Informatie en Communicatie Sectorbeschrijving
5 september 2014
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
1
Inhoudsopgave
Samenvatting
4
Inleiding
6
1. 1.1. 1.2.
Werkgelegenheid en vacatures Werkgelegenheid in vogelvlucht Vacatures in de sector Informatie en communicatie
8 8 16
2. 2.1. 2.2.
Trends Economische trends Arbeidsmarkttrends
22 22 27
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
Tekorten en overschotten WW-gerechtigden Niet werkende werkzoekenden Regio’s met een krappe of ruime arbeidsmarkt Kansrijke beroepen
32 32 33 34 35
4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
Kansen Instroomprofiel Kansen voor gediplomeerden en studenten Kansen voor WW'ers Uitstroom uit de sector Informatie en communicatie De regio centraal
38 38 39 42 45 46
5.
Conclusie
50
Bijlage I
Sociale organisatie in de sector Informatie en Communicatie Cao’s Brancheorganisaties Beroepsorganisaties Vakbonden Kennisinstituten Handige links
52 52 52 54 56 57 58
Bijlage II
Verslag paritaire sectortafel Informatie en communicatie
60
Bijlage III
Literatuurlijst
64
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Colofon
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
66
2
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
3
Samenvatting
Sector Informatie en communicatie belangrijk voor Nederlandse economie Ondanks een beperkt aandeel in het totaal aantal ondernemingen in Nederland (bijna 5 procent) en in de werkgelegenheid (bijna 3 procent) is de sector Informatie en communicatie van groot belang voor de Nederlandse economie. De totale bestedingen aan ICT komen in 2014 naar verwachting uit op €34,3 miljard euro. Dat is een groei van 2,1 procent ten opzichte van 2013.Deze sectorbeschrijving Informatie en communicatie gaat over sector J in de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 2008 van het CBS. Daaronder vallen uitgeverijen, RTV, telecommunicatie en (dienstverlening op het terrein van) informatie en informatietechnologie. De focus ligt in de beschrijving van arbeidsmarktontwikkelingen in de telecommunicatie en de IT, de grootste branche binnen de sector.
Tot 2019 lichte groei van de werkgelegenheid In de periode van 2005 tot 2013 groeide het aantal banen van werknemers met 4 procent tot 238.000. Het aantal banen van zelfstandigen nam in dezelfde periode toe met 32 procent tot 45.000. Dit duidt erop dat meer en meer ZZP’ers in de sector actief zijn en dat dit aandeel flex toeneemt. Zo is tussen 1998 en 2010 het aandeel ZZP’ers verdrievoudigd en bedraagt het aandeel in 2010 14 procent. UWV verwacht dat het aantal banen in de sector tot 2015 stabiel zal blijven en daarna (met 2 procent, 6.000 banen) licht zal stijgen. In 2019 zijn er dan 288.000 banen. Hoewel de groei van het aantal banen van zelfstandigen en van werknemers even groot is (beide 3.000), is relatief bezien de groei van het aantal banen voor zelfstandigen groter (7 procent) dan de groei van het aantal banen van werknemers ( 1 procent).
Veel mannen, weinig ‘groen en grijs’ en veel hoger gekwalificeerde werkgelegenheid De sector Informatie en communicatie is duidelijk een sector met veel beroepen op hoger en wetenschappelijk niveau. Het aandeel van deze groep is bijna twee keer zo groot als het gemiddelde voor Nederland (60 procent t.o.v. 31 procent). Het aandeel beroepen waarvoor een lagere opleiding volstaat ligt ver onder het Nederlands gemiddelde. Het beroep ‘informatie-, systeemanalist, programmeur’ (hboniveau) vormt met 58.000 werkzame personen de grootste groep. Daarna - op afstand - gevolgd door het beroep ‘programmeur MBO niveau’, en de ‘projectadviseur informatievoorziening, programmeur’ (wetenschappelijk niveau). De sector Informatie en communicatie kent een werknemerspopulatie die aanzienlijk afwijkt van het Nederlandse gemiddelde. Het aandeel 15-24 jarigen in de ICT is met 6 procent maar de helft van dat in andere sectoren van onze Nederlandse economie. Ook het aandeel 55-64 jarigen is veel lager dan gemiddeld. Er werken in de sector Informatie en communicatie vooral meer 25-44-jarigen. In de sector Informatie en communicatie werken veel meer mannen dan vrouwen. Bijna drie kwart van de werkenden is man en iets meer dan een kwart is vrouw. Het aantal werkende mannen is de afgelopen jaren gestegen met 1 procent terwijl het aantal werkende vrouwen met 3 procent is gedaald.
Vacatures vooral op lagere beroepsniveaus gedaald In de sector Informatie en communicatie daalt het aantal vacatures vanaf 2007. In dat jaar ontstonden er 48.000 vacatures. Uiteindelijk daalde het aantal vacatures in 2013 naar 28 duizend. Wel is het aandeel ICT-vacatures in het totaal vacatures de afgelopen jaren licht gestegen. In vergelijking met de andere sectoren van de Nederlandse economie kende de sector Informatie en communicatie een diepere daling in 2009. Daarna doet de sector het iets beter dan gemiddeld. De sector Informatie en communicatie wordt door de crisis harder geraakt maar leeft ook weer eerder op. Het aantal ontstane vacatures in deze sector is voor alle beroepsniveaus gedaald. Hoe lager het beroepsniveau hoe sterker de daling. Voor de elementaire beroepen bedraagt de daling tussen 2011 en 2013 55 procent. Voor de lagere beroepen is dit 28 procent en voor de hogere en wetenschappelijke beroepen is dit 15 procent.
Op termijn weer toename aantal vacatures De perspectieven op langere termijn zijn beter dan in de afgelopen paar jaar. In 2014 stijgt het aantal ontstane vacatures naar 34.000. Voor de jaren daarna ligt het gemiddeld aantal ontstane vacatures iets hoger op 37.000. Wel daalt het aandeel ICT in de totale vacaturemarkt. Oorzaak is wellicht dat de ICTsector minder vergrijzing en daarmee een kleinere vervangingsvraag kent.
Grote veranderingen in beroepen en in het ‘functiehuis’ Door de snelle technologische ontwikkelingen is er sprake van grote veranderingen in beroepen, in het functiehuis en in de gevraagde competenties. Er ontstaat meer behoefte aan mensen met een hbo-
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
4
achtergrond, terwijl het aantal banen op mbo-niveau stevig krimpt. Tegelijkertijd is de beweging op mbo1 en mbo-2 niveau zichtbaar naar combinatiefuncties, waarin ICT een rol speelt: zorgfuncties met een ICT-component, beveiligingsfuncties met een ICT-component et cetera. Daarmee neemt het belang van kennis over ICT in niet-ICT functies toe. Ook de CV-installateur bijvoorbeeld moet van de ICT-markten thuis zijn. Omdat het aantal gebruikers van ICT-producten toeneemt én omdat ICT-producten steeds complexer
worden, ontstaat er behoefte aan vertalers van ICT-producten naar gebruikers: zij moeten over uitstekende sociale en communicatieve vaardigheden beschikken én een vertaalslag kunnen maken tussen ICT-ontwikkelaar en ICT-gebruiker. Daarbij ontstaan ook nieuwe functies, waarmee de ICT-mogelijkheden worden uitgenut. Deze nieuwe functies hangen nauw samen met de technologische ontwikkelingen (big data, cloud, 3D printing) en met de behoefte om meer in te spelen op klantwensen. Van dit laatste is de elektrostylist, die de consument wegwijs maakt in de domotica, een voorbeeld.
Aantal studenten aan hogere en wetenchappelijke ICT-opleidingen sterk toegenomen De totale instroom van ICT-studenten stijgt. Dat betreft vooral het hoger en wetenschappelijk ICTonderwijs. Verklaringen hiervoor zijn de goede loopbaanperspectieven in de ICT-sector en een verbeterd imago. Het aantal inschrijvingen voor hbo ICT-onderwijs nadert de 10.000. De instroom van studenten in academische ICT-opleidingen toont een stijgend beeld: waren er in 2010 ruim 1.800 studenten die aan een wetenschappelijke ICT-opleiding begonnen, in 2013 zijn dat er ruim 2.600. Voor het mbo zijn de ontwikkelingen uiteenlopend. Het aantal deelnemers op niveau-4 stijgt, terwijl het aantal deelnemers op niveau-2 en 3 daalt. Inmiddels is het aantal deelnemers niveau-4 de 10.000 gepasseerd. Dit sluit aan bij de stijging van het (gevraagde) beroepsniveau voor ICT’ers, binnen en buiten de sector Informatie en communicatie. Jaarlijks stromen zo’n 5.000 gediplomeerden uit de ICTopleidingen. Daarvan stroomt meer dan de helft (52%) door naar het hbo. Dit percentage ligt aanmerkelijk hoger dan het gemiddelde voor alle mbo-opleidingen.
Krapte op de arbeidsmarkt verschilt sterk per arbeidsmarktregio Op basis van de UWV gegevens is een beeld te schetsen van de spanning op de arbeidsmarkt voor informaticaberoepen. Regionaal zijn er grote verschillen. Er zijn vijf arbeidsmarktregio’s waar de situatie op de arbeidsmarkt voor ICT-beroepen zeer krap is: dit zijn Groot-Amsterdam, Midden-Utrecht, MiddenHolland, Haaglanden en Zuidoost-Brabant. De arbeidsmarkt voor ICT-beroepen is juist zeer ruim in de regio’s Friesland, Zaanstreek/Waterland en Helmond-De Peel. Beroepen die in 2014, maar ook in 2018 krapte vertonen zijn: Ontwerper industriële automatisering, developer/programmeur (o.a. java, dot.net, scripttalen) op hbo- en wo-niveau, technical specialist, tester, webdeveloper, digital media specialist, accountmanager, business analist (o.a. datawarehouse), project manager, en security-specialist. Op mbo-niveau zien we - mede gelet op de verschuivingen in de beroepenstructuur – geen krapte. Wel zijn er landelijk bezien goede perspectieven voor de kwalificaties netwerkbeheerder, ICT-beheerder en applicatieontwikkelaar.
Tekort aan ICT’ers loopt op, sectorplan biedt soelaas Nederland ICT heeft het tekort aan ICT’ers nader gekwantificeerd en ziet het aantal moeilijk vervulbare vacatures oplopen van 7.500 in 2011 tot 15.000 in 2017. Deels kan dit aantal worden verkleind door een vergroting van het arbeidsaanbod. Dat extra aanbod ontstaat door extra instroom van schoolverlaters en het op- of omscholen van werklozen. Dat biedt in de ogen van Nederland ICT onvoldoende soelaas, zodat extra maatregelen noodzakelijk zijn. Het door de minister van SZW goedgekeurde sectorplan ICT 1 speelt hierop actief in door 2.500 ICT’ers op te leiden. UWV heeft in kaart gebracht wat de uitstroomperspectieven zijn van WW’ers die voor een ICT-beroep staan ingeschreven. De beste kansen op uitstroom hebben werkloos werkzoekenden die staan ingeschreven als wetenschappelijk systeemanalist of systeemontwerper. Die hebben ruim driemaal zoveel kans op uitstroom als middelbaar opgeleide productiebegeleiders automatisering.
Arbeidsmarktperspectieven goed in delen van de Randstad en in Zuid-Oost Brabant De arbeidsmarktperspectieven zijn verschillend naar arbeidsmarktregio. Een zeer positief beeld in de ontwikkeling van werkgelegenheid en vacatures laten de volgende regio’s zien: Groot-Amsterdam, ZuidHolland Centraal en Zuidoost-Brabant. Een positief beeld laten daarnaast de volgende regio’s zien: Twente, Zuid-Gelderland, Flevoland, Gooi- en Vechtstreek, Midden-Utrecht, Amersfoort en West-Brabant. Minder kansrijk is de sector Informatie en communicatie voor de volgende regio’s: Groningen, Holland Rijnland, Rijnmond, Zeeland, Noordoost-Brabant en Noord-Limburg. En tenslotte veel minder kansrijk: Drenthe, IJsselvechtstreek, Stedendriehoek, Achterhoek, Gorinchem, Helmond-De Peel, Midden-Limburg en Zuid-Limburg. De overige regio’s laten een gemiddeld beeld zien.
1
Sectorplannen zijn plannen van sociale partners gericht op werkgelegenheid en arbeidsmarktperspectieven voor doelgroepen. Het Ministerie van SZW heeft €600 mln. voor sectorplannen beschikbaar gesteld.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
5
Inleiding
In tijden van crisis is het van belang om te weten waar zich werkgelegenheidsmogelijkheden aandienen. In vrijwel elke sector van de economie – of het nu om een krimp- of een groeisector gaat – doen zich tegelijkertijd overschotten en tekorten voor in verschillende beroepen of regio’s. Kennis over die te verwachten tekorten en overschotten kan voorkómen dat vacatures onnodig lang openstaan of dat mensen onnodig werkloos worden of blijven. UWV maakt samen met werkgevers- en werknemersorganisaties en met arbeidsmarktdeskundigen beschrijvingen van meer dan twintig sectoren. Dit project wordt begeleid door een landelijke klankbordgroep, waarin – naast UWV – landelijke werkgevers- en werknemersorganisaties, VNG en de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) zitting hebben. Deze sectorbeschrijvingen bieden een actueel beeld van de overschotten en tekorten en van kansen en mogelijkheden voor (bijvoorbeeld) doelgroepen. Ook geven de sectorbeschrijvingen inzicht in trends op de arbeidsmarkt, in de samenstelling en (toekomstige) ontwikkeling van de werkgelegenheid en van het aantal vacatures. De sectorbeschrijvingen bieden daarnaast een beeld van de samenstelling en ontwikkeling van het arbeidsaanbod. Alle beschrijvingen worden gepubliceerd op www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie en zijn bedoeld voor arbeidsmarktprofessionals van gemeenten, brancheorganisaties, bonden, opleidingsinstellingen, (grote) werkgevers, uitzendbureaus et cetera. In deze sectorbeschrijving ligt de focus op de arbeidsmarktontwikkelingen in de sector Informatie en communicatie. Deze sectorbeschrijving is gebaseerd op rapporten en informatie van kenniscentrum ECABO, van brancheorganisaties (Nederland ICT bijvoorbeeld), van Panteia/EIM, van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), banken (Rabobank en ING bijvoorbeeld), van het Researchcentrum Onderwijs Arbeidsmarkt (ROA) en van UWV. Daarnaast zijn de uitkomsten gebaseerd op de uitkomsten van de paritaire sectortafel Informatie en communicatie die in februari 2014 is gehouden en waaraan zo’n 20 deskundigen hebben deelgenomen. In hoofdstuk 1 wordt een beeld geschetst van de actuele werkgelegenheid, de werkgelegenheidsprognose en de ontwikkeling van het aantal vacatures. In hoofdstuk 2 zijn markante trends in de sector Informatie en communicatie beschreven. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van (toekomstige) overschotten en tekorten. Hoofdstuk 4 beschrijft de kansen en mogelijkheden die de sector Informatie en communicatie aan verschillende doelgroepen biedt en de uitstroomperspectieven voor (potentieel) boventallig personeel. Bijlage 1 geeft een beeld van de sociaaleconomische organisatie van de sector Informatie en communicatie (cao’s, kennisorganisaties, werkgevers- en werknemersorganisaties, links naar interessante sociaaleconomische informatie en arbeidsmarktinformatie). Bijlage 2 bevat een verslag van de paritaire sectortafel Informatie en communicatie. Bijlage 3 bevat de literatuurlijst.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
6
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
7
1.
Werkgelegenheid en vacatures
1.1.
Werkgelegenheid in vogelvlucht
1.1.1.
Introductie
Deze sectorbeschrijving Informatie en communicatie gaat over sector J in de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 2008 van het CBS. Daaronder vallen: 58. Uitgeverijen 58.1 Uitgeverijen van boeken, tijdschriften e.d.; databanken 58.2 Uitgeverijen van software 59. Productie en distributie van films en televisieprogramma´s; maken en uitgeven van geluidsopnamen 59.1 Productie en distributie van films en televisieprogramma's 59.2 Maken en uitgeven van geluidsopnamen 60. Verzorgen en uitzenden van radio- en televisieprogramma's 60.1 Radio-omroepen 60.2 Televisie-omroepen 61. Telecommunicatie 61.1 Draadgebonden telecommunicatie 61.2 Draadloze telecommunicatie 61.3 Telecommunicatie via satelliet 61.9 Overige telecommunicatie 62. Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatietechnologie 63. Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie 63.1 Gegevensverwerking, webhosting en aanverwante activiteiten; webportalen 63.9 Overige dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie In deze sectorbeschrijving Informatie en communicatie ligt daarbij de focus op de deelsectoren 61, 62 en 63. Ondanks een beperkt aandeel in het totaal aandeel van ondernemingen in Nederland (bijna 5 procent) en in de werkgelegenheid (bijna 3 procent) is de sector Informatie en communicatie van groot belang voor de Nederlandse economie. Een economie zonder communicatiemiddelen en ICT dienstverlening is ondenkbaar. De totale bestedingen aan ICT komen in 2014 naar verwachting uit op €34,3 miljard euro2. Dat is een groei van 2,1 procent ten opzichte van 2013. Onderzoek: Grote bijdrage van de telecomsector aan de economische groei in Nederland De telecomsector heeft een enorme impact op hoe we leven én op hoe we werken. Uit onderzoek dat in opdracht van Nederland ICT is uitgevoerd, blijkt dat maar liefst 25 procent van de economische groei direct en indirect terug te voeren is naar de invloed van telecommunicatie. Onderzoeksbureau Dialogic concludeerde in een in december 2012 verschenen onderzoek dat de directe investeringen van de telecomsector (bijna 2,5 miljard euro per jaar) voor 5 procent van deze groei zorgt. Maar vooral de innovatie die telecommunicatie in andere sectoren mogelijk maakt, heeft een enorme impact. 20 procent van de economische groei in Nederland was niet mogelijk geweest zonder invloed van telecommunicatie Telecom maakt markten transparanter, versnelt innovaties en heeft met betrouwbare verbindingen de internationale handel in een stroomversnelling gebracht. Bron: Nederland ICT, ICT Marktmonitor 2013
Binnen de sector is de deelsector IT- en informatiedienstverlening het grootst (62% van het aantal werkzame personen). De telecommunicatie is de kleinste met 13% en de subsector Uitgeverijen, film, radio en t.v. zit hier tussenin met 24%. In tabel 1 zijn de kerngegevens van de sector ICT opgenomen.
2
Nederland ICT, ICT Marktmonitor 2014
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
8
Tabel 1: Economische betekenis van de sector Informatie en communicatie, peiljaar 2012
De ICT sector in 2012
Uitgeverijen, IT- en film,radio en Telecommunicatie informatiedienstverlening t.v.
Totaal
Ondernemingen
14.370
1.280
47.145
62.795
Werkzame personen
56.000
31.000
144.000
231.000
aandeel in totale bedrijfsleven Ondernemingen
1,1%
0,1%
3,5%
4,6%
Werkzame personen
0,7%
0,4%
1,7%
2,8%
Bron: CBS (2013)
De werkzaamheden die in de sector Informatie en communicatie worden uitgevoerd beperken zich niet alleen tot deze sector. Vooral IT- en informatiedienstverlening vindt ook in andere sectoren plaats. Het belang van de ICT-werkgelegenheid in de totale economie is daarmee groter dan de hiervoor getoonde cijfers laten zien. Is ICT te bestempelen als een sector? Dit hangt er van af welke invalshoek je kiest. Kijk je naar de ontwikkeling van ICT hard- en software, bijvoorbeeld van boekhoudsoftware tot navigatiesystemen, van toepassingen voor de automotive industrie tot de intelligentie van medische apparatuur, van gaming tot wereldwijd gebruikte software rondom diabetes of DNA, dan spreek je over de ICTsector. Software, zeer R&D intensief, is met zijn softwareproducten de motor van slimme ICT. Ook hardware is niet uit te vlakken. Niet alleen is deze motor terug te vinden in grotere bedrijven in het HTSM-segment, zoals ASML, juist ook in het MKB is veel R&D te vinden. De gebruikerskant van de ICT is de andere: in vrijwel alle sectoren zijn er ICT-specifieke functies en beroepen te vinden. Sommige functies zijn meer sectoroverstijgend, zoals applicatiebeheerder. Andere beroepen zijn daarentegen meer sectorspecifiek, zoals zorgpersoneel dat steeds meer met ICT-apparatuur werkt. Dit betekent ook dat niet alleen professionals, maar ook de eindconsument steeds meer over ICT-vaardigheden moet beschikken. Bron: UWV (2014)
Figuur 1 laat zien dat het belang van de ICT-sector in de Nederlandse economie de afgelopen jaren is gegroeid. Zo nam het aandeel in het totaal aantal bedrijven tussen 2007 en 2012 toe met ruim 1 procent (van 3,5% naar 4,5%). Figuur 1: Aandeel ICT-bedrijven in het totaal aantal bedrijven, 2007-2012
Bron: CBS (2014)
1.1.2.
