Dossier 208
ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING
Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen tussen Kluizen en Eeklo .
A. Samenvatting van het dossier A.1. Situering De drinkwaterbevoorrading in het noorden van Oost-Vlaanderen (Meetjesland en Waasland) wordt een groot deel geproduceerd in het productiecentrum Kluizen (Evergem) van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW). Dit waterproductiecentrum opereert momenteel op 100% van zijn capaciteit. Om aan de stijgende vraag naar drinkwater te kunnen blijven voldoen, wordt de productiecapaciteit ervan vergroot. Om deze grotere volumes te kunnen leveren, dienen ook de toevoerleidingen uitgebreid te worden. Op een tracé tussen Kluizen en Eeklo wenst de VMW een waterleiding en een aantal meetkelders voor het regelen en bemeteren van de drinkwatertoevoer aan te leggen. Op de gewestplannen is op de verbinding tussen Kluizen en Eeklo geen tracé voorzien. Dit RUP vormt de juridische basis voor de aanleg van deze leiding. Om in de toekomst bundeling van leidingen mogelijk te maken wordt een leidingstraat aangeduid. Het tracé is gesitueerd op het grondgebied van de gemeenten Evergem, Waarschoot, Lovendegem, Zomergem en Eeklo. De leiding vertrekt van het WPC in Kluizen en komt aan de voet van de watertoren in Eeklo aan. De totale lengte bedraagt 18 km. Het tracé bestaat uit twee delen. Het eerste deel vertrekt aan het waterproductiebekken in Kluizen en loopt parallel aan een bovengrondse hoogspanningsleiding en een ondergrondse aardgasleiding tot aan de waterloop de Lieve. Dit laatste punt is tevens het vertrekpunt voor een door de watermaatschappij TMVW (Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorzieningen) aan te leggen waterleiding. Dit eerste gedeelte van het tracé bevat ca. 11.870 meter leiding met een diameter van 700 mm. Het tweede deel van het tracé vertrekt aan De Lieve, blijft parallel met de Lieve lopen (noordelijke oever) tot aan het Schipdonkkanaal, volgt het Schipdonkkanaal (oostelijke oever) tot de Vaart van Eeklo en loopt dan via de R43 naar de watertoren op het industrieterrein van Eeklo. Vanaf het gehucht Beke tot aan het Schipdonkkanaal loopt het tracé parallel met de aardgasleiding. Ter hoogte van de kruising met de N9 wordt een aftakking met een diameter van 200 mm voorzien voor de voeding van Waarschoot. Dit tweede gedeelte van het tracé bevat ca. 6.525 meter leiding met een diameter van 400 mm.
A.2. Overeenstemming met het RSV Het richtinggevend gedeelte van het RSV bepaalt dat hoofdtransportleidingen op Vlaams niveau worden geselecteerd en in ruimtelijke uitvoeringsplannen worden vastgelegd. De nieuwe waterleiding tussen Kluizen en Eeklo wordt, gezien zijn verbindende functie op Vlaams niveau beschouwd als hoofdtransportleiding. In functie van een efficiënt ruimtegebruik en om te verhinderen dat de toename van leidingen de onbebouwde ruimte verder versnippert, de ruimtelijke kwaliteit vermindert en tot aantasting van het fysisch systeem en het ecologisch functioneren leidt, worden hoofdtransportleidingen maximaal gebundeld met lijninfrastructuur van Vlaams niveau of aangelegd in leidingstroken.
1
Dossier 208
A.3. Openbaar onderzoek Het ontwerp van gewestelijk RUP werd conform artikel 42 van het decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 60 dagen van 21 februari 2005 tot 19 april 2005. Dit openbaar onderzoek resulteerde in 19 bezwaarschriften, waaronder 1 laattijdig. Met toepassing van art. 42 §4 worden laattijdige bezwaren niet door Vlacoro behandeld. Alle bezwaarschriften werden opgenomen in een databank, waarvan uittreksel in bijlage. Gelet op de toegestane termijnsverlenging dient Vlacoro over dit ontwerp van RUP advies uit te brengen binnen de 120 dagen na het afsluiten van het openbaar onderzoek.
A.4. Adviezen Er werden 4 tijdige adviezen overgezonden aan Vlacoro (cfr. databank in bijlage).
