NR. 1 – NAJAAR 2014
LEESTIJD
(SCHRIFT)
L E Z E N O P J E TA B L E T I S L E U K !
MEDIA, INFORMATIE EN COMMUNICATIE afstudeerscriptie
Naam:
Esther Grandiek Studentnummer:
500617644 Afstudeerbegeleider:
Eelco Brancart Eerste beoordelaar:
Yvonne Poot Tweede beoordelaar:
Suzanne van der Wateren
POWERED BY
BOEKENWOLK L E K K E R L E Z E N O P J E TA B L E T
Redactie en Mediaproductie 16 december 2014
Scriptie – Esther Grandiek
3
Voorwoord Voor u ligt mijn afstudeerscriptie geschreven ter afsluiting van de opleiding Media, Informatie en Communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam. Dit onderzoek is uitgevoerd voor de online bibliotheek Boekenwolk. Tijdens mijn minor Jeugd & Media en tijdens mijn stage bij een meidenblad is mijn interesse voor kinderen en media verder gegroeid. Bij de online bibliotheek Boekenwolk kreeg ik de kans om een redactionele formule te ontwikkelen voor een online magazine voor kinderen van negen tot dertien jaar. Ik wil een aantal mensen bedanken voor hun medewerking aan mijn scriptie, waaronder alle kinderen die mee hebben gedaan aan de panelgesprekken en de usability test. Ook de ouders en de media-experts wil ik bedanken voor de interviews. Graag bedank ik mijn begeleider Eelco Brancart voor de begeleiding vanuit school. Daarnaast wil ik mijn vader bedanken voor het redigeren van mijn scriptie. Ten slotte wil ik de eigenaresse van Boekenwolk, Rikky Schrever heel erg bedanken voor haar hulp.
Veel lees- en kijkplezier! Esther Grandiek Wormer, 16 december 2014
Scriptie – Esther Grandiek
4
Scriptie – Esther Grandiek
5
Inhoud Voorwoord
3
Managementsamenvatting
9
Management Summary
11
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Aanleiding Probleemstelling Doelstelling Opbouw rapport
13 13 14 14 14
2 2.1 2.2
Methoden en technieken Literatuuronderzoek Veldonderzoek 2.2.1 Interviews 2.2.2 Panelgesprekken 2.2.3 Usability test
15 15 16 16 17 21
3 3.1
Interne analyse Missie en visie 3.1.1 Opdrachtgever 3.1.2 Doelgroep 3.1.3 Diensten en inkomsten 3.1.4 Het gebruik van Boekenwolk Sitescan Boekenwolk 3.2.1 Inhoud en stijl 3.2.2 Content 3.2.3 Usability 3.2.4 Vormgeving Crossmediale uitingen Conclusie
23 23 23 23 23 24 24 24 25 25 26 26 26
Doelgroepanalyse Omvang van de doelgroep 4.1.1 Leesattitude en leesfrequentie van de doelgroep Ontwikkeling van de doelgroep 4.2.1 Cognitieve ontwikkeling 4.2.2 Leesplezier wordt minder naarmate kinderen ouder worden Mediagebruik van de doelgroep 4.3.1 Tabletgebruik 4.3.2 Online lezen
29 29 29 30 30 31 31 31 31
3.2
3.3 3.4 4 4.1 4.2
4.3
Scriptie – Esther Grandiek
6
4.3.3 Sociale mediagebruik van de doelgroep 4.3.4 Computerspel grotere aantrekkingskracht dan boek Leesvoorkeuren Conclusie
32 32 32 33
Trends Digitalisering van lezen Online diensten Onderwijs en tablets Communicatie richting ouders en kinderen Gedrukte- en online bladen 5.5.1 Voor- en nadelen Conclusie
35 35 35 36 36 37 38 38
Online magazines Definitie online magazine Criteria online magazine Online magazine biedt een meerwaarde Online magazines voor kinderen 6.4.1 Online magazines voor kinderen in het buitenland Software voor online magazines 6.5.1 Issuu 6.5.2 App magazines 6.5.3 HTML-magazines 6.5.4 ‘One page’ magazines 6.5.5 Responsive magazines 6.5.6 Joomag 6.5.7 FlippingBook Publisher 2.6 Conclusie
41 41 41 41 42 43 44 44 44 44 44 44 45 45 45
7.2
Verdienmodel Business model van Osterwalder 7.1.1 Klantsegmenten 7.1.2 Waardepropositie 7.1.3 Kanalen 7.1.4 Klantrelatie 7.1.5 Inkomsten 7.1.6 Middelen 7.1.7 Kernactiviteiten 7.1.8 Partners 7.1.9 Kosten 7.1.10 Freemium verdienmodel 7.1.11 Reclamecode Conclusie
47 47 47 48 48 48 48 49 49 49 50 51 51 51
8
Concurrentie & best practices
53
4.4 4.5 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
6.6 7 7.1
Scriptie – Esther Grandiek
8.1 8.2
8.3
8.4 9 9.1 9.2
9.3
7
Checklist Concurrenten 8.2.1 BoekieBoekie 8.2.2 Jonge Jurymagazine 8.2.3 Samsam 8.2.4 Tsjakka! Succesvolle concepten 8.3.1 Cricket 8.3.2 Schooltv 8.3.3 Brabant Magazine 8.3.4 iFly Magazine Conclusie
53 53 53 54 55 56 56 57 57 57 58 59
Resultaten Verloop van dataverzameling Interviews 9.2.1 Resultaten interviews: ouders 9.2.2 Resultaten interview: media-expert digitale media 9.2.3 Resultaten interview: redactrice van een (online) magazine Panelgesprekken 9.3.1 Resultaten panelgesprek: groep zes 9.3.2 Resultaten panelgesprek: groep zeven 9.3.3 Resultaten panelgesprek: groep acht
61 61 61 61 62 63 64 64 66 68
10 Conclusie en aanbevelingen 10.1 Beantwoording probleemstelling
71 71
11 Resultaten usability test 11.1 Usability test 11.1.1 Toelichting prototype 11.2 Aanpassingen
75 75 75 75
12 Beroepsproduct 12.1 Interactiviteit 12.2 Redactionele formule 12.2.1 Doelgroep 12.2.2 IJkpersoon 12.2.3 Pijlers 12.2.4 Functie 12.2.5 Genres 12.2.6 Tone of voice 12.2.7 Look and feel 12.2.8 Variatie en herkenning 12.2.9 Titel en pay-off 12.2.10 Frequentie
77 77 78 78 78 78 79 79 80 80 80 80 80
Scriptie – Esther Grandiek
13 13.1 13.2 13.3
Evaluatie Verloop onderzoeksproces Validiteit Mogelijkheden vervolgonderzoek
8
81 81 82 82
Literatuurlijst
83
Bijlage I: Plan van aanpak
93
Bijlage II: Goedkeuring plan van aanpak
109
Bijlage III: Interviewvragen ouders
111
Bijlage IV: Interviewvragen media-expert digitale media
113
Bijlage V: Interviewvragen redacteur van een (online) magazines
115
Bijlage VI: Topiclijst panelgesprek
117
Bijlage VII: Transcripties en samenvattingen interviews
121
Bijlage VIII: Toestemmingsformulier panelgesprek
131
Bijlage IX: Samenvatting panelgesprekken
133
Bijlage X: Beoordelingsschema’s
143
Bijlage XI: Online magazine
147
Bijlage XII: Interviews, panelgesprekken & usability test
153
Bijlage XIII: Criteria sitescan
155
Scriptie – Esther Grandiek
9
Managementsamenvatting Deze afstudeerscriptie is uitgevoerd voor de online bibliotheek Boekenwolk. In dit onderzoek staat de volgende probleemstelling centraal: Waaraan moet een online magazine voor kinderen van negen tot dertien jaar voldoen voor de online bibliotheek Boekenwolk? Het doel van de scriptie is inzicht te krijgen in de redactionele formule van een online magazine en deze formule te visualiseren. Voor deze scriptie is gebruik gemaakt van zowel literatuur- als veldonderzoek. Voor het literatuuronderzoek is er onderzoek gedaan naar de opdrachtgever, de doelgroep, de trends onder online magazines, een verdienmodel, de concurrentie en de succesvolle concepten. Voor het veldonderzoek is gebruik gemaakt van interviews, panelgesprekken en een usability test. Uit literatuuronderzoek naar de succesvolle concepten kwam naar voren dat de gebruiksvriendelijkheid bij een online magazine zo hoog mogelijk moet zijn. Daarom is de gebruiksvriendelijkheid en de navigatie van het online magazine beoordeeld door kinderen met behulp van een usability test. Aan de hand van de uitkomsten van de usability test is het online magazine aangepast. De online bibliotheek Boekenwolk is er voor kinderen van nul tot veertien jaar. Boekenwolk is een website met digitale kinderboeken en is alleen toegankelijk voor abonnees. Abonnees kunnen onbeperkt digitale boeken lezen. De digitale boeken zijn te lezen op een tablet of een iPad. Het online magazine voor kinderen van negen tot dertien jaar is een promotiemiddel. Voor het online magazine is de naam Leestijd (schrift) gekozen door de opdrachtgever. Uit literatuuronderzoek naar de doelgroep blijkt dat meisjes meer plezier hebben in lezen dan jongens. Echter vanaf het negende jaar neemt het leesplezier af bij jongens en meisjes. Het doel van het online magazine is jongens en meisjes enthousiast te maken om digitale boeken te gaan lezen. Hierdoor kunnen zij ervaren dat online lezen een plezierige tijdsbesteding biedt. Om dit te bereiken zijn de volgende onderwerpen toegevoegd aan de redactionele formule: een voorpublicatie, een recensie, een test, een interview met een populaire schrijver, een prijsvraag, een personage uit een boek, een filmpje en een strip. Uit literatuur- en veldonderzoek komt naar voren dat de doelgroep deze onderwerpen graag terug wil zien in het online magazine. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat een online magazine verder moet gaan dan de mogelijkheden van gedrukte tijdschriften. Daarnaast blijkt uit dit onderzoek dat een online magazine interactief moet zijn anders maakt de doelgroep er geen gebruik van. Er is gekozen voor het programma FlippingBook waarmee kinderen filmpjes kunnen kijken en op hyperlinks kunnen klikken. Bij het literatuuronderzoek naar de succesvolle concepten was namelijk te zien dat deze online magazines gebruik maken van klikbare buttons. Met buttons en pijlen kunnen gebruikers naar een andere pagina in het online magazine gaan of naar de website van Boekenwolk.
Scriptie – Esther Grandiek
10
Bij de succesvolle concepten is te zien dat een vaste huisstijl en vaste vormgeving nodig is om verwarring te voorkomen bij de lezers. De kinderen uit de panelgesprekken en de ouders zien graag de kleuren blauw en groen en de wolkjes uit de huisstijl van Boekenwolk terug in het online magazine. De huisstijl van Boekenwolk wordt in het online magazine gebruikt. Volgens de respondenten van de panelgesprekken en de interviews moet het taalgebruik in een online magazine rustig, kort en bondig zijn. De ‘tone of voice’ van het online magazine is informeel. De teksten van het online magazine zijn om die reden kort en bondig. Verder is de taal Nederlands en de schrijfstijl vrolijk. Het online magazine geeft antwoord op de probleemstelling en is een beeldend advies voor Boekenwolk.
Scriptie – Esther Grandiek
11
Management Summary This study was conducted for the online library Boekenwolk. In this report, the following problem statement is central: What requirements should an online magazine, targeted at children ranging from the age of nine up and including thirteen, meet to satisfy library Boekenwolk? The goal was to gain insight into the editorial formula of an online magazine and visualize this. This study was conducted doing desk research and field research. The desk research includes research into the client, the target group, online magazine trends, a business model, the competition and the best practices. The field research consists of interviews, panel discussions and a usability test. From research into the best practices found that usability should be as high as possible at an online magazine. Therefore, children using a usability test have assessed the user friendliness and navigation of the online magazine. After looking at the results, the professional product was revised. The online library Boekenwolk is there for children from zero to fourteen years. Boekenwolk is a website with digital children's books and is only available to subscribers. Subscribers can read unlimited digital books. The digital books are suitable for tablet or iPad. The online magazine for children between the age of nine and thirteen years old serves as a promotional tool. The title of the online magazine is Leestijd (schrift) chosen by the client. Desk research about the target group shows that girls have more pleasure in reading than boys. However, from the ninth year the pleasure of reading decrease for both boys and girls. The purpose of the online magazine is to make boys and girls enthusiastic about digital books. Through this, the target group experience online reading as a pleasant activity. To achieve this, the following topics added to the editorial formula: a prepublication, a review, a test, an interview with a popular writer, a competition, a character from a book, a video and a comic strip. The desk- and field research showed the target group would like to read the topics mentioned above. The desk research shows that an online magazine must go beyond the possibilities of the printed magazines. In addition, the study shows that an online magazine should be interactive otherwise the target group makes no use of the online magazine. Therefore, decided is to choose for the program FlippingBook, so children are able to view videos and click on hyperlinks. In the desk research on the best practices was the fact that these online magazines use clickable buttons. With buttons and arrows, users are able to go to another page in the online magazine or go to the website of Boekenwolk. In the successful concepts can be seen that a fixed house style and a fixed design need to be used to avoid confusion among readers. The children from the panel discussions and the parents would like to see the shades of blue and green and the clouds in the style of Boekenwolk in the online magazine. The house style from Boekenwolk is used in the online magazine.
Scriptie – Esther Grandiek
12
According to the respondents of the panel discussions and the interviews, the language usage should be quiet, short en briefly. Thereby, the tone of voice in the online magazine is informal. The texts of the online magazine are briefly and to the point. The language is Dutch and the style of writing is cheerful. The online magazine answers the problem statement and is a visual advice for Boekenwolk.
Scriptie – Esther Grandiek
1
13
Inleiding
In dit hoofdstuk zijn de aanleiding, probleem- en doelstelling en de opbouw van het rapport beschreven.
1.1
Aanleiding
De online diensten waardoor er onbeperkt kan worden gelezen zijn in opkomst. De ontwikkelingen in Nederland gaan snel, de uitgevers VBK en Dutch media lanceerden in augustus 2014 de online dienst Elly’s Choice (Bekkering, 2014). Uit cijfers van de stichting CPNB blijkt dat het aantal verkochte papieren boeken flink gedaald is, in 2013 zijn er 39,3 miljoen boeken verkocht, dat is tien procent minder dan in 2012 (Soest, 2014). Daarnaast willen de uitgeverijen het illegaal downloaden van digitale boeken tegengaan. Slechts tien procent van de boeken op Nederlandse e-readers is betaald (Soest, 2014). Voor kinderen van nul tot veertien jaar is er de online bibliotheek Boekenwolk. Het is een website met digitale kinderboeken en is alleen toegankelijk voor abonnees. Abonnees kunnen onbeperkt boeken lezen. De boeken zijn te lezen op een tablet of een iPad. Boekenwolk staat voor veiligheid, plezier in lezen en gemak. De online bibliotheek is kindvriendelijk en stimuleert zelfstandig gebruik (Schrever, 2013b). De marketing- en communicatie-uitingen van Boekenwolk zijn gericht op de ouders. De marketing richt zich op de ouders, omdat zij een abonnement afsluiten. Met de communicatie worden de ouders bereikt door middel van een nieuwsbrief en sociale media. De kinderen weten Boekenwolk nog niet te vinden (Schrever, 2014a). Boekenwolk bestaat sinds februari 2013. Om meer abonnees te krijgen wil de opdrachtgever een online magazine ontwikkelen om meer kinderen te bereiken (Schrever, 2014a). Door onderzoek te doen naar de behoeftes van kinderen voor een online magazine, kan de doelgroep makkelijker bereikt worden. De doelgroep van Boekenwolk bestaat kinderen van nul tot veertien jaar. Voor het online magazine is er gekozen voor kinderen van negen tot dertien jaar(Schrever, 2014a). Het doel van het online magazine is om kinderen kennis te laten maken met digitaal lezen. Het online magazine is een promotiemiddel om kinderen in aanraking te laten komen met Boekenwolk, zodat de ouders een abonnement afsluiten (Schrever, 2014a). Het online magazine moet verder gaan dan de mogelijkheden van gedrukte tijdschriften, bijvoorbeeld door een hyperlink of video toe te voegen. Het online magazine moet toegankelijk zijn voor de consument met een tablet of een iPad. Het programma waarmee het online magazine wordt getoond moet voor de opdrachtgever zo min mogelijk kosten met zich mee brengen (Schrever, 2014a). In opdracht van Boekenwolk wordt onderzocht waaraan een online magazine voor kinderen van negen tot dertien jaar moet voldoen.
Scriptie – Esther Grandiek
1.2
14
Probleemstelling
De probleemstelling die tijdens dit onderzoek gehanteerd wordt is: Waaraan moet een online magazine voor kinderen van negen tot dertien jaar voldoen voor de online bibliotheek Boekenwolk?
1.3
Doelstelling
De doelstelling van het onderzoek is: Inzicht krijgen in de redactionele formule van een online magazine voor kinderen van negen tot dertien jaar en dit visualiseren door middel van een dummy.
1.4
Opbouw rapport
Het rapport is opgebouwd uit verschillende hoofdstukken. Het onderzoek bestaat uit literatuur- en veldonderzoek. De deelvragen voor het literatuuronderzoek zijn te vinden in bijlage I op p.93. Het rapport begint met een hoofdstuk over de opdrachtgever. Vervolgens komt er een hoofdstuk over de doelgroep. Hierna komt het hoofdstuk over trends. Naast de algemene trends over online lezen is er een apart hoofdstuk over trends onder online magazines. Ook wordt er ingegaan op een verdienmodel voor het online magazine en wordt er gekeken naar welke concurrenten en best pratices er zijn. Een uitgebreide toelichting over de hoofdstukken is te lezen in §2.1. Voor het veldonderzoek wordt gebruik gemaakt van interviews, panelgesprekken en een usability test. In het rapport worden de resultaten van de interviews en panelgesprekken verwerkt. Daaruit worden er conclusies voor het gehele onderzoek getrokken. Ook wordt er antwoord gegeven op de probleemstelling en worden er aanbevelingen gedaan. Na de uability test wordt het beroepsproduct aangescherpt. Dit resulteert in een online magazine.
Scriptie – Esther Grandiek
2
15
Methoden en technieken
In dit onderzoek wordt er gebruik gemaakt van literatuur- en veldonderzoek om erachter te komen waaraan een online magazine voor kinderen van negen tot dertien jaar moet voldoen.
2.1
Literatuuronderzoek
In het rapport wordt er literatuuronderzoek verricht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een interne analyse, een doelgroepanalyse, een trendanalyse, een verdienmodel en een concurrentieanalyse. In de interne analyse wordt voor de opdrachtgever duidelijk wat de sterke en zwakke punten zijn van de online bibliotheek Boekenwolk en welke onderdelen er worden overgenomen voor het online magazine. Deze analyse zal gedaan worden met de volgende criteria; inhoud en stijl, content, usability en vormgeving gebaseerd op de sitescan van Goossens (2014a). De doelgroepanalyse wordt gedaan om erachter te komen wat de doelgroep inhoudelijk wil zien in het online magazine. Dit zal duidelijk worden door de interesses van de doelgroep vast te stellen, het tabletgebruik in de gezinnen en de leesvoorkeuren van de kinderen. Om deze onderdelen te beantwoorden zal er gebruik worden gemaakt van de bronnen Mijn Kind Online, CBS StatLine, Kennisnet, het Jeugdjournaal, Stichting Lezen, CPNB en het onderzoeksrapport van de Amerikaanse uitgever Scholastic. In het hoofdstuk trends worden de trends weergegeven die relevant zijn voor het realiseren van het online magazine. Van belang hiervoor zijn de internetdiensten waarmee er onbeperkt kan worden gelezen, het onderwijs en het gebruik van de tablet, de voor- en nadelen van online lezen en de trends op het gebied van communicatie voor ouders en kinderen. In het hoofdstuk online magazines staat omschreven aan welke criteria online magazines moeten voldoen. De criteria kunnen worden gebruikt voor het ontwikkelen van het online magazine voor Boekenwolk. Daarnaast wordt er gekeken naar de meerwaarde die een online magazine kan bieden, de online magazines voor kinderen in het binnen- en buitenland en de verschillende software voor het produceren van online magazines. De bronnen die hiervoor gebruikt worden zijn Frankwatching.nl, The Digital Magazine Awards en artikelen van bladendokter Rob van Vuure. In het hoofdstuk verdienmodel worden de negen elementen voor de investering inzichtelijk gemaakt volgens het business model van Osterwalder (Goossens, 2014b). Er is voor het business model van Osterwalder gekozen, omdat er dan meerdere elementen worden beschreven die invloed hebben op het creëren van een meerwaarde voor een bedrijf. Bij andere verdienmodellen wordt er vaak alleen gekeken naar hoe een organisatie winst kan maken (Marketingfacts, 2009).
Scriptie – Esther Grandiek
16
Voor de concurrentieanalyse en best practices wordt gebruik gemaakt van de checklist van de Digital Magazine Awards. Door de checklist van The Digital Magazine Awards te gebruiken kan er worden geanalyseerd welke sterke en zwakke punten de concurrenten en de succesvolle concepten hebben. De sterke punten kunnen worden gebruikt als voorbeeld voor het online magazine.
2.2
Veldonderzoek
Voor het veldonderzoek wordt er gebruikt gemaakt van kwalitatieve onderzoeksmethoden, namelijk interviews, panelgesprekken en een usability test. 2.2.1 Interviews Voor het veldonderzoek worden vier interviews gehouden. De interviews worden gehouden met één moeder, één vader en twee media-experts. Er is gekozen voor interviews omdat er dan kan worden doorgevraagd naar achterliggende gedachten of ideeën van de respondenten. Er is niet gekozen voor een enquête omdat er dan relatief een aantal sociaal wenselijke antwoorden wordt gegeven en er niet kan worden doorgevraagd (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.). In elk interview gaat de onderzoeker op zoek naar nieuwe informatie. Hierbij is de beleving en de mening van de respondent belangrijk (Verhoeven, 2010). Voor de redactionele formule voor een online magazine zijn de meningen en belevingen van de respondenten nodig. Bij de ouders kan dit bijvoorbeeld gaan om de vormgeving of de inhoud van het online magazine. Bij de media-experts kan dit bijvoorbeeld gaan om erachter te komen welke goede voorbeelden er zijn van online magazines. Hierbij kan dan worden doorgevraagd waarom die online magazines geschikte voorbeelden zijn. Er worden halfgestructureerde interviews gehouden, waarbij er een vragenlijst is en er ruimte is voor de eigen inbreng van een respondent. De flexibiliteit en het inspelen op de situatie staan bij de onderzoeker voorop (Verhoeven, 2010). Een voordeel van een interview is dat er meer tijd is om op onderwerpen in te gaan dan via de telefoon of e-mail (Verhoeven, 2010). Een nadeel van een interview is dat de onderzoeker onbewust de respondent kan beïnvloeden (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.). Een ander nadeel is dat een interview veel tijd kost. Het uitwerken van een interview kan zes keer zo lang duren dan het interview zelf (Verhoeven, 2010). Externe validiteit is de mate waarin er conclusies kunnen worden getrokken voor de gehele doelgroep (Verhoeven, 2010). De externe validiteit kan bij interviews niet worden gewaarborgd. De informatie die uit een interview wordt gehaald is niet representatief voor de gehele doelgroep. Echter de informatie die uit een interview wordt gehaald is voor een gedeelte van de doelgroep van belang (Devilee, 2014). De interviews zijn wel van waarde omdat er meer gedetailleerde informatie naar voren komt dan bij een kwantitatief onderzoek (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.).
Scriptie – Esther Grandiek
17
Om de respondent op zijn gemak te laten voelen vindt het interview plaats op een geschikte plek voor de respondent, bijvoorbeeld bij de respondent thuis of op de werkplek (Marktonderzoeksbureau Right Marktonderzoek, z.j.). Van de interviews worden geluidsopnames gemaakt. De interviews moeten antwoord geven op de volgende vragen, zie schema: Wie Redacteur bij een (online)
Wat
Waarom -
Voorbeelden van
Om inzicht te krijgen welke
online magazines.
software geschikt is voor het
-
Programma's die er
online magazine van
gebruikt worden.
Boekenwolk.
-
De communicatie
Om erachter te komen welke
richting de
goede voorbeelden er zijn
doelgroep.
(best practices) van online
-
Advertenties.
magazines.
-
Tabletgebruik van
Om duidelijkheid te krijgen
het kind.
welke onderwerpen de
-
Het kind en online
ouders en de kinderen
lezen.
belangrijk vinden in een
-
De wensen van het
online magazine.
magazine
Twee ouders (een vader en een moeder met een kind in groep 6, 7 of 8)
kind voor het online magazine. Media-expert van een bedrijf
-
over digitale media voor kinderen
-
-
Voorbeelden van
Inzicht krijgen in hoe een
online magazines.
online magazine eruit moet
De communicatie
zien.
richting de
Om te onderzoeken welke
doelgroep.
goede voorbeelden er zijn
Tips voor
(best practices) van online
onderwerpen.
magazines.
Voor een interview met een redactrice van een (online) magazine wordt Nadine de Keijzer (2014) van het bedrijf TextArt geïnterviewd. Nadine de Keijzer is bladenmaker en eindredacteur. TextArt heeft een online magazine voor de omroep NTR gemaakt. Bij het bedrijf TextArt worden er online magazines, papieren bladen, nieuwsbrieven en webteksten gemaakt. Voor een interview met een media-expert die verstand heeft van digitale media voor kinderen wordt Marieke Roël (2014) van het bedrijf IJsfontein geïnterviewd. Marieke Roël is verantwoordelijk voor marketingcommunicatie van IJsfontein . Het bedrijf IJsfontein maakt games, apps en websites voor kinderen (IJsfontein, 2014). 2.2.2 Panelgesprekken Panelgesprekken zijn zeer geschikt om diepgaande informatie te verzamelen (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.). Bij een enquête is het niet mogelijk om door te vragen en komt de onderzoeker er niet achter wat de motivaties zijn van de respondenten
Scriptie – Esther Grandiek
18
(Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.). Een panelgesprek is dus een belangrijke bron van informatie, want hierdoor wordt duidelijk wat de doelgroep in het online magazine wil lezen. Volgens Krueger (1988) is een panelgesprek een geplande discussie om meningen te verkrijgen over een bepaald onderwerp. Daarnaast draagt volgens Krueger (1988) de grootte van de groep bij aan het succes van een gesprek. De groep moet klein genoeg zijn om van iedereen meningen te verkrijgen en de groep moet ook groot genoeg zijn om er verschillende ideeën uit te kunnen halen (Peek & Forthergill, 2009). De panelgesprekken worden gehouden met kinderen uit groep zes, zeven en acht van de basisschool. Het panelgesprek wordt steeds met zes kinderen uit één groep uitgevoerd. Uiteindelijk zijn er drie panelgesprekken. Er is bewust gekozen voor zes kinderen zodat de onderzoeker het overzicht houdt, iedereen aan het woord laat en er geen chaos ontstaat (Peek & Forthergill, 2009). Daarnaast is er gekozen om de kinderen met dezelfde leeftijd en uit hetzelfde leerjaar in een groep te plaatsen. Als alle groepen worden gemend, durft een kind uit groep zes niks te zeggen omdat een kind uit groep acht mondiger is (Kennisnet, 2013). Hierdoor komt niet elke respondent voldoende aan het woord. De respondenten worden door ‘researcher-drivenrecruitment’ bij elkaar gebracht (Peek & Forthergill, 2009). Hierbij is de onderzoeker zelf verantwoordelijk voor het zoeken van kandidaten. De onderzoeker neemt bijvoorbeeld contact op met een basisschool om ouders te vragen of hun kind mee mag doen aan het onderzoek. Het toestemmingsformulier is te vinden in bijlage VIII op p.131. Aan de kinderen worden vragen gesteld over (online) lezen, tabletgebruik, sociale media, (online) magazines en onderwerpen voor het online magazine. Zie de topiclijst voor de onderwerpen: Onderwerp
Vragen
(Online) lezen
Wat voor boeken lezen jullie en wat is daar leuk aan? Lezen jullie boeken online? Zo ja, met welk programma of op welke website? Lezen jullie liever een boek op papier of een boek op een tablet? Als jullie op school een boek moeten lezen kiezen jullie die dan zelf uit?
Tabletgebruik
Hebben jullie een tablet of een iPad? Wat doen jullie allemaal op de tablet of iPad? Welke websites en apps gebruiken jullie het liefst? (Noem er twee). Hebben jullie een tablet in de klas?
Sociale media
Maken jullie gebruik van sociale media? Willen jullie op sociale media delen dat je een boek leest? Willen jullie via sociale media nieuwe
Scriptie – Esther Grandiek
19
informatie krijgen over boeken? (Online) magazines
Uitleggen wat een online magazine is. Lezen jullie wel eens tijdschriften? Zo ja, welke? Welke onderwerpen vinden jullie leuk in die tijdschriften? Lezen jullie online magazines? Zo ja, welke? Wat vinden jullie daar leuk aan? Zijn de online magazines makkelijk te lezen?
Online magazine Boekenwolk (dummy)
Gaan jullie een online magazine bekijken als het over boeken en lezen gaat? Wat vinden jullie mooi aan Boekenwolk? En wat vinden jullie niet mooi? Welke kleuren vinden jullie mooi? Wat voor filmpjes vinden jullie leuk om te bekijken? Willen jullie meer weten over games en apps? Hoe willen jullie aangesproken worden? A) met stoere woorden zoals cool of superleuk B) Neutraal en zonder stoere taal. Willen jullie je mening geven over een boek? Hoe willen jullie dat doen? A) met zonnetjes als het boek leuk is, bliksem als het boek spannend is en wolkjes als het boek saai is. B) blije gezichtjes en droevige gezichtjes. C) met cijfers van 1 tot 10. D) met een thermometer, bij warm is het boek goed, bij koud is het boek niet leuk. Willen jullie in het online magazine alvast een stukje lezen van een boek? Van wie zijn jullie fan? Wie of wat zien jullie graag op de voorkant van het online magazine staan? Iemand van je eigen leeftijd, een personage uit een boek, een bekend persoon of een schrijver? Maken jullie wel eens een quiz? Willen jullie spelletjes doen met letters? Hoe willen jullie dat doen? A) Een rebus;
Scriptie – Esther Grandiek
20
B) Met letters die in spiegelbeeld staan; C) Een woordzoeker; D) Een invulverhaal. Willen jullie knutselen met boeken? Willen jullie meer weten over een schrijver? Vinden jullie het leuk als een personage uit een boek in het magazine staat? Vinden jullie het leuk om een strip te lezen? Willen jullie een gedicht of verhaal schrijven? Na het beantwoorden van de vragen mogen de kinderen een pagina van een online magazine ontwerpen. Door de respondenten een opdracht te laten uitvoeren, worden zij alert en worden zij gestimuleerd om dieper na te denken over het online magazine (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.).Door de kinderen spelenderwijs een pagina van een online magazine te laten bedenken krijg je een goed beeld van wat de doelgroep wil (Kwantes & Witke, 2012). Het knutselvel bevat een browserbalk waarin de kinderen de naam voor het online magazine kunnen schrijven. De andere knutselvellen bestaan uit frames van knoppen, pijlen, filmpjes en foto’s die gebruikt kunnen worden op het knutselvel (Kwantes & Witke, 2012). Zie bijlage XII op p.153. Bij de samenstelling van de groep worden er kinderen uitgekozen die geen vrienden van elkaar zijn zodat de kans groter is dat zij niet soortgelijke antwoorden geven (Peek & Forthergill, 2009). De onderzoeker moet er opletten dat de kinderen van elkaar verschillen en elkaar niet kennen (Peek & Forthergill, 2009). Per leerjaar worden er drie jongens en drie meisjes ondervraagd. De kinderen worden door de leerkracht en in overleg met de onderzoeker geselecteerd. De respondenten moeten een positieve leesattitude hebben. De leesattitude is de houding van de doelgroep ten opzichte van lezen (Cito, 2014). De respondenten die worden geselecteerd lezen boeken in hun vrije tijd en hebben lezen als hobby. Deze respondenten doen mee aan de panelgesprekken. Door de diversiteit van de zestallen neemt de betrouwbaarheid toe en zijn zowel jongens als meisjes vertegenwoordigd. De voordelen van panelgesprekken zijn dat er snel verschillende ideeën loskomen, de respondenten met elkaar kunnen discussiëren en de kans groot is dat de kinderen openhartig antwoorden. Daarnaast is er de mogelijkheid om voorbeelden te tonen (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.). Een nadeel van een panelgesprek is dat er een beperkt aantal deelnemers zijn. Er kunnen geen conclusies worden getrokken voor de gehele doelgroep en de respondenten kunnen elkaar beïnvloeden. Kinderen nemen ideeën van elkaar over en kunnen met soortgelijke antwoorden komen (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.).
Scriptie – Esther Grandiek
21
Van de panelgesprekken worden er geluidsopnames gemaakt. De ideeën van de kinderen uit het panelgesprek worden verwerkt in de eerste versie van het online magazine voor de usability test. De belangrijkste resultaten zijn te vinden in §9.3. 2.2.3 Usability test Er wordt een prototyping test gedaan, een vorm van usability testing. Om de gebruiksvriendelijkheid en de navigatie van het online magazine te onderzoeken worden er vijf representatieve gebruikers gevraagd om taken uit te voeren op een online prototype. De onderzoeker vraagt bijvoorbeeld om een artikel of een filmpje op te zoeken, terwijl de testers niet weten hoe het online magazine behoort te werken (Paperprototyping.com, 2003). Op een tablet zien de testers een eerste versie van het online magazine. De navigatie wordt getest door de respondenten taken te geven. Naar aanleiding van hun reacties worden de navigatie en de artikelen aangepast. Er wordt één test met vijf kinderen in de leeftijd van negen tot dertien jaar gedaan. Aan de usability test doen andere kinderen mee dan aan de panelgesprekken. De respondenten van de usability test en van de panelgesprekken kennen elkaar niet. De dummy van het online magazine zal getoond worden met het programma FlippingBook. Met het programma FlippingBook kan er geklikt worden op onderdelen in het online magazine. De respondenten wordt gevraagd om hardop te denken. De locatie van de test is op een vaste plek. Na schooltijd worden vijf kinderen gevraagd om naar het huis te komen van de onderzoeker om de dummy te testen. Een voordeel van prototyping is dat de onderzoeker snel verschillende reacties krijgt op de gebruiksvriendelijkheid van het prototype. Voor de test is een kleine groep voldoende om te kunnen zien wat er fout of goed is aan de inhoud en de navigatie van het online magazine (Paperprototyping.com, 2003). Van de prototyping test wordt een filmpje gemaakt. Op de beelden is te zien welke handelingen de respondenten uitvoeren. Er wordt taakgericht getest. Hierbij zijn er verschillende taken die de respondenten uitvoeren. Taak 1: Doe mee met de prijsvraag. Taak 2: Ga terug naar het online magazine. Taak 3: Klik op de tekst waarbij een boek wordt beoordeeld. Taak 4: Doe mee met de ‘Leesmeter’. Taak 5: Ga naar de inhoudsopgave. Taak 6: Zoek meer informatie over ‘online lezen’. Taak 7: Klik op het icoontje waarmee je naar Boekenwolk gaat. Taak 8: Ga terug naar de inhoudsopgave. Taak 9: Zoek de pagina over digitale boeken, apps, games en filmpjes. Taak 10: Speel het filmpje af. Taak 11: Ga terug naar het online magazine. Taak 12: Doe een 'Boekproefje'.
Scriptie – Esther Grandiek
22
Wie
Wat
Waarom
Jongen of meisje uit groep
Taak 1
Om te kijken of de
zes, zeven of acht.
respondenten begrijpen hoe ze aan de prijsvraag mee kunnen doen en om na te gaan of het formulier duidelijk is. Taak 2
Om te kijken of de testers begrijpen hoe zij terug moeten keren naar het online magazine.
Taak 3
Om te onderzoeken of het duidelijk is aangeven dat de gebruikers op de coverteksten kunnen klikken.
Taak 4
Om te checken of duidelijk is aangeven hoe de kinderen kunnen meedoen aan de ‘Leesmeter’.
Taak 5, 6, 8, 9, 11
Om te kijken of de testers de inhoudsopgave kunnen vinden en om te zien of de navigatie werkt.
Taak 7
Om na te gaan of de respondenten begrijpen dat het icoontje ‘Lees mij’ bedoeld is om naar Boekenwolk te gaan.
Taak 10
Om te onderzoeken of de kinderen het filmpje kunnen vinden en na het afspelen weer kunnen terugkeren naar het online magazine.
Taak 12
Om te checken of de kinderen begrijpen dat zij kunnen kiezen tussen twee boeken.
Scriptie – Esther Grandiek
3
23
Interne analyse
In dit hoofdstuk wordt met een sitescan van Goossens (2014a) de website van Boekenwolk geanalyseerd. Met de sitescan wordt duidelijk welke onderdelen er overgenomen kunnen worden voor het online magazine, bijvoorbeeld de huisstijl of het taalgebruik.
3.1
Missie en visie
Boekenwolk wil de grootste online bibliotheek worden met Nederlandstalige kinderboeken, daarom is de missie: ‘’Het beheren, exploiteren en uitbreiden van de grootste online bibliotheek met Nederlandstalige digitale kinderboeken waarbij kinderen waar ook ter wereld onbeperkt kunnen lezen voor weinig.’’ (Schrever, 2013a) Een visie is een lange termijn perspectief van een bedrijf. De visie van Boekenwolk bestaat uit drie doelstellingen: Binnen vijf jaar de grootste online bibliotheek voor Nederlandstalige digitale kinderboeken ; Voor gezinnen een platform bieden met een abonnement voor de hele familie; Digitaal lezen aanbieden op basisscholen, PABO's en in ziekenhuizen. (Schrever, 2013a) 3.1.1 Opdrachtgever Rikky Schrever heeft Boekenwolk bedacht en is de eigenaar van Het RedactiePakhuis. In Het RedactiePakhuis wordt gewerkt aan tekst- en beeldredactie van kinderboeken en kindertijdschriften. Boekenwolk bestaat sinds februari 2013. 3.1.2 Doelgroep De doelgroep van Boekenwolk bestaat uit kinderen van nul tot veertien jaar. De kinderen zijn geïnteresseerd in lezen (Schrever, 2014a). De doelgroep is verdeeld in drie groepen: peuters en kleuters van nul tot vijf jaar, kinderen van zes tot elf jaar en tieners van twaalf jaar en ouder (info.boekenwolk.nl, 2013). 3.1.3 Diensten en inkomsten Boekenwolk wordt ook wel ‘de Spotify’ voor kinderenboeken genoemd. Met Spotify kan de consument met een abonnement en met internet onbeperkt naar muziek luisteren. Bij Boekenwolk sluit de consument ook een abonnement af waarmee de gebruiker onbeperkt kinderboeken kan lezen. Zonder internet is Boekenwolk niet te gebruiken. De digitale boeken worden op de webpagina geladen waardoor de consument de boeken niet hoeft te downloaden (Schrever, 2013b). De consument kan een proefabonnement nemen van drie maanden voor 19,95 euro (€6,65 per maand), een halfjaarabonnement voor € 37,50 (6,25 per maand) en een jaarabonnement voor € 64,90 (€ 5,42 per maand) (info.boekenwolk.nl, 2014).
