Opleiding duurzaam bouwen: Ruimtelijke ordening en milieu Leefmilieu Brussel
Het Referentieel duurzame gebouwen & het deel “Ruimtelijke ordening” Liesbet TEMMERMAN, architecte & onderzoeker
cera|a| asbl
Doelstelling(en) van de presentatie In de eerste plaats: ●
Uitleggen waarom het belangrijk is de prestatie van een gebouw, op het vlak van duurzaamheid, objectief te beoordelen.
●
Het grote aantal en de verscheidenheid van de referentietools, die bestaan in Europa en wereldwijd, illustreren
●
De premissen voor uitwerking van het Belgische referentiekader voorstellen
●
De deelnemers aan de opleiding informeren over de stappen in het proces van opstelling van het referentieel 2
Doelstelling(en) van de presentatie (vervolg) Vervolgens: ●
De basisbegrippen behandelen die essentieel zijn voor het gebruik van een objectief referentiekader
●
De hoofdstukindeling volgens 9 thema’s en de weging tussen thema’s voorstellen
●
Ter informatie, de samenstelling van het referentieel overlopen voor de thema’s ruimtelijke ordening en de werking ervan illustreren aan de hand van enkele voorbeelden van maatregelen
●
De balans opmaken van de mogelijkheden van het referentieel, en van het belang en de betekenis ervan voor de verschillende domeinen van de bouw. 3
Plan van de uiteenzetting ●
Labelen, certificeren, … waarom?
●
Stappen die voorafgaan aan de opstelling van het Ref-b
●
Referentieel Duurzame gebouwen: ►
De uitgangspunten
►
De partijen rond de tafel
►
Chronologie van de opstelling van het referentieel
●
Terminologie
●
Structuur
●
►
Types van maatregelen
►
Type van werken, bestemming, grootte
►
Projectfasen
Weging van de thema’s
4
Plan van de uiteenzetting (vervolg) ●
●
Inhoud thema’s van het deel “Ruimtelijke ordening”: ►
MOB – Mobiliteit
►
NAT – Ontwikkeling van de natuur
►
PHY – Fysisch milieu
►
HUM – Sociaal en cultureel
Het Referentieel Duurzame gebouwen en u … ►
De zelfevaluatie en u
►
De labeling en u
►
De certificatie en u
►
Vereiste voorkennis, meerkosten, projectplanning
►
Het Ref-b en de bouwheren
►
Het Ref-b en de ontwerpers / studiebureaus
►
Het Ref-b en de ondernemingen / uitvoerder 5
Duurzame gebouwen labelen, certificeren ... Waarom? Het nut van integratie van de principes van duurzame ontwikkeling in bouw- en renovatieprojecten wordt steeds duidelijker: ● ● ●
Evaluatie van het regelgevend kader (GSV, EPB, …) Ontwikkeling van ambitieuze projecten (privé / publiek) Sinds 2007: Projectoproep Voorbeeldgebouwen
6
Duurzame gebouwen labelen, certificeren ... Waarom? MAAR … ●
●
●
●
Claims van “duurzaamheid” zonder technische referentie of validering (greenwashing) Verkoopargument >< reële overtuiging, engagement Allerhande en veranderlijke definities van het begrip “duurzaam” “groen” >< “groenachtig” Nood aan een objectiverend kader voor de reële milieuprestaties van gebouwen
7
Labeling & certificatie: Toestand van de markt
●
Groot aantal systemen en referentiekaders (België / Europa / wereld): openbare, privé- en gemengde initiatieven
●
Afwezigheid van een Belgisch geconsolideerd referentiekader
●
Bevlieging van de reclamemarkt voor labeling als “duurzaam gebouw”: de vraag bestaat
●
Nut voor de overheden om over objectief referentiekader te beschikken: ►
Objectivering (bv. wedstrijd Voorbeeldgebouwen)
►
Geconsolideerd subsidiebeleid
►
Katalyserend effect
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vat de koe bij de hoorns
8
Labeling & certificatie: De eerste (grote) stappen van het BHG Vrijwillige deelname Promotie van duurzame gebouwen door hun haalbaarheid en relevantie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te objectiveren Omvang: 193 projecten, 522.000 m². Deze projecten worden uitgevoerd tegen 2015 of later, dankzij een financiële steun van € 29 miljoen van het Gewest. De duurzame bouw en renovatie van gebouwen, met beperking van milieu- en gezondheidsimpact en bijdrage aan een sociaal en economisch duurzame en verantwoordelijke context, is mogelijk!
