VeenKrant
december 2014
2014-2015
nr. 1
VeenKrant 1
2014 - 15 nr.1
nieuwsbrief van het Gerrit van der Veen College
december 2014
Inspirerend en uitdagend onderwijs Ellen Veenemans
van de redactie Een school is een wonderlijk ding. Wat de mensheid in de loop der eeuwen aan kennis bij elkaar heeft gesprokkeld, draagt een school in vijf, zes jaar tijd aan zijn leerlingen over. Die kennis is echter per definitie oud. Om onze leerlingen voor te bereiden op de toekomst, leren wij ze zaken die in het verleden zijn ontdekt. Het mooie is dat dit vaak nog lukt ook. Maar het is nog mooier dat dit net zo vaak ook niet lukt. De leerlingen worden namelijk geen replica’s van onszelf. Sterker nog: met of ondanks al die oude kennis, ontstaan er mensen met nieuwe ideeën en nieuwe vormen van expressie. Als dit nieuwe ontstaat zonder dat we dat precies geregisseerd hebben, spreken we van talent. De laatste maanden is weer duidelijk geworden dat er bij ons heel wat talent rondloopt. Dat blijkt uit de columns die zijn geschreven, uit de poëzie die is gemaakt en uit de acteerprestaties tijdens Becoming en de schoolvoorstelling. Als een school niet alleen kennis overdraagt, maar ook talent tot bloei laat komen, is een school pas echt een school.
Het Gerrit van der Veen College is om verschillende redenen een unieke school. Om te beginnen koppelen wij intellectueel uitdagend onderwijs aan het ontwikkelen van creatieve en expressieve vaardigheden. Daarnaast besteden we veel aandacht aan de ontplooiing van het kritische denkvermogen en de maatschappelijke verantwoordelijkheid van leerlingen. En tot slot vinden wij het belangrijk dat havo- én vwo-leerlingen op één en dezelfde school inspirerend en hoogwaardig onderwijs kunnen genieten.
essentieel om met name in de bovenbouw op zowel inhoudelijk als financieel verantwoorde wijze de vier profielen te kunnen aanbieden. Dankzij de populariteit van de school en de verbeterde eindexamenresultaten van zowel havo als vwo lukt dat de laatste
elkaar in de klas zitten, de DaMuleerlingen uitgezonderd, trekken ze zeer regelmatig met elkaar op. Dat komt onder andere omdat bij excursies, werkweken en natuurlijk bij alle schoolfeesten geen onderscheid wordt gemaakt tussen havo en vwo. Deze mengeling van verschillende niveaus heeft een positieve uitwerking op de sfeer en de cultuur van onze school. Dat merken we dagelijks!
jaren heel goed. We moeten wel waakzaam blijven op dit punt, want de concurrentie tussen de Amsterdamse scholen om de
Dat laatste is minder evident dan het lijkt. In de regio Amsterdam kiezen steeds meer scholen voor het aantrekken van leerlingen van één niveau. Dat heeft geleid tot een toename van het aantal categoriale scholen. Zo is het aantal gymnasia uitgebreid tot vijf en zijn er ook een aantal categoriale havo-scholen en vwoscholen ontstaan. Het Gerrit van der Veen College vindt het echter belangrijk dat havo- en vwo-leerlingen samen op een en dezelfde school onderwijs volgen. Op dit moment zitten er 915 leerlingen op onze school, 400 op het vwo en 515 op de havo. Hoewel deze leerlingen niet bij
Het is om verschillende redenen niet eenvoudig om een evenwichtige verhouding te handhaven tussen het aantal havo- en vwoleerlingen. Voldoende massa is voor beide afdelingen echter wel
vervolg op pagina 2
in dit nummer 1 Uitdagend onderwijs 2 Mededelingen 3 Filosofie als examenvak 4 Columns studiereis 5 Kunstdagen derde klas 5 PoëzieRevue 6 Gerrit Sport 6 Brugklassers op pad 7 Interview theaterdocenten 8 Becoming 2014 8 Column Gijs Bouwer
2
2014 - 15 nr.1
vervolg van pagina 1
leerlingen met een vwo-advies is pittig, met name door de al genoemde groei van het aantal categoriale scholen in Amsterdam. Gelukkig heeft onze school zoveel sterke punten dat het nu al voor veel leerlingen van groep acht met een vwo-advies evident is om voor ons te kiezen. Toch moeten we ons als Cultuurprofielschool blijven ontwikkelen en ons blijven inzetten voor kwalitatief goed onderwijs. Om dit laatste te bewerkstelligen en de resultaten nog beter te maken is het belangrijk dat de leerlingen op de juiste afdeling terecht-
komen. De laatste jaren zien we er daarom scherper op toe dat leerlingen met een geschiktheid voor de havo na de brugklas ook echt op de havo terechtkomen en leerlingen met een geschiktheid voor het vwo ook echt op het vwo. Dit beleid heeft er al toe geleid dat het verschil tussen schoolexamencijfers en centraal examencijfers een stuk kleiner zijn geworden. Bovendien is het slagingspercentage van het vwo de afgelopen vier jaar gestegen tot negentig procent en is het aantal leerlingen dat tussentijds blijft zitten, afgenomen.