Scriptie – Esther Grandiek
24
3.1.4 Het gebruik van Boekenwolk De website van Boekenwolk richt zich op de consument met een iPad of een tablet. Om een digitaal boek te lezen surft de gebruiker naar de website www.boekenwolk.nl. De consument komt op de startpagina terecht, zie afbeelding 1. Links bovenin staat ‘start’, ‘abonnement’ en ‘info’. Als de gebruiker op de knop ‘start’ klikt, keert hij terug naar het beginscherm, zie afbeelding 1. Door op ‘abonnement’ te klikken kunnen er verschillende abonnementen worden afgesloten. De knop ‘info’ gaat naar de site info.boekenwolk.nl waar informatie staat voor de ouders. Daarnaast kan de gebruiker zoeken op schrijvers, titel of
Afbeelding 1
trefwoord. Er kunnen favorieten worden toegevoegd. Ook is het mogelijk om een leeftijdscategorie te kiezen. Door op de omslag van een boek te klikken opent een uitgave.
3.2
Sitescan Boekenwolk
Om na te gaan wat de sterke en zwakke punten zijn van de online bibliotheek Boekenwolk volgt onderstaand een sitescan. Uit deze sitescan wordt duidelijk welke onderdelen er gebruikt kunnen worden voor het online magazine. De analyse richt zich op de volgende criteria; inhoud en stijl, content, usability en vormgeving en is gebaseerd op de sitescan van Goossens (2014a). Tijdens de sitescan wordt er gebruik gemaakt van een iPad. De volledige lijst met criteria voor de sitescan is te vinden in bijlage XIII op p.155.
3.2.1 Inhoud en stijl Bij het onderdeel inhoud en stijl wordt getoetst op typografie, ‘tone of voice’ en of de inhoud aansluit bij de doelgroep. Bij de typografie wordt de vormgeving van de tekst beoordeeld. Op de site van Boekenwolk zijn de kleuren van de letters wit, blauw, paars en zwart. De witte, blauwe en paarse letters hebben hetzelfde lettertype. Het zwarte lettertype is klein, niet dikgedrukt en lijkt daardoor niet op de andere letters. Een verbetering kan zijn om de teksten naast de boeken dikgedrukt en groter weer te geven, zie afbeelding 2 (op p.25, de rode cirkels).
Scriptie – Esther Grandiek
25
Afbeelding 2: startpagina Boekenwolk
De ‘tone of voice’ is de ‘stem’ van een tijdschrift met typische woorden en kreten (Cramer & Zwaan, 2011). De ‘tone of voice’ van de website is informeel en er wordt gebruik gemaakt van actieve taal en korte zinnen. Bijvoorbeeld: ‘Nieuw leesvoer voor jou!’. De lezer wordt aangesproken met jij, je of jou. Te veel woorden zijn overbodig omdat de navigatie overzichtelijk moet zijn. De ‘tone of voice’ en de knoppen zijn gericht op de ouders en de kinderen en dat kan tot verwarring leiden omdat de website gebruikt wordt door kinderen, zie afbeelding 2 (de gele cirkels). 3.2.2 Content Bij de scan van de content wordt gelet op de bruikbaarheid van de inhoud van Boekenwolk. De content bestaat uit digitale kinderboeken. De digitale boeken zijn bruikbaar voor kinderen om te lezen. De kinderen kunnen door boeken te lezen hun woordenschat en hun taalvaardigheid vergroten (Lezen.nl, z.j.).
3.2.3 Usability Bij de usability wordt er gelet op de navigatie, zoekfunctie en reactiesnelheid. De navigatie van Boekenwolk is overzichtelijk; er staat linksboven een blauwe balk met vier knoppen, zie afbeelding 3. Met de eerste knop gaat de gebruiker naar het startscherm. Met de tweede knop kan het boek worden toegevoegd aan de favorieten. Door op de knop ‘inhoud’ te
Afbeelding 3
Scriptie – Esther Grandiek
26
klikken kunnen er hoofdstukken worden gekozen. Rechtsboven staat de zoekfunctie van Boekenwolk, hiermee kan een woord worden gezocht in een boek. De reactiesnelheid van de website is over het algemeen hoog. Een nadeel is dat het laden van een boek ongeveer 15 seconden duurt en dit kan leiden tot ongeduld bij de kinderen. 3.2.4 Vormgeving Bij de vormgeving wordt gelet op of het design aansluit bij de doelgroep. De doelgroep van Boekenwolk bestaat uit kinderen van nul tot veertien jaar. Een risico is dat voor kinderen boven de tien jaar de vormgeving kinderachtig kan overkomen. Bijvoorbeeld: het kleine meisje van de startpagina, zie afbeelding 4. De achtergrond van Boekenwolk is groen met een grote wolk, zie afbeelding 2 (op p.25). Alle boeken staan op wolken, de boeken zweven rond in de ‘cloud’. De zwevende boeken op de wolken zien er leuk uit, dit kan worden
Afbeelding 4
meegenomen in het ontwerp voor het online magazine, zie afbeelding 2 (op p.25). Om de bladzijde om te slaan verschijnt aan de linker- en rechterkant een pijltje in een wolk, zie afbeelding 3 (op p. 25).
3.3
Crossmediale uitingen
Om het online magazine te verspreiden is het belangrijk om te weten welke communicatiekanalen Boekenwolk gebruikt. De crossmediale uitingen zijn gericht op de ouders. Boekenwolk is te vinden op Facebook, Twitter en YouTube. Op Twitter worden er nieuwsberichten over online lezen gedeeld. Op Facebook staan blogs en filmpjes van het YouTube-kanaal. Ouders kunnen via Facebook zichzelf aanmelden voor de nieuwsbrief. Op de website info.boekenwolk.nl staat informatie voor de ouders over Boekenwolk en online lezen (info.boekenwolk.nl, 2013). Voor ouders is er een folder gemaakt ter promotie van Boekenwolk. Op de folder staat informatie over de online bibliotheek en de abonnementen. Voor de folder zie bijlage XI op p.147.
3.4
Conclusie
Boekenwolk wil de grootste online bibliotheek worden met Nederlandstalige digitale kinderboeken. Een aanvullend promotiemiddel om die doelstelling te bereiken is een online magazine. Hierdoor kunnen kinderen enthousiast worden om een abonnement te nemen (Schrever, 2013a). Uit de sitescan kwam naar voren dat het lettertype dikgedrukt en in de kleuren wit, blauw, paars en zwart moet zijn. In §3.3 kwam naar voren dat de crossmediale uitingen gericht zijn op de ouders. De crossmediale uitingen voor de kinderen ontbreken nog. Op de website zijn de knoppen bedoeld voor de ouders en de kinderen, dit kan verwarring scheppen. Beter is om de informatie voor de ouders en de kinderen te scheiden en te melden dat de informatie in het online magazine exclusief is voor de kinderen.
Scriptie – Esther Grandiek
27
Voor het online magazine moet de ‘tone of voice’ net zoals bij de website informeel zijn. Er wordt gebruik gemaakt van actieve taal. Aanbeveling is om minder tekst te gebruiken, waardoor een online pagina overzichtelijk wordt. Het is belangrijk dat content in het online magazine voor een deel informatief is, waardoor de taalvaardigheid en de woordenschat van de doelgroep groeit (Lezen.nl, z.j.). De laadsnelheid van Boekenwolk om de boeken te downloaden is ongeveer vijftien seconden en dit is te lang. Voor het online magazine is het essentieel dat het laden van de pagina’s bij voorkeur niet langer dan vijf seconden duurt. Aandachtspunt voor het online magazine is dat de lay-out past bij de doelgroep (kinderen van negen tot dertien jaar). Krachtig is om de huisstijl van Boekenwolk in het online magazine terug te laten komen, bijvoorbeeld de zwevende boeken op de wolken en de pijlen waarmee een bladzijde wordt omgeslagen.
Scriptie – Esther Grandiek
28
Scriptie – Esther Grandiek
4
29
Doelgroepanalyse
De doelgroepanalyse wordt gedaan om erachter te komen wat de doelgroep inhoudelijk wil zien in het online magazine. Relevant daarbij zijn de interesses van de doelgroep, de leesvoorkeuren van de kinderen en het tabletgebruik in de gezinnen.
4.1
Omvang van de doelgroep
In Nederland zijn er ongeveer 6600 basisscholen en in totaal 1.476.752 basisschoolleerlingen van vier tot en met veertien jaar. De doelgroep voor het online magazine bestaat uit 619.742
Tabel 1: Aantal leerlingen in het basisonderwijs Bron: CBS StatLine (2014).
basisschoolleerlingen van negen tot dertien jaar. In tabel 1 van het CBS zijn de kinderen van deze leeftijden te zien. De kinderen zitten in groep zes, zeven en acht (CBS StatLine, 2014).
4.1.1 Leesattitude en leesfrequentie van de doelgroep De kinderen uit groep acht hebben een positieve leesattitude. De leesattitude is de houding van de doelgroep ten opzichte van lezen. Uit het onderzoek van Cito (2014) blijkt dat 62 procent van de kinderen uit groep acht lezen leuk vindt. Meisjes in groep acht vinden lezen leuker dan jongens (73 % tegen 50 %) (Huisman, 2014). Van de leerlingen uit groep acht vindt 87 procent lezen gemakkelijk, 75 procent vindt lezen belangrijk en van veertig procent is lezen een hobby (Cito, 2014). De leesfrequentie van kinderen wordt minder naarmate zij ouder worden (Huysmans, 2013). Dit komt doordat kinderen vanaf groep vier ‘lezen om te leren’ en verplicht boeken moeten lezen voor een boekbespreking of presentatie. In §4.2.2 wordt verder ingegaan op de kwestie waarom het leesplezier afneemt (Chall & Jacobs, 2003; Huysmans, 2013). De afname in het leesplezier verloopt als volgt: 60 procent van de kinderen vanaf negen jaar leest bijna elke dag een boek, bij kinderen vanaf tien jaar is dit nog 50 procent en bij kinderen vanaf twaalf jaar 32 procent. Meisjes lezen meer boeken dan jongens. Jongens lezen vanaf elf jaar minder boeken en meisjes vanaf veertien jaar. Voor meisjes is lezen een ontspanning, jongens halen hun ontspanning meestal uit andere activiteiten. In §4.3.4 is meer te lezen over waarom lezen onder meisjes populairder is dan bij jongens. (Huysmans, 2013).
Scriptie – Esther Grandiek
4.2
30
Ontwikkeling van de doelgroep
Kinderen van negen jaar belanden in de fase tussen kind en pubertijd en van tien tot dertien jaar zitten de meeste kinderen in de pubertijd. De doelgroep krijgt steeds minder interesse in speelgoed en jongere kinderen vinden zij kinderachtig. Meisjes zijn in de ontwikkeling van de pubertijd sneller dan jongens. Jongens en meisjes gaan steeds meer van elkaar verschillen. De tieners zijn bezig met vriendschappen, ze willen er graag bij horen, worden mondiger en ze zijn bezig met de mening van andere kinderen (Brinkgreve, 2009; Kennisnet, 2013). Belangrijk voor vriendschappen zijn ‘peers’ (Brinkgreve, 2009). Een peer-groep betekent een groep mensen met ongeveer dezelfde leeftijd, sociale status en belangstelling. De jongen met de nieuwste fiets of het meisje met een mooie jas zijn dan voorbeelden voor de rest. Jongens en meisjes willen graag bij een peer-groep horen (Brinkgreve, 2009). De overeenkomst tussen jongens en meisjes is dat zij in de ontwikkeling van kind naar puber steeds meer kiezen voor hun eigen boeken, games en programma’s. Fantasiefiguren zijn niet langer hun idool, voor pubers zijn vooral popsterren, filmsterren en sporters populair (Kennisnet, 2013). Bijvoorbeeld: de televisieserie SpangaS is populair omdat de kinderen de acteurs als voorbeelden zien (Hoorcollege 2 Crossmediale concepten, 2011). Het inlevingsvermogen van het kind wordt groter, ze kunnen beter inschatten of drama, geweld en games niet echt zijn. Echter de commerciële bedoelingen van reclame op internet is voor kinderen lastiger te doorzien. De (media-)wereld van een opgroeiende puber wordt steeds groter en kinderen in die leeftijdsfase worden kritischer. Dierenleed, geweld en onrecht kan hen sterk raken (Kennisnet, 2013). De identiteitsontwikkeling speelt bij kinderen van negen tot dertien jaar een belangrijke rol. Volgens de Amerikaanse psycholoog Erik Erikson ontwikkelen kinderen in deze fase zelfvertrouwen, daarvoor moet gewenst gedrag beloond en aangemoedigd worden. Door negatieve feedback kunnen kinderen een gevoel van minderwaardigheid ontwikkelen (Erikson, 2011). 4.2.1 Cognitieve ontwikkeling Niet alleen het gedrag van de basisschoolleerlingen verandert, de cognitieve ontwikkeling verandert ook door de groei van het vermogen om kennis op te nemen. Cognitieve ontwikkeling betekent het begrijpen en redeneren van kennis. De Zwitserse psycholoog Jean Piaget heeft een stadiumtheorie ontwikkeld over het leren en het
Tabel 2: Cognitieve ontwikkeling (Piaget)
denken van kinderen. De stadia zijn te lezen in tabel 2. De doelgroep doorloopt de concreet-operationele fase en de formeeloperationele fase. Kinderen uit groep zes en zeven zitten in de concreet-operationele fase, tijdens deze periode leren zij systematisch denken, zoals: rekenen, tellen en ordenen. Vanaf elf jaar of ouder komen kinderen in de formeel-operationele fase. Leerlingen uit groep acht kunnen dan steeds beter abstract denken. Ze kunnen conclusies trekken en vergelijkingen maken. Door het basisonderwijs en de cognitieve ontwikkeling leren kinderen omgaan met lezen en de Nederlandse taal. Cognitieve ontwikkeling is zeer belangrijk voor de
Scriptie – Esther Grandiek
31
taalontwikkeling. Kinderen leren verbanden leggen tussen woord en beeld en veel van het denken bestaat uit taal (Bil & Bil, 2010). 4.2.2 Leesplezier wordt minder naarmate kinderen ouder worden Het gezin, de school en de bibliotheek zijn belangrijke schakels als het gaat om de taalontwikkeling. De ouders zijn het belangrijkst, kinderen die vanaf jongs af aan worden voorgelezen, ontwikkelen een grotere taalvaardigheid. Zoals eerder genoemd in §4.1.1 neemt het leesplezier af als kinderen ouder worden. Vanaf groep vier stijgt de kans dat kinderen negatieve leeservaringen opdoen omdat de teksten die ze lezen steeds moeilijker en abstracter worden (Chall & Jacobs, 2003). Een andere oorzaak is dat kinderen verplicht boeken moeten lezen voor een boekbespreking of een presentatie. Hierdoor worden de leerlingen verplicht om te lezen en hierdoor krijgen zij minder vaak de kans om zelf een boek uit te kiezen (Huysmans, 2013). Plezier in lezen op de basisschool is zeer belangrijk, leerlingen gaan in hun vrije tijd dan ook meer lezen en onderhouden daarmee de leesvaardigheid (Verboord, 2013).
4.3
Mediagebruik van de doelgroep
Vrijwel alle jongeren en kinderen in Nederland hebben toegang tot internet (EU Kids Online, 2011). Kinderen hebben op internet de mogelijkheid om zelf informatie toe te voegen. Zij kunnen filmpjes op YouTube zetten of een blog schrijven. Door het internet groeien telefonie en audiovisuele media naar elkaar toe. Kinderen kunnen televisieprogramma’s kijken op een mobiele telefoon, een tablet of een computer. Door het internet is het informatieaanbod van tekst, beeld en geluid altijd beschikbaar (Haan & Pijpers, 2010). Voor kinderen zijn bepaalde media, zoals; televisie, radio, en internet erg aantrekkelijk. Kinderen tot tien jaar gebruiken media graag omdat het ontspanning kan bieden, media zijn een belangrijke bron van informatie en kinderen doen graag iets samen (Nikken, 2002).
4.3.1 Tabletgebruik Voor het online magazine van de online bibliotheek Boekenwolk is het belangrijk om te weten hoeveel tabletgebruikers er zijn en hoeveel kinderen digitale boeken lezen. Van de gezinnen in Nederland bezit 62 procent een tablet en van de eenoudergezinnen heeft 41 procent een tablet (CBS, 2013). In Nederland zijn er bijna 7 miljoen tabletbezitters (GfK, 2013). Uit onderzoek van NOM Kids Monitor blijkt dat 73 procent van de kinderen tussen de zes en twaalf een tablet gebruikt. Het lezen van een tijdschrift op de tablet doet veertien procent van de kinderen en via de computer is dat dertien procent (Magazines.nl, 2014). 4.3.2 Online lezen In Verenigde Staten lezen steeds meer kinderen digitale boeken. In 2010 las 25 procent van de Amerikaanse kinderen wel eens een digitaal boek en in 2013 was dit 46 procent (Scholastic, 2013). Kinderen van negen tot elf jaar zijn het meest geïnteresseerd in digitale boeken (67 procent) en bij kinderen vanaf twaalf jaar is dit 39 procent. Meisjes zijn meer geïnteresseerd in digitale boeken dan jongens. Opvallend is dat jongens (26 procent) meer gaan lezen nadat zij een digitaal boek hebben gelezen, bij meisjes is dit zestien procent. Daarnaast geeft de helft
Scriptie – Esther Grandiek
32
van de kinderen aan dat als zij een betere toegang hebben tot digitale boeken dat zij dan meer digitale boeken gaan lezen in hun vrije tijd (Scholastic, 2013). De redenen waarom kinderen lezen in hun vrije tijd zijn: om zichzelf te vermaken; om beter te worden op school; om nieuwe informatie te verkrijgen; om de fantasie te gebruiken; om geïnspireerd te raken door de personages uit een boek (Scholastic, 2013). Als kinderen een digitaal boek kiezen is het volgens ouders en kinderen belangrijk dat er bepaalde functies aan toegevoegd zijn. De kinderen vinden belangrijk dat ze kunnen zoeken in een bibliotheek, spelletjes kunnen doen en filmpjes kunnen kijken (Scholastic, 2013). De kinderen lezen de digitale boeken vooral thuis. De digitale boeken vinden kinderen prettiger dan papieren boeken omdat vrienden dan niet kunnen zien welk boek zij lezen (Scholastic, 2013). 4.3.3 Sociale mediagebruik van de doelgroep Vooral YouTube is populair onder de doelgroep. YouTube is volgens de kinderen interessant omdat er leuke filmpjes opstaan. Meer dan tachtig procent van kinderen van negen tot dertien jaar gebruikt minimaal eens per maand YouTube (Mijn Kind Online, 2013b). Vanaf elf jaar beginnen kinderen met het gebruik van Facebook, Twitter en Instagram. Kinderen vanaf elf jaar zitten dan in groep acht. Van de kinderen in groep acht is tien procent te vinden op Instagram, vijftien procent heeft een account op Twitter en 35 procent van de kinderen uit groep acht heeft een profiel op Facebook (Mijn Kind Online, 2013b).
4.3.4 Computerspel grotere aantrekkingskracht dan boek Uit verschillende onderzoeken Cito (2014), Huysmans (2013) en Scholastic (2013) blijkt dat meisjes vaker lezen dan jongens. Computerspellen hebben op jongens een grotere aantrekkingskracht dan bij meisjes (Tellegen, Alink & Welp, 2002). Meisjes lezen om mee te leven met de personages uit een boek, hierdoor ervaren zij spanning, vreugde of boosheid. Daarnaast is het lezen voor meisjes een ontspanning. Jongens halen hun ontspanning eerder uit een game (Tellegen, Alink & Welp, 2002).
4.4
Leesvoorkeuren
Volgens Cito (2014) zijn in groep acht de stripboeken het meest populair, gevolgd door tijdschriften zoals Donald Duck en op derde plek jeugdboeken. Uit onderzoek van professor Frank Huysmans (2013) blijkt daarentegen dat onder kinderen van negen tot dertien jaar leesboeken het meest populair zijn, 85 procent leest wel eens een jeugdboek in zijn vrije tijd. Stripboeken zijn onder vijftig procent van de kinderen populair en informatieve boeken onder dertig procent (Huysmans, 2013).
Scriptie – Esther Grandiek
33
Onder boeken zijn er verschillende genres, de boeken over natuur en dieren zijn onder jongens en meisjes populair. De jongens vinden boeken met techniek, avontuur, sport, oorlog en spanning leuk. De meisjes houden van meidenboeken, serieuze boeken en waargebeurde verhalen (Huysmans, 2013). Francine Oomen en Carry Slee zijn de favoriete auteurs van de kinderen in groep acht (Cito, 2014; Stichting lezen 2010). Bij de jongens staan de strips van Donald Duck, de griezelboeken van Paul van Loon en Harry Potter boeken van J.K. Rowling in de top drie. Bij de meisjes is Francine Oomen veruit de meest favoriete schrijfster, daarna Carry Slee en Jacques Vriens. Bij de jongens uit groep zes zijn de series Donald Duck, ‘Dolfje Weerwolfje’ van Paul van Loon en ‘Harry Potter’ van J.K. Rowling populair. Bij de meisjes uit groep zes zijn de series ‘Hoe overleef ik…’ van Francine Oomen, ‘Dolfje Weerwolfje’ van Paul van Loon en ‘De Olijke Tweeling’ van A. Peters/M. vd Coolwijk favoriet (Stichting Lezen, 2010). De meeste bekende kinderboekenprijzen onder kinderen zijn volgens Huysmans (2013):de Nederlandse Kinderjury en de Zilveren- en Gouden Griffel. De prijs van de Nederlandse Kinderjury is een publieksprijs, de kinderen zijn de juryleden (Huysmans, 2013). De prijs van de Nederlandse Kinderjury in de categorie van tien tot twaalf is in 2014 gewonnen door Niki Smit met het boek ‘100% Coco. Dagboek van een modeblogger’ (NRC, 2014a). De zilveren griffels in de categorie van negen tot twaalf jaar zijn dit jaar gewonnen door Emiel de Wild met ‘Broergeheim’ en door Jef Aerts met ‘Vissen smelten niet’ (NRC, 2014b). Het meest verkochte kinderboek in 2013 is ‘Het leven van een loser. Zwaar de klos’ van de Amerikaanse schrijver Jeff Kinney (CPNB, 2014) Het boek is geschikt voor kinderen van tien tot twaalf jaar (CPNB, 2014).
4.5
Conclusie
Bij meisjes ligt het leesplezier hoger dan bij jongens. Om de jongens ook te bereiken is het belangrijk dat bij de keuze van de rubrieken er ook onderwerpen worden toegevoegd die jongens interesseren. Games en computerspellen zijn bij jongens populairder dan boeken (Tellegen, Alink & Welp, 2002). In het online magazine kan content worden toegevoegd met games en apps waardoor het voor jongens aantrekkelijker wordt om te gaan lezen. Echter leesplezier neemt bij jongens en meisjes af als zij ouder worden. Kinderen worden in het onderwijs verplicht om te lezen en daardoor hebben zij minder zin om in hun vrije tijd boeken te gaan lezen (Huysmans, 2013). De kunst is dat het online magazine jongens en meisjes enthousiast weet te maken om digitale boeken te gaan lezen. Hierdoor kunnen zij ervaren dat boeken lezen leuk is en een plezierige tijdsbesteding biedt. Kinderen vanaf negen jaar belanden in de fase tussen kind en pubertijd en van tien tot dertien jaar zitten de meeste kinderen in de pubertijd. In deze fase is de mening van andere kinderen belangrijk, ze zijn mondiger en ze willen graag bij een peer-groep horen (Brinkgreve, 2009; Kennisnet, 2013). Om kinderen een stem te geven en hun mening te laten uiten kan er een rubriek worden toegevoegd waarbij kinderen bijvoorbeeld een recensie kunnen geven over een boek. Belangrijk in de fase van kind naar puber is dat de doelgroep steeds meer hun eigen voorkeuren hebben voor boeken, games en programma’s (Kennisnet, 2013). In het online
Scriptie – Esther Grandiek
34
magazine is op die behoefte in te spelen door keuzemogelijkheden toe te voegen door een quiz. Een andere mogelijkheid is door twee of meerdere korte voorpublicaties van een boek weer te geven waarbij kinderen zelf kunnen kiezen welke tekst ze gaan lezen. Voor jongens kan het gaan om een avontuurlijk verhaal en bij meisjes over waargebeurde verhalen (Huysmans, 2013). Daarnaast kunnen popsterren, filmsterren en sporters voor het online magazine worden gebruikt omdat de kinderen die als voorbeelden zien (Kennisnet, 2013). Een bekend idool kan dan op de cover staan van het magazine. Door spelletjes over taal toe te voegen aan het online magazine leren kinderen verder te gaan met hun cognitieve ontwikkeling, zie tabel 2 van Piaget (op p.30) (Bil & Bil, 2010). Net zoals in Boekenwolk moet het online magazine te lezen zijn op een tablet. Uit onderzoek van NOM Kids Monitor blijkt dat 73 procent van de kinderen tussen de zes en twaalf een tablet gebruikt (Magazines.nl, 2014). Omdat niet elk kind in het bezit is van een tablet moet het mogelijk zijn om het online magazine ook te kunnen lezen op de computer. Kinderen hebben plezier in lezen omdat de personages die ouder zijn dan de doelgroep, hun inspireren (Scholastic, 2013). De personages uit een boek kunnen in het online magazine geplaatst worden en de personages kunnen dienen als een voorbeeld. Filmpjes kijken is voor de doelgroep ook belangrijk (Scholastic, 2013). Aanbeveling is om filmpjes op te nemen in het online magazine. Stripboeken zijn volgens Cito (2014) populair, een strip in het online magazine kan deze behoefte bevredigen. De populaire schrijvers zoals eerder genoemd in §4.4 kunnen gebruikt worden voor het online magazine door middel van een interview. Een samenwerking met een populaire schrijver kan goed zijn voor de naamsbekendheid. In het online magazine zal er geen koppeling zijn met sociale media zoals Twitter, Facebook en Instagram. De doelgroep maakt weinig gebruik van deze sociale media en volgens Scholastic (2013) blijkt dat kinderen liever niet laten zien welk boek zij lezen op de tablet (Mijn Kind Online, 2013). YouTube wordt door meer dan tachtig procent van de doelgroep gebruikt (Mijn Kind Online, 2013b). De filmpjes in het online magazine kunnen van YouTube komen. Kortom, de kunst is dat het online magazine jongens en meisjes enthousiast weet te maken om digitale boeken te gaan lezen. Hierdoor kunnen zij ervaren dat boeken lezen leuk is en een plezierige tijdsbesteding biedt. Om dit te bereiken zijn de volgende bouwstenen voor de redactionele formule van belang: een pagina met games en apps, een quiz, een boekrecensie, een voorpublicatie, een interview met een popster of sporter, een pagina met spelletjes over taal, een personage uit een boek (column of interview), een filmpje, een strip en een samenwerking met een populaire schrijver.
Scriptie – Esther Grandiek
5
35
Trends
In dit hoofdstuk worden de trends weergegeven die gebruikt kunnen worden voor het realiseren van het online magazine.
5.1
Digitalisering van lezen
Door de digitale revolutie is er veel veranderd in het medialandschap. Vroeger had de gebruiker aandacht voor één medium, nu is het zo dat verschillende media (televisie, radio, mobiele telefoon en internet) samensmelten. De digitale revolutie is nog steeds in volle gang (Frankwatching.com, 2012). De betekenis van de digitale revolutie is volgens het Van Dale woordenboek; ‘de grote maatschappelijke veranderingen die het gevolg zijn van de brede beschikbaarheid van computers en internet’ (Van Dale, 2014a). Door de digitalisering zijn niet alleen gedrukte boeken beschikbaar maar ook digitale boeken. Online lezen of digitaal lezen is het lezen op een apparaat zoals op een mobiele telefoon, een laptop of een tablet met een internetverbinding. Een e-boek kan gedownload worden en daarna offline worden gelezen. Dit geldt niet voor Boekenwolk, want zonder internetverbinding is het lezen in de online bibliotheek niet mogelijk. De digitale boeken van Boekenwolk kunnen niet worden gedownload (info.boekenwolk.nl, 2013). Uitgevers moeten aansluiting vinden bij de digitalisering om omzet te generen en te voorkomen dat hun voortbestaan in gevaar komt. Bijvoorbeeld de Duitse krant Bild maakte eerst alleen gebruik van de losse verkoop en abonementen, nu maakt de uitgever gebruik van verschillende abonnementen voor nieuws online, offline of allebei (Roos, 2014).
5.2
Online diensten
De internetdiensten waardoor de consument online kan lezen zijn in opkomst. Voor journalistieke artikelen zijn er de diensten eLinea en Blendle. Bij eLinea sluit de consument net zoals bij Boekenwolk een abonnement af, bij Blendle wordt per artikel betaald(NRC, 2013). De landelijke dagbladen zijn al te vinden in het aanbod van Blendle en sluiten daarbij aan op de digitalisering. Tijdschriften en dagbladen bieden ook online abonnementen aan. Voor kinderen in Nederland zijn er abonnementsdiensten voor kinderboeken en zijn er diensten waarbij de digitale boeken los gekocht kunnen worden. In de iBookstore van Apple en in de Google Play Store van het besturingssysteem Android zijn losse kinderboeken te koop (Mediawijzer.net, 2013). De openbare bibliotheek heeft de apps de Bibliotheek en de Vakantiebieb waarin onbeperkt boeken kunnen worden gelezen. De Vakantiebieb is door iedereen met internet gratis te bezoeken, voor de app de Bibliotheek moet de gebruiker lid zijn van de bibliotheek (Mediawijzer.net, 2013). Uitgeverij De Wakkere Muis heeft een website waarbij met een abonnement onbeperkt de kinderboekenserie Geronimo Stilton kan worden gelezen. In een online boekenkast kunnen de boeken worden gekozen (Geronimo Stilton Online Lezen, 2014). De website van Geronimo Stilton is vergelijkbaar met de website van Boekenwolk omdat alle boeken digitaal kunnen worden gelezen en er abonnementen kunnen worden afgesloten. Voor het gebruik in de klas zijn er verschillende programma’s beschikbaar, zoals Yoleo of de Leesclub. Yoleo is een programma voor kinderen van acht tot twaalf jaar, die moeite hebben
Scriptie – Esther Grandiek
36
met lezen. Door het lezen van de boeken krijgen kinderen leespunten en hiermee kunnen ze online hun virtuele kamer inrichten (Yoleo, 2014). Een andere software is de Leesclub van uitgeverij Zwijsen. De Leesclub stimuleert kinderen om te blijven lezen en er worden in dit softwareprogramma vragen gesteld over leesboeken, gedichten, informatieve boeken, stripboeken, kranten en tijdschriften (Zoleukislezen.nl, z.j.). In het buitenland zijn er al verschillende internetdiensten voor boeken zoals Scribd en Oyster voor Engelstalige boeken. Internetboekhandel Amazon komt met Kindle Unlimited daarmee kan er voor 10 dollar per maand onbeperkt worden gelezen (Emerce, 2014; Wansink, 2014). De ontwikkelingen in Nederland gaan snel, de uitgevers VBK en Dutch media lanceerden in augustus 2014 de online dienst Elly’s Choice. De doelgroep van Elly’s Choice zijn vrouwen van middelbare leeftijd. Met een abonnement krijgt de gebruiker elke maand tien nieuwe digitale boeken (Bekkering, 2014).
5.3
Onderwijs en tablets
Steeds meer basisscholen maken gebruik van een tablet of een iPad (Ittersum, 2014). Inmiddels zijn er in Nederland negen Steve Jobs-scholen, naar het idee van opiniepeiler Maurice de Hond (Walsum, 2014). De Hond vindt het onderwijs ouderwets en kinderen kunnen beter multimediaal, interactief en multitaskend opgroeien. Op de Steve Jobsschool, officieel het ‘Onderwijs voor de Nieuwe Tijd’ genoemd, leren kinderen omgaan met de digitalisering van de 21ste eeuw (2Doc, 2014; NOS, 2013). Daarnaast wordt het onderwijs afgestemd op de behoeften van de leerlingen (Walsum, 2014). Niet alleen op de Steve Jobs-scholen worden iPads gebruikt, op twintig procent van de basisscholen worden tablets gebruikt als onderdeel van de les (Jeugdjournaal, 2014). Uit onderzoek van NOS Jeugdjournaal (2014) blijkt dat 78 procent van de kinderen veel vaker tablets wil gebruiken in de les (Jeugdjournaal, 2014). Kinderen die slecht zijn in rekenen of taal kunnen op de tablet op hun eigen niveau verder oefenen. Een tablet is volgens de schooldirecteur van De Willibordschool in Heiloo geen vervanging van de leerkracht of het onderwijs, het is een hulpmiddel om verder te komen en de docent moet een leerling daarin begeleiden (NOS, 2013). Onderwijsexpert Victor van der Plas stelt dat het beperkte aanbod van iBooks en apps nog een probleem is voor het onderwijs. Uitgevers lopen achter met het ontwikkelen van digitale schoolboeken en apps. De meeste uitgevers hebben een PDF van een schoolboek online staan zonder interactiviteit. De uitgevers zijn bang dat zij de investeringen niet terug verdienen, terwijl er vele tienduizenden leerlingen gebruik maken van een tablet. Leraren maken soms zelf content omdat de professionele content achterblijft. Programma’s die al geschikt zijn om te gebruiken in de klas zijn de Schooltas-app van de educatieve uitgeverij ThiemeMeulenhoff, de software van Muiswerk en de iBooks van uitgeverij Spectrum. Deze drie voorbeelden van software tonen aan dat deze programma’s het onderwijs ondersteunen bij de normale lesstof en ieder individu zich op zijn eigen niveau verder kan ontwikkelen (Ittursum, 2014).
5.4
Communicatie richting ouders en kinderen
Door de opkomst van het internet is er ook veel veranderd in de communicatie richting kinderen. Communicatiemanager Corine van Impelen van het bedrijf Wit Communicatie was spreker bij het congres ‘Trends in Kids- en Jongerenmarketing’ volgens haar zijn sociale media
Scriptie – Esther Grandiek
37
belangrijk om kinderen te bereiken. Door sociale media en internet gericht te gebruiken richting de doelgroep, kunnen deze media een groot bereik genereren. Hierbij zijn aansprekende beelden en uitspraken van belang, want kinderen zijn kritisch. Corine van Impelen heeft samen met zorgverzekeraar Achmea het voor elkaar gekregen om 20.000 kinderen te laten bewegen met de actie ‘Achmea High Five Challenge’. Het succes kwam omdat Achmea samen heeft gewerkt met scholen en sportverenigingen in de buurt van een activiteit. Daarnaast werd de sport vertaald naar een straatvariant, hierdoor werd er ingeleefd in de belevingswereld van het kind. Voordat de actie van start ging is er veel gebruik gemaakt van sociale media met filmpjes en foto’s. Het samenwerken met media die dichtbij de doelgroep staan zoals Nickelodeon, Kidsweek en het Jeugdjournaal maakte de actie tot een groot succes (Trends in Kids- en Jongerenmarketing, 2014a). Volgens een mediaonderzoek gedaan door uitgeverij Sanoma en het onderzoeksbureau Veldkamp is het gezinsleven drastisch gewijzigd(Veldkamp Marktonderzoek, 2014). Ook volgens marketingmanager Bas Post van CenterParcs zijn gezinnen in de afgelopen twintig jaar sterk veranderd, hét gezin bestaat niet meer. De gezinnen van nu hebben minder kinderen dan vroeger en er zijn meer samengestelde gezinnen. Kinderen hebben binnen het gezin meer inspraak bij het kopen van producten. Kinderen krijgen gezinsinspraak en bepalen samen met de ouders wat zij aanschaffen. Het samen bepalen van het kopen van producten heet een DMU, een Decision Making Unit (Trends in Kids- en Jongerenmarketing, 2014b). Marketeers moeten zich niet richten op één gezinslid maar op het hele gezin. Hierbij is het combineren van mannelijke en vrouwelijk aspecten belangrijk, het noemen van voordelen voor alle gezinsleden, ervoor zorgen dat in de communicatie-uiting alle gezinsleden in beeld komen en gebruik maken van realistische gezinnen in plaats van droomgezinnen (Veldkamp Marktonderzoek, 2014). CenterParcs speelt al in op de behoeften van de nieuwe gezinssamenstelling. Voor elke gezinssamenstelling zijn er pakketen die inspelen op de wensen en behoeften van verschillende gezinnen. CenterParcs heeft bij de promotie net zoals bij Achmea samengewerkt met verschillende media die dichtbij de doelgroep staan. Er stonden advertenties in kinderbladen zoals Tina, Donald Duck en Zo Zit Dat. In de advertenties die CenterParcs verspreidt naar de ouders worden de voordelen voor alle gezinsleden naar voren gebracht(Trends in Kids- en Jongerenmarketing, 2014b).
5.5
Gedrukte- en online bladen
Volgens het communicatiebureau Lievens Communicatie (2014) kunnen een gedrukt- en een online magazine elkaar versterken (Lievens Communicatie, 2014). Echter als de mediamaker alleen gebruik maakt van een online magazine dan zijn er een paar belangrijke voorwaarden waaraan het online magazine moet voldoen. De wijze waarop de informatie wordt gebracht verschilt met een papieren blad, bij een online magazine zijn minder tekst, smalle kolommen, meerdere tussenkopjes en titels gebruikelijk. Een vormgegeven PDF die online staat en waarin gebladerd kan worden is niet het juiste middel voor een online magazine. Het lezen van een beeldscherm is anders dan vanaf papier. Een verrijking is om verschillende mogelijkheden toe te voegen die het internet biedt, zoals geluiden, filmpjes en foto’s. Het zorgen voor interactie is belangrijk bij een online magazine, bijvoorbeeld door een quiz. Er kan ook voor interactie gezorgd worden door de lezer op informatie te laten klikken of een afbeelding te tonen waarbij
Scriptie – Esther Grandiek
38
de gebruiker kan inzoomen of iets in werking kan zetten. Ook is het van belang om op buttons te kunnen klikken om naar artikelen binnen het online magazine te gaan of naar externe websites (Lievens Communicatie, 2014). 5.5.1 Voor- en nadelen Een nadeel van een online magazine is dat de geïnteresseerden zichzelf moeten aanmelden, een online magazine mag niet ongevraagd naar mensen gestuurd worden als zij niet geabonneerd zijn. Eenmalig een e-mail versturen mag wel zodat geïnteresseerden zich kunnen aanmelden. Voor een online magazine is het lastig om de aandacht van de gebruiker te trekken omdat erop het internet een grote hoeveelheid informatie staat (Lievens Communicatie, 2014). Een online magazine heeft daardoor een lagere attentiewaarde (Encyclo, z.j.; Lievens Communicatie 2014). Het aantal pagina’s van het online magazine moet aanzienlijk minder pagina’s bevatten dan een papieren versie. De concentratie bij het lezen van een beeldscherm is minder dan bij een papieren blad. Een papieren blad bewaren mensen , een online magazine wordt bijna niet bewaard omdat mensen e-mails verwijderen. Een papieren blad heeft een hogere attentiewaarde (Lievens Communicatie, 2014). Een voordeel van een online magazine is dat het multimediaal en interactief kan zijn, door bijvoorbeeld foto’s en een quiz. Gebruikers kunnen doorklikken naar artikelen binnen het online magazine of naar externe websites. Er zijn geen distributiekosten, het blad hoeft niet gedrukt te worden, via sociale media en e-mail is het online magazine kosteloos te verspreiden. Op internet is het gedrag van de gebruiker meetbaar, daardoor kan er worden gekeken welke artikelen populair zijn (Lievens Communicatie, 2014).