9
Labeling & certificatie: De eerste (grote) stappen van het BHG Thermische isolatie
Groendaken
Warmtewisselaar
Watercyclus
Hernieuwbare energie
Materialen met lage milieuimpact
Passieve koeling
Comfort & gezondheid
Ecomobiliteit Biodiversiteit
Analyse van de levenscyclus
+ sociale aspecten en bijdragen van het gebouw aan de buurt + technische haalbaarheid en 10 reproduceerbaarheid
Labeling & certificatie: De eerste (grote) stappen van het BHG
11
Labeling & certificatie: De eerste (grote) stappen van het BHG
12
Stappen die voorafgingen aan het Ref-b: De haalbaarheidsstudie Labeling & certificatie DUURZAME GEBOUWEN – WIJKEN – BEROEPEN Voorwerp van de studie: ● Analyse van bestaande systemen (België en buitenland) ● Rekening houden met de noden van de sector ● Specifieke context van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ● Analyse van de haalbaarheid van de uitvoering van een referentieel ● Uitwerken van een operationele strategie Opdrachthouders:
CERAA asbl met Ecores in opdracht van Leefmilieu Brussel 13
Stappen die voorafgingen aan het Ref-b: De haalbaarheidsstudie Labeling & certificatie
Bestudeerde systemen buiten Europa
14
Stappen die voorafgingen aan het Ref-b: De haalbaarheidsstudie Labeling & certificatie
15
Bestudeerde Europese systemen
Stappen die voorafgingen aan het Ref-b: Ambitie en doelstellingen van het BHG aan het einde van de haalbaarheidsstudie Onderwerp
- Nieuwbouw en renovatie - Alle formaten (van eenheid tot wijk) - Alle programma’s
Draagwijdte
Minstens het BHG, rekening houdend met de specifieke kenmerken van een stedelijke context
Domeinen
- Alomvattende en transversale benadering - Thema’s van de Projectoproep - Kwantitatieve en kwalitatieve aspecten
Referenties
- Link met de bestaande tools in het BHG - Vrij toegankelijk
Performantie niveau
Mogelijkheid om zeer performante en voorbeeldige projecten te erkennen
Tool voor zelfevaluatie
- Vorming, bewustmaking - Eerste stap op weg naar een uiteindelijke erkenning
Financiële haalbaarheid
-
Labeling tegen een redelijke kostprijs - Kosten op maat van het type van project 16
En daarna? Eind 2010 lanceerde Leefmilieu Brussel een projectoproep voor de uitwerking van een Referentieel duurzame gebouwen met de volgende bijkomende doelstellingen: ● ● ●
Draagwijdte van het referentiekader: België Springplank naar een internationale erkenning Continuïteit van de wedstrijd Voorbeeldgebouwen
17
Referentieel duurzame gebouwen: Uitgangspunten
Ter herinnering: ● ● ●
Draagwijdte van het referentiekader: België Springplank naar een internationale erkenning Continuïteit van de wedstrijd Voorbeeldgebouwen
18
Referentieel duurzame gebouwen: Uitgangspunten Maatstaf Duurzaam Wonen en Bouwen
- Wedstrijd Voorbeeldgebouwen - Haalbaarheidsstudie referentiekader - Analyse BREEAM en Valideo voor wedstrijd Voorbeeldgebouwen
19
Referentieel duurzame gebouwen: De partijen rond de tafel Brussels Gewest: ● ● ●
Kabinet van Minister E. Huytebroeck Leefmilieu Brussel Projectleiders: CERAA, met Sum, Ecores en PMP
Vlaams Gewest: ● ● ●
LNE OVAM Afgevaardigde experts: Daidalos-Peutz, evr-architecten, VITO
Waals Gewest: ● ● ●
Kabinet van Minister J.-M. Nollet Office Wallon des Déchets, DG Environnement Afgevaardigd expert Energiethema: 3E
Op federaal niveau ● ● ●
FOD Gezondheid & Producten Beroepsfederaties Core Founding Group Belgian Sustainable Building Council
20
Referentieel duurzame gebouwen: Een kwestie van structuur … Breeam
Maatstaf
Référentiel B NL
FR
management health and wellbeing
management comfort en gezondheid en sociale waarde
beheer comfort, gezondheid en welzijn
gestion confort, santé, bien être
energy
energie
energie
Énergie
transport
transport
Mobiliteit
Mobilité
water waste
water
water
Eau
materials
materiaal & afval
materie
Matériaux
Land Use and Ecology
landgebruik en natuurontwikkeling
natuurontwikkeling
milieu naturel environnement humain environnement physique
sociaal&cultureel pollution
pollutie
innovation
innovatie
fysisch milieu (opgenomen in elke maatregel)
21
Referentieel duurzame gebouwen: Chronologie van de opstelling 23/11/2011 tot 23/01/2012: ● ●
Grote plenaire vergadering met voorstelling van de “draft”-versie van het Ref-b De website verzamelt de opmerkingen van mensen uit de bouwsector die de “draft”-versie, die online staat, hebben geraadpleegd
Mei 2012: ● ● ●
