Raadsvoorstel
Nr. 2011-068
Houten, 1 december 2011
Onderwerp: Regionale OV-visie
Beslispunten: 1. Kennis te nemen van de regionale OV-visie. 2. In te stemmen met de conceptbrief waarin waarin de Houtense reactie op de regionale OV-visie is weergegeven.
Samenvatting: Op 12 oktober 2011 heeft het Algemeen Bestuur van het BRU de concept regionale OV-visie vastgesteld en vrijgegeven voor behandeling in gemeenteraden. In deze visie focust het BRU op uitbreiding en kwaliteitsverbetering van het OV-systeem in de regio bij het vasthouden van de betaalbaarheid. Daarbij dient het OV-systeem berekend te zijn op de groei van het aantal inwoners en arbeidsplaatsen in de regio. Het BRU zet hierdoor in op versterken van de reeds sterke lijnen, het bieden van een basisnet en het ontwikkelen van een servicenet voor mensen die niet in hun eigen vervoer kunnen voorzien. Daarnaast moet door een stelsel van knooppuntontwikkeling en tan genten de samenhang in het netwerk verbeterd worden. Het doortrekken van de sneltram naar de Uithof en de introductie van het 6/6 treinensysteem spelen hier een belangrijke rol in. In de reactie van Houten reageren we met name op de mogelijke knooppuntontwikkeling van Houten in het regionale Openbaar Vervoer en de invulling van het servicenet door de ontwikkeling van kleinschalig vervoer in Houten.
Inleiding: Het Bestuur Regio Utrecht is de bestuurlijke opdrachtgever voor het openbaar vervoer in de regio Utrecht. De gemeente Houten kan haar visie, wensen en belangen inbrengen. In 2008 heeft het BRU het Ambitiedocument openbaar vervoer opgesteld. Begin 2011 is BRU gestart met het opstellen van een OV -visie, om de veranderende behoefte aan openbaar vervoer van een beleidskader te kunnen voorzien. De gemeenteraad van Houten is op 31 maart 2011 bijgepraat over het proces om tot een nieuwe OV-visie te komen en heeft aandachtspunten meegegeven voor ontwikkeling van de OV-visie. Het BRU wil het OV-aanbod vooral meer afstemmen op de verplaatsingsbehoefte van keuzereizigers. Reizigers die kunnen kiezen uit diverse vervoermiddelen vormen een diverse doelgroep. Het BRU richt zich op het vasthouden en vergroten van het OV gebruik door de huidige keuzereizigers en het aanboren van een nieuwe groep OVkeuzereizigers. De volgende kernkwaliteiten zijn belangrijk voor de keuzereizigers 1. Snelheid 2. Betrouwbaarheid 3. Gemak 4. Comfort
-2Het BRU kiest voor de volgende strategische koers: 1. Rail en dragend busnet als ruggengraat van het OV: snel, frequent en betrouwbaar. 2. Aanvullend OV: mobiliteitsgarantie voor iedereen. Dit betreft streekbuslijnen en aanvullend vervoer voor specifieke doelgroepen binnen het verstedelijkt gebied en voor de kleinere kernen. 3. Een samenhangend netwerk. De mobiliteit in de regio Utrecht groeit BRU wil de mobiliteitsgroei accommoderen door meer en beter openbaar vervoer aan te bieden. De OV-Visie geeft de wenselijke ontwikkelingsrichting voor het regionale OV-systeem weer voor de korte, middellange en lange termijn. Dat gebeurt met een permanent oog voor andere beleidsterreinen, zoals economie en ruimtelijke ontwikkeling. Het OV-aanbod wordt vanaf nu vooral gericht op de wensen van de reiziger die kan kiezen voor openbaar vervoer, en op relaties waar openbaa r vervoer een duidelijke toegevoegde waarde heeft. BRU focust op een efficiënter OV -netwerk, het niet verder uitbreiden van de sociale en ontsluitende functie van het OV -systeem en een realistische verdeling over de regio van de bereikbaarheid per openbaar vervoer. Het OV-netwerk in de regio Utrecht in 2040 is van hoge kwaliteit Het OV-systeem in 2040 is berekend op de groei, betaalbaar, toegankelijk en duurzaam. Het wordt in drie lagen georganiseerd: een dragend netwerk voor tram, trein en bus; een servicenetwerk dat vooral gebieden ontsluit; en een netwerk voor individueel vervoer (fiets, auto, voor doelgroepen regiotaxi). In 2040 heeft de regio een uitgebreid tramnetwerk, als aanvulling op Randstadspoor. Radiale buslijnen en een stelsel van tangenten mak en het dragende netwerk compleet. De meeste (nieuwe) binnenstedelijke woningbouwlocaties zijn aan dit dragende netwerk gesitueerd. Om openbaar vervoer aantrekkelijker te maken, wordt de ketenmobiliteit sterk bevorderd. Het aantal P+R-locaties wordt uitgebreid en de fietsvoorzieningen op haltes worden verbeterd. BRU kiest voor groei en kosteneffectiviteit Groei en kosteneffectiviteit vragen veel investeringen in de infrastructuur voor OV zodat knelpunten opgeheven worden. Ook moet de kostendekkingsgraad van het openbaar vervoer structureel verder omhoog. Op termijn