Nieuwsbrief Editie 2014-‐4 Koepel van Nederlandse Verenigingen van Gepensioneerden
28 mei 2013
Succesvolle vijfde Algemene Vergadering Op 15 mei werd alweer de vijfde Algemene Vergadering gehouden in Maarssen. De heer Peter Borgdorff, directeur van pensioenfonds Zorg en Welzijn, gaf een uiterst interessante inleiding over de pilot die bij dit fonds wordt uitgevoerd voor invoering van het reële stelsel. Elders in deze Nieuwsbrief komen wij hierop terug. De VBOB, de Stichting Verenigde Bonden Overleg Brabant, hebben te kennen gegeven toe te willen treden tot de KNVG. De heer Willem Heemskerk, bestuurslid van de stichting, lichtte dit verzoek toe aan de vergadering. De VBOB omvat KBO Brabant, PVOB Brabant, ANBO Brabant, PVGE (lid van de Federatie van Philips gepensioneerden), BOOG (allochtonen) en PSOB (Surinaamse Nederlanders). Deze organisaties hebben samen 165.000 leden. De vergadering kon ermee instemmen om vooralsnog te volstaan met een aspirant-‐lidmaatschap. De komende maanden zullen worden benut voor onderling overleg om te bezien hoe KNVG en VSOB in elkaar kunnen worden gepast. Per 1 januari 2014 kan dan besloten worden over een definitief lidmaatschap. In de namiddag is de discussie over de standpunten van de KNVG op pensioengebied voortgezet. Deze discussie was al uitgebreid gevoerd op 18 januari 2013. Het bestuur had deze discussie samengevat in een aantal punten: de “veertien artikelen”. Bovendien werd het standpunt verder uitgewerkt in een alternatief voor de thans voorliggende stelselwijziging. Ook lag een document ter tafel over het speelveld van de pensioendiscussie en een concept van een advocatenbrief aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de invloed die de KNVG wil hebben op de uitwerking van de thans voorliggende plannen. De discussie mondde uit in een algemene ondersteuning van de voorgestelde aanpak. De betreffende documenten kunt u terugvinden op onze website onder het bericht “Vijfde Algemene Vergadering”.
1
Een tweetal opmerkelijke gasten kunnen niet ongenoemd blijven: op uitnodiging van de KNVG waren twee vertegenwoordigers van de NVOG aanwezig: Jaap van der Spek en Klaas Molenaar. Het is bemoedigend te zien dat binnen een jaar de toenadering van beide verenigingen al zo ver is voortgeschreden dat we elkaars Algemene Vergaderingen bezoeken. Delegaties uit beide verenigingen hebben zelfs een gezamenlijk advies uitgebracht over een mogelijke ondertekening van een gezamenlijk document van Jong en Oud, opgesteld door Netspar, met als doel tot een gezamenlijk standpunt te komen over de pensioenproblematiek. Dat unanieme advies was om niet te tekenen omdat te eenzijdig gekozen werd voor een reëel stelsel. Alleen al door gebrek aan kennis over de uitwerking kan daarover nu geen uitspraak worden verlangd.
Regeringspartijen zwakken positie van gepensioneerden in besturen van pensioenfondsen af De nieuwe Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen is door de Tweede Kamer aangenomen. Ondanks onze inbreng hebben de regeringspartijen geen medewerking verleend aan twee zaken die wij beter wilden regelen dan nu in het ontwerp is vastgelegd: − Er is een maximum vastgesteld van 25% aan vertegenwoordigers van gepensioneerden in de besturen van pensioenfondsen. Vooral bij fondsen met relatief veel gepensioneerden tegenover een relatief kleine groep actieven (bijvoorbeeld bij Philips) zou dit betekenen dat als het bestuur bijvoorbeeld uit zes personen bestaat er maar één gepensioneerde wordt benoemd. Wij willen dat er geen maximum in de wet wordt vastgelegd. − Bij de huidige wet ontbreekt het brede advies en beroepsrecht dat in de Wet Koşer Kaya Blok was vastgelegd. Wij hebben ervoor gepleit dit alsnog in de wet op te nemen. Onze ogen zijn nu gericht op de Eerste Kamer. In een brief aan de pensioenwoordvoerders hebben wij onze wensen nogmaals onder de aandacht gebracht. Het gaat hierbij om twee rechtsprincipes waar de Eerste Kamer bijzondere verantwoordelijk voor heeft: toetsing van rechtmatigheid van besluiten door de rechter en de door de wetgever te betrachten evenwichtigheid, een van de beginselen van behoorlijk bestuur.
