BrVTTaalMediaCommdef
29-09-2011
12:39
Pagina 1
Handleiding voor bedrijfsmentoren Beroepenveld
Taal, Media en Communicatie
Begeleiden van ICT-studenten Opleidingen
Afstuderen Journalistiek /| stage Communicatie International Business and Languages Voltijd / deeltijd Lerarenopleidingen VO/BVE Nederlands, Duits, Engels en Frans
1
Voorwoord
De ICT-opleidingen van Windesheim, te weten Business IT & Management, Informatica en Technische Informatica, leiden informatici op. Zij ontwikkelen technische, praktische en sociale vaardigheden om in de toekomst het beroep op hbo-niveau te kunnen uitoefenen. De opleidingen zijn praktijkgericht. De benodigde praktijkcompetenties verwerft de student door het uitvoeren van verschillende praktijkopdrachten. Deze opdrachten richten zich op het verbeteren van de informatievoorziening en het ontwerpen en bouwen van informatiesystemen en worden uitgevoerd bij bedrijven en/of op de hogeschool. Naarmate de studie vordert, voeren studenten steeds vaker praktijkopdrachten uit bij organisaties en nemen omvang en zwaarte toe. In uw bedrijf zal de komende maanden een student van de ICT-opleidingen van Windesheim aan een praktijkopdracht gaan werken. In deze toelichting informeren wij u over de gang van zaken tijdens de stage/het afstuderen en uw rol en inbreng daarin. We zullen daarbij ingaan op een aantal praktische zaken (bijvoorbeeld de tijdsduur, de planning) en een aantal inhoudelijke zaken (bijvoorbeeld de beoordeling, de begeleiding).
2
De inhoud van de stage: de leerlijn en de werklijn
Voltijd De totale stageperiode betreft een periode van 20 weken van 40 klokuren. Deze uren worden over het algemeen op het bedrijf gemaakt met uitzondering van de intervisiebijeenkomsten (afstuderen) en de stageterugkomdagen (stage). De perioden starten begin september of begin februari en worden dan respectievelijk eind januari of eind juni afgerond. Tijdens de praktijkperiode onderscheiden we bewust twee verschillende lijnen: de leerlijn en de werklijn.
Leerlijn De leerlijn betreft het leerproces van de student. Dit omvat het persoonlijk functioneren in de bedrijfsomgeving en de leervragen die daar ontstaan. De intervisiecoach begeleidt de student hierin. Dit proces omvat 4 uur per week, waardoor 20 weken van 36 uur resteren voor het uitvoeren van de opdracht. Deze 4 uur mogen alleen besteed worden aan werkzaamheden die direct gerelateerd zijn aan de stage, zoals het schrijven van voortgangsrapportages, het schrijven van het portfolio, etc.
Werklijn De werklijn betreft de prestatie die de student moet leveren. De student dient te bewijzen dat hij de stof beheerst en in de praktijk kan toepassen door een concreet product te realiseren. Tijdens de praktijkperiode bewaakt de stagedocent aan de hand van het plan van aanpak en de voortgangsrapportages de voortgang en de kwaliteit.
Deeltijd De totale afstudeerperiode betreft 760 klokuren en start bij voorkeur in september of februari. De opdracht dient binnen 9 maanden te worden afgerond. Ook voor deeltijd geldt dat 10% van de tijd moet worden besteed aan de hierboven genoemde leerlijn.
3
Betrokkenen bij de praktijkopdracht
Bedrijfsmentor De bedrijfsmentor is het aanspreekpunt voor het verkrijgen van informatie over de uit te voeren taken en/of opdrachten. Daarnaast is de bedrijfsmentor belast met de begeleiding van de student, de bewaking van de kwaliteit van het te leveren product en de beoordeling van het persoonlijk functioneren van de student (de toepassing van kennis en vaardigheden). Van u wordt een coachende houding verwacht. Daarbij is het geven van opbouwende kritiek (positieve feedback) een belangrijk onderdeel. Het benoemen en verder ontwikkelen van sterke punten bij studenten is minstens zo belangrijk als het aangeven van verbeterpunten. Juist voor jonge mensen die zich voorbereiden op hun latere beroepsuitoefening, zijn dat belangrijke elementen in hun ontwikkeling. Verder wordt van u als bedrijfsmentor gevraagd om het Plan van Aanpak en de opgeleverde producten (opdrachtportfolio c.q. afstudeerverslag) te beoordelen en om (samen met de student) de evaluaties in te vullen.