5.6
Conclusie
Door de digitalisering moeten uitgeverijen andere wegen inslaan. Boekenwolk probeert samen met uitgevers van kinderboeken extra inkomsten te generen omdat kinderen ook digitaal lezen.Om naamsbekendheid voor Boekenwolk te verhogen is het verstandig om reclame te maken via bekende media voor de doelgroep zoals Donald Duck, Tina en Kidsweek. Ook is het van belang voor Boekenwolk om contact te hebben met basisscholen om kinderen en ouders te bereiken en dichtbij de doelgroep te staan (Trends in Kids- en Jongerenmarketing, 2014a). Bij marketingacties moet het gehele gezin centraal staan volgens marketingmanager Bas Post van CenterParcs (Trends in Kids- en Jongerenmarketing, 2014b). Er kunnen verschillende emails gemaakt worden voor de ouders, de basisscholen en de kinderen. Volgens onderwijsexpert Vicor van der Plas is het voor leerkrachten lastig om de juiste software te vinden voor de tablet. De meeste uitgevers durven nog niet te investeren of blijven achter met de interactiviteit (Ittursum, 2014). Het online magazine voor Boekenwolk moet dus interactief zijn anders maken de kinderen er geen gebruik van. Hierbij kunnen filmpjes, linkjes of spelletjes worden toegevoegd. Op basisscholen worden tablets steeds vaker gebruikt als hulpmiddel om de leerstof over te brengen (NOS, 2013). In het online magazine kan een pagina komen met taalspelletjes voor de leerlingen. De leerkrachten kunnen deze pagina dan gebruiken in de klas.Door een taalspelletje
Scriptie – Esther Grandiek
39
iedere maand terug te laten komen op de website van Boekenwolk wordt het voor kinderen herkenbaar en blijft Boekenwolk onder de aandacht bij de doelgroep. Volgens Lievens Communicatie (2014) zijn er een aantal voorwaarden waaraan het online magazine moet voldoen. Een pagina van een online magazine bevat smalle kolommen, meerdere tussenkopjes en titels. Voor de lezer blijft het dan overzichtelijk. Ook moet het online magazine minder tekst en pagina's bevatten dan een papieren blad. Het online magazine moet voorzien zijn van filmpjes en foto’s. Om het interactief te maken kan er een quiz of een poll worden toegevoegd. Een andere manier om interactie aan de pagina's toe te voegen is om knoppen te gebruiken waardoor er meer informatie in beeld komt. Bijvoorbeeld een knop waarmee de gebruiker naar een andere pagina in het online magazine gaat of naar de website van Boekenwolk. Het online magazine kan het beste verstuurd worden via een e-mailnieuwsbrief. Aangezien een online magazine niet ongevraagd naar een persoon mag worden gestuurd, is het aan te bevelen dat de ouders of basisscholen zich via een eenmalige e-mail kunnen aanmelden (Lievens Communicatie, 2014).
Scriptie – Esther Grandiek
40
Scriptie – Esther Grandiek
6
41
Online magazines
In dit hoofdstuk staat omschreven aan welke criteria een online magazine moet voldoen.
6.1
Definitie online magazine
Met de komst van de digitalisering zoals eerder genoemd in §5.1, zijn online magazines ontstaan. Zonder internetverbinding is het lezen van een online magazine niet mogelijk. De definitie van het woord ‘magazine’ in het woordenboek Van Dale (2014b) is: ‘periodiek gepubliceerd medium, m.n. een tijdschrift, met onderhoudende lectuur of opiniërende inhoud’. Het online magazine van Boekenwolk wordt een digitaal magazine, hierbij ziet de gebruiker een bladerbaar online blad op het beeldscherm. Bladenmaker Carolien Vader (2013) vindt een magazine: ‘een pakhuis van informatie, aspiratie en inspiratie’. Daarnaast is een magazine iets wat frequent verschijnt en verschillende pijlers en rubrieken heeft net zoals bij het tv-programma De Wereld Draait Door (Vader, 2013).
6.2
Criteria online magazine
Sinds 2011 worden in Engeland elk jaar The Digital Magazine Awards uitgereikt. Er zijn verschillende categorieën van online magazines, waaronder kindertijdschriften. De jury die de prijs uitreikt let op een aantal criteria. Bij de inhoud is belangrijk dat het online magazine aantrekkelijk is om te lezen en dat het beeldmateriaal relevant is. Daarnaast is aandacht voor de details een criterium (Digtial Magazine Awards, z.j). Bij de stijl is het criterium dat de vormgeving aansluit bij het concept en dat de huisstijl steeds terugkomt. De gebruiksvriendelijkheid moet zo hoog mogelijk zijn. Het meest belangrijke criterium is de innovatie. Hierbij moet het online magazine verder gaan dan de mogelijkheden van gedrukte tijdschriften, de voordelen van een digitaal magazine moeten optimaal worden benut (Digtial Magazine Awards, z.j.). Floor van Riet van het bedrijf Sabel Online beveelt ook een aantal punten aan waaraan een online magazine moet voldoen. Volgens van Riet moet de navigatie simpel blijven, anders wordt het voor de gebruiker onduidelijk hoe het online magazine werkt. Buttons kunnen hierbij helpen. In een online magazine wordt er gebruik gemaakt van weinig tekst en meer beeld. Bij een online magazine is een bladformule belangrijk zodat de doelgroep herkenning en binding krijgt met het blad. Het bladritme verdient aandacht en door verschillende rubrieken toe te passen blijft het spannend voor de lezer. Het gebruiken van achtergrondmuziek is niet verstandig, dit kan de gebruiker afleiden. Bij het ontwerpen van de pagina’s is het aan te bevelen om extra goed te kijken naar het beeldgebruik. Op een beeldscherm moet een pagina goed leesbaar zijn en overzicht bieden, anders wordt het voor de gebruiker onduidelijk (Riet, 2012).
6.3
Online magazine biedt een meerwaarde
Volgens tijdschriftkenner Rob van Vuure (2014) zijn tijdschriftmerken digitale klikfeestjes geworden. Een aantal jaar geleden daalden de oplagen van allerlei bladen en lukte het een
Scriptie – Esther Grandiek
42
aantal bladen niet meer om van een papieren blad een succes te maken. Volgens van Vuure (2014) kwam er een golf van digitalisering op gang. Sinds 2014 gaat het beter met de bladen, tijdschriften worden merken en vooral digitaal liggen er kansen. Steeds meer Nederlanders lezen tijdschriften op een tablet. Een lezer die een blad online leest kan op allerlei buttons klikken voor meer informatie. Gebruikers kunnen filmpjes bekijken, er zijn verwijzingen naar de webshop, de site en de sociale media van de bladen. Bij de digitale versie van Donald Duck kwaakt Donald en bij de digitale versie van de Viva kan de gebruiker door op een covertekst te klikken meteen het desbetreffende artikel lezen (Vuure, 2014; Tijdschrift.nl, 2014). De bladen scoren volgens van Vuure (2014) weer net zoals ooit in de tijd dat de papieren tijdschriften een succes waren. Het gebruik van online mogelijkheden zijn voor tijdschriftmerken een succes (Vuure, 2014). Volgens Herman van Oorschot en Kimberley van der Weerden (2014) van het mediabedrijf Fullmoon Simply Interactive biedt een online magazine een meerwaarde voor de online communicatie. De consument van nu wil graag gehoord worden en het gevoel hebben dat er zorgvuldig met de communicatie wordt omgegaan. Een online magazine kan die behoefte van de consument bevredigen omdat het online magazine volledig is afgestemd op de doelgroep. De medewerkers van het bedrijf DutchGiraffe (z.j.) maken een online magazine voor de provincie Brabant, zij beweren hierover: ‘Om lezers optimaal te bedienen ontvangen zij bij elke editie een op maat gemaakte e-mail, afgestemd op hun contentwensen. Op die manier krijg je als lezer altijd als eerste die onderwerpen gepresenteerd die voor jou het meest relevant zijn.’ (DutchGiraffe, z.j.). Hierdoor kan een bedrijf een betere relatie krijgen met de klant en wordt er een gewenst imago gecreëerd rondom het merk. Een online magazine kan het beste periodiek verstuurd worden via een e-mailnieuwsbrief. Onderwerpen kunnen op een andere manier worden neergezet dan op een website, bijvoorbeeld met meer beeld en multimediale mogelijkheden. Met de structuur van het online magazine kan de gebruiker met de navigatie door het blad bladeren. Een online magazine is zeer geschikt voor een tablet omdat de lezers tijd willen en kunnen nemen voor het lezen (Oorschot & Weerden, 2014).
6.4
Online magazines voor kinderen
Het meeste bekende online magazine voor kinderen is het gratis (online) magazine Tsjakka! (Tsjakka.nl, z.j.; Superunie, z.j.). Het magazine Tsjakka! is voor kinderen van acht tot veertien jaar (MCP, z.j.). De striphelden Siem, Zap en Bumper staan centraal in het maandelijkse online magazine Tsjakka!. Het magazine bestaat uit strips, puzzels, moppen, interviews en spannende verhalen (MCP, z.j.). In het online magazine kunnen kinderen filmpjes bekijken, foto’s insturen en meedoen aan prijsvragen. In het online magazine zijn buttons aangebracht zodat kinderen direct een formulier kunnen invullen om mee te doen aan een prijsvraag (Tsjakka.nl, z.j.). Kindertijdschriften zoals Tina, Zo Zit Dat of Meiden Magazine zijn digitaal te lezen op de tablet of de iPad met de website of via de app Tijdschrift.nl van uitgeverij Sanoma (Tijdschrift.nl, 2014a). De digitale kindertijdschriften hebben geen extra functies zoals bij Tsjakka. Het papieren tijdschrift is hetzelfde als het tijdschrift digitaal (Tijdschrift.nl, 2014a).
Scriptie – Esther Grandiek
43
Goede doelen zoals het WNF en de Dierenbescherming hebben een clubblad voor kinderen (WNF Rangerclub, z.j.; Kids For Animals, z.j.). De online magazines van allebei de goede doelen hebben geen extra functies en zijn hetzelfde als de papieren versies (WNF Rangerclub, z.j.; Kids For Animals, z.j.). Ook het tijdschrift BoekieBoekie kent een online en papieren magazine voor kinderen van acht tot dertien jaar, die van lezen, tekenen en schrijven houden (BoekieBoekie, z.j.). BoekieBoekie komt dichtbij het beoogde concept voor het online magazine van Boekenwolk omdat het allebei over lezen gaat en dezelfde doelgroep heeft (BoekieBoekie, z.j.). 6.4.1 Online magazines voor kinderen in het buitenland In 2013 zijn voor het evenement The Digital Magazine Awards in Engeland verschillende tijdschriften genomineerd voor de categorie Children's Magazine of the Year (Digtial Magazine Awards, 2013). De genomineerde online magazines zijn bijna allemaal te lezen via een app op de iPad met het besturingssysteem van Apple. Echter het magazine ‘Sea Urchins Magazine’ is met een app te downloaden voor de besturingssystemen van Android en Apple. Voor het tijdschrift betaalt de lezer € 3,49 per stuk. Het online magazine ‘Sea Urchins Magazine’ over kleine zeedieren is bedoeld voor kinderen voor vijf tot vijftien jaar. Het magazine
Afbeelding 5: Cricket magazine Bron: Cricketmag, (2012).
is gemaakt met de app MagazineClooner vergelijkbaar met de app Tijdschrift.nl van Sanoma. Het tijdschrift is niet interactief maar er staan strips, spelletjes en feiten over de oceaan in (Unique magazines, z.j.). De Amerikaanse educatieve uitgever ePals Media heeft veel verschillende online magazines voor kinderen van alle leeftijden. Voor kinderen van negen tot veertien jaar hebben zij vijf online magazines. De magazines gaan over geschiedenis, cultuur, wetenschap, fantasie en literatuur. Alle online magazines zijn interactief en zijn te gebruiken als app op de iPad, zie afbeelding 5. Het eerste online magazine is gratis, daarna kan de lezer voor € 17.99 per jaar negen online magazines lezen (Cricketmag, z.j.). Het Franse online magazine ‘Science & Vie Kids’ gaat over wetenschap en natuur en is beschikbaar voor de iPad. Het magazine bevat multimediale functies, zoals video’s en spelletjes. Het blad bevat ook weetjes, strips en proefjes en is voor kinderen van zeven tot twaalf jaar. Science & Vie Kids is vergelijkbaar met het Nederlandse blad Zo Zit Dat (Science&Vie Kids Magazine, 2014). De Amerikaanse educatieve uitgeverij Timbuktu Labs Inc, heeft in 2013 de prijs gewonnen voor het
Afbeelding 6: Timbuktu magazine
digitale kindertijdschrift van het jaar (Digtial Magazine Awards, 2013). Het online magazine
Bron: Digtial Magazine Awards (2013).
Timbuktu is voor kinderen van negen tot elf jaar. De lezers leren om creatief te denken, problemen op te lossen en krijgen opdrachten over taal en wiskunde. Op afbeelding 6 is de
Scriptie – Esther Grandiek
44
voorkant van Timbuktu magazine te zien. De cover heeft acht vierkanten waarop de gebruiker kan klikken en direct daarna opent het artikel. Het online magazine heeft gewonnen omdat het een unieke vormgeving heeft en kinderen worden gestimuleerd om te leren. (Timbuktu Labs, Inc, z.j.; Digtial Magazine Awards, 2013).
6.5
Software voor online magazines
Online magazines zijn er in allerlei soorten en maten. Veel bedrijven experimenteren nog om de geschikte software te ontdekken. 6.5.1 Issuu Via de website Issuu kunnen PDF’s van papieren bladen omgezet worden in online magazines. De opmaak van een PDF is gemaakt om te gebruiken voor papieren tijdschriften hierdoor ziet de gebruiker lappen met tekst en moet de gebruiker steeds in- en uitzoomen. Het is een goedkope en makkelijke manier maar niet effectief omdat Issuu geen multimediale functies heeft (Riet, 2012). 6.5.2 App magazines Een aantal bladen zoals Bright en Psychologie Magazine hebben een app ontwikkeld voor Android en Apple om de tijdschriften op een tablet of een iPad te lezen. Een voordeel hiervan is dat het magazine is aangepast aan het apparaat en goed leesbaar is. Een nadeel is dat de lezer de app moet installeren en de ontwikkelingskosten van een app hoog zijn (Riet, 2012). 6.5.3 HTML-magazines Online magazines die makkelijker zijn te realiseren zijn HTML-magazines. De techniek die voor de magazines wordt gebruikt is gebaseerd op websites. Er zijn met behulp van CSS, JavaScript en HTML 5 mooie animaties en interacties te maken. Een nadeel van een HTML-magazine is dat de website niet voor een specifiek apparaat is gemaakt en daarom bestaat de kans dat bij sommige apparaten de weergave onvoldoende is (Riet, 2012). 6.5.4 ‘One page’ magazines Naast HTML-magazines zijn er ook websites met online magazines waarbij de website steeds uit één pagina bestaat. De gebruiker hoeft dat niet op een pijltje te klikken om naar de volgende pagina te gaan maar kan scrollen om de volgende pagina te zien. Een nadeel is dat als er vele pagina’s zijn op de website dat de laadtijd lang duurt (Riet, 2012). 6.5.5 Responsive magazines Een magazine dat volledig afgestemd is op elk apparaat is een responsive magazine. Verschillende mediabedrijven bieden programma’s aan waarmee responsive magazines ontwikkeld kunnen worden. Aan deze prachtige programma’s hangt alleen wel een flink prijskaartje. Het mediabedrijf DutchGiraffe biedt het platform WordPress Magazines aan. De vormgeving en de content zien er geweldig uit en is op elk apparaat goed leesbaar. Een licentie voor het programma kost 3000 euro per jaar. DutchGiraffe heeft het Brabant Magazine ontwikkeld voor de provincie Brabant. Het Brabant Magazine bestaat sinds drie jaar, heeft een grote redactie, een groot budget en is een groot succes (Staalduinen, 2014).
Scriptie – Esther Grandiek
45
Een ander voorbeeld van een programma waarmee een responsive magazine kan worden gemaakt is de software van Instant Magazine. Het bedrijf Instant Magazine kan voor elke klant het magazine in eigen huisstijl laten ontwerpen, met video’s, animaties en keuze uit 25 verschillende thema’s. Hier kost een uitgebreid pakket 2000 euro per jaar en het goedkoopste pakket kost 450 euro per jaar (Frankwatching, 2014). 6.5.6 Joomag Het programma Joomag is net zoals Issuu een programma om van een PDF een online magazine te maken. Er zijn bij de software van Joomag veel meer multimediale mogelijkheden dan bij Issuu. Bij Joomag kan de maker foto’s, video’s, figuren en verschillende lettertypes toevoegen. Bij Issuu is het alleen mogelijk om een PDF online te zetten en het magazine is vervolgens niet te bewerken. Joomag is voor het maken van online magazines gratis, maar wil de maker dat het online magazines ook beschikbaar is op een tablet of een mobiele telefoon dan zijn de kosten 384 euro per jaar (Joomag.com, z.j.). 6.5.7 FlippingBook Publisher 2.6 Het programma FlippingBook Publisher 2.6 biedt net zoals bij Issuu en Joomag de mogelijkheid om van een PDF een online magazine te maken. De software van FlippingBook kost eenmalig 515 euro en geeft een licentie voor twee computers. Het online magazine is met de software beschikbaar op de computer en op de iPad, de iPhone en de tablet. Bij Issuu en Joomag wordt het PDF online op de websites verrijkt. FlippingBook is een programma dat wordt gedownload op de computer, offline kan er aan de versie van een magazine worden gewerkt. Het voordeel van FlippingBook is dat het online magazine geplaatst kan worden op een website naar keuze. Bij Issuu en Joomag wordt het online magazine gepubliceerd op de website van Issuu en Joomag. Net zoals bij Joomag is het in het programma FlippingBook mogelijk om video’s en hyperlinks toe te voegen (Invender, z.j.).
6.6
Conclusie
Het online magazine van Boekenwolk kan het beste verstuurd worden via een emailnieuwsbrief (Oorschot & Weerden, 2014). De onderwerpen voor het online magazine moeten worden neergezet met beeld en multimediale mogelijkheden. Zoals eerder genoemd in §5.6 kan er een eenmalige nieuwsbrief worden verstuurd waarin de lezers zich kunnen aanmelden voor het volgende online magazine. Volgens DutchGiraffe (z.j.). is het verstandig om e-mails te sturen die afgestemd zijn op de wensen van de doelgroep. Volgens Herman van Oorschot en Kimberley van der Weerden (2014) kan een online magazine dan een meerwaarde bieden. Er wordt zo een imago gecreëerd voor het merk Boekenwolk. Een goede software voor Boekenwolk is het programma FlippingBook Publisher 2.6. Met de software kan er vanuit een PDF een online magazine gemaakt worden. Er kunnen video’s en hyperlinks worden toegevoegd. Het programma Joomag biedt deze mogelijkheden ook, maar kost 384 euro per jaar en bij FlippingBook zijn de kosten eenmalig 515 euro (Invender, z.j.; Joomag, z.j). Een online magazine met een prachtig design en spannende games kost meer dan 2000 euro per jaar, dit is voor Boekenwolk te duur (Frankwatching, 2014).
Scriptie – Esther Grandiek
46
De jury van The Digital Magazine Awards (2013) en Floor van Riet (2012) van het bedrijf Sabel Online hebben een aantal criteria opgesteld waaraan een online magazine voor kinderen moet voldoen. Volgens die criteria moet het online magazine voor Boekenwolk een aantrekkelijke inhoud hebben en relevant beeldmateriaal bevatten (Digital Magazine Awards, z.j.; Riet, 2012). De tekst kan worden verdeeld in verschillende blokjes zoals bij het Timbuktu magazine (Timbuktu Labs, Inc, z.j.). De huisstijl van Boekenwolk moet overal in terugkomen zodat het herkenbaar is voor de lezer (Digtial Magazine Awards, z.j.; Riet, 2012). Uiteindelijk is innovatie het meest belangrijk bij een online magazine voor Boekenwolk. Het online magazine moet verder gaan dan de mogelijkheden van de gedrukte tijdschriften (Digital Magazine Awards, z.j.; Riet, 2012; Vuure, 2014). Bovendien moet het online magazine geschikt zijn voor een tablet zodat het voor de gebruiker handzaam is (Oorschot & Weerden, 2014). Bijna alle online magazines uit binnen- en buitenland genoemd in §6.4.1 zijn interactief. Het online magazine voor Boekenwolk moet ook interactief zijn en filmpjes, spelletjes, strips en prijsvragen bevatten. Kortom, interactiviteit en multimediale mogelijkheden zijn belangrijke voorwaarden voor het online magazine van Boekenwolk.
Scriptie – Esther Grandiek
7
47
Verdienmodel
In dit hoofdstuk wordt het business model van Osterwalder beschreven (Goossens, 2014b).
7.1
Business model van Osterwalder
Er is voor het business model van Osterwalder gekozen omdat die verschillende facetten beschrijft, die invloed hebben op het creëren van meerwaarde voor een bedrijf. Bij een verdienmodel wordt meestal alleen gekeken naar hoe een organisatie winst kan maken (Goossens, 2014b; Marketingfacts, 2009). Naast het verdienen van geld kan echter een meerwaarde voor een bedrijf ook bestaan uit een klantrelatie opbouwen met de consument (Goossens, 2014b). Het business model van Osterwalder bestaat uit negen facetten, deze onderwerpen worden gebruikt voor het opstellen van een verdienmodel voor het online magazine, zie afbeelding 7.
Afbeelding 7: Business model Osterwalder Bron: ICSB Marketing en Strategie (2014).
7.1.1 Klantsegmenten Klantsegmenten zijn de verschillende groepen die een bedrijf wil bereiken (Goossens, 2014b). Het eerste klantsegment van Boekenwolk zijn de uitgeverijen, zij verkopen de kinderboeken. Om een uitgebreide online bibliotheek te krijgen en om content te verzamelen voor het online magazine zijn de uitgeverijen belangrijk. Het tweede klantsegment is de doelgroep van het online magazine. De doelgroep bestaat uit kinderen tussen de negen en dertien jaar uit groep zes, zeven en acht van de basisschool. De kinderen zijn geïnteresseerd in lezen. Als laatste klantsegment zijn de ouders belangrijk, zij betalen uiteindelijk de abonnementen voor de kinderen.
Scriptie – Esther Grandiek
48
7.1.2 Waardepropositie De waardepropositie is het geheel van producten en diensten die een meerwaarde creëren voor de klantsegmenten (Goossens, 2014b). Boekenwolk biedt een dienst waarmee de gebruiker onbeperkt kinderboeken kan lezen op de tablet. Voor de uitgeverijen biedt Boekenwolk een meerwaarde omdat er geen drukkosten zijn voor de boeken. Met het online magazine kunnen uitgeverijen reclame maken voor hun boeken. Daarnaast biedt het online magazine voor de uitgeverijen een meerwaarde omdat het gericht is op een specifieke doelgroep, namelijk kinderen die geïnteresseerd zijn in lezen. Voor de ouders biedt Boekenwolk een meerwaarde omdat het tijd- en kostenbesparing oplevert. De ouders hoeven niet meer naar de bibliotheek en hoeven geen boeken te kopen. Voor de kinderen is Boekenwolk gemakkelijk omdat zij toegang hebben tot honderden digitale kinderboeken. Bovendien hebben kinderen die veel lezen, daar op school profijt van (Lezen.nl, z.j.). Een meerwaarde voor de kinderen is ook dat het online magazine hen kan helpen bij het kiezen van boeken en de kinderen enthousiast kan maken om digitale boeken te gaan lezen. 7.1.3 Kanalen Om de meerwaarde van het online magazine naar de klant over te brengen is het belangrijk dat er wordt gecommuniceerd via een e-mailnieuwsbrief (Lievens Communicatie, 2014). Het eerste online magazine wordt verstuurd naar 3500 e-mailadressen van basisscholen en Boekenwolk heeft een klantendatabase van 4600 e-mailadressen van ouders en kinderen (Schrever, 2014b). In totaal wordt het eerste online magazine naar 8100 e-mailadressen verstuurd. Uit een Amerikaanse trendanalyse van de bedrijven Epsilon en Direct Marketing Association’s Email Experience Council blijkt dat 23,8 procent van de lezers een nieuwsbrief opent en 5,5 procent klikt op een link in een nieuwsbrief (KickStart Alliance, 2012). Ongeveer 1900 mensen openen dan de nieuwsbrief van het online magazine en 445 personen klikken op een link in de nieuwsbrief. Belangrijk is dat de lezers van het online magazine zich aanmelden met een emailadres voor de volgende editie. De mensen die uiteindelijk tot deze handeling overgaan is volgens het bedrijf 8020ecommerce (2012) 1.5 procent van de bezoekers op een website. Deze handeling wordt het conversieratio genoemd. Ongeveer zes personen van de 445 personen melden zich aan. Om naamsbekendheid voor Boekenwolk te verhogen is het verstandig om ook reclame te maken via bekende media voor de doelgroep zoals Donald Duck, Tina en Kidsweek. Ook is het van belang voor Boekenwolk om contact te hebben met basisscholen om kinderen en ouders te bereiken en dichtbij de doelgroep te staan (Trends in Kids- en Jongerenmarketing, 2014a). 7.1.4 Klantrelatie Bij de klantrelatie is het belangrijk dat het gehele gezin centraal staat volgens marketingmanager Bas Post van CenterParcs (Trends in Kids- en Jongerenmarketing, 2014b). Volgens het bedrijf DutchGiraffe (z.j.). is het verstandig om e-mails te sturen die afgestemd zijn op de wensen van de doelgroep. Er kunnen verschillende e-mails gemaakt worden voor de ouders, de basisscholen en de kinderen. 7.1.5 Inkomsten Het online magazine hoeft niet winstgevend te zijn omdat het een promotiemiddel is. De inkomsten voor Boekenwolk komen uit de abonnementen. Om extra inkomsten te krijgen is het volgens Keizer (2014) van het bedrijf TextArt belangrijk om advertorials in het online
Scriptie – Esther Grandiek
49
magazine te plaatsen. Een advertorial is een tekst die binnen de huisstijl van een tijdschrift past (InfoNu, 2006). Voor de adverteerders is het belangrijk om te weten hoe duur een advertentie is. Het bedrijf WebAds verkoopt advertentieruimtes op 130 websites. Een advertorial op de website Budgi (over gezin en opvoeding) kost 1000 euro per week en heeft een bereik van 50.000 bezoekers (Webads, z.j.). Deze gegevens worden gebruikt als voorbeeld om een advertentiebedrag voor het online magazine te berekenen. Als het online magazine 445 bezoekers heeft en een uitgeverij wil adverteren met een advertorial dan kost de advertentie 9 euro per week. Echter het online magazine verschijnt per half jaar. De advertorial zal dan 26 weken te zien zijn, de kosten voor een advertorial zijn dan 234 euro voor een half jaar.
7.1.6 Middelen Voor het online magazine zijn er mensen nodig om de redactionele formule te bedenken. Hiervoor worden twee redacteurs en een vormgever gevraagd. De redacteurs en de vormgever werken vanaf hun woonlocatie. Er zijn dus geen kosten voor het huren van een pand. De redacteurs zijn verantwoordelijk voor de redactie van het online magazine. Hierbij gaat het om vooronderzoek voor de artikelen, het schrijven van de artikelen, het controleren van de vormgeving en het verrijken van het online magazine in een programma. De vormgever zorgt voor het ontwerp van het online magazine. De illustraties in het online magazine worden door de vormgever gemaakt. Voor de afbeeldingen in het online magazine wordt er gebruik gemaakt van bestaande beelden ook wel stockfoto’s genoemd. Aan kinderen of schrijvers die meewerken aan het online magazine wordt gevraagd of zij foto’s kunnen aanleveren. Voor de filmpjes in het online magazine wordt er gebruikt gemaakt van bestaande filmpjes op YouTube. Hierbij wordt toestemming gevraagd aan de maker van het filmpje of gebruik gemaakt van bronvermelding. In de toekomst kunnen kinderen gevraagd worden om een filmpje te maken. Tot het programma van eisen voor een online magazine voor kinderen behoort dat het magazine interactief is anders maken kinderen er geen gebruik van (Ittursum, 2014). Om het online magazine interactief te maken is er gekozen voor het programma Flippingbook. Het programma verrijkt het online magazine met filmpjes, linkjes en buttons die verwijzen naar pagina’s in het online magazine of naar een website (Invender, z.j.). Om deze middelen te bekostigen worden de inkomsten uit de abonnementen van Boekenwolk gebruikt. 7.1.7 Kernactiviteiten De kernactiviteit van het online magazine is om kinderen digitale boeken te laten lezen op de tablet. Het doel van het online magazine is jongens en meisjes enthousiast te maken om digitale boeken te gaan lezen. Op de website van Boekenwolk wordt het online magazine geplaatst. 7.1.8 Partners Voor het online magazine zijn uitgeverijen en schrijvers nodig. De auteurs schrijven de kinderboeken die te vinden zijn in Boekenwolk. Door de uitgeverijen komen er steeds nieuwe kinderboeken in Boekenwolk (info.boekenwolk.nl, 2013). De uitgeverijen en schrijvers kunnen steeds voor content zorgen voor in het online magazine. Voor het online magazine is er nog geen partner gevonden die het online magazine wil financieren. In de toekomst kan er gezocht worden naar een bedrijf die er belang bij heeft om online lezen voor kinderen te promoten.
Scriptie – Esther Grandiek
50
7.1.9 Kosten Voor het online magazine is begroot dat er teksten worden geschreven door twee redacteurs. Een redacteur is een beginner en schrijft vijf artikelen. De andere redacteur is een professional en schrijft acht artikelen. Een gemiddeld tarief voor een beginnend tekstschrijver per woord is 46 eurocent, voor een ervaren tekstschrijver is 75 eurocent per woord het tarief (goedmettekst.nl, 2014). Een artikel voor het online magazine bestaat gemiddeld uit 200 woorden. Met één artikel verdiend een beginnend redacteur 92 euro en de ervaren redacteur verdient 150 euro per artikel. Voor de opmaak volstaat één vormgever. De kosten voor het opmaken van één pagina zijn 70 euro. Het online magazine bestaat uit zestien pagina’s. Met de vormgever wordt een projectprijs afgesproken van 1000 euro (Schrever, 2014b). De kosten voor de software van Flippingbook bedragen 515 euro en de kosten komen ten laste van de eerste en de tweede editie. Hierdoor is de afschrijvingstermijn één jaar. Dit heeft het maken met dat het risico hoog is dat er een beter en actueler programma moet worden gekocht na het eerste jaar. Een ander risico is dat het online magazine financieel niet haalbaar is en na één jaar moet stoppen. Het online magazine wordt twee keer per jaar gemaakt dus de kosten van het programma FlippingBook kunnen verdeeld worden over twee edities. De kosten van de software per editie zijn dan 257,50 euro. Bij de derde editie zijn er geen kosten voor de software. Voor de eerste editie zijn er nog geen adverteerders omdat de verwachting is dat adverteerders willen weten hoe groot het lezersbereik is. Bij de tweede editie wordt verwacht dat er drie adverteerders zijn, de inkomsten hiervoor bedragen 702 euro (Schrever, 2014b). Zie onderstaande berekeningen voor een overzicht. Kosten eerste editie Redacteur 1 (92 euro per artikel x 5 artikelen)
€ 460,00
Redacteur 2 (150 euro per artikel x 8 artikelen)
€ 1200,00
Vormgever
€ 1000, 00
Software
€ 257,50
Totaal
€ 2917,50*
* De prijzen zijn exclusief BTW. Kosten tweede editie Redacteur 1 (92 euro per artikel x 5 artikelen)
€ 460,00
Redacteur 2 (150 euro per artikel x 8 artikelen)
€ 1200,00
Vormgever
€ 1000, 00
Software
€ 257,50
Totaal
€ 2917,50*
Inkomsten tweede editie Drie adverteerders (234 euro per advertorail)
€ 702, 00
Totaal
€ 702,00*
Saldo
- € 2215,50*
* De prijzen zijn exclusief BTW.
Scriptie – Esther Grandiek
51
7.1.10 Freemium verdienmodel Door de technologische ontwikkelen is een ‘Freemium verdienmodel’ belangrijk (Goossens, 2014b). Het ‘Freemium verdienmodel’ betekent dat een deel van een product eerst gratis wordt aangeboden. Als de klant tevreden is over het product dan kan de consument betalen voor meer mogelijkheden (InfoNu Zakelijk, 2011). Het online magazine van Boekenwolk is gratis voor de consument en in de online bibliotheek kunnen de eerste hoofdstukken van een boek worden gelezen. Door het online magazine maakt de consument kennis met de online bibliotheek. Als een gebruiker van Boekenwolk meer mogelijkheden wil dan kan er een proefabonnement worden afgesloten. 7.1.11 Reclamecode Bij online magazines voor kinderen gelden er speciale regels als het gaat om reclame. Volgens de Stichting Reclame Code (20009) dient reclame voor kinderen duidelijk herkenbaar te zijn, door opmaak, presentatie en inhoud. In artikel 4a van de Kinder- en Jeugdreclamecode staat dat voor de reclame in bladen geldt dat er boven iedere tekst het woord ‘’advertentie’’ moet worden aangeven (Stichting Reclame Code, 2009). Voor reclame op een website zoals een banner moet ook het woord ‘’reclame’’ of ‘’advertentie’’ te zien zijn. Als de reclame-uiting kleiner is dan 150 x 50 pixels dient de afkorting ‘’adv.’’ van advertentie te worden gebruikt. Dit geldt ook voor sociale media-uitingen (Stichting Reclame Code, 2009). Bij een bericht op Twitter of Facebook wordt gebruik gemaakt van (hashtag) #adv. Reclame via e-mail moet ook herkenbaar zijn en het versturen van e-mails mag alleen als de klant zich daarvoor heeft aangemeld. Bij het verzamelen van persoonsgegevens moet duidelijk worden gemaakt dat het kind eerst toestemming moet vragen aan zijn ouders voor het verstrekken van die gegevens. De informatie moet voor het kind begrijpelijk zijn en er mogen niet meer persoonsgegevens worden gevraagd dan nodig is voor het doel (Stichting Reclame Code, 2009).
7.2
Conclusie
Het online magazine hoeft niet winstgevend te zijn omdat het een promotiemiddel is. De inkomsten voor Boekenwolk komen uit de abonnementen. Een meerwaarde voor de kinderen is dat het online magazine hen kan helpen bij het kiezen van boeken en de kinderen enthousiast kan maken om digitale boeken te gaan lezen. Om content te verzamelen en extra inkomsten te krijgen voor het online magazine is contact met de uitgeverijen belangrijk. Het online magazine biedt voor de uitgeverijen een meerwaarde omdat er reclame gemaakt kan worden voor de boeken. Daarnaast biedt het voor de uitgeverijen een meerwaarde omdat het online magazine gericht is op een specifieke doelgroep, namelijk kinderen die geïnteresseerd zijn in lezen. Een pagina met een advertorial kost een adverteerder 234 euro. Voor de eerste editie zijn er nog geen adverteerders omdat de verwachting is dat adverteerders willen weten hoe groot het lezersbereik is. Als er meer dan drie adverteerders zijn, is het tweede online magazine voor een derde deel uit de kosten. Een andere optie voor extra inkomsten is de website van de online bibliotheek Boekenwolk. De website kan ook advertentie-inkomsten opleveren door het plaatsen van advertenties of banners. Een kinderboek van een uitgeverij kan als eerste op de startpagina geplaatst worden.
Scriptie – Esther Grandiek
52
Volgens Kinder- en Jeugdreclamecode moet op de website dan wel het woord ‘’reclame’’ of ‘’advertentie’’ te zien zijn (Stichting Reclame Code, 2009). Het programma FlippingBook kent een goede prijs- en kwaliteitsverhouding en kost gezien de mogelijkheden die het biedt minder dan andere vergelijkbare programma’s, zie §6.5. Het programma verrijkt het online magazine met filmpjes, linkjes en buttons die verwijzen naar pagina’s in het online magazine of naar een website. De kosten van dit FlippingBook zijn eenmalig 515 euro. Het online magazine wordt twee keer per jaar gemaakt dus de kosten van het FlippingBook kunnen verdeeld worden over twee edities. Bij uitgave van de derde editie zijn de kosten voor de software niets. Om de meerwaarde van het online magazine naar de klant over te brengen is het belangrijk dat er wordt gecommuniceerd via een e-mailnieuwsbrief (Lievens Communicatie, 2014). Volgens DutchGiraffe (z.j.). is het verstandig om e-mails te sturen die afgestemd zijn op de wensen van de doelgroep. Van de 445 personen die het online magazine bezoeken, melden zich er ongeveer zes personen aan voor het volgende online magazine. Om naamsbekendheid voor Boekenwolk te verhogen is het verstandig om reclame te maken via bekende media voor de doelgroep zoals Donald Duck, Tina en Kidsweek. Ook is het van belang voor Boekenwolk om contact te hebben met basisscholen om kinderen en ouders te bereiken en dichtbij de doelgroep te staan (Trends in Kids- en Jongerenmarketing, 2014a).
Scriptie – Esther Grandiek
8
53
Concurrentie & best practices
In dit hoofdstuk worden de concurrenten en de succesvolle concepten beschreven.
8.1
Checklist
Om een goed beeld te krijgen waaraan een online magazine voor kinderen moet voldoen wordt er gebruik gemaakt van een checklist. De lijst is gebaseerd op de categorie Children's Magazine of the Year van de Digital Magazine Awards (2013): Vormgeving; ▫ Vormgeving sluit aan bij het concept; ▫ Consistentie huisstijl; ▫ Gebruiksvriendelijkheid en navigatie. Content; ▫ Boeiende en relevante tekst; ▫ Relevant beeldmateriaal; ▫ Aandacht voor details. Innovatie; ▫ De digitale mogelijkheden worden benut. Deze criteria van de Digital Magazine Awards (2013) zijn verwerkt in een matrix, elk magazine is beoordeeld aan de hand van deze criteria. De beoordelingsschema’s zijn te vinden in bijlage X op p.143.
