VeenKrant
maart 2010
2009-2010
nr. 2
VeenKrant 1
2009 - 10 nr.2
nieuwsbrief van het Gerrit van der Veen College
maart 2010
Wat kan ik, wie ben ik, wat wil ik? Henk van der Waal
van de redactie Hoewel vrijwel niemand rond zijn vijftiende al weet welke kant het met hem op gaat, moeten elk jaar alle derdeklassers een profiel kiezen. Gelukkig blijken de meesten met wat begeleiding goed in staat een keuze te maken. En gek genoeg biedt zo’n keuze rust. Misschien omdat een leerling zo een nieuwe stap zet op weg naar zijn eigen identiteit. Hij sluit een aantal mogelijkheden uit, maar aan de mogelijkheden die overblijven kan hij veel gerichter werken. En dat levert wat op. Bijvoorbeeld de prachtige profielwerkstukken die de eindexamenleerlingen in februari hebben gepresenteerd. Met zo’n werkstuk bewijst een leerling dat hij na vijf, zes jaar van leren en keuzes maken genoeg persoonlijkheid heeft opgebouwd om de maatschappij te betreden. Maar school is meer dan keuzes maken alleen. Daarom gaat het in deze Veenkrant ook over medezeggenschap, verantwoording, solidariteit en… ijspret!
De derdeklassers staan elk jaar voor een moeilijke opgave. Halverwege hun schoolcarrière moeten ze hun profiel kiezen. Dat dwingt hen na te denken over wie ze zijn, wat ze kunnen, wat ze leuk vinden en wat ze later willen worden. Geen geringe zaken voor als je veertien, vijftien jaar oud bent. Calvin Foe (3VC), Melisa Coenraad (3HA) en Lieve Keizer (3VC) geven ons een inkijkje in het verloop van hun keuzeproces.
Lieve heeft als enige van de drie voor Economie en Maatschappij (E&M) gekozen: ‘Economie kan ik goed plaatsen in de wereld om me heen en ik ben er goed in. Bovendien zit geschiedenis ook in het profiel E&M, en dat vind ik heel interessant. Omdat ik deze vakken leuk vind, werk ik er graag voor. Calvin en Melisa hebben allebei voor Cultuur en Maatschappij (C&M) gekozen, alleen wel om heel verschillende redenen. Melisa: ‘Alles wat met economie te maken heeft, vind ik niet leuk en kan ik niet. Bovendien wil ik psychologe worden en daar heb ik economie niet voor nodig. Gelukkig kan ik dat vak daarom nu laten vallen. In plaats van wiskunde A, dat eigenlijk in het profiel C&M hoort en ook nogal op de economie gericht is, heb ik wiskunde B gekozen. Dat kan
door laten beïnvloeden: ‘Ik heb er echt veel van opgestoken, maar ik had eigenlijk mijn keuze al gemaakt.’ Calvin heeft zich iets uitgebreider georiënteerd: ‘Ik ben naar drie beroepen toegegaan: grafisch ontwerper,
Calvin Foe (3VC), Lieve Keizer (3VC) en Melisa Coenraad (3HA) realiseren zich dat hun profielkeuze bepalend kan zijn voor de rest van hun leven.
waarschijnlijk wel geregeld worden. Calvin: ‘Ik heb vooral gekeken welke beroepen ik leuk vind en welke vakken me interesseren. Alle beroepen die ik met C&M kan doen, vind ik leuk en geschiedenis, dat een centraal vak is in het profiel C&M, vind ik net als Lieve heel erg interessant. Vooral als het over het recente verleden gaat.’ Om het keuzeproces bij de leerlingen op gang te brengen en in goede banen te leiden organiseert de school verschillende activiteiten. Een daarvan is de jaarlijkse beroepenmarkt, waarop mensen uit verschillende professies uitgebreid over hun vak komen vertellen. Lieve is er heen geweest, vond het interessant, maar heeft zich er niet
fotograaf en hoofdredacteur. Vooral naar dat laatste beroep was ik nieuwsgierig, want ik denk erover om later journalist te worden. Gelukkig kwam het beeld dat de hoofdredactrice ver volg op pagina 2
in dit nummer 2 Profielwerkstukken 3 Interview Michel Velu 4 Locatieraad 4 Leerlingenraad 5 Poëzieproject Nederlands 6 Vensters voor verantwoording 6 Een school vol kunst 7 Sectie maatschappijleer 8 Kunstdagen 2e klassen 8 In actie voor Haïti 8 IJspret op de Bosbaan
2
2009 - 10 nr.2
maart 2010
VeenKrant
ver volg van pag.1
