VeenKrant
juni 2014
2013-2014
nr. 2
VeenKrant 1
2013 - 14 nr.2
nieuwsbrief van het Gerrit van der Veen College
juni 2014
‘Ga hier mee door, het helpt!’ van de redactie
Henk van der Waal
Er is veel over te doen geweest, over de Wet passend onderwijs. Die moet ervoor zorgen dat scholen hun deuren openen voor leerlingen die net buiten de boot van het grote gemiddelde vallen. Voor leerlingen dus die zich op sommige momenten anders gedragen dan we normaal achten. Of voor leerlingen die zich ietsje moeilijker kunnen concentreren dan andere leerlingen. Dat die wet zoveel heeft losgemaakt, komt voor een deel voort uit angst: Leiden de prestaties van het merendeel van de leerlingen niet te zeer onder de aandacht die een paar leerlingen naar zich toetrekken? Natuurlijk, daar kun je je als ouder en als docent zorgen over maken. Maar tegelijkertijd moeten we beseffen dat de menselijkheid van een samenleving evenredig is aan de mate waarin degene die afwijkt van de norm de kans krijgt om zich te ontwikkelen. De weg tot die ontwikkeling is goed onderwijs. Dat geldt voor alle kinderen in Nederland, maar net zo goed voor alle kinderen die Syrië hebben moeten ontvluchten. Om die ook een kans op onderwijs én menselijkheid te geven voerden we vorige week actie. Kortom: Gerrit went Syria.
Wie woensdag 4 juni doodgemoedereerd naar school ging, moet een moment stil zijn gevallen van verbazing. Waar normalerwijs de gebruikelijke orde en rust heerst, vond nu een bonte aaneenschakeling van activiteiten plaats. Er was dan ook iets aan de hand: Gerrit goes Syria. Waar de leerlingen van het Gerrit van der Veen College gewoonlijk met vallen en met opstaan werken aan hun eigen toekomst, zetten zij zich één dag in het jaar met volle overgave in voor kinderen ver weg wier toekomst er een stuk minder rooskleurig uitziet dan de hunne. De laatste jaren
Die geeft hun om te beginnen voedsel, dekens en huishoudelijke artikelen en zorgt er vervolgens voor dat deze kinderen weer onderwijs krijgen. Het Gerrit van der Veen College kon geen beter doel verzinnen om zich een dag lang voor uit de naad te lopen. Dat laatste moet vrij letterlijk
hebben we vaak verbouwereerd moeten toekijken hoe Syrische kinderen het slachtoffer werden van het oorlogsgeweld in hun land. Een organisatie die niet alleen toekijkt, maar het lot van deze kinderen ook daadwerkelijk probeert te veranderen, is Save the Children. Syrische kinderen die op de vlucht voor het oorlogsgeweld de grens met de buurlanden oversteken, worden door deze organisatie opgevangen.
worden opgevat, want net als vorig jaar was de sponsorloop één grote geldinzamelingsmachine. Talloze leerlingen en docenten bonden opgezweept door de muziek die over straat schalde, hun sportschoenen aan en regen het ene rondje om de school aan het andere. In voorbereiding op deze sportieve uitputtingsslag hadden zij sponsoren bereid gevonden om hun per rondje een bepaald bedrag te geven. Alleen
al door deze inspanningen werd € 1871,67 bij elkaar geschraapt voor Save the Children. vervolg op pagina 2
in dit nummer 1 Gerrit Goes Syria 3 Sectie Engels 4 Terugblik examenleerling 4 Gezonder Gerrit 5 Passend onderwijs 6 Excursie Den Haag 6 ArtZuid Junior 7 Excursie Het Dolhuys 8 Topscore 8 Column Gijs Bouwer
2 vervolg van pagina 1
2013 - 14 nr.2
om zelf in te richten. Zo kon een argeloze ouder in het lokaal van 3HC tegen betaling van een aantal muntjes terecht komen in een heus lasergame-gevecht. Ook in
