Onderzoek collegeprogramma Gemeente Son en Breugel
Rekenkamercommissie de Groene Rand Maart 2010
Voorwoord Voor u ligt het rapport naar aanleiding van het onderzoek dat de Rekenkamercommissie uitvoerde naar het bereiken van de doelstellingen en het leveren van de prestaties zoals verwoord in het collegeprogramma 2006-2010. Doel van het onderzoek is te achterhalen of en in hoeverre het college de afspraken zoals verwoord in het collegeprogramma is nagekomen. De Rekenkamercommissie maakt als het ware de eindbalans op. Dit gebeurt niet met het oog om “af te rekenen”. Transparantie en leren staan in dit onderzoek nadrukkelijk voorop. De uitkomst van deze eindbalans kan worden gebruikt bij het opstellen van het nieuwe collegeprogramma voor de periode 2010 tot en met 2014. Immers: uit het rapport blijkt duidelijk waar er nog open eindjes zijn die nog afgewerkt moeten worden. Deze open eindjes kunnen in het collegeprogramma van 2010-2014 worden meegenomen. Een niet onbelangrijk deel van dit rekenkamerrapport heeft betrekking op de “instrumentele aspecten” van het collegeprogramma oftewel: hoe dient een “adequaat” collegeprogramma eruit te zien, wil het de functie kunnen vervullen die ermee wordt beoogd. Dit deel van het rapport heeft vooral ten doel ervan te leren voor de toekomst. In het rapport wordt aangegeven op welke wijze een collegeprogramma tot stand moet komen en hoe het eruit moet zien. Deze “ideaalsituatie” wordt vervolgens geconfronteerd met de situatie in gemeente Son en Breugel. Wij hopen op deze manier een bijdrage te leveren aan de totstandkoming van het nieuwe collegeprogramma in het voorjaar van 2010. De Rekenkamercommissie merkt tot slot op dat onderzoek naar het al dan niet volledig uitvoeren van het collegeprogramma impliceert dat de aandacht alleen uitgaat naar die zaken die in het collegeprogramma in 2006 zijn benoemd. Dit neemt uiteraard niet weg dat er naast dit programma veel meer zaken door het college ten uitvoer zijn gebracht, waar de Raad en de burger ook oog voor moeten hebben.
Rekenkamercommissie de Groene Rand
Drs. W. Hartmann Drs. J. v.d. Berg Drs. W.J.H.S. Lindelauf RA RO
2
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7
Aanleiding Omschrijving van het onderzoek Probleemstelling c.q. vraagstelling van het onderzoek Onderzoeksvragen Reikwijdte Onderzoeksaanpak Normenkader
Hoofdstuk 2: Handreiking voor een goed collegeprogramma 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.9.
Inleiding Totstandkoming van het collegeprogramma Plaatsbepaling ten opzichte van overige sturingsinstrumenten Herkenbare strategische koersbepaling Toetsbaarheid van het programma Volledig beeld van het meerjarig door te voeren beleid Meerjarige financiële vertaling Monitoring Confrontatie van het collegeprogramma van Son en Breugel met de norm
Hoofdstuk 3: Realisatie van het collegeprogramma 3.1. 3.2. 3.3.
Inleiding Realisatie Het collegeprogramma in één oogopslag
Hoofdstuk 4: Goede voorbeelden 4.1. 4.2.
Inleiding Landelijke goede voorbeelden
Hoofdstuk 5: Conclusies en aanbevelingen Hoofdstuk 6: Reactie College Hoofdstuk 7: Nawoord Rekenkamercommissie Bijlagen
3
Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1.
Aanleiding
Met de naderende gemeenteraadsverkiezingen in maart 2010 loopt de regeerperiode van het huidige college op zijn einde. Hiermee wordt tevens de realisatie van de voornemens uit het collegeprogramma 2006-2010 interessant. In dit collegeprogramma zijn deze voornemens van de coalitie neergelegd in (beleids)doelen en beoogde resultaten Nu vier jaar na de opstelling van het collegeprogramma acht de Rekenkamercommissie het relevant te onderzoeken wat er zoal terecht is gekomen van deze (beleids)doelen en beoogde resultaten. Met een rapport over de uitvoering van het collegeprogramma 2006-2010 verschaft de Rekenkamercommissie, als onafhankelijk orgaan, de Gemeenteraad en burgers inzicht in hoeverre de destijds gestelde doelen en beoogde resultaten al dan niet gehaald zijn.
1.2.
Omschrijving van het onderzoek
Met dit onderzoek streeft de Rekenkamercommissie de volgende doelstelling na: het geven van: een oordeel over het al dan niet bereiken van de voornemens voor de collegeperiode 2006-2010.
1.3.
Probleemstelling c.q. de vraagstelling van het onderzoek
De probleemstelling luidt als volgt: in welke mate komen de in de collegeperiode 2006-2010 gerealiseerde doelstellingen en behaalde resultaten overeen met de beoogde doelstellingen en resultaten? In welke mate zijn de doelstellingen en beoogde resultaten SMART geformuleerd en hoe vindt de verantwoording over doelrealisatie plaats?
1.4.
Onderzoeksvragen
Voor de uitwerking van de probleemstelling moeten de volgende onderzoeksvragen worden beantwoord: 1.
2. 3.
In welke mate zijn de doelstellingen en beoogde resultaten zoals geformuleerd in het collegeprogramma gerealiseerd? Met andere woorden: wat is er terecht gekomen van de voornemens van het college? Zijn de doelstellingen en beoogde resultaten voldoende SMART geformuleerd? Op welke wijze legt het college verantwoording af aan de raad over de uitvoering van het collegeprogramma
4
1.5.
Reikwijdte
Het onderzoek heeft betrekking op de gehele collegeperiode (2006-2010). Voor het al dan niet bereiken van het eindresultaat 2010 zal indien nodig tevens gebruik gemaakt worden van prognoses die daarbij op hun plausibiliteit getoetst zullen worden. 1.6.
Onderzoeksaanpak
Ter bepaling in hoeverre de gestelde beleidsdoelen gehaald zijn worden de doelrealisaties geconfronteerd met de oorspronkelijk gestelde doelen. De Rekenkamercommissie hanteert hierbij de volgende uitkomsten: • • • • •
het beleidsdoel/beoogd resultaat is behaald; het beleidsdoel/ beoogd resultaat is gedeeltelijk behaald; het beleidsdoel/beoogd resultaat is niet behaald; de doelrealisatie is niet vast te stellen; het beleidsdoel/ beoogd resultaat is afgevoerd
In het kader van het onderzoek zijn verschillende documenten geraadpleegd, waaronder: • • • • • • • •
collegeprogramma en eventuele aanpassingen daarop programmaverantwoordinge en tussentijds rapportages (P&C cyclus); burgerjaarverslagen; verslagen van formele overleggen van B&W, Raad en (raad)commissie overige relevante ambtelijke en niet-ambtelijke stukken en (beleids)evaluaties; nieuws/informatiebrieven ten behoeve van de Raad eventuele tussenbalansen, tussenrapportages brondocumenten
Met ambtelijk betrokkenen zijn ter aanvulling van het documentenonderzoek, indien nodig, gesprekken gevoerd.
1.7.
Normenkader
Norm 1: bereiken doelen/leveren prestaties De vraag die in dit onderzoek centraal staat is of de doelstellingen/beoogde resultaten volgens het collegeprogramma zijn bereikt. De norm die hieraan kan worden gekoppeld is eenvoudig: de doelstelling/beoogd resultaat moet bereikt zijn.
Norm 2: SMT Doelstellingen en prestaties worden vaak te vaag en vrijblijvend geformuleerd als wensen, intenties of goede voornemens. Om succesvol sturing te kunnen geven aan het bereiken van doelstellingen en leveren van prestaties moet ervoor worden gezorgd dat deze doelstellingen en prestaties SMART geformuleerd worden. SMART staat voor:
5
• • • • •
Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdgebonden
Specifiek Omschrijf een doel/prestatie duidelijk en concreet. Het moet een waarneembare actie, gedrag of resultaat beschrijven waaraan een getal, bedrag, percentage of ander kwantitatief gegeven verbonden is. De betrokken moeten (ook) een duidelijk verband zien tussen de doelstelling enerzijds en de activiteiten die daartoe anderzijds gevraagd worden. Naarmate een doelstelling preciezer geformuleerd is, wordt het makkelijker er invulling aan te geven. Meetbaar Hoeveel gaan we doen? Hoe kunnen we dat meten? Er moet een systeem, methode en procedure zijn om te bepalen in welke mate het doel op een bepaald moment bereikt is. Wat is er af als het af is? Een SMART-doelstelling is normerend: het is een maat voor de kwaliteit van de te leveren inspanningen. Een nulmeting om de startsituatie te kunnen bepalen is hierbij belangrijk. Acceptabel Is er draagvlak voor wat er moet gebeuren? Is het doel c.q. de prestatie in overeenstemming met het beleid en de doelstellingen van de organisatie? Zijn de betrokkenen bereid zich te verbinden aan de doelstelling? Realistisch Is het doel haalbaar? Kan de prestatie worden geleverd? Is er een uitvoerbaar plan met aanvaardbare inspanningen? Kunnen de betrokkenen de gevraagde resultaten daadwerkelijk beïnvloeden? Hebben ze voldoende knowhow, capaciteit, middelen en bevoegdheden? Tijdgebonden Wanneer beginnen we met de activiteiten? Wanneer zijn we klaar? Wanneer is het doel bereikt? Een SMART-doelstelling heeft een duidelijke startdatum en einddatum. De Rekenkamercommissie gaat bij dit onderzoek vooral na of de doelstellingen en prestaties voldoende specifiek, meetbaar en tijdgebonden zijn. Deze drie facetten van SMART kunnen op eenvoudige wijze, gewoon door de tekst van het collegeprogramma goed te analyseren, beoordeeld worden Om te kunnen bepalen of doelstellingen/beoogde resultaten ten tijde van het opstellen van het collegeprogramma ook voldoende acceptabel en realistisch waren is niet op basis van de tekst van het collegeprogramma als zodanig te beantwoorden. Hiervoor zou een uitgebreid aanvullend onderzoek noodzakelijk zijn. Tevens dragen deze twee facetten een subjectief element in zich. Of sprake is van voldoende acceptatie cq. draagvlak voor een te bereiken doel en of het behalen van een doel realistisch is, is vaak niet objectief te zeggen. Voor de goede orde merkt de Rekenkamercommissie op dat voor wat betreft de toetsing van het aspect “tijdgebondenheid” de rekenkamer in het rapport alleen ingaat op de vraag of in het collegeprogramma “tijdsaspecten zijn genoemd. Nadrukkelijk merkt de rekenkamercommissie op dat in dit onderzoek niet wordt ingegaan op de vraag of het daadwerkelijk realiseren van doelstellingen en prestaties gelijk liep met de planning. De
6
rekenkamercommissie beperkt zich in dit onderzoek tot de vraag of een doelstelling of prestatie gerealiseerd is vóór 1 maart 2010. Of dit tijdig is gebeurd is niet onderzocht. Norm 3: verantwoording De Rekenkamercommissie is van mening dat nadat het collegeprogramma tot stand is gekomen, sprake moet zijn van een verantwoording over het al dan niet bereiken van de gestelde doelen. Deze verantwoording dient niet alleen tijdig te zijn maar ook juist. Met andere woorden: de verantwoording moet klip-en-klaar antwoord geven op de vraag of het doel is bereikt/ wat de stand van zaken is. Niet “om de hete brei heen draaien” of een verantwoording geven die niets met het beoogde doel van doen heeft. Tevens moet de verantwoording volledig zijn, dat wil zeggen over alle te bereiken doelstellingen moet verantwoording worden afgelegd. Verantwoording kan plaatsvinden via de reguliere P&C cyclus, via nieuwsbrieven en via het verstrekken van “tussenstanden”.
7
Hoofdstuk 2: Handreiking voor een goed collegeprogramma 2.1.
Inleiding
In dit hoofdstuk gaat de Rekenkamercommissie in op de vraag aan welke eisen een collegeprogramma zou moeten voldoen. Er bestaan geen wettelijke richtlijnen of aanwijzingen ten aanzien van de indeling en de inhoud van collegeprogramma’s. Gemeentebesturen zijn dan ook vrij in de wijze waarop zij een uitwerking kunnen geven van de beleidsmatige koers voor de gehele collegeperiode. Tegelijkertijd lijkt het ontbreken van concrete richtlijnen en aanwijzingen bij sommige gemeenten er toe te leiden dat deze gemeenten worstelen met het opstellen van een collegeprogramma: wat moet erin? Wanneer moet het bij de raad liggen? Hoever ga je bij de uitwerking van speerpunten in meetbare en tijdgebonden prestaties en effecten? Hieronder wordt op de volgende aspecten ingegaan:1 • • • • • • • 2.2.
Totstandkoming van het collegeprogramma Plaatsbepaling ten opzichte van de overige sturingsdocumenten Herkenbare strategische koersbepaling Toetsbaarheid van het programma Volledig beeld van het meerjarige te voeren beleid Gedegen financiële vertaling Monitoring
Totstandkoming van het collegeprogramma
Om te verzekeren dat via een efficiënt proces een collegeprogramma tot stand komt dat voldoet aan de wensen van de raad, verdient het de voorkeur om vroeg in het proces een plan van aanpak op te stellen en deze breed af te stemmen (bijvoorbeeld in het presidium en met het gemeentelijk management). In dit plan van aanpak wordt onder meer aandacht geschonken aan de volgende vragen: • • • • •
1
Maken we een raadsprogramma of een collegeprogramma of iets anders? Wat wordt de verhouding van het collegeprogramma ten opzichte van de jaarlijkse programmabegroting? Integreren we het collegeprogramma in een regulier planning- en control document of maken we een separaat collegeprogramma? Wordt de ondersteuning bij het opstellen van het collegeprogramma vanuit de griffie geleverd (bijvoorbeeld bij een raadsprogramma) of vanuit de ambtelijke organisatie (eerder bij een collegeprogramma)? Welke eisen stellen we aan het collegeprogramma (programma-indeling, opname prestatie- en effectindicatoren, aangeven financiële dekking)?
Handreiking Collegeprogramma, Randstedelijk Rekenkamer, Jacques Necker, CEBEON
8
2.3.