Ontwikkeling werkgelegenheid
In de periode van 2005 tot 2013 groeide het aantal banen van werknemers met 4 procent (tabel 2). Het aantal banen van zelfstandigen nam toe met 32 procent. Wel neemt het aantal banen van werknemers na 2008 af, waar het aantal banen van zelfstandigen na 2008 nog blijft toenemen. Dit duidt erop, dat meer en meer ZZP ers in de sector actief zijn en dat dit aandeel flex toeneemt. Het aantal arbeidsjaren van werknemers is na 2007 eveneens met 4% gedaald.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
9
Tabel 2: Ontwikkeling van de werkgelegenheid sector Informatie en communicatie 2005-2013 (x 1.000)
X 1.000 Arbeidsjaren van werknemers Totaal aantal banen
2005
2007 2008 2009 2010 2011
2012 2013
Mutatie 20052013
199
213
219
214
204
207
209
206
+4%
262
284
294
285
276
283
286
283
+8%
Banen van werknemers
228
245
253
247
237
240
242
238
+4%
Banen van zelfstandigen
34
39
41
38
39
43
44
45
+32%
Bron: UWV (2014), Arbeidsmarktprognose 2014-2015
In vergelijking met andere sectoren in de Nederlandse economie kent de sector Informatie en communicatie vanaf 2005 toch een betere ontwikkeling dan gemiddeld genomen. Dat wordt duidelijk in figuur 2. Daar waar alle sectoren bijeengenomen tussen 2005 en 2014 een groei kennen van bijna 5 procent, kende de sector Informatie en communicatie een groei van 9 procent. Figuur 2: Ontwikkeling aantal banen Informatie en communicatie ten opzichte van alle sectoren (2005=100)
Bron: UWV (2013), Arbeidsmarktprognose 2013-2014 – met een doorkijk naar 2018
Bedrijven in cyclische ICT groeien ook in crisis door Hoewel de economie nog altijd slechts mondjesmaat op gang komt, lijkt de ICT-wereld inmiddels zijn draai te pakken te hebben. Dankzij het groeiende dataverkeer en de vraag naar software groeien de totale ICT-bestedingen in 2014 met naar verwachting 2,1%. Dat gaat ook dus ook gepaard met meer werkgelegenheid. Hoewel: Het blijft een opgave om geschikt, hoogopgeleid personeel te vinden. Het Centraal Planbureau verwacht dat de Nederlandse economie dit jaar met 0,75% groeit en de Europese economie met 1,2%. Wat dat betreft is de groei van de totale bestedingen in Nederland, met 2,1% naar EUR 34,3 miljard, dus erg sterk. Bovendien staat Nederland nog altijd op plek 4 in de Networked Readiness Index , een belangrijke index van het Word Economic Forum die aangeeft welke landen goed gebruik maken van informatie- en communicatietechnologieën. Alleen Finland, Singapore en Zweden doen het beter. “De sterke infrastructuur biedt veel ICT-bedrijven een houvast” , zegt directeur Lotte de Bruijn van Nederland ICT. Ze vertegenwoordigt 550 Nederlandse technologiebedrijven met EUR 30 miljard omzet. “Bij onze achterban is steeds meer positiviteit over het Nederlandse klimaat, bijvoorbeeld fiscaal. Daarom zie je verschillende nieuwe bedrijfstakken opkomen, zoals serious gaming (games die worden gebruikt voor leer- en trainingsdoeleinden), cybersecurity en 3Dprinten. Veel van de technologiebedrijven, waarvan er in totaal zo'n 50.000 zijn, zijn mkb-bedrijven. Daarbinnen bestaat een groeiend aantal initiatieven van zzp'ers.” De groei van de Nederlandse ICT-sector wordt nu met name gedreven door 'cloud'-gerelateerde diensten. Het bedrijfsleven wil data steeds vaker opslaan in de cloud, dus niet gebonden aan een vaste locatie, zodat het bedrijfssysteem voor werknemers overal toegankelijk is. Data worden zodoende niet verwerkt binnen een netwerk van een bedrijf zelf maar binnen servers in datacenters van ICT-bedrijven, die de cloud-diensten aanbieden. Dat leidt er weer toe dat telecombedrijven hogere databundels kunnen verkopen; “zij profiteren dus ook” zegt De Bruijn. Het groeiende dataverkeer is ook een gevolg van het groeiende gebruik van online video. Dankzij de introductie van 4G kunnen consumenten op steeds meer plekken streaming video kijken. Overigens geldt de groei binnen de ICT-branche niet voor elke tak. Zo nemen investeringen in printers, kopieermachines en scanners af. Natuurlijk zijn er ook krimpsectoren, maar het is belangrijk dat IT-ondernemers snel schakelen naar nieuwe verdienmodellen. Daarom groeit de ICT-sector, wat een positief effect op de vraag naar ICT-personeel heeft gehad. Probleem blijft geschikt personeel. Maar uit onderzoek van Technisch Weekblad bleek dat het aantal aanmeldingen bij de technische universiteiten voor het studiejaar 2013/2014 respectievelijk 17% en 13% hoger lag dan een jaar ervoor. De Bruijn: “We praten veelvuldig met onderwijsinstellingen en de juiste weg lijkt ingeslagen.” Bron: De Telegraaf, 26-05-2014
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
10
UWV verwacht dat het aantal banen in de sector tot 2015 stabiel zal blijven en daarna licht zal stijgen (tabel 3). In 2019 zijn er dan 288.000 banen. Vooral het aantal zelfstandigen groeit. De groei van het aantal banen voor zelfstandigen is in deze sector groter ( 7 procent) dan die van het aantal banen van werknemers ( 1 procent). Per saldo groeit het aantal arbeidsjaren voor werknemers ook met 1 procent. Tabel 3: Prognose werkgelegenheid, sector Informatie en communicatie, 2014-2019 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Banen totaal
282
282
284
286
286
288
Mutatie 2014-2019 +2%
Werknemers
236
236
237
238
238
239
+1%
zelfstandigen
46
46
47
48
48
49
+7%
204
204
205
205
206
207
+1%
X 1.000
Arbeidsjaren werknemers
Bron: UWV (2014) Arbeidsmarktprognose 2014-2015
Hoe ontwikkelt de factor arbeid zich in verhouding tot ICT-kapitaalgoederen? Zoals ING eerder in de ‘visie op sectoren 2014’ al toonde, stijgen de ICT kapitaalgoederen sneller dan het ICT arbeidsvolume: in de ICT-sector is er sprake van een sterke stijging van de arbeidsproductiviteit. Bij het tot stand komen van de dienstverlening speelt automatisering en het gebruik van ICT in het algemeen een steeds grotere rol. Ook worden diensten steeds vaker online aangeboden. Het stijgende belang van ICT is af te leiden uit de snellere volumegroei van het specifieke ICT-kapitaal (computers en software) ten opzichte van het volume aan arbeid (werknemers en zelfstandigen (zie onderstaande figuur). Investeringen in en het hebben van ICT alleen zijn natuurlijk onvoldoende. Het gaat uiteindelijk om het beter benutten van de uren die in de onderneming gestoken worden door personeel en ondernemer. Voor de zakelijke diensten is nog volop verbetering van productiviteit mogelijk. In veel branches, zoals de juridische diensten, kan nog veel gewonnen worden door meer in automatisering te investeren en zo de mogelijkheden beter te benutten. Figuur: Ontwikkeling volume ICT-arbeid en ICT-kapitaalgoederen (2005=100)
Arbeid Kapitaalgoederen Bron: ING (2014)
1.1.3.
Samenstelling van de werkgelegenheid
Belangrijkste beroepsgroepen Op basis van gegevens van het CBS is een beeld te schetsen van de samenstelling van de werkgelegenheid naar beroep. Tabel 4 toont de top 10 meest voorkomende beroepen in de sector Informatie en communicatie.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
11
Tabel 4: Belangrijkste beroepen sector Informatie en communicatie, peiljaar 2012
3
Informatie en communicatie Top 10 meest voorkomende beroepen
Werkzame personen ( x 1000)
In %
58
20%
30
10%
20
7%
13
4%
13
4%
11
4%
5
2%
5
2%
4
1%
4
1%
Informatie-, systeemanalist, systeemontwerper, -programmeur; programmeur (wetenschappelijke toepassingen; administratief; hoger) (H) Programmeur (geen systeem-, wetens-), computeroperator, systeembeheerder, netwerkbeheerder (middelbaar) (M) Projectadviseur automatisering en informatievoorziening, programmeur (wetensch. toepass.; administratief; wetens) (W) Acquisiteur van zakelijke diensten (geen advertenties, reclame, verzekeringen) (M) Systeem-, netwerkbeheerder (hoger) (H) Journalist, recensent, criticus; redacteur (uitgeverij bladen; hoger) (H) Winkelbediende, markt-, straatverkoper (excl. Kiosk, vlees); debitant staatsloterij (L) Bedrijfshoofd algemene leiding klein bedrijf (excl. Handel, horeca, landbouw) (H) Telefoon-, telecommunicatiemonteur (excl. (aan)leggen kabels) (M) Middelbare administratieve beroepen (excl. Automatisering e.d.) (niet gespecificeerd) (M)
Bron CBS (2013), (L= lagere beroepen, M= middelbare beroepen, H= hogere beroepen, W= wetenschappelijke beroepen). In de tabel gaat het om werkenden die 12 uur of meer werkzaam zijn.
Het beroep ‘informatie-, systeemanalist, systeemontwerper, -programmeur’ (hbo-niveau) vormt met 58.000 werkzame personen de grootste groep. Daarna - op afstand - gevolgd door het beroep ‘programmeur mbo- niveau’, en de ‘projectadviseur automatisering, programmeur wo-niveau’. Op basis van gegevens van het CBS is ook een beeld te geven van de samenstelling van de werkgelegenheid naar niveau (tabel 5). Tabel 5: samenstelling van de werkgelegenheid, sector Informatie en communicatie naar niveau, 2012 Beroepsniveau Elementaire beroepen Lagere beroepen
In % 2%
Nederland totaal 7%
7%
23%
Middelbare beroepen
30%
39%
Hogere beroepen
46%
22%
Wetenschappelijke beroepen
14%
9%
Onbekend Totaal
2%
0% 100%
Bron: CBS (2013)
De sector Informatie en communicatie is duidelijk een sector met veel beroepen op hoger en wetenschappelijk niveau. Het aandeel van deze groep is bijna twee keer zo groot als het gemiddelde voor Nederland (60 procent t.o.v. 31 procent). Daarnaast is het aandeel mbo-beroepen met 30 procent behoorlijk omvangrijk. Het aandeel beroepen waarvoor een lagere opleiding volstaat ligt ver onder het Nederlands gemiddelde. Voor bijna alle beroepsgroepen in de ICT-sector geldt, dat de meeste werkenden een HBO of wetenschappelijke opleiding achter de rug hebben (tabel 6). Alleen voor de beroepsgroepen programmeur en commercieel employée (Middelbaar) gaat dit niet op. Werkenden zonder startkwalificatie zijn weinig te vinden in deze sector.
3
Omdat bij de maatwerktabellen van het CBS ook andere bronnen zijn gebruikt, kunnen de totalen afwijken van de in eerdere tabellen gepresenteerde gegevens. Daarom worden in de maatwerktabellen van het CBS geen totalen getoond.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
12
Tabel 6: Opleidingsniveau naar beroepsgroep, sector Informatie en communicatie in %, 2012 Beroepsgroep
bo Vmbo/mbo1 Havo/Vwo/mbo
hbo
wo
Programmeur
2%
13%
79%
4%
2%
Systeemanalist
1%
3%
18%
55%
23%
Informaticus
0%
3%
19%
31%
47%
Commercieel employée (Middelbaar)
2%
11%
48%
28%
10%
Commercieel medewerker (Hoger)
1%
7%
28%
45%
19%
Technisch systeemanalist
1%
1%
15%
80%
4%
Bron: ROA (2014)
Persoonskenmerken In de sector Informatie en communicatie werken veel meer mannen dan vrouwen (tabel 7). Bijna drie kwart van de werkenden is man en iets meer dan een kwart is vrouw. Het aantal werkende mannen is de afgelopen jaren gestegen met 1 procent terwijl het aantal werkende vrouwen met 3 procent is gedaald. Mannen werken nauwelijks in deeltijd. De deeltijdfactor bedraagt in 2012 .86. Dat komt neer op een gemiddelde werkweek van meer dan 30 uur. Vrouwen werken gemiddeld 26 uur per week. Tabel 7: Ontwikkeling van de werkgelegenheid sector Informatie en communicatie naar geslacht 20072013
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Mutatie 20072012
263
271
264
256
261
263
0%
Mannen
189
195
190
185
189
191
+1%
Vrouwen
74
76
74
71
72
72
-3%
X 1.000 Werkzame personen
Banen (1)
284
294
286
277
283
286
+1%
Mannen
205
212
206
201
206
208
+1%
Vrouwen
79
82
80
76
77
78
-1%
Arbeidsjaren (2)
237
245
238
229
233
236
0%
Mannen
178
184
179
173
177
179
+1%
Vrouwen
59
61
59
56
56
57
-3%
Deeltijdfactor (2:1) Mannen
.87
.87
.87
.86
.86
.86
0%
Vrouwen
.75
.74
.74
.74
.73
.73
-3%
Bron: CBS (2014), Arbeidsrekeningen
Op basis van de gegevens van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) kan een beeld worden geschetst van een aantal persoonskenmerken van werkenden in de sector naar beroepsgroep. Tabel 8 toont de resultaten. Enkele saillante uitkomsten: het aandeel vrouwen daalt onder de programmeurs; het aandeel jongeren stijgt niet in deze sector, maar daalt juist sterk voor de beroepsgroep informaticus en daalt iets minder bij de beroepsgroep systeemanalist; voor ouderen wordt meer toekomst verwacht in deze sector, nu is gemiddeld 1 op de 5 werknemers ouder dan 50 jaar en de trend is stijgend; Het beeld van flex is divers; bij programmeurs en systeemanalisten wordt geen echte verandering verwacht, terwijl de trend voor informatici en commercieel employees (met name mannen) stijgend is; Het aandeel allochtonen neemt onder alle beroepsgroepen (met uitzondering van de programmeurs) toe.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
13
Tabel 8: Persoonskenmerken naar beroepsgroep, sector Informatie en communicatie, 2013 Beroepsgroep
%vrouw
%<29 jr.
% >50 jr.
% flex
% allochtoon
Niveau Trend Niveau Trend Niveau Trend Niveau Trend Niveau Trend Programmeur
10%
-
24%
0
20%
+
6%
0
8%
-
Systeemanalist
11%
0
16%
-
20%
+
3%
0
10%
++
Informaticus Commercieel employée (M) Commercieel medewerker (H)
13%
0
8%
--
21%
+
7%
+
7%
+
39%
0
19%
0
21%
+
7%
+
7%
+
31%
0
13%
0
23%
+
3%
-
7%
+
Bron: ROA (2014)
De sector Informatie en communicatie kent een werknemerspopulatie die aanzienlijk afwijkt van het Nederlandse gemiddelde. Dat wordt duidelijk uit figuur 3. Het aandeel 15-25 jarigen in de ICT is met 6 procent maar de helft van dat in andere sectoren van onze Nederlandse economie. Het aandeel 55-64 jarigen is veel lager dan gemiddeld. Er werken in de sector Informatie en communicatie vooral meer 2544-jarigen. Figuur 3: Leeftijdsverdeling sector ICT vergeleken met het landelijke gemiddelde, 2013 Informatie en
Bron: Nederland ICT (2014), Marktmonitor ICT 2014
Ook het gemiddelde opleidingsniveau van ICT’ers die in de sector Informatie en communicatie werken wijkt sterk af van dat in andere sectoren (figuur 4). Meer dan de helft van de werknemers in de sector Informatie en communicatie heeft een hogere opleiding (hbo of hoger) genoten. Figuur 4: Opleidingsniveau sector ICT vergeleken met het landelijke gemiddelde, 2013 Informatie en
Bron: Nederland ICT (2014), Marktmonitor ICT 2014
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
14
Het aandeel laag opgeleiden is slechts een derde van dat voor Nederland als totaal. Het aandeel hoog opgeleiden ligt daarentegen veel hoger. Ontwikkeling zzp’ers Het aandeel zzp’ers in het totaal aantal werkenden is in de sector Informatie en communicatie sterk gegroeid. Dat wordt duidelijk als we deze ontwikkeling over een langere periode beschouwen (figuur 5). Figuur 5: Ontwikkeling ZZP’ers ICT-sector 1998-2010 Informatie en communicatie
Bron: Nederland ICT (2013), Marktmonitor ICT 2013
Tussen 1998 en 2010 is het aandeel zzp’ers verdrievoudigd en bedraagt het aandeel zzp’ers in 2010 14 procent (figuur 5). Ter vergelijking: in diezelfde periode was voor alle sectoren bijeengenomen sprake van een stijging met ruim 70 procent en bedraagt het aandeel zzp’ers in de totale werkgelegenheid ruim 9 procent. UWV verwacht dat deze groei van het aantal (en dus ook aandeel) zelfstandigen (inclusief ondernemers met werknemers in loondienst) ook de komende jaren doorgaat. Eerder al (tabel 3) werd getoond dat UWV tot 2019 een groei voorziet van 7 procent tot 49.000 zelfstandigen in 2019. Werkgelegenheid naar branche Tabel 9 laat de ontwikkeling van de werkgelegenheid naar geslacht zien voor de verschillende branches. De belangrijkste uitkomsten op een rij: De werkgelegenheid in de branche Uitgeverijen is met 10 procent gedaald. Dit resulteert in een sterkere daling van de werkgelegenheid voor vrouwen (- 16 procent), en een geringere daling onder mannen (- 4 procent); het aandeel vrouwen bedraagt 42 procent. De werkgelegenheid in de Film-, radio- en TV-branche daalt eveneens met 10 procent, maar deze daling is geheel toe te schrijven aan een daling van de werkgelegenheid onder mannen (- 17 procent); het aandeel vrouwen bedraagt ook hier 42 procent. De daling van de werkgelegenheid in de Telecommunicatiebranche is 2 maal zo groot als de eerder genoemde branches (- 20 procent). De werkgelegenheid onder mannen en vrouwen daalde bijna evenveel (20 procent respectievelijk 21 procent). Een op de drie werknemers in deze branche is vrouw. De werkgelegenheid in de branche IT en informatiedienstverlening stijgt met 9 procent. Ook hier is de stijging bijna gelijk verdeeld tussen mannen en vrouwen (9 procent respectievelijk 10 procent). Het aandeel vrouwen is hier het laagst met 21 procent.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
15
Tabel 9: Werkzame personen in de sector Informatie en communicatie naar branche en geslacht, 20072012 X 1.000
2007
2009
2011
2012
Mutatie
Uitgeverijen Totaal
42
40
38
38
-10%
Mannen
23
22
22
22
-4%
Vrouwen
19
18
16
16
-16%
%vrouwen
45%
45%
42%
42%
Film, radio en TV Totaal
29
27
26
26
-10%
Mannen
18
16
15
15
-17%
Vrouwen
11
11
11
11
0%
%vrouwen
38%
41%
42%
42%
Telecommunicatie Totaal
41
37
34
33
-20%
Mannen
28
24
22
22
-21%
Vrouwen
13
13
12
11
-15%
%vrouwen
32%
35%
35%
33%
IT en informatiedienstverlening Totaal
151 Mannen
161 120
163 128
165 129
+9% 131
+9% +10%
Vrouwen
31
33
34
34
%vrouwen
21%
20%
21%
21%
Bron: CBS (2013), Arbeidsrekeningen
1.2.
Vacatures in de sector Informatie en communicatie
1.2.1.
Kwantitatief beeld
In de sector Informatie en communicatie daalt het aantal vacatures vanaf 2007. In dat jaar ontstonden er 48.000 vacatures. In 2010-2011 was nog een korte opleving, maar na 2011, toen de Nederlandse economie in een tweede recessie belandde, nam het aantal vacatures weer verder af. Uiteindelijk daalde het aantal vacatures in 2013 naar 28 duizend (tabel 10). Wel is het aandeel ICT-vacatures in het totaal vacatures de afgelopen jaren licht gestegen. Tabel 10: Ontstane vacatures, sector Informatie en communicatie, 2017-2013
X 1.000 Aantal vacatures Aandeel Informatie en communicatie in totaal vacatures
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Mutatie 20072013
48
43
25
34
35
32
28
-42%
4,3%
4,2%
3,5%
4,6%
4,6%
4,9%
4,5%
Bron: UWV (2014), Arbeidsmarktprognose 2014-2015
In vergelijking met de andere sectoren van de Nederlandse economie kende de sector Informatie en communicatie een diepere daling in 2009. Daarna doet de sector het iets beter dan gemiddeld ( figuur 6). De ICT-sector wordt door de crisis harder geraakt maar leeft ook weer eerder op.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
16
Figuur 6: Ontwikkeling aantal vacatures 2005-2014, sector Informatie en communicatie (2005=100)
Bron: UWV (2013), Arbeidsmarktprognose 2013-2014 – met een doorkijk naar 2018
De perspectieven op langere termijn zijn beter dan de ontwikkelingen in de afgelopen paar jaar. In 2014 stijgt het aantal ontstane vacatures naar 34.000. Voor de jaren daarna ligt het gemiddeld aantal ontstane vacatures iets hoger op 37.000 maar bereikt daarmee niet het niveau van voor de crisis. Het aandeel in het totaal aantal vacatures ligt op een kleine 4% (tabel 11). Wel daalt het aandeel ICT in de totale vacaturemarkt. Oorzaak is wellicht dat de ICT-sector minder vergrijzing en daarmee een kleinere vervangingsvraag kent. Tabel 11: Vacatures sector Informatie en communicatie (ontstane vacatures x 1.000), periode 2014-2019
X 1.000
34
2015-19 (gemiddeld p.j.) 37
4,8%
3,8%
2014
Ontstane vacatures Aandeel Informatie en communicatie in totaal aantal vacatures
Mutatie 20142019 12%
Bron: UWV (2014), Arbeidsmarktprognose 2014-2015
1.2.2.
Kwalitatief beeld
Vacatures naar branche Tabel 12 geeft een beeld van het aantal ontstane vacatures per branche tussen 2011 en 2013. Over de hele sector daalt het aantal vacatures met 18 procent, maar dit geldt niet voor alle branches. De branches ‘Uitgeverijen’ en ‘Verzorgen en uitzenden van radio en televisieprogramma’s’ zien het aantal ontstane vacatures halveren. Maar de branches ‘Telecommunicatie’ en ‘Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie, gegegevensverwerking en webhosting’ zien het aantal vacatures stijgen met respectievelijk 28 procent en 17 procent. Tussen deze twee uitersten liggen de branches ‘Productie en distributie van films en televisieprogramma’s’ en ‘Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatietechnologie’ met een daling van respectievelijk 28 procent en 24 procent. Tabel 12: Ontstane vacatures sector Informatie en communicatie naar branche , 2011-2013
2011
2012
2013
Mutatie 2012-2013
4.1
3.0
2.1
-49%
Productie en distributie van films en televisieprogramma’s
1.8
1.6
1.3
-28%
Verzorgen en uitzenden van radio- en televisieprogramma’s
0.4
0.3
0.2
-50%
Telecommunicatie Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatietechnologie Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie, gegevensverwerking en webhositing Overig
3.6
3.7
4.6
+28%
23.4
20.8
17.9
-24%
2.9
3.0
3.4
+17%
0.1
0.2
0.3
+200%
Branche Vacatures x 1.000 Uitgeverijen
Bron: UWV (2014), Jobfeed
Vacatures naar beroepsniveau Het aantal ontstane vacatures in deze sector is voor alle beroepsniveaus gedaald. Hoe lager het beroepsniveau hoe sterker de daling. Voor de elementaire beroepen bedraagt de daling tussen 2011 en 2013 58 procent. Voor de lagere beroepen is dit 28 procent maar voor de hogere en wetenschappelijke beroepen is dit 15 procent (tabel 13).
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
17
Overigens is het aandeel elementaire en lagere beroepen in het totaal aantal vacatures voor de sector Informatie en communicatie laag. Deze groep genereert 10 procent van alle ontstane vacatures maar de hogere en wetenschappelijke beroepen hebben een aandeel van 57 procent. Tabel 13: Ontstane vacatures naar beroepsniveau, 2011-2013, sector ICT Beroepsniveau Vacatures x 1.000 elementaire beroepen
2011
2012
2013
1.2
1.9
0.5
Mutatie 2011-2013 -58%
3.6
2.9
2.6
-28%
middelbare beroepen
11.6
10.4
9.7
-16%
hogere beroepen
15.1
13.1
12.8
-15%
4.8
4.2
4.1
-15%
lagere beroepen
wetenschappelijke beroepen Bron: UWV (2014), Jobfeed
Vacatures naar beroep In de onderstaande tabel 14 is de ontwikkeling van het aantal ontstane vacatures voor de top 10 beroepsgroepen weergegegeven. Het betreft alle beroepen in de sector Informatie en communicatie, dus ook de niet-ICT beroepen. Er is maar één beroepsgroep die een forse stijging laat zien, die van winkelbediende. De meeste vacatures zijn er voor systeemanalist en systeemprogrammeur (hbo-niveau). Dat zijn er ruim 4.000. Wel is het aantal vacatures in deze beroepsgroep tussen 2011 en 2013 met 700 gedaald. De sterkste daling laat de beroepsgroepen acquisiteur van zakelijke diensten en reclame-acquisiteur zien met -20 procent. Tabel 14: Top 10 ontstane vacatures naar beroep, sector Informatie en communicatie, 2011-2013 Top 10 meest ontstane vacatures in de sector Informatie en communicatie Vacatures x 1.000
2011
2012
2013
Mutatie 2012-2013
4.8
3.9
4.1
-15%
3.4
3.0
2.8
-18%
2.4
2.3
2.3
-4%
1.0
1.0
1.5
+50%
1.5
1.5
1.2
-20%
1.1
1.0
1.1
0%
1.1
1.0
0.9
-18%
1.0
0.9
0.8
-20%
systeem-, netwerkbeheerder (hoger) (H)
0.9
0.8
0.8
-11%
commercieel-administratief medewerker verkoopafdeling(M)
0.8
0.7
0.7
-12%
informatie-, systeemanalist, systeemontwerper, -programmeur; programmeur (wetenschappelijke toepassingen; administratief; hoger) (H) programmeur (geen systeem-, wetens-), computeroperator, systeembeheerder, netwerkbeheerder (middelbaar) (M) programmeur (administratieve toepassingen; hoger; excl systeemprogrammeur, excl wetenschappelijke toepassingen) (H) winkelbediende, markt-, straatverkoper (excl kiosk, vlees); debitant staatsloterij(L) acquisiteurs van zakelijke diensten (geen advertenties, reclame, verzekeringen) (M) bank-, spaarbankemployé (geen balie-, loketwerk); bank-, wisselkassier, marketingassistent(H) projectadviseur automatisering en informatievoorziening; programmeur (wetenschappelijke toepassingen; administratief; wetens) (W) advertentie-, reclameacquisiteur; verkoper groothandel, produktiebedrijf, zakelijke diensten(H)
Bron: UWV (2014), Jobfeed (L= lagere beroepen, M= middelbare beroepen, H= hogere beroepen, W= wetenschappelijke beroepen)
Op basis van onderzoek dat ECABO recent heeft laten uitvoeren 4 is een beeld te schetsen van de ontwikkeling van het aantal vacatures naar beroep (ECABO-kwalificatie) tot en met 2018 (figuur 7). Het betreft alle ICT-vacatures op mbo-niveau, dus ook buiten de ICT-sector. ECABO voorziet voor alle beroepen een groei van het aantal vacatures. De jaarlijkse groei varieert van ruim 4,5 procent voor medewerker ICT niveau 2 tot 7,6 procent voor de ICT-beheerder niveau 4. Op de hogere niveaus stijgt het aantal vacatures meer dan op de lagere niveaus.
