankelijk van gekozen OWE’en Afhankelijk van gekozen OWE’en Afhankelijk van gekozen OWE’en Afhankelijk van gekozen OWE’en Afhankelijk van gekozen OWE’en Afhankelijk van gekozen OWE’en N.v.t.

359


Titel OWE

OWE R15: Researchminor


BMCBi-R15 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek

3. 4. 5.

6. 7.

8.

Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en


Nvt Literatuurverslag (L) Onderzoeksverslag (V) Reflectieverslag (Rv) 15 stp 420 SBU Keuze onderdeel minor Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek. Tijdens de mini researchminor wordt in de praktijk toegepast wat is geleerd tijdens de voorafgaande keuze OWE uit het Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek van de opleiding Chemie of Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Propedeuse moet zijn behaald. Nadere ingangseisen afhankelijk van de ingangseisen van de gekozen OWE’en. Minimaal 45 stp in het 2e studiejaar behaald en de praktijkbeoordelingen in 2e studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. Indien de researchminor volgt op de stage of het afstudeerproject geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag ingeleverd is bij de begeleider op de werkplek en het portfolio (m.u.v. het onderzoeksverslag) voldoende is afgerond.

9.


Indien student niet voldoet aan instapvoorwaarden kan hij een verzoek om toch aan de researchminor deel te nemen neerleggen bij de examencommissie. Een minor moet verdiepend of verbredend zijn en mag geen grote overlap hebben met de major. Een researchminor is dus geen stage, want de stage is een onderdeel van de major. Doel van de researchminor is dus om iets nieuws te leren wat nog niet (voldoende) aan bod is geweest tijdens de major. De combinatie keuze OWE en mini researchminor bestaat daarom uit een theoretische component (een keuze onderwijseenheid van de opleiding Chemie of Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek) en een praktische component waar het geleerde in de keuze OWE wordt toegepast met een totale duur van 10 weken (15 studiepunten).

10.

Competenties

11.

Beoordelings-

Het is mogelijk om de researchminor uit te voeren op hetzelfde laboratorium als waar de stage/afstudeerstage plaatsvindt. Maar de minor blijft een op zichzelf staand geheel. Het moet aan de hier genoemde eisen voldoen en wordt apart van de stage beoordeeld. - Ontwerpen van experimentele opzet - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie - Rapporteren en presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en

360


12.

criteria

indicatoren.

Tentaminering

Deeltentamens

BMCBi-R15-V BMCBi-R15-Rv BMCBi-R15-P (V+P)/2 -


13. 14. 15. 16. 17. 18.

19. 20. 21.

Verplichte literatuur Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Activiteiten Werkvormen


Onderzoeksverslag (V) Reflectieverslag (Rv) Praktische werkzaamheden (P)

Reflectieverslag moet voldaan zijn 2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. Inleveren verslag uiterlijk 2 weken na de laatste dag van de researchminor. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de begeleidende docent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na afloop van de researchminor.

De laatste druk van:  Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren. Utrecht: Syntax Media.  Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen. De Slb-er begeleidt de student bij het vinden van een researchminor plaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een research minor plek (solliciteren). Tijdens de researchminor wordt de student begeleid door een begeleider op de research minor plek en een docent vanuit school. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heeft 5 klokuren voor begeleiding. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase -

361



Toetsprogramma OWE RM15: Researchminor (BMCBi-RM15) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen

Competenties met indicatoren voor Chemie, Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek

Code: BMCBi-R15-Rv

Competentie 11 Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm: 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.3.2. kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (gedeeltelijk)

Zie beoordelingsformulier Reflectieverslag.

Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.4., (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig) om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1., (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.2., (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.2.3., (2.3.3.) Voert experimenten volgens

Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Researchminor Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”.

Naam: Reflectieverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 0


Waardering / Cesuur

Zie beoordelingsformulier Reflectieverslag.

Examinatoren

1 examinator voor de beoordeling .

Deze moet gemiddeld voldoende zijn voor een beoordeling voldaan.

Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens Voldaan Code: BMCBi-R15-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5

Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Researchminor Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5).

362




protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig). 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) / 2.3.4. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) / 2.3.5. lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1.,(3 .3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.3., (3.3.4.) Discussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie

363



5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren/presenteren 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen:  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten;  verbale en visuele boodschap vormen een geheel;  gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning;  gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen:  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten;  verbale en visuele boodschap vormen een geheel;  gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap;  gaat inhoudelijke discussie met publiek aan.

364


Code: BMCBi-R15-V Naam: Onderzoeksverslag Vorm: schriftelijk individueel Weging:

Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken 7.2.1. (7.3.1) Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt (Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken). 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie: 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat andere uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Competentie 1: Ontwerpen 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren voorbereiden 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste


Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica”.

Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica”. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5).

365



1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5


wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2. (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3., (3.3.4.) Discussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3).

366


BEOORDELINGSFORMULIER Researchminor 15 stp

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogere Laboratoriumopleidingen Student:

Research minor docent:

Studentnummer: Research minor 15 stp

Beroepstaak: Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek

Research minor locatie:

Reflectieverslag:

…………

Werkzaamheden:

…………

Onderzoeksverslag: …………

Eindcijfer:

…………

(1 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer onderzoeksverslag) / 2 Het reflectieverslag moet met voldaan zijn beoordeeld

Naam en handtekening researchminordocent

Datum

………………………………………………….…….