B. Advies van Vlacoro De nummers tussen [ ] verwijzen naar de bezwaarschriften en de adviezen zoals zij opgenomen zijn in de databank.
B.1. Bespreking van de bezwaren en opmerkingen 1. [B1] Elia Noord heeft in het projectgebied hoogspanningsverbindingen in exploitatie. Terwille van de veiligheid van mensen, de continuïteit van de elektriciteitsvoorzieningen en de vrijwaring van alle betrokken installaties, dient men in de onmiddellijke omgeving van de hoogspanningsgeleiders enkele wettelijke bepalingen strikt te eerbiedigen. De opdrachtgever wordt geacht deze richtlijnen mede te delen aan iedereen die in zijn (directe of indirecte) opdracht werken uitvoert. Vlacoro wijst erop dat de naleving van deze veiligheidsvoorschriften dient te worden bewaakt in het kader van de vergunningsprocedure en de uitvoering van de werken. De commissie gaat er daarbij vanuit dat het geplande tracé van de leidingstraat deze naleving niet in de weg staat. 2. [B2] Waterwegen en Zeekanaal NV - Afdeling Bovenschelde Geen bezwaren of opmerkingen. Vlacoro neemt kennis van dit standpunt. 3. [B3] a. Een landbouwer eigenaar van de kadastrale percelen te Evergem, Sectie C, 160/B, 158A, 133A, 135, 136, 137, 138, 139, 132, stelt vast dat het tracé dwars door zijn velden loopt (verordenend grafisch plan deel 1/6). Hij doet een alternatief voorstel (plan bijgevoegd) waarbij het traject de wegel van perceel 132C volgt tot aan het waterproductiecentrum. b. Het bedrijf zal schade en hinder ondervinden (verstoorde bodemstructuur en waterhuishouding + 2 controleputten midden in het perceel). a. Vlacoro kan de bezwaarindiener niet bijtreden. Omwille van het bundelingsprincipe dient de leiding op de betrokken locatie parallel te lopen aan de bovengrondse hoogspanningsleiding en de ondergrondse aardgasleiding.
2
Dossier 208
b. Artikel 84, §1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening bepaalt dat de ruimtelijke uitvoeringsplannen erfdienstbaarheden van openbaar nut kunnen doen ontstaan en eigendomsbeperkingen met inbegrip van bouwverbod kunnen opleggen. Voor een waardevermindering van eigendommen wegens erfdienstbaarheden van algemeen nut is in principe geen vergoeding verschuldigd. Op dat principe bestaan wel uitzonderingen. In bepaalde gevallen kan een inwerking getreden RUP wel aanleiding geven tot een planschadevergoeding. Dit is met het voorliggend RUP dat de onderliggende bestemming van de percelen laat bestaan, niet het geval. Dit plan kan geen op zich geen aanleiding geven tot schadevergoeding. Voor schade die geleden wordt bij de uitvoering van de werken, kan uiteraard wel schadevergoeding bekomen worden volgens de regels van gemeen recht. 4. [B4] De bezwaarindiener is eigenaar van het bebouwd perceel gelegen te Lovendegem, 1ste afdeling, sectie A, nr. 73H. Dit wordt doorsneden door de leidingstraat. a. Betrokkene verzet zich tegen de inplanting van de leidingstraat over zijn perceel, zijnde de volledige zone, en tegen eventuele constructies, toegangen en erfdienstbaarheden. b. Betrokkene heeft vragen over het voorgestelde stedenbouwkundig voorschrift (artikel 1). Hij meent dat dat onvoldoende duidelijk is. Wat is de breedte van de leidingstraat? Wat is er nog wettelijk toegelaten? Nergens is een omschrijving of aantekening op het tracé weer te vinden over de bijhorende constructies. c. De bezwaarindiener sluit zich aan bij het bezwaarschrift waarin gevraagd wordt om de leidingstraat in Lovendegem tussen de De Baetsdreef en Eeksen in te planten naast de aardgasleiding en een al onteigende langsweg, en in de bedding van een langsweg die geen bestaan meer heeft omdat overweg 63 wordt afgesloten (zie verder kader 5). Hij voert in dat verband het volgende aan. De leiding zou het tracé