Plaatsbepaling ten opzichte van de overige sturingsinstrumenten
Het is van belang dat in het collegeprogramma of in de oplegbrief bij het collegeprogramma een duidelijke plaatsbepaling ervan wordt gegeven. Hiermee wordt bedoeld dat de verhouding met overige planning & control documenten, zoals de kadernota of de programmabegroting, wordt geschetst. In dit kader moet duidelijk worden gemaakt in hoeverre de gemeenteraad jaarlijks in de programmabegrotingen consistente doorvertalingen van het collegeprogramma tegemoet kan zien en hoe is voorzien in tussentijdse monitoring en evaluatie op de in het collegeprogramma opgenomen beleidsvoornemens. Ook is gewenst dat het collegeprogramma (of de oplegbrief) een expliciete aanduiding van de functie(s) van het collegeprogramma bevat. Door een plaatsbepaling te geven van het collegeprogramma ten opzichte van andere planning & control documenten, wordt voor de gemeenteraad inzichtelijk gemaakt wat de exacte functie van het collegeprogramma is in relatie tot overige planning en control documenten. Hierdoor worden de status en functie van het collegeprogramma niet alleen verduidelijkt voor de gemeenteraad, maar ook voor de gemeentelijke organisatie. Vanuit de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad is het van belang dat er door middel van een duidelijke plaatsbepaling inzicht wordt gegeven in de manier waarop de inhoud van het collegeprogramma wordt uitgewerkt in de reguliere jaarlijkse begrotingscyclus en dat wordt aangegeven hoe aan de evaluatie van de gerealiseerde resultaten uit het programma invulling zal worden gegeven. Deze beschrijvingen dragen bij aan een eenduidig verwachtingspatroon binnen de gemeenteraad ten aanzien van de status van het collegeprogramma.
2.4.
Herkenbare strategische koersbepaling
Het collegeprogramma bevat een herkenbare strategische koersbepaling voor de komende vier jaar. Het nieuwe college geeft in het collegeprogramma blijk van haar strategische visie ten aanzien van het meerjarig te voeren beleid. Uit het collegeprogramma blijkt een duidelijke visie op de “staat” van de gemeente en de daaruit voortvloeiende speerpunten voor gemeentelijk beleid. Waar richt het gemeentebestuur de komende jaren vooral haar aandacht op? Bij voorkeur worden verschillen met de beleidsmatige koers van het vorige college ook transparant gemaakt. Wat wil dit college anders, meer of minder doen ten opzichte van het vorige college? De samenstelling en kleur van het gemeentelijk bestuur kan na de verkiezingen veranderen. Dat heeft mogelijk ook zijn neerslag op de inhoud van het te voeren beleid. Een collegeprogramma is bij uitstek ook een middel om richting de gemeenteraad op transparante wijze aan te geven waar het nieuwe college voor staat. Voorkomen moet worden dat een collegeprogramma een duidelijke strategische visie mist, waardoor het meer het karakter krijgt van een werkprogramma met een uitgebreide opsomming van actiepunten, zonder kop of staart, zonder dat duidelijk is wat de beleidsmatige prioriteiten in de collegeperiode zijn.
9
2.5.
Toetsbaarheid van het programma
Het collegeprogramma bevat de speerpunten voor het beleid. Deze speerpunten van beleid zijn duidelijk zichtbaar opgenomen en beschrijven op heldere wijze de noodzaak van beleid, de prestatie die de gemeente wil realiseren en het maatschappelijk effect dat de gemeente wil bereiken. Het format van de drie W-vragen is een handzaam format voor een dergelijke uitwerking van deze speerpunten. Het collegeprogramma is toetsbaar wanneer de speerpunten van het beleid (doelen) specifiek, meetbaar en tijdgebonden zijn geformuleerd2. Bij voorkeur worden per speerpunt prestatieen/of effectindicatoren geformuleerd, gekoppeld aan jaarschijven. Bij grote projecten kunnen de belangrijkste mijlpalen in de projectplanning tijdgebonden worden opgenomen.
2.6.
Volledig beeld van het meerjarig door te voeren beleid
Het collegeprogramma is volledig (alle relevante beleidsterreinen worden benoemd). Het collegeprogramma geeft een volledig beeld van het meerjarig te voeren beleid. Ook de terreinen waarop het beleid uit de vorige collegeperiode onveranderd wordt voortgezet en de terreinen waar sprake is van stopzetting of extensivering van beleid, worden kort benoemd. Het collegeprogramma geeft een breed beeld van de gemeentelijke beleidsterreinen. Hiervoor biedt de indeling in programma’s van de programmabegroting een geschikte structuur. Een volledig beeld van het meerjarig te voeren beleid wordt ook gegeven door (bij voorkeur per programma) de geldende beleidskaders aan te geven. Door per beleidsterrein aan te geven welke actuele beleidsnotities er zijn, wordt de raad het overzicht geboden van de geldende beleidskaders. Daarnaast kan in een bijlage of per programma worden aangegeven welk lid van het college van B&W per beleidsterrein portefeuillehouder is. Een dergelijk overzicht bevordert dat vanaf het begin duidelijk is wie waarvoor aanspreekbaar is.
2.7.
Meerjarige financiële vertaling
Het collegeprogramma bevat een financiële vertaling van de speerpunten voor beleid. Om te voorkomen dat een collegeprogramma veel mooie beleidsvoornemens bevat, maar er geen financiële ruimte is om deze voornemens ook in de komende jaren te realiseren, is het gewenst dat in het collegeprogramma indicatief wordt aangegeven wat de geraamde kosten van de nieuwe beleidsvoornemens zijn en waar de financiële dekking is gevonden om het nieuwe beleid te bekostigen. Immers: nieuwe beleidsvoornemens kosten doorgaans geld en het opeenstapelen van voornemens zonder dat wordt aangegeven hoe in de dekking voorzien kan worden, maakt het collegeprogramma minder realistisch in financiële zin. Aangezien een collegeprogramma een programma is voor de volledige collegeperiode, is het wenselijk dat de financiële vertaling ook meerjarig is. 2
Handreiking Collegeprogramma, Randstedelijke Rekenkamer
10
2.8.
Monitoring
Het collegeprogramma dient, nadat het is vastgesteld, consequent gevolgd te worden. Hierbij is het handig als de structuur van het collegeprogramma en de komende programmabegrotingen op elkaar aan sluiten. Ook dient duidelijk te zijn wat de opgaven voor de bedrijfsvoering van de gemeente zijn. Hierbij wordt op hoofdlijnen aangegeven wat op dit vlak wordt beoogd en aangesloten op de paragrafen uit de programmabegroting. De beoogde doelen moeten leidend zijn voor de uitvoering van activiteiten en projecten die het college in de komende collegeperiode oppakt. Met “leidend” wordt bedoeld dat het controleerbaar is dat deze als richtsnoer zijn gehanteerd bij de prioriteitenstelling van activiteiten en projecten. De beoogde doelen en het daaraan gekoppelde uitvoeringsprogramma (activiteiten en projecten) krijgen hun concrete vertaling in de reguliere beleidscyclus de (meerjaren)begrotingen. De raad maakt gebruik van het collegeprogramma om uitvoering te geven aan zijn kaderstellende rol ten opzichte van het college. Het college maakt de voortgang van de doelen, activiteiten en projecten in onderlinge samenhang inzichtelijk in de daarvoor geëigende verantwoordingsdocumenten van de P&C-cyclus. In de verantwoordingsdocumenten wordt een eenduidige relatie gelegd naar de beoogde doelen en voorgenomen activiteiten en projecten. De voortgangsrapportages geven zowel de mate van doelbereik aan, als de realisatie van activiteiten en projecten (geleverde prestaties) in onderlinge samenhang). Op basis van de door het college verstrekte verantwoordingsinformatie kan de raad zich een oordeel vormen over de mate van voortgang van de uitvoering van het collegeprogramma. Als algemene eisen aan deze verantwoordingsinformatie worden gesteld: betrouwbaar, consistent, begrijpelijk en relevant.
Voor de monitoring en evaluatie van de uitvoering bestaan verschillende opties, zoals: • De monitoring van (speerpunten uit) het collegeprogramma laten verlopen in de jaarlijkse programmaverantwoordingen, waarbij de punten uit het collegeprogramma apart in een bijlage of per programma herkenbaar zijn opgenomen. • Tussentijdse (bijvoorbeeld na 2 jaar) en/of aan het eind van de collegeperiode (na vier jaar) een evaluatie van de uitvoering en realisatie van het collegeprogramma.
2.9
Confrontatie van het collegeprogramma van Son en Breugel met de “norm”.
1. Totstandkoming van het collegeprogramma Aan de eisen te stellen aan de totstandkoming van het collegeprogramma is in de gemeente Son en Breugel grotendeels voldaan. Er is een duidelijk keuze voor een Collegeprogramma met aandacht voor eisen waaraan het document dient te voldoen. Ook wordt aangegeven wat het College met het programma beoogt en de plaats die het krijgt binnen de reguliere planning- en control cyclus.
In het coalitieakkoord 2006-2010 valt hierover te lezen: 11
“Het coalitieakkoord beoogt heldere beleidskeuzes weer te geven, over de meest kritische gemeentelijke beleidsdossiers en met een scherp oog voor het belang van de burger. Daarmee wordt een basis gelegd voor noodzakelijke uitwerkingen ervan in een collegeprogramma. In het collegeprogramma zal de onmisbare creatieve inspiratie moeten worden neergelegd, om daadwerkelijk tot uitvoering te komen. Dat betekent een noodzakelijke planning in tijd en geld enerzijds, maar anderzijds vooral een stevige dosis oorspronkelijkheid, gedrevenheid en bindend vermogen om die ook echt tot uitvoering te brengen.” Voorts valt in het Collegeprogramma hieromtrent te lezen: “Ons College heeft getracht een operationele vertaling op te stellen van de belangrijkste uitgangspunten. Daartoe zijn de items nader geconcretiseerd, in een planning gegoten en zijn de financiële consequenties in beeld gebracht. De thematische indeling van het akkoord is in grote lijnen in tact gebleven, hetgeen zich uit in de thema’s: “Gemeente en Dienstverlening”, “Ruimte” en “Samenleving”. De operationele uitwerking wordt vooraf gegaan, door een beknopte verwoording van de strategie die er – per thema – aan ten grondslag ligt. De financiële consequenties van het collegeprogramma, maken deel uit van de parallel eraan opgestelde kadernota 2006 – 2010. Hierdoor wordt het mogelijk het collegeprogramma te betrekken in een integrale financiële afweging. Het collegeprogramma 2006-2010 zal binnen een sluitende meerjarenbegroting worden gerealiseerd. Ons College spreekt graag de hoop uit, dat dit collegeprogramma in de praktijk dé beleidsagenda zal blijken te zijn. Door regelmatig over de voortgang van de uitvoering te rapporteren, hoopt ons college, dat het programma tevens een handzaam verantwoordingsinstrument zal blijken te zijn. Bij de programmarekening zal ons college jaarlijks achteraf over de bereikte resultaten verantwoording afleggen.” 2. Plaatsbepaling ten opzichte van de overige sturingsdocumenten Zoals reeds aangegeven wordt in het Collegeprogramma duidelijk aangegeven dat het programma voor wat betreft de financiële consequenties deel uit maakt van de parallel eraan opgestelde kadernota 2006 – 2010. Betreffende de verantwoording over de realisatie van de doelen uit het programma wordt aangegeven dat dit middels de programmarekening zal gebeuren. 3. Herkenbare strategische koersbepaling Het Collegeprogramma geeft blijk van een duidelijke strategische koersbepaling. Het is opgedeeld in 3 thema’s, 17 onderwerpen en 61 doelstellingen. Helder aangegeven wordt dat de gemeente het thema dienstverlening aan de burger de hoogste prioriteit toekent. Bij alle thema’s wordt de visie van het College gepresenteerd en aangegeven waar de gemeente naar toe wil. De thema’s worden verder geoperationaliseerd in de onderwerpen en doelstellingen. 4. Toetsbaarheid van het programma Er moet sprake zijn van een duidelijke samenhang tussen maatschappelijke effecten/doelen enerzijds en prestaties anderzijds. Hiervan is sprake in de gemeente Son en Breugel. Echter: de doelstellingen zijn niet altijd goed meetbaar geformuleerd. Voor de beoordelingen in detail op de normen specifiek, meetbaar en tijdgebonden wordt verwezen naar bijlage I. 5. Volledig beeld van het meerjarige te voeren beleid In het Collegeprogramma is niet aangegeven in hoeverre en waar sprake is van nieuw beleid, bestaand beleid en wie bestuurlijk verantwoordelijk is voor welke doelstelling(en). Ook is er voor wat betreft de indeling van het collegeprogramma niet gekozen voor dezelfde indeling
12
als de programmabegroting- en rekening (11 programma’s). De doelstellingen zoals verwoord in het colllegeprogramma zijn niet expliciet terug te vinden in de programmarekening. 6. Meerjarige financiële vertaling Hiervan is in de gemeente Son en Breugel grotendeels sprake. Aan de financiële middelen wordt in het collegeprogramma in twee afzonderlijke kolommen expliciet aandacht besteed (incidenteel, structureel). Aangegeven wordt welke middelen noodzakelijk zijn. Veelal komen de middelen uit het reguliere budget of uit gevoteerde kredieten. Met andere woorden: het nieuwe college toont zich bewust van het feit dat financiële middelen belangrijk zijn. 7. Monitoring De Rekenkamercommissie heeft in de reguliere P&C-stukken met moeite kunnen nagaan hoe het met de afhandeling van de in het collegeprogramma genoemde items gesteld was. De in het collegeprogramma vermelde doelen komen niet expliciet terug in de programmaverantwoordingen van de jaarstukken. Dit terwijl in het collegeprogramma toch duidelijk was aangeven :” Bij de programmarekening zal ons college jaarlijks achteraf over de bereikte resultaten verantwoording afleggen.” De verantwoording over de bereikte resultaten vindt vooral plaats in de context. In de jaarstukken is ook geen afzonderlijk schema opgenomen inzake de stand van zaken met betrekking tot de afhandeling van het collegeprogramma. Ook een transitietabel waarmee de doelen van het collegeprogramma verdeeld kunnen worden over de 11 programma’s wordt niet gepresenteerd. Pas in 2008 vindt een expliciete tussentijdse verantwoording en monitoring plaats middels de Tussenbalans Collegeprogramma (aangeboden aan de commissie Algemene Zaken op 5 maart 2008). Van deze momentopname, aangevuld met de stand van zaken op 1 september 2009, heeft de rekenkamercommissie gebruik gemaakt bij de uitvoering van dit onderzoek.
