Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013
OCMW OOSTERZELE
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
2 van 138
Beste lezer, Het lokaal sociaal beleid omvat alle acties van lokale actoren en lokale besturen om aan de burger de toegang te waarborgen tot de economische, sociale en culturele grondrechten, vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, opdat iedereen in menselijke waardigheid kan leven. Het wettelijke kader voor het Lokaal Sociaal Beleidsplan is het decreet van 3 maart 2004. Het decreet trad in werking op 22 mei 2004. Aan de lokale besturen wordt een voortrekkersrol toebedeeld. Gemeente en OCMW worden samen verantwoordelijk voor de coördinatie van het sociale beleid in hun gemeente. Daartoe stellen ze samen een lokaal sociaal beleidsplan op.
Beleidsplan voor Oosterzele. De omgevingsanalyse beschrijft voor een reeks van 8 beleidsdomeinen de bestaande toestand aan de hand van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens. Afgeleid daarvan duiken her en der probleemstellingen op die beleidsactie kunnen oproepen. Daarop hebben de politieke verantwoordelijken de keuzes gemaakt voor een sociaal beleid in de komende jaren. Een meerjarenplan stelt concrete acties en tastbare middelen in het vooruitzicht. Dit document werd samengesteld door mandatarissen en ambtenaren van de gemeente en het OCMW van Oosterzele.
Het lokaal sociaal beleid beoogt een maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor elke burger en een optimaal bereik van de beoogde doelgroep. Hiertoe realiseert het lokaal bestuur een “Sociaal Huis”. De loketfunctie van het Sociaal Huis verschaft immers op ‘geïntegreerde wijze’ toegang tot de sociale dienstverlening van zowel gemeente als OCMW. Zo worden burgers adequaat geholpen. Er is niet één uniform model van Sociaal Huis aan gans Vlaanderen opgelegd. Verschillende gradaties en invullingen van het concept zijn mogelijk en de keuze voor een bepaalde invulling dient aan de lokale (en regionale) actoren te worden overgelaten. Belangrijk is dat het Sociaal Huis geënt wordt op de lokale dynamiek en het bestaande lokaal sociaal beleid. Dit veronderstelt een duidelijke visie op lokaal sociaal beleid in de gemeente. Het respect voor de lokale autonomie werd sterk bewaakt. Daarom werd niet voorzien in een erkenning met strikte procedures en normen maar wel in de toekenning van een kwaliteitslabel. Er zijn ook ruime mogelijkheden tot samenwerking met organisaties uit de particuliere, semi-publieke en publieke sector. Dit document is de ultieme fase in het ontstaan van een Lokaal Sociaal
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
3 van 138
Voorwoord Inhoudstafel I. OMGEVINGSANALYSE A. KWANTITATIEVE OMGEVINGSANALYSE 0. Samenvatting 1. Demografische indicatoren 1.1. Aantal inwoners naar geslacht 1.2. Bevolking naar leeftijdscategorieën 1.3. Huishoudens en gezinnen 1.4. Vreemdelingen naar nationaliteit 1.5. Loop van de bevolking 1.6. Evolutie en prognose van de bevolking 2. Socio-economische indicatoren 2.1. Inkomen 2.1.1. Gemiddeld inkomen 2.1.2. Inkomensverdeling in categorieën 2.1.3. Leefloners 2.1.4. Inkomensgarantie voor ouderen 2.2. Werkende bevolking 2.2.1. Activiteitsgraad 2.2.2. Werkgelegenheidsgraad 2.3. Werkloosheid: profiel van de niet-werkende werkzoekenden naar geslacht, duur, opleidingsniveau 3. Algemene indicatoren van welzijn en gezondheid 3.1. Huisvesting 3.2. Sociale huisvesting 3.3. Comfort van de woningen 3.4. Onderwijs 3.5. Personen met een handicap 3.6. Kansarmoede B. KWALITATIEVE OMGEVINGSANALYSE 1. Over clusters en beleidsdomeinen 2. Per cluster: bestaande structuren en actoren in de gemeente 2.1.
Sociale dienstverlening
2.1.0. Samenvatting 2.1.1. Inleiding 2.1.2. Actoren en hun aanbod 2.1.2.1. Administratieve dienstverlening 2.1.2.2. Psychosociale dienstverlening 2.1.2.3. Juridisch advies 2.1.2.4. Financiële steun 2.1.2.5. Schuldbemiddeling Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
4 van 138
2.1.3. Knelpunten 2.2.
Thuiszorg
2.2.0. Samenvatting 2.2.1. Aanbod 2.2.1.1. Diensten voor poetshulp 2.2.1.2. Diensten voor gezinszorg 2.2.1.3. Diensten voor oppashulp 2.2.1.4. Palliatieve thuiszorg 2.2.1.5. Psychiatrische thuiszorg 2.2.1.6. Vervoerdiensten 2.2.1.7. Thuisverpleging 2.2.1.8. Thuiszorgwinkels 2.2.1.9. Dagverzorgingscentra 2.2.1.10. Kortverblijf 2.2.2. Probleemstellingen 2.3.
Tewerkstelling
2.3.0. Samenvatting 2.3.1. Algemeen 2.3.1.1. Activiteitsgraad 2.3.1.2. Werkgelegenheidsgraad 2.3.1.3. Werkloosheidsgraad 2.3.2. Actoren 2.3.2.1. Aanbod dienstverlening 2.3.2.2. Aanbod van werkgelegenheid 2.3.3. Conclusie 2.3.4. Knelpunten 2.4.
Huisvesting
2.4.0. Samenvatting 2.4.1. Aanvullende gegevens over woningen 2.4.1.1. Woningcomfort 2.4.1.2. Sociale huurwoningen 2.4.1.3. De kandidaat-huurder 2.4.1.4. Ander sociaal patrimonium en dienstverlening 2.4.2. Probleemstellingen en mogelijke oplossingen 2.5.
Kinderen en jongeren
2.5.0. Samenvatting 2.5.1. Maatschappelijk kader 2.5.2. Jeugdwerk in de gemeente 2.5.2.1. Gemeentelijke jeugddienst 2.5.2.2. Jeugdraad 2.5.2.3. Plaatselijk jeugdwerk 2.5.3. Gemeentelijk jeugdwerk 2.5.3.1. Speelpleinwerking Kriebelplezier 2.5.3.2. Grabbelpas 2.5.3.3. Swappas 2.5.4. Jeugdvoorzieningen in de gemeente 2.5.4.1. Onderwijs 2.5.4.2. Sport 2.5.4.3. Cultuur 2.5.4.4. Welzijn 2.5.4.5. OCMW 2.5.4.6. Particuliere opvanggezinnen 2.5.4.7. Particuliere opvanginstellingen Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
5 van 138
2.5.4.8. Buitenschoolse kinderopvang 2.5.4.9. Gezinsbond 2.5.4.10. Politie 2.5.5. Financiële ondersteuning voor jeugdwerk en jeugdprojecten 2.5.6. Materiële ondersteuning van jeugdwerk en jeugdprojecten 2.5.7. Kadervorming 2.5.8. Jeugdinfrastructuur 2.5.9. Samenwerking met andere beleidssectoren 2.5.10. Knelpunten 2.6.
Communicatie
2.6.0. Samenvatting 2.6.1. Wat is er? 2.6.1.1. Communicatie naar buiten 2.6.1.2. Interne communicatie 2.6.1.3. Georganiseerd overleg 2.6.1.4. Bemerkingen 2.6.2. Wat kan het (ook) worden? 2.6.2.1. Informatiesamenleving 2.6.2.2. Probleemstelling en suggesties 2.7.
Welzijn en gezondheid
2.7.0. Samenvatting 2.7.1. Gezondheid 2.7.1.1. Zorgregio’s 2.7.1.2. Voorzieningen 2.7.1.3. Verenigingen 2.7.1.4. Problematiek 2.7.1.5. Drugpreventie 2.7.2. Welzijn 2.7.2.1. Dienst welzijn 2.7.2.2. OCMW 2.7.2.3. Gezins- en welzijnsraad 2.7.2.4. Welzijnsinitiatieven 2.7.2.5. Problematieken 2.8.
Senioren
2.8.0. 2.8.1. 2.8.2. 2.8.3. 2.8.4. 2.8.5. 2.8.6. 2.8.7. 2.8.8. 2.8.9.
Samenvatting Aantal senioren Thuiszorg/mantelzorg Semi-residentiële opvang Residentiële opvang Huisvesting Sociale contacten Tijdbesteding Mobiliteit Communicatie en participatie
II. PROTOCOL TUSSEN GEMEENTE EN OCMW III. PARTICIPATIE EN BETROKKENHEID IV. BELEIDSDOELSTELLINGEN
Verklaring van woorden afkortingen
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
6 van 138
I.
OMGEVINGSANALYSE
A. KWANTITATIEVE OMGEVINGSANALYSE 0. Samenvatting De groeiende bevolking kent vanaf 2003 een lichte terugloop door een negatief migratiesaldo. Een kwart is jonger dan 20 jaar, drie op tien jonger dan 25. Een ander kwart is ouder dan 60. De Oosterzelenaar verdient gemiddeld goed zijn brood. Het aantal leefloners is laag. Het aantal ouderen die genieten van een inkomensgarantie blijft nagenoeg gelijk. De meeste mensen hebben werk, maar ze moeten het wel buiten de gemeente gaan zoeken. Oosterzele wordt een dure gemeente om te wonen. Vooral op de huurmarkt is er schaarste. Dat is zeker het geval op de sociale woningmarkt. Een deel van het woningareaal is nieuwbouw of sterk vernieuwd, een ander deel is onderhevig aan veroudering en ontbeert deels nog altijd essentieel wooncomfort. Het sociaal woonpatrimonium is minder ontwikkeld in verhouding tot de omringende regio’s en zeker in relatie tot de reële behoeften. Mensen uit de klassieke kansarmoededoelgroepen vindt men hier minder dan elders.
1. Demografische indicatoren 1.1.
Aantal inwoners
Oosterzele
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Aantal inwoners 12.987 13.096 13.153 13.148 13.156 13.204 13.231 13.287 13.243 Voor een grafische voorstelling van de evolutie van de bevolking zie 1.6. Evolutie en prognose van de bevolking. Gemeente/geslacht mannen Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen
Vlaanderen
aantal
6 405 240 230 664 629
2 896 623
1995
2000
2004
2005
2006
13.155
13.237
13.192
2005
mannen vrouwen vrouwen mannen mannen vrouwen vrouwen mannen mannen vrouwen vrouwen
percentage
aantal
49,32 % 48,95 % 49,25 %
6 582 250 560 684 753
49,38 %
2 969 483
percentage
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
aantal
50,68 % 51,05 % 50,75 %
6 537 242 717 669 720
50,62 %
2 929 510
percentage
aantal
49,51 % 49,00 % 49,19 %
6 667 252 651 691 903
49,32 %
3 010 741
percentage
50,49 % 51,00 % 50,81 %
aantal
6 582 248 074 679 039
50,68 % 2 979 825
percentage
aantal
49,72% 49,10% 49,20%
6 655 257 193 701 033
49,31%
3 063 336
percentage
50,28% 50,90% 50,80% 50,69%
7 van 138
Bron: NIS1, telkens 1 januari
1.2.
Bevolking naar leeftijdscategorieën De samenstelling van de bevolking: links de bevolkingspiramide van Oosterzele in 2005. Ter vergelijking de bevolkingspiramide van Vlaanderen in datzelfde jaar. Oosterzele (2005)
650
550
450
350
250
150
50
50
vrouwen
1
150
Vlaanderen (2005)
250
350
450
mannen
550
95 + jaar 90-94 jaar
95 + jaar 90-94 jaar
85-89 jaar
85-89 jaar
80-84 jaar
80-84 jaar
75-79 jaar 70-74 jaar
75-79 jaar 70-74 jaar
65-69 jaar
65-69 jaar
60-64 jaar 55-59 jaar 50-54 jaar 45-49 jaar 40-44 jaar 35-39 jaar 30-34 jaar
60-64 jaar 55-59 jaar 50-54 jaar 45-49 jaar 40-44 jaar 35-39 jaar 30-34 jaar
25-29 jaar
25-29 jaar
20-24 jaar 15-19 jaar 10-14 jaar 5-9 jaar 0-4 jaar
20-24 jaar 15-19 jaar 10-14 jaar 5-9 jaar 0-4 jaar
650
250.000
200.000 150.000 100.000
50.000
0
vrouwen
50.000
100.000 150.000 200.000
mannen
NIS: Nationaal Instituut voor de Statistiek
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
8 van 138
250.000
Deze opdeling in leeftijdscategorieën geeft een beeld van het aandeel inwoners per leeftijdsgroep: peuters, kleuters, jonge kinderen, adolescenten, werkende bevolking, senioren en bejaarden. Gemeente/ leeftijdscategorie
Oosterzele Arrond. Gent OostVlaanderen
0-3
4-6
7-12
13-19
20-59
60+
80+
jongens meisjes jongens meisjes jongens meisjes jongens meisjes mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen 304 10 914
262 10 383
267 8 264
181 7 976
518 17 395
500 16 813
551 19 680
565 18 706
3 693 141 622
3 512 137 958
1 219 48 801
1 583 63 980
170 7 168
312 14 493
28 714
27 517
22 635
21 638
47 234
45 639
54 521
51 835
387 091
375 455
135 601
175 840
19 164
38 596
Bron: NIS Datum: 1 januari 2004
Eén op vier inwoners is jonger dan 20 jaar. Een ander kwart is ouder dan 60 jaar. De bevolkingsdichtheid in vergelijking met omliggende gemeenten.
inwonersaantal
bevolkingsdichtheid
Oppervlakte in km²
Oosterzele
13 287
308
43,12
Merelbeke
21 976
600
36,65
Melle
10 509
691
15,21
Wetteren
22 818
622
36,68
Sint-Lievens-Houtem
9 165
344
26,67
Zottegem
24 507
433
56,65
Gavere
11 896
380
31,34
Bron: NIS, bevolkingsstatistieken Datum: 1 januari 2002.
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
9 van 138
1.3.
Huishoudens en gezinnen
Gemeente/
Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen
Totaal
mannen vrouwen private alleenwonend alleenwonend huishoudens van 2 personen
4 980 216 285 573 570
450 32 950 75 352
610 38 070 90 267
1 618 71 215 196 335
private private huishoudens huishoudens van 3 van 4 personen personen of meer 983 31 472 97 198
gemiddelde grootte per gezin
1 310 41 092 113 644
2,07 1,92 1,97
Bron: NIS; SEE, gemiddelde gezinsgrootte Datum: 1 januari 2004 Opmerking: het verschil tussen totaal huishoudens en de som van de volgende kolommen wordt verklaard door de 9 collectieve huishoudens die niet opgenomen zijn (zitten wel verrekend in het totaal).
Gemeente/
Totaal
Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen Bron: eigen berekening. Opmerking: idem als hierboven.
100 % 100 % 100 %
mannen vrouwen private private alleenwonend alleenwonend huishoudens huishoudens van 2 van 3 personen personen 9,03 % 15,23 % 13,14 %
12,24 % 17,60 % 15,74 %
32,48 % 32,93 % 34,23 %
26,31 % 14,55 % 19,95 %
private huishoudens van 4 personen of meer
19,74 % 19,00 % 19,81 %
Een huishouden bestaat uit één persoon die gewoonlijk alleen leeft ofwel uit twee of meer personen, al dan niet met elkaar verwant. Gewoonlijk wonen ze in dezelfde woning en leven er samen. Onderscheid wordt gemaakt tussen private en collectieve huishoudens (in Oosterzele: 9). Vergeleken met het arrondissement en de provincie zijn er minder alleenwonenden, maar meer gezinnen met kinderen. 57 alleenwonende vaders hebben ook kinderen in huis (12,6% van de alleenwonende mannen). Er zijn 291 alleenwonende moeders (47,7% van de alleenwonende vrouwen).
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
10 van 138
Er zijn relatief beduidend meer gezinnen van 3 personen in de gemeente. Gekoppeld aan een relatief hoog aantal schoolgaande kinderen (zie bevolkingpiramide in 1.2. Bevolking naar leeftijdscategorieën) kan dit wijzen op de aanwezigheid van veel jonge gezinnen. 1.4.
Vreemdelingen naar nationaliteit
Gemeente/ nationaliteit Oosterzele Arr. Gent
Oost-Vlaanderen
Afrika jaar
man
2 6 6 1 919 1 730 1 681 5 202 4 460 3 508
1995 2000 2004 1995 2000 2004 1995 2000 2004
Amerika
vrouw
2 3 0 1 441 1 423 1 311 4 406 4 009 3 116
man
0 3 0 199 234 290 296 353 434
vrouw
1 1 2 249 297 355 377 481 625
Azië man
0 0 3 549 470 778 885 757 1 158
Europa
vrouw
man
Oceanië
vrouw
3 28 13 4 34 24 5 41 20 437 8 253 7 013 571 8 109 7 247 865 7 240 6 493 782 15 544 12 304 1 079 15 425 13 034 1 591 13 660 11 588
man
0 0 0 6 9 17 11 15 23
Andere
vrouw
0 0 0 3 17 18 6 21 25
man
0 5 2 176 220 155 322 390 478
Totaal
vrouw
1 4 1 58 95 86 144 204 334
man
vrouw
30 20 48 36 52 28 11 159 9 247 10 822 9 695 10 222 9 194 22 260 18 019 21 400 18 828 19 261 17 279
Bron: NIS
Men kan niet beweren dat in Oosterzele veel mensen van buitenlandse afkomst wonen. Drie vierden van hen zijn daarenboven afkomstig van een Europees land. 1.5.
Verloop van de bevolking
Gemeente/ verloop Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen Vlaanderen
Geboorten
Sterften
Instroom 1997
2000
Uitstroom
1997
2000
2003
1997
2000
2003
163 5 657 15 006 64 571
140 5 621 14 454 61 877
138 5 285 13 848 59 964
127 5 213 14 223 56 546
100 5 134 14 021 57 502
112 678 624 617 665 594 699 4 950 26 247 25 738 27 714 25 031 24 105 25 633 14 106 66 718 65 516 69 709 63 338 62 707 65 905 58 910 307 181 301 779 322 056 289 163 285 252 299 667
2003
1997
2000
2003
Bron: NIS, FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
Er is een natuurlijke aangroei van de bevolking (geboorten min sterftes) maar die verkleint. Het migratiesaldo (instroom min uitstroom) was tot 2000 positief. Sinds 2003 verlaten meer mensen de gemeente dan er komen wonen. De cijfers van 2006 zullen laten zien of hier van een trend sprake is.
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
11 van 138
Globaal evolueert het verloop van de inwoners als volgt:
1.6.
Verloop
1997
2000
2003
Oosterzele
+59
+70
-56
Evolutie en prognose van de bevolking
Oosterzele Aantal inwoners
Gemeente/ prognose Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen Vlaanderen
Gemeente/ prognose Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen
Vlaanderen
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
12.987
13.096
13.153
13.148
13.156
13.204
13.231
13.287
13.243
13.155
13.237
13.192
2010
2015
2020
mannen
mannen
vrouwen
vrouwen
mannen
mannen
vrouwen
vrouwen
mannen
mannen
vrouwen
vrouwen
aantal
percentage
aantal
percentage
aantal
percentage
aantal
percentage
aantal
percentage
aantal
percentage
6 519 251 783 684 627 2 942 503
49,83% 49,15% 49,15%
6 564 260 542 708 252
48,82 % 3 084 699
6 492 50,17% 50,85% 254 440 50,85% 688 115
49,83% 6 537 48,99% 263 350 49,11% 713 101
50,17% 6 467 51,01% 255 856 50,89% 688 504
49,83% 6 511 48,96% 264 834 49,08% 714 321
50,17% 51,04% 50,92%
51,18 %
2025
2030
2050
mannen
mannen
vrouwen
vrouwen
mannen
mannen
vrouwen
vrouwen
mannen
mannen
vrouwen
vrouwen
aantal
percentage
aantal
percentage
aantal
percentage
aantal
percentage
aantal
percentage
aantal
percentage
6 429 256 647 687 397
49,84% 48,91% 49,05%
6 469 50,16% 265 708 51,09% 714 083 50,95%
Enkel Vlaanderen 3 049 490
49,38 %
3 125 740
Enkel Vlaanderen 50,62 %
2 996 213
49,36 % 3 074 105
50,64 %
Bron: Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudieën
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
12 van 138
Evolutie en prognose bevolking Oosterzele 1995-2025 Bron: Vlaamse Gemeenschap Grafiek: eigen berekening
13.400 13.300
De lijn geeft de evolutie weer van de laatste tien jaren. De punten geven de prognose van de komende twintig jaren met een interval van vijf jaren.
13.200 13.100 13.000 12.900 12.800
19 95 19 97 19 99 20 01 20 03 20 05 20 07 20 09 20 11 20 13 20 15 20 17 20 19 20 21 20 23 20 25
12.700
Vergelijking evolutie en prognose van de bevolking Bron en grafiek: eigen berekening
103 102
Vanaf 2010 wordt verwacht dat het aantal inwoners toeneemt in het arrondissement en stagneert in de provincie. Voor de gemeente Oosterzele wordt verwacht dat de bevolking terugloopt.
101 100 99 98 97 96
2010
2015
2020
2025
Oosterzele
100,00
99,59
99,20
98,59
Arr. Gent
100,00
101,07
101,63
101,96
Oost-Vlaanderen
100,00
100,60
100,71
100,62
Vlaanderen
100,00
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
2030
2050
102,46
100,72
13 van 138
2. Socio-economische indicatoren 2.1. Inkomen 2.1.1. Gemiddeld inkomen
Gemeente/ inkomen Oosterzele Arr. Gent
Oost-Vlaanderen Vlaanderen
1999
Gemiddeld netto fiscaal inkomen per aangifte
25 786 24 094 24 051 24 154
2000
26 227 24 697 24 571 24 639
2001
Bron: NIS – financiële statistieken Datum: 1 januari 2003 (vermelde jaartallen = jaar van inkomsten)
27 698 25 404 25 353 25 565
2002
28 012 25 090 25 343 25 620
1999
Gemiddeld netto fiscaal inkomen per inwoner
11 297 10 206 11 319 11 277
2000
11 850 10 694 11 817 11 788
2001
12 743 11 472 12 611 12 542
2002
13 059 11 942 13 118 12 977
In Oosterzele ligt het netto inkomen hoger dan in het arrondissement, de provincie en Vlaanderen. Daarenboven is de inkomensgroei groter dan in de andere regio’s. 2.1.2. Inkomensverdeling in categorieën
Gemeente/ aantal aangiften per inkomenscategorie
Oosterzele Arr. Gent
Oost-Vlaanderen Vlaanderen
=< 10.000 euro 731 42 432 99 633 433 024
Bron: Administratie Planning en Statistiek Datum: 1 januari 2002
10.001 euro t.e.m. 20.000 euro
2 078 88 424 246 017 1 062 304
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
20.001 euro t.e.m. 30.000 euro
1 288 54 151 148 221 636 236
30.001 euro t.e.m. 40.000 euro
791 28 490 78 097 331 444
40.001 euro t.e.m. 50.000 euro
523 16 809 46 442 197 302
> 50.000 euro 689 23 808 60 631 264 821
14 van 138
Gemeente/ percentage aangiften per inkomenscategorie
=< 10.000 euro
10.001 euro t.e.m. 20.000 euro
20.001 euro t.e.m. 30.000 euro
30.001 euro t.e.m. 40.000 euro
40.001 euro t.e.m. 50.000 euro
> 50.000 euro
Oosterzele
11,98%
34,07%
21,11%
12,97%
8,57%
11,30%
Arr. Gent
16,70%
34,80%
21,31%
11,21%
6,61%
9,37%
Oost-Vlaanderen
14,67%
36,23%
21,83%
11,50%
6,84%
8,93%
Vlaanderen
14,80%
36,32%
21,75%
11,33%
6,75%
9,05%
Bron: eigen berekening
In Oosterzele wonen verhoudingsgewijs meer veelverdieners (meer dan 30.000 ) dan in het arrondissement Gent, de provincie OostVlaanderen en het gewest Vlaanderen. Bijna 1/3 verdient meer dan 30.000 tegenover iets meer dan 1/4 in de andere regio’s. Omgekeerd telt Oosterzele niet zoveel lage inkomensgroepen. Maar het gaat daarbij wel nog om bijna 12% van de belastingplichtigen. % aangiften per inkomenscategorie 40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00% =< 10.000 10.001 euro 20.001 euro 30.001 euro 40.001 euro euro t.e.m. t.e.m. t.e.m. t.e.m. 20.000 euro 30.000 euro 40.000 euro 50.000 euro Oosterzele
Arr. Gent
Oost-Vlaanderen
> 50.000 euro
Vlaanderen
Bron: eigen berekening
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
15 van 138
2.1.3. Leefloners
Leefloners - 25 jaar Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen
Bron: Datum: 1 januari 2004
-25 jaar
- 25 jaar
mannen vrouwen 3 539 874
1 624 1 030
totaal
4 1 163 1 904
alle alle alle leeftijden leeftijden leeftijden mannen vrouwen totaal 14 1 611 2 710
17 2 216 4 016
31 3 827 6 726
Oosterzele heeft verhoudingsgewijs half zoveel leefloners als de provincie en één derde van het arrondissementeel aantal. Voor evolutie en spreiding zie verder onder 3.6. Kansarmoede. 2.1.4. Inkomensgarantie voor ouderen
2002 IGO
Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen Vlaanderen
mannen
35 1 304 3 401 13 133
vrouwen
89 3 157 7 802 29 793
2003
mannen
Bron: Rijksdienst voor Pensioenen Datum: telkens 1 januari IGO: Inkomensgarantie voor ouderen (vanaf 1 juni 2001) GI: Gewaarborgd inkomen (van 1 mei 1969 tot 1 juni 2001)
GI
10 392 1 059 4 172
IGO
2004 GI
IGO
GI
vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen 47 1 298 3 383 13 776
34 1 320 3 557 13 133
82 3 086 7 745 29 793
9 347 915 3 672
39 1 147 3 052 12 635
36 1 366 3 512 13 112
80 3 006 7 445 28 751
8 307 784 3 191
37 1 032 2 723 11 450
De hogere aantallen voor vrouwen zijn te verklaren door de hogere leeftijd die vrouwen doorgaans bereiken en de relatief lagere inkomensstatus die vrouwen halen uit vroegere arbeidsactiviteiten.
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
16 van 138
2.2.
Werkende bevolking
2.2.1. Activiteitsgraad De activiteitsgraad geeft de mate aan waarin de bevolking op beroepsactieve leeftijd actief is op de arbeidsmarkt. Dat wil zeggen een job heeft of een job zoekt. De activiteitsgraad wordt uitgedrukt in percentages.
Gemeente
Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen Vlaanderen
2
1 januari 2000
1 januari 2001
74,9 73,4 73,1 71,2
74,9 73,3 73,1 71,2
1 januari 2002 77,8 76,0 74,9 73,0
Bron: Steunpunt WAV Opmerking: Vergelijkingen tussen 2003 en de jaren ervoor zijn onmogelijk omdat de cijfers vanaf 2003 volgens een andere methodologie berekend worden door het Steunpunt WAV (zie verder hoofdstuk Tewerkstelling).
2.2.2. Werkgelegenheidsgraad Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen Vlaanderen
Gemeente
Bron: Steunpunt WAV Datum: telkens 1 januari
2000 35,0 74,5 60,4 65,2
2001 35,9 75,4 61,4 66,3
2002 36,7 76,0 61,7 66,1
De werkgelegenheidsgraad geeft de verhouding weer tussen het totaal aantal arbeidsplaatsen (jobs) en de bevolking op beroepsactieve leeftijd. Dat schetst een beeld van de beschikbare werkgelegenheid in de gemeente. In verhouding tot de omliggende regio’s kan Oosterzele onvoldoende zelf voorzien in arbeidsplaatsen. Dat leidt automatisch tot een grote pendelactiviteit in de richting van de omliggende centrumgemeenten en steden met een grote economische activiteit.
2
Steunpunt WAV: Steunpunt Werkgelegenheid, Arbeid en Vorming, een interuniversitair samenwerkingsverband van onderzoeksgroepen verbonden aan de Universiteit Gent, de Universiteit Antwerpen, de Vrije Universiteit Brussel en de Katholieke Universiteit Leuven Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
17 van 138
2.3.
Werkloosheid: profiel van de niet-werkende werkzoekenden naar geslacht, duur, opleidingsniveau
Gemeente/niet-werkende werklozen Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen Vlaanderen
totaal aantal nietwerkende werklozen mannen
158 11 974 26 684
vrouwen
184 11 831 28 987
Bron: VDAB (werkloosheidsgraad : Steunpunt WAV) Datum: 01.10.2005 (werkloosheidsgraad : 30.06.2003)
langer dan twee jaar werkloos mannen
34 3 348 6 822
vrouwen
48 3 269 7 606
zonder diploma HSO mannen
61 5 688 14 132
vrouwen
62 5 077 14 106
werkloosheidsgraad
4,56 8,52 7,48 7,47
Hoewel Oosterzele weinig eigen arbeidsplaatsen heeft, lukt het zijn inwoners toch om elders werk te vinden. Er zijn relatief weinig werklozen en voor de meesten is de werkloosheidsduur vrij kort. In de loop van de jaren 1999-2004 schommelt de werkloosheidsgraad in Oosterzele tussen 4 en 5%. 4 op 10 werklozen zijn laaggeschoolden en 15% zijn jongeren. Voor vergelijkende cijfers over jongeren en langdurig werklozen: zie 3.6. Kansarmoede, rubrieken 6 en 7.
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
18 van 138
3. Algemene indicatoren van welzijn en gezondheid 3.1. Huisvesting Oosterzele
1991 2001
Bron: Gemeentelijk Woondossier, Provincie Oost-Vlaanderen
4.333 4.786
Totale woningenbestand arrond. Gent
186.707 199.081
Totaal aantal huurwoningen
1991 2001
Oost-Vlaanderen
Vlaanderen
498.127 545.921
2.141.557 2.297.915
Oosterzele
arrond. Gent
Oost-Vlaanderen
Vlaanderen
absoluut percentages
817 18,90
73.796 39,50
158.156 31,80
650.346 30,40
absoluut percentages
709 14,80
66.852 33,60
145.546 26,70
590.566 25,70
Bron: Gemeentelijk Woondossier, Provincie Oost-Vlaanderen
Het aantal huurwoningen daalt met ruim één tiende in 10 jaar tijd. Meer gezinnen verwerven immers een eigen woning. Minder huurwoningen blijven aanwezig op de woningmarkt. Onder meer die schaarste kan leiden naar duurdere huurwoningen.
Aantal woningen naar typologie
1991 ééngezinwoningen appartementen andere 2001 ééngezinwoningen appartementen andere
Oosterzele
arrond. Gent
Oost-Vlaanderen
Vlaanderen
4.209 116 8
146.469 39.730 508
423.984 73.183 960
1.680.534 457.183 3.840
4.704 74 8
157.781 40.990 310
452.394 81.822 715
1.831.179 457.524 9.212
Bron: Gemeentelijk Woondossier, Provincie Oost-Vlaanderen
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
19 van 138
De hoedanigheid van de bewoners
2001
Oosterzele
arrond. Gent
Oost-Vlaanderen
Vlaanderen
4.870 3.981 714 98
200.641 128.507 67.012 5.122
538.900 380.347 145.546 13.007
2.354.942 1.668.886 593.607 56.731
totaal aantal woningen waarvan de hoedanigheid gekend is eigenaars huurders onbekend
Bron: NIS, SEE 2001
In Oosterzele is ruim 80% van de bewoners eigenaar van zijn woning. Nog geen 15% zijn er huurwoningen.
Bouwjaar en verbouwingen van de bewoonde particuliere woningen 2001
voor 1919 1919-1945 1946-1960 1961-1970 1971-1980 1981-1990 1991-1995 1996 of later bouwjaar onbekend, maar 20 jaar geleden of langer gebouwd bouwjaar onbekend, maar minder dan 20 jaar geleden gebouwd verbouwd sinds 1991 totaal
Bron: NIS, SEE 2001
Oosterzele
arrond. Gent
Oost-Vlaanderen
Vlaanderen
591 698 604 499 558 578 327 274
21.461 24.200 23.069 22.993 25.113 15.591 11.651 12.213
51.225 68.426 66.430 62.287 69.833 44.824 32.638 32.945
175.639 283.582 305.033 294.214 322.902 210.824 147.785 140.671
579
36.452
20.227
361.568
29 461 4.867
3.464 19.786 203.265
8.666 49.528 545.348
40.537 201.171 2.352.314
De relatieve cijfers geven volgend beeld met bijhorende conclusies.
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
20 van 138
Bouwjaar en verbouwingen van de bewoonde particuliere woningen (%) Oosterzele
arrond. Gent
OostVlaanderen
Vlaanderen
12,1 14,3 26,5 12,4 38,9 10,3 49,1 11,5 11,9 6,7 5,6
10,6 11,9 22,5 11,3 33,8 11,3 45,1 12,4 7,7 5,7 6,0
9,4 12,5 21,9 12,2 34,1 11,4 45,5 12,8 8,2 6,0 6,0
7,5 12,1 19,5 13,0 32,5 12,5 45,0 13,7 9,0 6,3 6,0
11,9
17,9
3,7
15,4
0,6 9,5 100
1,7 9,7 100
1,6 9,1 100
1,7 8,6 100
2001 vóór 1919 1919-1945 Vóór 1945 1946-1960 Vóór 1960 1961-1970 Vóór 1970 1971-1980 1981-1990 1991-1995 1996 of later bouwjaar onbekend, maar 20 jaar geleden of langer gebouwd bouwjaar onbekend, maar minder dan 20 jaar geleden gebouwd verbouwd sinds 1991 totaal Bron: eigen berekeningen
In Oosterzele zijn 12,1% van de woningen van vóór 1919 (7,5% in Vlaanderen). 26,4% zijn van vóór 1945 (19,6% in Vlaanderen). 38,8% van vóór 1960 (32,6% in Vlaanderen). Het woningpatrimonium verjongt zich in Oosterzele minder snel dan in Vlaanderen en de provincie, maar sinds de jaren ‘80 is een inhaaloperatie bezig met de bouw van nieuwe woningen.
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
21 van 138
Arrondissement Gent
Evolutie van de prijzen van bouwgronden en woningen
woonhuizen kleine/middelgrote woningen grotere woningen appartementen bouwgronden
2001
2002
88,50 81,70 243,30 86,20 90,10
2005
102,40 89,90 223,00 89,80 93,30
137,86 127,26 379,00 122,65 161,65
Uitgedrukt in gemiddelde prijs per 1 000 EURO Bron: Stadim, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat en de Confederatie Bouw, gepubliceerd in Trends nr. 24 (voor 2000 en 2001); www.stadim.be (voor 2005)
De prijzen van de woningen stijgen met 56% in 5 jaar tijd. Voor appartementen is dat 42%. De bouwgronden stegen in die periode met 79% in waarde.
