Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel - Haaltert
Bijlage III: toelichtingsnota tekst
Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert
1 Inhoudsopgave 1
Inhoudsopgave......................................................................................................................................................2
2
Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel - Haaltert ......................................................................3 2.1 Aanleiding en situering....................................................................................................................................3 2.1.1
Aanleiding en verantwoording .............................................................................................................3
2.1.2
Situering ...................................................................................................................................................3
2.1.3
Leidingstraat ............................................................................................................................................4
2.2 Uitvoering geven aan het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen................................................................4 2.2.1
Hoofdtransportleidingen voorzien in de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen ...............4
2.2.2
Bundelingprincipe...................................................................................................................................5
2.3 Maatregelen ter bescherming van Habitatrichtlijngebied en VEN-gebied .............................................5 2.4 Watertoets .........................................................................................................................................................6 2.5 Bescherming van Erosiegevoelige zones. ....................................................................................................6 2.6 Beschrijving van het tracé...............................................................................................................................7 2.7 Bestaande feitelijke en juridische toestand...................................................................................................7 2.7.1
Bestaande feitelijke toestand.................................................................................................................7
2.7.2
Juridisch kader.........................................................................................................................................7
2.7.3
Planningscontext.....................................................................................................................................8
2.8 Ruimtebalans ....................................................................................................................................................9 2.9 Vertaling van inhoudelijke elementen naar verordenende voorschriften ...............................................9 2.10 Op te heffen bepalingen ...............................................................................................................................13
Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert
2 Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel - Haaltert 2.1
Aanleiding en situering
2.1.1
Aanleiding en verantwoording
In functie van de bevoorrading van de regio Aalst (zuidelijk Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant) voorziet Fluxys een nieuwe aardgasleiding tussen het ontspanningsstation in Opbrakel (Brakel) en het bestaande gasstation in Haaltert. De huidige bevoorrading met de leiding Deinze-Merelbeke-SintMartens-Bodegem bereikt zijn maximale capaciteit. Bijkomende groei wordt verwacht voor distributie (gezinnen) en grote industriële afnemers (Amylum, STEG-Drogenbos). Door de realisatie van de verbinding Brakel-Haaltert kan de bevoorrading gebeuren vanuit de leiding Zomergem-Blaregnies (naar Frankrijk). Daardoor wordt globaal ook het aardgasnetwerk versterkt en de bevoorradingszekerheid verhoogd. Deze keuze is gebaseerd op een zogenaamde gastechnische audit waarbij de verbinding BrakelHaaltert vergeleken is met de alternatieven Opwijk-Haaltert en de verdubbeling van de verbinding Deinze-Merelbeke-Sint-Martens-Bodegem. In overeenstemming met het artikel 41 van het decreet RO wordt een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt om dit project mogelijk te maken.
2.1.2
Situering
Het aan te leggen tracé is gesitueerd in het zuiden van de provincie Oost-Vlaanderen, op het grondgebied van de gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert.