van het vak schetste, overeen met het beeld dat ik er al van had. In die zin heeft de beroepenmarkt mijn keuze versterkt. Opvallend is dat Melisa en Lieve veel hebben gehad aan de gesprekken die ze hebben gevoerd met hun familie. Melisa: ‘Vooral met mijn stiefmoeder heb ik er veel over gesproken. Haar kinderen hebben E&M gekozen en vonden het behoorlijk pittig. Maar uiteindelijk heeft mijn zus het meeste mijn keuze beïnvloedt. Zij zei: “Je moet doen wat je het leukste vindt, niet waar je het meeste geld mee denkt te kunnen verdienen.” Dat vond ik een verstandig advies. Voor Lieve was het haar eigen moeder die een
grote rol heeft gespeeld: ‘Ja, zij kent mij erg goed, misschien wel beter dan ik mezelf ken. Ik ben blijven zitten in de derde klas en heb dus vorig jaar ook al een profiel moeten kiezen. Toen had ik Natuur en Gezondheid (N&G) gekozen, omdat ik mezelf had wijsgemaakt dat ik geneeskunde wilde gaan studeren. Maar nu ik weer voor de keuze stond, maakte mijn moeder me duidelijk dat dat profiel helemaal niet bij me past. “Jij bent ondernemend”, zei ze tegen me. En ik geloof dat ze daar gelijk in heeft. Behalve de beroepenmarkt die de school organiseert, geeft de decaan, de heer Menkveld, elk jaar zowel aan ouders als aan
leerlingen uitgebreid voorlichting over de profielkeuze. Een derde onderdeel van het keuzetraject dat de leerlingen doorlopen, wordt in de mentorlessen aangeboden. Calvin: ‘Dat werd best serieus aangepakt. We werkten met een boekje, MCkeuzebegeleiding. Daar hoorden ook allerlei testjes bij die je on-line moest doen. Uit al die testjes volgde bij mij steeds hetzelfde advies. Omdat het zo klip en klaar was, heb ik mijn ouders niet hoeven inschakelen. Die vonden mijn keuze oké.’
het gewoon en dan hebben die mentorlessen niet meer zoveel zin.’ Calvin kan dat wel begrijpen, maar denkt er toch iets anders over: ‘Het was soms wel wat saai. Maar ik vind het toch goed dat we zoveel uitleg kregen en dat ze er maar over door bleven gaan. Ook zeiden ze vaak dat het heel moeilijk is om van profiel te veranderen. Door al die informatie en waarschuwingen ga je er wel heel serieus over nadenken en besef je dat je profielkeuze heel bepalend is voor de rest van je leven: het is for real!’
Melisa is ietsje minder tevreden over dit onderdeel van het traject: ‘Het boekje hamerde de hele tijd op hetzelfde. Op een gegeven moment weet je
Via de Ku Klux Klan naar Bloeddiamanten Manja Rol
Op dinsdag 16 februari vonden de presentaties van de profielwerkstukken plaats. Alle leerlingen van 5 havo en 6 vwo presenteerden ’s avonds het eindproduct van een eigen onderzoek aan medeleerlingen en ouders. Bij ons op school zitten natuurlijk veel leerlingen die gewend zijn om voor publiek op te treden, maar een onderzoek presenteren dat je van het begin tot eind zelf gemaakt hebt, is toch weer wat anders. Je weet niet hoe de mensen zullen reageren en bovendien kan er van alles mis gaan! En hier en daar ging er ook wat mis. Zo waren de uitnodigingen voor de ouders wat laat, maar de ouders kwamen gelukkig toch. En ook een computer deed het mooi niet, ook al was die gecontroleerd. Ook raakte een enkele leerling even de draad kwijt. Maar uiteindelijk kwam het allemaal goed, niet in de laatste plaats door de flexibiliteit en inzet van de leerlingen zelf en de begeleidende docenten.
Tijdens mijn rondje door de school om te kijken of alles goed ging, heb ik van heel veel presentaties kunnen meegenieten. In vogelvlucht: Bij biologie leerde ik dat ons lichaam als reactie op het inspuiten van Botox (antirimpel injecties) steeds meer zenuwuiteinden maakt om de werking ervan tegen te gaan. Daardoor heb je steeds meer Botox nodig. Elders kwam ik te weten dat de nieuwe te-laat-komregeling waarmee we dit jaar zijn gestart en die op veel verzet van de leerlingen stuitte, effectiever is dan de oude regeling: er komen minder leerlingen te laat. Vervolgens ging mijn tocht via een Surrealistische jurk, Prostitutie in Amsterdam, de Ku Klux
Naomi Tjong-A-Tham en Maaike Postma leggen met ver ve uit waarom Italiaanse mode zo bijzonder is.