Aantal woningen volgens maandelijkse huur in Oosterzele (zonder bijkomende kosten) in 2001
Bron: NIS, SEE 2001
minder dan 247,89 EUR 247,89 tot 495,78 EUR 495,79 tot 743,67 EUR 743,68 tot 991,56 EUR 991,57 of meer niet ingevuld totaal
159 414 93 16 5 27 714
3.2. Sociale huisvesting
Gemeente/
Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen Vlaanderen
Totale woningbestand
4 905 208 127 554 566 2 399 930
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
Sociale huisvestingsmaatschappijen 31/12/2003 (verhuurbaar)
Totaal sociaal patrimonium
56 14 322 32 431
Sociaal verhuurkantoor 31/12/2003
3 115 757 2 585
gemeente/OCMW 01/01/2005 8
22 van 138
Gemeente
Totaal aantal sociale koopwoningen 2001-2003
Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen
Totaal aantal sociale huurwoningen
huizen 7 114 355
56 5 702 16 520
2002 appartementen
0 9 070 15 463
totaal
huizen
56 14 772 31 983
56 5 765 16 734
2003 appartementen
Bronnen: totale woningbestand: SEE; Sociale Verhuurkantoren: evaluatienota VOB; sociale huurwoningen: APS
totaal
0 9 177 15 743
56 14 942 32 834
huizen 56 5 788 16 849
2004 appartementen
totaal
4 9 224 15 985
60 15 012 32 834
Op 31/12/2005 waren er in Oosterzele 62 sociale huurwoningen en 6 appartementen ter beschikking (Bron: Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, VMSW, gegevens op 6/6/2006). Een ander relevant gegeven is het aantal kandidaat-huurders die een sociale huurwoning wensen te betrekken. Twee belangrijke opmerkingen moeten we hierover maken: - Gegevens over de voorkeurgemeente zijn dikwijls niet gekend. De kandidaat-huurders zijn immers niet verplicht dat aan te geven. - Zelfs indien het dossier een of meer voorkeuren aangeeft, is die voorkeur enkel geformuleerd in termen van gemeenten waar de betrokken SHM huurwoningen heeft, en niet zozeer van gemeenten waar de kandidaat-huurder werkelijk een huurwoning wil betrekken. Een kandidaat-huurder kan enkel kiezen voor gemeenten waar reeds sociale woningen staan. - Voor statistische gegevens: zie hoofdstuk over Huisvesting. 3.3. Comfort van de woningen
Gemeente/ Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen Vlaanderen
Bron: NIS, SEE 2001
Geen centrale verwarming aantal
1 937 67 765 193 443 610 446
percentage
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
39,5 % 33,7% 34,9 % 26,7 %
aantal
Geen toilet
118 5 143 15 049 55 470
percentage
2,4 % 2,6 % 2,7 % 3,5 %
aantal
Geen bad
241 8 590 24 542 81 822
percentage
4,9 % 4,3 % 4,4 % 2,4 %
23 van 138
3.4. Onderwijs
Gemeente
Leerlingen gewoon onderwijs kleuter
Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen
539 19 939 52 079
lager
Bron: Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs Datum: Schooljaar 2004-2005
secundair
890 33 370 88 379
Leerlingen buitengewoon onderwijs kleuter
290 31 804 91 504
lager 0 229 435
secundair
0 2 322 5 875
Schoolse vertraging gewoon onderwijs
0 1 653 3 725
lager
secundair
106 6 390 14 907
52 10 128 25 554
Na het basisonderwijs gaat een meerderheid van de leerlingen buiten de gemeente verder studeren. 3.5. Personen met een handicap
Gemeente Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen
totaal aantal personen met een handicap
mannen
140 6 670 16 612
Bron: Vlaams Fonds Datum: maart 2005
Gemeente
Oosterzele Arr. Gent Oost-Vlaanderen
vrouwen
101 4 300 11 469
aandeel personen met een handicap
kinderen en jongeren met een handicap jongens
36 1 758 4 126
meisjes
27 831 2 003
aandeel kinderen en jongeren met een handicap
mannen
vrouwen
totaal
jongens
meisjes
totaal
2,13% 2,69% 2,45%
1,52% 1,67% 1,64%
3,64% 4,36% 4,08%
2,20% 3,13% 2,69%
1,79% 1,54% 1,37%
3,99% 4,67% 4,06%
Bron: eigen berekening Datum: 2005
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
24 van 138
Er zijn geen opvallende verschillen met andere regio’s. Het feit is wel aanwezig dat ca. 4% van de bevolking een handicap heeft die erkend is door de Federale Overheid Sociale Zaken en in aanmerking komt voor ondersteuning van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap. 3.6. Kansarmoede
Gemeente/ Oosterzele Arr. Gent OostVlaanderen Vlaanderen
Gemeente/
SIF-vreemdelingen 1 1999
0,25 2,97 2,06 2,68
0,23 2,76 1,79 4,72
2003
0,35 2,60 1,69 2,32
uvw's jonger dan 25 jaar 6 1999
Oosterzele Arr. Gent OostVlaanderen Vlaanderen
2001
2001
2003
leefloontrekkers 2 1999
0,13 0,81 0,55 0,49
2001
0,12 0,61 0,46 0,40
2003
0,26 0,77 0,51 0,41
uvw's langer dan 1 jaar werkloos 7 1999
2001
2003
kinderen van alleenstaanden 3
1999
1,52 1,80 1,72
2001
1,78
2003
1,65 2,06 1,94 1,89
kinderen geboren in kansarme gezinnen 8
1999
2001
2003
bijzondere jeugdbijstand 4
1999
0,09 0,19 0,18 0,19
2001
0,08 0,15 0,14 0,20
2003
0,10 0,18 0,20 0,20
woningen zonder comfort 9 1999
2001
2003
WIGW's 5 1999
7,75 8,05 8,36
2001
2003
8,40
8,08
7,66
7,96 8,81 9,01
7,56 8,32 8,62
sociale huurappartementen 10 1999
2001 2003
0,30 0,64 0,59
0,20 0,40 0,34
0,20 0,52 0,48
1,39 2,29 2,01
0,68 1,27 1,03
0,54 1,46 1,19
1,40 5,50 4,01
1,39 7,67 5,81
1,45 5,67 4,95
20,49 16,78 18,49
6,26 5,63 6,05
0,00 4,12 2,54
0,00 0,00 4,17 4,10 2,66 2,77
0,52
0,30
0,43
1,86
0,90
1,08
3,88
5,80
5,65
13,83
4,89
2,45
2,52
Opmerkingen: • kinderen van alleenstaanden: we beschikken nog niet over gegevens van 2001 • woningen zonder comfort 2001 is gebaseerd op SEE van 2001 en heeft een andere definitie gekregen waardoor geen vergelijking over de jaren mogelijk is. Vergelijkingen lokaal en in de regio zijn wel te maken. Gegevens voor 2003 over comfort zijn niet beschikbaar.
2,51
Definities van de indicatoren:
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
25 van 138
1. SIF-vreemdelingen: Naast de nationaliteiten die opgenomen werden bij de aanduiding van de migranten in het kader van VFIK-fonds3, worden hier ook de vreemdelingen uit de eerste migratiegolf (Italianen, Spanjaarden, Portugezen en Grieken) mee in rekening gebracht. (bron: Administratie planning en statistiek) 2. Leefloners: hier worden enkel de uitkeringsgerechtigden geteld en niet diegenen die samen met de gerechtigden leven van het leefloon (bron: FOD, Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie) 3. Kinderen die wonen bij een alleenstaande ouder (bron: Administratie planning en statistiek) 4. Jongeren in bijzondere jeugdbijstand (bron: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur) 5. Aantal weduwen, invaliden, gepensioneerden en wezen: het betreft hier alleen de weduwen, invaliden, gepensioneerden en wezen die minder inkomsten hebben dan het laagste werknemerspensioen. (bron: Administratie planning en statistiek) 6. Aantal uitkeringsgerechtigde volledig werklozen < 25 jaar: werkloze jongeren (bron: VDAB) 7. Aantal uitkeringsgerechtigde volledig werklozen langer dan 1 jaar werkloos: langdurig werklozen (bron: VDAB) 8. Aantal kinderen geboren in een kansarm gezin: Kind en Gezin hanteert hiervoor 6 criteria. (bron: Kind en Gezin) 9. Aantal woningen zonder klein comfort. (bron: Socio-Economische enquête 2001) 10. Aantal sociale huurappartementen (bron: Vlaamse Huisvestingsmaatschappij): zie voor meer 3.1. Sociale huisvesting. We werken met verhoudingen zodat gemakkelijk een positie kan bepaald worden ten opzichte van anderen. • We gebruiken het totaal aantal inwoners als basis voor de volgende indicatoren: kinderen van alleenstaanden, bijzondere jeugdbijstand, aantal jonge uitkeringsgerechtigde volledig werklozen en aantal langdurige uitkeringsgerechtigde volledig werklozen, leefloners, SIFvreemdelingen en WIGW' s. • We gebruiken het totaal aantal geboorten voor de kinderen geboren in een kansarm gezin. • We gebruiken het totaal aantal woningen voor de woningen zonder comfort. • We gebruiken het totaal aantal huishoudens voor de sociale huurappartementen. Van alle indicatoren van kansarmoede springt die van de woongelegenheid in Oosterzele het meest in het oog. Zowel het wooncomfort als de sociale woongelegenheid scoren lager dan in de omliggende regio en Vlaanderen.
3
VFIK: Vlaams Fonds voor Integratie van Kansarmen
Lokaal Sociaal Beleidsplan Gemeente Oosterzele 2008-2013
26 van 138
B. KWALITATIEVE OMGEVINGSANALYSE 1.
Over clusters en beleidsdomeinen Een noodzakelijke voorwaarde om tot een consistent Lokaal Sociaal Beleidsplan te komen is éénduidigheid over de terminologie. Daarbij gaan we uit van een inventaris van de bestaande toestand. M.a.w. aan welke groepen van inwoners bieden we nu al welke diensten aan? Deze losse gegevens groeperen en schematisch voorstellen in een matrix liet ons in de fase van het Stappenplan (Gemeenteraad, 21 december 2005) toe om welzijnsdomeinen af te bakenen waarop het gemeentebestuur, het OCMW en de lokale actoren al actief zijn. Deze domeinen werden vervolgens benoemd als clusters en waren vertrekpunten voor verder onderzoek in een omgevingsanalyse. Deze clusters waren: Sociale dienstverlening Thuiszorg Tewerkstelling Huisvesting Kinderen en jongeren Communicatie Welzijn en gezondheid Senioren Voor elk van deze clusters werd een verantwoordelijke aangeduid voor de uitwerking ervan. Zij zijn inhoudelijk deskundig in het onderwerp en betrokken andere deskundigen indien nodig. Hun doel was een grondige omgevingsanalyse te maken van de welzijnsmaterie in hun cluster. De coördinatiegroep bestond uit de clusterverantwoordelijken, de secretarissen van gemeente en OCMW en een coördinator. Die groep stemde het werk in de verschillende clusters op elkaar af. De clusterverantwoordelijken wisselden er informatie uit. Zij kwamen daarvoor bijeen op 13 juni 2006, 12 september 2006, 14 november 2006 en 18 december 2006.
27 van 138
2. 2.1.
Per cluster: bestaande structuren en actoren in de gemeente Sociale dienstverlening
2.1.0. Samenvatting In en om Oosterzele is een vrij goed uitgebouwd en een toegankelijk net van voorzieningen aanwezig. Er is eveneens een variatie aan financiële en materiële steun vanwege het OCMW. De moeilijke bereikbaarheid van de Kringloopwinkels wordt wel als een knelpunt ervaren. 2.1.1. Inleiding De sociale dienstverlening omvat verscheidene soorten hulpverlening, waar verschillende actoren een rol in spelen. Gezien de diversiteit hanteren we de volgende onderverdeling. 2.1.2. Actoren en hun aanbod 2.1.2.1. Administratieve dienstverlening Hieronder wordt verstaan: het helpen invullen van formulieren zoals kinderbijslag, studiebeurzen, vergoedingen voor minder validen, ziekte-uitkeringen, stookoliepremies, sociale toelagen e.a. Informatie hieromtrent staat vermeld in de Welzijnsgids van Oosterzele, beschikbaar voor alle inwoners. Hierbij verwijzen we eveneens naar de cluster welzijn en gezondheid. Actoren:
gemeente Oosterzele dienst welzijn Dorp 1, 9860 Oosterzele 09/362.50.09 http://www.oosterzele.be sociale dienst OCMW Gootje 2, 9860 Oosterzele 09/362.40.30 http://www.ocmwoosterzele.be Mutualiteiten Onafhankelijk ziekenfonds Lange Munte 34, 9860 Oosterzele 09/362.41.97 Bond Moyson Keiberg 44, 9860 Oosterzele 09/362.98.22 http://www.socmut.be Christelijke Mutualiteit Dorp 29, 9860 Oosterzele 09/362.56.52
[email protected] Liberale Mutualiteit Balegem:
Vrijhem 24 A 09/362.34.58
28 van 138
Oosterzele: Landskouter: http://www.libmutov.be
Keiberg 22 Rooberg 30
09/362.40.04 09/362.55.42
Hulpkas Kattenberg 81, 9000 Gent 09/221.54.34 Vakbonden Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) Keiberg 44, 9860 Oosterzele 09/362.98.22 http://www.abvv.scheldeland.be Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) Stationstraat 49, 9860 Oosterzele 09/210.84.10. Algemene centrale van Liberale Vakverbonden (ACLBV) Koning Albertlaan 95, 9000 Gent 09/222.57.51 Hulpkas Kattenberg 81, 9000 Gent 09/221.54.34. 2.1.2.2. Psychosociale hulpverlening Maatschappelijk werkers in de eerste lijnshulpverlening kunnen behulpzaam zijn bij familiale, persoonlijke, psychologische of andere problemen. Een goed gesprek kan uw probleem verlichten of zelfs oplossen. Bij specifieke problemen wordt er doorverwezen naar gespecialiseerde hulpverlening. Door het OCMW wordt er vooral samengewerkt met de volgende instellingen: Actoren:
CAW De Visserij Visserij 153, 9000 Gent 09/223.66.55
[email protected] onthaal In 2005 deden 15 personen uit Oosterzele beroep op CAW Visserij. Dit aantal stemt ongeveer overeen met de nabij gelegen gemeenten. Artevelde Prinsenhof 56, 9000 Gent 09/235.25.29. De Kiem/ Tipi Vluchtenboerstraat 7A , 9890 Gavere http://www.dekiem.be De Pelgrim
29 van 138
Spiegel 15, 9860 Scheldewindeke http://www.kliniekdepelgrim.be Daarnaast kan er ook doorverwezen worden naar verenigingen en instellingen in de gemeente zelf of in de omliggende gemeenten. Hadron Meerstraat 34, 9860 Oosterzele 09/362.59.88 http://www.hadron.be Hippotherapeutisch centrum (HIPPOC) Moortselbosstraat 33 A, 9860 Oosterzele De Beweging Brielstraat 46, 9860 Oosterzele 09/363.99.90
[email protected] Vereniging Spina Bifida en Hydrocephalus Spiegel 13, 9860 Oosterzele
[email protected] Centrum Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) Wetteren: Koning Astridlaan 12,9320 Wetteren 09/369.49.41
[email protected] Aalst: Langestraat 12,9300 Aalst 053/60.66.00
[email protected] Gent: Holstraat 95, 9000 Gent 09/269.89.39.
[email protected] Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning ( CKG) Zonneheuvel Kloosterstraat 40, 9620 Zottegem 09/360.41.00
[email protected] CKG De Boomgaard Lange Munte 10, 9570 Lierde
[email protected] Jongeren Adviescentrum (JAC) Holstraat 23, 9000 Gent www.jac.be Vluchthuizen, crisisopvang, onthaaltehuizen 2.1.2.3. Juridisch advies Er kan juridisch advies verleend worden op de verschillende terreinen van de wetgeving: huurwetgeving, echtscheiding, arbeidsrecht,….
30 van 138
Vanuit het OCMW worden mensen vooral doorverwezen naar de balie in Gent. Daar kan men terecht voor zowel algemene juridische informatie, een geschikte advocaat, eventueel pro-deo. Algemene juridische informatie:
Justitiehuis Cataloniëstraat 6-9 9000 Gent 09 269 62 56 Pro-deo advocaat: Bureau Van Juridische Bijstand Koophandelsplein 23 1e verdieping , lokaal 38 9000 Gent
[email protected] www.balie-gent.be Een lijst met de namen van advocaten met praktijkervaring is verkrijgbaar via de website www.balie-gent.be of telefonisch te verkrijgen via het secretariaat 09/267.41.43. Voor juridische hulp zetelt er binnen het OCMW één keer in de maand een juriste. Via de sociale dienst kan er een afspraak worden gemaakt. Voor specifieke uitleg omtrent arbeidswetgeving kan men steeds terecht bij een vakbond (zie lijst algemene dienstverlening). De huurdersbond biedt advies bij concrete problemen zoals opzeg, waarborg, herstellingen, index. Huurdersbond Gent Fratersplein 6, 9000 Gent 09/223.28.77
[email protected] Huurdersbond Ronse Markt 14, 9600 Ronse
31 van 138
2.1.2.4. Financiële steun 2.1.2.4.1. OCMW Het OCMW kan financiële steun toekennen zoals een huurwaarborg, begrafeniskosten, verwarmingskosten, hoge medische kosten, huishuurtussenkomst. 2.1.2.4.1.1. Leefloon In de nieuwe leefloonwet van oktober 2002, voorheen bestaansminimumwet, spreekt men over het recht op maatschappelijke integratie. Bij een laag inkomen kan er na een sociaal onderzoek beslist worden tot toekenning leefloon. Jaar 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Gemiddeld aantal 16,4 22,4 23,25 23,13 24 24
Gedurende de voorbije jaren is het aantal leefloontrekkers in de gemeente vrij gelijk gebleven. We merken wel een toename van het aantal jongeren wat gevolgen heeft voor de aandacht naar opleiding en tewerkstelling. Hierbij verwijzen we naar de cluster tewerkstelling. 2.1.2.4.1.2. Asielzoekers De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) helpt asielzoekers die een asielaanvraag hebben ingediend en ontvankelijk zijn verklaard of ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister. Zij kunnen een levensminimum ontvangen als zij over onvoldoende bestaansmiddelen beschikken. Jaartal 2004 2005
Gemiddeld aantal 95 110
In 2004 waren er gemiddeld 95 dossiers van asielzoekers binnen de dienst. Men spreekt hier zowel over alleenstaanden, samenwonenden, gezinnen en gezinnen met kinderen. In vergelijking met 2003 kwamen er 40 nieuwe dossiers bij, 10 dossiers vielen af door een erkenning of een stopzetting van hun procedure. In 2005 kwamen er nog eens 15 dossiers bij. We zien in 2004 een relatieve stijging van het aantal dossiers tegenover 2005. Dit is waarschijnlijk te verklaren doordat het aantal dossiers dat sinds het laatste kwartaal van 2005 bij DVZ sneller werd afgehandeld dan voorheen. Dit heeft ook zijn invloed op 2006. Het aantal dossiers blijft nu ongeveer gelijk. Dit betekent dat er eind 2006 nog ongeveer een 115tal dossiers lopen. Wat betreft de uitgaven zien we dat er in 2003 een financiële steun van 654.189 uitbetaald werd en in 2005 een bedrag van 909.101 . Hier zien we toch een stijging van de uitgaven aan asielzoekers. Dit is te verklaren doordat het aantal asielzoekers gestegen is. 2.1.2.4.1.3. Verblijfskosten
32 van 138
Voor daklozen of mensen die zich in een crisissituatie bevinden en in een onthaalcentrum of therapeutische gemeenschap verblijven, kan het OCMW onder bepaalde voorwaarden de verblijfskosten ten laste nemen. Hierbij verwijzen we naar de instellingen vermeld bij de psychosociale hulpverlening. 2.1.2.4.1.4. Andere financiële steun 2.1.2.4.1.4.1. Voorschotten op werkloosheidsuitkering Het is een taak van het OCMW om iedereen bij te staan bij het uitoefenen van zijn of haar rechten op sociale zekerheidsuitkeringen. Omdat de administratieve afhandeling van een dossier vaak op zich laat wachten, kunnen gehandicapten, werklozen, gepensioneerden of gerechtigden op kinderbijslag in financiële problemen komen. Hierbij kan het OCMW voorschotten op uitkeringen toekennen. 2.1.2.4.1.4.2. Huurwaarborg/ huishuurtussenkomst Het OCMW kan mensen financieel bijstaan bij het huren van een nieuwe woning. Dit kan door een huurwaarborg en/of een huishuurtussenkomst. In 2005 werden 15 huurwaarborgen toegekend, waaronder 1 niet terugvorderbare. 2.1.2.4.1.4.3 Tussenkomst medische kosten / hospitalisatiekosten Bij hoge hospitalisatiekosten of medische kosten kan het OCMW onder bepaalde voorwaarden financieel bijstaan. Voor de maximumfactuur zijn de mutualiteiten bevoegd. Jaartal 2000 2001 2002 2003 2004 2005
Hospitalisatiekosten 2.790,71 3.372,19 5.030,60 2.084,00 5.365,72 2.602,65
2.1.2.4.1.4.4. Energiefonds Bij moeilijkheden in het betalen van kosten voor elektriciteit, gas of water kan het OCMW helpen een haalbaar afbetalingsplan op te stellen. Bij onbetaalde facturen kan de leverancier het contract voor de levering stopzetten Een nieuwe leverancier dient men dan binnen 10 dagen te vinden. Schulden bij de vorige leverancier moeten echter ook nog betaald worden. Indien er geen nieuwe leverancier wordt gevonden, wordt een budgetmeter geplaatst en levert de netbeheerder de elektriciteit. Een budgetmeter werkt met een betaalkaart. Die moet eerst opgeladen worden in een oplaadterminal. Daarvoor kan men terecht op het OCMW Er kan dan elektriciteit verbruikt worden tot het bedrag van de kaart op is. Daarna wordt er overgeschakeld op een hulpkrediet. Indien dit hulpkrediet opgebruikt is en de kaart niet wordt opgeladen, kan er enkel nog 6 ampère verbruikt worden. Dit verbruik wordt dan gefactureerd. Bij niet opladen kaart, geen toelating tot plaatsen budgetmeter en niet betalen facturen, zal de sociale netbeheerder het dossier doorsturen naar de Lokale Advies Commissie. Deze adviseert dan over de te nemen maatregelen. Zo kan er uiteindelijk tot schorsing van levering beslist worden.
33 van 138
2.1.2.4.1.4.5. Cultuursubsidie Via de cultuursubsidie wordt een deelname aan sociale of culturele activiteit volledig of gedeeltelijk gefinancierd door het OCMW. De sociale dienst van het OCMW legt ook een bepaalde doelgroep vast. De doelgroep is leefloners en mensen in budgetbeheer. 2.1.2.4.1.4.6. Begrafeniskosten Het OCMW kan onder bepaalde voorwaarden tussenkomen in de begrafeniskosten. 2.1.2.4.2. DAVO Sinds 1 oktober 2005 is de Dienst voor Alimentatievorderingen (DAVO) bevoegd tot het betalen van voorschotten op onderhoudsgelden op vraag van de onderhoudsgerechtigde. DAVO vordert het achterstallige en verschuldigde onderhoudsgeld terug. 2.1.2.5. Schuldbemiddeling Jaartal Aantal dossier 2002 24 2003 21 2004 27 2005 33 Deze cijfers omvatten zowel dossiers budgetbegeleiding als budgetbeheer. 2.1.2.5.1. Budgetbegeleiding. Wanneer mensen moeilijkheden hebben om hun betalingen op een efficiënte manier uit te voeren kan men beroep doen op het OCMW. Een maatschappelijk werker begeleidt de mensen bij het beheren van geld, maar de betalingen blijft men zelf uitvoeren. 2.1.2.5.2. Budgetbeheer Men kan er ook voor opteren dat de maatschappelijk werker(ster) de betalingen voor U doet. De mensen geven dan een volmacht aan de maatschappelijk werker waardoor men de betalingen voor U kan doen. Men beslist wel mee welke betalingen gebeuren. 2.1.2.5.3. Collectieve schuldenregeling Indien de interesten hoger oplopen dan de kapitaalaflossingen kan er doorverwezen worden naar een collectieve schuldenregeling. Hierbij kan er beroep gedaan worden op advocaten. Er wordt dan een schuldbemiddelaar aangesteld die de financiële zaken regelt. 2.1.2.6. Materiële steun 2.1.2.6.1. Lokaal Opvanginitiatief (LOI) Kandidaat-vluchtelingen die hun asielaanvraag hebben ingediend bij de Dienst Vreemdelingenzaken en nog niet ontvankelijk zijn verklaard, ontvangen geen financiële steun meer van de OCMW’s. Zij worden onmiddellijk toegewezen aan een opvangcentrum of aan een Lokaal Opvanginitiatief van een OCMW, waar ze enkel hulp in natura krijgen. Asielzoekers die daarna ontvankelijk verklaard worden door de Dienst Vreemdelingenzaken,
34 van 138
d.w.z. in aanmerking komen voor verder onderzoek tijdens de asielprocedure, worden wel toegewezen aan een OCMW voor financiële steun. Het OCMW van Oosterzele geeft ook materiële steunverlening aan asielzoekers. Dit gebeurt voor een gezin van 4 personen. Onder materiële opvang wordt onderdak, voeding, medische verzorging en begeleiding verstaan. De duur van het verblijf van de gezinnen is afhankelijk van hoe hun asielprocedure verloopt. 2.1.2.6.2. Kringloopwinkel Bij de kringloopwinkel kan men degelijke tweedehandse goederen kopen tegen lage prijzen. Daarnaast is er ook oog voor sociale tewerkstelling. De dichtstbijzijnde kringloopwinkels zijn in Gent, Oudenaarde, Ronse, Zottegem, Aalst. 2.1.2.6.3. Voedselbanken De Voedselbanken bestrijden de honger en de verspilling in België. Hiertoe zamelen ze de bestaande voedseloverschotten in, hoofdzakelijk bij de voedingsindustrie en de grootdistributie, ten bate van de minderbedeelden in ons land. Er bevindt zich één voedselbank in Oost-Vlaanderen, Evergem. 2.1.2.6.4. PAN De vzw PAN heeft als maatschappelijk doel in Oosterzele en omgeving ondersteunende activiteiten te organiseren voor hulpvragers en hulpverleners. De vzw is ontstaan vanuit de overtuiging van een aantal mensen die in Oosterzele wonen dat in de regio nog veel kan gebeuren om het sociale weefsel te versterken. De vzw staat open voor eenieder die deze doelstelling kan onderschrijven, zonder onderscheid inzake ras, religie of politiek overtuiging. Zij hoopt haar emancipatorische doelstelling op de meest pluralistische wijze te kunnen waarmaken. 2.1.3. Knelpunten Huisvesting voor asielzoekers Het aantal asielzoekers die toegewezen worden aan het OCMW wordt bepaald aan de hand van een spreidingsplan. Volgens de asielprocedure moeten toegewezen asielzoekers niet op het grondgebied zelf wonen. De vreemdelingen mogen zelf kiezen waar ze gaan wonen. Op het grondgebied van Oosterzele woont 1 alleenstaande asielzoeker en een gezin met zes kinderen, die steuntrekkend zijn binnen de dienst. De DVZ wil de asielprocedure vereenvoudigen zodat de procedure sneller kan worden afgehandeld en dit binnen het jaar. Nu kan een procedure jaren aanslepen. Wanneer de procedure zou wijzigen betekent dit dat ze willen overgaan naar het systeem van materiële steun in plaats van financiële steun. Hierbij zal elke toegewezen asielzoeker een huisvesting moet worden aangeboden. Het is echter onmogelijk om alle nieuwkomers op het grondgebied te huisvesten gezien er nu reeds problemen zijn met huisvesting. Kringloopwinkel Mensen die steuntrekkend zijn bij het OCMW hebben vaak problemen om meubilair en andere zaken aan te kopen. Voor goedkope prijzen kunnen ze een beroep doen op de Kringloopwinkels. Een veel voorkomend probleem is dat mensen geen vervoer hebben om zich te verplaatsen naar een Kringloopwinkel. De dichtstbijzijnde is in Zottegem. De kringloopwinkels kunnen de goederen wel aan huis brengen, mits betaling natuurlijk.
35 van 138
Nog een bijkomend probleem is dat mensen zaken die ze niet meer kunnen gebruiken niet naar een containerpark brengen maar naar het OCMW. Waarschijnlijk komt dit doordat het goedkoper is. Men geeft het soms ook liever gratis weg aan mensen die het nodig hebben. 2.2.
Thuiszorg
2.2.0. Samenvatting Door thuiszorg kunnen mensen met professionele hulp een verblijf in een instelling langer uitstellen. In Oosterzele en omgeving is een goed uitgebouwd netwerk voorhanden: -
poetshulpdiensten diensten voor gezinszorg diensten voor oppashulp palliatieve thuiszorg psychiatrische thuiszorg vervoerdiensten thuisverpleging thuiszorgwinkels dagverzorgingscentra voorzieningen voor kortverblijf
Gewenst zijn een betere afstemming van gelijkaardige dienstverleningen en een betere ondersteuning van de mantelzorgers. 2.2.1. Aanbod Thuis kunnen zijn en blijven is de wens van de meeste mensen. Wie afhankelijk wordt van anderen, verlangt er vaak nog meer naar in het vertrouwd milieu te worden verzorgd. In de thuiszorg spelen verschillende partners een rol. 2.2.1.1. Diensten voor poetshulp Zelf het huis poetsen kan tijdelijk (door een ongeval of een geneeskundige ingreep) of langdurig (ouder worden, een handicap ...) zeer moeilijk zijn. De poetsvrouw helpt je bij het onderhoud van je woning. Afhankelijk van de mate van zorgbehoefte wordt een kostprijs aangerekend op basis van het maandelijks gezinsinkomen en de gezinslast ofwel een vast tarief. Speciaal voor de tweeverdieners en hogere inkomens is er de mogelijkheid om de poetsdienst te betalen met dienstencheques aan een vast uurtarief. -
Familiehulp zorgregio Gent Hoogstraat 19, 9000 Gent Tel.: 09/225 37 63 www.familiehulp.be
-
Familiezorg Oost-Vlaanderen vzw Zwartezusterstraat 18, 9000 Gent Tel.: 09/225 78 83 www.familiezorg.be
-
OCMW Oosterzele Gootje 2, 9860 Oosterzele Tel.: 09/362 40 30 www.ocmwoosterzele.be
36 van 138
-
Solidariteit voor het gezin vzw Raveschootstraat 9, 9000 Gent Tel.: 09/264 18 76 www.solidariteit.be
-
vzw thuishulp Tramstraat 69, 9052 Gent Tel.: 09/333 55 00 www.socmut.be
-
Dienstenonderneming Oosterzele (DOO) Sportstraat 5, 9860 Oosterzele Tel.: 09/363 84 26 www.do-oosterzele.be
2.2.1.2. Diensten voor gezinszorg Wanneer niet enkel het poetsen, maar ook andere huishoudelijke taken een probleem worden, kan er een beroep gedaan worden op een dienst voor gezinszorg. De verzorgenden staan in voor o.a. : •
persoonsverzorging (dagelijks toilet, hulp bij het aan- en uitkleden, haar- en baardverzorging, EHBO,…)
•
sociale en morele ondersteuning (ondersteuning bij administratieve handelingen, verwerking emotionele problemen, rouw, ondersteuning bij de verzorging en opvoeding van de kinderen,…)
•
huishoudelijke taken (maaltijden bereiden, boodschappen doen, was en strijk, bedden opmaken en verschonen)
Volgende diensten voor gezinszorg zijn werkzaam op ons grondgebied: -
OCMW Oosterzele Gootje 2, 9860 Oosterzele Tel.: 09/362 40 30 www.ocmwoosterzele.be
-
Thuishulp Tramstraat 69, 9052 Gent Tel.: 09/333 55 00 www.socmut.be
-
Familiehulp zorgregio Gent Hoogstraat 19, 9000 Gent Tel.: 09/225 37 63 www.familiehulp.be
-
Familiezorg Oost-Vlaanderen vzw Zwartezusterstraat 18, 9000 Gent Tel.: 09/225 78 83 www.familiezorg.be
-
Onafhankelijke dienst voor gezinszorg vzw
37 van 138
Coupure Links 67, 9000 Gent Tel.: 09/269 85 90 www.odgezinszorg.be -
Solidariteit voor het gezin vzw Raveschootstraat 9, 9000 Gent Tel.: 09/264 18 76 www.solidariteit.be
2.2.1.3. Diensten voor oppashulp Zieken, bejaarden of personen met een handicap, die thuis wonen en omwille van fysieke of psychische redenen permanente hulp nodig hebben, kunnen oppashulp inroepen. De oppas houdt toezicht en biedt gezelschap, helpt met mobiliteit in en rond het huis, warmt maaltijden op en dient ze toe, houdt toezicht op te nemen medicatie, doet licht verzorgende taken die geen specifieke deskundigheid vereisen. Oppas is aanvullend op de natuurlijke mantelzorg zoals familie, vrienden, buren … en op professionele diensten zoals thuisverpleging, gezinshulp, poetshulp … Er zijn ook oppasdiensten voor zieke/ gehandicapte kinderen en jongeren. -
CM Midden – Vlaanderen, regio Leie en Schelde Dienst voor oppashulp Tweebruggenlaan 1, 9800 Deinze Tel.: 09/381 70 26 www.cm.be
-
Familiehulp zorgregio Gent Hoogstraat 19, 9000 Gent Tel.: 09/225 37 63 www.familiehulp.be
-
Bond Moyson Tramstraat 69, 9052 Gent Tel.: 09/333 55 00 www.socmut.be
-
oppas op maat (vrijwilligers) Tramstraat 69, 9052 Gent Tel.: 09/333 55 00 www.oppasopmaat.be
-
Vrijwilligerswerk in Solidariteit, regio Gent Dienst voor oppashulp Raveschootstraat 9, 9000 Gent Tel.: 09/264 18 76 www.solidariteit.be
-
Wit – Gele Kruis Oost-Vlaanderen Hundelgemsesteenweg 425 A, 9820 Merelbeke 09/231 30 33 www.wgkovl.be
2.2.1.4. Palliatieve thuiszorg
38 van 138
Palliatieve zorg is de actieve, continue en totale zorg voor mensen in een vergevorderd stadium van hun ziekte, en wanneer genezing niet meer mogelijk is. Het is een totaalconcept gebaseerd op vier pijlers : − − − −
fysieke zorg, psychologische zorg, sociale zorg, existentiële zorg. Netwerk palliatieve zorg Zuid-Oost-Vlaanderen ‘Het leven helpen’ vzw p/a Oscar Delghuststraat 60, 9600 Ronse 055/20 74 00
2.2.1.5. Psychiatrische thuiszorg Psychiatrische thuiszorg is er voor personen met een gestabiliseerde psychiatrische problematiek. In overleg met de cliënt, huisarts en alle andere zorgverleners wordt er gewerkt aan het bevorderen van het welzijn van de cliënt op psychisch, sociaal en lichamelijk gebied. Het Akkoord Penitentenlaan 7-9, 9620 Zottegem 054/41 30 00 (Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Geraardsbergen) 2.2.1.6. Vervoersdiensten De minder-mobielencentrale is er om mensen met verplaatsingsmoeilijkheden toch de nodige transportmogelijkheid te bieden. Het gaat om senioren, gehandicapten of mensen in een sociale noodsituatie die naar de dokter moeten, boodschappen wensen te doen of familie wensen te bezoeken. Het inkomen van de gebruiker mag niet de grens van 2 x het bestaansminimum- bedrag overschrijden. Het vervoer wordt verzorgd door vrijwillige chauffeurs die op bepaalde dagen en uren beschikbaar zijn. OCMW Oosterzele Minder mobielen centrale Gootje 2, 9860 Oosterzele www.ocmwoosterzele.be Een van de kerntaken van het Vlaamse/ Rode Kruis is instaan voor het ziekenvervoer. 7 dagen op 7, 24 op 24 en dit met opgeleide hulpverleners. Er worden modern uitgeruste ziekenwagens gebruikt Het Vlaamse Kruis vzw (via afdeling Merelbeke) Hundelgemsesteenweg 618 B, 9820 Merelbeke tel.: 09/230 68 62 of gsm: 0495/33 47 58 www.hvk.be Het Rode Kruis tel.: 105 2.2.1.7. Thuisverpleging
39 van 138
De dienst thuisverpleging beschikt over gekwalificeerde verpleegkundigen die dagelijks verpleegkundige hulp aanbieden aan zorgbehoevende patiënten in hun eigen vertrouwde thuisomgeving De verpleegkundige: • • • • •
helpt bij de dagelijkse hygiënische verzorging biedt de nodige ondersteuning verzorgt wonden geeft inspuitingen geeft voorlichting bij diabetes
De thuisverpleegkundige heeft ook aandacht voor familiale, psychologische of sociale problemen. Wit – Gele Kruis Oost-Vlaanderen Hundelgemsesteenweg 425 A, 9820 Merelbeke 09/231 30 33 www.wgkovl.be Bond Moyson Oost-Vlaanderen thuisverpleging Medisom Tramstraat 69, 9052 Gent (Zwijnaarde) 09/333 59 99 www.socmut.be Kring zelfstandige verpleegkundigen regio Gent vzw (KZVG) p/a Groentjen 22, 9940 Evergem tel. 09/344 05 06 of gsm 0476/ 43 45 76 Zorg aan huis (ZAHU) vzw 2.2.1.8. Thuiszorgwinkels Hulpmiddelen voor verzorging of verplaatsing kunnen thuiszorg ondersteunen. In de thuiszorgwinkel vindt u een ruim gamma aan materialen die u kunt aankopen of huren. -
CM Midden - Vlaanderen Thuiszorgwinkel Land van Rodelaan 11, 9050 Gentbrugge Tel.: 09/210.47.90 www.cm.be
-
Bond Moyson Oost-Vlaanderen Mobi-shop Gent Baudelostraat 23, 9000 Gent Tel. 09/265 55 80 www.socmut.be
-
Liberale mutualiteit Oost-Vlaanderen uitleendienst St. Bernadettestraat 73, 9000 Gent Tel.: 09/259 13 29
-
OCMW Oosterzele Personenalarmsysteem
40 van 138
Gootje 2, 9860 Oosterzele Tel: 09/363 88 97 www.ocmwoosterzele.be -
Partena – Onafhankelijk Sociaal Dienstencentrum Uitleendienst Jozef Kluyskensstraat 1, 9000 Gent Tel.: 09/269 85 00 www.partena-ziekenfonds.be
-
Rode Kruis Uitleendienst hulpmiddelen Boury Herta Gootje 85, 9860 Oosterzele Tel.: 09/362 53 13
2.2.1.9. Dagverzorgingscentra Dagverzorgingscentra bieden aan ouderen verpleging, verzorging en toezicht of begeleiding bij alledaagse activiteiten. Soms is het voldoende dat een oudere tijdens de dag ergens terecht kan om een opname in een ouderenvoorziening te vermijden. Dagopvang maakt het mogelijk dat een oudere zo lang mogelijk in zijn thuisomgeving kan verblijven. Tevens krijgen de thuisverzorgers en mantelzorgers wat meer ademruimte. Erkende dagverzorgingscentra zijn geïntegreerd in een rusthuis of liggen in de onmiddellijke nabijheid van een rusthuis. In de meeste gevallen kunnen ouderen thuis worden opgehaald en ’s avonds teruggebracht. Oosterzele beschikt over geen dagverzorgingscentrum. De dichtst bijliggende centra zijn: -
Mariahuis De Tjalk Kloosterstraat 6, 9890 Gavere Tel.: 09/389 65 00
-
OCMW Merelbeke De Boomgaard Poelstraat 37, 9820 Merelbeke Tel.: 09/210 71 60
-
Kannunik Triest De Bueren Kloosterstraat 33, 9090 Melle Tel.: 09/252 60 56
2.2.1.10. Kortverblijf Kortverblijf omvat de opvang voor een korte periode in een voorziening. De oudere kan er van de nodige verzorging genieten en indien nodig ook verpleegkundige zorg krijgen. Kortverblijf kan een oplossing zijn in noodsituaties, wanneer de thuisverzorger of mantelzorger tijdelijk niet beschikbaar is wegens ziekte of verlof. Het kan ook de taken van de thuisverzorger en mantelzorger tijdelijk verlichten (bv. in het weekend) Op deze manier kan een permanent verblijf van de oudere in een rusthuis uitgesteld of vermeden worden. Oosterzele beschikt over geen kortverblijf. De dichtst bijliggende centra zijn:
41 van 138
-
Mariahuis De Sloep Kloosterstraat 6, 9890 Gavere Tel.: 09/389 65 00 (4 plaatsen)
-
Ter Deinsbeke Deinsbekestraat 23, 9620 Zottegem Tel.: 09/364 56 00 (4 plaatsen)
-
Ter Kimme Kloosterstraat 3, 9520 St. Lievens-Houtem Tel.: 053/60 51 10 (4 plaatsen)
-
Huize Roborst Kloosterstraat 1, 9630 Zwalm Tel.: 055/49 61 66 (3 plaatsen)
-
Rusthuis Schelderust Wegvoeringstraat 55, 9230 Wetteren Tel.: 09/368 85 11 (3 plaatsen)
Aangezien voornamelijk senioren van de centra voor kortverblijf en de dagverzorgingscentra gebruik maken, verwijzen we ook naar de cluster “senioren”. 2.2.2. Probleemstellingen Via ondersteuning van thuiszorg kan er voor gezorgd worden dat ouderen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. Daarom is de verdere ondersteuning van een aantal belangrijke thuiszorgdiensten zeer belangrijk. Oosterzele beschikt reeds over een uitgebreid gamma. Poetsdiensten diensten poetshulp aantal uren poetshulp OCMW 21 450 Solidariteit Gent 1547 Familiehulp 394 Familiezorg Oost361 Vlaanderen Thuishulp (Bond Moyson) 245 Totaal aantal uren poetshulp in 2004: 23.997 Gezinszorg diensten gezinszorg Familiezorg OostVlaanderen OCMW Familiehulp Thuishulp (Bond Moyson) Solidariteit Gent
uren in % 89.39 % 6.45 % 1.64 % 1.50 % 1.02 %
gepresteerde uren 8728
uren in % 37.86 %
8236 2339 1781 1564
35.73 % 10.15 % 7.73 % 6.79 %
42 van 138
Onafhankelijke dienst voor 404 gezinszorg Totaal aantal uren gezinszorg in 2004: 23.051
1.75 %
In januari 2005 is de Dienstenonderneming Oosterzele (DOO) gestart. Dit is eveneens een belangrijke partner in de thuiszorg. In 2005 hebben zij 10.944 uren huishoudelijke hulp geleverd in Oosterzele. Door verdere uitbreiding van het personeel bedraagt het aantal uren tot november 2006 reeds 19.263. In Oosterzele is er een voldoende aanbod wat betreft huishoudelijke hulp. Het is echter wenselijk de verschillende diensten beter op mekaar af te stemmen. Momenteel werkt iedereen onafhankelijk van mekaar. Voor de inwoners van Oosterzele werkt dit vaak verwarrend. Duidelijke informatie over de diensten is noodzakelijk. − Zo is de DOO vooral gericht naar jonge gezinnen en is de poetsdienst van het OCMW vooral gericht naar bejaarde en zieke/ gehandicapte personen. − Er is ook een duidelijke nuance in het takenpakket. Zo mogen de poetsvrouwen van de DOO ook andere huishoudelijke taken zoals wassen en strijken vervullen. Terwijl de andere diensten een duidelijk onderscheid maken tussen een dienst gezinszorg en een poetsdienst. − Private diensten zoals familiezorg bieden ook hulp ’s avonds en in het weekend, terwijl andere diensten zoals het OCMW enkel hulp bieden van maandag tot vrijdag. − er zijn grote verschillen qua kostprijs: forfaitair of inkomensgebonden. Te vaak merken we dat de inwoners deze verschillen niet kennen. Door duidelijke afstemming van de hulp en eventueel doelgroep kan er complementair gewerkt worden en hoeven we niet mekaars concurrenten te worden (zie ook cluster communicatie). Een vlotte doorverwijzing tussen de verschillende diensten moet kunnen. Wat betreft de cluster thuiszorg zien wij als actiepunten: - nog betere ondersteuning van de mantelzorger (premies,….) - betere afstemming van de hulp 2.3.