Figuur 1. Situering project Brakel-Haaltert Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringplan 2.12_00174_00001 Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel-Haaltert
Bijlage III Toelichtingsnota
Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert
Het tracé vertrekt vanuit het bestaande station in Opbrakel (Brakel). Op de verbinding met het bestaande station in Haaltert is er geen infrastructuur van Vlaams belang waarmee voor het volledige tracé gebundeld kan worden. Waar mogelijk is gebundeld met een hoogspanningslijn en de N45. Het eerste gedeelte van de verbinding maakt gebruik van de bestaande leidingstraat op het tracé Zomergem-Frankrijk. Delen van het tracé zijn dus niet gebundeld met bestaande infrastructuur. De totale lengte van het tracé Brakel-Haaltert bedraagt ongeveer 26 km. De voorziene aardgasleiding heeft een diameter van 500mm en een ontwerpdruk van 84bar. Het station in Brakel hoeft voor deze nieuwe verbinding niet uitgebreid te worden. De noodzakelijke werken kunnen gebeuren binnen de bestaande omheiningen. Het station in Haaltert wordt uitgebreid ter hoogte van het bestaande knooppunt. Het bestaande station in Haaltert met de nodige uitbreiding wordt opgenomen in dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
2.1.3
Leidingstraat
Op Vlaams niveau wordt ervoor geopteerd om bestaande leidingen maximaal te benutten als bundelingsmogelijkheid voor bijkomende leidingen. In toepassing van het bundelingsprincipe wordt het tracé van de aan te leggen leiding dus voorzien als een leidingstraat. Daardoor kan het tracé in de toekomst eventueel gebruikt worden voor bijkomende leidingen. Een leidingstraat is een symbolische aanduiding in overdruk die geldt als juridische basis voor de beoordeling van stedenbouwkundige vergunningen voor leidingen in parallellisme. De aanduiding in overdruk houdt in dat de bestemmingen van de plannen van aanleg (de gewestplannen) van toepassing blijven. Dit geldt bijvoorbeeld ook specifiek voor hoogspanningslijnen die op het gewestplan zijn aangeduid. De leidingsstraat heft de bestemming hoogspanningslijn niet op. Een leidingstraat heeft geen specifiek bepaalde breedte en bepaalt ook niet het aantal leidingen dat gerealiseerd kan worden, of de tussenafstand tussen leidingen. Wel is bepaald dat de beschikbare ruimte optimaal gebruikt moet worden. Onnodige ruimteconsumptie moet dus vermeden worden. Bij de beoordeling van concrete aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen moet dus beoordeeld worden of de aanvraag verenigbaar is met deze bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan en eventuele andere juridische regels. Het aanduiden van een leidingstraat heft uiteraard ook geen andere juridische bepalingen op, zoals bijvoorbeeld uit de milieuwetgeving. Ter hoogte van de Ninoofsesteenweg wordt een beperkt deel van het tracé aangeduid als leidingstrook. Het gaat om een beperkt aantal percelen bestemd als woongebied met landelijk karakter en twee percelen die deel uitmaken van een goedgekeurde verkaveling. Deze plaats is de enige mogelijkheid om het woongebied met landelijk karakter nog te kruisen. De overdruk leidingstrook valt ruimtelijk samen met de percelen waarop de overdruk is aangebracht.
2.2
Uitvoering geven aan het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen
2.2.1 Hoofdtransportleidingen voorzien in de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Het richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen1 bepaalt dat hoofdtransportleidingen op Vlaams niveau worden geselecteerd en in ruimtelijke uitvoeringsplannen vastgelegd. Tot de hoofdtransportleidingen behoren: −
de internationale transitleidingen op het grondgebied van het Vlaams Gewest;
−
de transportleidingen op het grondgebied van het Vlaams gewest die een rechtstreekse aansluiting vormen met de internationale transitleidingen;
−
de transportleidingen die de poorten, de economische knooppunten en de economische netwerken onderling verbinden. De nieuwe leiding tussen Brakel en Haaltert is een aftakking van de verbinding tussen de internationale verbinding van Zomergem naar Frankrijk naar de regio Aalst (regionaalstedelijk gebied) en wordt aldus beschouwd als een hoofdtransportleiding.
1
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Gewenste Ruimtelijke Structuur, Pijpleidingen en elektriciteitsleidingen, p. 514.
Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringplan 2.12_00174_00001 Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel-Haaltert
Bijlage III Toelichtingsnota
Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert
2.2.2
Bundelingprincipe In functie van een efficiënt ruimtegebruik en om te verhinderen dat de toename van leidingen de onbebouwde ruimte verder versnippert, de ruimtelijke kwaliteit vermindert en tot aantasting van het fysisch systeem en het ecologisch functioneren leidt, worden hoofdtransportleidingen maximaal gebundeld met lijninfrastructuur van Vlaams niveau. Op de verbinding tussen Brakel en Haaltert is geen infrastructuur beschikbaar die bundeling over de volledige lengte toelaat. In functie van het beperken van het ruimtebeslag en versnippering is getracht om zoveel mogelijk te bundelen met bestaande infrastructuur. Het eerste gedeelte van het project maakt gebruik van de bestaande leidingstraat van Zomergem naar Blaregnies. Tussen de N460 (Ninove-Geraardsbergen) en de N45 wordt het tracé gekozen parallel met de 70 kV hoogspanningslijn Aalst-Geraardsbergen die Geraardsbergen bedient. Verder wordt maximaal de N45 gevolgd tot aan de kruising met de N8 en vandaar de op het gewestplan voorziene reservatie (ring Ninove).
