LEERPLICHT VERSLAG SCHOOLJAAR 2010-2011
Leerplichtambtenaar gemeente Midden-Delfland
1
I Inleiding en Leerplichtwet 1969
Inleiding Geschoolde mensen zijn nodig om de kwaliteit van de maatschappij en van de democratie in stand te houden. De samenleving investeert veel in de scholing van de opgroeiende jeugd. Om het recht van onderwijs te waarborgen is in 1969 de Leerplichtwet vastgesteld. In 1994 is deze wet grondig herzien, maar de naam Leerplichtwet 1969 is blijven bestaan. In 2007 heeft er een aanpassing plaatsgevonden. De kwalificatieplicht is opgenomen in de Leerplichtwet 1969. De volledige leerplicht vangt aan op de eerste schooldag van de maand, volgend op de maand waarin de jongere vijf jaar is geworden en eindigt aan het einde van het schooljaar waarin de jongere 16 jaar geworden is of wanneer er 12 volledige schooljaren zijn doorlopen. Een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli. Tot je 18e verjaardag ben je kwalificatieplichtig. Dit houdt in, dat een jongere verplicht is ingeschreven te staan op een school of instelling zolang hij of zij geen startkwalificatie heeft. Een startkwalificatie is een havo of vwo diploma of minimaal een MBO niveau 2 diploma. Het toezicht op naleving van de Leerplichtwet 1969 is opgedragen aan burgemeester en wethouders. Het college heeft als belangrijkste taken: 1. het bijhouden van een leerplichtadministratie; 2. het onderzoeken van het ongeoorloofd schoolverzuim; 3. toekennen vervangende leerplicht; 4. in bijzondere gevallen vrijstelling verlenen; 5. het jaarlijks uitbrengen van een verslag aan de gemeenteraad over het in de gemeente gevoerde leerplichtbeleid in het afgelopen schooljaar.
Werkwijze Voor het uitvoeren van het toezicht op naleving van de Leerplichtwet 1969 hebben burgemeester en wethouders in januari 2004 de leerplichtambtenaar beëdigd voor die taak. Het toezicht dient het karakter te dragen van maatschappelijke zorg. De leerplichtambtenaar heeft tot taak hulp te verlenen indien de jongere door (dreigend) schoolverzuim en/of voortijdig schoolverlaten in zijn vorming en ontplooiing wordt belemmerd. De leerplichtambtenaar heeft een controlerende (is iedereen op een school of instelling ingeschreven), een zorgende (verwijzen naar de juiste hulpverlening) en een handhavende (opmaken proces-verbaal) taak. Hiervoor heeft het college de instructie voor de leerplichtambtenaar vastgesteld. In deze instructie is de positie van de leerplichtambtenaar vastgelegd. In april 2005 is de leerplichtambtenaar beëdigd als buitengewoon opsporingsambtenaar, zodat deze gerechtigd is in voorkomende gevallen tot het opmaken van proces-verbalen. De bevoegdheid geldt voor vijf jaar. In september, oktober 2009 heeft de leerplichtambtenaar wederom examen gedaan en verlenging voor 5 jaar van de bevoegdheid verkregen. Om te waarborgen dat alle jongeren aan het onderwijs deelnemen, dient een leerplichtadministratie bijgehouden te worden. Vanaf schooljaar 2009-2010 wordt hiervoor gebruikt de applicatie CAREL (centrale administratie rmc en leerplicht) van Eljakim Information Technology b.v. De applicatie wordt door verwerking van dagelijkse mutaties vanuit het gemeentelijk basisadministratie betreffende de doelgroep actueel gehouden. De actualiteit van de schoolloopbanen wordt onderhouden door wekelijkse bestanden vanuit Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO/voorheen IB groep) te importeren. 2
In de leerplichtadministratie vindt de verwerking van de in- en uitschrijvingen van de scholen plaats. Een goed bijgehouden leerplichtadministratie is één van de bouwstenen om het toezicht op naleving van de Leerplichtwet 1969 te waarborgen. Op dit moment werkt het systeem betreffende mutaties en interventies naar behoren. Het verkrijgen van cijfers ten behoeve van de rapportages is nog een punt van aandacht. Door alle betrokkenen wordt hard gewerkt om de cijfers op een veilige manier te genereren. Verwijsindex Vanaf januari 2010 werkt de regionale verwijsindex Haaglanden. Bij zorgelijk verzuim is de leerplichtambtenaar bevoegd om hierin een signaal betreffende een jongere af te geven. Dit signaal betreft alleen naam, geboortedatum, burgerservicenummer. Mocht een andere instantie, bijvoorbeeld bureau Jeugdzorg, Jeugdgezondheidszorg, Maatschappelijk werk, ook een signaal over dezelfde jongere afgegeven hebben, dan vindt er een match plaats. De betreffende melders worden bij elkaar gebracht en overleg kan plaatsvinden over de zorg die bestaat over deze jongere en welke hulp aangeboden wordt. De verwijsindex is een instrument om te voorkomen, dat verschillende instanties met één en dezelfde persoon bezig is zonder dat van elkaar te weten.