Tewerkstelling
De dalende werkloosheidscijfers bewijzen dat de economische conjunctuur verbetert. Maar de omvang van het werklozencijfer blijft echter groot. Zo telt Vlaanderen in oktober 2006 208.795 niet werkende werkzoekenden. De uitdagingen zijn groot want door de vergrijzing komt ons sociaal zekerheidssysteem alsmaar meer onder druk te staan. Op alle overheidsniveaus worden maatregelen genomen om werk te creëren en structurele problemen op de arbeidsmarkt aan te pakken. De vraag naar werk is ook voor veel mensen op lokaal niveau van het grootste belang. Mensen willen erbij horen, zeker in hun lokale gemeenschap. Werk hebben is dé manier om te kunnen participeren aan het lokale leven. De verantwoordelijkheid voor een arbeidsmarktbeleid wordt verschoven van de hogere naar de lokale overheid. De lokale besturen kennen hun eigen arbeidsmarkt en de knelpunten immers het best. Maar dit lijkt allemaal eenvoudiger dan het werkelijk is. 2.3.0. Samenvatting Ondanks een laag werkgelegenheidsaanbod, is Oosterzele, in vergelijking met andere gemeenten, een gemeente met een lage werkloosheid.Dit wijst erop dat er vooral gewerkt wordt buiten de gemeente.
43 van 138
Er zijn meer vrouwen dan mannen werkloos en de meeste werklozen liggen in de hoogste leeftijdscategorie.De grootste groep werklozen is ook maar minder dan 1 jaar werkloos. De werkloosheid is te Oosterzele geen onoverkomelijke problematiek. Toch is er in Oosterzele maar een beperkt dienstverlenend aanbod van tewerkstelling en opleiding, een centrale dienstverlening die voor elke werkzoekende makkelijk bereikbaar is. Het werkaanbod is ook laag en biedt voornamelijk jobs in de bouw, horeca en land - en tuinbouw. Er is een laag werkloosheidscijfer, maar dit wil niet zeggen dat we onze ogen moeten sluiten voor bepaalde knelpunten bij tewerkstelling. Knelpunten die maken dat een bepaalde groep werklozen zeer moeilijk – of zo goed als onmogelijk - te activeren en in te schakelen zijn op de arbeidsmarkt. 2.3.1. Algemeen Wanneer we een analyse maken van tewerkstelling in het algemeen, dienen we gebruik te maken van verschillende indicatoren nl. activiteitsgraad, werkgelegenheidsgraad en werkloosheidsgraad. Aangezien leeftijd, geslacht en scholingsgraad belangrijk zijn in deze analyse, wordt er hiervan ook een opsplitsing gemaakt. 2.3.1.1. Activiteitsgraad = de mate waarin de bevolking op arbeidsleeftijd actief is op de arbeidsmarkt, d.w.z. een job heeft of een job zoekt (= beroepsbevolking/bevolking op arbeidsleeftijd) Activiteitsgraad leeftijdscategorie (2001) – Oost-Vlaanderen Leeftijdscategorie
18-24
25-49
50-64
60,2
89,20
45,3
Graad
Oosterzele 81,36 70,76 76,18
Op 30/06/03 Mannen Vrouwen Totaal
Bron: Steunpunt WAV
Provincie 81,83 67,04 74,53
De activiteitsgraden voor mannen liggen hoger dan deze voor vrouwen. Ook de leeftijdsgebonden activiteitsgraden variëren: de hoogste graden zijn terug te vinden in de leeftijdscategorie 25 tot 49-jarigen, gevolgd door de leeftijdscategorie 18 tot 24-jarigen. De 50 tot 64-jarigen scoren het laagst. 2.3.1.2. Werkgelegenheidsgraad = de verhouding tussen het aantal arbeidsplaatsen (jobs) en bevolking op beroepsactieve leeftijd (18-64 jaar) Gemeente Oosterzele Arr. Gent Prov.OostVlaanderen
2000 33,9 69,3 58,7
2001 34,8 70,2 59,7
2002 35,3 70,6 59,8
2003 34,1 74,2 59,7
Bron: Steunpunt WAV
44 van 138
De werkgelegenheidsgraad ligt in vergelijking met de rest eerder laag voor Oosterzele. Oosterzele is dan ook een landelijke gemeente waar weinig of geen industrie aanwezig is, een typische woongemeente. Het ligt echter wel centraal, aan de autosnelweg, wat mogelijkheden tot tewerkstelling biedt buiten de gemeente. De aantrekkingskracht van de grootstad wordt duidelijk als we de werkgelegenheidsgraad met de activiteitsgraad vergelijken. Hoewel Oosterzele weinig eigen arbeidsplaatsen heeft, lukt het de inwoners om elders werk te vinden. In het hoofdstuk “actoren” wordt het werkgelegenheidsaanbod voor Oosterzele verder uitgediept. 2.3.1.3 Werkloosheidsgraad = het aandeel van de niet-werkende werkzoekenden (18-64jaar) in de beroepsbevolking (beroepsbevolking = werkenden en niet-werkende werkzoekenden 18-64jaar (NWWZ)) 2.3.1.3.1. Cijfergegevens Provincie Oost-Vlaanderen Jaargemiddelde 2005 GESLACHT * LEEFTIJD Mannen
Vrouwen
% < 25 jaar
17,60
25 tot 40 jaar
6,47
40 jaar
5,36
< 25 jaar
18,72
25 tot 40 jaar
7,98
40 jaar TOTAAL
9,57 8,32
Gemeente Oosterzele Jaargemiddelde 2005 GESLACHT * LEEFTIJD Mannen
Vrouwen
% < 25 jaar
18,16
25 tot 40 jaar
2,45
40 jaar
3,33
< 25 jaar
16,16
25 tot 40 jaar
4,07
40 jaar TOTAAL
5,63 4,98
De vrouwen vertonen in vergelijking met de mannen een lager percentage bij de jongste leeftijdscategorie. Voor beide andere leeftijdscategorieën liggen de percentages hoger bij de vrouwen dan bij de mannen. In vergelijking met de Oost-Vlaamse gemeenten, behoort Oosterzele tot de gemeenten met de laagste werkloosheid.
45 van 138
Bron cijfergegevens: VDAB, oktober 2006
In de loop van de jaren 2000 tot 2005 schommelt de gemiddelde werkloosheidsgraad in Oosterzele tussen de 4,18 en 4,98 %.
46 van 138
Wanneer we de evolutie van de werkloosheid bekijken voor de maanden oktober, kunnen we concluderen dat Oosterzele gelijklopend is met Vlaanderen. Oosterzele
Vlaanderen
Bron: RVA
2.3.1.3.2. Profiel van de niet-werkende werkzoekende (NWWZ) Het is interessant om enkele kenmerken van de werkzoekenden te bestuderen.
47 van 138
Wanneer we ons baseren op het jaargemiddelde van 2005 komen we voor Oosterzele tot volgende analyse: Kenmerken NWWZ Geslacht Leeftijd Studieniveau Werkloosheidsduur Beroep Arbeidsgehandicapten
Mannen Vrouwen < 25 jaar 25 tot 40 jaar > = 40 jaar Laaggeschoold Middengeschoold Hooggeschoold < 1 jaar 1 tot 2 jaar > = 2 jaar Arbeiders Bedienden
Bron: VDAB
Aantal Totaal: 310 145 165 93 83 134 119 122 69 186 52 73 134 177 33
Percentage Totaal: 100 % 46,7 % 53,2 % 30,0 % 26,7 % 43,1 % 38,3 % 39,3 % 22,2 % 59,8 % 16,5 % 23,5 % 43,0 % 56,9 % 10,6 %
In de NWWZ vertegenwoordigen de vrouwen een grotere groep dan de mannen. De meeste NWWZ liggen in de hoogste leeftijdscategorie, gevolgd door de -25 jarigen. Hoewel er meer bedienden werkloos zijn dan arbeiders, wijst een analyse van het studieniveau uit dat er meer laag-of middengeschoolden werkloos zijn dan hooggeschoolden. De meeste NWWZ zijn minder dan 1 jaar werkloos. 2.3.2. Actoren Hoe ziet het aanbod van dienst- en hulpverlening inzake tewerkstelling er uit in onze gemeente? 2.3.2.1. Aanbod dienstverlening Werk zoeken in de gemeente In het gemeentehuis staat een WIS-computer waar men kan zoeken naar een geschikte job. In het PWA-kantoor staat een inschrijf-pc waar men zich kan inschrijven als werkzoekende en de VDAB-site raadplegen. Werkwinkel Rhode en Schelde Hundelgemsesteenweg 327, 9820 Merelbeke 09/210.51.60
[email protected] www.werkwinkel.be www.vdab.be Contactpunt Oosterzele: Sportstraat 5, 9860 Oosterzele 09/363.84.26
[email protected] De Lokale werkwinkel is het plaatselijk loket van de VDAB. Daar kan men terecht met vragen over werkgelegenheid, opleidingen, solliciteren, PWA. Men helpt bij het zoeken naar werk, doet daar aan begeleiding en coaching. Men vindt er jobaanbiedingen en men kan zich laten
48 van 138
inschrijven als werkzoekende. Men informeert werkgevers over tewerkstellingsmaatregelen, geeft info over loopbaanonderbreking en tijdskrediet. PWA-kantoor Oosterzele Sportstraat 5, 9860 Oosterzele 09/363.84.26
[email protected] PWA is de afkorting van ' plaatselijk werkgelegenheidsagentschap' . De werking ervan kan je het best vergelijken met een interim-kantoor. Voor gebruikers die bepaalde taken willen laten uitvoeren, zoekt het PWA een geschikte PWA-werknemer. Werklozen kunnen o.a. aan de slag gaan als PWA-werknemer. Het PWA-kantoor van Oosterzele heeft ook een dienstenonderneming die werkt met dienstencheques. Het doet ook dienst als plaatselijke antenne van de Lokale Werkwinkel in Merelbeke. OCMW Gootje 2, 9860 Oosterzele 09/362.40.30 www.ocmwoosterzele.be Het OCMW streeft er naar om zoveel mogelijk leefloners in te schakelen in de actieve maatschappij via tewerkstelling artikel 60 §7. Arbeid is nog steeds de beste dam tegen armoede en een hefboom voor maatschappelijke integratie. Het OCMW werkt ook samen met de Lokale Werkwinkel en het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap om de tewerkstelling en opleidingskansen te vergroten VDAB Bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding kan men zich inschrijven als werkzoekende. De VDAB voorziet in trajectbegeleiding met als bedoeling zo snel mogelijk werk te vinden. In de jobclub kan men sollicitatietraining volgen. Een jobcoach zorgt voor extra ondersteuning voor 45-plussers, allochtonen of mensen met een handicap. Voor werknemers die eens iets anders willen, is loopbaanbegeleiding een oplossing. Ook voor opleidingen is men daar aan het juiste adres. Meer informatie: www.vdab.be VDAB Beroepsopleiding Industrieweg 50, Wondelgem 09/254.11.11 Hier kan men verschillende opleidingen volgen in technische functies en administratieve beroepen. VDAB Jobclub Minnemeers 2, 9000 Gent 09/265.01.50 http://www.vdab.be Bepaalde werkzoekenden kunnen hier terecht voor intensieve sollicitatietraining (in groep) en sollicitatiebegeleiding (individueel) ATB Minnemeers 2, 9000 Gent 09/269.46.80
[email protected] ATB begeleidt werkzoekenden met een arbeidshandicap die een extra duwtje in de rug nodig hebben naar de arbeidsmarkt. De doorstroming kan zowel naar het normaal economisch circuit zijn, als naar de beschutte werkplaats of arbeidszorg.
49 van 138
Job en Co Antwerpsesteenweg 573, 9040 Sint-Amandsberg 09/266.18.10 Bepaalde werkzoekenden in trajectbegeleiding kunnen via ATB terecht bij Job en Co, Centrum voor Begeleiding en werkervaring. Via opleiding, begeleiding, oriëntatieprogramma’s en tewerkstelling probeert men de integratie op de arbeidsmarkt te bevorderen. RVA Gent Korte Meer 33, 9000 Gent 09/265.88.40 http://www.rva.be De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening is belast met de organisatie van de werkloosheidsverzekering, wat o.a. de toekenning van een vervangingsinkomen inhoudt aan onvrijwillig werklozen en andere daarmee gelijkgestelde categorieën. Men ziet ook toe op de naleving van de sociale wetgeving. De RVA heeft als taken: vergoeding, preventie, inschakeling en activering. Vakbonden en hulpkas Vakbonden verdedigen de belangen van werknemers tegenover werkgevers. Zij zijn de uitbetalingsinstellingen van de werkloosheidsuitkeringen. Ze geven info over de werkloosheidsreglementering en arbeidscontracten en geven gratis juridische bijstand aan hun leden. De hulpkas is er voor mensen die geen lid zijn van een vakbond. - Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) Stationsstraat 49, 9860 Oosterzele 09/210.84.10 - Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) Keiberg 44, 9860 Oosterzele 09/362.98.22 - Algemene Centrale van Liberale Vakbonden (ACLVB) Koning Albertlaan 95, 9000 Gent 09/222.57.51 - Hulpkas Voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW) Kattenberg 81, 9000 Gent 09/221.54.34 Groep INTRO Ambachtsweg 4, 9820 Merelbeke 09/363.07.59 www.groepintro.be
[email protected] Groep INTRO vzw is een professionele organisatie voor vorming, opleiding, arbeidstrajectbegeleiding en werkervaringen. Groep INTRO biedt de deelnemer de kans ervaring op te doen in concrete arbeidssituaties. Via werkervaring en trajectbegeleiding wordt de deelnemer ondersteund in het verder ontwikkelen van goede arbeidsattitudes. Hij wordt begeleid doorheen de verschillende fasen van zijn traject naar arbeid en/of inschakeling in de samenleving. Vokans
50 van 138
Frans van Ryhovelaan 241, 9000 Gent 09/266.77.55 Vokans biedt opleiding en begeleiding voor laaggeschoolde, langdurig werklozen en leefloongenieters. Vokans is ook erkend als loopbaanbegeleidingscentrum voor werknemers. Leerpunt - Centrum voor basiseducatie Sabina Van Beierenlaan 35, 9620 Zottegem 054.326.129 Leerpunt is een school voor volwassenen die in hun jeugd door allerlei omstandigheden onvoldoende kansen hebben gekregen om te leren. Deze basiseducatie is bedoeld voor laaggeschoolde volwassenen, voor wie een basisvorming noodzakelijk blijkt om maatschappelijk te functioneren of een verdere opleiding te volgen. Interimkantoren In Oosterzele zijn er geen interimkantoren. De dichtst bijzijnde vindt men in de steden en omliggende gemeenten: Gent, Wetteren, Zottegem, Merelbeke Zo hebben we te Zottegem: Randstad Heldenlaan 24, 9620 Zottegem 09/360.89.89 Adecco Hoogstraat 28, 9620 Zottegem 09/361.10.98 2.3.2.2. Aanbod van werkgelegenheid Totale werkgelegenheid = aantal arbeidsplaatsen Voor Oosterzele was dit op 30/06/2002 : 2.909, in de provincie: 513.473 Het is moeilijk om effectief na te gaan welk soort bedrijven er actief zijn op het grondgebied en welke soort werknemers men hier vraagt. We zochten daarom het werkaanbod op via de VDAB-website. Hun cijfergegevens zijn gebaseerd op de vacatures uit het normaal economisch circuit, zonder interim en geven de toestand aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt weer. 2.3.2.2.1. Cijfergegevens 2.3.2.2.1.1. Vacatures VDAB
Ontvangen vacatures Gem. aantal vacatures beschikbaar per maand Maandgemiddelde NWWZ
december 2002 totaal 138
december 2003 totaal 101
december 2004 totaal 115
33
25
34
295
341
358
Bron: VDAB
51 van 138
2.3.2.2.1.2. Ontvangen jobs voor de maanden januari tot en met oktober 2006, alle sectoren Deze zijn opgedeeld naar scholingsgraad: laaggeschoold, middengeschoold en hooggeschoold. SECTOR Land-, tuin- en bosbouw Dranken, voeding en tabak Grafische nijverheid, papier, karton Metaal Bouw Overige industrie Horeca Transport en logistiek Banken, verzekeringen, post en telecom Garages Handel en verhuur Informatica, diensten aan bedrijven. Interim- en selectiekantoren Diensten aan personen Ontspanning, cultuur en sport Onderwijs Gezondheidszorg Maatschappelijke dienstverlening
Laag
Midden
Hoog
Totaal
15 2 1
0 1 0
1 0 0
16 3 1
1 20 9 5 2 0
0 6 0 20 0 0
1 2 0 0 0 1
2 28 9 25 2 1
0 1 1
1 1 1
0 1 3
1 3 5
6 0 2 3 3 2
0 1 0 0 10 7
0 0 0 11 3 3
6 1 2 14 16 12
De bouw scoort het hoogst, gevolgd door de horeca en de land- en tuinbouw. 2.3.3. Conclusie Zie 2.3.2.2. werkgelegenheidsgraad. 2.3.4. Knelpunten Het OCMW treedt zelf op als werkgever in het kader van een sociale tewerkstelling. Na de vereiste arbeidsdagen te hebben gepresteerd, kunnen gerechtigden op leefloon, in regel worden gebracht met de sociale zekerheid. Maar toch ervaren we enkele knelpunten in de tewerkstellingsopdracht. Een bepaalde groep is moeilijk of niet tewerk te stellen omwille van billijkheids- of gezondheidsredenen. Het profiel van de OCMW-cliënten evolueerde de laatste jaren sterk. Aanvankelijk was de groep die zonder of met een minimum aan begeleiding inzetbaar was in het normale arbeidscircuit vrij groot. Nu vergroot de groep van zij die door een persoonlijke problematiek of deze van het gezin onmogelijk onmiddellijk kunnen ingeschakeld worden. Sommigen zullen nooit tewerkgesteld kunnen worden, zelfs niet via het grote aanbod van tewerkstellingsmaatregelen.
52 van 138
Jaar, Aantal aantal gerechtigden, per categorie A B C 10 2003, 13 12 35
Aantal tewerkstelling art. 60
2004, 40
14
18
8
2005, 33 2006, 31
17
11
12
4 (2 mannen en 2 vrouwen) 3 (1 vrouw en 2 mannen) 1 (man)
14
12
7
2 (mannen)
Aantal onmogelijk tot tewerkstelling
Tewerkstelling op eigen initiatief
gezondheidsredenen billijkheid 3 20 3 3
18
6
4
15
2
5
16
2
Voor de analyse van de leefloongenieters, startten we vanaf 2003. Dit omdat de wetgeving eind 2002 gewijzigd is met de overschakeling van bestaansminimum naar recht op maatschappelijke integratie. In de kolom “aantal gerechtigden per categorie” gebruiken we volgende opdeling: A = samenwonenden, dit kunnen samenwonenden zijn als koppel of met anderen B= alleenstaanden C= personen die uitsluitend samenwonen met een gezin ten zijnen laste Voor de leefloners waarvan de hulpverleningsperiode te kort was om de tewerkstelling op te volgen, maakten we geen verdere analyse. Het is duidelijk dat in de doelgroep leefloners een aantal mensen in de onmogelijkheid zijn om tewerk gesteld te worden. De grootste redenen zijn die van billijkheid: te hoge leeftijd of alleenstaanden met kinderen ten laste. In het volgende gedeelte kaarten we enkele knelpunten aan. In de tewerkstellingsopdracht van het OCMW ervaren vaak een combinatie de benoemde factoren. Alleenstaanden met kinderen ten laste Een voltijdse job voor een vrouw met kinderen die nog niet naar school gaan is heel moeilijk. Dit heeft te maken met gebrekkige kinderopvang en de nood aan buitenschoolse kinderopvang. In sommige gevallen liggen de kosten van de kinderopvang zodanig hoog dat een tewerkstelling geen financiële voordelen oplevert. Migranten Afhankelijk van hun verblijfsdocumenten mogen ze al dan niet tewerkgesteld worden. Ze behoren veelal tot de lager geschoolden en hebben bovendien taalproblemen. Soms worden ze niet aangeworven omwille van hun migrant zijn. Hierdoor is het voor hen een extra handicap is om deel te nemen aan het arbeidsproces. Mobiliteit In Oosterzele is er maar een beperkt dienstverlenend aanbod rond tewerkstelling en opleiding (zie 2.1.1). En vaak kunnen werklozen zich moeilijk verplaatsen. Iemand die bijvoorbeeld in Landskouter woont kan geen gebruik maken van de trein en zich al moeilijker verplaatsen naar bijvoorbeeld Gent. Als ze niet over een wagen beschikken en enkel gebruik maken van een fiets of het openbaar vervoer, is dat reeds een belemmering in hun zoektocht. Ook voor opleidingen VDAB, trajectbegeleiding, oriëntatiecursus, … moet men naar Gent of andere steden.
53 van 138
Een mobiel loket met deze dienstverlening zou interessant zijn. 50 plussers Vanaf een bepaalde leeftijd is het moeilijker om aan werk te geraken. Vaak vinden werkgevers iemand van 50 jaar te oud. Zoals reeds op te merken viel in de activiteitsgraadcijfers, scoren de 50 tot 64-jaren het laagst. Waarom is deze groep niet interessant voor werkgevers? Dient er geen 50-plus-vriendelijk beleid te worden gevoerd naar de werkgevers toe? Hoge eisen werkgevers Samenhangend met deze veeleisende maatschappij, liggen de verlangens van de werkgevers ook hoog. Ze willen mensen met ervaring en diploma’s, wat een langdurig werkloze of een leefloner veelal niet kan aanbieden. Het gevolg zijn falende sollicitatiegesprekken en korte tewerkstellingsperiodes. In tegenstelling tot deze hoge eisen, mag de werknemer voor de werkgever niet zwaar doorwegen in de loonkost. Hierdoor botst de werkgever op de langdurig werklozen, wat dan voor hem geen interessante of aantrekkelijke doelgroep is. Waarom geen lage loonkost voor andere doelgroepen? Bovendien zijn de tewerkstellingmaatregelen en -programma’s onoverzichtelijk waardoor bedrijven en werkgevers er moeilijker een beroep op doen. Eenvoudiger maatregelen, een uniek loket kunnen bedrijven hierin ondersteunen zodat er beter gebruik van gemaakt wordt. Acties te veel gericht op langdurig werklozen Veel tewerkstellingsprogramma’ s zijn te veel gericht op langdurig werklozen. Hierdoor wordt er minder aandacht besteed aan pas afgestudeerden en aan kortdurende werklozen. De werkloosheid zou direct moeten aangepakt worden bij het begin ervan. Er zou meer preventief moeten gewerkt worden naar risicogroepen die gemakkelijk in de val van langdurige werkloosheid vallen. Flexibiliteit De vraag naar flexibiliteit impliceert de aanwezigheid van ondersteunende structuren zoals een goed openbaar vervoer en voldoende kinderopvang. En deze zijn vaak niet aanwezig. Langdurige werkloosheid Hoe langer men werkloos is, hoe moeilijker een nieuwe tewerkstelling wordt opgestart. Het is een vicieuze cirkel, een hangmat waar velen letterlijk blijven in hangen. De werkroutine is niet meer aanwezig en men vervreemd ervan. Het is ook een beleidsmatig probleem. Bepaalde werklozen worden te weinig opgeroepen door de RVA - VDAB, waardoor ze hun werkloosheidsuitkering blijven ontvangen en niet gemotiveerd zijn om een bepaalde job te zoeken of uit te voeren. Arbeidsattitude Het ontbreken van arbeidsattitude ervaren wij vooral bij bepaalde jongeren. Vaak gaat het om jongeren die de school niet hebben afgewerkt en geen diploma hebben. Het aantal jonge leeflooncliënten (-25 jaar) is toegenomen. In 2005 waren er van de 33 leefloners 11 jonger dan 25 jaar. Vaak hebben zij geen goed realiteitsbesef of een andere kijk op “werken”.
54 van 138
De oorzaak hiervan kunnen wij zoeken in opvoeding, schoolmoeheid, geen interesses hebben, druggebruik. Een onrealistisch beeld op werken maakt dat ze vaak hoge eisen hebben naar een job toe. Vaak willen ze geen handenarbeid verrichten, ook al hebben ze geen diploma. Het is een moeilijke doelgroep die intensief moet begeleid en geactiveerd worden. Luisterbereidheid, omgaan met kritiek, weerbaarheid, samenwerking zijn belangrijke sociale vaardigheden waarover bepaalde jongeren niet beschikken. Het zou interessant zijn als men in het onderwijs “attitudevorming” zou kunnen inlassen. Laaggeschooldheid Een diploma opent bepaalde wegen in de zoektocht naar werk. Indien je over geen diploma beschikt is dit vaak een grote belemmering. Sommigen hebben bijvoorbeeld wel de middelbare school afgewerkt, maar zijn er in de praktijk niet veel mee. Werkgevers vragen andere diploma’s, waardoor een bijscholing bij de VDAB of het aanvatten van hogere studies nodig is. Ondanks de leerplicht tot 18 jaar blijkt de helft van de werkzoekenden enkel over een getuigschrift lager onderwijs of lager secundair onderwijs bezitten. De maatschappelijke ontwikkeling stelt ook steeds hogere eisen aan het opleidingsniveau. Men houdt er ook weinig rekening mee dat er grenzen zijn aan de leercapaciteit van mensen. Werkloosheidsval Werklozen maken de balans op van wat men aan uitkeringen kan krijgen en wat men kan verdienen met een job. Deze balans blijkt nogal gauw over te slaan in het voordeel van de uitkeringen. De financiële stimulans om werk te aanvaarden ontbreekt bij een aantal werkzoekenden. Kan de overheid geen surplus geven bovenop bepaalde minimumlonen? Fysische en psychische problemen Wanneer men ziek is kan met niet werken. Vooral psychische problemen, soms in combinatie met drank- of druggebruik stuiten vaak op onbegrip en zijn een belemmering in de zoektocht. Een job geeft een nuttig gevoel. Maar meestal is het een utopie dat werk deze problemen oplost. Eerst dient gewerkt te worden aan het ziektebeeld en dienen de problemen aangepakt te worden vooraleer een tewerkstelling kan worden opgestart Dit is soms dubieus. Niet gaan werken zorgt bij sommigen voor verveling en depressiviteit. Afwezigheid van beschutte werkplaats in de omgeving Beschutte werkplaatsen zijn bedrijven die als voornaamste doel hebben personen met een arbeidshandicap tewerk te stellen. Hiervan is er te Oosterzele geen aanbod. De dichtstbijzijnde beschutte werkplaatsen vindt men te Zottegem, Merelbeke, Wetteren, Gent. Dit wil zeggen dat deze doelgroep ook al vrij mobiel moet zijn om in een beschutte werkplaats te kunnen werken. In oktober 2006 telde Oosterzele 37 arbeidsgehandicapten, waarvan 18 mannen en 19 vrouwen. In 2005 vertegenwoordigen ze gemiddeld 10,6 % van de NWWZ. Afwezigheid van dienst arbeids/trajectbegeleiding op het grondgebied
55 van 138
Werkzoekenden kunnen bij de VDAB terecht voor arbeidsbegeleiding. Deze vertrekt vanuit de bestaande arbeidsmarkt waardoor een aantal mensen steeds uit de boot vallen. Bij een dienst arbeidsbemiddeling vertrekt men vanuit de werkzoekende, rekening houdend met zijn mogelijkheden en beperkingen en gaat men samen op zoek naar werk. Dus specifiek gericht op het zoeken naar werk met moeilijk te plaatsen werkzoekenden. Het zou interessant zijn als er in Oosterzele een dienst arbeidsbegeleiding zou zijn die heel makkelijk bereikbaar is, bijvoorbeeld in het OCMW. Dat zou kansen creëren om voor meer werkzoekenden en leefloners een gepaste job of opleiding te vinden. 2.4. Huisvesting De huisvestingssituatie heeft onmiddellijke effecten op het welzijn van iedere burger. 'Wonen' wordt dan ook aanzien als een belangrijk thema binnen het welzijnsbeleid van de lokale besturen. Binnen de gemeente vertaalt de aandacht voor huisvesting zich ondermeer in de ontwikkeling van een lokaal sociaal woonbeleid. De OCMW's bieden de individuele dienstverlening aan die de toeleiding naar deze betaalbare woningen tot stand brengt. 2.4.0. Samenvatting Uit de algemene cijfers van de kwantitatieve analyse blijkt een verouderd woonpatrimonium in vergelijking met de regio en Vlaanderen hoewel een inhaalbeweging bezig is sinds de jaren 80. Er is een grote toename van eigendom van ééngezinswoningen maar – complementair – ontstaat een schaarste aan huurwoningen. De vastgoedprijzen in Oosterzele volgen de landelijke trend, met name een buitengewone stijging in de laatste jaren. Het woningcomfort is ook relatief minder goed dan in de regio, vooral voor wat de (afwezigheid van) centrale verwarming betreft. Oudere mensen investeren minder in renovatie van hun woning waardoor hun wooncomfort ook sneller achteruit gaat. De sociale huisvesting is in Oosterzele weinig ontwikkeld in vergelijking met de regio en Vlaanderen. Voor opvangfaciliteiten moet men – op een paar uitzonderingen na – buiten de gemeente zijn. 2.4.1. Aanvullende gegevens over woningen 2.4.1.1. Woningcomfort
geen centrale verwarming geen badkamer geen toilet
Comfort van de woningen: absolute cijfers arrondissement OostGent Vlaanderen Oosterzele
Bron: NIS, SEE 2001
1.937 241 118
67.765 8.590 5.143
193.443 24.543 15.049
Vlaanderen 610.446 81.822 55.470
56 van 138
geen centrale verwarming geen badkamer geen toilet
Comfort van de woningen: percentages arrondissement OostGent Vlaanderen Oosterzele 37,90 4,10 3,10
Bron: NIS, SEE 2001
34,61 4,39 2,60
Vlaanderen
36,94 4,69 2,83
26,70 3,50 2,40
Het wooncomfort wordt onder andere gemeten op basis van een toilet binnenshuis, een badkamer of douche en centrale verwarming. Het comfortniveau van de Vlaamse woningen neemt nog steeds toe. Inzake het comfort van de woningen speelt de leeftijd van de bewoner, al dan niet eigenaar, een belangrijke rol. In onderstaande tabel lezen we voor Oosterzele dat 44,4% van de 80-plussers over geen CV beschikt, 20% heeft geen badkamer en 10% van deze leeftijdsgroep heeft geen toilet in huis. Deze percentage liggen hoger van de Vlaamse gemiddelden van respectievelijk 38%, 16% en 6%. Leeftijdscategorie 61 tot 70 jaar 71 tot 80 jaar 80 jaar en ouder
neen 39,3% 51,9% 44,4%
CV
ja 60,7% 48,1% 55,6%
badkamer neen ja 10,2% 89,8% 7,3% 92,7% 20,0% 80,0%
neen 5,7% 5,4% 10,0%
toilet
ja 94,3% 94,6% 90,0%
Bron: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Welzijnszorg, Team Thuiszorg, 01/01/2004.