2.3
Maatregelen ter bescherming van Habitatrichtlijngebied en VEN-gebied
Aangezien de geplande aardgasvervoerleiding zowel natuurgebied als habitatrichtlijngebied doorkruist betreft het een MER-plichtig project. Er wordt één habitatrichtlijngebied met name “Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen” doorkruist over een totale afstand van 940 m. Er wordt geen Ramsargebied of vogelrichtlijngebied gekruist. In het kader van dit project werd eveneens een passende beoordeling opgesteld waarvan de volledige tekst te consulteren is in het MER. Algemeen wordt gesteld dat mits inachtneming van de voorgestelde milderende maatregelen de impact van de aanleg van de aardgasvervoerleiding met betrekking tot de discipline fauna en flora beperkt wordt tot een aanvaardbaar niveau. De tracékeuze en de gekozen uitvoeringsmethoden zorgen ervoor dat de impact van de aanleg van de aardgasvervoerleiding op het landschap zeer beperkt blijft. De effecten op het landschapsbeeld zijn grotendeels van tijdelijke aard. Plaatselijk kan het landschapbeeld echter wel permanente effecten ondervinden door het verdwijnen van hoogstammige bomen en tijdens de exploitatiefase door de bijkomende, zichtbare bebakening van de vervoerleiding. Door te opteren voor milderende maatregelen wordt het kappen van bomen tot een aanvaardbaar minimum beperkt. Dreven van waardevolle inlandse bomen worden steeds ontweken. Het plaatsen van bebakening is inherent aan het project. Wat het archeologisch patrimonium betreft, moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat het tracé in de buurt komt van (on)gekende archeologisch belangrijke sites. De nodige maatregelen worden getroffen om beschadigingen te voorkomen. Voor het geheel van de leiding wordt geconcludeerd dat de milieueffecten bij de aanleg van de leiding voor de disciplines bodem, water, geluid, mens en landschappen als weinig tot verwaarloosbaar negatief beschouwd kunnen worden. Indien er rekening wordt gehouden met de voorgestelde milderende maatregelen kunnen we stellen dat de milieueffecten van voornoemde disciplines een beperkte impact zullen hebben. Wat betreft de discipline fauna en flora worden de milieueffecten in landbouwgebied als weinig tot verwaarloosbaar negatief beoordeeld. Dit geldt voor ongeveer 94% van het tracé. Voor de aanleg van de leiding in gebieden met hogere natuurwaarden worden de effecten van het project als matig tot sterk negatief beschouwd. De voorgestelde remediërende maatregelen maken het mogelijk om de impact in voldoende mate te beperken. Specifiek met betrekking tot de problematiek van de rivierdonderpad (rode lijst soort en zeldzaam) zijn volgende maatregelen noodzakelijk voor de vier betrokken beken (Dorenbosbeek, Vaanbuikbeek, Molenbeek en Verrebeek): −
De inkokering over een lengte van 30 meter per beek in de tijd wordt beperkt tot maximaal 10 weken.