13
Hoofdstuk 3: Realisatie collegeprogramma 3.1.
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vraag wat het college de afgelopen 4 jaar aan doelen/beoogde resultaten heeft gerealiseerd. Zoals reeds aangegeven is het Collegeprogramma, gelaagd, opgedeeld in 3 thema’s (Gemeente en dienstverlening, Ruimte, Samenleving), 17 onderwerpen en 61 doelen/beoogde resultaten. De volgende kolommen worden onderscheiden: • • • •
Onderwerp; hier is gelaagd aangegeven de speerpunten, doelen/beoogde resultaten die moeten worden gerealiseerd. Planning; in deze kolom wordt ingegaan op de periode waarin de doelstelling/beoogd resultaat gerealiseerd moet zijn. Financiën incidenteel; in deze kolom wordt aangegeven of er incidentele middelen noodzakelijk zijn en waar de middelen vandaan (moeten) komen. Financiën structureel; in deze kolom wordt aangegeven of er structurele middelen noodzakelijk zijn en waar de middelen vandaan (moeten) komen.
Ter verduidelijking is in onderstaand figuur het eerste onderdeel van het collegeprogramma weergegeven.
Figuur 3.1 collegeprogramma Nr Onderwerp 1
Publieke dienstverlening A. Visie op publieke dienstverlening. De burger mag van de gemeente verwachten dat hij via de verschillende kanalen (gemeentewinkel, callcenter, email/post, webwinkel) persoonlijk, integraal, snel en effectief diensten kan afnemen. Die verwachting waarmaken betekent het bundelen van publieke diensten in één loket, het optimaliseren van de verschillende kanalen en het vernieuwen van product- en dienstverlening. Een verruiming van de openstelling wordt gerealiseerd.
Planning
Financiën Incidenteel
2006-2010 commissie AZ van 28 juni 2006).
€ 50.000,00 verspreid over gehele collegeperiode.
Financiën Structureel
14
Doelen Zoals reeds aangegeven zijn de doelen en beoogde resultaten beoordeeld op de normen Specifiek, Meetbaar en Tijdgebonden. De Rekenkamercommissie stelt vast dat met uitzondering van de norm meetbaarheid de doelen over het algemeen niet voor meerder uitleg vatbaar zijn en voorzien zijn van een tijdpad. Hierbij wordt wel aangetekend dat verondersteld wordt dat raadsleden enigzins bekend zijn met de terminologie zoals gebruikt in de relevante beleidsnotities. Een doelstelling die niet goed scoort op de norm Meetbaarheid betreft Ruimtelijke ordening 2: ‘Herziening bestemmingsplannen. Oude bestemmingsplannen worden herzien, waar mogelijk samengevoegd en alle gedigitaliseerd. Hiermee te voldoen aan de nieuwe WRO. Hieraan voorafgaand gaat een visieontwikkeling op de inbreidingslocaties.’ Niet duidelijk wordt weergegeven om welke en hoeveel oude bestemminsgplannen het gaat (0-meting en kwantitatief). Vaststellen of de doelstelling uiteindelijk gehaald is, is dan ook niet goed mogelijk. Wel was vast te stellen dat het beleid in uitvoering gericht was op de herziening van bestemmingsplannen. In de verantwoorde resultaten werd overigens wel concreet aangegeven welke herziene bestemmingsplannen in procedure waren. Niet duidelijk is of er nog meer oude bestemmingsplannen herzien moeten worden. Verkeer 2b: ‘Verkeerskundige maatregelen in centrum. Dit op basis van het principe “realiseren, evalueren en corrigeren”.’ Niet duidelijk is op welke en hoeveel verkeerskundige maatregelen gedoeld wordt en wat de huidige situatie is. In een van de gepresenteerde resultaten is later wel aangegeven dat in 2007 door de Commissie GZ besloten is tot uitvoering van een aantal concreet genoemde maatregelen. Een voorbeeld van een doelstelling die goed scoort op alle normen (SMT) is: Sport C: ‘Visie op sportcomplex Gentiaan: in samenhang met het vertrek van de golf, de bouw van brandweerkazerne/ werf, sporthal en tennispaviljoen dient een visie op de (her) inrichting van het sportpark plaats te vinden.’ Aangegeven is waarop de visie betrekking heeft, de visie wordt wel of niet gevormd/verwoord en in de kolom ernaast staat aangegeven wanneer de visie plaatsgevonden moet hebben.
3.2.
Realisatie
In de bijgewerkte Tussenbalans, Stand van zaken per 1 september 2009 heeft het College in het oorspronkelijke collegeprogramma de laatste twee kolommen vervangen door kolommen met daarin de resultaten tot voorjaar 2008 en de resultaten tot 1 september 2009 met een doorkijk tot 1 maart 2010.
15
De bijgewerkte tussenbalans ziet er dan voor het eerste onderdeel van het collegeprogramma als volgt uit. Figuur 3.2 Tussenbalans stand van zaken per 1-9-2010 Nr Onderwerp
1
Publieke dienstverlening B. Visie op publieke dienstverlening. De burger mag van de gemeente verwachten dat hij via de verschillende kanalen (gemeentewinkel, callcenter, email/post, webwinkel) persoonlijk, integraal, snel en effectief diensten kan afnemen. Die verwachting waarmaken betekent het bundelen van publieke diensten in één loket, het optimaliseren van de verschillende kanalen en het vernieuwen van product- en dienstverlening. Een verruiming van de openstelling wordt gerealiseerd.
Planning
Resultaten tot voorjaar 2008
Resultaten tot 1-92009 en doorkijk tot 1-03-2010
2006-2010 commissie AZ van 28 juni 2006).
De visie op publieke dienstverlening is vastgesteld. In 2007 is de pilot verruiming openstelling voorbereid die van start gaat per 1 maart 2008 met 4,5 uur extra openstelling per week. Totale openstelling: 27,5 uur. Hiermede komen we tegemoet aan de wens van de burgers tot een ruimere openstelling.
Pilot openstelling is “ definitief” geworden. Het digitale kanaal is verder geoptimaliseerd met de oplevering van de nieuwe website in oktober 2009. Met meer informatie, meer producten die digitaal te verkrijgen zijn en voorbereid op de toekomst met het onderdeel ‘Mijn Son en Breugel’, de toekomstige persoonlijke internetpagina.
Om vast te kunnen stellen of gestelde beleidsdoelen gerealiseerd zijn dienen de verantwoorde resultaten ook aan eisen te voldoen. Zo moeten de verantwoorde resultaten betrouwbaar zijn, niet voor meerdere uitleg vatbaar (begrijpelijk) zijn, naar aard gelijk zijn aan de gestelde doelen (consistent) en relevant (terzake) zijn. De Rekenkamercommissie heeft geconstateerd dat de verantwoorde resultaten over het algemeen betrouwbaar zijn, goed begrijpelijk zijn weergegeven, consistent en terzake zijn. Betreffende de norm consistentie heeft de Rekenkamercommissie bij de verantwoorde resultaten aangegeven of er sprake is van een verantwoording over resultaten, activiteiten of een combinatie ervan. Als voorbeeld van een verantwoord resultaat wat betrouwbaar, begrijpelijk en naar aard gelijk is aan de doelstelling en terzake is noemt de Rekenkamercommissie: Sport B: Instandhouding Apollo: ‘De sporthal wordt, voor zover noodzakelijk, gerenoveerd en in stand gehouden om op verantwoorde wijze aan bewegingsonderwijs en sportbeoefening te kunnen doen tot dat de nieuwe sporthal is gebouwd.’
16
Met als verantwoord resultaat: ´Dakrenovatie 2009 uitgevoerd´.
3.3.
Collegeprogramma in één oogopslag
In deze paragraaf is een schema opgenomen op basis waarvan in één oogopslag kan worden vastgesteld hoeveel doelstellingen uit het collegeprogramma volledig zijn gerealiseerd (groen), hoeveel gedeeltelijk zijn gerealiseerd (oranje), hoeveel niet/onvoldoende zijn gerealiseerd (rood) en van hoeveel doelen niet vast te stellen was of ze gerealiseerd zijn. Figuur 3.3 totaaloverzicht doelrealisatie Thema Gemeente en Dienstverlening
Kleur
RKC
totaal
1 12 4 0 17
totaal
1 6 10 2 19
totaal
0 17 8 0 25
totaal
2 35 22 2 61
Ruimte
Samenleving
totaal
Uit de figuur kan opgemaakt worden dat het College van de 61 doelstellingen 35 doelstellingen volledig heeft geraliseerd (57%) en 22 doelstellingen gedeeltelijk heeft gerealiseerd (36%). Slechts 2 doelstellingen zijn niet geraliseerd (3%). Zoals reeds aangegeven wordt in bijlage 1 een detail beoordeling gegeven van alle in het collegeprogramma gepresenteerde doelstellingen. 17
Hoofdstuk 4: Goede voorbeelden
4.1.
Inleiding
In deze paragraaf wordt ingegaan op een aantal goede voorbeelden van collegeprogramma’s in Nederland naar aanleiding van open bronnen onderzoek. Voor wat betreft de goede voorbeelden maakt de Rekenkamercommissie gebruik van de rapportage die onderzoeksbureau Jacques Necker opstelde naar aanleiding van haar onderzoek bij diverse gemeenten inzake de kwaliteit van de collegeprogramma’s 2006-2010. Dit onderzoek werd in november 2006 gepubliceerd.
4.2.
Landelijke goede voorbeelden
Goede voorbeelden – plaatsbepaling ten opzichte van overige planning en controldocumenten Raadsprogramma 2006-2010 gemeente Dongen In de eerste hoofdstukken van het raadsprogramma Dongen wordt een volledige en duidelijke plaatsbepaling gegeven van het raadsprogramma in de planning- en controlcyclus. De vier beoogde functies van het raadsprogramma worden uiteengezet. Deze kunnen kort worden samengevat als: 1) richting geven aan beleid; 2) tijdsaanduiding beleidsvoornemens; 3) kader voor college ten aanzien van beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering; 4) sturing van de raad op inrichting beleidsproces. Verder worden ook het proces van totstandkoming van het raadsprogramma en de beoogde doorwerking in jaarlijkse programmabegrotingen toegelicht. Hierdoor is duidelijk voor zowel raad als college welke betekenis aan het raadsprogramma moet worden toegekend. Voorjaarsnota 2006 gemeente Castricum De gemeente Castricum heeft ervoor gekozen om de uitwerking van coalitieakkoord direct in de bestaande planning en control cyclus te laten verlopen door deze in de voorjaarsnota op te nemen. Vanuit de doelmatigheid van bedrijfsvoering is deze aanpak goed te verdedigen. De specifieke functie van de voorjaarsnota 2006 wordt in het document zelf aangegeven en er wordt inzicht gegeven in het totstandkomingsproces door onder meer de uitgangspunten te presenteren die bij de voorbereiding van de voorjaarsnota zijn gehanteerd. Het inzicht in deze uitgangspunten kan de raad helpen bij het op de juiste wijze interpreteren van de beleidsvoornemens uit de voorjaarsnota. Voorts wordt ook op meerdere plaatsen in het document aangegeven wat de beoogde doorwerking is van de voorjaarsnota: dit zal primair het kader zijn voor de programmabegroting 2007-2011.
18
Goed voorbeeld – expliciteren beoogde verantwoordingsystematiek
Collegeprogramma 2006-2010 Zoetermeer In het collegeprogramma van Zoetermeer wordt richting de raad expliciet aangegeven hoe zij de voortgang op de uitvoering van het collegeprogramma kan monitoren; “Elk jaar zal de voortgang van de uitvoering van het collegeprogramma als onderdeel van de reguliere planning- en controlcyclus worden gevolgd. Als omstandigheden veranderen, doelen niet bereikbaar blijken te zijn of instrumenten niet de gewenste effecten hebben, dient bijstelling van het beleid plaats te vinden. In juni 2008 zal bij het bespreken van het jaarverslag 2007 de tussenbalans worden opgemaakt. De raad zal dan de doelen en acties uit dit collegeprogramma opnieuw tegen het licht houden.” (collegeprogramma 2006-2010 Zoetermeer, pagina 26)
Goed voorbeeld – herkenbare speerpunten uit collegeprogramma in toekomstige programmabegrotingen
Collegeprogramma 2006-2010 Rucphen De speerpunten uit het collegeprogramma van Rucphen zijn in toekomstige kadernota’s en programmabegrotingen en -verantwoordingen herkenbaar terug te vinden, omdat in deze documenten dezelfde codering voor speerpunten wordt aangehouden als die in het collegeprogramma is gebruikt. Hiermee wordt de raad optimaal in de gelegenheid gesteld om de uitvoering van de speerpunten uit het collegeprogramma te volgen. Zo is speerpunt 42 (herijking woonvisie) uit het collegeprogramma in de kadernota opgenomen als “herijking woonvisie (cp 42)”.