juist daar het meest naar Syrië. Reden waarom deze klas er met de eerste prijs, en een ijsje, vandoor ging. Maar de meeste domeinen waren vredelievender getoonzet. Zo vormde de rockband De Heilige Drie-eenheid voor deze gelegenheid een jukebox. Een muntje gooien in de hoed en ze brachten een klassieker van de Rolling Stones ten gehore. En in het domein van 4HC kon bij wijze van vredespijp de waterpijp worden gerookt. Buiten in de tuin werden de bezoekers nog eens gedrukt op de benarde situatie waarin de kinderen in Syrië verkeren. Fedja en Ludo uit 1D hadden daar een originele vluchtelingentent opgezet en voerden daarin een aangrijpend toneelstuk op. De activiteiten van alle domeinen samen leverde maar liefst € 3600 op. 4VC onderscheidde
andere domeinen was de oorlog niet ver weg. 2HA verleidde zijn gasten bijvoorbeeld om te darten op de kop van Assad. Volgens de jury, die moest beoordelen welke klas zijn domein het meest attractief had ingericht, ‘rook’ het
zich daarbij op positieve wijze door het meeste geld van alle klassen op te halen: € 577. Om twaalf uur sloten de domeinen hun deuren en kwam er een soms meer, soms minder gecoördineerde schoonmaakactie op
Maar niet alleen buiten de school, ook in de school ging het flink los. Iedere klas had een domein toegewezen gekregen
juni 2014
VeenKrant
gang. Toen die achter de rug was, kon het slotstuk van deze goededoelendag van start: de veiling. Leerlingen en ouders van leerlingen hadden zonder terughoudendheid zeer bijzondere zaken ter veiling aangeboden. Zo kon de gulle doorzetter een bon verwerven voor een overnachting in
voor nek en schouder, maar ook zijn geld geven aan een dagje uit vissen met Castor en Rinus uit 4 Havo. Na een uurtje bieden hadden leerlingen, ouders en docenten een bedrag van € 845 ingezameld. Na aftrek van de kosten konden de organisatoren, Ka-
het zeer luxueuze Suite Keijser. Maar ook een portretfoto door de wereldvermaarde fotograaf Krijn van Noordwijk behoorde met een beetje doorbieden tot de mogelijkheden. En wie nu eens een keer echt tot rust wilde komen, kon niet alleen een bod uitbrengen op een massagebon
rina Meeuwse, Emil Pepic en Daan Fidder, een cheque van € 5000 overhandigen aan Mieneke Kwekkeboom van Save the Children. Die betoonde zich bijzonder onder de indruk van dit bedrag en sloot de dag af met de bemoedigende woorden: ‘Ga hier mee door, het helpt!’
VeenKrant
juni 2014
2013 - 14 nr.2
Voor de één een makkie, voor de ander een struikelblok Tinka ter Schegget
Het is één van de eerste vragen die de docent Engels aan de brugklassers stelt aan het begin van het schooljaar: ‘Why is it that all of you can understand what I am telling you?’ Wanneer de docent Frans zijn eerste les helemaal in het Frans zou geven, zou er waarschijnlijk de nodige paniek uitbreken. Waarom is dit niet het geval bij het vak Engels? De brugklassers weten gelukkig altijd wel raad met deze vraag. Eén van de meest gehoorde antwoorden: ‘Engels is verplicht op de basisschool, dus hebben we al wat voorkennis.’ Eén van de creatiefste antwoorden: ‘Ik woon in het centrum van Amsterdam; ik moet minstens twee keer per dag een toerist in het Engels de weg wijzen.’ En verder geldt natuurlijk dat bijna iedereen veel Engelse en Amerikaanse series kijkt en de taal dus dagelijks hoort. Tel daar nog alle videogames, songteksten, social media en internetgebruik bij op en je weet: Engels is overal! Wat leerlingen (en ouders) zich minder goed realiseren is hoe aanwezig en onontkoombaar de Engelse taal in het vervolgonderwijs is. Op zowel HBO als WO zijn veel studieboeken in het Engels. Met name de bètastudies (maar ook studies als rechten en psychologie) bieden het overgrote deel van hun curriculum in het Engels aan. Studenten worden geacht vuistdikke Engelse boeken te bestuderen, (gast)colleges in het Engels te kunnen volgen en zelfs ‘papers’ (een opstel of essay) in het Engels te schrijven. Het vak Engels is een verplicht vak vanaf de brugklas tot en met het centraal eindexamen. Aan de ene kant gemakkelijk voor ons als sectie, want we hoeven geen leerlingen te ‘werven’. Aan de andere kant wel eens lastig, want niet iedereen is altijd even gemotiveerd om met deze taal aan de slag te gaan. Engels is bovendien een kernvak: samen met Neder-