4
ECABO (2014), Monitor Arbeidsmarkt en Beroepsonderwijs 2013-2018
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
18
Figuur 7: Gemiddelde jaarlijkse groei van het aantal vacatures naar kwalificatie, 2014-2018 (in %)
Bron: ECABO (2014), Monitor Arbeidsmarkt- en Beroepsonderwijs 2013-2018
Kenmerken van vervulde vacatures Het UWV-onderzoek Vacatures in Nederland 20135 laat een beeld zien van de kenmerken van de vervulde vacatures en aangenomen ICT-personeel. In het UWV-onderzoek wordt de sector Informatie en communicatie apart onderscheiden. Ook wordt het ICT-personeel apart onderscheiden. Deze laatste groep kan natuurlijk ook werk hebben gevonden in andere sectoren. Aan werkgevers is gevraagd naar het wervings- en aannamegedrag. Figuur 8 toont de kenmerken van de vervulde vacatures voor het totaal, ICT-personeel, en de ICT-sector. Figuur 8: Kenmerken van vervulde vacatures, 2013 32 uur of meer 11-31 korter dan 12 uur
Nederland
een jaar of langer
ICT personeel
half jaar tot een jaar
ICT sector
korter dan een half jaar
geen werkervaring gevraagd Werkervaring gevraagd 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Bron: UWV (2014), Vacatures in Nederland 2013
Uit figuur 8 blijkt dat: ICT-personeel vooral op fulltime banen wordt aangenomen. Ook het aantal fulltime vacatures voor de ICT-sector ligt ruim boven het landelijk gemiddelde; werkervaring ook erg belangrijk is voor de ICT-sector en ICT-personeel; bij de duur van het dienstverband de ICT-sector en het ICT-personeel uit elkaar lopen. De grootste groep in de ICT-sector krijgt een baan voor de periode van een half jaar tot een jaar, terwijl de grootste groep bij het ICT-personeel een arbeidscontract krijgt van een jaar of langer. ECABO heeft in 2013 een enquête laten uitvoeren onder bedrijven. Hierin is gevraagd of en in welke mate ICT-vacatures op mbo-niveau geschikt zijn voor gediplomeerde schoolverlaters. Figuur 9 biedt het inzicht. In totaal hadden de bevraagde ondernemingen bijna 7.000 vacatures voor ICT’ers in de aanbieding in 2013. Daarvan was 65 procent geschikt voor schoolverlaters en 35 procent niet. Vooral de vacatures voor beheerders ICT-niveau 3 en 4 zijn in mindere mate geschikt voor gediplomeerde schoolverlaters.
5
De resultaten van dit onderzoek hebben betrekking op de gehele Nederlandse vacaturemarkt.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
19
Figuur 9: Mate waarin vacatures door werkgevers geschikt worden bevonden voor gediplomeerde mboschoolverlaters, 2013
Bron: ECABO (2014), Monitor Arbeidsmarkt en Beroepsonderwijs 2013-2018
Dan het aannamebeleid van ICT’ers en ICT-bedrijven (figuur 10). Uit figuur 10 blijkt dat het meest ideale profiel van een werkzoekende met de grootste kans op het vinden van een baan in de ICT-sector en ICTpersoneel er als volgt uitziet: is werkend; heeft een HBO of WO opleiding genoten; is tussen 25 en 40 jaar oud; en is man. Figuur 10: Kenmerken van aangenomen personeel, sector ICT en ICT-beroepen, 2013
Nee, is student Nee, was schoolverlater Nee, zat zonder werk Had een baan
HBO, WO MBO 3 en 4 MBO 1 en 2 HAVO, VWO Nederland
VMBO
ICT personeel
Basisonderwijs
ICT sector 55 jaar en ouder 45-54 jaar 40-44 jaar 25-39 jaar Jonger dan 25 jaar
vrouw Man 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Bron: UWV (2014), Vacatures in Nederland 2013
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
20
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
21
2.
Trends
2.1.
Economische trends
2.1.1.
Een algemeen beeld
De sector Informatie en communicatie kenmerkt zich door snelle technologische ontwikkelingen, die gepaard gaan met een sterke concurrentie tussen de verschillende communicatiemedia en tussen de verschillende aanbieders. Waar op de telecommarkt de concurrentie met toezicht wordt aangewakkerd, wordt in de wereld van de tv samenwerking tussen betrokken aanbieders opgelegd. Aanbieders van IT en informatiedienstverlening zijn sterk afhankelijk van de ontwikkelingen in andere sectoren, maar ook van de overheid. Terwijl de afzet van de subsectoren uitgeverijen, film, radio en tv en telecommunicatie zich negatief blijft ontwikkelen, laat de subsector IT en informatiedienstverlening in 2014 wel een positieve ontwikkeling zien. Per saldo zal de afzet van de sector Informatie en communicatie in 2014 een 0-groei laten zien (figuur 11). Figuur 11: Ontwikkeling afzet in de sector Informatie en communicatie, 2000-2014
Bron: EIM (2013), Ondernemen in sectoren
De sector Informatie en communicatie is volop in beweging. Digitale televisie blijft terreinwinst boeken. Vier van de vijf televisieabonnementen bevatten inmiddels digitale televisie. Onder druk van de politiek voltrekt zich in de publieke omroep een fusieproces. Mobiel internetgebruik voor dataverkeer geeft nieuwe impulsen. Bijna de helft van de mobiele telefoons wordt behalve om mee te bellen ook gebruikt om te internetten. De stijging van het gebruik van mobiel internet heeft vooralsnog niet geleid tot een sterke daling van mobiel bellen. Vaste telefonie is wel steeds minder in de gratie. Om te kunnen blijven concurreren en klanten te behouden, bieden bedrijven in de communicatie steeds meer telefonie, televisie en internet aan in één pakket. De subsector IT en informatiedienstverlening heeft relatief minder last van de krimpende economie omdat bedrijven nog wel investeren in ICT-toepassingen. De diensten moeten wel tegen steeds lagere tarieven worden verricht. Deze subsector kan in 2014 profiteren van de aantrekkende investeringen in andere sectoren. In internationaal perspectief doet de Nederlandse ICT-sector het de laatste jaren buitengewoon goed. Dat wordt duidelijk uit figuur 12. Waar de ICT-sector vanwege de crisis van 2011 op 2012 met 0,5 procent kromp liet de Europese ICT-sector een behoorlijke groei zien met zo’n 1,5 procent. Vanaf 2012 is het beeld compleet omgekeerd. Nu daalt de Europese ICT-omzet met een kleine half procent, waar de Nederlandse ICT-omzet een groei laat zien van meer dan een half procent. Het groeiniveau ligt in Nederland nog achter op andere Europese landen, maar er is sprake van een inhaalslag.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
22
Figuur 12: Omzet ICT-sector Nederland en Europa vergeleken, 2011-2013
Bron: Nederland ICT (2013), Marktmonitor 2013
Waar de voortgaande robotisering en automatisering in andere branches en sectoren leidt tot werkgelegenheidsverlies, biedt dit juist de sector Informatie en communicatie kansen. Dat wordt duidelijk in de onderstaande box. Robotisering biedt kansen voor Nederland De Nederlandse economie kan bij uitstek profiteren van productiviteitsverhogende innovatie. Deze 'robotisering' leidt tot nieuwe kansen voor zowel werkgevers als werknemers. Robots verstevigen de concurrentiepositie en verhogen de welvaart, door het verhogen van onze productiviteit per gewerkt uur. Dit blijkt uit een analyse van het ING Economisch Bureau. Respondenten van de ING Vraag van Vandaag geven aan veranderingen op de arbeidsmarkt te verwachten. Bang dat robots massaal hun baan over gaan nemen, zijn zij niet. Bijna driekwart van de respondenten is neutraal tot positief over de invloed van technologie op hun baankansen. Robots goed voor welvaart Ons relatief hoge welvaartsniveau komt voort uit een hoge productiviteit per gewerkt uur. Van deze productiviteit zal afhangen of we in de toekomst verder zullen groeien, want naar verwachting zal het aantal gewerkte uren slechts beperkt stijgen in de komende decennia. "De inzet van robots helpt ons om de economische groei op peil te houden, door het verder verhogen van de productiviteit per gewerkt uur", aldus Marieke Blom, hoofdeconoom ING Nederland. Technologie draagt bij aan banengroei Recent betoogden een aantal wetenschappers nog dat de helft van het aantal banen op termijn verloren zou gaan door robotisering van de arbeidsmarkt. Deze waarschuwing is niet nieuw. Wat hierbij uit het oog wordt verloren is de mate waarin technologie zorgt voor nieuwe behoeftes onder consumenten en bedrijven, wat weer leidt tot nieuwe werkgelegenheid om aan die behoeftes te kunnen voldoen. Blom: "Denk hierbij aan ICT-medewerkers, social media managers, of de game-industrie. Allemaal beroepsgroepen die dertig jaar geleden niet of nauwelijks bestonden, maar inmiddels gemeengoed zijn geworden." Kansen voor Nederland In het verleden heeft de Nederlander al laten zien nieuwe technologie gretig te benutten. We zijn koploper in het aantal huishoudens met een breedbandinternetaansluiting en we kopen relatief veel online. Ook doet ons bedrijfsleven relatief veel aan technologische innovatie. En we zijn wereldwijd het vierde land voor wat betreft de kwaliteit van de digitale infrastructuur en de vaardigheid om informatietechnologie te gebruiken om economische groei en welvaart te stimuleren. Daarnaast volgt 40% van de jongere Nederlanders hoger onderwijs en daalt het aandeel laagopgeleiden binnen de beroepsbevolking snel. Deze combinatie van capaciteiten en aanpassingsvermogen maakt dat Nederland de kansen die technologie ons biedt goed kan benutten," aldus Blom. "Zowel op de arbeidsmarkt, in de industrie, in de dienstensector als in het dagelijks leven." "Nederland én de Nederlanders zijn klaar voor verandering. Als we de robot zien als metgezel in plaats van bedreiging, liggen er mooie kansen in het verschiet," aldus Blom. Bron: www.eufin.nl, 5 mei 2014
2.1.2.
Een beeld naar branche
Uitgeverijen, film, radio en tv De uitgeverijen worden al jaren geconfronteerd met teruglopende reclame-inkomsten. Nu lopen ook de advertentie-inkomsten bij de televisie terug als gevolg van het verlagen van de reclameen promotiebudgetten bij de adverteerders en sponsors. Het internet wordt een steeds belangrijker medium voor adverteerders. De bezuinigingen door de overheid in het omroepbestel
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
23
zetten deze sector verder onder druk. De dagbladen zijn nog zoekende om hun weg in de digitale wereld te vinden. De verkoop van e-readers is inmiddels uit de startblokken maar het aandeel van e-boeken in de totale boekenverkoop is nog beperkt. Over de hele breedte is er sprake van een dalende boekenmarkt. De afzet van deze subsector blijft zich negatief ontwikkelen. De meeste mediabranches hebben het al langere tijd moeilijk, niet alleen door de economische malaise (advertentiemarkt), maar ook doordat hun markten sterk aan het veranderen zijn (digitalisering). Vooral de dagbladen en tijdschriften hebben het zwaar. De inkomsten uit advertenties, abonnementen en losse verkoop zien dalingen tot wel 15 procent. De verwachting is dat een groot aantal titels het niet gaat halen. Dagbladen hebben eveneens te kampen met structureel advertentieverlies. Daarbij lukt het sommige landelijke dagbladen om in papieren oplage te groeien of om hun papieren verlies te compenseren met een groei van hun digitale oplages. Dit neemt niet weg dat de dagbladenbranche nog lang niet op een evenwichtspunt is beland. Televisie zal in de jaren 2012-2014 inleveren. De sportreclame is de afgelopen twee jaar gekrompen met circa 5 procent per jaar. En 2014 zal ondanks het WK voetbal waarschijnlijk ook nog een lichte krimp laten zien van de omzet in sportreclame. Tegengesteld aan de negatieve ontwikkeling in televisiereclame is het toenemend gebruik van uitgesteld kijken, video-on-demanddiensten (VOD) en de opkomst van betaaltelevisie. Naast HBO en Fox is een andere Amerikaans aanbieder van betaalde videocontent in Nederland van start gegaan. Netflix biedt de consument een aan all-you-can-watch abonnement aan van films en televisieseries.
Telecommunicatie De markt voor telefonie is de afgelopen jaren sterk veranderd. In de sector zijn enkele zeer grote ondernemingen actief die - onder wakend oog van toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (voorheen OPTA) - onderling in een felle concurrentiestrijd zijn verwikkeld. Er is sprake van voortgaande vervanging van vaste telefonie door mobiele telefonie. Het aantal mobiele telefonieaansluitingen in Nederland ligt hoger dan het aantal inwoners. De mobiele telefoon heeft steeds meer toepassingen gekregen. Sterk groeiend is internet via de mobiele telefoon. Nederland behoort tot de top van landen met de meeste breedbandaansluitingen. De afgelopen jaren steeg het gebruik van internet via een breedbandaansluiting flink. Inmiddels is deze groei sterk afgevlakt. De eerste tekenen van een verzadigende markt doen zich voor. Mobiel dataverkeer groeit nog steeds. De ondernemingen blijven investeren in netwerken met grotere capaciteit. Na de introductie van G4-netwerken, is door de Europese Commissie inmiddels de ambitie van een Europa-breed 5G-netwerk in 2020 geformuleerd. De Europese Commissie heeft de telecomsector gedwongen de tarieven aanzienlijk te verlagen. Dit zet de ruimte voor investeringen, evenals de winstgevendheid, onder druk. De zakelijke markt zal voorlopig nog niet sterk aantrekken. Per saldo zal de afzet van deze subsector ook in 2014 krimpen.
IT en informatiedienstverlening De IT en informatiedienstverlening zijn afhankelijk van opdrachten vanuit zowel andere sectoren in het bedrijfsleven als vanuit de publieke sector. De IT en informatiedienstverlening hebben minder last van de krimpende economie omdat bedrijven nog wel investeren in ICT-toepassingen om de efficiency te verhogen en om kosten te besparen. Deze subsector kan in 2014 profiteren van de aantrekkende investeringen in andere sectoren. De diensten moeten wel tegen steeds lagere tarieven worden verricht. Bezuinigingen bij de overheid leiden ertoe dat de budgetten voor investeringen in IT in dit marktsegment blijven krimpen. Vooral de grote bedrijven in de IT en informatiedienstverlening worden hierdoor getroffen. Figuur 13 vat het beeld naar branche samen. Figuur 13: Ontwikkeling afzet in de sector Informatie en communicatie naar branche, 2013 en 2014
Bron: EIM (2013), Ondernemen in sectoren
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
24
2.1.3.
Nieuwe producten en diensten
Nederland ICT, de brancheorganisatie voor ICT-bedrijven, laat jaarlijks de ICT-marktmonitor uitvoeren. Deze marktmonitor bevat waardevolle informatie over technologische ontwikkelingen, marktontwikkelingen, arbeidsmarktontwikkelingen en maatschappelijke thema’s. In de Marktmonitor 2013 van Nederland ICT valt terug te lezen dat de brancheorganisatie in 2014 een groei verwacht van 2,1 procent aan ICT-bestedingen. Dat zijn bestedingen van consumenten en bedrijven. Software en cloudgerelateerde hardware zijn de grote aanjagers, met groeiverwachtingen van ruim 5 procent. Doordat cloud computing de noodzaak tot grote hardware-investeringen vooraf wegneemt, vormt het midden- en kleinbedrijf een interessante groeimarkt voor aanbieders van clouddiensten. De grootste uitschieters zijn de clouddiensten die groeipercentages van tientallen procenten tonen. In 2014 zet de verschuiving naar hosted en private en public clouddiensten door. Het toenemende belang van clouddiensten zal zorgen voor toename van bestedingen aan netwerkapparatuur en -opslag met respectievelijk 6,7 en 4,9 procent. De markt voor printers, copiers en scanners heeft het onverminderd zwaar met een verwachte krimp van 3,2 procent. Voor de andere hardwarebestedingen verwacht Nederland ICT een groei van 3,8 procent. Groeiende bestedingen aan tablets en smartphones compenseren hier de dalende verkopen van laptops en desktops. Ook de bestedingen aan netwerkapparatuur stijgen en in toenemende mate verkiezen bedrijven de cloud boven systemen in eigen huis. De telecombestedingen groeien vrijwel niet (0,2 procent). Bestedingen aan vaste en mobiele telefonie dalen, terwijl vaste en mobiele datadiensten een lichte groei vertonen. De nieuwe productgroep wearable technology wordt dit jaar voor het eerst zichtbaar in de marktcijfers. De bestedingen aan apparatuur zoals smartwatches en smart glasses worden in 2014 geraamd op een bescheiden 30 miljoen euro. De markt voor dienstverlening groeit naar verwachting licht in 2014. Dit komt door een bestedingsgroei van diensten ten behoeve van functioneel beheer en een groei van het segment technisch onderhoud en ondersteuning. Technologische trends De wet van Moore stelt dat het aantal transistors op een chip iedere twee jaar verdubbelt. Deze wetmatigheid, die Moore in 1965 poneerde, staat nog steeds symbool voor de razendsnelle ontwikkelingen in de ICT. Ontwikkelingen die grote invloed kunnen hebben op onze economie en maatschappij en de manier waarop mensen naar de werkelijkheid kijken. Big Data, het Internet of Things en 3D-printing zijn drie van deze ‘disruptive’ trends, die niet alleen nieuwe mogelijkheden scheppen, nieuwe businessmodellen creëren en oude overbodig maken, maar ook vraagstukken opwerpen op het gebied van security, privacy en ethiek. Big Data De datastromen die organisaties, overheden en burgers creëren, verdubbelen naar schatting iedere twee jaar.1 Organisaties zien zich daardoor geconfronteerd met een berg data die niet alleen groot in omvang is, maar ook in rap tempo groeit en daarmee steeds complexer wordt. Nuttige en waardevolle informatie ligt verscholen in miljoenen terabytes aan informatie. Specialistische kennis en technologie maken het mogelijk om analyses uit te voeren op de enorme volumes aan data, waarmee patronen en correlaties gevonden kunnen worden en waarmee nauwkeurige voorspellingen te doen zijn. Analyses en voorspellingen waarmee aanzienlijke verbeteringen te behalen zijn in sectoren als de zorg, transport en bij de overheid. De informatiestromen blijven groeien en dat brengt steeds meer dataopslag met zich mee. Het vraagt om hardware die de benodigde snelheid van gegevensverwerking kan leveren en om slimmere software die alle data optimaal ontsluit. Ook software die dubbele data of irrelevante informatie eruit filtert is cruciaal. 3D-printing 3D-printing drukt langzaam maar zeker zijn stempel op steeds meer delen van de wereld om ons heen. Bedrijven gebruiken de techniek al langer om snel tot prototypes te komen, consumenten kunnen voor minder dan duizend euro aan de slag met hun eigen 3D-printer en bij één van de grootste Nederlandse warenhuizen is het mogelijk om zelf een telefoonhoesje te ontwerpen en te laten printen. Nieuwe vormen is niet het enige wat we terug gaan zien van deze revolutie in het maken van dingen. 3D-printing is een ‘disruptive technology’ die grote invloed op de maakindustrie kan hebben. Internet of Things Enkele jaren geleden verbond het internet grote, logge PC’s in grijze kasten met elkaar. Inmiddels zijn daar miljarden andere apparaten bijgekomen. Telefoons, tablets, PC’s, internetradio’s, IP-camera’s, sensoren, wasmachines, koelkasten, lantaarnpalen, stoplichten – je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel een variant die ‘connected’ is. In totaal waren er in 2012 zo’n 9 miljard objecten die op de één of andere manier verbonden waren met het internet. Steeds meer consumenten en bedrijven vinden een nuttige toepassing voor het ‘Internet of Things’ (IoT). De positieve invloed van deze ontwikkeling op innovatiekracht, economie en de welvaart zijn dan ook enorm. Cloudcomputing Dé trend van deze jaren is het werken met software en informatiebronnen die zich niet op de desktop bevinden, maar centraal online beschikbaar zijn: Software as a service (SaaS), Infrastructure as a Service (IaaS) en Platform as a Service (PaaS). Een gevolg is dat de ICT-ondersteuning zich steeds meer richt op de bedrijfsprocessen. De opkomst van cloud computing heeft een groot effect op de hele ICT-sector. Voor gebruikers is het dan ook een erg aantrekkelijke ontwikkeling: De ‘cloud’ maakt het mogelijk om computerdiensten (zoals software, hardware en gegevens) op afstand en op een grote variatie aan apparaten te gebruiken. Het maakt ICT-gebruik flexibeler: wanneer er meer of minder capaciteit nodig is kan dit eenvoudig bij de cloudaanbieder worden aangegeven.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
25
Security Door cloudcomputing komt de nadruk meer te liggen op de bescherming van informatie dan de bescherming van hardware. Daarnaast is er door de explosieve toename van internetgebruik, vooral ook van draadloos internet, behoefte aan nieuw inzicht in het omgaan met de beveiliging van bedrijfssystemen. Dat geldt des te meer nu medewerkers steeds meer hun eigen apparatuur gebruiken tijdens hun werk. Geografische informatiesystemen Geografische gegevens worden steeds belangrijker in het dagelijks leven van mensen, voor zowel privédoeleinden als voor het werk. Omdat steeds meer toepassingen gebruik maken van geografische coördinaten wordt het noodzakelijk om kennis van Geografische informatiesystemen op te nemen in de ICT-opleidingen. Eigen apps van bedrijven Meer bedrijven en ICT-aanbieders ontwikkelen hun eigen applicaties voor intern en extern gebruik. De publieke appstores worden permanent aangevuld met volgende generaties apps die beter gebruikmaken van de steeds krachtigere mobiele apparatuur. Het wordt daardoor voor grote organisaties belangrijker overzicht en controle te houden. Een eigen app-store voor de medewerkers kan daarbij helpen. Andere bediening van apparatuur Bediening via aanraakschermen, met gebaren en stemcommando's, wordt algemener. Er komen meer diensten rond de apparaten die dankzij GPS-ontvangers en sensoren exact weten waar de apparaten (en daarmee hun gebruikers) zijn. Minder elektriciteitsverbruik Er komen steeds meer diensten, technologie en adviezen om elektriciteit te besparen. Servers en desktopcomputers kunnen veel efficiënter worden ingezet, ook door virtualisatie. Met alternatieve koeling is nog veel te winnen. Slimme besparingstools leiden tot een internet of things: elke lamp, lichtschakelaar en pc zal daarin worden opgenomen, samen met sensoren en camera's. Bron: Ecabo (2013), Perspectief op werken en leren, sector ICT, Nederland ICT, ICT Marktmonitor 2014
2.1.4.
