-1-
VERSLAG van de ALGEMENE LEDENVERGADERING van de VERENIGING NEDERLANDSE GEPENSIONEERDEN in SPANJE gehouden op maandag 18 februari 2013 in het “Auditori” van de Ayuntamiento La Nucia Aanwezig: Bestuursleden: - Cees van der Wiel (voorzitter) - Hans Hueber (secretaris) - Albert Kiffen (penningmeester), leden: 25 personen Afwezig met bericht van verhindering: 15 personen. De voorzitter, Cees van der Wiel, opent om 15.00 uur de vergadering. Omdat het vereiste quorum niet aanwezig is, sluit de voorzitter de vergadering. Conform het gestelde in de uitnodiging zal een volgende vergadering om 16.00 uur plaatsvinden. Hieronder vindt u het verslag van de vergadering welke om 16.00 uur begon.
1.
Opening. Met een hartelijk welkom aan de aanwezigen opent voorzitter Cees van der Wiel de vergadering en zegt dat deze vergaderlocatie ons gratis ter beschikking is gesteld door de gemeente La Nucia. Een woord van dank is verschuldigd aan Bart Gommans en de burgemeester van La Nucia. Het aantal leden dat deze vergadering bijwoont is minder dan verwacht. Dit is niet terecht aangezien er nog steeds belangrijke zaken op de agenda met het CVZ en het Ministerie van VWS staan. Bij punt 8 van de agenda zal hierop uitgebreid ingegaan worden.
2.
Ingekomen stukken en mededelingen. a) Voor deze vergadering hebben zich 15 mensen afgemeld. Reden van de afmeldingen is in bijna alle gevallen de té grote afstand of vakantie. Zoals in het verslag van de secretaris is vermeld hebben Hannie en Gerard Schnitfink zich het afgelopen jaar teruggetrokken uit het bestuur. De voorzitter prijst beiden voor hun inzet gedurende de afgelopen 6 jaar en dat deze van groot belang is geweest voor onze vereniging en wenst hen succes voor de toekomst. Helaas konden zij niet aanwezig zijn in verband met vakantie.
3. Vaststelling Verslag Algemene Ledenvergadering d.d. 20 januari 2012. In dit verslag is onder punt 10 per abuis vermeld dat de heer H.Berg in de kascommissie zou zitten. Dit moet zijn de heer van de Meer. Door de vergadering wordt dit verslag verder zonder verdere op- of aanmerkingen goedgekeurd en aldus vastgesteld en getekend. 4. Jaarverslag 2012 Vereniging Nederlandse Gepensioneerde in Spanje V.N.G.S. Desgevraagd heeft geen der aanwezigen op of aanmerkingen op het vooraf uitgereikte verslag en wordt het verslag voor kennisgeving aangenomen en getekend. De voorzitter dankt de heer Hueber voor dit verslag. 5.
Financiële rapportage De penningmeester Albert Kiffen heeft aan alle aanwezigen bij binnenkomst een lijst van Baten en Lasten en een Balans uitgereikt, waarover hij een uitgebreide uitleg geeft. Momenteel is nog een saldo van € 15.481.- beschikbaar. De voorzitter dankt de penningmeester voor zijn werkzaamheden en uiteenzetting.
-2-
6.
Kascommissie Namens de kascommissie voert de heer Roosjen het woord. Zij hebben met drie personen t.w. de heren K.Roosjen, J.F.van der Meer en de heer G.J.Ruizendaal de kas gecontroleerd en de heer Roosjen verklaart mede uit naam van alle drie dat het financiële verslag een juist en volledig beeld geeft van de werkelijkheid en dat de opgevoerde kosten passen binnen de doelstelling van de vereniging. Zij stellen de vergadering dan ook voor om het bestuur décharge te verlenen voor het gevoerde financiële beleid. De voorzitter dankt de Kascommissie voor de verrichte werkzaamheden en het in het bestuur gestelde vertrouwen. Desgevraagd heeft niemand van de aanwezigen vragen hieromtrent, waarna de financiële jaarstukken 2012 worden geaccepteerd. Voorzitter Cees van der Wiel dankt de Kascommissie en vraagt de vergadering het bestuur décharge te verlenen aan de hand van de verklaring van de Kascommissie. De décharge wordt verleend.