lands en wiskunde worden deze vakken door de overheid gezien als bepalend voor succes in het
verschillen in voorkennis zijn. Een aantal van die verschillen zijn moeilijk aan te pakken. De
3 gelsaksisch wereld: van het Verenigd Koninkrijk, via Australië en Nieuw-Zeeland naar de Verenigde Staten. Er is zo veel en de verscheidenheid is enorm! Voor ons is er daardoor een ruime keus aan literatuur, ondersteunend beeldmateriaal, onderwerpen en methoden. Ieder jaar weer zijn er leerlingen die enigszins benauwd komen melden dat ze meer een Amerikaans dan een Brits accent hebben en of dat ‘erg’ is. Natuurlijk is dat niet erg. In de traditionele lesmethoden voert het Britse nog altijd de boventoon, maar ook hier zien we dat er een verschuiving plaatsvindt naar meer aandacht voor andere accenten, plekken en mensen. Ons vak beslaat de volgende vier gebieden: schrijven (van 75 woorden over ‘the Twits’ van Roald Dahl in de brugklas naar een formele brief van 225 woorden in het eindexamenjaar); luisteren (van kader-beroepsniveau in de brugklas tot CITO luistertoets Havo/VWO in het eindexamenjaar); spreken (van ‘order a pizza’ in de brugklas tot een volwaardig mondeling in het eindexamenjaar) en lezen (van simpele teksten met een vocabulaire van 500 woorden in de brugklas naar centraal eindexamenteksten Havo/VWO).
Sincerely yours: Daan Fidder, Kim Groenhout-Gomez, Samuel Willemsen, Tinka ter Schegget, Bianca Timman, Laila Donk, and last but not least André Jansen.
vervolgonderwijs en op de arbeidsmarkt. Bij het eindexamen geldt daarom dat een leerling slechts één onvoldoende mag scoren voor deze drie vakken. Als sectie hebben we ons de afgelopen tijd hard gemaakt voor het herintroduceren van steunlessen Engels in de eerste en tweede klas. We merken ieder schooljaar weer hoe groot de
ene leerling is nu eenmaal meer getalenteerd om een taal te leren dan de andere. Maar soms krijgen we te horen dat groep 8-leerlingen geen enkele les Engels hebben gehad, terwijl dit toch een verplicht onderdeel van het lesprogramma op de basisschool behoort te zijn. Dankbaar maken we als sectie gebruik van de oneindig grote An-
Behalve over onze standaardmethodes zijn we erg enthousiast over het gebruik van WASP Reporter Magazine, een magazine dat vier keer per schooljaar verschijnt en artikelen bundelt over allerlei up-to-date onderwerpen. Zo lezen we in het meest recente tijdschrift over Britse leerlingen die wel of niet een gap year (tussenjaar) nemen, over de mogelijkheid van het klonen van al uitgestorven dieren en over het printen van lichaamsdelen met de nieuwe 3D-printtechnieken. De artikelen komen van zeer gevarieerde bronnen, zoals van kranten als The Daily Telegraph vervolg op pagina 7
4
2013 - 14 nr.2
juni 2014
VeenKrant
Hopelijk niet tot volgend jaar Laura Grey
Toen het einde van de zomer naderde en het begin van mijn examenjaar nabij was, zag ik de dingen heel anders dan dat ik ze nu zie. Toen dacht ik nog een heel jaar voor me te hebben, en dan zou mijn tijd hier eindelijk voorbij zijn. Dat klinkt wanhopig hè? Nog een heel jaar en dan eindelijk weg hier. Ik denk dat veel van mijn jaargenoten zich hierin kunnen vinden. Het jaar is echter veel sneller voorbijgegaan dan ik had kunnen hopen, en naarmate de weken tot het eindexamen minder werden, groeide de nostalgie en het vertrouwde gevoel dat bij de school kwam kijken. Nooit was het aan het begin van dit lesjaar in mij opgekomen dat ik de school zou kunnen missen. Best belachelijk als ik daar zo over nadenk. Ik beloop deze gangen immers al vijf jaar lang, ruim tweehonderd dagen per jaar. Dat