Goed voorbeeld – expliciteren beleidsmatige prioriteiten
Coalitieprogramma 2006-2010 Den Helder De paragraaf ‘algemeen beleidskader’ in het coalitieprogramma van de gemeente Den Helder omvat de belangrijkste strategische keuzen voor de komende collegeperiode; “De coalitiepartijen zijn van mening dat de stad op een kantelpunt is aangekomen. Er zijn kansen om de klemmende vicieuze cirkel te doorbreken (‘geen werk, geen geld, slechte naam, geen investeringen, geen werk, enz”). En wel door te beginnen met het realiseren van economische groei in de haven en toename van de (afgeleide) werkgelegenheid. Vervolgens door zichtbare resultaten te boeken in Nieuw Den Helder, bij de Stadshartplannen, door verdere integratie van de Oude Rijkswerf Willemsoord in het Stadshart en door het ontwikkelen van een lokaal sociaal beleid op basis van een betrouwbaar en inspirerend gemeentebestuur.” (coalitieprogramma Den Helder 20062010, pagina 3)
19
Collegeprogramma 2006-2010 Rucphen Hoewel niet in algemene zin, wordt in het collegeprogramma van Rucphen wel voor afzonderlijke beleidsvoornemens vaak duidelijk aangegeven hoe het toekomstig beleid zich verhoudt tot beleid uit de vorige collegeperiode. Hiermee wordt aan de raad inzichtelijk gemaakt of al dan niet sprake is van een koerswijziging in beleid. Soms zijn koersveranderingen een gevolg van eerder genomen raadsbesluiten, bijvoorbeeld bij punt 28 uit het collegeprogramma: Sociaal-cultureel werk en maatschappelijke dienstverlening. Hier heeft het nieuwe college dan geen hand in gehad. “Voor het inhoudelijk sociaal-cultureel werk geldt vanaf 2006 een nieuwe subsidiesystematiek. De raad heeft de nota basisfunctie en de beleidsregel sociaalcultureel werk vastgesteld. Afgesproken is dat deze werkwijze na ongeveer een jaar zal worden geëvalueerd.” Soms wordt echter ook duidelijk aangegeven welke koers dit college wil varen ten opzichte van de vorige collegeperiode, bijvoorbeeld bij punt 14: Economische activiteiten. “… De in de vorige zittingsperioden ondernomen activiteiten om tot uitbreiding van het areaal aan bedrijfsterreinen te komen zullen onverminderd worden voortgezet. Waar nodig zal de hulp van regionale samenwerkingsverbanden als SES en Rewin ten behoeve van de bedrijven worden ingeschakeld
Goede voorbeelden – toetsbare prestatie- en effectdoelstellingen
Collegeprogramma 2006-2010 Rheden In het collegeprogramma 2006-2010 van Rheden zijn voor verschillende beleidsthema’s op effectniveau specifieke en meetbare doelstellingen opgenomen. Hiermee stelt het college van B&W zichzelf maar ook de raad in staat om na verloop van tijd na te gaan of het ingezette beleid bijdraagt aan de beoogde effecten. Voorbeelden van deze effectdoelstellingen zijn; • In 2009 moet 75% van onze inwoners vinden dat wij voldoende doen om hen bij gemeentelijke plannen te betrekken. (Dit was 64% in 2005, bron: klanttevredenheidsonderzoek) • Papierinzameling moet in 2010 met 10% omhoog, glas met 20% en textiel met 25%; • Het rapportcijfer dat de burger geeft voor schone wijk in het klanttevredenheidsonderzoek in 2009 blijft ten minste gelijk aan dat van 2005; • Wij zorgen dat uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat hondenpoep in 2009 minder overlast veroorzaakt dan blijkt uit de cijfers van 2005 (collegeprogramma Rheden 2006-2010, pagina’s 2 en 11)
20
Collegeprogramma 2006-2010 Rotterdam In het collegeprogramma Rotterdam zijn per beleidsthema enkele meetbare en tijdgebonden prestaties en effecten opgenomen. Bij het thema werkloosheidsbestrijding zijn deze als volgt geformuleerd; • In 2010 zijn 20.000 Rotterdammers méér aan het werk: 10.000 regulier vanuit de WWB, 3.750 terugkeerbanen, 3.750 sociale activering, 2.500 stageplaatsen. • Per 31 december 2009 is het aantal cliënten met een bijstandsuitkering gedaald met 7.500. • werknemers in de marktsector zijn in deze collegeperiode opgeleid naar een hoger niveau. De vrijkomende plaatsen worden voor minimaal 50% gevuld door mensen uit de bestanden van SoZaWe. (Collegeprogramma Rotterdam 2006-2010, pagina 11)
Goed voorbeeld – kengetallen met nulmeting
Kadernota 2007 Alkemade In de kadernota 2007 van Alkemade wordt per programma een tabel met kengetallen opgenomen waarin prestatie- en effectindicatoren zijn opgenomen. Soms wordt hierbij ook een nulmeting aangegeven. Door over deze indicatoren periodiek richting de raad te rapporteren, verkrijgt de raad een inzicht in de resultaten van het gemeentelijk beleid. Hieronder is ter illustratie het voorbeeld van het beleidsprogramma Bestuur opgenomen.
Goed voorbeeld - tijdsgebonden aanduiding van beleidsprocessen
Raadsprogramma 2006-2010 Dongen In het raadsprogramma van Dongen is een planningstabel opgenomen waarin de beleidsprocessen in fasen zijn ingedeeld en per beleidsonderwerp en per jaar is weergegeven in welke beleidsfase het beleid zich zal bevinden. Hierbij zijn de volgende afkortingen gebruikt: V = Voorbereiding, B = Besluitvorming, U = Uitvoering en E = Evaluatie.
21
Goed voorbeeld – evenwichtig beeld nieuw beleid, bestaand beleid en ombuigingen
Kadernota 2006-2010 Renkum De kadernota 2006-2010 van Renkum biedt in opzet een duidelijk onderscheid tussen bestaand beleid, nieuwe beleidvoornemens en ombuigingen door een structuur in drie delen te hanteren. Door dit overzicht in drie delen wordt de raad een breed inzicht verschaft in (ontwikkelingen in) bestaand beleid, de impact van nieuwe beleidvoornemens (meerjarenbeleidsplan) en de noodzakelijke ombuigingen en/of de eventuele aanspraak op de algemene reserve om de nieuwe beleidsvoornemens te realiseren.
Goed voorbeeld – overzicht bestaande gemeentelijke beleidskaders
Kadernota 2007 Alkemade De kadernota 2007 van Alkemade verwijst per programma(doel) naar de relevante kaderstellende gemeentelijke nota’s. Daarnaast worden ook nota’s in voorbereiding opgenomen waarvan verwacht wordt dat ze in 2007 ter besluitvorming worden aangeboden. Deze beleidsnota’s zijn de sturingsinstrumenten waarop de raad het college kan aanspreken bij de realisatie van het ingezette beleid en vormen samen het kader voor gemeentelijk beleid.
Goed voorbeeld – overzicht portefeuilleverdeling
Collegeprogramma 2006-2010 Utrecht In het collegeprogramma van de gemeente Utrecht is als bijlage ook een portefeuilleverdeling van de nieuwe collegeleden opgenomen. Hiermee wordt richting de raad vanaf het begin van de rit gecommuniceerd welke collegelid waarvoor verantwoordelijk (en voor de raad aanspreekbaar) is. 22
Goed voorbeeld – meerjarige financiële vertaling van speerpunten van beleid
Collegeprogramma 2006-2010 Leeuwarden In bijlagen bij het collegeprogramma van Leeuwarden worden van de in het collegeprogramma genoemde beleidsvoornemens de financiële gevolgen weergegeven. Deze worden weergegeven in een tabel ‘incidenteel’ en in een tabel ‘structureel’. De in deze tabellen opgenomen bedragen zijn meerjarig (tot en met 2010) geraamd. Doordat in de tabellen de omschrijvingen en nummers zijn aangehouden conform de hoofdtekst van het collegeprogramma, is voor alle in het collegeprogramma genoemde punten inzichtelijk of er financiële gevolgen zijn en wat daar de omvang van is (in meerjarig perspectief).
23
Goed voorbeeld – expliciteren financiële dekking nieuw beleid
Collegeprogramma 2006-2010 Leeuwarden In een tabel meerjarenperspectief zijn in het collegeprogramma van Leeuwarden de financiële dekking van ontwikkelingen in bestaand beleid én de nieuwe beleidsvoornemens uit het collegeprogramma weergegeven. Hieruit blijkt dat de financiële dekking vooral wordt gevonden door onttrekkingen uit de algemene reserve. Ook de verwachte ontwikkeling van de algemene reserve tot en met 2010 is aangegeven in een aparte tabel (hieronder niet opgenomen).
24
Hoofdstuk 5: Conclusies en aanbevelingen
De Rekenkamercommissie heeft onderzoek gedaan naar de centrale vraag: • in welke mate de in de collegeperiode 2006-2010 gerealiseerde doelstellingen en behaalde resultaten overeenkomen met de beoogde doelstellingen en resultaten; • in welke mate de doelstellingen en beoogde resultaten SMART geformuleerd zijn; • hoe de verantwoording over doelrealisatie plaatsvindt. In dit hoofdstuk gaat de Rekenkamercommissie in op de beantwoording van de onderzoeksvraag en presenteert vervolgens haar aanbevelingen.
5.1.
Conclusie
Doelrealisatie In paragraaf 3.3 heeft de Rekenkamercommissie beknopt weergegeven in hoeverre het College de in het Coalitieprogramma gestelde doelen heeft behaald. Hiervoor is het zogeheten ‘stoplichtenmodel’ gebruikt. Uit figuur 3.3 valt op te maken dat de Rekenkamercommissie heeft kunnen vaststellen dat van de 61 doelstellingen het College: - 35 daadwerkelijk heeft behaald, en - 22 gedeeltelijk heeft behaald. Slechts 2 doelstellingen zijn niet behaald. SMART formulering De Rekenkamercommissie concludeert dat met uitzondering van de norm meetbaarheid de doelen over het algemeen niet voor meerder uitleg vatbaar zijn en voorzien zijn van een tijdpad. De Rekenkamercommissie merkt hier wel bij op dat verondersteld is dat raadsleden enigzins bekend zijn met de terminologie zoals gebruikt in de relevante beleidsnotities. Verantwoording Collegeprogramma De Rekenkamercommissie concludeert dat de verantwoorde resultaten over het algemeen betrouwbaar zijn, goed begrijpelijk zijn weergegeven, consistent en terzake zijn. Verantwoording procedureel Betreffende de verantwoording over de doelrealisatie met behulp van het collegeprogramma concludeert de Rekenkamercommissie dat: a. aan de eisen te stellen voor wat betreft de totstandkoming van het collegeprogramma grotendeels voldaan is; b. sprake is van een duidelijke plaatsbepaling van het document; c. sprake is van een duidelijke strategische koersbepaling; d. sprake is van een duidelijke samenhang tussen maatschappelijke effecten/doelen enerzijds en prestaties anderzijds; e. niet duidelijk aangegeven is in hoeverre en waar sprake is van nieuw beleid en bestaand beleid; f. niet duidelijk aangegeven is wie bestuurlijk verantwoordelijk is voor welke doelstelling(en); g. de doelstellingen zoals verwoord in het collegeprogramma niet expliciet terug te vinden zijn in de programmarekening; h. grotendeels sprake is van een meerjarige financiële vertaling. 25
5.2.
Aanbevelingen
De Rekenkamercommissie komt op basis van haar onderzoek tot de volgende aanbevelingen aan het College:
1. Meer aandacht te besteden aan het verwerken in het Collegeprogramma: a. in hoeverre en waar sprake is van nieuw beleid en bestaand beleid; b. wie bestuurlijk verantwoordelijk is voor welke doelstelling. 2. In het Collegeprogramma 2010-2014 meer aandacht te besteden aan het meetbaar maken van geformuleerde doelstellingen. Met name 0-meting, en indien mogelijk kwantificering. 3. Meer afstemming te bewerkstelligen tussen het collegeprogramma 2010-2014 en documenten als programmabegroting en programmarekening. Er hierbij voor zorgen dat geformuleerde doelen expliciet een op een terug te vinden zijn. Een transitietabel kan hierbij behulpzaam zijn.
26
Hoofdstuk 6: Reactie College
Geachte heer Hartman, Met instemming hebben wij kennisgenomen van het onderzoek van de rekenkamercommissie inzake het collegeprogramma van onze gemeente. In zijn algemeenheid onderschrijven wij uw conclusies m.b.t. de gehele c.q. gedeeltelijke afdoening van de geformuleerde doelstellingen. Op twee onderdelen concludeert u, dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Het betreft de zuidontsluiting en de visie op landschapsontwikkeling. Over de zuidontsluiting heeft de raad besloten tot afstel, tenzij nut en noodzaak alsnog uit de mobiliteitsvisie en het GVVP zou blijken. Het is logisch dat hierop derhalve geen actie meer is ondernomen. De visie op de landschapsontwikkeling kan pas worden opgepakt, zodra de gemeentelijke structuurvisie is afgerond. Dit laatste wordt in 2010 voorzien. Uw commissie heeft ook een aantal aanbevelingen gedaan om tot een betere structuur van collegeprogramma en –verantwoording te komen. Wij zullen deze t.z.t. ter hand stellen van het nieuwe college, zodat deze daar haar voordeel mee kan doen bij de opstelling van het collegeprogramma 2010 – 2014. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Son en Breugel, De secretaris, De burgemeester,
drs. A.J.M. van Etten
drs. J.F.M. Gaillard
27
Hoofdstuk 7: Nawoord Rekenkamercommissie
De Rekenkamercommissie dankt het College voor de reactie op het rapport betreffende het collegeprogramma. Zij constateert met instemming dat het College alle aanbevelingen overneemt.
De toelichting van het College bij de twee onderdelen waarvan de doelstellingen niet gerealiseerd zijn neemt de Rekenkamercommissie voor kennisgeving aan. Publicatie van het rapport is voorzien op 19 maart as. De in dit rapport gedane aanbevelingen kunnen daarmee betrokken worden bij de vorming van een nieuw Collegeprogramma 20102014.
28
Publieke dienstverlening Visie op publieke dienstverlening. De burger mag van de gemeente verwachten dat hij via de verschillende kanalen (gemeentewinkel, callcenter, e-mail/post, webwinkel) persoonlijk, integraal, snel en effectief diensten kan afnemen. Die verwachting waarmaken betekent het bundelen van publieke diensten in één loket, het optimaliseren van de verschillende kanalen en het vernieuwen van product- en dienstverlening. Een verruiming van de openstelling wordt gerealiseerd. (Programma 2: Publieke dienstverlening)
1
Inrichten telefonisch informatiecentrum (callcenter) gericht op betere telefonische dienstverlening. Sneller en betere antwoorden geven en duidelijke afspraken maken over het vervolg. Dit vraagt om het maken van betere afspraken, betere instructies en bredere toegankelijkheid van informatie binnen de gemeentelijke organisatie. De telefonische bereikbaarheid tussen 12.00 en 14.00 uur wordt verbeterd.
80% van alle gemeentelijke producten digitaal beschikbaar. Burgers kunnen 7*24 bij de gemeentewinkel terecht voor informatie, aanvragen, advies en voortgangsinformatie over de 80% belangrijkste publieke diensten die de gemeente levert. Voor de belangrijkste producten en dienstverlening worden servicenormen vastgesteld en nageleefd. (Programma 2: Publieke dienstverlening)
Onderwerp
2007
(commissie AZ december 2006)
2006-2008
2006-2010 commissie AZ van 28 juni 2006).
Planning
Overzicht.
Nr
Thema: Gemeente en Dienstverlening.
Bijlage I: beoordeling in detail
Landelijk wordt er getoetst of producten op een goede manier digitaal beschikbaar zijn. Son en Breugel had in dec. 2007 al een score van 70,8% op de getoetste producten. Met dit resultaat stonden we in december 2007 nummer 4 op de ranglijst van gemeenten tot 25.000 inwoners (van 240 gemeenten). De webwinkel is 7*24 uur bereikbaar voor informatie, aanvragen, advies en voortgangsinformatie voor een belangrijk deel van de producten. Voor de belangrijkste producten zijn servicenormen (kwaliteitshandvest Son en Breugel) vastgesteld; deze zijn gepubliceerd in de gemeentegids en op website.
