Media, Informatie en Communicatie
RAFS_12 - Afstudeeropdracht
PROTECT!
Merle Nootebos R407D
Docent begeleider: Rolf Stam Tweede docent: Gerlof Donga
Redactie & Mediaproductie 05-11-2013
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
3
Voorwoord Deze scriptie dient als afronding van mijn Bachelor in Media, Informatie & Communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam. Dit verslag is het resultaat van een onderzoek naar de ontwikkeling van een magazine over veilig vrijen voor jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs.
Mijn motivatie voor de keuze van dit onderwerp heeft verschillende redenen. Via mijn moeder, die werkzaam is als jeugdverpleegkundige bij de GGD, vernam ik hoeveel jongeren zich niet bewust zijn van de gevaren van onveilig vrijen. Daarnaast heeft elke school haar eigen beleid met betrekking tot seksuele voorlichting en is het onderwerp ook thuis niet altijd bespreekbaar. Ik verbaasde mij daar enorm over. Er zijn natuurlijk wel voorlichtingsfolders, maar uit eigen ervaring weet ik dat die niet altijd even aantrekkelijk overkomen. Ik heb GGD Hollands Noorden benaderd om deze ietwat ‘saaie’ folders te vervangen door een hip/jong magazine dat jongeren zal informeren over alles wat met veilig vrijen te maken heeft.
Het tot stand brengen van deze scriptie zou niet zijn gelukt zonder hulp van derden. Ik wil graag Rolf Stam en Gerlof Donga van de Hogeschool van Amsterdam bedanken voor hun begeleiding. Daarnaast wil ik graag GGD Hollands Noorden en mijn familie bedanken voor hun feedback en steun. En tot slot gaat mijn dank uit naar de respondenten van de enquête en de panelgesprekken.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
4
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
5
Managementsamenvatting
In dit onderzoeksrapport wordt, in opdracht van GGD Hollands Noorden, een plan aangedragen om een magazine te ontwikkelen dat jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs bewuster moet maken van de mogelijke gevolgen van onveilig vrijen. De probleemstelling ‘Wat moet een magazine bevatten om jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs in de regio Noord-Kennemerland bewust te maken van de mogelijke gevolgen van onveilig vrijen?’ is na uitgebreid onderzoek beantwoord.
Uit eerder onderzoek van de GGD Hollands Noorden is gebleken dat 19% van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar in de regio Noord-Kennemerland ervaring heeft met geslachtsgemeenschap. Bijna de helft (45%) van deze jongeren vrijt niet altijd veilig. Slechts 63% gebruikte de laatste keer een condoom, landelijk ligt dit percentage een stuk hoger, namelijk op 80%. De reden dat zoveel jongeren onveilig vrijen, is dat 9 van de 10 jongeren denken dat zij geen risico lopen op een seksueel overdraagbare aandoening (soa). (GGD, 2009) Het is van groot belang deze jongeren op jonge leeftijd voor te lichten en zo de seksuele gezondheid van alle jongeren uit de regio Noord-Kennemerland te bevorderen.
Uit dit onderzoek blijkt dat de kennis van de doelgroep over veilig vrijen heel wat te wensen overlaat. Zo denkt 43% van de tweedeklassers dat je met twee condooms over elkaar veiliger vrijt. 44% denkt zwanger te kunnen worden van sperma in het badwater. 45% denkt door zichzelf goed te wassen een soa te voorkomen. En 43% denkt dat zonder condoom, maar wel aan de pil onder veilig vrijen valt.
Het merendeel van de doelgroep ziet het belang van seksuele voorlichting wel in. Toch blijkt dat de doelgroep het niet altijd even gemakkelijk vindt om over het onderwerp te praten, 32,7% vindt seksuele voorlichting namelijk gênant. Dit zou mogelijk een oorzaak kunnen zijn van de weinige kennis die zij hebben van het onderwerp.
Om de gehele doelgroep te voorzien van de juiste informatie is het magazine Protect! ontwikkeld. Protect! is een uniek en betrouwbaar magazine dat haar lezers informeert over het belang van veilig vrijen. Onderwerpen die in het magazine aan bod komen zijn o.a. veilig vrijen, grenzen stellen, voorbehoedsmiddelen, soa, hiv, aids en tienerzwangerschappen. Daarnaast is er in het magazine veel kleurgebruik en wordt tekst afgewisseld met een veelvoud aan afbeeldingen. Vooral de kleur rood staat centraal, vanwege het feit dat rood geassocieerd wordt met liefde en seks. Hierdoor voldoet de look & feel van het magazine geheel aan de eisen van de doelgroep.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
6
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
7
Summary This report, commissioned by GGD Hollands Noorden, suggests a plan to develop a magazine for second year high school students to make them more aware of the possible consequences of unprotected sex. By means of comprehensive research the central problem definition of this thesis: ‘ What elements does a magazine have to contain to make second year high school students more aware of the possible consequences of unprotected sex?’ is answered.
Earlier research, initiated by GGD Hollands Noorden, has shown that 19% of the teenagers, between the ages of 12 and 17 years old from the Noord-Kennemerland area, are sexually active. Almost half (45%) of these teenagers do not always use protection. Only 63% used a condom the last time they had sexual intercourse. Nationwide this percentage is a lot higher (80%). The reason so many teenagers take part in unprotected sex the unfamiliarity with risks involved: 9 out of 10 teenagers are not aware of the risk they are taking. (GGD,2009)In order to improve the sexual health of all teenagers in the Noord-Kennemerland area it is of major importance that these teenagers are being educated in their early years of puberty. This research shows that the target group’s knowledge of the subject matter is not very accurate. 43% thinks that using two condoms is a safer sex method. 44% thinks they can get pregnant from sperm in bathwater. 45% thinks that by having good personal hygiene they can prevent an STD. And 43% considers having sex without a condom while using birth control as safe sex.
The majority of the target group does agree with the importance of sexual education. Still, talking about sex is proved to be not as easy. 32,7% thinks sexual education is an embarrassing subject to talk about. This could possibly be a cause of their limited knowledge of the subject matter.
Protect! is a magazine that has been developed to provide the entire target group with the correct information. Protect! is a unique and reliable magazine that informs her readers about the importance of safe sex. Topics that are discussed are among others, safe sex, sexual boundaries, contraceptives, STD, hiv, aids and teen pregnancies. Many colors and images are used in the design of this magazine. Especially the color red is applied abundantly, given that this color is associated with love and sex. All together, this makes the magazine appealing to the target group and at the same time fulfills their interests and needs by providing them with highly relevant information.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
8
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
9
Inhoud Voorwoord
3
Managementsamenvatting
5
Summary
7
1
Inleiding
13
1.1
Aanleiding van het onderzoek
13
1.2
Probleemstelling
14
1.3
Doelstelling
14
2
Theoretisch kader
15
2.1
Seksuele gezondheid
15
2.2
Kennis
15
2.3
Effect van seksuele voorlichting
15
2.4
Mediagebruik
16
2.4.1 Jongeren en internet
16
2.4.2 Jongeren en tijdschriften
16
2.5
A.I.D.A.-model
17
3
Onveilig vrijen
19
3.1
Onveilig vrijen
19
3.2
Oorzaken
19
3.3
Gevolgen
20
3.4
Voorzorgsmaatregelen
21
4
Doelgroep
23
4.1
Omvang
23
4.2
Nationaliteit
23
4.3
Opleidingsniveau
23
4.4
Seksualiteit
24
4.4.1 Seksualiteit & geslacht
24
4.4.2 Seksualiteit & afkomst
24
4.4.3 Seksualiteit & opleidingsniveau
24
4.4.4 Seksualiteit & leeftijd
24
5
Preventie
25
5.1
Effect van voorlichting
25
5.2
GGD Hollands Noorden en preventie
25
5.2.1 Huidige werkwijze
25
5.2.2 Preventiemateriaal
25
5.2.3 Manier van verspreiding
28
5.2.4 Beperkingen van huidig preventiemateriaal
28
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
10
6
Best practices
31
6.1
Overige nationale campagnes
31
6.1.1 Vrij Lekker
31
6.1.2 Lovebuzz
31
6.1.3 Vrij Veilig Campagnes
32
Succesvolle internationale campagnes
33
6.2.1 Love Life, Stop AIDS
33
6.2.2 Condom, No Condom
33
6.2.3 The National Campaign to Prevent Teen and Unplanned Pregnancy
34
7
Methoden en technieken
35
7.1
Deskresearch
35
7.2
Fieldresearch
35
7.2.1 Enquête
35
7.2.2 Panelgesprekken
36
8
Resultaten
37
8.1
Enquête
37
8.1.1 Algemeen
37
8.1.2 Seksualiteit en voorlichting
38
8.1.3 Kennisquiz
39
Panelgesprekken
40
8.2.1 Vormgeving
40
8.2.2 Inhoud
40
8.2.3 Huidige informatiefolders
41
9
Conclusies
43
9.1
Doelgroep
43
9.2
Seksuele voorlichting
43
9.3
Communicatiemiddel
44
9.4
Het magazine
44
10
Advies: het magazine
47
6.2
8.2
10.1 IJkpersonen
47
10.2 Redactionele formule (A.I.D.A.-model)
49
10.2.1 Redactionele formule
49
10.2.2 Doelgroep
49
10.2.3 Pijlers
49
10.2.4 Tone of voice
49
10.3 Grafische formule (A.I.D.A.-model)
50
10.3.1 Vormgeving
50
10.3.2 Formaat & papiersoort
50
10.4 Verspreiding
50
10.5 Oplage & kosten
50
10.6 Respons: GGD Hollands Noorden
51
10.7 Beperkingen
52
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
11
11
53
Evaluatie
11.1 Evaluatie onderzoeksproces
53
11.1.1 Deskresearch
53
11.1.2 Fieldresearch
53
11.2 Mogelijkheden voor vervolgonderzoek
54
12
Literatuurlijst
55
13
Bijlagen
61
I. Deelvragen
62
II. Overzicht middelbare scholen Noord-Kennemerland
65
III: Volledige enquête
67
IV: Overige grafieken & tabellen
70
V: Codeboek SPSS
77
VI: Notulen panelgesprekken
79
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
12
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
1
13
Inleiding
1.1 Aanleiding van het onderzoek Uit onderzoek van de GGD is gebleken dat 19% van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar in de regio Noord-Kennemerland ervaring heeft met geslachtsgemeenschap. Bijna de helft (45%) van deze jongeren vrijt niet altijd veilig. Slechts 63% gebruikte de laatste keer een condoom, landelijk ligt dit percentage een stuk hoger, namelijk op 80%. De reden dat zoveel jongeren onveilig vrijen, is dat 9 van de 10 jongeren denken dat zij geen risico lopen op een seksueel overdraagbare aandoening (soa). (GGD, 2009)
Op basis van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) zijn gemeenten verantwoordelijk voor de collectieve preventie op het gebied van volksgezondheid. Zij hebben de taak de gezondheid van de inwoners te beschermen, te bewaken en te bevorderen. Dit gebeurd door middel van een Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) (GGD, 2009). Het is van belang dat de GGD jongeren op jonge leeftijd voorlicht over de eventuele gevolgen van onveilig vrijen. Daarom is ervoor gekozen om het onderzoek te richten op jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo) in de regio Noord-Kennemerland.
Momenteel heeft de GGD contactmomenten met jongeren uit de tweede klas, waarin onder andere seksualiteit wordt besproken. Een magazine zou een ideale aanvulling zijn om de doelgroep extra informatie mee te geven en zo bewust te maken van de mogelijke gevolgen van onveilig vrijen. Een groter bewust leidt tot een vermindering van seksueel risicogedrag en bevordert op deze wijze de gezondheid van jongeren in de regio Noord-Kennemerland.
Ondanks het feit dat jongeren veel tijd online besteden, is er bewust gekozen voor een magazine. Uit recent onderzoek dat is uitgevoerd door APA, de Britse branchevereniging voor customer media, blijkt dat print magazines vooral bij jongeren juist erg populair zijn. Tijdschriften worden, in tegenstelling tot online media, langer en diepgaander gelezen. Daarnaast worden ze vaker weer opnieuw opgepakt. (Redactiepartners, 2012) Tijdens een ander onderzoek: ‘Bladen komen binnen’ dat in opdracht van Magazines.nl is uitgevoerd, geven jongeren de volgende argumenten om tijdschriften te blijven lezen: betrouwbaarheid, diepgang, betrokkenheid en het feit dat je een blad lekker kunt vastpakken. Daarnaast geven ze aan dat geen ander medium zo’n sterk gevoel van ontspanning biedt. (Magazines, 2012)
Bovenstaande argumenten duiden aan dat een magazine ideaal is als preventiemedium voor deze doelgroep. Gezien de serieuze aard van het onderwerp is vooral het gevoel van betrouwbaarheid en het feit dat magazines langer en diepgaander worden gelezen van
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
14
groot belang. Daarnaast is het mogelijk om tijdens de contacturen van de GGD alle jongeren direct een magazine mee te geven, waardoor het bereik van het magazine optimaal is.
1.2 Probleemstelling Wat moet een magazine bevatten om jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs in de regio Noord-Kennemerland bewust te maken van de mogelijke gevolgen van onveilig vrijen?
1.3 Doelstelling Een magazine ontwikkelen dat jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs in de regio Noord-Kennemerland bewust maakt van de mogelijke gevolgen van onveilig vrijen.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
2
15
Theoretisch kader
2.1 Seksuele gezondheid De seksuele gezondheid van de jongeren in Noord-Holland Noord is in het geding. Dit blijkt uit het EMOVO-onderzoek dat in 2009 is uitgevoerd in opdracht van GGD Hollands Noorden. Belangrijk resultaat uit het onderzoek is dat één op de vijf jongeren tussen de 12 en 18 jaar ervaring heeft met geslachtsgemeenschap. Het valt echter op dat het condoomgebruik van jongeren uit de regio achterblijft ten opzichte van het landelijk condoomgebruik. De reden hiervoor is dat 9 van de 10 jongeren denken geen risico te lopen op een seksueel overdraagbare aandoening. De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat het van groot belang is te blijven werken aan het verbeteren van de kennis over veilig vrijen en het veranderen van de houding ten aanzien van condoomgebruik onder jongeren. (GGD, 2009)
2.2 Kennis e
Uit het onderzoek ‘Seks onder je 25 ’ dat is uitgevoerd door Rutgers WPF en SOA Aids Nederland blijkt dat de kennis over seksualiteit, voortplanting en soa’s op een aantal punten zeer matig is. De volgende resultaten tonen dit aan: 40% van de jongeren weet niet dat een meisje ook zwanger kan worden als een jongen bij geslachtsgemeenschap niet klaar komt. 37% van de jongens en 29% van de meisjes denkt dat je minder snel hiv of een andere soa oploopt als je je goed wast. Ook weet 32% van de jongens en 24% van de meisjes niet dat er soa’s zijn waar je onvruchtbaar van kunt worden.