is zoiets vertrouwds, dat kun je haast niet niet missen. Het voelt gek als eerstejaars leerlingen mij passeren in de gang. Het voelt als zo kort geleden dat ik in hun schoenen stond en het avontuur pas net voor mij begon. Toen leek het einddoel nog zo ver weg, terwijl het in werkelijkheid niet sneller had kunnen komen. Natuurlijk kijk ik uit naar de volgende fase in mijn leven en het gebrek aan concentratie en motivatie nu de centraal examens naderen, is een bewijs dat ik het studeren nu even helemaal zat ben. Wat ik ontegenzeggelijk het meeste ga missen, zijn de mensen en de vriendschappen die ik hier heb gesloten. Na vijf jaar heb ik op het Gerrit van der Veen wel echt een plekje gevonden dat ik het mijne kan noemen, met mensen om me heen om wie ik geef en die dat ook wederzijds
Gezonder Gerrit Annelies Slijpen
Als docent lichamelijke opvoeding vind ik gezondheid erg belangrijk: goed zorgen voor je lichaam (en geest). Dat kan door veel te bewegen, maar ook door gezond te eten. Vooral voor dat laatste punt wil ik wat meer aandacht vragen. Op school doen wij binnen het bewegingsonderwijs veel om leerlingen ook buiten de gymlessen meer te laten bewegen. We bieden bijvoorbeeld Topscore en andere buitenschoolse activiteiten aan. Gelukkig doen veel leerlingen ook zelf al aan een sport na schooltijd en in het weekend. Via de extra activiteiten via school, kunnen meer leerlingen voor weinig geld kennis maken met verschillende sporten. Net als op andere scholen rennen
de leerlingen van het Gerrit de coopertest aan het begin van het schooljaar en doen ze natuurlijk ook de piepjestest. Daarbij wor-
den de leerlingen uitgedaagd om tot het uiterste te gaan. Het vormt een mooi testmoment om te zien hoe het met de algehele conditie van de leerling is gesteld. Voor de
om mij doen. Ik heb talloze keren met leraren gediscussieerd en gelachen, en hoe vaak ik me ook aan ze heb kunnen ergeren, ze hebben mij dingen bijgebracht, die ik voor de rest van mijn leven bij me zal dragen. Ondanks de ontelbare keren dat ik met tegenzin mijn bed uit ben gekomen voor een eerste uur Nederlands
of wiskunde, mij om acht uur ’s ochtends heb moeten melden of onder hevig protest heb moeten corveeën, kijk ik met een positieve blik terug op mijn tijd op het Gerrit van der Veen College. Dus bedankt voor alles Gerrit, en de centraal examens in het achterhoofd houdend: hopelijk niet tot volgend jaar! ;)
docent lichamelijke opvoeding is het een aangrijpingspunt om uitleg te geven over gezondheid. Als we zoveel aandacht besteden aan bewegen, waarom dan ook niet meteen aandacht geven aan voeding? Ik heb een aantal lezin-
veel calorieën bevat? Op school verkopen we in de kantine verschillende broodjes en tussendoortjes, maar die zijn niet erg gericht op gezondheid. Daarom wordt het tijd voor een stap naar een Gezonder Gerrit.
gen mogen geven over voeding. Een hot item op dit moment. Wat is wel goed voor je en wat niet? En hoe kan je ervoor zorgen dat wat je eet, gezond is of niet te
Ik wil me hiervoor inzetten en alle ideeën, tips en adviezen zijn welkom. Natuurlijk moet de kantine wel blijven verkopen en aantrekkelijke producten blijven aanbieden, want het is niet de bedoeling dat de leerlingen naar de AH lopen om daar hun lunch te kopen. Via optredens in de pauze hopen we de leerlingen dan ook in school te houden tijdens de pauze. Daarnaast is er nog veel te verbeteren in de presentatie van het eten. Kortom genoeg te doen. Komend schooljaar mag het jaar van gezondheid zijn. Ik zet me ervoor in. Helpen jullie mee?