Klan, Bloeddiamanten en de Islamitische revolutie, naar de aula. Hier werden drie eigen composities gespeeld, respectievelijk voor viool en piano, voor twee violen en voor een Big Band. Onze componisten hadden familie en vrienden ingeschakeld om de muziekstukken te kunnen uitvoeren. Het niveau was indrukwekkend. Weer op weg naar boven leerde ik bij
economie dat de kredietcrisis gevolgen heeft voor alle aspecten van het leven: de effecten van de cirsis op goede doelen, de horeca en de fashion industrie werden daar onder de loep genomen. Heel veel indruk maakte ten slotte een documentaire waarin een leerlinge haar grootouders interviewde over hun hulpbehoevendheid en hun gevoelens ten aanzien van de naderende dood. Enkele van deze prachtige profielwerkstukken sturen we in voor de landelijke wedstrijd.
VeenKrant
maart 2010
2009 - 10 nr.2
3
Het Gerrit is meer dan een optelsom van leerlingen Henk van der Waal
In augustus is hij al weer tien jaar als conrector verbonden aan het Gerrit van der Veen College. Op alle belangrijke ontwikkelen die onze school het laatste decennium doormaakte, heeft hij dan ook zijn stempel gedrukt. Reden genoeg om de mens achter de conrector te ontdekken. In dit geval is dat niet zo moeilijk, want niemand menselijker dan degene over wie we het hier hebben: Michel Velu.
lichting leerlingen. Daarmee maak je leerlingen zelf verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de school.’
Vond je het niet moeilijk om een school te verlaten die je mede had opgebouwd? ‘Ik was inderdaad erg verknocht aan het Augustinus College en toen iemand me wees op de vacature van adjunct-directeur, solliciteerde ik met pijn in het
luut niet alleen mijn verdienste, maar een prestatie van alle betrokkenen! Wat mij opvalt is dat het Gerrit van der Veen College een gemeenschap is, een community. Jij levert daar
Is samenwerken het toverwoord? ‘Zeker, we zijn een team en dat team moet in steeds wisselende samenstellingen een prestatie leveren. Naar mijn idee is een van de belangrijkste ingrediënten van teamwork betrouwbaarheid. In ie-
hart. Maar eigenlijk was ik ook toe aan een nieuwe werkomgeving. Het Gerrit was in die tijd eigenlijk een te kleine school om te overleven en ik zag het als een uitdaging om die school beter op de kaart te zetten. Het bestuur heeft kort voor mijn komst het besluit genomen het mavo gedeelte af te stoten en ons te profileren als een havo/ vwo-school.
volgens mij een belangrijke bijdrage aan. ‘Het is in ieder geval wel wat ik nastreef. Een school moet meer zijn dan een optelsom van leerlingen. Om dat te bereiken moet je leerlingen zoveel mogelijk bij de school betrekken. Toen ik hier kwam, waren de leerlingen bijvoorbeeld nergens vertegenwoordigd. Dat vond ik raar. Ik heb toen een leerlingenraad opgezet. Je hoopt daarmee te bereiken dat de school niet alleen de school van de docenten is, maar vooral ook van de leerlingen. Daarnaast zijn we leerlingen in gaan zetten als leerling-coaches. Die begeleiden elk jaar de nieuwe
Michel Velu, in augustus tien jaar als conrector verbonden aan het Gerrit van der Veen College
Je bent hier als conrector binnengekomen. Dat betekent dat je daarvoor al aardig wat ervaring had opgedaan. ‘Dat is waar. Aanvankelijk ben ik begonnen als gymnastiekleraar op een Lom-school. Ik had er toen, dat was halverwege de jaren zeventig, al lol in om leerlingen die niet goed mee konden komen, over een aantal drempels heen te helpen. Ik weet nog goed dat ik een leerling onder mijn hoede had die zo bang was dat hij niet over een gymnastiekbank durfde lopen. Gewoon over de brede kant. Ik zie het dan als een uitdaging om zo’n jongen over zijn angst heen te helpen. Aan het eind van het jaar klom hij tot boven in het wandrek.’ Toch heb je maar twee jaar op die school lesgegeven. ‘Ja, daarna kon ik aan de slag op het Augustinus College in Amsterdam Zuidoost. Dat was heel leuk en spannend omdat dat een school was die net zijn deuren had geopend. Naarmate die school groeide, kwamen echter ook de problemen uit de wijk de klas binnen. In die tijd bestond er nog niet zo’n goed georganiseerd vangnet voor leerlingen met achterstanden. Ik ben toen nadrukkelijk betrokken geweest bij het koppelen van de externe begeleiding aan de school. Die pionierstijd heb ik als bijzonder ervaren. Doordat ik een verleden had als basisschooldocent, was het logisch dat ik de contacten met het basisonderwijs ging onderhouden. Hier op het Gerrit van der Veen College verzorg ik nog steeds de pr-activiteiten naar basisscholen toe.’