…………………….

367


Beoordelingsformulier Reflectieverslag researchminor Naam: ……………..……………………………….…

Studentnummer: ……………………………..

Klas: ……………………………..

Datum: ……………………………….…………...

REFLECTIEVERSLAG

ONVOLDOENDE INHOUD

11.1.2.

11.3.2.

De student beschrijft de handelingen die bijgedragen hebben aan het realiseren van de POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar bewijsdocumenten van de resultaten hiervan verwezen. De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen. De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ik-vorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of producten. De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders had kunnen aanpakken (alternatieven). Er worden nieuwe leerdoelen genoemd. VORM

6.3.1

Er is een heldere stijl van formulering. Het verslag ziet er verzorgd uit.

Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn) Opmerkingen


368

VOLDOENDE



Beoordelingsformulier Werkzaamheden Vrije Research Minor Naam student: …………………………………………………………….

Minor-plaats:

Student nr: ………………………………………

Klas: …………………..

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Deze criteria gelden als knockout en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden.

Aantal gewerkte dagen is 45 of meer.

Professionele ontwikkeling: Werkhouding




Beheer & adminstratie: Labjournaal (adm)

Regels

 Verwerkt informatie in een labjournaal / laboratorium management systeem volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega's het onderzoek over kunnen nemen als de stage van de student is afgelopen.  Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen werktafel, bestellen van materialen indien deze op zijn, apparaten uitzetten etc.

369

onvoldoende

vol-doende



Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. LET BIJ VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER EROP DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8, VET, WEERGEGEVEN IS. Competentie Trefwoord

Onvoldoende

ontwerpen (5 pnt)

inwerken

Punten


voorbereiden

bovengemiddeld

excellent


0……………………………………….….…1…………………….……...…2………………...2,5……………………..3 - komt met voorstellen voor de aanpak van het onderzoek

ontwerpen

Punten


voldoende



370




Punten:

tempo van werken

Punten:


Punten:


dataprocessing

Punten:

validatie

Punten:

conclusie

Punten:


0...…2...…4..…..6.…......8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 - werkt aan één experiment tegelijkertijd. Voert het experiment binnen de gestelde tijd uit. Weet wachttijden zinvol te gebruiken.

- werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd


0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 - heeft zich de benodigde technieken eigen gemaakt en beheerst deze - werkt nauwkeurig - weet tijdens en na de uitvoering van het experiment ten alle tijden exact wat hij doet









0…1………2……..…..3…………………3,5.……………....4…………….……5……………………6………..…7

371




beheer

Punten:

presentatie


Punten: plannen Punten:

uitvoeren


Punten:


Punten:

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden - codeert monsters/oplossingen/chemi caliën en bewaart deze op de juiste manier - ruimt op, signaleert als reagentia op zijn


0…………1……………….…….………2…………………..……….…..3….………4………………………....………..5 - presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn onderzoeksresultaten (werkbespreking) - en kan vragen beantwoorden.










0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6

372


- communiceert (volgens de basisregels van communicatie) met collega's, begeleiders (kan luisteren, neemt initiatief voor gesprek, staat open voor feedback, probeert conflicten op te lossen)

communicatie

Punten:



0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4



Naam en handtekening begeleider minor

Datum

Naam en handtekening HAN docent

Datum

Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de HAN-docent. Cijfer

Indicatie cijfer 0 - 55: 55 - 65: 65 - 75: 75 - 85: 85 - 100:

373

≤ 5,5 5,5 - 6,5 6,5 - 7,5 7,5 - 8,5 8,5 - 10



BEOORDELINGSFROMULIER VERSLAG RESEARCHMINOR Naam student: ……………………………………….……………………………

Student nr: ………………………………………

Klas: …………………..…..

Minor-plaats: ……………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………… LET BIJ VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER EROP DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8, VET, WEERGEGEVEN IS. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord

Onvoldoende

Vormgeving (15 pnt)

vormgeving

Punten

Taalgebruik


Punten


excellent

Het layout van het rapport is zeer overzichtelijke en zorgt voor een professionele uitstraling.



…en is ondersteunend voor een helder en samenhangend verhaal.


samenvatting

Punten:

bovengemiddeld

0……………………..…..…………..…3…….…..……………….…..…………...5...………….…..…..………..................7

374


Inleiding (10 pnt)


Inleiding

Punten:


middenstuk(29 pnt)

Punten:

resultaten

Punten:





0………..…….…………………………….7…………….…...…………………………….10………………….…………15



0………..………..……4…………….......6……..…………….………..……..….8.…………………………....…………10


Punten:

afsluiting (25 pnt)


discussie

0……..…1…………….………..….…...2……..…………………………………….…...3…………….…......……………4


375


Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Vergelijkt de onderzoeksresultaten met


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur.

