“Wie ben ik? “ “Ik zie wat in jou!” Inleiding
Ik ben ik en jij bent jij in zoveel kleine dingen verschillend van mij. Maar soms liggen we samen te dromen van wat zal komen. Dan steken we de hoofden bij elkaar en komt er heel wat voor mekaar. Vind jij dat niet wonderbaar? Een nieuw schooljaar, een nieuw begin, misschien een nieuwe lei? Tijd om jezelf te zijn, tijd om de anderen opnieuw te ontdekken en samen op weg te gaan… We laten jullie dit schooljaar kennismaken met „Le petit prince‟ een boek van Antoine de Saint-Exupéry, een piloot. „De kleine prins verscheen in 1943, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het bekende verhaal is het vaakst vertaalde boek uit de Franse literatuur. Dat heeft zo zijn redenen. De kleine prins is een werk dat zowel door de jeugd als volwassenen verslonden wordt. Het lijkt een poëtisch sprookje, maar bevat een diepzinnig verhaal over vriendschap, liefde, verantwoordelijkheid en de zin van het leven. In het boek stelt de schrijver zichzelf voor in de Sahara, waar hij een jonge buitenaardse prins tegenkomt. In hun gesprek openbaart hij zijn eigen visie op de eigenaardigheden van de mensheid. Hij laat de dingen, die volwassenen lijken te vergeten wanneer ze opgroeien, op een eenvoudige manier zien. Het prinsje woont op een kleine planeet. Op een dag verlaat de prins de planeet, om te zien hoe de rest van het heelal eruit ziet. Op aarde ontmoet hij een vos ...
De Kleine Prins - Goede morgen, zei de vos. - Goede morgen, zei de kleine prins beleefd. Hij draaide zich om, maar zag niets. - Hier ben ik, onder de appelboom, zei de stem. - Wie ben je? vroeg het prinsje. Je bent grappig. - Ik ben een vos, zei de vos. - Kom met me spelen, stelde de kleine prins voor, ik voel me zo verdrietig. Ik kan niet met je spelen, antwoordde de vos. Ik ben niet tam. -0, pardon, zei de kleine prins, wat is dat: 'tam'? - Je bent niet van hier, zei de vos. Wat zoek je eigenlijk? - Ik zoek vrienden. Maar wat betekent dat tam-maken? - Dat is een begrip dat maar al te zeer vergeten is. Het betekent: verbondenheid scheppen. - Verbondenheid scheppen? - Ja, inderdaad, zei de vos. Jij bent nu voor mij nog maar een klein jongetje, net als alle andere kleine jongetjes. Ik heb geen behoefte aan jou, evenmin als jij behoefte hebt aan mij. Ik ben voor jou als alle andere vossen. Maar als jij mij tam maakt, dan groeit er verbondenheid. Dan zullen we behoefte hebben aan elkaar. Dan word jij voor mij enig op de wereld en ik voor jou. Mijn leven is eentonig, ik jaag op kippen en mensen jagen op mij. Alle kippen lijken op elkaar, en alle mensen lijken op elkaar. En dan verveel je je wel een beetje. Maar als jij mij tam maakt, als er verbondenheid tussen ons groeit, dan wordt mijn leven vol zon. Dan leer ik jouw voetstappen kennen en onderscheiden van alle andere. Voor de voetstappen van anderen kruip ik weg onder de grond, maar jouw voetstappen zullen me uit mijn hol te voorschijn roepen. Ze zullen me als muziek in de oren klinken. En kijk eens! Zie je die korenvelden? Nu eet ik geen brood. Ik heb niets aan koren, en korenvelden zeggen me niets. Dat is heel verdrietig. Maar jij, je hebt goudblond haar. Als je me nu tam maakt, dan zegt het koren me wel iets. Door het goudblond koren zal ik aan je moeten denken. En ook het geluid van de wind in het koren zal ik mooi vinden. De vos werd stil en keek het prinsje lang aan. - Alsjeblieft... wil je me tam maken? zei hij. - Ja, dat wil ik wel, antwoordde de kleine prins, maar veel tijd heb ik niet. Ik moet vrienden ontdekken en allerlei dingen leren kennen.