van de aardgasleiding (of de buurtweg, parallel aan) niet kunnen volgen omwille van de hoekverdraaiing van het tracé. Op verdere afstand, richting naar en in Eeklo zelf, gebeurt dit nochtans wel. Door de thans gewijzigde situatie (april 2000, eerste inplanting onmogelijk, woning in de weg) heeft men al een hoekverdraaiing moeten maken. Deze hoekverdraaiing die weergegeven is op de plannen, is nog te weinig t.o.v. de hoogspanningspyloon. De inplanting van de leiding moet op minimaal 25,60 m i.p.v. op 15,60 m van de niet op het plan voorkomende hoogspanningpyloon op perceel 74D (veiligheidsvoorschriften Elia voor een leiding van 380kV). Door deze situatie komt het leidingtracé nog meer parallel te liggen t.o.v. de daar al aanwezige aardgasleiding of de af te sluiten buurtweg. a. Vlacoro verwijst naar haar antwoord bij kader 3, b. b. De commissie meent dat het tracé van de leidingstraat voldoende precies is aangegeven op het verordenend grafisch plan. De leidingstraat kan op elk kadastraal perceel met voldoende nauwkeurigheid worden gesitueerd. Er kan ook niet aan getwijfeld worden dat de onderliggende gewestplanbestemming van het betrokken perceel agrarisch gebied is. Deze bestemming wordt nader omschreven in het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Het ontwerp RUP is als plan voldoende duidelijk. Anderzijds is duidelijk dat aan het concept van een leidingenstraat geen verordenende breedte is toegekend. Bij navolgende stedenbouwkundige vergunningsaanvragen voor bijkomende leidingen binnen de straat zal steeds worden nagegaan of die voldoende gebundeld blijft met reeds bestaande leidingen teneinde het principe van slechts één ruimtelijke doorgang door de percelen te bewaken. c. Vlacoro is het niet eens met de bezwaarindiener en verwijst verder naar haar antwoord bij kader 5. 5. [B5-B18] Verschillende bezwaarindieners, eigenaars van de getroffen gronden, vragen om de leidingstraat in Lovendegem tussen de De Baetsdreef en Eeksen in te planten naast de aardgasleiding en een al onteigende langsweg, en in de bedding van een langsweg die geen bestaan meer heeft omdat overweg 63 wordt afgesloten. Zij voegen een plan met een alternatief tracé bij. Zij wijzen erop dat de percelen die door de leidingstraat worden aangesneden, nu ook al getroffen zijn, maar wel op een andere plaats, en dit door de ondergrondse inneming van Fluxys (aardgasleiding) groen) en een langsweg (onteigening in volle eigendom) van de NMBS.
3
Dossier 208
“De leidingstraat kan ingeplant worden in de bedding van de nu nog bestaande langsweg. Deze langsweg zal verdwijnen, daar overweg nr. 63 wordt afgesloten. Een onteigening van een andere langsweg via de De Baetsdreef tot aan de oversteek. De bedding van een leidingstraat heeft toch een minwaarde aan een perceel. De eigenaar van dit perceel kan er nu momenteel toch niets mee doen (erfdienstbaarheid, doorgang naar achtergelegen percelen).” (letterlijke overname van de tekst van het bezwaarschrift) Iedere kruising met de spoorweg zal gepaard gaan met de nodige infrastructuren ter hoogte van de spoorwegbedding. Deze infrastructuur moet een toegang hebben. Via een al onteigende langsweg (steeds vrije doorgang) van de NMBS kan men dan steeds en op gelijk welk tijdstip tot aan de spoorwegbedding. Het voorliggend ontwerp (leidingstraat) loopt door een kadastraal bebouwd perceel. Bij aanleg van een tweede aardgasleiding mag men de Leidingstraat niet gebruiken. Het kan toch niet zijn, als men een leidingstraat (voor alle leidingen, bundelingsprincipe) aanlegt, dat bepaalde leidingen niet kunnen opgenomen worden in dit tracé?. De leidingstraat op deze plaats ligt dicht bij de woningen, wat de veiligheid van de bewoners vermindert. Bij opmaak (ontwerp) van