VeenKrant
juni 2014
2013 - 14 nr.2
Passend onderwijs vraagt een handelingsgerichte aanpak Sharon Jonker en Marcel Rooda
Bonk uit de brugklas rent het lokaal binnen, stormt de docent voorbij, gooit zijn spullen op de grond, botst tegen een klasgenoot aan en roept luid: ‘Kijk uit, man!’ De docent roept geïrriteerd: ‘Bonk, doe even normaal.’ Bonk kijkt haar niet-begrijpend aan. ‘Vanaf 2014 komt er een nieuw stelsel voor passend onderwijs. Dit verplicht scholen een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.’ Met deze twee zinnen maakt de Rijksoverheid op haar website duidelijk dat scholen vanaf volgend jaar meer leerlingen met een handicap of met gedragsproblemen onderwijs moeten aanbieden. Om het Gerrit van der Veen College klaar te stomen voor deze nieuwe instroom, is vorig schooljaar een aantal docenten gestart met trai-
ningen in handelingsgericht werken. Daarnaast hebben we dit jaar drie scholingsmiddagen over handelingsgericht werken georganiseerd voor de brugklasmentoren en andere geïnteresseerden. Gedurende die middagen hebben we de docenten onder andere vertrouwd gemaakt met een aantal voor de brugklas ontwikkelde producten. Zo gaan we werken met een klassenkaart,
een klassenplan en een doelenkaart. Op een klassenkaart staat de klassenplattegrond en summiere informatie over de leerlingen. De docent kan deze kaart gebruiken om snel handelingsadviezen op te zoeken voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. Daarnaast start iedere brugklas met een standaard klassenplan. Daarin staat wat wij verwachten van onze nieuwe leerlingen. Tot slot krijgt iedere leerling een persoonlijke doelenkaart. Alleen leerlingen die meer nodig hebben, krijgen
daarbovenop een apart handelingsplan. In dat plan worden voor die leerlingen nog andere doelen vastgelegd. Die doelen hebben te maken met concentratie, sociaal gedrag, prestatie, motivatie en organisatie. Deze doelen worden opgesteld door leerlingen en docenten. Deze doelen worden vervolgens geconcretiseerd en geëvalueerd tijdens leerlingbesprekingen en
worden door de mentor teruggekoppeld naar de leerling en de ouders. Handelingsgericht werken is dus nadrukkelijk geen eenrichtingsverkeer van de school naar de leerling toe, maar een samenwerking tussen docent, leerling en ouders. Dit jaar zijn we in de brugklassen gestart met een pilot handelingsgericht werken (HGW). Daarbij werden de brugklasmentoren getraind door de opgeleide HGWdocenten van vorig jaar. Die hebben onder andere geleerd om beter om te gaan met de overeenkomsten en de verschillen tussen leerlingen in een klas. Zo hebben alle leerlingen baat bij het aangeven door de docent dat hij heeft gezien dat een leerling zijn vinger heeft opgestoken en bij het rondlopen van de docent door de klas tijdens zelfstandig werken. Maar een docent moet ook omgaan met verschillen. Zo zullen de meeste leerlingen hun huiswerk in hun agenda schrijven als de docent dit op het bord schrijft. Een enkele leerling doet dit echter pas als de docent zijn naam extra noemt. Bij handelingsgericht werken staan twee vragen centraal. De eerste luidt: Wat heeft een leerling nodig om optimaal te functioneren op school? Het komt bijvoorbeeld voor dat een leerling de capaciteit heeft om de Havo met succes af te ronden, maar dat hij niet de cijfers haalt die passen bij zijn mogelijkheden. Dit kan bijvoorbeeld komen door faalangst. Behalve dat de school zo’n leerling een faalangstreductietraining kan aanbieden, kan
5 de docent ook allerlei trucjes inzetten om hem zelfverzekerder te maken. Als de leerlingen een spreekbeurt moeten houden, kan de docent met de faalangstige leerling afspreken dat zijn spreekbeurt voor de klas een oefenspreekbeurt is, en dat hij zijn echte spreekbeurt in de vorm van een filmpje mag inleveren. Zo verlegt de leerling zijn grenzen. De tweede vraag luidt: Hoe kan de docent/mentor realiseren wat de leerling nodig heeft? De docent kan bijvoorbeeld verlegen zitten om handelingsadviezen van de leerling, van zijn ouders of van collega’s. Maar het kan ook zijn dat een docent een paar extra handen nodig heeft in de klas. In zo’n geval kan hij proberen om een onderwijsassistent of een stagiaire te regelen. Omdat docenten door handelingsgericht te werken beter om leren gaan met verschillen tussen leerlingen en leerlingen deze verschillen leren zien en gebruiken om er zelf wijzer van te worden, is handelingsgericht werken niet alleen gericht op het toegankelijk maken van het onderwijs voor leerlingen met een handicap of afwijkend gedrag, maar een methodiek om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren voor alle leerlingen. De docent realiseerde zich dat ‘doe normaal’ geen duidelijk doel is voor Bonk. Wat is normaal voor een brugklasser met veel energie en enthousiasme? Voor Bonk zijn vervolgens de volgende kleine, haalbare doelen opgesteld: Ik groet de docent bij binnenkomst. Ik ga op mijn stoel zitten. Ik leg mijn spullen op tafel en zet mijn tas op de grond. Ik ben stil als de docent start met de les. Na drie weken heeft de docent met Bonk de doelen geëvalueerd om met hem na te gaan welke doelen zijn behaald en welke moeten worden bijgesteld.