december 2014
Ondanks deze goede resultaten gaan we komend schooljaar nog een aantal dingen veranderen. Na een studiedag met docenten heeft de schoolleiding besloten om volgend schooljaar twee vwo-brugklassen, twee havo/ vwo-brugklassen en één DaMubrugklas in te richten. Behalve door de ambitie om ook in de toekomst een havo-afdeling en een vwo-afdeling van gelijke omvang te realiseren, is dit laatste besluit ook ingegeven door de nieuwe wijze waarop leerlingen van groep acht dit jaar hun school gaan kiezen. Volgens het nieuwe systeem van matching worden alle Amsterdamse basisschoolverlaters geplaatst op een school die zo dicht mogelijk bij hun eerste keuze ligt. Kan een leerling niet geplaatst worden op de school van zijn eerste keuze, dan wordt hij automatisch doorgesluisd naar de school van zijn tweede keuze, enzovoort. Dit systeem
VeenKrant deze leerlingen niet al bij voorbaat aan de categoriale gymnasia en andere vwo-scholen te verliezen, heeft het Gerrit van der Veen College dus besloten om in 2015 twee vwo-brugklassen op te zetten. Belangrijker dan deze formele verandering is echter dat we op dezelfde studiedag met elkaar hebben besloten om onze vwoafdeling nog meer kwalitatieve impulsen te geven. In de twee eerste klassen van het vwo gaan we zo naast het reguliere lesaanbod ook talentprogramma’s aanbieden. Maar ook in de bovenbouw zullen we leerlingen de gelegenheid bieden om zich te onderscheiden. Om te beginnen kunnen leerlingen in 2015 voor het eerst filosofie als eindexamenvak kiezen. Verder willen we met name op het gebied van de bèta-vakken gaan samenwerken met universiteiten. We willen het zo voor elkaar krijgen dat ons kunst- en cultuuronderwijs én
Mededelingen schoolleiding
VeenKrant
Per 1 december zijn Eveline Vermeulen en Sharon Jonker benoemd tot jaarlaagcoördinator ad interim. Eveline ondersteunt de afdelingsleider bovenbouw (Dick Barkey) en Sharon voert bij Gijs Bouwer coördinerende taken binnen de onderbouw havo uit.
Chantal Bosma neemt een deel van de zorgcoördinatortaken van Sharon Jonker over. Deze herschikking van taken heeft enkele klassenwisselingen tot gevolg gehad. De betrokken ouders zijn hiervan op de hoogte gesteld. Op 21 januari a.s. is een roostervrije dag voor leerlingen gepland. Op die dag zijn er leerlingbesprekingen. Leerlingen met achterstanden bij het inhalen van verzuim moeten op deze dag terugkomen.
moet voorkomen dat een leerling die niet geplaatst kan worden op de school van zijn eerste keuze in de tweede ronde ook bij al zijn andere favoriete scholen achter het net vist. Om dit systeem mogelijk te maken moeten scholen van tevoren opgeven hoeveel havo-leerlingen en hoeveel vwoleerlingen zij kunnen plaatsen. Om de school voor leerlingen met een vwo-advies zo aantrekkelijk mogelijk te maken en om
ons bèta-onderwijs elkaar wederzijds stimuleren en versterken. Tot slot willen we volgend jaar in samenwerking met de leerlingenraad een bijlessysteem gaan opzetten waarbij onderbouwleerlingen bijles krijgen van bovenbouwleerlingen. Via al deze initiatieven zorgen we ervoor dat de vwo-leerling met interesse voor kunst en cultuur cognitief wordt uitgedaagd en kunstzinnig wordt geïnspireerd!
3
2014 - 15 nr.1
Eindexamen doen in levensvragen Henk van der Waal
Waar houden de anderen op en waar begin ik? Heb ik nou wel een eigen vrije wil of niet? Is mijn geaardheid aangeboren of aangeleerd? Heb ik een lichaam of ben ik mijn lichaam. En waarom vind ik dingen mooi? Dergelijke vragen gaan bewust of onbewust rond in het hoofd van middelbare scholieren. Hoewel het vragen zijn die nooit definitief beantwoord zullen worden, is het antwoord dat mensen op deze vragen geven, bepalend voor de wijze waarop zij hun leven inrichten. Het is daarom belangrijk deze vragen zo vroeg mogelijk uit hun sluimertoestand te bevrijden en tot onderwerp van gesprek te maken. Gelukkig is er een vak dat dit systematisch doet: filosofie. Als vervolg op de lessen levensbeschouwing in de onderbouw krijgen onze leerlingen in het vierde leerjaar al enige tijd dit oude vak. Ze maken kennis met de geschiedenis van de filosofie en leren systematisch en logisch nadenken. Om dit voor elkaar te krijgen reiken we ze verschillende werkvormen aan. Het klassengesprek naar aanleiding van een spreekbeurt is bijna standaard. Daarnaast moet iedere leerling een essay schrijven over een begrip als rechtvaardig-
Ellen Veenemans
Vlak voor de kerstvakantie krijgt magister voor ouders en leerlingen een nieuw jasje. Het grote voordeel daarvan is dat magister vanaf dat moment via mobiel, tablet en computer en zonder silverlight te bereiken is. Meer informatie volgt spoedig via de mail.