Levering van de geconsolideerde blueprint Federaal + intergewestelijk stuurcomité Blueprint voor advies voorgelegd aan deskundigen en afgevaardigden van de gewesten
Juni tot half september 2012: ● ● ●
Correctie van de blueprint Herlezing en correctie van de vertalingen van het Ref-b Opstelling van de rekentools bij de handleiding van het Ref-b
Half september 2012 tot half oktober 2012: ●
●
Test van de geconsolideerde blueprint door de testteams die door elk Gewest werden aangesteld (op een variabel aantal gebouwen afhankelijk van het Gewest: in het BHG werden 30 gebouwen getest, waaronder Voorbeeldgebouwen) 22 Helpdesk ter ondersteuning van de testteams
Referentieel duurzame gebouwen: Chronologie van de opstelling Half oktober tot half november 2012: ● ● ●
Correctie van de blueprint na tests in de drie gewesten Compilatie van de opmerkingen van de testers + gedetailleerd antwoord Presentatie van de gecorrigeerde documenten bij Leefmilieu Brussel + kabinet van Minister E. Huytebroeck
Half november tot half december 2012: ●
Afronding van de documenten en rekentools van het Ref-b voor de tweede testfase
Half december 2012 tot half januari 2013: ●
Herlezing en correctie van de vertaalde documenten en rekentools
Begin februari tot begin april 2013: ● ●
2de test van het Ref-b in de drie gewesten Helpdesk voor de testteams
Op dit moment in uitvoering: 2de testfase. 23
Referentieel duurzame gebouwen: Terminologie Het Referentieel duurzame gebouwen = ●
Een instrument voor beoordeling van de duurzaamheid van gebouwen, dat bestaat uit: ● Een documentair gedeelte (handleiding voor de evaluatie, de labeling en de certificatie, per rubriek) ● Specifieke rekentools (voor bepaalde thema’s) voor berekening van de prestatie van een gebouw voor een bepaalde rubriek/maatregel ● Rekenbladen voor de codering en de weging van de behaalde scores
24
Referentieel duurzame gebouwen: Structuur De 9 thema’s van het Ref-b:
THEMA MAN THEMA MOB THEMA NAT THEMA PHY THEMA HUM THEMA MAT THEMA ENE THEMA WAT THEMA WEL
BEHEER MOBILITEIT NATUURONTWIKKELING FYSISCH MILIEU SOCIAAL EN CULTUREEL MATERIE ENERGIE WATER WELZIJN, COMFORT & GEZONDHEID 25
Referentieel duurzame gebouwen: Structuur ●
Elk thema bestaat uit een bepaald aantal ●
rubrieken, die bestaan uit een reeks ●
maatregelen die de prestatie beoordelen aan de hand van ●
criteria: specifieke evaluatie, verbonden aan een indicator die gebaseerd is op een berekening of een vaststelling. 26
Referentieel duurzame gebouwen: Types van maatregelen ●
ABSOLUTE maatregel: Wordt op identieke wijze toegepast op alle eenheden in het gebouw, zonder enige weging volgens hun oppervlakte. Voorbeeld: de ligging van de site ten opzichte van voorzieningen van het openbaar vervoer geeft dezelfde score voor alle eenheden, ongeacht hun gewicht in het geheel.
●
EFFECTIEVE maatregel: De evaluatie gebeurt per eenheid (in de zin van de EPB). Voorbeeld: de NEB van een appartement in een gebouw
●
RELATIEVE maatregel: De evaluatie is globaal en omvat verschillende eenheden, waarbij elk ervan beschouwd wordt volgens hun relatief gewicht binnen het geheel (m² eenheid / totale m² van het gebouw). Voorbeeld: de biotoopoppervlaktefactor (of BAF) wordt berekend op het gebouwniveau. Elke eenheid (in de zin van de EPB) in het gebouw krijgt een score die wordt berekend op basis van het aantal m² van de eenheid vergeleken met het totale aantal m² van het gebouw. 27
Referentieel duurzame gebouwen: Type van werken, bestemming, grootte ●
Aard van de werken: Naar analogie met de andere referentiekaders (Europa, wereld), heeft de aard van de werken (nieuwbouw of renovatie) geen invloed op de toepasbaarheid van de thema’s / rubrieken / maatregelen / criteria. ●
Bestemming van de geëvalueerde eenheden De maatregelen en criteria kunnen verschillen naargelang van de bestemming van de eenheden, voor zowel woongebouwen als kantoren. ●
Grootte van het gebouw De evaluatiemethode van sommige methoden verschilt volgens de grootte van het gebouw. Zo bestaat er in bepaalde gevallen een “beperkte aanpak” voor gebouwen van kleine omvang (< 1000 m²). 28
Referentieel duurzame gebouwen: Projectfasen De evaluatiemethode bestrijkt 6 projectfasen. Het uitvoeringsdossier, indien beoordeeld, kan aanleiding geven tot een voorlopige certificatie/labeling. De definitieve labeling / certificatie vindt plaats na de oplevering van het gebouw. Projectfase
Evaluatiemethode
Bewijzen?