II Uitvoering Vrijstellingen In het schooljaar 2010-2011 is er in zeven gevallen vrijstelling verleend op grond van artikel 5 onder a, Leerplichtwet 1969. Op grond van dit artikel is vrijstelling van inschrijving van een school of instelling mogelijk wanneer de jongere op lichamelijke of psychische gronden niet geschikt is om tot een school onderscheidenlijk een instelling te worden toegelaten. In het schooljaar 2010-2011 is er in één geval vrijstelling verleend op grond van artikel 5 onder c, Leerplichtwet 1969. Op grond van dit artikel is vrijstelling van inschrijving van een school of instelling mogelijk wanneer de jongere als leerling van een school of instelling buiten Nederland is ingeschreven en deze inrichting geregeld bezoekt.
Vervangende leerplicht In het rapportagejaar is geen gebruik gemaakt van artikel 3, Leerplichtwet 1969. Dit artikel geeft de mogelijkheid om jongeren, die totaal niet geschikt zijn om dagonderwijs te volgen, arbeid van lichte aard te laten verrichten in samenhang met het onderwijs.
Absoluut verzuim Er zijn geen gevallen bekend van absoluut verzuim (jongere staat niet ingeschreven bij een school of instelling). Hierbij is een goed bijgehouden leerplichtadministratie van groot belang. Regelmatig wordt in het systeem gecontroleerd of alle leerplichtigen ingeschreven staan. Bij het ontbreken van de inschrijving worden de daarvoor verantwoordelijke personen door middel van een brief, vergezeld van een antwoordenvelop, aangeschreven. Alle aangeschreven personen hebben hun inschrijving bij een school of instelling alsnog medegedeeld.
3
Dreiging absoluut verzuim De overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs heeft in de rapportageperiode geen problemen opgeleverd. De leerplichtambtenaar heeft zich dan ook niet met plaatsingen bemoeid.
Relatief verzuim Er is sprake van relatief verzuim als de jongere wel ingeschreven staat bij een school of instelling, maar die niet regelmatig bezoekt. Relatief verzuim is te verdelen in signaal verzuim en luxe verzuim.
Signaal verzuim Melding van signaal verzuim moet gedaan worden, indien de leerplichtige meer dan drie dagen achtereenvolgend de school of instelling zonder geldige reden niet heeft bezocht of dat verzuim gedurende een periode van vier opeenvolgende lesweken meer dan 1/8 deel van het aantal uren les- of praktijktijd bedraagt. Deze melding moet gedaan worden door de directeur van de school of instelling aan het college van de woongemeente van de leerling. Met ingang van 1 augustus 2009 wordt de melding digitaal gedaan bij DUO. Scholen melden het verzuim en dit verzuim wordt via het verzuimloket gemeld bij de woongemeente van de leerling. Er is nu landelijk beter zicht op het aantal meldingen verzuim en de scholen hoeven niet meer uit te zoeken naar welke woongemeente de melding gestuurd moet worden. In schooljaar 2010-2011 hebben verschillende scholen 37 meldingen van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim gedaan. De meldingen betreffen 15 leerplichtigen en 18 kwalificatieplichtigen. In drie gevallen heeft de leerplichtambtenaar geen actie ondernomen. De desbetreffende scholen hebben zelf hulp aan de leerlingen geboden, waardoor het verzuim gestopt is. De leerplichtambtenaar heeft de overige meldingen onderzocht. De leerplichtigen/kwalificatieplichtigen en hun ouder(s) zijn uitgenodigd voor een gesprek. Na onderzoek hebben negen leerplichtigen een officiële laatste waarschuwing ontvangen. Dit houdt in dat er geconstateerd is dat het verzuim ongeoorloofd is geweest en dat bij de