KNVG is druk en Den Haag en omstreken
De laatste maanden zijn wij erg druk geweest omdat ook de politiek druk is. Verschillende formele en informele gesprekken werden gevoerd in verband met een verscheidenheid aan onderwerpen die simultaan aan de orde zijn. Martin van Rooijen is samen met Steven Molkenboer bij vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers op bezoek geweest om onze standpunten nog eens te verduidelijken. Wij geven een overzicht van de belangrijkste gesprekken:
2
De Commissie Inkomstenbelasting en Toeslagen ook wel genoemd de Commissie van Dijkhuizen Op 19 april heeft Martin van Rooijen als voorzitter van de KNVG op zijn verzoek een gesprek gehad met de Kees Dijkhuizen en Koen Caminada. Martin van Rooijen heeft uiteraard de gelegenheid aangegrepen om nog eens duidelijk te maken wat het standpunt van de KNVG is over de hoofdlijnen van het interim-‐rapport dat de Commissie heeft uitgebracht in oktober 2012. Het gaat dan voornamelijk over de voorstellen om de AOW volledig te fiscaliseren, dat wil zeggen dat ook de gepensioneerden de AOW-‐premie betalen over hun pensioeninkomsten. Dat zou een einde maken aan het principe van de AOW als een volksverzekering. De AOW was van het begin uitdrukkelijk een volksverzekering met een voor alle actieven gelijke premie en een voor alle gepensioneerden gelijke uitkering. Een besluit om de premie volledig te fiscaliseren en dus ook gepensioneerden te laten betalen voor de AOW is strijdig met de gedachte van de volksverzekering. Weliswaar is de opbrengst van de premie op dit moment onvoldoende om te uitgaven te financieren. Als gevolg hiervan wordt al ongeveer een derde van de uitgaven uit de algemene middelen betaald. Daarmee betalen gepensioneerden dus al mee aan hun eigen AOW. De Commissie suggereert nu dat er voor ouderen een vrijstelling van AOW-‐ premie geldt. Hier en daar hoort men al spreken van een subsidie. Veel van de onderbouwing van dit soort heilloze plannen komt uit de analyse van de inkomens-‐ en vermogenspositie van senioren. Koen Caminada stelt dat uit internationale overzichten zou blijken Nederland het hoogste percentage armen kent en dat tevens blijkt dat ouderen de hoogste inkomensgroei hebben. Overigens kan hier worden gesproken van de befaamde manipulatie van statistieken: de “nieuwe” gepensioneerden hebben de laatste jaren een hoger pensioen bereikt dan de vorige generaties. Bovendien is, ondanks het achterwege blijven van de indexatie en zelfs de nominale verlaging van aanvullende pensioenen, de AOW nog steeds verhoogd. Het mag niemand verbazen dat het voortreffelijke pensioenstelsel in Nederland, dat mondiaal steeds als het beste wordt bestempeld, in een internationale vergelijking tot een relatief welvarende groep ouderen leidt. Dat mag natuurlijk nooit een aanleiding zijn om de belasting voor ouderen dan maar te verhogen. Zeker niet met het argument dat ze nu “subsidie” krijgen in de vorm van vrijstelling van de AOW-‐heffing. De Commissie Ultimate Forward Rate (UFR) Op 10 mei vond op het verzoek van onze voorzitter een gesprek plaats met de voorzitter Commissie UFR Theo Langejan. Hoewel het gesprek plaatsvond op ons verzoek was ook CSO uitgenodigd. Naast Martin van Rooijen namen ook Bernard van Praag en Brord Wehmeijer deel aan het gesprek. Van onze kant is duidelijk gemaakt dat wij de opdracht van de Commissie te smal achtten. Wij hadden immers eerder gepleit bij Staatssecretaris Jetta Klijnsma om de opdracht te verbreden naar de rekenrente als zodanig. Voor het gesprek hadden wij onze correspondentie over dit onderwerp met het Ministerie van SZW en met de Tweede Kamer toegezonden.