Punten:



Punten:

0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 De discussie bevat volledige en correcte uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van alle resultaten


Punten:

0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4


conclusie


Punten:

literatuur

Punten:

0……….……………2………..…..….5……………….....6……..……….………...7..……..………………....……………9 Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. 0…………………..…1…………………………………..…2….…………………..…3…………………………………………4

376





Punten:



0…………….….2…………….………..5…………………..…………..……..7………………….…..………….………10





377


Titel OWE

OWE R30: Researchminor


BMCBi-R30 Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie Voltijd en deeltijd studenten hoofdfase Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek

3. 4. 5.

6. 7. 8.


Nvt Literatuurverslag (L) Onderzoeksverslag (V) Reflectieverslag (Rv) 30 stp 840 SBU Keuze onderdeel minor Palet aan natuurwetenschappelijk onderzoek Propedeuse moet zijn behaald. Minimaal 45 stp in het 2e studiejaar behaald en de praktijkbeoordelingen in 2e studiejaar zijn met een voldoende beoordeeld. Indien de researchminor volgt op de stage of het afstudeerproject geldt als instapeis dat het onderzoeksverslag ingeleverd is bij de begeleider op de werkplek en het portfolio (m.u.v. het onderzoeksverslag) voldoende is afgerond.

9.


Indien student niet voldoet aan instapvoorwaarden kan hij een verzoek om toch aan de researchminor deel te nemen neerleggen bij de examencommissie. Een minor moet verdiepend of verbredend zijn en mag geen grote overlap hebben met de major. Een researchminor is dus geen stage, want de stage is een onderdeel van de major. Doel van de researchminor is dus om iets nieuws te leren wat nog niet (voldoende) aan bod is geweest tijdens de major. De researchminor bestaat daarom uit een theoretische component (min. 4 studiepunten = 4x28 SBU) in de vorm van een literatuuronderzoek en een praktische component waar je het geleerde toepast met een totale duur van 20 weken (30 studiepunten).

10.

Competenties

11.


Het is mogelijk om de researchminor uit te voeren op hetzelfde laboratorium als waar de stage/afstudeerstage plaatsvindt. Maar de minor blijft een op zichzelf staand geheel. Het moet aan de hier genoemde eisen voldoen en wordt apart van de stage beoordeeld. - Ontwerpen van experimentele opzet - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie - Rapporteren en presenteren - Planmatig en projectmatig werken - Samenwerken - Sturen professionele ontwikkeling Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren.

12.

Tentaminering

Deeltentamens

BMCBi-R30-L BMCBi-R30-V BMCBi-R30-Rv

378

Literatuurverslag (L) Onderzoeksverslag (V) Reflectieverslag (Rv)



13. 14. 15. 16. 17. 18.

19. 20. 21.

Verplichte literatuur Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Activiteiten Werkvormen


BMCBi-R30-P (L+V+P)/3 -

Praktische werkzaamheden (P)

Reflectieverslag moet voldaan zijn 2 kansen per jaar. Wordt het hele jaar aangeboden. Inleveren verslag en literatuurverslag uiterlijk 2 weken na de laatste dag van de researchminor. Indien te laat ingeleverd volgt een 0 voor de eerste kans. In overleg met de begeleidende docent wordt een nieuwe deadline vastgelegd. Herkansing maximaal 2 maanden na afloop van de researchminor.

De laatste druk van:  Laan, A., van der, Kooij, R., van der. Exact Communiceren. Utrecht: Syntax Media.  Boeken en handleidingen uit de propedeuse en hoofdfase. In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen. De Slb-er begeleidt de student bij het vinden van een researchminor plaats die past bij het persoonlijk ontwikkelingsplan van de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een research minor plek (solliciteren). Tijdens de researchminor wordt de student begeleidt door een begeleider op de research minor plek en een docent vanuit school. Er zijn geen lesuren ingepland, de begeleidende docent heeft 10 klokuren voor begeleiding. Afhankelijk van de programmering in de hoofdfase -

379



Toetsprogramma OWE RM30: Researchminor (BMCBi-RM30) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek Deeltentamen

Code: BMCBi-R30-Rv Naam: Reflectieverslag Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 0

Competenties met indicatoren Voor Chemie, Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek Competentie 11 Sturen professionele ontwikkeling Geeft eigen competentieontwikkeling vorm: 11.1.2. Werkt aan leerdoelen volgens POP en verzamelt competentiebewijzen. 11.3.2. kijkt kritisch terug (reflecteert) op eigen handelingen en leerproces; leert van zijn fouten; staat open voor leermomenten. 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (gedeeltelijk)


zie beoordelingsformulier Reflectieverslag

Waardering / Cesuur zie beoordelingsformulier Reflectieverslag.

Examinatoren

1 examinator voor de beoordeling

Deze moet gemiddeld voldoende zijn voor een beoordeling voldaan.

Beoordeling: Voldaan/niet voldaan Ondergrens Voldaan Code: BMCBi-R30-P Naam: Praktische werkzaamheden Vorm: Praktijk Weging: 1 Beoordeling: cijfer Ondergrens: 5,5

Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1. Identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.2.4., (1.3.3.) Integreert informatie (zelfstandig) om tot een beargumenteerd (b.v. geschiktheid methode en beschikbaarheid apparatuur) onderzoeksplan te komen. Competentie 2: Experimenteren Voorbereiding 2.2.1., (2.3.1.) Kan de basis (alle) stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden. 2.1.3. Maakt voorberekeningen. 2.2.2., (2.3.2.) Zorgt (zelfstandig) ervoor dat alle benodigdheden klaar staan voordat met het experiment begonnen wordt; maakt oplossingen. 2.2.3., (2.3.3.) Voert experimenten volgens

Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Researchminor Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”.