volgende keer melding van spijbelen een proces-verbaal opgemaakt wordt. Met twee leerplichtigen heeft er alleen een gesprek plaatsgevonden. Het betrof teveel verzuim wegens plichten voortvloeiend uit godsdienst. Deze elf leerplichtigen hebben hun opleiding zonder verder ongeoorloofd verzuim vervolgd. Bij twee leerplichtigen bleef het verzuim aanhouden, nadat zij een officiële laatste waarschuwing hadden ontvangen. Zij hebben een Haltverwijzing opgelegd gekregen. Eén leerplichtige vertoonde aanhoudend verzuimgedrag, dat de gewaarschuwde jongere op een Time Out voorziening is geplaatst. Time Out voorziening is een tijdelijke opvang voor jongeren met gedragsproblemen om te onderzoeken welke vorm van onderwijs geschikt is voor de jongere. Met vijf kwalificatieplichtigen zijn alleen gesprekken gevoerd. Drie kwalificatieplichtigen hebben na een gesprek een officiële laatste waarschuwing ontvangen. Deze jongeren hebben hun opleiding daarna zonder ongeoorloofd verzuim vervolgd. Bij twee kwalificatieplichtigen werd het verzuim veroorzaakt door medische redenen. De ene heeft de opleiding vervolgd, de andere is gestopt en ontvangt een Wajong uitkering. Twee kwalificatieplichtigen bleven, nadat zij een officiële waarschuwing hadden ontvangen, verzuim vertonen. Deze jongeren hebben een Haltverwijzing opgelegd gekregen. In één geval is bij geconstateerd ongeoorloofd verzuim overgegaan tot het opleggen van een Haltverwijzing. Deze jongere had in het voorgaande schooljaar al een officiële waarschuwing ontvangen. 4
Bij één kwalificatieplichtige was het verzuim dusdanig, dat na een officiële waarschuwing, overgegaan is tot het opmaken van een proces verbaal. Eén kwalificatieplichtige was een recidive geval. Deze jongere was al eerder beboet door de rechter wegens ongeoorloofd verzuim. Bij herhaalde constatering van ongeoorloofd verzuim moet er dan direct over gegaan worden tot het opmaken van een proces verbaal. In één geval heeft de kwalificatieplichtige de overstap gemaakt naar een andere opleiding.
Luxe verzuim Luxe verzuim dient in beginsel vervolgd te worden bij ongeoorloofd verzuim van vijf dagen op schooljaarbasis. Het wettelijk criterium ‘geregeld bezoeken van school’ (artikel 2 Leerplichtwet 1969) kan ook reeds overtreden zijn bij 1 dag verzuim. De directeuren van scholen en instellingen hebben de bevoegdheid verlof te verlenen tot 10 dagen per schooljaar. Vanaf 10 dagen ligt die bevoegdheid bij de leerplichtambtenaar. Verlof voor vakantie kan alleen door de directeur van de school of instelling verleend worden voor ten hoogste 10 dagen en kan geen betrekking hebben op de eerste twee lesweken van het schooljaar. Indien de ouder verlof heeft aangevraagd, dit is afgewezen en toch de leerplichtige niet naar school heeft gestuurd, dient de ouder altijd vervolgd te worden. Het niet vervolgen ondermijnt de bestuurlijke procedure die voor het aanvragen van verlof geldt (inclusief bezwaar en beroep). Het schooljaar 2010-2011 kent twaalf meldingen van luxe verzuim. Het betreft 19 leerlingen, waarvan 16 leerlingen in het basisonderwijs. De meldingen zijn onderzocht en in alle gevallen hebben er gesprekken plaatsgevonden. In zeven gevallen hebben de gesprekken geleid tot een officiële waarschuwing.
Proces-verbaal De leerplichtambtenaar heeft in de verslagperiode gebruik gemaakt van haar speciale bevoegdheid om proces verbaal op te maken. In één geval van recidive en in één geval van zorgelijk signaal verzuim is proces verbaal opgemaakt. In beide gevallen heeft de rechter de jongere een straf opgelegd.