8.2
Concurrenten
Voor de analyse van de concurrenten wordt gebruik gemaakt van de online magazines van: de Jonge Jury, BoekieBoekie, Samsam en Tsjakka!. BoekieBoekie is een concurrent die het meest overeenkomt met het concept van het online magazine voor Boekenwolk omdat het over lezen gaat en dezelfde doelgroep heeft (BoekieBoekie, z.j.). Het online magazine van de Jonge Jury gaat ook over lezen, maar heeft een oudere doelgroep namelijk van twaalf tot zestien jaar (Jonge Jury, 2014). Samsam richt zich op dezelfde doelgroep als het online magazine voor Boekenwolk (Samsam, z.j.). Het magazine Tsjakka! is voor kinderen van acht tot veertien jaar en valt daarmee ook in de doelgroep van het online magazine voor Boekenwolk (MCP, z.j.). Bij de concurrenten wordt gekeken welk bereik het online magazine heeft, of er advertenties worden gebruikt en hoe er wordt omgegaan met de Kinder- en Jeugdreclamecode (Stichting Reclame Code, 2009). Via de website URLmetrics (urlm.nl) zijn de bezoekersaantallen van de online magazines bekeken. In de volgende paragraven worden de concurrenten nader toegelicht. 8.2.1 BoekieBoekie BoekieBoekie is een online en papieren magazine voor kinderen van acht tot dertien jaar die van lezen, tekenen en schrijven houden. Het magazine verschijnt zes keer per jaar. Kinderen kunnen een abonnement nemen op BoekieBoekie, zij lezen het tijdschrift online of op papier. De website boekieboekie.nl. heeft minder dan 300 bezoekers per maand en zij maken geen
Scriptie – Esther Grandiek
54
gebruik van advertenties (Urlm, 2014a). Het tijdschrift krijgt inkomsten door de abonnementen. Elke uitgave van BoekieBoekie heeft als thema een verhaal van een kinderboek, zoals bijvoorbeeld de boeken ‘Pietje Bell’, ‘Alleen op de wereld’ en ‘Alice in wonderland’. Het tijdschrift bevat verhalen, gedichten, puzzels en veel teken- en schrijfopdrachten (BoekieBoekie, z.j.). BoekieBoekie heeft een kinderlijke vormgeving dat aansluit bij het concept. De huisstijl wordt consequent toegepast. Er is aandacht voor de details omdat de thema’s van de kinderboeken optimaal worden gebruikt in het magazine. De gebruiksvriendelijkheid en de navigatie ontbreken, met de pijltjestoetsen gaat de gebruiker naar de volgende pagina, maar dit staat niet aangeven. De teksten zijn lang en moeilijk leesbaar omdat er niet kan worden ingezoomd op de pagina. Kinderen kunnen op de website, een filmpje kijken door op de tv te klikken en een geluidsfragment luisteren door op de radio te klikken, zie afbeelding 8. Het online magazine bevat geen filmpjes of geluid. De digitale mogelijkheden voor een online magazine worden door BoekieBoekie niet benut (BoekieBoekie, z.j.).
Afbeelding 8: BoekieBoekie Bron: BoekieBoekie, (z.j.).
8.2.2 Jonge Jurymagazine Jonge Jurymagazine is voor jongeren van twaalf tot zestien jaar en staat in het teken van lezen. De Jonge Jury is een project voor leesbevordering en jongeren kunnen een half jaar lang stemmen op hun favoriete boek (Jonge Jury, 2014). De website jongejury.nl heeft maandelijks gemiddeld 1474 bezoekers, zij maken geen gebruik van advertenties en het online magazine is ter promotie van de Jonge Jury (Urlm, 2014b; Jonge Jury, 2013). De Jonge Jury maakt veel gebruik van Twitter en Facebook vooral bij prijsvragen wordt er gereageerd door de doelgroep. In het magazine staat informatie over boektitels waarop de jongeren vervolgens kunnen stemmen. Jongeren krijgen informatie over auteurs, krijgen lees- en schrijftips en kunnen meedoen aan een ontwerp- en recensiewedstrijd (Jonge Jury, 2013). De vormgeving en de huisstijl van het Jonge Jurymagazine zijn rommelig, er wordt gebruik gemaakt van verschillende lettertypes. De gebruiksvriendelijkheid en de navigatie zijn goed,
Scriptie – Esther Grandiek
55
met gele pijlen en buttons wordt verwezen naar websites en andere pagina’s. Het Jonge Jurymagazine is te lezen op een computer of een tablet. De teksten zijn niet geschreven voor jongeren en er zijn veel schrijvers aan het woord in plaats van de doelgroep. Het online magazine mist filmpjes en er is weinig aandacht voor details. Het Jonge Jurymagazine benut nog niet alle digitale mogelijkheden van een online magazine. Er missen filmpjes en op sommige pagina’s staat meer tekst dan beeld en dat maakt het onoverzichtelijk (Jonge Jury, 2013). 8.2.3 Samsam Samsam leert kinderen kennis maken met verschillende culturen. Het woord ‘samsam’ betekent samen. Een leerkracht kan het lesmateriaal van Samsam gratis ontvangen (Samsam, z.j.). Samsam heeft gemiddeld 2935 bezoekers per maand (Urlm, 2014c). De doelgroep bestaat uit 619.742 basisschoolleerlingen van negen tot dertien jaar. Samsam verschijnt zeven keer per jaar in een oplage van 460.000 exemplaren. Samsam bereikt met het magazine meer dan tachtig procent van de basisscholen in Nederland (NCDO, 2012). Samsam maakt gebruik van één lange horizontale pagina met de artikelen van het online tijdschrift, zie afbeelding 9. Als de gebruiker op een foto van het artikel klikt komt de gebruiker op een aparte pagina met teksten, foto’s en filmpjes. De huisstijl en de vormgeving zijn afgestemd op de doelgroep. De navigatie is gebruiksvriendelijk. De kinderen van negen tot dertien jaar komen in elk artikel aan het woord. Heftige onderwerpen zoals armoede en de vreemdelingenpolitie worden verteld vanuit het kind. Er staan ook luchtige dingen in het online magazine zoals een recept, een bordspel en een fotostrip. Samsam maakt goed gebruik van de digitale mogelijkheden, de kinderen kunnen bijvoorbeeld een kennisquiz doen over het thema dat centraal staat (Samsam, 2014).
Afbeelding 9: Samsam Bron: Samsam (2014).
Scriptie – Esther Grandiek
56
8.2.4 Tsjakka! Het online magazine Tsjakka! is voor kinderen van acht tot veertien jaar (MCP, z.j.). De striphelden Siem, Zap en Bumper staan centraal in het maandelijkse online magazine. Het magazine bestaat uit strips, puzzels, moppen, interviews en spannende verhalen (MCP, z.j.). Per maand heeft het online magazine ongeveer 1400 bezoekers (Urlm, 2014d). Tsjakka! verschijnt twaalf keer per jaar (HOI, 2013). Het online magazine Tsjakka! haalt inkomsten uit advertenties. Een aantal advertenties in het blad zijn duidelijk herkenbaar en voldoen aan de regels van de Kinder- en Jeugdreclamecode, zie afbeelding 10. Bij een aantal advertenties en prijsvragen wordt geen rekening gehouden met de Kinder- en Jeugdreclamecode. Bij de advertenties die verwerkt zijn in een redactionele tekst is niet aangeven dat het om reclame gaat. Bij het verzamelen van persoonsgegevens voor de prijsvragen moet duidelijk worden gemaakt dat het kind eerst toestemming moet vragen aan zijn ouders (Stichting Reclame Code, 2009). De vormgeving van Tsjakka! is schreeuwerig en commercieel. Het taalgebruik is gericht op reclame maken. De huisstijl komt overal in terug en de gebruiksvriendelijkheid en de navigatie zijn uitstekend. De pagina’s zijn te vergroten en de games zijn interactief. Tsjakka! maakt goed gebruik van de digitale mogelijkheden (Tsjakka,z.j.).
Afbeelding 10: Tsjakka! Bron: Tsjakka! (z.j.).
8.3
Succesvolle concepten
In Nederland zijn de online magazines voor kinderen nog in opkomst. Volgens Nadine de Keijzer (2014) van het bedrijf TextArt zijn de meeste organisaties nog aan het experimenteren met online magazines. Sommige bedrijven zijn nog niet klaar voor een overstap naar een online magazine omdat de doelgroep nog offline is. De best practices die onderstaand worden vergeleken zijn het Cricket magazine, het Brabant Magazine, het iFly Magazine van KLM en het online magazine van Schooltv. Deze online magazines zijn beoordeeld met de checklist van de Digital Magazine Awards, zie bijlage X op p.143.
Scriptie – Esther Grandiek
57
8.3.1 Cricket De Amerikaanse educatieve uitgever ePals Media is de uitgever van het online magazine Cricket. Het online magazine is te lezen met een app op de iPad. Het Cricket magazine is voor kinderen van negen tot veertien jaar. Het online magazine gaat over literatuur en lijkt sterk op de bladformule van het online magazine voor Boekenwolk. Het online magazine bevat verhalen, strips, spelletjes en filmpjes (Cricketmag, z.j.). De app van Cricket magazine is 15.000 keer gedownload. Voor de content van het Cricket magazine zijn tekeningen en verhalen uit boeken gebruikt. De vormgeving komt hierdoor ouderwets over en is niet aantrekkelijk gemaakt voor de doelgroep. De gebruiksvriendelijkheid en de navigatie zijn niet optimaal, dit komt omdat de lezer bij de artikelen wordt doorverwezen naar de website. De filmpjes kunnen wel bekeken worden in het online magazine en als een kind een spelletje wil doen dan verschijnt er een toetsenbord in beeld, zie afbeelding 5 (op p.43) (Cricketmag, 2014). 8.3.2 Schooltv Om het nieuwe aanbod van de programma’s van Schooltv te promoten is er een online magazine gemaakt (Schooltv, 2014). Het online magazine is gemaakt door het bedrijf TextArt in samenwerking met het bedrijf Instant Magazine. Het programma Instant Magazine is een systeem waarbij alles is voorgeprogrammeerd (Keijzer,
Afbeelding 11: Schooltv
2014). De vormgeving en de huisstijl
Bron: Schooltv (2014).
van het online magazine van Schooltv sluiten aan bij het concept. Op elke pagina wordt er gebruik gemaakt van beeld en een tekstblok, zie afbeelding 11. De gebruiksvriendelijkheid is niet optimaal, bij een aantal pagina’s kan er niet worden gescrold. Schooltv maakt gebruik van de digitale mogelijkheden met filmpjes en klikbare knoppen. Het aanmeldformulier voor het volgende online magazine komt bij de laatste pagina in beeld (Schooltv, 2014). 8.3.3 Brabant Magazine Het Brabant Magazine is bedoeld voor verschillende doelgroepen uit de provincie Brabant. Inwoners, ondernemers en bedrijven staan centraal. Het Brabant Magazine is gemaakt voor de iPad, maar is ook te lezen op de tablet en de computer. Het online magazine van de provincie Brabant is gemaakt met het programma MagStream waarmee bedrijven zelf een online magazine kunnen publiceren (DutchGiraffe, z.j.). De website brabant.nl heeft maandelijks gemiddeld 39481 bezoekers en wordt verspreid via e-mail (Urlm, 2014e). Elke e-mail is afgestemd op de wensen van de lezer. Een burger krijgt andere artikelen te zien dan een ondernemer (DutchGiraffe, z.j.). De huisstijl van het Brabant Magazine komt overal in terug. De kleuren rood en wit, die ook te zien zijn in het logo van de provincie Brabant, keren in elke rubriek terug. Op elke pagina is te
Scriptie – Esther Grandiek
58
zien om welke rubriek het gaat. Met de vormgeving is veel gebruik gemaakt van beeld. Op elke pagina is beeld te zien met een tekstblok, zie afbeelding 12. De navigatie is perfect en er zijn geen onduidelijkheden (Brabant Magazine, 2014). De content is afgestemd op de doelgroep. Onderwerpen die voor de inwoners van de provincie Brabant lastig te begrijpen zijn worden op een
Afbeelding 12: Brabant Magazine Bron: Brabant Magazine (2014)
duidelijke manier uitgelegd. Het magazine heeft aandacht voor de details. Bij een artikel over verkeersveiligheid, ziet de gebruiker meteen een filmpje over een vrouw die zeven jaar geleden verkeersslachtoffer is geworden (Brabant Magazine, 2014). Het Brabant Magazine maakt zeer goed gebruik van de digitale mogelijkheden en heeft een hoge mate van interactiviteit. In elke uitgave van het online magazine zit namelijk een game. Zoals het spel ‘Brabble’ dat gebaseerd is op het spel ‘Scrabble’, maar dan met Brabantse woorden (DutchGiraffe, z.j.). Andere digitale mogelijkheden zijn filmpjes, geluiden en het delen van het online magazine op sociale media (Brabant Magazine, 2014). 8.3.4 iFly Magazine iFly Magazine is een online magazine van de luchtvaartmaatschappij KLM. De missie van het iFly Magazine is om de gebruiker een ervaring te laten beleven. Het doel van het online magazine van KLM is om klanten op ideeën te brengen voor een vakantie. Het online reismagazine verschijnt acht keer per jaar en wordt gepubliceerd in Scandinavië, NieuwZeeland, Indonesië, Duitsland, Engeland, Singapore, Maleisië en Nederland (iFly Magazine, 2014a). Bij het openen van het iFly magazine wordt gebruik gemaakt van geluid en van verschillende talen. Er is de mogelijkheid om de muziek uit te schakelen of een andere taal te kiezen. Bij elke pagina is een nieuw geluid te horen, dit is vervelend want daardoor wordt de gebruiker afgeleid. Zoals eerder genoemd in §6.2 is volgens Riet (2012) het gebruik van achtergrondmuziek niet verstandig omdat dit geluid de gebruiker kan afleiden. De prachtige foto’s geven al genoeg informatie (iFly Magazine, 2014b).
Scriptie – Esther Grandiek
59
Afbeelding 13: iFly Magazine Bron: iFly Magazine (2014b).
De vormgeving is prachtig door de mooie foto’s, zie afbeelding 13. Net zoals bij Brabant Magazine is elke pagina ingedeeld met beeld en een tekstblok. Wil de gebruiker meer lezen dan staat er een button met ‘Lees meer’ of ‘Ga verder’, zie afbeelding 13. De huisstijl van KLM komt niet overal in het magazine terug. Elke pagina is anders en daardoor kan de lezer zeer veel indrukken krijgen. De gebruiksvriendelijkheid is optimaal, het leidt niet tot verwarringen (iFly Magazine, 2014b). Bij het beeldmateriaal is er gelet op de details en er wordt gebruik gemaakt van filmpjes. Een filmpje duurt tien minuten. Dit is veel te lang, een video hoort volgens Marieke Roël (2014) van het bedrijf IJsfontein en volgens Queromedia (2013) niet langer dan twee minuten te duren (Queormedia, 2013; iFly Magazine, 2014b). Luchtvaartmaatschappij KLM slaagt er met het iFly magazine zeer goed in om de digitale mogelijkheden te benutten. De artikelen kunnen gedeeld worden via sociale media en de locaties van de bestemmingen kunnen bekeken worden in Google Maps. iFly magazine biedt een zoekfunctie om te zoeken door alle uitgaven. Andere digitale mogelijkheden zijn filmpjes, geluiden en het aanmelden voor het volgende online magazine (iFly Magazine, 2014b).
8.4
Conclusie
De concurrenten en de succesvolle concepten gebruiken een online magazine ter promotie van hun merk of als extra communicatiemiddel. Tsjakka! is een (online) magazine dat inkomsten heeft van de advertenties en is daarmee onderscheidend. Van de concurrenten heeft Samsam de meeste bezoekers op zijn website. Samsam heeft het grootste bereik, daarna Tsjakka!, de Jonge Jury en als laatste BoekieBoekie. BoekieBoekie heeft ongeveer hetzelfde aantal bezoekers als de online bibliotheek van Boekenwolk (Urlm, 2014a; Urlm, 2014f).
Scriptie – Esther Grandiek
60
Het online magazine BoekieBoekie gebruikt voor de filmpjes een oude tv waarop kinderen kunnen klikken. Dit is leuk om te gebruiken voor het online magazine van Boekenwolk. Het filmpje moet wel te zien zijn op pagina van het online magazine, anders verlaten de lezers het online magazine (Cricketmag, 2014). Daarnaast moet het filmpje niet langer zijn dan twee minuten anders wordt het langdradig voor de gebruiker (Queormedia, 2013; iFly Magazine, 2014b). Een vaste huisstijl en vaste vormgeving is nodig om geen verwarring te veroorzaken bij de lezers. De doelgroep bij het online magazine betrekken is een goed idee. Samsam maakt hier gebruik van. De teksten voor het online magazine moeten een schrijfstijl hebben die de doelgroep aanspreekt. Daarnaast moet een pagina van een online magazine meer beeld dan tekst bevatten. Geluiden bij de pagina’s zijn overbodig, dit kan de gebruiker alleen maar afleiden (Riet, 2012) In §8.3 is te zien dat Schooltv, iFly Magazine en Brabant Magazine gebruik maken van klikbare knoppen. Met buttons en pijlen kan worden verwezen naar websites en andere pagina’s in het online magazine. Belangrijk is om een button toe te voegen waarmee de gebruiker zich kan aanmelden voor het volgende online magazine (Schooltv, 2014). In het Brabant Magazine en op de website van Samsam is een quiz of game toegevoegd. Dit geeft een extra waarde aan het tijdschrift. Een quiz of spelletje is dus inspirerend voor de doelgroep en geeft het online magazine net iets extra’s. De gebruiksvriendelijkheid is zeer belangrijk. Bij de succesvolle concepten is gebruik gemaakt van dure software om het online magazine te maken. Met het programma FlippingBook is het belangrijk dat de navigatie goed werkt anders haken de lezers af. De concurrenten en de succesvolle concepten hebben meestal de naam van het merk in de naam van het online magazine staan, zoals Jonge Jurymagazine en Brabant Magazine. KLM maakt wel gebruik van een andere naam, namelijk iFly Magazine. Met prijsvragen en advertenties moet rekening worden gehouden met de Kinder- en Jeugdreclamecode. Bij een prijsvraag moet een kind eerst toestemming vragen aan de ouders (Stichting Reclame Code, 2009). Een advertentie moet verwerkt worden in een redactionele vorm om de huisstijl en de vormgeving te behouden.
Scriptie – Esther Grandiek
9
61
Resultaten
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de interviews en de panelgesprekken beschreven.
9.1
Verloop van dataverzameling
05-09-2014: Interview met een media-expert over digitale media voor kinderen 08-09-2014: Interview met een redactrice van een (online) magazine 27-10-2014: Panelgesprek groep acht 30-10-2014: Panelgesprek groep zes en zeven 06-11-2014: Interview moeder 10-11-2014: Interview vader 12-11-2014: Usability test
9.2
Interviews
Er zijn vier interviews gehouden. Een interview met een vader, een moeder, een redactrice van online magazine en een media-expert op het gebied van digitale media voor kinderen. De belangrijkste resultaten uit de interviews zijn in deze paragraaf samengevat. De vragenlijsten en samenvattingen voor de interviews zijn te vinden in bijlage III, IV, V en VII. 9.2.1 Resultaten interviews: ouders Er zijn twee interviews gehouden met een vader en een moeder, behorend tot een ander gezin. De moeder heeft een dochter in groep acht. De vader heeft een dochter in groep zeven en een zoon in groep vijf. De resultaten zijn in de onderstaande alinea’s samengevat. (Online) lezen en tabletgebruik Volgens de ouders lezen de kinderen geen online magazines. De tijdschriften Taptoe en Donald Duck worden gelezen door de jongen. MeidenMagazine en Tina zijn populair onder de meisjes. De boeken van Carry Slee en de boekenserie ‘Dagboek van een muts’ worden gelezen door de meisjes. De kinderen maken thuis gebruik van een tablet. De favoriete bezigheiden van de kinderen op tablet zijn filmpjes kijken of naar muziek luisteren. De kinderen maken op hun basisschool geen gebruik van een tablet. De ouders denken dat kinderen uiteindelijk steeds meer gebruik gaan maken van de tablet en ook online gaan lezen. Communicatie De ouders willen informatie over een online magazine graag lezen in een folder. Een folder willen zij graag ontvangen via de basisschool. Om de kinderen te bereiken, kan een gastles over lezen in de klas een goed idee zijn. Volgens de moeder wordt haar dochter enthousiast van gastlessen. Een gastles moet wel iets kunnen toevoegen voor de school, het mag niet commercieel zijn.
Scriptie – Esther Grandiek
62
Vormgeving De vader vindt de kleuren blauw en groen van de website van Boekenwolk er mooi uitzien. De moeder vindt dat er een balans moet zijn tussen filmpjes en tekst. Bij te veel tekst haakt haar dochter af. Onderwerpen De ouders vinden het allebei belangrijk dat er een mix van educatieve onderwerpen en van leuke onderwerpen in het online magazine aanwezig moet zijn. Het educatieve aspect kunnen letterspelletjes zijn of een rebus met Engelse woorden. De leuke onderwerpen kunnen gaan over bekende personen zoals One Direction en Katy Perry. De vader vertelde dat zijn zoon gek is op games, hierover wil zijn zoon graag iets lezen. De moeder denkt dat humor ook belangrijk is om aan het online magazine toe te voegen, bijvoorbeeld een grappig filmpje. Twee keer per jaar een online magazine is volgens de moeder te weinig, om de aandacht van haar dochter erbij te houden. Zij denkt dat er regelmatig een filmpje of een prijsvraag op de website moet komen. Taalgebruik De ouders vinden dat het taalgebruik kort, bonding en rustig moet blijven. De moeder vindt dat bij een introductie van een tekst wel een woord als ‘supergaaf’ of ‘cool’ gebruikt kan worden. Voorbeeld van dummy De ouders vinden de dummy er mooi uitzien en denken dat hun kinderen het online magazine willen lezen. De vader denkt dat zijn dochter eerder het online magazine gaat lezen dan zijn zoon. De vader vindt de vormgeving meer gericht op meisjes en op de voorkant en op verschillende pagina’s zijn alleen foto’s van meisjes te zien. Daarnaast vindt hij de rubriek over knutselen ook voor meisjes. De moeder denkt dat het online magazine ook op papier te lezen moet zijn om het online magazine te promoten. De moeder mist nog een pagina over gezond eten of bewegen. 9.2.2 Resultaten interview: media-expert digitale media Vorm Volgens de media-expert is het belangrijk om bij een online magazine gebruik te maken van een aantrekkelijke vormgeving, online mogelijkheden en van leeftijdsgenoten. Inhoud Bij een digitaal product voor kinderen is een sociaal component belangrijk. Hierbij worden de kinderen betrokken bij het onderwerp. Bij Samsam worden kinderen op pad gestuurd als reporter en zij mogen zelf een foto uploaden of een tekst schrijven. Volgens de media-expert kunnen de verhalen uit de boeken gebruikt worden voor de inhoud. Om het online magazine relevant te maken voor de doelgroep, kan er volgens de media-expert een pagina worden gemaakt die leraren kunnen gebruiken in de les. Bijvoorbeeld een letterpuzzel die de groepen zeven en acht moeten oplossen.
Scriptie – Esther Grandiek
63
Communicatie richting de doelgroep Om de doelgroep bij het online magazine te betrekken is het belangrijk dat er verschillende communicatiemiddelen worden gebruikt. De media-expert adviseert om gebruik te maken van PR (public relations) zodat er een positief imago ontstaat richting de klant. Reclame maken kan via media die zich richten op kinderen. Elke maand een nieuw filmpje op YouTube is belangrijk om onder de aandacht te blijven. Advies over online magazine De media-expert van IJsfontein adviseert om de verhalen uit boeken te gebruiken. Bij het online magazine is een voorwaarde dat het voor kinderen niet saai is. De kinderen moeten nieuwsgierig worden gemaakt en worden uitgedaagd. Een online magazine over boeken is niet zomaar leuk. Alleen een online magazine voor de promotie van Boekenwolk is niet genoeg. Boekenwolk moet zelf onder de aandacht blijven en de andere weken items plaatsen op hun website zoals prijsvragen en filmpjes. 9.2.3 Resultaten interview: redactrice van een (online) magazine Vorm Volgens Keijzer (2014) is het bij kinderen belangrijk om frequent iets te doen om onder de aandacht te blijven. Voor promotie van een product is één keer of twee keer per jaar een online magazine genoeg. Om in beeld te blijven bij de kinderen is twee keer per jaar een online magazine niet genoeg. Belangrijk is dat er regelmatig iets nieuws op de website wordt geplaatst. Inhoud Voor de inhoud van het online magazine is het volgens Keijzer (2014) belangrijk dat op de voorkant en in de inhoudsopgave duidelijk wordt aangegeven welke artikelen er gelezen kunnen worden. De gebruiker weet dan waar hij aan toe is en kan meteen naar een artikel door op de tekst te klikken. Het is verstandig om van te voren met de vormgever te overleggen hoeveel ruimte er is voor de tekst, het beeld is bij een online magazine belangrijk. Advertenties Een advertentie moet volgens de redactrice verwerkt worden in de huisstijl van het online magazine. Communicatie richting de doelgroep De ouders kunnen volgens Keijzer (2014) het beste bereikt worden via basisscholen, e-mails en websites. Het is verstanding om advertenties te plaatsen op websites die ouders en kinderen bezoeken. Om de kinderen te bereiken is het verstandig om aanwezig te zijn bij evenementen. Kinderen kunnen meedoen aan een prijsvraag en hun e-mailadres invullen. Advies over online magazine De redactrice van TextArt adviseert om het online magazine interactief te maken met filmpjes en relevante links. Het is belangrijk om onder de aandacht te blijven door regelmatig filmpjes op de website te plaatsen. Als het online magazine relevante content bevat kan het zijn doel al bereiken bij een kleine doelgroep.
Scriptie – Esther Grandiek
9.3
64
Panelgesprekken
Er zijn drie panelgesprekken gehouden, waarvan steeds één panelgesprek met groep zes, zeven en acht. Aan elk panelgesprek deden zes kinderen mee. De belangrijkste resultaten uit de panelgesprekken worden in de onderstaande paragraven omschreven. De topiclijst die is gebruikt voor de panelgesprekken staat in bijlage VI op p.117. De topiclijst die is gebruikt voor de panelgesprekken staat in bijlage VI op p.117. De samenvattingen van de panelgesprekken zijn te lezen in bijlage IX op p.133 en de opnames zijn te vinden in bijlage XII op p.153. 9.3.1 Resultaten panelgesprek: groep zes Leeservaringen De meisjes en de jongens vinden lezen leuk omdat ze in een verhaal worden meegenomen. De boekenserie ‘Geronimo Stilton’ is populair onder de jongens en onder de meisjes. Onder de jongens is ook de boekenserie ‘Het leven van een loser’ populair omdat het boek korte stripverhaaltjes bevat. (Online) lezen Van de zes kinderen heeft één meisje een e-reader. Zij vindt het lezen op de e-reader fijn omdat er dan veel verschillende boeken bij elkaar staan. Alle andere kinderen lezen toch liever een boek. Tabletgebruik Alle kinderen uit groep zes hebben een iPad of een tablet. Zij luisteren naar muziek of spelen spelletjes. Sociale media De kinderen uit groep zes gebruiken amper sociale media. De meeste kinderen mogen niet van hun ouders op Facebook. Kinderen mogen officieel pas op Facebook vanaf dertien jaar(Mijn Kind Online, 2013b). Twee kinderen gebruiken Facebook, maar hier mogen zij alleen gebruik van maken als de ouders op het scherm kunnen kijken. (Online) magazines De kinderen uit groep zes lezen geen online magazines. Het tijdschrift Donald Duck is onder alle kinderen populair. Daarnaast lezen de meisjes de tijdschriften Tina en Katrien. De strips vinden de kinderen spannend. Online magazine Boekenwolk De respondenten willen een online magazine lezen als het gratis is en als er bekende boeken en populaire schrijvers in te vinden zijn. Vormgeving De vormgeving mag volgens de jongens wat stoerder en het meisje, zie afbeelding 4 (op p.26), vinden zij kinderachtig. Kleuren De kleuren blauw en groen van de online bibliotheek Boekenwolk, spreekt de kinderen aan.
Scriptie – Esther Grandiek
65
Voorkant De respondenten willen op de voorkant van het online magazine een leeftijdsgenootje of een bekende ster. Taalgebruik Volgens de respondenten mag er soms een stoer woord in de tekst staan zoals: cool of supergaaf. Naam Uit de pagina’s die de kinderen hebben geknutseld kwam naar voren dat een naam verzinnen voor een online magazine over lezen moeilijk is. De verzonnen namen hebben allemaal één woord en het is meteen duidelijk waar het over gaat. Bijvoorbeeld: games.nl, dieren.nl, dierenfoto’s.nl en sterren.nl. Rubrieken online magazine Vooral dieren en strips zijn populair onder de kinderen uit groep zes. Het online magazine moet filmpjes bevatten en geen pagina’s alleen gevuld met tekst. Digipagina Filmpjes over dieren of tekenfilms kijken de respondenten op YouTube. Vooral filmpjes over dierenbloopers met paarden, honden en katten. De jongens kijken graag naar kabouter Wesley, dit is een getekende kabouter die grapjes maakt. Games vinden de kinderen uit groep zes leuk om over te lezen. Daarnaast willen de kinderen graag weten welke apps er zijn om boeken mee te lezen. Recensie van een boek De respondenten willen niet hun mening geven over een boek. Echter ze willen wel graag weten wat een leeftijdsgenootje van een boek vindt. Voorproefje van een boek De respondenten willen een stukje van een boek lezen als er duidelijk wordt verteld waar het boek over gaat. Letterspelletjes Een woordzoeker of rebus vinden de kinderen uit groep zes leuk. Knutselpagina De kinderen willen graag een eigen boekje of tijdschrift maken. Daarnaast willen zij graag een kaft van een boek ontwerpen. Interview met een schrijver Een interview met een schrijver vinden de respondenten alleen interessant als het op een leuke manier is geschreven. De kinderen willen liever een interview lezen met een hoofdpersoon uit een strip of een boek.
Scriptie – Esther Grandiek
66
Analyse geknutselde pagina’s Uit de geknutselde pagina’s komt naar voren dat de kinderen uit groep zes; filmpjes, dieren, games en strips willen zien in het online magazine. Raadsels, sterren, prijsvragen en spelletjes mogen ook niet ontbreken. De filmpjes moeten gaan over dieren. De jongens willen graag games en stoere dieren zoals wolven, haaien en slangen zien. Zie bijlage XII op p.153 voor de pagina’s bedacht door groep zes. 9.3.2 Resultaten panelgesprek: groep zeven Leeservaringen De boekenseries ‘Geronimo Stilton’ en ‘Het leven van een loser’ zijn populair onder de kinderen van groep zeven. (Online) lezen Van de zes respondenten leest er één respondent wel eens een boek op de tablet. Dit vindt zij handig omdat er meerdere boeken opstaan en het omslaan van de bladzijdes gemakkelijk gaat, namelijk met één veeg over het scherm. Tabletgebruik Alle respondenten hebben een tablet. Op de tablet kijken zij vaak filmpjes op YouTube. Het YouTube-kanaal van EnzoKnol, VolgdeBaas en StukTv zijn populair. EnzoKnol is een jongen van 21 jaar die elke dag een video maakt over zijn leven. Bij StukTv moeten drie jongens opdrachten uitvoeren die door de kijkers zijn bedacht (StukTV, z.j.). VolgdeBaas is een programma op YouTube waarbij een baas zijn medewerkers een opdracht stuurt via de telefoon, deze opdracht moet meteen worden uitgevoerd (VolgdeBaas, z.j.). Sociale media Twee meisjes gebruiken Instagram, de andere vier respondenten gebruiken geen sociale media. (Online) magazines De respondenten lezen geen online magazines. Het tijdschrift Donald Duck is populair. De tijdschriften Tina en Penny zijn populair onder de meisjes. Vooral de strips en afbeeldingen uit de tijdschriften vinden zij interessant. De meisjes vinden het leuk om iets te knutselen, bijvoorbeeld een boekenlegger of een bordspel. Online magazine Boekenwolk De respondenten willen een online magazine lezen als het gratis is en de vormgeving er interessant uitziet. Vormgeving De wolkjes van de website van Boekenwolk vinden de kinderen grappig. Kleuren De kleuren blauw en groen van de website van Boekenwolk spreekt de respondenten aan.
Scriptie – Esther Grandiek
67
Voorkant De respondenten zien graag een bekend persoon op de voorkant van het online magazine. Een schrijver of een leeftijdsgenoot zijn niet interessant volgens de kinderen. Taalgebruik De tekst mag van de respondenten rustig blijven en er moeten niet te veel worden zoals supergaaf of cool worden gebruikt. Naam Uit de pagina’s die de kinderen hebben geknutseld kwam naar voren dat het in één woord duidelijk moet zijn waar het online magazine over gaat. In de naam moet duidelijk zijn dat het om een magazine gaat, door bijvoorbeeld het woord magazine toe te voegen. Rubrieken online magazine De kinderen vinden filmpjes belangrijk in het online magazine. Digipagina De kinderen willen graag meer weten over games en apps. Recensie van een boek De respondenten willen graag hun mening geven over een boek. Een thermometer met de keuze of een boek juist leuk (warm) of saai (koud) is vinden de kinderen een grappig idee. Voorproefje van een boek Om in het kort te weten waar een boek over gaat vinden de respondenten een voorproefje van een boek handig. De kinderen weten meteen of een zij een boek gaan lezen of niet. (Letter)spelletjes De meisjes willen graag quizzen in het online magazine zien die ze samen met een vriendin kunnen doen. Of een test waarbij er duidelijk wordt wat voor type ze zijn. Bijvoorbeeld: ‘Ben jij een knutsel- of leestype?’. De jongens vinden moppen grappig en willen graag een rebus oplossen. Interview met een schrijver De respondenten vinden een interview met een schrijver alleen interessant als er iets leuks van wordt gemaakt. Een verhaal of een interview met een hoofdpersoon uit een boek vinden zij boeiender. Analyse geknutselde pagina’s Op de geknutselde pagina’s is te zien dat de kinderen moppen, strips, spelletjes, dieren, prijsvragen en filmpjes willen zien in het online magazine. Bij de jongens zijn de strips, gevaarlijke dieren en games populair. Een woordzoeker, geheimtaal en een voorproefje van een boek willen de kinderen ook graag in het online magazine opnemen. Zie bijlage XII op p.153 voor de pagina’s bedacht door groep zeven.
Scriptie – Esther Grandiek
68
9.3.3 Resultaten panelgesprek: groep acht Leeservaringen De meisjes uit groep acht lezen de boeken van Carry Slee, Francine Oomen en Jacques Vriens. De boekenseries van ‘De Grijze Jager’ en ‘Broederband’ zijn ook populair. De respondenten vinden lezen leuk omdat ze in een verhaal worden meegenomen. De boekenseries ‘Het leven van een loser’ en ‘Dagboek van een muts’ zijn populair omdat het met grappige illustraties is gevuld. Bij het boek ‘Dagboek van een muts’ lijkt het volgens de kinderen net een ‘echt’ dagboek. Dit komt omdat het lettertype op een handschrift lijkt van een ‘echt’ persoon. (Online) lezen De respondenten geven de voorkeur aan boeken op papier. Twee respondenten lezen wel eens een boek online via de app iBooks op de iPad. Eén respondent vindt het lezen op een iPad fijn maar dan moeten de letters wel groot genoeg zijn. De leesbaarheid van de letters moet een prettigere ervaring bieden dan een boek op papier. De kinderen zijn op school vrij om te kiezen welke boeken zij lezen. Het lezen op school wordt als plezierig ervaren. Tabletgebruik Van de zes respondenten hebben twee kinderen een tablet. De andere vier respondenten gebruiken de computer. Op school wordt er geen gebruik gemaakt van tablets. De computer en de tablet gebruiken zij vooral voor sociale media, spelletjes en filmpjes. De website moviestarplanet.nl is populair omdat de respondenten daar in een virtuele wereld een personage kunnen zijn. YouTube is het meest populair onder de respondenten. Via YouTube wordt gekeken naar vloggers. De beautyvloggers zijn onder de meisjes populair. De YouTube serie StukTv is populair bij alle respondenten. Sociale media De respondenten willen via sociale media niet delen dat zij een online boek lezen. Twitter en Facebook worden nauwelijks gebruikt. Een online boek willen zij niet delen omdat het niet boeiend is voor hun volgers. De meisjes gebruiken Instagram en Snapchat. Instagram is voor mooie foto’s met je vriendinnen en via Snapchat sturen ze van alles naar elkaar. Bijvoorbeeld dat zij tv kijken of buiten spelen. (Online) magazines Onder de respondenten zijn Donald Duck, Tina, MeidenMagazine, Hitkrant en Fashionista populair. De quizzen en strips zijn populair. Vervolgstrips zijn spannend omdat de respondenten dan benieuwd zijn hoe het verder gaat. Quizzen met keuzemogelijkheden zijn populair. Het thema bij een quiz moet zijn ‘Wat voor type ben jij?’. De bekende personen en pagina’s over mode zijn populair onder twee meisjes. De meisjes zien bekende personen als hun voorbeeld en willen dezelfde kleding dragen. De jongen vindt strips en moppen leuk.