december 2014
heid of geluk. Ook krijgen de leerlingen de opdracht om een eigen filosofie te ontwerpen in de vorm van een film. Een aantal leerlingen heeft er na dit ene jaartje filosofie nog geen
genoeg van en wil dieper op de materie ingaan. Het goede nieuws is dat dit vanaf volgend jaar ook kan. De huidige 3vwo-leerlingen kunnen filosofie namelijk kiezen als eindexamenvak. Dat betekent dat zij ook in de vijfde en de zesde drie uur filosofie krijgen. Die lessen filosofie sluiten zij dan net als de andere eindexamenvakken af met een schoolexamen en een centraal examen. Zo’n eindexamen vergt natuurlijk veel voorbereiding. Behalve dat we de onderzoeksvaardigheden van de leerlingen zullen uitbreiden met bijvoorbeeld het voeren van socratische gesprekken, gaan we ook diep in op de onderdelen van de filosofie die op het centraal examen aan bod komen. Het eerste vakgebied dat we in dit kader bestuderen, is de wijsgerige antropologie. In dit onderdeel van de filosofie draait alles om de mens. Zoals iedereen weet, lukt het maar niet om vast te stellen wie of wat die mens precies is. Toch gaat iedereen uit van allerlei veronderstellingen daaromtrent. De wijsgerig antropoloog probeert duidelijk te maken dat het niet om het even is welke veronderstelling we huldigen. Het maakt bijvoorbeeld uit of we vinden dat de mens een redelijk wezen is dat al zijn gevoelens en emoties onder controle moet hebben, of dat we vinden dat de mens een verzameling verlangens is met een verstand dat er slechts toe dient om die verlangens in vervulling te laten gaan. Naast de wijsgerige antropologie gaan we ook diep in op de ethiek. Voor leerlingen die over een aantal jaren een volwaardig burger zullen zijn van onze maatschappij,
Bij kunstvak beeldend hebben de leerlingen uit de vierde klas de opdracht gekregen een portret van een filosoof inclusief zijn motto te maken. Hierboven Jean-Paul Sartre door Iris Kaliën, linksonder Hannah Arendt door Saar van Ommen, rechtsonder Aristoteles door Isis de Lange en op pagina 6 Julia Kristeva door Djamé Determeijer.
is het belangrijk om te bestuderen wat goed is en wat fout. Kunnen we onze handelingen langs een
meetlat leggen en dan bepalen of wat we doen oké is of niet? En die meetlat, is die universeel en voor iedereen in alle tijden en op alle plaatsen hetzelfde? Of zijn onze normen en waarden relatief en
contextgebonden? Tot slot kan op een opleiding voor Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs de wetenschapsfilosofie niet ontbreken. De filosofie geldt als de moeder aller wetenschappen. Zelf staat ze echter net buiten de wetenschap. Waar de wetenschap zoekt naar objectieve kennis, vraagt de filosofie zich af of objectieve kennis wel mogelijk is. Wordt onze kennis niet vertroebeld door de beperktheid van onze zintuigen of vervuild door onze meetinstrumenten of ingesnoerd door de taal die we spreken? We kunnen ook nog een niveau dieper graven en ons afvragen welke houding iemand moet innemen om objectieve kennis te kunnen voortbrengen. Al snel zullen de vervolg op pagina 6
4
2014 - 15 nr.1
Studeren is een feest De studiereizen van de vijfdeklassers naar Barcelona, Berlijn en Mimizan-Plage betekenen niet alleen voor de leerlingen een evenement van formaat. Ook op enkele ouders kan deze reis een behoorlijke impact hebben. Die suggestie wordt althans gewekt in de hieronder afgedrukte column over de surfweek in Frankrijk. Bij terugkomst schrijven alle leerlingen een dergelijke column voor het vak Nederlands. De andere hieronder gepubliceerde column maakt duidelijk dat ook de studiereis naar Barcelona zo zijn confronterende kanten had.
