Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Minor-programma’s aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde
2012-2013 Coördinatoren:
prof. dr. R. Kaas (Kwantitatieve Economie) dr. F.D. Belschak (Business Studies) dr. D.J.M. Veestraeten (Algemene Economie) dr. C. Hsieh (Entrepreneurship)
23-04-2012
Inhoudsopgave
1.
2.
Bijlage 1 Bijlage 2
Algemene informatie met betrekking tot de Minor-programma’s aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB)
3
1.1. De Minor-programma’s aan de FEB 1.2. Eindtermen 1.3. Voor wie zijn de Minor-programma’s aan de FEB bedoeld? 1.4. Ingangseisen 1.5. Informatie 1.6. Aanmelding en inschrijving 1.7. Certificaat 1.8. Het volgen van Master-opleidingen aan de FEB 1.9. Overgangsregelingen voor actuele Minor-studenten 1.10. Nuttige telefoonnummers aan de FEB
3 3 4 5 6 6 7 7 8 8
Thema en curriculum van de Minor-programma’s aan de FEB
9
2.1. De Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie
9
1) Macroeconomics: International and Monetary Economics (30 EC) 2) Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC) 3) Economics: Transition Minor (60 EC)
10 11 12
2.2. De Minor-programma’s van de afdeling Business Studies
14
1) Business Studies: Managing Strategy and Marketing (30 EC) 2) Business Studies: Designing Effective Organizations (30 EC) 3) Business Studies: Transition Minor (30 EC) 4) Entrepreneurship (ondernemerschap) (30 EC)
15 16 17 18
2.3. De Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie
19
1) Actuariaat (30 EC en 60 EC) 2) Econometrie & Wiskundige Economie (30 EC) 3) Operations Research (30 EC)
20 22 24
Formulier Studieprogramma Minor Formulier Aanvraag Minor-certificaat
26 27
2
1. Algemene informatie met betrekking tot de Minorprogramma’s aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) 1.1. De Minor-programma’s aan de FEB De Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) is opgebouwd uit drie afdelingen die elk verschillende facetten van het economisch leven bestuderen. Dit zijn de afdelingen Algemene Economie, Business Studies en Kwantitatieve Economie. In de afdeling Business Studies worden de bedrijfseconomische en bedrijfskundige processen in productiebedrijven, banken en overheden centraal gesteld. In de afdeling Algemene Economie wordt deze optiek opengetrokken naar het niveau van overkoepelende samenhangen tussen bedrijven, financiële instellingen, consumenten, arbeid, overheidsinstellingen en internationale organisaties. De afdeling Kwantitiatieve Economie hanteert een kwantitatief analysekader ter bestudering van economische en/of bedrijfsmatige vraagstellingen zoals de verzekeringswiskunde (actuariaat), de formulering van wiskundig-economische prognose- en beheersmodellen (econometrie) en de optimalisatie van operationele bedrijfsmatige processen (operationele research). De Minor-programma’s die aangeboden worden aan de FEB hebben tot doel een gefundeerd inzicht te verschaffen in het economisch leven in al zijn verschillende facetten. In het cursusjaar 2012-2013 worden hiertoe de volgende Minor-programma’s aangeboden. Afdeling Algemene Economie: 1. Macroeconomics: International and Monetary Economics (30 EC) 2. Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC) 3. Economics: Transition Minor (60 EC) Afdeling Business Studies: 4. Business Studies: Managing Strategy and Marketing (30 EC) 5. Business Studies: Designing Effective Organizations (30 EC) 6. Business studies: Transition Minor (30 EC) 7. Entrepreneurship (ondernemerschap) (30 EC) Afdeling Kwantitatieve Economie: 8. Actuariaat (30 EC en 60 EC) 9. Econometrie & Wiskundige Economie (30 EC) 10. Operations Research (30 EC)
1.2. Eindtermen Na het succesvol beëindigen van de Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie beschikt de student over een goed overzicht van de belangrijkste theorieën en toepassingen op het terrein van het betreffende Minor-programma. Deze kennis stelt de student in staat de nieuwe theoretische en feitelijke ontwikkelingen van de (wereld)economie te analyseren. Eveneens stelt het de student in staat de relevante verslaggeving op het betreffende terrein van nationale en internationale economische organisaties te volgen en te interpreteren. De student bezit dan ook de kennis om actief de actuele discussies in de academische literatuur alsook de relevante beleidsdiscussies op het betreffende terrein te kunnen volgen, kritisch te kunnen beoordelen en er een eigen gefundeerde mening over te kunnen formuleren. De Minor-programma’s van de afdeling Business Studies stellen studenten in staat om bedrijfskundige vraagstukken zelfstandig op te lossen. Daarnaast hebben zij voldoende inhoudelijke kennis en
3
vaardigheden ontwikkeld om met professionals op het desbetreffende vakgebied te kunnen samenwerken. Studenten die de Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie met succes afgerond hebben, bezitten een hoogwaardig analysekader dat hen toelaat processen in de economie vanuit een kwantitatieve invalshoek te analyseren. Het kunnen modelleren, empirisch beoordelen en optimaliseren van dergelijke processen staat hierbij centraal. De Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie stellen de student dus in staat zelfstandig en kritisch met beheers- en waarderingsmodellen binnen de wiskundig-economische discipline om te gaan.
1.3. Voor wie zijn de Minor-programma’s aan de FEB bedoeld? De Minor-programma’s aan de FEB hebben tot doel een consistent vakkenpakket rond één welbepaalde specialisatie binnen de economie aan te bieden aan studenten van andere opleidingen. Met andere woorden, de Minor-programma’s aan de FEB zijn niet toegankelijk voor reguliere studenten van de FEB (uitzondering: zie sectie 1.4). De Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie zijn gericht op studenten die hun inzicht in de nationale en de wereldeconomie willen verdiepen. Het doelpubliek is zeer ruim aangezien economische overwegingen vrijwel alle nationale en internationale maatschappelijke vraagstukken beïnvloeden. Voor studenten in de sociale wetenschappen (zoals sociologie, politicologie en communicatiewetenschap) is deze kennis in feite onontbeerlijk: de Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie zijn voor hen dus ten zeerste aan te bevelen. Studenten in de geesteswetenschappen die zich willen oriënteren op het achterliggende (economische) kader van het functioneren van de samenleving zullen via de Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie een degelijk analysekader kunnen verwerven. Het verwerven en uitdiepen van deze kennis zal voor deze studenten een uitermate belangrijk pluspunt inhouden indien bijvoorbeeld een loopbaan in het openbaar bestuur, het bedrijfsleven of bij nationale of internationale organisaties geambieerd wordt. Ook voor studenten in de beta-wetenschappen zullen de Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie een voor de arbeidsmarkt relevante kennisverbreding vormen. De Minor-programma’s van de afdeling Business Studies zijn van belang voor alle studenten die in de toekomst managementfuncties ambiëren in het bedrijfsleven (banken, ondernemingen) of bij de overheid. De Minor-programma’s van de afdeling Business Studies bieden daarom een welkome verdieping en verbreding van de reeds opgedane kennis binnen het Major-programma. Het beschikken over bedrijfskundige kennis is onontbeerlijk op elke werkplek aangezien men vaak geconfronteerd zal worden met allerlei vragen als: • • • • •
Hoe dient een marketingplan opgemaakt te worden? Functioneert de organisatie goed gegeven de aan de divisie gestelde doelstellingen of moet er wat veranderen? Moet er geïnvesteerd worden? Zo ja, hoeveel en op welke wijze? Welke conclusies kunnen getrokken worden uit de jaarverslagen van de concurrentie? Kan de informatievoorziening binnen de divisie verbeterd worden?