dossiers dient steeds rekening te worden gehouden met erfdienstbaarheden. Deze moeten vermeden worden, of tot een minimum worden beperkt (Veldwetboek). Door gebruik te maken van de langsweg (de NMBS legt voorwaarden op, maar doet ook inspanningen om de situatie zo schadebeperkend te laten verlopen) vermijdt men dan de lange erfdienstbaarheden over private domeinen. Vlacoro stelt vast dat de leidingenstraat op de betrokken locatie inderdaad afwijkt van het tracé van de aardgasleiding die daar omheen de betrokken percelen gaat. Vlacoro stelt anderzijds vast dat het voorziene leidingentracé strak bundelt met de hoogspanningslijn die daar zo goed als rechtlijnig verloopt. Vanuit ruimtelijke en zuinigheidsoverwegingen is dat alleszins een eerder te verkiezen optie dan het voorzien van bochten omheen percelen. Bovendien verloopt het leidingentracé relatief ver achter de woning van betrokkene (meer dan 50 m) zodat een normaal gebruik van de courante tuinzone alleszins gevrijwaard blijft en alleszins geen bouwmogelijkheden aan de woning of er achter in het gedrang komen. Vlacoro kan het bezwaar dan ook niet bijtreden en verkiest het huidige rechtlijnige tracé boven een volgen van perceelsgrenzen wat, bij verdere navolging op andere plaatsen, de rendabiliteit en ruimtelijke aanvaardbaarheid van het project steeds verder zou bedreigen. Voor het overige verwijst de commissie naar haar antwoord bij kader 3,b en kader 4 B.2. Bespreking van de adviezen 6. [A1] Provincieraad Oost-Vlaanderen (advies van 9 maart 2005) De provincieraad geeft gunstig advies. Het plan voldoet aan alle vereisten en vanuit provinciaal oogpunt zijn er geen specifieke bemerkingen. Vlacoro neemt kennis van dit gunstig advies. 7 [A2] Gemeenteraad Eeklo (advies van 21 MAART 2005) Gunstig advies mits naleving van volgende voorwaarden: * tijdens de werken mag het orchideeënveld tussen de Ringlaan/Nieuwendorpe/perceel sectie F nr. 0389-E-000-00 niet worden betreden en mag er geen materiaal worden gestapeld (afschermen van werkzaamheden); * na de werkzaamheden moet op perceel nr. F nr. 0437-L-000-00 (Nieuwendorpe - Wambuis) eventuele schade aan de elzenkanten en de zomereiken worden hersteld (heraanplanten) en de poel moet opnieuw worden aangelegd conform code van goede natuurpraktijk. Vlacoro neemt kennis van dit gunstig advies. De gestelde voorwaarden hebben betrekking op de uitvoering van werkzaamheden en vallen buiten het bestek van deze planprocedure.
4
Dossier 208
8 [A3] Gemeenteraad Evergem (advies van 24 maart 2005) Gunstig advies. Vlacoro neemt kennis van dit gunstig advies. 9 [A4] Gemeenteraad Lovendegem Gedeeltelijk gunstig advies. Het aanknopingspunt dat de VMW-leiding met de nieuwe TMVW-toevoerleiding richting kust zal verbinden, moet liggen aan het Schipdonkkanaal in Zomergem. Voor de aanleg van de TMVW-leiding kunnen leidingen worden gebundeld bij reeds bestaande waterleidingen, terwijl bij de voorgestelde oplossing niet wordt gebundeld. Het open ruimte gebied blijft gevrijwaard. De structuur van het landschap wordt niet aangetast (bijvoorbeeld de waterhuishouding). Vlacoro treedt de gemeenteraad bij. Een aanknopingspunt met de TMVW-toevoerleiding aan het Schipdonkkanaal in Zomergem strookt beter met het bundelingsprincipe en vrijwaart de open ruimte meer dan het voorstel van het ontwerp.
B.3. Eigen opmerkingen Vlacoro Geen
B.4. Besluit Vlacoro geeft gunstig advies voor het ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen tussen Kluizen en Eeklo, - mits rekening wordt gehouden met voormelde voorwaarden en opmerkingen.
Verleend te Brussel op 4 oktober 2005, De vaste secretaris,
De voorzitter
Lieve Reenaers
Filiep Loosveldt
Bijlage: lijst van bezwaarindieners en adviserende instanties
5