Ja, dit is prachtig! Iman van Rossum (5VB)
Het is niet niks om als hardwerkende man van middelbare leeftijd je lieve onschuldige kind op een zon-, zee- en strandvakantie te sturen. Het educatieve niveau in twijfel trekkend verschijn je toch maar op de ouderavond, vastbesloten deze gevoelige kwestie aan de kaak te stellen. Buiten dat is er natuurlijk nog een andere hindernis. Het is verboden en de leraren zullen er vast wel op letten, maar het is toch te koop: alcohol. Het moment komt en je spreekt je mening uit over de mate van educatieve verantwoordelijkheid. Helaas, je wordt niet serieus genomen. Maar dat laat je niet gebeuren en wanneer blijkt dat de andere ouders jouw mening niet delen en het je te ver gaat, loop je woedend het lokaal uit. Nog geen week later vertrekt de groep en jouw kind gaat mee. Nu maar hopen dat de golven meters hoog zijn en de barman-
nen streng. Loslaten heet dit, het vergeten en ver weg stoppen. Nog geen twee dagen later ontvang je een sms’je met de uitleg dat er gedronken is en dat iedereen dat aan zijn ouders moet melden. Zie je wel, zei ik het niet! Tot overmaat van ramp wordt er ook nog gevraagd of jij een mailtje naar meneer Geurts kunt sturen om te laten weten dat het gemeld is. Toch maar doen dan, er is nu niks meer aan te veranderen. Verder hoor je vrij weinig en zie je op Facebook een paar foto’s verschijnen van je kind, met een glimlachende zon en zout haar. Het einde van de feestweek nadert en over twee dagen sta jij op Schiphol te wachten, te midden van alle andere ouders. De agenda is leeg gehouden tussen elf en één. Daar sta je dan. Wachtend op al die jongvolwassenen die straks door de schuifdeuren komen wandelen, vraag jij je iets af: ‘hoe zal ik reageren?’ Daar komen ze, en bij het zien van al die bruinverbrande koppen probeer jij antwoord te geven op de vraag in je hoofd. Maar je krijgt de tijd niet. Een vader naast je stoot je aan en zegt: ‘Is dit niet prachtig?’ Op dat moment komt jouw kind de deur uit en de tranen schieten je in de ogen. Ja, dit is prachtig!
december 2014
Beestachtig Barcelona Jikkie Schelling (5VB)
Barcelona maakte het beest in ons wakker. Net als dieren leerden wij daar onszelf onbeschaamd op te stellen. Ik denk dat het een samenloop van omstandigheden was. We werden uit ons dagelijkse habitat geplukt en in een bloedhete stad gegooid. De douches hadden geen slot. Onze kamer werd door ons voorzien van de meest opvallende wachtwoorden en bevond zich naast een kamer vol Rotterdammers die ons elke dag uitnodigden voor een glaasje cognac. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de vele uitstapjes die we maakten terwijl de brandende Spaanse zon ons uitlachte. Ik neem dan ook maar aan dat dit hetgeen was waar onze onbeschaamdheid mee begon: de klotsende oksels, het zweet dat in onze ogen gutste. Tussen de activiteiten door streken we ergens neer in de schaduw, terwijl we hele stokbroden naar binnen werkten en praatten over het scheren van je benen en nog meer bezigheden. Na een dag gevuld met drie activiteiten wisten we allemaal dat het onmogelijk was om fris en fruitig terug te keren in het hostel. We namen het elkaar dan ook niet meer kwalijk dat we onze stinkende sportschoenen op het balkon lieten luchten terwijl de wind de stank naar binnen waaide. Als we vervolgens besloten te douchen om het zout van ons af te schrobben, kon er elk moment iemand zomaar je douche binnen wandelen. Het enige wat je hier van de buitenwereld gescheiden hield was een niet goed sluitend en behoorlijk lullig douchegordijntje. Wanneer je dan vervolgens voor de deur van onze kamer, in niet meer
VeenKrant gekleed dan een handdoekje, luidkeels ‘gloryhole’ stond te schreeuwen om toegang tot de kamer te krijgen, stormde een van the cognac nextdoor-Rotterdammers uit de kamer naast ons naar buiten. Halfnaakt een gesprek voeren met een jongen die elk moment van de dag ‘morgûh’ mompelt terwijl je net seksueel getinte woorden door de deur van kamer 407 hebt lopen brullen, is een niet veel voorkomende situatie. Maar in Barcelona gebeurde het. Uit zelfbescherming zetten we onze glimlach op en antwoordden we braaf op alles wat de Rotterdammer wilde weten. Nee, ik ben niet ongesteld. Ja, ik vind het prima als jullie me de chagrijn noemen. Ja, ik heb het naar mijn zin. Barcelona is inderdaad heel mooi. Ja, ik mis mijn vriendje. Het zal wel dat ik daarom zo boos doe. Nee, ik heb niet gedronken. Ja, wij gaan inderdaad al bijna weer weg. En nee, dank je, ik hoef echt geen glaasje cognac. Zo transformeerden wij van echte dames tot een stel beesten. De partynon, het meisje in het handdoekje, de kruidenboter, moderne dans, de euro in het toilet, de gesprekken tot ‘s avonds laat, Barcelonian Rhapsody en de ontelbare lachbuien. Als mensen vragen hoe het was, probeer ik Barcelona perfect te omschrijven in een paar zinnen. Barcelona was een week waarin we elkaars dierlijke kanten leerden kennen en het compleet accepteerden. We beschermden elkaar als een leeuwin haar welpjes. We waren constant aan het jagen op voedsel. We hielpen elkaar met het verzorgen van onze haren als apen die elkaar uitluizen en we gierden van het lachen als hyena’s. Barcelona was een week vol zweet, kapotte voeten, genante situaties, lachbuien en muggenbulten. Barcelona was een beestenboel.