Scriptie – Esther Grandiek
69
Online magazines worden onder de respondenten amper gelezen. Bij een respondent liep de computer vast toen zij een online magazine probeerde te lezen. De leesbaarheid van de letters werd door de respondent niet als prettig ervaren. Online magazine Boekenwolk De respondenten willen een online magazine over boeken alleen lezen als het gratis is en makkelijk leesbaar. Naast het online magazine moet er iets extra’s zijn waardoor de kinderen vaker terugkeren naar Boekenwolk. Vormgeving Volgens de respondenten ziet de website van Boekenwolk er kinderachtig uit. Vooral het meisje is kinderachtig en daardoor lijkt het voor kinderen vanaf vier jaar, zie afbeelding 4 (op p.26). Kleuren De kleuren blauw en groen en de wolkjes van de website van Boekenwolk vinden de respondenten leuk. De vormgeving moet vrolijk zijn en verschillende kleuren bevatten. Voorkant Volgens de kinderen moet er een bekend persoon op de voorkant staan. Een enkeling wil een leeftijdsgenoot op de voorkant. Een schrijver of een personage van een boek vinden zij stom. De voorkant moet weinig tekst bevatten en het moet meteen een duidelijk beeld geven wat het doel is van het magazine. Naam Uit de geknutselde pagina’s kwam naar voren dat de naam Engelse woorden moet bevatten en het een korte naam moet zijn die de doelgroep makkelijk kan onthouden. Ook het woord blad of magazine zouden de kinderen in de naam gebruiken. Rubrieken online magazine Spelletjes, bekende mensen, dieren, weetjes en spelletjes zijn populair. Het online magazine moet filmpjes bevatten en geen pagina’s alleen gevuld met tekst. Digipagina Games zijn niet populair, maar apps wel. Een app van de week vinden de kinderen leuk. Recensie van een boek Een mening geven over een boek vinden de kinderen leuk. Er moeten verschillende kinderen aan het woord komen. Een thermometer met de keuze of een boek juist leuk (warm) of saai (koud) is vinden de kinderen het beste idee. Letterspelletjes Volgens de respondenten moet het magazine niet te veel letterspelletjes bevatten anders wordt het begrijpend lezen. Een invulverhaal, een woordzoeker of een rebus vinden de
Scriptie – Esther Grandiek
70
respondenten dan leuk. Knutselpagina Knutselen is onder de meisjes populair. De uitleg van het knutselwerk kan via een filmpje worden gedaan. Interview met een schrijver Het interview met een schrijver moet op een hele leuke manier worden gebracht, maar anders slaan de respondenten deze pagina over. Zelf een gedicht of verhaal schrijven De respondenten willen niet zelf een verhaal of een gedicht schrijven. Wel vinden zij het leuk om een verhaal te lezen van andere kinderen. Analyse geknutselde pagina’s Uit de geknutselde pagina’s komt naar voren dat de kinderen filmpjes, prijsvragen, strips, spelletjes en een poll in een online magazine willen zien. Bij de filmpjes moet het een vlogger zijn die uitleg geeft over bepaalde onderwerpen. Zie bijlage XII op p.153 voor de pagina’s bedacht door groep acht.
Scriptie – Esther Grandiek
71
10 Conclusie en aanbevelingen In dit hoofdstuk worden de resultaten van het literatuur- en veldonderzoek aan elkaar gekoppeld en worden er adviezen gegeven aansluitend op de conclusies.
10.1 Beantwoording probleemstelling De probleemstelling is: Waaraan moet een online magazine voor kinderen van negen tot dertien jaar voldoen voor de online bibliotheek Boekenwolk? Het hoofddoel was om inzicht te krijgen in de redactionele formule van een online magazine en deze formule te visualiseren. In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de probleemstelling. Uit het veldonderzoek komt naar voren dat kinderen uit groep zes, zeven en acht een online magazine willen lezen als het gratis is, er bekende schrijvers en populaire boeken in staan en het online magazine makkelijk leesbaar is. Uit de doelgroepanalyse blijkt dat kinderen vanaf elf jaar mondiger zijn en zij graag bij een peer-groep willen horen (Brinkgreve 2009;Kennisnet, 2013). Volgens de media-expert is het belangrijk om de kinderen te betrekken bij een onderwerp. Tijdens de panelgesprekken werd bevestigd dat kinderen uit groep acht veel mondiger zijn dan kinderen uit groep zes of zeven. Advies: Om kinderen, met name uit groep acht, hun mening te laten uiten kan er een rubriek worden toegevoegd waarbij kinderen bijvoorbeeld een recensie kunnen geven over een boek. In het online magazine is hiervoor is de rubriek de 'Leesmeter' bedacht. De kinderen geven hun oordeel over een boek en zien dan een thermometer die aangeeft hoe leuk (warm) of saai (koud) een boek is. De respondenten uit groep zes, zeven en acht zijn enthousiast over een digitale pagina met informatie over apps en games. De jongens uit de panelgesprekken zijn meer geïnteresseerd in games en volgens Tellegen, Alink & Welp (2002) zijn computerspellen bij jongens populairder dan boeken. De respondenten van het panelgesprek uit groep zes zien graag filmpjes met dierenbloopers van YouTube. Uit de interviews met de ouders blijkt dat zij het belangrijk vinden dat er een educatief aspect in het online magazine te vinden is. Bij educatief denken de ouders aan spelletjes met Engelse en Nederlandse woorden. Advies: Om jongens ook bij het online magazines te betrekken en aan hun behoefte van games, apps en filmpjes te voldoen is de rubriek ‘Digifun’ bedacht. In de rubriek ‘Digifun’ staat een digitaal boek, een filmpje, een game, een app en een gadget. Om aan de wensen van de ouders te voldoen is er bij de game, de app en het gadget gelet op dat het educatief is. Met de app kunnen de kinderen Engelse woorden leren. Om de kinderen ook aan te zetten tot lezen is er informatie te vinden over een digitaal boek in Boekenwolk. Belangrijk in de fase van kind naar puber is dat de doelgroep steeds meer hun eigen voorkeuren hebben voor boeken, games en programma’s (Kennisnet, 2013). Dit kwam ook
Scriptie – Esther Grandiek
72
naar voren in de panelgesprekken; de kinderen willen zelf kiezen en ontdekken. De meisjes uit groep zeven en acht waren enthousiast over een quiz met het thema ‘Wat voor type ben jij?’. Advies: Om de doelgroep te laten kiezen zijn in het online magazine de rubrieken 'Boekproefje' en ‘Test’ opgenomen. In rubriek 'Boekproefje' kunnen kinderen kiezen tussen twee boeken. Bij de ‘Test’ kunnen kinderen aan de hand van vragen en hun antwoorden lezen welk boek het meeste aanspreekt. Uit onderzoek van Scholastic (2013) blijkt dat personages uit boeken kinderen inspireren. De respondenten van de panelgesprekken uit groep zes en zeven gaven aan dat een interview met een bekend personage hen nieuwsgierig maakt. Voorwaarde daarbij is dat het interview op een leuke en interessante manier wordt geschreven. Advies: Om aan de behoefte te voldoen wordt in de rubriek 'Vriendenboekje' een personage voorgesteld. In de rubriek ‘In het zonnetje’ wordt een schrijver geïnterviewd. De meisjes van de panelgesprekken willen graag knutselen. Hierbij willen zij graag iets maken zoals een boekenlegger of een eigen kaft van een boek. Advies: Om aan deze wens te voldoen wordt er in de rubriek 'Boekkunst' stap voor stap uitgelegd hoe de kinderen kunnen knutselen met boeken. Om de kinderen plezier van lezen te laten ervaren is er gekozen om voor het knutselwerk gebruik te maken van oude boeken. Uit onderzoek van Cito (2014) blijkt dat strips een grote leesvoorkeur hebben bij de doelgroep. De jongens en meisjes van de panelgesprekken stemden van harte in met een strip voor het online magazine. Advies: Om aan deze behoefte te voldoen komt op de laatste pagina van het online magazine een strip, die ook te vinden is in de online bibliotheek van Boekenwolk. Alle boeken die in het online magazine te zien zijn, kunnen verder worden gelezen in de online bibliotheek van Boekenwolk. Uit de interviews met de ouders blijkt dat zij het belangrijk vinden dat het online magazine zowel educatieve rubrieken als amusante rubrieken bevat. Bij amusant denken zij aan een grappig filmpje, informatie over games of een bekend persoon. Bij educatief denken de ouders aan spelletjes met Engelse en Nederlandse woorden. Door spelletjes over taal toe te voegen aan het online magazine leren kinderen verder te gaan met hun cognitieve ontwikkeling, zie tabel 2 van Piaget (op p. 30) (Bil & Bil, 2010). De respondenten van de panelgesprekken vinden een woordzoeker of een rebus leuk. Advies: Een rebus of een woordzoeker wordt in het online magazine verwerkt bij de rubriek ‘Puzzelwedstrijd’. De puzzel is educatief en de kinderen kunnen met de puzzel oefenen met woorden. Uit de panelgesprekken kwam naar voren dat kinderen een bekend persoon op de voorkant willen zien. Een schrijver of een leeftijdsgenoot spreekt de doelgroep niet aan. Volgens Kennisnet (2013) ziet de doelgroep een bekend persoon als voorbeeld. Advies: In het eerste online magazine staat er een leeftijdsgenootje van de doelgroep op de voorkant in plaats van een bekend persoon. Een aanbeveling is om bij de volgende editie van
Scriptie – Esther Grandiek
73
het online magazine een bekend persoon op de voorkant te plaatsen omdat dit de doelgroep meer aanspreekt. Uit de panelgesprekken en het literatuuronderzoek blijkt dat de kinderen amper gebruik maken van sociale media en zij niet via sociale media willen delen dat zij een online boek lezen (Scholastic, 2013). Volgens mijn Mijn Kind Online (2013b) maken kinderen pas vanaf elf jaar gebruik van sociale media. Twitter, Facebook en Instagram worden amper gebruikt. YouTube wordt door meer dan tachtig procent van de doelgroep gebruikt (Mijn Kind Online, 2013b). Advies: In het online magazine zal er geen koppeling zijn met sociale media omdat de doelgroep hier geen behoefte aan heeft. Echter het advies is wel om filmpjes van YouTube in het online magazine te plaatsen. Volgens een van de criteria van de checklist van Digital Magazine Awards (2013) is de consistentie van de huisstijl in het online magazine belangrijk. Volgens de kinderen en de ouders moeten de kleuren blauw en groen van de online bibliotheek Boekenwolk terugkomen in het online magazine. Advies: Om aan deze behoefte van de vormgeving te voldoen wordt de huisstijl van Boekenwolk gebruikt in het online magazine. Volgens de ouders moet het taalgebruik rustig, kort en bondig zijn. De kinderen zijn het hier ook mee eens en vinden dat er soms een woord als ‘supergaaf’ gebruikt mag worden. Advies: Om aan deze wens voor het taalgebruik te voldoen moet de ‘tone of voice’ van het online magazine informeel, kort en bondig zijn. Bij een naam van een online magazine zijn de kinderen van de panelgesprekken van mening dat het duidelijk moet zijn dat het om een online magazine gaat. Dit kan door het woord tijdschrift toe te voegen. De concurrenten van Boekenwolk en de succesvolle concepten van online magazines hebben meestal de naam van het merk in de naam van het online magazine verwerkt, bijvoorbeeld Brabant Magazine. KLM maakt gebruik van een andere naam, namelijk iFly Magazine. Advies: Om verwarring over de naam te voorkomen tussen de online bibliotheek Boekenwolk en het online magazine is door de opdrachtgever gekozen om het online magazine Leestijd (schrift) te noemen. Hiermee wijkt Boekenwolk af van de succesvolle concepten die hun merknaam in de naam van het online magazine opnemen. Uit onderzoek van NOM Kids Monitor blijkt dat 73 procent van de kinderen tussen de zes en twaalf een tablet gebruikt. Het lezen van een tijdschrift op de tablet doet veertien procent van de kinderen, via de computer is dat dertien procent (Magazines.nl, 2014). Bij de panelgesprekken hadden alle kinderen uit groep zes en zeven een tablet. Van de zes kinderen uit groep acht, hadden vier kinderen een tablet. Advies: Omdat niet elk kind in het bezit is van een tablet moet het ook mogelijk zijn om het online magazine te lezen op de computer. Met het programma FlippingBook is het online magazine te lezen op de computer en op de tablet.
Scriptie – Esther Grandiek
74
Uit het literatuuronderzoek blijkt dat een online magazine verder moet gaan dan de mogelijkheden van de gedrukte tijdschriften (Digital Magazine Awards, z.j.; Riet, 2012; Vuure, 2014). Sterker nog: het verrijken van het online magazine is iets dat absoluut moet. Een onmisbaar element voor een online magazine is dat de doelgroep interactie beleeft anders is de kans groot dat kinderen het online magazine niet gebruiken (Ittersum, 2014). Volgens de redactrice van Textart en volgens Lievens Communicatie (2013) is het belangrijk dat er op de teksten en afbeeldingen van de cover en in de inhoudsopgave, geklikt kan worden. Advies: Om het online magazine interactief te maken wordt het programma FlippingBook gebruikt. Met het programma FlippingBook is het mogelijk om filmpjes en linkjes toe te voegen. In de inhoudsopgave en op de cover kan de gebruiker op knoppen klikken om naar een andere pagina in het online magazine te gaan of naar de website van Boekenwolk. Volgens de media-expert, Lievens Communcatie (2013) en Oorschot & Weerden (2014) kan een online magazine het beste verstuurd worden met een nieuwsbrief via de e-mail. Advies: Aangezien een online magazine niet ongevraagd naar een persoon mag worden gestuurd, is het aan te bevelen dat de ouders of de basisscholen zich via een eenmalige e-mail kunnen aanmelden. Een andere aanbeveling hierbij is om verschillende nieuwsbrieven te maken voor de ouders, de basisscholen en de kinderen (Trends in Kids- en Jongerenmarketing, 2014b). Elke e-mail is dan afgestemd op de wensen en behoeften van de doelgroep. Tijdens het veldonderzoek gaven een moeder en de media-experts de waardevolle suggestie dat er naast twee keer per jaar een online magazine nog iets extra's moet zijn om de aandacht van de doelgroep bij Boekenwolk vast te houden. Dit kan door regelmatig filmpjes of prijsvragen op de website te plaatsen. De respondenten van de panelgesprekken uit groep zeven en acht kijken vaak naar vloggers op YouTube. YouTube wordt door meer dan tachtig procent van de doelgroep gebruikt (Mijn Kind Online, 2013b). Advies: Om onder de aandacht te blijven bij de doelgroep is een aanbeveling om elke week een filmpje op de website en op YouTube te plaatsen. Dit kan een boektrailer zijn of een jongere die iets ouder is dan de doelgroep en die een korte recensie geeft van een boek. Volgens de checklist van de Digital Magazine Awards (2013) is de gebruiksvriendelijkheid en de navigatie van een online magazine belangrijk. Als de navigatie niet goed werkt in het programma FlippingBook haakt de gebruiker snel af. De gebruiksvriendelijkheid en navigatie werden getest tijdens de usability test, zie hoofdstuk 11. De uitkomsten van het onderzoek, zowel die van het literatuuronderzoek als het veldonderzoek, zijn verwerkt in de redactionele formule van het nieuwe online magazine “Leestijd (schrift)”. Door het realiseren van het online magazine is er een beeldend advies. Hierdoor is er een antwoord gekomen op de probleemstelling van dit scriptieonderzoek. Voor de redactionele formule wordt verwezen naar hoofdstuk 12. In bijlage XI op p.147 wordt uitgelegd hoe het online magazine bekeken kan worden.
Scriptie – Esther Grandiek
75
11 Resultaten usability test In dit hoofdstuk worden de aanpassingen voor het beroepsproduct omschreven.
11.1 Usability test Bij de usability test werd er gelet op de gebruiksvriendelijkheid en het gebruik van de navigatie van het online magazine. De taken die de kinderen moesten uitvoeren zijn te lezen in §2.2.3. Er hebben drie meisjes uit groep acht, een jongen uit groep zeven en een meisje uit groep zes meegedaan aan de usability test. De kinderen waren over de vormgeving en het kleurgebruik enthousiast. De meisjes herkenden meteen het boek ‘Lizzy’ op de voorkant en de jongen vond de pagina ‘Digifun’ leuk omdat hij moest lachen om het filmpje. De knutselpagina vonden de meisjes leuk en de jongen vond de strip leuk om te lezen. Over de rubriek de ‘Leesmeter’ waren de respondenten ook enthousiast. De testversie van het online magazine is te vinden in bijlage XI op p.147.
11.1.1 Toelichting prototype Het prototype is gemaakt aan de hand van de resultaten uit het literatuuronderzoek en de uitkomsten van de panelgesprekken. Tijdens de usability test werd vooral gelet op de navigatie en de gebruiksvriendelijkheid van het online magazine. In het prototype is de redactionele formule verwerkt, zie hoofdstuk 12 . Op elke pagina staan afbeeldingen en knoppen waarop geklikt kan worden. De knoppen verwijzen naar pagina’s in het online magazine of naar de website van Boekenwolk. Tevens is er een filmpje te bekijken in het online magazine. De prototype test is uitgevoerd met het programma FlippingBook, de filmpjes van de usability test zijn te vinden in bijlage XII op p.153.
11.2 Aanpassingen De volgende aanpassingen zijn gemaakt naar aanleiding van de usability test: Op de ladingspagina van het online magazine moet een balkje in beeld komen waarmee kinderen zich kunnen aanmelden voor het volgende online magazine. Er moet duidelijk worden gemaakt dat ze daarmee de tablet kunnen winnen, die als prijs wordt aangeboden. Bij het aanmeldingsformulier voor het volgende online magazine is het nodig om op te nemen dat de kinderen eerst toestemming vragen aan hun ouders. Bij het openen van een nieuwe webpagina moet een icoontje geplaatst worden waarmee de gebruikers terugkeren naar het online magazine. Bij de informatieve pagina ‘Online lezen’ kan duidelijker worden uitgelegd dat de gebruikers op teksten en afbeeldingen kunnen klikken, dit kan aangeven worden door middel van buttons en pijlen. Bij de rubriek de ‘Leesmeter’ moet de thermometer klikbaar worden gemaakt. Het is dan voor de gebruiker duidelijk waar er geklikt moet worden om mee te kunnen doen aan deze rubriek.
Scriptie – Esther Grandiek
76
Op de voorkant van het online magazine stond ‘Win een kindertablet!’. De kinderen vonden het woord ‘kindertablet’ kinderachtig. Het woord ‘kindertablet’ kan vervangen worden door ‘tablet’.
Scriptie – Esther Grandiek
77
12 Beroepsproduct Door het realiseren van het online magazine is er een beeldend advies voor de opdrachtgever gekomen. De aanpassingen van de usability test zijn verwerkt om het online magazine gebruiksvriendelijk te maken.
12.1 Interactiviteit Tot het programma van eisen voor een online magazine behoort dat het magazine interactief is anders maken kinderen er geen gebruik van (Ittursum, 2014). Om het online magazine interactief te maken is er gekozen voor het programma Flippingbook. Het programma verrijkt het online magazine met filmpjes, linkjes en buttons die verwijzen naar pagina’s in het online magazine of naar een website (Invender, z.j.). Bij het openen van een nieuwe pagina van het online magazine verschijnen er vierkanten om de buttons waarop de gebruiker vervolgens kan klikken, zie afbeelding 14. De buttons verwijzen naar pagina’s in het online magazine of naar een webpagina. Het icoontje ‘Lees mij online’ staat bij alle boeken die worden genoemd in het online magazine, zie afbeelding 16. Door op het icoontje te klikken kunnen de kinderen meteen het digitale boek lezen. Om een filmpje te kijken is er een knop te zien met een driehoekje in een rondje, zie afbeelding 15. Zie §12.2.5 voor meer informatie over de interactiviteit per rubriek. In bijlage XI op p.147 wordt uitgelegd hoe het online magazine bekeken kan worden.
Afbeelding 16
Afbeelding 15
Afbeelding 14
Scriptie – Esther Grandiek
78
12.2 Redactionele formule Volgens Arks & Storm (2014) is een redactionele formule een uniek recept voor een medium. De redactionele formule is het DNA van het online magazine. 12.2.1 Doelgroep Kinderen tussen de negen en dertien jaar uit groep zes, zeven en acht van de basisschool. De kinderen zijn geïnteresseerd in lezen. 12.2.2 IJkpersoon Naam: Naomi Leeftijd: 9 jaar Groep: 6 Persoonlijkheid: creatief, nieuwsgierig en fantasierijk. Gek op: buiten spelen, lezen en knutselen. Leesvoorkeuren: Het boek ‘Matilda’ van schrijver Roald Dahl en de boekenserie ‘Geronimo Stilton’. Voorbeeld (en): Anna uit de animatiefilm Frozen. Sociale media: Instagram om leuke foto’s te maken en YouTube voor filmpjes over dierenbloopers. Favoriete website: MovieStarPlanet. Mediagebruik: iPad mini Naam: Daan Leeftijd: 12 jaar Groep: 8 Persoonlijkheid: nieuwsgierig, vrolijk en fantasierijk. Gek op: buiten spelen, games en strips lezen. Leesvoorkeuren: Donald Duck en de boekenserie ‘De Grijze Jager’. Voorbeeld(en): De jongens van StukTv (vloggers op YouTube). Sociale media: YouTube om te kijken naar series van vloggers. Favoriete website: YouTube. Mediagebruik: Samsung tablet en PlayStation. 12.2.3 Pijlers De pijlers van het online magazine zijn: -
Advies
-
Educatie
-
Plezier
Advies staat voor kinderen wegwijs maken met het kiezen van digitale boeken in de online bibliotheek Boekenwolk. Educatie staat voor kinderen te stimuleren om online boeken te gaan lezen, kinderen die veel lezen hebben daar op school profijt van. Door boeken te lezen kunnen kinderen hun woordenschat en hun taalvaardigheid vergroten (Lezen.nl, z.j.) Volgens mediaexpert Marieke Roël (2014) is een voorwaarde voor het online magazine, dat het niet saai moet zijn voor de kinderen. De kinderen moeten worden uitgedaagd (Roël, 2014). Met de pijler
Scriptie – Esther Grandiek
79
plezier kan de doelgroep ervaren dat online lezen leuk is. Om de doelgroep het plezier te laten beleven zijn er rubrieken bedacht waarbij de kinderen worden uitgedaagd. Er is bijvoorbeeld een keuzepagina waarbij kinderen moeten kiezen tussen twee boeken. Bij de test, de prijsvraag en bij de recensie worden de kinderen ook uitgedaagd om mee te doen. 12.2.4 Functie Het doel van het online magazine is jongens en meiden enthousiast maken om digitale boeken te gaan lezen. Hierdoor kunnen zij ervaren dat online lezen een plezierige tijdsbesteding biedt. 12.2.5 Genres De genres van het online magazine: Inhoudsopgave; in de wolkjes staan de rubrieken aangeven, op de wolkjes kan de gebruiker klikken om direct naar het artikel gaan. Informatieve pagina; in de rubriek ‘Online lezen’ wordt uitgelegd hoe online lezen werkt en dat de gebruiker op knoppen kan klikken. Door op het icoontje ‘Lees mij online’ te klikken kan de gebruiker direct een digitaal boek lezen. Keuzepagina; in de rubriek ‘Boekproefje’ wordt de lezer uitgedaagd om een boek te kiezen. De boeken kunnen worden gelezen in de online bibliotheek door op het icoontje naast het boek te klikken. Digitale pagina; in de rubriek ‘Digifun’ staat een digitaal boek, een filmpje, een game, een app en een gadget. De games en apps hebben een educatieve functie. Met de app kunnen de kinderen Engelse woorden leren. Om de kinderen ook aan te zetten tot lezen is er informatie over een digitaal boek in Boekenwolk. Om jongens ook bij het online magazines te betrekken is deze rubriek bedacht. Recensie; in de rubriek ‘Leesmeter’ beoordeeld een kind een boek aan de hand van een thermometer. Het boek kan verder worden gelezen in de online bibliotheek Boekenwolk. Kinderen kunnen zelf ook een boek beoordelen door op de thermometer te klikken en het formulier in te vullen. Test; in de rubriek ‘Test’ kunnen kinderen aan de hand van vragen en hun antwoorden kijken welk boek geschikt is. Door op het icoontje ‘Lees mij online’ te klikken kan de gebruiker direct het digitale boek lezen. Interview; in de rubriek ‘In het zonnetje’ wordt een schrijver geïnterviewd. Het boek van de schrijver kan verder worden gelezen in de online bibliotheek Boekenwolk. Knutsel; in de rubriek ‘Boekkunst’ wordt er met oude boeken iets nieuws geknutseld. Stap voor stap wordt dit uitgelegd. Oude boeken worden hierdoor hergebruikt. Om de kinderen plezier van lezen te laten ervaren is er gekozen om met boeken te knutselen. Vriendenboekje;
Scriptie – Esther Grandiek
80
in de rubriek ‘Vriendenboekje’ wordt een personage uit een kinderboek voorgesteld. Het boek van het personage kan verder worden gelezen in de online bibliotheek Boekenwolk. Prijsvraag; met de rubriek ‘Puzzelwedstrijd’ kunnen de lezers een woordzoeker oplossen en oefenen met woorden. Door op de button te klikken kan er een formulier worden ingevuld. Strip; bij elke uitgave van het online magazine wordt er een strippagina van een stripboek uit de online bibliotheek van Boekenwolk gebruikt. Het stripboek kunnen de kinderen verder lezen in Boekenwolk. Op de laatste pagina staat nog een button waarmee een lezer zich kan aanmelden voor de volgende editie van het online magazine. 12.2.6 Tone of voice De ‘tone of voice’ van het online magazine is informeel. De tekst is kort en bondig. Het taalgebruik is rustig en bevat korte zinnen. De taal is Nederlands en de schrijfstijl is vrolijk. 12.2.7 Look and feel Het online magazine bevat filmpjes en door minder tekst te gebruiken is het overzichtelijk. Op de voorkant van het tijdschrift kan een leeftijdsgenootje of een bekend persoon staan. Het beeld dat wordt gebruikt zijn lezers van het online magazine. Bijvoorbeeld de kinderen die meedoen aan de rubriek de ‘Leesmeter’. Voor algemene beelden wordt gebruik gemaakt van stockfoto’s. De huisstijl van Boekenwolk komt overal in terug en wordt bij elke uitgave gebruikt. Het online magazine heeft een vrolijke uitstraling met verschillende kleuren. De achtergrond van de pagina’s zijn meestal wit zodat de tekst goed leesbaar blijft. De teksten zijn meestal zwart. Om titels of knoppen te benadrukken worden de kleuren geel, groen, rood en paars gebruikt, de kleuren van Boekenwolk.
Afbeelding 17: Cover Leestijd
12.2.8 Variatie en herkenning De rubrieken 'Boekproefje', 'Digifun', 'Leesmeter', 'Test', 'Boekkunst' en de strip keren steeds terug in het online magazine. Het interview en de rubriek ‘Vriendenboekje’ kunnen verschillen van onderwerp. De ene keer kan een schrijver geïnterviewd worden en een andere keer een bekend persoon. Als er uiteindelijk een aantal online magazines zijn gemaakt kan deze content worden verzameld op de website van Boekenwolk. Een spelletje uit het online magazine kan hergebruikt worden op de website. 12.2.9 Titel en pay-off Leestijd (schrift) – Lezen op je tablet is leuk! 12.2.10 Frequentie Het online magazine van Boekenwolk verschijnt twee keer per jaar. De frequentie van twee keer per jaar is omdat het online magazine gratis en nieuw is. Als het magazine een succes is, kan de frequentie worden verhoogd.
Scriptie – Esther Grandiek
81
13 Evaluatie In dit hoofdstuk wordt geëvalueerd hoe het onderzoek is verlopen. De validiteit en de generaliseerbaarheid van het onderzoek worden verantwoord. Tot slot worden er mogelijkheden gegeven voor een vervolgonderzoek.
13.1 Verloop onderzoeksproces Het uitzoeken van welke software er gebruikt kon worden voor het online magazine was intensief en complex omdat een online magazines voor kinderen interactief moet zijn en verder moet gaan dan de mogelijkheden van een papieren blad. Bovendien zijn de meeste software te duur ten opzichte van het beschikbare budget van de opdrachtgever. Uiteindelijk is voor het programma FlippingBook gekozen. De software van FlippingBook is betaalbaar en bevat online mogelijkheden waaraan een online magazine moet voldoen. Voor het hoofdstuk verdienmodel was het lastig om de juiste methode te vinden. Uiteindelijk is er gekozen voor het model van Osterwalder. Het berekenen van de exacte kosten was niet mogelijk, maar er kon wel een indicatie worden gemaakt. Voor de interviews met de media-experts zijn er acht bedrijven benaderd, twee organisaties waren bereid om mee te werken. Bij een media-expert hadden er eerder vragen moeten worden gesteld over online magazines. Het interview ging in het begin voor het grootste deel over het bedrijf van de media-expert. Het vinden van een basisschool voor de panelgesprekken lukte direct, mijn oude basisschool was bereid mee te werken. Voor de panelgesprekken met de kinderen moesten de directie van de basisschool en de ouders toestemming geven. Het duurde een paar weken voordat de panelgesprekken plaats konden vinden. Aan elk panelgesprek deden zes kinderen mee. Op deze basisschool zijn er per leerjaar twee klassen, dus twee groepen zes, zeven en acht. Uit elke klas deden er drie kinderen mee. Hierdoor was de kans minder groot dat de kinderen vrienden van elkaar waren en er soortgelijke antwoorden werden geven (Peek & Forthergill, 2009). Aan de leerkrachten was de opdracht geven om de kinderen te kiezen die geïnteresseerd zijn in lezen. Het plan was om qua deelname een gelijke verdeling tussen jongens en meisjes na te streven. Bij groep acht was de verdeling echter anders; in dat panelgesprek waren er vijf meisjes en één jongen. Zoals eerder genoemd in §4.1.1 is uit onderzoek van Cito (2014) gebleken dat lezen onder meisjes uit groep acht populairder is dan bij jongens. Van de meisjes vindt 73 procent lezen leuk en van de jongens 50 procent (Huisman, 2014). Uit groep zeven deden er evenveel jongens als meisjes mee. Uit groep zes deden er vier meisjes en twee jongens mee. Het lezen van boeken is onder meisjes populairder dan bij jongens. De vragenlijst voor de panelgesprekken was te uitgebreid voor de kinderen. Het was beter geweest om minder vragen te stellen over de onderwerpen voor het online magazine. Toen de kinderen een pagina gingen ontwerpen voor een online magazine kwamen er gemakkelijker ideeën naar voren. Tijdens het panelgesprek lagen er allerlei kindertijdschriften op tafel. Sommige respondenten hadden alleen nog maar oog voor de tijdschriften en waren aan het lezen. De onderzoeker heeft kinderen soms apart aangesproken om hun mening te verkrijgen.
Scriptie – Esther Grandiek
82
De respondenten voor de usability test waren enthousiast en vonden het interessant dat zij het online magazine mochten testen. Het was voor de kinderen lastig om hardop te denken. Het beeldscherm van de tablet was veel interessanter.
13.2 Validiteit Voor het literatuuronderzoek zijn er betrouwbare bronnen gevonden. Het onderzoek is valide omdat de informatie van het literatuuronderzoek met verschillende bronnen is vergeleken. De kinderen die meegedaan hebben aan de panelgesprekken vormen een duidelijk beeld van de doelgroep. Aan de leerkrachten is namelijk gevraagd om kinderen uit te kiezen die van lezen houden. Groep zes, zeven en acht zijn apart ondervraagd. Bij de usability test hebben ook kinderen uit groep zes, zeven en acht meegedaan. De generaliseerbaarheid van het onderzoek is niet volledig gewaarborgd. Een nadeel van een panelgesprek is namelijk, dat er slechts een beperkt aantal deelnemers zijn. Er kunnen hierdoor geen conclusies worden getrokken voor de gehele doelgroep (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.). Bij een vervolgonderzoek kan er een kwantitatieve onderzoeksmethode worden gebruikt. Advies hiervoor is om door middel van het houden van enquêtes een bredere doelgroep te bereiken.
13.3 Mogelijkheden vervolgonderzoek Het online magazine kan nogmaals getest worden door een tevredenheidonderzoek te doen. Er kan gekeken worden welke aanpassingen er moeten worden verricht om de gebruiksvriendelijkheid van het online magazine te verhogen. Door de digitalisering van het onderwijs gebruiken steeds meer basisscholen een tablet of een iPad (Ittersum, 2014). Er kan onderzocht worden hoe de online bibliotheek Boekenwolk in kan spelen op deze ontwikkeling. Met de online bibliotheek kan elk kind van een basisschool boeken lezen op de tablet. De basisschool hoeft dan geen papieren boeken meer aan te schaffen. Een ander vervolgonderzoek kan zijn dat er wordt gekeken of het financieel haalbaar is om het online magazine te blijven uitbrengen. Zonder advertenties is het online magazine een hoge kostenpost. Daarnaast kan er worden nagegaan of het online magazine extra abonnees oplevert. Een andere mogelijkheid is om te onderzoeken of er een partner is die het online magazine wil financieren. Dit kan een bedrijf zijn die er belang bij heeft om online lezen voor kinderen te promoten.