Jongeren van 12 tot en met 14 jaar hebben nog relatief weinig kennis van seksualiteit, voortplanting, anticonceptie en soa’s. Wellicht zijn zij ook minder vaardig in het vinden van de informatie die zij nodig hebben, want jongeren van 12 tot en met 14 jaar zoeken bijvoorbeeld veel minder vaak op internet wanneer ze vragen hebben over seksualiteit. De moeder is op deze leeftijd een relatief belangrijke informatiebron, maar tegelijkertijd geven jongeren die op deze leeftijd al seksueel actief zijn veel vaker aan dat hun ouders hier niet e
van op de hoogte zijn. (Seks onder je 25 , 2012) Ook uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat het van belang is te blijven werken aan het verbeteren van de kennis over veilig vrijen. Dit doel kan bereikt worden door jongeren beter en vaker voor te lichten over seksualiteit.
2.3 Effect van seksuele voorlichting De manier van voorlichting bepaalt in zekere mate het resultaat dat geboekt wordt met de voorlichting. Uit het onderzoek ‘The Impact of Abstinence and Comprehensive Sex and
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
16
STD/HIV Education Programs on Adolescent Sexual Behavior’ blijkt dat er een verschil is in het effect tussen voorlichtingsprogramma’s die uitstel van seks centraal stellen en voorlichtingsprogramma’s die zich richten op de bewustwording van veilig vrijen. Het onderzoek toont aan dat de eerst genoemde voorlichtingsprogramma’s niet leiden tot een latere start. Bovendien hebben ze maar een zeer beperkt effect op seksueel gedrag. Daarentegen zorgen voorlichtingsprogramma’s die gericht zijn op bewustwording ervoor dat jongeren later starten met seks en dat ze vaker gebruik maken van voorbehoedsmiddelen. (Kirby, 2008) De Nederlandse overheid richt zich daarom met de aanpak van seksuele voorlichting voornamelijk op het vergroten van de weerbaarheid. Het doel is om de jongeren geen norm op te leggen, maar te stimuleren om zelf na te denken over hun eigen normen en waarden op seksueel gebied.
(Soa Aids, 2011) Dit doel kan worden bereikt door het
onderwerp bespreekbaar te maken en ervoor te zorgen dat jongeren de juiste informatie binnen handbereik hebben.
2.4 Mediagebruik Een belangrijk onderdeel van voorlichting is het gebruik van het juiste medium. Bij het kiezen van het juiste medium moet gekeken worden naar de inhoud en het doel van de boodschap. 2.4.1 Jongeren en internet Met de komst van het internet is er een overvloed aan informatie beschikbaar. Onderzoek van Motivaction, dat is uitgevoerd in opdracht van uitgeverij Malmberg, toont aan dat 80% van de jongeren tussen de 12 en 17 jaar het internet gebruikt bij het zoeken van informatie. De betrouwbaarheid van deze informatie wordt echter zelden gecheckt. Bijna de helft van de jongeren denkt dat alles wat op het internet staat, klopt. Zo’n 40% van de jongeren geeft aan er geen zin in te hebben om de betrouwbaarheid van een bron te controleren. Eén op de vijf jongeren beoordeeld de betrouwbaarheid van een site op basis van de vormgeving; als een site er betrouwbaar uit ziet, dan zien zij geen reden om verder te zoeken.
Daarnaast blijkt dat het zoekgedrag van de jongeren te wensen overlaat. Jongeren verdwalen vaak in de hoeveelheid links die zoekmachines aanleveren. Dit heeft tot gevolg dat ze te veel informatie aangeleverd krijgen en daardoor niet meer weten welke de juiste is. (Malmberg, 2006) 2.4.2 Jongeren en tijdschriften Tegenwoordig is het mogelijk om overal en altijd online te zijn. Maar ondanks de opmars van smartphones en tablets hechten jongeren veel waarde aan papieren magazines. Dit blijkt uit zowel de Millward Brown Advantage Study (2012) dat is uitgevoerd door APA, de Britse branchevereniging voor customer media, als het onderzoek ‘Bladen komen binnen’ (2012), uitgevoerd in opdracht van Magazines.nl.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
17
In tegenstelling tot online media, worden tijdschriften langer en diepgaander gelezen. Daarnaast geven jongeren de volgende argumenten om tijdschriften te blijven lezen: betrouwbaarheid, diepgang, betrokkenheid en het feit dat je een blad kunt vastpakken. Tot slot geven ze aan dat geen ander medium zo’n sterk gevoel van ontspanning biedt.
Het doel van de boodschap is jongeren bewust te maken van de mogelijke gevaren van onveilig vrijen. Gezien de serieuze aard van het onderwerp is vooral het gevoel van betrouwbaarheid en het feit dat magazines langer en diepgaander worden gelezen van groot belang. Daarnaast wordt de betrokkenheid met het onderwerp vergroot.
2.5 A.I.D.A.-model Ongeacht het medium dat gebruikt wordt door jongeren, om informatie over seksualiteit op te zoeken, doorlopen zij verschillende stappen voordat zij actie ondernemen na het tot zich nemen van de informatie. Er zijn verschillende modellen die dit proces beschrijven, zoals het ‘vier oren en vier monden-model’, het ‘theory of planned behaviour-model’ en het A.I.D.Amodel. Tijdens dit onderzoek staat het A.I.D.A.-model centraal. Volgens dit model doorloopt men vier essentiële stappen (attention, interest, desire en action) voordat zij overgaan tot een actie.
De manier waarop dit communicatiemodel toegepast kan worden op het
magazine, luidt als volgt:
A – Attention: door middel van de contacturen van de GGD wordt de doelgroep geattendeerd op de mogelijke gevaren van onveilig vrijen. Dit contactmoment vind plaats in het tweede jaar van het voortgezet onderwijs. Tijdens deze gesprekken komt het onderwerp ‘seksualiteit’ naar voren en zal de jeugdverpleegkundige de leerlingen wijzen op het belang van veilig vrijen. Aan het eind van dit gesprek zal de jeugdverpleegkundige het magazine aan elke leerling overhandigen. Het magazine zorgt ervoor dat het onderwerp de aandacht van de doelgroep trekt.
I – Interest: de interesse van de doelgroep wordt gewekt nadat het magazine is overhandigd. De jeugdverpleegkundige zal kort toelichten welke informatie ze kunnen vinden in het magazine. Het magazine bevat alle relevante informatie met betrekking tot het onderwerp: van de eerste keer tot de behandeling van een soa. Allen geschreven in een stijl die jongeren aanspreekt. De redactionele en grafische formule zorgen ervoor dat het magazine helemaal aansluit bij de wensen van de doelgroep, waardoor de interesse van de doelgroep in het onderwerp vergroot zal worden.
D – Desire: na het lezen van het magazine zal de doelgroep voldoende geïnformeerd zijn over de mogelijke gevolgen van onveilig vrijen. Zij zullen het belang inzien van het gebruik van voorbehoedsmiddelen en een voorkeur geven aan veilig vrijen.
A – Action: de informatie verkregen uit het magazine heeft ervoor gezorgd dat de doelgroep bewust is geworden van de mogelijke gevaren van onveilig vrijen. De
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
18
doelgroep zal tijdens seksueel contact gebruik maken van voorbehoedsmiddelen, waardoor de seksuele gezondheid van de jongeren in Noord-Kennemerland zal worden verbeterd.
Figuur 1: Het A.I.D.A.-model volgens St. Elmo Lewis
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
3
19
Onveilig vrijen
In dit hoofdstuk wordt duidelijk wat er verstaan wordt onder de term ‘onveilig vrijen’, wat de oorzaken en gevolgen zijn en hoe onveilig vrijen voorkomen kan worden.
3.1 Onveilig vrijen Onveilig vrijen is seksueel contact zonder het gebruik van een voorbehoedsmiddel, zoals een condoom, waardoor de kans op een seksueel overdraagbare aandoening (soa) of een ongewenste zwangerschap aanzienlijk vergroot wordt. Een soa is een geslachtsziekte die met name wordt overgedragen via sperma, bloed en vaginaal vocht, of bij contact tussen de slijmvliezen van de penis, vagina, anus of mond. (Soa Aids z.j. b)
3.2 Oorzaken Er zijn verschillende redenen waarom jongeren onveilig vrijen. Stichting Anticonceptie Nederland heeft in samenwerking met Bayer Healthcare een onderzoek uitgevoerd onder 5000 jongens en meisjes in Nederland. Hieruit blijkt dat het regelmatig voorkomt dat er ‘in the heat of the moment’ geen voorbehoedsmiddelen worden gebruikt. Redenen voor deze nalatigheid zijn onder meer dat de ondervraagden geen voorbehoedsmiddel bij zich hadden als het erop aankwam, ze waren het simpelweg vergeten of ze waren onder de invloed van drugs en/of alcohol. Van de vrouwen tot 25 jaar die onveilig seks hebben gehad is 14,9 procent ongewenst zwanger geweest, tegenover 2,1 procent van de vrouwen die veilige seks hadden. (Date & Sex Check, 2011) Bovenstaande redenen komen ook terug in het EMOVO – onderzoek dat is uitgevoerd door de GGD in 2009 onder jongeren tussen de 12 en 18 jaar in Noord-Holland Noord. Jongeren die niet altijd een condoom gebruikten tijdens de geslachtsgemeenschap gaven hiervoor de volgende redenen: -
We gebruikten de pil of een ander voorbehoedsmiddel (49%).
-
We vertrouwden elkaar (34%).
-
We hadden vaste verkering (34%).
-
Vrijen met een condoom is niet zo lekker (30%).
-
We hadden geen condooms bij ons (17%).
-
We dachten er niet aan (14%)
-
Ik wilde zelf geen condoom gebruiken (13%).
-
De ander wilde geen condoom gebruiken (11%).
-
We hadden te veel gedronken (10%).
-
Vrijen met condooms is onhandig of moeilijk (10%).
-
Ik durfde niet te zeggen dat ik met een condoom wilde vrijen (2%).
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
20
Daarnaast schat 85 procent van de jongeren die wel eens onveilig vrijen (onterecht) in dat zij geen risico lopen op een soa. (GGD Hollands Noorden, 2009)
Uit onderzoek blijkt ook dat ondanks de seksuele voorlichting in Nederland, er nog veel misverstanden bestaan over wat veilig en onveilig vrijen is. 1 op de 5 mannen zegt bijvoorbeeld dat terugtrekken voordat het orgasme plaatsvindt, oftewel ‘voor het zingen de kerk uit gaan’, effectief is als anticonceptie. (Date & Sex Check, 2011)
3.3 Gevolgen Het risico op een soa of een ongewenste zwangerschap wordt aanzienlijk vergroot tijdens onveilig vrijen. In hoofdstuk 3.1 wordt nader ingegaan op deze risico’s. De algemene klachten die horen bij een geslachtsziekte zijn: -
Afscheiding / pus uit de vagina / penis;
-
Zweertjes, wratjes of blaasjes op de geslachtsdelen, de anus of rond de mond;
-
Gezwollen klieren in de liezen;
-
Jeuk in het schaamhaar, aan de schaamlippen of de eikel;
-
Pijn in de ballen, in de onderbuik, bij het vrijen of tijdens het plassen.
De meest voorkomende geslachtsziektes zijn: -
Chlamydia: wordt veroorzaakt door een bacterie die zich nestelt in de slijmvliezen van de geslachtsdelen. Hierdoor ontstaat de kans op een ontsteking van de urinebuis, de anus of de baarmoedermond. Dit is een veelvoorkomende soa bij jonge mensen.
-
Genitale wratten: wordt veroorzaakt door het papilloma virus dat abnormale celgroei van huid en slijmvliezen teweegbrengt. Ze zitten meestal op en rond de geslachtsdelen, bilspleet en in de mond.
-
Herpes genitalis: wordt veroorzaakt door een virus dat ervoor zorgt dat je rode plekjes met vochtgevulde blaasjes krijgt. De blaasjes worden na verloop van tijd kleine wondjes die langzaam indrogen. Doordat er geen medicijn bestaat dat het virus doet verdwijnen kan het steeds weer terug komen.
-
Gonorroe: wordt veroorzaakt door een bacterie die leeft op en in de slijmvliezen van de geslachtsdelen, anus, keel en ogen. Een vrouw merkt vaak weinig tot niets van gonorroe. Mannen hebben echter vaak wel duidelijke klachten, die bestaan uit een pusachtige afscheiding uit de plasbuis, ook wel ‘druiper’ genoemd. (Soa Aids, z.j. a)
-
Hepatitis B: wordt veroorzaakt door een zeer besmettelijk virus dat de levercellen ingaat en ontstekingen veroorzaakt. Naast onveilig seksueel contact kan Hepatitis B opgelopen worden door bloed op bloed contact of bij besmetting tijdens de geboorte.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
-
21
Trichomonas: wordt veroorzaakt door een parasiet. Vrouwen kunnen door deze soa last krijgen van een ontstoken vagina, waardoor het plassen mogelijk pijnlijk kan zijn. Mannen hebben echter meestal weinig of geen klachten.
-
Syfilis: een ernstige soa die wordt veroorzaakt door een bacterie. Als je er op tijd bij bent is het echter goed te genezen. Verschijnselen die kunnen optreden zijn één of meer zweertjes en opgezette lymfeklieren in de buurt van het zweertje. Deze zullen weer verdwijnen, maar de ziekte is echter nog niet weg. Enkele weken tot maanden later kunnen andere verschijnselen optreden, zoals vlekjes op de huid, griep, haaruitval, oogklachten en wratjes in de buurt van de geslachtsdelen. De bacterie is dan inmiddels via de bloedbaan door het hele lichaam verspreid.
-
HIV (Humaan Immunodeficiëntie Virus): Dit virus veroorzaakt aids. Eenmaal in het lichaam begint het virus het afweersysteem af te breken, dat normaal gesproken het lichaam beschermd tegen schadelijke bacteriën en virussen. (Info Nu, 2007)
3.4 Voorzorgsmaatregelen Er zijn verschillende manieren om onveilig vrijen tegen te gaan. Naast het feit dat jongeren er voor moeten zorgen dat ze een condoom bij zich hebben, moeten ze zich ook voorbereiden. Onveilige seks komt minder vaak voor bij jongeren die zich hebben voorbereid. Het is dus zeer belangrijk dat jongeren voordat zij seksueel actief worden goed worden voorgelicht. Jongeren onderschatten vaak het belang van communicatieve vaardigheden: hoe zeg ik dat ik met condoom wil vrijen? Wat doe ik als de ander zonder condoom wil vrijen? Het is belangrijk om jongeren op deze situaties voor te bereiden. (Soa Aids, z.j. c)
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
22
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
4
23
Doelgroep
Het onderzoek richt zich op jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs (vmbo, havo & vwo) in de regio Noord-Kennemerland. Hieronder volgen de algemene kenmerken van de doelgroep.