7.
Uitleg over de niet ontvankelijkheid bij het EHRM.
Zorgverzekeringswet Na de zeer teleurstellende uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, die als onbillijk werd ervaren, werd onderzocht welke mogelijkheden nog open stonden om daar tegen in beroep te gaan. De enige mogelijkheid bleek een gang naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Na consultatie van een aantal deskundigen werd besloten in zee te gaan met prof.mr.T. Barkhuysen en mr. A.W. Bos van het kantoor Stibbe in Amsterdam. Op 7 juni 2012 werd een klacht ingediend bij het EHRM, die op 31 juli 2012 werd onderbouwd. Tevens werd op 31 juli 2012 een verzoek ingediend tot prioritaire behandeling. Dit verzoek werd door het EHRM op 6 september 2012 toegestaan. De klacht betrof drie onderdelen: 1. Ontneming van eigendom door het beëindigen van de lopende verzekeringen 2. Discriminatie ten opzichte van verzekerden in Nederland 3. Oneerlijke procesvoering. Op 6 november 2012 werd bericht ontvangen van het EHRM dat de klacht niet ontvankelijk werd verklaard, met de volgende motivatie: De klacht met betrekking tot het recht op ongestoord eigendomsgenot als bedoeld in art. 1 EP: Hiervan heeft het EHRM geoordeeld dat de (particuliere) zorgverzekeringen niet vallen aan te merken als ‘possession’ als bedoeld in art. 1 EP. Hoewel wij volgens het Hof mochten hopen dat deze verzekeringen ook na 1 januari 2006 onder vergelijkbare voorwaarden zouden worden verlengd, kwalificeert dat volgens het EHRM namelijk niet als ‘legitieme verwachting’ waarvoor art.1 EP bescherming biedt. Dit onder meer omdat noch in de wet noch in de jurisprudentie ‘hard’ was bepaald dat zorgverzekeringen (altijd) onder vergelijkbare voorwaarden jaarlijks moesten worden gecontinueerd. Het gelijkheidsbeginsel: Het EHRM heeft onderkend dat niet-ingezetenen anders zijn behandeld dan ingezetenen bij de herziening van het zorgverzekeringsstelsel, maar volgens het EHRM is er echter geen sprake van ‘vergelijkbare gevallen’. Volgens het EHRM was de Zorgverzekeringswet primair bedoeld om een zorgverzekeringssysteem te creëren voor het Nederlandse grondgebied, niet voor het buitenland. Niet-ingezetenen vallen volgens het EHRM – door hun keuze om in een ander EU-land te
-3-
gaan wonen – ook niet onder die wet maar onder de Europese verordening die bepaalt dat zij recht hebben op de zorg van dat EU-land. Dit maakt volgens het EHRM de situatie van ingezetenen anders dan die van niet-ingezetenen, wat er dan automatisch in resulteert dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt verworpen (omdat er geen sprake is van gelijke gevallen). Het recht op een eerlijk proces. Wij hadden nog geklaagd over de overweging van de CRvB dat sprake is geweest van ‘bestuurlijke naïviteit’, zonder dat daar gevolgen aan zijn verbonden. Dit heeft het EHRM terzijde geschoven met de overweging dat sprake is geweest van uitvoerige nationale procedures en dat het niet zijn taak is om deze procedures (als vierde instantie) nog eens opnieuw te doen. Hiermede kwam er een eind aan de mogelijkheid om via de rechterlijke weg de voor ons grote nadelen ontstaan bij de invoering van de Zorgverzekeringswet ongedaan te maken.
8.
Verwachte toekomstige ontwikkelingen 2013-2017.