De visie op publieke dienstverlening is vastgesteld. In 2007 is de pilot verruiming openstelling voorbereid die van start gaat per 1 maart 2008 met 4,5 uur extra openstelling per week. Totale openstelling: 27,5 uur. Hiermede komen we tegemoet aan de wens van de burgers tot een ruimere openstelling.
Resultaten tot voorjaar 2008
Best. Verantw.
De nieuwe website wordt begin 2010 opnieuw getoetst op het juist hanteren van de webricht-lijnen en de score daarbij op de monitor overheid.nl
Pilot openstelling is “ definitief” Gaillard geworden. Het digitale kanaal is verder geoptimaliseerd met de oplevering van de nieuwe website in oktober 2009. Met meer informatie, meer producten die digitaal te verkrijgen zijn en voorbereid op de toekomst met het onderdeel ‘Mijn Son en Breugel’, de toekomstige persoonlijke internetpagina. In het voorjaar van 2009 is de commissie AZ geïnformeerd over de bereikte resultaten rond de verbetering van de bedrijfsvoering. Verbetering van de bedrijfsvoering is nu ingebed in vereenvoudiging van werkprocessen (K4), digitalisering van de dienstverlening en de doelstellingen op het terrein van dienstverlening in het kader van het landelijke programma Antwoord voor 2015.
1-03-2010
Resultaten tot 1-9-2009 en doorkijk tot
meetbaarheid: - Geen 0metingen - kwantitatief tijdgebonden
specifiek
Oordeel RKC bij doelstellingen (Specifiek, meetbaar, tijdgebonden)
rapportage over concrete resultaten
Oordeel RKC bij verantwoording College
kleur RKC
website, openstelling, uitgebreide webwinkel, kennisname AZ
toelichting
Nr In 2007 is een rekenkamer onderzoek uitgevoerd en zijn de resultaten gerapporteerd. In 2007 is 85% van alle brieven binnen de afgesproken termijn afgedaan. De servicenormen voor postafdoening zijn opgenomen in het kwaliteitshandvest.
Resultaten tot voorjaar 2008
De gemeente is inmiddels ook telefonisch bereikbaar tussen 12.00 en 14.00 uur.
Aanpassing van APV in 2007 heeft 2006-2007 geresulteerd in vermindering regelgeving. In concreto: 5 vergunningen zijn afgeschaft en 10 sterk vereenvoudigd. In 2006 en 2007 is het bouwvergunningproces vereenvoudigd (Sons model). Geëffectueerd zijn: deskundigenspreekuur bij de frontoffice. Vanaf 2007 reductie van 50% te behandelen schetsplannen. Toepassing van sneltoetscriteria in plaats van toets door de welstandscommissie. Vanaf 1 mei 2007 mogelijkheid opvragen via Internet van statusinformatie (1013 x gebruik van gemaakt). Toepassing gedifferentieerd (= niet alles even intensief) toetsen van bouwplannen, waardoor de afhandelingstermijn de laatste 2 jaar met een kleine 20% is verkort en aanpassing /vereenvoudiging van de mandaatregeling.
2006-2008 (commissie AZ december 2006)
Tijdige afdoening brieven en verzoeken (als antwoord op initiatiefvoorstel “trage overheid”. Betere organisatie van de informatiestromen in de organisatie maakt het mogelijk tijdige, correcte en integrale afdoening beter te bewaken Voor de belangrijkste producten en dienstverlening worden servicenormen vastgesteld en nageleefd. (Paragraaf Bedrijfsvoering)
Vereenvoudiging procedures, waaronder bouwvergunningproces. Door procedures in te richten op het gemiddelde in plaats van het moeilijkste geval, en door de klant centraal te stellen in vernieuwde procesgang, krijgen producten en diensten kortere doorlooptijden. Door servicenormen af te spreken met onze burgers en daarop te meten kunnen we naar binnen en naar buiten toe bewaken dat we onze afspraken hierover nakomen. (Programma 3: Veiligheid en handhaving en) (Programma 10: Ruimtelijke inrichting)
Planning
Onderwerp
(Programma 2: Publieke dienstverlening)
Vervolgstap: terugdringen administratieve lastendruk is in voorbereiding. Bouwvergunning: Klantgerichtheid prioriteit 1 in afdelingsplan R&W.
Postafdoening heeft onverminderd hoge prioriteit en vormt vast agendapunt voor BMO (Breed Management Overleg). In het kader van de samenwerking met Nuenen zullen de DIV processen van beide gemeenten worden geïntegreerd. Conform genomen raadsbesluit: is dit voor 1-7-2010 geïmplementeerd. Gaillard meetbaarheid: - Geen 0metingen - kwantitatief tijdgebonden
specifiek
rapportage over concrete resultaten
geen rapportage resultatenmeting servicenormen
2
Huisvesting bestuur en ambtelijk apparaat op één locatie in relatie met gebiedsontwikkeling driehoek Airbornestraat, Taylorstraat, 17 septemberplein. (Met name Programma 2: Publieke dienstverlening))
Huisvesting Renovatie hoofdgebouw als centrum voor dienstverlening en bestuur: 'het huis van de burger' Burgers, bezoekers, bedrijven die bij de gemeente Son en Breugel terecht willen kunnen in dat huis terecht. Een huis dat de kenmerken gastvrijheid en professionaliteit draagt. Professionaliteit heeft een brede betekenis: het gaat niet alleen om snelle afhandeling van vragen en verzoeken aan de loketten, maar bijvoorbeeld ook om de privacy en veiligheid van onze gasten. (Paragraaf Bedrijfsvoering)
2006 onderzoek 2007 besluitvor ming, realisatie hiervan afhankelijk
2006-2007 (voorberei ding) 2008 (renovatie)
Tempo wordt afgestemd op nieuwbouw bibliotheek. Programmatechnische samenhang met SIEN
In afwachting van dit project heeft de hal een facelift ondergaan. Hiermee is voor onze klanten de ontvangst en wachtruimte en de privacy aan de loketten enorm verbeterd. M.b.t een klantgeleidingssysteem verwachten we een betere service te kunnen verlenen. Uit de benchmark publiekszaken blijkt dat we hiermee tegemoet komen aan een aantal belangrijke kritiekpunten van klanten. Het proces ter inzage legging van stukken is opnieuw ingericht. Raadsinformatiesysteem en digitaal loket zijn beschikbaar middels een computer in de hal. Tevens betekent dit alles dat voor de medewerkers een meer aantrekkelijke en veilige werkomgeving.
Besluitvorming voor de ontwikkeling van een bestuur en klantencentrum afgerond. Project is gepland en opgestart. Middelen geoormerkt in de begroting 2006 en 2007 en de begroting 2008-2011. Begroting 2006: € 65.000, begroting 2007: € 150.000 voorbereidingskrediet, begroting 2008 – 2011: € 600.000 zowel in 2009 als in 2010. Totaal: € 1.415.000.
Programma van eisen verbouwing gemeentehuis tot eigentijds bestuurs- en klantencentrum is gereed voor bestuurlijke behandeling, waarna planontwikkeling (architect) kan plaatsvinden in voorjaar 2010.
Gaillard
tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0metingen
specifiek rapportage over stvz./concrete resultaten
2010, realisatie, 2011 ingebruikname .
3
Voorbereiding en uitvoering wet bestuurlijke Boete (Programma 3: Veiligheid en handhaving)
Bevorderen en optimalisering van handhaving. Samenhangend handhavingsprogramma voor alle taakgebieden (Programma 3: Veiligheid en handhaving)
Bevorderen van integrale Veiligheid: aan de hand van kernthema’s Veilige woon- en leefomgeving (w.o. onderzoek naar camera’s in het centrum) Bedrijvigheid en veiligheid Jeugd en veiligheid Fysieke veiligheid Integriteit en veiligheid (Programma 3: Veiligheid en handhaving)
Veiligheid en handhaving Per 1 juni 2006 is de beleidsfunctie integrale veiligheid ingevuld. In februari ‘07 heeft het Veiligheidsdebat plaats gevonden aan de hand van de 5 benoemde thema’s. De nota Integraal Veiligheidsbeleid is vastgesteld door de raad en heeft betrekking op de raadsperiode 2006-2010.
2007
Meerdere malen landelijk uitstel telkens met ½ jaar. Nu geplande behandeling in eerste kamer juli ’08.
2007-2008 Het handhavingsplan 2008 is behandeld in cie. AZ
Beleidsnot itie 2007. Accent op uitvoering sprogramma.
Per 1 januari 2009 is de verruimde vergoedingsregeling ingevoerd voor alle gemeenten en is de bestuurlijke strafbeschikking succesvol op proef bij de G4 ingevoerd. Vanaf 2010 is het de bedoeling dat ook andere gemeenten(gefaseerd) per regio de bestuurlijke strafbeschikking invoeren. Regionaal wordt gekozen voor de
Het handhavingsplan 2009 is vastgesteld. Het betreft een samenhangend handhavingsprogramma voor alle taakvelden. Elk kwartaal wordt een voortgangsrapportage opgesteld. De jaarcyclus wordt afgerond met een evaluatie die gebruikt wordt als input voor het handhavingsprogramma 2010. Procesmatig is het handhavingsprogramma in de p-d-ca-cyclus geborgd.
Bij collegebesluit van 6 oktober heeft doorontwikkeling volgende fase van veiligheidsfuncties plaatsgevonden waardoor eenduidige aansturing en coördinatie binnen afdeling V&W geborgd is. Voor verdere ontwikkeling integrale handhaving is BWT eveneens onder coördinator integrale veiligheid en handhaving geplaatst.
Gaillard
Gaillard
Tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0metingen
specifiek
meetbaarheid: - Geen 0metingen - Niet kwantitatief Tijdgebonden
specifiek
rapportage over activiteiten/ stvz.
rapportage over activiteiten
implementatie BSB eind 2010 (memo AZ)
programmaver antwoording
concretere resultaten voorhanden in programmaverantwoording (vb.aantal camera’s, HALT, BIBOB)
Nieuwbouw brandweer. De brandweerkazerne wordt samen met de werf gerealiseerd in een combigebouw gelegen in het noordwestelijke kwadrant van de ovatonde aan de Rooijseweg. Zonodig uitvoering in 2 fasen. (Programma 3: Veiligheid en handhaving)
Enquête leefbaarheid en veiligheid. Deze enquête wordt als monitor gebruikt. De uitkomsten van deze enquête is de input voor het veiligheidsbeleid met bijbehorende programma’s en geven tevens een beeld van de ontwikkelingen binnen de gemeente. (Programma 3: Veiligheid en handhaving)
Voorberei ding 2006/ 2007. Realisatie 2007/ 2008
Uitvoering 2007. Voorberei ding in 2006 (commissi e AZ)
De raad heeft een krediet van €3.176.000,00 beschikbaar gesteld. De bouwvergunning is aangevraagd en de planologische procedure loopt.
De enquête is uitgezet, samen met het kwalitatieve woningmarktonderzoek en het kleine kernen onderzoek. De resultaten komen in het eerste kwartaal 2008. Respons is 48%, (gemiddelde SRE-gemeenten is 43%)
Behandeling ingesteld beroep is door Rechtbank Den Bosch meerdere malen uitgesteld. Thans voorzien 1e kwartaal 2010.
Enquête is verwerkt en bevestigt eerdere gemeentelijke “veiligheidsbeelden”. Deze vormen onverkort basis voor het veiligheidsbeleid. Vanaf 2010 sluit gemeente aan bij de landelijke Veiligheidsmonitor. Benchmark met andere gemeenten is dan mogelijk.
bestuurlijke strafbeschikking. Implementatie zal in onze regio in 2010 plaats vinden.
Tijdgebonden
meetbaar
specifiek
Tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0metingen
specifiek
rapportage over activiteiten/ stvz.
rapportage over resultaat/stvz.
correspondent ie met Rechtbank s’Hertogenbosc h
enquete verwerkt en input veiligheidsbele id (voortgangsrap -portage)
2007. Per 1 juli 2006 is voor ontwikkeli ng en uitvoering een parttime beleidsfun ctie beschikba ar. In 2007 is het beleid vastgesteld. Tevens heeft de raad de prioriteiten bepaald, welke momenteel uitgevoerd worden.
In voorjaar 2009 is gerapporteerd over voortgang actieprogramma. Drie acties zijn afgerond, drie acties zijn nog niet opgepakt en negen acties zijn opgepakt, dan wel vragen permanente actie. Verder is in 2008 veel energie gestoken in het samen met de inwoners opstellen van een dorpsontwikkelingsplan voor Breugel. Hetgeen heeft geleid tot een uitvoeringsprogramma wat in
In 2007 is er veel aandacht geschonken Het jaarverslag 2008 is van een financiële rechtmatigheidsverklaring aan het opzetten van financiële voorzien. rechtmatigheid (PVA, normen-, toetsingskader). Ook momenteel worden volop controles uitgevoerd. In april van 2008 voert de accountant de controle uit. € 38.800 in 2007 besteed.
Goedkeur ende accountan tsverklarin g op dit onderdeel over de jaarrekeni ng 2007
*Financiële rechtmatigheid (Paragraaf Bedrijfsvoering)
Economisch actieprogramma: organiseren van workshops, bijeenkomsten, en vervolgonderzoeken t.b.v. ontwikkelen programma (Programma 1: Bestuurlijke en Economische zaken)
In 2006 is de Tire-scan geëvalueerd. Dit was positief. € 4.200 hiervoor ingezet.
2006
*Evaluatie financieel beleid (vervolg TIRE scan) (Paragraaf Bedrijfsvoering)
: Bestuursrapportage is geëvalueerd. Conclusies: nieuw strategisch niveau en daar waar mogelijk combineren met andere P&C taken. Implementatie heeft vanaf 2009 plaatsgevonden.
Resultaten tot 1-9-2009 en doorkijk tot 1-03-2010
Zoals beschreven in het concernplan wordt er gewerkt met een cyclus (plan, do, check en act), waardoor producten jaarlijks geëvalueerd en verbeterd worden. Ook de rekenkamercommissie heeft de kadernota en begroting met een positief resultaat beoordeeld. In 2008 wordt de bestuursrapportage onderzocht.