VeenKrant
december 2014
2014 - 15 nr.1
5
Cool, spannend en leuk Nienke Bakker
Vanuit het thema Transformatie hebben de derdeklassers drie dagen lang gewerkt met en als een kunstenaar. Op de kunstenaarsbroedplaatsen NDSM en
Marci Panis waren verschillende workshops. De leerlingen gingen onder andere theater maken, windkarren ontwerpen en bouwen en een nummer schrijven met een singer-songwriter. Op MK 24 gingen leerlingen aan de slag met beeldende technieken zoals etsen, zeefdrukken en beeldhouwen. De workshop muziek, waarbij foto’s omgezet moesten worden in muziekstukken, vond plaats op school. De leerlingen uit klas 3B werkten op de theaterschool met een oudleerlinge van onze school die nu theaterdocent is. De resultaten waren mooi en verrassend. Zo kon je met een vingercamera door een maquette
gaan, waren er verschillende performances op de helling buiten bij de NDSM-werf, werden de gemaakte muziekstukken uitgevoerd en waren er tentoonstel-
lingen en kleine voorstellingen. ‘Het was cool, spannend en leuk,’ zei een leerling. Ik sluit me daar helemaal bij aan.
Drie dichttalenten naar finale PoëzieRevue Annemarie Rozing
Busi Dawkins (3VA) , Jorn Sparrius (3HD) en Kylan van Houten (3VC – Voordrachtsprijs) zijn de trotse winnaars van de VERS PoëzieRevue. Zij gaan naar de finale op 27 mei in de Stadsschouwburg! De revue vond plaats op 21 november in de centrale bibliotheek. Ook de derde klassen van het Spinoza Lyceum waren vertegenwoordigd. En het was met recht een revue. Tijdens de show werd er gedanst, gerapt, gezongen en natuurlijk waren er de voordrachten van de genomineerde leerlingen en dichter Sasja Janssen. Voorafgaand aan de revue schreven ruim 170 derdeklassers van het Gerrit van der Veen College uit Amsterdam hun eigen gedicht. Dit deden ze in het kader van VERS 2014, hét poëzieproject van School der Poëzie voor kinderen en jongeren rond de VSB Poëzieprijs, de belangrijkste poëzieprijs in het Nederlandse taalgebied. De leerlingen lieten zich bij het schrijven van de gedichten inspireren door één van de vijf genomineerde dichters, te weten: Piet Gerbrandy, Sasja Janssen, Peter Verhelst, Hester Knibbe en Alfred Schaffer.
De jury was enthousiast en tegelijkertijd verbaasd over het hoge niveau van de gedichten en over de manier waarop de jongeren de taal naar hun hand hadden gezet. Ook de docenten Nederlands zijn iedere keer weer verrast door de mooie, ontwapenende en creatieve teksten die de leerlingen produceren. De leerlingen zelf soms ook trouwens. In het juryoordeel werden daarnaast de bijzondere en soms zware thema’s en het lef waarmee de leerlingen schrijven, genoemd. De jury bestond uit dichter Sasja Janssen, Ellen Veenemans, rector van het Gerrit van der Veen College en Jos Catau, rector van het Spinoza Lyceum.
Zwart Ik hou er eindelijk mee op om niemand te zijn Ik zie de duisternis krioelen om de stupiditeit van het leven. Ik voel het vuur van de waanzin rondom de dood. Ik schuil achter het duister om mijn angst te verbergen Ik vind blijdschap in het idee van het eeuwige slapen en ik zie het licht in de tranen van vroeger en de geesten van nu. Ik hou er eindelijk mee op om niemand te zijn En keer terug naar niks. Busi Dawkins geïnspireerd door Sasja Janssen
WOORDEN, TRANEN EN BLOED Mijn tong zit vol woorden die er niet af willen springen Maar het is een kwestie van tijd tot de woorden vertrekken van mijn tong. Ze moeten door een labyrint om vrij te komen De woorden zijn er bijna En opeens, springen ze eruit Nu zijn het niet alleen de woorden die van mijn tong sprongen maar ook tranen springen nu uit mijn ogen Ik voel een felle pijn in mijn gezicht en realiseer me dat ze me had geslagen Nu springt ook het bloed uit mijn gezicht Jorn Sparrius geïnspireerd door Peter Verhelst
6
2014 - 15 nr.1
december 2014
VeenKrant
VeenKrant
december 2014
7
2014 - 15 nr.1
vervolg van pagina 3
Mijn brugklassers, onze ambassadeurs Michel Velu
Toen ik in augustus 2000 op het Gerrit van der Veen College kwam werken, kreeg ik de werving en selectie van de brugklasleerlingen in mijn portefeuille. De school was klein, telde bijna 400 leerlingen, en had nog niet zoveel naamsbekendheid als nu. Weet u dat ik toen in de eerste weken na de kerstvakantie op een oude fiets met krantenwijktassen vol wervingsfolders en posters op goed geluk langsging bij al die Amsterdamse basisscholen? Door weer en wind! Ik heb dat een paar jaar volgehouden. Het komt me nu voor als een scène uit de vorige eeuw.