−
De werken worden bij voorkeur uitgevoerd in het najaar (september-november) of in het voorjaar (maart-einde mei) en in elk geval niet in de volle zomer (door de
Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringplan 2.12_00174_00001 Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel-Haaltert
Bijlage III Toelichtingsnota
Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert
warmte verhoogt het risico op infecties) of in de winterperiode (voortplantingsseizoen van de rivierdonderpad). −
Bij aanvang van de werken dient de beek over een lengte van 100 m (50 m stroomop en 50 m stroomaf van het middelpunt van de eigenlijke inbuizing) elektrisch afgevist te worden. Elk beektraject dient minstens driemaal kort na elkaar afgevist te worden om zoveel mogelijk vissen (rivierdonderpad) en vooral rondbekken (beekprik, vermits meestal in larvaal stadium) af te vangen. De gevangen vissen en rondbekken worden vervolgens op een andere plaats in de beek weer vrijgelaten. Dit kan zowel stroomaf- als stroomopwaarts zijn, maar wel op minimaal 100 m afstand van het einde (of begin) van het afgeviste traject. Het transport van de gevangen vissen en rondbekken gebeurt op aangepaste en visvriendelijke wijze (voldoende watervolume, zuurstofvoorziening indien nodig) en zo snel mogelijk na de vangst.
−
De inbuizing mag geen vismigratieknelpunt vormen, d.w.z. er mag geen hoogteverschil groter dan 5 cm ontstaan en er mag bij een eventueel ontstaan hoogteverschil geen luchtkamer achter het vallend water komen. Wanneer afvissingen nodig zijn, dient het Instituut voor natuur- en bosonderzoek (INBO) tijdig gecontacteerd om deze uit te voeren en het agentschap Natuur en Bos (ANB) gecontacteerd om de afvissingen te controleren.
Tijdens de exploitatiefase wordt er zo goed als geen hinder ondervonden van de leiding en worden de milieueffecten als neutraal beschouwd. Als algemene conclusie wordt het project vanuit milieuoogpunt aanvaardbaar geacht, mits de remediërende maatregelen in acht worden genomen. Het MER-rapport werd goedgekeurd op 30.11.2005. Deze beoordeling van de milieueffecten laat toe om gebruik te maken van het zogenaamde integratiespoor. Er wordt geoordeeld dat voldoende informatie voorhanden is om het aspect milieu een volwaardige plaats te geven bij de besluitvorming door de Vlaamse regering over voorliggend ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
2.4
Watertoets
Een watertoets is opgenomen als afzonderlijk hoofdstuk van het MER, goedgekeurd door de dienst MER op 30/11/2005
2.5
Bescherming van Erosiegevoelige zones.
De aanleg van de leiding gebeurt in gebieden die gevoelig zijn voor erosie en grondverschuivingen. Dit blijkt uit recent ter beschikking gekomen informatie van de dienst Land- en bodembescherming van het departement LNE. In de inventaris van bodemverschuivingen behoort de gemeente Brakel niet tot het projectgebied. Er is wel een grondverschuiving in Brakel opgenomen in de inventaris, met name ter hoogte van Perreveld. Dit gebied maakt geen deel uit van het tracé van de leidingstraat. De voorziene leidingsstraat doorkruist wel erosiegevoelige gebieden in kaart gebracht in het eindrapport “Opstellen van een gevoeligheidskaart met betrekking tot massabewegingen (massatransport) voor de VlaamseArdennen”opgesteld door: Dr. Miet Van Den Eeckhaut, Prof. J. Poesen, Onderzoeksgroep Fysische en Regionale Geografie, K.U.Leuven. Het eindrapport werd goedgekeurd op 28 augustus 2007. Het projectgebied heeft betrekking op de gemeenten Oudenaarde, Maarkedal, Ronse, Kluisbergen, Horebeke en Zwalm, Kruishoutem, Zingem, Gavere, Wortegem-Petegem, Oosterzele, Sint-Lievens-Houtem, Zottegem, Herzele, Brakel, Lierde en Geraardsbergen. Met uitzondering van Brakel is het tracé voornamelijk gelegen in de categorie “lage gevoeligheid voor grondverschuivingen”. Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringplan 2.12_00174_00001 Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel-Haaltert
Bijlage III Toelichtingsnota
Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert
Rekening houdend met de gevoeligheid voor grondverschuivingen wordt van de initiatiefnemer (in dit geval is dat Fluxys) gevraagd om garanties te geven dat de uitgevoerde werken geen aanleiding zullen geven tot grondverschuiving of erosie. In het verleden is reeds gebleken dat de aanleg van leidingen aanleiding kunnen geven tot erosieverschijnselen in erosiegevoelige gebieden. Om dit te vermijden wordt in de stedenbouwkundige voorschriften dus opgelegd dat de initiatiefnemer terzake de nodige maatregelen dient te nemen. Gezien de aard van het terrein kan het onder meer gaan om maatregelen moeten om te verhinderen dat de ijzerzandsteenlaag wordt doorbroken of geschonden, om te verhinderen dat stenen worden opgewoeld vanuit zandsteenbanken of vanuit de ijzerzandsteenlaag, om uitspoeling van de aanvullingssleuf te verhinderen door het verdichten van het aanvullingsmateriaal, door het verwijderen van stenen uit het aanvullingsmateriaal en door het vermijden van klei in het aanvullingsmateriaal. Ook andere risicofactoren moeten in overweging genomen worden.