Scriptie – Esther Grandiek
83
Literatuurlijst 2Doc (24 juni 2014). Een school voor mijn dochter. [video file]. Geraadpleegd op: 23 juli 2014, van: http://www.hollanddoc.nl/kijk-luister/documentaire/s/een-school-voor-mijndochter.html 8020ecommerce (2012). Wat is een goede conversieratio? Geraadpleegd op: 12 november 2014, van: http://www.8020ecommerce.nl/wat-is-een-goede-conversieratio/ Allesovermarktonderzoek.nl (z.j.) Groepsdiscussie. Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/onderzoeksmethoden/groepsdiscussie Allesovermarktonderzoek.nl (z.j.) Diepte interview. Geraadpleegd op: 4 december 2014, van: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/onderzoeksmethoden/diepte-interview Allesovermarktonderzoek.nl (z.j.) Schriftelijk onderzoek. Geraadpleegd op: 4 december 2014, van:http://www.allesovermarktonderzoek.nl/onderzoeksmethoden/schriftelijk-onderzoek Arks, E & J. Storm. (2014). Wat is een redactionele formule? Geraadpleegd op: 17 november 2014, van: https://dlwo.dmci.hva.nl/studiedelen/2000R08_11/1314/Documents/redactionele%20formule %202014.pdf Bekkering, P. (28 augustus 2014) Literaire Spotify 'Elly's Choice' mikt op honderdduizenden klanten. Geraadpleegd op: 7 september 2014, van: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3352/boeken/article/detail/3727688/2014/08/28/LiteraireSpotify-Elly-s-Choice-mikt-op-honderdduizenden-klanten.dhtml Bil, M. de, & P. de Bil. (2010). Praktijkgerichte ontwikkelingspsychologie. Soest: Uitgeverij Nelissen. BoekieBoekie. (z.j.). Boekie Boekie. Het tijdschrift voor de allerleukste kinderen. Geraadpleegd op: 5 september 2014, van: http://www.boekie-boekie.nl/ Brabant Magazine. (2014). Brabant Magazine 2014, editie 3. Geraadpleegd op: 25 september 2014, van: http://2014editie3.brabantmagazine.nl/#!6-IDOPS Brinkgreve, C. (2009). Vroeg mondig laat volwassen. Amsterdam: Uitgeverij Augustus. C.I.V. Superunie B.A. (z.j.). Over Superunie. Geraadpleegd op: 5 juli 2014, van: http://www.superunie.nl/index.php?id=1
Scriptie – Esther Grandiek
84
CBS StatLine. (24 mei 2014). (Speciaal) basisonderwijs; culturele minderheden, (achterstands)leerlingen. Geraadpleegd op: 3 juni 2014, van: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=37846SOL&D1=0,1619&D2=a&D3=1&D4=l&HDR=G2,G1,G3&STB=T&VW=T CBS. (2013). Steeds vaker laptop, smartphone en tablet in huis. Geraadpleegd op: 4 juli 2014, van: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/vrije-tijdcultuur/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-3926-wm.htm Chall, J.S. & V.A. Jacobs. (2003). Poor Children's Fourth-Grade Slump. Geraadpleegd op: 22 juni 2014, van: http://www.colorincolorado.org/article/13995/ Cito. (20 juni 2014). Balans van de leesvaardigheid in het basis- en speciaal basisonderwijs 2. Geraadpleegd op: 21 juni 2014, van: http://www.cito.nl/over%20cito/pers/leerlingprestaties_basisonderwijs_licht_gestegen CPNB. (2014). CPNB Top 100 2013. Geraadpleegd op: 7 juli 2014, van: http://web.cpnb.nl/engine/download/blob/cpnb/61970/2014/2/CPNB_Top_100_2013.pdf?ap p=cpnb&class=8353&id=1398&field=61970%20 Cramer, I. & M. Zwaan. (2011). Handboek Tijdschrift. Wijk en Aalburg: Pictures Publishers. Cricketmag. (20 augustus 2012). [Video file] Cricket Digital Edition App. Geraadpleegd op: 28 augustus 2014, van: https://www.youtube.com/watch?v=zZIXN0XjVK0 Cricketmag. (2014). Cricket Interactive Magazine. Geraadpleegd op: 16 september 2014, van:https://itunes.apple.com/us/app/cricket-interactive-magazine/id536585790?mt=8 Cricketmag. (z.j.). Cricket Digital Edition. Geraadpleegd op: 28 augustus 2014, van: https://www.cricketmag.com/2177 Devilee, B. (2014). Kennisclip interviewen. Geraadpleegd op: 4 december 2014, van: http://hva.mediamission.nl/Mediasite/Play/d139d69cdaeb473db9b74d9630fd254e1d?catalog =8eec4c35-da6f-4ca9-8b28-16c2ce2b48c4 Digtial Magazine Awards. (2013). Winners 2013. Geraadpleegd op: 28 augustus 2014, van: http://digitalmagazineawards.com/winners/ Digtial Magazine Awards. (z.j). Categories. Geraadpleegd op: 18 augustus 2014, van: http://digitalmagazineawards.com/categories/ DutchGiraffe. (z.j.). Brabant Magazine. Geraadpleegd op: 25 september 2014, van: http://www.dutchgiraffe.com/werk/brabant-magazine/
Scriptie – Esther Grandiek
85
Emerce. (16 juli 2014). Amazon test Netflix voor boeken. Geraadpleegd op: 22 juli 2014, van: http://www.emerce.nl/nieuws/amazon-test-netflix-boeken Erikson, E.H. (2011). Het kind en de samenleving. Utrecht/Antwerpen: Uitgeverij het Spectrum. EU Kids Online. (2011). EU Kids Online II Final Report. Geraadpleegd op: 22 juni 2014, van: http://www.lse.ac.uk/media@lse/research/EUKidsOnline/EU%20Kids%20II%20(200911)/EUKidsOnlineIIReports/Final%20report.pdf Frankwatching. (7 april 2014). Instant Magazine: Zelf digitale responsive magazines maken. Geraadpleegd op: 18 augustus 2014, van: http://www.frankwatching.com/gespot/instantmagazine/ Frankwatching.com (30 augustus 2012). Wat betekent de digitale revolutie voor media?. Geraadpleegd op: 21 juli 2014, van: http://www.frankwatching.com/archive/2012/08/30/deprofessionele-media-in-de-21e-eeuw/ Geronimo Stilton Online Lezen. (2014). Geronimo Stilton Online Lezen. Geraadpleegd op: 22 juli 2014, van: http://www.geronimostiltononlinelezen.nl/ GfK. (december 2013). Meer dan de helft van de Nederlanders bezit een tablet. Geraadpleegd op: 23 juni 2014, van: http://www.gfk.com/nl/news-and-events/press-room/pressreleases/paginas/aantal-smartphones-hoger-dan-aantal-computers.aspx Goedmettekst.nl (2014). Wat kost een tekstschrijver? Geraadpleegd op:8 december 2014, van: http://www.goedmettekst.nl/wat-kost-een-tekstschrijver/ Goossens, R. (2014a). Voorbeelden Criteria Scan. Geraadpleegd op: 25 mei 2014, van: https://dlwo.dmci.hva.nl/studiedelen/2000R08_11/1314/Documents/Hoorcolleges/Voorbeeld en%20Criteria%20Scan.pdf Goossens, R. (2014b). R111 Project Crossmedia RMP - Businessmodellen/verdienmodellen. Geraadpleegd op: 5 december 2014, van: http://hva.mediamission.nl/Mediasite/Play/14ca6d854467470bb6c50794359eb03c1d?catalog =8eec4c35-da6f-4ca9-8b28-16c2ce2b48c4 Haan, de J. & Pijpers, R. (2010). Contact! Kinderen en nieuwe media. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. HOI. (2013). Opvraagmodules. Geraadpleegd op: 5 juli 2014, van: http://www.hoionline.nl/798/Gratis-opvraagmodule.html Huisman, C. (
[email protected], 9 juli 2014). Re: Vraag over onderzoek 'Balans van de leesvaardigheid in het basis- en speciaal basisonderwijs 2'
552047
Scriptie – Esther Grandiek
86
Huysmans, F. (2013). Van woordjes naar wereldliteratuur. Geraadpleegd op: 21 juni 2014, van: http://lezen.nl/sites/default/files/vanwoordjesnaarwereldliteratuur_0.pdf ICSB Marketing en Strategie. (2014). Business Model Canvas van Alexander Osterwalder. Geraadpleegd op: 8 december 2014, van: http://www.business-model.nl/businessmodels/business-model-canvas-van-alexander-osterwalder/ iFly Magazine (2014a). Over iFly. Geraadpleegd op: 26 september 2014, van: http://www.iflymagazine.com/#/about iFly Magazine. (2014b). iFly Magazine; reasons to travel. Geraadpleegd op: 26 september 2014, van: http://www.iflymagazine.com/#/38/entrance/ IJsfontein. (2014). Over ons. Geraadpleegd op: 26 oktober 2014, van: http://www.ijsfontein.nl/over-ons/ Info.boekenwolk.nl. (2013). Boekenwolk: onbeperkt online kinderboeken lezen op je tablet. Geraadpleegd op: 1 juni 2014, van: http://info.boekenwolk.nl/ Info.boekenwolk.nl. (2014). Wat kost een abonnement?. Geraadpleegd op: 21 mei 2014, van: http://info.boekenwolk.nl/abonnement/ InfoNu. (2006). Online advertentie begrippen. Geraadpleegd op: 22 september 2014, van: http://pc-en-internet.infonu.nl/tips-en-tricks/50-online-advertentie-begrippen.html InfoNu Zakelijk. (14 december 2011). Het Freemium verdienmodel. Geraadpleegd op: 8 december 2014, van: http://zakelijk.infonu.nl/onderneming/88476-het-freemiumverdienmodel.html Intranet Media,Informatie en Communicatie. (9 september 2011). Hoorcollege 2 in de pdf. Geraadpleegd op: 22 juni 2014, van: https://intra.mim.hva.nl/studiegids/rmp/r01_11/HC-2.pdf Invender. (z.j.). Flippingbook Online Publisher Professional 2.6 Geraadpleegd op: 13 november 2014, van: http://www.invender.nl/online-diensten/flippingbook-service/online-publisherprofessional-editie#naar-tabs Ittersum, van D. (2014). Hoe de iPad het onderwijs verovert. Inct.Magzine. 10 mei 2014, nummer 3, p. 42 - 43. Jeugdjournaal. (25 augustus 2014). Kinderen willen meer tablets in de les. Geraadpleegd op: 26 augustus 2014, van: http://jeugdjournaal.nl/item/690700-kinderen-willen-meer-tablets-in-deklas.html
Scriptie – Esther Grandiek
87
Jonge Jury. (15 oktober 2013). Jonge Jurymagazine ‘lezen’ online! Geraadpleegd op: 15 september 2014, van: http://www.jongejury.nl/tabid/366/default.aspx?Article=jongejurymagazinelezenonline Jonge Jury. (2014). Over de Jonge Jury. Geraadpleegd op: 15 september 2014, van: http://www.jongejury.nl/OverdeJongeJury/Algemeneinfo.aspx Joomag (z.j.). Professional online editor. Geraadpleegd op: 18 augustus 2014, van: http://www.joomag.com/en/professional-online-editor Keijzer, N. de. [persoonlijk interview]. 8 september 2014. Kennisnet. (2013). 86 creatieve apps en sites. Geraadpleegd op: 4 juni 2014, van: http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/Dossier_mediawijsheid/Publ icaties/86_creatieve_apps_en_sites.pdf KickStart. (2012). B2B Email Response Rates and Best Practices. Geraadpleegd op: 21 september 2014, van: http://www.kickstartall.com/resources/archives/emailmarketingtrendsresponserates_january 2012/# Kids For Animals. (z.j.). Lezen. Geraadpleegd op: 5 juli 2014, van: http://kidsforanimals.dierenbescherming.nl/fileupload/clubbladen/KFA_35_tijdschrift_nr_1_2 014.pdf Kinderjury. (2013). Kinderjury vier feest. Geraadpleegd op: 7 juli 2014, van: http://www.kinderjury.nl/index.php/2013/06/20/kinderjury-viert-feest/ Kwantes, E. & K. Witke. (2012). Bedenk-je-eigen-kinderwebsite: doeboek. Amsterdam: Dromenkroon. Lezen.nl. (z.j.). Waarom doet lezen er toe? . Geraadpleegd op: 1 juni 2014, van: http://www.lezen.nl/waarom-doet-lezen-er-toe Lievens Communicatie. (11 maart 2014). Gedrukt blad of online magazine? Gebruikt op: 21 juli 2014, van: http://www.lievenscommunicatie.nl/actueel/bericht:gedrukt-blad-of-onlinemagazine.htm Magazines.nl. (4 februari 2014). NOM Kids Monitor: 94% van 6 t/m12 jarigen leest tijdschriften. Geraadpleegd op: 18 augustus 2014, van: http://www.magazines.nl/nl/onderzoek/nom-kidsmonitor-94-van-6-tm12-jarigen-leest-tijdschriften
Scriptie – Esther Grandiek
88
Marketingfacts. (12 mei 2009). Alex Osterwalder: Wat is een business model?. Geraadpleegd op: 8 december 2014, van: http://www.marketingfacts.nl/berichten/20090512_Alex_Osterwalder_Wat_is_een_business_ model Marktonderzoeksbureau Right Marktonderzoek. (z.j.). Diepte-interviews. Geraadpleegd op: 4 december 2014, van: http://www.rightmarktonderzoek.nl/kwalitatief-onderzoek/diepteinterviews MCP. (z.j.). Tsjakka!. Geraadpleegd op: 5 juli 2014, van: http://www.mcp.nl/portfolio/10/29/tsjakka Mediawijzer.net (2013). Laat kinderen vaker op een tablet lezen. Geraadpleegd op: 23 juni 2014, van: http://www.mediawijzer.net/laat-kinderen-vaker-lezen-op-een-tablet/ Mijn Kind Online. (2013a). Tablets voor kinderen. Geraadpleegd op: 21 februari 2014, van: http://mijnkindonline.nl/artikelen/tablets-voor-kinderen Mijn Kind Online. (2013b). Tieners en sociale media. Geraadpleegd op: 24 juni 2014, van: http://mijnkindonline.nl/sites/default/files/uploads/Samen%20leren%20%20Tieners%20en%20sociale%20media_1.pdf NCDO. (2012). Kindertijdschrift SAMSAM. Geraadpleegd op: 24 september 2014, van: http://www.ncdo.nl/sites/default/files/Vacature_NCDO_Hoofdredacteur%20samsam_201208.pdf Nelis, H. & Y. van Sark. (2009). Puberbrein binnenstebuiten. Utrecht/Antwerpen: Kosmos Uitgevers. Nikken, P. (2002). Kind en Media: Weet wat ze zien. Amsterdam: Uitgeverij Boom. NOS. (21 augustus 2013). "En ik hoop dat het uitgezonden wordt!" [video file]. Geraadpleegd op: 23 juli 2014, van: http://nos.nl/video/542791-en-ik-hoop-dat-het-uitgezonden-wordt.html NRC. (2014a). Sikkel en Smit winnaars Prijs van de Nederlandse Kinderjury. Geraadpleegd op: 7 juli 2014, van: http://www.nrc.nl/boeken/2014/06/23/sikkel-en-smit-winnaars-prijs-van-denederlandse-kinderjury/ NRC. (2014b). Negen kinderboeken onderscheiden met Zilveren Griffels. Geraadpleegd op: 7 juli 2014, van: http://www.nrc.nl/boeken/2014/06/26/negen-kinderboeken-onderscheiden-metzilveren-griffels/
Scriptie – Esther Grandiek
89
NRC. (24 september 2013). All you can read voor een tientje - eLinea wil Spotify voor journalistiek zijn. Geraadpleegd op: 21 juli 2014, van: http://www.nrc.nl/nieuws/2013/09/24/all-you-can-read-voor-een-tientje-elinea-wil-despotify-voor-journalistiek-zijn/ NTR. (2014). Campagne 'Schooltv - Nu ook voor thuis'. Geraadpleegd op: 24 september 2014, van: http://www.ntr.nl/nieuws/791400/Campagne+'Schooltv+-+Nu+ook+voor+thuis' Oorschot, H. van & K. van der Weerden. (25 februari 2014). Online magazines verdienen een podiumplaats binnen je online communicatie. Geraadpleegd op: 18 augustus 2014, van: http://www.frankwatching.com/archive/2014/02/25/online-magazines-verdienen-eenpodiumplaats-binnen-je-online-communicatie/ Paperprototyping.com. (2003). What is paperprototyping? Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://paperprototyping.com/what.html Peek, L. & A. Forthergill. (2009). Using focus groups: lessons from studying daycare centers, 9/11, and Hurricane Katrina. P. 31-59. Peterink, S. (17 juli 2014). Tablet of geen tablet? Magazine inDruk, 2, 2, p. 21 – 23. Geraadpleegd op: 24 juli 2014, van: http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/InDruk/zomer2014/inDruk_ 12014_05-tablets.pdf Riet, F. van. (19 november 2012). Online magazines: 7 belangrijke do’s en don’ts. Geraadpleegd op: 18 augustus 2014, van: http://www.frankwatching.com/archive/2012/11/19/onlinemagazines-7-belangrijke-dos-en-donts/ Roël, M. [persoonlijk interview]. 5 september 2014. Roos, de B.D. (2014). Het schip keren of toch de boot missen?. Inct.Magzine. 10 mei 2014, nummer 3, p. 24. Samsam. (2014). Kinderrechten. Geraadpleegd op: 15 september 2014, van: http://www.samsam.net/tijdschriften/kinderrechten-in-nederland-7-8/ Samsam. (z.j.). Samsam: wat, waarom, waarover. Geraadpleegd op: 15 september 2014, van: http://docent.samsam.net/pagina/over-samsam/samsam-wat-waarom-waarover Sanoma. (2014). Bereik en oplage Tina. Geraadpleegd op: 21 september 2014, van: http://www.sanoma.nl/merken/bereik-oplage/tina/ Scholastic. (2013). Kids & Family Reading Report. Geraadpleegd op: 23 juni 2014,van: http://mediaroom.scholastic.com/files/kfrr2013-noappendix.pdf
Scriptie – Esther Grandiek
90
Schooltv. (2014). Magazine. Geraadpleegd op: 24 september 2014, van: http://www.schooltvmagazine.nl/Schooltvmagazine-2/ Schrever, R. (2013a). Kansen en visie. [strategie document]. Boekenwolk Schrever, R. (2013b). Presentatie Boekenwolk. [PowerPoint presentatie] Boekenwolk Schrever, R. [overleg]. 2 mei 2014a Schrever, R. (
[email protected], 23 november 2014b). Re: Verdienmodel Science&Vie Kids Magazine. (2014). Science&Vie Kids Magazine – L’iMag pour les 7 – 12 ans Geraadpleegd op: 28 augustus 2014, van: https://itunes.apple.com/fr/app/science-vie-kidsmagazine/id520852454?mt=8 Soest, van T. (13 februari 2014). Boeken-Spotify in de maak: 'Uitgevers staan te popelen'. Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2694/TechMedia/article/detail/3596273/2014/02/13/Boeken-Spotify-in-de-maak-Uitgevers-staan-tepopelen.dhtml Staalduinen, R. van. (25 juli 2014). Nieuw: online magazines maken met WordPress. Geraadpleegd op: 18 augustus 2014, van: http://www.frankwatching.com/archive/2014/07/25/nieuw-online-magazines-maken-metwordpress/ Steve Jobs School. (z.j.). sCoolSpace. Geraadpleegd op: 23 juli 2014, van: http://www.educationforanewera.com/nl#scool-space Stichting Lezen. (2010). Mijn leukste, spannendste, coolste, vetste… boek! Geraadpleegd op: 7 juli 2014, van: http://www.lezen.nl/sites/default/files/Mijn%20leukste,%20spannendste%20etc.pdf Stichting Reclame Code. (2009). Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC). Geraadpleegd op: 22 september 2014, van: https://www.reclamecode.nl/nrc/pagina.asp?paginaID=279%20&deel=2# StukTV. (z.j.). Over. Geraadpleegd op: 5 november 2014, van: https://www.youtube.com/user/StukTV/about Tellegen, S, L. Alink & P. Welp. (2002). De attractie van boek en computerspel. Geraadpleegd op: 23 juni 2014, van: http://www.lezen.nl/sites/default/files/De%20attractie%20van%20boek%20en%20computers pel.pdf
Scriptie – Esther Grandiek
91
Tijdschrift.nl. (2014a). Jeugd. Geraadpleegd op: 5 juli 2014, van: http://www.tijdschrift.nl/Jeugd Tijdschrift.nl. (2014b). Viva. Geraadpleegd op: 18 augustus 2014, van: http://www.tijdschrift.nl/abonnement/Vrouw/Viva Timbuktu Labs, Inc (z.j.). Timbuktu magazine. Geraadpleegd op: 28 augustus 2014, van:. https://itunes.apple.com/it/app/timbuktu-magazine-stories/id428469245?l=en&mt=8 Trends in Kids- en Jongerenmarketing. (2014a). Corine Van Impelen. Geraadpleegd op: 4 augustus 2014, van: http://www.kidsenjongeren.nl/congres/ Trends in Kids- en Jongerenmarketing. (2014b). Gezinsmarketing en de rol van het kind. Geraadpleegd op: 4 augustus 2014, van: http://www.kidsenjongeren.nl/congres/wpcontent/uploads/sites/3/2014/06/10.-Presentatie-Bas-Post-Center-Parcs.pdf Unique magazines. (z.j.). Sea Urchins magazine subscription. Geraadpleegd op: 28 augustus 2014, van: http://www.uniquemagazines.co.uk/magazine-subscriptions-349330/Subscribe-ToSea-Urchins-Magazine-Subscription Urlm. (2014a). Boekie-boekie.nl. Geraadpleegd op: 24 september 2014, van: http://urlm.nl/www.boekie-boekie.nl Urlm. (2014b). Jongejury.nl. Geraadpleegd op: 24 september 2014, van: http://urlm.nl/www.jongejury.nl Urlm. (2014c). Samsam.net. Geraadpleegd op: 24 september 2014, van: http://urlm.nl/www.samsam.net Urlm. (2014d). Tsjakka.nl Geraadpleegd op: 24 september 2014, van: http://urlm.nl/www.tsjakka.nl Urlm. (2014e). Brabant.nl Geraadpleegd op: 25 september 2014, van: http://urlm.nl/www.brabant.nl Urlm. (2014f). Boekenwolk.nl Geraadpleegd op: 26 september 2014, van: http://urlm.nl/www.boekenwolk.nl Vader, C. (30 januari 2013). Wat is een magazine? Geraadpleegd op: 18 augustus 2014, van: http://www.bladendokter.nl/wat-is-een-magazine/ Van Dale. (2014a). Digitale revolutie. Geraadpleegd op: 21 juli 2014, van: http://rps.hva.nl:2838/zoeken/zoeken.do
Scriptie – Esther Grandiek
92
Van Dale. (2014b).Magazine. Geraadpleegd op: 18 augustus 2014, van: http://rps.hva.nl:2820/zoeken/zoeken.do
Veldkamp Marktonderzoek. (2014). Familie Polder vraagt om nieuwe reclame. Geraadpleegd op: 4 augustus 2014, van: http://www.veldkamp.net/Familie-polder-vraagt-om-nieuwereclame.aspx Verboord, M. (2003). Moet de meester dalen of de leerling klimmen? De invloed van literatuuronderwijs en ouders op het lezen van boeken tussen 1975 en 2000. Utrecht: ICS. Verhoeven, N. (maart 2010). Wat is onderzoek?. Boom Lemma Uitgevers. VolgdeBaas. (z.j.). Over. Geraadpleegd op: 5 november 2014, van: https://www.youtube.com/user/VolgdeBaas/about Vuure, van R. (15 juli 2014). Wind mee. De Volkskrant. Bijlage, Bldndktr, column, p. 7. Walsum, van S. (26 maart 2014). ‘iPad-methode brengt als toverstok talent tot bloei’. De Volkskrant. Reportage, p 8. Wansink, H. (22 juli 2014). Laat de boekenprijs los. De Volkskrant. Opinie & Debat, p. 27. Webads. (z.j.). Tarieven. Geraadpleegd op: 22 september 2014, van: http://www.webads.nl/tarieven/ WNF Rangerclub. (z.j.). Proefexemplaar. Geraadpleegd op: 5 juli 2014, van: http://assets.wnf.nl/flash/rangerclub/tamtam/proefexemplaar.html?popup_width=920&popu p_height=750&status=0 Yoleo. (2014). Yoleo motiveert kinderen om wel te lezen! Geraadpleegd op: 22 juli 2014, van: https://www.yoleo.nl/ Zoleukislezen.nl. (z.j.). Leesbevordering met de Leesclub. Geraadpleegd op: 22 juli 2014, van: http://www.zoleukislezen.nl/Iedereen-aan-het-vrij-lezen/Leesbevordering-3/Software-DeLeesclub.htm Queromedia. (22 februari 2013). Tips en tricks voor bedrijfsfilmpjes op YouTube. Geraadpleegd op: 10 oktober 2014, van: http://www.queromedia.be/big-content-small-fish/youtube-2/tipsen-tricks-voor-bedrijfsfilmpjes-op-youtube-25007/
Scriptie – Esther Grandiek
93
Bijlage I: Plan van aanpak Inhoud plan van aanpak afstudeeropdracht Media, Informatie en Communicatie Student Naam student: Esther Grandiek Studentnummer: 500617644
Profiel: RMP Groep: R407A
E-mailadres:
[email protected] Telefoonnummer: 0645723264 Paraaf voor akkoord student: Esther Grandiek Datum: 18 maart 2014 Naam eerste begeleider: Eelco Brancart Naam tweede begeleider: Paraaf voor akkoord docent-begeleider en tweede docent: Datum:
Paraaf voor akkoord afstudeercommissie: Datum: Gegevens opdrachtgever: Bedrijf: Het RedactiePakhuis Naam begeleider vanuit het bedrijf: Rikky Schrever Functie: Eigenaar Probleemsituatie: De online diensten waarmee je onbeperkt kunt lezen zijn in opkomst. De grootste uitgeverijen van Nederland zijn bezig om een soort ‘Boeken-spotify’ voor digitale boeken te ontwikkelen. Uit cijfers van de stichting CPNB blijkt dat het aantal verkochte papieren boeken flink gedaald is, in 2013 zijn er 39,3 miljoen boeken verkocht, dat is tien procent minder dan in 2012. Daarnaast willen de uitgeverijen het illegaal downloaden van e-boeken tegengaan. Slechts tien procent van de boeken op Nederlandse e-readers is betaald (Volkskrant.nl, 2014). Voor kinderen van 0 tot 14 jaar is er de online bibliotheek Boekenwolk. Ook wel de Spotify voor kinderenboeken genoemd. Het is een online platform(website) met digitale kinderboeken en is alleen volledig toegankelijk voor abonnees. De niet-abonnees kunnen de website bezoeken en zij kunnen de eerste pagina’s van een boek lezen. De boeken zijn te lezen op een tablet of iPad. Boekenwolk staat voor veiligheid, plezier in lezen en gemak. In de bibliotheek zijn ongeveer 450 boeken te vinden. De online bibliotheek is kindvriendelijk en stimuleert zelfstandig gebruik (Boekenwolk presentatie, 2013).
Scriptie – Esther Grandiek
94
Rikky Schrever heeft Boekenwolk bedacht en is de eigenaar van Het RedactiePakhuis. In Het RedactiePakhuis wordt gewerkt aan tekst- en beeldredactie van kinderboeken, kindertijdschriften en andere jeugduitgaven. Boekenwolk bestaat sinds februari 2013 en er zijn in een jaar 500 abonnees geweest. Schrever (2014) heeft het streven om minimaal 1800 abonnees te krijgen, zodat er winst kan worden gemaakt. Om die abonnees te krijgen moet er nog veel gebeuren daarom wil Schrever een online magazine ontwikkelen om de kinderen te bereiken. Het online magazine moet toegankelijk zijn voor abonnees en niet-abonnees. De niet-abonnees maken kennis met de merknaam van Boekenwolk, lezen wat het precies is en ontdekken hoe leuk het is om online te lezen. Het doel van het online magazine is om kinderen in aanraking te laten komen met digitaal lezen. De doelgroep van Boekenwolk zijn kinderen van 0 tot 14 jaar, voor het online magazine wil Schrever (2014) zich graag richten op basisschoolkinderen van 9 tot 13 jaar. Hierbij gaat het om groep 6,7 en 8 van de basisschool. Het magazine kan een promotiemiddel zijn om kinderen in aanraking te laten komen met Boekenwolk, zodat de ouders een abonnement afsluiten. Het online magazine moet meer zijn dan alleen een paar PDF’s, bijvoorbeeld door een link of video toe te voegen. Het lezen staat centraal. Het online magazine moet toegankelijk zijn en goed leesbaar zijn op tablets en Ipads, de tool moet voor Schrever amper kosten met zich mee brengen. Een goed voorbeeld van een online magazine voor kinderen is Tsjakka!, het bevat filmpjes, linkjes en prijsvragen. Het tijdschrift is voor kinderen van 8 tot 14 jaar (Tsjakka.nl, 2014). Voor de marketing van Boekenwolk zijn de ouders de doelgroep omdat zij het abonnement betalen voor hun kinderen. Specifieker de marketing richt zich op ouders met een hogere opleiding en tweeverdieners. Het zijn betrokken ouders en zij willen de taalontwikkeling van hun kind stimuleren. De ouders moeten voor Boekenwolk in het bezit zijn van een tablet (Boekenwolk presentatie, 2013). In Nederland gebruiken 5,6 miljoen Nederlanders een tablet, dat is 44 procent van de Nederlandse internetters, dit blijkt uit onderzoek van GfK (Emerce.nl, 2013). De communicatie van Boekenwolk richt zich voornamelijk op de ouders, door middel van een nieuwsbrief en sociale media. Vooral de ouders vinden Boekenwolk door de sociale media. De kinderen weten nog niet Boekenwolk te vinden. Onder kinderen was Hyves jarenlang binnen de sociale media populair, één op de vier kinderen kon in 2012 niet zonder Hyves. YouTube, Whatsapp en Facebook zijn sociale media die nu populair zijn onder kinderen. Instagram, Twitter en Snapchat worden ook veel gebruikt (Jeugdjournaal, 2013). Volgens Schrever (2014) is door het wegvallen van Hyves de doelgroep moeilijker te bereiken. Het online magazine zou een uitkomst kunnen zijn. Kinderen maken gebruik van digitale media, via digitale media maken kinderen contact met anderen, spelen kinderen spelletjes, bekijken zij filmpjes of verhaaltjes en zoeken online informatie (Stichting Mijn Kind Online, 2013). Op het internet is er veel aanbod aan activiteiten voor kinderen. Voor het online lezen van kinderboeken zijn er verschillende apps op de Ipad, tablet en via de bibliotheek zijn er online boeken te lezen. Ook in de iBookstore van Apple zijn
Scriptie – Esther Grandiek
95
kinderboeken te vinden (Tabletportaal.nl, z.j.). Er is voor Boekenwolk online, veel concurrentie. De digitale revolutie is in volle gang (Frankwachting.com, 2012). Uit het onderzoek ‘Iene Miene Media 2013’ van Mijn Kind Online blijkt dat kinderen vanaf de geboorte al in aanraking komen met tablets, smartphones en computers. Een op de drie eenjarige kinderen speelt geregeld of vaak op een tablet. Kinderen groeien dus op met tablets en internet. Kinderen lezen naast print ook van een scherm (Mijn Kind Online, 2013). De mogelijkheden van deze nieuwe technologie zijn ongekend. Boekenwolk volgt deze trend, door boeken op hun website aan te bieden, die vanaf het scherm te lezen zijn. Om meer abonnees te krijgen kan een online magazine is hier een middel voor zijn. Door onderzoek te doen naar de behoeftes van kinderen voor een online magazine, kan het communiceren met de doelgroep makkelijker worden.
Probleemstelling Waaraan moet een online magazine voor kinderen van 9 tot 13 jaar voldoen voor de online bibliotheek Boekenwolk? Doelstelling Inzicht krijgen in de redactionele formule van een online magazine voor kinderen van 9 tot 13 jaar en dit visualiseren door middel van een dummy.
Deelvragen 1. Interne analyse Boekenwolk Waar staat Boekenwolk voor? Wie is de opdrachtgever? Welke diensten biedt Boekenwolk? Hoe komt Boekenwolk aan inkomsten? Hoe ziet de website van Boekenwolk eruit? o Inhoud/content o Stijl o Usability Hoe werkt Boekenwolk? Waarom wil de opdrachtgever een online magazine? Wat zijn de wensen van de opdrachtgever? 2. Doelgroepanalyse Hoe groot is de doelgroep? Hoe ziet de doelgroep eruit? Wat zijn de interesses van de doelgroep? Wat is het sociale mediagebruik van de doelgroep? Hoeveel kinderen en gezinnen maken gebruik van een tablet? Welke websites of apps gebruiken ze?
Scriptie – Esther Grandiek
96
Hoe verzamelen ze informatie over online lezen? Hoe ontstaat effectieve communicatie naar de ouders? Welke apps of website gebruiken zij al voor online lezen? Leest de doelgroep online magazines? Zo ja, welke? 3. Trends Wat is online lezen? Welke online streaming/diensten bestaan er al voor kinderen? Hoe gaat het onderwijs om met tablets? Wat zijn de voor- en nadelen van online lezen? Welke trends zijn er op het gebied van communicatie voor de ouders en de kinderen? 4. Online magazines Wat is een online magazine? Welke trends zijn er op het gebied van online magazines? Welke online magazines zijn er voor kinderen? Welke tools zijn er voor een online magazine? Welke onderdelen moet het magazine bevatten? o Inhoud/content o Stijl o Usability o Audio/video 5. Verdienmodellen Welke verdienmodellen zijn er voor een online magazine? Hoeveel tijd en geld kost het schrijven van de artikelen? Hoeveel geld en tijd kost de vormgeving? 6. Concurrentie/Best Practices Wat is de concurrentie van het online magazine? (direct/indirect) Zijn er in het buitenland soortgelijke concepten? Wat kan er overgenomen worden van andere succesvolle concepten?
Verantwoording methode onderzoek In dit onderzoek zullen verschillende methodes worden gebruikt om erachter te komen waaraan een redactionele formule voor kinderen van 9 tot 13 jaar moet voldoen. In dit hoofdstuk wordt omschreven welke methodes er gebruikt zullen worden en hoe deze methodes worden toegepast. Deskresearch Door middel van deskresearch wil ik een beeld geven van de online bibliotheek Boekenwolk. Er wordt uitgelegd hoe Boekenwolk werkt en wat de wensen zijn van de opdrachtgever voor het online magazine.
Scriptie – Esther Grandiek
97
Met het doelgroeponderzoek wil ik onderzoeken hoe groot de doelgroep is, wat de interesses zijn van de doelgroep of ze gebruik maken van een tablet en of ze al bekend zijn met online lezen en of zij online magazines kennen. De belangrijkste bronnen die ik hiervoor wil gaan gebruiken zijn Mijn Kind Online, Cbs.nl, Frankwatching.nl en online gepubliceerde onderzoeken over online lezen onder kinderen. De trends onder online lezen, streaming diensten en het tabletgebruik komen ook aan de orde. Door de opkomst van de technologie lezen kinderen naast print ook van een scherm (Mijn Kind Online, 2013). Voor het omschrijven van deze trend gebruik ik de onderzoeken die gedaan zijn door Mijn Kind Online en Scholastic. De voor- en nadelen van online lezen worden ook meegenomen. Streaming diensten zoals Spotify en Netflix zijn populair. Voor het onderzoeken van de trends van de streaming diensten inventariseer ik welke streaming diensten er zijn voor kinderen. Volgens de themasite ‘Laptops en tablets’ van Kennisnet wordt er op basisscholen steeds meer gebruik gemaakt van tablets. Deze themasite zal ik ook voor mijn onderzoek benutten. Omdat Boekenwolk zich met de marketing richt op de ouders, is het verstandig om te onderzoeken hoe de communicatie naar de ouders effectief kan verlopen. Ook zal ik trends onderzoeken over online magazines. Via Issuu en via Joomag kunnen verschillende online magazines bekeken worden. Ook wordt er gekeken welke verdienmodellen er zijn voor een online magazine. Voor de concurrentieanalyse wordt gebruik gemaakt van een checklist waaraan een online magazine moet voldoen. Op verschillende punten worden de online magazines uit het buitenen binnenland beoordeeld. De resultaten van de deskresearch vormen de basis voor de interviews en de panelgesprekken met de doelgroep. Na de resultaten van de deskresearch, interviews en panelgesprekken wordt er als laatste een prototyping test gedaan. Tijdens de prototyping test wordt de dummy van het online magazine voorgelegd aan de doelgroep. Methode 1: Interviews De ouders en de media-experts worden geïnterviewd over welke onderwerpen er belangrijk zijn voor een online magazine. De interviews worden opgenomen. In totaal worden vier interviews gehouden. De interviews worden gehouden met één moeder, één vader en twee media-experts. De vier kandidaten kennen elkaar niet, dit is om de uitkomsten van het onderzoek betrouwbaar te houden. De media-experts die ik wil interviewen zijn een medewerker van het online magazine Tsjakka en Eline Kwantes van Dromenkroon. De respondenten vind ik door persoonlijke contacten en via Boekenwolk. De interviews vinden plaats op een plek naar wens voor de respondent. De onderwerpen die aan bod komen zijn:
Welke onderwerpen zijn belangrijk in een online magazine? Welke online magazines zijn populair?
Scriptie – Esther Grandiek
98
Leest u kind online? Hoe vaak denkt u dat uw kind het online magazine zal lezen?
Een voordeel van een face-to-face interview is dat er meer tijd is om op onderwerpen in te gaan dan via de telefoon of e-mail (Verhoeven, N). Een nadeel is dat een interview veel tijd kost. Het uitwerken van een interview kan zes keer zo lang duren dan het interview zelf (Verhoeven, N). Methode 2: Panelgesprek Na de interviews en de deskresearch ga ik twee panelgesprekken houden. Volgens Krueger (1988) is een panelgesprek, een geplande discussie om meningen te verkrijgen over een bepaald onderwerp. Daarnaast draagt volgens Krueger (1988) de grootte van de groep bij aan het succes van een gesprek. De groep moet klein genoeg zijn om van iedereen de mening te horen en de groep moet ook groot genoeg zijn om er verschillende ideeën uit te halen (Peek & Forthergill). Een panelgesprek is een belangrijke bron van informatie want hieruit wordt duidelijk wat een doelgroep in het online magazine wil lezen en zien. Van de panelgesprekken wordt een uitgebreid verslag geschreven en van de panelgesprekken wordt een geluidsopname gemaakt. Na de evaluatie kunnen de opmerkingen van de kinderen worden verwerkt in de prototyping test. De volgende vragen worden aan de kinderen gesteld tijdens het panelgesprek:
Verschillende online magazine voorleggen. Waarom is het leuk of niet leuk? Komt het door de kleur of de inhoud? De kinderen vragen zelf een spread te laten knutselen. Lezen jullie boeken? Lezen jullie boeken online? Hebben jullie een tablet? Zo ja, welke? Wat doen jullie allemaal op de tablet? Lezen jullie wel eens online magazines? Wat vinden jullie belangrijk in een online magazine? Wat is jullie lievelingstijdschrift en waarom? Wat verwachten jullie bij een online magazine voor Boekenwolk? Wat voor kleuren vinden jullie mooi? Is het leuker om elke keer een ander thema te doen? Kennen jullie Boekenwolk? Wat voor boeken lees je op Boekenwolk en wat vind je daar leuk aan? Wat vinden jullie mooi aan Boekenwolk? En wat vind je niet mooi?
De kinderen mogen zelf een spread van een tijdschrift maken met knutselspullen. Door de kinderen spelenderwijs een pagina van een online magazine te laten bedenken krijg je een goed beeld van wat de doelgroep wil. Op tafel liggen allerlei tijdschriften en de kinderen mogen alles gebruiken om hun eigen bladzijdes uit een online magazine te maken. Een voorbeeld om zo’n onderzoek uit te voeren is het boek ‘Bedenk-je-eigen-kinderwebsite: doeboek’ van het onderzoeksbedrijf Dromenkroon van Eline Kwantes en Kristen Wiltke. Het panelgesprek wordt met zes tot acht kinderen uitgevoerd. Er is bewust gekozen voor zes
Scriptie – Esther Grandiek
99
kinderen zodat ik overzicht houdt, iedereen aan het woord laat en er geen chaos ontstaat (Peek & Forthergill). De respondenten worden door ‘researcher-drivenrecruitment’ bij elkaar gebracht (Peek & Forthergill). Hierbij ben ik zelf verantwoordelijk voor het zoeken van kandidaten. Ik zal contact opnemen met basisscholen om aan leerkrachten en ouders te vragen of hun kind mee wil en mag doen aan het onderzoek. Bij de samenstelling van de groep wordt rekening gehouden met dat de kinderen geen vrienden van elkaar zijn zodat ze niet soortgelijke antwoorden geven (Agar en Macdonald). De onderzoeker moet er opletten dat de kinderen van elkaar verschillen en elkaar niet kennen (Peek & Forthergill). Er worden zes kinderen gevraagd. Van groep 6, 7 en 8 per groep twee kinderen, een jongen en een meisje. Door de diversiteit van de duo’s neemt de betrouwbaarheid toe en zijn zowel jongens als meisjes vertegenwoordigd. De voordelen van panelgesprek zijn dat er snel verschillende ideeën loskomen, de respondenten met elkaar kunnen discussiëren en de kans is groot dat de kinderen openhartig antwoorden. Daarnaast is er de mogelijkheid om voorbeelden te tonen (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.). De nadelen van een panelgesprek zijn dat er een beperkt aantal deelnemers is. Er kunnen geen conclusies worden getrokken voor de hele doelgroep en de respondenten kunnen elkaar beïnvloeden. Kinderen nemen ideeën van elkaar over en kunnen met soortgelijke antwoorden komen (Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.). Methode 3: Usability test Er wordt een prototyping test gedaan, een vorm van usability testing. Hierbij worden meerdere representatieve gebruikers gevraagd om taken uit te voeren op een online versie van het magazine. De onderzoeker vraagt bijvoorbeeld om een artikel of filmpje op te zoeken, terwijl de testers nog niet weten hoe het online magazine behoort te werken (Paperprototyping.com). Op een scherm zien zij een vormgegeven versie van het online magazine. Er wordt de kinderen gevraagd iets op te zoeken binnen het online magazine waardoor wordt onderzocht of de gebruikers begrijpen hoe het online magazine navigeert. Naar aanleiding van hun reacties worden de navigatie en artikelen aangepast. Er wordt één test met vijf kinderen in de leeftijd van 9 tot 13 jaar gedaan. De voordelen van prototyping zijn dat de onderzoeker snel reacties krijgt op de bruikbaarheid van de navigatie en de herkenbaarheid van de rubrieken. Voor de test is een kleine groep voldoende om te kunnen zien wat er fout is aan de inhoud en navigatie van het online magazine (Paperprototyping.com).
Concept hoofdstukindeling
Scriptie – Esther Grandiek
Titelblad Voorwoord Management samenvatting Management review Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Probleemstelling 1.3 Doelstelling 1.4 Opbouw van rapport 2 Methoden en technieken (In dit hoofdstuk beschrijf ik de onderzoeksmethodes) 2.1 Onderzoeksmotivatie 2.2 Interviews 2.3 Panelgesprek 2.4 Usability test 3 Interne analyse Boekenwolk (Het product Boekenwolk en de wensen van de opdrachtgever worden uitgelegd) 3.1 Omschrijving Boekenwolk 3.2 Diensten Boekenwolk 3.3 Motieven online magazine 3.4 Wensen opdrachtgever 4 Doelgroepanalyse (De doelgroep wordt omschreven, van aantal tot online gedrag) 4.1 Aantal 4.2 Interesses doelgroep 4.3 Social mediagebruik doelgroep 4.4 Tabletgebruik doelgroep 4.5 Online gedrag doelgroep 4.6 Communicatie ouders 4.7 Onderwerpen online magazine 5 Trends (De trends over online lezen en tabletgebruik worden omschreven) 5.1 Online lezen 5.2 Streaming diensten voor kinderen 5.3 Onderwijs en de tablet 5.4 Voor- en nadelen online lezen 5.5 Trends communicatie tussen ouders en kinderen
100
Scriptie – Esther Grandiek
101
6 Online magazines 6.1 Online magazines 6.2 Trends online magazines 6.3 Online magazine voor kinderen 6.4 Tools voor online magazines 6.5 Onderdelen voor het online magazine 7 Verdienmodellen 7.1 Verdienmodellen online magazines 7.2 Tijd en geld 8 Concurrentie/Best Practices 8.1 Concurrentie online magazine (direct/indirect) 8.2 Succesvolle concepten in het buitenland 8.3 Best practices 9 Resultaten interviews en panelgesprekken (In dit hoofdstuk beschrijf ik de resultaten van de interviews en panelgesprekken) 10 Conclusie (In dit hoofdstuk trek ik van de conclusies van het gehele onderzoek en geef ik een toelichting op het prototype van de usability test) 11 Resultaten usability test (Aanpassingen voor het beroepsproduct) 12 Beroepsproduct (Een voorbeeld van de dummy) 13 Evaluatie (Evalueren hoe het onderzoek is gegaan) Literatuurlijst
Advies / eindproduct Naar aanleiding van mijn onderzoek ga ik advies uitbrengen door middel van een dummy van het online magazine. De opdrachtgever Rikky Schrever van Boekenwolk, heeft hiermee een beeldende conclusie van de wensen van de doelgroep over het online magazine.