zullen andere financieringsvormen nodig zijn om de grote investeringen en de exploitatie van het openbaar vervoer in de regio Utrecht te dekken. Verder moeten de OV -tarieven beter gaan bijdragen aan de verbetering van de kosteneffectiviteit. Voor de ontwikkeling van de stad en de regio Utrecht is de tram belangrijk. Er wordt daarom hard gewerkt aan de toekomst van Regiotram Utrecht. Dat gebeurt met langetermijnvisies en praktische projecten, die o nderling met elkaar samenhangen. In 2009 stemden de regiogemeenten unaniem in met een uitwerking van het Regionaal Tramnetwerk 2025. Dat tramnetwerk zal bestaan uit radiale tramlijnen van en naar Utrecht CS. Het regionaal tramnetwerk ontstaat door een stap sgewijze uitbreiding van het bestaande tramnetwerk (tussen Utrecht en Nieuwegein/IJsselstein), te beginnen met de Uithoflijn en later met lijnen naar mogelijk Zeist en Leidsche Rijn.
Beoogd effect: Een actuele visie op het Openbaar Vervoer in de regio, als kader voor de uitwerking op tactisch niveau.
-3-
Argumenten: Bij behandeling van de Bereikbaarheidsvisie in de gemeenteraad is toegezegd dat de OV-visie in de raad besproken zal worden. Gelijktijdig met het opstellen van de OV-visie door BRU is in Houten de Bereikbaarheidsvisie opgesteld en vastgesteld. De volgende raakvlakken uit de Bereikbaarheidsvisie zijn met de OV-visie te maken: Trein als drager van het openbaar vervoer: Stimuleren van het gebruik van de ov-fiets vanaf de stations. Aanbieden van (vraagafhankelijk) vervoer vanaf één van de stations.Onze wijken zijn zo ingericht dat oudere voetgangers en gehandicapten zich zo lang en zelfstandig mogelijk kunnen blijven verplaatsen. Sociale functie openbaar vervoer: Personen die niet in staat zijn zelfstandig te reizen kunnen gebruik blijven maken van deur -tot-deur vervoer. Personen die zelfstandig kunnen reizen kunnen gebruik maken van collectief (kleinschalig en duurzaam) openbaar ver voer, dat mede afgestemd is op hun behoeften en mogelijkheden. W ij streven naar een dubbelslag: verbetering van de dienstverlening voor collectieve vormen van openbaar vervoer met een sociale functie èn verlaging van de gemeentelijke kosten. Hierbij wordt gekeken naar de volgende marktsegmenten: leerlingenvervoer, W MO -vervoer, ouderen, gehandicapten, sporters (Meerpaal) in samenhang met buslijnen met een (te) lage bezetting, AWBZ-vervoer. Aanvullend op de trein en het openbaar vervoer op de Rondweg is aanv ullend openbaar vervoer met een sociale functie gewenst. Voor ouderen die zelfstandig kunnen reizen streven we naar een maximale loopafstand van 250 m met obstakelvrije en goed toegankelijke routes van/naar hun herkomst en bestemming (lopen, rolstoelen, rollators, scootmobielen). Lijnvoering en frequentie: Verhogen frequentie openbaar vervoer naar de bedrijvenlocaties indien de vervoervraag dat rechtvaardigt (pakketaanpak en afspraken per bedrijventerrein). Verkleinen reistijd openbaar vervoer vanuit de regiogemeenten naar de bedrijventerreinen. De grote regionale gezondheidscentra (UMC en Sint Antonius Ziekenhuis ) zijn rechtstreeks met het openbaar vervoer bereikbaar. In de voorbereiding van de regionale OV-visie hebben wij onderschreven dat de bereikbaarheidsopgave en de financiële situatie van BRU nopen tot een herijking van het voorzieningenaanbod. De keuze om in te zetten op de sterke lijnen en het zo snel als mogelijk starten van een 6 x per uur bediening van de stations Houten en Houten Castellum juichen wij toe. W ij zien echter ook nog kansen in de bovenregionale functie van het Openbaar Vervoer en een betere verknoping van het spoorwegnet. In de algemene zin hebben wij aangegeven dat maatwerk noodzakelijk blijft om in de sociale functie van het openbaar vervoer te voorzien. In de regionale OV -visie is dit vertaald in een servicenet, dat nog verder uitgewerkt moet worden. In onze conceptreactie op de OV visie gaan we ook in op de sociale functie van het openbaar vervoer. Hierbinnen speelt de mogelijkheid om het Houtense initiatief om kleinschalig vervoer binnen Houten onder het servicenetwerk te brengen. Wij nodigen BRU uit om een bijdrage te leveren aan het thans in ontwikkeling zijnde initiatief om kleinschalig vervoer binnen de Rondweg te organiseren. Een groot aantal punten in onze Bereikbaarheidsvisie gaat in op de praktische toegankelijkheid van het openbaar vervoer , zoals de bereikbaarheid van bedrijfsterreinen en een rechtstreekse verbinding naar de grote gezondheidslocaties in de regio. Omdat van deze lijnen de kostendekking onvoldoende is, zijn deze in de plannen van het BRU niet opgenomen.