Zie beoordelingsformulier “Werkzaamheden Researchminor Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie”. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5).

380

1 examinator voor de beoordeling



protocol uit zodat betrouwbare reproduceerbare data wordt verkregen; (maar kan hiervan afwijken indien nodig). 2.1.5. Voert de experimenten binnen de gestelde tijd uit. 2.2.4. Maakt een begin met het tegelijkertijd uitvoeren van meerdere experimenten (multitasking) / 2.3.4. werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd en kan deze uitvoeren binnen de gestelde tijd, kan makkelijk switchen en behoudt overzicht. 2.2.5. Doet een poging om problemen op te lossen als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting) / 2.3.5. lost praktische problemen op als het experiment niet loopt zoals was voorzien (trouble shooting). Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1.,(3 .3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2., (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2., (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Voert op de juiste wijze een foutendiscussie uit (i.v.t.). 3.2.3., (3.3.4.) Discussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.1. Stelt zich op de hoogte van de veiligheids (Arbo)- en milieuregels en werkt volgens deze regels. 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en administratie

381



5.2.1. Codeert chemicaliën en monsters en bewaart deze op correcte wijze. 5.2.2. Draagt bij aan een efficiënt functionerende lab (ruimt op, signaleert als reagentia bijna op zijn, pleegt klein onderhoud aan de apparatuur). 5.2.3. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimenten-beschrijving, resultaten, conclusie) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen begrijpen. Competentie 6: Rapporteren/presenteren 6.2.3. Presenteert onderzoek aan toehoorders met zelfde achtergrond op heldere wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoordt vragen:  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten;  verbale en visuele boodschap vormen een geheel;  gebruikt visuele mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning;  gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. 6.3.2. Presenteert onderzoek aan diverse groep toehoorders op heldere en overtuigende wijze volgens de normen van presentatietechnieken en beantwoord vragen:  er zit structuur in de presentatie (kop-rompstaart);  spreekt duidelijk en verstaanbaar;  staat rechtop en laat de handen vrij;  maakt oogcontact met het publiek en controleert of essentie van boodschap bij doelgroep overkomt;  maakt overzichtelijke en duidelijke slides of andere visuele producten;  verbale en visuele boodschap vormen een geheel;  gebruikt mogelijkheden van PowerPoint als visuele ondersteuning voor het overbrengen van de boodschap;

382


Code: BMCBi-R30-V Naam: Onderzoeksverslag Vorm: schriftelijk individueel

 gaat inhoudelijke discussie met publiek aan. Competentie 7: Planmatig/projectmatig werken 7.2.1. (7.3.1) Plant en organiseert zijn experimenten resulterend in een werkplan dat minimaal 4 praktijklessen bestrijkt (Plant en organiseert zijn project resulterend in een werkplan van minimaal 4 weken). 7.2.2. Voert werkzaamheden volgens planning uit; ook onder tijdsdruk. 7.2.3. Ziet erop toe dat doelen worden behaald en stuurt werkzaamheden eventueel bij. 7.3.2. Speelt in op wijzigende omstandigheden; bepaalt prioriteiten in werkzaamheden. Competentie 8: Samenwerken Functioneren in een groep 8.1.1. Houdt zich aan regels. 8.2.1. Maakt concrete afspraken en houdt zich hieraan. 8.3.1. Herkent eigen rol en inbreng in de groep en weet welke andere rollen er in het team zijn; gaat hiermee adequaat om; stemt werkzaamheden met anderen af. Communicatie Communiceert over zijn onderzoek met medestudenten en docent volgens basisregels voor communicatie: 8.2.3. Neemt initiatief voor gesprek. 8.1.3. Houdt oogcontact met gesprekspartner. 8.1.4. Laat anderen uitpraten. 8.2.4. Brengt zijn haar mening/boodschap helder onder woorden. 8.2.5. Sluit aan bij gesprekspartner. 8.1.6. Staat open voor en geeft feedback. 8.2.6. Toont initiatief actief conflicten op te lossen. Competentie 1: Ontwerpen 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt (zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 2: Experimenteren voorbereiden 2.3.1. Kan alle stappen van de experimenten theoretisch verantwoorden.


Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica”.

Zie beoordelingsformulier “Stageverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica”. 55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5).