- Alleen de dingen die je tam maakt en waarmee je een band schept, leer je kennen, zei de vos. De mensen hebben geen tijd meer om iets te leren kennen. Ze kopen alles kant en klaar in de winkels. Maar doordat er geen winkels zijn die vrienden verkopen, hebben de mensen geen vrienden meer. Als je een vriend wil, maak me dan tam! - Wat moet ik doen? zei het prinsje. - Je moet veel geduld hebben, antwoordde de vos. Kijk, je gaat eerst een eindje van me af in het gras zitten. Ik bekijk je eens tersluiks en jij zegt niets: woorden geven maar misverstand. Maar je kunt iedere dag een beetje dichterbij komen zitten. De volgende dag kwam het prinsje terug. - Je had beter op tijd kunnen komen, zei de vos. Als je b.v. om 4 uur 's middags komt, begin ik om 3 uur al gelukkig te worden. Hoe later het wordt, des te gelukkiger voel ik me. En om 4 uur word ik al onrustig. Zo zal ik de waarde van het geluk leren kennen! Maar als je op een willekeurige tijd komt, dan weet ik nooit hoe laat ik mijn hart moet klaarmaken... Er moeten toch riten zijn. - Riten, wat is dat? vroeg de kleine prins. - Dat is ook weer zo'n vergeten begrip, zei de vos. Een rite is een gebruik dat maakt dat de ene dag verschilt van alle andere dagen, het ene uur van alle andere uren. Zo maakte de kleine prins de vos tam, en het uur van vertrek naderde. - Ach, zei de vos, ik zal huilen. - Maar dat is je eigen schuld, zei de kleine prins. Ik had geen kwade bedoelingen in het hoofd, maar jij wilde dat ik je tam maakte. - Inderdaad, zei de vos. - En nu ga je huilen, zei de kleine prins. - Ja, zei de vos. - Dan heb je er niets mee gewonnen? zei de prins. - Toch wel, de kleur van het korenveld. - Vaarwel, zei de prins. - Vaarwel, zei de vos. Kijk, dit is mijn geheim, het is heel eenvoudig: alleen met het hart krijg je kijk op iemand. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar. - Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar, herhaalde de kleine prins, om het goed te onthouden. - De mensen hebben het vergeten, zei de vos. Maar jij moet het niet vergeten. Jij blijft altijd verantwoordelijk voor wat je tam hebt gemaakt.
Tam maken, in het Frans apprivoiser, betekent voor de vos veel meer dan dat hij zich moet schikken naar de zin van de temmer. Mensen zijn geen wilde dieren, die men met zweep en vuur in bedwang moet houden. Elkaar tam maken betekent in dit verhaal: langzaam naar elkaar toegroeien, banden smeden, elkaar leren kennen en op een gegeven moment tot de conclusie komen dat je om elkaar geeft. Meer nog: dat je elkaar nodig hebt. Met „elkaar temmen‟ wordt dus niet bedoeld dat je je eigen zin opdringt aan de ander, ondanks de ander. Het gaat om een naar elkaar toegroeien, terwijl je jezelf blijft en ook de ander helemaal zichzelf blijft. Meer mens word je als je ruimte schept voor anderen, als je op weg gaat naar morgen, zoekt en verlangt naar een beker genegenheid, een goed woord dat je hart raakt. Loskomen van jezelf, op weg gaan naar anderen, vuur dragen en warmte brengen, het vraagt risico‟s, geduld, hoop en heel veel openheid. Thuiskomen bij iemand is muren afbreken, bruggen slaan… Bij het begin van een nieuw schooljaar zijn we een beetje zoals de vos en het kleine prinsje: wat afwachtend, soms een tikkeltje terughoudend voor al die nieuwe klasgenoten en leerkrachten. We kennen elkaar nog niet of niet goed en het vraagt de nodige openheid, geduld en moeite om te weten te komen wie die andere eigenlijk is. Nochtans loont het de moeite om eens over onze muur te kijken en onszelf te verrijken door nieuwe contacten te leggen. Als we elke dag een beetje dichterbij komen te zitten, groeit de verbondenheid. Dan is die leerling x of leerkracht y plots iemand die ons nauw aan het hart komt te liggen, iemand die je kan vertrouwen, waarop je kan rekenen, met wie je super veel toffe dingen kan doen. Door samen dingen te doen dit jaar, ga je elkaar anders zien, ontdek je „schatten‟ in elkaar. Als wij onbekenden zien als mensen met een hart en een ziel, dan creëren we verbondenheid. „Dit is het geheim, het is heel eenvoudig: alleen met het hart krijg je kijk op iemand. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar.‟ Laat ons proberen het niet te vergeten. Wij geloven echt dat iedereen waardevol is. Laten wij dat geloof samen uitspreken.