1
Vestiging
zelfevaluatie, eenvoudig
nee
2
Voorontwerp
zelfevaluatie, eenvoudig
nee
3
Stedenbouwkundige zelfevaluatie, eenvoudig
nee
vergunning 4
Uitvoeringsdossier
5
Werf
6
Oplevering
voorlopige certificatie / labeling
ja
zelfevaluatie, eenvoudig
nee
zelfevaluatie, eenvoudig
nee
certificatie of labeling zelfevaluatie, eenvoudig
ja nee
29
WEGING VAN DE THEMA’S TER HERINNERING:
THEMA MAN THEMA MOB THEMA NAT THEMA PHY THEMA HUM THEMA MAT THEMA ENE THEMA WAT THEMA WEL
BEHEER MOBILITEIT NATUURONTWIKKELING FYSISCH MILIEU SOCIAAL EN CULTUREEL MATERIE ENERGIE WATER WELZIJN, COMFORT & GEZONDHEID 30
Weging van de thema's THEMA'S VAN HET REFERENTIEEL
Ref-B
Maatstaf
Breeam
THEMA MAN - BEHEER THEMA MAT - MATERIE THEMA MOB - MOBILITEIT THEMA NAT – NATUURONTWIKKELING THEMA PHY – FYSISCH MILIEU THEMA HUM – SOCIAAL EN CULTUREEL THEMA WEL – WELZIJN, COMFORT & GEZONDHEID THEMA ENE - ENERGIE THEMA WAT - WATER
12% (*) 15% 12% 8% 8% (*) 7% 12%
12% (*) 15% 12% 10% 8% (*) 15%
12% (*) 20% 8% 10% 10% (*) 15%
18% 8%
20% 8%
19% 6%
31
Weging van de thema's Thematische hergroepering (vergelijking) GRONDGEBIED (MOB+NAT+PHY+HUM) CO2-uitstoot (0,6*MAT+MOB+ENE) Stromen (0,4*MAN+MAT+ENE+WAT) Comfort & gezondheid (0,4*MAN+WEL) Materialencyclus (0,4*MAN+MAT)
Ref-B 35% 39% 46% 17% 20%
Maatstaf 30% 41% 46% 19% 15%
Breeam 28% 43% 48% 20% 20%
32
Weging van de thema's
Ref-B Beheer Gestion Materie Matière
Mobilité Mobiliteit Nature Natuur Physique Fysisch Humain Soc. en cult. Confort santé Comf. enet gezond. Energie Energie Eau Water 33
Inhoud van de thema's MOB - MOBILITEIT RUBRIEK MOB 01 – BEREIKBAARHEID VAN DE SITE MAATREGEL MOB 01-01 MAATREGEL MOB 01-02
NABIJHEID VAN VOORZIENINGEN BEREIKBAARHEID MET HET OPENBAAR VERVOER
RUBRIEK MOB 02 - MOBILITEITSFACILITEITEN IN HET GEBOUW MAATREGEL MOB 02-01 MAATREGEL MOB 02-02
FIETSVOORZIENINGEN GEMOTORISEERD VERVOER
RUBRIEK MOB 03 - VOORBEREIDING OP HET MOBILITEITSBEHEER MAATREGEL MOB 03-01
VOORBEREIDING OP HET MOBILITEITSBEHEER
34
Inhoud van de thema's MOB - MOBILITEIT Voorbeeld: Maatregel MOB 01-02 – BEREIKBAARHEID MET HET OPENBAAR VERVOER TOEPASBAARHEID ●
Gebouw van kleine omvang (<1000 m²)
●
Gebouw van gemiddelde omvang (1000 tot 5000 m²)
●
Gebouw van grote omvang (>5000 m²)
V V V
DOELSTELLING Evaluatie van de bereikbaarheid van een gebouw met het openbaar vervoer. Deze evaluatie gebeurt met behulp van verschillende criteria zoals de kwaliteit (type, frequentie, enz.) van de bestaande verbindingen van het openbaar vervoer en de tijd die nodig is om de halte te bereiken.
35
Inhoud van de thema's MOB - MOBILITEIT Voorbeeld: Maatregel MOB 01-02 – BEREIKBAARHEID MET HET OPENBAAR VERVOER EVALUATIECRITERIA VAN DE MAATREGEL De bereikbaarheid met het openbaar vervoer vanuit de gebouwen wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen: ● De mobiliteitsbehoefte ● De kwaliteit en de frequentie van het aanbod ● De afstand tussen de gebouwensite en de dienst
EVALUATIEMETHODE ● Met behulp van de rekentool MOBILITEIT
36
Inhoud van de thema's MOB - MOBILITEIT REKENTOOL VOOR HET THEMA MOBILITEIT MOB 01-02 - WONINGEN
BEREIKBAARHEID VIA OPENBAAR VERVOER
De score voor de bereikbaarheid met het openbaar vervoer kan eenvoudig worden bepaald indien een specieke openbaar vervoerskaart bestaat. Is die er niet, dan kan deze score worden berekend.