ICT en duurzaamheid6
Duurzaamheid staat hoog op de agenda van bedrijven en overheid. Bedrijven beseffen dat de creatie van maatschappelijke waarde en winstmaximalisatie complementair zijn. De ICT-sector streeft ook naar deze win-winsituatie. Door te kijken naar haar eigen branche, maar ook door toepassing van slimme ICT in andere sectoren. Daarbij zijn voor de sector twee thema’s leidend: energie en grondstoffen. De sector pakt het thema energie op via twee sporen: energie-efficiency in de eigen sector en het mogelijk maken van energiebesparing in andere sectoren. Voor de inzameling en het hergebruik van grondstoffen uit afgedankte ICT-apparatuur is de Stichting ICT Milieu opgericht. ICT-inzamelsysteem De ICT-branche wil gebruikte ICT-hardware op een juiste en verantwoorde manier inzamelen en recyclen. Om die reden is in 1999 het ICT-inzamelsysteem ICT Milieu opgezet. Eind 2012 kende ICT milieu 272 deelnemers. Daarnaast is nog een zestigtal retailers aansloten via de stichting Grijsgoed. Voor de uitvoering van de operatie wordt sinds 2012 gebruik gemaakt van de diensten van Wecycle, via aansluiting van ICT Milieu bij de NVMP. Na jaren van toename van het aantal ingezamelde kilo’s ICT-afval, is in 2009 voor het eerst een afname waargenomen. Deze daling heeft zich tot op heden voortgezet. In 2012 werd 15.489 ton ICT-afval ingezameld door Wecycle. Meer dan 95% van het ingezamelde ICT-afval wordt gerecycled of nuttig hergebruikt. Figuur: Gewicht ingezameld ICT in 2012 naar soort en gewicht (in kilo)
6
Bron: Nederland ICT, ICT Marktmonitor 2013.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
26
De opkomst van tablets en andere kleinere ICT-apparaten heeft zeker aan de daling bijgedragen. De afname van het gewicht van monitoren draagt echter ook stevig bij aan het lagere totale inzamelgewicht; de zware CRT-monitoren raken steeds verder uitgefaseerd ten gunste van veel lichtere TFT- en LCD-monitoren. Registratie ICT e-waste: E-waste dat door gespecialiseerde recyclingbedrijven is verwerkt, maar niet via het Wecycle-systeem is ingezameld, kan op vrijwillige basis worden geregistreerd via Wecycle. Na een proef in 2011 is deze registratie vorig jaar gestart. In 2012 werd 13,5 miljoen kilo e-waste geregistreerd. De verwachting is dat het aandeel registratie in het totale volume de komende jaren toeneemt. ICT Milieu is voorstander van een verplichte registratie van alle complementaire afvalstromen. Deze zijn momenteel nog niet goed in beeld.
2.2.
Arbeidsmarkttrends
2.2.1.
Verslag van de paritaire sectortafel Informatie en communicatie
In een brainstorm- en netwerksessie hebben 23 deskundigen uit de verschillende segmenten van de sector Informatie en communicatie zich gebogen over de vraag welke ontwikkelingen op het terrein van arbeidsmarkt en onderwijs gaande zijn. Ook is een vertaling gemaakt van de economische en technologische ontwikkelingen naar de uitdagingen die de sector te wachten staan. Daarbij stonden de volgende vragen centraal: Welke implicaties hebben deze ontwikkelingen op de factor arbeid? Welke beleidsimplicaties hebben deze trends? Welke kansen en mogelijkheden bieden deze trends? Hieronder volgen de belangrijkste uitkomsten. Bijlage II bevat een volledig verslag van de paritaire sectortafel Informatie en communicatie. Trends sector Informatie en communicatie Na offshoring is nearshoring en reshoring nu in zwang, m.n in de maakindustrie (ontwerpen). En is er ook (weer) sprake van onshoring, juist door ICT-mogelijkheden. Juridische rol in het internationaal dataverkeer: belemmert of bevordert het internationaal recht het dataverkeer? Dat is nog niet duidelijk. Certificering en accreditering worden belangrijker. Tempo van kennisontwikkeling is hoog; dat veroorzaakt continue krapte in ICT-(applicatie)ontwikkelaars. Kennis van ICT veroudert razendsnel: het is dan ook zaak ook voor iemand die tijdelijk buiten arbeidsproces is, om kennis bij te houden. Omdat iedereen ICT-consument is, neemt het belang van kennis van ICT in niet-ICT beroepen toe. Bijvoorbeeld de CV-installateur: elektrotechnische vakman of -vrouw met ICT kennis. ICT is innovator van kennis. Dit vraagt om personen die zowel technisch als conceptueel kunnen denken. Dit betekent meer HBO-niveau en projectmatig kunnen werken als functie-eisen. De banen op MBO-1&2-niveau verbreden zich tot combinatiefuncties: beveiliging ICT; telecom ICT; zorg ICT etc. Dit betekent een veelzijdigere ICT’er op MBO-2-niveau. Banen op WO-niveau nemen af (te theoretisch) en banen op MBO-3&4-niveau nemen af. De waardering van het opleidingsniveau loopt inmiddels niet meer parallel met de feitelijke én arbeidsmarktrelevantie van de opleiding tijd voor aanscherping van de waardering van opleidingen. ICT op mbo-niveau bijvoorbeeld verdient upgrading. Omdat het aantal gebruikers van ICT-producten toeneemt én omdat ICT-producten steeds complexer worden, ontstaat er behoefte aan vertalers van ICT-producten naar gebruikers: mensen die over sociale en communicatieve vaardigheden beschikken én een vertaalslag kunnen maken tussen ICT-ontwikkelaar en ICT-gebruiker. Nieuw is bijvoorbeeld de functie van ‘electrostylist’ die consument wegwijs maakt in domotica.
2.2.2.
Verandering in beroepen en beroepspraktijk
In hoofdstuk 1 hebben we laten zien, wat er zoal verandert in de samenstelling van het werknemersbestand in de sector Informatie en communicatie. In hoofdstuk 4 staan we stil bij de vraag, wat er verandert in de samenstelling van de instroom (nieuwe werknemers) en de uitstroom. Hier staan we stil bij de vraag, wat er verandert in beroepen en gevraagde competenties.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
27
Inhoud beroepspraktijk7 Hieronder worden enkele trends beschreven die van invloed zijn op de inhoud van de beroepspraktijk in ICT-beroepen en in de sector Informatie en communicatie.
Het nieuwe werken Plaats- en tijdonafhankelijk werken raakt steeds meer ingeburgerd. Medewerkers werken waar en wanneer ze willen met mobiele technologie zoals hun laptop, tablet, smartphone, GPS, Web 2.0 en cloud computing. Steeds meer bedrijven geven hieraan de voorkeur. Mensen krijgen de mogelijkheid om op andere plekken (thuis of onderweg) te werken dan op het traditionele kantoor. Voor de werkgever betekent dit onder meer dat er minder kantoorwerkplekken nodig zijn. Voor de ICT-helpdesk betekent dit dat deze steeds meer een ‘stand-by’-functie op afstand krijgt.
Bring Your Own Device Gebruikers van ICT laten zich niet meer voorschrijven welke smartphone, laptop of tablet ze moeten gebruiken. Steeds meer medewerkers gebruiken zelf aangeschafte apparaten tijdens het werk. ‘Bring your own device’ heet dat fenomeen. Ze voeren bijvoorbeeld ook zakelijke activiteiten uit met hun eigen smartphones. Werk en privé lopen daarbij steeds meer in elkaar over, ook op mobiele apparaten. Werknemers mogen steeds meer zelf weten met welke hardware ze productief willen zijn. Aan de systeembeheerders is dan de taak om alles - veilig - draaiend te houden. En of ze het willen of niet, de tijd van één systeem is voorbij. De komende jaren zal de dominantie van de Windows-pc afkalven tot ruwweg de helft van de gebruikte apparatuur. De rest wordt dan verdeeld over mobiele Android en Appleapparaten, en natuurlijk de mobiele versie van Windows 8.
Offshoring als uitdaging Het offshoren van gestandaardiseerde processen en 24/7-diensten naar het buitenland hoeft niet ten koste te gaan van de werkgelegenheid in Nederland. Het biedt ruimte voor meer inhoudelijke en interessantere functies in Nederland. De offshoring-trend betekent voor ICT’ers dat zij het zich niet kunnen veroorloven om stil te blijven zitten. Ze moeten hun kennis up-to-date houden om hier in eigen land meerwaarde te kunnen blijven leveren. Inmiddels is er sprake van reshoring of nearshoring van bepaalde ICT-functies.
Leven lang leren, iedereen digitaal Door de snelheid van technologische ontwikkelingen is kennis steeds sneller verouderd. Hierdoor bestaat behoefte aan een nieuwe manier van ‘leven lang leren’. In navolging van het Europees initiatief van Eurocommissaris Kroes lanceerde het Ministerie van Economische Zaken een Digitale Agenda. Een belangrijk onderdeel van deze agenda is het streven naar een digitaal basisniveau voor élke werknemer. De weg om dit basisniveau te bereiken start met het aanleren van ICT-vaardigheden en basiskennis in het onderwijs. Het bedrijfsleven is zich ook steeds meer bewust van het belang van voldoende digitale vaardigheden voor iedere werknemer.
Sociale netwerken De grens tussen zakelijk en privé vervaagt. Sociale netwerken, zoals Twitter, LinkedIn en Facebook, hebben definitief hun intrede gedaan in het marketing- en communicatiebeleid van bedrijven. Steeds meer bedrijven hebben richtlijnen voor het gebruik van social media tijdens het werk.
Focus op duurzaamheid Steeds meer bedrijven zijn zich bewust van hun ecologische voetafdruk. Met redelijk eenvoudige maatregelen is veel te besparen op het ICT-energieverbruik. Groene ICT verovert dan ook een plaats in het maatschappelijk verantwoord ondernemen. De ICT’er van de toekomst zal zich hier goed bewust van moeten zijn.
Invloed van ICT op niet-ICT beroepen Niet alleen in de ICT-sector (de ICT-ontwikkelkant) ontstaan er door razendsnelle ontwikkelingen nieuwe ICT-functies en verdwijnen oude. Ook aan de gebruikers- en de consumentenkant verandert veel. Dat ICT, i.c. digitalisering, invloed heeft op de werkgelegenheid staat buiten kijf. Dat het invloed heeft op de aard van het werk, op functiegebouw en functieprofielen is steeds manifester. Stelt de werkgever andere eisen aan personeel als gevolg van digitalisering? Wat betekent dit voor het profiel van de werknemer? Kortom: wat is de invloed op functiegebouw en functie-inhoud? Hieronder het voorbeeld van de beroepspraktijk van financieel-administratieve medewerkers. Kenniscentrum ECABO heeft onderzoek laten doen naar deze gevolgen voor de beroepspraktijk. 8 In dit onderzoek onderscheidt Ecabo een drietal type bedrijven: bedrijven met een eigen (financiële)
7
Bron:www.ecabo.nl
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
28
administratie, accountants- en administratiekantoren en salarisadministraties. De gevolgen per bedrijventype op een rij: Bedrijven met eigen (financiële) administratie: • financiële administratie: registreren neemt af; controleren neemt toe; • projectadministratie: wordt sterk geautomatiseerd. Accountants- en administratiekantoren: • handmatige boekingen nemen af; controle neemt toe; • aangiften Omzetbelasting en Inkomstenbelasting zijn al sterk geautomatiseerd. Beroepspraktijk bij salarisadministraties: • werkzaamheden zijn al ver gedigitaliseerd, bijv. verloning; • interpreteren en controleren is belangrijker. Rode draad is dat het interpretatie- en controlewerk toeneemt: dit komt ten goede aan het aantal plaatsen voor hbo-opgeleiden ten koste van het aantal mbo-opgeleiden. Niet alleen betekent dit een upgrading van het opleidingsniveau in deze beroepspraktijk, ook betekent dit dat in het functiegebouw veel vaker ICT-functies voorkomen, zoals de inhouse applicatiebeheerder.
Nieuwe beroepen Banen verdwijnen en banen verschijnen als gevolg van technologische innovaties in het algemeen en automatisering en digitalisering in het bijzonder. Joseph Schumpeter, grondlegger van innovatietheorie 9, noemde dit het proces van ‘creative destruction’. De oude technologie wordt vernietigd door de nieuwe technologie die maatschappelijk gezien meer waarde oplevert. Hiermee wordt direct duidelijk hoe belangrijk Schumpeter ondernemerschap en innovatie achtte voor economische vooruitgang. Er is sprake van een proces van voortdurende innovatie, waarbij succesvolle toepassingen van nieuwe technieken de oude vernietigen. Schumpeter houdt technische innovatie voor de enige werkelijke bron van economische groei. Als geen ander is de theorie van Schumpeter van toepassing op de sector Informatie en communicatie. En horen ook nieuwe beroepen bij deze vorm van vooruitgang en innovatie. Wie had er twee jaar geleden van het beroep van ‘electrostylist’ gehoord? Wat is een ElectroStylist? Een Electrostylist kan u helpen bij het Smart maken van uw woning. Of u nu nieuw bouwt, verbouwt of uw bestaande woning Smart wil maken. Mocht u van plan zijn een nieuwe woning te laten bouwen, is het verstandig om op tijd een ElectroStylist advies te vragen. Hiermee voorkomt u vaak onnodige kosten als blijkt dat de huis installatie niet geschikt is voor uw apparatuur. U bespaart zo op meerwerk en uw apparatuur is vaak beter weggewerkt. Een Electrostylist zorgt er voor dat zo min mogelijk kabels in huis zichtbaar zijn. En dat uw Wifi overal in huis optimaal werkt. Door goed advies verhoogt de Electrostylist het wooncomfort maar kijkt hij ook naar energiebesparing, want slimme technieken zijn er ook voor uw portemonnee. Om apparaten goed te laten werken in een woning moet men tegenwoordig meer weten dan gas, water en licht. Denk maar eens aan kabel TV, Glasvezel, Satelliet en een goed Wifi netwerk. De ElectroStylist biedt de oplossing voor de volgende vragen: Wat heb ik nodig om mijn woning echt Smart te maken? Kan ik mijn verlichting ook op afstand regelen met een smartphone of tablet? Wil ik in mijn nieuwe woning muziek en video streamen? Kan ik overal in huis goed werken met mijn tablet, laptop of smartphone? Wil ik de gordijnen of zonnewering automatisch en op afstand kunnen bedienen? Zijn hier al apps voor? Bron: www.Obbink.nl
2.2.3.
Trends in het onderwijs
Groei instroom ICT onderwijs zet door De totale instroom van ICT-studenten stijgt. Dat betreft vooral het bekostigde, ofwel initiële, hoger ICTonderwijs. De stijging is zowel te zien in het Hoger Beroepsonderwijs (hbo) als het Wetenschappelijk Onderwijs (wo). We kunnen inmiddels spreken van een structurele stijging. Verklaringen hiervoor zijn de goede loopbaanperspectieven in de ICT-sector en een verbeterd imago. Voor het mbo zijn de ontwikkelingen gemengd. Het aantal deelnemers op niveau-4 stijgt, terwijl het aantal deelnemers op niveau-2 en 3 daalt.
hbo
Het aantal inschrijvingen voor hbo ICT-onderwijs nadert de 10.000 (figuur 14). De jaarlijkse instroom binnen het hbo-onderwijs wisselt per opleiding. De inschrijving bij de ICT-bachelors op HBO-niveau vertoont een lichtere groei van circa 13 procent sinds 2010. De bachelor Technische informatica krimpt 8
Ecabo (2013), De gevolgen van digitalisering voor de beroepspraktijk en werkgelegenheid van financieel-administratieve medewerkers op MBO-niveau
9
Joseph Schumpeter (1942), Capitalism, Socialism, and Democracy
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
29
licht, terwijl de opleidingen Informatica, HBO-ICT en Business IT & Management groeien met 25 procent sinds 2010. De instroom in de opleiding Business IT & Management is weer gestegen, na een daling in 2012. De stijging aan de opleiding Informatica is in volume gemeten het grootst. Figuur 14: Aantal inschrijvingen HBO ICT-onderwijs 2010-2013
Bron: Vereniging Hogescholen (2014)
wo bachelor
De instroom van studenten in academische ICT-opleidingen toont een stijgend beeld: waren er in 2010 ruim 1.800 studenten die aan een wetenschappelijke ICT-opleiding begonnen, in 2013 zijn dat er ruim 2.600 (figuur 15). De stijging in de opleiding Informatica is structureel en groeit door. Technische Informatica laat eveneens een groei zien over de afgelopen jaren. De daling van de opleiding informatiekunde zet door. De grootste stijger onder de grote opleidingen is Kunstmatige Intelligentie, dat sinds 2010 met 50 procent is gegroeid. Figuur 15: Jaarlijkse instroom in ICT-bacheloropleidingen, 2010-2012
Bron: VSNU (2013)
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
30
wo master
De instroomcijfers van de masteropleidingen bestaan voornamelijk uit studenten die vanuit een bacheloropleiding doorstromen. De uiteindelijke instroomcijfers zijn nog niet bekend, omdat er ook instroom tijdens het jaar kan plaatsvinden. In de eerste helft van het academisch jaar 2012-2013 begonnen al 2.692 studenten met een ICT-master. Naar verwachting is in 2013 het totale aantal van 2.784 studenten in 2011-2012 ruimschoots overtroffen. Populaire masteropleidingen zijn Business Information Management, Communicatie- en Informatiewetenschappen, ICT in Business en System and Network Engineering. Deze opleidingen hebben nu al een toename in instroom van meer dan 30 procent.
mbo Op basis van gegevens van Kenniscentrum ECABO is een beeld te geven van de ontwikkeling van het aantal deelnemers aan opleidingen ICT en media naar mbo-niveau. Figuur 16 maakt duidelijk dat het aantal deelnemers op niveau 4 - na jaren van 0-groei - sinds het studiejaar 2012-13 stijgt. Inmiddels is het aantal deelnemers niveau-4 de 10.000 gepasseerd. Daarentegen daalt het aantal deelnemers niveau 2 en 3. Dit weerspiegelt ook de stijging van het (gevraagde) beroepsniveau voor ICT’ers, binnen en buiten de sector Informatie en communicatie. Jaarlijks stromen zo’n 5.000 gediplomeerden uit de ICTopleidingen. Daarvan stroomt meer dan de helft (52%) door naar het hbo. Dit aandeel ligt aanmerkelijk hoger dan het gemiddelde voor alle mbo-opleidingen. Figuur 16: Ontwikkeling aantal deelnemers ICT en media naar mbo-niveau, 2006-2014
Bron: ECABO (2014)
Andere onderwijstrends10 Examinering in de beroepspraktijk De Inspectie van het onderwijs geeft aan dat examinering dient plaats te vinden in de beroepspraktijk, of in een zo authentiek mogelijke (simulatie-)omgeving, zoals bijvoorbeeld in het Regionale Praktijkexamencentrum van ECABO.
Meer invloed van het bedrijfsleven Alle partijen in het ICT-onderwijs zijn ervan overtuigd dat samenwerking met het bedrijfsleven een voorwaarde is om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Werkgevers willen proactief betrokken zijn bij het beroepsonderwijs. Zo willen zij bijvoorbeeld dat de inhoud van BBL-opleidingen goed aansluit op duale hbo-trajecten.
Verandering van de opleidingseisen De werkzaamheden binnen de ICT-beroepen veranderen continu. Het werk van de ICT-beheerder binnen een (mkb-)bedrijf vindt steeds meer plaats ‘in the cloud’. Dat vraagt grotere kennis van VM-ware11. Bovendien wordt meer beroep gedaan op het abstracte denkvermogen van mbo’ers. Topologie van het netwerk is steeds belangrijker. ECABO houdt deze ontwikkelingen via beroepenmonitoring continu in de gaten en bekijkt de consequenties hiervan voor de positie van de mbo’er op de arbeidsmarkt en voor de inhoud van het curriculum.
10
Bron: www.ECABO.nl
11
VMware is een Amerikaans softwarebedrijf dat diverse producten uitbrengt die virtualisatie mogelijk maken.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
31
3.
Tekorten en overschotten
3.1.
WW-gerechtigden
3.1.1.
Instroom, uitstroom en lopende uitkeringen
De ontwikkeling van het aantal WW-gerechtigden is een indicatie van de ontwikkeling van de arbeidsmarkt in een bepaalde sector. Gaat het niet goed met de werkgelegenheid dan loopt het aantal instromers in de WW op en is de uitstroom naar werk kleiner. Gaat het weer beter met de werkgelegenheid, dan is het omgekeerde het geval. De sector Informatie en communicatie is niet apart opgenomen in de sectorindeling van de WW. Zij valt daar onder de zakelijke dienstverlening met vele andere branches. In onderstaande tabel 16 is daarom gekozen voor de WW-gegevens van ICT-beroepen op middelbaar, hoger en wetenschappelijk niveau. Tabel 15 laat de instroom zien van WW-gerechtigden die voorheen in een ICT-beroep hebben gewerkt en de uitstroom van WW’ers. De conclusies op een rij: Het aantal nieuwe uitkeringen is met 18 procent toegenomen; Het aantal lopende uitkeringen stijgt met 31 procent; Het aantal beëindigde uitkeringen is gestegen met 13 procent; Het aantal mensen dat na beëindiging werk heeft gevonden is ook gestegen met 11 procent; Het aandeel werkvinders in de uitstroom is gestegen en ligt met 54 procent erg hoog. Tabel 15: Instroom en uitstroom WW-rechten ICT-beroepen, 2012-2013
Instroom Lopend (julicijfer)
2012
2013
Mutatie
11.356
13.456
18%
7.364
9.664
31%
Uitstroom
10.311
11.700
13%
w.v. werk
5.678
6.305
11%
55%
54%
% werk
2014 10.354
Bron: UWV (2014)
In 2012 en 2013 was de instroom hoger dan de uitstroom; dit wijst op een verslechtering van de arbeidsmarkt. Begin 2014 is een verbetering van het beeld te zien en kruipen de omvang instroom en uitstroom naar elkaar toe. In de eerste helft van 2014 is het aantal nieuwe uitkeringen (6.754) lager dan in de eerste helft van 2013 (6.990). De stabilisering op de ICT-arbeidsmarkt is vooral te danken aan een daling van het aantal niet-werkende hbo’ers. Tot nog toe blijft er nog wel een stijging van de werkloosheid onder mbo’ers waar te nemen.
3.1.2.
WW’ers naar beroep
Op basis van de gegevens van UWV is het ook mogelijk om het aantal WW-gerechtigden aan te geven dat voor een bepaald ICT-beroep staat ingeschreven. Zoals eerder al is aangegeven is er geen 1-op-1 relatie met de sector Informatie en communicatie. Het kunnen dus WW’ers zijn met een ICT-beroep uit verschillende sectoren. Getoond worden de beroepen waarvoor in 2012, 2013 of 2014 meer dan 100 WW-gerechtigden staan ingeschreven. De meeste WW-gerechtigden staan ingeschreven als informatie-, systeemanalist op hbo-niveau. Deze groep stijgt van 2012 ot 2014 met 29 procent. Daarmee is deze groep echter niet de grootste stijger. WW-gerechtigden met het beroep leidinggevende automatisering kennen de grootste stijging met 60%. Ook de systeem-, netwerkbeheerder op hbo-niveau kent een grote stijging met 49%.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
32
Tabel 16: WW-gerechtigden met ICT-beroepen 2012-2014 Beroep
Aantal WW-gerechtigden (junicijfers)
Mutatie
2012
2013
2014
informatie-, systeemanalist, systeemontwerper, programmeur; programmeur (wetenschappelijke toepassingen; administratief; hoger) (H)
2.413
2.949
3.122
+29%
programmeur (geen systeem-, wetens-), computeroperator, systeembeheerder, netwerkbeheerder (middelbaar) (M)
2.022
2.458
2.681
+33%
leidinggevende automatisering (administratieve toepassingen; hoger) (H)
1.492
1.980
2.393
+60%
systeem-, netwerkbeheerder (hoger) (H)
1.003
1.331
1.492
+49%
programmeur (administratieve toepassingen; hoger; excl systeemprogrammeur, excl wetenschappelijke toepassingen) (H)
253
322
311
+23%
leidinggevende automatisering (administratieve toepassingen; wetens) (W)
108
129
136
+26%
Bron: UWV (2014) (L= lagere beroepen, M= middelbare beroepen, H= hogere beroepen, W= wetenschappelijke beroepen)
3.2.