4.1 Omvang De doelgroep bestaat in totaal uit 6803 jongens en meisjes, waarvan 51,6% jongens en 48,4% meisjes. De regio Noord-Kennemerland bestaat uit de volgende gemeentes: Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft-De Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer. (GGD Hollands Noorden, z.j. c) Hieronder is weergegeven hoe de doelgroep is verspreid over de verschillende gemeentes. (CBS, 2013)
Alkmaar
29%
Heerhugowaard
20%
Castricum
15%
Bergen
11%
Langedijk
11%
Heiloo
9%
Graft-De Rijp
3%
Schermer
2%
4.2 Nationaliteit Aangezien er bij het CBS geen cijfers bekend zijn waarin de nationaliteit per leeftijd en gemeenten wordt beschreven, is er gekeken naar de nationaliteit van alle inwoners van de regio Noord-Kennemerland. Uit deze cijfers blijkt dat 96,72% van de inwoners van de regio Noord-Kennemerland de Nederlandse nationaliteit draagt en 3,28% onder de categorie nietNederlands valt. Het is aannemelijk dat deze percentages overeen komen met die van de doelgroep. (CBS, 2012a)
4.3 Opleidingsniveau Daar het CBS in haar cijfers geen onderscheid maakt in opleidingsniveau in de eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs, is er gekeken naar het opleidingsniveau van de geslaagden in de regio Noord-Kennemerland in 2010/2011. Het is aannemelijk dat deze percentages overeen zullen komen met die van de doelgroep. (CBS, 2012b) De verdeling van de doelgroep naar opleidingsniveau is als volgt: 27,9 is afkomstig van het vwo, 35,4% van de havo en 36,8% van de doelgroep is afkomstig van het vmbo.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
24
4.4 Seksualiteit In het EMOVO onderzoek, dat in 2009 is uitgevoerd in opdracht van GGD Hollands Noorden, is de seksuele activiteit van de doelgroep onderzocht. Hier kwamen de volgende resultaten uit voort: 4.4.1 Seksualiteit & geslacht Uit het onderzoek blijkt dat 19% van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar ervaring heeft met geslachtsgemeenschap. Van de jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs is dit 8%. Er is geen verschil te vinden tussen jongens en meisjes wat betreft ervaring met geslachtsgemeenschap.
Van de jongeren, uit de tweede klas die ervaring hebben met geslachtsgemeenschap, is 45% met meerdere partners naar bed geweest. Hier zie je echter wel een verschil tussen jongens en meisjes. Jongens (54%) zijn vaker met meerdere partners naar bed geweest dan meisjes (48%) 4.4.2 Seksualiteit & afkomst Autochtone jongeren hebben minder vaak ervaring met geslachtsgemeenschap dan allochtone
jongeren.
20%
van
de
autochtone
jongeren
heeft
ervaring
met
geslachtsgemeenschap, 25% van de niet-westerse allochtone jongeren en 27% van de westerse allochtone jongeren. Tussen de jongeren die met meerdere partners naar bed zijn geweest, is er geen verschil in etnische afkomst. 4.4.3
Seksualiteit & opleidingsniveau
Tussen jongeren van de verschillende opleidingsniveaus bestaat er een verschil in ervaring met
geslachtsgemeenschap.
Van
de
vmbo-leerlingen
heeft
24%
ervaring
met
geslachtsgemeenschap tegenover 15% van de havo/vwo-leerlingen. Daarnaast zijn vmboleerlingen (49%) vaker met meerdere partners naar bed geweest dan havo/vwo-leerlingen (45%). 4.4.4 Seksualiteit & leeftijd Van de seksueel actieve jongeren was de gemiddelde leeftijd bij de eerste keer 14 jaar en 2 maanden. Ruim een kwart van deze jongeren (26%) was zelfs jonger dan 14 jaar bij de eerste keer. Bij jongens (29%) komt dit vaker voor dan bij meisjes (23%). Van de vmboleerlingen was 25% jonger dan 14 jaar bij de eerste keer en van de havo/vwo-leerlingen 20%.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
5
25
Preventie
5.1 Effect van voorlichting De Nederlandse overheid richt zich met de aanpak van seksuele voorlichting voornamelijk op het vergroten van de weerbaarheid. Het doel is om de jongeren geen norm op te leggen, maar te stimuleren om zelf na te denken over hun eigen normen en waarden op seksueel gebied. (Soa Aids, 2011) Uit onderzoek is gebleken dat er een verschil is in het effect van voorlichtingsprogramma’s die uitstel van seks centraal stellen en voorlichtingsprogramma’s die zich richten op de bewustwording van veilig vrijen. Zo blijkt dat de eerst genoemde voorlichtingsprogramma’s niet leiden tot een latere start. Bovendien hebben ze maar een zeer beperkt effect op seksueel gedrag. Daarentegen zorgen voorlichtingsprogramma’s die gericht zijn op bewustwording ervoor dat jongeren later starten met seks en dat ze vaker gebruik maken van voorbehoedsmiddelen. (Kirby, 2008)
5.2 GGD Hollands Noorden en preventie 5.2.1 Huidige werkwijze GGD Hollands Noorden spant zich op verschillende manieren in voor het behoud van de gezondheid van de doelgroep in Noord-Kennemerland. Dit gebeurt onder andere tijdens de contactmomenten van de Jeugdgezondheidszorg op school. De Jeugdgezondheidszorg van de GGD zet zich in voor het beschermen, bevorderen en bewaken van de gezondheid, groei en ontwikkeling van jeugdigen van 0 tot 19 jaar. Tijdens de gehele schoolperiode van een kind wordt hij/zij in totaal drie keer opgeroepen voor een contactmoment bij de jeugdarts, doktersassistente of jeugdverpleegkundige. (GGD Hollands Noorden, z.j. a) Deze contactmomenten vinden plaats op 5-6 jarige leeftijd, 10-11 jarige leeftijd en in de tweede klas van het voortgezet onderwijs. De jongeren uit de tweede klas worden door de jeugdverpleegkundige uitgenodigd voor een onderzoek. De verpleegkundige meet de lengte en het gewicht en bespreekt aan de hand van een vragenlijst diverse onderwerpen, waaronder seksualiteit. Na de tweede klas van het voortgezet onderwijs worden de meeste jongeren niet meer opgeroepen voor een onderzoek. Een extra gesprek of onderzoek aanvragen is echter altijd mogelijk. (GGD Hollands Noorden, z.j. b)
Naast de contactmomenten maakt GGD Hollands Noorden gebruik van verschillende preventiematerialen om de seksuele gezondheid in de regio te bevorderen, deze worden in de volgende paragraaf uitgebreid besproken. 5.2.2 Preventiemateriaal Hieronder volgt een overzicht van preventiematerialen ten aanzien van onveilig vrijen die GGD Hollands Noorden momenteel tot haar beschikking heeft.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
26
Lesmaterialen GGD Hollands Noorden beschikt over de volgende lesmaterialen voor docenten van het voortgezet onderwijs om jongeren te informeren over veilig vrijen: -
Leskist: Seksualiteit: Het doel van deze leskist is het ondersteunen van jongeren bij de ontwikkeling tot een persoon die in staat is een goede seksuele relatie aan te gaan. Hierbij staan de volgende punten centraal:
het overdragen van kennis ten aanzien van relaties en seksualiteit
het leren van vaardigheden, zoals het stellen van grenzen
het veranderen van de houding ten aanzien van relaties, seksualiteit en veilig vrijen
(ter
preventie
van
zwangerschap
en
seksueel
overdraagbare
aandoeningen) (GGD Hollands Noorden, 2012c) -
Lang Leve de Liefde: een lespakket, bestaande uit zes lessen, over relaties, seksualiteit en veilig vrijen voor leerlingen uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs. Uit onderzoek is gebleken dat leerlingen die les hebben gehad met het lespakket beter in staat zijn wensen en grenzen aan te geven, eerder van plan zijn voorzorgsmaatregelen te nemen als ze gaan vrijen en een positievere houding hebben ten aanzien van homoseksualiteit. De GGD verzorgt een gratis training voor docenten die met het project willen werken op hun school. (GGD Hollands Noorden, 2012b)
-
Lovebox: De ‘Lovebox’ is een mooi vormgegeven box die op een speelse wijze de leerlingen leert om in moeilijke omstandigheden op een goede manier een condoom te gebruiken. Hiermee wil de GGD ook de bewustwording van het belang van condoomgebruik vergroten. (GGD Hollands Noorden, 2012d)
-
De koffier in: voorlichtingskoffer jongeren anticonceptiemiddelen: Het doel van deze voorlichtingskoffer
is
de
kennis
over
de
in
Nederland
verkrijgbare
anticonceptiemiddelen te vergroten. (GGD Hollands Noorden, 2012a)
Sense Sense is het centrum voor seksuele gezondheid dat onderdeel is van de GGD. Jongeren tot 25 jaar kunnen hier, indien gewenst anoniem, terecht met vragen over geslachtsziektes, ongewenste zwangerschap, abortus, anticonceptie en seksualiteit. Sense helpt deze jongeren door middel van gesprekken, eventueel lichamelijk en aanvullend onderzoek, behandeladviezen, recepten of een doorverwijzing naar een specialist. Sense is met name bedoeld voor situaties waarin contact met de huisarts niet mogelijk of gewenst is. (Sense, z.j. b) Jongeren met een vragen over seks kunnen informatie vinden op de Sense website, hun vraag stellen aan deskundigen per telefoon, email, chat of door middel van persoonlijk gesprek tijdens een Sense-spreekuur. Dit is gratis en vertrouwelijk. (Sense, z.j. a)
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
27
Informatiefolders Naast Sense en de lesmaterialen die de GGD ter beschikking heeft gesteld voor docenten van het voortgezet onderwijs, heeft de GGD ook nog een aantal informatiefolders voor jongeren. Een aantal voorbeelden van informatiefolders over onveilig vrijen zijn: En dan ga je… vrijen! (uitgeven door: Rutgers Nisso Groep)
Informatie: Een folder over verliefd zijn, verkering krijgen, knuffelen en vrijen. Er is in deze folder meer informatie te vinden over: masturberen, seksuele voorkeur, de eerste keer, veilig vrijen en gevaarlijke relaties.
Seks en seksualiteit: Girlz (uitgeven door: Rutger Nisso Groep & CASA Nederland)
Informatie: Deze folder is bedoeld voor meisjes tussen de 13 en 18 jaar. Aan bod komen onder meer het veranderende meisjeslichaam, verliefd worden, emoties, menstruatie, de vagina, seksuele voorkeuren, de eerste keer en veilig vrijen.
Seks en seksualiteit: Boyz (uitgeven door: Rutger Nisso Groep & CASA Nederland)
Informatie: Deze folder is bedoeld voor jongens van 13 tot 18 jaar. Hierin worden onderwerpen besproken als: lichamelijke veranderingen,
hygiëne,
verliefd
worden,
voorkeur, de eerste keer en veilig vrijen.
seksuele
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
28
Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (uitgegeven door: Soa Aids Nederland)
Informatie: Deze folder geeft informatie over soa. Er staan veel tips in over hoe je jezelf het beste beschermt tegen soa, en wat je kunt doen als er toch iets is misgegaan.
5.2.3 Manier van verspreiding Uit de voorgaande paragrafen kan geconcludeerd worden dat de GGD verschillende manieren gebruikt om de informatie over onveilig vrijen onder de doelgroep te verspreiden. De GGD informeert de jongeren zowel persoonlijk, als via docenten op het voortgezet onderwijs. Tevens maakt de GGD gebruik van informatiefolders om de doelgroep verder voor te lichten. Deze informatiefolders zijn te vinden bij één van de vestigingen van de GGD en bij de meeste huisartsenposten. Daarnaast heeft de jeugdverpleegkundige tijdens de contactmomenten met de jongeren altijd verschillende informatiefolders bij zich. 5.2.4 Beperkingen van huidig preventiemateriaal De GGD zet verschillende preventiematerialen in om de seksuele gezondheid van de doelgroep te bevorderen. Desondanks zitten er aan deze preventiematerialen een aantal beperkingen vast. Zoals is paragraaf 5.2.2 beschreven is stelt GGD Hollands Noorden verschillende lesmaterialen ter beschikking aan docenten van het voortgezet onderwijs. Het is echter zo dat dit geen verplicht onderdeel is op middelbare scholen. De beslissing, om leerlingen met behulp van één van de leskisten te onderwijzen over veilig vrijen, ligt dus geheel aan de motivatie van de docent en de school. Dit heeft tot gevolg dat niet iedereen dezelfde kennis opdoet over het onderwerp.
GGD Hollands Noorden maakt daarnaast gebruik van verschillende informatiefolders. Ook aan deze preventiematerialen zitten een aantal beperkingen vast. Het feit dat de informatiefolders niet aan de doelgroep wordt aangereikt is al een beperking op zich. Het merendeel van de doelgroep zal nooit naar een vestiging van de GGD of naar een huisartsenpost gaan om informatiefolders te halen over veilig vrijen. En ook de jeugdverpleegkundige draagt tijdens de contactmomenten niet standaard voor elke leerlingen een folderpakket bij zich. Dit heeft wederom tot gevolg dat niet iedereen dezelfde kennis opdoet. Een ander nadeel van de informatiefolders is dat er niet één folder bestaat met alle informatie. Er zijn folders met informatie over seksualiteit voor jongens en voor
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
29
meisjes, folders met informatie over soa en folders met informatie over de eerste keer, maar deze staan allemaal los van elkaar.
Tot slot bestaat er nog de Sense, waar jongeren terecht kunnen met vragen over geslachtsziektes, ongewenste zwangerschap, abortus, anticonceptie en seksualiteit. Via de website kan de doelgroep allerlei informatie vinden over veilig vrijen. Toch is ook deze manier van voorlichten verre van ideaal. Wederom vraagt deze manier van voorlichten eerst om een actie van de doelgroep zelf. De informatie wordt hen niet aangereikt. Integendeel, de doelgroep moet er zelf naar op zoek gaan.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
30
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
6
31
Best practices
In dit hoofdstuk wordt er gekeken naar noemenswaardige campagnes, zowel nationaal als internetionaal, die veilig vrijen stimuleren.
6.1 Overige nationale campagnes De werkwijze van de GGD en het preventiemateriaal in de verschillende regio’s in Nederland komt grotendeels met elkaar overeen. Toch zijn er een aantal landelijke en regionale campagnes die zich onderscheiden. 6.1.1
Vrij Lekker
GGD Amsterdam heeft de website
www.vrijlekker.nl
ontwikkeld
voor
jongeren
tussen de 16 en 24 jaar. De website
geeft
training
over
persoonlijke veilig
vrijen,
condoomgebruik en het doen van een SOA-test en/of HIV-test. Deze interactieve website bevat onder meer: filmpjes, quizzen, tips en e-cards. Succesfactoren: Vrij Lekker probeert, in tegenstelling tot grootse publieke campagnes, haar advies toe te spitsen op het individu. Niet iedereen heeft dezelfde barrières om veilig te vrijen. Daarom is de Safe Sex Training volledig toegespitst op de situatie van degene die de training volgt. Daarnaast stimuleert het condoomgebruik doordat het via de website mogelijk is condooms en glijmiddel te kopen bij de Amsterdamse Condomerie. Uniek is dat je met je mobiele telefoon kan betalen en dat het voor iedereen betaalbaar is: 10 condooms voor 99ct. (Vrij Lekker, 2008) 6.1.2 Lovebuzz De Lovebuzz is een initiatief van Rutgers World Population Foundation die in het najaar van 2012 is gestart met een tour langs de brugklassen van het voortgezet onderwijs. Binnen deze omgebouwde vrachtwagen kunnen leerlingen in de vorm van een spel ontdekken wat zijzelf en anderen vinden van liefde, seksualiteit en relaties.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
32
Succesfactoren: Brugklasleerlingen leren door middel van een interactief spel meer over liefde, seksualiteit en relaties. Dit zorgt voor een ongedwongen sfeer waarin zij leren hun eigen mening te vormen. Een groot pluspunt is het feit dat de Lovebuzz zich richt op leerlingen uit de eerste klas van het voortgezet onderwijs. Hierdoor vergroten ze al op jonge leeftijd de kennis van de doelgroep over het belang van veilig vrijen. (Lovebuzz, z.j.)