Nader onderzoek van de cijfers wijst uit dat er vooral bij eigenaars grote verschillen naar leeftijd bestaan. Bij de privé-huurders en vooral bij de sociale huurders blijken deze verschillen beperkter. Eigenaars leven over het algemeen comfortabeler dan huurders op de particuliere markt, maar bij de oudste leeftijdsgroepen wordt de relatie omgekeerd. Ouderen die eigenaar zijn (of blijven) van hun woning genieten net het minste comfort. Een mogelijke verklaring voor de lage woonkwaliteit betreft de ouderdom van de woningen en de beperkte renovatie-inspanningen. (Bron: Menswaardig wonen voor ouderen in Vlaanderen. De groeiende vergrijzing en haar effecten op de woningmarkt, Oost-Vlaanderen. Luc Goossens en Ingrid De Meester, Universiteit Antwerpen in opdracht van de Bestendige Deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen, 2004.) Leegstand en verkrotting leegstand4 ongeschikt/onbewoonbaar5 verwaarlozing Bron: AROHM 1/01/2002
Oosterzele 26 4 8
Oostarrond. Gent Vlaanderen 1.224 4.872 414 1.000 340 1.019
Volgens gegevens van de technische dienst van de gemeente is de leegstand en de verkrotting intussen gereduceerd tot 2 panden (Bron: Lijst van de geregistreerde gebouwen op de inventaris, AHROM 21/04/2006, met aanvulling van eigen diensten op 25/10/2006). 4
Beoordeling met een “Technisch verslag van het onderzoek naar de leegstand van een woning” van de technische dienst door AHROM 5 Beoordeling met een “Technisch verslag van het onderzoek van de kwaliteit van woningen” van de technische dienst door AHROM
57 van 138
2.4.1.2. Sociale huurwoningen
2004 aantal sociale huurwoningen % 2005 aantal sociale huurwoningen %
Bron: AROHM/VHM
Totaal aantal sociale huurwoningen arrondissement OostGent Vlaanderen Oosterzele
Vlaanderen
44 0,90
13.927 6,69
30.507 5,50
136.405 5,94
60 1,22
14.906 7,16
32.728 5,90
137.816 6,00
In de loop van de laatste jaren werden enkele bijkomende sociale woningen gerealiseerd. De 4 sociale huurappartementen en 5 huurwoningen in de Pastorieberg in Balegem zijn nog niet in de tabel opgenomen. Niettemin scoort Oosterzele beduidend lager van het arrondissementeel en het provinciaal gemiddelde. Het gebrek aan voldoende sociale woningen is voor de Vlaamse overheid een reden om de uitbreiding ervan uitdrukkelijk op te nemen in zijn beleid. 2.4.1.3. De kandidaat-huurder In 2003 waren er bij de sociale huisvestingsmaatschappijen 52 kandidaat-huurders voor Oosterzele. Eén dossier werd toegewezen. De gemiddelde wachttijd van de actieve dossiers is 631 dagen, zijnde 1 jaar en 9 maanden. (Bron: VHM/SHM) gemiddelde wachttijden van dossiers, toegewezen in 2003 gemiddelde wachttijden per SHM , dossiers toegewezen in 2003 gemiddelde wachttijd aantal dossiers Volkshaard/Het Volk 672 dagen 290 Wonen 427 dagen 41 Merelbeekse Sociale Woningen 776 dagen 37 SHM Denderstreek 962 dagen 19 Bron: VHM/SHM
58 van 138
2.4.1.4. Ander sociaal patrimonium en dienstverlening Ander sociaal patrimonium Gaversesteenweg 60 6 Bron: VOB , SVK-evaluatienota 2003, OCMW 2 Houtemstraat 65 2006 Berg 36 (tot 15/09/2005) Rooigemstraat 9 (noodwoning) Sociaal patrimonium OCMW Bron: OCMW, 2006 Vrijhem 55 Geraardsbergsesteenweg 214 4 Korenbloemstraat 35 (noodwoning) Pastorieberg 1D (noodwoning) Sociaal patrimonium gemeente Rooberg 34 Bron: gemeentebestuur, 2006 Rooberg 36 Dorp 46 (3 wooneenheden, waaronder 1 noodwoning) Rooigemstraat 10 7 Reigerstraat 83 (Lokaal Opvanginitiatief ten behoeve van het OCMW) Kloosterstraat 11 (tot 31/10/2006) Sociale koopwoningen 7 Bron: AROHM, gerealiseerd 2001-2004 Sociaal patrimonium SVK
Bron: VHM/SHM/Gemeente
De gemeente Oosterzele is aangesloten bij de Sociaal Verhuurkantoor Zuid-OostVlaanderen vzw met zetel in Oudenaarde. De vzw overkoepelt de lokale kantoren in het zuiden van de provincie. Hij is de juridische verhuurder en wijst de beschikbare huizen toe aan de ingeschreven kandidaat-huurders. De begeleiding van de huurders gebeurt door een lokale actor. In Oosterzele is dat het OCMW. Oosterzele beschikt over 4 noodwoningen. De (her)huisvestingsbegeleiding gebeurt door het OCMW.
Vlaamse individuele huursubsidie en installatiepremie VAP7 provinciale aanvullende lening provinciale copremie
Bron: gemeente/provincie/AROHM
Tegemoetkomingen 2003 2004
2005
0 13
1 22
0 25
0
1
0
12
21
13
Mensen die tijdelijke problemen hebben met huisvesting kunnen verwezen worden naar: -
Home Prins Albert - mannenopvangcentrum Hundelgemsesteenweg 385, 9050 Gentbrugge
6
Het Vlaams Overleg Bewonersbelangen (VOB) is door de Vlaamse Gemeenschap erkend als overleg- en ondersteuningscentrum voor de huurdersbonden en de sociale verhuurkantoren. 7 VAP: Verbeterings- en aanpassingspremie van de Vlaamse Gemeenschap
59 van 138
Volwassen thuisloze mannen kunnen maximaal zes maanden in het opvangcentrum verblijven. Er wordt gewerkt met individuele en groepsbegeleiding.Het verblijf biedt een voorbereiding op zelfstandig wonen. Doel van de hulpverlening is creëren van kansen om terug te kunnen keren naar de maatschappij en het doorbreken van het sociaal isolement van de cliënt. -
Oikonde - gemengd opvangcentrum Vlaamse Kaai 11, 9000 Gent Oikonde heeft 2 huizen: één voor volwassen thuisloze mannen en vrouwen en één voor thuislozen met kinderen. Oikonde biedt residentiële opvang en begeleiding op korte en halflange termijn aan personen die om één of meerdere redenen niet meer zelfstandig kunnen leven en /of wonen in hun eigen omgeving.
-
De Schelp – crisisopvang Elyzeese Velden 7, 9000 Gent De Schelp is er voor iedereen die zich in een crisissituatie bevindt, die snel en onmiddellijk hulp nodig heeft en niet weet waarheen. Het team voorziet 24u op 24u, 7 dagen op 7, in ambulante en residentiële psychosociale crisisopvang. Dit omvat: het helpen vat krijgen op de crisissituatie, bemiddelen tussen partijen en instanties, doorverwijzen naar andere begeleiding en/of hulpverlening en/of het tijdelijk residentieel opvangen van personen in crisis. De verblijfsduur wordt zo kort mogelijk gehouden (max. 21 dagen). Voor minderjarigen vanaf 13 jaar maakt De Schelp deel uit van het crisisnetwerk minderjarigen.
-
Klemenswerk – mannenopvangcentrum Prinsenhof 54, 9000 Gent Dit opvangcentrum voor mannen richt zich tot volwassen valide mannen zonder kinderen die thuisloos zijn en voor bepaalde duur nood hebben aan een verblijf in een opvangcentrum zodat ze van daaruit aan hun situatie kunnen werken. Klemenswerk biedt groeps- en individuele begeleiding. Naargelang de problematiek wordt een individuele begeleiding opgestart. In de groepsbegeleiding komen de leefgroepwerking, sociale vaardigheden en gemeenschappelijke problemen aan bod.
-
Klemenswerk - opvangcentrum voor vrouwen en gezinnen Prinsenhof 141, 9000 Gent Klemenswerk richt zich tot thuisloze vrouwen (met of zonder kinderen) met relationele, sociale, financiële problemen of een combinatie ervan. Koppels met kinderen worden ook opgenomen. Er is residentiële opvang voor maximum 6 maanden, individuele begeleiding en opvoedingsondersteuning.
2.4.2. Probleemstellingen en mogelijke oplossingen - dure woningen op de private huizenmarkt: promotie van het SVK als oplossing op korte termijn, vooral bij eigenaars van geschikte woningen een verhuurpremie een huursubsidie - leegstand: heffing een renovatiepremie gemeentelijke renovatieprojecten
60 van 138
-
-
onvoldoende sociale woningen: ontwikkelen van bijkomende projecten ontoereikend minimaal comfort (badkamer, sanitair binnen): promotie van de Vlaamse verbeteringspremie een aanvullende gemeentelijke verbeteringspremie De gemeente kreeg in de Vlaamse Wooncode een spilfunctie in de uitvoering van het woonbeleid. - ten eerste vraagt de Vlaamse Wooncode de gemeente haar verantwoordelijkheid op te nemen bij het handhaven van de woningkwaliteit en legt ze hierover een aantal verplichtingen op. - ten tweede wordt ook de functie van de gemeente als coördinator van lokale huisvestingsactoren op het grondgebied en toezicht op de uitvoering van sociale projecten duidelijk gesteld. De gemeente beschikt over de vrijheid om een eigen huisvestingsbeleid te ontwikkelen. Ten slotte kunnen gemeenten occasioneel eigen sociale woonprojecten realiseren in het kader van het Vlaams woonbeleid. Doorgaans wordt bij de taken van de gemeenten ook het verstrekken van informatie aan de burger gerekend. Informatie over de mate waarin en de wijze waarop de gemeenten die rol, omschreven in de Vlaamse wooncode, opnemen op het terrein ontbreekt nog. Deze kunnen zich concentreren rond de volgende informatienoden: - Lokale contactpersonen voor de deelthema' s van het woonbeleid. - Overzicht en contactgegevens van de lokale woonactoren in de gemeente. - De organisatie van het woonbeleid in de gemeente in het organogram plaatsen - De aanwezigheid van (inter)gemeentelijke overlegorganen en overlegstructuren met betrekking tot woonbeleid, wonen en huisvesting in goedgekeurde beleidsplannen opnemen. - De reële omvang van het ' sociaal huurpatrimonium'kennen: o sociale huurwoningen en sociale koopwoningen gerealiseerd via de gemeente, OCMW en intercommunale, o de geplande projecten, o het potentieel voor nieuwe sociale of gemengde woonprojecten, o het sociaal grond- en pandenbeleid in de gemeente - Verbeteren van de woningkwaliteit door: o gemeentelijke regelgevingen (sanctionerend en stimulerend) o inzet van de instrumenten voorzien in de Vlaamse Wooncode o Communicatie en informatie o Kosteloze informatie aan de burger over wonen en huisvesting
-
Kangoeroewonen Kangoeroewoningen en duplexwoningen zijn minder bekend, hoewel er al een aantal mooie voorbeelden bestaan. Kangoeroewonen is een woonvorm waarbij verschillende generaties in hetzelfde gebouw wonen en elkaar helpen. Het kan gaan om grootouders die zelf de gelijkvloerse verdieping betrekken en de rest van hun woning aan een van hun kinderen verhuren, maar ook om ouderen en jonge gezinnen die geen familie van elkaar zijn. Daarnaast wordt kangoeroewonen ook gebruikt voor personen met een handicap die een woning op deze manier met een gezin delen. In de sociale huisvestingssector komt kangoeroewonen ook op grotere schaal voor. Bij duplexwonen spreken we van een kleine aangebouwde woning voor een oudere bij de hoofdwoning voor een jonger gezin. De bedoeling is dat een ouder en een jonger gezin samen onder één dak wonen, zij het elk in een apart woongedeelte, met onderlinge afspraken over hulpverlening en
61 van 138
ondersteuning. Twee structurele voordelen: oudere mensen kunnen langer in hun eigen woning blijven, jongere gezinnen kunnen goedkoper wonen. Deze woonvormen vinden we terug in nieuwbouwprojecten maar ook in verbouwingsprojecten. In beide gevallen wordt het huis in twee aparte woningen onderverdeeld. Ouderen wonen vaak in een veel te grote woning en willen er blijven, al voelen ze er zich eenzaam. Voor veel jonge gezinnen is bouwen te duur, door onbetaalbare grond. Soms verbouwen ouderen hun woning zodat er boven een woongelegenheid ontstaat. Een (jong) gezin kan bij een alleenstaande oudere intrekken en zo een gevoel van veiligheid en wederzijdse dienstverlening aanbieden. Kangoeroewoningen en duplexwoningen bieden in de toekomst zeker woonoplossingen voor bepaalde ouderen. Er zijn echter nog een aantal reglementeringmoeilijkheden die eerst moeten bekeken worden. Verder zal een betere promotie van deze woonvormen bij het grote publiek nodig zijn. -
Noodwoning schiet zijn doel voorbij als het permanent bezet is. De vraag is er altijd. Daarom moet er in principe altijd een wooneenheid instapklaar zijn. Uitbreiding van het aanbod is niet noodzakelijk, een beheer gericht op permanente beschikbaarheid wel. Daarenboven moet bewoning van een noodwoning gekoppeld zijn aan een sociaal dossier bij het OCMW en een stimuleerbeleid gericht op actief zoeken naar een nieuwe woonst door de betrokkenen.
2.5. Kinderen en jongeren 2.5.0. Samenvatting Van de totale bevolking is 30 % jonger dan 26 jaar. Op verschillende vlakken ( jeugdwerk/sport/welzijn/mobiliteit) is men met jeugd bezig. Soms ontbreekt het aan overleg en aan een overzicht van alle activiteiten. De opstelling van een beleidsplan is een ideale gelegenheid om te weten wie waar mee bezig is. Er zijn voldoende mogelijkheden wat betreft onderwijs. Alle netten zijn vertegenwoordigd. Ouders hechten minder aan de eigen dorpsschool en maken een bewuste keuze wat betreft het onderwijs. Er is momenteel praktisch geen samenwerking met cultuur. Er is wel een permanente samenwerking met de sportdienst. De bibliotheek speelt wel een belangrijke rol in onze gemeente. De politie heeft oog voor de jeugd en werkt nauw samen met de scholen. In Oosterzele zijn de volgende jeugdwerkinitiatieven actief : Particuliere jeugdwerkinitiatieven : 6 niet-gemengde jeugdbewegingen in de 3 grote deelgemeenten 2 jeugdhuizen Kutlus : een jongerenorganisatie in vzw-vorm die een aantal activiteiten per jaar organiseert Gemeentelijke jeugdwerkinitiatieven Grabbelpas Swappas Speelpleinwerking
62 van 138
De jeugdbewegingen en jeugdhuizen zijn nog altijd zeer actief en hebben nog steeds een belangrijke meerwaarde in de gemeente. De jeugdraad speelt een belangrijke rol in de dynamiek van de verschillende jeugdwerkinitiatieven. Jaarlijks wordt een weekend georganiseerd voor alle leidingen en bestuursleden. Op het laatste weekend waren er 110 deelnemers. Dit weekend wordt heel sterk geapprecieerd door alle deelnemers. Het effect van samenwerking en samenhorigheid is door heen heel het jaar heel sterk te voelen. Er is momenteel een loods aangekocht die in 2007 zal omgebouwd worden tot fuifzaal. De nood aan bossen en speelruimte blijft prangend. De KSA en gidsen hopen dit jaar te kunnen verhuizen naar een betere huisvesting. Grabbelpas heeft een positieve evolutie gekend, zowel qua aantal activiteiten als qua aantal deelnemers. De swappas is voorzichtig gestart, maar is intussen wel in de smaak gevallen. Meer en meer swappers voelen zich thuis; een eigen swaplokaal zou de mogelijkheden nog verruimen. Tieners zijn intussen meer aan bod gekomen. Er is, via de grabbelpas, ook meer aandacht gegeven aan de kleuters. Er is een goede samenwerking tussen het particuliere en gemeentelijke jeugdwerkbeleid. Vanuit de gemeente/jeugdraad stimuleert men ook de samenwerking tussen de verschillende jeugdwerkinitiatieven. Men is over het algemeen tevreden met de huidige subsidieregeling en de bijhorende reglementen, op enkele aanpassingen bij het reglement van de basissubsidies en een aantal bijkomende subsidies na. De uitleendienst wordt nog altijd sterk gewaardeerd. Er blijven problemen met de controles en het beheer van het materiaal. De kopieerservice voor de jeugdverenigingen zou zeker moeten blijven. Het jeugdwerkaanbod in onze gemeente is goed verspreid. De initiatieven die gecentraliseerd zijn, gaan ook door op een centrale plaats in Oosterzele. De particuliere jeugdwerkinitiatieven hebben hun specifieke eigenheid. Er is een goede sfeer tussen de begeleiders van de verschillende jeugdverenigingen. Iedereen is welkom op alle jeugdwerkinitiatieven, maar er zijn geen doelgroepspecifieke initiatieven. De jeugdverenigingen zijn niet gemengd. Het bedrag van het inschrijvingsgeld is nogal verschillend. De bedragen voor het kamp liggen dichter bij elkaar. Bij kinderen die het financieel moeilijk hebben, is er bij alle jeugdverenigingen een grote soepelheid bij het betalen van het inschrijvingsgeld en de betaling voor het kamp. Men probeert de prijzen zo laag mogelijk te houden. Bij de gemeentelijke jeugdwerkinitiatieven zijn er een aantal mogelijkheden van financiële tegemoetkoming. De gemeentelijke initiatieven kenden kwantitatief en kwalitatief een sterke groei. Bijkomend personeel op de jeugddienst is hiervoor een goede verklaring. De kleuters en de jonge tieners kregen meer aandacht. Voor alle jeugdverenigingen probeert men de drempel zo laag mogelijk te houden door het geven van veel informatie op verschillende manieren.
63 van 138
Er is een goede samenwerking met partners zoals OCMW, dienst welzijn en informatiedienst. 2.5.1. Maatschappelijk kader Verdeling per leeftijdsgroepen Leeftijd
Balegem
Gijzenzele
Landskouter Moortsele
Oosterzele
0–5 6 – 12 13 – 15 16 – 20 21 – 25 TOTAAL > 26 jaar Totaal
204 305 124 190 150 973 2348 3321
46 80 47 63 64 300 666 966
53 74 28 55 38 248 463 711
226 324 128 171 213 1062 2436 3498
Bron: Jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007
70 91 59 102 80 402 770 1172
Scheldewindeke
207 307 122 198 210 1044 2354 3398
totaal
806 1181 508 779 755 4029 9037 13066
In alle gemeenten zijn de kleuters en peuters relatief evenveel aanwezig. De meeste lagere schoolkinderen wonen in deelgemeente Oosterzele. Er is een minimaal verschil met Balegem en Scheldewindeke. De 3 grootste deelgemeenten lopen gelijk op. Deze leeftijdsgroep is het minst vertegenwoordigd. In Moortsele is deze leeftijdsgroep sterk aanwezig. We merken dat ook door de problematiek van deze tieners op het speelpleintje in Moortsele. Dit speelpleintje ligt midden in een verkavelde woonwijk. Daar zijn niet zoveel jonge kinderen meer, maar des te meer tieners die op zoek gaan naar een ontmoetingsplek. Deze leeftijdsgroep is relatief zwak vertegenwoordigd in Balegem. Leeftijd 0–5 6 – 12 13 – 15 16 – 20 21 – 25 j Totaal
Mannen 445 619 247 361 396 2068
Vrouwen 361 562 261 418 359 1961
totaal 806 1181 508 779 755 4029
Bron: Jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007
Er zijn iets meer jongens dan meisjes, maar dat verschil is minimaal. Dit verschil is wel groter tussen 0 en 5 jaar. Ook in de leeftijdsgroep 6 – 12 jaar zijn de jongens duidelijk beter vertegenwoordigd. Jeugd en totale bevolking Totale bevolking Totaal jeugd (0-26 jaar) Totaal +26 jaar
13 066 4 029 9 037
Bron: Jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007
100,0 % 30,84 % 69,16 %
64 van 138
Jaar 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2003
Bevolking 0-26 jaar 4 307 4 283 4 207 4 185 4 161 4 170 4 066 4 029
Bron: Jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007
De aanwezigheid van de jeugd blijft een constante. Vergeleken met 1995 is er een daling. Aantal vreemdelingen per leeftijdsgroep Leeftijd 0–5 6 – 12 13 – 15 16 – 20 21 – 25 j TOTAAL > 26 jaar Totaal
Oosterzele 5 5 0 2 4 16 64 80
Bron: Jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007
Dat is een heel klein aantal en deze kinderen en jongeren zijn goed geïntegreerd. 2.5.2. Jeugdwerk in de gemeente 2.5.2.1. Gemeentelijke jeugddienst Sporthal “De Kluize”, Sportstraat 5, 9860 Oosterzele De gemeentelijke jeugddienst bestaat sinds 1 maart 1995. De huidige personeelssituatie (sinds 1 september 2003) is : - halftijdse jeugdconsulente – Mireille Helderweirdt: coördinatie jeugddienst-jeugdbeleidjeugdraad - voltijdse jeugdconsulente – Edith Renne: speelpleinwerking-grabbelpas-swappasspeelstraten De gemeentelijke jeugddienst krijgt telkens 2 bladzijden ter beschikking in de gemeentelijke infobrochure en we merken wel dat deze worden gelezen. Men kent de weg naar de gemeentelijke jeugddienst. Kerntaken : • om de 3 jaar opstellen van het jeugdwerkbeleidsplan • jaarlijks een jaarplan en een werkingsverslag opmaken • opvolgen en uitvoeren van de doelstellingen in het lopende jeugdwerkbeleidsplan • opvolgen van de jeugdraad en uitvoeren van praktische ondersteuning in beleid en bij projecten( bijvoorbeeld jeugdraadweekend) • praktische ondersteuning van het jeugdwerk : o geven van informatie
65 van 138
•
•
•
o op de hoogte stellen van wijzigende wetgeving o financiële en logistieke ondersteuning speelpleinwerking opvolgen : o opmaken van brochures o zoeken van monitoren o opleiden en begeleiden van de monitoren o ondersteunen en organiseren van kadervorming o administratief werk : alle praktische voorbereidingen o coördineren en begeleiden van de speelpleinwerking in de vakanties grabbelpas/swappas opvolgen : o organiseren van activiteiten o opleiden en begeleiden van de monitoren o administratief voorbereiden,; brochures, inschrijven,… contacten aanknopen en onderhouden met andere diensten, overkoepelende organisaties, kinderen en jongeren,…..
Gemeentelijke jeugdwerkprojecten : 1. gemeentelijke speelpleinwerking « Kriebelplezier » 2. grabbelpas 3. swappas 2.5.2.2. Jeugdraad Er is een autonome jeugdraad (halfopen), die maandelijks (behalve juli en augustus) samenkomt. De JO (jeugdraad Oosterzele) heeft de volgende doelstellingen : 1) samenwerking bevorderen tussen de plaatselijke jeugd, jeugdorganisaties en jeugdinstellingen. 2) gemeenschappelijke en plaatselijke, huidige en toekomstige jeugdbelangen opsporen, formuleren en verdedigen. 3) adviezen verstrekken aan de gemeentelijke overheid betreffende onderwerpen die de jeugd en het algemeen welzijn aangaan. Deze adviezen worden zowel op eigen initiatief als op verzoek verleend. 4) een bestendig contactorgaan zijn tussen jeugd, jeugdwerk, jeugddienst en overheid. 5) het aanmoedigen, stimuleren of zelf organiseren van activiteiten met een vormende, culturele of sociale waarde voor de jongeren van Oosterzele, alsook het coördineren van de verschillende activiteiten. 2.5.2.3. Plaatselijke jeugdwerk Jeugdbewegingen en jeugdhuizen Jeugdwerk Deelgemeente Chiro St-Jozef Balegem Chiro St-Lutgardis Balegem KSA Oosterzele Oosterzele VVKS Sjaloom Oosterzele VVKSM St-Kristoffel Scheldewindeke Chiro Tel Aviv Scheldewindeke Jeugdhuis ‘t Plectrum Gijzenzele Jeugdhuis Pallieter Scheldewindeke
Doelgroep Jongens vanaf 6 jaar meisjes vanaf 6 jaar Jongens vanaf 6 jaar Meisjes vanaf 6 jaar Jongens vanaf 6 jaar Meisjes vanaf 6 jaar vanaf 14 jaar vanaf 16 jaar
Bron: Jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007, geactualiseerd
66 van 138
Evolutie van het aantal leden in de particuliere jeugdwerkinitiatieven. Jeugdwerk Deelgemeente Aantal leden in Aantal leden in 1998 2001 Chiro St-Jozef Chiro St-Lutgardis KSA Oosterzele VVKS Sjaloom VVKS St-Kristoffel Chiro Tel Aviv Jeugdhuis Psyloos Jeugdhuis Pallieter
Aantal leden in 2004
Balegem Balegem Oosterzele Oosterzele Scheldewindeke Scheldewindeke Gijzenzele
80 90 76 120 125 93 100
64 87 56 99 83 63 40
82 73 50 115 87 70 50
Scheldewindeke
220
60
170
Bron: Jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007
We zien dat de meeste jeugdbewegingen een herleving kennen. Ook de leiding is uitgebreid of constant gebleven. Enkel bij Pallieter ziet men in 2001 een terugval tot 60 leden toen het lokaal werd verbouwd. In 2003 werd Pallieter opnieuw geopend. Dat heeft zich onmiddellijk vertaald in een stijgend aantal leden. Gemeentelijke jeugdwerkinitiatieven vullen vrij goed de gaten van de particuliere jeugdwerk. De jeugdraad speelt hierbij een belangrijke rol: als er een doelgroep zou vergeten worden of als er overlappingen zouden zijn, wordt dit onmiddellijk op de jeugdraad besproken. De leeftijdsgroep 4 tot 6 jaar komt niet aan bod in de particuliere sector, wel op het speelplein en bij grabbelpas. Jonge tieners kunnen terecht in de swappas en in het particuliere jeugdwerk. Vanaf 16 kunnen zij voornamelijk terecht bij het particuliere jeugdwerk. 2.5.3. Gemeentelijke jeugdwerking 2.5.3.1. Speelpleinwerking Kriebelplezier Sportstraat 5, 9860 Oosterzele Contactpersoon : Edith Renne (jeugdconsulente) Website : www.kriebelplezier.be Gemiddeld aantal kinderen per dag : 65 (tussen 4 en 12 jaar) Aantal animatoren in 2003 : 42 (vanaf 16 jaar) Activiteiten : 1 week in de paasvakantie en 7 weken in de zomervakantie. Kinderen van 4 tot en met 12 jaar kunnen er elke dag terecht van 13.30u tot 17.30u. Het speelplein gaat door op en rond het gemeentelijk speelplein en in de sporthal (Sportstraat 5) te Scheldewindeke. Bij elke groep staan 2 of 3 animatoren. Er is een hoofdanimator die wordt bijgestaan door een administratieve monitor. Elk jaar in september wordt een stuurgroep samengesteld die maandelijks samenkomt om inhoudelijke items te bespreken en uit te werken. 2.5.3.2. Grabbelpas Er zijn grabbelpasactiviteiten in elke vakantie (behalve de kerstvakantie).
67 van 138
Er worden activiteiten georganiseerd voor kinderen van 4 tot 12 jaar. De coördinatie gebeurt door de jeugddienst (Edith Renne). Er is ook een werkgroep van grabbelpasanimatoren die regelmatig samenkomt, ideeën voor activiteiten ontwikkelt, uitwerkt en uitvoert. Elke vakantie wordt er een grabbelpasbrochure uitgegeven die verspreid wordt op school en opgestuurd wordt naar kinderen die een grabbelpas hebben, maar niet schoollopen in Oosterzele. 2.5.3.3. Swappas De swappas richt zich naar jongeren van 12 tot 15 jaar. De opstart gebeurde in 2002, maar kwam toen niet echt van de grond. Door extra vrouwkracht op de jeugddienst, is de swappas nu veel sterker ondersteund. Er is nu een bloeiende swapwerking. Er worden activiteiten georganiseerd in elke vakantie en sporadisch ook tijdens het schooljaar. In 2003 waren er 50 swappers en de activiteiten kenden een groot succes. De coördinatie gebeurt eveneens op de jeugddienst. 2.5.4. Jeugdvoorzieningen (andere dan jeugdwerk) in de gemeente 2.5.4.1. Onderwijs Elke deelgemeente heeft minimaal 1 lagere school. De drie netten, vrij onderwijs, gemeentelijk onderwijs en gemeenschapsonderwijs, zijn aanwezig. Er is één secundaire school. Kleuters Er lopen 484 kleuters school in Oosterzele. Lagere school In het lager onderwijs lopen er 866 kinderen school in Oosterzele. Dat betekent dat 80% van de lagere schoolkinderen in Oosterzele schoollopen. Middelbare school Bij 12- tot 18-jarigen zijn er 258 jongeren die schoollopen in Oosterzele. Heel veel jongeren gaan naar school in Melle, Zottegem, Gent en Wetteren. Voor het verspreiden van informatie kan veel gebruik gemaakt worden van de scholen. Zeker van de lagere scholen. 2.5.4.2. Sport Gemeentelijke sportdienst, Sportstraat 5, 9860 Oosterzele Zij organiseren samen elke vakantie sportkampen voor kinderen en jongeren tussen 4 en 16 jaar (vroeger waren er enkel kampen voor kinderen vanaf 6 jaar.) De respons daarop is zeer goed. Samenwerking met de jeugddienst : permanent (speelplein-sportkampen, pro-sport-kriebels). Er is een gemeentelijke sporthal (Sportstraat 5 te Oosterzele). De volgende sporten die plaats vinden in de sporthal hebben een jeugdwerking : − turnen – vanaf 3 jaar − aerobics – vanaf 9 jaar − judo – vanaf 9 jaar − karate – vanaf 6 jaar
68 van 138
− tafeltennis – vanaf 7 jaar − tennisinitiatie – vanaf 8 jaar − badminton – vanaf 15 jaar − ballet – vanaf 6 jaar − jogging – vanaf 7 jaar Het zijn vnl. clubs die de sportzalen huren en hun aanbod richten naar de jeugd. Er zijn ook 3 tennispleinen naast de sporthal. Oosterzele heeft ook een mountainbikeroute. 2.5.4.3. Cultuur Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans Een organisatie van de stad Zottegem, waarvan er een filiaal is in Oosterzele. Het gemeentebestuur van Oosterzele zorgt voor de gebouwen waarin de lessen worden gegeven en voor de instrumenten. Muziek in Stationsstraat 15, 9860 Oosterzele vanaf 8 jaar wekelijkse werking tijdens het schooljaar werkingsuren : elke werkdag (avonduren) • woensdagnamiddag • zaterdagvoormiddag Ballet in de gemeentelijke sporthal, Sportstraat 5, 9860 Oosterzele op woensdagnamiddag Dans in de gemeentelijke sporthal, Sportstraat 5, 9860 Oosterzele op woensdagnamiddag Gemeentelijke tekenschool Gemeentelijk initiatief - afdeling van de muziekschool Stationsstraat 15, 9860 Oosterzele − van 7 tot 12 jaar − op woensdagnamiddag van 13.30u tot 15.15u , alleen tijdens het schooljaar Plaatselijke Openbare Bibliotheek Gemeentelijk initiatief. Stationsstraat 13, 9860 Oosterzele − zeer ruime jeugdafdeling op niveau − boeken, CD’s en CD-roms te ontlenen − gratis lidmaatschap; enkel leengeld te betalen voor CD’s en CD-roms − ± 2000 leden − dagelijkse openingsuren; totaal 20u /week − men kan gratis 1 uur op internet op afspraak De bibliotheek is heel centraal gelegen en voor de jeugd een belangrijk ankerpunt. Elk jaar zijn er ook een aantal activiteiten, gericht naar kinderen en jongeren. Het contact met de scholen is ook zeer goed en er is een nauwe samenwerking. 2.5.4.4. Welzijn Dienst welzijn, Dorp 1, 9860 Oosterzele De welzijnsdienst bestaat sinds november 2002. Er zijn al een aantal initiatieven genomen die ook relevant zijn voor jeugd; ook de samenwerking verloopt vlot. Meer info hierover in het hoofdstuk “Geïntegreerd jeugdbeleid”.
69 van 138
De Gezins- en welzijnsraad is opgericht in september 2003. Daar worden welzijnsthema’s behandeld in het algemeen. Maar de jeugdraad wordt er eveneens bij betrokken als het om de doelgroep jeugd gaat. 2.5.4.5. OCMW De dienst voor opvanggezinnen groepeert onthaalmoeders die instaan voor de opvang van kinderen van 0 - 3 jaar (dagopvang) en 3 - 12 jaar (voor- en naschoolse opvang) Aantal aangesloten moeders: 20 (2006). Er zullen nog 4 onthaalmoeders starten in 2007. Het aantal beschikbare onthaalmoeders fluctueert zodat geregeld wachtlijsten ontstaan. 2.5.4.6. Particuliere opvanggezinnen Er zijn 7 particuliere opvanggezinnen
Bron: Kind & Gezin, http://www.kindengezin.be/KG/Themas/Kinderopvang/Opvangadressen/opvangadressen.jsp, 12/12/2006.