-4-
Participatie: Voor het opstellen van de OV-visie heeft het BRU een uitgebreide participatieronde ingebouwd. De reacties zijn opgenomen in het kolommenstuk (bijlage 3 van de OV visie). Hoewel het hier een belangrijk kaderstellend document betreft, is het aantal reacties beperkt gebleven. De Samenwerkenden Bonden van Ouderen in Houten (SBOH) zijn, als belangrijke doelgroep uitgenodigd om een reactie te formuleren.
Communicatie: Communicatie over de OV-visie vind primair plaats door het BRU.
Financiën: Geen gevolgen voor de gemeente Houten.
Voortgang: De visie heeft een uitgebreide uitvoeringsagenda die in 4 onderdelen uiteenvalt: studies, infrastructuur, exploitatie en externe ontwikkelingen, die ieder hun eigen dynamiek en tijdshorizon hebben. In bijlage B van de OV -visie heeft het BRU aangegeven welke ontwikkelingen wanneer spelen. Voor 2012 speelt voor Houten het beperken van de inzet van de bus rond Houten Vinex (lijn 49) en het uitbreiden van OV-fiets als aanvulling op de bus (halte Oude Dorp). In het streefbeeld 2012-2020 zijn de volgende voorstellen, die van belang zijn voor Houten, opgenomen: De opening van het nieuwe stations Utrecht Vaartsche Rijn in 2015. Dit station wordt een belangrijk overstapstation voor de reizigers op de lijnen Houten – ’s-Hertogenbosch. Immers vanaf het station Vaartsche Rijn kan men vanaf 2018 overstappen op de tram ‘om de zuid’ waarmee een snellere verbinding ontstaat naar De Uithof (oosttangent, <20 minuten). Tevens kan worden overgestapt op de lijn Utrecht CS – Bunnik - Driebergen/Zeist. Een tangentiële lijn (buiten Utrecht CS om) vanaf 2020 tussen Nieuwegein, Het Klooster, Houten, Bunnik en Driebergen/Zeist. Een tangentiële lijn vanaf Nieuwegein Centrum naar Leidsche Rijn, Lage Weide en Maarssenbroek (westtangent). Vanaf 2012 gaat een tangentverbinding tussen Houten en Nieuwegein rijden. Mogelijk een nieuwe Brabantliner: (‘Snelwegbus’) rechtstreeks naar (Rijnsweerd-)De Uithof (invoeringsdatum en routering moeten nog ontwikkeld worden).
Houten, 13 december 2011 het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten de secretaris, de burgemeester,
J. W iegel
C.H.J. Lamers
Bijlagen die voor de leden van de raad ter inzage liggen op de gebruikelijke wijze: - Regionale OV-visie + bijlagen (deze bijlagen zijn u toegestuurd via de mail op 13 oktober 2011. Een papieren versie kunt u indien gewenst opvragen bij de griffie)
Meegezonden bijlagen bij dit voorstel:
-
Conceptbrief reactie Houten op regionale OV -visie
-5-
Raadsbesluit
Nr. 2011-068 De raad van de gemeente Houten heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 december 2011 nr. BWV11.0489 gelezen en besluit; 1. Kennis te nemen van de regionale OV-visie. 2. In te stemmen met de conceptbrief waarin waarin de Houtense reactie op de regionale OV-visie is weergegeven. Dit is besloten in de openbare vergadering van de raad op 31 januari 2011. De raad van de gemeente Houten, de griffier, de voorzitter,
P.M.H. van Ruitenbeek
C.H.J. Lamers