Keuze van de evaluatiemethode: Methode 1 (met behulp van specifieke kaarten) Methode 2 (alternatief) Methode 1 (met behulp van specifieke kaarten)
Keuze van de zone
Score
Zone A, zeer goed ontsloten door openbaar vervoer
0
Zone B, goed ontsloten door openbaar vervoer
0
Zone C, matig ontsloten door openbaar vervoer
0
Score methode 1
0
37
Inhoud van de thema's MOB - MOBILITEIT Methode 2 (alternatief) Openbaar vervoer: vermeld de frequentie Afstand tussen woning en voorziening -> plaats een '1' in het juiste vakje
Openbaar vervoer
Wegingsfactor
# passages tijdens piek-uren
Afstand van de voorziening 0-400 m
401-800m
801-2.000m
2-3km
3-5km
Subtotaal per type
Fietsdeelstation
2
1
0
Autodeelstation
1
1
0
Bushalte
0,25
0
2e bushalte op verschillende lijn
0,25
0
3e bushalte op verschillende lijn
0,25
0
4e bushalte op verschillende lijn
0,25
0
5e bushalte op verschillende lijn
0,25
0
6e bushalte op verschillende lijn
0,25
0
Tramhalte
0,4
0
38
Inhoud van de thema's MOB - MOBILITEIT 2e tramhalte op verschillende lijn
0,4
0
3e tramhalte op verschillende lijn
0,4
0
4e tramhalte op verschillende lijn
0,4
0
Metrostation
0,5
0
GEN-station
0,5
0
Treinstation
0,9
0
Uitsluitingscriteria mobiliteit (aanwezigheid OV op max. 800 m afstand)
0
0
Wegingsfactor afstand Subtotaal
8 0
6 0
totaal
UITGESLOTE N 3 0
2 0
1 0 0
Het totaalaantal punten is geplafonneerd op 200 punten. Indien het totaal de 200 punten overschrijdt, wordt de maximumscore van 10 punten toegekend. In de andere gevallen wordt het totaalaantal punten door 20 gedeeld. Het resultat is dan een score tussen 0 en 10.
Score methode 2
0
Totaalscore voor de maatregel MOB 01-02 Woningen
0
39
Inhoud van de thema's NAT – Natuurontwikkeling RUBRIEK NAT 01 – NATUURONTWIKKELING MAATREGEL NAT 01-01 MAATREGEL NAT 01-02 MAATREGEL NAT 01-03
VALORISATIE VAN DE BESTAANDE ECOLOGISCHE WAARDEN
TOENAME VAN DE BIODIVERSITEIT BELEVING VAN DE NATUUR
RUBRIEK NAT 02 – VOORBEREIDING OP HET BEHEER MAATREGEL NAT 01-04
VOORBEREIDING OP HET BEHEER
40
Inhoud van de thema's NAT – Natuurontwikkeling Voorbeeld: Maatregel NAT 01-03 – BELEVING VAN DE NATUUR TOEPASBAARHEID ●
Gebouw van kleine omvang (<1000 m²)
●
Gebouw van gemiddelde omvang (1000 tot 5000 m²)
●
Gebouw van grote omvang (>5000 m²)
V V V
DOELSTELLING Enerzijds heeft de maatregel tot doel de gebruikers van het gebouw te betrekken bij de natuur op of in de directe omgeving van de site (aanwezigheid van groen en water, fauna, esthetische waarde). Anderzijds wordt onderzocht hoe de natuur, als hulpbron, mogelijkheden kan bieden aan het project, zoals klimaatmitigatie of als bron van voedingsmiddelen, ... 41
Inhoud van de thema's NAT – Natuurontwikkeling Maatregel NAT 01-03 – BELEVING VAN DE NATUUR (vervolg) EVALUATIECRITERIA VAN DE MAATREGEL De volgende criteria worden geëvalueerd: ● Aanwezigheid van teelt- of kweekplaatsen ● Aanwezigheid van recreatieve groene ruimten
BENODIGDE ELEMENTEN VOOR DE EVALUATIE Het gebouw moet in zijn geheel worden geëvalueerd aan de hand van de volgende elementen: ● Omgevingskaart
42
Inhoud van de thema's NAT – Natuurontwikkeling Maatregel NAT 01-03 – BELEVING VAN DE NATUUR(vervolg) BEREKENING VAN HET PRESTATIENIVEAU
WONINGEN BELEVING VAN DE NATUUR
KANTOREN PUNTEN
BEHAALDE SCORE
AANWEZIGHEID VAN EEN TEELT- OF KWEEKRUIMTE De gebruikers van het project hebben toegang tot een teelt(OP 3) 3 en/of kweekplaats op of nabij de site AANWEZIGHEID VAN RECREATIEVE GROENE RUIMTEN (ONDERSCHEIDEND) Aanwezigheid van groene ruimten (park of bos) op een afstand van 3 minder dan 2000 m te voet (OP 7) Aanwezigheid van groene ruimten (park of bos) op een afstand van 7 minder dan 800 m te voet TOTALE SCORE VOOR DE MAATREGEL NAT / 10 01-03
BELEVING VAN DE NATUUR
PUNTEN
BEHAALDE SCORE
AANWEZIGHEID VAN RECREATIEVE GROENE RUIMTEN (ONDERSCHEIDEND) Aanwezigheid van groene ruimten (park of bos) op een 4 afstand van minder dan 2000 m te voet (OP 10) Aanwezigheid van groene ruimten (park of bos) op een 10 afstand van minder dan 800 m te voet TOTALE SCORE VOOR DE MAATREGEL NAT / 10 01-03