2.5.4.7. Particuliere opvanginstellingen “De Blokkentoren”, Stationsstraat 58, 9860 Oosterzele 2.5.4.8. Buitenschoolse kinderopvang Er wordt momenteel buitenschoolse kinderopvang georganiseerd in elke vakantie. Deze vindt plaats in de gemeenteschool van Oosterzele. Er kunnen kinderen terecht van 2,5 jaar tot maximum 12 jaar. De buitenschoolse kinderopvang is open van 7u tot 18u. Dit gebeurt door opvangdames die opvang voorzien in de scholen tijdens de schoolweken. De organisatie gebeurt door de jeugddienst. Organisatorisch zijn er nog steeds een aantal problemen : - De opvangdames werken nog altijd niet in een bepaald statuut, het is niet evident om hen te motiveren. - De locatie is niet ideaal : voor en na elke vakantie moet er een grote verhuis van materiaal gebeuren. Ook het feit dat de opvang doorgaat in een school is niet zo ideaal. Tijdens de schoolweken wordt er opvang voorzien vanaf 7u en ’s avonds tot 18u. De opvangdames die deze opvang voorzien worden betaald door de gemeente. 2.5.4.9. Gezinsbond Verantwoordelijken voor de babysitdienst van de verschillende deelgemeenten : Marie-Anne Baele, Balegemstraat 16, Balegem Ghislaine De Wulf, Hettingen 50, Scheldewindeke Claudine Roels, Reigerstraat 73, Oosterzele De inwoners van de andere deelgemeenten kunnen een beroep doen op babysitters die aangesloten zijn bij bovenstaande afdelingen. De gemiddelde leeftijd van de babysitters is 17 jaar. Er zijn er momenteel in alle afdelingen voldoende. 2.5.4.10. Politie Politiezone Regio Rhode en Schelde.
70 van 138
Wijkafdeling: Windekekouter 54 Activiteiten voor jongeren : Drugspreventie De kinderen in het zesde leerjaar krijgen eerst een les van de leerkracht, daarna komt de politie met meer informatie. Er is ook een bezoek aan de gevangenis. De kinderen hebben daar ook een gesprek met een ex-drugsverslaafde. In het vijfde leerjaar wordt een les gegeven rond weerbaarheid. De Oosterzeelse politie heeft een boekje samengesteld met concrete situaties. Verkeerslessen worden gegeven door de leerkrachten. Maar de scholen die het aanvragen, kunnen een beroep doen op de politie voor praktische lessen. Elk jaar voert de politie fietscontroles uit in alle scholen. Bij uitstappen, fietstochten,… doet de politie vaak de begeleiding. 2.5.5. Financiële ondersteuning voor het jeugdwerk en voor jeugdprojecten Er zijn een aantal financiële ondersteuningsvormen, voornamelijk in de vorm van subsidies. De subsidies worden verleend aan erkende Oosterzeelse jeugdwerkinitiatieven. De voorwaarden voor erkenning zijn in een reglement gegoten. Verschillende mogelijke financiële ondersteuningen : Basissubsidies : voor alle erkende particuliere Oosterzeelse jeugdverenigingen die er volgens het reglement recht op hebben. Het is één reglement met 2 luiken : één voor de jeugdverenigingen en één voor de jeugdhuizen.Voorzien bedrag : 7 200 Kampsubsidies: voor alle erkende particuliere Oosterzeelse jeugdverenigingen die er volgens het reglement recht op hebben. Voorzien bedrag : 5 200 Projectsubsidie jeugdraadweekend : een jaarlijks terugkerende activiteit. Om de inschrijvingsprijs voor de deelnemers zo laag mogelijk te houden, wordt geopteerd om dit zeer gewaardeerde initatief te subsidiëren. Bedrag: 400 Subsidies voor het stimuleren van de veiligheidsvoorzieningen : men wil de verantwoordelijken van de jeugdverenigingen stimuleren om aandacht te geven aan veiligheid. Er is een reglement. Bedrag : 2 500 Subsidies voor onderhouds- en renovatiewerken : bijna alle jeugdverenigingen hebben reeds een subsidie gekregen om lokalen te bouwen of intensief te verbouwen. De eerste lokalen staan er reeds 10 jaar en de eerste onderhoudswerken dienen zich aan. Er is een reglement. Bedrag : 10 000 De basissubsidies en kampsubsidies worden al jaren gegeven. De eerste projectsubsidies zijn nu concreter geworden. De subsidies voor veiligheid en onderhoud zijn ontstaan uit nieuwe behoeften. De kosten van de gemeentelijke jeugdwerkinitiatieven worden volledig gedragen door de gemeente.
71 van 138
2.5.6. Materiële ondersteuning voor het jeugdwerk en voor jeugdprojecten De gemeentelijke uitleendienst is intussen heel bekend bij alle jeugdwerkinitiatieven en er wordt intens gebruik van gemaakt. Er is een reglement van toepassing. De kopieerservice wil men zeker ook behouden. Men betaalt 0,05 per kopie. Er is ook heel wat niet-formele ondersteuning : informatie die wordt doorgegeven, de website, boeken die kunnen ontleend worden, informatie kan worden doorgegeven via de gemeentelijke infobrochure,.. 2.5.7. Kadervorming De gemeente organiseert zelf geen specifieke vormings- of kadervormingsinitiatieven die leiden tot een attest. De jongeren worden vanuit de jeugddienst sterk gestimuleerd om vorming te volgen. De particuliere jeugdverenigingen worden daarbij ook gestimuleerd door hun overkoepelende organisaties. Toch is de respons van de Oosterzeelse jeugdverenigingen mager. Ook voor de speelpleinwerking wordt sterk gehamerd op vorming. De jeugddienst organiseert zelf vorming en probeert via verschillende wegen (brochure,…) de drempel zeer laag te maken en te houden. De respons erop is zeer goed. Er komen veel aanvragen binnen voor een financiële tegemoetkoming. We merken ook dat de organisaties die de vorming geven meestal ook de uitleg geven om met het attest naar de gemeente te gaan en te informeren naar terugbetaling. Het is zeer positief dat men iedereen zoveel mogelijk probeert te informeren. 2.5.8. Jeugdinfrastructuur De 6 jeugdbewegingen kunnen exclusief gebruik maken van hun lokaal. Jeugdhuis ‘t Plectrum heeft exclusief gebruik over het café, een keukentje, sanitair en een stockeerruimte. Zij kunnen dit inrichten naar eigen smaak en het is voldoende ruim. Jeugdhuis Pallieter heeft exclusief gebruik over het café (altijd); over de rest van de ruimtes op vrijdag, zaterdag en zondag. De andere dagen kunnen ze gebruikt worden door gemeentelijke diensten (mits afspraken). In de praktijk vinden daar de swapactiviteiten plaats. Die samenwerking verloopt vlot. Chiro Tel Aviv heeft exclusief gebruik over hun lokalen, maar in de paasvakantie en in de zomervakantie stellen zij 1 of 2 lokalen ter beschikking aan de speelpleinwerking. Dit lokaaltje wordt ingekleed en gebruikt als kleuterlokaal. De gidsen hebben slechts 1 lokaaltje ter beschikking. Dit lokaaltje is aangebouwd aan een school. Zij moeten goed afspreken wie wanneer activiteiten heeft en zij zijn ook beperkt in hun keuze van activiteiten. Ze mogen wel de turnzaal en de speelplaats gebruiken als dit vooraf afgesproken is met de directie. Die samenwerking verloopt niet zo vlot. Ze hebben heel veel leden voor slechts 1 lokaaltje. De KSA heeft 1 lokaal in zeer slechte staat. Het regent binnen en er staat schimmel op de muren. Scouts St-Kristoffel heeft exclusief gebruik over hun lokalen. Zij zijn verantwoordelijk voor alles wat hun lokalen betreft.
72 van 138
Chiro St-Lutgardis en Chiro St-Jozef hebben exclusief gebruik van hun lokalen. De speelpleinwerking gebruikt de sporthal. Er zijn prachtige ruimtes voor sport en spel. Slechts de kelder is geschikt voor creatieve activiteiten. Er is 1 binnenruimte voor “propere” activiteiten. De animatoren hebben geen eigen monilokaal en missen dit heel sterk. Men is zeer beperkt in de mogelijkheden van inkleding van hun ruimtes, omdat zij geen enkele ruimte hebben die uitsluitend voor de speelpleinwerking is. In juli is de sporthal voor het sportpubliek gesloten en dan zijn de mogelijkheden voor de speelpleinwerking veel ruimer. De grabbelpas vindt plaats of in de sporthal of op verplaatsing. Dat verloopt vlot. De swappas gaat door of in jeugdhuis Pallieter of in de sporthal of op verplaatsing. Om de werking van de swappas nog te kunnen verbreden, mist men wel een swaplokaal. 2.5.9. Samenwerking met andere beleidssectoren Er is een samenwerkingsverband ontstaan tussen alle Oosterzeelse scholen en oudercomités om de kinderen een zo groot mogelijke veiligheid te kunnen garanderen op de Oosterzeelse wegen. Het overlegcomité “Veilig naar school in Oosterzele” heeft een enquête georganiseerd naar de kinderen en hun ouders toe met vragen die peilen naar de manier waarop de kinderen naar school komen, de weg die ze nemen, de gevaarlijke punten op hun weg, voorstellen van verbetering, enz… Op basis daarvan willen ze de scholen stimuleren een scholenbereikbaarheidsplan op te stellen voor hun leerlingen. Elk jaar in mei wordt ook een autoluwe schooldag georganiseerd. Kinderen en ouders worden op verschillende manieren gestimuleerd om op die dag autoloos naar school te komen. De kinderen van de hoogste klassen nemen die dag ook deel aan de scholengordel die ook door het overlegcomité wordt georganiseerd. Samen met dit comité werd door het gemeentebestuur het initiatief genomen om de Oosterzeelse kinderen de mogelijkheid te bieden fietshelmen te kopen tegen een zeer voordelige prijs ( 12.5). De gemeente betaalt de rest van het bedrag. Er is daar massaal op ingetekend. Vanuit dit perspectief werden op de jeugdraad de jeugdverenigingen gestimuleerd om de kinderen aan te sporen hun fietshelmen te dragen bij fietsactiviteiten; ook de leiding wordt gevraagd om zelf fietshelmen te dragen. Er liggen ook fietshelmen ter beschikking bij de jeugddienst die kunnen ontleend worden. De samenwerking met de sportdienst is reeds eerder aangegeven. De samenwerking komt vanuit de visie dat op deze manier de kinderen in de vakantieperiode een volle dag kunnen worden opgevangen. Ook de samenwerking met de scholen is reeds verschillende keren aan bod gekomen. Milieu en ontwikkelingssamenwerking zijn de 2 sectoren die in de organisatie van een aantal projecten de kinderen en jongeren betrekken : hetzij als doelgroep, hetzij als medewerkers. 2.5.10. Knelpunten Algemene doelstelling zou moeten zijn de drempels van het jeugdwerk zo laag mogelijk te houden zodat principieel alle kinderen en jongeren de mogelijkheid hebben om aan het Oosterzeelse jeugdwerk deel te nemen. Daarvoor kunnen volgende oplossingen overwogen worden: - De kosten drukken voor gezinnen die het financieel moeilijk hebben om de drempel naar het gemeentelijk jeugdwerk laag te houden - De kosten drukken voor gezinnen vanaf 3 kinderen om de drempel naar gemeentelijk jeugdwerk laag te houden
73 van 138
-
Jeugdverenigingen de mogelijkheid geven om gezinnen die het financieel moeilijk hebben tegemoet te komen Huisbezoeken, schoolbezoeken of andere vormen van rechtstreeks contact van het jeugdwerk met de Oosterzeelse bevolking stimuleren om de drempel naar een jeugdbeweging laag te houden Mailings of andere vormen van contact met de Oosterzeelse jongeren stimuleren om de drempel naar jeugdhuizen laag te houden de maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren zoveel mogelijk kansen geven Kinderen en jongeren die bijzondere aandacht nodig hebben (vb ADHD, autisme, …) zoveel mogelijk kansen geven Ondersteunen van activiteiten voor kinderen en jongeren die door jeugdverenigingen, andere organisaties of particulieren worden georganiseerd en die toegankelijk zijn voor alle kinderen en jongeren van Oosterzele Binnen het speelplein specifieke aandacht geven aan omgaan met kleuters
Het jeugdwerk heeft infrastructuur nodig. Het gemeentebestuur wil helpen om die infrastructuur mogelijk te maken, wil verder het jeugdwerk ondersteunen om hun infrastructuur te onderhouden. Ook veiligheid staat bij het gemeentebestuur prioritair en het gemeentebestuur wil de jongeren stimuleren om de veiligheid van hun infrastructuur te optimaliseren. Daarvoor kan het volgende gebeuren: - de KSA en gidsen financieel ondersteunen in de uitbouw van hun lokalen - relevante informatie over mogelijke contracten geven - onderhouden van goede contacten met de buurt van jeugdhuis Pallieter - stimuleren van het nemen van maatregelen om de veiligheid in de gebouwen van het jeugdwerk te verhogen - de erkende Oosterzeelse jeugdverenigingen ondersteunen bij renovatiewerken aan hun lokalen De communicatie en de samenwerking binnen de gemeente optimaal houden is belangrijk voor een vlotte werking. Volgende acties kunnen daartoe bijdragen: - onderhouden van goede contacten tussen de jeugddienst en de verschillende gemeentelijke diensten - aandacht hebben voor de beleidsplannen die gemaakt worden in de andere beleidsdomeinen - onderhouden van contacten met de diensten in andere gemeenten 2.6. Communicatie 2.6.0. Samenvatting Het Sociaal Huis werd (en wordt) in veel gemeenten gezien als een fysisch gebouw. Men brengt er alle betrokken diensten onder, stemt de werkingen op mekaar af en laat de inwoner komen naar één locatie. In grote steden en gemeenten met verspreide en diverse dienstverlening van zowel openbare als private actoren kan dat een goede oplossing zijn. Eén loket verbetert de overzichtelijkheid en de toegankelijkheid van de diensten. Men kan zich afvragen of dat een oplossing is op maat van Oosterzele. Uit meerdere inspanningen tot inventarisering (Welzijnsgids Oosterzele, Sociale kaart van OostVlaanderen) blijkt dat in de gemeente de meest essentiële dienstverlening aanwezig is. Met een minimum aan verplaatsing zijn die ook te bereiken.
74 van 138
Voor sommige (doel)groepen in de bevolking is dat niettemin onvoldoende. Zij geraken in geen geval ter plaatse of ze maken geen gebruik van de gangbare kanalen waarlangs het beleid wordt gevormd of de dienstverlening wordt aangeboden. Voor hen zijn aanvullende inspanningen nodig. Verbeteringen kunnen gezocht worden in diverse richtingen: - Een goede coördinatie is essentieel om de één-loket-functie volwaardig in te vullen. - Toegankelijke dienstverlening wordt ook bereikt met een actieve inspanning van de kant van de verstrekker. - Aanvulling met digitaal, actief, decentralisatie, centrale “dispatching”, vermijden of beperken van de verplaatsingen voor de cliënt/inwoner. - Een goed communicatiebeleid helpt een (sociaal) beleid ontwikkelen, mee te delen en uit te leggen. 2.6.1. Wat is er? 2.6.1.1. Communicatie naar buiten Informatiemagazine Oosterzele Tweemaandelijkse mededelingen aan de inwoners. Over sociale en welzijnsonderwerpen werd in de laatste jaren behoorlijk wat gepubliceerd. Infogids Oosterzele In alfabetische volgorde een overzicht van alles wat direct of indirect behoort tot het werkgebied van een gemeentebestuur. Ook welzijnsonderwerpen. Welzijnsgids Oosterzele Volgens diverse domeinen van het sociaal leven zijn sociale thema’s en instellingen zijn bijeengebracht in een boekwerkje. De instellingen van de gemeente en de relevante buiten de gemeente zijn vermeld met hun contactgegevens. Het werd gratis aan alle inwoners van de gemeente bedeeld. Er is geen frequentie van uitgeven of actualiseren bekend. Een digitale versie staat op de gemeentelijke website. Informatiepakket voor nieuwe inwoners Aan mensen die recent in de gemeente zijn komen wonen, wordt dit pakket overhandigd. Het bevat een infogids van de gemeente, de welzijnsgids en toeristische informatie. Gemeentelijke website Opgebouwd volgens de belangrijke thema’s waarmee een plaatselijk bestuur zich inlaat en volgens gemeentediensten. Link met OCMW, provinciale en landelijke diensten of thema’s over welzijn. Met actualiteitsrubriek, inhoudelijk overzicht en E-loket (meldingskaart en enkele documenten). Website van het OCMW Opgebouwd zoals de meeste OCMW’s in Vlaanderen volgens een herkenbare opbouw. Hij is eenvoudig te consulteren. Is een inhoudelijke verwijzing naar de website van de gemeente mogelijk? Hoe werkt het onthaal? - Gemeentehuis: onthaal van bezoekers en verwijzing naar de diensten. Er is een uitgebreide signalisatie naar personen en diensten. - OCMW: onthaal van bezoekers en cliënten en verwijzing naar de maatschappelijk werksters. Een eenvoudige signalisatie kan zinvol zijn.
75 van 138
Communicatie met derden en het middenveld Communicatie ad hoc of in de adviesraden. De adviesraden treden ook op als go between bij het verlenen van subsidies. Daardoor worden zij behalve inspraakorgaan ook deelnemer aan beleidsacties. 2.6.1.2. Interne communicatie Tussen diensten bestaat de volgende taakverdeling. Meerdere aanspreekpunten: OCMW onthaal + sociale dienst DOO in de lokalen van de sporthal dienst welzijn in gemeentehuis dienst bevolking in gemeentehuis Jeugddienst in sporthal seniorenwerking in gemeentehuis seniorenwerking in het OCMW bibliotheek PWA/werkwinkel in de lokalen van de sporthal
Diverse finaliteit en bijhorende werking individuele hulpverlening en hulpprojecten (MMC, personenalarm, poetsdienst) poetsdienst met dienstencheques beleidsacties voor welzijn, gezondheid, sociale toelagen, ontwikkelingssamenwerking aanvragen invaliditeit en pensioenen, parkeerkaart gehandicapten, Plus-3-pas, huisvesting jeugdwerk en kinderopvang culturele activiteiten met senioren Seniorenraad, lezingen en uitstappen Koffie+ “antenne” van de Werkwinkel van Merelbeke
De verschillende diensten werken onafhankelijk van elkaar, vaak parallel aan elkaar, soms zelfs zonder elkaar te informeren. Dat is niet alleen verwarrend voor de interne diensten maar ook en vooral voor de inwoners. In dergelijke omstandigheden is afstemming en nuttige samenwerking een verre utopie. Voorbeelden hiervan zijn de poetsdiensten van het OCMW en DOO die elkaars concurrenten dreigen te worden en de wenselijke afstemming van de diverse seniorenwerkingen in cultuur, welzijn en seniorenraad. 2.6.1.3. Georganiseerd overleg -
Overleg OCMW-gemeente als forum voor afstemming van politieke beleidsvorming (Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, artikel 104 bis en ter) Maandelijks overleg tussen ambtenaren van OCMW en dienst welzijn (overgegaan in de werkgroep voor de opmaak van het lokaal sociaal beleidsplan) Lokaal overleg drugs op initiatief van de Drugpreventiedienst (zie 2.4.1.5.)
2.6.1.4. Bemerkingen -
-
Een goede werking wordt ondersteund met aangepaste infrastructuur: - Naast een goed werkkantoor is voldoende vergaderaccommodatie nodig - Informatica ter ondersteuning van het inhoudelijk werk wordt pas operationeel als iedereen er kan mee werken en dat ook echt doet. Pas dan kunnen onvermoede mogelijkheden volop benut worden - Audiovisueel materiaal voor presentaties werkt bondig en efficiënt Er zijn overlappingen in de werkingen, hoewel ook nuances. Bijvoorbeeld poetshulp in OCMW én DOO, hoewel gericht op een verschillend publiek. Voor details: zie hoofdstuk Thuiszorg. Een optimale communicatie tussen diensten vermijdt overlappingen, voorkomt nutteloze doorverwijzing van mensen, vereenvoudigt procedures door overleg, stemt initiatieven op
76 van 138
elkaar af zodat betere resultaten door samenwerking mogelijk zijn. Een meerwaarde is te bereiken door bijvoorbeeld de programmering van de cultuurdienst, de dienst welzijn, het OCMW, de bibliotheek en de sporthal voor de senioren van de gemeente uit te wisselen en op elkaar af te stemmen. Pas dan kan bij uitbreiding hetzelfde gebeuren met de programma’s van de particuliere organisaties. 2.6.2. Wat kan het (ook) worden? 2.6.2.1. Informatiesamenleving Zonder informatie kunnen we niet leren. Zonder kennis kunnen we niet volwaardig aan de samenleving deelnemen en beperkte deelname staat (zelf)ontplooiing in de weg. De burger ervaart dat informatiestromen ingewikkelder worden, minder beheersbaar zijn en snel toenemen. Voor diverse groepen in de bevolking zit het daar vaak mis. Nieuwe technologieën en aanverwante gadgets liggen lang niet in de mogelijkheid van iedereen. En dan nog is er de kwestie van ermee overweg te kunnen. Soms ligt de oorzaak van de ontoegankelijkheid van informatie bij de informatieverstrekker zelf. Dat ondervinden mensen met een handicap vrijwel dagelijks. Zij ervaren ernstige drempels die de toegang tot nuttige informatie bemoeilijkt. Volwaardig burgerschap komt hierdoor in het gedrang. Rechten en plichten zijn onvoldoende gekend, tegemoetkomingen, diensten en producten worden onbenut gelaten. Zolang kunnen we niet van een eerlijke kennissamenleving spreken. Minstens 1 op 10 mensen heeft één of andere handicap. Dat is behoorlijk veel. Houden we rekening met de verder vergrijzende maatschappij en de blijvende aanwezigheid van (kans)armoede, dan is de spijkerharde conclusie dat werk maken van een aangepaste communicatie niet alleen een verantwoorde inspanning is, maar ook een investering voor de toekomst. Een overheid heeft als opdracht om uitsluiting of (informatie)monopolies te doorbreken. Een sociaal beleid met oog voor gelijke kansen en diversiteit is daarvoor een geschikt instrument.
CORPORATE COMMUNICATIE of de presentatie van de gemeente als geheel
BELEIDSCOMMUNICATIE ondersteunt de beleidsgebieden
COMMUNICATIEKWALITEIT
ORGANISATIEGEBONDEN COMMUNICATIE of interne communicatie
COMMUNICATIEONDERZOEK of feedback verzamelen en eruit leren Figuur 1. Vier aandachtsgebieden
77 van 138
1. Corporate communicatie ondersteunt de presentatie van de organisatie als geheel, haar doelstellingen en resultaten. 2. Beleidscommunicatie is communicatie die de diverse beleidsgebieden ondersteunt. Uit te splitsen in: - communicatie voor beleid: ontwikkelen van beleid samen met burgers en/of organisaties - communicatie als beleid: instrument naast regelgeving en voorzieningen om beleidsdoelen te realiseren - communicatie over beleid: openbaar maken en toelichten van beleid in alle fasen - communicatie in beleid: alle beleidsactiviteiten werken samen voor goede dienstverlening 3. Organisatiegebonden communicatie ondersteunt de interne processen in de gemeentelijke organisatie en is gericht op de continuïteit. 4. Communicatieonderzoek verzamelt gericht feedback onder de doelgroepen van de gemeente: effect van de communicatie, imagemetingen, het interne beeld bij de werknemers, inhoudsanalyse van media. 2.6.2.2. Probleemstellingen en suggesties 2.6.2.2.1.Uitgangspunten Receptief tegenover pro-actief (naar de inwoner toe) Ambtelijk tegenover begrijpbaar (vereenvoudiging) Open Sociaal Huis 2.6.2.2.2. Structureel samenwerkingsverband tussen OCMW en gemeente - Afstemmen van beleid van OCMW en gemeente - Werken binnen de bestaande wettelijke structuren en bevoegdheden (geen afzonderlijke juridische en fysische entiteit) - Lokale actoren worden betrokken bij de werking - Te formaliseren 2.6.2.2.3. Balie a. Eén loket-idee: één aanspreekpunt volstaat om een vraag te stellen (front office) terwijl de behandeling van de vraag verloopt tussen de personen en diensten die erbij betrokken moeten worden (back office). b. Bereikbaarheid en opvang optimaliseren: fysiek, telefonisch, elektronisch c. Optimale toegankelijkheid realiseren: gelijkvloers of lift, mobiel loket, vereenvoudiging van de administratie (één keer komen voor een administratieve handeling is het streefdoel) d. Kantoor bij de balie voor gesprek e. Afspraken maken voor verwijzing en opvolging 2.6.2.2.4. Intranet: informatie en communicatienetwerk a. dossierbeheer samen met gemeente, OCMW en andere betrokken actoren b. coördinatie van informatie met andere gemeentelijke diensten: sporthal, gemeenteschool, muziekschool, bibliotheek, loods en andere over kalenders en beschikbaarheid van goederen en diensten. c. netwerking met derde actoren: afspraken over lokale spreekuren, over bereikbaarheid en samenwerking met gemeentelijke diensten 2.6.2.2.5. Website
78 van 138
a. b. c. d. e. f.
Informatieblad via website elektronische identiteitskaart (eIK) en kaartlezer optimaal laten gebruiken e-loket uitbouwen eenmalige vraag van gegevens aan de burger en/of andere overheden gebruik maken van centrale (kruispunt)databanken intensieve samenwerking op gelijkwaardige basis tussen de verschillende overheden waarbij de win-win situatie een belangrijke motor is g. integratie van alle diensten in een e-loket h. ZorgInformatiePunt (ZIP) is een goed voorbeeld van een interactieve website waar alle (lokale en ruimere) informatie voor een doelgroep (in casu senioren) wordt verzameld en aangeboden. Bekijk daarvoor eens http://zip.antwerpen.be/
2.6.2.2.6. Dienstverlening aan inwoners en verenigingen a. eenvoudige of vereenvoudigde formulieren opstellen b. geen gegevens vragen aan de inwoners die we zelf kunnen weten of die niet relevant zijn c. fotokopiedienst, bijvoorbeeld met een concessie d. vorming voor bepaalde thema’s en doelgroepen, aangepast voor minder bedeelde en minder mobiele groepen (bijvoorbeeld computergebruik, gebruik van elektronische identiteitskaart, open dag van gemeentediensten en containerpark) e. toepassingen ontwikkelen om de inwoners toe te laten snel eenvoudige administratieve handelingen te laten stellen f. ICT voor minder bedeelde groepen: computer en internetaansluiting, gebruik van computer op openbare plaatsen g. Actuele informatie snel aan de inwoners ter beschikking stellen met bijvoorbeeld een abonneerbare digitale nieuwsbrief of een lichtkrant h. Uitleendienst evalueren en bijsturen 2.6.2.2.7. Gebruik van de taal a. Uitgangspunt: politici en ambtenaren moeten de taal van de mensen spreken b. Teksten voor de bevolking moeten in principe voor ieder individu begrijpbaar zijn c. Communicatie met mensen met een handicap vraagt bijzondere inspanningen (blinden, doven) 2.7. Welzijn en gezondheid 2.7.0. Samenvatting De rol van de gemeente ligt op het vlak van bescherming, preventie en informatie. Voor de gezondheidszorg doet Oosterzele een beroep op beschikbare voorzieningen in de omliggende gemeenten. Drugpreventie krijgt bijzondere aandacht. Welzijnsbeleid is in handen van de gemeentelijke dienst welzijn. Het OCMW neemt diverse initiatieven voor de hulpverlening waarbij gelet wordt op een grote variatie. De Gezins- en welzijnsraad geeft advies aan de beleidsverantwoordelijken maar ontwikkelt ook eigen initiatieven op het terrein. Sociale toelagen geven aan invaliden en kansarmen een bescheiden extra steuntje. Er is een doelgroepenbeleid gericht op personen met een handicap, kansarmen, gezinnen en allochtonen.
79 van 138
De gemeente is trots op de aanwezigheid van gerenommeerde welzijnsinstellingen op zijn grondgebied. De afstemming van het actieve beleid en het dynamische aanbod van verenigingen en voorzieningen kan een meerwaarde opleveren. 2.7.1. Gezondheid Volgens de Belgische Grondwet (art.23) heeft iedere burger recht op gezondheid. Om concreet te zijn: op de bescherming van de gezondheid en geneeskundige bijstand en op de bescherming van een gezond leefmilieu. Elk beleidsniveau heeft daarin een eigen opdracht die aanvullend is bij die van de andere. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de bescherming van de burger tegen schadelijke stoffen en omstandigheden. Deze bescherming van de openbare gezondheid houdt ook het voorkomen en bestrijden van epidemieën in. Onder deze regelgeving valt bijvoorbeeld: - het sluiten van een handelszaak die illegaal vuurwerk verkoopt - het evacueren van bepaalde wijken bij ernstige luchtverontreiniging - het laten ontruimen van een bouwvallige woning en het elders huisvesten van de bewoners - het laten sluiten van een voedingswinkel die niet voldoet aan de normen inzake hygiëne en voedselveiligheid Het recht op welzijn en gezondheid garanderen is een kerntaak van het OCMW. De organieke wet op de OCMW’s geeft hen de verantwoordelijkheid voor de nodige dienstverlening en zorg voor iedereen die in het Rijk verblijft. Minder bekend is dat ook preventieve hulp hieronder valt. Expliciet krijgt het OCMW de opdracht om zelf het initiatief te nemen voor de oprichting en het beheer van de diensten die nodig zijn. Voorbeelden van zo’n diensten die vanuit het OCMW een leemte kunnen vullen zijn een eigen thuiszorgdienst, nachthulp of andere voorzieningen voor ouderen en zieken. Een sterke en coördinerende rol wordt aan het lokale bestuur (lees: OCMW en gemeente) toegekend om de toegang voor alle inwoners tot hun sociale rechten, inclusief het (gelijke) recht op gezondheid, en de erbij horende dienstverlening te vergroten. OCMW en gemeente moeten zorgen voor overleg tussen henzelf en particuliere organisaties. Zo kunnen de leemtes en prioriteiten samen bepaald worden. Enkele opdrachten voor de bescherming van de volksgezondheid werden aan de gemeenten toegewezen. Sinds 1966 bestaat de wettelijke verplichting voor de vaccinatie tegen poliomyelitis van zuigelingen. De gemeente heeft de verplichting om de ouders over de vaccinatie in te lichten door advies te geven en een blanco certificaat bij de geboorteaangifte af te leveren. Daarenboven houdt de gemeente de registratie van de inenting bij en ziet hij toe op de uitvoering van de vaccinatie. Ook voor de preventie van legionellose of de veteranenziekte werd recent een toezichtstaak bij de gemeente gelegd (besluit van de Vlaamse regering van 11/6/2004). Voor instellingen met een hoog risico en instellingen met een matig risico bestaan specifieke preventienormen, met aparte regels voor tentoonstellingen en de registratieplicht voor stoomverwekkende toestellen. Maatregelen uit andere beleidsdomeinen (zoals de herinrichting van straten) kunnen vanuit het gezichtspunt van gezondheid gescreend worden. Risico’s voor een ongezonde omgeving kunnen worden verkleind, stimulansen voor gezond gedrag vergroot worden (door bijvoorbeeld meer oversteekplaatsen te voorzien).
80 van 138
Veel gemeentelijke taken hebben sowieso een invloed op de gezondheid. Denken we bijvoorbeeld aan de huisvuilophaling of het handhaven van het rookverbod op openbare plaatsen. Daaraan kunnen in functie van gezondheidsbevordering bijkomende acties gekoppeld worden. Omgekeerd kan men vanuit een gezondheidsdoelstelling initiatieven nemen in andere beleidsdomeinen. Zo kunnen er vanuit valpreventie voor senioren maatregelen voorgesteld worden voor infrastructuur, dienstverlening, seniorenbeleid, sportvoorzieningen en -aanbod,… Hetzelfde kan zich laten voelen in het milieubeleid, bij speelterreinen, in het woonbeleid of de verkeersveiligheid. 2.7.1.1. Zorgregio’s Op 25 juli 2001 sloot de federale overheid met de gewesten en gemeenschappen een protocol om de eerstelijnsgezondheidszorg meer gestalte te geven. Vanuit de federale overheid ontstonden de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging (GDT) en de huisartsenkringen. De Vlaamse Gemeenschap richtte de samenwerkingsintiatieven eerstelijnsgezondheidszorg (SEL) op. Op 23 mei 2003 werd het decreet betreffende de indeling in zorgregio’s en betreffende de samenwerking en programmatie van gezondheidsvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen goedgekeurd. Op 21 november 2003 keurde het Vlaams parlement het decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid goed. ZORGREGIO’s Oost-Vlaanderen
Beveren
Sint Laureins
Brugge
Sint-GillisWaas
Assenede Kaprijke
Maldegem
Stekene
Zelzate
Eeklo
Moerbeke Wachtebeke -Waas
St. Niklaas
Waarschoot Knesselare
Evergem Zomergem Lochristi
Lovendegem
Kruibeke Temse
Waasmunster Lokeren
Aalter
Hamme Destelbergen
GENT
Nevele
Zele
Laarne St.Martens L. Deinze
De Pinte Merelbeke Nazareth
Aalst
Erpe-Mere Zwalm
Oudenaarde
Haaltert Zottegem
Brakel Maarkedal Ronse
Opwijk Denderleeuw
Herzele
Liedekerke
Horebeke
Kluisbergen
Lebbeke
Lede
Zingem Kruishoutem
WortegemPetegem
Buggenhout
Oosterzele St.Lievens H.
Gavere
Dendermonde
Wichelen
Melle
Nazareth Zulte
Berlare
Wetteren
Ninove
Affligem
Lierde
Geraardsbergen
Roosdaal
Galmaarden Bever
Oosterzele behoort tot het zorggebied Oosterzele-Merelbeke-Gavere. De Vlaamse regering kan regels voor de samenwerking en de programmatie van gezondheidsvoorzieningen en
81 van 138
welzijnsvoorzieningen bepalen. Bij het bepalen van de regels en de programmatie hanteert zij de indeling in zorgregio’s. In de welzijns- en gezondheidssector – de zogenoemde quartaire sector of de nietcommerciële diensten – zijn heel wat actoren werkzaam die mensen tewerkstellen. In Oosterzele zijn 857 mensen werkzaam in 54 voorzieningen (Bron: Sociale situatieschets van Oost-Vlaanderen 2003). 2.7.1.2. Voorzieningen Steden en gemeenten worden in het decreet op het preventieve gezondheidsbeleid expliciet vernoemd als belangrijke partners voor de uitbouw van een gedecentraliseerd aanbod. Vlaamse gezondheidsdoelstellingen nastreven door lokale en regionale netwerking is ook de opdracht van het Lokaal Gezondheidsoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen (LOGO ZOV). LOGO concentreert zich op een vijftal preventiethema’s: o o o o o
Promotie van gezonde voeding Promotie van rookstop Borstkankerscreening Voorkomen van infectieziekten Voorkomen van ongevallen in de privé-sfeer
De huisartsen verzekeren de eerstelijnsgezondheidszorg. Oosterzele behoort samen met Sint-Lievens-Houtem, Zottegem en Herzele tot de huisartsenkring “Panacea”. Deze vereniging van huisartsen regelt onder meer de huisartsenwachtdienst. Hij is ook het lokale aanspreekpunt voor de huisartsen voor het lokale gezondheidsbeleid.
Huisartsenkringen van Vlaanderen Bron: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg, einde 2003.