6.1.3 Vrij Veilig Campagnes Tussen 1987 en 2011 heeft de Nederlandse overheid maar liefst 15 massamediale vrijveilig-campagnes ontwikkeld om veilig vrijen en condoomgebruik te stimuleren. Bekende campagnes zijn onder andere: Ik vrij veilig, of ik vrij niet; Wie laat zich ook naaien zonder condoom; Verneuk je nieuwe relatie niet met een oude soa. (Soa Aids, 2011b)
Succesfactoren: Doordat de overheid de campagnes internet,
via
zowel
tijdschriften
verspreidde campagnes
is
en
televisie,
radio,
buitenreclame
het
bereik
enorm
groot.
van
deze
Daarnaast
bevatten de campagnes altijd een voor iedereen
begrijpelijke
(Rijksoverheid, 2009)
boodschap.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
33
6.2 Succesvolle internationale campagnes In deze paragraaf worden een aantal voorbeelden van succesvolle internationale campagnes en de reden waarom deze succesvol waren belicht. 6.2.1 Love Life, Stop AIDS De Zwitserse overheid lanceerde in 2006 de campagne ‘Love Life, Stop AIDS’ als preventie tegen AIDS. De controversiële campagne liet atleten naakt poseren terwijl ze een gevaarlijke sport uitoefende zoals schermen, ijshockey en motorcrossen. De slogan van deze campagne luidde: No Action, Without Protection. Het idee hierachter was te laten zien hoe kwetsbaar ze waren zonder hun bescherming, met als doel de bevolking bewuster te maken van het belang van bescherming tijdens seksuele activiteiten. (Pub Med, 2006) Succesfactoren: het gebruik van foto’s van echte mensen. Een open, eerlijke en moderne HIV/AIDS campagne. (Eurosurveillance, 2006)
6.2.2 Condom, No Condom De ‘Condom, No Condom’ campagne uit Groot-Brittannië is een vorm van virale marketing. De National Health Service (NHS) heeft een serie video’s ontwikkeld waarin jongeren bij elke video worden gevraagd een keuze te maken. Alle video’s worden gefilmd vanuit het point of view van een mannelijk personage. In de eerste video zie je een groep jongeren die zich klaarmaken voor een feestje, de kijker wordt gevraagd een keuze te maken om wel of geen condooms te kopen. Nadat er een keuze wordt gemaakt, verschijnt er een nieuw filmpje waarin het verhaal verder gaat. De kijker wordt in elke video de vraag gesteld om een keuze te maken uit verschillende opties die bepalen hoe het verhaal zich verder uitpakt. Als de kijker er voor kiest om geen condoom te gebruiken, dan loopt het mannelijke personage uit de video’s een blauwtje of hij eindigt met een geslachtsziekte.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
Succesfactoren: aanpak
Moderne
waarin
realistische
voor
jongeren
situaties
34
worden geschetst. Dit zorgde ervoor dat de video’s in twee maanden 1,6 miljoen keer werden bekeken, ook klikte veel jongeren door naar de NHS
website
informatie gezondheid.
voor
over (Omni
meer
seksuele Digital,
2012)
6.2.3 The National Campaign to Prevent Teen and Unplanned Pregnancy In de Verenigde Staten wordt er gebruikt gemaakt van product placement om veilig vrijen te promoten, met als doel ongewenste zwangerschap (onder tieners) tegen te gaan. Het onderwerp ‘veilig vrijen’ wordt in verschillende populaire televisieseries, zoals Gossip Girl, Glee en Pretty Little Liars, naar voren gebracht om jongeren aan te moedigen om verantwoord om te gaan met hun eigen seksuele gezondheid. De campagne werkt nauw samen met grote televisiezenders in de Verenigde Staten om hun doelgroep te bereiken.
Succesfactoren: Door de samenwerking met grote televisiezenders is het bereik van
de
waardoor
campagne het
de
immens meest
groot,
effectieve
campagne tegen tienerzwangerschappen in de Verenigde Staten is. (Campus Progress, 2012)
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
7
35
Methoden en technieken
Om erachter te komen waaruit een magazine dient te bestaan om jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs bewust te maken van de mogelijke gevolgen van onveilig vrijen, is er tijdens dit onderzoek zowel deskresearch als fieldresearch uitgevoerd. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de gebruikte onderzoeksmethodes.
7.1 Deskresearch Voor
het
literatuuronderzoek
is
er
onder
meer
gekeken
naar
het
onderzoek
‘Jongerenenquête Noord-Holland Noord’ dat uitgevoerd is in opdracht van GGD Hollands e
Noorden. Ook is gekeken naar het boek ‘Seks onder je 25 ‘ dat een initiatief is van Rutgers Nisso Groep en Soa Aids Nederland. De GGD beveelt zelf aan om het seksueel risicogedrag terug te dringen door het stimuleren van veilig vrijen en condoomgebruik. Om een duidelijk beeld te scheppen hoe de GGD hierop in kan spelen, is er met behulp van deskresearch onderzoek gedaan naar de huidige maatregelen die worden genomen om onveilig vrijen tegen te gaan. Daarnaast is er een duidelijke begripsafbakening uitgevoerd, zijn een aantal kenmerken van de doelgroep in kaart gebracht en is er gekeken naar best practices, zowel op nationaal als internationaal niveau.
7.2 Fieldresearch Voor de totstandkoming van het onderzoek is er naast deskresearch ook fieldresearch uitgevoerd in de vorm van een enquête en panelgesprekken. 7.2.1 Enquête Door middel van het afnemen van een enquête is een groot deel van de doelgroep bereikt en ondervraagd over hun kennis van onveilig vrijen en seksuele voorlichting. Respondenten Na alle scholen uit de regio zowel telefonisch als via email benaderd te hebben blijkt het verkrijgen van hun medewerking een moeilijke opgave. Scholen krijgen tegenwoordig veel aanvragen van studenten om medewerking te verlenen aan hun scriptie. Om deze reden hebben veel scholen besloten om helemaal niet meer mee te werken aan onderzoeken van studenten. Uiteindelijk zijn er toch twee scholen uit Alkmaar gevonden die bereid waren mee te werken aan het onderzoek. De enquête is afgenomen onder 364 respondenten, afkomstig uit verschillende klassen van de twee scholen.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
36
Vragenlijst De enquête is opgebouwd uit verschillende onderdelen: -
Algemene informatie: hierin komen de kenmerken van de respondenten naar voren zoals geslacht, etniciteit, opleidingsniveau, gezinssituatie, religie etc.
-
Seksualiteit en voorlichting: hierin wordt duidelijk of de respondenten al seksueel actief zijn. Daarnaast wordt duidelijk wat hun houding ten opzichte van seksuele voorlichting is en over welke onderwerpen ze graag meer willen weten.
-
Kennisquiz: de kennisquiz bevat twintig vragen die duidelijk maken hoeveel kennis de respondenten hebben over het onderwerp.
De volledige enquête is te vinden in Bijlage II: Enquête.
Opzet De enquêtes zijn door mij persoonlijk klassikaal afgenomen, dit gaf mij de mogelijkheid om eventuele vragen mondeling toe te lichten. Voorafgaand heb ik aan de respondenten het doel van de enquête uitgelegd en duidelijk gemaakt dat de enquête geheel anoniem is. Om er voor te zorgen dat alle respondenten de enquête individueel invulden, heb ik ze verzocht de tafels uit elkaar te zetten en na afloop de enquête omgekeerd op de hoek van de tafel te leggen. De enquêtes zijn vervolgens verwerkt en geanalyseerd met behulp van het statistiekprogramma: SPSS. De resultaten van de enquêtes zijn te vinden in hoofdstuk 8.1. 7.2.2 Panelgesprekken Er zijn twee panelgesprekken gehouden waarin de vormgeving van het magazine centraal stond. Deze panelgesprekken duurde 50 minuten (één lesuur). Respondenten Voor de twee panelgesprekken zijn in totaal twaalf panelleden (zes jongens en zes meisjes) gevraagd. De jongens en meisjes zijn tijdens deze panelgesprekken gescheiden. Per gesprek bestond het panel uit zes leerlingen, waarvan twee leerlingen van het vmbo, twee leerlingen van de havo en twee leerlingen van het vwo. Topics Het panelgesprek bestond uit drie delen. In het eerste deel is de vormgeving van het magazine besproken (bijvoorbeeld: kleur, formaat, afbeeldingen). In deel twee werd de inhoud besproken, niet de daadwerkelijke informatie, maar wel de vorm waarin ze de informatie aan hen gepresenteerd moet worden (bijvoorbeeld d.m.v.: interviews, feiten of waargebeurde verhalen). Tot slot werd er in deel drie aan de hand van voorbeelden van huidige preventiefolders gevraagd wat hen wel en niet aantrok. Naar aanleiding van deze gesprekken zijn de wensen van de doelgroep met betrekking tot het magazine duidelijker geworden. De resultaten van de gesprekken zijn te vinden in hoofdstuk 8.2.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
8
37
Resultaten
De resultaten van de enquête en de panelgesprekken worden in dit hoofdstuk gepresenteerd.
8.1 Enquête 8.1.1 Algemeen Het eerste deel van de enquête bestaat uit algemene vragen die meer inzicht geven in de kenmerken van de respondenten. Uit deze gegevens blijkt dat precies 50% van de respondenten jongen is en 50% meisje. Van de respondenten was 35,78% afkomstig van het vmbo, 35,78% van de havo en 28,44% van het vwo. De gemiddelde leeftijd van respondenten is 13,05 jaar.
De respondenten zijn als volgt verdeeld over de gemeentes uit de regio NoordKennemerland:
Alkmaar
70,6%
Langedijk
14,7%
Bergen
7,8%
Heerhugowaard
3,2%
Heiloo
1,4%
Schermer
0,9%
Graft – De Rijp
0,9%
Castricum
0,5%
Daarnaast blijkt uit de onderzoeksresultaten dat 89,45% van de respondenten van 1
Nederlandse afkomst is en 10,55% van niet-Nederlandse afkomst.
79,72 % van de
respondenten uit de regio geeft aan geen geloof te hebben en 20,28% geeft aan wel gelovig te zijn. Protestants-christelijk is het meest genoemde geloof (45,44%), gevolgd door Roomskatholiek (31,8%), Islam (20,47%) en tot slot Boeddhisme (2,26%).
Tot slot geeft 80,28% van de respondenten aan bij beide ouders te wonen, 13.30% woont bij zijn/haar moeder, 2,29% woont bij zijn/haar vader en 4,13% woont bij beide gescheiden ouders.
1
Een respondent is van Nederlandse herkomst als beide ouders in Nederland geboren zijn. Een
respondent is van niet-Nederlandse herkomst als tenminste één van de ouders in het buitenland is geboren.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
38
8.1.2 Seksualiteit en voorlichting Het tweede deel van de enquête heeft meer inzicht gegeven in de seksualiteit van de respondenten en in hun houding ten opzichte van voorlichting.
Van alle ondervraagde
respondenten is 97,71% nog niet seksueel actief en 2,29% zegt al wel seksueel contact (orale seks en/of geslachtsgemeenschap) te hebben gehad. Van de seksueel actieve respondenten zegt 80% altijd een condoom te gebruiken en 20% soms een condoom te gebruiken.
Uit de resultaten blijkt dat 95,41% van de jongens heteroseksuele gevoelens heeft, 2,75% homoseksuele gevoelens heeft en 1,83% biseksuele gevoelens. Daarnaast blijkt 94,50% van de meisjes heteroseksuele gevoelens heeft, 3,67% lesbische gevoelens en 1,83% biseksuele gevoelens.
De respondenten geven aan dat indien ze meer informatie willen hebben of vragen hebben over seks, ze dan het liefst de volgende bronnen raadplegen:
Internet
56,7%
Moeder
46,7%
Vader
27,6%
Tijdschriften of boekjes
26,7%
Vrienden / vriendinnen
23,8%
School
11,9%
Televisie
8,1%
Huisarts
7,1%
Broer(s)
6,2%
Zus(sen)
6,2%
GGD
5,2%
Op de vraag of de respondenten seksuele voorlichting hebben gehad en van wie, wordt er als volgt geantwoord:
Ik heb seksuele voorlichting gehad op school (74,8%)
Ik heb seksuele voorlichting gehad van mijn ouders (25,2%)
Ik heb nooit seksuele voorlichting gehad (20,2%)
Ik heb seksuele voorlichting gehad van mijn broer / zus (3,2%)
Ik heb seksuele voorlichting gehad van andere familieleden (0,9%)
Om de houding ten opzichte van seksuele voorlichting van de respondenten te meten werd hen gevraagd wat ze van seksuele voorlichting vonden. In figuur 1 is een overzicht te vinden van de resultaten.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
39
Houding ten opzichte van seksuele voorlichting
100% 80% 51,20%
60% 30,90%
40%
18,40%
20%
6,50%
32,70%
7,80%
12,90%
0%
Figuur 1: Houding ten opzichte van seksuele voorlichting
Als laatste vraag van deel twee werd gevraagd waar de respondenten graag meer over willen weten. De respondenten gaven de volgende onderwerpen aan:
Hiv & Aids (42,3%)
De eerste keer (41,3%)
Hoe je een soa kan voorkomen (33,8%)
Andere soa dan hiv (23,4%)
De pil, condooms of andere voorbehoedsmiddelen (22,9%)
Hoe een soa behandeling in zijn werk gaat (21,9%)
Hoe je je grenzen aan kunt geven (18,9%)
Waar je heen kunt mocht je toch onveilig gevreeën hebben (18,9)
Waar je heen kunt als je vragen hebt over seks / seksualiteit (11,9%)
8.1.3 Kennisquiz Tot slot werden de respondenten in het derde deel van de enquête gevraagd een kennisquiz in te vullen. Deze quiz heeft meer inzicht gegeven in hun kennis van het onderwerp. De quiz bestaat uit 20 vragen die met ‘waar / niet waar’ beantwoord moeten worden. Een overzicht van het gemaakte aantal fouten is te vinden in figuur 2. Gemiddeld zijn er 7,06 fouten gemaakt, dit is 35,3% van de complete kennisquiz.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
40
Kennisquiz: aantal fouten 18%
16,5% 15,6%
15,6%
16% 14%
11,0%
12%
9,6%
9,2%
10% 8%
6,4%
6% 4% 2%
3,7%
3,7%
1,4%1,8%
1,8% 1,4%1,4%
0,5%0,5%
0% 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 15 18 20
Figuur 2: Kennisquiz: aantal fouten
Bij een aantal vragen zijn opvallend veel fouten gemaakt: 43% van de tweedeklassers denkt dat je met twee condooms over elkaar veiliger vrijt. 44% denkt zwanger te kunnen worden van sperma in het badwater. 45% denkt door zichzelf goed te wassen een soa te voorkomen. En 43% denkt dat zonder condoom, maar wel aan de pil onder veilig vrijen valt.