3
Tijdens het gesprek bleek dat onze argumenten werden begrepen. Wij hadden de indruk dat er goed werd geluisterd naar onze belangrijkste kritiekpunten. Vooral het feit dat een risicoloze rente wordt toegepast op verplichtingen die geenszins risicoloos zijn leek goed begrepen te worden. Hoewel daarover geen ruchtbaarheid is gegeven is inmiddels wel duidelijk geworden dat de Commissie UFR inderdaad breder kijkt naar de gehele rekenrenteproblematiek, mede met het oog op de mogelijke invoering van een reëel stelsel. De Commissie Don over de inkomens-‐ en vermogenspositie van ouderen De Commissie Don is ingesteld naar aanleiding van de begrotingsbehandeling. Daar werden door Kamerleden vragen gesteld over de financiële toestand van gepensioneerden mede in het licht van stijgende lasten in de zorg. De Commissie Don bestaat uit een aantal vertegenwoordigers van de betreffende ministeries en CBS, CPB en SCP. Dit is de enige Commissie die uit eigen beweging vertegenwoordigers van senioren had uitgenodigd voor een gedachtenwisseling. Behalve KNVG was ook CSO uitgenodigd. Voor de KNVG waren Martin van Rooijen en Hettie Pott-‐Buter aanwezig. Het ging in deze fase nog om een inventarisatie van de onderwerpen. Hettie Pott-‐Buter heeft een verslag gemaakt dat op de website is geplaatst. Wij volstaan hier om op te merken dat ook deze Commissie het niet betalen van AOW-‐premie door gepensioneerden beschouwt als een subsidie. Wij hebben ze duidelijk gemaakt dat dat een zeer kwestieuze benadering is.
Wat tot nu toe bekend werd over de pilot voor het reële stelsel bij Zorg en Welzijn
Na de inleiding van Peter Borgdorff bij onze vijfde Algemene Vergadering was het de beurt aan Dr. Jan Tamerus, ook werkzaam bij het pensioenfonds Zorg en Welzijn. Hij hield een inleiding bij de Algemene Vergadering van de NVOG, waar het bestuur van de KNVG ook voor was uitgenodigd. Uit beide inleidingen komen twee fundamentele punten naar voren: − Beide heren denken echt dat het einde van het min of meer zekere pensioen zich heeft aangediend. Zij onderbouwen dat beiden met te verwijzen naar het generatieprobleem, de toename van de levensverwachting en de volatiliteit van de financiële markten. Op de achtergrond speelt, veel minder expliciet, de wens van de werkgever om de premie-‐uitgaven te beperken. − Beide heren maakten duidelijk dat er belangrijke voorwaarden zijn verbonden aan de invoering van het reële stelsel. Die voorwaarden gaan zo ver dat ernstig moet worden betwijfeld of het wel tot een reëel stelsel kan komen. Door zo duidelijk te verwijzen naar de onhoudbaarheid van het stelsel op grond van relatief recente ontwikkelingen (althans recent in het begrippenkader van pensioenfondsen die denken in decennia en niet in kwartalen) miskennen de
4
inleiders de ontwikkelingen tot dusver. Toename van de levensverwachting is al lang in de verplichtingen opgenomen en pensioenfondsen zijn relatief ongevoelig gebleken voor volatiele financiële markten. Wel hebben pensioenfondsen veel last van de lage rekenrente. Het is daarom bijna ontluisterend om te zien dat juist op dit laatste punt eisen worden gesteld aan de invoering van het reële stelsel. Drie voorwaarden staan centraal: − Bij het “ombouwen” van het bestaande nominale naar het reële stelsel zou een aanmerkelijke afstempeling van rechten niet acceptabel zijn. Tamerus is hierover het meest duidelijk: voor die overgang moeten we een “truc” verzinnen. Hij suggereert ondermeer om de tot nu toe misgelopen indexatie maar helemaal op te geven. Dat levert overigens geen bijdrage aan de oplossing voor de afstempeling bij de overgang, omdat de indexatierechten niet onvoorwaardelijk zijn. Een afstempeling van 30% uitgesmeerd over tien jaar word door Borgdorff als onacceptabel gezien: “dan gaat het