Resultaten tot voorjaar 2008
In 2006 inganggez ette cyclus in 2007 optimalise ren
Financiën en economische zaken
4
Planning
Verbetering financiële cyclus: * afstemming tussen jaarrekening, bestuursrapportage, kadernota, meerjarenbegroting ter vergroting van inzicht en besluitvorming; (Paragraaf Bedrijfsvoering)
Onderwerp
Nr
Verschelling
Best. Verantw.
Tijdgebonden
meetbaar
specifiek
Tijdgebonden
meetbaar
specifiek
Tijdgebonden
meetbaar
specifiek
Tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0meting
specifiek
Oordeel RKC bij doelstellingen (SMT)
Rapportage over resultaat. Niet aangegeven wordt of het een goedkeurende accountantsverklaring betrof (rechtmatigheid) Rapportage over acties/resultaat.
rapportage over resultaat
rapportage over activiteiten/ stvz.
Oordeel RKC bij verantwoording College
kleur RKC
programmaver antwoording: 15 acties, 3 afgerond (aanleg glasvezel, wonen en werken, wandeleroutenetwerk), 12 gestart.
Goedkeurende rechtmatigheidsverklaring (programmaverantwoording 2008)
programmaver antwoording (weerstandsvermogen)
geen documentatie
toelichting
Hoogwaardige activiteiten ontplooien (recreatie en toerisme) (Met name Programma 1: Bestuurlijke en Economische zaken en Programma 3: Veiligheid en handhaving) 2007
Stichting Pret is opgericht. In 2007 zijn activiteiten van PRET gesubsidieerd. In samenwerking met het SRE is er een wandelroutenetwerk opgezet. Son en Breugel is etappeplaats Olympia’s Tour.
Voorjaar 2009 is wandelroutenetwerk opengesteld. Daarnaast is in het voorjaar 2009 een enquête uitgevoerd onder zowel inwoners als bedrijven om gewenste ontwikkelingen en voorzieningen inzichtelijk te krijgen. Deze enquête vormt een onderlegger voor de eind 2009 vast te stellen nota recreatie en toerisme waarin een helder beleid voor deze sector wordt ontwikkeld.
januari 2009 is vastgesteld.
Tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0meting - Niet kwantitatief
specifiek Er wordt niet aangegeven wat bedoeld wordt met hoogwaardige activiteiten Rapportage over acties/resultaten.
programmaver antwoordingen: oa. Wandelroute netwerk, Stichting Pret, Olympia’s tour
Verkeerskundige maatregelen in centrum. Dit op basis van het principe “realiseren, evalueren en corrigeren”. (Programma 4: Verkeer en vervoer)
Verkeer A. Zuidontsluiting wordt aangelegd. Technische en planologische mogelijkheid (bestemmingsplan, RWS) van een fietspad noordelijk van het Wilhelminakanaal wordt onderzocht. Het college gaat hier een inspanningsverplichting aan. (Programma 4: Verkeer en vervoer)
1
B.
Onderwerp
Nr
Thema: Ruimte. Overzicht.
Raad besluit tot afstel van de Zuidontsluiting, tenzij nut en noodzaak alsnog uit de mobiliteitsvisie en het GVVP zou blijken.
In de commissie GZ van 4 juni 2007 is besloten tot uitvoering van de volgende maatregelen: Voetgangersoversteekplaatsen, tijdelijke fietssuggestie-stroken, blauwe zone, afsluiting Eind, H. Veenemanstraat.
1. korte termijn: voorstel tot uitvoerin g oktober 2006; 2. uitgebrei de evaluatie en treffen van verkeersv eiligheids maatrege len (na realisatie knooppu nt Ekkersrij)
Resultaten tot voorjaar 2008
2006 / 2007 Onderzoek fietspad en uitwerking zuidontsluiti ng worden in 2006 afgerond.
Planning
Tijdelijke maatregelen “ permanent” uitgevoerd (m.u.v. afsluiting Eind) Intensief overleg over aanpak H. Veenemanstraat (uitvoering motie raad okt. 2009)
Opstelling van mobiliteitsvisie is aanbesteed(oktober 2009) Gereed: voorjaar 2010 In commissie GZ aan de orde gesteld: 11 juni 2009 en 7 september 2009.
Resultaten tot 1-9-2009 en doorkijk tot 1-03-2010
Overbeek
Best. Verantw.
Tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0meting - Niet kwantitatief
specifiek: in doelstelling is niet duidelijk aan- gegeven is om welke maatregelen het moet gaan.
Tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0meting
specifiek
Oordeel RKC bij doelstellingen (SMT)
rapportage over activiteiten/ stvz.
rapportage over activiteiten/ stvz.
Oordeel RKC bij verantwoording College
kleur RKC
nog niet alles gerealiseerd (H. Veenemanstraat).
afstel tenzij.
toelichting
Onderwerp
Verkeer C. Ontwikkeling Gemeentelijk Verkeers- en Vervoers Plan GVVP incl. duurzaam veilig. (Programma 4: Verkeer en vervoer)
Nr
1 2007
Planning
Raad besluit de totstandkoming van de mobiliteitsvisie en het GVVP uit te stellen tot na de gereedkoming van het knooppunt Ekkersrijt.
Resultaten tot voorjaar 2008
Zie 1A.
Resultaten tot 1-9-2009 en doorkijk tot 1-03-2010
Best. Verantw.
Tijdgebonden
meetbaarheid:
specifiek
Oordeel RKC bij doelstellingen (SMT)
rapportage over activiteiten/ stvz.
Oordeel RKC bij verantwoording College
kleur RKC
GVVP in 2010
toelichting
3
Ruimtelijke Ordening / Ruimtelijke ontwikkeling A. Herziening bestemmingsplannen. Oude bestemmingsplannen worden herzien, waar mogelijk samengevoegd en alle gedigitaliseerd. Hiermee te voldoen aan de nieuwe WRO. Hieraan voorafgaand gaat een visieontwikkeling op de inbreidingslocaties. (Programma 10: Ruimtelijke inrichting)
2
Milieu A. Prioriteit aan Milieubeleidsplan en uitvoering actieprogramma’s (toezicht en handhaving) op het gebied van geluid/ lucht/ stank bij nieuwe ruimtelijke initiatieven en bestaande bedrijven(park). (Programma 9: Milieu)
B. Actief ondersteunende medewerking aan nieuwbouw De Vloed en daarmede samenhangende tijdelijke huisvesting. (Programma 10: Ruimtelijke inrichting)
Onderwerp
Nr
A en B: 2006 2010
Conform afspraken. Zie ook Milieujaarverslag 2006 + milieuprogramma 2008. Vastgesteld in de raad van 16 okt. 2007. Nieuw geurbeleid eveneens vastgesteld.
Idem 2008-2010. Milieujaarverslag aan de orde gesteld in commissie GZ van 7 september 2009. Milieujaarprogramma 2010 in commissie GZ van 30 november 2009
Tijdelijke huisvesting De Vloed gerealiseerd en in gebruik genomen (najaar 2008). Nieuwbouw De Vloed gestart.
2006-2008 Er is actief locatieonderzoek gedaan m.b.t. tijdelijke huisvesting. Uitvoering op locatie Timmerfabriek Van Eck is gestart.
Resultaten tot 1-9-2009 en doorkijk tot 1-03-2010
Herziene bestemmingsplannen in procedure: Son Zuid, Breugel, Gentiaan en Ekkersrijt. In 2009 aan de orde gesteld in diverse commissies GZ: 30 maart, 29 juni, 7 september, 2 november 2009.
Resultaten tot voorjaar 2008
In commissie GZ van 3 december 2007 is plan van aanpak aan de orde geweest. Tweetal kredieten: 1) bestemmingsplannen binnen bebouwde kom : € 315.000. 2) bestemmingsplan buiten bebouwde kom : € 110.000 (raad 27-09-07).
Plan van aanpak: 2006. Uitvoering : 2006 – 2010 Inbreiding slocaties: 2006-2007
Planning
Overbeek
Best. Verantw.
Tijdgebonden
meetbaar
specifiek
specifiek niet duidelijk aangegeven waaruit de actieve medewerking bestaat meetbaar Tijdgebonden
specifiek in doelstelling is niet concreet aangegeven om welke bestemingsplann en het gaat. In kolom resultaten wel. meetbaarheid: - Geen 0meting - Niet kwantitatief Tijdgebonden
Oordeel RKC bij doelstellingen (SMT)
rapportage over activiteiten/ stvz.
rapportage over resultaten/stvz .
rapportage over activiteiten/ stvz.
Oordeel RKC bij verantwoording College
kleur RKC
Geen milieubeleidsplan. Wel milieuprogram ma 2010, milieujaarverslag
programmaver antwoording, Uitvoeringspro gramma, Adviesnota B&W
Bestemmingsplannen moeten nog vastgesteld worden.
toelichting
4
Nr
Ontwikkelingen Welschap (actief volgend i.v.m. geluidssituatie). College spant zich in om een “”stand still” te bewerkstelligen op het huidige niveau (Programma 9: Milieu)
Op initiatief van de raad is brief dec. 2007 uitgegaan naar Ministerie van Defensie. Beroep wordt ingesteld jan. 2008 bij afd. Bestuurs-rechtspraak tegen geluidscontour militair luchtvaartterrein.
Resultaten tot voorjaar 2008
2009
2008
2009
Mobiliteitsvisie; (Programma 10: Ruimtelijke inrichting)
Landschapsontwikkeling (Programma 6: Openbaar groen en openluchtrecreatie)
Nog geen actie.
Mobiliteitsvisie gepland 2 helft 2008.
e
De samenlevingsvisie komt in onderdelen tot stand, zoals jeugdbeleid, visie op onderwijshuisvesting, centrum voor jeugd en gezin, brede samenwerking, economisch actieplan.
2006-2010 Krediet en projectplan voor structuurvisie in commissie d.d. 28/1/08 en raad 27/2/08: € 135.000,00.
Planning
Samenlevingsvisie; (Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
Toekomstvisie Uitwerking toekomstvisie volgens de agenda van de toekomst: Structuurvisie; (Programma 10: Ruimtelijke inrichting)
B.
Onderwerp
Best. Verantw.
Nog geen actie.
Opstelling van mobiliteitsvisie is aanbesteed(oktober 2009) Gereed: voorjaar 2010 In commissie GZ aan de orde gesteld: 11 juni 2009 en 7 september 2009. Overbeek
Tijdgebonden
meetbaar
specifiek
Tijdgebonden
meetbaar
gereed begin 2010 (adviesnota B&W)
rapportage over resultaten/stvz .
rapportage over resultaten/stvz .
programmaver antwoording(p 5). Frontoffice CJG febr. 2010.
rapportage over resultaten/stvz .
Alderstafel, programmaver antwoording,
toelichting
gereed in 2010 (uitvoeringsprogramma).
kleur RKC
rapportage over resultaten/stvz .
rapportage over activiteiten/ stvz.
specifiek niet duidelijk aagegeven wat College onder inspannen verstaat. meetbaarheid: - Geen 0meting Tijdgebonden
Oordeel RKC bij verantwoording College
Oordeel RKC bij doelstellingen (SMT)
Ontwerp structuurvisie is vastgesteld Verschel-ling specifiek en vrijgegeven voor inspraaktraject: commissie GZ 5-10-2009 en meetbaar informatiebijeenkomst 13-10-2009. Tijdgebonden Verschel-ling specifiek De samenlevingsvisie komt in onderdelen tot stand, zoals meetbaar jeugdbeleid, visie op onderwijshuisvesting, centrum voor Tijdgebonden jeugd en gezin, brede samenwerking, economisch actieplan. Komt verder terug bij thema “Samenleving” Overbeek specifiek
Son en Breugel is actief (samen met o.a. Veldhoven) in overleg rond Alderstafel. Met name alertheid op aspect geluid en ruimtelijke ontwikkeling Sonnius-wijk
Resultaten tot 1-9-2009 en doorkijk tot 1-03-2010
Nr
2006-2007 Raad heeft op 27 februari 2008 ingestemd met “Contourennota het Nieuwe Woud”. 2e fase kan in gang worden gezet. De gemeentelijke bijdrage in de ontwikkeling bedroeg € 30.000,00.
In relatie tot locatieonderzoek: Strategie bepaling ontwikkeling Sonniuswijk tot woonwijk. Op basis daarvan een plan van aanpak voor de uitwerking in deze collegeperiode. (Programma 10: Ruimtelijke inrichting)
Resultaten tot voorjaar 2008
Planning
Onderwerp
Volgens planning dient voor 1-72010 de regionale besluitvorming over het al dan niet doorgaan van het nieuwe Woud plaats te vinden.Verwerkt in structuurvisie (ontwerp, commissie 5 oktober)
Resultaten tot 1-9-2009 en doorkijk tot 1-03-2010
Overbeek
Best. Verantw.
rapportage over stand van zaken betreffende het Nieuwe Woud. Niet de Sonniuswijk.
specifiek
Tijdgebonden
meetbaar
Oordeel RKC bij verantwoording College
Oordeel RKC bij doelstellingen (SMT)
kleur RKC
rapportage niet relevant.
toelichting
5
Afronding Kloppend Hart Projecten in ontwikkeling en in uitvoering worden in deze collegeperiode afgerond: Vroonhoven, bibliotheek, 17 septemberplein, Kanaaldijk-Noord e.d. (Programma 10: Ruimtelijke inrichting) 20062010. Na afronding wordt het centrumpl an geëvaluee rd (zie verkeer. Deze evaluatie is breder en strekt tot wonen, ondernem en, vervoer en veiligheid.
Bij besluit van de raad van 29-11Voor afronding stand van zaken 2007 is besloten de exploitatie deelprojecten: zie hierna samenleving Kloppend Hart medio 2008 vervroegd af te ronden. Verdere afwikkeling van genoemde projecten als deelprojecten. Tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0meting
specifiek rapportage over stand van zaken/acties
adviesnota (B&W), programmaver antwoording
7
6
B.
Uitvoering vigerend groenbeleidsplan (Programma 6: Openbaar groen en openluchtrecreatie)
Beheer openbare ruimte. Uitgangspunt voor dit collegeprogramma: op grond van leefbaarheid en veiligheid handhaven op bestaand niveau A. Wegverhardingen op huidige onderhoudsnorm handhaven. Actualisatie meerjarig beheerprogramma. (Programma 4: Verkeer en vervoer)
(Programma 10: Ruimtelijke inrichting)
In december 06 heeft de cie. GZ ingestemd met het onderhoudsprogramma met bijbehorende onderhoudsniveaus wegen 2007 – 2010. Om vastgestelde kwaliteit te behalen is onderhoudsbudget structureel met € 25.000,- verhoogd. De uitvoering geschiedt nu naar tevredenheid op het adequate niveau.