8.2 Panelgesprekken In dit hoofdstuk worden de resultaten van zowel het panelgesprek met de meisjes als met de jongens besproken. Het panelgesprek was opgedeeld in drie delen: vormgeving, inhoud & huidige informatiefolders. Daarnaast zijn samen met de panelleden mindmaps gecreëerd die de kenmerken van het ideale magazine weergeven. De notulen van de panelgesprekken en de mindmaps zijn te vinden in bijlage 6. 8.2.1 Vormgeving Uit de resultaten van de panelgesprekken blijkt dat zowel de meisjes als de jongens de voorkeur hebben voor veel afbeeldingen en foto’s. Daarnaast is kleurgebruik ook erg belangrijk. De meisjes willen vooral vrolijke en felle kleuren. De jongens vinden kleuren wel erg belangrijk, maar ze zien liever geen roze en paars want dan wordt het ‘te meisjesachtig’. Daarentegen zien ze graag de kleuren: blauw, groen, rood en zwart. Iedereen was het echter wel met elkaar eens dat als het gaat om de kleur die ze associëren met liefde en seks dit de kleur rood is. 8.2.2
Inhoud
Tijdens het tweede deel van het panelgesprek werd de inhoud van het magazine besproken. De panelleden werden gevraagd hoe zij het liefst de informatie gepresenteerd krijgen. Hierin
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
41
kwamen wederom verschillen tussen de jongens en meisjes naar voren. De jongens geven weinig om waargebeurde verhalen, terwijl de meisjes het vaak wel interessant vinden om te lezen. Ze kunnen zich dan verplaatsen in het verhaal. De meisjes geven wel aan dat het afhangt van het onderwerp. Daarnaast geven jongens specifiek aan graag feiten te lezen, omdat het makkelijk en snel leest.
Naast de verschillen zijn er ook een aantal overeenkomsten. Zowel de jongens als de meisjes geven aan graag korte stukjes te lezen, daar het makkelijk en snel leest. Ook vinden ze het lezen van interviews vaak interessant, hoewel het wel afhangt van het onderwerp. Gezien het een informatietijdschrift wordt, vinden ze het wel belangrijk dat er veel informatie in te vinden is. 8.2.3 Huidige informatiefolders Tot slot werd in het derde deel van het panelgesprek gevraagd naar de mening van het panel over een aantal bestaande informatiefolders. In onderstaande tabellen volgt een overzicht van de genoemde
plus- en minpunten van elke folder, hierin is onderscheid
gemaakt tussen meisjes en jongens. Tabel 1: Huidige informatiefolders: plus- en minpunten volgens de meisjes
Folder
Pluspunten
Minpunten
Seksueel overdraagbare aandoeningen
Veel kleur
Saaie voorkant
Veel informatie
Weinig afbeeldingen
Leuke strip
Weinig informatie
Gevaarlijke liefde
Veel afbeeldingen Veel kleur Sense
Rode kleur
Saai Geen afbeeldingen
Special over: Loverboys
Veel informatie
-
Veel kleur Veel afbeeldingen En dan ga je… vrijen!
Veel kleur Veel informatie
Saaie voorkant
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
42
Tabel 2: Huidige informatiefolder: plus- en minpunten volgens de jongens
Folder
Pluspunten
Minpunten
Seksueel overdraagbare aandoeningen
Veel kleur
Saai Weinig afbeeldingen
Gevaarlijke liefde
Strip
Weinig informatie
Veel kleur
Meisjesachtig
Sense
-
Saai
Special over: Loverboys
Veel informatie
Grote stukken tekst
Veel afbeeldingen En dan ga je… vrijen!
Veel kleur Veel informatie
Ouderwets
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
9
43
Conclusies
In dit hoofdstuk wordt met de resultaten uit zowel de deskresearch als de fieldresearch antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. De probleemstelling is: Wat moet een magazine bevatten om jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs in de regio NoordKennemerland bewust te maken van de mogelijke gevolgen van onveilig vrijen? Overigens moet er bij vermeld worden dat de conclusies uit de resultaten mogelijk niet geheel representatief zijn voor de doelgroep, vanwege het feit dat er slechts twee scholen hebben meegewerkt aan het onderzoek.
9.1 Doelgroep De resultaten van de enquête tonen aan dat onder de ondervraagden respondenten 50% mannelijk is en 50% vrouwelijk. Van de respondenten was 35,78% afkomstig van het vmbo, 35,78% van de havo en 28,44% van het vwo. Deze resultaten komen overeen met de cijfers uit de doelgroep analyse in hoofdstuk 4.
De doelgroep analyse toont echter aan dat 96,72% van de inwoners van de regio NoordKennemerland de Nederlandse nationaliteit draagt en 3,28% onder de categorie nietNederlands valt. Onder de ondervraagden respondenten is het percentage nietNederlanders enigszins hoger, namelijk 10,55%. Daarnaast is de gemeente Alkmaar oververtegenwoordigd, maar liefst 70,6% van de ondervraagden respondenten is woonachtig in Alkmaar. Uit de doelgroep analyse blijkt dat slechts 29% woonachtig is in Alkmaar.
De reden dat deze cijfers van elkaar afwijken heeft te maken met het feit dat er slechts twee scholen hebben meegewerkt aan het onderzoek, waardoor de conclusies uit de resultaten van het onderzoek mogelijk niet geheel representatief zijn.
9.2 Seksuele voorlichting Uit dit onderzoek blijkt dat de kennis van de doelgroep over veilig vrijen heel wat te wensen overlaat. Zo denkt 43% van de tweedeklassers dat je met twee condooms over elkaar veiliger vrijt. 44% denkt zwanger te kunnen worden van sperma in het badwater. 45% denkt door zichzelf goed te wassen een soa te voorkomen. En 43% denkt dat zonder condoom, maar wel aan de pil onder veilig vrijen valt. Dit komt overeen met de resultaten afkomstig uit e
het onderzoek ‘Seks onder je 25 ’ in paragraaf 2.2, waaruit blijkt dat de kennis van seksualiteit, voortplanting en soa’s onder jongeren zeer matig is.
Ondanks dat 79,8% van de doelgroep zegt seksuele voorlichting gehad te hebben, blijkt uit bovenstaande cijfers dat zij onvoldoende en/of onjuiste informatie hebben gehad over het
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
44
onderwerp. De houding van de doelgroep ten opzichte van seksuele voorlichting is echter grotendeels positief. De meeste ondervraagden zien het belang van seksuele voorlichting wel in, zo zegt 18,4% het interessant te vinden, 30,9% vindt het leerzaam en 51,2% vindt het belangrijk. Slechts 12,9% vindt seksuele voorlichting overbodig. Desalniettemin blijkt dat de doelgroep het niet altijd even gemakkelijk vindt om over het onderwerp te praten, 32,7% vindt seksuele voorlichting namelijk gênant. Dit zou mogelijk een oorzaak kunnen zijn van de weinige kennis die zij hebben van het onderwerp
Toch blijkt uit de resultaten van het onderzoek dat de doelgroep wel graag hun kennis wil uitbreiden. 42,3% zegt meer te willen weten over hiv en aids. 41,3% wil meer weten over de eerste keer. 33,8% wil weten hoe je een soa kan voorkomen. En 22,9% wil meer weten over de pil, condooms en andere voorbehoedsmiddelen. Ook komt naar voren dat seksuele geaardheid een belangrijk onderwerp is om te bespreken. De resultaten laten zien dat 2,75% van de jongens homoseksuele gevoelens heeft en 1,83% biseksuele gevoelens. Daarnaast blijkt 3,67% van de meisjes lesbische gevoelens te hebben en 1,83% biseksuele gevoelens. Ondanks dat dit slechts een kleine groep is, is het van belang dit onderwerp bespreekbaar te maken.
9.3 Communicatiemiddel Tegenwoordig zien jongeren internet als ideale informatie bron. Maar liefst 56,7% gebruikt het internet als ze vragen hebben of meer willen weten over seks. Evenwel blijkt dat ook tijdschriften en boekjes door 26,7% van de doelgroep geraadpleegd wordt als ze naar meer informatie over seks opzoek zijn. Daarnaast komt uit eerder onderzoek dat is uitgevoerd door APA, de Britse branchevereniging voor customer media, naar voren dat print magazines vooral bij jongeren juist erg populair zijn. Tijdschriften worden in tegenstelling tot online media langer en diepgaander gelezen. Daarnaast worden ze vaker weer opnieuw opgepakt. (Redactiepartners, 2012) In het onderzoek: ‘Bladen komen binnen’, dat in opdracht van Magazines.nl is uitgevoerd, geven jongeren de volgende argumenten om tijdschriften te blijven lezen: betrouwbaarheid, diepgang, betrokkenheid en het feit dat je een blad lekker kunt vastpakken. (Magazines, 2012)
9.4 Het magazine Uit voorgaande paragrafen blijkt dat een magazine een zeer geschikt medium is om jongeren bewuster te maken over de mogelijke gevolgen van veilig vrijen. Ze hebben met het magazine de juiste informatie tot hun beschikking, die ze op hun eigen gemak kunnen raadplegen voor meer informatie over veilig vrijen.
De jongeren hebben een uitgesproken mening over de look & feel van het magazine. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat de doelgroep graag veel kleur ziet. Vooral de kleur rood is van belang vanwege het feit dat deze kleur geassocieerd wordt met liefde en seks.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
45
Daarnaast moet het magazine veel afbeeldingen en foto’s bevatten om te voorkomen dat het ‘te saai’ over komt.
Tevens lezen meisjes graag waargebeurde verhalen omdat ze zich dan kunnen inleven in het verhaal. Jongens geven daarentegen meer om feiten dan om waargebeurde verhalen. Zowel jongens als meisjes lezen graag interviews en korte stukjes. In hoofdstuk 10 wordt op basis van deze conclusies een advies gegeven voor het magazine.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
46
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
47
10 Advies: het magazine In dit hoofdstuk wordt een advies gegeven hoe het magazine eruit zou moeten gaan zien en welke onderwerpen hierin behandeld dienen te worden om de doelgroep bewuster te maken van de mogelijke gevaren van onveilig vrijen. Op basis van dit advies is het 0-nummer van Protect! ontworpen.
10.1 IJkpersonen Hieronder worden de drie ijkpersonen van het magazine beschreven die doorsnee personen uit de doelgroep vertegenwoordigen.
Persoonskenmerken Naam:
Melissa Groot
Leeftijd:
14
Woonplaats:
Heerhugowaard
Gezinssituatie:
Vader (43), moeder (41) & broertje (10)
Niveau:
Vwo
Favoriete vakken: Geschiedenis & handvaardigheid
Karaktereigenschappen: Vrolijk, lief, leergierig, creatief en een tikkeltje verlegen
Omschrijving Melissa is een goede vwo-leerlinge en de leraren zijn erg tevreden over haar. Over het algemeen gaat ze met plezier naar school, maar af en toe zou ze best wel langer willen uitslapen. Haar favoriete vakken op school zijn: geschiedenis & handvaardigheid. Melissa is erg creatief en vindt het leuk om dingen met haar handen te doen. Daarnaast vindt ze het leuk om met vriendinnen te winkelen, films te kijken of muziek te luisteren. Ze luistert graag naar de Top 40 of naar Bruno Mars.
Samen met haar vriendinnen praat Melissa vaak over jongens. Ze heeft nog geen vriendje maar stiekem vindt ze een jongen uit haar klas wel erg leuk. Vorige zomer heeft ze voor het eerst gezoend met een vakantievriendje op de camping in Frankrijk.
Over een paar dagen is er een schoolfeest en Melissa is nu al samen met haar beste vriendin aan het bedenken wat ze aan zullen trekken. Voor een feestje tut ze zich graag helemaal op.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
48
Persoonskenmerken Naam:
Tom de Bruin
Leeftijd:
13
Woonplaats:
Alkmaar
Gezinssituatie:
Vader (44), moeder (44), zus (17), broertje (11)
Niveau:
Havo
Favoriete vakken: Gym & wiskunde
Karaktereigenschappen: Spontaan, aardig, grappig, druk, zelfverzekerd
Omschrijving Tom is een vrolijke, spontane jongen die populair is bij zijn klasgenootjes, maar af en toe de kantjes eraf loopt als het gaat om school. Hij haalt net aan voldoendes, terwijl de leraren ervan overtuigd zijn dat hij veel meer in zijn mars heeft. Tom besteedt zijn tijd echter liever aan zijn vrienden, voetbal, gamen en meisjes.
Tom krijgt veel aandacht van de meisjes in zijn klas en hij heeft dan ook regelmatig een vriendinnetje. Het zijn nog geen lange serieuze relaties, want daar heeft hij nog geen zin in. Hij heeft al meerdere keren gezoend, maar meer dan dat is er nog niet gebeurd.
Persoonskenmerken Naam:
Selin Yilmaz
Leeftijd:
14
Woonplaats:
Alkmaar
Gezinssituatie:
Vader (39), moeder (38)
Niveau:
Vmbo
Favoriete vakken: Nederlands & geschiedenis Karaktereigenschappen: Rustig, verlegen, vrolijk, leergierig.
Omschrijving Selin is een rustig maar vrolijk meisje van Turkse afkomst. Ze gaat graag naar school en doet dan ook altijd haar best. Eén van haar favoriete vakken is Nederlands, ze vindt het namelijk heel leuk om te schrijven. Met jongens is Selin nog niet echt bezig, ze besteedt liever haar tijd aan haar vriendinnen. Ze heeft een hecht vriendinnengroepje waarmee ze vaak leuke dingen doet zoals naar de bioscoop, winkelen en naar muziek luisteren.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
49
10.2 Redactionele formule (A.I.D.A.-model) 10.2.1 Redactionele formule Protect! is een vernieuwend, uniek en betrouwbaar magazine dat haar lezers informeert over het belang van veilig vrijen. Vooral betrouwbaarheid is hét sleutelwoord. We leven in een wereld waarin we overspoeld worden door informatie en het is van groot belang dat we deze informatie kunnen vertrouwen. Protect! biedt de lezer complete en betrouwbare informatie en helpt daarbij alle fabeltjes de wereld uit. Daarnaast zorgt de unieke vormgeving en de tone of voice ervoor dat het magazine helemaal aansluit bij de wensen van de doelgroep.
De redactionele formule vertegenwoordigd een onderdeel van het
succes van het magazine. Zoals in paragraaf 2.5 besproken zorgt de redactionele formule, in combinatie met de grafische formule, ervoor dat de interesse van de doelgroep wordt gewekt. Dit is de tweede stap in het A.I.D.A.-model. Dit is van belang voor het uiteindelijke effect van het magazine op de seksuele gezondheid van de jongeren in NoordKennemerland. 10.2.2 Doelgroep Het magazine richt zich op jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs. Dit zijn jongens en meisjes die weinig tot geen seksuele ervaring hebben. Het magazine zorgt ervoor dat ze goed geïnformeerd zijn over veilig vrijen voordat ze seksueel actief worden. 10.2.3 Pijlers Het magazine zal worden onderverdeeld in verschillende pijlers waarin diverse onderwerpen aan bod zullen komen. -
Vrijen: hier kan de lezer alles lezen over vrijen: de eerste keer, veilig vrijen, praten over seks, feiten, onveilig gevreeën; wat nu?