Halt-spijbelen Sinds september 2007 is de leerplichtambtenaar bevoegd om een jongere die beginnend verzuim laat zien een Halt afdoening op te leggen. Tegen de jongere wordt een proces verbaal opgemaakt wegens te laat komen of een uurtje spijbelen en vervolgens doorverwezen naar Bureau Halt, waar de jongere een taak/leerstraf moet volbrengen. Deze verwijzing houdt in dat de jongere sneller aangepakt kan worden en nog een kans krijgt voordat het proces verbaal naar het Openbaar Ministerie wordt gestuurd. Op alle scholen wordt nu goed gekeken naar het te laat komen en wordt dit ook geregistreerd. Door het consequent doorvoeren van de 3-6-9 maatregel is de leerling nu gewaarschuwd en blijft het te laat komen of 1 uur spijbelen beperkt tot acht keer. De 3-6-9 maatregel houdt in, dat de leerling na drie keer te laat komen of een uur spijbelen, een waarschuwing krijgt en een straf vanuit school. Na zes keer te laat of een uur spijbelen dan worden de ouders door middel van een gesprek op de hoogte gesteld en krijgt de leerling straf vanuit school. Blijft de leerling dit gedrag vertonen dan wordt na negen keer de leerplichtambtenaar op de hoogte gesteld. Na onderzoek en een laatste officiële waarschuwing kan de leerplichtambtenaar overgaan tot het opleggen van een Haltafdoening. Het Openbaar Ministerie heeft de Halt-afdoening spijbelen landelijk erkend en deze kan nu in alle arrondissementen uitgevoerd worden. 5
In het schooljaar 2010-2011 is in vijf gevallen een Haltverwijzing opgelegd. Vier jongeren hebben deze taak/leerstraf positief afgesloten. In één geval is het negatief afgesloten. Negatief afgesloten Haltverwijzingen moeten met een proces verbaal doorgestuurd worden naar het Openbaar Ministerie. In dit geval waren de omstandigheden niet geheel aan de jongere te wijten. Na begeleiding door de leerplichtambtenaar is deze jongere gestart op een andere opleiding en laat geen verzuim meer zien.
Verlof Op grond van artikel 11 onder g (de jongere is door andere gewichtige omstandigheden verhinderd de school te bezoeken) is geen vrijstelling verleend voor het niet bezoeken van de school voor een periode van langer dan 10 dagen. In het rapportagejaar zijn hiervoor geen verzoeken binnen gekomen.
Schorsing Van de diverse scholen zijn 7 meldingen van schorsingen in de rapportage periode ontvangen.
Maatschappelijke problemen Het volgen van onderwijs staat in onze maatschappij niet op zichzelf. Gevolgen van maatschappelijke problemen, bv scheidingen, kunnen in alle hevigheid terecht komen op school. De leerplichtambtenaar kan dan ingeschakeld worden om zorg te dragen dat de leerling in staat gesteld wordt om onderwijs te volgen. In de rapportageperiode is de leerplichtambtenaar in 7 gevallen gevraagd om te bemiddelen tussen de jongere, ouders en school. In twee gevallen heeft dit geleid tot plaatsing op een andere school.
Thuiszitters Vanaf dit rapportagejaar moet bijgehouden worden en melding gemaakt worden van het aantal thuiszitters. Thuiszitters zijn leerplichtigen die om welke reden dan ook, behalve wegens ziekte, meer dan vier weken thuiszitten. Zij bezoeken geen school, maar staan wel ingeschreven op een school. In deze periode heeft één jongere vanwege een fobie de school gedurende een periode van acht maanden niet bezocht. Daarna is de jongere met begeleiding weer gestart en bezoekt de school weer volgens het lesrooster. Daar het ontstaan van het thuiszitten en weer naar school gaan in hetzelfde schooljaar plaatsvindt, bedraagt het aantal thuiszitters in dit schooljaar 0.