De voorzitter geeft aan dat de rechtsgang inzake de Zvw ten einde is, doch er nog veel punten in het belang van de leden geregeld moeten worden. Onderstaand volgt een zo gedetailleerd mogelijke inventarisatie van deze punten tijdens het overleg met het CVZ en VWS op 4 en 5 oktober te Alicante. Onderwerp. Het CVZ heeft nog een fors bedrag te vorderen aan achterstallige bijdragen. Er kan een betalingsregeling worden getroffen. Op verzoek van de (organisaties van) verdragsgerechtigden onderzoekt het CVZ op welke wijze incasso het meest doelmatig is. Vanuit de vergadering is verzocht daarbij In overleg met de SVB en UWV te bezien of nog na te betalen bijdrage op het pensioen/uitkering kan worden ingehouden (met instemming van betrokkene).
Aktievoerder CVZ (afgedaan) Het CVZ heeft een procedure opgesteld voor het aanbieden van betalingsregelingen. Die is afgestemd met de Nationale Ombudsman. Uitgangspunt is dat de betalingsregeling – binnen de vastgestelde richtlijnen – zoveel mogelijk aansluit bij de wensen van de klant. Inhouding van achterstallige bijdrage op pensioen of uitkering is niet zo maar mogelijk omdat het gaat om bijdrage over inkomen uit het verleden. Die mag niet zo maar op een toekomstig inkomen worden ingehouden. De tijdens de bijeenkomst gedane suggestie om nabetalingen in te houden op toekomstige uitkeringen zal daarom niet worden overgenomen. Aktie afgedaan.
Onderwerp. Geconstateerd wordt dat veel gepensioneerden feitelijk buiten Nederland wonen, maar niet als verdragsgerechtigden worden aangemerkt omdat ze –veelal ten onrechte- nog in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) in Nederland staan geregistreerd. Deze personen genieten de volledige dekking van de Zvw en AWBZ. Het CVZ zelf heeft niet de bevoegdheden om hier verandering in aan te brengen. Deze problematiek raakt echter de uitvoering van meerdere Nederlandse uitvoeringsorganisaties, zoals de Belastingdienst, de SVB en het CVZ. In het belang van een goede uitvoering is een expertise werkgroep opgericht, bestaande uit de diverse organisaties en waar in het bijzonder deze problematiek op de agenda staat.
Aktievoerder CVZ voor 31.12.2013 In de EBU (Expertisecentrum Buitenlandse Uitvoering) is een van de drie themagroepen voor 2013: ‘Mobiliteit burgers’. Daarbij komt ook de adresproblematiek aan de orde (o.a. de situatie dat iemand In GBA is ingeschreven maar feitelijk in het buitenland woont). Het CVZ is deelnemer van de EBU en zal daar de bijzondere aandacht voor dit onderwerp vragen.
-4-
Onderwerp. Het CVZ doet onderzoek naar de mogelijkheid om de uitvoering van de verdragsregelingen te vereenvoudigen. Ideeën in dit verband zijn: een andere verdeling van werkzaamheden tussen Belastingdienst en CVZ, andere toepassing van de heffingskortingen en het alleen nog maar op verzoek versturen van het NiNbi formulier.
Aktievoerder CVZ voor 31.12.2013 VWS heeft tijdens overleg op 13-12-2012 aangegeven de voorstellen van het CVZ in beginsel te ondersteunen. Op 4-2-2013 vindt hierover verder overleg plaats met VWS, CVZ, BD en Min.Fin.
Onderwerp. De AWBZ-component in de bijdrage wordt nog steeds als zeer verwarrend ervaren. Gezien de gekozen bijdragesystematiek kan echter niet worden voorkomen dat de AWBZ in de beslissingen van het CVZ wordt genoemd. Anders zou die beslissing niet aan de wettelijke eisen van een goede motivatie voldoen. Het CVZ blijft zich inspannen om dit zo goed als mogelijk toe te lichten.
Aktievoerder CVZ.(afgedaan) Volgens het regeerakkoord Rutte II wordt de AWBZ in 2017 een voorziening. Indien dit voornemen wordt gerealiseerd, kan de inkomensafhankelijke AWBZ-component per dat jaar vervallen.