6
2013 - 14 nr.2
juni 2014
VeenKrant
Kunst van het Gerrit in het Vondelpark
Een inkijkje in de echte politiek
Sjmoedla Fiedler
Tom van der Wel
Het Gerrit van der Veen College heeft zich in de afgelopen maanden gemeten met de beste scholen van Amsterdam en omstreken. Deze keer kwam het niet aan op het reproduceren van kennis of handige weetjes. Het onderscheid in de ART ZUID JUNIOR-competitie werd gevonden in creativiteit en het toepassen van verworven vaardigheden.
De excursie naar Den Haag voor 4Havo en 5VWO is inmiddels een ingesleten traditie. Uiteraard met een bezoek aan de Tweede Kamer, maar sinds vorig jaar is ook de kunstsectie actief betrokken en gaan we ook naar het Gemeentemuseum.
Hoewel het Gerrit van der Veen College een gecertificeerde kunstprofielschool is en het vijftal geselecteerde 4VWO-leerlingen erop los wilde gaan, voelden Michiel van Noppen, Timothy Lonsdale, Iman van Rossum, Mick Jonkers en Lieve Denkers (op de foto vlnr.) een gezonde spanning bij de aftrap in januari. Die viel al gauw weg toen de deelnemende leerlingen van 4VWO samen met hun klasgenoten van het kunstvak beeldend de masterclass Kunst van Carla Rump gingen volgen. Met ondersteuning van hun klasgenoten hebben de deelnemers elk een ontwerp in keramiek gemaakt. Samen met de andere inzendingen hebben de Gerrit van der Veen-kunstwerken vervolgens twee weken in het Vondelpark gestaan om daar te worden beoordeeld. En….. de vak- en publieksjury heeft de voorstudie van Lieve Denkers als winnaar verkozen. Haar ontwerp (zie foto) zal uitgewerkt worden tot een heus, groot kunstwerk. De tot wel drieënhalve meter uitvergrote sculptuur gaat tezamen met de negentien
andere winnaars de ART ZUID JUNIOR-expositie vormen. Deze openluchttentoonstelling is van 15 juni tot en met 24 augustus 2014 te zien in het Vondelpark. De feestelijke opening van de expositie maakt deel uit van de festiviteiten ter ere van 150 jaar Vondelpark en vindt plaats op zaterdag 14 juni.
Op deze plaats wil ik niet alleen alle betrokkenen hartelijk bedanken voor hun inzet, maar u ook allen uitnodigen voor de feestelijke opening! Het precieze tijdstip volgt nog en is te vinden op artzuid.nl, facebook.com/artzuid of twitter.com/artzuid. Mocht u er zaterdag 14 juni niet bij kunnen zijn, dan kunt u in ieder geval gedurende de hele zomer de kunstwerken bewonderen in het jubilerende Vondelpark.