Nu, zo’n tien jaar later, kun je zeggen dat we onze naam als havo/vwo-school hebben gevestigd. Dat zie je bijvoorbeeld aan het enorme aantal inschrijvingen dit jaar. Dat dat is gelukt, is overigens abso-
der geval probeer ik in het team een zo betrouwbaar mogelijke factor te zijn. Ik zorg ervoor dat iedereen weet wat hij/zij moet doen. Dat schept helderheid. Daarnaast betekent teamwork ook vooruitdenken. Als het om sfeer en veiligheid gaat, hoort daar ook bij dat je preventief bezig moet zijn. We hebben daarom een alcolholproject en natuurlijk het pestproject in klas een en twee. Dat zijn hele belangrijke dingen, maar tegelijkertijd mag je als school nooit vergeten dat je corebusiness het verzorgen van kwalitatief hoogstaand onderwijs is.’
4
2009 - 10 nr.2
maart 2010
VeenKrant
Locatieraad vergroot medezeggenschap Jan-Willem van der Weij
Medezeggenschap. Het woord draagt de geur van de jaren zestig en zeventig, toen inspraak en democratie ingebed raakten in organisaties en overheden. Later is die democratisering weer teruggedraaid, ook in het middelbaar onderwijs. Inmiddels is medezeggenschap echter weer terug van weggeweest. Een nieuwe vorm van medezeggenschap in het voortgezet onderwijs is nodig geworden omdat door fusies steeds grotere scholen zijn ontstaan, die door beroepsbestuurders worden geleid. Vaak staan die besturen op vrij grote afstand van de school zelf. Tegelijkertijd is de bekostiging veranderd. Scholen krijgen van de overheid een grote zak geld (de zogenaamde lumpsum) die ze binnen grenzen naar eigen inzicht mogen besteden. Het is daarom belangrijk dat leerlingen, ouders en personeel meer bevoegdheden krijgen om mee te praten en mee te beslissen over het reilen en zei-
len van hun school. Dit is sinds 1 januari 2007 wettelijk geregeld in de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS). Ook op het Gerrit van der Veen College krijgt medezeggenschap een nieuwe gestalte. De leerlingenraad, de ouderraad en de personeelsraad zoals die nu functioneren, worden omgevormd tot een zogenaamde locatieraad, waarbij u voor ‘locatie’ ook gewoon ‘school’ kunt lezen. Mogelijkerwijs blijven de huidige ouderraad, leerlingenraad en personeelsraad wel in enige vorm voortbestaan als klankbord voor deze nieuwe locatieraad.
De locatieraad zal bestaan uit vier personeelsleden, twee ouders en twee leerlingen. De raad praat met de schoolleiding over allerlei zaken die leerlingen, ouders en personeel aangaan. In de WMS is vastgelegd waarover de locatieraad alleen advies mag uitbrengen en waarover ze ook mag meebeslissen. In sommige gevallen beslist of adviseert de voltallige locatieraad, bijvoorbeeld als de school de klachtenregeling wil aanpassen of onderwijskundig een andere koers zou willen gaan varen. Maar in andere gevallen is alleen een geleding van de locatieraad gerechtigd om een besluit te nemen of een advies uit te brengen. Zo kunnen de twee ouders bijvoorbeeld beslissen over de besteding van de ouderbijdrage, maar niet over de veranderingen in taken
Leerlingenraad op stoom Nicoline Swen
De leerlingenraad is de vertegenwoordiging van leerlingen binnen de school. Regelmatig overlegt deze raad met de schoolleiding over praktische en andere onderwerpen die de school aangaan. De leerlingenraad is zo een spreekbuis van de leerlingen, bedoeld om meningen en ideeën die bij de leerlingen leven kenbaar te maken. Iedere klas kiest een klassenvertegenwoordiger. Uit de klassenvertegenwoordigers wordt dan de leerlingenraad gekozen. Ieder leerjaar moet door ten minste één leerling vertegenwoordigd worden. Met ingang van dit jaar is er op school een locatieraad. Deze raad bestaat uit docenten, onderwijs ondersteunend perso-
neel, leerlingen en ouders. De leerlingen voor deze raad komen uit de leerlingenraad. Mo-
menteel vertegenwoordigt Roos Kistemaker de leerlingen in de locatieraad.
die personeelsleden (naast lesgeven) toebedeeld krijgen. Dat doet de personeelsgeleding in de locatieraad. Ook leerlingen kunnen meebeslissen over voorzieningen die er voor hen worden getroffen, zoals over het leerlingenstatuut. De leerlingen voor de leerlingenraad zijn intussen gekozen. Voor de ouders en het personeel worden binnenkort verkiezingen georganiseerd. Houd u de berichten van de ouderraad in de gaten, want u krijgt echt wat te zeggen op school.