Niet werkende werkzoekenden
NWW Het aantal niet-werkende werkzoekenden bestaat uit WW’ers, WWB’ers en niet-uitkeringsgerechtigden voor zover ingeschreven bij UWV. Dit aantal wordt beïnvloed door registratieprocessen van UWV en gemeenten. Zo kan het aantal niet-werkende werkzoekenden toenemen door verscherpte controles op de registratieplicht van werkzoekenden met een bijstandsuitkering. De cijfers van UWV mogen niet worden verward met de officiële werkloosheidscijfers, zoals deze door het CBS worden gepresenteerd. Bron: UWV
De Marktmonitor 2013 van Nederland ICT toont de ontwikkeling van het aantal bij UWV ingeschreven niet-werkend werkzoekende ICT’ers naar opleidingsniveau. Figuur 17 laat dit zien. Het gaat om de gegevens op peilmoment 1 januari. Verreweg de meeste ingeschreven ICT’ers hebben een opleiding op mbo-niveau of lager. Op 1 januari 2013 waren er dat 5.643. Dat is een stijging van bijna 27 procent ten opzichte van 2011. De stijging van het aantal ingeschreven werkzoekenden met een hbo-achtergrond is evenwel groter: 31 procent. De stijging onder ICT’ers met een academische achtergrond is het kleinste: nog geen 20 procent. Figuur 17: Aantal bij UWV ingeschreven niet-werkzoekende ICT’ers naar opleidingsniveau, 2011-2013
Bron: Nederland ICT (2013), Marktmonitor ICT 2013
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
33
3.3.
Regio’s met een krappe of ruime arbeidsmarkt
Op basis van de UWV gegevens is een beeld te schetsen van de spanning op de arbeidsmarkt voor informaticaberoepen. UWV heeft hiervoor de spanningsindicator ontwikkeld die op beroepsgroepniveau de relatie weergeeft tussen het aantal ingeschreven niet werkende werkzoekenden korter dan 6 maanden en het aantal berekende openstaande vacatures (op basis van CBS cijfers). Op het landelijke beeld gaan we in de volgende paragraaf nader in. Spanningsindicator De spanningsindicator die UWV WERKbedrijf heeft ontwikkeld geeft een indicatie van een krappe of ruime arbeidsmarkt. Deze indicator deelt het aantal openstaande vacatures in de markt door het aantal korter dan een half jaar ingeschreven niet-werkende werkzoekenden in een bepaald beroep. Het aantal openstaande vacatures is gebaseerd op Jobfeed. Dit bestand met internetvacatures is ontdubbeld, herwogen332 en opgehoogd naar het totaal aantal openstaande vacatures volgens het CBS. Als er veel vacatures zijn en er weinig kortdurend ingeschreven werkzoekenden staan ingeschreven is sprake van een krappe arbeidsmarkt. Als het omgekeerde het geval is, is er sprake van een ruime arbeidsmarkt. Hierbij worden de volgende grenswaarden aangehouden: Groter dan 2 zeer krap 1,5 – 2 krap 1-1,5 gemiddeld 0,5-1 ruim Minder dan 0,5 zeer ruim Gekeken is naar de beroepen waarvoor er gemiddeld tenminste 100 openstaande vacatures waren.
Regionaal zijn er grote verschillen ( zie figuur 18). Er zijn 5 arbeidsmarktregio’s waar de situatie op de arbeidsmarkt voor ICT-beroepen zeer krap is: dit zijn Groot-Amsterdam, Midden-Holland, Midden-Utrecht, Haaglanden en Zuidoost Brabant. De arbeidsmarkt voor ICT-beroepen is juist zeer ruim in de regio’s Friesland, Zaanstreek-Waterland en Helmond-De Peel. Figuur 18: Spanningsindicator informaticaberoepen naar regio (2e kwartaal 2014)
Spanningsindicator arbeidsmarkt 2014, 2e kw artaal
zeer krap krap gemiddeld ruim zeer ruim
Bron: UWV (2014)
Geldt dit beeld voor alle beroepen bijeengenomen, op mbo-niveau ligt dit beduidend anders. Op basis van gegevens van Kenniscentrum ECABO 12 kan een beeld worden geschetst, in welke mate de huidige arbeidsmarkt voor mbo-functies ruim of krap te noemen is. ECABO beziet dat vanuit 12
ECABO (2014), Monitor Arbeidsmarkt en Beroepsonderwijs 2013-2018
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
34
werkgeversperspectief. Als in tabel 18 een + staat, is de arbeidsmarkt vanuit de werkgever goed: hij kan makkelijk aan personeel komen, want er is (veel) meer aanbod dan vraag. Omgekeerd, als er een – staat is de arbeidsmarkt vanuit de werkgever bezien krap. Hij kan moeilijk aan personeel komen (veel vraag, weinig aanbod). Staat er een 0 dan is de arbeidsmarkt in evenwicht. Tabel 17 geeft de resultaten. Tabel 17: Arbeidsmarkt bezien vanuit het werkgeversperspectief, ECABO-kwalificaties naar district, 2014 Niveau
Noord
Oost
Middenwest
NoordWest
ZuidWest
ZuidOost
Applicatieontwikkelaar
4
+
+
+
+
+
+
Netwerkbeheerder
4
+
+
+
-
+
0
ICT-beheerder Particulier digitaal onderzoeker Medewerker beheer ICT
4
+
+
+
+
+
+
4
* (1)
*
*
*
*
*
3
+
+
+
+
+
+
Medewerker ICT
2
+
+
+
+
+
+
Kwalificatie
Bron: ECABO (2014)
(1) *: geen gegevens beschikbaar
Voor de meeste mbo-kwalificaties is sprake van een ruime arbeidsmarkt. Voor de kwalificatie Netwerkbeheerder (4) is het beeld nog altijd iets gevarieerder met als uitschieter de zeer krappe arbeidsmarkt in het noordwesten.
3.4.
Kansrijke beroepen
In mei 2014 heeft UWV de rapportage Kansrijke beroepen, waar is de arbeidsmarkt krap? gepubliceerd. De rapportage gaat in op de vraag, welke beroepen nu en ook in 2018 krapte vertonen. Het overzicht Kansrijke Beroepen is tot stand gekomen in samenwerking met werkgevers- en werknemersorganisaties, het Actieteam crisisbestrijding, de Stichting van de Arbeid en diverse sectorspecialisten. De inzichten kunnen gebruikt worden bij bijvoorbeeld studiekeuzevoorlichting op scholen. Daarnaast stelt UWV de informatie beschikbaar aan sectoren en regio’s bij de uitvoering van de diverse sectorplannen. In deze plannen wordt geld beschikbaar gesteld voor de om- en bijscholing van met ontslag bedreigde werknemers, voor instroom van groepen met een afstand tot de arbeidsmarkt en voor initiatieven om toekomstige tekorten aan vakmensen tegen te gaan. De inzichten in de sector ICT zijn tot stand gekomen op basis van informatie vanuit de sector zelf (ECABO, Nederland ICT bijvoorbeeld), eigen UWV-informatie (verhouding vacatures en CV’s op Werk.nl bijvoorbeeld) en inzichten van het Researchcentrum Onderwijs Arbeidsmarkt (ROA), die verantwoordelijk is voor de publicatie Arbeidsmarkt naar opleiding en beroep 2018. Er worden twee peilmomenten weergegeven: Kansrijke beroepen die nu krapte vertonen; Kansrijke beroepen die in 2018 krapte vertonen. Onderstaande tabel 18 laat zien, voor welke beroepen op basis van deze gegevensbronnen krapte mag worden verwacht. Ook geeft de tabel aan, in welke sectoren de betreffende beroepen voorkomen. Tabel 18: Overzicht kansrijke beroepen sector Informatie en communicatie, 2014 en 2018 Niveau en beroep Krap in 2014
Sector
Hoger Ontwerper industriële automatisering ICT’ers: Developer/programmeur (o.a. java, dot.net, scripttalen), technical specialist, tester, webdeveloper, digital media specialist, accountmanager
Metalektro en Metaalbewerking Procesindustrie Technische adviesbureaus ICT ICT Overheid Financiële sector
Wetenschappelijk
ICT’ers: developer/programmeur, business analist (o.a. datawarehouse), project manager, security-specialist
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
ICT Financiële sector Overheid
35
Niveau en beroep Krap in 2018
Sector
Hoger Developers/programmeurs Technical specialist Tester Webdeveloper, digital media specialist Accountmanager
ICT Overheid Financiële sector ICT Divers
Wetenschappelijk Developers/programmeur Business Analist (o.a. datawarehouse) Project manager Security-specialist
ICT Overheid Financiële sector
Bron: UWV (2014)
Nederland ICT heeft het tekort aan ICT’ers nader gekwantificeerd en verwacht tot 2017 een tekort aan ICT’ers 13. In de Marktmonitor 2013 van deze brancheorganisatie staat beschreven, dat een jaarlijks oplopend tekort aan ICT’ers wordt verwacht. Bedroeg dit in 2011 nog bijna 0 (ruime arbeidsmarkt), tot 2017 loopt dit tekort op tot zo’n 7.000. Figuur 19 geeft dit weer. Nederland ICT ziet de onvervulde vraag (vergelijkbaar met het aantal moeilijk vervulbare vacatures) oplopen van 7.500 in 2011 tot 15.000 in 2017. Deels kan deze onvervulde vraag worden verkleind door extra aanbod. Dat extra aanbod ontstaat door extra instroom van schoolverlaters en door het op- of omscholen van werklozen. Dat biedt in de ogen van Nederland ICT onvoldoende soelaas, zodat extra maatregelen noodzakelijk zijn. Het door de minister van SZW goedgekeurde sectorplan ICT14 speelt hierop actief in. Figuur 19: Verwacht tekort ICT-professionals tot 2017 (x 1.000)
Bron: Nederland ICT (2013), Marktmonitor ICT 2013
13 14
Nederland CT (2013), Marktmonitor ICT 2013 Sectorplannen zijn plannen van sociale partners gericht op werkgelegenheid en arbeidsmarktperspectieven voor doelgroepen. Het Ministerie van SZW heeft €600 mln. voor sectorplannen beschikbaar gesteld.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
36
Nederland ICT: Sectorplan ICT komt als geroepen
Met de goedkeuring van het Sectorplan ICT door minister Asscher wordt een stap in de goede richting gezet om knelpunten op de arbeidsmarkt weg te nemen. Dankzij het Sectorplan ICT kan met ingang van de zomer van 2014 extra worden geïnvesteerd in opleidingen en training van 2.500 ICT-professionals. Volgens Nederland ICT draagt het Sectorplan ICT bij aan het oplossen van de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Nu al is sprake van moeilijk vervulbare vacatures in de ICT-sector. Het sectorplan is namens de sociale partners ingediend door het CA-ICT, Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de ICT sector. Voor het plan is € 9,4 miljoen beschikbaar. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt ruim € 4,7 miljoen beschikbaar voor de uitvoering. De sector investeert zelf ook ruim € 4,7 miljoen. Nederland ICT voorzitter Bart Hogendoorn: “De ontwikkelingen in onze sector gaan razendsnel. Er is daardoor veel vraag naar kennis die werknemers in hun opleiding niet mee hebben kunnen krijgen. Daar gaan we nu wat aan doen. De knelpunten op de arbeidsmarkt vormen een urgent probleem voor de sector.” Louis Spaninks, directeur CA-ICT is blij dat er nu actie wordt genomen: “We kunnen nu gericht investeren in versterking van de sector. Dat is in het belang van de gehele Nederlandse economie. Als we niets doen aan die knelpunten gaat dat ten koste van de groei en werkgelegenheid.” Bron: Nederland ICT, PERSBERICHT - 09 april 2014
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
37
4.
Kansen
4.1.
Instroomprofiel
Op verzoek van UWV heeft het CBS voor alle sectoren aangegeven door wie vacatures worden vervuld: werknemers uit een andere sector, schoolverlaters, zelfstandigen, uitkeringsgerechtigden of nietuitkeringsgerechtigden (NUG-ers). Ook heeft het CBS gekeken naar de persoonskenmerken van deze nieuwe werknemers in de sector Informatie en communicatie. Tabel 19 beperkt zich tot de mobiliteit van buiten de sector Informatie en communicatie naar een baan in de sector Informatie en communicatie. Tabel 19: Instroomprofiel Informatie en communicatie: percentage instromers in de Informatie en communicatie naar herkomst, 2000 en 2010 Herkomst
2000 Informatie en communicatie
Andere sector
70%
2010 Alle sectoren
Informatie en communicatie
Alle sectoren
63% 15
55%
56%
Niveau t.o.v. alle sectoren
Trend
+
-
w.v. Uitzendsector
16%
10%
--
Zakelijke dienstverlening
15%
22%
++ -
Groothandel
10%
7%
Bank- en verzekeringen
4%
3%
-
metaal
2%
3%
+
Scholieren/studenten
12%
17%
12%
17%
-
0
Uitkering
5%
9%
8%
11%
-
+
w.v. WW
1%
2%
6%
6%
0
++
AO
0%
1%
0%
1%
--
0
Bijstand
2%
4%
1%
2%
--
-
Anders
1%
2%
1%
2%
--
0
NUG/overig
12%
17%
13%
14%
-
0
Zelfstandigen
2%
2%
4%
3%
0
++
Pensioen/VUT
0%
0%
0%
0%
0
0
9%
10%
0
0
+
--
Uit UWV-bestand Omvang instroom Als % van de werkgelegenheid
47.070
1.255.980
34.540
1.062.790
28%
20%
17%
16%
Bron: CBS (2012)
Met 17 procent is de totale omvang van de instroom in 2010 hoger dan het gemiddelde voor alle sectoren maar stevig gedaald ten opzichte van 2000. In vergelijking met andere sectoren komen veel werknemers die in de sector Informatie en communicatie gaan werken uit een andere sector. Dit geldt voor 63 procent van de nieuwe werknemers, terwijl het landelijk gemiddelde op 56 procent ligt. Wel is dit percentage zij-instroom tussen 2000 en 2010 flink gedaald. De zakelijke dienstverlening is met 22 procent de belangrijkste leverancier. Daarna volgen de uitzendbranche (10 procent in 2010 - een behoorlijke daling ten opzichte van 2000) en de groothandel. De instroom vanuit de uitkering is tussen 1999 en 2010 gestegen van 5 procent naar 8 procent. Deze stijging is iets groter dan die in alle sectoren bijeengenomen. Vooral de instroom vanuit een WW-uitkering is fors toegenomen. Blijkbaar biedt de sector aan WW'ers nu meer kansen dan pak weg 10 jaar geleden. Daarentegen is de instroom vanuit een AO-uitkering nihil gebleven en vanuit de bijstand gekrompen. Het aantal schoolverlaters dat de sector instroomt is in 2010 met 12 procent fors lager dan het landelijk gemiddelde (17 procent). Het aandeel studenten in de instroom is tussen 1999 en 2010 niet veranderd 15
In het percentage ‘totaal’ is ook de sector ‘ onbekend’ meegenomen, de percentages naar sector (onderverdeling) zijn daarom lager dan het percentage ‘totaal’ .
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
38
(12 procent). De instroom van niet-uitkeringsgerechtigden ligt onder het landelijk gemiddelde, maar het aandeel van zelfstandigen in de instroom ligt weer iets boven het landelijk gemiddelde. Tabel 20 beschrijft de persoonskenmerken van instromers in de sector Informatie en communicatie. De sector Informatie en communicatie is een typische mannensector. Het aandeel mannen is zelfs licht toegenomen. In 2010 is 2 van de 3 werknemers van de ingestroomde werknemers een man. De instroom van jongeren ligt onder het landelijk gemiddelde. Hetzelfde geldt voor de instroom van ouderen. Ten opzichte van 2000 is de instroom van deze categorie (55+) wel verviervoudigd. De instroom van allochtonen ligt iets boven het landelijk gemiddelde. Tabel 20: Instroomprofiel Informatie en communicatie: persoonskenmerken van instromers Persoonskenmerk
2000
2010
Niveau t.o.v. alle Alle sectoren sectoren
Trend
Informatie en communicatie
Alle sectoren
Informatie en communicatie
M
67%
52%
68%
54%
++
0
V
33%
48%
32%
46%
--
0
15-25
21%
30%
22%
29%
--
0
25-45
71%
56%
61%
49%
++
-
45-55
7%
12%
13%
16%
-
++
55-65
1%
3%
4%
6%
-
++
Autochtoon
75%
77%
74%
75%
0
0
Allochtoon
25%
23%
26%
25%
0
0
Geslacht
Leeftijd
Herkomst
Bron: CBS (2012)
4.2.
Kansen voor gediplomeerden en studenten
4.2.1.
Kans op werk en Kans op stage
Op basis van gegevens van Kenniscentrum ECABO is een beeld te schetsen van de kans op werk en de kans op een stageplaats voor mbo-studenten. Kans op werk en kans op stage Voor alle mbo-kwalificaties publiceert de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) de kans op werk en de kans op stage per regio, zoals vastgesteld door de kenniscentra (zie www.kansopwerk.nl, www.kansopstage.nl). Kans op werk toont de toekomstkansen voor de afgestudeerde mbo ‘er in ruim zeshonderd beroepen. Het gaat om de kans op een baan in het verlengde van de opleiding. Bekeken wordt wat die kans is als de student nu met de opleiding begint en deze binnen de normale studieduur afrondt. Bij een tweejarige opleiding gaat het dus om de kans op werk over twee jaar. Kans op stage laat zien wat voor de meer dan zeshonderd beroepsopleidingen in het mbo op dit moment de kans op een stage of leerbaan is.
Hierbij wordt de volgende legenda gehanteerd: Legenda kans op werk en kans op stage 5
Goede kansen
4
Ruim voldoende kansen
3
Voldoende kansen
2
Matige kansen
1
Geringe kansen
*
Onvoldoende waarnemingen
Arbeidsmarktperspectief gediplomeerden Met behulp van het arbeidsmarktperspectief voor gediplomeerden wordt inzicht gegeven in de toekomstige ontwikkeling van de arbeidsmarktpositie van gediplomeerde schoolverlaters: de kans dat een recent gediplomeerde een baan kan vinden in het verlengde van zijn opleiding. Tabel 21 toont de resultaten. De perspectieven binnen de richting ICT en media zijn voor gediplomeerden van de opleidingen op niveau 2 en 3 minder gunstig dan voor die op niveau 4 (uitgezonderd Particulier digitaal onderzoeker).
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
39
Voor de kwalificaties netwerkbeheerder, ICT-beheerder en applicatieontwikkelaar zijn landelijk bezien voldoende perspectieven. Voor twee van de zes kwalificaties in de richting ICT en media zijn de perspectieven voor recent gediplomeerden in nagenoeg alle districten de komende vijf jaar gering: Medewerker ICT en Particulier digitaal onderzoeker. Tabel 21: Arbeidsmarktperspectief voor gediplomeerde ICT-schoolverlaters landelijk beeld en naar regio, tot eind 2018 Niveau
NL
Noord
Oost
Middenwest
Applicatieontwikkelaar
4
3
2
2
3
4
3
4
Netwerkbeheerder
4
3
1
2
2
5
3
5
ICT-beheerder Particulier digitaal onderzoeker Medewerker beheer ICT
4
3
2
2
3
3
3
2
4
1
*
*
1
*
1
2
3
2
1
1
2
3
2
2
Medewerker ICT
2
1
1
1
1
1
1
1
Kwalificatie
Noord- ZuidWest West
ZuidOost
Bron: ECABO (2014)
Perspectief op een leerplaats Erkende leerbedrijven verzorgen het aanbod van leerplaatsen. ECABO beschikt in het hele land over circa 44.000 erkende leerbedrijven (januari 2014). Daarvan hebben 10.250 een erkenning voor ICT (ongeacht welke ICT-opleiding). In januari 2014 stonden 12.200 ICT-leerplaatsen geregistreerd. De perspectieven op een leerplaats worden bepaald door de verhouding tussen vraag en aanbod. Is het aanbod kleiner dan de vraag, dan kunnen mbo-deelnemers moeilijker een geschikte leerplaats vinden. Tabel 22 laat de perspectieven zien naar mbo-kwalificatie en naar regio. Tabel 22: Perspectief op een leerplaats mbo kwalificaties ICT en media, landelijk beeld en naar regio, 2013-2014 Niveau
NL
Noord
Oost
Middenwest
NoordWest
ZuidWest
Applicatieontwikkelaar
4
4
4
5
4
4
4
4
Netwerkbeheerder
4
3
2
4
3
2
4
4
ICT-beheerder Particulier digitaal onderzoeker Medewerker beheer ICT
4
3
2
4
4
3
3
3
4
2
2
1
2
1
1
1
3
2
1
2
1
2
3
3
Medewerker ICT
2
1
2
1
1
1
1
1
Kwalificatie
ZuidOost
Bron: ECABO (2014)
Voor deelnemers die een ICT-opleiding volgen, lopen de landelijke vooruitzichten op een leerplaats uiteen van gering tot ruim voldoende. De beste kansen zijn er voor deelnemers van de opleiding Applicatieontwikkelaar, gevolgd door ICT-beheerder en Netwerkbeheerder. Voor Particulier digitaal onderzoeker en Medewerker beheer ICT is het perspectief matig en voor Medewerker ICT is de kans op een leerplaats in vrijwel het hele land gering.
4.2.2.
Perspectieven voor hbo- en wo-gediplomeerden
De hbo- en wo-opleidingen die zich richten op informaticaberoepen bieden door de bank genomen goede perspectieven op werk. Dat blijkt het onderzoek ‘Studie en Werk’ dat onderzoeksbureau SEO in 2013 in opdracht van Elsevier heeft uitgevoerd. Waar de gemiddelde baanzoekduur voor afgestudeerden van hboopleidingen gemiddeld ongeveer 4 maanden bedraagt 16 en die voor wo-afgestudeerden ongeveer 6 maanden, is de baanzoekduur voor ICT-afgestudeerden aanzienlijk korter. De baanzoekduur voor de hboopleiding Informatica is – op die voor mondzorgkunde na – met 1,5 maand het kortste van alle hboopleidingen. De baanzoekduur voor de hbo-informaticastudies is met 3 maanden weliswaar langer, maar toch ook nog korter dan gemiddeld. De baanzoekduur voor wo-ICT’ers is langer dan die voor hboafgestudeerden. Zo bedraagt de baanzoekduur voor afgestudeerden van de wetenschappelijke studie Informatiekunde 4 maanden en die voor Informatica biijna 6 maanden, beide nog onder het gemiddelde voor alle wetenschappelijke studies.
4.2.3.
Praktijkvoorbeelden
Hieronder volgen enkele praktijkvoorbeelden, gericht op studeren en studenten.