Een Minor-programma aan de afdeling Business Studies geeft de student een goede basis om over dit soort vraagstukken te kunnen meedenken en samen te werken met de professionals op dit gebied. Studenten die de Minor-programma’s aan de afdeling Business Studies gevolgd hebben kunnen dan opereren in zowel lokale, nationale als internationale ondernemingen. De Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie zijn bestemd voor wiskundigen, natuurkundigen, informatici en studenten van een equivalente exacte wetenschappelijke opleiding. Ook zonder verdere opleiding in de economie zijn deze afgestudeerden reeds gewild in het
4
bedrijfsleven omwille van hun kwantitatieve instelling. Maar door het volgen van een Minorprogramma aan de afdeling Kwantitative Economie vergroten zij al tijdens de studie hun kennis over: • • • •
De optimale inrichting van bedrijfsprocessen, zoals bijvoorbeeld de optimale dienstregeling van de NS. Het meten van het effect van bepaalde prikkels - zoals een loonsverhoging van 10% - op economische verschijnselen zoals het autobezit. Verzekeringsprocessen en beleggingsleer, zoals de beleggingsstrategie die ertoe leidt dat men met voldoende hoge kans kan voldoen aan verplichtingen die voortvloeien uit verzekeringen. De wiskundige theorie achter de (micro-)economische wetenschap, en bijvoorbeeld de wiskundig uitermate boeiende chaostheorie.
Alle Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie bestaan uit kernonderdelen van de Bachelor-opleidingen Econometrie en Operationele Research dan wel Actuariële Wetenschap. Deze aan de FEB gegeven studies kunnen, met enige goede wil, ook als studies in de toegepaste wiskunde beschouwd worden. In elk van de drie afdelingen bestaat de mogelijkheid om via het volgen van een gepast schakeltraject in te stromen in de éénjarige Master-opleidingen van de respectievelijke afdeling. Het instromen en succesvol afronden van een Master-opleiding aan de FEB betekent natuurlijk een aanzienlijke verruiming van het algemene analysekader en tevens een diepgaande uitbreiding van de kennis van economische processen en gebeurtenissen. Meer informatie over deze mogelijkheid en de relevante ingangseisen vindt u in sectie 1.8.
1.4. Ingangseisen De Minor-programma’s aan de FEB zijn niet toegankelijk voor reguliere studenten Economie en Bedrijfskunde van de FEB. Alleen het Minor-programma “Entrepreneurship (ondernemerschap) (30 EC)” kan door reguliere studenten Economie en Bedrijfskunde van de FEB gevolgd worden. De Minor-programma’s van de afdelingen Algemene Economie en Business Studies hebben als ingangseis dat de studenten de propedeuse van hun universitaire Bachelor-programma reeds met succes afgerond hebben. Voor HBO-studenten geldt eveneens de eis dat de propedeuse dient behaald te zijn (zij kunnen echter niet instromen in de minor “Economics: Transition Minor (60 EC)” en de minor “Business Studies: Transition Minor (30 EC)”). De Minor-programma’s van de afdelingen Algemene Economie en Business Studies kunnen gevolgd worden door studenten die reeds over economische voorkennis beschikken, maar staan ook open voor studenten die nog niet over dergelijke kennis beschikken. De Minor-programma’s die door de afdeling Kwantitatieve Economie aangeboden worden zijn omwille van de noodzakelijke voorkennis in de wiskunde en statistiek alleen toegankelijk voor studenten die ingeschreven staan in de opleiding tot Bachelor of Science (BSc) in de Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding. 1 Ook deze studenten dienen tenminste de propedeuse met succes afgesloten te hebben. Economische voorkennis is voor deze studenten geen ingangseis. Het is raadzaam om in een vroegtijdig stadium na het behalen van de propedeuse met het volgen van een minor te starten. De reden hiervoor is het feit dat het Minor-onderwijs zogenaamd “aanschuif”onderwijs is. Dit houdt in dat de faculteit die het Minor-programma aanbiedt in principe geen cursussen mag aanbieden die specifiek voor Minor-studenten bedoeld zijn. Met andere woorden, de Minor-studenten volgen de cursussen die voor de reguliere studenten van de FEB ingericht worden. 1
Er wordt verondersteld dat deze studenten voldoende lineaire algebra, kansrekening en statistiek hebben gedaan. Studenten zullen dit voor aanvang aan moeten tonen.
5
Dit kan problemen met de roostering (bijvoorbeeld de opeenvolging van de vakken) veroorzaken zodat het in de praktijk kan gebeuren dat een Minor-programma niet binnen één semester kan worden afgerond. Het starten met het Minor-programma in een vroegtijdig stadium, in elk geval na het behalen van de propedeuse, kan dan voorkomen dat het Minor-programma niet binnen de Bachelorfase zou kunnen worden afgerond. Voorts dient de student rekening te houden met het feit dat vakken aan de FEB in de meeste gevallen een deeltoets kennen waarin gedurende de collegeperiode reeds een gedeelte van het studiemateriaal getentamineerd wordt.
1.5. Informatie In de digitale studiegids (http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl) is de belangrijkste informatie omtrent de Minor-programma’s aan de FEB opgenomen. De meest recente informatie met betrekking tot de Minor-programma’s aan de FEB is tevens te vinden op de volgende website (onder het kopje “coordination”): http://www1.feb.uva.nl/toe/content/people/veestraeten.shtm. Vragen over de Minor-programma’s aan de desbetreffende afdeling van de FEB kunnen ook gericht worden aan de coördinatoren binnen elk van deze drie afdelingen: • • • •
De coördinator voor de Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie is dr. D.J.M. Veestraeten (telefoon: 020-5254194, e-mail:
[email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer J/K1.51, Valckenierstraat 65-67, 1018 EX Amsterdam). De coördinator voor de Minor-programma’s van de afdeling Business Studies is dr. F.D. Belschak (telefoon: 020-5254027, e-mail:
[email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer M2.16, Plantage Muidergracht 12, 1018 TV Amsterdam). De coördinator voor het Minor-programma Entrepreneurship (ondernemerschap) is dr C. Hsieh (telefoon: 020-5254789, e-mail:
[email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer E2.39, Roetersstraat 11, 1018 WB Amsterdam). De coördinator voor de Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie is prof. dr. R. Kaas (telefoon: 020-5254230, e-mail:
[email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer J/K2.23, Valckenierstraat 65-67, 1018 EX Amsterdam).
1.6. Aanmelding en inschrijving 2 Het is raadzaam om vóór aanvang van het Minor-programma contact te zoeken met de studieadviseurs van de Major-opleiding. Dit is een zinvolle stap om zeker te stellen dat het Minorprogramma ook daadwerkelijk kan opgenomen worden binnen het studieprogramma. De student dient in samenspraak met de coördinator van de afdeling aan de FEB waarin zich het betreffende Minor-programma situeert het studieprogramma vast te leggen. Hiertoe vult de student het in bijlage 1 opgenomen “Formulier Studieprogramma Minor” op basis van de onderstaande programma’s in en laat het ondertekenen door de betreffende coördinator. De student stuurt hiertoe het door hem/haar ingevulde exemplaar aan het postadres van de betreffende coördinator of stuurt het in elektronische vorm naar het e-mailadres van de betreffende coördinator. Na ondertekening door de coördinator zal deze het formulier aan de Onderwijsadministratie van de FEB doorsturen. Deze aanvraag dient tijdig te worden ingediend om zeker te stellen dat het studieprogramma goedgekeurd is en dat bij het succesvol afronden ervan ook daadwerkelijk het afsluitende certificaat kan verkregen worden (zie sectie 1.7). Elke wijziging van het curriculum dient uiteraard vooraf expliciet goedgekeurd te worden door de coördinator.
2
Aan deze informatie met betrekking tot de inschrijving kunnen geen rechten ontleend worden omwille van de regelmatige wijzigingen van de regelgeving inzake het universitaire onderwijs. Op de website van de UvA over bijvakinschrijving (http://www.studeren.uva.nl/bachelor/object.cfm/objectid=3007CC66-1321-B0BEA443AA100D5426B7) vindt u steeds de meest recente informatie.