Kunstouders gezocht Nienke Bakker
Het Gerrit van der Veen College organiseert elk jaar kunstdagen voor verschillende jaarlagen. Tijdens deze dagen worden er workshops gegeven in verschillende kunstdisciplines. Om deze kunstdagen nog gesmeerder en professioneler te laten verlopen zijn wij op zoek naar ouders die zich beroepsmatig bezighouden met kunst. Bent u fotograaf, acteur, beeldend kunstenaar, cineast, dichter/schrijver, cabaretier, muzikant, designer, danser, tekenaar/illustrator of iets anders én vindt u het leuk om leerlingen in uw vak in te wijden, dan zouden wij u graag opnemen in een kunstenaarspool. Wellicht dat we dan een keer contact met u opnemen en u vragen een workshop te komen geven tijdens één van onze inspirerende kunstdagen. Graag opgeven per email bij Nienke Bakker (
[email protected]). Ik hoop op een bloeiende samenwerking en alvast heel erg bedankt.
VeenKrant
maart 2010
5
2009 - 10 nr.2
Denkend aan Holland zie ik kinderen in een bakfiets Kersti Johnsson
Halverwege het schooljaar houden de leerlingen uit 4 havo en 4 vwo bij het vak Nederlands een posterpresentatie naar aanleiding van een bekend gedicht. In een aantal voorbereidende lessen behandelen we belangrijke begrippen als strofebouw, rijm, metrum, stijlfiguren en beeldspraak. Ook besteden we aandacht aan een aantal literaire periodes. Aan bod komen onder andere de Tachtigers, het Modernisme en de Vijftigers. Daarna krijgen de leerlingen de opdracht om in een groepje van vier een plintposter te maken en die gezamenlijk te presenteren. De plintposter heeft een voorkant en een achterkant. Op
de voorkant komt het gekozen gedicht te staan. Bij het gedicht kiezen de leerlingen een soortgelijk gedicht en schrijven ze een antwoordgedicht. Deze twee gedichten komen ook op de voorkant van de poster te staan. Verder zorgen de leerlingen voor een passende beeldende achtergrond. Op de achterkant komen een biografie van de dichter, een analyse van het gekozen gedicht en een interpretatie van het gedicht te staan. Op een afgesproken datum moet de poster af zijn en gepresenteerd worden aan de rest van de klas. Tijdens de presentatie worden het gekozen gedicht, het soortgelijk gedicht en het antwoordgedicht uit het
hoofd voorgedragen. Eén leerling vertelt in eigen woorden waar het gedicht over gaat en een ander legt uit waarom er voor een bepaalde achtergrond gekozen is. Net als vorig jaar waren de resultaten ook dit jaar weer verrassend. In 4va zijn de posters stuk voor stuk kleine kunstwerken geworden. Zo maakte Rosa van Triest naar aanleiding van het gedicht Woningloze van Jan Slauerhoff een fraaie pentekening van een dakloze die ze regelmatig bij haar in de buurt ziet rondscharrelen. Ook zeer geslaagd was de aquarel van Eva Oomen bij een gedicht van Gerrit Kouwenaar. Zij schilderde een oplichtende gloeilamp bij de dichtregel ‘steek dus het licht aan’. Een ander groepje maakte bij het gedicht Denkend aan Holland van Hendrik Marsman een kleurrijke collage waarin het oude Holland wordt vergeleken met het moderne Holland. Olivia de Hoog schreef bij Denkend aan Holland het volgende antwoordgedicht: Denkend aan Holland zie ik kinderen in een bakfiets met hun ouders door het Vondelpark, uitgelaten honden erbij. Duiven op de Dam, uitzicht op de Bijenkorf, drukte op het plein, toeristen in de rij. De toppers in concert, kaas, frikadel en tulpen, molens in de wei, boer zoekt vrouw. Ik hou van Holland, coffeeshops in steegjes, 6 uur avondeten, misschien de Elfstedentocht in de kou.
Adriaan Oudemans, Elton Oostenbrink, Roos van Baren en Simran Singh ontwierpen vorig jaar een poster op basis van de initialen van Gerrit Kouwenaar, die dichtte: ‘de tijd zit krap in zijn heden.’