kiezen voor het
Gerrit van der Veen College havo/atheneum
2015
Soms kwam ik niet verder dan de conciërge. Die legde de folders dan ergens op een stapel post. Ik sprak ook wel eens een directeur met wisselende interesse en veel andere zaken aan zijn hoofd. Had ik pech, dan was groep acht net naar gymnastiek. Had ik geluk, dan mocht ik even groep acht in om iets te vertellen aan de kinderen en om folders uit te delen. In die tijd ging ik ook naar de toen nog veel voorkomende scholenmarkten. Daar hadden allerlei scholen voor voortgezet onderwijs dan een marktkraampje ingericht om reclame voor zichzelf te maken. Lekker opbieden tegen de concurrenten! Op een gegeven moment heb ik het echter over een andere boeg gegooid. Onze brugklasleerlingen zijn enthousiast, hebben een verhaal en zijn trots op onze school. Hun enthousiasme kunnen ze zelf het beste overbrengen en verwoorden. Daarom zijn onze brugklasleerlingen, de ‘mijne’ zeg ik vol trots, nu al jaren de ambassadeurs van het Gerrit van der Veen College op de basisscholen.
In november vragen leerlingen al of zij eind december naar hun basisschool mogen om te werven. Ik maak daar graag gebruik van, vooral omdat hun verhaal over hun nieuwe school veel meer impact heeft dan het mijne.
leerlingen erachter komen dat die houding neutraal, belangeloos en emotieloos moet zijn. Als een onderzoeker die houding aanneemt ten aanzien van een biljartbal is er niet zoveel aan de hand. Maar als hij dat doet ten aanzien van de mens of van zo-
Er zijn twee bijeenkomsten nodig om alles goed te organiseren en de leerlingen voor te bereiden. Ik hou bij wie naar welke school gaat. Verder wil ik dat onze leerlingen vooraf een afspraak maken, zodat zij op een tijdstip komen dat er aandacht is voor hun boodschap. Wat de leerlingen vertellen op hun oude school, laat ik aan hen over. Ik leg ze niets in de mond. Sommige leerlingen houden een power point-presentatie. Super toch? Dit is nog eens reclame. Mede door mijn brugklassers, uw kinderen, is het zo druk op de open avonden. En door onze leerlingen is het Gerrit van der Veen College zo’n fijne school om te verkopen.
iets ongrijpbaars als de menselijke geest, wordt al snel duidelijk dat het innemen van de objectiverende wetenschappelijke houding zo zijn consequenties heeft. Hoogstwaarschijnlijk kunnen leerlingen die na een aantal jaren filosoferen vat hebben gekregen op deze en andere consequenties van onze wijze van denken en onderzoeken, hun leven weloverwogen vormgeven in onze snel veranderende wereld.
Gerrit Sport! Bas Rodermans
Heeft U de folder met ons aanbod van dit schooljaar al gezien? De eerste activiteiten zijn al gestart. Zoals de looptraining die is begonnen. Twee enthousiaste trainers staan iedere dinsdag voor de zeven lopers klaar. Gedurende de week hebben ze ook contact met de MOOVZ-app om elkaar te motiveren om nog een keer te gaan trainen. In PowerQuest bij het Zuiderbad zijn op dinsdag de meiden en op donderdag de jongens aan het trainen op kracht, uithoudingsvermogen, core-stability en lenigheid. Voor de meiden hebben we dat
powergirls genoemd, voor de jongens strongboys. Op woensdag is de streetdanceclub weer actief in het danslokaal. De groep is wat kleiner dan andere jaren, maar juf Bodine is voortvarend van start gegaan. Tegelijkertijd wordt er gezaalvoetbald in sporthal De Pijp. Dankzij de inzet van onze nieuwe assistenten Dawn Verkerk (6V) en Tanja Nijboer (3VA) lopen de activiteiten prima. We zetten de dames ook in voor de activiteiten die het Gerrit zelf organiseert. De reeds genoemde activiteiten zijn in samenwerking met Topscore. Dawn traint zelf enthousiast mee met de
yoga-groep op maandagmiddag. In maart gaan er nog een aantal aantrekkelijke clubs van start: daar is al goed op ingeschreven. BMW-en, leuk. Freerunnen, su-
per. Roeien, met het Nederlands kampioenschap voor scholieren als doel. Skaten: cool. Tennis: superleuk !! Inschrijven is nog mogelijk!