6
Voor deelname aan de modules dient men zich in te schrijven via SIS, het elektronische inschrijvingssysteem (http://www.student.uva.nl/sis/algemeen.cfm). De verplichte inschrijving voor de tentamens verloopt eveneens via het vermelde systeem. SIS zal dan ook controleren in hoeverre aan de in punt 1.4. besproken ingangseis van 60 EC voldaan is. Studenten die niet aan de UvA maar aan een andere universiteit of hogeschool ingeschreven zijn, dienen zich via Studielink (http://www.student.uva.nl/a-z/a-z/object.cfm/A424470F-1321-B0BE-A42290C41B3DD772) als bijvakstudent aan de FEB in te schrijven. Zij verkrijgen enige dagen later toegang tot SIS. Studenten die uitsluitend een Minor-programma volgen, die niet aan een universiteit of hogeschool ingeschreven staan maar toch over een HBO of WO Bachelor beschikken, dienen zich binnen het kader van het Kort Hoger Onderwijs (KHO) als contractstudent aan de FEB in te schrijven (zie http://www.abs.uva.nl/kho/home.cfm). Aan contractonderwijs zijn kosten verbonden. Voor masterstudenten gelden de volgende regels. Wanneer je tijdens je masteropleiding een minorprogramma wilt volgen, kan dat uitsluitend via het contractonderwijs of als bijvakstudent. Indien je je als bijvakstudent voor de master inschrijft bij de UvA zijn daar geen extra kosten aan verbonden, wel als je je als bijvakstudent voor de bachelor aanmeldt terwijl je masterstudent bent. UvA studenten hoeven zich niet speciaal als bijvakstudent in te schrijven bij de FEB. Voor specifieke inlichtingen en verdere vragen met betrekking tot inschrijvingsgelden en -termijnen kan men zich wenden tot het Service & Informatiecentrum van de UvA - Dienst Studentenzaken (Binnengasthuisstraat 9, 1012ZA Amsterdam, maandag tot en met vrijdag: 10.00-17.00 uur, telefoon: 020-5258080). De KHO studenten geven bij de inschrijving als contractstudent aan welke vakken zij wensen te volgen en dienen zich daarna niet meer via SIS voor de vakken in te schrijven. Het is voorts nog uitdrukkelijk te vermelden dat minorstudenten zich onder geen enkel beding als propedeusestudent aan de FEB mogen inschrijven. Er geldt een aparte inschrijvingsprocedure voor de propedeusevakken. Om zich kunnen in te schrijven voor een propedeusevak dient men aan de FEB als propedeusestudent ingeschreven te zijn. De bovenvermelde procedure houdt dan in dat de minor-student zich officieel niet kan inschrijven voor een propedeusevak. De minor-student kan echter zonder probleem deelnemen aan het vak in kwestie: de minor-student kan zonder verdere administratieve stappen eenvoudig aanschuiven bij één van de zogenaamde propedeusegroepen en het vak volgen.
1.7. Certificaat Na het succesvol afronden van de Minor-programma’s aan de FEB krijgt de student een certificaat en een vakken- en puntenlijst. Hiertoe dient de student een schriftelijke aanvraag in te dienen bij de Onderwijsadministratie van de FEB (kamer E1.52). Hiertoe vult de student het in bijlage 2 opgenomen “Formulier Aanvraag Minor-certificaat” in en levert dit in bij de Onderwijsadministratie. De Onderwijsadministratie zal vervolgens controleren in hoeverre de student voldaan heeft aan het programma dat hij/zij met de coördinator heeft afgesproken en dat is vastgelegd in het “Formulier Studieprogramma Minor” (zie sectie 1.6). Nadat het certificaat is opgesteld en ondertekend, zal de student van de Onderwijsadministratie een bericht ontvangen. De student kan vervolgens het certificaat bij de Onderwijsadministratie persoonlijk in ontvangst komen nemen.
1.8. Het volgen van Master-opleidingen aan de FEB Voor studenten die een BSc-diploma behaald hebben, gelden de volgende voorwaarden om in te kunnen stromen in de Master-opleidingen van de FEB: 1. De student bezit reeds een BSc-diploma. In het geval van de afdeling Kwantitatieve Economie wordt dit verder beperkt tot BSc-diploma’s in de Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding. 2. De student volgt een Minor-programma dat verschilt al naargelang van de Master-opleiding. Binnen de afdeling Algemene Economie gebeurt deze voorbereiding op de Master-opleiding via het volgen van het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” waarbij de
7
student aan stringente ingangseisen dient te voldoen (zie beneden). Binnen de studierichting Bedrijfskunde (Business Studies) aan de afdeling Business Studies gebeurt deze voorbereiding op de Master-opleiding via het volgen van het Minor-programma “Business studies: Transition Minor (30 EC)”. Binnen de afdeling Kwantitatieve Economie verschilt dit programma al naargelang van de gewenste specialisatie in de Master-opleiding. Precieze informatie hierover wordt vermeld in de beschrijving van de Minor-programma’s binnen de afdeling Kwantitatieve Economie (zie sectie 2.3). 3. De inhoud van het betreffende Minor-progamma kan jaarlijks aangepast worden. Het programma waartoe de student door de Examencommissie is toegelaten is drie jaar geldig vanaf de eerste 1 september na de datum van toelating. Indien dit programma na drie jaar niet is afgerond dient de student een nieuw verzoek tot toelating in te dienen bij de Examencommissie die vervolgens besluit op welke wijze het programma alsnog afgerond kan worden. 4. Het instromen in de Master-opleidingen van de FEB is geen automatisme maar behoeft steeds de schriftelijke toelating vanwege de Examencommissie van de FEB. Hiertoe dient de student een brief met het verzoek om toelating tot de master-opleiding in kwestie in te leveren bij de examencommissie. Dit schriftelijke verzoek omvat tevens een kopie van het met de minorcoordinator afgesproken minorprogramma en kopieën van alle behaalde diploma’s en/of cijferlijsten (HAVO/VWO + bachelor/master). Dit verzoek dient aan het volgende postadres toegestuurd te worden: Examencommissie FEB, Roetersstraat 11, 1018WB Amsterdam. Om te kunnen starten met de Master-opleiding van BS op 1 februari 2013, dient de aanvraag ten laatste op 1 december 2012 gesteld te worden. De aanvraag tot toelating in de Masteropleiding op 1 september 2013 bij AE en BS dient ten laatste op 1 juni 2013 gesteld te worden. De Examencommissie zal vervolgens vóór het gewenste instroommoment controleren in hoeverre aan de bovenstaande voorwaarden voldaan werd en zal slechts dan het schriftelijke toelatingsbewijs toekennen. Gelieve te noteren dat de instroom in de masteropleiding van AE enkel mogelijk is in september.
1.9. Overgangsregelingen voor actuele Minor-studenten Het vakkenaanbod aan de FEB wordt met ingang van het studiejaar 2011-2012 grondig hervormd. Studenten die in het verleden met een Minor-programma gestart zijn, kunnen meer informatie vinden over deze wijzigingen via de volgende link: http://www.student.uva.nl/feb-veranderingen20112012/bachelor.cfm/3C66FC60-904F-4B09-849DE419CACCB774. De wijzigingen in het vakkenaanbod hebben tot gevolg dat de minor-programma’s dienen aangepast te worden aan de nieuwe situatie. Zo geeft bijvoorbeeld de site in kwestie aan welke “oude” vakken door welke “nieuwe” vakken vervangen worden. De aanpassing van het minor-programma vereist dat de student de eerste bijlage van dit bestand opnieuw invult en aan de actuele situatie aanpast. De student stuurt het aangepaste programma opnieuw door aan de minor-coördinator die het minor-programma opnieuw dient goed te keuren. De regels voor de studenten van de vroegere minor “Algemene Economie (60 EC)” bevinden zich in het bestandje “Overgangsregeling minor Algemene Economie (60 EC), 2011-2012” dat als voorlaatste bestandje is opgenomen in de bovenvermelde site. Voor alle andere minor-studenten geldt het laatste bestandje (“Overgangsregeling minorprogramma’s FEB 2011-2012”).