383



Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5

Code: BMCBi-R30-L Naam: Literatuurverslag

Competentie 3: Resultaten analyseren 3.2.1. (3.3.1.) Voert (zelfstandig) op de juiste wijze volgens de geschikte methoden de analyse van de resultaten uit; i.v.t. maakt hiervoor gebruik van statistiek. 3.1.2. (3.3.2.) Doet (zelfstandig) uitspraak over de bruikbaarheid van de behaalde resultaten op basis van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. 3.2.2. (3.3.3.) Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) (en overkoepelend project). 3.1.4. Bediscussieert de uitvoering en de resultaten van het experiment. 3.2.3., (3.3.4.) Discussieert (zelfstandig) resultaten in relatie met andere deelexperimenten en vergelijkt met literatuurwaarden. 3.2.4. Maakt verbetervoorstellen voor de uitvoering van het onderzoek. 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 4: Kwaliteitsbeheer 4.1.3. Gebruikt controles, waarvan het resultaat een uitspraak doet over de betrouwbaarheid van de resultaten. Competentie 5: Beheer en Administratie 5.3.2. Beheert en archiveert gegevens in labjournaal (doel, experimentenbeschrijving, wijzigingen, resultaten, conclusie, voorgesteld vervolg) en i.v.t. op andere manieren zodat anderen deze kunnen gebruiken. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3). Competentie 1: Ontwerpen 1.2.1, (1.3.2). identificeert zelfstandig welke achtergrondinformatie benodigd is om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 1.2.2., (1.3.1.) Zoekt, selecteert en verwerkt


Zie beoordelingsformulier “Literatuurverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica”

384

Zie beoordelingsformulier “Literatuurverslag biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie en bio-informatica”.



Vorm: Schriftelijk Individueel Weging: 1 Beoordeling: Cijfer Ondergrens: 5,5


(zelfstandig) informatie uit relevante bronnen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. 1.3.5. Legt verbanden van eigen onderzoek met overkoepelend project. Competentie 3: Resultaten analyseren 3.3.3. Trekt zelfstandig conclusie m.b.t. de onderzoeksvraagstelling (als mogelijk) en overkoepelend project 3.3.5. Maakt voorstellen voor vervolgexperimenten. Competentie 6: Rapporteren en presenteren 6.2.1. Rapporteert (over zijn onderzoek) in vorm van een verslag/labjournaal/ poster volgens in opleiding geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 2). 6.3.1. Rapporteert over zijn onderzoek in vorm van een verslag/labjournaal volgens internationaal geldende regels (productcriteria labjournaal en verslag niveau 3).

55 punten moeten behaald zijn voor een voldoende (5.5).

385


BEOORDELINGSFORMULIER Researchminor 30 stp

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogere Laboratoriumopleidingen Student:

Research minor docent:

Studentnummer: Research minor 30 stp

Beroepstaak: Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek

Research minor locatie:

Reflectieverslag:

…………

Literatuurverslag:

…………

Werkzaamheden:

…………

Onderzoeksverslag:

…………

Eindcijfer:

…………

(1 x cijfer literatuurverslag + 1 x cijfer werkzaamheden + 1 x cijfer onderzoeksverslag) / 3 Het reflectieverslag moet met voldaan zijn beoordeeld


Datum

………………………………………………….…….

………………….

386


Beoordelingsformulier Reflectieverslag researchminor Naam: ……………..………..…………

Studentnummer: ……………………………

Klas: ……………………….…………..

Datum: ………..………………..……………...

REFLECTIEVERSLAG

ONVOLDOENDE INHOUD

11.1.2.

11.3.2.

De student beschrijft de handelingen die bijgedragen hebben aan het realiseren van de POP (in de ik-vorm). Waar van toepassing, wordt naar bewijsdocumenten van de resultaten hiervan verwezen. De student kijkt kritisch terug naar zijn/haar leerproces, benoemt wat goed is gegaan en wat minder goed, benoemt de oorzaken hiervoor, koppelt dit aan zijn/haar eigen handelen. De student geeft aan wat hij/zij geleerd heeft (in de ik-vorm) en benoemd daarbij concrete resultaten en/of producten. De student geeft aan of en hoe hij/zij de taken anders had kunnen aanpakken (alternatieven). Er worden nieuwe leerdoelen genoemd. VORM

6.3.1

Er is een heldere stijl van formulering. Het verslag ziet er verzorgd uit.

Eindoordeel (voldoende indien alle onderdelen voldoende zijn) Feedback


387

VOLDOENDE



Beoordelingsformulier Werkzaamheden Research Minor Naam student: ……………………………………….……………………………

Student nr: ………………………………………

Klas: …………………..…..

Minor-plaats: ……………………………………..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden.

Aantal gewerkte dagen is 90 of meer. Professionele ontwikkeling: Werkhouding




Beheer & adminstratie: Labjournaal (adm) Regels

 Verwerkt informatie in een labjournaal / laboratorium management systeem volgens de geldende criteria op de afdeling. De rapportage in het labjournaal is zodanig dat collega's het onderzoek over kunnen nemen als de stage van de student is afgelopen.  Houdt zich aan de regels die gelden op het lab m.b.t. beheer, zoals opruimen werktafel, bestellen van materialen indien deze op zijn, apparaten uitzetten etc.