Ook de voordracht van de gedichten was vaak erg goed. Rosa Liefting bracht zingend De blauwbilgorgel van Cees Buddingh ten gehore en Mahlet Mesfin gaf op het gedicht Zie je ik hou van je van Herman Gorter een wel heel overtuigend en ook humoristisch antwoord met haar zelfgeschreven gedicht. Het begint met de regels: Zie je je wil me Je bent leuk maar is de liefde wederzijds? en eindigt met de regels: Zie je je wil me We zullen zien wat er gebeurt dit jaar Je mooie lippen, je ronde neusje. Zie je ik wil je Ook al ben je soms een kneusje. Al met al is het een heel geslaagd project dat de leerlingen op speelse wijze laat kennismaken met enkele bekende Nederlandse dichtwerken. En wat zeker niet onbelangrijk is: de leerlingen hebben er zichtbaar plezier in!
6 Op naar alcoholvrije leerlingen Michel Velu
Omdat het Gerrit van der Veen College ernaar streeft een gezonde en veilige school te zijn, willen we zowel het gebruik van alcohol, als het roken en blowen zoveel mogelijk aan banden leggen. Daartoe hebben we de expertise ingeroepen van de Jellinek en met deze kliniek een convenant gesloten. In het kader van dit convenant behandelt de mentor in de eerste klas momenteel het thema alcohol. Later in het eerste schooljaar komt het thema roken aan bod. De leerlingen van de tweede klas zijn nu bezig met blowen. Althans, wij proberen hen daarvan af te houden door middel van soortgelijke voorlichtingslessen. Bij de alcohollessen worden de leerlingen door vragen en opdrachten bewust gemaakt van de gevolgen van alcoholgebruik. Daarbij is het o verbrengen van feitenkennis een essentieel onderdeel: wat doet alcohol in je lichaam en wat zijn precies de effecten op je functioneren? De invloed van alcohol op bijvoorbeeld de groei van de hersenen wordt nadrukkelijk belicht. Aan het eind van het schooljaar zullen we het geheel evalueren en kijken of het anders moet. Zeker is echter dat we deze voorlichting over alcohol, roken en blowen blijven geven. Want het blijft moeilijk om te zien dat sommige leerlingen na een vakantie ineens buiten staan te roken. Het zou mooi zijn als we dat door goede voorlichting en in samenwerking met de ouders kunnen voorkomen.
2009 - 10 nr.2
maart 2010
VeenKrant
Vensters voor verantwoording Sandra van Rijnbach
Onze school doet mee aan het project Vensters voor verantwoording. In het kader van dit project zijn twintig indicatoren ontwikkeld die het mogelijk moeten maken om scholen op min of meer objectieve basis met elkaar te vergelijken. Via een website krijgen ouders toegang tot de gegevens die voor het project Vensters voor verantwoording zijn verzameld. Dat stelt hen nog beter in staat om samen met hun kinderen een weloverwogen keuze voor een school te maken. Scholen worden nu ook met elkaar vergeleken door de inspectie en door onderzoeken van bijvoorbeeld Trouw en Elsevier. Maar deze vergelijkingen zijn heel erg gericht op de resultaten van de school. In het project
Vensters voor verantwoording wordt ook andere belangrijke informatie over scholen tegen het licht gehouden. En terecht. Want wat maakt een school tot een goede school? Gaat het om het slagingspercentage? Gaat het om de mate waarin leerlingen zich algemeen kunnen ontwikkelen? Een project als Vensters voor verantwoording gaat het mogelijk maken om al dergelijke factoren mee te wegen bij de keuze voor en beoordeling van een school.
Hoewel de keuze voor een school voor een groot deel gebaseerd zal blijven op de sfeer die in een school hangt en sfeer moeilijk in kwaliteitsstandaarden valt uit te drukken, is het ontwikkelen van dergelijke standaarden toch belangrijk. Want scholen hebben de wettelijke en morele plicht om zich tegenover inspectie, ouders en leerlingen te verantwoorden voor de resultaten die de school behaalt en de keuzes die de school maakt. Bovendien ziet de school aan de hand van dergelijke standaarden waar de school zelf staat en op welke punten het goed gaat en op welke punten het beter moet.
Juul Helms
Ons schoolgebouw heeft zowel binnen als buiten het nodige beeldhouwwerk. Zelfs van heel beroemde beeldhouwers. Van Hildo Krop, die jarenlang stadsbeeldhouwer van Amsterdam was, zijn talloze beelden te zien aan onze school. Om te beginnen zie je aan de voorkant van de school boven de raambogen steeds een springend hertje (het lijkt meer op een konijntje). Op een gevelsteen aan de tuinkant kun je boven de ramen van lokaal 27 ook twee springende hertjes zien en een beeld dat
de schilder Jan Sluyters voorstelt. Achter in de tuin vind je bij de ramen van de aula tien gevelstenen waarin roeisters , tennissters en een clown verbeeld worden. Als slagroom op de taart prijken er twee bronzen beelden van Krop bovenop de grote toren. Je loopt gemakkelijk aan al deze beelden voorbij. Toch is het leuk om ze van wat dichterbij te bekijken. Neem de gevelstenen bij de aula. Ze zijn ongeveer 20 cm breed en 40 cm hoog en variabel qua diepte. Ogenschijnlijk zijn ze uit bruine steen gehakt, maar dat is niet zo: het is gebakken klei. Als je goed kijkt, zie je dat er een aantal hetzelfde is. De clown zie je
maart 2010
2009 - 10 nr.2
7
Maandag maatschappijleerdag Henk van der Waal
Als je op zoek bent naar de sectie maatschappijleer op het Gerrit van der Veen College, kom dan vooral niet op dinsdag t/m vrijdag naar school. Alle lessen van deze sectie vinden namelijk plaats op maandag. Hoe komt dat toch? En wie zijn de mensen achter deze sectie, wat doen ze, wat beweegt hen?