2.6
Beschrijving van het tracé
Vanuit het bestaande Fluxys-station Riebeke in Opbrakel (Brakel) volgt het tracé eerst de bestaande Fluxys-leiding Zomergem-Blaregnies tot kort voor de Doensberg in Brakel. De leiding kruist delen van het habitatrichtlijngebied “Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen” in parallellisme met de bestaande Fluxysleiding. Daar wordt een nieuw oost-west gericht tracé bepaald richting Haaltert. Dit tracé kruist de Driestenbroekstraat in Opbrakel, de Geraardsbergsesteenweg (N493), de Molenbeek en de Matrouwstraat in Parike. Het tracé blijft oost-west verlopen en kruist in Lierde Breebijl, de Wassegemstraat, de Schalkebeek, de Populierenstraat, Watermolenstraat, de Watermolenbeek, de Brugstraat, de Strichtstraat en de Broekbeek. Vanaf de kruising met de N42 wordt aansluiting gezocht met de hoogspanningslijn Aalst-Geraardsbergen. Vanaf de Aalstsesteenweg wordt gebundeld met de N45. Het nieuwe tracé wordt voorzien aan de zuidkant van de N45. Ter hoogte van de Voordebeek (Appelterre) wordt opnieuw gebundeld met de hoogspanningslijn. Verder wordt de N45 gevolgd tot aan het station van Haaltert.
2.7
Bestaande feitelijke en juridische toestand
2.7.1
Bestaande feitelijke toestand
De bestaande feitelijke toestand wordt grafisch weergegeven op de hieronder vermelde kaarten. Kaart 0. Situering plangebied en opdeling kaartbladen Kaart 1. Bestaande feitelijke toestand: luchtfoto met aanduidingen Opmerking: Het tracé is louter ter informatie weergegeven op de situering en op de luchtfoto omwille van de leesbaarheid. Enkel de aanduiding van het plangebied op de bijlage I, verordenend grafisch plan, heeft een verordenende waarde.
2.7.2
Juridisch kader
De bestaande juridische toestand wordt grafisch weergegeven op de hieronder vermelde kaarten. Kaart 2: Bestaande juridische toestand: gewestplan. Kaart 3: Bestaande juridische toestand: verkavelingsvergunningen, B.P.A-contouren en andere plannen Opmerking: Het tracé is louter ter informatie weergegeven op de kaarten juridische toestand omwille van de leesbaarheid. Enkel de aanduiding op de bijlage I, verordenend grafisch plan heeft een verordenende waarde.
Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringplan 2.12_00174_00001 Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel-Haaltert
Bijlage III Toelichtingsnota
Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert
Type plan Gewestplan
Gewestplan Oudenaarde (KB 30.09.1977) Gewestplan Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem (KB 30.05.1978)
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen.
Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen.