Onderwerp. Uit de Verzekerdenmonitor 2012 van VWS blijkt niet duidelijk waarom de kosten van de zorg in Nederland (pensioenlandzorg) zou moeten leiden tot een hogere woonlandfactor. Het gevolg is immers –met name bij woonlanden waarmee Nederland inmiddels op basis van werkelijke kosten afrekent- dat minder aan die landen hoeft te worden betaald. Bovendien blijkt dat de zorg in Nederland vooral wordt geconsumeerd door verdragsgerechtigden die in België en Duitsland wonen. Het is dan niet eerlijk dat gerechtigden in andere landen moeten meebetalen via een hogere woonlandfactor. VWS zal worden gevraagd om hier op te reageren.
Aktievoerder VWS voor 01.02.2013 Schriftelijke reactie VWS volgt binnenkort
Onderwerp Het CVZ zal bij VWS onder de aandacht brengen dat de Verzekerdenmonitor 2012 ten aanzien van de kosten alleen de kosten weergeeft van de vaste bedragen. De werkelijke kosten worden niet genoemd. Dit geeft een vertekend beeld.
Aktievoerder VWS voor 01.02.2013 Schriftelijke reactie VWS volgt binnenkort.
Onderwerp. Tijdens de bijeenkomst in november 2011 zijn bij de vertegenwoordigers van de verdragsgerechtigden verwachtingen ontstaan over een door Nederland in te voeren vrijwillige verzekering. Met de ontvangst van de brief van de minister van 18 januari 2012 is deze hoop de kop ingedrukt. Er bestaat hierover een gevoel van onrecht-vaardigheid. Dat gevoel wordt versterkt door het feit dat veel gepensioneerden ten onrechte worden aangemerkt als nog woonachtig in Nederland en daardoor de volledige aanspraken op Nederlands niveau in het woonland hebben. Bovendien hebben ambtenaren van de Europese Commissie bevestigd dat een vrijwillige verzekering niet in strijd is met de verordening 883/2004. De brief van de minister geeft de argumenten waarom niet wordt overgegaan tot de introductie van een vrijwillige verzekering naast het verdragsrecht. Ook door alle inmiddels gedane rechterlijke uitspraken bestaat er voor VWS geen aanleiding om dit hernieuwd op de agenda te zetten. Eventuele verandering zal vanuit de politiek zelf moeten komen. Het argument dat een vrijwillige verzekering kostenverhogend zou werken wordt volgens vertegenwoordigers van verdragsgerechtigden onvoldoende gemotiveerd. Ook andere argumenten worden als onvoldoende steekhoudend ervaren. VWS zal op korte termijn hierover een nadere toelichting geven waarbij ook wordt ingegaan op de brief van de SBNGB van 4 maart 2012 aan de minister.
Aktievoerder VWS voor 01.02.2013 Schriftelijke reactie VWS volgt binnenkort.
-5-
Onderwerp. Reisverzekeringen (voor dekking buiten EU) geven onjuiste informatie omdat gesuggereerd wordt dat alle kosten worden vergoed, terwijl achteraf blijkt dat als voorwaarde geldt dat een onderliggende wettelijke zorgverzekering aanwezig moet zijn (m.n. in geval van hoge kostendeclaraties wordt dit door reisverzekeraars als argument gebruikt om niet uit te hoeven keren). Verdragsgerechtigden kunnen niet voldoen aan de voorwaarde van een onderliggende verzekering en zijn daardoor bij voorbaat uitgesloten. VWS zal hiervoor aandacht vragen bij het Verbond van Verzekeraars.
Aktievoerder VWS voor 01.02.2013 Schriftelijke reactie VWS volgt binnenkort
Onderwerp. De EHIC wordt alleen op aanvraag door het CVZ verstrekt. Het CVZ zal nagaan of automatische afgifte na afloop van de geldigheid van een EHIC mogelijk is. Verder wordt bezien of de Agis-folder over zorg in Nederland bij de EHIC kan worden meegestuurd. Voor tips over de inhoud kan het CVZ worden benaderd. Omdat een folder niet alle bijzonderheden kan geven, geldt wel het algemene advies bij zorg in Nederland om bij twijfel contact op te nemen met Agis.