43
Inhoud van de thema's PHY – FYSISCH MILIEU RUBRIEK PHY 01 – ZUINIG GEBRUIK VAN DE BODEM MAATREGEL PHY 01-01 MAATREGEL PHY 01-02
BRUTO VLOEROPPERVLAKTE / INGENOMEN GROND DOOR HET GEBOUW GEBRUIK VAN (VOORHEEN) VERONTREINIGDE GRONDEN
RUBRIEK PHY 02 – IMPACT OP HET FYSISCH MILIEU MAATREGEL PHY 02-01 MAATREGEL PHY 02-02 MAATREGEL PHY 02-03 MAATREGEL PHY 02-04 MAATREGEL PHY 02-05
SCHADUW EFFECTEN VAN DE WIND LICHTVERVUILING HITTE-EILANDEN TOENAME VAN HET OMGEVINGSLAWAAI 44
Inhoud van de thema's PHY – FYSISCH MILIEU Voorbeeld: Maatregel PHY 02-03 – LICHTVERVUILING TOEPASBAARHEID ●
Gebouw van kleine omvang (<1000 m²)
●
Gebouw van gemiddelde omvang (1000 tot 5000 m²)
●
Gebouw van grote omvang (>5000 m²)
V V V
DOELSTELLING De maatregel heeft tot doel de beperking van de lichtvervuiling te evalueren en te valoriseren. EVALUATIECRITERIA VAN DE MAATREGEL De criteria die onder deze maatregel worden geëvalueerd, zijn: ● De beperking van de lichtstraling ● De voorzieningen waardoor de verlichtingstijd van systemen voor buitenverlichting kan 45 worden beperkt
Inhoud van de thema's PHY – FYSISCH MILIEU Maatregel PHY 02-03 – LICHTVERVUILING (vervolg) EVALUATIECRITERIA VAN DE MAATREGEL De volgende criteria worden geëvalueerd: ● Aanwezigheid van teelt- of kweekplaatsen ● Aanwezigheid van recreatieve groene ruimten
BENODIGDE ELEMENTEN VOOR DE EVALUATIE Het gebouw moet in zijn geheel bestudeerd worden. ● Gebruik van de geannoteerde stedenbouwkundige vergunning, het bestek (gedeelte verlichting en/of externe aanleg) en de technische fiches van de geïnstalleerde systemen. ● De tabel 1 gebruiken om de E-zone te bepalen waarin het gebouw gelegen is, en tabel 2 waardoor de te respecteren drempels kunnen worden bepaald. ● In het geval van een certificatie kan een verslag van het bezoek van de assessor de gegeven informatie in de voornoemde documenten bevestigen of vervangen. 46
Inhoud van de thema's PHY – FYSISCH MILIEU Maatregel PHY 02-03 – LICHTVERVUILING (vervolg) BEREKENING VAN HET PRESTATIENIVEAU
Gebouwen van kleine omvang (< 1000 m²) LICHTVERVUILING
Beperking van de lichtstraling buiten
PUNTEN
Geen buitenverlichting, tenzij voor de veiligheid Buitenverlichting op de gelijkvloerse verdieping uitsluitend met straling naar beneden Buitenverlichting over heel het gebouw of op gelijkvloerse verdieping naar boven gericht JA
JA De buitenverlichting is voorzien van een klok / timer, waardoor de verlichtingstijd beperkt kan worden Geen buitenverlichting, tenzij voor de veiligheid (lichten gedoofd van 23 uur tot 7 uur) NEE TOTALE SCORE VOOR PHY 02-03
BEHAALDE SCORE
6 3
0 (op 10)
4
0 / 10
47
Inhoud van de thema's PHY – FYSISCH MILIEU Maatregel PHY 02-03 – LICHTVERVUILING (vervolg) BEREKENING VAN HET PRESTATIENIVEAU
Gebouwen van gemiddelde of grote omvang (> 1000 m²) LICHTVERVUILING
PUNTEN
BEHAALDE SCORE
Respecteert de maximale UFF-waarde die is opgenomen in tabel 2, volgens de E-zone waarin het gebouw gelegen is JA/ Buitenverlichting
De buitenverlichting is voorzien van een klok / timer, waardoor de verlichtingstijd beperkt kan worden (lichten gedoofd van 23 uur tot 7 uur)
Blijft onder de waarden voor lichtsterkte overdag en ‘s nachts, uitgedrukt in lux, die zijn opgenomen in tabel 2, volgens de Ezone waarin het gebouw gelegen is
6/0 NEE (op 10)
JA JA
4
Geen buitenverlichting, tenzij voor de veiligheid
TOTALE SCORE VOOR MAATREGEL PHY 02-03
NEE
0
/ 10
48
Inhoud van de thema's HUM – Sociaal en cultureel RUBRIEK HUM 01 – BUURTLEVEN MAATREGEL HUM 01-01
BIJDRAGEN TOT HET BUURTLEVEN
RUBRIEK HUM 02 - SOCIAAL-ECONOMISCHE INTEGRATIE MAATREGEL HUM 02-01 MAATREGEL HUM 02-02 MAATREGEL HUM 02-03
FINANCIËLE TOEGANKELIJKHEID
BIJZONDERE WOONVORMEN INTEGRALE TOEGANKELIJKHEID
RUBRIEK HUM 03 – FUNCTIONELE FLEXIBILITEIT MAATREGEL HUM 03-01