wel vier keer! Hildo Krop heeft dus een mal gebruikt om een aantal keer hetzelfde beeld te krijgen. De naden van de mal zijn goed te zien bij de gevelsteen boven lokaal 27 (je ziet dunne verticale lijntjes lopen). Ook kun je zien dat een metaal een raster in de klei heeft gedrukt.
Maar één dag werken in de week, dat klinkt als luxe. Wat doe je op de andere dagen? Gemma Marx (30): ‘Ik werk op woensdag op het Wellantcollege in Amsterdam. Ik geef daar les aan leerlingen van het vmbo basis en kader. Het is een groot contrast met deze school. Daar ben ik meer bezig met pedagogische aspecten, terwijl op het Gerrit van der Veen College de uitdagingen vooral didactisch zijn. De donderdag besteed ik aan mijn opleiding tot eerstegraads docent maatschappijleer. Over een half jaar moet die zijn afgerond. De rest van de week zorg ik voor mijn dochtertje van twee.’ Tom van der Wel (49) is inmiddels vijf jaar verbonden aan het Gerrit van der Veen College. Dat hij alleen op maandag les geeft, lijkt vooral te maken te hebben met zijn drukke bezigheden gedurende de rest van de week: ‘Op dinsdag werk ik in opdracht van ROC-Asa in Amsterdam-Noord. Dan ontwikkel ik ICT-toepassingen voor het MBO. Op woensdag en donderdag geef ik ook maatschappijleer, maar dan op het Baken Trinitas Gymnasium in Almere. De vrijdag zet ik me voornamelijk in voor de werkgroep elektronisch leren, een samenwerkingsproject van de Amsterdamse havo/vwo-scholen.’
Beeldhouwkunst en marsepein? Krop was de zoon van een bakker. Als jongen kreeg hij van zijn vader boetseerlessen. Niet met klei, maar met marsepein. Door zijn contacten met architecten kreeg hij veel opdrachten voor beelden aan gebouwen en bruggen in Amsterdam (en daarbuiten).
Maatschappijleer, hoe serieus moeten we dat nemen? Gemma: ’Heel serieus! Het vak behandelt grofweg vier onderwerpen: onze rechtsstaat, onze verzorgingsstaat, de parlementaire democratie en de pluriforme samenleving. Dat is veel leerwerk. Daarnaast moeten de
Een school vol kunst (4)
Beeldhouwkunst en marsepein
VeenKrant
leerlingen ook presentaties geven over een maatschappelijk probleem en debatteren over moeilijke maatschappelijke kwesties.’ Tom: ‘Bovendien telt
heid om het geleerde in praktijk te brengen en te ervaren wat dat is: stemmen.’ Maar behalve in school verkiezingen organiseren maakt de
maatschappijleer mee voor het eindexamen. Het cijfer wordt weliswaar gemiddeld met het profielwerkstuk, maar toch, als je er helemaal niets aan doet, heb je wel een probleem.’
sectie ook nogal eens een uitstapje. Gemma: ‘Ja, we hebben in het begin van het schooljaar een bezoek gebracht aan de rechtbank. De leerlingen konden een echte rechtszaak bijwonen. We zijn ook een hele dag naar Den Haag geweest, onder andere naar de Tweede Kamer. Leerlingen kregen daar de gelegenheid vragen te stellen aan een oud-politicus.’