-
Grenzen stellen: om ongewenste seksuele ervaringen te voorkomen, is het belangrijk om grenzen te stellen. Hier kunnen de lezers alles lezen over, hoe ze hun grenzen aan kunnen geven.
-
Voorbehoedsmiddelen:
in
deze
pijler
wordt
uitgebreid
besproken
welke
voorbehoedsmiddelen er op de markt zijn om onveilig vrijen tegen gaan. -
Soa’s: in deze pijler staan soa’s centraal, de lezer krijgt antwoord op onder meer de volgende vragen: Welke soa’s zijn er? Kenmerken? Gevolgen? Wat is er tegen te doen? Hoe gaat een soa behandeling in z’n werk?
-
Zwanger: deze pijler behandeld onder andere onderwerpen als: Zwanger; wat nu? Welke opties heb je? Daarnaast kan de lezer een interview lezen met een tienermoeder- en vader.
10.2.4 Tone of voice Het magazine richt zich op jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs en daar hoort een tone of voice bij die de lezer aanspreekt. Uit onderzoek blijkt dat jongeren het liefst op een informele toon worden aangesproken. Tevens is het van belang korte zinnen te gebruiken wanneer je een uitleg geeft over een bepaald onderwerp. Moeilijke termen
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
50
moeten vermeden worden. Mochten deze toch gebruikt worden, dan zal hier een korte uitleg bij gegeven moeten worden. (Nielsen, 2013) Uit de resultaten van de panelgesprekken komt daarnaast naar voren dat jongeren het niet op prijs stellen als er in een magazine op een zogenaamd ‘hippe’ manier wordt gesproken.
10.3 Grafische formule (A.I.D.A.-model) 10.3.1 Vormgeving Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de doelgroep graag veel kleur ziet. Vooral de kleur rood is van belang vanwege het feit dat deze kleur geassocieerd wordt met liefde en seks. Daarnaast ziet de doelgroep in een magazine graag dat tekst afgewisseld wordt met veel afbeeldingen en foto’s. Zoals in paragraaf 10.2.1 besproken wordt is de grafische formule, net als de redactionele formule, een belangrijk onderdeel in het verkrijgen van de interesse van de doelgroep; de tweede stap in het A.I.D.A-model. 10.3.2 Formaat & papiersoort Het magazine zal op A4 formaat (staand) worden gedrukt. Het 0-nummer telt 28 pagina’s (incl. de cover) die op 135 grams houtvrij gesatineerd mc papier zijn gedrukt. Door het licht glanzende papier krijgt het magazine een luxueuze glossy uitstraling. De cover van het magazine is gedrukt op 170 gr. houtvrij gesatineerd mc papier. Tot slot is het magazine geniet gebrocheerd. Deze keuzes zijn gemaakt om de kosten zoveel mogelijk te drukken, maar er tegelijkertijd toch een echt ‘magazine gevoel’ aan te geven. Dit ‘magazine gevoel’ zal bijdragen aan stap één van het A.I.D.A.-model, attention.
10.4 Verspreiding Het magazine zal worden verspreid door de jeugdverpleegkundigen van GGD Hollands Noorden na afloop van het contactmoment op school. Een voordeel van deze manier van verspreiding, is dat het bereik van het magazine enorm groot is. Op deze manier komen namelijk alle jongeren uit de regio in aanraking met het magazine. Bovendien blijven de kosten laag, doordat GGD Hollands Noorden op deze manier zelf zorgt voor de verspreiding van het magazine. Deze manier van verspreiding is ook een belangrijke schakel in het proces om jongeren bewust te maken van de mogelijke gevaren van onveilig vrijen. Dit is de eerste stap in het AIDA-model, waarin de aandacht van de doelgroep wordt getrokken door middel van het overhandigen van het magazine.
10.5 Oplage & kosten Gezien de doelgroep grootte van 6803 jongeren zal het magazine in de regio NoordKennemerland een oplage van 7500 hebben. Hierdoor zal het mogelijk zijn om één jaar lang alle jongeren van een magazine te voorzien. De magazines die over zijn, kunnen dat jaar
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
daarop worden gebruikt.
51
Om de drukkosten te bepalen zijn er offertes opgevraagd bij
meerdere drukkerijen. Uiteindelijk is voor de United Print gekozen omdat deze drukkerij de beste prijs / kwaliteit verhouding biedt.
Hieronder is een overzicht te vinden van de
drukkosten op basis van de prijzen van United Print.
Formaat:
A4 staand (210 x 297 mm)
Aantal pagina’s:
28 (incl. cover)
Bedrukking:
4/4 (full color / full color)
Papier binnenwerk:
135 gr. Houtvrij gesatineerd mc (glanzend)
Papier cover:
170 gr. Houtvrij gesatineerd mc (glanzend)
Afwerking:
schoonsnijden, vouwen
Binden:
geniet gebrocheerd
Oplage:
7500 stuks
Totaal:
2373, 86 (excl. BTW)
(Unitedprint, 2013)
10.6 Respons: GGD Hollands Noorden Om er zeker van te zijn dat het magazine zowel bij de doelgroep aansluit als bij de opdrachtgever, is het magazine voorgelegd aan communicatieadviseur Tjeerd Kuiper, werkzaam bij GGD Hollands Noorden te Schagen. De reactie van GGD Hollands Noorden luidt als volgt:
‘We vinden het magazine ‘Protect!’ een prachtig middel, dat prima in onze communicatiestrategie zou passen. Wat geldt voor al onze doelgroepen, geldt voor jongeren in het bijzonder: communicatie moet zo gericht mogelijk zijn, en aansluiten op de beleving van de ontvanger. Het magazine voldoet hier uitstekend aan: het ziet er aantrekkelijk uit, combineert het nuttige met het aangename in een vorm die aansprekend is voor de doelgroep. Het merk ‘GGD’ is best een sterk merk (betrouwbaar en bekend) maar het is niet het meest aantrekkelijke merk voor jongeren (wat degelijk, ouderwets). Het is wat ons betreft dus prima, logisch zelfs, om onszelf niet te nadrukkelijk als afzender te presenteren.’
Uit bovenstaande reactie blijkt dat er geen argumenten zijn om het magazine niet uit te geven. De enige aanpassing die doorgevoerd zou moeten worden is het logo van GGD Hollands Noorden minder nadrukkelijk aanwezig te laten zijn.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
52
10.7 Beperkingen Naast het feit dat het magazine een uitstekend medium is om jongeren bewuster te maken van het belang van veilig vrijen, kleven er ook een aantal beperkingen aan vast. Een nadeel van alle print media is dat het aanpassen van informatie lastig is. Dit heeft tot gevolg dat het kan voorkomen dat de informatie niet meer up-to-date is.
Tevens tonen de resultaten van de enquête aan dat jongeren het liefst het internet raadplegen als ze informatie zoeken over seksualiteit. De GGD zou hierop in kunnen spelen door rondom het magazine een crossmediaal platform te ontwikkelen, waarin bijvoorbeeld een website of een mobiele applicatie het magazine aanvult.
Tot slot zit er aan de manier van verspreiding van het magazine mogelijk dezelfde beperking vast als bij de verspreiding van de folders. Het magazine zal worden verspreid door de jeugdverpleegkundige tijdens de contacturen met de doelgroep. Het kan voorkomen dat de jeugdverpleegkundige, om welke redenen dan ook, niet in staat is de magazines mee te nemen en uit te delen. Dit heeft tot gevolg dat niet iedereen toegang heeft tot dezelfde informatie. Mocht deze manier van verspreiding problemen geven dan zou een mogelijke oplossing hiervoor zijn dat de verspreiding van het magazine centraal geregeld moet worden met behulp van overheidssubsidie. Alle jongeren vanaf 12 jaar zullen het magazine dan gratis thuis gestuurd krijgen.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
53
11 Evaluatie In dit hoofdstuk vindt een reflectie plaats op mijn eigen handelen tijdens het onderzoek. Hierbij wordt gekeken naar wat goed en minder goed ging tijdens het onderzoeksproces. Daarnaast wordt ingegaan op de mogelijkheden voor een eventueel vervolgonderzoek.
11.1 Evaluatie onderzoeksproces 11.1.1 Deskresearch Het verloop van de deskresearch ging redelijk voorspoedig. Desondanks zijn er een aantal aanpassingen geweest in de hoofdstukken tijdens het onderzoeksproces. Zo was het erg lastig om cijfers over de doelgroep te vinden, aangezien het specifiek ging om leerlingen uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs. Hierdoor heb ik in plaats van deskresearch, gebruik gemaakt van mijn fieldresearch om een groot aantal kenmerken van de doelgroep in kaart te brengen. Daarnaast heb ik ook de deelvragen die oorspronkelijk in het hoofdstuk: Communicatie zouden worden ondergebracht, beantwoord met behulp van mijn fieldresearch. Deze gegevens zijn nu terug te vinden in de hoofdstukken: Resultaten en Conclusies. 11.1.2 Fieldresearch In tegenstelling tot de deskresearch, ging het verloop van de fieldresearch minder voorspoedig. Tijdens het onderzoeksproces heb ik meerdere malen mijn planning moeten aanpassen. Vanwege het feit dat mijn plan van aanpak niet meteen werd goedgekeurd, doordat het nog niet aan de eisen van de Hogeschool van Amsterdam voldeed, kwam de planning met betrekking tot het afnemen van de enquêtes en de panelgesprekken in het geding. In verband met de schoolvakanties kon ik hierdoor pas na de zomervakantie de enquêtes afnemen en de panelgesprekken organiseren. Van te voren had ik hier tijdens het opstellen van mijn planning beter over na moeten denken, zodat ik daar beter op in had kunnen spelen. Daarnaast bleek het verkrijgen van de medewerking van de scholen een moeilijkere opgave dan van te voren gedacht. Ondanks dat ik alle scholen ruime tijd van te voren zowel telefonisch als via email benaderd heb, waren er maar twee scholen bereid mee te werken aan het onderzoek. Vanwege het feit dat er slechts twee scholen hebben meegewerkt aan mijn onderzoek, zijn de resultaten van het onderzoek mogelijk niet geheel representatief voor de doelgroep. Beide scholen zijn gevestigd in Alkmaar, waardoor Alkmaar oververtegenwoordigd was in tegenstelling tot de omliggende gemeentes. Desondanks is het mij toch gelukt om genoeg respondenten te vinden voor mijn onderzoek en is de voortgang van het onderzoek hiermee niet in gevaar gekomen. Het afnemen van de enquêtes verliep voorspoedig. Ik ben van mening dat het een verstandige keuze is geweest om de enquêtes persoonlijk af te komen nemen, omdat ik van te voren een mondelinge toelichting kon geven en eventuele vragen kon beantwoorden.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
54
Voor de panelgesprekken zou ik in de toekomst iets meer tijd incalculeren. De 50 minuten die ik nu per panelgesprek ingecalculeerd had, waren toch iets te weinig waardoor er minder lang gediscussieerd kon worden. Het kost namelijk ook tijd voordat de panelleden zich volledig op hun gemak voelen om actief deel te nemen aan de discussie. Doordat ik slechts 50 minuten had per panelgesprek moest ik het bij alle discussiepunten kort houden. Vooral bij het laatste discussiepunt, waar gekeken werd naar het bestaande preventiemateriaal. Hierdoor hebben de panelleden de folders alleen globaal kunnen bekijken en zijn de antwoorden redelijk oppervlakkig. Als ik meer tijd had ingepland voor de panelgesprekken dan had dit kunnen zorgen voor meer diepgang in mijn onderzoek.
11.2 Mogelijkheden voor vervolgonderzoek Het onderzoek heeft zich gericht op de ontwikkeling van een magazine dat als doel heeft de doelgroep bewuster te maken van de mogelijke gevolgen van onveilig vrijen. Mocht het magazine daadwerkelijk gerealiseerd worden, dan is aan te raden om na verloop van tijd een
onderzoek
te
doen
naar
het
mogelijke
effect
van
het
magazine.
Deze
vervolgonderzoeken zouden meer inzicht kunnen geven in de laatste twee stappen van het A.I.D.A.-model: ‘Desire’ & ‘Action’. Heeft de doelgroep meer kennis over het onderwerp? Zijn ze bewuster van het belang van veilig vrijen? Zijn het aantal soa besmettingen gedaald onder jongeren in de regio Noord-Kennemerland? Welke crossmediale toepassingen zouden een aanvulling kunnen zijn op het magazine (denk aan het gebruik van bijvoorbeeld: social media, een website of een mobiele applicatie)?
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
55
12 Literatuurlijst -
Bakker, F. & I. Vanwesenbeeck (2006) Seksuele gezondheid in Nederland 2006. Delft: Uitgeverij Eburon.
-
Berg, B van den, C.J. Jager & H. Gillebaard (2010) Behoeftenonderzoek Mediawijzer. Dialogic in opdracht van Mediawijzer.net
-
Campus Progress (2012) To Prevent Teen Pregnancies, Campaign Lauches Safer Sex Product Placement. Geraadpleegd op 25 maart 2013 van: http://campusprogress.org/articles/to_prevent_teen_pregnancies_campaign_launc hes_safer_sex_product_placement/
-
CBS (4 maart 2013) Bevolking; geslacht, leeftijd, burgerlijke staat en regio. Geraadpleegd op 14 februari 2013 van: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=03759NED&D1=0,3,6,9, 12&D2=1415&D3=116,170,228,332,378,386,459,695&D4=l&HDR=T&STB=G2,G1,G3&VW=T
-
CBS (17 december 2012a) Bevolking, geslacht, leeftijd, nationaliteit en regio. Geraadpleegd op 11-06-2013 van: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/default.aspx?DM=SLNL&PA=70634NED& D1=0-2&D2=0&D3=12&D4=113%2c159%2c212%2c306%2c347%2c352%2c412%2c609&D5=l&VW=T
-
CBS (5 oktober 2012b) Geslaagden naar woongemeente vanaf 2000/’01. Geraadpleegd op 11 juni 2013 van: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=71493NED&D1=0&D2=0 &D3=0&D4=13&D5=0&D6=12,51,95,171,206,210,261,422&D7=l&HDR=T,G2,G1,G4,G6,G5&ST B=G3&VW=T
-
Cynthia Claasen (januari 2010) Alcoholvoorlichting aan jongeren. Geraadpleegd op 14 februari 2013 van: http://www.uu.nl/faculty/socialsciences/NL/dienstverlening/kennispunt/publicaties/R ecent/Documents/Rapport_Alcohol_SP.pdf
-
Daily Mail (2013) Hard-hitting safe sex campaign launched. Geraadpleegd op 15 februari 2013 van: http://www.dailymail.co.uk/health/article-207517/Hard-hitting-safe-sex-campaignlaunched.html
-
Daily Mail (2010) Pornography? No just the latest NHS video to encourage teenagers to use condoms. Geraadpleegd op 25 maart 2013 van: http://www.dailymail.co.uk/news/article-1329403/NHS-condoms-video-Porn-Notrying-encourage-teenagers-use-contraception.html
-
Date & Sex Check (2011) Date & Sex check 2011 persbericht. Geraadpleegd op 14 maart 2013 van: http://www.anticonceptieonline.nl/dateenseksonderzoek/persbericht.pdf
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
-
56
Dumez, C., M. Kesters & P. van Ham (1998) Relatie(v)aardig. Leuven/Apeldoorn: Garant.