FUNCTIONELE FLEXIBILITEIT
RUBRIEK HUM 04 – CULTURELE WAARDE MAATREGEL HUM 04-01
ERFGOEDWAARDE 49
Inhoud van de thema's HUM – Sociaal en cultureel Voorbeeld: Maatregel HUM 02-01 – FINANCIËLE TOEGANKELIJKHEID Toepasbaarheid Uitsluitend huisvestingsprojecten
●
Gebouw van kleine omvang (<1000 m²)
●
Gebouw van gemiddelde omvang (1000 tot 5000 m²)
●
Gebouw van grote omvang (>5000 m²)
V V V
DOELSTELLING Het aanbod van woningen en een betaalbare kostprijs laten samengaan. De toegankelijkheid van de woonkosten is een belangrijk element in de strijd tegen materiële armoede en inkomensonzekerheid. EVALUATIECRITERIA VAN DE MAATREGEL Erkenning als sociale huurwoning of koopwoning
50
Inhoud van de thema's HUM – Sociaal en cultureel Maatregel HUM 02-01 – FINANCIËLE TOEGANKELIJKHEID (vervolg) EVALUATIEMETHODE Indien de woning erkend is als sociale huur- of koopwoning, is aan het criterium voldaan. Het is momenteel het enige duidelijke criterium dat naar voor kan worden geschoven voor deze bonusmaatregel, zelfs als de draagwijdte van betaalbare woningen groter kan zijn dan alleen de sociale woningmarkt. BENODIGDE ELEMENTEN VOOR DE EVALUATIE De evaluatie gebeurt per wooneenheid, op basis van de volgende elementen : Erkenning als sociale huurwoning of koopwoning
51
Het Referentieel duurzame gebouwen en u Zelfevaluatie – Labeling - Certificatie =
VRIJWILLIGE initiatieven
52
Zelfevaluatie en u ●
Evaluatie van het prestatieniveau van een gebouw, ● Indicatief ● Door de thema’s heen of voor een specifiek thema ► ► ► ►
►
● ●
Hulp bij het ontwerp Hulp bij het vastleggen van de te bereiken doelstellingen Tool voor zelfcontrole Pedagogische en objectieve tool: bouwheer en ontwerper kunnen hun uitwisseling omkaderen en refereren aan een duidelijk kader Inleiding/uitgangspunt om de kennis uit te diepen
Gratis, vrij toegankelijk, gebruik “à la carte” Het behaalde resultaat dient als indicator, maar kan niet gebruikt worden bij labeling of certificatie (hiervoor moet een formeel engagement worden aangegaan) 53
Labeling en u ●
BHG: wil om de erkenning als Voorbeeldgebouw naar het niveau van een volwaardig label te brengen, steunend op het referentieel ● Gewesten: interesse voor de ontwikkeling van premies toegekend op basis van het behalen van een label (globaal en/of specifiek voor een thema, corresponderende prestatieniveaus moeten worden vastgelegd) ● Op nationaal vlak: vergelijkbaarheid van projecten (gemeenschappelijke basis) >< huidige toestand (appelen en peren) ● Label toegekend na definitieve oplevering, voorlopige evaluatie in fase uitvoeringsdossier ● Het Referentieel maakt een voortdurende evaluatie door de verschillende fasen heen mogelijk (niet verplicht, maar aangeraden) 54 ● Handleiding en tools gratis, vrij toegankelijk
Certificatie en u Alle types van projecten … maar wellicht eerder voor projectontwikkeling en/of projecten die zich moeten kunnen profileren op de internationale vastgoedmarkt ● Zoals bij de labeling: nationaal eengemaakt draagvlak en kader, vergelijkbaarheid, valorisatie van een prestatie ● Aanstellen van assessor: kostprijs ● Bewijslast weegt zwaarder door ● Specifieke studies nodig (naargelang van omvang project) ● Springplank BREEAM: het werk moet geen twee keer worden gedaan (voldoet aan de vraag van de Beroepsfederaties, meer bepaald de BVS), laat een erkenning op Belgisch en internationaal niveau toe (volgens onderhandelingen met BRE) ● Voorlopige certificatie Design Phase mogelijk, definitieve 55 certificatie na oplevering gebouw ●
Labeling / certificatie en u: Basisvoorwaarden, (meer)kosten, projectplanning ●
Twee essentiële fasen: uitvoeringsdossier en oplevering ● Labeling en certificatie vereisen een aangepaste kennis van duurzaam bouwen en de behandelde thema’s (ontwerpers, bouwteam, studiebureaus, consultants: diverse combinaties mogelijk) volgens het beoogde doel ►
●
Kennismaking via tool voor zelfevaluatie.