Wat vind jij mooi? Wat wil jij vertellen? Wat maakt jou boos? Henk van der Waal
Tijdens de open dagen komen hordes leerlingen uit groep acht af op de workshops theater. Eenmaal op school willen diezelfde leerlingen niets liever dan theaterles volgen of meedoen aan de schoolvoorstelling. Waarin schuilt toch de aantrekkingskracht van het vak theater? Ik sprak erover met de docenten theater Anna Boelens en Nienke van Spreeuwel. In het Blauwe Theehuis in het Vondelpark heb ik nog geen vraag gesteld of Anna en Nienke steken van wal. Direct wordt duidelijk dat ze over alles hebben nagedacht en dat ze een hechte en aanstekelijke doorlopende leerlijn hebben ontwikkeld. Maar doorlopende leerlijn of niet, twee zaken zijn voor hen het allerbelangrijkst: spelplezier en eigenheid. Nienke: Als de leerlingen bij ons binnenkomen, willen ze gelijk een toneelstuk maken. Dat kan natuurlijk niet. Eerst moeten ze de basisvaardigheden onder de knie krijgen. Daar werken we in de eerste en tweede klas aan. Daarbij gaan we uit van henzelf: Waardoor word jij geïnspireerd? Wat wil jij maken? Wat maakt jou boos? Door dat uit te zoeken ontwikkelen ze een eigen stijl. Dat lukt alleen als ze plezier hebben in wat ze doen. Anna: Een voorwaarde daarbij is dat ze kunnen kijken naar elkaar zonder er direct iets van te vinden. Geen opmerkingen tussendoor, geen oordelen. Alleen dan voelen leerlingen zich vrij om te ontdekken wie ze zijn. Om welke basisvaardigheden draait het dan? Nienke: Bijvoorbeeld om schakelen. Hoe kom je van de ene emotie naar de andere. Hoe beleef je die overgang. En: hoe speel je dat? Anna: Een andere vaardigheid is contact maken met het publiek. Om dat te leren, moeten de leerlingen de scène die ze met elkaar bedacht hebben, vrijwel altijd presenteren. Dat vinden ze soms heel eng, maar vaak ook heel leuk. Nienke: In hun logboek houden
compleet met vormgeving en kostuums. Anna: Die eindopdracht presenteren ze in school voor vrienden, ouders en leerlingen. We proberen het zo fijn en veilig mogelijk te houden, maar vorig jaar zat de aula helemaal vol. Ze Hadden iedereen uitgenodigd. Kijk, dan zijn ze trots op wat ze zelf hebben gemaakt. Wanneer gaan ze in de theaters buiten school spelen? Anna: Daar beginnen we in de vijfde mee. We leggen dan een verbinding met een bestaand gezelschap. Het stuk dat dit gezelschap aan het voorbereiden is, wordt dan de inspiratiebron voor onze leerlingen. Die lezen het stuk en nodigen de regisseur uit. Vervolgens schrijven de vijfdeklassers een eigen scène op grond van dat stuk. Die scène spelen ze in het decor waarin het gezelschap zelf dat stuk ook speelt.
Theaterdocenten Anna Boelens en Nienke van Spreeuwel
ze bij welke basisvaardigheden ze geleerd hebben en welke termen daarbij horen: tableau, mise-enscène, transformatie, incasseren, hoge status/lage status. Ehh? Anna: Waar mensen bij elkaar zijn, heeft de een vaak een hoge status en de andere een lage. Dat kan echter ook veranderen. Als de koningin een scheet laat in gezelschap, schaamt ze zich waarschijnlijk dood. Dan transformeert haar hoge status in een lage status. Het leuke is dat in het theater zo’n hoge status makkelijk onderuit is te halen.