2006-2010 In december ‘04 heeft de raad het groenbeleidsplan 2006 – 2010 met bijbehorende onderhoudsniveaus vastgesteld. Het onderhoudsbudget is hierop afgestemd en wordt op adequaat niveau uitgevoerd.
Actualisati e 2007, uitvoering 2007-2010
2008-2010 Start uitvoering eind 2008.
E.e.a. wordt conform besluitvorming en planning uitgevoerd Momenteel wordt gewerkt aan een digitaal groenbeheersysteem met kaartmateriaal. Eerste oplevering juni 2010.
E.e.a. wordt conform besluitvorming en planning uitgevoerd. Voortgangsrapportage besproken begin 2008. Uitvoering ligt op schema en onderhoudsnorm wordt in 2010 behaald.
Starmans
Overbeek
Bouwen van de wijk
B.
Bouwrijkmaken Sonniuspark afgerond. 100 woningen Domein in aanbouw. Sonniuspark Zuid: Zitting RvS (beroep BP) op 3 november 2009. Vier voortgangsrapportages in commissie GZ. Laatste commissie GZ 30 november 2009 (voortgangsrapportage GZ)
Afgerond.
Overbeek
Bestemmingsplan Sonniuspark vastgesteld op 31 jan. 2008.
Ontwikkeling Sonniusdriehoek via het spoor van Masterplan, beeldkwaliteitsplan en bestemmingsplan
A.
2006 – 2007
Best. Verantw.
Sonniusdriehoek
Tijdgebonden
meetbaar
specifiek
Tijdgebonden
specifiek: niet aangegeven wat huidige onderhoudsnorm is. meetbaarheid: - Geen 0meting
Tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0meting
specifiek
Oordeel RKC bij doelstellingen (SMT)
rapportage over stand van zaken/activitei ten
rapportage over stand van zaken/resultat en
Oordeel RKC bij verantwoording College rapportage over stand van zaken/resultat en
kleur RKC
groenbeleids plan, programmaver antwoording
adviesnota (B&W)
verslag commissie GZ.
toelichting
Wijkbeheer. De huidig insteek van het beheer van de openbare ruimte door de inzet van wijkteams voortzetten Pro-actief reageren op afhandeling meldingen en klachten. Afdoeningtijd van klachten wordt teruggebracht door versnelde communicatie tussen frontoffice en uitvoering. (Met name Programma 4: Verkeer en vervoer en Programma 6: Openbaar groen en openluchtrecreatie)
D.
Opdracht voor opstellen Gemeentelijk Rioleringsplan 20092013 in voorbereidende fase, gereed eind 2008.
De Breeakker is toegevoegd aan de buurtpreventie / wijkbeheer. Initiatieven zijn genomen om te komen tot een buurtpreventie / wijkbeheer in de Kom Breugel.
Aantal klachten en meldingen stabiliseert zich tussen de 1900 en 2000 stuks
Aantal meldingen en klachten klein onderhoud zijn teruggelopen van ca 2400 stuks in 2004 naar 1950 stuks in 2007.
Proefperiode is met succes afgerond. Servicenorm is teruggebracht naar 4 werkdagen. Groeipad in 2009 om dit voor 95% van de meldingen te behalen is gehaald. Norm 95% voor alle meldingen in 2010 is realistisch.
In het kader van de gemeentelijke watertaken heeft de gemeente meer zorgtaken gekregen waardoor er gekozen is een Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan op te stellen. VGRP 2009-2015 is in september 2009 vastgesteld.
Oprichting van de buurtpreventies / wijkbeheer ’t Harde Ven en ’t Eigen is een feit. Initiatieven in de Breeakker zijn genomen.
2006-2010 PC-tablets voor digitale afhandeling klachten en meldingen zijn door wijkteams in gebruik genomen. Na proefperiode wordt de servicenorm doorlooptijden teruggebracht van 5 naar 4 werk dagen.
Uitvoering beheerprogramma onderhoud riolering, Uitvoering ontwikkeling en vaststelling geactualiseerd : 2006beheerplan 2010 (Programma 9: Milieu)
C.
Starmans
Starmans
Tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0meting
specifiek normen niet in doelstelling vermeld
Tijdgebonden
meetbaar
specifiek
rapportage over stand van zaken/activitei ten/resultaten
rapportage over stand van zaken/activitei ten/resultaten
meldingen binnen tijd thans 90,3%, afdoening is teruggebracht naar 4 dgn., programmaver antwoording, correspondent ie
adviesnota, VGRP
C.
Activiteiten Brede Samenwerking 0-12 jarigen: uitvoering gaan geven aan activiteiten (onderwijs, cultuur en sport) vanuit de drie samenwerkingsverbanden Brede Scholen.
(Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport en Programma 10: Ruimtelijke inrichting)
Ontwikkeling De Brede School Gentiaan/Sonniusdriehoek. Dit wordt een gebouw (peuterspeelzaal, kinderopvang, onderwijs en overige wijkvoorzieningen) en maakt onderdeel uit van het Integraal Huisvestings Plan Schoolgebouwen.
Modernisering onderwijshuisvesting: Meerjaren Onderhoudsplannen Schoolgebouwen Conform de uitkomsten en conclusies van de MOP’en, de schoolgebouwen middels renovatie en nieuwbouw opwaarderen tot volwaardige en eigentijdse onderwijsvoorzieningen. (Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
Onderwijs A. Lokaal onderwijsbeleid. College wil een integraal programma voor lokaal onderwijsbeleid opstellen. Onderwijsbegeleiding, leerplicht, samenwerking van gemeente met onderwijs en andere basisvoorzieningen zullen daar onderdeel van uitmaken. (Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
1
B.
Onderwerp
Overzicht.
Nr
Thema: Samenleving.
Er wordt gestart met opstellen van een PvE voor het leerplein Sonniuspark. Projectopdracht en intentieovereenkomst zijn opgesteld. Bekostiging uit GREX van het Sonniuspark
2006-2010 Coördinator is tijdelijk aangesteld en heeft met de drie samenwerkingsverbanden
locatieond erzoek brede school: 20062007; realisatie 2008-2010
Brede school: is onderdeel van visie onderwijshuisvesting. Project Brede samenwerking is
Leerplein Sonniuspark is in aanbestedingsfase o.g.v. vastgesteld PvE (juli 2008)
Onderhoud gebouwen wordt conform MOP’s afgehandeld.
2006-2010 De meerjaren- onderhoudsplannen (MOP’s) zijn opgesteld. Samen met (en het onderwijsveld is een visie verder) onderwijshuisvesting geformuleerd: de raad heeft op 31 januari 2008 de visie vastgesteld.
Resultaten tot 1-9-2009 en doorkijk tot 1-03-2010
Op gebied van leerplichtcontrole is besloten tot regionalisering samenwerking (oktober 2009)
Resultaten tot voorjaar 2008
Programm Uitvoering heeft op deelterreinen plaatsgevonden (zoals aopzet in samenwerking & leerplicht). 2007, uitvoering 2008-1010
Planning
Starmans
Starmans
Starmans
Starmans
Best. Verantw.
Tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0meting
specifiek
Tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0meting
specifiek
Tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0meting
specifiek
Tijdgebonden
meetbaarheid: - Geen 0meting
specifiek
Oordeel RKC bij doelstellingen (SMT)
rapportage over stand van zaken/activitei ten/resultaten.
rapportage over stand van zaken/activitei ten
rapportage over stand van zaken/activitei ten/resultaten
rapportage over stand van zaken/activitei ten
Oordeel RKC bij verantwoording College
kleur RKC
programmaver antwoording
programmaver antwoording, LeerpleinSonniuspark
visie onderwijshuisvesting
geen verantwoording over o.a. onderwijsbegeleiding.
toelichting
2
Nr
A.
Werk boven uitkering: elke stap op de reïntegratieladder is een succes. Het ultieme doel is volledige uitstroom uit de uitkering naar regulier werk. We besteden minder reïntegratieactiviteiten uit en doen meer zelf. Door bevordering van de uitstroom maar ook door handhaving brengen we het klantenbestand terug van 152 uitkeringen naar 130 in 2010 (historisch laagtepunt). (Met name Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
Sociale Zaken 2006-2010
Laagterecord is reeds gerealiseerd. Per 1 januari 2008 hebben wij 113 uitkeringen WWB (25% daling in 2 jaar). In meerjarenbegroting: succes uitstroom is mede behaald doordat de reïntegratievisie is vastgesteld en beleid & uitvoering geoptimaliseerd zijn. Stand structureel naar 113 (1-1-2009) (nu ook al behaald!) naar 110 (1-1-2010) naar 108 (1-12011).
2006-2007 Het openbaar onderwijs is per 0108-2007 bestuurlijk overgegaan naar PlatOO. Aandacht voor schaalvergroting nutsonderwijs blijft plaatsvinden
D. Bestuurlijke schaalvergroting openbaar en – nuts onderwijs: Uit het oogpunt van bestuurskracht en continuïteit. Samenvoeging kleine schoolbesturen; aansluiting bij een groter (bestaand) verband. (Programma 7: Sociale zaken en Programma 8: Gezondheidszorg)
Resultaten tot voorjaar 2008
Planning
activiteiten (zwemmen, nationale 2006 2006-2008 sportweek) opgezet en uitgevoerd. In 2008 wordt een beleidsnotitie voor het vervolg opgesteld.
Onderwerp
* Een beleidsnotitie brede school wordt voorbereid. * Er zal een projectcoördinator aangesteld worden om het proces naar integrale samenwerking in Brede Schoolverband te trekken en te coördineren. (Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
Stand van zaken uitvoering WWB per 1-10-2009: 113
Nutsbasisschool De Gentiaan begin 2009 aangesloten bij PlatOO.
Resultaten tot 1-9-2009 en doorkijk tot 1-03-2010
afgerond; voortzetting speerpunten ingebed in regulier beleid (zoals CJG ontwikkeling 2009).
Starmans
Starmans
Tijdgebonden
meetbaar
specifiek
Tijdgebonden
specifiek niet duidelijk aangegeven om welke schoolbesturen het concreet gaat. meetbaarheid: - Geen 0meting - Niet kwantitatief
rapportage over stand van zaken/activitei ten/resultaat
rapportage over stand van zaken/activitei ten/resultaat
In kadernota wordt aangegeven dat een stijging te verwachten is.
aansluiting bij PlatOO gerealiseerd.
D.
C.
B.
Diverse inwoners doen een beroep op meerdere regelingen. Om te komen tot eenduidige vraagpatronen streven wij naar een optimale afstemming tussen WMO en WWB. (Programma 7: Sociale zaken en Programma 8: Gezondheidszorg)
Armoede bestrijding en participatie in de samenleving: extra aandacht voor armoede en door inzet van (bijzondere)bijstand en de langdurigheidtoeslag als ook met collectieve voorzieningen wordt deze teruggedrongen en schuldensituaties bestreden. (Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
Stimuleren van de ontwikkeling van de WSD tot een werk- en reïntegratiebedrijf: Door middel van inzet van de WSW budgetten als ook met het Werkdeel van het Fonds Werk en Inkomen bevorderen we de reïntegratie van onze cliënten/burgers. (Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
plan WMO
(beleids-
2007
De afstemming Wwb en de Wmo is opgenomen in het actieprogramma van het Wmo-beleidsplan (dec2007).
Nieuw beleid in okt. 2007 door Raad vastgesteld. Effect van benutting 2006-2010 door implementatie 2008.
In november 2007 heeft de gemeente samen met de 10 2006-2010 partnergemeenten besloten modernisering van de WSW ten uitvoer te laten brengen door de WSD. Daarnaast worden reïntegratietrajecten voor WWBklanten aangeboden door de WSD.
Tevens onderdeel van actualisering Wmo beleidsplan (december 2009)
Armoedebestrijding conform planning meer ingezet qua geldelijke middelen, alsook brede benadering met veldpartijen. Sinds implementatie is het uitgavenpartoon Bijz. Bijstand gestegen met +/- 80% en GSF met +/40% . Vereenvoudigde procedure aanvragen bijzondere bijstand en GSF doorgevoerd. Instroomeisen langdurigheidstoeslag versoepeld
Modernisering wordt voortgezet. Implementatie trajecten m.i.v. 2009 verzorgt WSD schoonmaak gemeentehuis.
Starmans
Tijdgebonden
Tijdgebonden specifiek meetbaar
specifiek: geen concrete doelen armoedebestrijding weergegeven meetbaarheid: - Geen 0meting
Tijdgebonden
meetbaar
specifiek
rapportage over stand van zaken/activitei ten
rapportage over stand van zaken/activitei ten/resultaat
rapportage over stand van zaken/activitei ten/resultaat
WMO beleidsplan, actualisering
oa nota armoedebeleid
programmaver antwoording, verlenging overeenkomst WSD
3
Het college bereidt definitieve besluitvorming voor over de verbouwing van Oase. (Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
2e Jongerenwerker: Veel aandacht is uitgegaan naar bestrijding van overlast; dat moet niet ophouden maar ondersteund worden door het aanbieden van eigentijdse activiteiten in een daarbij passende omgeving (jongerencentrum). Tijdelijke maatregel wordt omgezet in structurele maatregel. (Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
B.
C.
Jeugd en Jongerenbeleid A. Activiteiten. De vele bestaande faciliteiten en activiteiten worden naar behoefte verder uitgebreid en sterker programmatisch gebundeld en meer onder de aandacht van de doelgroep gebracht door intensievere communicatie en inzet jongerenwerk. (Met name Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
Evaluatie 2006, 2007 (afhankelij k van evaluatie)
2006
2007
Oase maakt deel uit van door Raad vastgestelde kerkpleinvisie. Meerjarig uitvoeringstraject is in overleg / planning
Projectplan CJG gestart; eind 2008 Starmans politiek goedgekeurd en in uitvoering. Ziet o.a. op aansturingsmodel CJG. Breed K2 onderzoek (jeugd, ouders, hulpverleners, gemeente) in uitvoering zal zorgen voor meer inhoudelijke bouwstenen CJG in 2010. Daarnaast extra uren inzet straathoekwerker t.b.v. hangjongeren-problematiek
Evaluatie heeft plaatsgevonden en structuur van het jongerenwerk Aldus is geschied. staat (denk bijv. pool van jongerenwerkers beschikbaar vanuit Vanaf 2009 zijn nog meer extra uren voor straathoekwerk ingezet. BWI). Jongerenwerk actief ingezet op alcoholprojecten, chill out, impuls straathoekwerk. Vanaf 2008 structureel in begroting opgenomen € 36.000
In 2007 is door de gemeenteraad besloten dat Oase niet kan verbouwen op de huidige locatie. Accommodatie wordt betrokken bij visievorming en ontwikkeling van het Kerkplein.