Meerkosten: zeer variabel, afhankelijk van de aanpak ► ►
Een “conventioneel” project duurzaam maken >< Een duurzaam project ontwerpen, door rekening te houden met de aanpak ontwikkeld door het Referentieel
56
Labeling / certificatie en u: Basisvoorwaarden, (meer)kosten, projectplanning ●
●
●
Projectplanning: geen bijzondere aanpassingen. ► De rol van iedere partij in verband met de labeling / certificatie duidelijk omschrijven Aanpak label en certificaat: ► toekenningstermijn. ► Bijhouden en inventariseren van bewijsstukken Verloop van het project: ► Vergaderingen voor vastleggen specifieke context en coördinatievergaderingen plannen 57
Het Ref-b en de bouwheren ●
Engagement in een ► vrijwillige, omkaderde en objectieve benadering ► die zicht geeft op de reële prestatie van een project op het vlak van duurzame ontwikkeling in een homogene Belgische context.
●
Valorisatie van het verwezenlijken van een ambitie ► Hulp bij het definiëren van het programma van een project ► Hulp bij het definiëren van doelstellingen die moeten worden gehaald ► Tool voor zelfcontrole 58
Het Ref-b en de ontwerpers ●
Gebruik van het referentieel van bij de aanvang van het project (in het ideale geval) om ► de prestatie te beoordelen ► met de bouwheer de doelstellingen vast te leggen. ● In het vooruitzicht: ► Valorisatie van de specifieke kenmerken van het project, breder beschouwd dan het becijferbare (duurzaamheid in de ruimste betekenis van het woord) ► vergelijkbaarheid. ● Afhankelijk van het ambitieniveau, specifieke analyses en beschouwingen. ● In te dienen dossier vergelijkbaar met dat van de voorbeeldgebouwen, uitgebreid naar de thema’s en 59 rubrieken van het Referentieel.
Het Ref-b en de ondernemingen / uitvoerders ●
Vereisten van het bestek
●
Noodzaak om technische fiches, certificaten voor bepaalde posten te produceren
●
Formeel engagement vereist voor bepaalde maatregelen
60
Interessante tools, internetsites, enz.: Internetsite http://www.ref-b.be (documenten kunnen voorlopig nog niet worden geraadpleegd)
Referenties Praktische handleiding voor de duurzame bouw en andere bronnen: ●
Praktische handleiding voor de duurzame bouw en renovatie van kleine gebouwen: http://app.leefmilieubrussel.be/handleiding_duurzaam_gebouw/(S(eogaxmeuq5ap ms45lbldbm55))/Guide_NL.aspx
Alle fiches (die op dit moment worden uitgediept) zullen in de toekomst de doelstellingen en de indicatoren van het Ref-b vermelden Opgelet: deze nieuwe versie is nog niet beschikbaar!
61
Te onthouden uit de uiteenzetting ●
Wereldwijd bestaat al een groot aantal referentiekaders, waarvan de overgrote meerderheid minstens gedeeltelijk privébezit zijn
●
De overname in België van bepaalde buitenlandse referentiesystemen werd door de sector ongunstig onthaald, omdat deze systemen geen rekening houden met lokale initiatieven en bijzonderheden
●
Op basis van de vele uitwisselingen met de marktspelers en op initiatief van het BHG hebben de gewestelijke en federale overheden besloten de handen in elkaar te slaan en een referentiekader op te stellen op maat van de Belgische context 62
Te onthouden uit de uiteenzetting (vervolg) Het Referentieel duurzame gebouwen ●
Is een tool voor objectieve evaluatie van de prestaties van een gebouw op het vlak van duurzaamheid, dat de specifieke kenmerken van de duurzame constructie in België integreert
●
Bestaat uit een teksthandleiding en rekentools
●
Zal vrij toegankelijk zijn via internet
●
Omvat 9 thema’s, en ontwikkelt zo een alomvattende benadering (in tegenstelling tot de certificaten/labels die alleen betrekking hebben op energie, bijvoorbeeld) 63
Te onthouden uit de uiteenzetting (vervolg) Het Referentieel duurzame gebouwen ●
Kan worden gebruikt als hulp bij het ontwerp, voor labeling of certificatie (waarvoor de nodige stappen op vrijwillige basis worden ondernomen)
●
Biedt de beste garantie om de vastgestelde / beoogde doelstellingen te bereiken verderop, indien het vanaf de premissen van het ontwerp wordt gebruikt
●
Maakt het mogelijk gebouwen met elkaar te vergelijken
●
Vereist dat bewijsmateriaal wordt verzameld om een label of certificaat te kunnen krijgen (net als de andere referentiekaders) 64
Contactpersoon
Liesbet TEMMERMAN Architecte & onderzoeker Coördinatrice en coredactrice van het referentieel-b
Gegevens:
:
02 537 47 51
E-mail:
[email protected]
65
Ik dank u voor uw aandacht.
66