feest niet door”. Maar de reële dekkingsgraad wordt door Zorg en Welzijn gewoon gepubliceerd in hun jaarverslag. In 2011 was dat 70%! Hoe kun je dan ontkomen aan een afstempeling van 30%? Dat kan alleen maar als de opwaartse correctie van de rekenrente ten gevolge van de verschuiving van alle risico’s naar deelnemers en pensioengerechtigden aanzienlijk hoger is dan het verwachte inflatiepercentage. Ter toelichting: stel dat bij de huidige risicovrije rente van 2,5% de nominale dekkingsgraad 105% is, dan zou bij eenzelfde rente de reële dekkingsgraad 75% zijn bij een verwachte inflatie van 2%. Om een afstempeling te voorkomen moet de gekozen risicovolle rente in dit voorbeeld tenminste 1,8 procentpunt hoger liggen dan de risicovrije rente. Maar het is hoogst onwaarschijnlijk dat de overheid, ondersteund door DNB een rekenrente van 4,3% zal toestaan. − Een tweede voorwaarde is dat de discontovoet hoog genoeg zal uitvallen om de voordelen van reëel ten opzichte van nominaal te rechtvaardigen. Deze eis ligt in het verlengde van de eerste eis. Bij de eerste eis gaat het om invoering van het reële stelsel zonder al te grote schokken, bij deze tweede eis gaat het om de handhaving van een bevredigende dekkingsgraad om te kunnen indexeren. − Het verplicht collectief invaren moet juridisch mogelijk zijn. Deze voorwaarde is noodzakelijk omdat twee regelingen naast elkaar niet efficiënt en in feite onuitvoerbaar zijn. We weten dat tot nu toe alle juridische adviezen wezen in de richting van de onmogelijkheid om verplicht invaren af te dwingen. Het is merkwaardig dat toch zo hard gewerkt wordt aan deze pilot terwijl eenieder weet dat de voorwaarden rationeel geredeneerd nooit zullen worden vervuld. Het geruststellende van deze situatie is dan natuurlijk dat het niet kan doorgaan. Maar kunnen we daar gerust op zijn? De ratio heeft al vaker het loodje gelegd in de politiek.
Prof. Dr. Sweder van Wijnbergen slaat een flater
Prof. Dr. Sweder van Wijnbergen, bekend van radio en TV, heeft gesproken bij de ALV van de NVOG, een vergadering waar de KNVG in de personen van Steven
5
Molkenboer en Rob de Brouwer ook voor waren uitgenodigd. Hij hield een pleidooi voor weer een ander pensioenstelsel, gebaseerd op het beleid van het Pensioenfonds voor Huisartsen. Het komt erop neer dat een deel van de pensioenuitkering is gebaseerd op harde rechten en een deel op zachte rechten. Geleidelijk wordt een klein deel van de zachte rechten hard, afhankelijk van de prestaties van het fonds en als gevolg daarvan de dekkingsgraad. Op zichzelf een interessante gedacht ontwikkeld door spreker en zijn collega Kocken. Maar Sweder van Wijnbergen verraste zijn gehoor met een, meermalen herhaalde, stelling: pensioenuitkeringen waar ook ter wereld en hoe dan ook georganiseerd zijn een overheveling van financiële middelen van jongere werkende naar oudere gepensioneerden. Hij is hier heel stellig over en laat zich door vragenstellers uit de zaal niet van de wijs brengen. Deze stelling is natuurlijk niets meer dan goudgerande kletskoek. Als hij gelijk zou hebben dan zouden gepensioneerde mijnwerkers geen enkele uitkering uit hun pensioenfonds meer ontvangen. Het Algemeen Mijnwerkersfonds heeft op dit moment een dekkingsgraad van ongeveer 110%. Er is geen enkele actieve deelnemer meer, maar het fonds kan, zonder aanvulling van buitenaf, aan al zijn verplichtingen voldoen. Als econoom vraag je je af of je iets gemist hebt in de redenering van Sweder van Wijnbergen. Bedoelt hij misschien dat de groei van het fonds afhankelijk is van de economische situatie in de wereld en dat die economische situatie wordt bepaald door de beroepsbevolking en niet door de mensen die daarvan afhankelijk zijn? Voorlopig gaan we er maar van uit dat het een flater betreft.