In april 2007 is de beleidsvisie jeugd door de gemeenteraad vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma bevat 5 concrete actiepunten: woningbouw voor jongeren, coördinatie van zorg rondom jeugd en gezin, optimalisatie van het aanbod vrijetijdsaccommodaties, aandacht voor groepen jongeren en (door)ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden.
Tijdgebonden
specifiek meetbaar - Geen 0meting
Tijdgebonden
specifiek meetbaar - Geen 0meting
Tijdgebonden
specifiek geen concrete doelen weergegeven meetbaar - Geen 0meting - Niet kwantitatief
rapportage over stand van zaken/activitei ten
rapportage over stand van zaken/activitei ten
rapportage over stand van zaken/activitei ten
evaluatie 2e jongerenwerker
programmaver antwoording (cultuurhuis op het kerkplijn)
adviesnota, projectplan, evaluatie 2e jongerenwerker
5
Welzijn en zorg A. Wonen met Zorg: Het college onderzoekt het particuliere initiatief om te komen tot realisatie van woonzorgwoningen aan de Amerikalaan en zal vanuit planologie en grondzaken medewerking verlenen. Woonzorgcomplex Breugel-zuid wordt gerealiseerd (Met name Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
Meerjaren Onderhoudsplannen Gemeentelijke gebouwen: de betekenis van wijkgerichte sociaalculturele voorzieningen wordt onderstreept door adequate huisvesting met een uitnodigende uitstraling. (Diverse Programma’s)
(Sociaal-) Cultureel werk A. Bouw van de Bibliotheek: Nieuwbouw van de bibliotheek op het Kerkplein wordt een feit. Een eigentijds en breed aanbod van samenhangende culturele activiteiten past daarbij en wordt voortvarend opgepakt en uitgevoerd. Dit culturele ondernemerschap moet leiden tot een sluitende exploitatie. De vrijkomende locatie van de bibliotheek krijgt de (afgesproken) winkelbestemming. (Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
4
B.
Onderwerp
Nr
Een commissie heeft een multifunctionele invulling van het nieuwe bibliotheekgebouw onderzocht. Er is een realisatieplan opgesteld. Raad heeft krediet beschikbaar gesteld van € 2.200.000 (dekking vanuit Kloppend Hart-> overgeboekt naar een bestemmingsreserve voor de bibliotheek) Op basis van de visie op het Kerkplein wordt realisatie van de nieuwbouw bibliotheek ter hand genomen.
Resultaten tot voorjaar 2008
20062008. Onderwer p komt aan de orde nadat beleid op inbreiding slocatie is vastge-
Beleid voor inbreidingslocaties is vastgesteld. Ook heeft behoeftepeiling (woonwensenonderzoek) plaatsgevonden. Americalaan: onderzoek zal plaatsvinden naar een wozoco op een andere plaats in de Gentiaan; Breugel zuid: besloten is deze te bestemmen voor tijdelijke huisvesting van de Vloed.
2006-2010 Meerjarenonderhoudsplannen zijn opgesteld. Financiën worden meegenomen in kadernota 20082012.
2008
2006 –
Planning
Over WoZoCo Breugel vindt overleg plaats met zorginstelling, gericht op start bouw in 2010/2011.
HIVA – bouw met zorggerichte woningen (en gemeenschapsruimte) is gestart. Juni 2009.
Aldus geschied.
Nieuw plan ogv kerkpleinvisie. Raad akkoord (sept 2009) Nieuw bestemmingsplan in procedure. Start bouw gepland 1e/2e kwartaal 2010.
starmans
Starmans
Starmans
Resultaten tot 1-9-2009 en doorkijk tot Best. 1-03-2010 Verantw.
Tijdgebonden
specifiek meetbaar
Tijdgebonden
specifiek meetbaar
Tijdgebonden
specifiek meetbaar
Oordeel RKC bij doelstellingen (SMT)
rapportage over stand van zaken/activitei ten
rapportage over stand van zaken/activitei ten/ resultaat
rapportage over stand van zaken/activitei ten
Oordeel RKC bij verantwoording College
kleur RKC
programmaver antwoording, site gemeente
onderhoudsfonds, adviesnota, programmaver antwoording
programmaver antwoording, adviesnota: ontwerpbestemmingsplan is vrijgegeven voor verdere vaststellingsprocedure.
toelichting
HIVA: hier worden zorggeschikte woningen gerealiseerd.
WMO platform wordt bij alle beslisdocument en en belangrijke ontwikkelingen geconsulteerd.
2006-2010 Voorberei ding en vaststellin g 2006: Plan en verordeni ng, deelprogr amma’s
Voorbereiding convenant met de Seniorenraad; adviesorgaan voor de Gemeente op het gebied van ouderenbeleid. Op activiteitenniveau is Ouderenproof Plus betrokken geweest/ initiator geweest bij het gemeentelijke gladheidsbestrijdingsbeleid, het afsluiten van een bouwconvenant, het woonwensenonderzoek onder ouderen en mensen met beperking en het maken van afspraken met zorginstellingen en lokale middenstand over dienstverlening. Succesvolle implementatie WMO. In 2007 zijn zowel de Verordening Individuele voorzieningen als het besluit nadere regels vastgesteld. De invoering is soepel verlopen: het aantal bezwaren is minimaal en de tevredenheid onder burgers is groot. Aantal klanten Wmo: 800. Ook is het vierjarige Wmobeleidsplan vastgesteld. Het WMO-Platform is actief betrokken en adviserend. Voor 2009 is een nieuwe verordening opgesteld. De nieuwe verordening staat in het teken van “De Kanteling”
Aantal klanten Wmo bijna 900. Samenwerking met Adviesraad Wmo verloopt goed. Er vindt maandelijks bestuurlijk overleg plaats en er is frequent informatie-uitwisseling en afstemming.
Zowel de klanttevredenheidsonderzoeken van 2008 als 2009 laten ieder een positief beeld zien over de uitvoering
Via afgesloten convenant is “ouder proof plus”geborgd. Onderzoek woon-wensen afgerond. Implementatie in diverse projecten zoals Blijvend Thuis
2006-2010 Gezondheidsbeleid is opgenomen als Integrale nota politiek akkoord 2e 10e prestatieveld in het Wmokwartaal 2009. Is in uitvoering. beleidsplan. Samen met partners is start gemaakt met opstellen van integrale nota gezondheidsbeleid (implementatie 2008).
* verstrekkingenbeleid: de gemeente voorziet haar burgers van adequate hulp en professionele ondersteuning op die terreinen die WMO aan haar heeft 2006 opgedragen
Invoering wet maatschappelijk ondersteuning WMO. College staat voor een adequate uitvoering van de wet op de diverse prestatiesvelden. Zorg op maat en niveau. * cliëntenparticipatie: bundeling van alle participatie tot één WMO platform en dit goed faciliteren; (Programma 8: Gezondheidszorg)
De “Verankering Ouderenproof” gaat over naar “Ouder proof Plus” om de laatste onderdelen van het project nog te realiseren. In 2007 moet het ouderenbeleid compleet en geborgd zijn. De ouderen laten zich in één organisatie vertegenwoordigen in het overleg met de gemeente. (Met name Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport en Programma 8: Gezondheidszorg)
C.
D.
Lokaal volksgezondheid: de speerpunten en daarmee samenhangende activiteiten volgen elkaar sneller op en worden beter onder de aandacht gebracht. (Programma 8: Gezondheidszorg)
B.
steld. Vrijstelling sprocedur e 2007, realisatie 2008
Verschelling
Tijdgebonden
specifiek Geen indicatoren voor meten van effecten weergegeven (bijv. Aantal mantelzorgers). meetbaar - Geen 0meting
Tijdgebonden
Tijdgebonden specifiek niet concreet aangegeven waar ouderenproof voor staat (stuurgroep). meetbaar
specifiek niet duidelijk aangegeven hoe de activiteite beter onder de aandacht kunnen worden gebracht. meetbaar - Geen 0meting
rapportage over stand van zaken/activitei ten/resultaten
rapportage over stand van zaken/activitei ten
rapportage over stand van zaken/activitei ten
o.a. 85% clienten is zeer tevreden over kwaliteit ondesteuning/ voorziening.
eindrapport ouderenproof
nota gezondheidsbeleid
(Programma 8: Gezondheidszorg)
* WMO-beleid: De gemeente ontwikkelt een WMO beleid waarin zij haar visie op de sociale samenhang verwoordt en bepaalt daarin hoe zij hieraan in de praktijk invulling blijft geven.
* Eén Loket voor Wonen, Zorg en Welzijn: de gemeente realiseert een zogenaamd Lokaal loket waarin de publieke dienstverlening onder regie en verantwoordelijkheid van de gemeente wordt uitgevoerd. Qua situering van het Loket wordt daar aangesloten waar het zwaartepunt van de dienstverlening ligt.
(Programma 8: Gezondheidszorg)
2007
Operation eel als WMO loket 1-1-2007
2006
Zie hierboven.
Woonzorgcentrale/ Wmo-loket fungeert sinds 2007 als de frontoffice voor alle vragen van onze burgers op het gebied van welzijn, wonen en zorg. Jaarlijkse kosten WZC (direct en indirect via subsidie): € 44.000
Aanbod is succesvol georganiseerd. De middelen voor Wmo zijn in begroting 2008 – 2011 gelijkgehouden aan integratieuitkering Wmo in gemeentefonds.
In december 2009 wordt het geactualiseerde Wmo beleidsplan in de raad vastgesteld.
In het kader van het onder de aandacht blijven brengen van de woonzorgcentrale als het Wmo loket van Son en Breugel is in 2009 onder andere een uitgebreide Wmo krant huis-aan-huis verspreid en wordt de gemeentelijke website optimaler benut.
wat betekent dat een omslag zal plaatsvinden in het denken van de letter naar de geest van de wet.
Nieuwbouw sporthal: De gemeente realiseert een sporthal die voldoet aan de eisen van NOC&NSF met een verantwoorde exploitatie. (Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
Instandhouding Apollo: De sporthal wordt, voor zover noodzakelijk, gerenoveerd en in stand gehouden om op verantwoorde wijze aan bewegingsonderwijs en sportbeoefening te kunnen doen tot dat de nieuwe sporthal is gebouwd. . (Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
Visie op sportcomplex Gentiaan: in samenhang met het vertrek van de golf, de bouw van brandweerkazerne/ werf, sporthal en tennispaviljoen dient een visie op de (her) inrichting van het sportpark plaats te vinden. (Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport)
Sportpark SBC: verplaatsing van SBC noch uitbreiding op de bestaande locatie is een optie; optimalisering van het speelveldgebruik zal gezocht moeten worden in verandering van bespelingsmat (kunstgras). Daarnaast is een aanbouw van de kleedlokalen noodzakelijk. De parkeerfaciliteiten moeten aangepast worden aan de omvang van de het park. Een beknopt visiedocument over dit sportpark ligt hieraan ten
B.
C.
D.
Sport
6
A.
Onderwerp
Nr
2007-2010
2008
2007-2008 urgente werkzaam heden t.b.v. veiligheid en gezondheid
Besluitvor ming 2006 Planvormi ng 2007 Bouw 2008
Planning
In 2007 zijn twee kunstgrasvelden aangelegd, het aantal kleedlokalen uitgebreid en meer parkeerplaatsen gerealiseerd. Visiedocument is opgesteld en tijdpad voor vervolg (financieel verwerkt).
Door Raad krediet gevoteerd voor complete afronding aanleg kunstgras SBC en aanpassing kleedlokalen en parkeren, (nov 2009). Afstemming met omwonenden. Aanleg wordt aanbesteed en per mei 2010 gerealiseerd.
In januari 2008 verwoorde visie is herhaald in raadsvoorstel bij hoofdlijnenakkoord rondom sporthal (maart 2009)
Dakrenovatie 2009 uitgevoerd.
In 2007 hebben verschillende (onderhouds) werkzaamheden aan de Apollohal plaatsgevonden. Beschikbaar budget € 159.500,00. In stand houden Apollo hal tot realisatie nieuwe sporthal.
Voorbereidingen zijn getroffen: eerste visie is reeds verwoord door college (cie. GZ jan 2008).
Nieuwe sporthal in besteksfase. Architectenkeuze afgerond. Bestemmingsplan onherroepelijk.
Resultaten tot 1-9-2009 en doorkijk tot 1-03-2010
De raad heeft gekozen om het sporten fitnesscentrum Gentiaan nader uit te werken.
Resultaten tot voorjaar 2008
Verschelling
Best. Verantw.
Tijdgebonden
specifiek meetbaar
Tijdgebonden
specifiek meetbaar
Tijdgebonden
specifiek meetbaar
Tijdgebonden
specifiek meetbaar
Oordeel RKC bij doelstellingen (SMT)
rapportage over stand van zaken/activitei ten/resultaat
rapportage over stand van zaken/activitei ten/resultaat
rapportage over stand van zaken/activitei ten/resultaten
rapportage over stand van zaken/activitei ten
Oordeel RKC bij verantwoording College
kleur RKC
raadsvoorstel kunstgras: fase 2 en 3
besluitenlijst Raad
rapportage onderhoud
programmaver antwoording, kredietvotering
toelichting
grondslag. (Programma 5: Welzijn, Onderwijs en Sport) Raad heeft in 2007 een krediet beschikbaar gesteld van € 1.013.000 waarvan € 896.000 t.b.v. 2 kunstgrasvelden.
Bijlage:
Geraadpleegde documentatie:
Handreiking Collegeprogramma’s in het gemeentelijk bestel; de lokale rekenkamer, november 2006 Handreiking collegeprogramma; Randstedelijke rekenkamer Raadsprogramma, must of mist?; Marijke van de Plasse, oktober 2005 Conclusies en aanbevelingen van de rekenkamercommissie van de gemeente Renkum, n.a.v. het onderzoek coalitieakkoord / kadernota 2006-2010. Onderzoek voortgang collegeprogramma 2006-2010; rekenkamercommissie Venlo april 2009 Het collegeprogramma belicht; rekenkamercommissie gemeente Rheden, januari 2007
54