Aktievoerder CVZ.(afgedaan) In de evaluatie over de nieuwe manier van afgeven van de EHIC is het spontaan versturen van de EHIC naar degene die hem eerder hebben aangevraagd aan de orde geweest. Om diverse redenen is daarvoor niet gekozen: - minder verstrekte kaarten omdat degenen die de EHIC hebben aangevraagd en nu geen nieuwe willen, er geen aanvragen - impliciete controle op voortduren verdragsrecht (degene die de kaart aanvraagt is nog verdragsgerechtigd; we krijgen geen post onbestelbaar terug) - we hebben een nieuwe werkwijze geïntroduceerd, die moet je niet meteen overhoop gooien - degenen die de EHIC hebben aangevraagd en een nieuwe willen hebben weten onze website te vinden (nieuwe werkwijze promoten) Met de inwerkingtreding van de nieuwe Verordening kregen de verdragsgerechtigden ook recht op zorg in Nederland. AGIS vergoedt en regelt die zorg. Voor het inroepen van zorg in Nederland gaf AGIS een afzonderlijke verklaring af (VAM voor gepensioneerden en MVG voor meeverzekerde gezinsleden van grensarbeiders). De klanten kregen dus én een EHIC (niet voor zorg in het woonland en niet voor zorg in Nederland, maar alleen voor zorg in andere lidstaten) en een MVG/VAM (alleen zorg in Nederland). Bij de VAM/MVG verstrekte Agis een toelichting (folder) hoe om te gaan met het inroepen van zorg in Nederland. Wij hebben het afgeven van een dubbele verklaring als omslachtig ervaren en daarom in overleg met Agis afgesproken om met ingang van 01.01.2012 de EHIC ook te gaan gebruiken voor zorg in Nederland. Dus geen bureaucratie, maar vereenvoudiging. Omdat slechts een beperkt deel van de verdragsgerechtigden zorg inroept in Nederland en Agis de regie wil houden op de wijze van inroepen van zorg/afhandeling declaraties, is besloten geen folder over het inroepen van zorg in Nederland mee te sturen, maar te verwijzen naar Agis. Nogmaals: niet omdat dit te ingewikkeld is, maar omdat het een relatief beperkt aantal mensen betreft en Agis op deze manier de klanten gerichter kan informeren. De EHIC wordt met een gegevensvrager verzonden. D.w.z. de EHIC wordt geplakt op een brief. Die brief bevat nu een korte toelichtende tekst. Als er bij de verdragsgerechtigden behoefte bestaat aan meer toelichting, dan zijn wij daar uiteraard niet op tegen. Wel moet goed worden overwogen welke informatie verstrekt kan worden. De procedure van inroepen van zorg kan per lidstaat verschillen en wij kunnen sowieso geen pakket-informatie opnemen. Het CVZ wil voorlopig doorgaan met de gekozen route. In 2014 kan deze in overleg met de organisaties van verdragsgerechtigden worden geëvalueerd en dan zo nodig worden aangepast.
Onderwerp. Het recht op pensioenlandzorg heeft tot gevolg dat op die zorg in Nederland de voor-waarden van de Zvw van toepassing zijn. De Zvw biedt een buitenlanddekking. Dat zou betekenen dat via het recht op pensioenlandzorg ook vergoeding van kosten op basis van de Zvw buiten Nederland mogelijk is
-6-
De pensioenlandzorg is echter gebaseerd op de verordening 883/2004 en is beperkt tot zorg die tijdens een verblijf in het pensioenland wordt genoten. Daar wordt tegen in gebracht dat de verordening 883/2004 minimum rechten regelt. Een lidstaat mag daar zelf uitbreiding aan geven. Aan VWS zal worden gevraagd om aan te geven of dit keuzerecht volgens de verordening 883/2004 mogelijk is en zo ja, hoe dit dan verder kan worden geregeld.