Is theater ook een eindexamenvak? Anna: Jazeker. In de derde kunnen de leerlingen theater als een kunstkeuzevak kiezen. Vervolgens kunnen ze aan het einde van dat jaar theater als eindexamenvak kiezen. Nienke: Dan krijgen ze opeens vier uur theater. Dat geeft ons de kans om nog meer met ze naar toneelvoorstellingen te gaan. Dat deden we in de onderbouw ook al, maar nu reserveren we daar een uur voor: het theatermaakuur. Ook leren we ze om steeds zelfstandiger te werken en steeds sterker vanuit zichzelf scènes te maken. Voor de grote eindopdracht van de vierde moeten ze dan ook zelf een regieconcept schrijven en uitvoeren,
Uiteindelijk moeten de leerlingen in de vijfde of zesde examen doen. Nienke: Voor het examen maken de leerlingen met elkaar een werkplaatsvoorstelling. In het examenjaar weten ze hoe ze een scène moeten schrijven en opbouwen. Ze kunnen ook zelf bedenken of ze een improvisatie willen maken of een uitgewerkt toneelstuk. Anna: Uiteindelijk leiden al die inspanningen tot een avondvullende voorstelling waarin iedere leerling een even grote rol heeft. Het is de bedoeling dat ze zelf een zaal zoeken en alles om de voorstelling heen organiseren. Nienke: Wij beoordelen ondertussen het proces en hun ontwikkeling. Bij de examenopvoering nodigen we dan nog een externe theaterdeskundige uit om samen met ons het eindcijfer te bepalen. vervolg op pagina 8
8
2014 - 15 nr.1
december 2014
VeenKrant
Becoming 2014 unforgettable Kees Zonneveld
vervolg van pagina 7
foto Boy Hazes
In een uitverkocht huis genoten vrijdag 7 november ouders, gasten en leerlingen van de prestaties van talrijke leerlingen. Becoming, zo heet dat als je iets in je mars hebt dat een podium ver-
dient, is voor leerlingen die iets bijzonders te bieden hebben. We genoten ademloos van de ultieme ingetogenheid van Joelle en Brit, we zaten te grinniken om de strapatsen van Wally en Jacob en we werden allen een beetje bedroefd bij Yousra en Mathilde, omdat het hun laatste optreden
foto Boy Hazes
En dan finita la commedia? Nienke: Nou, voor de leerlingen die doorstromen naar de verschillende theatervakopleidingen begint het dan pas. Soms komen die leerlingen ook weer terug om hier op school stage te lopen. Begin december speelde de nieuwe voorstelling Het tegenovergestelde van verdwijnen. Hoe wij worden wie we zijn. Een oud-leerling doet daarvan de regieassistentie. Dus nee, geen finita la commedia! Anna: De titel van deze voorstelling drukt precies uit wat de rode draad is van ons curriculum: ontdek je eigenheid. Dat vinden we heel belangrijk. Wat vind jij mooi? Wat wil jij vertellen? Wat wil jij spelen en waarom? Daar een vorm voor vinden is ploeteren, vallen en weer opstaan.
colofon Redactie en vormgeving: Henk van der Waal en Bert Looman Reacties en bijdragen naar: Redactie VeenKrant
[email protected] [email protected] Ook deze VeenKrant kunt u digitaal terugvinden op www. gerritvdveen.nl
was voor Becoming. Zij gaan namelijk gewoon hun diploma halen en elders achter de muziek aan. Om Yasha konden we lachen met zijn droge humor, en gedanst hebben we met Hille en zijn band. Maar een extra compliment verdient de presentatie die dit jaar in handen was van de lieftallige Tinka en Sharon, die uitblonken in improviseren en het op stoom brengen en houden van de zaal. Top dames!
Koos Soms kom je iemand tegen die zo authentiek en oprecht is dat daar een haast helende werking vanuit gaat. Koos Hersbach, onze schoolmaatschappelijk werker die vorige maand met pensioen ging, is zo iemand. In de gesprekken die hij voerde, had hij altijd die warme empathische grondhouding waardoor je voelde dat hij werkelijk in je geïnteresseerd was en dat je alles tegen hem kon zeggen zonder dat hij het zou veroordelen. Het zijn essentiële eigenschappen van een psycholoog die ervoor moet zorgen dat zijn cliënt zich gezien en gewaardeerd voelt en daardoor écht contact ervaart. Koos geloofde sterk in een systemische benadering van problemen waarbij het gezin en de omgeving van het kind wordt meegenomen in het zoeken naar een oplossing. Dit leidde er regelmatig toe dat Koos aan het einde van de dag op zijn fiets stapte voor een huisbezoek. Hij zat dan vaak urenlang te praten met kinderen en hun ouders. Naast deze systemische visie had Koos een voorliefde voor een paradoxale aanpak. Door leerlingen totaal tegenovergestelde adviezen te geven dan zij zouden verwachten, kon hij hen behoorlijk op het verkeerde been zetten. Een kind kon bijvoorbeeld van Koos horen dat hij zich heel goed kon voorstellen dat hij spijbelde, het was immers toch veel spannender op straat dan in de les… Koos ging zo als het ware naast het kind staan, dwong hem hierdoor uit zijn verzet en liet hem ongemerkt zelf argumenten bedenken om wel naar school te gaan. Een gouden methode! De laatste maanden sprak ik vaak met Koos over zijn naderende pensioen. Het viel hem zwaar. Hij kon zich niets voorstellen bij de stilte die hem te wachten stond na 34 jaar in de jeugdzorg te hebben gewerkt. Als het aan hem had gelegen was hij nog jaren doorgegaan. Naast het werk in zijn moestuin, waar hij zijn vrije tijd meestal doorbracht, had hij besloten na zijn pensionering vrijwilligerswerk met bejaarden te gaan doen. En anders wilde hij wel conciërge worden bij ons of... iets anders. Het kenmerkt zijn sterke behoefte zich nuttig te maken voor anderen, zich te ontwikkelen en altijd te blijven leren. Laatst, op een zondag, bezocht ik Koos in zijn moestuin. Ik zag dat dit blakende stukje aarde ten noorden van Amsterdam met grote liefde en toewijding werd bewerkt. Ik zag wat ik eigenlijk al wist: alles wat aandacht krijgt, groeit…