1.10. Nuttige telefoonnummers aan de FEB Studieadviseurs: 020-5254138 (maandag-vrijdag: 11.30-12.30) Studentenbalie: 020-5254133 Examencommissie: 020-5254201(dinsdag, donderdag, vrijdag: 11.30-12.30)
8
2. Thema en curriculum van de Minor-programma’s aan de FEB De opbouw van de Minor-programma’s binnen de drie afdelingen wordt op verschillende wijze ingevuld al naargelang de inhoudelijke vereisten van elk studieprogramma. In dit hoofdstuk worden de verschillende Minor-programma’s beschreven waarbij een indeling naar de betreffende afdeling gebruikt wordt. Voor de Minor-programma’s aan elk van de drie afdelingen wordt telkens eerst de algemene opbouw besproken. Vervolgens worden de verschillende Minor-programma’s in detail besproken. Eerst volgt een korte beschrijving van de inhoud en het doel van het desbetreffende Minorprogramma. Daarna wordt de opbouw van het curriculum in een tabel weergegeven. Voor elk vak worden de naam, de code en het aantal European Credits (EC) aangegeven. Uitvoerige beschrijvingen van de individuele vakken vindt u in de digitale studiegids van de Universiteit van Amsterdam (UvA) die via de link http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl te raadplegen is. Voor de meeste vakken geldt dat er vaktechnische voorkenniseisen gesteld zijn. Deze informatie wordt voor elk vak expliciet vermeld in de digitale studiegids. Elk semester aan de FEB is opgedeeld in drie zogenaamde perioden. De tijdstippen en de locaties van de colleges en tentamens vindt u voor elk vak op de volgende website: http://www.student.uva.nl/ecb/object.cfm/objectid=4F30D4AA-A797-4F6A-B001819CCFEFDAC8. De colleges en werkcolleges vinden in principe elk jaar in detzelfde periode en op hetzelfde tijdstip plaats. Met andere woorden, gegevens uit het verleden kunnen als indicatie gebruikt worden bij de planning. Het verdient echter aanbeveling toch steeds de vermelde website te raadplegen voor de meest actuele stand. Tevens kunt u verdere informatie vinden op de Blackboard-sites van de betreffende cursussen. Voor de meeste vakken gelden geen beperkingen met betrekking tot het aantal deelnemers (het is echter steeds raadzaam om de digitale studiegids te raadplegen).
2.1. De Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie De Minor-programma’s “Macroeconomics: International and Monetary Economics (30 EC)” en “Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC)” starten met de verplichte instapmodule “Beginselen van de Economie” (6012B0303, 6 EC). Dit vak biedt een grondige introductie tot de micro- en macroeconomie die onontbeerlijk is voor het succesvol kunnen volgen van de vervolgvakken. Studenten die een vergelijkbare economische voorkennis op universitair niveau verworven hebben, kunnen op een hoger niveau dan deze eerste module met het Minor-programma starten. In dat geval is het echter noodzakelijk vooraf met de betreffende coördinator contact op te nemen om de equivalentie met de instapmodule zeker te stellen.3 Een eventuele vrijstelling voor dit vak leidt echter niet tot een vermindering van de totale studielast binnen het betreffende Minorprogramma. De studiepunten dienen met andere woorden via een bijkomende keuzemodule ingevuld te worden. Het is belangrijk te vermelden dat het vak “Beginselen van de Economie (6012B0303, 6 EC)” slechts één maal per jaar aangeboden wordt, namelijk in periode 1 van het eerste semester. Het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” heeft een duidelijk verschillende structuur. Dit volgt uit het feit dat dit Minor-programma expliciet tot doel heeft studenten voor te bereiden op het volgen van de Master-opleiding aan de afdeling Algemene Economie. Meer informatie over deze mogelijkheid en de relevante ingangseisen vindt u in sectie 1.8. Het curriculum van deze Minor is uitsluitend opgebouwd uit verplichte modules die zeker stellen dat de student een voldoende brede en diepe basis verworven heeft om, indien hij/zij tevens een BSc of MSc heeft, in de Masteropleiding van de afdeling Algemene Economie te kunnen instromen. Als voorbereiding op het volgen van het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” kan de student natuurlijk opteren voor het volgen van een ander economisch Minor-programma gedurende de Bachelor-fase. 3
De vrijstelling voor de module “Beginselen van de Economie (6012B0303, 6 EC)” vereist expliciete goedkeuring door de Examencommissie van de FEB op voordracht van de coördinator.
9
Van studenten die deelnemen aan de Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie wordt verwacht dat zij voldoende kennis van de wiskunde en de statistiek hebben. Meer in het bijzonder dient de student over parate kennis te beschikken op het vlak van het functiebegrip, de eigenschappen van machtsfuncties, exponentiële en logaritmische functies en tevens dient een basiskennis van de differentiaal- en integraalrekening aanwezig te zijn. Het aanwezig zijn van deze kennis is onontbeerlijk voor het succesvol kunnen volgen en afronden van de Minor-programma’s van de afdeling Algemene Economie. Indien deze kennis niet aanwezig zou zijn, is het zeer sterk aan te bevelen om het FEB-vak “Wiskunde en Statistiek 1 (6011P0089, 6 EC)” 4 als voorbereiding te volgen.
1) Macroeconomics: International and Monetary Economics (30 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma “Macroeconomics: International and Monetary Economics (30 EC)” bestudeert het gedrag van de economie op een geaggregeerd niveau. Het gaat hierbij om het begrijpen en kunnen analyseren van verschijnselen als groei van de economie, werkloosheid, inflatie, internationale handel, wisselkoersen en de samenhangen tussen deze fundamentele concepten. Het vakgebied van de internationale economie bestudeert hierbij de internationale dimensie van de activiteiten van economische agenten zoals de (welvaarts)effecten van internationale handel en internationale kapitaalvervlechtingen en -stromen. Een ander belangrijk onderdeel van de internationale economie is de studie van internationale macro-economische samenhangen zoals die bijvoorbeeld tot uiting komen in al dan niet gelijklopende nationale conjunctuurbewegingen. De analyse van deze en andere elementen van de internationale economie laat bovendien toe een duidelijker licht te werpen op bijvoorbeeld de toenemende mondialisering (“globalisation”), de diverse regionale economische samenwerkingsakkoorden, de groeistrategieën in de ontwikkelingslanden en in de zogenaamde opkomende economieën (“emerging market economies”). Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de transformatieprocessen in de ontwikkeling van plan- tot markteconomie binnen de groep van de zogenaamde transitielanden. Het vakgebied van de monetaire economie biedt inzichten in de functies en het functioneren van financiële instellingen, van financiële markten, de determinanten van rentes en prijzen van financiële activa en het optreden van centrale banken in bijvoorbeeld de recente kredietcrisis.