Stagiair Regelmatig werkoverleg tussen de stagiair en de bedrijfsmentor is van groot belang voor een goed verloop van de stage. Het is handig om hiervoor een vast moment in de week af te spreken. De student is regisseur van zijn/haar eigen stage c.q. afstuderen en zorgt voor een goede en tijdige communicatie naar alle partijen.
Stagebegeleider Dit is de docent die het contact onderhoudt met de organisatie. De bemoeienis van de stagebegeleider is in het ideale geval minimaal. Hij/zij beoordeelt de opdracht zoals beschreven in het Rapport van Kennismaking. De stagebegeleider geeft feedback op het Plan van Aanpak en beoordeelt de voortgang middels de voortgangsrapportages. Hij/zij zal tijdens de stage verder alleen ingrijpen indien er (verontrustende) signalen van de bedrijfsmentor komen. Na afloop beoordeelt de stagebegeleider de uitgevoerde opdracht waarbij de beoordeling van de bedrijfsmentor zwaar meeweegt. De stagebegeleider bezoekt de organisatie eenmalig tijdens de stage/afstudeerperiode.
Intervisiecoach (alleen bij afstuderen) Dit is de docent die belast is met de begeleiding en bewaking van het leerproces van de student die gaat afstuderen. De intervisiecoach heeft alleen contact met de student, niet met de organisatie. Er vindt ook geen rapportage plaats vanuit de intervisie naar de bedrijfsmentor of de stagebegeleider.
4
Plan van aanpak (PvA), Voortgangsrapportage, Evaluatie
Plan van aanpak De eerste dagen werken de studenten in de organisatie aan kennismaking, beeldvorming en het verwerven van de benodigde informatie voor het plan van aanpak. Daarna wordt gewerkt aan de probleemdefinitie en -afbakening en aan het maken van het plan van aanpak. Dit product legt de student ter goedkeuring voor aan de bedrijfsmentor. Op basis van het plan van aanpak wordt een GO/NO GO beslissing genomen. De bedrijfsmentor tekent het plan van aanpak voor akkoord. De student archiveert het getekende plan van aanpak en mailt vervolgens het plan van aanpak naar zijn stagebegeleider. Uiterlijk 1 week na ontvangst van het plan van aanpak zal de docent contact opnemen m.b.t. dit plan. Het plan van aanpak dient als het contract dat de student aangaat met de organisatie over het te leveren product/de te leveren prestatie. In dit rapport staat een nauwkeurige opdrachtomschrijving vermeld. De uitgangssituatie en het gewenste eindproduct worden aangegeven. Tevens worden de voorwaarden benoemd waaronder de opdracht wordt uitgevoerd en de criteria die het voor de afdeling en de organisatie mogelijk maken het product en de uitvoering te beoordelen. Ook geeft de student aan welke activiteiten hij gaat uitvoeren en wanneer (tijdsplanning). Hij benoemt de meetmomenten, waardoor tussentijdse evaluatie en bijstelling mogelijk worden.
Voortgangsrapportage Wekelijks stelt de student een beknopt voortgangsrapport op aan de hand van een standaard formulier waarin hij de voortgang van de opdracht en eventuele knelpunten (met oplossingen) en afwijkingen ten aanzien van het plan van aanpak aangeeft. De bedrijfsmentor voorziet dit rapport waar nodig van commentaar. Na accordering door de bedrijfsmentor mailt de student de rapportage naar de schoolbegeleider. Als bij de eindpresentatie blijkt dat is afgeweken van het oorspronkelijke plan van aanpak kan dit aan de hand van deze rapporten worden aangetoond en verklaard.