Contactpersoon in Oosterzele is Dr. Martine Verdonck, Voordries 90, 9860 Oosterzele, tel. 09/362.94.25. 2.7.1.3. Verenigingen In Oosterzele Mutualiteiten - Christelijke Mutualiteit (CM), Dorp 29, 9860 Oosterzele - Onafhankelijk Ziekenfonds , Lange Munte 34, 9860 Oosterzele - Socialistische Mutualiteit Bond Moyson, Keiberg 44, 9860 Oosterzele
82 van 138
- Liberale Mutualiteit van Oost-Vlaanderen, Keiberg 22, Rooberg 30 en Vrijhem 34A Gezinshulp - OCMW, Gootje 2 Medische ondersteuning - Rode kruis, Oosterzele Drugproblematiek - Ontwenningskliniek De Pelgrim, Spiegel 15, 9860 Oosterzele De Kiem, Moortselestraat 61-76-78 - Anonieme Alcoholisten - Al-Anon Zelfhulpgroep Vereniging Spina Bifida/Hydrocephalus Vzw (VSH), Spiegel 13 Ziekenzorg Grenzend aan Oosterzele Thuisverzorging - Wit-gele kruis, afdeling Merelbeke, Hundelgemsesteenweg 425a Mediotheek - Thuiszorgwinkel Zottegem - Mobi-shops Ziekenhuizen - Kliniek Sint-Elisabeth, Zottegem Medische ondersteuning - Het Vlaamse Kruis, Afdeling Merelbeke Drugproblematiek - Drugpreventiedienst Rhode & Schelde, Vossenstraat 41b, 9090 Melle (zie 2.7.1.5.) In de ruimere periferie van Oosterzele Thuisverzorging - Thuiszorg, Socialistische mutualiteiten - Solidariteit voor het Gezin vzw, Gent Gezinshulp - Familiehulp, zorgregio Gent - Familiezorg Oost-Vlaanderen vzw - Onafhankelijke dienst voor gezinszorg - Thuishulp Mediotheek - Thuiszorgwinkel Gent - Uitleendienst-mediotheek Gent Ziekenhuizen - ASZ Campus Aalst - ASZ Campus Wetteren - Onze-Lieve-Vrouw Ziekenhuis, Aalst - Jan Palfijn, Gent - Maria-Middelares, Gent - Campus Sint-Jozef, Gentbrugge - UZ Gent - AZ Sint-Lucas/Campus Volkskliniek, Gent Bron: Welzijnsgids Oosterzele, mei 2006 2.7.1.4. Problematieken: LOGO ZOV behandelt een beperkte thematiek met hoofdzakelijk “Vlaamse” prioriteiten (voeding, borstkankerpreventie, rookstop, infectieziekten, ongevallen thuis) o welke gezondheidsthema’s leven bij de plaatselijke verenigingen (Ziekenzorg, senioren, kinderen e.a.)? o welke acties kan de gemeente complementair opnemen?
83 van 138
-
Lokale verenigingen logistiek ondersteunen voor activiteiten in verband met gezondheid. Als tegenprestatie kan de gemeente vragen om de genomen initiatieven toegankelijk maken voor alle inwoners en niet alleen voor de leden. De regionale coördinatie van inspanningen op vlak van gezondheid wordt gekenmerkt door een veelheid van territoriale indelingen: o zorggebied Oosterzele-Merelbeke-Gavere voor de Vlaamse programmatie en gezondheidspreventie o Oosterzele, Sint-Lievens-Houtem, Zottegem en Herzele behoren tot de huisartsenkring “Panacea” o Gezondheidspreventie van LOGO ZOV strekt zich uit van Oosterzele tot de zuidelijke provinciegrens o Drugpreventie wordt georganiseerd voor de gemeenten Oosterzele, Destelbergen, Melle, Merelbeke - Een “facetbeleid” waarbij gezondheid een aandachtspunt (facet) is bij tal van andere beleidskeuzes vraagt overleg en coördinatie.
2.7.1.5. Drugpreventie ‘Drugpreventie is een zaak van iedereen’. Momenteel bestaan geen lokale cijfers over druggebruik. Vlaamse cijfers geven wel een indicatie, maar moeten geëvalueerd worden in combinatie met de aanwezigheid van dancings, scholenconcentratie en probleemgebieden. Alcoholgebruik Wekelijks gemiddeld 11 glazen alcohol Dagelijks alcoholgebruik Zware drinker (minstens 22 glazen alcohol per week) In de afgelopen 6 maanden minstens 1 keer overmatig alcoholgebruik Minstens 1 keer per week overmatig alcoholverbruik Problematisch alcoholverbruik
% van de bevolking 63% 10% 7% 32% 10% 8%
Bron: Gezondheidsenquête 2004 bij personen van 15 jaar en ouder, Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.
Cannabisgebruik Minstens één maal gebruikt tussen 15 en 64 jaar Minstens één maal gebruikt tussen 25 en 34 jaar Intensief gebruik (20 van de laatste 30 dagen)
% van de bevolking 13% 25% % van de huidige gebruikers 30%
Bron: Gezondheidsenquête 2004 bij personen van 15 jaar en ouder, Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.
Bij 15 tot 24-jarigen zijn er 7% actuele cannabisgebruikers waarvan de helft 1 tot 3 keer per maand gebruikt. Bij 25 tot 34-jarigen zijn er 8% actuele cannabisgebruikers waarvan een derde 20 dagen of meer per maand gebruikt. Bij de oudere cannabisgebruikers tussen 35 en 44 jaar gebruikt de grootste groep 20 dagen of meer per maand.
Bron: Gezondheidsenquête 2004 bij personen van 15 jaar en ouder, Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.
De Drugpreventiedienst (Vossenstraat 41b, 9090 Melle) heeft in zijn eerste werkjaar in elk van de vier gemeenten Oosterzele, Destelbergen, Melle, Merelbeke een lokaal overleg opgestart. Daarbij zijn zoveel mogelijk sectoren betrokken. De visie op lokale drugpreventie
84 van 138
wordt er ontwikkeld en men komt tot netwerkvorming. Een lokaal drugoverleg laat aan de drugpreventiewerker toe om aan te sluiten bij de lokale verwachtingen. In Oosterzele vond de eerste verkennende vergadering plaats op 20 februari 2006. Het Lokaal Overleg Drugs nam het initiatief om specifieke activiteiten te organiseren in het kader van drugpreventie. Concreet wil dat zeggen: organiseren van een infoavond, aanwezigheid van druginformatie in de bibliotheek, mogelijkheid tot gesprekken in een lokaal van de bibliotheek en het OCMW,… De drugpreventiedienst is aanwezig op de cultuurmarkt en werkt samen met de bibliotheek voor bekendmaking, organisatie van vormingen en informatieverspreiding. In de toekomst wil men komen tot een gemeenschappelijke visie, doelstellingen voor drugpreventie bepalen en een actieplan ontwikkelen. Voor vroeginterventie staat de dienst ter beschikking van leerlingen, leerkrachten, CLBmedewerkers, directie en ouders. Hij verschaft objectieve informatie over de drugproblematiek. Indien gewenst vervult hij een bemiddelende rol tussen verschillende partijen. Kortdurende begeleidingen kan indien er sprake is van een drugproblematiek die niet te complex is en op korte termijn aangepakt kan worden. Met de bibliotheek van Oosterzele is er een overeenkomst voor het gebruik van lokalen voor vroeginterventie. Ook deze activiteiten worden bekend gemaakt bij het publiek van de bibliotheek met een infomap en affiches. Aantal aanmeldingen per gemeente: Aangemeld vanuit 8 1 Destelbergen Melle 7 Merelbeke 13 Oosterzele 7 Andere 1
*waarvan 2 onbekend Bron: Jaarverslag Drugpreventie Rhode & Schelde, 2005-2006.
Woonplaats9 2 1 9 5 12*
2.7.2. Welzijn 2.7.2.1. Dienst welzijn Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 werd beslist om een schepen voor welzijn te benoemen en een gemeentelijke welzijnsdienst op te richten. Deze kreeg concreet vorm met de aanstelling van een welzijnsconsulent in november 2002. In overleg met het OCMW krijgen het welzijnsbeleid en de hulpverlening in de gemeente vorm. 2.7.2.1.1. Werkdomein van de dienst welzijn - sociale toelagen - ontwikkelingssamenwerking - gezondheid - gezins- en welzijnsraad - raad voor ontwikkelingssamenwerking - tewerkstelling
85 van 138
-
gelijke kansen- en doelgroepenbeleid (personen met een handicap, kansarmen, allochtonen) lokaal sociaal beleid vrijwilligerswerk
2.7.2.1.2. Activiteiten in de periode 2002-2006 Aansluiten bij het Lokaal Gezondheidsoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen (LOGO ZOV) was een eerste stap ter ondersteuning van het gemeentelijk gezondheidsbeleid. Diverse rookstopcursussen, meerdere Oosterzeelse gezondheidsdagen en een “Week van de borstkankerpreventie” brachten gezondheid onder de aandacht van de bevolking. De driedaagse van het gelijke kansenbeleid in 2002 werd beloond met een subsidie van de Vlaamse Gemeenschap. Een jaar later volgde de Provinciale prijs voor gelijke kansenbeleid 2003 met de uitreiking van een kunstwerk op 5 december 2003. De voorleesprojecten voor allochtone kinderen kregen via SAM 2005 een aanmoedigingssom van de Koning Boudewijnstichting. De Provincie steunde het project “Een tweede thuis in Oosterzele” (2004) gericht op onthaal van inwoners van vreemde origine. De gemeente deelde zelf ook prijzen uit met een tweejaarlijkse prijs voor toegankelijkheid voor handelszaken en instellingen. Oprichting van de adviesraad “Gezins- en welzijnsraad” leidde een dynamiek in het welzijnsbeleid in met o.m. een cel mobiliteit voor personen met een handicap, de uitbreiding van buitenschoolse kinderopvang, enz. 2.7.2.2. OCMW 2.7.2.2.1. OCMW-beleid De Raad voor Maatschappelijk Welzijn vergadert maandelijks. Hij regelt alles wat volgens de wet tot de bevoegdheid van het OCMW behoort. Het Vast Bureau neemt beslissingen over de afhandeling van de zaken van dagelijks bestuur of in zaken die hem door de raad zijn overgedragen. De Bijzondere Comités staan de OCMW-raad bij in het nemen van beslissingen: het Bijzonder Comité sociale dienst (BCSD) en het Bijzonder Comité huisvesting. Het Bijzonder Comité voor de sociale dienst beslist over de aanvragen tot individuele hulpverlening (leefloon, financiële steun, toekennen poetsdienst, warme maaltijden,...). 2.7.2.2.2. Sociale dienst Met psycho-sociale en administratieve hulp wordt men wegwijs in de sociale voordelen. Waar mogelijk, wordt onmiddellijk hulp geboden. In andere gevallen wordt men doorverwezen naar andere instanties. 2.7.2.2.3. Administratieve dienstverlening Om formulieren voor kinderbijslag, studiebeurzen, vergoedingen voor minder validen, ziekteuitkeringen e.a… in te vullen. 2.7.2.2.4. Psycho-sociale hulp Maatschappelijk werkers kunnen behulpzaam zijn bij familiale, persoonlijke, psychologische of andere problemen. Een goede babbel kan een probleem verlichten of zelfs oplossen. 2.7.2.2.5. Leefloon
86 van 138
Wie geen of een te laag inkomen heeft, kan na een sociaal onderzoek een basisinkomen krijgen. Dat heet leefloon. Opleiding kan kansen op tewerkstelling vergroten. Bovendien wordt bijzondere aandacht gegeven aan wie jonger is dan 25 jaar. 2.7.2.2.6. Tewerkstelling Het OCMW treedt zelf op als werkgever in het kader van sociale tewerkstelling. Met de nodige gepresteerde arbeidsdagen kunnen gerechtigden op leefloon in regel zijn met de sociale zekerheid. Samenwerking met de Lokale Werkwinkel en het PWA vergroten kansen op tewerkstelling en opleidingskansen. 2.7.2.2.7. Schulden Bij problemen met schulden is er begeleiding om het budget in evenwicht te krijgen. Na onderzoek van de financiële situatie wordt een afbetalingsplan opgesteld. 2.7.2.2.8. Huisvesting Als sociaal verhuurkantoor legt het OCMW de eerste contacten met eigenaars, schrijft kandidaat-huurders in en doet aan huurderbegeleiding. Het verhuurt eveneens enkele woningen aan behoeftige personen of als noodwoning. 2.7.2.2.9. Energielevering Voor kosten voor elektriciteit, gas of water kan het OCMW helpen met een haalbaar afbetalingsplan. Wie niet tijdig een leverancier vindt, krijg je een budgetmeter met een betaalkaart. Die kan opgeladen worden in een oplaadterminal in het OCMW. 2.7.2.2.10. Financiële steun Aan wie een éénmalige dringende rekening niet zelf kan betalen kan het OCMW een financiële steun toekennen. Het gaat vaak om begrafeniskosten, verwarmingskosten, hoge medische kosten, huishuurtussenkomst. Voor een huurwaarborg kan het OCMW een bankwaarborg bieden. 2.7.2.2.11. Asielzoekers Vreemdelingen die een asielaanvraag hebben ingediend en ontvankelijk zijn verklaard of ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister, kunnen een levensminimum ontvangen als zij over onvoldoende bestaansmiddelen beschikken. 2.7.2.2.12. Voorschotten Soms laat de administratieve afhandeling van een dossier van gehandicapten, werklozen, gepensioneerden of gerechtigden op kinderbijslag op zich laat wachten. Bij het OCMW kan men een voorschot vragen dat later terugbetaald wordt. 2.7.2.2.13. Verblijfskosten Voor opname in een onthaalcentrum of therapeutische gemeenschap kan het OCMW onder bepaalde voorwaarden de verblijfskosten ten laste nemen. Bij opname in een bejaardentehuis kan de senior zonder voldoende inkomsten een financiële steun ontvangen voor zijn verblijf in de instelling. 2.7.2.2.14. LOI Kandidaat-vluchtelingen worden toegewezen aan een opvangcentrum of aan een Lokaal Opvanginitiatief van een OCMW, waar ze hulp in natura krijgen. Asielzoekers die ontvankelijk verklaard worden, worden toegewezen aan een OCMW voor financiële steun. Het OCMW van Oosterzele geeft ook materiële steunverlening aan een gezin van 4 personen, zijnde onderdak, voeding, medische verzorging en begeleiding. 2.7.2.2.15. Zorgverzekering
87 van 138
Bij zorgbehoevendheid kan men in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor mantel- en thuiszorg. Een maatschappelijk werker van het OCMW kan daarvoor een BELprofiel opstellen. 2.7.2.2.16. Gezinszorg Voor poetsen en andere huishoudelijke taken kan men een beroep doen op de dienst voor gezinszorg. Gediplomeerde verzorgenden helpen bij persoonsverzorging, geven sociale en morele ondersteuning, hulp bij administratieve handelingen, verwerking emotionele problemen, ondersteuning bij de verzorging en opvoeding van de kinderen, huishoudelijke taken,… 2.7.2.2.17. Poetsdienst Het OCMW biedt poetshulp aan senioren vanaf 60 jaar, minder validen, gezinnen met een langdurig ziek of afwezig gezinslid en alleenstaanden in nood. 2.7.2.2.18. Warme maaltijden Het OCMW biedt de senioren of mensen in een sociale noodsituatie de mogelijkheid om dagelijks een warme maaltijd aan huis besteld te krijgen. 2.7.2.2.19. Mindermobielencentrale Senioren, personen met een handicap of mensen in een sociale noodsituatie die naar de dokter moeten, boodschappen wensen te doen of familie wensen te bezoeken kunnen een beroep doen op vrijwilligers die hen vervoeren. 2.7.2.2.20. Personenalarm Wanneer hij/zij in een netelige situatie terechtkomt kan de bejaarde met dit toestel alarm slaan door een eenvoudige druk op de knop. De alarmcentrale verwittigt iemand om hulp te gaan bieden. 2.7.2.2.21. Seniorenwerking De seniorenwerking, opgestart in samenwerking met de seniorenraad, biedt jaarlijks 3 vormingsnamiddagen aan de senioren (vanaf 55 jaar) van Oosterzele aan. 2.7.2.2.22. Subsidie ter bevordering van de sociale en culturele participatie van OCMW-cliënten OCMW-cliënten krijgen de kans om meer deel te kunnen nemen aan sociale en culturele activiteiten door subsidies van de regering. De subsidie kan gebruikt worden voor deelname aan sociale, culturele of sportieve manifestaties (jeugdbeweging, sportclub, muziek- of tekenschool, kookcursus, bibliotheek.....), al of niet met inbegrip van lidgeld en benodigdheden, en voor initiatieven van of voor de cliënten met een sociaal, cultureel en sportief doel (een tentoonstelling met werken van de cliënten-kunstenaars of een buurtfeest). 2.7.2.2.23. Kinderopvang De dienst voor opvanggezinnen zoekt voor buitenhuiswerkende ouders een onthaalmoeder voor kinderen onder de 3 jaar of buitenschoolse opvang voor kinderen tussen 3 en 12 jaar. De dienst beschikt momenteel over 20 onthaalmoeders verspreid over Oosterzele (2006). 2.7.2.3. Gezins- en welzijnsraad 2.7.2.3.1. Doel - het gemeentebestuur adviseren over onderwerpen in verband met gezin, welzijn, gezondheid en gelijke kansen en dit op medisch, sociaal, psychologisch, economisch, cultureel, maatschappelijk, hygiënisch, pedagogisch, juridisch en materieel vlak, - initiatieven in verband met gezin, welzijn, gezondheid en gelijke kansen stimuleren en coördineren,
88 van 138
-
initiatieven nemen met betrekking tot de promotie van gezin en welzijn op het gemeentelijke vlak, ondersteunen van de participatie aan gezins- en welzijnsvoorzieningen.
2.7.2.3.2. Samenstelling - de schepen tot wiens bevoegdheid het gezin behoort en de schepen tot wiens bevoegdheid welzijn behoort - de OCMW-voorzitter of de vertegenwoordiger die hij aanduidt - vertegenwoordigers van organisaties, verenigingen of instellingen in Oosterzele, die zich bezighouden met het gezin en met het welzijn van de bevolking. Per organisatie, vereniging of instelling is er 1 vertegenwoordiger. - 1 vertegenwoordiger van het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap - maximaal 5 professionele welzijnswerkers of deskundigen - maximaal 5 individueel geïnteresseerde inwoners van Oosterzele - maximaal 5 personen die behoren tot diverse maatschappelijke doelgroepen - een vertegenwoordiger uit elke gemeentelijke adviesraad - een vertegenwoordiger van elke politieke partij Van 2003 tot 2006 maakten de volgende organisaties en personen deel uit van de raad: Lieve Vervust, voorzitster Vanina De Gussem, penningmeester Greet Roels, ondervoorzitster De burgemeester en de schepen van welzijn Gezinsbond Landelijke Gilde Ziekenzorg Katholieke Vereniging voor Gehandicapten (KVG) Katholieke ArbeidersVrouwen (KAV) Christelijke Mutualiteiten Vakantiegenoegens Markant Kind en Preventie Katholieke Werkliedenbond (KWB) O.C. De Beweging Ontwenningskliniek De Pelgrim Vzw Spina bifida NEOS Rusthuis Onze-Lieve-Vrouw Ter Veldbloemen Rusthuis De Zilverlinde De Betsberg HIPPOC De Kiem Johanna Rahoens Caroline De Baets Raoul Schutyser Mario Versijp Ben Kongs Hilde Aertssens Antoine Beeckman De seniorenraad, de GECORO, de GROS en de Sportraad, adviesraden OCMW Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap CD&V/SP.A, Groen!, SVVO als politieke partijen De gemeentesecretaris De welzijnsconsulent als secretaris
89 van 138
Bestuur - de voorzitter - de ondervoorzitter - de secretaris - de penningmeester - de OCMW-voorzitter of de vertegenwoordiger die hij aanduidt - de bevoegde schepenen Het bestuur bereidt de bijeenkomsten van de algemene vergadering voor. 2.7.2.3.3. Algemene vergadering Eerste bijeenkomst op 19 november 2003 Adviezen - enquête over gelijke kansenbeleidherinrichting van de gemeentehuisbalie - algemene verkeersveiligheid - accentverlichting bij zebrapaden - mobiel loket - prijs toegankelijkheid voor personen met een handicap - enquête over kinderopvang - invoering van een gezinskorting op de gemeentebelasting - websitelinks voor voorzieningen van buiten de gemeente - buitenschoolse kinderopvang - milieubeleidsplan - folder aan bouwheren over toegankelijkheid - deurhanger over toegankelijkheid - ontwerp van een welzijnsgids - vrouwelijke straatnaam voor de “Spinsterstraat” Eigen acties - infoavond over diabetes (22/9/2006) - vertelnamiddag voor Bijzondere Kinderopvang (22/02/2006) - Voordrachten over weerbaarheid (15/12/2006) - Steun aan - 10 jaar vzw PAN - oproep voor pleeggezinnen - verplaatsen van een bushalte aan een school - voorleesactie - actiegroep Scheurbroek - cd-abonnement voor leefloners - Unicef ten voordele van Tsunami Zuid-Oost-Azië en Pakistan - het buurtfeest van de Bloemenwijk - 25 jaar Ziekenzorg Werkgroepen - mobiliteit en toegankelijkheid - buitenschoolse kinderopvang Subsidies - aan de gezinsverenigingen volgens hun werking - voor projectwerking van de leden - rechtstreeks aan verenigingen op last van de gemeente Informatie aan de bevolking - via het informatiemagazine Oosterzele: o melding van moeilijk toegankelijke plaatsen o mobiel loket - Power Point presentatie: “Mario on wheels” - Folderactie voor een toegankelijke woning Jurering van de tweejaarlijkse Prijs voor toegankelijkheid
90 van 138
2.7.2.4. Welzijnsinitiatieven 2.7.2.4.1. Sociale toelagen -
Personen met een arbeidsongeschiktheid of een invaliditeit van minstens 66% ontvangen een sociale toelage van 55 . Personen met een arbeidsongeschiktheid of een invaliditeit van minstens 80% ontvangen een sociale toelage van 105 . Inwoners die een zwaar gehandicapt kind opvoeden, ontvangen een sociale toelage van 180 per kind. Inwoners die instaan voor de verzorging thuis van een bejaarde, ontvangen een toelage van 125 per persoon. Inwoners die een leefloon van het OCMW genieten, ontvangen een forfaitair bedrag van 55 per persoon. Gepensioneerde inwoners die genieten van een inkomensgarantie voor bejaarden, ontvangen een forfaitaire toelage van 55 .
Jaarlijks wordt het overzicht van de sociale toelagen gepubliceerd in het gemeentelijk informatiemagazine van september. Ze staan ook vermeld in de gemeentelijke infogids 2005-2006 en in de welzijnsgids. Wie de toelage ooit kreeg, ontvangt automatisch een nieuw (vooraf ingevuld) aanvraagformulier telkens in de loop van de maand september. Blanco aanvraagformulieren zijn ter beschikking op dienst welzijn, in het OCMW en via het eloket van de gemeentelijke website waardoor het ook kan gebruikt worden door mutualiteiten en hulpverleners. We blijven niettemin vaststellen dat er inwoners zijn die jarenlang onwetend blijven van het bestaan van de toelagen. De toelagen kunnen nog met een terugwerkende kracht van twee jaren toegekend worden. Aantal aanvragen Sociale toelage 66% gehandicapt 80% gehandicapt Leefloon inkomensgarantie opvoeding van een zwaar gehandicapt kind thuisverzorging van een bejaarde
2003 264 54 22 82 51
2004 272 53 22 80 48
2005 290 58 25 77 46
2006 288 60 18 71 44
36
35
25
23
509
510
521
504
2004 14.960 5.565 1.210 4.400 8.640
2005 16.115 6.040 1.375 4.235 8.280
Bron: Gemeentelijke Rekendienst en eigen berekeningen, toestand 7 november 2006
Evolutie van de uitbetaalde bedragen in EUR Sociale toelage 2003 66% gehandicapt 14.520 80% gehandicapt 5.650 leefloon 1.210 inkomensgarantie 4.510 opvoeding van een zwaar 9.180 gehandicapt kind !
2006 10 15.950 6.405 990 3.905 8.100
"
!
91 van 138
thuisverzorging van een bejaarde
4.500
4.375
3.125
3.000
39.570
39.150
39.005
37.830
Bron: Gemeentelijke Rekendienst en eigen berekeningen, toestand4 december 2007
Volgens het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap zijn er in Oosterzele zo’n 240 mensen met een door hen erkende handicap (Zie Algemene indicatoren van welzijn en gezondheid, 3.5. Personen met een handicap). Er zijn meer aanvragen voor een sociale toelage omdat mensen met een arbeidsongeschiktheid erkend door het ziekenfonds ook een aanvraag kunnen indienen. Er zijn ruim 60 kinderen met een handicap in Oosterzele. Niet voor ieder van hen wordt een sociale toelage gevraagd voor de opvoeding van een gehandicapt kind. In 2005 daalde het aantal aanvragen voor een sociale toelage voor thuisverzorging van een bejaarde relatief fors. Sociale toelage voor palliatieve thuiszorg 2003 Aantal aanvragen voor éénmaal de premie 2 voor tweemaal de premie 3 Uitbetaalde bedragen in EUR 2.750
2004
2005
2006
6 3
10 3
10 1
3.500
3.750
3.000
Deze sociale toelage is van kracht vanaf 2003. Afhankelijk van een eerder ontvangen palliatieve premie van de RIZIV kent de gemeente deze aanvullende premie één of tweemaal toe. 2.7.2.4.2. Doelgroepenbeleid - personen met een handicap: o ondertekenen van Charter van de Integratie op tekstvoorstel van de Vlaamse Federatie van Gehandicapten (25 september 2002) o tweejaarlijks prijs o toegankelijkheid van openbare gebouwen (lift in sporthal, traplift en rolstoel in raadszaal, hellende vlakken) o parkeerplaatsen voor gehandicapten o bewustmakingsacties door GWR - kansarmen: o hulpverlening van het OCMW, o.a. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding o sociale toelage voor leefloners o noodwoningen - gezinnen: o gezinskorting op de algemene gemeentebelasting o kinderopvang - allochtonen: o ondersteuning vzw PAN 2.7.2.4.3. Instellingen en voorzieningen Naast de voorzieningen en verenigingen voor gezondheid herbergt Oosterzele de volgende welzijnsvoorzieningen op zijn grondgebeid: - OCMW - Orthopedagogisch Centrum De Beweging - Begeleidingstehuis voor jongeren De Betsberg - Hippotherapeutisch centrum Hippoc - Rusthuis O.L.V. Ter Veldbloemen
92 van 138
-
Rusthuis De Zilverlinde Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschap (PWA) en Dienstenonderneming Oosterzele (DOO) Sociaal verhuurkantoor Vzw PAN Kind en Preventie
2.7.2.5. Problematieken -
-
-
Samenwerking o Samenwerkingsprotocol OCMW-gemeente bij het Stappenplan Lokaal Sociaal Beleid 2005 (goedgekeurd door de gemeenteraad op 21 december 2005) o Een logische en overzichtelijke organisatie van de beleidsvorming en -uitvoering voor doelgroepen. Bijvoorbeeld voor senioren is er een opsplitsing (zonder onderlinge samenwerking) in een seniorenwerking van de cultuurdienst, de seniorenwerking in het OCMW en acties voor de sociale doelgroep senioren door de dienst welzijn en de gezins- en welzijnsraad. En wie gaat zich dan bezig houden met een mobiliteitsbeleid voor ouderen? o Derden en het middenveld betrekken door middel van een participatieplan o Doorwerken in andere beleidsdomeinen: Toegankelijkheid voor personen met een handicap in openbare werken en groenvoorzieningen Personeelsbeleid: aanwerving van mensen van allochtone afkomst (3 werknemers), mensen met een handicap (1 werknemer) en personen in het stelsel van art.60 (1 werknemer), rookstopbeleid in de gemeentelijke werkplaatsen Bibliotheek: gemeenschappelijke programmering en logistieke steun Er bestaat geen afstemming van programmering van lokale verenigingen onderling en met de gemeentediensten. Evenmin tussen de gemeentelijke diensten onderling. Het komt voor dat parallel dezelfde en gelijkaardige initiatieven georganiseerd worden. Bindende afspraken voor logistieke ondersteuning door de gemeente kunnen misverstand en valse verwachtingen voorkomen. Er is een subsidiereglementering voor gezinsverenigingen. Moet die er ook komen voor de welzijnsvoorzieningen? Hoe kan die de afstemming tussen gemeente en voorzieningen/organisaties bevorderen? Vrijwilligerswerk: een systematische aanpak van het vrijwilligerswerk komt niet tot stand. Naast ad hoc maatregelen is een globale visie op de inschakeling van vrijwilligers in de gemeentediensten aan te raden. Een actief en integraal toegankelijkheidsbeleid is nodig. Dat komt neer op een systematische aanpak van alle knelpunten die toegankelijkheid belemmeren. En dat moet overal in de gemeente gebeuren. Een planning kan gefaseerd worden en gekoppeld worden aan toereikende personeelsinzet. Alleenstaande ouders is een doelgroep die steeds meer in de aandacht van beleidsmakers gebracht wordt.
2.8. Senioren Begripsverduidelijking: een senior is een persoon vanaf 55 jaar. 2.8.0. Samenvatting De vergrijzing is een feit, ook in Oosterzele. Senioren zijn een belangrijke maatschappelijke doelgroep geworden.
93 van 138
Het verenigingsleven voor senioren is aanwezig en actief. Maar senioren kunnen meer dan andere bevolkingsgroepen hulpbehoevend zijn. Diverse hulpvoorzieningen en opvangmogelijkheden zijn aanwezig in en om de gemeente hoewel de programmatie niet volledig benut wordt. Zolang mogelijk thuis blijven wonen en daar gebruik maken van de beschikbare professionele zorg en hulp is voor steeds meer ouderen een haalbare keuze geworden. Die kan ondersteund worden met lokale beleidsinitiatieven. Daarenboven blijken mensen niet altijd goed geïnformeerd over de mogelijkheden. Wonen is een probleem voor senioren. Onderhoud van de eigen woning gaat moeilijker. Bij verhuizing dringt zich de vraag op naar een betere en dus aangepaste woonvorm. Senioren hebben bij sociale contacten en tijdbesteding specifieke behoeften. Vrijwilligerswerk kan daaraan een grote bijdrage leveren. Hetzelfde kan gezegd worden over oplossingen voor mobiliteitsproblemen en wijzen van communiceren met oudere inwoners. 2.8.1. Aantal senioren De trend die we in onze hedendaagse samenleving opmerken, is de vergrijzing van de huidige bevolking. Dit wil zeggen dat het aantal senioren in onze samenleving toeneemt. De oorzaak hiervan is tweeledig: enerzijds daalt het geboortecijfer, anderzijds neemt de levensverwachting toe. En deze trend zal zich in de toekomst duidelijk verder zetten. Het jaar 2010 zal volgens demografen een zeer belangrijke rol spelen. Want dan worden de babyboomers ouder dan 60 jaar en dus bejaard. Volgens berekeningen zal in 2025 de groep van 60-plussers zelfs dubbel zo groot zijn als de groep van jongeren jonger dan 15 jaar. Het zal zelfs zover komen dat onderstaande hedendaagse bevolkingspiramide zal uitgroeien tot een paddestoel. Maar ook binnen de vergrijzing zal er zich een veroudering voordoen, een vergrijzing binnen de vergrijzing. Dit is de zogenaamde verzilvering. Structuur van de bevolking voor het Rijk op 1 januari 1881 per leeftijdsgroep van 5 jaar en per 1.000 inwoners
Structuur van de bevolking voor het Rijk op 1 januari 1921 per leeftijdsgroep van 5 jaar en per 1.000 inwoners
Structuur van de bevolking voor het Rijk op 1 januari 1948 per leeftijdsgroep van 5 jaar en per 1.000 inwoners
Structuur van de bevolking voor het Rijk op 1 januari 1971 per leeftijdsgroep van 5 jaar en per 1.000 inwoners
94 van 138
Structuur van de bevolking voor het Rijk op 1 januari 1991 per leeftijdsgroep van 5 jaar en per 1.000 inwoners
Structuur van de bevolking voor het Rijk op 1 januari 2005 per leeftijdsgroep van 5 jaar en per 1.000 inwoners
Bron: NIS - FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Structuur van de bevolking voor het Rijk
Concreet voor Oosterzele betekent dit het volgende. Overzicht van het aantal senioren in Oosterzele volgens leeftijdsgroep per 5 :
2000
Aantal inwoners 13.204
2001
13.231
2002
13.287
2003
13.243
2004
13.155
2005
13.237
2000 2001 2002 2003 2004 2005 Bron: NIS
80 - 84 jaar 185 1,40 % 195 1,47 % 235 1,77 % 252 1,90 % 283 2,15 % 313 2,36 %
55 – 59 jaar 642 4,86 % 651 4,92 % 664 5% 692 5,23 % 704 5,35 % 735 5,55 % 85 - 89 jaar 176 1,33 % 159 1,20 % 136 1,02 % 127 0,96 % 113 0,86 % 119 0,90 %
60 - 64 jaar 682 5,17 % 695 5,25 % 665 5% 638 4,82 % 614 4,67 % 614 4,64 % 90 - 94 jaar 68 0,51 % 71 0,54 % 71 0,53 % 77 0,58 % 71 0,54 % 74 0,56 %
65 - 69 jaar 670 5,07 % 645 4,87 % 648 4,88 % 642 4,85 % 666 5,06 % 639 4,83 %
70 - 74 jaar 549 4,16 % 577 4,36 % 566 4,26 % 580 4,38 % 579 4,40 % 599 4,53 %
75 - 79 jaar 395 2,99 % 417 3,15 % 430 3,24 % 449 3,39 % 461 3,50 % 463 3,50 %
95+
totaal
12 0,09 % 16 0,12 % 15 0,11 % 12 0,09 % 15 0,11 % 10 0,08 %
3.379 25,59 % 3.426 25,89 % 3.430 25,81 % 3.469 26,19 % 3.506 26,65 % 3.566 26,94 %
Over de 5 jaar zien we een stijging van 1,35 % van het aantal senioren. We zien vooral een stijging van het aantal senioren bij de leeftijdsgroep 70-84 jaar. Dit is de zgn. interne vergrijzing.
95 van 138
Aandeel bevolking ouder dan 75: M V Aandeel bevolking ouder dan 75: M Aandeel bevolking ouder dan 75: V Aandeel bevolking ouder dan 85: M V Aandeel bevolking ouder dan 85: M Aandeel bevolking ouder dan 85: V Bron: NIS
2000
2001
2002
2003
2004
2005
6,33
6,48
6,68
6,92
7,17
7,4
4,5
4,7
4,87
5,05
5,37
5,33
8,13
8,23
8,45
8,78
8,95
9,44
1,94
1,86
1,67
1,63
1,51
1,53
0,95
0,89
0,85
0,86
0,87
0,97
2,91
2,81
2,48
2,39
2,15
2,09
Bovenstaande tabel laat nog eens zien dat het aandeel van de bevolking ouder dan 75 jaar stijgt met de jaren. Verder stellen we vast dat de groep van de vrouwen groter is.