Ik was dit jaar ingedeeld bij de VWO-groepen en die gingen als eerste naar het Gemeentemuseum. In rap tempo werden daar de opdrachten uitgedeeld en gewapend met potlood en klembord gingen de leerlingen richting Mondriaan en het kubisme. Het viel mij op met hoeveel betrokkenheid en liefde er door de leerlingen naar de kunst werd gekeken. Ze werkten hard aan het pittige pakket opdrachten. Na ongeveer drie kwartier zwermden veel leerlingen uit naar andere interessante delen van het museum. Vooral de collectie van het Mauritshuis was in trek. Natuurlijk vanwege de schitterende oude meesters, maar vooral ook vanwege de enorme ronde bank waarop het heerlijk liggen was. Een extra attractie daar was Katharina, die daar wiskundetoetsen aan het nakijken was. Ik zag blije gezichten van enkele leerlingen met een mooi cijfer. Om kwart over twaalf gingen we de bus weer in om in het centrum de Havo-leerlingen en hun begeleiders te ontmoeten. Eén van de dingen die je vantevoren niet kunt regelen bij een excursie, is het weer. Maar gelukkig was dat perfect. Het begon een beetje fris en mistig maar rond de middagpauze konden we bij café De Eeuwige Jachtvelden aan een grote tafel buiten genieten van een zonovergoten lunch op het Haagse Plein. Na de pauze stond de politiek op het programma. We volgen dit programma al jaren tot grote tevredenheid bij ProDemos. Zij
hadden een nieuwe activerende werkvorm geïntroduceerd, waarbij leerlingen in groepjes vragen moesten beantwoorden. Bij een goed antwoord mochten ze een gekleurde schijf in een soort mega-4-op-een-rij-apparaat gooien. De groep met de meeste schijven verdiende muntjes die uiteindelijk tot de dagprijs leidden. Hoogtepunt zoals altijd was het bezoek aan de publieke tribune. Op dinsdagmiddag zijn alle Kamerleden present voor ‘de regeling van werkzaamheden’ en het vragenuurtje. Hiervoor zat minister Bussemaker al klaar in vak K. Maar eerst moest er nog wat gesteggeld worden over al dan niet een debat over het sluiten van een zorginstelling. Hiervoor maakte PVV-Kamerlid Fleur Agema zich erg sterk, maar ze redde het niet in de stemming. Daarop reageerde ze nogal geïrriteerd, wat haar weer op een opmerking van de Kamervoorzitter kwam te staan. Een heel klein stukje politiek vuurwerk dus. Na het bezoek moesten er nog wat opdrachten gedaan worden rond het Binnenhof. Die zijn uiteindelijk zeer goed uitgevoerd door Yousra, Shavelli en Saressa. Dit groepje ging er uiteindelijk ook met het felbegeerde kaartspel vandoor. Om half vijf zaten we weer in de bus en om tien over half zes landden we keurig in de Gerrit van der Veenstraat. Voor de leerlingen een mooie kennismaking met de echte politiek. Die is toch altijd leuker dan wat er in het boek staat.
VeenKrant
juni 2014
7
2013 - 14 nr.2
Ooit een normaal mens ontmoet? En, beviel het? Bert Looman
In maart hebben de leerlingen van de derde klas een bezoek gebracht aan het Haarlemse museum Het Dolhuys. Een buitengewoon leerzame en ‘eye-openende’ excursie. Hoewel het brein al jaren volop in de belangstelling staat, rust op de klachten en aandoeningen van de psyche nog altijd een zeker taboe. Het is dan ook een goed initiatief van de sectie biologie om daar voor de leerlingen verandering in te brengen. Het Dolhuys is een plek waar de geschiedenis van de geestelijke gezondheidszorg is samengebracht. Het verhaalt over hoe men vroeger tegen ‘gestoorden’ aankeek, over hoe men dacht dat de psychische toestand van mensen criminele karakter van personen kon vaststellen en over hoe aderlatingen en uitdrijvingen aandoeningen moesten verhelpen.
samenhing met het in balans of uit balans zijn van verschillende sappen (de melancholicus kennen we nog steeds), over hoe onderzoek aan de hand van de vorm van het gezicht het bijvoorbeeld
De leerlingen, die al in de wachtruimte van het museum getriggerd werden door de knipperende neonletters (ab)normaal, kregen het allemaal mee en konden het ook zelf ervaren. Bijvoorbeeld hoe het voelt om in een stikdonker kil stenen hok te moeten verblijven. Twee minuten, en dan ook nog met zijn achten, was al meer dan onaangenaam genoeg!
vervolg van pagina 3
en van tijdschriften als Popular Science en Vogue. Veel leerlingen hebben een goede passieve kennis van het Engels en snappen veel van wat ze horen en lezen. Toch hebben ook deze leerlingen geregeld moeite met het spreken van de taal. Wij als docenten Engels zien het daarom als een uitdaging om leerlingen meer Engels te laten spreken tijdens de lessen. Dat vereist een goede en veilige sfeer in de klas, zodat leerlingen niet bang zijn om fouten te maken maar juist zin krijgen om op ontdekkingsreis te gaan. Dat is belangrijk, want uiteindelijk geldt voor alle leerlingen: Just do it, you have to!