Tijdsplanning Datum
Onderdeel
Locatie
Eerste afspraak begeleider
MIC gebouw
Februari 10 februari
Scriptie – Esther Grandiek
3e week
102
Groepsbijeenkomst afstudeerbegeleiding
MIC gebouw
Groepsbijeenkomst afstudeerbegeleiding
MIC gebouw
Maart 14 maart
03B09 14 maart
Deskresearch
18 maart
Inleveren plan van aanpak + cijferlijst
24 maart
Groepsbijeenkomst afstudeerbegeleiding
MIC gebouw 06A18 MIC gebouw 01A12
April Vanaf 7 april
Interviews
Vanaf 14 april
Panelgesprekken
20 april
Uitwerken interviews en panelgesprekken
Mei 5 mei
Prototyping test
12 mei
Uitwerken prototyping
Vanaf 19 mei
Scriptie redigeren
Juni 3 juni
Inleveren scriptie
16 – 24 juni
Examengesprekken
30 juni
Afstuderen
Afspraken over de begeleiding School: -
Met vier andere studenten doe ik mee aan een pilot en zijn er verschillende groepsmomenten. Bij vragen, mailen met Eelco Brancart.
Boekenwolk: -
Twee dagen per week werk ik thuis voor Rikky Schrever (de opdrachtgever). Drie dagen per week werk ik thuis aan mijn onderzoek.
Bronnen Allesovermarktonderzoek.nl (z.j.) Groepsdiscussie. Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/onderzoeksmethoden/groepsdiscussie Appnootmuis.nl (2011). App Noot Muis. Peuters en kleuters op het internet. Geraadpleegd op: 23 februari 2014, van: http://www.appnootmuis.nl/wp-content/uploads/App-Noot-Muis-MKOPDF.pdf Bil, P. de. (2007). Praktijkgerichte ontwikkelingspsychologie. HNB|Nelissen
Scriptie – Esther Grandiek
103
Blad-online. (z.j.). Contact. Geraadpleegd op: 4 februari 2014, van: http://www.bladonline.nl/04/contact.php BlueBerry. (2014). Het product. Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://www.onlinemagazine.nl/nl/het_platform.html Boekenwolk. (z.j.). Start. Geraadpleegd op: 24 februari 2014, van: http://www.boekenwolk.nl/Default.aspx Boekie Boekie. (2013). Boekieboekie nummer 92. Geraadpleegd op: 9 maart 2014, van: http://www.boekie-boekie.nl/alleenopdewereld/flipbook/tijdschrift.php#cover CBS StatLine. (2014). Zoeken op thema. Geraadpleegd op: 6 februari 2014, van: http://statline.cbs.nl/StatWeb/?LA=nl de Bibliotheek. (2014). Apps bij kinderboeken. Geraadpleegd op: 2 maart 2014, van: http://www.bibliotheekassen.nl/ouders/apps-bij-kinderboeken de Bibliotheek. (z.j). Online lezen via streaming e-books. Geraadpleegd op: 2 maart 2014, van: https://www.bibliotheek.nl/pagina/20315.online-lezen-via-streaming-e-books.html Dromenkroon. (z.j.). Dromenkroon. Geraadpleegd op: 8 maart 2014, van: http://dromenkroon.nl/ DutchGiraffe. (z.j.). Ons werk. Geraadpleegd op: 1 maart 2014, van: http://www.dutchgiraffe.com/werk/?gclid=CMG6gf6C9rwCFekBwwoddncAmw Emerce.nl (20 juni 2013). GfK: Half Nederland heeft een tablet. Geraadpleegd op: 23 februari, van: http://www.emerce.nl/nieuws/gfk-helft-nederland-heeft-tablet Emerce.nl (22 januari 2014). Naar de digitale revolutie. Geraadpleegd op: 9 maart 2014, van: http://www.emerce.nl/wire/digitale-revolutie Entoenentoen. (z.j.). Het voorleesmagazine voor kinderen. Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://www.entoenentoen.nl/ eReaders.nl. (15 janauri 2013). Kinderen ontdekken digitaal lezen. Geraadpleegd op: 25 februari 2014, van: http://www.ereaders.nl/15011301_kinderen_ontdekken_digitaal_lezen?search_string=Scholas tic&search_category_id=1 Frankwachting.com (25 februari 2014). Online magazines verdienen een podiumplaats binnen je online communicatie. Geraadpleegd op: 2 maart 2014, van: http://www.frankwatching.com/archive/2014/02/25/online-magazines-verdienen-eenpodiumplaats-binnen-je-online-communicatie/
Scriptie – Esther Grandiek
104
Frankwachting.com. (2012). Online magazines: 7 belangrijke do’s en don’ts. Geraadpleegd op: 23 februari 2014, van: http://www.frankwatching.com/archive/2012/11/19/online-magazines7-belangrijke-dos-en-donts/ Frankwatching.com (30 augustus 2012). Wat betekent de digitale revolutie voor media?. Geraadpleegd op: 21 februari 2014, van: http://www.frankwatching.com/archive/2012/08/30/de-professionele-media-in-de-21e-eeuw/ Frankwatching.com (9 mei 2012). Webkinderen: relevant onderwijs in tijden van Wikipedia & Google. Geraadpleegd op: 1 maart 2014, van: http://www.frankwatching.com/archive/2012/05/09/webkinderen-relevant-onderwijs-intijden-van-wikpedia-google/ Haan, J. de en Pijpers, R. (2010). Contact! Kinderen en nieuwe media. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Heeswijk, E. van (2012). Mediastorm. Boom Lemma uitgevers. Hogeschool van Amsterdam. (2013). MIC schrijfgids. [Handleiding]. Info.boekenwolk.nl. (z.j.). Wat kost een abonnement?. Geraadpleegd op: 21 februari 2014, van: http://www.info.boekenwolk.nl./abonnement/ Instant magazine. (2014). Instant Magazine: Maak zelf online magazines. Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://www.instantmagazine.com/online-magazine-maken/ Jeugdjournaal.nl (31 oktober 2013). Hyves stopt als vriendensite. Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://jeugdjournaal.nl/item/569261-hyves-stopt-als-vriendensite.html Joomag.com (z.j.). Joomag. Geraadpleegd op: 2 maart 2014, van: http://www.joomag.com/ Juf Jannie. (z.j.). Android apps. Geraadpleegd op: 5 maart 2014, van: http://www.jufjannie.nl/onderwijs-app-reviews/android/ Kennisnet.nl (2013). 86 creatieve apps en websites. Geraadpleegd op: 6 maart 2014, van: http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/Dossier_mediawijsheid/Publ icaties/86_creatieve_apps_en_sites.pdf Kennisnet.nl (z.j.). Laptops & Tablets. Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://www.kennisnet.nl/themas/laptops-tablets/ Kwantes, E & K. Witke. (2012). Bedenk-je-eigen-kinderwebsite: doeboek. Amsterdam: Dromenkroon.
Scriptie – Esther Grandiek
105
Leesmevoor.nl. (z.j.). Maak van voorlezen een belevenis. Geraadpleegd op: 1 maart 2014, van: http://www.leesmevoor.nl/ Magstream. (z.j.). Producten. Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://www.magstream.com/products/#interactive-magazines Marketingfacts. (12 april 2013). Nederlandse peuters verslingerd aan de tablet en smartphone. Geraadpleegd op: 1 maart 2014, van: http://www.marketingfacts.nl/berichten/nederlandsepeuters-totaal-verslingerd-aan-de-tablets-en-smartphone MCP. (z.j.). Tsjakka!. Geraadpleegd op: 5 maart 2014, van: http://www.mcp.nl/portfolio/10/29/tsjakka MediaLAB Amsterdam. (12 april 2012). The Future of Publishing: paper prototype user testing. [Video] Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://www.youtube.com/watch?v=87X08CVMe0Q Mediawijzer.net (2013). Laat kinderen vaker lezen op een tablet. Geraadpleegd op: 12 februari 2014, van: http://www.mediawijzer.net/laat-kinderen-vaker-lezen-op-een-tablet/ Mijn Kind Online. (2013). Iene Miene Media 2013. Geraadpleegd op: 12 januari 2014, van: http://mijnkindonline.nl/sites/default/files/uploads/Iene%20Miene%20Media%202013%20def %20met%20DROv3%20DEF%20june%20SMALL%20v8.pdf Mijn Kind Online. (2013). Tablets voor kinderen. Geraadpleegd op: 21 februari 2014, van: http://mijnkindonline.nl/artikelen/tablets-voor-kinderen Nederlands Jeugd instituut. (z.j.). Kennis over jeugd en opvoeding. Geraadpleegd op: 25 februari 2014, van: http://www.nji.nl/ nrc.nl. (24 september 2013). All you can read voor een tientje - eLinea wil Spotify voor journalistiek zijn. Geraadpleegd op: 1 maart 2014, van: http://www.nrc.nl/nieuws/2013/09/24/all-you-can-read-voor-een-tientje-elinea-wil-despotify-voor-journalistiek-zijn/ Online Publisher. (z.j.). Hoe we werken. Geraadpleegd op: 2 maart 2014, van: http://www.onlinepublisher.nl/hoe-we-werken/ Paperprototyping. (2003). What is paperprototyping? Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://paperprototyping.com/what.html Peek & Fothergill. (2009). Using focus groups: lessons from studying daycare centers, 9/11, and Hurricane Katrina. P. 31-59. Push2Tablet. (z.j.). Online platform for tablet publishing. Geraadpleegd op: 1 maart 2014, van:
Scriptie – Esther Grandiek
106
http://www.push2tablet.com/index.html Scholastic. (2013). Kids & Family Reading Report 4th Edition. Geraadpleegd op: 12 februari 2014, van: http://mediaroom.scholastic.com/files/kfrr2013-noappendix.pdf Schrever, R. (2013). Presentatie Boekenwolk. [PowerPoint presentatie] Schrever, R. [Overleg online magazine]. 7 maart 2013. SPOT. (december 2013). Trends in Digitale Media 2013 Onderzoek van Gfk in samenwerking met Cebuco, PMA, SPOT, RAB en KVB. Geraadpleegd op: 12 februari, van: http://spot.nl/docs/default-source/persberichten-spot/001-tidm-2013-tvspot-samenvatting.pdf?sfvrsn=2 Tabletportaal.nl. (z.j.). ebooks. Geraadpleegd op: 2 maart 2014, van: http://www.tabletportaal.nl/schoolborden/catalogus.html?vakgebied=ebooks Thuisinonderwijs.nl. Tag: "android". Geraadpleegd op: 28 februari 2014, van: http://www.thuisinonderwijs.nl/tag/android/ Trends in Kids- & Jongerenmarketing. (2012). New Insight: The Developing brain in relation to media 4-12 years. Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://www.kidsenjongeren.nl/wpcontent/uploads/2012/10/Presentatie-Jacqueline-Harding.pdf Trends in Kids- & Jongerenmarketing. (2013). Ofcom-onderzoek toont mediatrends: kinderen verruilen smartphones voor tablets. Geraadpleegd op: 5 maart 2014, van: http://www.kidsenjongeren.nl/media/ofcom-media-use-and-attitudes-2013/ Trends in Kids- & Jongerenmarketing. (2014). Advertising to Children and Teens: Current Practices. Geraadpleegd op: 5 maart 2014, van: http://www.kidsenjongeren.nl/wpcontent/uploads/2014/02/csm-advertising.pdf Trends in Kids- & Jongerenmarketing. (z.j.). Facts. Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://www.kidsenjongeren.nl/facts/ Tsjakka.nl. (2013). Tsjakka!. Geraadpleegd op: 5 maart 2014, van: http://www.tsjakka.nl/nl/app/home/home.htm Van Vuure, R. (2008). Het lingerie denken. Amsterdam: Ambo VerhaaltjesApp. (z.j.). Voorlezen met de Verhaaltjesapp. Geraadpleegd op: 2 maart 2014, van: http://www.verhaaltjesapp.nl/ Verhoeven, N. (maart 2010). Wat is onderzoek?. Boom Lemma Uitgevers.
Scriptie – Esther Grandiek
Volkskrant.nl. (13 februari 2014). Boeken-Spotify in de maak: 'Uitgevers staan te popelen'. Geraadpleegd op: 3 maart 2014, van: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2694/TechMedia/article/detail/3596273/2014/02/13/Boeken-Spotify-in-de-maak-Uitgevers-staan-tepopelen.dhtml Zilt Magazine. (maart 2014). Zilt magazine. Geraadpleegd op: 1 maart 2014, van: http://kiosk.ziltmagazine.nl/flash/zilt95/ Zwijsen. (z.j.). Leesleeuw. Geraadpleegd op: 2 maart 2014, van: http://www.zwijsen.nl/Webwinkel/Home/Apps-kinderen/Boekenabonnement/Leesleeuwapp.htm
107
Scriptie – Esther Grandiek
108
Scriptie – Esther Grandiek
Bijlage II: Goedkeuring plan van aanpak
109
Scriptie – Esther Grandiek
110
Scriptie – Esther Grandiek
111
Bijlage III: Interviewvragen ouders Wat?
Interview met een ouder van een kind in groep zes, zeven of acht.
Waar?
Op gewenste locatie voor de ouder.
Tijdsduur
+/- 1 uur.
Inleidend gesprek
Wie ben ik Waarom ben ik hier Uitleg online magazine
Doelgroep
Kinderen tussen de negen en dertien jaar uit groep zes, zeven en acht van de basisschool. De kinderen zijn geïnteresseerd in lezen.
Doel van het online magazine
Jongens en meiden enthousiast maken om digitale boeken te gaan lezen. Hierdoor kunnen zij ervaren dat boeken lezen leuk is en een plezierige tijdsbesteding biedt.
Doel van het interview
Vooral om duidelijkheid te krijgen welke onderwerpen de ouders belangrijk vinden in een online magazine. Daarnaast om te onderzoeken of het kind gebruik maakt van een tablet.
Onderwerp
Vragen
Gegevens ouders
Wat is uw naam? In welke groep zit uw kind?
(Online) lezen en tabletgebruik
Leest uw kind online? Leest uw kind wel eens online boeken? Maakt uw kind gebruik van een tablet? Wat doet uw kind op een tablet? Vindt u het een goede ontwikkeling dat kinderen digitaal lezen?
Communicatie
Stel er wordt een online magazine voor lezen gelanceerd: Hoe wilt u benadert worden? Wat voor soort medium vind u fijn? Folder of website? Via welk communicatiekanaal? School? Hoe denkt u dat we uw kind het beste kunnen bereiken?
Vormgeving
Hoe denkt u dat een online magazine over lezen voor kinderen eruit moet komen te zien? Juist foto’s, tekst en filmpjes?
Scriptie – Esther Grandiek
112
Welke kleuren? En waarom? Wanneer gaat uw kind een online magazine lezen? Onderwerpen
Welke onderwerpen vindt u belangrijk in een online magazine voor uw kind? Spelletjes, educatie of vermaak?
Taalgebruik
Hoe denkt u dat uw kind moet worden aangesproken in het online magazine? Woorden zoals superleuk, vet gaaf of cool? Moet er ook gebruik worden gemaakt van Engelse woorden?
Voorbeeld van dummy
Eerste versie van de dummy laten zien Wat je vindt u hiervan? Denkt u dat uw kind het zal lezen? Welke onderwerpen mist u?
Afsluiten
Heeft u nog vragen? Wilt u nog dingen aanvullen? Uitleggen dat er een online magazine komt. Respondent bedanken Voor vragen mailen kunt u mij altijd mailen (
[email protected]).
Scriptie – Esther Grandiek
113
Bijlage IV: Interviewvragen media-expert digitale media Wat?
Interview met media-expert over digitale media voor kinderen
Waar?
Kantoor IJSfontein in Amsterdam
Wie?
Marieke Roël, marketingcommunicatie manager bij IJsfontein
Tijdsduur
+/- 1 uur.
Inleidend gesprek
Wie ben ik Waarom ben ik hier
Uitleg online magazine
Het online magazine voor Boekenwolk komt twee keer per jaar uit. Het verrijken van het online magazine met multimediale toepassingen gaat op basis van een PDF. Het magazine bestaat uit 16 tot 20 pagina’s. De kinderen lezen het online magazine op een tablet. (Plank meenemen + stukje redactionele formule) Het online magazine voor Boekenwolk moet interactief zijn en filmpjes, spelletjes, strips, weetjes en prijsvragen bevatten.
Doelgroep
Kinderen tussen de negen en dertien jaar uit groep zes, zeven en acht van de basisschool. De kinderen zijn geïnteresseerd in lezen.
Doel van het online magazine
Jongens en meiden enthousiast maken om digitale boeken te gaan lezen. Hierdoor kunnen zij ervaren dat boeken lezen leuk is en een plezierige tijdsbesteding biedt.
Doel van het interview
Inzicht krijgen in hoe een online magazine eruit moet zien en hoe de kinderen te bereiken. Best practices (goede voorbeelden) voor het online magazine.
Onderwerp
Vragen
Gegevens media-expert
Wat is uw naam? Wat is uw functie binnen het bedrijf?
Conceptontwikkeling
Als u een nieuw concept bedenkt, waar begint u dan? Op welke projecten bent u trots en
Scriptie – Esther Grandiek
114
waarom? Voorbeelden online magazines (best practices)
Welke online magazines voor kinderen zijn erin Nederland? Wat zijn goede voorbeelden? Welke voorbeelden van online magazines zijn er in het buitenland?
Bereiken van de doelgroep
Welk communicatiemiddel is volgens u het meest effectief om kinderen en ouders te bereiken? Hoe zet je een mediaproduct zo goed mogelijk in de markt?
Interesses doelgroep en inhoud online magazine
Welke onderwerpen voor een online magazine vinden kinderen interessant? Wat interesseert kinderen tegenwoordig? Online of print?
Voorwaarden mediaproduct en software online magazine
Welke multimediale mogelijkheden mogen absoluut niet ontbreken in een online magazine? Welke software is geschikt voor een online magazine? Hoe kunnen de kosten zo laag mogelijk blijven?
Afsluiten
Heeft u nog vragen? Wilt u nog dingen aanvullen? Uitleggen dat er een online magazine komt. Respondent bedanken Voor vragen mailen kunt u mij altijd mailen (
[email protected]).
Scriptie – Esther Grandiek
115
Bijlage V: Interviewvragen redacteur van een (online) magazines Wat?
Interview met een redacteur van een online magazine
Waar?
Kantoor TextArt in Heerhugowaard
Wie?
Nadine de Keijzer, bladenmaker en eindredacteur.
Tijdsduur
+/- 1 uur.
Inleidend gesprek
Wie ben ik Waarom ben ik hier
Uitleg online magazine
Het verrijken van het online magazine met multimediale toepassingen gaat op basis van een PDF. Het online magazine voor Boekenwolk moet interactief zijn en filmpjes, spelletjes, strips, weetjes en prijsvragen bevatten.
Doelgroep
Kinderen tussen de negen en dertien jaar uit groep zes, zeven en acht van de basisschool. De kinderen zijn geïnteresseerd in lezen.
Doel van het online magazine
Jongens en meiden enthousiast maken om digitale boeken te gaan lezen. Hierdoor kunnen zij ervaren dat boeken lezen leuk is en een plezierige tijdsbesteding biedt.
Doel van het interview
Om inzicht te krijgen welke software geschikt is voor het online magazine van Boekenwolk. Goede voorbeelden (best practices) van online magazines.
Onderwerp
Vragen
Gegevens media-expert
Wat is uw naam? Wat is uw functie binnen het bedrijf?
Conceptontwikkeling
Hoe zorgt u ervoor dat het conceptontwerp voor een online magazine aansluit bij de wensen van de klant? Op welke online magazines die u zelf gemaakt heeft bent u trots en waarom?
Bereiken van de doelgroep
Welk communicatiemiddel is volgens u het meest effectief om kinderen en ouders te bereiken?
Scriptie – Esther Grandiek
Online magazine gemaakt binnen bedrijf (NTR Magazine)
116
Hoe hebben jullie het NTR magazine gemaakt? ▫ Wat waren de kosten hiervan? ▫ Is er een vormgever gebruikt? ▫ Hebben jullie zelf de teksten geschreven?
Voorbeelden
Welke online magazines doen het goed en wat maakt die online magazines uniek? Tsjakka is een online magazine voor kinderen in Nederland, zijn er nog meer online magazines voor kinderen in Nederland? Welke online magazines in het buitenland zijn een goed voorbeeld?
Software
Welke software kun je het beste gebruiken voor een online magazine? ▫ Is Joomag geschikt? ▫ Hoe kunnen de kosten zo laag mogelijk blijven? Jullie maken gebruik van responsive magazines en HTML-magazine, wat bevelen jullie aan voor Boekenwolk?
Advertenties
Hoe verwerk je advertenties in een online magazine?
Tips voor de inhoud van het online magazine
Is een inhoudsopgave in een online magazine nodig? Wat is de verhouding tussen tekst en beeld?
Technische voorwaarden online magazine
Welke multimediale mogelijkheden mogen absoluut niet ontbreken in een online magazine? Wat maakt een online magazines tot een succes? Heeft u nog andere aanbevelingen om een online magazine tot een succes te maken?
Afsluiten
Heeft u nog vragen? Wilt u nog dingen aanvullen? Uitleggen dat er een online magazine komt. Geïnterviewde bedanken Voor vragen mailen kunt u mij altijd mailen (
[email protected]).
Scriptie – Esther Grandiek
117
Bijlage VI: Topiclijst panelgesprek Wat?
Panelgesprek met de doelgroep (basisschoolkinderen van negen tot dertien jaar, groep zes, zeven en acht).
Waar?
Openbare basisschool De Eendragt in Wormer
Wie?
Kinderen die graag lezen.
Tijdsduur
+/- 1 uur. Voor de vragen 30 minuten en 20 minuten voor het knutselen.
Onderwerp
Vragen
Inleiding gesprek
Wie ben ik Waarom ben ik hier Wie zijn de respondenten (voorstellen)
(Online) lezen
Uitleggen wat Boekenwolk is. Wat voor boeken lezen jullie en wat is daar leuk aan? Lezen jullie boeken online? Zo ja, met welk programma of op welke website? Wat leest makkelijker een boek of een tablet? Als jullie op school een boek moeten lezen kiezen jullie die dan zelf uit?
Tabletgebruik
Hebben jullie een tablet of een iPad? Wat doen jullie allemaal op de tablet? Welke websites en apps gebruiken jullie het liefst? (Noem er twee). Hebben jullie een tablet in de klas?
Sociale media
Maken jullie gebruik van sociale media? Willen jullie op sociale media delen dat je een boek leest? Willen jullie via sociale media nieuwe informatie krijgen over boeken?
(Online) magazines
Uitleggen wat een online magazine is. Lezen jullie wel eens tijdschriften? Zo ja, welke? Welke onderwerpen vinden jullie leuk in die tijdschriften? Lezen jullie online magazines? Zo ja, welke? Wat vinden jullie daar leuk aan? Zijn de online magazines makkelijk te
Scriptie – Esther Grandiek
118
lezen? Wat vinden jullie belangrijk in een online magazine? Online magazine Boekenwolk (dummy)
Gaan jullie een online magazine bekijken als het over boeken en lezen gaat? Wat vinden jullie mooi aan Boekenwolk? En wat vinden jullie niet mooi? Welke kleuren vinden jullie mooi? Wat voor filmpjes vinden jullie leuk om te bekijken? Willen jullie meer weten over games en apps? Hoe willen jullie aangesproken worden? A) met stoere woorden zoals cool of superleuk B) Neutraal en zonder stoere taal. Zouden jullie je mening geven over een boek? Hoe willen jullie dat doen? A) met zonnetjes als het boek leuk is, bliksem als het boek spannend is en wolkjes als het boek saai is. B) blije gezichtjes en droevige gezichtjes C) met cijfers van 1 tot 10 D) met een thermometer, bij warm is het boek goed, bij koud is het boek niet leuk. Willen jullie in het online magazine alvast een stukje lezen van een boek? Van wie zijn jullie fan? Wie of wat moet de voorkant staan van het online magazine? Iemand van je eigen leeftijd, een personage uit een boek, een bekend persoon of een schrijver? Maken jullie wel eens een quiz? Willen jullie spelletjes doen met letters? Hoe willen jullie dat doen? A) Een rebus B) Met letters die in spiegelbeeld staan C) Een woordzoeker D) Een invulverhaal Willen jullie knutselen met boeken? Willen jullie meer weten over een schrijver? Vinden jullie het leuk als een personage uit een boek in het magazine staat? Vinden jullie het leuk om een strip te
Scriptie – Esther Grandiek
119
lezen? Willen jullie een gedicht of verhaal schrijven? Knutselen van een pagina Opdracht: 1. Pak een leeg vel papier. 2. Bedenk dat je op je tablet zit en een pagina voor je ziet van een online magazine.
Inleiding: jullie gaan een pagina ontwerpen voor een online magazine. Hiervoor hebben jullie twintig minuten de tijd. Elke vijf minuten aangeven hoe lang de respondenten nog de tijd hebben. .
3. Wat ga je op de pagina zetten? 4. Teken alles wat je op de pagina wilt. Zoals filmpjes, tekstblokken, foto’s en quizzen. 5. Hoe heet de website? Zet de link bovenaan het vel papier in de balk. 6. Het is leuk om je ontwerp in te kleuren, zo krijg je een beter idee over de stijl. 7. Ga aan de slag met tijdschriften, lijm, papier en kleurpotloden. 8. Met de voorbeeldvellen kun je filmpjes, tekstblokken, pijlen en knoppen toevoegen. Afsluiten
Zijn er nog vragen? Uitleggen dat er een online magazine komt. Respondenten bedanken voor het meedoen en een kaartje van Boekenwolk meegeven.
Scriptie – Esther Grandiek
120
Scriptie – Esther Grandiek
121
Bijlage VII: Transcripties en samenvattingen interviews Interview moeder met een kind in groep 8 Onderwerp
Antwoord
(Online) lezen en tabletgebruik
Mijn kind leest geen tijdschriften online, ze doet wel spelletjes op de computer. De Tina en MeidenMagazine vindt zij wel leuk. Op de tablet kijkt ze vooral filmpjes op YouTube en dan naar filmpjes over turnen. Bij een online boek, zitten ze alweer naar een scherm te staren. Een boek kunnen kinderen bewaren.
Communicatie
Via een folder wil ik graag meer informatie krijgen over een online magazine. Een folder kun je thuis altijd nog even rustig nalezen. Het liefst krijg ik dan de folder via school. Om mijn kind te bereiken, zou ik aanbevelen om een les te geven in de klas. Hierdoor worden de kinderen enthousiast. Een gastles moet alleen niet commercieel zijn want dan wil de basisschool van mijn dochter daar niet aan meewerken.
Vormgeving
Vooral vrolijke kleuren. Mijn dochter ziet graag filmpjes en afbeeldingen. Dat spreekt haar als eerste aan. Tussen de tekst en afbeeldingen moet een goede balans zijn. Bij te veel tekst haken kinderen af.
Onderwerpen
Ik vind het belangrijk dat er educatie in het online magazine zit. Iets waar mijn dochter wat van kan leren. Om de aandacht erbij te houden moet je wisselen van onderwerpen, dus natuur, sport en wetenschap. Mijn dochter is gek op One Direction, dus daar wil ze graag iets over lezen. Twee keer per jaar een online magazine is te weinig, want dan is ze alweer vergeten dat het bestaat. Het moet mix zijn van leuke dingen en van educatie. Humor is hierbij ook belangrijk ik merk dat als mijn kinderen ergens heel hard om moet lachten dat ze het geweldig vinden.
Taalgebruik
Ik zou het rustig houden, niet te veel overdreven woorden. Het kan wel bij een aankondiging van een tekst.
Scriptie – Esther Grandiek
122
Engelse woorden wil ik ook graag in de tekst zien. Of maak spelletjes met Engelse woorden zodat mijn kinderen er nog wat van leren. Voorbeeld van dummy
Het ziet er al mooi uit. Ik vind het wel echt gemaakt voor kinderen en ik denk wel dat het aanspreekt. Als ik het zo zie, denk ik wel dat mijn dochter het gaat lezen. Ik denk dat het online magazine ook op papier verkrijgbaar moet zijn ter promotie. Kinderen hebben het online magazine dan even in hun handen en wie weet gaan ze daarna naar de website. Bekende personen en sport mis ik nog in het online magazine. Een pagina over bewegen en gezond eten zou ik er graag nog in zien. Mijn kinderen zijn heel sportief, maar veel kinderen doen spelletjes op de tablet.
Interview vader met een dochter in groep zeven en een zoon in groep vijf Onderwerp
Antwoord
(Online) lezen en tabletgebruik
Mijn kinderen lezen online geen boeken of tijdschriften. Mijn dochter leest MeidenMagazine. Ze is lid van de bibliotheek en leest boeken op school. De boeken van Carry Slee vindt zij erg interessant. Mijn zoon leest wel eens de TapToe en de Donald Duck leest hij veel. Hij vindt het prettiger om naar afbeeldingen te kijken. Thuis hebben wij drie tablets. Ik lees de krant op de tablet. Mijn kinderen kijken veel filmpjes op de tablet. Mijn zoon kijkt naar filmpjes over Lego. Mijn dochter luistert naar muziek en kijkt videoclips op YouTube. Kinderen voor Kinderen is zij fan van. We hebben vaste tijden dat ze op de tablet mogen. In de ochtend een uurtje en een uurtje voordat we gaan avond eten. Op basisschool van mijn kinderen gebruiken ze nog geen tablets. Ik denk dat uiteindelijk kinderen steeds meer gebruik gaan maken van een tablet en online gaan lezen.
Communicatie
Via de basisschool wil ik graag benadert worden over een online magazine. Via de e-
Scriptie – Esther Grandiek
123
mail krijgen mijn vrouw en ik al genoeg onzin. Een folder kan ik thuis nog even rustig doorlezen. Vormgeving
Ik vind het er mooi uitzien, de kleuren blauw en groen spreken mij aan.
Onderwerpen
Ik vind het belangrijk dat er ook een educatief aspect in het online magazine zit. En mijn dochter is gek van Katty Perry, Sam & Cat en Ariana Grande. Als er meer van deze bekende personen in het tijdschrift zitten, spreekt het mijn dochter denk ik meer aan. Mijn zoon is bezig met games. Hij vindt Minecraft en Fifa leuk.
Taalgebruik
Het taalgebruik moet rustig blijven.
Voorbeeld van dummy
Het voorbeeld ziet er mooi uit. De rubriek de ‘leesmeter’ valt mij meteen op. Ik denk dat mijn zoon en dochter het online tijdschrift gaan lezen. Ik zou het online magazine en het tijdschrift dezelfde naam geven. Ik vind de vormgeving van het voorbeeld meer voor meisjes dan voor jongens. De rubriek met de knutsel is meisjesachtig en op de voorkant en op verschillende pagina’s zijn alleen foto’s van meisjes te zien.
Scriptie – Esther Grandiek
124
Interview met Nadine de Keijzer (TextArt) Datum: 8 september 2014 Locatie: Kantoor TextArt Uitwerking: een woordelijk verslag Onderzoeker: Esther Grandiek Geïnterviewde: Nadine de Keijzer Onderzoeker: ‘Wat is jouw functie binnen het bedrijf?’ Geïnterviewde: ‘Ik ben bladenmaker en eindredacteur, voor de papieren bladen doe ik veel eindredactie. Het is vooral voor personeelsbladen. We doen ook wel nieuwsbrieven en webteksten.’ Onderzoeker: ‘Heb je voor het online magazine van NTR ook de teksten gedaan?’ Geïnterviewde: ‘Meer eindredactie, mijn collega heeft wel interviews gedaan. Voor de personeelsbladen doen wij wel de tekst en gaan we ook langs bij de bedrijven voor interviews. Voor Schooltv gaan we nu ook een online magazine ontwikkelen want zij willen zich graag op het thuispubliek richten.’ Onderzoeker: ‘Voor Boekenwolk willen we een online magazine maken voor kinderen van groep zes, zeven en acht om ze enthousiast te maken om te gaan lezen.’ Geïnterviewde: ‘Dat lijkt mij nog best lastig om kinderen naar het online magazine te krijgen dus daar moet je dan nog goed over nadenken. Ik denk dat je bij de doelgroep kinderen juist frequent iets moet doen om onder de aandacht te blijven.’ Onderzoeker: ‘Het idee was nu om het online magazine twee keer per jaar uit te brengen.’ Geïnterviewde: ‘Dat is te weinig, kijk maar naar een blad kinderblad zoals de Bobo, als die maar twee keer per jaar zou verschijnen, vergeet iedereen het weer. Ik denk dat je regelmatig aanwezig moet zijn.’ Onderzoeker: ‘Op welke online magazines ben je trots en waarom?’ Geïnterviewde: ‘NTR magazine is voor ons de showcase om andere bedrijven enthousiast te maken voor een online magazine. We hebben daar veel positieve reacties op gekregen.’ Onderzoeker: ‘Welke software hebben jullie gebruikt voor het online magazine van NTR?’ Geïnterviewde: ‘Wij hebben gebruik gemaakt van Instant Magazine. Hiervoor hebben wij regelmatig contact met Daan Reijnders. Voor het programma van Instant Magazine hebben wij een soort licentie. Mijn collega Arthur is bezig met workshop op te zetten over online magazines. De licentie die wij hebben van Instant Magazine is wel betaalbaar, bij Blueberry en DutchGiraffe wordt er gebruik gemaakt van maatwerk en dat is duur. Wij werken met templates en houden het beperkt maar daardoor wel goedkoop.’ Onderzoeker: ‘Hoe duur is het om bijvoorbeeld zo’n magazine te laten maken?’ Geïnterviewde: ‘Dat hangt af van de het pakket. Stel dat je zelf de content doet en de vormgeving dat scheelt alweer in de prijs. Ik zag dat jij ook al Joomag had aangeven als voorbeeld. Ik had even op de website gekeken en zag dat het een programma is waarbij je een PDF online zet en het bladerbaar maakt. Wat kun je bij Joomag nog meer?’ Onderzoeker: ‘Je kunt filmpjes toevoegen en linkjes, wil je het beschikbaar maken voor de tablet dan moet je ervoor betalen.’ Geïnterviewde: ‘Wij vinden het hier heel raar dat je bij Joomag een tijdschrift in beeld ziet omdat het dan niet afgesteld is op het beeldscherm. Op een iPad lees je namelijk heel anders dan vanaf een papieren magazine. Je moet dus het hele scherm gebruiken en niet zien dat het
Scriptie – Esther Grandiek
125
eigenlijk een tijdschrift is voor op papier. Met een tablet maak je altijd gebruik van een landscape formaat, dus horizontaal. Ik vroeg mij af of Joomag goed geschikt is en als je voor kinderen een online magazine maakt moet het wel interactief zijn met een spelletje en dat kan bij Joomag niet.’ Onderzoeker: ‘Het magazine dat jullie voor NTR hebben gemaakt is een HTML magazine? Of heeft dit een andere benaming?’ Geïnterviewde: ‘Het is meer een website, en je kunt in de HTML codes nog wel dingen aanpassen maar er zit gewoon een CMS achter.’ Onderzoeker: ‘Hoe hebben jullie de vormgeving gedaan van het NTR magazine?’ Geïnterviewde: ‘Je maakt elke pagina apart, dus er wordt niet met PDF’s gewerkt. Er wordt gebruik gemaakt van een CMS systeem net zoals bij websites. Je kunt verschillende templates en foto’s toevoegen, het is al helemaal voorgeprogrammeerd. Als je het lettertype groter maakt dan kan het zo zijn dat het op een tablet of mobiel de letters van het beeldscherm afvallen. Je moet dus altijd kijken of het formaat goed overkomt op alle apparaten. Het is echt wat meer dan alleen een PDF die je online zet.’ Onderzoeker: ‘Dus het moet vooral geen PDF zijn die je online zet, maar je moet gebruik maken van een template zoals bij het programma Instant Magazine?’ Geïnterviewde: ‘Ja ik zou dat wel aanbevelen omdat het op een tablet er dan ook echt goed uit ziet. Heel erg afhankelijk wat je wensen en wat je budget is. Ik zal het even aan mijn collega vragen.’ Collega: ‘Flash kun je er niet in toepassen, maar wel gifjes, dit zijn bewegende afbeeldingen.’ Onderzoeker: ‘Filmpjes wel? En kun je ook op dingen reageren bijvoorbeeld een formulier voor een prijsvraag?’ Geïnterviewde: ‘Ja, dat kan, je kunt een formulier op je eigen website plaatsen.’ Collega: ‘En via het programma MailChimp kunnen mensen reageren.’ Geïnterviewde: ‘Dan hou je de lezers weer bij het online magazine en als je ze naar een andere site stuurt zijn ze weg.’ Onderzoeker: ‘Ik heb ook nog een plankje gemaakt, en het online magazine bevat nu 16 pagina’s, is dat te veel?’ Geïnterviewde: ‘Ik denk het wel, één keer een online magazine ter promotie van je bedrijf is prima. Maar als je het magazine periodiek wil maken, dan zijn het te veel pagina’s en zeker voor zo’n jonge doelgroep, omdat zij niet zo lang de aandacht erbij houden. Vaak lezen mensen niet alles van een online magazine en gaan ze alleen naar de prijsvraag of hun favoriete boek.’ Onderzoeker: ‘Ik zal even vertellen wat we op de plank hebben.’ Geïnterviewde: ‘Ik denk dat het te veel is. Twee keer per jaar, zou ik het niet doen maar bijvoorbeeld zes keer per jaar en dan de rubrieken die je nu bedacht hebt verdeeld over die zes keer per jaar. Vooral op de cover en in de inhoud is het belangrijk dat je aangeeft wat je kunt lezen.’ Onderzoeker: ‘Is een inhoudsopgave in een online magazine wel nodig?’ Geïnterviewde: ‘Juist wel, dan weet de gebruiker waar hij aan toe is en kan er meteen worden doorgeklikt naar een artikel. Ik vraag mij alleen wel af hoe jullie er een advertentie in gaan zetten. Ik zag dat je het voorbeeld van Tsjakka had gegeven, ik zag daar dat zij letterlijk een advertentie online zetten. Ik denk dat je een advertentie moet verwerken in een artikel. Dus maak er een prijsvraag van zodat het niet meer op een advertentie lijkt.’