16
De gegevens hebben betrekking op 2010 en 2011
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
40
ICT biedt kansen en bedreigingen GRONINGEN Bedrijven, overheden en consumenten in Nederland besteden dit jaar naar verwachting bij elkaar 34,3 miljard euro aan informatie- en communicatietechnologie (ICT). Grote vraag is hoe er genoeg ICT'ers te vinden zijn die de technologie kunnen toepassen. ICT is ook een groeimarkt wat banen betreft. Vooral werknemers met het juiste hbodiploma zijn gewild. Nu al is de vraag groter dan het aanbod. De komende vijf jaar zal die vraag alleen maar toenemen, aldus de brancheorganisatie Nederland ICT. Dat klinkt als een groot lichtpunt in een tijd van malaise vanwege oplopende werkloosheid. Een blik op vacaturesites leert dat in de stad Groningen (het ICT-hoofdkwartier van Noord-Nederland) alleen al dik 80 functies open staan. In heel Europa gaat het om ongeveer een miljoen vacatures. Voor veel ICT-bedrijven is het een groot probleem. Zij kunnen niet aan voldoende goede mensen komen. ,,Het gaat dan vooral om mensen die specifieke programmeertalen beheersen, of die experts zijn op het gebied van Windows'', zegt Tom van der Werff van Internet Valley, een Gronings ICT-bedrijf dat technische faciliteiten en diensten levert aan andere ICT-bedrijven. ,,Die geluiden hoor je uit het hele veld.'' Arjan Wessels van full-service internetbureau The Factor E in Groningen kan ook wel wat meer programmeurs gebruiken. ,,Maar we hebben alle moeite ze te vinden.'' IBM in de stad heeft ook een hele trits vacatures openstaan. Voor ICT-bedrijven blijft er meestal weinig anders over dan dure, gedetacheerde krachten inhuren en te blijven zoeken en hopen. Internet Valley probeert met andere ICT-bedrijven wat aan het tekort te doen via de opleidingen. Van der Werff: ,,We werken nauw samen met hogescholen en mbo-opleidingen. We geven er gastcolleges bijvoorbeeld, ook om de studenten te blijven interesseren in het werk. De afgelopen tijd hebben we geconstateerd dat de afstand tussen de opleidingen en het werkveld groter wordt. Daar doen we nu met de scholen wat aan.'' Alle zeilen moeten worden bijgezet om het tekort niet nijpender te maken dan het is. Dat gaat lastig worden. Zowel de grote uitzendorganisaties als uitkeringsinstantie UWV voorspellen dat het aantal vacatures in de ICT alleen maar zal oplopen de komende jaren. Dagblad van het Noorden, 27-05-2014
De student aan zet Interview Saxion University of Applied Sciences, drs. Trijntje van Dijk MLD Msc. 28 april 2014 Door: UWV – drs. Marije Renema, arbeidsmarktadviseur Buiten de landsgrenzen inspiratie opdoen voor innovatie in het (ICT)onderwijs: dat is wat Nederlandse hogescholen steeds vaker doen. Eén van de voorbeelden is het bezoek van Saxion Hogeschool aan de KAOS-pilot in Aarhus, Denemarken. Deze pilot biedt Saxion Hogeschool handvatten om het Honors Programme vorm te geven: een programma voor studenten met bijzondere talenten/kwaliteiten. Aan het woord is Trijntje van Dijk, teamleider Saxion Security Management, composer Saxion toptalent profile, en domeinvoorzitter HBO-i. Waarom Aarhus? In Aarhus werken bedrijfsleven en studenten nauw samen: onder de paraplu ‘Kaos-pilot’ vallen zo’n 200 projecten. Het unieke is dat studenten werken aan zakelijke projecten, concreet uitgevoerd ín het bedrijfsleven. En dat deze studenten hun project financieren met (deels eigen) geld, bijv. een project ‘innovatie van bedrijfsprocessen’. Zo’n investering kan uiteraard winst, maar ook verlies opleveren. Het bijzondere is dat de studenten ook van dit financiële verlies leren: heel bewust adresseren ze ook de aanpak die tot verlies heeft geleid, wat een prachtig, zelfs feestelijk, leermoment oplevert. Naast financiële winst of verlies, levert dit ontzettend veel winst op wat betreft het ontwikkelen van hun vaardigheden. Zeker de vaardigheden ‘ondernemerschap’ en ‘innoverend vermogen’ staan in Aarhus hoog in ’t vaandel.” Wat maakt het tot een succes? “Niet alleen is de reële samenwerking tussen studenten en bedrijfsleven één van de succesfactoren. De andere bepaler voor succes is het feit dat studenten zelf hun project werven en zelf hun projectleden selecteren. Kortom: het eigenaarschap ligt bij de studenten zelf. Eén van de manieren om iemand zich eigenaar te laten voelen is de zgn. ‘checkin en check-out’ methode. Per fase geeft de student aan wat zijn/haar doel is. En per fase formuleert de student zelf de afsluiting hiervan. Hier ligt een essentieel verschil met het traditionele onderwijs waar de regie hierover bij de docent ligt. Dit passen wij ook toe in het Honors Programme: het is één van de basisstructuren.” Welk belang ziet het bedrijfsleven in deze nauwe samenwerking én in deze methode? Het bedrijfsleven heeft in de nabije toekomst behoefte aan jonge mensen/instromers op de arbeidsmarkt die kunnen inspelen op veranderingen in de maatschappij: specifiek op internationalisering en technologische veranderingen. Alleen vanuit de eigen discipline kunnen denken is niet meer afdoende: juist transdisciplinair kunnen denken en handelen is nodig. Saxion stimuleert hierbij het belang van ‘living technology’. Dit signaal dat het bedrijfsleven afgeeft, wordt in Aarhus opgepakt. En pakken we het in Nederland ook op: het Sirius-programma is het antwoord vanuit het HBO en biedt studenten met ondernemende en innoverende kwaliteiten een extra-curriculair programma. Het antwoord van Saxion is een aanbod van verschillende toptalent-trajecten waarin studenten zelfgestuurd excelleren in portfolio-trajecten van trans-disciplinaire projecten of onderzoek, of, zoals bij Security Management, excelleren in door studenten zelf georganiseerde cyber-conferenties of internationale certificeringstrajecten. Saxion onderscheidt zich door ‘living technology’ als belangrijke en discipline-overschrijdende driver van innovatie waar het bedrijfsleven ons zo op aanspreekt. Zie ook: www.siriusprogramma.nl www.saxion.nl/toptalentprogramma www.kaospilot.dk Bron: UWV (2014)
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
41
4.3.
Kansen voor WW'ers
4.3.1.
Kansen naar sector
Op basis van zijn polisadministratie heeft UWV in kaart gebracht uit welke sector WW’ers, die voor een informaticaberoep ingeschreven staan aan de slag gaan. Ook is onderzocht of (per sector) netto bezien meer informatici aan de slag gaan dan werkloos zijn geworden. In tabel 23 is dat weergegeven als saldo. Als er een + staat betekent dit, dat in de betreffende sector meer informatici aan de slag zijn gegaan dan werkloos zijn geworden, bij een – is dat precies andersom. Het overgrote deel (ruim de helft) heeft het werk hervat in de zakelijke dienstverlening, waaronder ook de ICT-bedrijven vallen. Hoger opgeleide informatici vonden het vaakst werk in deze sector. Opvallend is wel dat de zakelijke dienstverlening in de betreffende periode meer informatici uitstootte naar de WW, dan er werkzoekende informatici werden opgenomen. Dit geldt voor alle opleidingsniveaus. Het belang van uitzendbureaus voor deze groep is aanzienlijk kleiner dan voor technici: van de lager en middelbaar opgeleide informatici is ongeveer een kwart aan de slag gegaan bij/via een uitzendbureau, van de hoger opgeleide een tiende. Wel heeft de uitzendsector aanzienlijk meer werkzoekende informatici opgenomen, dan er vanuit deze sector werkloos zijn geworden. Dit geldt ook voor zorg en welzijn, het onderwijs en vervoer en opslag, maar het relatieve belang van deze sectoren voor de beroepsgroep is aanzienlijk kleiner. Tabel 23: WW’ers ingeschreven voor informaticaberoepen: sector van werkhervatting, 2011-2012 niveau Bestemmingssector Lager Middelbaar
Hoger
Totaal
Saldo B-H
Landbouw en visserij
0%
0%
0%
0%
+
Voedings- en genotmiddelen
0%
0%
0%
0%
-
Chemie
0%
0%
0%
0%
-
Metalektro en metaalbewerking
3%
4%
4%
4%
-
Overige industrie
1%
1%
1%
1%
-
Bouwnijverheid
0%
0%
0%
0%
-
Detailhandel
3%
3%
2%
2%
-
Groothandel
7%
7%
7%
7%
-
Vervoer en opslag
4%
3%
2%
3%
+
Horeca
1%
1%
0%
1%
+
Financiële dienstverlening
1%
1%
3%
2%
0
Zakelijke dienstverlening
47%
46%
58%
52%
-
Uitzendbedrijven
24%
24%
10%
17%
++
Gezondheidszorg, welzijn en cultuur
5%
5%
7%
6%
+
Energie, water en afvalvoorziening
0%
0%
0%
0%
+
Openbaar bestuur en overheidsdiensten
1%
1%
3%
2%
0
Onderwijs
1%
1%
3%
2%
+
Onbekend
0%
0%
0%
0%
100%
100%
100%
100%
Bron: UWV (2014)
4.3.2.
Kansen naar beroep
Uitstroom naar werk vanuit WW De WW-data van de afdeling Arbeidsmarktinformatie van UWV bieden de mogelijkheid te differentiëren naar het zoekberoep van werkzoekenden. Dit is het eerste beroep waarvoor mensen bemiddeld willen worden. Voor elke beroepsgroep is berekend hoe groot de uitstroom naar werk vanuit de WW bedraagt, als een bepaald percentage per maand. De gemiddelde uitstroom naar werk in 2013 was 4,6% per maand. Bron: UWV (2014)
In tabel 24 worden de uitstroomkansen naar beroep getoond. Het betreft het beroep van inschrijving, niet het beroep waarnaar men uitstroomt: dat is namelijk niet bekend. Voor de meeste WW’ers die voor een ICT-beroep staan ingeschreven is de uitstroomkans naar werk groter dan gemiddeld. De beste kansen op uitstroom hebben WW’ers die staan ingeschreven als systeemanalist, systeemontwerper of programmeur op hbo-niveau. Die hebben ruim driemaal zoveel kans op uitstroom als middelbaar opgeleide productiebegeleiders automatisering.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
42
Tabel 24: Kansen op werk voor WW-gerechtigden ingeschreven voor een ICT-beroep, 2014 ICT beroepen
Uitstroomkans
Hoger dan gemiddeld systeemanalist, systeemontwerper, probleemanalist, informatie-analist; programmeur (wetenschappelijke toepassingen; technisch; hoger) (H)
10%
projectadviseur automatisering en informatievoorziening; programmeur (wetenschappelijke toepassingen; administratief; wetens) (W)
8%
programmeur (administratieve toepassingen; hoger; excl systeemprogrammeur, excl wetenschappelijke toepassingen) (H)
6%
informatie-, systeemanalist, systeemontwerper, -programmeur; programmeur (wetenschappelijke toepassingen; administratief; hoger) (H)
6%
programmeur (geen systeem-, wetens-), computeroperator, systeembeheerder, netwerkbeheerder (middelbaar) (M)
5%
leidinggevende automatisering (administratieve toepassingen; hoger) (H)
5%
systeem-, netwerkbeheerder (hoger) (H)
5%
Lager dan gemiddeld leidinggevende automatisering (administratieve toepassingen; wetens) (W)
4%
produktiebegeleider automatisering (administratieve toepassingen; middelbaar) (M)
3%
Bron: UWV (2014)(L= lagere beroepen, M= middelbare beroepen, H= hogere beroepen, W= wetenschappelijke beroepen)
4.3.3.
Praktijkvoorbeelden
UWV koppelt werkgever aan werkzoekende IT'er via LinkedIn
Het UWV organiseert van 2 tot en met 13 juni 2014 de ICT Matchweken. Dit is een online platform waar werkgevers en hoger opgeleide werkzoekenden met een ICT-achtergrond elkaar kunnen vinden. "UWV is vorig jaar oktober in de regio begonnen met het bij elkaar brengen via LinkedIn van werkgevers en werkzoekenden in de ICT. Tijdens de ICT Matchweken gebeurt dit voor het eerst op landelijke schaal", vertelt organisator Marieke Duijndam. Het gaat in totaal om 35 arbeidsmarktregio’s. Werkgevers plaatsen in een speciaal daarvoor bestemde LinkedIn-groep hun vacatures, waarop werkzoekenden kunnen reageren. Het UWV heeft een modererende rol. Het biedt werkgevers zo een eenvoudige en kosteloze manier om aan nieuw personeel te komen en het levert werkzoekenden als het goed is vacatures en contacten op. Door de werkbeurs online te organiseren over een langere periode, wil UWV de kans op geslaagde ‘matches’ vergroten. Duijndam: "De digitale vorm past bij de beweging naar meer online dienstverlening die UWV maakt. Het sluit ook aan bij de trend dat werkgevers vacatures steeds vaker uitzetten in het eigen netwerk en via sociale media." Honderden bij UWV ingeschreven werkzoekende ICT-professionals op hbo- en wo-niveau hebben inmiddels via hun persoonlijke, digitale Werkmap een uitnodiging gekregen om deel te nemen. Naast concrete vacatures biedt UWV hen tips over hoe te netwerken, kennis te delen en zichzelf te profileren. UWV constateert in het onlangs gepubliceerde rapport ‘Kansrijke Beroepen’ dat door verdergaande innovatie en automatisering het door werkgevers gevraagde opleidingsniveau geleidelijk aan verschuift van lagere naar de hogere mbo-niveaus en naar hbo-niveau. Op hoger en wetenschappelijk niveau zijn er ook mogelijkheden binnen de ICT, specialistische financiële en medische beroepen en docenten in bepaalde vakken. Bron: Automatiseringsgids, 27 mei 2014
Pareltjes laten glimmen; bedrijf geeft wajongers en werklozen een kans Wajongers of langdurig werklozen een kans geven, dat is de persoonlijke missie van Marco Vlaskamp en Jan de Ruiter. De ondernemers die twee jaar geleden samen softwareontwikkelingsbedrijf Quickwins startten, zijn uit overtuiging preferred werkgever voor het UWV geworden. “Pareltjes die andere bedrijven laten liggen, laten wij graag weer
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
43
glimmen.” Quickwins, gevestigd in Heerhugowaard en het Groningse Muntendam, bouwt op maat gesneden software en apps die functioneel geschreven zijn vanuit de gebruiker. “Daarnaast hebben wij ons eigen product Loyasys geïntroduceerd. Dankzij dit systeem, waarbij klanten via met touchscreens uitgeruste zuilen snel en doeltreffend hun mening kunnen geven over producten of de geboden service, kunnen bedrijven continu de klanttevredenheid meten en meteen bijsturen als er klachten zijn. Loyasys wordt inmiddels door grote organisaties zoals ING, Douwe Egberts, G4S Aviation dat de beveiliging op Schiphol verzorgt en Praxis gebruikt “, legt Vlaskamp uit. “Voor het schrijven van goede, gebruikersvriendelijke software is veel geduld nodig. De ontwikkelaar moet acht uur per dag achter een beeldscherm kunnen zitten en zich echt kunnen vastbijten in de materie. Als vader van een zoon met het syndroom van Asperger viel mij op hoe mijn kind zich extreem obsessief in zaken kan verdiepen. Dat bracht me op het idee om juist deze mensen met dit speciale talent, die in een reguliere werkomgeving vaak niet tot hun recht komen, omdat het hen doorgaans aan de benodigde sociale vaardigheden ontbreekt, in ons team op te nemen. Met succes, want onze meest briljante softwareontwikkelaars zijn mensen met een vorm van autisme zoals Asperger”, vult De Ruiter aan. In het prikkelarm ingerichte kantoor van Quickwins kunnen alle medewerkers zichzelf zijn. Niemand kijkt er gek van op als een collega de hele dag met een koptelefoon op het hoofd zit door te buffelen, zonder een woord te zeggen, of op zijn sokken door het pand loopt. Vlaskamp vertelt: “Ik ben op mijn vijftiende van school gehaald door mijn vader. Mijn eerste baantje was in een elektronicadumphandel. Ik heb geen enkele opleiding, maar door hard werken heb ik toch mijn jongensdroom waargemaakt en ben ik directeur geworden. Dat kon mede doordat ik onderweg in mijn loopbaan kansen heb gekregen van mensen die zagen wat ik in mijn mars had. Zulke kansen wil ik nu ook anderen bieden.” De twee ondernemers hopen ook andere mkb'ers te inspireren werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans te geven. “Wij beginnen altijd met een proefplaatsing, waarbij kandidaten met behoud van uitkering eerst twee maanden komen werken. Werkzoekenden die op die basis willen komen werken, zijn in elk geval uit het juiste hout gesneden. Maar ze moeten wel binnen het team passen. En dus hebben ook wij geen 100% score. De helft valt af. Soms klikt het niet met de collega's. Soms trekken ze het technisch niet. Want ook bij Quickwins ligt de lat hoog, we blijven wel een commercieel bedrijf.” Bron: De Telegraaf, 15-04-2014
In 3 maanden van UWV naar .NET-expert Een nieuw intensief re-integratietraject poogt mensen met een uitkering en schoolverlaters aan een baan tot .NET-expert te helpen. Een IT-achtergrond is niet noodzakelijk. NET-specialisten zijn veel gevraagd en lastig te vinden. RestartIT begint met het re-integreren van mensen met een WW-uitkering en jonge schoolverlaters. Vorig jaar riep de bemiddelaar eenzelfde project in het leven waarbij de intensieve voltijdsopleiding van 3 maanden volledig was gericht op de klassieke programmeertaal COBOL. Ditmaal gaat het om een veel modernere programmeeromgeving: Microsoft .NET. De bemiddelaar is samen met UWV en gemeenten op zoek naar werklozen en schoolverlaters voor de dotNET Academy. Zij moeten een gat in de arbeidsmarkt opvullen en kunnen ook instromen zonder het hebben van een IT-achtergrond. RestartIT, dat opereert vanuit Almere, zoekt ondertussen werkgevers die interesse hebben in de uitstroom van de opleiding, met name in het mkb. Het doel is dat de eerste opleidingen in mei 2014 van start gaan.
Het gebrek aan .NET-experts op de arbeidsmarkt moet worden bestreden, denkt RestartIT, dat de samenwerking aangaat met ROC Zadkine in Rotterdam en het Belgische Bitconsult, oprichter van een .NET Academy in België, Duitsland en Zwitserland. In drie maanden tijd worden deelnemers klaargestoomd. Na de eerste maand vakinhoudelijke kennis, zijn de laatste twee maanden gericht op de praktijk. Samenwerken, soft skills, tooling, projectmatig werken: alles komt langs. "Het instroomniveau van de .NET Academy is in principe gericht op bachelors Informatica, maar we zijn onder andere met Zadkine bezig om een tussenopleiding op te zetten die ook andere doelgroepen op het juiste niveau kan brengen voor instroming", legt initiatiefnemer Franklin Gutierrez van RestartIT uit. "Mensen worden alleen opgeleid als er concrete interesse is van werkgevers." Bron: Computerworld, 11 april 2014
Videobutler scheelt reiskosten 'Mensen met beperking zorgen voor ongestoorde vergadering' De manager gaat geen knoppen bedienen tijdens een videovergadering, is de ervaring van Remko Brilman (51) uit Landsmeer. ,,Hij wil een ongestoorde verbinding, zonder technische sores. Die service levert de Videobutler, overal ter wereld.'' Remko Brilman, directeur van Imotions in Amsterdam, heeft de Videobutler ontwikkeld. ,,Wij zijn uniek in de wereld met deze service'', zegt hij. De Videobutler is een chique naam voor een medewerker van Imotions. Hij zorgt er voor dat een vergadering van mensen op verschillende plekken op tijd start. Dat de camera op de deelnemers inzoomt, dat ze elkaar goed kunnen verstaan en dat ze een eventuele PowerPointpresentatie ongestoord kunnen bekijken. Imotions heeft zeven Videobutlers in dienst: zes mannen en een vrouw. Ze kunnen alles op afstand besturen.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
44
Brilman heeft voor deze functie speciaal gezocht naar mensen die aan huis zijn gebonden. ,,Ik kwam uit bij mensen met een fysieke beperking, die gedwongen thuis zitten. Onze Videobutlers zijn mensen met onder meer een dwarslaesie en de ziekte van Duchenne. Ze wonen van Joure tot Maastricht. Wij hebben bij hen thuis een werkplek ingericht.'' Brilman: ,,We slaan hiermee vele vliegen in één klap. Je geeft mensen met een handicap weer perspectief met een volwaardige baan. Ons bedrijf heeft medewerkers die zeer gemotiveerd en loyaal zijn. Dat stralen ze ook uit naar onze klanten. En onze klanten dragen de Videobutlers op handen.'' Brilman vermoedt dat hij mede om de sociaalmaatschappelijke insteek van de Videobutler de Ondernemersprijs van de Bedrijfsbelangen Vereniging Landsmeer verwierf. Ahold en UWV Werkbedrijf zijn twee klanten van naam. ,,Klanten wilden internationaal vergaderen. Maar na een tijdje kreeg ik teleurgestelde reacties. Managers en personeel konden niet met de apparatuur omgaan. Instructie werd wel gegeven, maar niet iedereen is geïnteresseerd. Technische kennis was daarom niet altijd aanwezig. De manager zelf wil niet weten welke knop hij in moet drukken om het geluid hard en zacht te zetten. Met als gevolg dat de apparatuur te weinig werd gebruikt.'' ,,Terwijl het fantastisch gereedschap is: alleen al voor besparing van reistijd en reiskosten. Je kunt enorme snelheid maken met communicatie. Als je een acuut probleem hebt in New York hoef je er niet naar toe, maar kun je via het beeldscherm de ander toch recht in de ogen kijken om te zien of hij de toewijzing uitstraalt die nodig is om het op te lossen.'' De Landsmeerder besloot zelf hulp te gaan bieden met de Videobutler. Als centrale spil verbindt hij vergaderaars in Nederland met de verste uithoeken ter wereld. Imotions kan grote netwerken neerzetten waarbij maximaal twintig locaties met elkaar kunnen worden verbonden. De Videobutlers brengen vele tientallen vergaderingen per dag tot stand. Ook een tweepersoonsvergadering kan met een applicatie op een laptop, ipad of smartphone profiteren van de service van Imotions. Brilman: ,,Dat is heel betaalbaar. Al voor een kwart tank benzine heb je een verbinding, inclusief hulp van de Videobutler.'' Bron: Noordhollands Dagblad, 19-02-2014
Randstad: kies voor omscholing Werklozen wachten te lang met het omzetten van de knop. Ze zoeken naar banen die er niet zijn. Ze kunnen zich beter omscholen. Deze oproep doet uitzendconcern Randstad. ,,Kijk naar kansen op de arbeidsmarkt en minder naar je wensen. Er is volop werkgelegenheid in ICT en in de Techniek. Die beroepsgroepen staan echter niet in de top vijf van werkzoekenden", aldus Marjolein ten Hoonte, directeur Arbeidsmarkt bij Randstad Nederland. Randstad onderzocht in welke beroepsgroepen de meeste vacatures beschikbaar zijn en in hoeverre dat overeenkomt met de vraag van kandidaten. Op nummer 1 in de behoefte-top-5 van het bedrijfsleven staan IT'ers. Vervolgens is er vraag naar verkopers, administratief personeel, engineers en installateurs. In de voorkeurs-top-5 van werklozen staat administratief werk op plaats 1, gevolgd door een onderwijsbaan, sociaal maatschappelijk werk, verkoop en management. ,,Blijf realistisch'', zegt Ten Hoonte. ,,Als je op zoek bent naar werk, kijk dan waar de kansen liggen. Zoek een realistische baan op weg naar je droombaan." In de praktijk blijken de kosten voor een omscholing een belangrijke hobbel. Met een omweg wil het soms ook lukken, tipt Ten Hoonte. ,,Als je niet gelijk binnen marketing en communicatie kunt werken, kijk dan eens of je administratief werk kunt doen bij bijvoorbeeld een reclamebureau. Zo kun je geld verdienen en ondertussen een netwerk opbouwen." Bron: Leeuwarder Courant, 25-02-2014
4.4.