De museumgids stelde prikkelende en soms ongemakkelijke vragen aan de leerlingen en confronteerde hen met de getuigenissen van depressieve en schizofrene mensen. Ook leerden ze dat grote
en bekende namen in de wereld van kunst, cultuur en wetenschap soms een ernstige psychische stoornis hadden. De leerlingen zijn er al met al een stuk wijzer van geworden. En dat wijzer worden betrof ook een groter inzicht in henzelf. Tijdens de digitale workshop De Bovenkamer kwamen ze
achter allerhande verborgen gedachten en gesteldheden. Dit uitje naar het Dolhuys was kortom een verrijkende rondgang in een schitterend opgezet museum. Een uitje dat ons normale-mensenbrein behoorlijk heeft opgeschud. En eigenlijk beviel dat best.
colofon Redactie en vormgeving: Henk van der Waal en Bert Looman Reacties en bijdragen naar: Redactie VeenKrant
[email protected] [email protected] Ook deze VeenKrant kunt u digitaal terugvinden op www. gerritvdveen.nl
8
2013 - 14 nr.2
juni 2014
VeenKrant
Bliksembezoek
Gerrit sport! Dit jaar is er weer enthousiast gesport door onze sportliefhebbers. Na vermoeiende schooldagen hadden heel veel leerlingen nog tijd en zin om extra te sporten. De LO-docenten hebben, samen met de TOPSCORE-assistenten Kelly en Arsenyo, zo’n
130 trainingen voor ze geregeld dit schooljaar. Voor elk wat wils: streetdance, hardlooptraining, atletiek meerkamp, basketbal, voetbal, duiken, EHBO, klimmen, power girls, tafeltennis, tennis, hockey en zelfverdediging voor meisjes. De roeiers zijn zich nog aan het voorbereiden voor het Nederlands kampioenschap voor scholieren en de windsurfcursus gaat gauw van start. Niet meegedaan dit jaar? Volgend jaar wel toch?! Fijne vakantie!!
Met het bezoek van president Obama aan het Rijksmuseum nog vers in het geheugen, toog ik onlangs op een donderdagochtend met twee 2-Havoklassen naar het Museumplein. Vierdejaarsstagiaire geschiedenis Anne Dozy moest voor haar opleiding een educatief onderzoek doen en had hiervoor het Rijksmuseum en 2 Havo uitgekozen. Voorafgaand aan het bezoek moesten de leerlingen op school vragen over drie schilderijen uit het museum beantwoorden. Anne wilde weten hoe de leerlingen diezelfde vragen na de rondleiding door een gids zouden beantwoorden. En zo stonden we een klein kwartier nadat wij de hectiek van de school achter ons hadden gelaten, in de indrukwekkende hal van het Rijksmuseum. Onze gids voerde ons in rap tempo door de verschillende zalen. De echo’s uit een ver verleden trokken als een film aan ons voorbij. Oude Amsterdamse stadsgezichten, streng kijkende notabelen, landelijke taferelen en pracht en praal uit de Gouden Eeuw. Wij hielden halt bij de Zielenvisserij van Adriaen Pietersz. van de Venne uit 1614. Een werk waar de kunstenaar een duidelijke boodschap in had gestopt, zo vertelde de gids. Het was aan de leerlingen om deze boodschap te achterhalen. Geen gemakkelijke opgave, maar met een beetje hulp van de gids lukte dit hun heel goed. Zo ontdekten ze dat links van het water de protestanten stonden en rechts de katholieken. En dat de schilder op de hand van de protestanten moet zijn geweest. Dat konden ze zien aan de gezonde groene bomen aan die kant van het water en aan de zon die daar scheen. De Beeldenstorm, de tachtigjarige oorlog, Willem de Zwijger… Langzaam maar zeker kwamen de herinneringen en de kennis van de leerlingen los. Het overtrof mijn verwachtingen. Na het bezoek aan een schilderij van Jan Steen met daarop een huishouden waar je als kind liever niet in wordt grootgebracht, stonden wij na precies een uur weer in de enorme lichtovergoten hal. Vervuld van trots op onze leerlingen en met een lichte blos op mijn wangen van de vaart waarmee zoveel geschiedenis en cultuur in zo’n korte tijd op ons af waren gevuurd, liep ik het museum uit. ‘Hoe meer je weet, hoe meer je ziet’, dacht ik, terwijl ik extra langzaam fietsend dit moment nog even vast probeerde te houden.