Scriptie – Esther Grandiek
126
Onderzoeker: ‘Het NTR magazine is dus een soort website, kun je het dan wel vernieuwen?’ Geïnterviewde: ‘Ja, je kunt dingen gewoon hergebruiken en in het CMS een nieuw bestand aanmaken.’ Onderzoeker: ‘Dus stel je wilt een ander filmpje op de pagina, dan kun je gewoon een nieuw filmpje invoegen?’ Geïnterviewde: ‘Ja, dat kan.’ Onderzoeker: ‘Hoe kan je de kosten zo laag mogelijk houden?’ Geïnterviewde: ‘Door zelf teksten te schrijven, maar stel je bent minder goed in beeld dan is het verstandig om daar een goede fotograaf voor in te huren. Bij video is het belangrijk dat de filmpjes goed zijn, dus dat de spreker in de camera kijkt en dat de beeldkwaliteit goed is. Mensen denken vaak dat een online magazine goedkoper is dan een papieren blad. Omdat er bij een online magazine geen distributiekosten zijn. Maar er zijn wel kosten, voor de fotograaf en de video’s en je hebt een licentie van een programma nodig. Daarnaast moet je ook nog rekening houden met het template. De tekst moet bijvoorbeeld links in beeld komen, dus dan moet de persoon rechts staan. Dit moet je van te voren doorgeven aan de fotograaf.’ Onderzoeker: ‘Dat is wel logisch, bij een papieren blad kijkt de vormgever altijd welk beeld er beschikbaar is.’ Geïnterviewde: ‘Klopt, bij maatwerk is dit wel mogelijk, maar dat is ook weer een stuk duurder.’ Onderzoeker: ‘Denk je dat een papieren blad en online magazine elkaar kunnen versterken?’ Geïnterviewde: ‘Ja, dat kan. Je kunt op evenementen gaan staan of bij basisscholen langsgaan en daar de folder van Boekenwolk neerleggen. Hebben jullie wel sociale media voor de kinderen?’ Onderzoeker: ‘Nee, dat nog niet alleen voor de ouders.’ Geïnterviewde: ‘Ik denk dat je dat best kunt proberen om kinderen te bereiken via sociale media. Dus bijvoorbeeld een boek aanprijzen of iets tweeten over een bekende Nederlander met een boek.’ Onderzoeker: ‘Via welk communicatiemiddel kun je ouders en kinderen het beste bereiken?’ Geïnterviewde: ‘Ik denk toch voor de ouders via e-mail en de kinderen via evenementen. Dus kijk naar websites waar ouders veel komen of waar kinderen veel aanwezig zijn en zet daar een advertentie. Als je op een evenement staat maak dan ook een prijsvraag waarvoor mensen hun e-mailaders moet invullen.’ Onderzoeker: ‘Hoe doen jullie dat bij Schooltv?’ Geïnterviewde: ‘Schooltv is ook bezig om een campagne op te bouwen, door reclame op tv en billboards om het thuispubliek en de leerkrachten te bereiken.’ Onderzoeker:’Welke magazines zijn nog meer voorbeelden?’ Geïnterviewde: ‘De jonge jury, heeft een online magazines gemaakt, maar dat vonden wij meer op een PowerPoint lijken. Op onze website hebben wij zij ook geïnterviewd.’ Onderzoeker: ‘Het Brabant Magazine en het online magazine van KLM zijn ook heel mooi.’ Geïnterviewde: ‘Ja, maar daar zit ook veel geld achter en ik weet dan ook niet of het zijn doel bereikt. Als je een magazine relevant maakt kan het al zijn doel bereiken bij een kleine doelgroep. Kijk nog even naar onze beoordelingen op de site over andere online magazines. Bij kinderen heb je wel te maken met dat het interactief moet zijn.’ Onderzoeker: ‘Welke dingen kunnen echt niet ontbreken in een online magazine?’
Scriptie – Esther Grandiek
127
Geïnterviewde: ‘Maak het interactief met filmpjes, en maak relevante links vanaf de cover. Let er ook op dat er relevante content instaat, dwaal niet te veel vanaf je doel af.’ Interview met Marieke Roël (marketingcommunicatie manager) IJsfontein Datum: 5 september 2014 Locatie: Haarlemmerweg 4, Amsterdam (Kantoor IJsfontein) Uitwerking: een woordelijk verslag Onderzoeker: Esther Grandiek Geïnterviewde: Marieke Roël Onderzoeker: ‘Laten we beginnen met het eerste onderwerp.’ Geïnterviewde: ‘Ik ben verantwoordelijk voor de marketingcommunicatie van IJsfontein. Ik doe de communicatie en de promotie van de projecten. Bijvoorbeeld bij de app ZZZ voor de Kinderboekenweek.’ Onderzoeker: ‘Bedenk je ook de concepten voor projecten?’ Geïnterviewde: ‘Nee, ik richt mij vooral op de communicatie, maar ik kan je wel vertellen hoe dat gaat hier.’ Onderzoeker: ‘Hoe gaat dat dan precies?’ Geïnterviewde: ‘We zijn een heel creatief bedrijf, we proberen de projecten zo open mogelijk te houden met zo min mogelijk kaders. Wat we bijvoorbeeld wel eens organiseren is een ‘gamestorm’ omdat we veel games maken. Bij zo’n ‘gamestorm’ zijn de projectmanager, gamedesigner, programmeur en de klant aanwezig.’ Onderzoeker: ‘Dus je bedenkt de projecten met iedereen?’ Geïnterviewde: ‘Ja, met het hele team waarmee je het project uiteindelijk gaat maken daarmee ga je alles bedenken. Willen jullie het zelf gaan doen?’ Onderzoeker: ‘Ja, alleen we zijn nog aan het kijken hoe. Als jullie een project van Boekenwolk krijgen, hoe staan jullie daartegen over?’ Geïnterviewde: ‘Nou ja, dat zou wel een project zijn wat bij ons zou passen. Interactie staat bij ons voorop, we kijken altijd naar manieren hoe we de eigenschappen van een apparaat kunnen gebruiken voor een project. Dus niet alleen een magazine of een boek zonder interactie. We kijken bijvoorbeeld met een uitgever van schoolboeken (Malmberg) hoe de functies van een apparaat iets kunnen toevoegen aan de boeken. Kinderen zijn speels en dat staat voorop. Daarbij gaan we ook altijd op zoek wat kinderen nieuwsgierig maakt en wat ze motiveert. Kinderen willen graag op avontuur, in die richting zouden we denken. De website museumkids.nl is een goed voorbeeld. Op de website kunnen ze games spelen over onderwerpen in het museum. SamSam is ook een goed voorbeeld. Op de website van SamSam kun je zelf als reporter aan de slag, zo zit ervoor kinderen een sociaal component bij. Er komt een opdracht over liefde en dan kun je een foto uploaden of zelf een reporter zijn en een stukje schrijven. Onderzoeker: ‘Je moet de kinderen een opdracht geven om ze ook iets te laten doen?’ Geïnterviewde: ‘Ja.’ Onderzoeker: ‘Ik heb nog de plank meegenomen van het online magazine. Hierin hebben we dan geen sociaal component.’ Geïnterviewde: ‘Het sociale component is leuk, maar denk na over de privacy.’ Onderzoeker: ‘Op welk project ben je trots?’
Scriptie – Esther Grandiek
128
Geïnterviewde: ‘Als ik voor IJSfontein spreek zijn dat Joods Historisch museum, het appje ZZZ van de Kinderboekenweek en de Game Studio van het Klokhuis.’ Onderzoeker: ‘Hoe zet je een mediaproduct goed in de markt?’ Geïnterviewde: ‘Als er weinig budget is dan ga je je op PR en sociale media richten en basisscholen benaderen. Zorg ervoor dat je via Kidsweek ook aandacht krijgt, zij betrekken heel erg hun lezers erbij. Wij gebruiken heel vaak filmpjes met uitleg over een app. Maximaal 1 minuut. Je kan voor relatief weinig geld een trailer maken. Met kinderen en ouders moet je heel erg oppassen dat het niet snel als commercieel wordt gezien.’ Onderzoeker: ‘Via een nieuwsbrief de ouders en de basisscholen te benaderen. In mijn literatuuronderzoek kwam naar voren dat kinderen niet via sociale media iets willen delen over boeken. Hoe denk jij daarover?’ Geïnterviewde: ‘Ik denk dat je daar wel een punt hebt, het is ook net hoe je communiceert. Wat heb je nu voor artikelen bedacht voor het online magazine?’ Onderzoeker: ‘ Het magazine moet gaan over dat lezen leuk is en we hebben een quiz, letterspelletjes, een leesmeter, filmpjes, een interview en een voorpublicatie. Het lastige is nog, hoe kunnen we het voor de kinderen leuk kunnen houden?’ Geïnterviewde: ‘Je hebt al leuke ideeën. Het gevaar is dat je nu iets leuk probeert te maken wat kinderen niet cool vinden. Iets wordt niet zomaar leuk. Dus let daarop. We hebben voor stichting Soa Aids een app voor gemaakt ‘Beter in bed’ hun doel is om informatie te geven over veilig vrijen. Praten over je grenzen is voor jongeren niet leuk, maar het is verpakt in een hele mooie app en daardoor gaan jongeren toch over hun grenzen praten. Ik zou proberen om buiten boeken en buiten lezen te denken. Het moet er niet te ver vanaf staan, dat je toch de link legt met boeken. Gebruik bijvoorbeeld de verhalen uit de boeken. Stel kinderen lezen heel veel over een boek met een moord dan kun je een rechercheur aan het woord laten. Gebruik een onderwerp van een boek. Je duikt met boeken in een andere wereld hierover zou je een spel of game kunnen maken. Een goed voorbeeld hiervan is Kees Komma, van Stichting Lezen, het leren lezen in geïntegreerd in het spelletje. Onderzoeker: ‘Een spelletje voor het online magazine zou kunnen zijn, letters zoeken door het online magazine en dat daaruit dan weer een woord ontstaat.’ Geïnterviewde: ‘Zoiets is inderdaad leuk. Ga je ook nog met kinderen praten?’ Onderzoeker: ‘Ja, ik wil ze ook een pagina laten ontwerpen met papier.’ Geïnterviewde: ’ Bij The Guardian maken ze heel goed gebruik van de online mogelijkheden. The Guardian had een verhaal over vluchtelingen en dan werd de lezer twee keuzes voorgelegd. De Correspondent is ook een goed voorbeeld van een online krant, je kunt op een woord klikken en dan krijg je uitleg over dat woord.’ Onderzoeker: ‘De website van Boekenwolk heeft met de digitale boeken geen extra functies.’ Geïnterviewde: ‘Bij De Wereld Draait Door heeft een animator een kort filmpje gemaakt over een boek. Dat kun je ook gebruiken voor het promoten van Boekenwolk, elke maand een kort filmpje. Kinderen kunnen dan zelf een filmpje maken met tekeningen.’ Onderzoeker: ‘Voor sommige boeken is er al een boektrailer met informatie over het boek, dat is inderdaad een goed voorbeeld.’ Geïnterviewde: ‘Voor wie is het online magazine?’ Onderzoeker: ‘Voor kinderen uit groep zes, zeven en acht. Via een nieuwsbrief willen we ouders en basisscholen benaderen.’
Scriptie – Esther Grandiek
129
Geïnterviewde: ‘Als wij nieuwsbrieven versturen via IJsfontein, dan opent niet iedereen die nieuwsbrief en heel veel lezers klikken niet op de links.’ Onderzoeker: ‘Oke, hoe kan je de kinderen dan benaderen?’ Geïnterviewde: ‘Bedenk iets wat de leraren kunnen toepassen in de les, zodat het voor de docenten relevant wordt om te gebruiken. Zo kunnen leerkrachten hun les invullen. Alle scholen hebben natuurlijk een digibord, dan kan de leerkracht daarop het online magazine openen. Bedenk bijvoorbeeld een letterpuzzel die elke keer moet worden opgelost voor leerlingen uit groep zeven en acht. Dat geldt ook voor ouders.’ Onderzoeker: ‘Hoe kun je de ouders nog bereiken?’ Geïnterviewde: ‘Via sociale media maar plaats dan wel relevante en prikkelende content. Kijk eens naar bedrijven of partners die het online magazine willen promoten. Kijk of je een presentator van het Jeugdjournaal kan bereiken. Kijk eens of ze bij Kidsweek of het Jeugdjournaal een reportage willen maken.’ Onderzoeker: ‘Weet jij of er nog meer online magazines zijn in Nederland?’ Geïnterviewde: ‘Nee, SamSam komt binnenkort wel met een nieuwe website. Het kan natuurlijk ook een website of platform zijn. Zoals bijvoorbeeld voor musuemkids.nl, kinderen komen dan iedere week weer terug naar de website omdat er iets nieuws opstaat.’ Onderzoeker: ‘Het is nu het plan om het online magazine twee keer per jaar te laten verschijnen. Is het dan wel relevant?’ Geïnterviewde: ‘Ik denk als je twee keer jaar zit, dan vergeet iedereen je weer. Of veel vaker en dan elke maand, één keer iets nieuws doen. Als je bijvoorbeeld elke maand een filmpje doet, dan kunnen leerkrachten dat in de klas gebruiken. Het boek kunnen zij dan met de klas lezen en aan het eind van de maand is er een filmpje. Kinderen zouden ook elke maand een filmpje kunnen maken. De samenvatting die achterop een boek staat kun je dan gebruiken voor het maken van een filmpje. Je moet kinderen wel een stappenplan geven.’ Onderzoeker: ‘Een online magazine is dan niet nodig?’ Geïnterviewde: ‘Twee keer per jaar is echt te weinig. Dan moet magazine wel heel gaaf zijn en opvallen.’ Onderzoeker: ‘Stel je zou het online magazine kleiner maken?’ Geïnterviewde: ‘Ja, of 1 keer per maand één ding wat steeds wordt herhaald. Boeken lezen wordt als saai gezien, maar de verhalen zijn wel leuk. Die zou ik dus echt gebruiken. Plaats op de website ook nog iets extra’s. Bijvoorbeeld dat andere gebruikers kunnen zien welke boeken er populair zijn of wie de meeste boeken leest.’ Onderzoeker: ‘Heb je andere voorbeelden?’ Geïnterviewde: ‘Nee, niet van online magazines, de website museumkids is wel goed gelukt. Omdat we van iets wat niet zo populair is toch iets leuks weten te maken. ‘ Onderzoeker: ‘Zijn kinderen vooral online?’ Geïnterviewde: ‘Nee, ze hebben alle middelen dus daar kiezen ze zelf voor.’ Onderzoeker: ‘Moet je perse online en offline aanwezig zijn? Geïnterviewde: ‘Folders verspreiden waar veel ouders en kinderen komen is wel relevant.’ Onderzoeker: ‘Aan welke voorwaarden moet een online mediaproduct voldoen?’ Geïnterviewde: ‘Bij games gaan wij uit van autonomie. De kinderen krijgen de macht. Hoe kun je kinderen zelf verantwoordelijk geven en zelf de regie in handen geven. Wel binnen kaders blijven, kinderen moeten dingen zelf gaan ontdekken.’ Onderzoeker: ‘Welk communicatiemiddel is het meest effectief?’
Scriptie – Esther Grandiek
130
Geïnterviewde: ‘Er is niet één communicatiemiddel maar meerdere, het hangt er ook vanaf hoe goed je bericht is, het moment en hoe vaak het weer wordt gedeeld op sociale media. Overal aanwezig zijn en relevant zijn voor de doelgroep.’ Onderzoeker: ‘Zijn er onderdelen bij mediaproducten die jullie gemaakt hebben, die echt nodig zijn?’ Geïnterviewde: ‘Per leeftijdscategorie verschilt het heel erg bij kinderen. Wij hebben een playlab, het is heel belangrijk om veel te testen. Dat is voor jullie beschikbaar. De Boekenwolk website kun je daar ook een keer doorgooien. Iedereen moet het kunnen snappen en het moet gebruiksvriendelijk zijn.’ Onderzoeker: ‘Welke apps zijn bij jullie het meest gebruiksvriendelijk?’ Geïnterviewde: ‘Voor kleine kinderen hebben we ooit een app gemaakt zonder tekst, zodat het voor ieder kind gebruikbaar is.’ Onderzoeker: ‘Jullie gebruiken het playlab voor elk mediaproduct?’ Geïnterviewde: ‘Ja, doen we altijd.’ Onderzoeker: ‘Welke software gebruiken jullie?’ Geïnterviewde: ‘Programmeurs maken de software zelf en op maat voor de klant.’ Onderzoeker: ‘Tot slot, jij adviseert dus: richt je niet perse op een online magazine, maar herhaal elke week een item?’ Geïnterviewde: ‘Ja, ik denk dat het helemaal leuk is als je de inhoud van die boeken gaat gebruiken, niet het lezen maar gebruik de verhalen. Ik zou eerder denken aan online platform. Dat zou veel actueler zijn. Of je kan twee keer per jaar een online magazine uitbrengen, bijvoorbeeld bij de Kinderboekenweek of vlakvoor de vakantie. Die andere weken moet je ook items blijven plaatsen om onder de aandacht te blijven bij de doelgroep.’
Scriptie – Esther Grandiek
131
Bijlage VIII: Toestemmingsformulier panelgesprek
Betreft: Deelname van uw kind aan afstudeeronderzoek Geachte ouder(s)/verzorger(s), Tien jaar geleden was mijn laatste schooldag op de Eendragt, nu ben ik bijna klaar met de opleiding Media, Informatie en Communicatie. De opleiding volg ik aan de Hogeschool van Amsterdam en ik ben bezig met mijn scriptie. Mijn scriptie doe ik bij het bedrijf Boekenwolk. Boekenwolk is een online bibliotheek met kinderenboeken (www.boekenwolk.nl). Voor de online bibliotheek Boekenwolk ga ik een online magazine maken. Hiervoor wil ik graag te weten komen wat de interesse zijn van kinderen en wat zij graag lezen in een magazine. Voor mijn onderzoek zijn interviews nodig met kinderen die graag lezen. Om na de gesprekken de uitkomsten effectief te kunnen verwerken wil ik geluidsopnames maken van de gesprekken. In de scriptie worden uitsluitend de voornamen vermeld van de kinderen die hebben meegewerkt. Met ondertekening van deze brief geeft u aan akkoord te willen gaan. Ik verzoek u vriendelijk om onderstaand strookje voor 10 oktober 2014 in te leveren bij de conciërge/administratie van school. Alvast hartelijk dank voor de medewerking. Met vriendelijke groet, Esther Grandiek Student aan de Hogeschool van Amsterdam Opleiding Media, Informatie en Communicatie
---------------------------------------------------------------------------------------------Hierbij geven ouder(s)/verzorger(s) van : uit groep: wel/niet *) toestemming voor gebruik geluidsopnames en deelname aan het onderzoek voor scriptie van Esther Grandiek. *) doorhalen wat niet van toepassing is. Ondertekend voor akkoord: Naam
Scriptie – Esther Grandiek
Datum
Handtekening
132
Scriptie – Esther Grandiek
133
Bijlage IX: Samenvatting panelgesprekken Samenvatting panelgesprek groep zes Voorstellen
Ik ben Eva, en mijn lievelingsboek is ‘Achtstegroepers huilen niet’ van Jacques Vries. Ik ben Naomi, ik hou van spannende boeken, zoals de boekenseries van ‘Dolfje Weerwolfje’ en ‘Harry Potter’. Ik ben Mayla en mijn lievelingsboek is ‘Matilda’. Ik ben Myrdin en ik vind alle boeken die ik lees leuk. Ik ben Daan en ik lees de boekenserie van ‘Het leven van een loser’. Mijn naam is Mathijs en ik lees ook de boekenserie van ‘Het leven van een loser’.
Leeservaringen
N: De boekenserie ‘Geronimo Stilton’ vind ik superleuk. E, May, Myr, D & Mat: Ja ik ook! N: Het lijkt net alsof je dan in de boeken zit. Je speelt er zelf in mee. May: Je zit dan helemaal in het verhaal. D: Het ‘Het leven van een loser’ is leuk omdat er soms een stripje in het boek zit.
(Online) lezen
May, Myr, D & Mat: Nee, we lezen geen boeken online. E: Ik lees liever een echt boek. N: Ik heb een eigen e-reader en daar lees ik al mijn boeken op. Een boek is fijner om te lezen, maar op een e-reader heb je verschillende boeken bij elkaar.
Tabletgebruik
E, N, May, Myr, D & Mat: We hebben allemaal een iPad of een tablet. D: Ik luister naar muziek op mijn tablet. May: Ik doe spelletjes op mijn tablet. Mat: Ik heb een app en dan kun je gratis boeken lezen.
Sociale media
E: Ik heb wel Facebook, maar ik mag er alleen op als mijn moeder kan zien wat ik doe. May: Ik mag dat niet van mijn ouders. D: Ik ben nog te jong voor sociale media. N: Mijn vader weet mijn wachtwoord voor Facebook.
(Online) magazines
E, N, May, Myr, D & Mat: We lezen geen
Scriptie – Esther Grandiek
134
online magazines. D: Ik lees heel vaak Eppo, met veel strips. Mat: Ik lees Donald Duck. Myr: Ik lees Tina en Katrien. May: Ik lees Tina. N: Ik lees Donald Duck. E: De strips en posters in Tina zijn leuk. D & Mat:Vooral de strips uit Donald Duck zijn leuk. Online magazine Boekenwolk (dummy)
N: Ik ga een online tijdschrift over lezen, alleen bekijken als het gaat over bekende schrijvers. Mat & D: Ik wil het lezen als het gratis is.
Vormgeving
N, May & Myr: De kleuren blauw en groen van Boekenwolk zijn mooi. Mat: Het meisje is kinderachtig. D: Het mag wel iets stoerder.
Filmpjes of tekst?
E: Meer strips. Mat: Een paar filmpjes. N: Ik kijk altijd meer naar de plaatjes in een tijdschrift. May: Ik kijk altijd filmpjes op YouTube, die grappig zijn. Bijvoorbeeld uit de tekenfilm Frozen dan gaan ze heel vals zingen. Mat: Ik kijk naar kabouter Wesley. Die maakt heel veel grapjes en is getekend. E, N, May, Myr, D & Mat: Dierenfilmpjes zijn leuk! N: Ik kijk naar paardenbloopers. Myr: Ja, ik zag een keer een kat die met zijn hoofd vast zat. D: Een kat die sprong in bad.
Apps en games
Mat & D: Games! E: Ik wil meer apps over lezen.
Taalgebruik
N: De woorden maken niet zoveel uit als het maar een leuk verhaal is. D: Soms een stoer woord maar niet te veel.
Mening geven over boek
Mat: Dat lijkt mij stom, iedereen heeft een andere mening. May: Wel leuk, als andere kinderen hun mening geven.
Voorproefje van een boek
D: Ja leuk, dan moet het wel duidelijk zijn waar het boek over gaat. Mat: Ik laat mij liever verrassen.
Idolen
E, N, May, Myr, D & Mat: Die hebben we niet
Scriptie – Esther Grandiek
135
echt. N: Ik vind mezelf heel leuk. Mat: Ik wil een standbeeld van mezelf. Cover tijdschrift
N, May, Myr: Een bekende ster. D: Het hoeft niet altijd een bekende ster te zijn. E: Een leeftijdsgenootje is soms leuk.
Spelletjes
N, May, Myr: Ja leuk!
Letterspelletjes
N, Myr, E: Een woordzoeker! D: Een rebus is leuk. Ik maak altijd een rebus voor mijn opa.
Knutselen
E, N, D & Mat: Als ik mijn eigen boekje mag maken dan is het leuk. N: In groep vijf heb ik een boekenkaft gemaakt. De titel was ‘De vlinder op avontuur’.
Interview met een schrijver
Mat: Het moet dan heel erg leuk zijn verwerkt anders lees ik het niet. Myr: Als het leuk verpakt is wel. D: Een interview met Geronimo Stilton of Donald Duck. Mat: Ja, met een hoofdpersoon uit een boek. D: Toen ik jarig was heeft mijn oma een strip verhaal gemaakt met mijn naam.
Strips
Myr: Suus en Sas is leuk.
Samenvatting panelgesprek groep zeven Voorstellen
Ik ben Merel, mijn lievelingsboek is ‘Geronimo Stilton’. Ik ben Wies en mijn lievelingsboek is ‘Matilda’ van Roald Dahl. Ik ben Niek en mijn lievelingsboek is ‘Het leven van een loser’. Ik ben Luc, mijn lievelingsboek is ‘Geronimo Stilton’. Ik ben Mus, mijn lievelingsboek is ‘Oorlogsgeheimen’. Ik ben Milan en mijn lievelingsboek is ‘Kippenvel’.
Leeservaringen
Me: Boeken zijn spannend. L: Bij ‘Geronimo Stilton’ heb je plaatjes die je kunt ruiken in het boek.
(Online) lezen
W: Ik lees op de tablet en dat is handig. Als je met je vinger over het scherm gaat slaat de
Scriptie – Esther Grandiek
136
bladzijde om. N, L, Mu & Mi: Wij lezen niet op de tablet. Tabletgebruik
Me, W, N, L, Mu & Mi: Wij hebben allemaal een tablet of een iPad. W, N,L: We kijken filmpjes op YouTube. W: Ik kijk vaak naar de YouTube series van VolgdeBaas en Enzoknol. N: Enzoknol is een YouTube’er en elke dag filmt hij zijn leven. L: VolgdeBaas en StukTv zijn leuk om te kijken.
Sociale media
W: Ik gebruik elke dag Instagram. Me: Ik ook! N, L, Mu &Mi: Wij gebruiken geen sociale media.
(Online) magazines
Me: Ik lees de Penny. Mi: Ik lees Donald Duck. W: Ik lees de Tina L: Ik lees ook Donald Duck. N: Donald Duck!!! W: Vooral de strips en de plaatjes zijn leuk. Me: Dingen die je zelf kan maken zijn leuk. L: Een boekenlegger is leuk om te maken. Mu: Een bordspel, dat je allerlei figuurtjes kan maken en die kan uitknippen en je eigen spel kan spelen. Me, W, N, L, Mu & Mi: Wij lezen nooit online tijdschriften.
Online magazine Boekenwolk (dummy)
Me, W, N: Het lijkt mij leuk om een online magazine te lezen over boeken als het gratis is. N: Misschien, als het op een leuke manier is verwerkt.
Vormgeving
Mu: Groen en blauw zijn mooie kleuren. Me: De boeken die op de wolken zweven zijn leuk. L: Ik vind die boeken op de wolken grappig. Mi: De kleuren blauw en groen zijn mooi en de wolken.
Filmpjes of tekst?
W: Filmpjes en tekst. Me, N, L: Allebei. Mi: Filmpjes van YouTube! EnzoKnol! Me, W, N: Jaaaaaa! EnzoKnol!
Apps en games
Me: Apps! W: Ik ook apps.
Scriptie – Esther Grandiek
137
N, L &Mu: Allebei. Taalgebruik
Me: Niet te veel van die stoere woorden. Mu: Het moet wel een beetje rustig blijven. W: Het mag wel een beetje rustig blijven, net zoals bij het boek van ‘Matilda’.
Mening geven over boek
L: Ja, je mening geven over een boek is leuk. Me: Ja, gaaf! N, Mu, Mi & W: Ja, dat met de thermometer is grappig!
Idolen
Me, W, N & Mi: Nee, we hebben niet echt idolen.
Cover tijdschrift
Me, Mu & Mi: Een bekende ster! W: Een meisje op de voorkant trekt niet meteen mijn aandacht. L: Bij een schrijver op de voorkant ken je misschien wel de naam, maar de vrouw of man zelf niet. N: Een oude man op de tablet, dat is gek!
Voorproefje van een boek
Mu: Ja, leuk. N: Een recensie wil ik wel lezen. L: Zo weet je meteen of een boek leuk is of niet.
Spelletjes
W: Ik doe altijd quizzen met een vriendin. Mu: Dat je een test hebt met ‘Hou je meer van lezen of knutselen?’ Me: Of dat je kunt zien op wat voor ster je lijkt.
Letterspelletjes
N: Een rebus is leuk! L: Die quizzen zijn allemaal voor meiden. Mu: Moppen zijn grappig.
Knutselen
W: Met woorden een nieuw verhaal maken.
Interview met een schrijver
Mi: Nou, wel grappig. Je kunt niet zoveel vragen aan een schrijver. W, N & Mu: Ja, dat is wel leuk. L: Ik weet het niet. Mi: Een verhaal over een personage is leuker dan een schrijver. Mu: Ja, dat vind ik ook! Een hoofdpersoon uit een boek is grappiger.
Strips
Me, W, N, L: Strips zijn gaaf!
Scriptie – Esther Grandiek
138
Samenvatting panelgesprek groep acht Voorstellen
Mijn naam is May mijn lievelingsboeken zijn ‘Het leven van een loser’ en ‘Hoe overleef ik…’. Mijn naam is Luna en mijn lievelingsboeken zijn ‘Dagboek van een muts’, ‘Achtstegroepers huilen niet’ en de Carry Slee boeken. Ik ben Sam en mijn lievelingsboek is ‘Puck & Mika’. Ik ben Ducan en mijn lievelingsboeken zijn ‘Broederband’, ‘De Grijze Jager’, Donald Duck, ‘Kruimeltje’ en nog veel meer! Ik ben Femke en mijn lievelingsboeken zijn de boeken van Carry Slee. Ik ben Floor en mijn lievelingsboek is ‘Superhelden.nl’.
Leeservaringen
M: Het leuke aan boeken is dat je in een verhaal wordt meegenomen. L: In ‘Dagboek van een muts’ zie je de lijntjes en tekeningen van de hoofdpersoon, dat lijkt net echt. D: Dat je het gevoel hebt dat je er zelf in meespeelt. Fl: Ik hou meer van spannende boeken.
(Online) lezen
S, D, Fe, Fl: Nee, wij lezen geen boeken op een website, alleen op papier. M: Ja ik lees boeken met de app iBooks op de iPad. L: Ja, ik ook. M: Ik vind het leuker om uit een boek te lezen. L: Ik vind het verschillend, het is handig dat je de letters groter kan maken, maar bij kleine letters krijg ik hoofdpijn van de iPad. S: We kiezen zelf de boeken uit op school. D: Als wij gaan lezen moeten wij in de klas blijven en mogen we niet in de schoolbibliotheek gaan kijken.
Tabletgebruik
S, D, Fe, Fl: Nee, wij hebben geen tablet. D: Ik lees gewoon klassiek boeken. M: Ik heb een iPad gekregen voor mijn verjaardag. S, M, L: Vooral Instagram en Snapchat. L: Ik doe graag spelletjes waarbij ik na moet
Scriptie – Esther Grandiek
139
denken. D, Fe, Fl: Vooral filmpjes kijken via YouTube en naar vloggers kijken. Bijvoorbeeld Beautygloss en StukTv. StukTv is een serie en jongeren moeten opdrachten uitvoeren. L: Ik heb mijn eigen YouTube-kanaal. Fe: Ik mag dat niet van mijn ouders. L: Op Facebook spelletjes doen . M: Ik ga een eigen blog beginnen. L: Nee, op school gebruiken we geen tablets. Op de middelbare school krijgen we een laptop met touchscreen. Fe: Ik zit overal op moviestarplanet.nl. M, L, S, Fl: Ik ook! L: Facebook is alleen voor contact met mijn familie. Sociale media
Fl, M, L, S, D: Ik wil op sociale media niet delen dat ik een online boek lees. S: Instagram is voor mooie foto’s. L: Via Snapchat kun je van alles naar elkaar sturen, van die onzin foto’s.
(Online) magazines
D: Ik lees Donald Duck. Fl: Ik lees de Tina. Fe: Ik lees MeidenMagazine. M: Ik lees Hitkrant, Tina en Fashionista. L: Ik lees Fashionista. L: De bekende sterren en de pagina’s met de kleding. Dat je er net zo uit kunt zien als een bekend persoon. Fl: De strips en vooral de quizzen zijn leuk. S: Vooral een quiz waarbij je pijlen kunt volgen en de quizzen met ‘Wat voor type ben jij?’ Fe: De vervolgstrippen zijn leuk dan ben je heel benieuwd wat er de volgende keer komt. D: De strips en de moppen vind ik leuk. Fl: Online een tijdschrift lezen is niet handig. Je moet de hele tijd inzoomen en scrollen. S:Mijn computer liep vast toen ik een online tijdschrift wilde lezen. Fe: Op een tablet lezen is niet handig, want als ik per ongeluk op mijn scherm klik dan raak ik allerlei knoppen aan en is de tekst weg.
Scriptie – Esther Grandiek
140
Fl: Ik mag van mijn ouders niet elke dag op de computer en hooguit een half uur. M: Ik ga liever naar de bibliotheek. Fl: Ik heb tien boeken gehaald bij de bibliotheek. Fe: Ik lees altijd stiekem in bed. Online magazine Boekenwolk (dummy)
S: Ik ga alleen een online magazine lezen als het gratis is en het er interessant uitziet. M: Het (online) tijdschrift van Tsjakka is zo gewoontjes.
Vormgeving
L: Met bloemetjes en figuurtjes zien de pagina’s er gezellig uit en ga je het sneller lezen. D: Boekenwolk zit er nu niet echt voor kinderen uit groep acht. M: de kleuren blauw en groen van Boekenwolk zijn mooi. Fe: het figuurtje ziet er kinderachtig uit. S: Allerlei kleuren, oranje, paars en rood. Van alles door elkaar dat maakt het vrolijk. Fl: De plaatjes zijn kinderachtig maar de wolkjes zijn wel leuk.
Thema van het online magazine
L: Mode Fl: Bekende mensen Fe: Dieren en weetjes net zoals bij Know How. S: Veel spelletjes.
Filmpjes of tekst?
Fe: allebei, te veel filmpjes is ook niet handig. D: Filmpjes en weinig tekst.
Apps en games
M: Games zijn niet leuk vooral apps. S: Een app van de week. D: Een app van de dag.
Mening geven over boek
Fe: Ja dat is leuk. L: Vooral als je kunt zien wat kinderen ervan vinden. S: Verschillende kinderen die hun mening geven. Fl: Ik droom soms over de verhalen die ik lees in de boeken. M: Boeken met te veel tekst is niks aan. Fl: Er moeten juist veel plaatjes inzitten. S: Je mening geven door middel van een thermometer of het boek warm of koud is leuk. D: Het kan ook een weerbericht zijn over
Scriptie – Esther Grandiek
141
boeken. Idolen
S: Ariana Grande Allemaal: Jason Derulo Fe: One Direction Fl: B-Brave.
Cover tijdschrift
M, S, Fe, Fl, L: een ster op de voorkant
Spelletjes
Fl: Vooral quizzen, wat voor type ben jij. M: Wat voor ijsje ben jij? S: Dat je pijlen kunt volgen. L: Een horoscoop.
Letterspelletjes
Fe: Niet te veel anders wordt het begrijpend lezen. M: Een invulverhaal of een rebus is wel grappig. L: Een woordzoeker is wel leuk.
Knutselen
Fl: Ja heel leuk om te doen. S: Leg het uit met een filmpje. L: Ik maak soms eigen tijdschriften.
Interview met een schrijver
D, S, M: Saai. Fl: Of het moet heel leuk uitgelegd worden maar anders sla ik het over.
Strips
D: Heel leuk! S, L, Fe; Ja heel veel strips zijn leuk.
Zelf een gedicht of verhaal schrijven
L: Het is leuk om te lezen als een verhaal waar gebeurd is. M: Ik wil geen gedicht schrijven.
Scriptie – Esther Grandiek
142
Scriptie – Esther Grandiek
143
Bijlage X: Beoordelingsschema’s Beoordeling Jonge Jurymagazine, uitgave Lezen Criteria
1
2
3
4
5
Vormgeving Vormgeving sluit aan bij het concept
X
Consistentie huisstijl
X
Gebruiksvriendelijkheid en navigatie
X
Content Boeiende en relevante tekst
X
Relevant beeldmateriaal
X
Aandacht voor details
X
Innovatie De digitale mogelijkheden worden benut.
X
Beoordeling Samsam, uitgave Kinderrechten Criteria
1
2
3
4
5
Vormgeving Vormgeving sluit aan bij het concept
X
Consistentie huisstijl
X
Gebruiksvriendelijkheid en navigatie
X
Content Boeiende en relevante tekst
X
Relevant beeldmateriaal
X
Aandacht voor details
X
Innovatie De digitale mogelijkheden worden benut.
X
Beoordeling Tsjakka!, nummer 9 Criteria
1
2
3
4
5
Vormgeving Vormgeving sluit aan bij het concept
X
Consistentie huisstijl
X
Gebruiksvriendelijkheid en navigatie
X
Content Boeiende en relevante tekst
X
Relevant beeldmateriaal Aandacht voor details
X X
Innovatie De digitale mogelijkheden worden benut.
X
Scriptie – Esther Grandiek
144
Beoordeling Cricket, uitgave september 2014 Criteria
1
2
3
4
5
Vormgeving Vormgeving sluit aan bij het concept
X
Consistentie huisstijl
X
Gebruiksvriendelijkheid en navigatie
X
Content Boeiende en relevante tekst
X
Relevant beeldmateriaal
X
Aandacht voor details
X
Innovatie De digitale mogelijkheden worden benut.
X
Beoordeling Schooltv, nummer 2 Criteria
1
2
3
4
5
Vormgeving Vormgeving sluit aan bij het concept
X
Consistentie huisstijl
X
Gebruiksvriendelijkheid en navigatie
X
Content Boeiende en relevante tekst
X
Relevant beeldmateriaal
X
Aandacht voor details
X
Innovatie De digitale mogelijkheden worden benut.
X
Beoordeling Brabant magazine, editie 3, 2014 Criteria
1
2
3
4
5
Vormgeving Vormgeving sluit aan bij het concept
X
Consistentie huisstijl
X
Gebruiksvriendelijkheid en navigatie
X
Content Boeiende en relevante tekst
X
Relevant beeldmateriaal
X
Aandacht voor details
X
Innovatie De digitale mogelijkheden worden benut.
X
Scriptie – Esther Grandiek
145
Beoordeling iFly magazine, editie 38, september 2014 Criteria
1
2
3
4
5
Vormgeving Vormgeving sluit aan bij het concept Consistentie huisstijl
X X
Gebruiksvriendelijkheid en navigatie
X
Content Boeiende en relevante tekst
X
Relevant beeldmateriaal
X
Aandacht voor details
X
Innovatie De digitale mogelijkheden worden benut.
X
Scriptie – Esther Grandiek
146
Scriptie – Esther Grandiek
Bijlage XI: Online magazine Online magazine Het online magazine is te bekijken via de website: http://www.boekenwolk.nl/leestijd/01/ Zie bijgevoegde cd voor een PDF van het magazine. Dummy voor usability test Zie bijgevoegde cd voor de dummy van de usability test. Folder Boekenwolk Zie bijgevoegde cd voor de folder van Boekenwolk. Schermafbeeldingen
147
Scriptie – Esther Grandiek
148
Scriptie – Esther Grandiek
149
Scriptie – Esther Grandiek
150
Scriptie – Esther Grandiek
151
Scriptie – Esther Grandiek
152
Scriptie – Esther Grandiek
153
Bijlage XII: Interviews, panelgesprekken & usability test Geluidsfragmenten interviews en panelgesprekken Zie bijgevoegde cd. Video’s usability test Zie bijgevoegde cd. Knutselvellen panelgesprek Zie bijgevoegde cd. Toestemmingsformulieren ouders Zie bijgevoegde cd.
Scriptie – Esther Grandiek
154
Scriptie – Esther Grandiek
Bijlage XIII: Criteria sitescan
155