Uitstroom uit de sector Informatie en communicatie
In opdracht van UWV heeft het CBS voor twintig sectoren een uitstroomprofiel opgesteld. Daarin wordt beschreven welke bestemming werknemers uit de sector Informatie en communicatie hebben gevonden: een baan in een andere sector, pensioen, uitkeringsgerechtigd, zelfstandig ondernemerschap et cetera. De gegevens hebben betrekking op 2000 en 2010. Tabel 25 17 toont de uitkomsten. De totale uitstroom is met bijna 40.000 in 2010 zeer omvangrijk en ligt boven het gemiddelde van alle sectoren bij elkaar. Waar de uitstroom in de andere sectoren is gekrompen (van 11 procent in 2000 tot 9 procent in 2010), ligt deze in de sector Informatie en communicatie op hetzelfde niveau: 19 procent. De uitstroom naar andere sectoren ligt boven het landelijk gemiddelde, maar is tussen 2000 en 2010 wel fors gedaald. De zakelijke dienstverlening en de groothandel zijn de grootste afnemers. De uitstroom naar de uitzendbranche is gedaald. De uitstroom naar een uitkering is stevig toegenomen. Vooral de uitstroom naar WW is fors gegroeid. Deze groei ligt boven het landelijk gemiddelde. De uitstroom naar een Arbeidsongeschiktheidsuitkering (AO), WWB (bijstand) en overige ligt onder het landelijk gemiddelde. Opvallend is de uitstroom naar zelfstandige. Deze is tussen 2000 en 2010 gegroeid en ligt nu boven het landelijk gemiddelde. De uitstroom naar pensioen is welliswaar gestegen maar ligt nog onder het niveau van de andere sectoren. Dit wijst op een minder vergrijsde sector.
17
De tabel laat de staus van een persoon zien op twee peilmomenten: voor verslagjaar 2010 een in 2010 en een in 2009. Tussen deze momenten kan de persoon meer dan een keer van positie zijn gewisseld (bijvoorbeeld werk-uitkering-werk)
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
45
Tabel 25: Uitstroomprofiel Informatie en communicatie: percentage uitstromers uit de sector Informatie en communicatie naar bestemming
Informatie en communicatie
Alle sectoren 18
Informatie en communicatie
Alle sectoren
Niveau t.o.v. alle sectoren
71%
61%
58%
54%
+
Herkomst
2000
Naar Andere sector
2010
Trend --
w.v. Zakelijke dienstverlening
20%
14%
Groothandel
11%
11%
-0
Uitzendsector
10%
6%
--
Naar student
2%
4%
3%
5%
--
+
Naar Uitkering
6%
11%
20%
18%
0
++ ++
w.v. WW
2%
3%
15%
10%
+
AO
1%
4%
1%
2%
-
0
Bijstand
0%
1%
1%
2%
-
++
Anders
2%
4%
3%
4%
-
+
0
--
Naar NUG/overig
16%
w.v. migrant
15% 4%
11% 3%
12% 3%
2%
0
-
Naar zelfstandigen
4%
4%
6%
4%
+
+
Naar pensioen/VUT
1%
4%
3%
6%
--
++
Totaal uitstroom
28.480
686.350
39.870
584.110
Als % werkgelegenheid
19%
11%
19%
9%
++
0
Bron: CBS (2012)
4.5.
De regio centraal
In tabel 26 wordt de omvang en de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de sector Informatie en communicatie naar regio getoond. Daarnaast laat tabel 26 naar arbeidsmarktregio zien of de sector Informatie en communicatie een kansrijke sector is of juist niet. Elke arbeidsmarktregio wordt op vijf variabelen vergeleken met (de ontwikkeling van) het landelijke gemiddelde: Het relatieve aandeel van de sector Informatie en communicatie in de werkgelegenheid in de betreffende arbeidsmarktregio; De ontwikkeling van de werkgelegenheid (aantal banen) 2009-2013; Toename/afname werkgelegenheid (aantal banen) 2014-2015; Het relatieve aandeel in de vacaturemarkt. Daarnaast wordt het aantal banen en het aantal vacatures uit 2013 per regio gepresenteerd. De legenda is als volgt:
Legenda kolom 3, 4, 5 en 6
Afwijking van het gemiddelde
Veel hoger dan gemiddeld Hoger dan gemiddeld Gelijk Lager dan gemiddeld Veel lager dan gemiddeld
Punten
3 1 0 -1 -3
Op basis van de vergelijking van de arbeidsmarktregio’s met het landelijke gemiddeld wordt dan in kolom 1 weergegeven of de sector Informatie en communicatie in de betreffende arbeidsmarktregio (heel) kansrijk is of juist niet. Hieronder wordt de legenda van kolom 1 weergegeven.
18
In het percentage ‘totaal’ is ook de sector ‘ onbekend’ meegenomen, de percentages naar sector (onderverdeling) zijn daarom lager dan het percentage ‘totaal’ .
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
46
Legenda kolom 1 Belang van de sector voor de regio
Punten
Heel kansrijk Kansrijk Gemiddeld Minder kansrijk Veel minder kansrijk
5 of hoger 2-4 -1 tot 1 -2 tot -4 -5 of lager
Tabel 26: Vergelijking arbeidsmarktregio met het landelijke gemiddelde op 4 variabelen: aandeel in werkgelegenheid, af-/toename periode 2009-2013, en af-/toename periode 2014-2015, aandeel in de vacaturemarkt (2013), sector Informatie en communicatie Aantal banen (x1.000, 2013) 9,4
Groningen
Aandeel in WG
Toe- of afname 2009-2013
Toe- of afname 2014-2015
Aantal vacatures (2013)
Aandeel in Vacatures
3,1%
-6,0%
-0,1%
687
4,0%
Friesland
3,7
1,5%
7,6%
0
317
2,3%
Drenthe
1,0
0,9%
-13,5%
-0,1%
88
2,1%
IJsselvechtstreek
3,2
1,4%
-10,4%
0,3%
499
3,7%
Twente
5,6
2,0%
2,0%
2,0%
665
4,6%
Stedendriehoek
6,4
2,3%
-14,3%
0,1%
701
3,4%
Midden-Gelderland
3,7
2,0%
14,2%
0,2%
552
4,0%
Food Valley
5,6
4,1%
0,8%
0,3%
277
3,2%
Zuid-Gelderland
3,0
2,2%
15,6%
-0,1%
411
4,8%
Achterhoek
1,5
1,3%
-14,4%
-0,6%
224
3,9%
Rivierenland
2,6
2,7%
-3,2%
0
358
4,3%
Flevoland Gooi- en Vechtstreek Midden-Utrecht
4,3
3,0%
-18,4%
1,0%
563
5,2%
12,5
11,8%
-11,6%
-0,3%
887
8,6%
30,4
6,4%
-14,3%
0,5%
3.149
7,0%
7,9
5,3%
-1,2%
0,2%
700
5,3%
3,7
1,5%
5,0%
0
533
3,2%
2,7
1,8%
10,8%
0
424
3,0%
1,4
1,3%
16,5%
0,2%
124
1,8%
Amersfoort Noord-Holland Noord ZuidKennemerland Zaanstreek/ Waterland Groot-Amsterdam
45,5
5,7%
2,5%
0,6%
5.521
7,5%
Holland Rijnland
4,7
2,2%
-0,4%
0
615
3,7%
Midden-Holland
2,7
3,0%
-8,4%
0,3%
372
6,4%
17,8
4,4%
-11,1%
0,3%
1.901
5,7%
Haaglanden Zuid-Holland Centraal Rijnmond
5,4
4,6%
16,9%
0,6%
400
4,5%
14,9
2,5%
-4,6%
0
1.757
3,7%
Drechtsteden
2,3
1,9%
10,7%
0,2%
230
3,0%
Gorinchem
1,0
1,7%
-8,8%
-0,4%
120
2,8%
Zeeland
1,3
0,9%
28,2%
0
330
1,7%
West-Brabant
4,5
1,5%
8,9%
0
785
3,2%
Helmond-De Peel
0,6
0,6%
-5,5%
0,4%
90
1,8%
Midden-Brabant
2,1
1,0%
17,4%
0
460
2,8%
Noordoost-Brabant
6,9
2,3%
-4,7%
0
824
3,5%
12,1
4,2%
5,6%
0,4%
1.237
5,5%
Noord-Limburg
1,2
0,9%
13,3%
-0,1%
163
1,9%
Midden-Limburg
1,1
1,1%
-8,8%
-0,2%
161
2,3%
Zuid-Limburg
5,6
2,3%
-11,5%
-0,2%
589
3,0%
Zuidoost-Brabant
Totaal
26.417 19
238.2
Gemiddeld
6.8
2,7%
0,1%
0,2%
755
4,5%
Bron: UWV (2014)
19
Exclusief onbekend
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
47
Gemiddeld zijn er per arbeidsmarktregio 6.800 banen in de sector Informatie en communicatie. De sector neemt daarmee een aandeel van bijna 3 procent van de regionale werkgelegenheid in. Een zeer positief beeld laten de volgende regio’s zien: Groot-Amsterdam, Zuid-Holland Centraal en Zuidoost Brabant. Een positief beeld laten daarnaast de volgende regio’s zien: Twente, Zuid-Gelderland, Flevoland, Gooi- en Vechtstreek, Midden-Utrecht, Amersfoort en West-Brabant. Minder kansrijk is de sector Informatie en communicatie voor de volgende regio’s: Groningen, Holland Rijnland, Rijnmond, Zeeland, Noordoost-Brabant en Noord-Limburg. En tenslotte veel minder kansrijk: Drenthe, IJsselvechtstreek, Stedendriehoek, Achterhoek, Gorinchem, Helmond-De Peel, Midden-Limburg en Zuid-Limburg. De overige arbeidsmarktregio’s laten een gemiddeld beeld zien. Het valt op dat er sprake is van clusters van gebieden waar het goed of juist minder goed gaat met de sector Informatie en Communicatie. Het midden van het land en segmenten van de Randstad laten een relatief gunstige ontwikkeling zien. Minder goed gaat het met de ICT-sector in het noorden, oosten en zuiden van Nederland. In onderstaande figuur worden de arbeidsmarktregio’s ingedeeld naar 4 posities: 1. Het werkgelegenheidsaandeel is bovengemiddeld, er is sprake van groei van de werkgelegenheid: koplopers. 2. Het werkgelegenheidsaandeel is bovengemiddeld, er is sprake van krimp van de werkgelegenheid; krimpers 3. Het werkgelegenheidsaandeel is kleiner of gelijk aan gemiddeld, er is sprake van groei van de werkgelegenheid: potentials 4. Het werkgelegenheidsaandeel is kleiner of gelijk aan gemiddeld, er is sprake van krimp in de werkgelegenheid: achterblijvers. Het spreekt voor zich dat de eerste groep de meeste marktkansen biedt. Groep 3 is aan te duiden als de groep arbeidsmarktregio’s met potentieel. Figuur 20: Arbeidsmarktregio’s ingedeeld naar 4 posities Groei werkgelegenheid
Krimp werkgelegenheid
WG-aandeel > gemiddeld
1 Food Valley Groot-Amsterdam Zuid-Holland Centraal Zuidoost Brabant
2 Groningen Flevoland Gooi- en Vechtstreek Midden-Utrecht Amersfoort Midden-Holland Haaglanden
WG-aandeel ≤ gemiddeld
3 Friesland Twente Midden-Gelderland Zuid-Gelderland Rivierenland Noord-Holland Noord Zuid-Kennemerland Zaanstreek/Waterland Drechtsteden Zeeland West-Brabant Midden-Brabant Noord-Limburg
4 Drenthe Ijsselvechtstreek Stedendriehoek Achterhoek Holland-Rijnland Rijnmond Gorinchem Helmond-De Peel Noordoost Brabant Midden-Limburg Zuid-Limburg
Bron: UWV (2014)
Naast de eerder genoemde 10 arbeidsmarktregio’s met (zeer) goede perspectieven liggen er dus ook arbeidsmarktkansen in Food Valley en in de nog niet genoemde arbeidsmarktregio’s in het derde kwadrant.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
48
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
49
5.
Conclusie
De sectorbeschrijving Informatie en communicatie laat zien dat de sector de komende jaren veel arbeidsmarktkansen biedt. De meeste kansen zijn er voor ICT-functies op hbo- en wo-niveau, maar ook functies op mbo4-niveau zoals netwerkbeheerder, ICT-beheerder en applicatie-ontwikkelaar bieden arbeidsmarktperspectief. De sectorbeschrijving maakt duidelijk, dat zonder aanvullend beleid er de komende jaren een tekort aan gekwalificeerder ICT’ers kan ontstaan. Het spreekt voor zich, dat dat schadelijk is voor onze economie. Het sectorplan ICT is in dit kader een welkome aanvulling. De instroom van gekwalificeerde jongeren en de omscholing van Ww’ers of andere uitkeringsgerechtigden kan dit tekort doen verkleinen. Belangrijk is ook is het gegeven dat heel veel niet-ICT functies ook vergen, dat de werknemer voldoende kennis heeft van ICT en ICT-ontwikkelingen. Hier ligt een groeimarkt, waarop de ICT-sector in de sfeer van dienstverlening adequaat kan inspelen. Het bijscholen van werknemers op het terein van ICT-kennis is de uitdaging waarvoor veel bedrijven, branches en sectoren zich gesteld zien. Bijscholen op het terrein van ICT-ontwikkelingen is ook binnen de ICT-sector daarmee van groot belang. De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel en bieden ons land gunstige werkgelegenheidsperspectieven, ook mondiaal gezien. Daarbij is van groot belang, dat deze perspectieven ook arbeidsmarktmogelijkheden bieden voor WW’ers die voor een ICT-beroep staan ingeschreven. Scholing van WW’ers in actuele en toekomstige ICT-ontwikkelingen kunnen de arbeidsmarktperspectieven helpen vergroten. Kortom, er zijn kansen en uitdagingen voor sociale partners om de sector sterker te maken. Deze perspectieven zijn weliswaar per arbeidsmarktregio verschillend, maar er zijn voldoende regio’s met potentieel om deze uitdagingen waar te maken.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
50
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
51
Bijlage I
1.
Sociale organisatie in de sector Informatie en Communicatie Cao’s
Er is in de ICT-sector slechts 1 branche-CAO, de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche, ofwel de ICK-CAO. Deze is evenwel niet algemeen verbindend verklaard. Daarom geldt de CAO in beginsel alleen voor de bedrijven die lid zijn van de werkgeversvereniging ICT, onderdeel van brancheorganisatie Nederland ICT. Aan de kant van de vakbonden is deze CAO getekend door FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en de Unie. De looptijd is van 1 januari 2014 tot 31 december 2014. Daarnaast kent de ICT-sector bedrijfs- CAO’s, zoals bijvoorbeeld RAET, Bull, Alcatel Lucent, Hewlett Packard en IBM.
2.
Brancheorganisaties
Nederland ICT Nederland ICT is de branchevereniging van ruim 550 ICT-bedrijven in Nederland. Met een achterban die bijna € 30 miljard omzet en meer dan 250.000 medewerkers telt, is Nederland ICT dé belangenbehartiger en vertegenwoordiger van de Nederlandse ICT-sector. Nederland ICT zet aanwezige expertise en kennis in om haar leden kansen en goede dienstverlening te bieden. Dit uit zich in initiatieven als:
marktstimulering krachtige stem bij bedrijfsoverstijgende belangenbehartiging individuele dienstverlening op het gebied van juridische en financiële vraagstukken en HRM financiële voordelen door middel van mantelcontracten groot netwerkplatform
Een bijzondere plaats binnen Nederland ICT wordt ingenomen door Stichting ICT Milieu en Werkgeversvereniging ICT. ICT Milieu (www.ictmilieu.nl) behartigt de milieubelangen van zo'n 300 bedrijven uit de ICTsector en is de spreekbuis van de sector als het op milieuzaken aankomt. Daarnaast heeft ICT Milieu de dagelijkse leiding over het ICT-inzamelsysteem, een logistiek systeem voor de gescheiden inzameling en verwerking van gebruikte ICT-apparatuur. Werkgeversvereniging ICT (www.wgvict.nl) behandelt alle onderwerpen die betrekking hebben op de CAO voor de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche (ICK-CAO) en het Bedrijfstakpensioenfonds van de ICK. Behalve belangenbehartiging, advisering en ondersteuning doet de Werkgeversvereniging ICT dienst als vraagbaak voor haar leden (ondernemingen die vallen onder de werkingssfeer van de ICK-CAO en het Bedrijfstakpensioenfonds van de ICK). De Werkgeversvereniging ICT levert deze diensten ook aan leden van Nederland ICT, die op vrijwillige basis hiervan gebruik willen maken. Lidbedrijven van Nederland ICT kunnen optioneel gebruik maken van de diensten van ICT Milieu en Werkgeversvereniging ICT. Meer informatie: www.nederlandict.nl
Dutch Hosting Provider Association (DHPA)
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
52
De stichting DHPA is een samenwerking van marktleidende hosting- en cloud providers en marktleidende leveranciers. De DHPA vertegenwoordigt een sector die in de afgelopen decennia is uitgegroeid tot een factor die van belang is voor de gehele economie. De Nederlandse online sector is één van de grootste ter wereld en faciliteert meer dan 20% van de gehele e-commerce omzet in Europa. De Dutch Hosting Provider Association (DHPA) streeft naar een verdere professionalisering van de hostingsector. Dit doet het onder meer door het verbeteren van het imago en de rentabiliteit van de sector. Het platform wil expertise en informatie uitwisselen en een aanspreekpunt en spreekbuis zijn voor media, politiek en andere partijen. Wat doet de DHPA? De DHPA activiteiten zijn gegroepeerd rond een viertal programma's: Imago: het profileren en promoten van de rol en betekenis van de hostingbranche, en het behartigen van de belangen van de deelnemers. Onderwijs: intensief samenwerken met het onderwijs, om ook op lange termijn verzekerd te zijn van kennis en kunde die van belang is voor de online sector als geheel. Vertrouwen: bijdragen aan het continue verbeteren van informatiebeveiliging en het bestrijden van cybercrime. Verbinden: het stimuleren van interactie tussen deelnemers, marktpartijen, overheid, belangenorganisaties en platforms. Meer weten: www.dpha.nl
De ICT Vereniging De ICT Vereniging is een brancheorganisatie van MKB ICT-dienstverleners. De leden zijn bedrijven bestaande uit tenminste 10 werknemers, zijn financieel gezond en voldoen aan een aantal toelatingscriteria. De ICT Vereniging dient voor deze bedrijven als businessplatform, nieuws-, en informatiecentrum. De focus ligt op het creëren van een gezonde omgeving om als MKB ICT bedrijven integer en veilig met elkaar zaken te doen, te groeien, gezamenlijk kansen te benutten en de MKB ICT-belangen te behartigen bij de overheid en het grootbedrijf. De ICT Vereniging adviseert, lobbyt en organiseert kwaliteitszorg middels opleidingen, thema netwerkevenementen en gedragscodes. Bovendien biedt De ICT Vereniging interessante kortingen voor haar leden door inkoopbundeling. Activiteiten van De ICT Vereniging zijn onder meer: • Een omgeving bieden waarin veilig en integer kan worden samengewerkt door middel van standaard contracten, gedragscode, ballotagecommissie, klachtencommissie en financiële checks. • Jaarlijkse controle op kwaliteit en continuïteit van de leden • Gedragscode en kwaliteitslabel ter versterking van de professionaliteit van MKB ICT-dienstverleners. • Bieden van een hoogwaardig netwerkplatform. • Sluiten van mantelovereenkomsten die inkoopvoordelen bieden voor de leden. • Gezamenlijk tenderen op grote overheidsopdrachten. • Belangenbehartiging en optreden als gesprekspartner voor overheidsinstanties en organisaties. • Marktonderzoek en visieontwikkeling. • Faciliteren van opleidingen. Meer weten: www.deictvereniging.nl
VOI De Vereniging van Opleidingsinstituten voor ICT (VOI – opgericht 1982) bestaat uit gerenommeerde opleidingsinstituten in de ICT branche. Alleen opleiders die voldoen aan de door de VOI gestelde kwaliteits- en continuïteitseisen kunnen lid worden van de VOI. Jaarlijks worden de leden getoetst of zij nog aan deze eisen voldoen en ontvangen op basis daarvan het stempel ‘VOI erkend’. De VOI biedt zeven garanties: Gecertificeerde en gekwalificeerde opleidingsinstituten Heldere voorwaarden, oog voor continuïteit en veiligheid Kwaliteit in trainingsaanpak, docenten, leermethoden, hulpmiddelen en materialen
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
53
Complete opleidingstrajecten inclusief certificeringen Training met officiële leermethodieken en oog voor nieuwe ontwikkelingen Aansluiting op de praktijk en daadwerkelijk rendement voor uw organisatie Evaluatie van iedere training Bovendien kent de VOI een onafhankelijke geschillencommissie en een garantiefonds. De VOI erkenning geeft de garantie dat de afnemer te maken heeft met één van de beste ICT-opleidingsinstituten van Nederland.
3.