Gemeente Oosterzele
60+ 2.942
bevolkingsprojecties 2008 60-74 75-79 80-84 85-89 90+ 1.879 502 337 156 68
Gemeente Oosterzele
60+ 3.048
bevolkingsprojecties 2010 60-74 75-79 80-84 85-89 90+ 1.928 513 357 186 64
Gemeente Oosterzele
60+ 3.051
bevolkingsprojecties 2011 60-74 75-79 80-84 85-89 90+ 1.903 500 374 202 72
Gemeente Oosterzele
60+ 3.094
bevolkingsprojecties 2012 60-74 75-79 80-84 85-89 90+ 1.911 518 374 211 81
60+ 3.137
bevolkingsprojecties 2013 60-74 75-79 80-84 85-89 1.930 513 388 221
Gemeente Oosterzele
90+ 85
Bron: NIS - FOD ECONOMIE, KMO, MIDDENSTAND EN ENERGIE, Structuur van de bevolking voor het Rijk
Bovenvermelde cijfers van de bevolkingsprojecties zijn vrij relatief. Ze zijn afhankelijk van de omstandigheden : indien er in de toekomst bijvoorbeeld een rusthuis gebouwd zou worden, dan zal dit een invloed hebben op de cijfers. Algemeen kunnen we besluiten : de groep van senioren stijgt, zoals verwacht, met de jaren. Besluiten en knelpunten We zien dus ook een vergrijzing van de bevolking van Oosterzele. Tevens is de interne vergrijzing een blikvanger. Dat betekent dat de groep van senioren een belangrijke bevolkingsgroep nu en zeker in de toekomst is. Verder kunnen we besluiten dat er veel zorgbehoevenden zullen komen en er zullen weinig werkenden zijn die deze last kunnen dragen. Op deze manier zullen we in
96 van 138
betalingsproblemen geraken waardoor de pensioenen zullen dalen. Voor deze problematiek zullen dan ook dringend oplossingen moeten aangedragen worden. 2.8.2. Thuiszorg/ Mantelzorg Het belang van thuiszorg voor ouderen wensen we te illustreren met : * de aloude bekende uitspraak ‘men moet geen oude bomen verplanten’ * de uitspraak van J.P. Baeyens (1998): “Ouderen willen zelf liefst thuisblijven: daar zijn ze vrij. Vrijheid is een fundamenteel mensenrecht. Thuis bepalen zij autonoom wie binnenkomt en wie niet. Thuis zijn betekent continu in relatie zijn met zijn verleden en herinneringen. (…) Thuis wordt men bovendien maximaal gestimuleerd tot initiatief en activiteit. Het zou aldus wel kunnen dat men op deze wijze langer zelfredzaam blijft.” Uit MATTHIJS, K, e.a., Handboek wonen van ouderen. Een veelzijdige kijk op het wonen van een nieuwe generatie ouderen. Nazareth, z.u., 1998. Verder verwijzen wij naar de cluster thuiszorg hoofdstuk 2.2. Besluiten en knelpunten Thuiszorg = * een vrije keuze van zorgbehoevende en mantelzorger * thuiszorg moet evenwaardig uitgebouwd worden naast de intramurale initiatieven : het bestaan van voldoende ondersteunende voorzieningen, thuiszorgonvriendelijke wetgevingen moeten veranderen, de financiële en materiële voorwaarden moeten worden verbeterd * totaalzorg : beleid dient rekening te houden met de emotionele, psychologische, relationele, materiële, financiële en sociale aspecten * zorg op maat = een zorg aangepast aan de individuele behoeften, dienstverlening van 24 uur op 24 uur * familiale relaties blijven basisrelaties en de solidariteit met familieleden is zeker niet verdwenen maar de beschikbaarheid van de familie- en gezinsleden is door allerlei maatschappelijke ontwikkelingen onder druk komen te staan Het onderzoek ‘Zicht op zorg. Studie van de mantelzorg in Vlaanderen in 2003’ van het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudies geeft aan dat ondanks verschillende belemmerende factoren, zoals vergrijzing, mobiliteit, éénoudergezinnen, enzovoort, vele families vandaag nog steeds bereid zijn om voor thuiszorg in te staan. Het onderzoek concludeert ook dat er in Vlaanderen tussen de 400 000 en 580 000 personen zorgdragen voor een zorgbehoevende persoon. Dit wordt zowel opgevolgd door mannen en vrouwen. In een onderzoek (2006) van het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudies is duidelijk aangetoond dat het informatietekort één van de grootste knelpunten is in de mantel- en thuiszorg. Een onderzoek ‘De externe kwaliteit van een zorgsysteem. Doelmatigheid van de sociale zorg voor hoogbejaarden in Vlaanderen’ van Prof. Breda heeft in 1997 uitgewezen dat van het takenpakket in de thuiszorg 75% wordt opgenomen door de mantelzorgers. Zij worden niet betaald voor hun zorgactiviteiten. In 54% van de thuiszorgsituaties komt, behalve de huisarts, zelfs geen enkele professionele dienst aan huis: de familie is in dit geval de enige zorgverstrekker. Het recentere onderzoek van het Centrum voor Bevolkings- en
97 van 138
Gezinsstudie bevestigt dit met de volgende cijfergegevens: 18% van de mantelzorgers staat er alleen voor, 73% werkt samen met professionele zorgverlener(s), 48% werkt samen met andere mantel-zorger(s) en 14% werkt samen met vrijwilliger(s). Thuiszorg is duur voor de betrokkenen: verzorgingsmateriaal en geneesmiddelen, aanpassen van de woning. Maar voor de gemeenschap is thuiszorg veruit de goedkoopste oplossing. De overheid probeert enerzijds de uitgaven voor de gezondheidszorg te beheersen, des te meer omdat men verwacht dat deze met de vergrijzing van de bevolking nog zullen stijgen. Anderzijds probeert de overheid een rem te zetten op de overconsumptie van geneeskundige zorgen, bepaalde diagnosetechnieken en medicatie. De overheid zoekt naar lichtere en dus goedkopere vormen van zorgverlening. Thuiszorg lijkt dan het alternatief te zijn voor de dure intramurale opvang. Dit brengt een verschuiving met zich mee van de verantwoordelijkheden en kosten van de overheid naar de burger en naar het thuismilieu. Deze verschuiving heeft echter pas zin wanneer ze gepaard gaat met een degelijke ondersteuning en een efficiënt thuiszorgbeleid. Mogelijke problemen van mantelzorgers : - sociaal geïsoleerd geraken (zorgsituatie vergt zoveel tijd en energie dat de mantelzorger er vaak niet meer toe komt om zijn sociale contacten te onderhouden) - leven in een onzekere financiële situatie (geen combinatie van werk en zorg mogelijk, geen aangepaste sociale uitkering) - zijn ten einde van hun latijn omdat ze geen luisterend oor vinden of omdat zij niet de gelegenheid krijgen om even op adem te komen - mantelzorgers worden zelden volledig en objectief geïnformeerd Actiepunten : − de burgers informeren en sensibiliseren over de mogelijkheden van thuiszorg. Dit betekent dat er niet alleen geïnformeerd wordt over diensten en instanties, maar ook aandacht besteed wordt aan algemene problemen van mantel- en thuiszorg, zoals afspraken maken, opstellen van een zorgenplan. Ook het emotionele en sociale aspect mag niet worden verwaarloosd. − daarnaast moet er informatie verspreid worden rechtstreeks naar zorgbehoevende personen en de mantelzorgers. Dit heeft als gevolg dat de zorgsituaties door OCMW’s en gemeenten, permanent worden geregistreerd, zodat men zijn zorgsituaties kent en tijdig ondersteuning kan aanbieden. − mantelzorgers honoreren en erkennen − behouden van de mantelzorgpremie - De mantelzorgpremie zorgt ervoor dat we de noden en behoeften van de mantelzorgers leren kennen - Thuiszorgsituaties die niet met diensten werken, leren kennen - Registratie van mantelzorgers - Mantelzorgpremies worden rechtstreeks aan de mantelzorger toegekend. Dit geeft de nodige erkenning en waardering voor de zorg die de mantelzorger dagelijks biedt. De mantelzorgpremie is een vertrekpunt en geen eindpunt : het vormt de ideale toegangspoort om met thuisverzorgers in een constructieve dialoog te treden. − de mantelzorgpremie uitbreiden. Momenteel verwerft slechts een heel beperkte categorie het recht : - het samenwonen van de mantelzorger en de zorgbehoevende persoon (gedomicilieerd bij wie de toelage aanvraagt) kan geen voorwaarde zijn voor het verkrijgen van de mantelzorgpremie. Heel wat mantelzorgers verplaatsen zich naar het adres van de zorgbehoevende persoon. Bovendien is de grote zelfstandigheid van de zorgbehoevende persoon die zolang mogelijk, wanneer hij dat wenst thuis moet kunnen blijven wonen, heel belangrijk.
98 van 138
-
-
echtgenoten uitsluiten is een discriminatie Ook mensen zonder familieband, maar een andere affectieve relatie met de zorgbehoevende persoon, kunnen de zorg voor een persoon op zich nemen. De zorgverlenende relatie moet als zodanig voldoende zijn voor de toekenning van de premie. de mantelzorger die een bezoldigde beroepsactiviteit uitoefent mag niet uitgesloten worden. Integendeel, deze persoon heeft het dubbel moeilijk om de zorg op te nemen en dient extra ondersteund te worden.
2.8.3. Semi-residentiële opvang Niettegenstaande een aangepaste thuiszorg kunnen ouderen moeilijkheden hebben om thuis te blijven. Zij kunnen beroep doen op voorzieningen die voor bepaalde delen van de dag of een korte periode een oplossing bieden. Het gaat hierbij om dagopvang en kortverblijf. Deze voorzieningen bieden wat meer ademruimte voor de thuisverzorgers en mantelzorgers. Alzo kunnen de ouderen zo lang mogelijk in zijn thuisomgeving verblijven. Verder verwijzen wij naar de cluster thuiszorg. Besluiten en knelpunten - In Oosterzele is de programmatie niet ingevuld. Logischerwijze is het aan de bestaande instellingen, met name De Zilverlinde en het OLV Ter Veldbloemen, om kortverblijf en dagopvang te organiseren. Het lokaal beleid kan de instellingen evenwel stimuleren dit te doen. - De programmatie van dagcentra is voor het grootste deel ingevuld. Er dient echter rekening gehouden te worden met een algemeen bekend knelpunt bij de dagcentra. Ook al is de bezettingsgraad van een dagcentrum voor 100 % ingevuld, dan is het gebruik door de senioren tevens afhankelijk van volgende zaken : - het vervoer - de kritiek van senioren : zij willen er niet naartoe omdat ze daar mensen zien die in een veel slechtere fysische/psychische staat zijn dan zijzelf - samenstelling van verschillende groepen mensen kan problemen geven - onderbezetting van personeel - lange wachtlijsten - uit onderzoek blijkt dat dagcentra niet zo bekend zijn bij de mantelzorgers - mensen maken er laat gebruik van, als het echt niet meer gaat - De programmatie van kortverblijf is echter niet volledig ingevuld, terwijl we zien dat mensen er gebruik van maken. - Wij wensen het belang van dagcentra en kortverblijf te benadrukken! Thuiszorg is onontbeerlijk geworden in onze maatschappij (cfr. supra). Het werk van thuisverzorgers en mantelzorgers is niet te onderschatten. Zij moeten voldoende ademruimte krijgen, willen ze het kunnen blijven volhouden. Hierbij kunnen de voorzieningen kortverblijf en dagopvang helpen. Actiepunt : - Voor Oosterzele zijn er geen cijfers gekend inzake het gebruik van kortopvang en dagcentra. Via de thuiszorgpremie kunnen we op termijn hiervan een registratie doen. Toch stellen wij voor om meer publiciteit te maken voor deze voorzieningen o.a. in de gemeentebrochure.
99 van 138
2.8.4. Residentiële opvang Als zelfstandig thuiswonen niet meer mogelijk is, kunnen ouderen terecht in voorzieningen waar ze permanent kunnen verblijven en die aangepast zijn aan hun behoeften. Hierbij maken we een onderscheid in Rustoorden voor bejaarden (ROB) en Rust-en verzorgingstehuizen (RVT). Wie slechts een beperkt aantal zorgen nodig heeft, kan terecht in een rustoord (ROB). Een rust-en verzorgingstehuis (RVT) is aangewezen voor ouderen die meer zorgbehoevend zijn. Het is een tussenvorm tussen ziekenhuis en rusthuis. Het bejaardendecreet van 1985 omschrijft een rusthuis als volgt: “Bestaat uit één of meerdere gebouwen die functioneel een inrichting voor collectief verblijf vormen waar, onder welke benaming ook, aan bejaarden die er op duurzame wijze verblijven, huisvesting wordt gegeven alsmede geheel of gedeeltelijk, de gebruikelijke gezins- en huishoudelijke verzorging.” De programmatiecijfers van de bejaardenvoorzieningen voor Oosterzele zijn de volgende : Programmatiecijfer in
is
er zijn
2006
Op basis van de bevolkingsprojectie van 2011
153
160
2007
2012
159
Oosterzele zit inzake bejaardenvoorzieningen boven het programmatiecijfer. In Oosterzele zijn er 2 instellingen ROB en/of RVT : De Zilverlinde (ROB + RVT) Dreef 2 9860 Oosterzele – Scheldewindeke Tel. 09/ 363 83 93
OLV Ter Veldbloemen (ROB) Meerstraat22 9860 Oosterzele Tel. 09/ 362 71 52
De Zilverlinde heeft 70 ROB bedden en 45 RVT bedden. De mensen van Oosterzele krijgen inzake opname steeds voorrang op mensen van buiten onze gemeente Oosterzele. De populatie van De Zilverlinde bestaat uit 85% Oosterzelenaren en 15% senioren afkomstig uit andere gemeenten buiten Oosterzele. Er is een wachtlijst voor ROB : 3 tot 5 jaar RVT : 1 tot 12 maanden OLV Ter Veldbloemen heeft 45 ROB bedden. Ook hier krijgen de mensen van Oosterzele voorrang inzake een opname. De populatie van het rusthuis bestaat uit 40% Oosterzelenaren. De wachtlijst omvat 5 potentiële kandidaten. Er bestaan geen cijfers inzake de opname van inwoners van Oosterzele in seniorenvoorzieningen buiten Oosterzele. Volgend overzicht toont de instellingen ROB/RVT in de omliggende gemeenten van Oosterzele, zijnde Gavere, Melle, Merelbeke, St. Lievens-Houtem, Wetteren, Zottegem en Zwalm.
100 van 138
ROB/RVT
Aantal bedden
Kunnen inwoners van Oosterzele er terecht?
Woon- en Zorgcentrum Kanunnik Triest Kloosterstraat 33 9090 Melle Tel. 09/ 252 60 56
48 RVT 44 ROB
Ja Momenteel 1 pers.
Rust-en verzorgingstehuis Helianthus Brusselsesteenweg 322A 9090 Melle Tel. 09/ 252 55 52
25 RVT 17 ROB
Ja Momenteel 1 pers.
Prov. Zorgcentrum Lemberge Salisburylaan 100 9820 Merelbeke Tel. 09/ 272 20 00
63 SP 114 ROB 59 RVT
Ja Momenteel 5 pers.
OCMW Merelbeke – seniorencentrum Het Lindeken Poelstraat 37 9820 Merelbeke Tel. 09/ 210 71 20
136
Woon- en Zorgcentrum Ter Kimme Kloosterstraat 3 9520 St. Lievens-Houtem Tel. 053/ 60 51 10
56 ROB 70 RVT
Woon- en Zorgcentrum Ter Bruisbeke Bruisbeke 29 9520 St. Lievens-Houtem Tel. 053/ 62 15 46
12 ROB
OCMW Wetteren – rusthuis Schelderust Wegvoeringstraat 55 9230 Wetteren Tel. 09/ 368 85 11
120
RVT St. Jozef Wegvoeringstraat 65 9230 Wetteren Tel. 09/ 366 00 94
43 RVT 79 ROB
Mariahuis Kloosterstraat 6 9890 Gavere Tel. 09/ 389 65 00
Neen
Ja Momenteel 21 pers.!!
Ja Momenteel 1 pers.
neen
Ja Maar tot hiertoe geen opnames
101 van 138
OCMW Zottegem – Woon-en Zorgcentrum Ter Deinsbeke Deinsbekestraat 23 9620 Zottegem Tel. 09/ 364 56 00
55 ROB 132 RVT
Ja
Residentie De Vlamme De Vlamme 24 9620 Zottegem Tel. 09/360 23 64
19 ROB 30 RVT
Ja Maar tot hiertoe geen opnames
Woon- en Zorgcentrum Bruggenpark Bruggenhoek 36 9620 Zottegem Tel. 09/ 360 69 78
51
Woon- en Zorgcentrum De Raeve Heldenlaan 72 9620 Zottegem Tel. 09/ 364 48 48
35 ROB
Ja Momenteel 6 pers.
Woon- en Zorgcentrum Floreal Buke 108 9620 Zottegem Tel. 09/ 360 01 04
6 ROB 25 RVT
Ja Momenteel 2 pers.
Huize Roborst Kloosterstraat 1 9630 Zwalm Tel. 055/ 49 61 66
63 ROB 29 RVT
Ja Momenteel 2 pers.
ROB = Rustoord voor bejaarden RVT = Rust-en verzorgingstehuis SP: voor patiënten met een ongeneeslijke ziekte die zich in een terminale fase bevinden en palliatieve zorg behoeven
Besluiten en knelpunten −
Mede door de interne vergrijzing zien we dat het merendeel van de populatie van senioren in rusthuizen zwaar zorgbehoevende senioren ouder dan 80 jaar zijn. Dit heeft ook te maken met : - de senioren blijven zo lang mogelijk thuis, alleen als het echt niet meer gaat, laten ze zich opnemen in een rusthuis - rusthuizen vragen meer RVT bedden. Een RVT-patiënt scoort hoog inzake zorgbehoevendheid De sociale diensten van de ziekenhuizen melden een structureel tekort aan ROB bedden voor bejaarden die niet meer in staat zijn om zelfstandig te functioneren binnen hun thuismilieu omwille van medische, psychische of sociale problemen.
−
De keuze van een seniorenvoorziening is afhankelijk van : - woonplaats van de oudere: men wil in de eigen omgeving blijven
102 van 138
-
geboorteplaats van de oudere : men wil terug naar de gemeente alwaar men als kind verbleven heeft, men komt dan terug vrienden en schoolkameraden tegen in de seniorenvoorziening ‘mond aan mond reclame’ woonplaats van de kinderen/familie de dienst/persoon die doorverwijst (sociale dienst ziekenhuis, huisarts,..)
−
Grote wachtlijsten geven de indruk dat de senioren lang moeten wachten vooraleer zij kunnen opgenomen worden. Wachtlijsten geven echter niet altijd een objectief beeld : - senioren laten zich dikwijls in meerdere rusthuizen inschrijven zodat zij op verschillende wachtlijsten staan - wachtlijsten worden dikwijls pas geactualiseerd indien er een plaats vrijkomt. - De Zilverlinde en het OLV Ter Veldbloemen werken samen met het SintFranciscustehuis van Brakel. Senioren kunnen dikwijls daar tijdelijk opgenomen worden in afwachting dat er een plaats vrijkomt in bovenvermelde instellingen.
−
De seniorenvoorzieningen De Zilverlinde (Scheldewindeke), OLV Ter Veldbloemen (Oosterzele) en Ter Kimme (Sint-Lievens-Houtem) zijn de toppers. Regio Wetteren en 1 rusthuis (De Vlamme) in Zottegem krijgen geen aanvragen binnen. Het is alsof de Oosterzelenaren hun weg naar ginder niet vinden.
−
De programmatie voor Oosterzele is ingevuld
−
De daling van het aantal cliënten/senioren opgenomen in rustoorden waarvoor het OCMW financiële tussenkomst geeft, is gedaald om volgende reden : - de zorgverzekering - de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden bij opname wordt niet meer verminderd met 2/3 indien het OCMW een tussenkomst verleent
jaar 2001 2002 2003 2004 2005
Aantal bejaarden met tussenkomst 17 13 12 9
Netto-tussenkomst 41 953 39 082,65 12 130 11 072,84 14 051,10
Actiepunt: De mogelijke seniorenvoorzieningen beter bekend maken bij de bevolking o.a. door publicatie in gemeentebrochure. 2.8.5. Huisvesting Een woning is meer dan iets materieel. Mensen geven er een gevoelsaspect aan. Aan een woning zijn ook veel herinneringen verbonden. Als men verhuist, zal men de oude woonomgeving moeten loslaten. Omdat die woonomgeving zo belangrijk is voor de ouder wordende persoon, zal deze persoon geraakt worden door die verandering. Doordat de senior als persoon een achteruitgang kent, zowel op fysiek, psychisch en sociaal vlak, zal hij of zij het moeilijker hebben om die veranderingen te verwerken. Verhuizen is dus een verlieservaring. Dit is natuurlijk weer afhankelijk van persoon tot persoon. Wat de verwerking van een verhuis ook positief of negatief kan beïnvloeden, is het al dan niet kunnen verhuizen met de partner. Als men een partner heeft, kan men gemakkelijker zijn of haar gevoelens kwijt en zal men vlugger een steunfiguur vinden. Onderzoek wees immers uit dat senioren moeilijk alleen de keuze konden maken of ze al dan niet gingen verhuizen. Een tweede factor die het verwerkingsproces negatief kan beïnvloeden is de reden waarom men moet verhuizen. Als dit is omwille van de gezondheidstoestand van de senior, zal dit
103 van 138
een negatieve bijwerking hebben op het verwerkingsproces. De senior moet immers afstand doen van de woning en van de goede gezondheid. Toch kunnen we verschillen opmerken in de wens naar zelfstandig blijven wonen als we naar de leeftijd gaan kijken. Personen ouder dan 50 jaar werden bevraagd naar hun wenselijke woonvorm als ze moesten verhuizen omwille van hun leeftijd. De respondenten werden ingedeeld in verschillende leeftijdsklassen Woonvorm bij voorkeur per leeftijdsklasse Woonvorm bij voorkeur Leeftijd
Rusthuis
Serviceflat
Kleine zelfstandige woning
Andere
50 tot 55 jaar
3.8
28.3
54.7
13.2
55 tot 60 jaar
4.9
37.3
39.9
17.9
60 tot 65 jaar
7.4
31.4
38.9
22.3
65 tot 70 jaar
9.6
30.1
27.9
32.4
70 jaar en ouder
13.3
23.5
27.6
35.6
Bron: VANDEN BOER, L., Over wonen-met-zorg van ouderen. Leuven, Garant, 1999. We zien toch duidelijk dat een rusthuis de minst gegeerde woonvorm is. De voorkeur naar een rusthuis stijgt wel naarmate men ouder wordt. Ook uit andere onderzoeken bleek trouwens dat een rusthuis het minst wenselijk was. Voorkeuren gaan steeds uit naar de kinderen die hen zo lang mogelijk proberen te verzorgen en naar de thuiszorgdiensten. Besluiten en knelpunten In Oosterzele is ruim 80% van de bewoners eigenaar van zijn woning. Hierdoor zijn de belangrijkste aandachtspunten: het aanpassen van de woning aan de noden van de senior en de thuiszorg. De ervaringen in ons OCMW leren ons dat tot hiertoe het merendeel van de personen die uit huis gezet worden door een deurwaarder, de personen die op zoek zijn naar een woning, de personen die een noodwoning aanvragen, steeds jongere mensen zijn en weinig of geen senioren zijn. Oosterzele heeft geen serviceflats. In de toekomst zullen er in de Pastoor De Vosstraat in Scheldewindeke gebouwd worden door Solva. De sociale woningmaatschappij Merelbeekse Sociale Woningen heeft 6 woningen die bestemd zijn voor senioren in Scheldewindeke. Verder zijn er 4 woningen te Balegem waarbij men rekening houdt om deze toe te kennen aan senioren. Wij verwijzen ook naar de cluster ‘huisvesting’. 2.8.6. Sociale contacten Door hun afgenomen mobiliteit en doordat gezinnen met drie generaties nog maar heel zelden voorkomen in onze samenleving, belanden senioren vaak alleen thuis. Kinderen zijn de hele dag werken wat regelmatig bezoek ook niet altijd evident maakt. Maar ook senioren met veel sociale contacten kunnen zich eenzaam voelen.
104 van 138
De ouder wordende persoon heeft te maken met vele verliessituaties1. Zo is er een geleidelijk verlies van lichamelijke functies. De senior verliest zijn zelfredzaamheid en competentie. Daarnaast zal men eventueel afscheid moeten nemen van de broers, zussen, kennissen, buren. Zij worden immers ook een dagje ouder waardoor een overlijden het gevolg kan zijn. Maar het ingrijpendste verlies is misschien dat van de partner. Men verliest jarenlange steun en kan maar moeilijk wennen aan de nieuwe situatie. Hoe ouder men wordt, des te groter de kans dat men zal moeten afscheid nemen en te kampen heeft met verliessituaties. We mogen zeker niet stellen dat er altijd een gevoel van eenzaamheid is als men helemaal alleen is. Eenzaamheid kan ook voorkomen als men veel gezelschap heeft. In deze laatste situatie ontbreekt de diepgang, de verbondenheid, de kwaliteit van de relaties met de anderen. Eenzaamheid kan ook voorkomen als men ontevreden is over het aantal relaties dat men heeft. Vereenzaming is een gevoel van lijden, een gemis, het ervaren van de afwezigheid van begrip en liefde. Eenzaamheid is een subjectief gegeven: iedere persoon zal eenzaamheid op een eigen manier ervaren. Indien men lijdt onder een gemis aan kwalitatieve of kwantitatieve relaties, spreken we dus over vereenzaming. Indien eenzaamheid langdurig aanhoudt, heeft dit negatieve gevolgen op het algemeen welzijn van de senior. Er kunnen lichamelijke klachten ontstaan zoals ademhalingsmoeilijkheden, spierpijn, vermoeidheid. Maar ook depressie, angst en stress zijn mogelijke gevolgen. Eveneens kan er zich een vicieuze cirkel van vereenzaming ontwikkelen. Men krijgt een minderwaardigheidscomplex en durft hierdoor minder sociale contacten leggen. De senior denkt dat de anderen hem toch niet de moeite vinden om een interessant gesprek aan te gaan. Mogelijkheden om eenzaamheid te bestrijden : - fysische achteruitgang -> verbetering van het gehoor of zicht door hoorapparaten of bril - organiseren van allerhande activiteiten om alzo verschillende senioren bij elkaar te laten komen in groep om zo contacten te onderhouden - de bejaarde zo veel mogelijk te stimuleren om eventuele vrienden van vroeger uit te nodigen 2.8.7. Tijdbesteding De meeste ouderen zeggen voldoende tijd te hebben voor zichzelf en de dingen te kunnen doen die ze willen doen. Slechts een minderheid vindt dat er teveel van hem of haar wordt verwacht. De meest populaire vrije tijdsactiviteiten zijn wandelen of fietsen, op café of uit eten gaan, reizen en uitstapjes maken, tuinieren en luisteren naar radio of muziek. Bovendien blijkt dat ouderen bijna één activiteit op drie alleen doen. Verder wordt vooral het gezelschap van de echtgeno(o)t(e) of partner, van vrienden en kennissen en de kinderen op prijs gesteld tijdens vrije tijdsactiviteiten. Voor de meeste activiteiten daalt het percentage, zowel voor mannen als voor vrouwen, evenwel ook met de leeftijd. Een uitzondering is het spelen met de kaarten en gezelschapsspelen. Meer dan een derde van de ouderen rapporteert dat er activiteiten zijn die men vroeger , zo rond hun vijftigste, deed en die ze nu erg missen. Dit aantal neemt toe met de leeftijd. In orde van belangrijkheid worden onder meer gemist: reizen en uitstappen maken, fietsen, andere sporten, knutselen en handwerk, wandelen. Het hebben van lichamelijke beperkingen geldt als voornaamste reden voor het niet meer beoefenen van de activiteit. Ouderen leggen zich ook toe op activiteiten die men vroeger niet deed. Ook hier staan fietsen, wandelen en knutselen, handwerk en creatieve hobby’s vooraan.
105 van 138
Het verenigingsleven neemt eveneens een belangrijke plaats in het dagdagelijks leven op oudere leeftijd. Iets meer dan de helft van de 55-plussers zegt anno 2001 lid te zijn van één of andere vereniging. Een kwart van de ouderen is lid van een bond van gepensioneerden. In het laatste decennium is het lidmaatschap van een vereniging in het algemeen, van een bond van gepensioneerden in het bijzonder, gedaald. Lidmaatschap betekent niet dat er regelmatig wordt geparticipeerd. De helft van degenen die lid zijn van een bond van gepensioneerden neemt regelmatig deel aan de activiteiten van die bond, een kwart neemt er nooit aan deel. Een op tien ouderen doet regelmatig aan vrijwilligerswerk. Naast een beeld van de vrije tijd, laat het onderzoek ook toe een zicht te krijgen op de tijdsbesteding van ouderen: tijdsbesteding is immers ruimer dan vrije tijdsbesteding en omvat bijv. ook de tijd besteed aan arbeid, zorg, … Het dagdagelijks leven van ouderen wordt gekenmerkt door een grote regelmaat. Op het slapen volgt opstaan, de dagelijkse lichaamshygiëne en het ontbijt, een ritueel dat voor ongeveer de helft van de respondenten om 9 uur ‘s morgens achter de rug is. Huishoudelijke en zorgtaken vullen de voormiddag, al komen er ook ontspannende activiteiten voor. Het middagmaal (voor de helft van de ouderen gebeurt dat om twaalf uur) wordt gevolgd door een middagdutje. In de namiddag is er (opnieuw) tijd voor huishoudelijke activiteiten en zorgtaken, voor ontspanning en diverse activiteiten binnen- en buitenshuis. De avond staat grotendeels in het teken van ontspanning (TV-kijken en muziek/radio beluisteren) en wordt hoofdzakelijk binnenshuis doorgebracht. Plaatselijke actoren : Vrijwilligerswerk
MMC Oosterzele De Zilverlinde OLV Ter Veldbloemen scholen De Pelgrim De Kiem Ziekenzorg De Beweging Seniorenverenigingen Gezins- en Welzijnsraad Seniorenraad Cultuurraad Bibliotheek
Verenigingen voor senioren
OKRA Oosterzele OKRA Scheldewindeke OKRA Balegem OKRA Moortsele OKRA Landskouter OKRA Gijzenzele NEOS Oosterzele
Activiteiten/Vormingen
Seniorenwerking (OCMW) Koffie+ (Bibliotheek) Vijf voor Vijf (Seniorenraad) Seniorenverenigingen Ziekenzorg
Lokaal dienstencentrum
/
Besluiten en knelpunten
106 van 138
Hoe meer activiteiten voor de senioren hoe beter. Maar het aanbod moet gevarieerd blijven en we moeten zorgen dat hetzelfde onderwerp geen 2 keer op één jaar gegeven wordt. Daarom is afstemming heel belangrijk. 2.8.8. Mobiliteit Oosterzele is een plattelandsgemeente. Het merendeel van de bevolking heeft een eigen wagen. Senioren dienen de wagen aan kant te zetten door de algemene achteruitgang van het lichaam (beperking van het gehoor, het zicht, angstgevoelens). Toch is het mobiel blijven van de senioren van kapitaal belang om niet geïsoleerd te geraken. De senioren kunnen dan een beroep doen op volgende actoren : NMBS De Lijn De Belbus Minder Mobielen Centrale Oosterzele 2.8.9. Communicatie en participatie Naast de afname van de lichamelijke functies gaan ook de intellectuele functies erop achteruit. Zo kan het leren en terug weergeven van informatie wat meer tijd gaan vragen. Het is vooral de recente informatie die men geleerd heeft, die men moeilijk weer kan oproepen. Ook werken met cijfers en letters kan moeilijker worden. Zo kan tellen van 1 tot 10 zeer gemakkelijk gaan maar tellen van 10 tot 1 al wat meer tijd in beslag nemen. Bijgevolg dient de informatie naar senioren toe steeds eenvoudig en gestructureerd te zijn. Hierbij verwijzen wij ook naar de cluster ‘communicatie’
107 van 138
II.
PROTOCOL TUSSEN GEMEENTE EN OCMW
Op 22 november 2005 en 21 december 2005 werd respectievelijk door de OCMW-raad en door de gemeenteraad het stappenplan lokaal sociaal beleid goedgekeurd. Daarin vervat werd een protocol goedgekeurd dat de afspraken voor een welzijnsbeleid vastgelegde “voor de jaren die voorafgaan aan de uitvoering van het lokaal sociaal beleidsplan voor 20082013”.
108 van 138
PROTOCOL TUSSEN DE GEMEENTE EN HET OCMW OOSTERZELE 2005 – 2007 Een stap voorwaarts naar een geïntegreerd lokaal sociaal beleid
De gemeente Oosterzele en het OCMW van Oosterzele komen overeen om voor de jaren die voorafgaan aan de uitvoering van het lokaal sociaal beleidsplan voor 2008-2013 een welzijnsbeleid te voeren dat: 1. de opdrachten van de beide instanties stroomlijnen 2. de eigen rol verduidelijkt naar de inwoners 3. moet (bege)leiden naar een geïntegreerd lokaal sociaal beleid dat vervat zal worden in een plan dat in gezamenlijk overleg en samenwerking tot stand wordt gebracht in de periode 2006-2007. 1. Het welzijnsbeleid wordt gedragen door het OCMW en de gemeente. Beide besturen engageren zich om gezamenlijk na te denken over het lokaal sociaal beleid en deze vorm te geven. In afwachting van een volwaardig lokaal sociaal beleidsplan engageren de beide besturen zich tot dit protocol. 2. Door deze afspraken zal men streven naar een optimale dienstverlening aan de inwoners van Oosterzele. De verdeling van het huidige takenpakket tussen de gemeente en het OCMW moet in het licht daarvan bekeken worden. 3. De samenwerking krijgt concreet gestalte in het optimaal gebruik van het overlegcomité dat over het globale welzijnsbeleid beslist. Beide besturen zetten zich in om dit overleg zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Het zal daarom minstens 4 maal per jaar bijeen komen. 4. De besturen zullen zich daarnaast daadwerkelijk inzetten voor de totstandkoming van het lokaal sociaal beleidsplan door actief mee te werken aan de coördinatiegroep en de stuurgroep in het kader van het “Stappenplan lokaal sociaal beleidsplan 2005”. 5. Aan de participatie van de inwoners zal een bijzonder belang gehecht worden. Daarvoor zullen de beide besturen alle beschikbare gestructureerde en niet-gestructureerde inspraak- en adviesorganen stimuleren om deel te nemen aan de inspraakinitiatieven die voortaan zullen georganiseerd worden. 6. De gemeente en het OCMW maken afspraken over de communicatie aan de inwoners over het lokaal welzijnsbeleid. Zij zullen de bevolking systematisch informeren over de bestaande
109 van 138
regelgeving, het eigen beleid en de dienstverlening. De inwoners moeten klaar en duidelijk weten wie aanspreekbaar is voor hun vragen en mededelingen. 7. De welzijnstaken van de gemeente en het OCMW zijn complementair aan elkaar. Zij worden in dit protocol duidelijk afgebakend. 8. Wanneer de operationele plannen voor wat betreft welzijn en sociale zaken van zowel OCMW als van de gemeente besproken worden dan is de schepen van welzijn aanwezig op de raad van het OCMW en is de voorzitter van het OCMW daarbij aanwezig op het college van burgemeester en schepenen. 9. Uiteraard doet dit protocol geen enkele afbreuk aan de wettelijk voorziene bepalingen over de gemeente en het OCMW, hun onderlinge overleg, financiën, enzovoort. 10. De gemeente en het OCMW spreken de volgende onderlinge taakverdeling af die voorlopig gebaseerd is op de huidige werkingen. Deze taakverdeling kan aangepast worden door onderling akkoord of een nieuw beleidsplan.