-
Eurosurveillance (2006) Innovative new Swiss HIV prevention campaign: ‘no action without protection’. Geraadpleegd op 21 maart 2013 van: http://www.eurosurveillance.org/viewarticle.aspx?articleid=3018
-
GGD Hollands Noorden (2012a) De koffer in: voorlichtingskoffer jongeren anticonceptiemiddelen. Geraadpleegd op 15 maart 2013 van: http://www.ggdhollandsnoorden.nl/GetDocument.ashx?DocumentID=9322&name= De-koffer-in&rnd=634989595427450303
-
GGD Hollands Noorden (z.j. a) Jeugdgezondheidzorg 4-19 jaar. Geraadpleegd op 19 maart 2013 van: http://www.ggdhollandsnoorden.nl/Secundairmenu/Onderwerpen/Jeugdgezondheidszorg
-
GGD Hollands Noorden (z.j. b) Jeugdgezondheidzorg 4-19 jaar: Schoolonderzoeken. Geraadpleegd op 19 maart 2013 van: http://www.ggdhollandsnoorden.nl/Secundairmenu/Onderwerpen/Jeugdgezondheidszorg/Schoolonderzoeken
-
GGD Hollands Noorden (2011) Jongerenenquête Noord-Holland-Noord. Geraadpleegd op 19 februari 2013 van: http://www.ggdhollandsnoorden.nl/GetDocument.ashx?Source=documentoverview &DocumentID=16510
-
GGD Hollands Noorden (2012b) Lang Leven de Liefde. Geraadpleegd op 15 maart 2013 van: http://www.ggdhollandsnoorden.nl/GetDocument.ashx?DocumentID=16390&name =Lang-Leve-de-Liefde&rnd=634989595427294044
-
GGD Hollands Noorden (2012c) Leskist: Seksualiteit. Geraadpleegd op 15 maart 2013 van: http://www.ggdhollandsnoorden.nl/GetDocument.ashx?DocumentID=5542&name=l eskist-seksualiteit-vo&rnd=634989595427294044
-
GGD Hollands Noorden (2012d) Lovebox. Geraadpleegd op 15 maart 2013 van: http://www.ggdhollandsnoorden.nl/GetDocument.ashx?DocumentID=5546&name=l ovebox-vo&rnd=634989595427450303
-
GGD Hollands Noorden (z.j. c) Werkgebied. Geraadpleegd op 19 maart 2013 van:
-
Graaf, H. de, S. Meijer, J. Poelman et.al. (2005) Seks onder je 25 . Delft: Uitgeverij
http://www.ggdhollandsnoorden.nl/Secundair-menu/Doelgroepen/Werkgebied e
Eburon -
HNL (20 juli 2011) Eén op de vijf jongens denkt dat ‘terugtrekken’ bij seks veilig is. Geraadpleegd op 14 maart 2013 van: http://www.hln.be/hln/nl/38/JeKinderen/article/detail/1295228/2011/07/20/Een-op-vijf-jongens-denkt-datterugtrekken-bij-seks-veilig-is.dhtml
-
Info nu (2007) Seksueel overdraagbare aandoeningen. Geraadpleegd op 13 maart 2013 van:
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
57
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/seksualiteit/11043-seksueel-overdraagbareaandoeningen.html -
Intemarketing (2013) AIDA Model. Geraadpleegd op 4 juni 2013 van: http://www.intemarketing.nl/marketing/modellen/aida-model
-
Jeugdinterventies (z.j) Effectiviteit van jeugdinterventies. Geraadpleegd op 14 februari 2013 van: http://www.jeugdinterventies.nl/eCache/DEF/1/07/520.html
-
Journalinks (z.j.) Bereken de steekproefgrootte. Geraadpleegd op 19 februari 2013 van: http://www.journalinks.be/steekproef/
-
Kirby, D (2008) The Impact of Abstinence and Comprehensive Sex and STD/HIV Education Programs on Adolescent Sexual Behavior. Sexuality Research and Social Policy. (Vol. 5 – 3 -2008) p. 18-27. Geraadpleegd op 4 april 2013 van: http://www.cfw.org/document.doc?id=283
-
Lovebuzz (z.j.) Scholen: hoe werkt het? Geraadpleegd op 14 augustus 2013 van: http://www.lovebuzz.nl/scholen
-
Malmberg (2006) Jongeren checken internetinfo zelden. Geraadpleegd op 29 oktober 2013 van: http://www.refdag.nl/nieuws/binnenland/jongeren_checken_internetinfo_zelden_1_ 165120
-
MIC schrijfgids (2012)
-
Nationaal Kompas (13 december 2012) Preventie gericht op jeugd: wat is het bereik en wat zijn de effecten? Geraadpleegd op 14 februari 2013 van: http://www.nationaalkompas.nl/preventie/gericht-op-doelgroepen/jeugd/bereikeffecten/
-
Nederlands Jeugd Instituut (z.j.) Mediagebruik door jongeren en kinderen. Geraadpleegd op 14 februari 2013 van: http://www.nji.nl/eCache/DEF/1/15/594.html
-
Nielsen Norman Group (4 februari 2013) Usability of websites for teenagers. Geraadpleegd op: 18 juni 2013 van: http://www.nngroup.com/articles/usability-ofwebsites-for-teenagers/
-
Pub Med (2006) Switzerland launches nakes poster campaign to stop AIDS. Geraadpleegd op 21 maart 2013 van: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1463944/
-
Ravesloot, J. (1997) Seksualiteit in de jeugdfase vroeger en nu. Amsterdam: Het
-
Right Marktonderzoek (z.j.) Groepsdiscussie. Geraadpleegd op 28 februari 2013
Spinhuis
van: http://www.rightmarktonderzoek.nl/kwalitatief-onderzoek/groepsdiscussies -
Right Marktonderzoek (z.j.) Voor- en nadelen kwantitatief onderzoek. Geraadpleegd op 28 februari 2013 van: http://www.rightmarktonderzoek.nl/kwantitatiefonderzoek/voor-en-nadelen-kwantitatief-onderzoek
-
Rijksoverheid (2009). Jaarverslag Postbus 51 campagnes 2009. Geraadpleegd op 22 oktober 2013 van: www.rijksoverheid.nl/...campagnes.../jaarevaluatie-postbus51-campagne-2009
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
-
58
Omni Digital (2012) Condom No Condom Campaign. Geraadpleegd op 15 februari 2013 van: http://omni-digital.co.uk/our-work/condom-no-condom-campaign/
-
Schrijvers, C.T.M. & A.J. Schuit (2010) Middelengebruik en seksueel gedrag van jongeren met een laag opleidingsniveau. Bilthoven: RIVM
-
Sense (z.j. a) Wat is Sense? Geraadpleegd op 19 maart 2013 van: http://www.sense.info/wat-is-sense/
-
Sense (z.j. b) Welkom bij Sense Noord-Holland & Flevoland. Geraadpleegd op 19 maart 2013 van: http://www.sense.info/noord-holland-flevoland/
-
e
e
Seks onder je 25 (2012) Seks onder je 25 . Geraadpleegd op 29 oktober 2013 van: http://www.rutgerswpf.nl/sites/default/files/2012_Samenvatting_Seks_onder_je_25 e_0.pdf
-
Seksuele vorming (z.j.) Seksuele ontwikkeling. Geraadpleegd op 14 februari 2013van: http://www.seksuelevorming.nl/content/seksuele-ontwikkeling
-
Soa Aids (2011) Het prediken van uitstel van seks werkt niet, goede voorlichting wel. Geraadpleegd op 4 april 2013 van: http://www.soaaids.nl/nieuwsoverzicht/Nieuwsitem/293/Het+prediken+van+uitstel+ van+seks+werkt+niet,+goede+voorlichting+wel
-
Soa Aids (2011b) Vanaf 2012 stoppen de Vrij Veilig Campagnes in de huidige vorm. Geraadpleegd op 14 augustus 2013 van: http://www.soaaidsprofessionals.nl/actueel_bericht/3298
-
Soa Aids (z.j. a) Meest voorkomende soa: Gonorroe Geraadpleegd op 13 maart 2013 van: http://www.soaaids.nl/soa/meest_voorkomende_soa/gonorroe
-
Soa Aids (z.j. b) Veilig vrijen. Geraadpleegd op 7 maart 2013 van: http://www.soaaids.nl/veilig_vrijen
-
Soa Aids (z.j. c) Veilig vrijen: feiten en cijfers. Geraadpleegd op 14 februari 2013
-
The Week (06-01-2012) New York’s new safe-sex campaign: ‘Too raw?’.
van: http://www.soaaids.nl/veilig_vrijen/voor_ouders/veilig_vrijen_feiten_en_cijfers
Geraadpleegd op 31 januari 2013 van: http://theweek.com/article/index/223054/new-yorks-new-safe-sex-campaign-toorawnbsp -
Timmerman, G. (2009) Seksuele vorming en de persoonlijkheid van de leraar. e
Pedagogiek (29 jaargang – 1 – 2009) p. 45. Geraadpleegd op 23 februari van: http://pedagogiek.library.uu.nl/index.php/pedagogiek/article/viewFile/371/370 -
United Print (2013) Drukkosten magazine. Geraadpleegd op 23 september 2013 van: http://unitedprint.nl/?sid=f54a8718d53449570f2e81bb8a6fa9e1&pg=kalkulieren&ite m_group=2
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
-
Verhoeven, N. (2008) Wat is onderzoek? Boom onderwijs.
-
Vrij Lekker (2008) Wat is vrijlekker.nl? Geraadpleegd op 14 augustus 2013 van:
59
http://www.vrijlekker.nl/main.html#/info/vrij-lekker/ -
Wetenschap infonu (23-02-2007) Het mediagebruik van jongeren. Geraadpleegd op 31 januari 2013 van: http://wetenschap.infonu.nl/onderzoek/2468-het-mediagebruik-van-jongeren.html
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
60
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
13 Bijlagen I.
Deelvragen
II. Overzicht middelbare scholen Noord-Kennemerland III. Volledige enquête IV. Minder relevante tabellen V. Codeboek VI. Notulen panelgesprekken VII. Plan van aanpak
61
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
62
I. Deelvragen Onveilig vrijen -
Wat wordt verstaan onder de term ‘onveilig vrijen’?
-
Wat zijn de gevolgen van onveilig vrijen?
-
Wat zijn de oorzaken van onveilig vrijen?
-
Wat voor voorzorgsmaatregelen kunnen jongeren nemen om onveilig vrijen tegen te gaan?
Doelgroep -
Algemene kenmerken (omvang doelgroep, geslacht, etniciteit, opleidingsniveau, gezinssituatie, religie etc.)
-
Welke kennis heeft de doelgroep van seksualiteit?
-
Wat is de houding van de doelgroep tegenover seksualiteit?
-
Hoe gedraagt de doelgroep zich op het gebied van seksualiteit?
-
Wanneer besluiten jongeren intiem te worden?
-
Dragen deze jongeren condooms bij zich?
-
Hoe wordt de doelgroep momenteel voorgelicht?
-
Wat is hun houding ten opzichte van voorlichting?
Preventie -
Wat voor effect heeft preventie op jongeren?
-
Wat doet GGD Hollands Noorden momenteel om jongeren uit de tweede klas van het voortgezet onderwijs te informeren over onveilig vrijen?
-
Wat voor preventiemateriaal heeft GGD Hollands Noorden op het gebied van onveilig vrijen?
-
Op welke manier wordt het huidige preventiemateriaal ten aanzien van onveilig vrijen verspreid onder de doelgroep?
Communicatie -
Op welke manier wordt de doelgroep het liefst aangesproken?
-
Op welke manier moet de informatie volgens de doelgroep aan hen gepresenteerd worden?
-
Wat vindt de doelgroep goed en minder goed aan het huidige preventiemateriaal?
-
Hoe ziet het ideale preventiemateriaal er volgens de doelgroep eruit?
Best practices -
Nationaal: Welke campagnes zijn er verder in Nederland om veilig vrijen te stimuleren?
-
Internationaal: Wat voor succesvolle campagnes tegen onveilig vrijen zijn er op
-
Wat zijn de succesfactoren bij deze campagnes?
internationaal niveau?
Het magazine -
Wat zijn de kosten voor het ontwikkelen van het magazine?
-
Wie zijn de ijkpersonen?
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
-
Welke pijlers en onderwerpen komen in het magazine naar voren?
-
Hoe ziet de redactionele en grafische formule eruit?
-
Hoe wordt het magazine verspreid onder de doelgroep?
63
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
65
II. Overzicht middelbare scholen Noord-Kennemerland Nr.
Naam school
Adres
Postcode
Plaats
Telefoon
Opmerkingen
1.
CSG Jan Arentsz
Mandenmakerstraat 11
1825 BB
Alkmaar
072-5615144
2.
OSG Willem Blaeu
Robonsbosweg 11
1816 MK
Alkmaar
072-5122477
3.
Stedelijk Dalton College
Arubastraat 2
1825 PV
Alkmaar
072-5625000
4.
PCC (Hoefplan)
Fabritiusstraat 1
1816 EA
Alkmaar
072-5181818
5.
Groene Campus Alkmaar
Drechterwaard 16
1824 EX
Alkmaar
072-5610934
VMBO
6.
Murmellius Gymnasium
Bergerhout 1
1815 DA
Alkmaar
072-5113976
Gymnasium (VWO)
7.
PCC (centrum)
Blekerskade 11
1814 CG
Alkmaar
072-5112283
8.
Van der Meij College
Gravin Jacobastraat 1
1823 DL
Alkmaar
072-5675570
9.
PCC VBO
Vondelstraat 41
1813 BA
Alkmaar
072-5410333
10.
Adriaan Roland Holstschool
Loudelsweg 38
1861 TG
Bergen NH
072-5897219
11.
PCC Bergen
Geestweg 19
1861 TL
Bergen NH
072-5813170
12.
Berger Scholengemeenschap
Rondelaan 34
1861 ED
Bergen NH
072-5894118
13.
Europese school
Molenweidtje 5
1862 BC
Bergen NH
072-5890109
14.
Bonhoeffercollege
Pieter Kieftstraat 20
1901 PR
Castricum
0251-659119
15.
Clusiuscollege
Oranjelaan 2a
1901 TX
Castricum
0251-653600
16.
Jac P. Thijsse College
De Bloemen 65
1902 GT
Castricum
0251-652571
17.
AOC Clusius College
Deimoslaan 11
1702 CK
Heerhugowaard
072-5713051
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
66
18.
Trinitas College (Johannes Bosco)
Hectorlaan 7
1702 CL
Heerhugowaard
072-5741021
19.
Trinitas College (Han Fortmann)
Beukenlaan 1
1702 DA
Heerhugowaard
072-5710144
20.
OSG Huygenwaard
Middenweg 76
1703 RD
Heerhugowaard
072-5717644
21.
PCC Heiloo
De Dors 2
1852 RG
Heiloo
072-5332780
22.