2. Curriculum Minor Verplichte modules (24 EC)
Macroeconomics: International and Monetary Economics (30 EC) Beginselen van de Economie (6012B0303, 6 EC) International Trade and Investment (6012B0232, 6 EC) Geld en Bankwezen (6012B0221, 6 EC) Macro-economie (6012B0235, 6 EC) Keuzemodules (6 Development Economics (6012B0269, 6 EC) EC) Economie van Markten en Organisaties (6012B0314, 6 EC) 5 Financial Institutions (6012B0273, 6 EC) Internationale Monetaire Betrekkingen (6012B0231, 6 EC) Transition Economics (6012B0281, 6 EC)
4
De inhoud van dit vak wordt beschreven in de digitale studiegids (http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl). Dit vak mag parallel aan het vak “Beginselen van de Economie (6012B0303, 6 EC)” gevolgd worden. De student dient wel de stof van het vak “Beginselen van de Economie (6012B0303, 6 EC)” vanaf de eerste week zeer grondig bij te houden. Het is natuurlijk ook aan te bevelen het handboek van dat laatste vak al op voorhand grondig te lezen. 5
10
2) Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma “Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC)” bestudeert het gedrag van de economie op het niveau van consumenten, producenten en diverse overheidsinstanties. Dit Minor-programma gaat in op individuele keuzes, hoe ze tot stand komen, wat de uitkomsten van dit keuzeproces zijn en welke implicaties dit kan hebben voor organisaties. Hierbij wordt onder meer dieper ingegaan op de verschillende marktvormen (perfecte mededinging, oligopolie, monopolie) waarbij de nadruk ligt op de beschrijving van het totstandkomen en de invloed van strategische interactie tussen de diverse marktpartijen. Bovendien zal uitvoerig aandacht besteed worden aan de vraag in hoeverre en wanneer een overheid kan of moet ingrijpen in markten om bijvoorbeeld prijsafspraken te voorkomen of te verbreken. Tevens wordt uitgebreid aandacht geschonken aan het functioneren van organisaties en de wijze waarop gedrag van individuen door passende prikkels kan beïnvloed worden. Daarnaast heeft dit Minor-programma ook tot doel de student een grondige analyse te bieden van het fuctioneren van de overheid waarbij aandacht besteed wordt aan diverse facetten betreffende de totstandkoming, de uitvoering en de effecten van overheidsbeleid. Het dient opgemerkt te worden dat het Minor-programma “Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC)” een duidelijk modelmatige en sterk wiskundig georiënteerde methodiek volgt. Deelname aan dit Minor-programma vereist daarom een uitgeproken affiniteit met en interesse voor de wiskundig-modelmatige analyse. In elk geval dient de student kennis met betrekking tot de wiskunde te hebben die overeenkomt met het niveau van het FEB-vak “Wiskunde en Statistiek 1 (6011P0089, 6 EC)”. 6
2. Curriculum Minor Verplichte modules (24 EC)
Microecnomics: Markets and Organisations (30 EC) Beginselen van de Economie (6012B0303, 6 EC) Economie van Markten en Organisaties (6012B0314, 6 EC) 7 Micro-economie (6012B0241, 6 EC) Regulation, Regulatory Impact and Reform (6012B0279, 6 EC) Keuzemodules (6 Behavioural economics (6012B0265, 6 EC) EC) Industrial Organization (6012B0223, 6 EC) 8 Labour Economics (6012B0275, 6 EC) Public Economics (6012B0254, 6 EC) 9 Speltheorie (6012B0311, 6 EC)
6
De inhoud van dit vak wordt beschreven in de digitale studiegids (http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl). Dit vak mag parallel aan het vak “Beginselen van de Economie (6012B0303, 6 EC)” gevolgd worden. De student dient wel de stof van het vak “Beginselen van de Economie (6012B0303, 6 EC)” vanaf de eerste week zeer grondig bij te houden. Het is natuurlijk ook aan te bevelen het handboek van dat laatste vak al op voorhand grondig te lezen. 8 Omwille van de vereiste voorkennis kan dit vak niet in het eerste jaar van het minor-programma gevolgd worden (zie http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl voor meer details in verband met de ingangseisen). 9 Omwille van de vereiste voorkennis kan dit vak niet in het eerste jaar van het minor-programma gevolgd worden (zie http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl voor meer details in verband met de ingangseisen). 7
11
3) Economics: Transition Minor (60 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” heeft een vast curriculum met negen verplichte modules en één keuzemodule en geeft, indien gewenst, later toelating geeft tot de Masteropleiding van de afdeling Algemene Economie. Meer informatie over deze mogelijkheid en de relevante voorwaarden vindt u in sectie 1.8. Deze minor kan niet gevolgd worden door HBO studenten. De modules van het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” bieden de student een zeer grondige basiskennis van de diverse deelgebieden van de algemene economie (macroeconomie, microeconomie, internationale economie, economie van de publieke sector, monetaire economie en econometrie). Omwille van de vereiste diepe en brede kennis zal dit intensieve Minor-programma in de praktijk meer dan 60 EC omvatten en dient het over tenminste drie semesters gespreid te worden. Zo kunnen de vakken “Econometrics (6012B0212, 6 EC)”, “Industrial Organization (6012B0223, 6 EC)” en “Public Economics (6012B0254, 6 EC)” omwille van de vereiste voorkennis slechts in het derde semester gevolgd worden. Het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” kent tevens expliciete ingangseisen. Deze ingangseisen hebben tot doel de studeerbaarheid van dit intensieve Minor-programma te garanderen. Meer in het bijzonder gelden de volgende ingangseisen: 1. De student dient voldoende kennis van de economische theorie te hebben (op het niveau van het FEB-vak “Beginselen van de Economie (6012B0303, 6 EC)”. 10 2. De student dient voldoende kennis van de wiskunde en de statistiek te hebben (op het niveau van de FEB-vakken “Wiskunde en Statistiek 1” (6011P0089, 6 EC) en “Wiskunde en Statistiek 2” (6011P0090, 6 EC)). Indien studenten in hun Major-opleiding dergelijke kennis verworven hebben (in het bijzonder met betrekking tot de statistiek), kunnen zij een vrijstelling aanvragen bij de coördinator van dit Minorprogramma. De coördinator zal bij een voldoende gemotiveerde vraag (inclusieve vakinhoud en bewijs van afronden van het betreffende vak) een aanvraag tot vrijstelling indienen bij de Examencommissie.
2. Curriculum Het Minor-programma “Economics: Transition Minor (60 EC)” omvat 60 EC en bestaat uit negen verplichte modules (54 EC) en één keuzemodule (6 EC). De keuzemodule laat de student toe zich reeds binnen het Minor-programma verder te oriënteren in de gewenste specialistatie (“area of specialisation”) binnen de MSc Economics. Meer informatie over de diverse specialisaties binnen de MSc Economics is te vinden in de digitale studiegids. De vakken “Econometrics (6012B0212, 6 EC)”, “Industrial Organization (6012B0223, 6 EC)” en “Public Economics (6012B0254, 6 EC)” kunnen omwille van de vereiste voorkennis niet in eerste jaar van dit Minor-programma gevolgd worden.
10
De inhoud van dit vak en van de hieronder aangegeven vakken wordt uitvoerig beschreven in de digitale studiegids (http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl).
12
Minor Verplichte modules (54 EC)
Economics: Transition Minor (60 EC) Economie van Markten en Organisaties (6012B0314, 6 EC) 11 Geld en Bankwezen (6012B0221, 6 EC) Internationale Monetaire Betrekkingen (6012B0231, 6 EC) Macro-economie (6012B0235, 6 EC) Micro-economie (6012B0241, 6 EC) Speltheorie (6012B0311, 6 EC) Voortgezette Statistiek (6012B0264, 6 EC) Wiskundige Economie (6012B0325, 6 EC) Econometrics (6012B0212, 6 EC) 12 Keuzemodules (6 International Trade and Investment (6012B0232, 6 EC) EC) Industrial Organization (6012B0223, 6 EC) 13 Monetary and Fiscal Policy (6012B0242, 6 EC) Public Economics (6012B0254, 6 EC) 14
11
Dit vak mag parallel aan het vak “Beginselen van de Economie (6012B0303, 6 EC)” gevolgd worden. De student dient wel de stof van het vak “Beginselen van de Economie (6012B0303, 6 EC)” vanaf de eerste week zeer grondig bij te houden. Het is natuurlijk ook aan te bevelen het handboek van dat laatste vak al op voorhand grondig te lezen. 12 Omwille van de vereiste voorkennis kan dit vak niet in het eerste jaar van het minor-programma gevolgd worden (zie http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl voor meer details in verband met de ingangseisen). 13 Omwille van de vereiste voorkennis kan dit vak niet in het eerste jaar van het minor-programma gevolgd worden (zie http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl voor meer details in verband met de ingangseisen). 14 Omwille van de vereiste voorkennis kan dit vak niet in het eerste jaar van het minor-programma gevolgd worden (zie http://studiegids.uva.nl/sgs/WebSite_nl voor meer details in verband met de ingangseisen).