110 van 138
Gemeente
OCMW
Sociale dienstverlening
6 sociale toelagen - toelage palliatieve thuiszorg
Administratieve ondersteuning
Aanvraag sociaal telefoontarief – aanvraag studiebeurs – invullen belastingsaangifte
Sociale dienst – Eerstelijnshulp Schuldbemiddeling - Juridisch advies Financiële en materiële steun Psychosociale begeleiding Algemene administratieve ondersteuning – aanvraag vervangingsinkomen – aanvragen nationale en provinciale tussenkomsten Aanvraag sociaal telefoontarief – aanvraag studiebeurs – invullen belastingsaangifte- sociaal tarief elektriciteit en water -……… * Aanvraag sociale bijstandsrekeningen * Uitschrijven attesten (bijvoorbeeld voor vermindering bus en trein, voor de mutualiteit,…) Gezinszorg – Poetshulp – maaltijdbedeling – mindermobielencentrale – personenalarm -zorgverzekering Klusjesdienst Administratieve ondersteuning Sociale tewerkstelling in het kader van art 60§7 Samenwerking lokale werkwinkel en PWA
BELEIDSDOMEIN -
Derden
Bemerkingen
PWA – DOO: poetsen, tuinwerkzaamheden, strijken en herstellingen
Poetshulp voor bejaarden of sociale situaties Poetsdienst met diensten-cheques voor iedereen
DOELGROEP
Thuiszorg
Werken tewerkstelling
Ondersteuning lokale werkwinkel en PWA Streekontwikkelingsbeleid en sociale economie (RESOC)
Streekontwikkelingsbeleid en sociale
111
Wonen
Gelijke kansenbeleid Gezondheid Kinderen en jeugd
Gehandicapten
Gezinnen
Sociale woningbouw
Informatie en sensibilisering – levenslang leren Informatie – preventieacties rookstopcursussen Jeugdraad – speelpleinwerking – jeugdhuizen – buitenschoolse kinderopvang – kortingen activiteiten – voorlezen verkeersveiligheid Aanvraag invaliditeit - Prijs voor toegankelijkheid Aanvraag parkeerplaats gehandicapten
Gezins- en welzijnsraad
economie (RESOC) Sociaal verhuurkantoor – doorgangswoningen Klusjesdienst? Inschrijvingen sociale huisvestingsmaatschappijen Begeleiding huisvesting aan daklozen en uithuiszettingen Zie kinderopvang en seniorenwerking Dienst opvanggezinnen Samenwerking met de speelpleinwerking schooltoelage Financiële steun ( zoals voorschotten op tegemoetkomingen voor gehandicapten) Administratieve ondersteuning (aanvragen parkeerkaart, alle sociale voordelen daaromtrent) Budgetbegeleiding en budgetbeheer Lokale Advies Commissie (Begeleiding bij betaalproblemen energielevering) Oplaadpunt budgetmeter Leefloon Financiële en materiële steun (steun in natura, voorschotten op 112 van 138
Senioren
Allochtonen
Aanvraag pensioen Aanvraag inkomensgarantie Plus-3-pas – aangifte polioinentingen – serviceflats – jaarlijks uitstap senioren
werkloosheidsuitkering,…) Budgetbegeleiding en budgetbeheer Administratieve ondersteuning (hulp bij allerlei aanvragen zoals kinderbijslag, werkloosheidsuitkering premies zoals elektriciteit/gemeente/provincie/telefoon, invullen belastingsaangifte) Lokale Advies Commissie (Begeleiding bij betaalproblemen energielevering) Oplaadpunt budgetmeter Secretariaat seniorenraad Seniorenwerking Financiële steun (steun in natura, voorschotten op pensioen,…) Budgetbegeleiding en budgetbeheer Administratieve ondersteuning (hulp bij allerlei aanvragen zoals inkomensgarantie, pensioen, premies zoals elektriciteit/gemeente/provincie/telefoon, invullen belastingsaangifte) Tussenkomst bejaardentehuizen Lokale Advies Commissie (Begeleiding bij betaalproblemen energielevering) Oplaadpunt budgetmeter zorgverzekering LOI = materiële steun en financiële steun
113 van 138
Daklozen
Noodwoning
Ontwikkelingssamenwerking
Steun aan 11.11.11 GROS
Communicatie
Gemeentelijk infoblad Gemeentelijke website Infogids 2005-2006 – meldpunt pleeggezinnen – Koffie+
Administratieve ondersteuning ( Uitschrijven attesten bijvoorbeeld voor vermindering bus en trein, voor de mutualiteit,…, hulp bij allerlei formulieren van mutualiteit, kinderbijslag,…) * Aanvraag sociale bijstandsrekeningen Doorgangswoning SVK Referentieadres aanbieden Inschrijven sociale huisvestingsmaatschappijen Begeleiding bij het zoeken naar een woning Administratieve ondersteuning Leefloon Materiële en financiële steun Budgetbegeleiding en budgetbeheer
Folders dienstverlening OCMW-website Opendeurdag OCMW
114 van 138
Dit protocol werd goedgekeurd op het overlegcomité van 21 oktober 2005 op de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 oktober 2005 op de gemeenteraad van 21 december 2005
Namens het OCMW,
Namens de gemeente,
Marijke De Meyer
Rudy Lenssens
Dirk Blondeel
Johan Van Durme
Secretaris
Voorzitter
Secretaris
Burgemeester
115 van 138
III.
PARTICIPATIE In Oosterzele is de participatie en betrokkenheid in verschillende fases tot stand gekomen, afhankelijk van de functie en inbreng van de verschillende partners. We onderscheiden ook twee afzonderlijke fases: enerzijds de totstandkoming van het meerjarenplan en anderzijds de opvolging van de uitwerking ervan. Bij het tot stand komen van het beleidsvoorbereiding en beleidsbepaling 1.
meerjarenplan:
de
fase
van
De lokale organisaties Door de administratie werd een ruime omgevingsanalyse opgemaakt van de lokale situatie in Oosterzele. Enerzijds werden demografische kenmerken, de onderwijs- en tewerkstellingssituatie en de woningmarkt in kaart gebracht. Anderzijds werden een aantal doelgroepen belicht: jongeren, ouderen en etnisch-culturele minderheden. Uit deze omgevingsanalyse bleek dat de grootste uitdagingen voor het toekomstige beleid zich situeren op vlak van wonen, tewerkstelling, onderwijs, ouderzorg en kinderopvang. De lokale besturen beslisten om rond deze 5 beleidsdomeinen werkgroepen op te richten. Deze werkgroepen bestonden uit lokale partners die op het betrokken beleidsdomein actief zijn in Oosterzele. Respectievelijk werden bv. de bouwmaatschappijen, de scholen, het CLB, Kind en Gezin, VDAB, RVA, de kinderopvangsector en ambtenaren van lokale en hogere overheden aangetrokken om deel uit te maken van de werkgroepen. Deze werkgroepen hebben op basis van de omgevingsanalyse en hun eigen ervaringen een SWOT-analyse opgemaakt van het beleidsdomein dat ze bestudeerden. Deze SWOT-analyse bracht een aantal knelpunten en kansen naar voor, van waaruit ze aanbevelingen voor het beleid distilleerden. Deze knelpunten en aanbevelingen resulteerden in een nota die werd overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen en aan de OCMW-raad. Op basis van deze nota werden, ook met de medewerking van de lokale partners, doelstellingen en acties geformuleerd die de basis vormden voor de uiteindelijke meerjarenplanning.
2.
De burger Van zodra de lange en korte termijn doelstellingen omschreven waren, werden de adviesraden betrokken. De adviesraden zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van organisaties en burgers. Achtereenvolgens werden gezins- en welzijnsraad, jeugdraad, lokaal overlegplatform basisonderwijs, seniorenraad, huisvestingscommissie, cultuurraad, lokaal overleg kinderopvang, SIT en milieuraad ingelicht en gehoord. De Jeugdraad op 26 november 2007: “Op de jeugdraad van 26 november werd de relevante items voor jeugd uit het lokaal Sociaal Beleidsplan toegelicht. Bijzondere aandacht werd geschonken aan de buitenschoolse kinderopvang.
116 van 138
Tijdens de bespreking werden verschillende signalen gegeven dat de nood aan een professioneel georganiseerde en gevestigde kinderopvang groot is. Momenteel wordt in bepaalde condities beroep gedaan op jongeren-vrijwilligers wat zeker geen ideale situatie is voor het jeugdwerk. De specifieke situatie van kinderopvang zou moeten begeleid worden door mensen die daar dan ook een bepaalde opleiding voor gehad hebben en die daar ook de specifieke kennis voor verworven hebben. Jongeren vanuit het jeugdwerk rekruteren om de noodzaak aan personeel in de kinderopvang op te vangen is niet opportuun. Ook de gebrekkige infrastructurele situatie werd aangekaart. Telkens materiaal moeten verhuizen, voor elke vakantie een afgestemde en aangename ruimte moeten creëren van de polyvalente ruimte van een school is niet ideaal. De nood aan een kwaliteitsverbetering van de buitenschoolse kinderopvang dringt zich dan ook op.” De Vrije basisscholen op 20 december 2007: “1. In verband met de opvang : 2.1.7. Onderzoek van de mogelijkheid om meer opvangdames te werk te stellen in scholen met meer kinderen in voor- en naschoolse opvang. Wanneer de groep te groot wordt is het onmogelijk dat een opvangdame en toezicht en activiteiten organiseert en daarbij ook nog de administratie eigen aan de opvang bijhoudt. Vooral op piekmomenten zou men dan over meerdere personen kunnen beschikken. Voor- en naschoolse opvang op elke school blijft natuurlijk de prioriteit bij uitstek. Hierbij willen we ook aandacht vragen voor het feit dat in Landskouter nog geen opvang door de gemeente georganiseerd wordt en dat in kader van het sociaal voordeel hiervoor prioritair zal moeten gezorgd worden of voor de mogelijkheid dat de kinderen van Landskouter eventueel in Moortsele kunnen opgevangen worden. 2.1.9. Actief op zoek blijven naar gemotiveerde mensen die op kleine schaal kinderen kunnen opvangen, zowel voor- en naschools, binnen dienst voor onthaalouders. 2. In verband met het sociaal onderwijsbeleid 2.2.1. Ontwikkelen van een overlegstructuur tussen de verschillende scholen en lokale actoren mbt tot het uitbouwen van een sociaal onderwijsbeleid met het oog voor armoede en sociale uitsluiting. Wij zijn ervan overtuigd dat dit het best kan tijdens de overlegvergaderingen, tussen de verschillende scholen en het gemeentebestuur, zoals we die nu reeds op regelmatige basis houden. 2.2.2. Financiële drempels voor buitenschoolse activiteiten wegwerken d.m.v. het sociaal-cultureel participatiefonds. 2.2.3. Bestendigen van betalen van reguliere schoolkosten i.k.v. budgetbegeleiding. Wat deze twee punten betreft zijn wij ervan overtuigd dat deze heel nuttig zijn maar niet eenvoudig. Discreet overleg tussen OCMW en de school zou hierin een positieve bijdrage kunnen leveren. Het is niet eenvoudig te achterhalen waar het gaat over slecht beheer van financiën en een gebrek aan inkomsten. Onbetaalde schoolrekeningen hebben vaak schoolverandering tot gevolg.
117 van 138
2.2.4.Professionele omkadering voorzien voor ondersteuning van kinderen met problemen op school. Ook dit vinden wij een zeer belangrijk item dat slaag kansen voor kinderen in het verder leven.. Hierbij denken we vooral aan het opvangen van kinderen: - bij gezinsdrama’s zoals : vechtscheidingen, geweld binnen het gezin, langdurige ziekte… - kansarme gezinnen - integratie van vluchtelingen… Het bieden van leeskansen, huiswerkbegeleiding, opvang voor sociaal en emotionele problemen,…kunnen hier soms wonderen doen.” De Gezins- en welzijnsraad op 5 december 2007: “Voorstellen en commentaar: - Onthaalouders voor kinderopvang: lokaal overleg wordt binnenkort heropgestart - Strijkdienst is voorzien (4.2.1.); PWA/DOO werken eraan - Alleenstaande ouders blijven weerhouden voor specifieke maatregelen - Sociale toelagen (5.1.7.) worden voortaan behandeld door het OCMW. De raad zal de reglementen doorlichten en actualiseren. - Een steunpunt voor vrijwilligerswerk (1.3.) De nieuwe opmaak van het gemeentelijk informatieblad in krantvorm moet betere informatie mogelijk maken.” Lokaal overleg kinderopvang: “Actief op zoek blijven naar gemotiveerde mensen die op kleine schaal kinderen kunnen opvangen, zowel voor-en naschools, binnen dienst voor onthaalouders Een degelijke opvang met voldoende personeel in de eigen scholen blijft voor mij prioritair. - De kinderen worden 's ochtends best afgezet in hun vertrouwde omgeving. - Aansluitend op deze voorschoolse opvang kunnen de kinderen spelen op de speelplaats, waarna ze de lesdag aanvangen. - Na schooltijd blijven zij in hun vertrouwde omgeving. - Al eens gedacht aan de organisatie van het vervoer tussen de opvangplaats en de school en omgekeerd. Met welke bussen zal dit gerealiseerd worden en wie gaat dit betalen? De kwaliteit van de opvang kan mijn inziens maar gewaarborgd blijven wanneer er voldoende opvangdames per school - afhankelijk van het aantal kinderen dat gebruik maakt van de voor- en naschoolse opvang - ingeschakeld worden. De taken die de opvangdames uitvoeren zijn niet gering: - toezicht houden over de kinderen - hulp bieden aan peuters en kleuters bij toiletbezoek - aanbieden van een boterhammetje, een stuk fruit, een koek, een drankje, ... - de kinderen op een aangename wijze bezig houden (spelletjes aanbieden, spelletjes begeleiden, knutselen, tekenen, ...) - ouders te woord staan ('s morgens worden vaak belangrijke boodschappen door de ouders overgemaakt aan de opvangdame. Deze dient die dan door te geven aan de betrokken leerkrachten). - bijhouden van de administratie. Het is ook wenselijk dat er een aantal opvangdames opgeleid worden die kunnen vervangen wanneer er een opvangdame ziek of om andere redenen afwezig is.”
118 van 138
3.
De doelgroep Mensen in een precaire situatie of in armoede betrekken bij iets als een lokaal sociaal beleidsplan is niet evident. Deze groepen maken deel uit van de lokale bevolking en maken doorgaans het hoofdpubliek uit van de sociale dienstverlening. Maar hun stem wordt zelden gehoord. Om het standpunt van mensen met minder behartigde belangen toch vertegenwoordigd te krijgen zijn verschillende pistes bewandeld. Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen heeft een project ontwikkeld dat de naam ‘Grondrechtenboom’ kreeg. In de regio’s Meetjesland, Vlaamse Ardennen en Waasland werden 10 groepen samengesteld die behoren tot volgende categorieën: allochtonen, armen, wonen, kwetsbare jongeren, kansengroepen tewerkstelling, tehuislozen, zieken & gehandicapten, ouderen, cliënten hulpverlening, ouder- en cursistengroepen. Deze groepen werden samengesteld in samenwerking met OCMW’s, CAW’s, openbare diensten, mutualiteiten, vakbonden, enz. Met de vermelde groepen ging een bevraging door die een zicht moet bieden op knelpunten die mensen ervaren op vlak van sociale dienstverlening. Naast deze georganiseerde rechtstreekse bevraging van de doelgroep, werden mensen in de kansarmoede ook betrokken via specifieke organisaties. Er werd voor gekozen om bij elke werkgroep een afgevaardigde van de sociale dienst van het OCMW te betrekken, die telkens het beleidsdomein benaderde vanuit het standpunten van de doelgroep. Ook tijdens de vergaderingen met het middenveld (zie punt 4) werden organisaties uitgenodigd die werken met mensen in armoede en hun belangen kunnen behartigen.
4.
Het middenveld De sociale organisaties die in Oosterzele actief zijn, het zogenaamde middenveld, zijn apart betrokken. In de aanloopfase werd gebruik gemaakt van de Sociale spiegel van het ACW. Diverse beleidsthema’s werden uitgebreid besproken tussen vertegenwoordigers van de organisatie en ambtenaren. Aan de hand van twee afzonderlijke vergaderingen werden aan de middenveldorganisaties de doelstellingen en de acties voorgesteld, met de vraag om hun opmerkingen te formuleren.
5.
De politieke partijen Om tot een beleidsplan te komen dat door de diverse politieke partijen in Oosterzele word gedragen, werden een aantal commissievergaderingen georganiseerd. De politieke partijen konden via die vergaderingen en via de website de voortgang van het lokaal sociaal beleid volgen en konden hun opmerkingen en advies formuleren. Bij de opvolging van de uitwerking van het plan: de fase van beleidsuitvoering en beleidsevaluatie Participatie en betrokkenheid stoppen niet nadat het beleidsplan is geschreven. Om ervoor te zorgen dat het lokaal sociaal beleid verder kan gevolgd worden en waar nodig kan worden bijgesteld, zullen de lokale actoren, het middenveld, de burgers en de politieke partijen verder geïnformeerd worden over de uitwerking van het plan en zullen ze een belangrijke stem hebben bij de evaluatie ervan.
1.
De lokale organisaties
119 van 138
De werkgroepen die opgericht zijn om rond de verschillende beleidsdomeinen beleidsaanbevelingen te doen, zullen ook in de toekomst de uitwerking van het plan kunnen opvolgen. Voor sommige beleidsdomeinen zal het lokaal sociaal beleid onderdeel uitmaken van een bestaand overleg, voor andere domeinen zal op bepaalde momenten de werkgroep opnieuw samengeroepen worden om het lokaal sociaal beleid verder op te volgen, te evalueren en beleidsaanbevelingen te geven om het eventueel bij te sturen. 2.
De burger Om de burgers ook in de toekomst te kunnen blijven informeren over de realisaties en de voortgang van het lokaal sociaal beleid zal opnieuw via de adviesraden en de website gewerkt worden. Op regelmatige tijdstippen zal in de adviesraden een toelichting gegeven worden over de stand van zaken. Via de website zal dit aan de ruimere bevolking worden bekendgemaakt.
3.
Het middenveld De sociale organisaties gaven al aan dat ze eigenlijk een te beperkt zicht hebben op elkaars werking en een te beperkte inbreng bij de initiatieven van het openbaar bestuur. Daarom zullen deze middenveldorganisaties minstens jaarlijks bij elkaar gebracht worden om de stand van zaken van het lokaal sociaal beleid verder op te volgen en om onderling van gedachten te kunnen wisselen. Ook hun bemerkingen zullen deel uitmaken van de beleidsevaluatie.
4.
De politieke partijen
Het lokaal overleg van gemeente en OCMW van Oosterzele zal om de zes maanden de stand van zaken van het lokaal sociaal beleid opvolgen en evalueren.
120 van 138
IV.
BELEIDSDOELSTELLINGEN
THUIS- EN OUDERZORG Strategische doelstelling 1: Via de ondersteuning van thuiszorg ervoor zorgen dat de burgers van Oosterzele zolang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen Operationele doelstelling 1.1:
DE EFFECTEN VAN DE VEROUDERDE BEVOLKING EN DE INTERNE VERGRIJZING VOOR OOSTERZELE BESTUDEREN Acties 1.1.1. Het opvragen van de resultaten van het senioren behoefteonderzoek dat in onze gemeente wordt uitgevoerd i.s.m. de provincie Oost-Vlaanderen.
Indicator
Promotor gemeente OCMW i.s.m. seniorenraad
Budget
2008 x
1.1.2. Analyseren van de resultaten van dit behoefteonderzoek.
verslagen
provincie
regulier budget
x
1.1.3. Opmaken van een senioren behoefteplan.
plan
Gemeente/ OCMW
regulier budget
2009
2010
2011
2012
2013
x
121 van 138
1.1.4. Opmaken van actieplannen en uitvoeren waaronder het oprichten van een lokaal dienstencentrum.
x
x
x
x
Operationele doelstelling 1.2:
DE BESTAANDE DIENSTVERLENING IN OOSTERZELE VERDER UITBOUWEN EN COORDINEREN Acties 1.2.1. De gemeentelijke diensten ( OCMW - poetsdienst en DOO) presenteren zich samen aan de bevolking met o.a. infobrochure gemeente, folder en verwijzing op de website. Er worden objectieve regels gehanteerd voor het toekennen van de hulp en op regelmatige basis zal een overleg tussen DOO en OCMW gehouden worden met het oog op een optimale samenwerking.
Indicator folders website verslagen
Promotor OCMW/ PWA/DOO
Budget regulier budget
2008 x
2009 x
2010 x
2011 x
2012 x
2013 x
1.2.2. Het oprichten van een klusjesdienst voor 80 – plussers.
effectieve aanstelling jaarverslagen
OCMW
budget
x
x
x
x
x
x
122 van 138
1.2.3. Evaluatie en uitbreiding van de Minder Mobielen Centrale.
verslag + OCMW aantal ritten en gebruikers stijgen met 20 %
regulier budget
x
x
x
x
x
x
Operationele doelstelling 1.3:
MOGELIJKHEDEN VOOR ONTMOETING EN DIENSTVERLENING UITBREIDEN - THUISZORG ONDERSTEUNEN DOOR HET ORGANISEREN VAN VRIJWILLIGERSWERK Acties 1.3.1.Opzetten vrijwilligerswerking voor het bezoeken en re-integreren van vereenzaamde bewoners.
Indicator aantal bezoeken verslagen
Promotor gemeente i.s.m. welzijnsraad/ seniorenraad/ OCMW
1.3.2. Het uitwerken van een boodschappendienst.
beslissing OCMW OCMW-raad operationeel zijn van de dienst
1.3.3. Aanschrijven van vzw’s, voorzieningen en scholen om de nood aan vrijwilligers te detecteren en op te lijsten.
brieven
gemeente
Budget
regulier budget
2008 x
2009 x
2010
2011
2012
2013
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
123 van 138
1.3.4. Het bekendmaken en operationeel houden van een database waar vrijwilligerswerk noodzakelijk is in de gemeente
database
Gemeente/ OCMW
regulier budget
x
1.3.5. Inventariseren van vraag en aanbod van vrijwillige en professionele diensten in de thuiszorg 1.3.6. Op een actieve wijze campagne voeren voor het vinden van vrijwilligers
verslagen
Gemeente/ OCMW
regulier budget
x
folders website
Gemeente/ OCMW
regulier budget
x
x
x
x
x
x
x
124 van 138
KINDEROPVANG Strategische doelstelling 2 : Degelijke kinderopvang, jeugd – en opvoedingsondersteuning garanderen Operationele doelstelling 2.1:
BESTAANDE BUITENSCHOOLSE OPVANG VERDER ONDERSTEUNEN EN COORDINEREN BESTAANDE VOOR – EN NASCHOOLSE OPVANG VERDER ONDERSTEUNEN DE BESTAANDE DAGOPVANG IN DE GEMEENTE EVALUEREN EN HET AANBOD VERDER UITBOUWEN Acties 2.1.1.Opstarten Lokaal Overleg Kinderopvang.
Indicator
Promotor Gemeente/ OCMW
Budget
2008 x
2009
2010
2011
2.1.2.Onderzoeken in welke mate infrastructuur BKO kan ondergebracht worden. De infrastructuur moet minimum voldoen aan attest van toezicht Kind en Gezin.
Gemeente/ OCMW
x
x
2.1.3.Regulariseren en up-to-date houden van de contracten van de opvangdames.
gemeente
x
x
x
x
2.1.4.Voldoende bijscholing organiseren.
gemeente
x
x
x
x
2012
2013
x
x
x
125 van 138
2.1.5. Aanwerving coördinator BKO.
gemeente
x
x
2.1.6. Onderzoek naar behoefte rond uitbreiding opvanguren in scholen en uitbreiding dagopvang.
Lokaal Overleg
x
x
2.1.7. Onderzoek van de mogelijkheid om meer opvangdames te werk te stellen in scholen met meer kinderen in voor- en naschoolse opvang.
Lokaal Overleg
x
x
2.1.8. Onderzoek naar samenwerking tussen onthaalmoeders voor uitbreiding van kinderopvang tussen 6 en 22u.
Lokaal overleg
x
x
x
x
2.1.9. Actief op zoek blijven naar gemotiveerde mensen die op kleine schaal kinderen kunnen opvangen of in noodsituaties, zowel voor -en naschools, binnen de dienst voor onthaalouders. 2.1.10. Het inbrengen van sociale beleidspunten binnen het gemeentelijk jeugd- en vrije tijdswerk in het lokaal sociaal beleidsplan. (jeugdwerkbeleidsplan)
gemeentelijk OCMW/ infoblad PWA/DOO website
Gemeente/ sport –en jeugdvereniging jeugdhuizen
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
126 van 138
Operationele doelstelling 2.2:
UITBOUWEN VAN EEN SOCIAAL ONDERWIJSBELEID MET HET OOG VOOR ARMOEDE EN SOCIALE UITSLUITING
Acties Indicator 2.2.1. Ontwikkelen van een verslagen overlegstructuur tussen de verschillende scholen en lokale actoren m.b.t. tot deze doelstelling.
Promotor Gemeente/ OCMW/ scholenoverleg
Budget regulier budget
2008
2009 x
2010
2011
2012
2013
2.2.2. Financiële drempels voor buitenschoolse activiteiten wegwerken d.m.v. het sociaalcultureel participatiefonds.
jaarverslag
OCMW
Particip atie fonds
x
x
x
x
x
x
2.2.3. Bestendigen van betalen van reguliere schoolkosten in kader van Budgetbegeleiding.
beslissingen BCSD jaarverslag
OCMW
regulier budget
x
x
x
x
x
127 van 138
HUISVESTING Strategische doelstelling 3 : Wooncomfort verbeteren door middel van een aantal gerichte initiatieven Operationele doelstelling 3.1:
DE GEMEENTE EN OCMW ZULLEN ADVIES EN BEGELEIDING TER BESCHIKKING STELLEN VAN ZORGBEHOEVENDE OUDEREN EN MENSEN MET EEN HANDICAP OM DE JUISTE AANPASSINGEN UIT TE VOEREN AAN HUN WONING
Acties 3.1.1. Gratis advies verlenen voor hulpbehoevenden, gehandicapten en 70-plussers.
Indicator jaarverslag
Promotor woonadvies
Budget Budget LSB
2008 x
2009 x
3.1.2. Organisatie project “Blijf op eigen Benen Staan” of BOEBS met nadruk op beweging en een veilige leefomgeving ( checklist ontwikkelen m.b.t. veiligheid rond de woning,…).
verslagen project
gemeente/ OCMW/ Rode Kruis mutualiteiten Sportraad verenigingen LOGO
5000
x
x
2010 x
2011 x
2012 x
2013 x
128 van 138
Operationele doelstelling 3.2:
PRIVE-VERHUUR AAN HET SVK STIMULEREN DOOR HET GEVEN VAN RENOVATIEPREMIES AAN EIGENAARS DIE MET HET SVK EEN CONTRACT AFSLUITEN
Acties 3.2.1. Een voorstel uitwerken voor het invoeren van een gemeentelijke renovatiepremie voor eigenaars die een contract afsluiten met het SVK, aanvullend op de bestaande verbeteringspremie die men kan aanvragen bij het agentschap Wonen Vlaanderen.
Indicator beslissing gemeentera ad aantal premies
Promotor Huisvestingscommissie
Budget
2008
2009 x
2010 x
2011 x
2012 x
2013 x
Operationele doelstelling 3.3:
ACTIES ONDERNEMEN OM DE KWALITEIT VAN PRIVÉWONINGEN VAN 65-PLUSSERS TE VERBETEREN
Acties 3.3.1. Premie voor de energiescan die bewoners boven de 65 en die eigenaar zijn van hun huis laten uitvoeren en minimaal 2 van de aanbevelingen uitvoeren.
Indicator beslissing gemeenteraad aantal premies
Promotor gemeente
Budget 2008
2009 x
2010 x
2011 x
2012
2013
129 van 138
Operationele doelstelling 3.4:
ACTIES ONDERNEMEN OM DE KWALITEIT VAN DE HUURWONINGEN TE VERBETEREN
Acties 3.4.1. Adviseren van eigenaars over subsidiemogelijkheden voor renovatie ( infovergadering, mailing,…).
Indicator verslagen
Promotor Gemeente/ HC
Budget
2008
2009 x
2010 x
2011 x
2012
2013
3.4.2. Opvolgen van de lijsten van leegstaande woningen en gebouwen, lijst verwaarloosde woningen en gebouwen, lijst met ongeschikte of onbewoonbaar verklaarde woningen en doorsturen naar wooninspectie Vlaamse Gemeenschap. Daaraan gekoppeld het maximaal toepassen van het voorkooprecht door de gemeente.
verslagen
gemeente
regulier budget
x
x
x
x
x
x
2010
2011
2012
2013
Operationele doelstelling 3.5:
HUURDERS BEGELEIDEN OM UITHUISZETTING EN DAKLOOSHEID TE VOORKOMEN
Acties 3.5.1. Samenwerkingsprotocol afsluiten met de Merelbeekse Sociale Woningen (inzake concrete afspraken rond
Indicator protocol
Promotor OCMW/ MSW
Budget regulier budget
2008 x
2009
130 van 138
huurachterstal, aandacht probleemhuurders,…). 3.5.2. Huisvestingscommissie bundelt alle informatie i.v.m. huisvesting en organiseert op regelmatige basis overleg met de andere lokale actoren ( sociale huisvestingsmaatschappijen, Overleg Lokaal Woonbeleid,…).
verslagen
Huisvestingscommissie/ Project Gavere en Oosterzele
regulier budget
x
3.5.3. Huisvestingscommissie werkt voorstel uit i.v.m. met een duidelijke taakverdeling: “wie doet wat”. (aanduiden aanspreekpunt gemeente en OCMW waar mensen terecht kunnen in verband met huisvesting)
beslissing OCMW en gemeente
OCMW
regulier budget
x
3.5.4. Goedkeuren procedure noodwoningen en het definiëren van “noodsituatie ”
beslissing OCMW en gemeente
OCMW
regulier budget
x
x
x
x
x
x
Operationele doelstelling 3.6:
HET BOUWEN VAN SOCIALE HUURWONINGEN EN NIEUWE WOONVORMEN (VOOR SENIOREN) STIMULEREN IN DE GEMEENTE
Acties 3.6.1. Overleg met de sociale huisvestingsmaatschappijen en ondersteuning bij hun zoektocht
Indicator verslagen
Promotor Gemeente/ huisvestingscommissie
Budget Regulier
2008 x
2009 x
2010 x
2011 x
2012 x
2013 x
131 van 138
naar geschikte locaties/gebouwen en bij de administratieve procedures. 3.6.2. Opvolgen van reeds geplande projecten (koopappartementen) op ’t Hoeksken.
gemeente
3.6.3. Het optimaliseren van het Beslissing eigen patrimonium van het OCMW OCMW door het aankopen van één aankoopakte koopappartement op ’t Hoeksken te Scheldewindeke. (*)
OCMW
3.6.4. Zo snel mogelijk werk maken van een kader om over te gaan tot het bouwen van nieuwe woonvoorzieningen (voor senioren) en het voorzien van regelmatig overleg met de Zilverlinde.
Gemeente/ De Zilverlinde en andere actoren OCMW
140000
x
x
x
x
x
x
x
2009 x
2010 x
2011 x
2012 x
2013 x
(*) indien wettelijk mogelijk
Operationele doelstelling 3.7:
DE GEMEENTE BEVORDERT WOONPROJECTEN VOOR LEVENSLANG WONEN
Acties 3.7.1. Het stimuleren van levenslang wonen voor bepaalde doelgroepen door middel van aanpassing van lokale regelgeving.
Indicator verslagen
Promotor Gemeente/ huisvestingscommissie
Budget
2008 x
132 van 138
TEWERKSTELLING Strategische doelstelling 4: Perspectieven op tewerkstelling voor kansengroepen verhogen Operationele doelstelling 4.1:
INFORMEREN VAN BURGERS, WERKLOZEN,… OVER BESTAANDE DIENSTEN EN VOORZIENINGEN IVM WERK, OPLEIDING, OPVANG, MOBILITEIT
Acties 4.1.1. Inventariseren van alle diensten en voorzieningen voor werklozen en het ontwerpen van een folder voor deze doelgroep.
Indicator folder
4.1.2. De lokale besturen engageren zich om de federale en Vlaamse richtlijnen rond kansengroepen te realiseren.
statuut personeel
Promotor Gemeente/ OCMW/ i.s.m. lokale actoren o.a. de werkwinkel en vakbonden / VDAB Gemeente/ OCMW
4.1.3. Op regelmatige basis overleg organiseren tussen sociale voorzieningen in de gemeente en justitie inzake alternatieve werkstraffen.
verslagen
gemeente
Budget 5000
regulier budget
2008 2009 2010 2011 2012 2013 x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
133 van 138
4.1.4. De gemeente ondersteunt verder het OCMW in het realiseren van tewerkstelling in het kader van art 60 § 7.
aantal tewerkstellin gen
OCMW
340000
x
x
x
x
x
x
Operationele doelstelling 4.2:
OPRICHTEN VAN EEN STRIJKDIENST
Acties 4.2.1. Uitbouw en promotie van een strijkdienst.
Indicator Promotor operationeel PWA / DOO zijn van de strijkdienst
Budget
2008 2009 2010 2011 2012 2013 x x x x x x
134 van 138
Strategische doelstelling 5 : Samenwerking tussen de gemeente en het OCMW om een effectief en efficiënt Lokaal Sociaal Beleid uit te werken voor alle burgers Operationele doelstelling 5.1:
GEMEENTE EN OCMW RICHTEN EEN SOCIAAL HUIS OP MET ALS DOEL DE BURGER EEN LAAGDREMPELIG, KLANTVRIENDELIJKE EN TOEGANKELIJKE DIENSTVERLENING TE VERLENEN Acties 5.1.1. Concretiseren van de dienstverlening van het Sociaal Huis.
Indicator verslagen
Promotor Gemeente/ OCMW
5.1.2. Uitbreiding OCMW-gebouw in het kader van het Sociaal Huis. 5.1.3. Interne als externe communicatiekanalen evalueren (opstellen communicatieplan).
beslissingen OCMW Communicatieplan
OCMW
5.1.4. Een aantrekkelijke elektronische website met alle verzamelde sociale informatie.
website
5.1.5. Evalueren van de “sociale verslagen kaart” van Oosterzele i.s.m. met de provincie (zie website OCMW).
Budget regulier budget 400000
gemeente/ OCMW/ communicatieambtenaar OCMW
gemeente/ OCMW/ provincie
2008 2009 2010 2011 2012 2013 x
x
x
x
x
regulier budget
x
x
x
x
x
135 van 138
5.1.7. De bestaande sociale premies evalueren en verfijnen en de rechten van de bevolking zoveel mogelijk vrijwaren (o.m. mantelzorgtoelage en premie palliatieve zorgen). 5.1.8. Eerstelijnsopvang i.v.m. juridische zaken en geven van juridische advies voor cliënten van het OCMW. 5.1.9. Nieuwe lay-out van het gemeentelijk informatieblad voor zowel gemeente als OCMW.
OCMW
300000
x
x
x
x
x
x
Jaarverslagen beslissing OCMW-raad
OCMW
x
x
x
x
x
X
maandelijks infoblad
Gemeente/ OCMW
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
5.1.10. Het oprichten van een zorgraad.
Operationele doelstelling 5.2:
PREVENTIEBELEID STIMULEREN IN HET KADER VAN GEZONDHEIDSZORG Acties 5.2.1. Jaarlijks wordt een actueel preventiethema in de kijker gezet.
Indicator
Promotor Gemeente/ Welzijnsraad/ lokale professionele gezondheidsverleners
Budget
2008 2009 2010 2011 2012 2013 x x x x x x
136 van 138
VERKLARING VAN WOORDEN EN AFKORTINGEN Sociale dienstverlening ABVV
Algemeen Belgisch Vakverbond
ACV
Algemeen Christelijk Vakverbond
ACLBV
Algemene Centrale van Liberale Vakverbonden
CAW
Centrum voor Algemeen Welzijnswerk
HIPPOC
Hippotherapeutisch Centrum
CGG
Centrum Geestelijke Gezondheidszorg
CKG
Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning
JAC
Jongeren Adviescentrum
DVZ
Dienst vreemdelingenzaken
LAC
Lokale Adviescommissie
DAVO
Dienst voor Alimentatievorderingen
LOI
Lokale opvanginitiatief
Thuiszorg DOO
Dienstenonderneming Oosterzele
ZAHU
Zorg aan huis
Tewerkstelling NWWZ
niet-werkende werkzoekenden
VDAB
Vlaams Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding
PWA
Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap
ATB
Arbeidstrajectbegeleiding
RVA
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
Huisvesting AHROM
Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen
NIS
Nationaal Instituut voor de Statistiek
SEE 2001
Socio-Economische Enquête van 2001
VOB
Vlaams Overleg Bewonersbelangen
VHM
Vlaamse Huisvestingsmaatschappij
SHM
Sociale Huisvestingsmaatschappij
Kinderen en jeugd KSA
Katholieke Studenten Actie (nu: KSJ – Katholieke Studerende Jeugd)
VVKS(M)
Vlaamse Vereniging van Katholieke Scouts (en Meisjesgidsen)
ADHD
Attention Deficit/Hyperactivity Disorder (of in het Nederlands: aandachtsstoornis met hyperactiviteit, de vroegere “hyperkinetische kinderen”)
137 van 138
Communicatie Koffie+
in de bibliotheek voordracht (en koffie) rond een thema dat door senioren werd gekozen
ZIP
Zorg Informatie Punt
Welzijn en gezondheid GDT
geïntegreerde diensten voor thuisverzorging
SEL
samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg
LOGO ZOV
Lokaal Gezondheidsoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen
SAM 2005
Sociaal actieve mensen (actie van VRT en Koning Boudewijnstichting)
RIZIV
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
Senioren RVT
rust- en verzorgingstehuis
ROB
rustoord voor bejaarden
138 van 138