Aktievoerder VWS voor 01.02.2013 Schriftelijke reactie VWS volgt binnenkort
Onderwerp. De evaluatie van de verordening 883/2004 kan voor VWS aanleiding zijn om de opzegging van de vrijwillige AWBZ-verzekering te heroverwegen. Niet geheel duidelijk is wat de reikwijdte is van de evaluatie(-s). In ieder geval zijn noch VWS, noch CVZ op de hoogte van internationale conferenties die over de evaluatie (-s) zouden zijn gehouden. Hetzelfde geldt voor conferenties die gaande zijn over de mogelijke strijdigheid van richtlijn nr. 2004/38 met de verordening 883/2004. De VNGS zal hierover nog stukken toezenden. Wel duidelijk is, is dat in 2015 een evaluatie plaatsvindt van de afrekeningsbepalingen. Dit is echter een kwestie tussen de lidstaten en staat los van nationale verzekeringen of bijdrageheffingen. Als lidstaten niet afrekenen, omdat de verdragsgerechtigde zich in het woonland niet als rechthebbende op zorg heeft geregistreerd, dan mag het pensioenland toch heffen volgens het arrest Van Delft. Hiermee vervalt dan in feite de functie van art. 33 van verordening 1408/71, resp. art. 30 van verordening 883/2004. Volgens deze bepalingen mag het pensioenland alleen heffen als er wordt afgerekend. Het CVZ licht toe dat deze bepalingen voor het pensioenland een rechtsgrond vormen om te kunnen heffen als er nationaalrechtelijk geen verzekering bestaat en om te voorkomen dat het woonland heft. VWS zal nog reageren op de vraag of de evaluatie(-s) invloed hebben op de situatie van verdragsgerechtigden, maar er zal door VWS geen heroverweging plaatsvinden van de beëindiging van de vrijwillige AWBZverzekering.
Aktievoerder VWS voor 01.02.2013 Schriftelijke reactie VWS volgt binnenkort.
Onderwerp. Voor veel mensen is onduidelijk op welke zorg waar in Europa recht bestaat. Ook voor (het gebrek aan) acceptatie van de EHIC door zorgverleners is de aandacht gevraagd.
Aktievoerder CVZ (afgedaan) Op de website van de Europese Commissie is voor het gebruik van de EHIC per land informatie opgenomen . Zie: http://ec.europa.eu/social/main.jsp?langId=nl&catId=559 Ook kan een gratis app worden gedownload. Naar verwachting zullen problemen met de acceptatie van de EHIC steeds minder worden.
9.
Vaststelling Contributie 2013
Koopkrachttegemoetkoming Oudere belastingplichtigen In 2011 werd de wet Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen (KOB) van kracht. Dit houdt in dat met ingang van de maand juni 2011 iedere AOW gerechtigde die niet voor 90% van zijn/haar Nederlandse inkomen belastingplichtig is in Nederland € 33,09 minder AOW ontvangt. Wederom een geval van verboden discriminatie, zoals zelfs de Raad van State aangaf in haar advies. Met hulp van onze advocaat werd een klacht ingediend bij de EU commissie. Deze heeft de klacht ontvankelijk verklaard en heeft op 29 september 2011 de Nederlandse regering schriftelijk in gebreke gesteld en haar in gelegenheid gesteld binnen twee maanden te reageren. Bij het schrijven van dit overzicht in januari 2013 was de reactie van de Nederlandse regering nog niet bekend en voor zover bekend heeft ook de EU commissie geen verdere stappen gezet.. Ook werd een aantal model bezwaarschriften en beroepschriften door onze advocaat opgesteld, waarmede bezwaar kon worden gemaakt tegen deze korting bij de Sociale Verzekeringsbank. De bezwaren werden door de SVB afgewezen. Hiertegen werd in beroep gegaan bij de Rechtbank
-7-
Haarlem. Die oordeelde op 3 april 2012 dat het beroep gegrond was en dat de betaling diende te worden hersteld. De SVB ging tegen deze uitspraak in hoger beroep. Op 22 juli 2012 werd hiertegen een verweerschrift ingediend bij het Gerechtshof in Amsterdam.