Algemene of bijzondere plannen van aanleg / Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
BPA Mello, Geraardsbergen
Verkavelingsvergunningen
Geen
Habitatrichtlijngebieden
‘Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen’
Vogelrichtlijngebieden
Geen
Beschermde monumenten, landschappen, dorps- en stadsgezichten
‘De drie straten’ (Denderleeuw en Haaltert)
Natuurreservaten, bosreservaten
Geen
Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), decreet Natuurbehoud
‘Vallei van de Beverbeek (Muilem) & Duivenbos’
Beschermingszones grondwater
Geen
2.7.3
Planningscontext
Type
Inhoudelijke elementen
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen definitief vastgesteld door Vlaamse regering op 23/09/97
Ontwikkelingsperspectieven voor hoofdtransportleidingen (Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen pagina 513 ev.)
bindende bepalingen bekrachtigd door Vlaams Parlement op 17/12/97
Bundeling van leidingen met andere lijninfrastructuur wordt maximaal nagestreefd in functie van efficiënt ruimtegebruik en om versnippering en aantasting van onbebouwde ruimte te beperken (binnen de wettelijke beperkingen en binnen het BATNEEC- principe).
Provinciaal structuurplan OostVlaanderen. Goedgekeurd bij MB 18/02/2004
Het provinciaal structuurplan Oost-Vlaanderen omvat volgende ontwikkelingsperspectieven voor structuurbepalende hydrografische elementen: − Maximaal bewaren van structuurbepalende hydrografische elementen; − Behouden en waar mogelijk herstellen van het patroon van natuurlijk meanderende hydrografische elementen, − Accentueren landschappelijke rol; − Vrijwaren van het uitzicht van deze waterpartijen, − Behoud en herstel typische begroeiing langs waterlopen, vijvers en vennen; − Vermijden van bebouwing in de open ruimte rond de hydrografische elementen
Binnen de technische beperkingen is het vervoer via pijpleidingen een te stimuleren duurzamer alternatief voor het vervoer over de weg;
Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringplan 2.12_00174_00001 Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel-Haaltert
Bijlage III Toelichtingsnota
Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert
2.8
Ruimtebalans
De invloed van de bestemmingswijzigingen in dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op de ruimteboekhouding uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is weergegeven in volgende ruimtebalans.
Bestemmingscategorie
Huidige bestemmingen in het plangebied
Bestemmingen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Verschil
Wonen
0,2 ha
0 ha
- 0,2 ha
Landbouw
0,5 ha
0,2 ha
-0,3 ha
0 ha
0,5 ha
0,5 ha
Overig
2.9
Vertaling van inhoudelijke elementen naar verordenende voorschriften
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundig voorschrift
overdruk Artikel 1. Leidingstraat In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van ondergrondse transportleidingen en hun Aanhorigheden van een leidingstraat zijn de aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden constructies of gebouwen die nodig of nuttig gerealiseerd in functie van het optimaal zijn om de leidingen te kunnen exploiteren. De ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen aanhorigheden kunnen bovengronds of voor vergunningen voor een transportleiding en ondergronds aangebracht zijn. aanhorigheden worden beoordeeld rekening Voor welke stoffen de leidingen gebruikt zullen houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. worden, wordt niet vastgelegd; dit is niet ruimtelijk relevant. Bij de aanleg van leidingen dienen alle nodige maatregelen genomen te worden zodat de Bij de beoordeling wordt rekening gehouden uitvoering van de werken geen aanleiding geven tot met de in grondkleur aangegeven grondverschuivingen of erosie. bestemming. Op het voorziene tracé komen beekvalleien voor waar de ontwikkelingsperspectieven voor De in grondkleur aangegeven bestemming is van structuurbepalende elementen, geformuleerd toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en in het PRS Oost-Vlaanderen, op van wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden toepassing zijn. Het gaat om volgende niet in het gedrang worden gebracht ontwikkelingsperspectieven: Het provinciaal structuurplan Oost-Vlaanderen omvat volgende ontwikkelingsperspectieven voor structuurbepalende hydrografische elementen: − Maximaal bewaren van structuurbepalende hydrografische Een leidingstraat wordt symbolisch aangegeven wat betekent dat de grenzen van de leidingstraat niet vastliggen.
Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringplan 2.12_00174_00001 Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel-Haaltert
Bijlage III Toelichtingsnota
Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert
Ruimtelijke opties − − − − −
Stedenbouwkundig voorschrift
elementen; Behouden en waar mogelijk herstellen van het patroon van natuurlijk meanderende hydrografische elementen, Accentueren landschappelijke rol; Vrijwaren van het uitzicht van deze waterpartijen, Behoud en herstel typische begroeiing langs waterlopen, vijvers en vennen; Vermijden van bebouwing in de open ruimte rond de hydrografische elementen
De aanleg van de leiding gebeurt in gebieden die erosiegevoelig zijn. Gebruik makend van de recent ter beschikking gekomen informatie (www.lne.be/thema’s/bodem) ter zake dient de initiatiefnemer garanties te geven dat de uitgevoerde werken geen aanleiding zullen geven tot grondverschuiving of erosie. Gezien de ligging van de leiding zal het onder meer gaan om maatregelen: −
om te verhinderen dat de ijzerzandsteenlaag wordt doorbroken of geschonden,
−
om te verhinderen dat stenen worden opgewoeld vanuit zandsteenbanken of vanuit de ijzerzandsteenlaag,
−
om uitspoeling van de aanvullingssleuf te verhinderen onder meer door verdichten van het aanvullingsmateriaal, door het verwijderen van stenen uit het aanvullingsmateriaal en door het vermijden van klei in het aanvullingsmateriaal,
−
…
overdruk Artikel 2. Leidingstrook Aanhorigheden van een leidingstrook zijn de constructies of gebouwen die nodig of nuttig zijn om de leidingen te kunnen exploiteren. De aanhorigheden kunnen bovengronds of ondergronds aangebracht zijn.
In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van ondergrondse transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal Voor welke stoffen de leidingen gebruikt zullen ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen worden, wordt niet vastgelegd; dit is niet voor vergunningen voor een transportleiding en ruimtelijk relevant. aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De overdruk leidingstrook wordt ter hoogte van Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringplan 2.12_00174_00001 Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel-Haaltert
Bijlage III Toelichtingsnota
Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert
Ruimtelijke opties de Ninoofsesteenweg in Haaltert aangebracht over agrarisch gebied zodat deze gronden een agrarisch gebruik kunnen hebben maar er geen landbouwbedrijfsgebouwen kunnen opgericht worden. De aanleg van de leiding gebeurt in gebieden die erosiegevoelig zijn. Gebruik makend van de recent ter beschikking gekomen informatie (www.lne.be/thema’s/bodem) ter zake dient de initiatiefnemer garanties te geven dat de uitgevoerde werken geen aanleiding zullen geven tot grondverschuiving of erosie.
Stedenbouwkundig voorschrift Bij de aanleg van leidingen dienen alle nodige maatregelen genomen te worden zodat de uitvoering van de werken geen aanleiding geven tot grondverschuivingen of erosie.
De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht
Gezien de ligging van de leiding zal het onder meer gaan om maatregelen: −
om te verhinderen dat de ijzerzandsteenlaag wordt doorbroken of geschonden,
−
om te verhinderen dat stenen worden opgewoeld vanuit zandsteenbanken of vanuit de ijzerzandsteenlaag,
−
om uitspoeling van de aanvullingssleuf te verhinderen onder meer door verdichten van het aanvullingsmateriaal, door het verwijderen van stenen uit het aanvullingsmateriaal en door het vermijden van klei in het aanvullingsmateriaal,
−
…
Artikel 3. Gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen Dit gebied wordt bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en voorzieningen van openbaar nut, concreet voor een drukstation dat onderdeel uitmaakt van een aardgasleiding (Brakel-Haaltert). Het optrekken van gebouwen en constructies onder- en bovengronds die deel uitmaken van een drukstation zijn toegelaten. In functie van de inpassing in de omgeving is de aanleg van een groenscherm verplicht. Het groenscherm wordt niet afzonderlijk aangeduid op het grafisch plan en heeft dus geen vastgelegde breedte. Dit laat toe een groenscherm te voorzien (omvang en aard) dat inspeelt op de omgeving.
Het gebied is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en voorzieningen van openbaar nut, met name voor constructies en installaties voor transport door buisleidingen. Rond de constructies en installaties wordt een groene buffer aangebracht, in functie van visuele afscherming.
Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringplan 2.12_00174_00001 Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel-Haaltert
Bijlage III Toelichtingsnota
Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundig voorschrift
Artikel 4. Agrarisch gebied Landbouw is de hoofdbestemming in dit gebied. Over dit agrarisch gebied is een overdruk leidingstrook aangebracht zodat de onderstaande bepalingen in samenhang met de bepalingen van deze overdruk moeten gelezen worden. Dit betekent dat deze gronden een agrarisch gebruik kunnen hebben maar er geen nieuwe landbouwbedrijfsgebouwen of andere gebouwen opgericht kunnen worden die de aanleg van transportleidingen zouden hypothekeren. Naast landbouw in de eigenlijke zin van het woord zijn de volgende activiteiten eveneens toegelaten: hoevetoerisme (dat valt onder de noemer verblijfsgelegenheid), verkoop van eigen landbouwproducten, zorgboerderijen en landbouweducatie voor zover dat een integrerend deel uitmaakt van een leefbaar bedrijf, waterverzamelbekken op niveau van het bedrijf, kleinschalige werken om erosie te vermijden of te bestrijden ….
Het gebied is bestemd voor de beroepslandbouw. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten. Een landbouwbedrijfszetel mag alleen de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, alsook verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover die een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaken. Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: 1. het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor nietgemotoriseerd verkeer; 2. het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen;
Verblijfsgelegenheid moet aan de 3. de instandhouding, de ontwikkeling en het onderstaande voorwaarden voldoen: het gaat herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de om verblijfsgelegenheid binnen de bestaande landschapswaarden. gebouwen en ondergeschikt aan het landbouwbedrijf. Het voorzien in verblijfsgelegenheid moet proportioneel bekeken worden. Daarbij moet rekening worden gehouden met de sectorale wetgeving. Het gaat bijvoorbeeld om hoevetoerisme, het ter beschikking stellen van slaapruimten en sanitair voor jeugdkampen of het voorzien van sanitair voor hoevekamperen. Onder landbouw wordt verstaan, landbouw in de ruime zin van het woord, namelijk het beroepsmatig kweken van planten of dieren voor de markt en niet voor recreatieve doeleinden. Daaronder vallen veeteelt, planten- en bomenkwekerijen, akkerbouw …. Tuinaanlegbedrijven die planten of bomen kweken of conditioneren over een minimumoppervlakte van ongeveer een vierde hectare vallen hier ook onder. Tuinaanlegbedrijven die alleen machines stallen niet. Bebossing in agrarisch gebied is Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringplan 2.12_00174_00001 Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel-Haaltert
Bijlage III Toelichtingsnota
Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeenten Brakel, Lierde, Geraardsbergen, Ninove, Denderleeuw en Haaltert
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundig voorschrift
vergunningsplichtig op grond van artikel 35 van het Veldwetboek. Vergunningsaanvragen voor permanente bebossing moeten met de nodige omzichtigheid beoordeeld worden aangezien met dit ruimtelijk uitvoeringsplan het gebied bestemd wordt voor de landbouw. Dit geldt in mindere mate voor tijdelijke bebossing.
2.10
Op te heffen bepalingen
De leidingstraat en leidingstrook zijn overdrukken zodat de bestemmingen van het gewestplan geldig blijven. Dit geldt specifiek ook voor de aanduiding hoogspanningslijn. De overdruk leidingstraat en leidingstrook heft de aanduiding hoogspanningslijn dus niet op. De aanduiding van een zone voor gemeenschapsvoorzieningen vervangt de bestemming agrarisch gebied van het gewestplan. De aanduiding van het agrarisch gebied vervangt de bestemming woongebied met landelijk karakter van het gewestplan. De verkaveling afgeleverd door de Provincie op 11.4.1969 voor perceel Sectie B, nummer 1986H (Steenweg op Ninove) ter hoogte van de huidige Ninoofsesteenweg in Haaltert wordt opgeheven voor de delen van het perceel gelegen binnen de perimeter van dit ontwerp.
Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringplan 2.12_00174_00001 Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen Brakel-Haaltert
Bijlage III Toelichtingsnota