CSG Jan Arentsz
Bosgroet 14
1722 KA
Zuid-Scharwoude
0226-343645
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
67
III: Volledige enquête Deel I: Algemene informatie 1.
Leeftijd: ………………….
2.
Woonplaats: …………………….
Omcirkel het antwoord wat voor jou van toepassing is 3.
Geslacht: a. Jongen b. Meisje
4.
Opleidingsniveau: a. Vmbo b. Havo c. Vwo
5.
Geloof: a. Geen geloof b. Rooms-katholiek c. Protestants-christelijk d. Islam e. Jodendom f. Hindoeïsme g. Boeddhisme h. Anders, namelijk …………………………
6.
Nationaliteit a. Nederlands b. Niet – Nederlands
7.
Gezinssituatie a. Ik woon bij mijn ouders b. Ik woon bij mijn moeder c. Ik woon bij mijn vader d. Anders, namelijk ………………………………………..
Deel II: Seksualiteit en voorlichting (omcirkel het antwoord wat voor jou van toepassing is) 8.
Ik voel mij aangetrokken tot: a. Jongens b. Meisjes c. Beiden
9.
Ik heb wel eens seksueel contact (orale seks en/of geslachtsgemeenschap) gehad a. Ja (ga door naar vraag 10) b. Nee (ga door naar vraag 11)
10. Als ik seksueel contact heb gebruik ik altijd een condoom. a. Ja, altijd! b. Soms c. Nee, nooit.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
68
11. Wat is voor jou de ideale bron als je meer informatie wilt of vragen hebt over seks: (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
□ internet □ tijdschriften of boekjes □ televisie □ school □ vader □ moeder □ broer(s) □ zus(sen) □ vrienden / vriendinnen □ GGD □ huisarts 12. Ik heb seksuele voorlichting gehad… (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
□ op school □ van mijn ouders □ van mijn broer / zus □ van andere familieleden □ anders, namelijk ……………………………….. □ ik heb nooit seksuele voorlichting gehad 13. Ik vind seksuele voorlichting… (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
□ Interessant □ Leuk □ Saai □ Leerzaam □ Belangrijk □ Gênant □ Overbodig
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
69
14. Ik zou graag meer willen weten over… (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
□ de pil, condooms of andere voorbehoedsmiddelen □ hiv en aids □ andere soa dan hiv □ hoe je soa kan voorkomen □ hoe je aan kunt geven wat je wel en niet wilt doen □ de eerste keer □ waar je heen kunt als je vragen hebt over seksualiteit □ waar je heen kunt mocht je toch onveilig gevreeën hebben □ hoe de behandeling van een soa in zijn werk gaat 15. Als ik mijn kennis over veilig vrijen een cijfer van 1 t/m 10 zou moeten geven, dan geef ik mijzelf een: ….. Deel III: Kennisquiz (omcirkel het antwoord dat juist is) 1.
Met twee condooms over elkaar vrij je veiliger
Waar / Niet waar
2.
Als een meisje onbeschermd vrijt tijdens je menstruatie, kun je geen soa krijgen
Waar / Niet waar
of zwanger worden. 3.
Je merkt altijd dat je een soa hebt.
Waar / Niet waar
4.
Van beffen en pijpen krijg je geen soa.
Waar / Niet waar
5.
Je kunt als jongen en meisje onvruchtbaar worden van chlamydia
Waar / Niet waar
6.
De morning-afterpil moet je binnen 72 uur nadat je (onveilige) seks hebt gehad
Waar / Niet waar
innemen. 7.
Van sperma in badwater kun je zwanger worden
Waar / Niet waar
8.
Hiv is een ander woord voor aids.
Waar / Niet waar
9.
Geen condoom maar wel aan de pil valt onder veilig vrijen
Waar / Niet waar
10.
Van tongzoenen krijg je geen soa
Waar / Niet waar
11.
De Double Dutch methode, dus seks met condoom en anticonceptiepil, is veilige
Waar / Niet waar
seks 12.
Glijmiddelen op water- en oliebasis zijn oké.
Waar / Niet waar
13.
Je kunt helemaal genezen van een soa
Waar / Niet waar
14.
Je loopt alleen risico’s als je een wild seksleven hebt.
Waar / Niet waar
15.
Goed wassen voorkomt soa
Waar / Niet waar
16.
Sperma aan je vingers en dan vingeren: niet doen!
Waar / Niet waar
17.
Hiv draag je over via bloed, sperma en vaginaal vocht.
Waar / Niet waar
18.
Je kunt aids krijgen als je seropositief bent
Waar / Niet waar
19.
Van een condoom kun je een beflapje maken
Waar / Niet waar
20.
De pil verkleint de kans dat je hiv of een andere soa oploopt
Waar / Niet waar
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
IV: Overige grafieken & tabellen Vraag 1: Leeftijd
Vraag 2: Woonplaats
70
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
Vraag 3: Geslacht
Vraag 4: Opleidingsniveau
71
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
Vraag 5: Geloof
Vraag 6: Nationaliteit
72
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
Vraag 7: Gezinssituatie
Vraag 8: Seksuele geaardheid
73
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
74
Vraag 9: Seksueel actief
Vraag 10: Condoomgebruik Seksueel contact * Condoomgebruik Crosstabulation Condoomgebruik Ja, altijd! Seksueel contact
Soms
Total
Ja % within Seksueel contact
80,0%
20,0%
100,0%
% within Condoomgebruik
100,0%
100,0%
100,0%
80,0%
20,0%
100,0%
% of Total
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
75
Vraag 11: Ideale bron voor informatie $V11 Frequencies Percent of Cases $V11
a
Internet
56,7%
Tijdschriften of boekjes
26,7%
Televisie
8,1%
School
11,9%
Vader
27,6%
Moeder
46,7%
Broer(s)
6,2%
Zus(sen)
6,2%
Vrienden / vriendinnen
23,8%
GGD
5,2%
Huisarts
7,1%
a. Dichotomy group tabulated at value 1.
Vraag 12: Seksuele voorlichting $V12 Frequencies Percent of Cases Seksuele voorlichting
a
op school
74,8%
van mijn ouders
25,2%
van mijn broer/zus
3,2%
van andere familieleden
,9%
geen voorlichting gehad
20,2%
Total a. Dichotomy group tabulated at value 1.
124,3%
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
76
Vraag 13: Houding ten opzichte van seksuele voorlichting $V13 Frequencies Percent of Cases Houding t.o.v. voorlichting
a
Interessant
18,4%
Leuk
6,5%
Saai
7,8%
Leerzaam
30,9%
Belangrijk
51,2%
Gênant
32,7%
Overbodig
12,9%
Total
160,4%
Vraag 14: Ik zou graag meer willen weten over… $V14 Frequencies Percent of Cases Ik wil graag meer weten over
Voorbehoedsmiddelen
22,9%
HIV/Aids
42,3%
Overige soa
23,4%
Voorkomen van soa
33,8%
Grenzen aangeven
18,9%
De eerste keer
41,3%
Vragen
11,9%
Onveilig gevreeën
18,9%
Soa behandeling
21,9%
a
Total a. Dichotomy group tabulated at value 1.
235,3%
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
V: Codeboek SPSS
77
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
78
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
79
VI: Notulen panelgesprekken Panelgesprek 1: de meisjes Datum: woensdag 4 september 2013 Onderwerp: Look & feel magazine voor seksuele voorlichting
Na overleg met de leraren heb ik van elk opleidingsniveau twee meisjes gevraagd om mee te werken aan het panelgesprek, in totaal bestond het panel uit zes leden. Ik heb de meisjes gevraagd wat hen aan zou spreken in een magazine. Na een voorbeeld te hebben gegeven, kwamen ze al snel met ideeën. Ik heb met hen een mindmap gecreëerd door hen steekwoorden op papier te laten zetten.
Deelnemers: -
Vmbo: Sanne, 13 jaar Vmbo: Lisa (1), 13 jaar Havo: Masja, 14 jaar Havo: Lisa (2), 14 jaar Vwo: Jasmina, 12 jaar Vwo: Bo, 13 jaar
Opzet panelgesprek: -
Inleiding (voorstelronde) Uitleg onderzoek Doel van het panelgesprek Discussie: vormgeving Discussie: inhoud Discussie: huidige informatiefolders
Deel 1: Vormgeving ‘Hoe moet het tijdschrift er volgens jullie uit zien? Denk aan: kleuren, formaat (grootte), afbeeldingen. ’ -
Masja: ‘Vrolijk, veel felle kleuren’ Bo: ‘Ja en veel plaatjes. Alleen maar tekst is zo saai’ Lisa (1) & Sanne: ‘Ja inderdaad’ Sanne: ‘En misschien veel rood? Dat zie je vaak bij liefde’ Lisa (1): ‘Ja’
‘En hoe groot moet het tijdschrift zijn?’ -
Sanne: ‘Ik denk gewoon zo groot als een blaadje’ Lisa (2): ‘Ja, A4’ Masja: ‘Ja of iets kleiner, zo’n half A4’tje is ook leuk, maar misschien leest het beter als het wat groter is’ Lisa (2): ‘Ja zoals een normaal tijdschrift’
Deel 2: Inhoud ‘Hoe moet de inhoud eruit zien? Wat vinden jullie altijd leuk om te lezen in de tijdschriften die jullie nu lezen? Bijvoorbeeld interviews of real life stories (waargebeurde verhalen)?’ -
Masja: ‘Ja ik vind interviews en waargebeurde verhalen altijd wel leuk’ Jasmina: ‘ Ik soms, ligt er aan waar het over gaat of wie er wordt geïnterviewd’ Masja: ‘Ja dat is wel waar’.
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
-
80
Bo: ‘Ik vind het vaak te lang om te lezen, dan moet je er echt voor gaan zitten, ik vind soms van die korte stukjes leuker. Dat leest lekker makkelijk.’ Masja: ‘Ja dat is wel zo maar soms denk ik wel als ik die verhalen lees: dat zou iedereen zomaar kunnen overkomen.’ Sanne: ‘Als ik bijvoorbeeld de Girlz! lees dan lees ik het liefst de korte stukjes maar dit wordt informatietijdschrift dus er moet wel genoeg informatie te lezen zijn. Ik vind langere stukken tekst dan minder erg. Ik lees namelijk toch vaak alleen de stukken waar ik meer van wil weten’.
‘Hoe worden jullie graag aangesproken? Formeel (zakelijk) of informeel (dagelijkse gesprekken)?’ -
Masja: ‘Gewoon normaal, zoals je elke dag praat’ Lisa (1): ‘Het moet gewoon makkelijk te lezen zijn, dus niet te veel moeilijke woorden, maar het moet ook niet zogenaamd ‘hip’ geschreven worden.’ Masja: ‘Nee, dat vind ik altijd zo dom’ Bo: ‘Ja dan weet je gewoon dat het door een volwassen persoon is geschreven die even hip wil zijn ofzo’
Deel 3: Huidige informatiefolders ´Bedenk voor elke folder plus- en minpunten’ -
Seksueel overdraagbare aandoeningen Pluspunt: veel kleuren, veel informatie Minpunt: saaie voorkant, weinig afbeeldingen
-
Gevaarlijke liefde Pluspunt: leuke strip, veel afbeeldingen & kleur Minpunt: niet zo veel informatie
-
Sense Pluspunt: rode kleur Minpunt: saai, geen afbeeldingen
-
Special over: Loverboys Pluspunt: veel informatie, veel kleur en veel afbeeldingen Minpunt: -
-
En dan ga je… vrijen! Pluspunt: veel kleur, veel informatie Minpunt: beetje saaie voorkant
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
81
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
82
Panelgesprek 2: de jongens
Datum: woensdag 4 september 2013 Onderwerp: Look & feel magazine voor seksuele voorlichting
Ook voor het panelgesprek met de jongens heb ik na overleg met de leraren van elk opleidingsniveau twee jongens gevraagd om mee te werken aan het panelgesprek, in totaal bestond het panel uit zes leden. Ik heb de jongens gevraagd wat hen aan zou spreken in een magazine. Ik heb ook met hen een mindmap gecreëerd door hen steekwoorden op papier te laten zetten.
Deelnemers: -
Vmbo: Wouter, 13 jaar Vmbo: Ruben, 14 jaar Havo: Bas, 13 jaar Havo: Remco, 13 jaar Vwo: Casper, 13 jaar Vwo: Erik, 14 jaar
Opzet panelgesprek: -
Inleiding (voorstelronde) Uitleg onderzoek Doel van het panelgesprek Discussie: vormgeving Discussie: inhoud Discussie: huidige informatiefolders
Deel 1: Vormgeving ‘Hoe moet het tijdschrift er volgens jullie uit zien? Denk aan: kleuren, formaat (grootte), afbeeldingen. ’ -
Erik: ‘Ik zou zeggen: A4 formaat. Zo groot zijn de meeste tijdschriften en verder vind ik het altijd wel leuk als er veel plaatjes zijn’ Ruben: ‘Ja, dat vind ik ook.’ Wouter: ‘Ja en ook wel veel kleur, maar niet van die meisjeskleuren zoals roze en paars. Gewoon blauw, groen, zwart en rood.’ Remco: ‘Ik vind ook dat er veel afbeeldingen moeten zijn, anders wordt het vaak snel saai’.
‘Welke kleur vinden jullie bij liefde en seks passen?’ -
Allemaal: ‘Rood’ Remco: ‘En ook wel roze’
Deel 2: Inhoud ‘Hoe moet de inhoud eruit zien? Wat vinden jullie altijd leuk om te lezen in de tijdschriften die jullie nu lezen? Bijvoorbeeld interviews of waargebeurde verhalen?’ -
Ruben: ‘ Nee dat vind ik echt saai. Ik lees sowieso bijna nooit een tijdschrift maar als ik het wel lees dan lees ik vaak alleen maar korte stukjes.’ Casper: ‘Ik vind interviews soms wel interessant, maar dan ligt het er wel aan waar het over gaat, ik vind het ook leuk om korte feiten te lezen, dat leest lekker snel.’ Wouter: ‘Waargebeurde verhalen lees ik bijna nooit. ’ Erik: ‘Ja mijn vader heeft de Quest en daar staan ook allemaal feiten in. Dat vind ik soms wel leuk om te lezen.’ Remco: ‘Ik vind het wel leuker om soms een interview te lezen in plaats van alleen maar lange stukken tekst. Dan vind ik het altijd moeilijker om me te blijven concentreren.’
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
83
‘Hoe worden jullie graag aangesproken? Formeel (zakelijk) of informeel (dagelijkse gesprekken)?’ -
Allemaal: ‘Zoals in dagelijkse gesprekken. Informeel dus’
Deel 3: Huidige informatiefolders ´Bedenk voor elke folder plus- en minpunten’ -
Seksueel overdraagbare aandoeningen Pluspunt: veel kleuren Minpunt: saai, weinig afbeeldingen
-
Gevaarlijke liefde Pluspunt: de strip, veel kleur Minpunt: weinig informatie, beetje meisjesachtig
-
Sense Pluspunt: Minpunt: saai
-
Special over: Loverboys Pluspunt: veel informatie, veel afbeeldingen Minpunt: grote stukken tekst
-
En dan ga je… vrijen! Pluspunt: veel informatie, kleur Minpunt: beetje ouderwets
Afstudeeropdracht – Merle Nootebos
84