13
2.2. De Minor-programma’s van de afdeling Business Studies De Minor-programma’s binnen de afdeling Business Studies zijn bedoeld voor studenten die in hun toekomstige baan te maken krijgen met onder meer organisatorische vraagstukken en strategische beslissingen van het management. De Minor-programma’s binnen Bedrijfskunde hebben een multidisciplinaire invalshoek en richten zich dan ook op managementfuncties in allerlei organisaties binnen de overheid en het bedrijfsleven. Ook studenten die een eigen bedrijf opgestart hebben of willen oprichten zullen geïnteresseerd zijn in het volgen van deze minoren. De afdeling Business Studies heeft gekozen voor het aanbieden van twee reguliere Minor-programma’s: “Business Studies: Managing Strategy and Marketing” (30 EC) en “Business Studies: Designing Effective Organizations” (30 EC). Daarnaast kunnen studenten met een “aanverwante wetenschappelijke BSc- of MScopleiding” zich via het Minor-programma “Business Studies: Transition Minor” (30 EC) voorbereiden op het volgen van een Master-opleiding binnen de studierichting Bedrijfskunde (Business Studies) van de afdeling Business Studies. De Minor-programma’s van 30 EC omvatten alleen verplichte modules. Echter, na bestudering van het vakkenaanbod binnen de afdeling Business Studies aan de hand van de digitale studiegids van de FEB kan de student ook aan een afwijkend studiestramien en verdieping de voorkeur geven. Voor nadere inlichtingen en afstemming van het studieprogramma dient de student een e-mail te sturen naar de coördinator van de Minor-programma’s van de afdeling Business Studies. Van studenten die deelnemen aan de Minor-programma’s van de afdeling Business Studies wordt verwacht dat zij voldoende kennis van de wiskunde en de statistiek hebben. In de digitale studiegids vindt u uitgebreide informatie met betrekking tot de specifieke inhoud, literatuur en leerdoelen van elk individueel vak. The Minor in Entrepreneurship (ondernemerschap) (30 EC) is offered by the FEB via the Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE). The Minor specifically serves to prepare students who wish to pursue entrepreneurial endeavours, especially ones based on innovation. For several months, students work on crafting a business plan and establishing a private company in a legally protected environment with experienced business coaches. Further information on the Minor in Entrepreneurship (ondernemerschap) (30 EC) can be obtained from the coordinator of the ACE (dr Chihmao Hsieh, phone: 020-5254789, email:
[email protected]). For current information about the Minor in Entrepreneurship, please go to http://www1.fee.uva.nl/pp/CHsieh/ and click on “Links.”
14
1) Business Studies: Managing Strategy and Marketing (30 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma “Business Studies: Managing Strategy and Marketing (30 EC)” heeft primair tot doel een duidelijk gefundeerd inzicht te verschaffen in strategie- en marketingvraagstukken waar organisaties mee te maken krijgen. In het opzetten van een bedrijf en het verwerven en/of verdedigen van een concurrentiepositie worden bedrijven veelal geconfronteerd met tal van andere spelers op de markt waaronder concurrenten, klanten, toeleveranciers, de overheid en niet-gouvernementele organisaties (NGOs). De vakken binnen deze minor geven een overzicht van de verschillende aspecten die hierbij een rol spelen. Hoe blijf je concurrenten voor? Welke beslissingen inzake het product-, prijs- en distributiebeleid, het ontwikkelen van nieuwe marketingprogramma’s en klantenrelatiemanagement zijn van belang hierbij? Welke rol speelt technologische ontwikkeling? Hoe ga je strategisch om met de mogelijkheden die het internet biedt? Hoe ga je om met kritiek vanuit de maatschappij met betrekking tot sociale issues? Binnen deze minor staat dit soort vragen centraal. De student wordt aangemoedigd de vele theoretische invalshoeken van het vakgebied kritisch te benaderen en hiertoe stelling te nemen, maar ook wordt hij of zij gestimuleerd om de verworven kennis toe te passen op praktijksituaties.
2. Curriculum Minor Verplichte modules (30 EC)
Business Studies: Managing Strategy and Marketing (30 EC) Strategisch Management (6012B0312, 6 EC) Entrepreneurship & Innovation ( 6012B0215, 6 EC) Marketing (6012B0238, 6 EC) Corporate Social Responsibility (6012B0211, 6 EC) E-Business (6012B0268, 6 EC)
15
2) Business Studies: Designing Effective Organizations (30 EC) 1. Inhoud In het Minor-programma “Business Studies: Designing Effective Organizations” (30 EC) staat het management van de mens, informatie, communicatie en bedrijfsprocessen in de organisatie centraal. Elk bedrijf heeft te maken met alles wat er komt kijken bij het vinden, aansturen en motiveren van goede werknemers, maar recentelijk is er ook meer strategische aandacht voor het belang hiervan voor organisaties. Daarnaast spreekt het vanzelf dat de recente technologische ontwikkelingen inzake informatie- en communicatietechnologie, het goed kunnen beheersen van de interactie tussen informatie en management verder aan belang hebben laten winnen. Deze minor richt zich op de wijze waarop bedrijven concurrentievoordeel kunnen halen uit het ontwerpen van effectieve organisaties op basis van een grondige kennis over het motiveren van mensen, het gebruik van ICT toepassingen en het ontwikkelen van efficiënte bedrijfsprocessen. De minor biedt tevens inzicht in de actuele en de verwachte ontwikkelingen binnen de theoretische en praktische analyse van deze kerngebieden binnen bedrijfskunde. De studenten worden daarom ook aangemoedigd om op onderzoeksmatige wijze relaties te leggen tussen de theorie en de praktijk van het ontwerpen van effectieve organisaties.
2. Curriculum Minor Verplichte modules (30 EC)
Business Studies: Designing Effective Organizations (30 EC) Human Resources Management (6012B0222, 6 EC) Information Management (6012B0224, 6 EC) Accounting (6011P0087, 6 EC) Organisatie Psychologie (6012B0308, 6 EC) Operations and Process Management (6012B0247, 6 EC)
16
3) Business Studies: Transition Minor (30 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma “Business Studies: Transition Minor” (30 EC) biedt een grondige inleiding tot de diverse deelgebieden van de studierichting Bedrijfskunde (Business Studies). Het doel van deze minor is om studenten met een “aanverwante wetenschappelijke BSc- of MSc-opleiding” de mogelijkheid te geven om het schakeltraject voor de Master in Business Studies te volgen als minor binnen de huidige opleiding. Kijk voor een overzicht van aanverwante BSc- en MSc-opleidingen op
http://www.student.uva.nl/ecb/object.cfm/EF7F26CD-05C2-421C-87455FD799D59DB3. Studenten die willen instromen met een andere bacheloropleiding dienen contact op te nemen met mevrouw J. Vogel via
[email protected].
2. Curriculum Minor Verplichte modules (30 EC)
Business Studies: Transition Minor (30 EC) Strategisch Management (6012B0312, 6 EC) Marketing (6012B0238, 6 EC) Marketing Management (6012B0239, 6 EC) Strategy and Organization (6012B0257, 6 EC) Human Resources Management (6012B0222, 6 EC)
17
4. Minor Entrepreneurship (ondernemerschap) (30 EC) 1. Content In a global, information-based economy there is increasing importance in becoming acquainted with entrepreneurship. The Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE) of the FEB offers an introduction to entrepreneurship education for a broad range of students via the Minor in Entrepreneurship (30 EC). During the Minor, students are continually introduced to entrepreneurship from an academic, theoretical perspective. However, at the heart of the program, the student is active for some months in actively identifying an entrepreneurial opportunity, with the semester-ending goal of setting up a private company with students from other disciplines. This is done in a legally protected environment with experienced business coaches. Consultants of consultancy firms and banks provide workshops and occasionally serve as additional coaches for the teams. Throughout the semester, student teams craft and refine a business plan. Electives are available to complement the theoretical and practical approaches to entrepreneurship. The design and implementation of the Minor fall under the direction of ACE.