Tussenevaluatie Aan het eind van ieder blok (periode van tien weken) vindt een tussenevaluatie plaats m.b.v. een ‘tussenevaluatieformulier’. Tijdens deze tussenevaluatie bespreekt de bedrijfsmentor nu formeel het functioneren met de student. Voorafgaand aan dit gesprek vult zowel de student als de opdrachtgever/bedrijfsmentor het beoordelingsformulier in. Vervolgens bespreken zij de bevindingen met elkaar. We adviseren u eerst elk afzonderlijk een exemplaar in te vullen en de resultaten na afloop samen te bespreken. De student zorgt ervoor dat het definitieve exemplaar, door beiden ondertekend, ingeleverd wordt bij de stagebegeleider en de studieloopbaanbegeleider van de student.
Eindevaluatie In de laatste week vult de opdrachtgever/bedrijfsmentor de eindevaluatie in. De eindevaluatie omvat zowel het functioneren van de student als de kwaliteit van het opgeleverde eindproduct/de geleverde prestatie. De werkwijze hierbij is gelijk aan die van de tussentijdse beoordeling.
5
Stageterugkomdagen (stage) en Intervisiebijeenkomsten (afstuderen)
Stage Tijdens de uitvoering van de opdracht voor stage, hebben de studenten twee terugkomdagdelen op school. Hier worden onder andere ervaringen met andere studenten uitgewisseld door middel van intervisie.
Afstuderen Voor afstudeerders vindt gedurende de afstudeerperiode vijf keer een intervisiebijeenkomst op school plaats. Dit omvat zowel reflectie op persoonlijke ontwikkeling, persoonlijk functioneren als op collegiale consultatie. Hierbij bespreken de studenten in groepjes de voortgang van het traject en stellen de leermomenten vast. Verder praten zij over problemen die ze hebben ervaren en over de weg waarlangs oplossingen zijn gezocht.
6
Afronding van de praktijkopdracht
Eindproduct voor de organisatie In de laatste week van de praktijkperiode levert de student het eindproduct op.
Portfolio Het portfolio is een product voor de opleiding, waarin de student rapporteert over zijn werkwijze, de gemaakte keuzes en zijn bevindingen en leerervaringen. De bedrijfsmentor geeft feedback en ondertekent het portfolio voor gezien.
Eindgesprek De stagebegeleider houdt met de student een eindgesprek waarin de eindbeoordeling wordt samengesteld. Hierbij zal de bedrijfsmentor niet aanwezig zijn.
7
Afstudeercongres
Het afstudeercongres is inmiddels uitgegroeid tot hèt ICT-evenement van Zwolle. Tijdens dit congres presenteren afstudeerders hun opdracht aan een breed publiek. Daarnaast is er een bedrijvenmarkt die onder andere gelegenheid biedt te netwerken met specialisten uit de beroepspraktijk.
8
Financiën, verzekeringen en werkplek
- - -
De vergoeding aan de student stelt de organisatie en de student in onderling overleg vast. De Hogeschool Windesheim heeft voor studenten een ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering (WA) afgesloten. Deze verzekering is ook van kracht tijdens de periodes waarin de student een praktijkopdracht uitvoert bij een organisatie. Ziektekosten- en andere gewenste aanvullende verzekeringen moeten de student en/of organisatie zelf afsluiten. Het spreekt vanzelf dat er een goede werkplek met de benodigde faciliteiten beschikbaar is binnen de organisatie. Het gaat hierbij om het beschikbaar stellen van een werkplek, hardware, software en internet/e-mail.
9
Vijf belangrijke tips
1. 2. 3. 4. 5.
Maak tijd vrij om regelmatig de voortgang met de stagiair te bespreken. Zorg voor een goede introductie op de eerste dag. Neem de tijd voor een eerste gesprek. Leid de stagiair even rond langs uw collega’s en door het bedrijf. Zorg voor duidelijke afspraken. Wat gaat de stagiair doen, welke opdrachten moeten worden uitgewerkt en hoe gaat u de stagiair begeleiden. Geef aan welke regels het bedrijf hanteert m.b.t. werktijden, kleding, gedrag etc. Het is handig om een vaste vervanger te hebben, zodat de stagiair niet komt te ‘zwemmen’ als u er niet bent.
10
Ten Slotte
Hebt u nog vragen over de gang van zaken of wilt u meer informatie? Dan kunt u contact opnemen met het Bedrijfsbureau Techniek, Stage/Afstuderen ICT-opleidingen, via het telefoonnummer 088-469 9700 of per email:
[email protected]