388

onvoldoende

voldoende



Opmerking m.b.t. het invullen van onderstaande puntentabel: Voor ieder trefwoord kunnen punten vergeven worden. Onder de indicatoren is de range van het aantal mogelijk te vergeven punten aangegeven. Hierdoor wordt een weging aan de verschillende indicatoren gerealiseerd. Als alle criteria net voldoende worden beoordeeld komt de student op 55 punten; als alle activiteiten net bovengemiddeld beoordeeld worden op 75 en als alle activiteiten excellent (maximaal aantal punten) beoordeeld worden op 100 punten. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. LET VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER EROP DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8, VET, WEERGEGEVEN IS. Competentie Trefwoord

Onvoldoende

ontwerpen (5 pnt)

inwerken

Punten


voorbereiden

Punten:

bovengemiddeld

excellent


0……………………………………….….…1…………………….……...…2………………...2,5……………………..3 - komt met voorstellen voor de aanpak van het onderzoek

ontwerpen

Punten


voldoende




0...…2...…4..…..6.…......8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15

389



tempo van werken

Punten:


Punten:


dataprocessing

Punten:

validatie

Punten:

conclusie

Punten:

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden - werkt aan één experiment tegelijkertijd. Voert het experiment binnen de gestelde tijd uit. Weet wachttijden zinvol te gebruiken.

- werkt aan meerdere experimenten tegelijkertijd


0...…2...…4..…..6.…... .8..….…9………….10……….…….11……12………......……13……...….14…................15 - heeft zich de benodigde technieken eigen gemaakt en beheerst deze - werkt nauwkeurig - weet tijdens en na de uitvoering van het experiment ten alle tijden exact wat hij doet









0…1………2……..…..3…………………3,5.……………....4…………….……5……………………6………..…7

390




beheer

Punten:

presentatie



Punten:

plannen Punten:

uitvoeren

Punten:


Punten:

Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden - codeert monsters/oplossingen/chemi caliën en bewaart deze op de juiste manier - ruimt op, signaleert als reagentia op zijn


0…………1……………….…….………2…………………..……….…..3….………4………………………....………..5 - presenteert volgens de normen van presentatietechnieken zijn onderzoeksresultaten (werkbespreking) - en kan vragen beantwoorden.










0……1………2………..……………....3……..…………3,5…………..4…………..……….5…………....……………6

391


- communiceert (volgens de basisregels van communicatie) met collega's, begeleiders (kan luisteren, neemt initiatief voor gesprek, staat open voor feedback, probeert conflicten op te lossen)

communicatie

Punten:



0…….…1………………2……………………….…...…..3…………………………………3,5……………….…………4

Aantal punten totaal Aanvullend commentaar

Naam en paraaf begeleider minor

Datum

Naam en paraaf HAN docent

Datum

Cijfer werkzaamheden wordt bepaald door de HAN-docent. Cijfer

Opmerkingen

Indicatie cijfer 0 - 55: 55 - 65: 65 - 75: 75 - 85: 85 - 100:

392

≤ 5,5 5,5 - 6,5 6,5 - 7,5 7,5 - 8,5 8,5 - 10



BEOORDELINGSFORMULIER VERSLAG RESEARCHMINOR Naam student: ……………………………………….……………………………

Student nr: ………………………………………

Klas: …………………..…..

Minor-plaats: ……………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………… LET BIJ VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER EROP DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8, VET, WEERGEGEVEN IS. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter er kunnen wel punten worden gegeven. Indien u een student beoordeeld met excellent moet er één of meerdere voorbeelden worden gegeven waaruit blijkt dat de student excellent is. Competentie Trefwoord

Onvoldoende

Vormgeving (15 pnt)

vormgeving

Punten

Taalgebruik


Punten


excellent

Het layout van het rapport is zeer overzichtelijke en zorgt voor een professionele uitstraling.



…en is ondersteunend voor een helder en samenhangend verhaal.


samenvatting

Punten:

bovengemiddeld

0……………………..…..…………..…3…….…..……………….…..…………...5...………….…..…..………..................7

393


Inleiding (10 pnt)


Inleiding

Punten:


middenstuk(29 pnt)

Punten:

resultaten

Punten:





0………..…….…………………………….7…………….…...…………………………….10………………….…………15



0………..………..……4…………….......6……..…………….………..……..….8.…………………………....…………10


Punten:

afsluiting (25 pnt)


discussie

0……..…1…………….………..….…...2……..…………………………………….…...3…………….…......……………4


394


Voert een zinvolle discussie: geeft een heldere verklaring waarom de hypothese wel of niet gesteund kan worden met behulp van de verzamelde data. Uit de discussie blijkt een correcte toepassing van de theoretische inzichten. Vergelijkt de onderzoeksresultaten met


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Gegevens HAN gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden andere analyses, referentiewaarden of theoretische waarden uit de literatuur.

Punten:



Punten:

0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4 De discussie bevat volledige en correcte uitspraken over nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van alle resultaten


Punten:

0………..…1……………………….……..…2………….…...…………………..…3…………………………………………4


conclusie


Punten:

literatuur

Punten:

0……….……………2………..…..….5……………….....6……..……….………...7..……..………………....……………9 Rapport bevat literatuurlijst. In de tekst wordt verwezen naar bronnen die opgenomen zijn in de literatuurlijst. 0…………………..…1…………………………………..…2….…………………..…3…………………………………………4

395





Punten:



0…………….….2…………….………..5…………………..…………..……..7………………….…..………….………10





396



Beoordelingslijst Literatuurverslag Researchminor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Bioinformatica Naam student: ……………………………………….……………………………

Student nr: ………………………………………

Klas: …………………..…..