2. Curriculum Minor Verplichte modules (24 EC) Keuzemodules (6 EC)
Entrepreneurship (ondernemerschap), 30 EC Cases in Entrepreneurship (6012B0305, 6 EC) Entrepreneurship in Practice (6012B0304, 18 EC) Accounting (6011P0087, 6 EC)* Financiering (6011P0088, 6 EC)* Marketing (6012B0238, 6 EC) Ondernemingsrecht (6012B0245, 6 EC) Operations and Process Management (6012B0247, 6 EC) Organisatie en Management (6011P0094, 6 EC)* Strategisch Management (6012B0312, 6 EC)*
* = recommended
3. Comments For all students, those successfully completing the Entrepreneurship Minor program will receive a certificate (see section 1.7). For regular students of the FEB, the following rules also apply: • Regular students of the FEB may not use or take any of the abovementioned elective courses to satisfy the elective portion of the Minor, if these courses are already being used to satisfy the requirements for other degrees or diplomas at the FEB. • For regular students of the FEB, the Minor in Entrepreneurship will not be mentioned on the diploma. Further information on the Minor in Entrepreneurship can be obtained from its coordinator (dr Chihmao Hsieh, phone: 020-5254789, email:
[email protected]). For current information about the Minor in Entrepreneurship, please go to http://www1.fee.uva.nl/pp/CHsieh/ and click on “Links.”
18
2.3 De Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie Vanwege de ingangseisen met betrekking tot de kennis van de wiskunde en statistiek kunnen de Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie alleen gevolgd worden door studenten van de Bachelor of Science Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding. De Minor-programma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie zijn in principe opgebouwd uit een vast traject van verplichte modules. Deze keuze reflecteert de optiek dat de Minor-programma’s binnen de afdeling Kwantitatieve Economie expliciet gezien worden als voorbereiding op het volgen van de éénjarige Master-opleidingen aan deze afdeling. Vanzelfsprekend kunnen de Minorprogramma’s aan de afdeling Kwantitatieve Economie ook als zelfstandige en zinvolle economische uitbreiding van de Bachelor of Science in Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding gezien worden. Het volgen van een Master-opleiding is echter een buitengewoon nuttige uitbreiding van de voorhanden kennis (ook met het oog op de arbeidsmarkt) zodat de student na het eventuele volgen van een Minor-programma van 30 EC zonder problemen deze opleiding kan uitbreiden tot een programma dat vervolgens toelating geeft tot de Masteropleiding. De precieze voorwaarden voor de instroom in de Master-opleiding worden verder in deze sectie en in sectie 1.8 besproken. Studenten van een Minor-programma van de afdeling Kwantitatieve Economie zijn in principe niet onderworpen aan de voorkenniseisen die worden opgelegd aan de studenten van de FEB. De in de studiegids vermelde ingangs- en voorkenniseisen hebben voor de studenten van de Minorprogramma’s van de afdeling Kwantitatieve Economie slechts de status van aanbeveling, niet van verplichting. Studenten die door een niet-studeerbare volgorde van de vakken in problemen komen, dienen dan ook zelf voor de oplossing te zorgen (bijvoorbeeld door zelfstudie). Studenten van de Minor-programma’s aan de afdeling Kwantitatieve Economie dienen in elk geval vooraf contact op te nemen met de coördinator van het betreffende Minor-programma (zie beneden voor verdere details).
19
1) Minor Actuariaat (30 EC en 60 EC) 1. Inhoud en curriculum Een Minor Actuariaat opnemen in je studieprogramma is meer dan een manier om je blikveld te verruimen. Het kan ook prima dienen als voorbereiding op een loopbaan in een vak dat past bij je kwantitatieve instelling, namelijk actuariaat oftewel verzekeringswiskunde. Via een geschikte minor Actuariaat kun je na je Bachelor of Science Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding zonder meer naar de masters Actuarial Science and Mathematical Finance, die toegang biedt tot het gewilde beroep van actuaris. Dit beroep is eigenlijk vrijwel onbekend, maar op http://www.careercast.com/jobs-rated kun je zien wat het inhoudt. In 2010 voerde actuaris de lijst aan van beste beroepen, maar het staat eigenlijk altijd hoog in de top 5 op die site. De studie actuariaat omvat behalve actuariaat zelf ook economie en econometrie, inclusief wat operationele research. Dit alles gebaseerd op een ondergrond van wiskunde en statistiek die qua niveau vergelijkbaar is met die in de wiskundeopleiding, maar dan wat toegepaster van aard, wat minder strikt in de bewijzen. Om na de bovenstaaande bacheloropleidingen in te stromen in de masters Actuarial Science and Mathematical Finance moet een schakelprogramma afgelegd worden. Dat bestaat uit de volgende vakken (elk 6 EC): Inleiding levenactuariaat Verslaglegging levenactuariaat Stochastische modellen levenactuariaat Pensioen actuariaat Schade actuariaat Kansrekening en statistiek 3 (equivalent is Stochastiek II van WINS) Econometrie 1 Mathematical and Empirical Finance Met een geschikte minor Actuariaat van 60 EC (bovenstaande vakken plus twee extra naar keuze, bijvoorbeeld uit de richting Operationele Research, of een vak Verzekerings- en Pensioenrecht) kun je rechtstreeks de masteropleiding Actuariaat instromen. De precieze voorwaarden hiervoor worden in sectie 1.8 besproken. De MSc Actuariaat is een éénjarige mastersopleiding (60 EC). Je kunt nog één of twee vakken uit je schakelprogramma opnemen in het keuzegedeelte van je master, voorzover die geen deel uitmaakten van je 180 EC bachelorsprogramma. Voor de vakken Econometrie 1 en Schade actuariaat is behalve de wiskunde uit de bachelors wis- of natuurkunde ook flink wat statistiek nodig. Je kunt, als je geen Stochastiek II of iets equivalents gedaan hebt, het vak Kansrekening en Statistiek 3 (6 EC) in je minor opnemen. De precieze inhoud van het Minor-programma Actuariaat bepaal je in overleg met de Opleidingsdirecteur Actuariaat, prof. dr. R. Kaas. Een eis die aan het programma gesteld wordt is dat je het vak Inleiding levenactuariaat (staat bij actuariaat in jaar 2, eerste semester) in je programma opneemt. Dit vak vereist weinig voorkennis. De Bachelor-opleiding Actuariaat aan de FEB is gecombineerd met die van econometrie en operationele research. Deze studies hebben daarom de eerste twee jaar een gemeenschappelijk programma.
20
Minor Actuariaat, 60 EC of een deelverzameling van 30 EC hieruit Inleiding Levenactuariaat (6012B0283, 6 EC) [verplicht] Verslaglegging Levenactuariaat (6012B0295, 6 EC) Stochastische Modellen Levenactuariaat (6012B0296, 6 EC) Pensioen Actuariaat (6012B0298, 6 EC) Schade Actuariaat (6012B0284, 6 EC) [vergt Kansrekening en Statistiek 3] Econometrie 1 (6012B0285, 6 EC) [vergt Kansrekening en Statistiek 3] Kansrekening en Statistiek 3 (6012B0286, 6 EC) [indien niet in de hoofdstudie aanwezig] Mathematical and Empirical Finance (6012B0287, 6 EC) óf {Investment and Portfolio Theory 1 (6012B0233, 6 EC) en Investment and Portfolio Theory 2 (6012B0234, 6 EC)} OR 1 (6012B0288, 6 EC) óf OR 2 (6012B0289, 6 EC) óf een ander vak uit de besliskunde Nog een vak uit de studie actuariaat, in overleg met de Opleidingsdirecteur Actuariaat
2. Verdere informatie Voor overleg over de invulling van het studieprogramma kunt u contact opnemen met de opleidingsdirecteur voor Actuariële Wetenschappen, prof. dr. R. Kaas (telefoon: 020-5254230, e-mail:
[email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer J/K2.23, Valckenierstraat 65-67, 1018 EX Amsterdam).