Maatschappijleer is een vak dat niet alleen in de les plaatsvindt. De sectie organiseert nogal eens wat binnen of buiten de school. Tom: ‘Als er verkiezingen zijn, besteden we daar in de les natuurlijk aandacht aan. Maar dit jaar hebben we ook voor de tweede keer meegedaan aan de scholierenverkiezingen. Het is zoiets als een theorie- en een praktijkexamen. In periode twee leren de leerlingen hoe de democratie in elkaar zit en in periode drie krijgen ze de gelegen-
Hoe gaan jullie in de klas eigenlijk om met een verschijnsel als Geert Wilders? Gemma: ‘Wilders maakt veel los in de klassen. Dat is een goed uitgangspunt om er wat dieper op in te gaan. Je kunt dan achterliggende mechanismen proberen te laten zien. We leren de
leerlingen dat ze een onderwerp het beste van meerdere kanten kunnen bekijken. Dat doen we ook met alles wat Wilders roept. Waarom zegt hij de dingen op die manier en op welke wijze botst dat bijvoorbeeld met de grondwet van onze rechtsstaat? Is de aanklacht tegen hem terecht?’
Gemma Marx en Tom van der Wel voor de expositie van politieke car toons die meedingen naar de Junior Inktspotprijs.
Wat verwachten jullie van de komende verkiezingsstrijd? Gemma: ‘Ik heb wel een vermoeden van de uitslag. Maar wat er daarna allemaal gaat komen, is voor mij de vraag.’ Tom: ‘Als we straks met vier partijen komen te zitten die ongeveer even groot zijn, lopen de problemen alleen maar op. Het tijdperk van compromissen en consensus lijkt voorbij te zijn. De komende weken ga ik de leerlingen zeker de vraag voorleggen of wij toe moeten naar een samenleving waarin de polarisatie steeds groter wordt.’
8
2009 - 10 nr.2
maart 2010
VeenKrant
Betoverd door haiku’s en henna
Aidin Mortaz leeft zich uit op het onderdeel kostuums naaien.
Nienke Bakker
Van 18 t/m 20 januari was het Gerrit van der Veen College in de ban van het Oosten. De leerlingen uit de tweede klassen konden tijdens hun kunstdagen verschillende workshops volgen. Sommige leerlingen werkten drie dagen aan één project, terwijl andere leerlingen liever kortere workshops volgden. Zij konden kiezen uit reliëfs maken, henna, koken, dansen en haiku’s en verhalen schrijven.
Michel Velu
op dit kleine plekje van de aardbol een hele positieve sfeer. De leerlingen juichten om iedere 25 euro die binnenkwam. En dat was niet alleen omdat ze dan weer vijf minuten pauze erbij kregen, maar ook omdat dat geld het groeiende gevoel van solidariteit uitdrukte met de slachtoffers op Haïti. Die avond vertrokken tien leerlingen samen met een aantal leden van de ouderraad naar de studio’s in Hilversum om daar de opbrengst te overhandigen: € 3569,65.
IJspret zonder bochten … Maria Berghuizen (1E)
De resultaten van de lange workshops (theater, muziek, Oosterse lichtjes, kostuums naaien en film) waren te zien tijdens een spetterende show op de woensdagochtend. En dan te bedenken dat daar maar drie dagen aan gewerkt was!!
Papiergeld, munten en volmachten: zonder enige terughoudendheid laten de leerlingen het wegglijden in de actiedoos voor Haïti.
€ 3569,65 voor Haïti Wat een saamhorigheid. Wat een sensationeel ochtendje op school. De leerlingen konden op 21 januari hun pauze verlengen door geld te donoren voor de slachtoffers van de aardbeving op Haïti: hoe meer geld, hoe langer de pauze. En dat bleek een schot in de roos en twee vliegen in één klap. Want welke leerling wil er nu niet mensen in nood helpen én een langere pauze voor zichzelf organiseren. Doordat iedereen zo enthousiast meedeed en zich zo solidair opstelde, ontstond er
Daarnaast bezochten de leerlingen de tentoonstelling Oman en zagen ze in Rialto de film China Bleu.
Je hoort mensen altijd zeggen: ‘oh, wat is het Gerrit van der Veen toch een kunstzinnige school!’ Ja, dat is zo, maar dat niet alleen. Het is ook nog een sportieve school! De ene woensdag stonden alle eerste klassen met ondergebonden schaatsen op de bosbaan in het Amsterdamse Bos. En de woensdag daarna waren we weer in de sporthal voor de sportdag. Het schaatsen was erg leuk. Iedereen deed gezellig mee. Ook kinderen die nog nooit geschaatst hadden. Zelfs meneer Cornelissen schaatste erg goed! Ook de sportdag was superleuk: We gingen korfballen. Het was ook een wedstrijdje (misschien
deed daarom wel iedereen zo zijn best.) Op de eerste plaats eindigde 1E, op de tweede 1C en op de gedeelde derde plaats 1A en 1D. Hopen dat er snel weer zoiets leuks is!
colofon Redactie en vormgeving: Henk van der Waal en Bert Looman Reacties en bijdragen naar:
[email protected] [email protected] Ook deze VeenKrant kunt u digitaal terugvinden op www.gerritvdveen.nl