Minor-plaats: ……………………………………..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Deze criteria gelden als knock-out en moeten als voldoende beoordeeld worden voordat de puntenlijst ingevuld kan worden.

onvoldoende

voldoende

Letter type, grootte, uitlijning en regelafstand zijn consistent toegepast, paginanummers zijn aanwezig en de structuur is duidelijk herkenbaar.

Het rapport bevat een bronnenlijst. In de tekst wordt naar deze bronnen verwezen.

LET BIJ VOORAFGAAND AAN HET INVULLEN VAN DIT FORMULIER EROP DAT DE SCHUIFBALK MET HET AANTAL TOE TE KENNEN PUNTEN IN LETTERTYPE VERDENA, GROOTTE 8 WEERGEGEVEN IS. Het vak excellent is bij veel competenties open gelaten, echter kunnen er wel punten gegeven worden. Indien u een student beoordeelt met excellent moeten er één of meerdere voorbeelden worden gegevens waaruit blijkt dat de student excellent is.

Literatuur onderzoek(35 punten)

Competentie Trefwoord Definiëren van achtergrondinformatie en aanvullende vragen (1.2.1., 1.3.2.) Punten: Selecteren van literatuur (1.3.1. (1.2.2.))

Punten:

onvoldoende

voldoende De student identificeert de relevante aspecten van het onderwerp dat in het review besproken wordt.

bovengemiddeld

excellent

De selectie van onderwerpen/aspecten die besproken worden is zeer relevant

0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..…………………................10 De student selecteert natuurwetenschappelijk literatuur de relevant is voor het onderwerp.

De student verzamelt een brede selectie aan relevante literatuur en kan deze in het verslag correct integreren.

0….…….3……….…6……………...….9….……………….….…10…….…………….…..…12………......……..…..13…..…………………...............15

397



Samenhang (1.3.5.)

Analyse resultaten(25 punten)

Punten:

Wetenschappelijke discussie (3.3.5.) Punten:

Conclusies (3.3.3)

Punten: Schrijven (6.2.1/6.3.1): spelling, zinsbouw en wetenschappelijke stijl:

Rapporteren (30 puten)

Punten: Schrijven (6.2.1/6.3.1): Structuur

Punten:

Schrijven (6.2.1/6.3.1): Afbeeldingen en tabellen


De onderwerpen die in het review De manier waarop de review besproken worden plaatst de verwijst naar de grotere context is student in een grotere context zeer logisch en bondig. m.b.t onderzoek en maatschappelijke betekenis. 0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..……………..……..............10 De discussie van de literatuur is wetenschappelijk correct.

… en de informatie uit verschillende bronnen is logisch gecombineerd

0…………3……….….…6………..….….9….……………….…10…….……………….…..…12………......……..…..13…..………………...............15 De student concludeert over de stand van de kennis in het onderzoeksveld, mogelijke toekomstige vragen en geeft advies (indien van toepassing)

… en de conclusie is logisch gebaseerd op de algemene introductie van het onderwerp en op verschillende specifieke aspecten die in het verslag aan de orde gekomen zijn 0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..…………………................10 Het rapport bevat weinig maar structurele fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl.

Het rapport bevat zeer weinig fouten m.b.t. spelling, zinsbouw en/of schrijfstijl.

0…………2……….….…4………..….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..…………………................10 Het review begint met een algemene inleiding op het thema en de onderwerpen die besproken worden, gevolgd door een gestructureerde discussie van de specifieke onderwerpen. Het rapport eindigt met een algemene conclusie gebaseerd op de specifieke onderwerpen

Er is een goed samenhangende en logische overgang tussen de verschillende delen van het rapport.

0…………2…….…4……….….….6….……………….…7…….………………….…..…8………......……..……..9…..…………………................10 Afbeeldingen en/of tabellen worden Tekst en afbeeldingen dragen gebruikt om de boodschap te optimaal bij aan het vertellen van visualiseren en te ondersteunen. Ze één verhaal. bevatten beschrijvingen die duidelijk zijn zonder de tekst te moeten lezen.

398


Punten:


0…………1………….…2…………………..3….……..……………………………………………….……4………………………………………..…………...………..5 De samenvatting is een afspiegeling De samenvatting geeft bondig de van de inhoud van het rapport. inhoud van het rapport weer.

Schrijven (6.2.1/6.3.1): Samenvatting Punten:

…. en wekt het interesse van de lezer om het hele rapport te lezen

0…………………………2……………………..…………..3….……..………………………………….……4……………………………………………....………..5 De student werd structureel geholpen bij het schrijven van het rapport

Verantwoording eigen werk

Punten:

De student heeft de meeste literatuur zelfstandig geselecteerd en heeft alleen algemene feedback ontvangen.

De student heeft literatuur geselecteerd en heeft het rapport zelfstandig geschreven

0………2…………..4.…..……………..…......…6…..……..…………………………………………....8………………………………………................10

Total aantal punten: Opmerkingen:

Naam en paraaf begeleider Minor

Datum

Naam en handtekening HAN docent

Datum

Het eindcijfer wordt door de HAN docent bepaald. Cijfer:

Indicatie cijfer: 0 – 55 punten: 55 – 65 punten: 65 – 75 punten: 85 – 100 punten:

Opmerkingen:

399

≤ 5,5 5,5 – 6,5 6,5 – 7,5 8,5 - 10


Titel OWE

Minor Nanotechnologie


ASC-M-NT Chemie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Bio-informatica 3-jaars voltijds HBO studenten in technische richting met (bio)chemische, medische of natuurkundige vooropleiding of beroepservaring. Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek.