Beroepsorganisaties
CIO Platform Nederland
Het CIO Platform Nederland is de onafhankelijke vereniging van CIO’s en IT directeuren van private en publieke organisaties in Nederland. Richtlijn voor de aangesloten bedrijven en organisaties is een omzet van meer dan € 500 miljoen op jaarbasis en/of een ICT budget van > € 25 miljoen. De CIO is de ‘ondernemer’ binnen de eigen organisatie die de meerwaarde van de inzet van Informatie Technologie voor de organisatie op creatieve wijze wenst te vergroten. Hij laat in woord en daad zien hoe je meerwaarde en rendement haalt uit ICT investeringen en welke bijdrage ICT levert aan de eigen organisatie. Anders gezegd, ICT goed gebruiken om de concurrentie voor te blijven en de kansen van de business te vergoten. Kenmerk van deze groep topmanagers is dat zij allemaal eindverantwoordelijk zijn voor de inzet van ICT in productiebedrijven, overheidsorganen, bank- en verzekeringsbedrijven, nutsbedrijven, et cetera. Organisaties dus, die ICT dienstverlening niet als core-business hebben, maar wel van ICT afhankelijk zijn. De bijdrage die het CIO Platform Nederland hierin levert staat steeds in directe relatie tot het belang van de aangesloten bedrijven en organisaties. Meer informatie: www.cio-platform.nl
NGI-NGN Het Ngi-NGN is de Nederlandse beroepsvereniging van en voor ICT-professionals en -managers, een onafhankelijk platform waar ruim 2.500 leden hun kennis verdiepen en hun netwerk onderhouden. Het Ngi-NGN biedt de mogelijkheid om alle ontwikkelingen op ICT-gebied goed bij te houden, kennis te verdiepen en het netwerk te onderhouden. De leden van het Ngi hebben toegang tot inhoudelijke evenementen, zoals lezingen, seminars en congressen.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
54
De activiteiten op een rij: • Toegang tot Ngi-NGN evenementen Tijdens deze evenementen houden sprekers lezingen over de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied. Ieder Ngi-NGN lid is automatisch lid van een regio, zodat kennis en bijeenkomsten dicht bij huis beschikbaar zijn. Voor kennis in een bepaald vakgebied kunnen leden zich ook aanmelden voor één of meerdere afdelingen. • Toegang tot netwerk van ICT-professionals Het Ngi-NGN houdt veel lezingen, congressen en seminars regionaal, om in contact te komen met collega ICT-professionals en goeroes op specifieke vakgebieden. • Abonnement op het maandblad “Informatie” Het Ngi is samen met haar Belgische zustervereniging SAI en Sdu Uitgevers eigenaar van het toonaangevend maandblad “Informatie”. Hierin kunnen publicaties over de meest recente ICT ontwikkelingen worden aangetroffen. Leden van het Ngi ontvangen “Informatie” gratis. • Jaarcongres Jaarlijks organiseert het Ngi een jaarcongres over een spraakmakend en actueel thema. Dit congres is gratis voor Ngi-NGN leden en is een unieke kans om makkelijk nieuwe vakgenoten te leren kennen. • Forse kortingen bij relaties van het Ngi-NGN Ook buiten de gratis evenementen ontvangen leden forse kortingen op externe commercieel congressen, Ngi-NGN boeken, trainingen en opleidingen. • Informatie Scriptieprijs Ieder jaar looft het vakblad “Informatie”, in samenwerking met het Ngi-NGN en het SAI drie geldprijzen uit voor de beste scripties op het gebied van zinvolle toepassing van het werkgebied informatica- en informatiemanagement. • Toegang tot een kennisportal van “Informatie” Informatie is de combinatie van thematisch maandblad en website voor en door IT-professionals en – managers. Leden hebben via de website toegang tot een elektronisch archief. Hierin zijn rapporten en hoogwaardige artikelen, rapporten en publicaties op het gebied van Informatiewetenschappen, technologie en Management te vinden. Ngi-NGN bedient hiermee drie doelgroepen: • ICT-professionals en –managers (zie hierboven) • ICT-studenten Voor het Ngi-NGN zijn studenten een interessante en waardevolle doelgroep en voor de studenten is het Ngi een waardevolle entree in de ICT-wereld. Het jongerenplatform biedt de mogelijkheid om in contact te komen en ideeën uit te wisselen met andere studenten en young professionals. De activiteiten richten zich op het netwerken, de carrière en kennisoverdracht. Studenten kunnen via het Ngi een relatie leggen naar de praktijk, bijvoorbeeld door middel van afstudeer- en scriptieonderwerpen en stages. Studentlidmaatschap is gratis en daarmee krijgt de student dus ook het blad “Informatie” gratis. • Bedrijven Bedrijven zijn bezig met kennisontwikkeling binnen hun organisatie. Het Ngi-NGN kan hierbij een bijdrage leveren. Zonder dure opleidingen en cursussen kunnen medewerkers zichzelf ontplooien door het bijwonen van inhoudelijke evenementen van het Ngi (permanente educatie). Hiervoor heeft het Ngi-NGN een speciaal concept voor collectief lidmaatschap opgezet met aantrekkelijke kortingen. Meer informatie: www.ngi-ngn.nl
NOREA, de beroepsorganisatie van IT-auditors in Nederland
NOREA beheert het register van gekwalificeerde IT-auditors (RE = 'register EDP-auditor'). Het geeft aan opdrachtgevers en derden de mogelijkheid om vast te stellen of iemand op grond van zijn opleiding en ervaring heeft voldaan aan de eisen die door de beroepsorganisatie worden gesteld. Daarnaast heeft de beroepsorganisatie de volgende doelstellingen:
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
55
bevorderen van de kwaliteit van de beroepsbeoefening; het bevorderen van de ontwikkeling van het vakgebied; het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de leden.
Organisatie De NOREA-organisatie bestaat uit een aantal formele bestuursorganen, raden, commissies en werkgroepen. Deze worden ondersteund door een professioneel stafbureau.
Algemene Vergadering Het hoogste orgaan binnen de Orde is de Algemene Vergadering waarin conform de Statuten door registerleden besluiten worden genomen over beleid, financiën, reglementen en richtlijnen van de NOREA. De Algemene Vergadering benoemt de leden van het bestuur, de Raad van Advies en de Raad van Tucht.
Bestuur Het bestuur van de NOREA heeft de leiding van de Orde. Het bestuur is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de besluiten van de Algemene Vergadering en alle overige activiteiten in het belang van de NOREA en haar leden. Het bestuur benoemt de leden van alle commissies, raden en werkgroepen met uitzondering van de Raad van Advies en de Raad van Tucht.
4.
Vakbonden
FNV Bondgenoten
De ICT-sector is een relatief nieuwe sector waarin nu zo'n 240.000 werknemers werkzaam zijn. De arbeidsverhoudingen ontwikkelen zich voordurend, en verschillen per bedrijf sterk. Er is een sector-cao, de ICK-cao die niet algemeen verbindend is verklaard en daarom alleen geldt voor de bedrijven die lid zijn van de werkgeversvereniging ICT. Daarnaast zijn er enkele ICT bedrijfs-cao's veelal bij grote bedrijven. De meeste andere bedrijven werken met individuele arbeidsovereenkomsten of spreken deze af met de ondernemingsraad. FNV Bondgenoten is, als grootste bond binnen de ICT-sector, erg actief. Niet alleen op het vlak van de arbeidsvoorwaarden , maar ook met vraagstukken waarmee de medewerkers binnen de ICT-sector te maken hebben. We noemen hierbij RSI , maar ook outsourcing en het verplaatsen van werk naar het buitenland horen hierbij. Meer informatie: www.fnvbondgenoten.nl
De Unie
De Unie speelt al jarenlang een toonaangevende rol in de ICT-ector, zowel op collectief als individueel niveau. De Unie is onder meer onderhandelingspartij bij de branche-cao voor hardware- en kantoortechnologie bedrijven (ICK-CAO) en diverse ondernemings-cao’s (Getronics, Ericsson, Raet, enz.). Daarnaast neemt De Unie deel aan het platform voor ondernemingsraden in de ICT-sector (ITOP) en is het vertegenwoordigd in diverse besturen van ondernemingspensioenfondsen en in het sectorpensioenfonds (ICK). Reorganisaties zijn aan de orde van de dag, zeker in de ICT-sector. Voor de belangenbehartiging van leden is De Unie betrokken bij de sociaal plannen van onder andere Getronics, Hewlett Packard/EDS, Raet, Ericsson. Daarbij is het uiteraard van belang om, naast goede afspraken over financiële vergoedingen, ook aandacht te hebben voor ‘van werk naar werk’ regelingen (opleiding, herplaatsing en outplacement). De wereld wordt steeds kleiner en grenzen vervagen. Zeker ook in de ICT-sector. Binnen internationale IT-bedrijven worden de echt belangrijke besluiten in het buitenland genomen. De internationale samenwerking tussen vakorganisaties wordt dus steeds belangrijker. Daarom is De Unie aangesloten
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
56
bij UNI Global Union. UNI is een wereldwijd samenwerkingsverband van ongeveer 900 vakbonden met samen meer dan 20 miljoen leden. Binnen deze organisatie is een aparte IT & Services sectie. Meer informatie: www.unie.nl
CNV Dienstenbond
Het Christelijk Nationaal Vakverbond heeft als taak de belangen van mensen te behartigen op het gebied van werk en inkomen. Met een open, deskundige en persoonlijk betrokken stijl werkt de CNV Dienstenbond primair voor CNV-leden. Het CNV vindt inspiratie in het christelijk sociaal denken dat zijn wortels heeft in het evangelie. Van daaruit gelooft de bond dat ieder mens als streven en doel heeft om ‘tot bestemming te komen’. In onze prestatiegerichte en steeds complexere samenleving wil het CNV hieraan bijdragen door mensen weerbaar en wendbaar te maken bij het verrichten van werk. Dit zowel op materieel als immaterieel gebied. Het CNV streeft naar een samenleving waarin mensen zoveel mogelijk gelijke kansen hebben en duurzaamheid een centraal begrip is. Medewerkers, vrijwilligers en leden van het CNV wenden hun talenten aan om deze idealen om te zetten in diensten op maat, aansprekende producten en opvallende acties. Om dit te bereiken voert het CNV een permanente dialoog met de leden, de samenleving en internationale organisaties op het gebied van mens en werk. Het CNV wil een herkenbare beweging zijn en blijven. Voor iedereen die zich inzet voor het CNV wil het een inspirerende en uitdagende omgeving vormen waarin ieder zijn talenten kan ontwikkelen. Meer informatie: www.cnvdienstenbond.nl
5.
Kennisinstituten
Stichting CA-ICT Stichting Centrum Arbeidsmarktvraagstukken ICT heeft tot doel de employability van de sector en de werknemers in de sector te verbeteren en daarmee de concurrentiekracht van Nederland te vergroten. Zij doet dit sinds 1997 door het stimuleren van werkgelegenheidsprojecten, bedrijfsopleidingen, omscholing en herplaatsing. Financiering gebeurt door middel van subsidies vanuit het Europees Sociaal Fonds en vanuit eigen middelen. In het bestuur van de Stichting zijn werkgevers, werknemers en belangenverenigingen vertegenwoordigd.
Sinds de oprichting in 1997 tot heden heeft CA-ICT haar bestaansrecht meer dan waar gemaakt. Als geen andere organisatie in Nederland heeft zij de ICT-sector een financiële impuls weten te geven die substantieel en duidelijk merkbaar was in de resultaten van ICT-ondernemingen. Circa 180 miljoen Euro ESF subsidie is via CA-ICT verstrekt aan de sector. Daarnaast heeft CA-ICT uit eigen vermogen ruim 3 miljoen beschikbaar aan bedrijven die initiatieven tonen die leiden tot employability-verbetering in de ICT-sector.
Visie
Binnen afzienbare tijd zullen grootschalige-laagwaardige en kleinschalige-hoogwaardige ICTactiviteiten zich concentreren rond lage lonen landen ten koste van de employability in de ICT-
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
57
sector in Europa. Europa zal hierop moeten anticiperen door upgrading van functie-inhoud en ontwikkeling van (potentiële) werknemers in de ICT-sector en daaraan verwante functiegebieden.
Doelgroepen
CA-ICT richt zich in de eerste plaats op de sector, in de tweede plaats op het vakgebied en in de derde plaats op professionele en intensieve gebruikers in het ICT-veld. Voor de ICT-doelgroepbepaling volgt CA-ICT primair de lijst met ICT-gerelateerde ondernemingen zoals opgesteld door Nederland ICT.
Middelen
De subsidies die CA-ICT aanvraagt en uitkeert worden beschikbaar gesteld door de Nederlandse Overheid, meestal via het Ministerie van SZW, of door de Europese Unie via het Europees Sociaal Fonds (ESF). De sponsoring die CA-ICT kan doen in werkgelegenheidverbeterende projecten waar geen subsidie voor verkrijgbaar is wordt betaald door CA-ICT zelf vanuit haar reserves. Deze zijn ontstaan door de bijdragen die organisaties leveren aan CA-ICT in ruil voor het werk dat CA-ICT voor hen doet met betrekking tot het aanvragen en realiseren van overheidssubsidies.
ECABO
ECABO is het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen. Ongeveer twee miljoen Nederlanders werken in deze beroepen. Tien procent van de jongeren is ervoor in opleiding. ECABO is een van de 17 kenniscentra die ons land telt. ECABO staat voor een arbeidsmarkt ‘in balans’. Missie Een arbeidsmarkt in balans is geen vanzelfsprekendheid. Om het huidige niveau van welvaart en welzijn te behouden én te versterken, moeten we in Nederland blijven beschikken over goed opgeleid personeel. Vanuit deze visie legt en onderhoudt ECABO verbindingen tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven, met als missie 'een essentiële bijdrage te leveren aan de instroom van voldoende en goed opgeleide medewerkers voor de economisch-administratieve, ict-, en veiligheidsberoepen'. Bijzonder is de nauwe verbondenheid met ROC’s, werkgevers- en werknemersorganisaties via Sectorraden. Zo is er ook een Sectorraad ICT, waar partijen met elkaar overleggen over actuele en toekomstige ontwikkelingen en de invloed daarvan op de inhoud van opleidingen en beroepscompetenties. Wet educatie en beroepsonderwijs De Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en de daarmee samenhangende bekostiging door het Ministerie van OCW bepalen de wettelijke taken van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven voor het middelbaar beroepsonderwijs. Deze wettelijke taken zijn, samengevat: Het ontwikkelen en onderhouden van een landelijke kwalificatiestructuur, gericht op de aansluiting tussen het aanbod van beroepsonderwijs en de maatschappelijke behoefte daaraan. Zorgen voor voldoende kwalitatieve leerbedrijven die de beroepspraktijkvorming verzorgen. Het bevorderen van de kwaliteit van de plaatsen waar beroepspraktijkvorming wordt verzorgd. Het ontwikkelen van voorstellen over welke beroepsopleidingen voor een rijksbijdrage in aanmerking zouden moeten komen. Private activiteiten worden zonder winstoogmerk ondernomen in samenhang met en ter versterking van de publieke taken. ECABO publiceert op de website www.ecabo.nl arbeidsmarktinformatie over specifieke beroepen op mbo-niveau in de sector ICT en Media. Meer informatie op: www.ecabo.nl
6.
Handige links
www.ICTergezocht.nl www.werk.nl www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie www.monsterboard.nl/ICT www.nationalevacaturebank.nl http://www.alleictvacatures.nl
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
58
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
59
Bijlage II
Verslag paritaire sectortafel Informatie en communicatie
Op 18 februari 2014 namen 23 deskundigen deel aan de paritaire sectortafel Informatie en communicatie. Het was een geanimeerde bijeenkomst, die veel input opleverde voor deze sectorbeschrijving. Als eerste kwam de afbakening aan de orde: waar hebben we het over als we het over ICT hebben? We spreken zowel over ICT als sector als over ICT-beroepen die in diverse sectoren voorkomen. De bespreking ging in mindere mate over de impact van automatisering en digitalisering op andere dan ICT-functies, zoals veranderingen in functiegebouw en functieprofiel.
Economische en technologische ontwikkelingen ICT: de ontwikkelkant De deelnemers waren van mening, dat de ICT-ontwikkeling de kern van de ICT-sector blijft, terwijl advies en applicatiebeheer taken zijn die in alle sectoren voorkomen. De ICT-sector richt zich meer op ontwikkeling en verkoop van nieuwe producten (commodities) zoals de cloud. Technologische ontwikkelingen gaan razendsnel, wat betekent dat de eisen die aan de kwaliteit van informatievoorziening worden gesteld en daarmee ook de gevraage competenties ‘meegroeien’. Vooral het verkoopelelement is de laatste jaren steeds meer op voorgrond getreden, de klantgerichtheid toegenomen. De drijfveer hierachter is om concurrentievoordeel te bereiken en te behouden. De sector wordt hierdoor ook commerciëler in het business model. Na offshoring, is nearshoring en reshoring nu in zwang, met name van de maakindustrie (ontwerpen). Zelfs is ook (weer) sprake van onshoring, juist door ICT-mogelijkheden die immers grensoverschrijdend zijn.
ICT: de gebruikerskant Als gevolg van technologische ontwikkelingen heeft steeds meer consumentenapparatuur een ICTcomponent: iedereen is ICT-consument. Dit vraagt een samenleving waarin zowel de producent als de consument over ICT-vaardigheden beschikt. Het imago van ICT in Nederland is niet conform de werkelijkheid anno 2014: het beeld is verouderd (jaren ’80) en het beeld is dat van een mannenberoep. De start van imagoverbetering ligt bij de politiek en beïnvloeders van scholieren. We kunnen veel leren van Scandinavische landen, Duitsland, Frankrijk, VS en Japan waar het imago eigentijdser is en minder seksespecifiek. ICT heeft ook steeds meer een juridische kant. Daarbij gaat het om zaken als bijvoorbeeld privacy, gebruik van data, analyse van klantwensen en andere. Deze juridische rol in het internationaal dataverkeer wordt steeds belangrijker en daarmee ook juridische ICT-functies die hiermee samenhangen.
Arbeidsmarkt kwantitatief ICT: de ontwikkelkant Het tempo van kennisontwikkeling is hoog, wat continue krapte in ICT-(applicatie)ontwikkeling betekent. ICT-ontwikkeling genereert in het kielzog werk voor het grootschalig toepassen van nieuwe ICTapplicaties. Ook hierin zijn tekorten zichtbaar, omdat kennis razendsnel veroudert. Het is dan ook zaak ook voor iemand die tijdelijk buiten arbeidsproces is, om kennis bij te houden: de ICT’er is hier zelf verantwoordelijk voor (employability).
ICT: de gebruikerskant Omdat iedereen ICT-consument is, is het zaak te anticiperen op tekortberoepen waarin ICT-vaardigheden een steeds grotere rol spelen (bijv elektromonteur) en waarin communicatievaardigheden steeds belangrijker worden (vertalen naar de consument, voorbeeld electrosylist). Tevens is er de maatschappelijke noodzaak om iedereen ICT vaardigheden bij te brengen die relevant zijn voor het functioneren in de maatschappij en op de arbeidsmarkt (voorkomen digibeten).
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
60
Consequenties voor opleidingen: Het zorgen voor voldoende en gekwalificeerde aanwas van ICT-ontwikkelaars is een belangrijke uitdaging voor scholen. Daarbij is ook de aandacht voor het bijhouden van vakkennis dringend gewenst. Op langere termijn zien de deskundigen de volgende uitdagingen: meer flexibiliteit in het onderwijs (huidig tempo curriculumontwikkeling (mbo)scholen is ca. 8 jaar): ook halffabricaat kan een oplossing zijn; wens tot een kwalificatieprofiel voor ontwikkelaars op niveau 5 (Associated Degree). Op korte termijn: springt private sector in de ontstane lacune, bijv. Intothesource.com; zijn er meer in-house opleidingen voor omscholing, bijvoorbeeld in Amsterdam; kan de oplossing ook liggen in distance learning i.c. om zo bij- en omscholing laagdrempeliger te maken; is de kritische succesfactor bij omscholing peer pressure om zo (werkloos) werkzoekenden fit te houden voor arbeidsmarkt.
Arbeidsmarkt kwalitatief: (functiegebouw en –inhoud en opleiding) Harde functie-eisen ICT en de ICT-sector is innovator van kennis. Dit vraagt om personen die zowel technisch als conceptueel kunnen denken, die de voorhoede vormen van voortdurende innovatie én voortdurende waardeverhoging. Dit betekent volgens de deskundigen hbo-niveau en projectmatig kunnen werken als functie-eisen. Banen op wo-niveau nemen af (te theoretisch) en banen op mbo-3&4-niveau nemen ook af (upgrading van functie-eisen). Gevolg is dat de getalenteerde mbo-plusser zich ontwikkelt tot hbo-niveau en dat de wo-er in een hbo-baan stapt: de verdringing neemt op alle niveaus toe. De consument wordt steeds meer ICT-consument. Dit vraagt om mensen die de technische functionaliteiten kunnen vertalen naar de consument. Bijvoorbeeld de CV-installateur: dat is meer en meer een elektrotechnische vakman of -vrouw met ICT-kennis. De banen op mbo-1&2-niveau verbreden zich tot combinatiefuncties: beveiliging ICT; telecom ICT; zorg ICT etc. Dit betekent een veelzijdigere ICT’er op mbo-2-niveau. Certificering en accreditering worden belangrijker.
Zachte functie-eisen / competenties In ICT-beroepen is het vermogen om kennis te blijven absorberen én om het kennisnetwerk te realiseren van belang om het veranderingstempo te kunnen volgen. Dit vergt ondernemerschap, weerbaarheid en de mindset om je te blijven ontwikkelen. De contractvorm (zzp, loondienst, detachering) is niet bepalend, maar wel de attitude van een ICTontwikkelaar: employability. Dit geldt zowel voor ICT-ondernemers als voor grassroots/kunstenaars. De uitdaging voor de medewerker is om veroudering van kennis te voorkomen.
Consequenties voor onderwijs&opleiden: De waardering van het opleidingsniveau loopt inmiddels niet meer parallel met de feitelijke én de arbeidsmarktrelevantie van de opleiding; volgens de deelnemers is het tijd voor aanscherping van de waardering van opleidingen. ICT op mbo-niveau bijvoorbeeld heeft feitelijk een hoger niveau, wat ook nodig is gezien de toenemende functie- en competentie-eisen. Vanwege de snelle technologische ontwikkeling is het zaak om het adaptief leervermogen al in het basisonderwijs te integreren: zorg dat ICT tot de basisvaardigheden van een leerling behoort. Dit betekent bijvoorbeeld ook dat ICT als apart vak tot de verleden tijd behoort: het is juist zaak om ICTkennis en -vaardigheden te integreren in alle vakken (voorkomen van verkokering). Wat ICT beroepsopleidingen betreft zijn de vaardigheden minstens zo belangrijk als de kennis. Bovendien moet het curriculum wendbaar zijn om het tempo van snelle ICT-ontwikkeling kunnen bijbenen: richt opleidingen meer in op plaatsingsperspectief. De ideale curriculumvorm is bijvoorbeeld de T-shape: standaard ICT-competenties en kernskills (communicatie; LifeLongLearning; ondernemerschap; leervermogen) behoren tot de onderbouw of propedeuse. De specialisatie in domeinkennis volgt in de bovenbouw. Automatiseringsprocessen hebben invloed op het totale functiegebouw: alle lagen van het functiegebouw krijgen te maken met ICT: elke werknemer zal over adequate ICT-vaardigheden moeten beschikken.
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
61
Deelnemers Naam organisatie
Naam deelnemer
HBO-I
Trijntje van Dijk
CA-ICT
Louis Spaninks
KK-ICT
H. Brink
Orange Tribes
M.J. Vermeulen
Koning en Hartman
Wim Janssen
Summacollege
R. Luijsterburg
Econ Zaken gem A’dam
Natasja vd Geest
Amsterdam Economic Board
Willem Koenen
ROC van Amsterdam
L.J. Visscher
Nederland ICT
Ivo Paulissen
DHPA
M. Steltman
HN management
Hans Nieuwenhuis
Into the source
D. Decker
EBU
J.A. Hoving
UWV
Marieke Duijndam
UWV
Alessandra Desoff
UWV
Marije Renema
UWV
Albert Bergers
UWV
Kees van Uitert
ECABO
David Picavet
ECABO
Hans Blankendaal
ECABO
Mike van Mechelen
ECABO
Wim Streumer
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
62
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
63
Bijlage III
Literatuurlijst
ABN-AMRO (2013), Sectorupdate TMT ABN-AMRO (2013), Visie op technologie, media en telecom CA ICT (2014), Sectorplan ICT ECABO (2014), Monitor Arbeidsmarkt en Beroepsonderwijs 2013-2018 ECABO (2014), Kerngegevens arbeidsmarkt en onderwijs, kwalificatierichting ICT en media ECABO (2013), Perspectief op werken en leren in de ICT en Media EIM (2013), Ondernemen in sectoren, sector ICT ING (2013), Jaarbericht software en services Nederland ICT (2013), ICT Marktmonitor 2013 Nederland ICT (2014), ICT Marktmonitor 2014 Rabobank (2013), Thema update ICT ROA (2013), Arbeidsmarkt naar opleiding en beroep 2018 SEO (2013), Studie en Werk 2013 UWV (2014), Arbeidsmarktprognose 2014-2015 UWV (2013), Arbeidsmarktprognose 2013-2014, met een doorkijk naar 2018 UWV (2014), Vacatures in Nederland 2013 UWV (2014), Kansrijke beroepen, waar is de arbeidsmarkt krap?
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
64
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
65
Colofon
Uitgave UWV Afdeling arbeidsmarktinformatie en -advies
Postadres Postbus 58285 1040 HG Amsterdam
Inlichtingen Tel. 06-22947956
Redactie Kees van Uitert Mechelien van der Aalst
Disclaimer Alles uit deze uitgave mag worden overgenomen, graag zelfs, maar gebruikt u wel de bronvermelding. UWV © 2014
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
66
Einde rapport
Sectorbeschrijving Informatie en Communicatie
67