21
2) Minor Econometrie en Wiskundige Economie (30 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma Econometrie en Wiskundige Economie (30 EC) houdt zich bezig met wiskundige en statistische modellen in de economie, en mag gezien worden als ‘beta-varianten’ binnen de economie-opleidingen. Bij Econometrie ligt het accent op het zoeken naar een goed statistisch model voor de analyse van economische data, terwijl in de Wiskundige Economie het accent op de wiskundige modellering van economische processen ligt. Econometristen en Wiskundige Economen zijn vanwege hun analytische en quantitatieve instelling zeer gewild. Onder meer bij het Centraal Planbureau (CPB), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), de onderzoeksafdelingen van banken, verzekeringsmaatschappijen, grote multinationals, consultancy firms, en natuurlijk ook in de wetenschap. De afdeling Kwantitatieve Economie biedt voor studenten van de BSc Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding een Minor-programma aan binnen de vakgebieden van de Econometrie en de Wiskundige Economie. In combinatie met een Bachelor of Science-diploma in de Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding kan toegang tot de Master of Science-opleiding Econometrics mogelijk zijn (zie sectie 1.8 voor verdere details betreffende de te volgen procedure).
2. Curriculum Minor Econometrie & Wiskundige Economie, 30 EC Econometrie 1 (6012B0285, 6 EC) Econometrie 2 (6012B0294, 6 EC) Dynamische modellen (6012B0293, 6 EC) Wiskundige economie 1 (6012B0290, 6 EC) Wiskundige economie 2 (6012B0302, 6 EC) Indien reeds voldoende kennis in één van deze vakken is opgedaan, dan dient het betreffende vak vervangen te worden door het vak Mathematical and Empirical Finance (6012B0287, 6 EC). Indien de achtergrondkennis niet voldoende is kan maximaal één van de bovenstaande vakken vervangen worden door een wiskunde- of statistiekvak: Minor Econometrie & Wiskundige Economie, Extra of subtitutievakken Wiskunde 3 (6012B0291, 6 EC) Wiskunde 4 (6012B0292, 6 EC) Kansrekening en Statistiek 3 (6012B0286, 6 EC) Mathematical and Empirical Finance (6012B0287, 6 EC)
3. Opmerkingen In combinatie met een BSc Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding biedt het Minor-programma van 30 EC de mogelijkheid om toegelaten te worden tot de Master of Science in Econometrics. Overigens is het dan wel aan te raden om ook Empirical and Mathematical Finance te kiezen. In overleg met de opleidingsdirecteur Econometrie (zie punt 4 beneden) is het mogelijk om, afhankelijk van de kennis en de achtergrond van de student, van
22
bovenstaande programma’s af te wijken. De precieze voorwaarden voor de instroom in de Masteropleiding worden in sectie 1.8 besproken.
4. Verdere informatie Voor vragen met betrekking tot de specifieke invulling van het studieprogramma (vrijstellingen, keuzemogelijkheden, etc) kunt u contact opnemen met dr. K.J. van Garderen (telefoon: 020-5254220, e-mail:
[email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer J/K2.42, Valckenierstraat 65-67, 1018 EX Amsterdam).
23
3) Minor Operations Research (30 EC) 1. Inhoud Het Minor-programma Operations Research (30 EC): • • •
is praktisch van aard; heeft een sterk β-(wiskundig) karakter; dient direct als schakeltraject voor de Master-opleiding Operationale Research en Management (ORM).
De opleiding Operationele Research en Management, als variant binnen de BSc Econometrie en Operations Research en als aparte Master-opleiding, richt zich op concrete vragen van praktische en veelal van bedrijfskundige en logistieke aard. De opleiding sluit hiermee nauw aan bij de sterke hedendaagse belangstelling voor logistiek en dienstverlening (zoals in een productielijn, een distributiecentrum, het openbaar vervoer, een call center of een ziekenhuis). Een kwantitatieve benadering op basis van wiskundige modellering en getalsmatige ondersteuning staat daarbij voorop. Typische doelstellingen zijn: • • •
het berekenen van capaciteiten en prestaties; het evalueren en vergelijken van inrichtingen, werkwijzen of scenario’s; het optimaliseren van prestatiegrootheden, zowel analytisch als cijfermatig.
De wiskundige benadering is hierbij geen doel op zich maar is oplossingsgericht. De opleiding heeft derhalve zowel een wiskundig als praktisch karakter. De student ORM dient hiertoe te bezitten over: • • •
sterke wiskundige vaardigheden; belangstelling voor praktische vraagstukken; computeraffiniteit.
Een afgestudeerde ORM-student onderscheidt zich nadrukkelijk van bedrijfskundigen en economen op basis van zijn/haar analytisch vermogen, kwantitatieve benadering en kritische instelling. Als zodanig zijn de beroepsperspectieven goed te noemen, zoals binnen: • • • • •
grote concerns (industrie, productiebedrijven, warenhuisketens); dienstverlenende organisaties (KLM, NS, vervoersbedrijven, call centers en ziekenhuizen); ICT en logistieke adviesbureaus; financiële instellingen (actuariële bureaus, banken); onderzoeksafdelingen (CBS, TNO, universiteiten).
2. Curriculum Minor Verplichte modules (24 EC)
Operations Research, 30 EC Operationele Research 1 (6012B0288, 6 EC) Operationele Research 2 (6012B0289, 6 EC) Operationele Research - Deterministische methoden (6012B0326, 6 EC) Operationele Research - Stochastische methoden (6012B0297, 6 EC) Keuzemodules (6 Operations and Process Management (6012B0247, 6 EC) EC) Kansrekening en Statistiek 3 (6012B0286, 6 EC)
24
3. Opmerking In combinatie met een BSc Wiskunde, Natuurkunde, Informatica of equivalente exacte wetenschappelijke opleiding geeft het Minor-programma Operations Research (30 EC) toelating tot de Master of Science in Operationele Research en Management. Verdere voorwaarden voor de instroom in de Master-opleiding worden in sectie 1.8 besproken.
4. Verdere informatie Voor vragen met betrekking tot de specifieke invulling van het studieprogramma (vrijstellingen, keuzemogelijkheden, etc) kunt u contact opnemen met prof. dr. N.M van Dijk (telefoon: 020-5254215, e-mail:
[email protected], adres: Faculteit Economie en Bedrijfskunde, kamer J/K2.59, Valckenierstraat 65-67, 1018 EX Amsterdam).
25
Bijlage 1
Minor-Programma Naam:________________________________________________________ Studentnr. ________________________ Majorstudie: ___________________________________________________ Minor: ________________________________________________________ Email:_________________________________________________________
Vaknaam
Vakcode
Datum: ____________ Naam coördinator:_________________________________________________ Handtekening coördinator:
NB Dit studieprogramma houdt NIET in dat de student automatisch ingeschreven wordt voor (de tentamens van) de vermelde vakken. De student dient zich voor elk vak én voor elk tentamen tijdig via SIS in te schrijven: http://www.student.uva.nl/sis/algemeen.cfm
26
EC
Bijlage 2
Aanvraag Minor-certificaat
Naam: ________________________________________________ Studentnr.: _________________________ Telefoonnr.:_________________________ Naam minor: ____________________________________________
De onderwijsadministratie controleert of de student alle vakken, zoals vastgelegd in het programma, heeft behaald. Wanneer het programma wijzigt, dient de student er zorg voor te dragen dat dit, via de coördinator, wordt doorgegeven aan de onderwijsadministratie.
Het minorcertificaat wordt zo snel mogelijk opgemaakt. Dit duurt ongeveer drie weken (in drukke periodes kan dit iets langer zijn). De onderwijsadministratie neemt contact op met de student wanneer het certificaat klaar is. Het certificaat kan dan bij de onderwijsbalie worden opgehaald.
27