Brandbrief Ondernemingsraden tegen beperken van pensioenopbouw
Over de beperking van de opbouwpercentages van pensioenen is door een aantal ondernemingsraden een brandbrief geschreven aan de politiek. Het gaat daarbij om de Centrale Ondernemingsraden van Albert Heijn, Douwe Egberts, Etos, Heineken, KPN, NS en PostNL. Zoals bekend wil dit kabinet de opbouwpercentages beperken tot 1,75% van het middelloon. Vanuit verschillende bronnen is bekend geworden dat deze verlaagde opbouw voor nieuwe intreders in de arbeidsmarkt kan leiden tot een pensioen dat een kwart lager uitvalt dan nu het geval is. De KNVG en de ANBO hebben deze brief mede ondertekend. Wij hadden eerder al laten weten dat wij deze plannen om belastinginkomsten naar voren te halen, afwijzen. Maar inmiddels is deze groep ondernemingsraden verder gegaan en heeft zich daarbij zodanig van de KNVG verwijderd dat wij onze ondersteuning hebben moeten intrekken. Het niet doorgaan van de kabinetsplannen op het gebied van beperking van de opbouwpercentages zou immers een gat slaan in de begroting. De ondernemingsraden hebben voorgesteld om dat gat te dichten met een vermogensheffing op de pensioenvermogens van pensioenfondsen. Dan wordt het middel wel erger dan de kwaal. Zeker voor gepensioneerden, die weliswaar een
6
hogere belastingvrije opbouw hadden, maar nu voor hun pensioeninkomsten die destijds niet geinde inkomstenbelasting nu dubbel en dwars betalen.
SER-‐advies over nieuwe pensioenstelsel (met commentaar van Bovenberg en Kocken)
Op 9 april 2013 bracht de SER een advies uit over het pensioenstelsel. Het advies betrof de plannen voor het nieuwe nominale en reële stelsel, FTK1 en FTK2. De SER is te spreken over de grotere stabiliteit van het stelsel, maar vraagt om maatregelen om die stabiliteit te verhogen. De SER vraagt daarom om een “macro-‐stabiele discontovoet”. Daarnaast vraagt de Raad aan de overheid om de barrière op het invaren te slechten. Met andere woorden: de oplossing die nu gekozen is om de keuze en de uitvoering van die keuze over te laten aan de pensioenfondsen en daar als overheid geen verantwoordelijkheid voor te nemen wordt door de SER als een onbegaanbare weg gezien. De wet moet pensioenfondsen in staat stellen verplict collectief in te varen. Binnen vierentwintig uur kwam het commentaar van de hoogleraren Bovenberg en Kocken. De “macro-‐stabiele” discontovoet ondermijnt het vertrouwen. Wat leest u? Ja, het ondermijnt het vertrouwen, aldus beide heren. Alsof het gemorrel aan ons pensioenstelsel op zichzelf het vertrouwen al niet heeft ondermijnd.
Dekkingsgraden nu nagenoeg allemaal boven 100% (met dank aan Erik Daae)
De financiële positie van de vijf grootste Nederlandse pensioenfondsen is de eerste drie maanden van 2013 verbeterd. En dat komt voornamelijk door het korten van de pensioenen per afgelopen 1 april. Daarom hebben de pensioenfondsen op papier weer meer geld in kas dan ze in de toekomst aan pensioen moeten uitkeren. Dit blijkt uit de eerstekwartaalcijfers van de fondsen, die naar buiten zijn gekomen. Toch kan nog zeker niet de vlag uit. Eventuele kortingen in 2014 zijn alles behalve van de baan. Dat hangt van de dekkingsgraad per eind december af die circa 105% moet zijn. En ook de almaar achteruit hollende koopkracht blijft een punt van zorg.
7
Martin Van Rooijen en Bernard van Praag spreken symposium 50plus toe Op 1 juni werd door de politieke partij 50plus een symposium georganiseerd over pensioenen. De KNVG was prominent vertegenwoordigd met twee sprekers. Uiteraard ging het opnieuw over de toestand van de pensioenfondsen en de noodzaak (of eerder het gebrek daaraan) om tot stelselwijziging over te gaan. De tekst van de speech van Martin en de presentatie van Bernard staan beiden op de website. Wij hebben tijdens dit symposium bewust gekozen voor een wat hardere toonzetting. Veel van wat we tot nu toe zeggen wordt immers wel beleefd aangehoord maar u weet wat u als manager moet doen om medewerkers ook te laten uitvoeren wat u van ze vraagt. Daarvoor moet u zichzelf de volgende vragen stellen: Heb ik het gezegd? Ja, maar hebben ze het ook gehoord? Ja, maar hebben ze het ook begrepen? Ja, maar