3. 4. 5. 6. 7.

Beroepstaak/ beroepstaken Centrale beroepstaak (Beroeps) Producten Studiepunten, studielast Samenhang met andere OWE’en

8.


9.


10.

Competenties

11.


12.

Tentaminering

13.

Verplichte literatuur Aanbevolen literatuur Software

14. 15.

n.v.t. n.v.t. 30 stp 840 SBU In de minor wordt bestudeerd hoe nanomaterialen en -structuren (< 500 nm) zichtbaar gemaakt, gemeten, geanalyseerd en gericht gemanipuleerd of gesynthetiseerd kunnen worden. Er wordt een basis gelegd om de fysische en chemische achtergrond van de verschijnselen die op nanoschaal plaatsvinden te kunnen verklaren en te voorspellen. Daarnaast wordt ingegaan of allerlei microscopische technieken waarmee de nanowereld zichtbaar kan worden gemaakt. Minimaal 2 jaar HBO grotendeels afgerond in technische richting, (bijbehorende studiepunten behaald) met aantoonbare affiniteit met (bio)chemische, medische of natuurkundige invalshoek. Om een cijfer te verkrijgen voor de praktijk dient men bij alle praktijksessies aanwezig te zijn geweest. De centrale opdracht is, te onderzoeken op welke wijze materialen en structuren met afmetingen kleiner dan 500 nanometer in detail zichtbaar gemaakt, gemeten, en gericht gemanipuleerd of gesynthetiseerd kunnen worden. Aan de hand van theorie, workshops, (week) opdrachten en practica en eventueel een specialisatie-onderwerp naar keuze wordt aan deze centrale opdracht gewerkt. Hierbij worden technieken uit de Nanotechnologie in een volgorde behandeld die zoveel mogelijk aansluit bij (de ontwikkeling van) het kennisniveau na de eerste twee jaren Hbo-opleiding. - Ontwerpen - Experimenteren - Resultaten analyseren - Kwaliteitsbeheer - Beheer en administratie - Rapporteren en Presenteren - Planmatig en projectmatig werken Zie toetsprogramma voor omschrijving toets, toetsvorm, beoordelingscriteria en indicatoren. Deeltentamens Weging Compensatiemogelijkheden Instapvoorwaarden tentamen Frequentie (deel)-tentamens  Informatie volgt 

Informatie volgt Informatie volgt Informatie volgt Informatie volgt Informatie volgt

Informatie volgt

ChemSketch, JMol, YASARA

verdere informatie volgt

400


16. 17. 18. 19.

Overig materiaal Activiteiten Werkvormen

In deze OWE worden multimediale middelen gebruikt om het onderwijs te ondersteunen, zoals PowerPoint, video en sociale media. Zie werkvormen Informatie volgt

Les- / Contacturen

Geprogrammeerde onderwijstijd:

Informatie volgt 20. 21.

Onderwijsperiode Aantal deelnemers

Periode 3 en 4 Minimum aantal deelnemers 10 Maximum aantal deelnemers 15

401



Toetsprogramma Minor Nanotechnologie (ASC-M-NT) Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek op het gebied van de nanotechnologie.

Informatie volgt

402



Beoordelingsformulieren INFORMATIE VOLGT

403


Deel 3 Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens

Opsomming onderwijseenheden van AD-graad naar Bachelorgraad Conform artikel 3.2 lid 8 van de OER Niet van toepassing

Eindkwalificaties HBO-bachelorgraad Conform artikel 1.3 van de OER Beschrijving van de eindkwalificaties die de student dient te verwerven om het HBO-bachelorgraad te behalen. De beroepstaak van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek is:

Beroepstaak 1 (BT1): Uitvoeren van natuurwetenschappelijk onderzoek De opleidingscompetenties van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek zijn: 1. Ontwerpen van experimentele opzet 2. Experimenteren 3. Resultaten analyseren 4. Kwaliteitsbeheer 5. Beheer en administratie 6. Rapporteren en presenteren 7. Planmatig en projectmatig werken 8. Samenwerken in een team 9. Leiden en Begeleiden 10. Adviseren 11. Sturen professionele ontwikkeling Eindkwalificaties van de opleiding: Deze competenties zijn verder uitgewerkt in handelingsindicatoren op 3 niveaus (propedeuse, hoofdfase en afstudeerfase). Studenten werken in de propedeuse op niveau 1 aan deze competenties en eindigen bij het afstuderen op niveau 3. Voor verdere informatie over de competenties en handelingsindicatoren van de opleiding zie het opleidingscompetentieprofiel van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Deze zijn te vinden op de digitale werkomgeving van de opleidingscommissie. In deel 1B van het opleidingsstatuut is te zien hoe de opleidingscompetenties en de opleiding specifieke niveaus precies samenhangen met de landelijke competenties en landelijke niveaus.

404

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Chemie Studiejaar

Recommend Documents