Aangezien dit punt in de toekomst nog tot advocaatkosten kan leiden, maar het onduidelijk is om welk bedrag het hierbij gaat, stelt het bestuur voor vooralsnog geen contributie te heffen over 2013. Indien de nood aan de man komt kan dit alsnog gebeuren. Uit de zaal wordt het voorstel gedaan om dan voor 2013 over te gaan tot een contributie van € 50.- per lid. Het blijft de moeite waard om betrokken te zijn en blijven bij de VNGS en druk uit te oefenen op het CVZ en VWS. Dit voorstel wordt aangenomen, zodat de contributie uitkomt voor 2013 op € 50.- per lid. 10. Benoeming Kascommissie verenigingsjaar 2013. De heer G.Ruizendaal is aftredend lid van de kascommissie en de heren Roosjen en van der Meer stellen zich herkiesbaar. Mevrouw J.Busch is bereid zitting te nemen in de kascommissie. De vergadering gaat hiermee accoord en bedankt de commissie met een hartelijk applaus. 11. Bestuursverkiezing. Aangezien zich geen nieuwe kandidaat bestuursleden hebben aangemeld, besluiten de huidige bestuursleden om zich weer kandidaat te stellen. De vergadering stemt onder applaus unaniem in met de herbenoeming van het zittende bestuur. OPROEP
Het bestuur werd door de aanwezige leden uitdrukkelijk verzocht in het verslag van de bijeenkomst een oproep op te nemen gericht aan diegenen die door omstandigheden niet konden deelnemen aan de vergadering en wel met de volgende strekking. Doordat het stadium van procesvoering inmiddels is doorlopen, althans wat onze oorspronkelijke doelstelling “keuzevrijheid” betreft, lijkt het alsof de werkzaamheden van de vereniging kunnen worden afgesloten. Niets is minder waar. Voor ons hele belangrijke onderwerpen liggen op tafel en vereisen permanente aandacht om sturing te geven in een voor ons positieve richting zoals: • Het consumeren van de pensioenlandzorg in Spanje nu bekend is dat de EU verordening dit toestaat • Procederen in Hoger Beroep in KOB problematiek alsmede het opvolgen van het door de EC uitgesproken oordeel in deze.
• Bewaking van omschakeling afrekenen tegen werkelijke kosten ipv forfaitaire bedrag en de • • •
gevolgen voor de woonlandfactor Strijd voor lotsverbetering bij de herziening van de verordening 883/ 2004 in 2015 Verlaging bijdrage ten gevolge van wegvallen AWBZ component Het bewerkstelligen dat het verdragsrecht wordt erkend als gelijkwaardig aan zorgverzekering ten behoeve van de reiskostenverzekering bij reizen buiten de verdragslanden
Aanwezige leden willen erop wijzen dat er dwingende noodzaak aanwezig is de strijd voort te zetten en dat om die reden de vergadering op eigen initiatief voorgesteld heeft een contributie van € 50,00 te heffen.
-8-
12. Rondvraag. Op de vraag waarom de heren Andriessen en Ramaer afgetreden zijn uit het bestuur van de Stichting wordt geantwoord dat dit ingegeven is door de hoge leeftijd van beide heren. Er zijn vanuit België 2 nieuwe kandidaten voorgedragen en benoemd, die actief bijdragen aan de doelstellingen van de Stichting. Er wordt gevraagd of andere landen zich ook verzetten tegen de korting op de AOW. Dit is het geval. Turkije, Marokko en ook Spanje procederen tegen Nederland inzake deze korting.
13. Sluiting Met dank aan alle aanwezigen sluit de voorzitter deze vergadering en wenst iedereen wel thuis. Aldus vastgesteld en getekend in de Ledenvergadering van ........
Cees van der Wiel (voorzitter)
Hans Hueber (secretaris)
Albert Kiffen (Penningmeester)