Samen Ik probeer in mezelf te geloven. Pas als je in jezelf gelooft, kan je iets bereiken in je leven. Ik geloof in de jongeren van onze klas, onze school. Ik geloof in onze toekomst. Ik geloof in het goede in elk van ons. Ik geloof dat wij geroepen zijn
om aan de wereld mee te bouwen. Ik geloof in een God die ons draagt. Ik geloof in de noodzaak van eenvoud. Ik geloof dat we elkaar moeten vergeven. Ik geloof in mensen die mekaar kunnen en durven vertrouwen. Ik geloof in mensen rondom mij die bekommerd kunnen zijn, zich durven laten raken door wat er in deze wereld gebeurt. Zo is God in ons midden.
TOT SLOT EEN WOORDJE VAN DE DIRECTIE De vos leert de kleine prins‟ wat vriendschap is. “Je moet veel geduld hebben,” zegt hij. Vriendschap, in verbinding staan, neemt tijd, vraagt aandacht en geduld. Een school is een plaats waar we jou mogen thuis leren zijn in talen, wiskunde, wetenschap, muziek ... waar je mag ontdekken wie en wat je zelf bent, waar je rekening leert houden met anderen en met jezelf, ook dat vraagt tijd, aandacht en geduld. Op school vormen we samen ook een gemeenschap waar je recht hebt op waardering, waar je je waardevol mag voelen. Meestal echter bekijken we de buitenkant en vormen daar al snel conclusies over. Dat kapsel is niet mooi, die bril niet modieus, die jas heeft niet het juiste kleur en die handtas of boekentas is niet ok dus… Iemand echt leren kennen duurt heel wat langer en vraagt tijd, aandacht en geduld. Een oude indiaanse tekst luidt als volgt: “Laat mij nooit oordelen over mijn medemensen zonder dat ik minstens veertien dagen in hun schoenen heb gestaan”. Moge deze wijsheid ons samenleven in het komende schooljaar tekenen. Elk jaar maken wij het pastoraal thema zichtbaar in het schoolgebouw. Dit jaar willen we met selfies werken! Voor één keer mag je met je GSM foto‟s maken tijdens de les! Jullie spreken af met je klassenleraar wanneer dit kan doorgaan. Je neemt een foto van jezelf of met 1, 2 of 3 vrienden waar we duidelijk iedereen herkennen. Die stuur je door via Smartschool naar de klassenleraar en die bezorgt mij achteraf alle foto‟s van de klas. (Naam van het bestand: “KLAS voornaam leerlingen”) Die worden dan weer ergens in het gebouw getoond! Door deze uitnodiging willen wij je duidelijk maken dat je er allemaal bij hoort. Door erop in te gaan, toon je dat je zelf ook echt dat je deel wil uitmaken van onze school-gemeenschap. Door samen dingen te doen dit jaar, ga je mekaar "anders" zien; ontdek je "schatten" in mekaar. Schatten hebben iets mysterieus en uitdagends in zich: soms bots je op een schat, vaak blijf je er lang naar op zoek. Het is een vorm van ontdekking, van verwondering voor mensen en dingen. Het is belangrijk dat we elkaar naar waarde weten te schatten. Jij bent een schat!