zijn ze het ermee eens? Ja, maar gaan ze het ook doen? En als je merkt dat ze het niet gehoord of niet begrepen hebben, of dat ze het er niet mee eens waren, wordt het tijd om de communicatiestrategie te veranderen. Daarom heeft met name Martin op 1 juni gesproken over oorlog in pensioenland. Wij zullen NOOIT kunnen ondersteunen dat onze rechten, die tot ons eigendom behoren, eenzijdig worden verslechterd. Daarom werd nu al duidelijk gemaakt dat, als wettelijk wordt vastgelegd dat verplicht invaren van bestaande rechten in een nieuw stelsel is toegestaan (in tegenstelling tot wat de Pensioenwet nu zegt) door de KNVG van alle rechtsmiddelen gebruik zal worden gemaakt om dat tegen te houden. Wij nemen hieronder de volledige tekst van het persbericht daarover op: Voorzitter Koepel Gepensioneerden kondigt ‘juridische pensioenoorlog’ aan
‘Nieuw pensioenstelsel heeft geen enkel maatschappelijk draagvlak’
Er is geen nieuwe Pensioenwet en geen nieuw pensioenstelsel nodig om de problemen met de pensioenen op te lossen. Het veelgeprezen Nederlandse pensioenstelsel staat nog steeds fier overeind. Alle maatregelen die nodig zijn om de pensioenfondsen gezond te maken, kunnen binnen de bestaande Pensioenwet worden doorgevoerd. Het verzet tegen een nieuw pensioenstel zal dan ook tot de hoogste Nederlandse en Europese rechter worden doorgevoerd. Dat zei Martin van Rooijen, voorzitter van de Koepel van Nederlandse Verenigingen van Gepensioneerden en oud-‐staatssecretaris van Financiën, vandaag op een symposium van de politieke partij 50Plus over pensioen.
8
De sociale partners en de regering sturen er met een nieuwe pensioenwet op aan, dat er straks twee pensioensystemen naast elkaar bestaan. Met de nieuwe pensioenwet wordt het mogelijk met terugwerkende kracht bestaande pensioenrechten te onteigenen en onder te brengen in een nieuw pensioenstelsel. Van Rooijen: ‘Dat is ontvreemding van eigendom, diefstal op klaarlichte dag, in een democratisch jasje.’ De KNVG zal samen met de andere grote pensioenkoepel NVOG een ‘juridische pensioenoorlog’ voeren tegen het nieuwe pensioenstelsel. De twee organisaties vertegenwoordigen samen direct 300.000 ouderen en indirect 3 miljoen. ‘Als we allemaal een kopje koffie minder drinken is er voldoende budget voor een langdurige strijd, ook al zal niet iedere gepensioneerde van vandaag de uitslag nog meemaken’, aldus Van Rooijen. De beide organisaties hebben eerder al de Stichting Pensioenfatsoen opgericht, die dient als oorlogskas. De nieuwe pensioenwet is volgens de KNVG-‐voorzitter gebaseerd op de angst kort na de crisis en heeft geen enkel maatschappelijk draagvlak. ‘Bij het begin van de financiële crisis is door de sociale partners het beeld geschetst dat ons pensioenstelsel in het gedrang zou komen. Die angst is niet terecht gebleken. De pensioenfondsen hebben ook de afgelopen jaren enorme winsten gemaakt en de pensioenpotten zijn voller dan ooit.’ Van Rooijen voorspelt dat jongeren, actieven en gepensioneerden volgend jaar vertwijfeld zullen staren naar onbegrijpelijke teksten van pensioenfondsen, die hen vragen om een schier onmogelijke keuze te doen tussen twee verschillende pensioensystemen. ‘In wanhoop en paniek lezen en herlezen ze straks onbegrijpelijke brieven, brochures en miljoenen verslindende advertenties. Het gaat een drama worden, waarvoor de verantwoordelijken straks niet weg kunnen lopen.’ De KNVG ontkent niet dat dat er sinds de financiële crisis een nieuwe werkelijkheid ontstaan, die om aanpassingen binnen het bestaande stelsel vraagt, maar niet om het optuigen van een heel nieuw pensioenstelsel. Van Rooijen: ‘De pensioentrein raast door als een razende door druk bewoond gebied en de sociale partners en de overheid missen alle noodsignalen. Wij blijven alarm slaan. Nog is het niet te laat. Politiek wordt wakker. Ouderen laat u horen. Ouderenorganisaties laat u niet uiteen spelen en werk nog beter samen. Achttien maanden hebben we nog om bij zinnen te komen’ Daar zit geen woord Frans bij. Kijken of ze het begrijpen in Den Haag, of ze het ermee eens zijn en of ze het ook gaan doen.
Redactie: Rob de Brouwer e-‐mail:
[email protected]
9