Samenvatting in cijfers 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 vrijstelling 1 3 1 3 7 vervangende leerplicht 1 0 0 0 0 signaal verzuim 7 33 22 25 33 luxe verzuim 0 1 4 2 19 proces-verbaal 0 2 3 1 2 Halt spijbelen n.v.t. 1 1 0 5 verlof 0 0 1 0 0 Basta 0 0 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Thuiszitters n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 0
6
Voortijdig schoolverlaten Op 1 januari 2002 is de Wet houdende regels inzake de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten (RMC) in werking getreden. De gemeente heeft hierdoor de plicht om zorg te dragen voor registratie van de niet-leerplichtige schoolverlaters die door de scholen/instellingen worden gemeld. De gemeente heeft tevens de taak om zorg te dragen voor een systeem van doorverwijzing naar onderwijs of arbeidsmarkt van de gemelde voortijdige schoolverlaters. Onder een voortijdig schoolverlater wordt verstaan degene 1. op wie de Leerplichtwet 1969 niet meer van toepassing is, die de leeftijd van 23 jaren nog niet heeft bereikt en die nog niet in het bezit is van een diploma vwo, havo of een diploma overeenkomstig niveau 2 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB); 2. en die het onderwijs aan de school of instelling gedurende een aaneengesloten periode van ten minste een maand of een door het bevoegd gezag te bepalen kortere periode zonder geldige reden niet meer volgt, of bij de school wordt uitgeschreven of verwijderd. Voor de uitvoering van deze wet is Nederland verdeeld in een aantal regio’s. De gemeente Midden-Delfland is ingedeeld bij de regio Haaglanden, subregio Delft, bestaande uit de gemeenten Delft, Westland, Pijnacker-Nootdorp en Midden-Delfland. De regio verzorgt jaarlijks de effectrapportage. In iedere regio zijn case-managers aangesteld om ervoor te zorgen, dat zoveel mogelijk jongeren de startkwalificatie behalen. Startkwalificatie is het minimale onderwijsniveau dat nodig is om een goede kans te maken op duurzaam werk. Sinds het schooljaar 2007-2008 is de casemanager ook daadwerkelijk in de gemeente aanwezig. Aanvankelijk acht uur en sinds december 2008 vierentwintig uur. Na verwerking van de achterstand is vanaf februari 2010 het aantal uren met de helft verminderd. De casemanager is nu 12 uur per week in de gemeente aanwezig. De casemanager heeft in deze rapportageperiode 46 meldingen in het kader van (komend) voortijdig schoolverlaten behandeld. De casemanager ontvangt meldingen via het verzuimloket , CWI en jongerenwerk.
2006-2007 Daadwerkelijke VSV-ers 3
2007-2008 5
2008-2009 6
2009-2010 7
2010-2011 5
Algemene Kinderbijslagwet Vanaf 1 oktober 2009 is de leerplichtambtenaar bevoegd bij langdurig schoolverzuim de Sociale Verzekering (SVB) hierover te informeren. De SVB stopt dan de betaling van de kinderbijslag met ingang van het eervolgende kwartaal. De betaling van de kinderbijslag wordt weer gestart als het verzuim volgens de leerplichtambtenaar is opgeheven. Wanneer ouders en jongere snel en adequaat reageren kan een en ander zonder financiële gevolgen blijven. De verwachting is dat hiermee een bijdrage wordt geleverd aan de aanpak van schoolverzuim. De leerplichtambtenaar heeft in dit verslagjaar geen gebruik gemaakt van deze bevoegdheid.
7
III Belangrijke gebeurtenissen en conclusie De ambtelijke organisatie is in 2010/2011 wederom geconfronteerd met langdurige uitval van een fulltime beleidsmedewerker. Niet alle taken konden volledig uitgevoerd worden. Getracht werd om wel overal van op de hoogte te blijven en daar waar mogelijk is in regionaal verband mee te denken.
Samenwerkingsverbanden De gemeente Midden-Delfland telt 8 reguliere basisscholen. De leerplichtambtenaar heeft nauw contact met deze scholen en geeft gevraagd en ongevraagd informatie over verlof en vakantie. Voor speciaal basisonderwijs, het reguliere voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs zijn de leerplichtigen van onze gemeenten aangewezen op scholen in omliggende gemeenten. De leerplichtambtenaar heeft hierdoor te maken met zo’n 80 scholen en instellingen. Het is onmogelijk om met al deze scholen een intensief contact te onderhouden. In de verslagperiode heeft de leerplichtambtenaar op vier scholen deelgenomen aan externe zorgteams. Scholing De leerplichtambtenaar heeft in april/mei 2011 de cursus Bemiddelen bij leerplicht gevolgd. Achter elke verzuimmelding kan een ‘verhaal’ zitten waardoor de leerplichtambtenaar zich steeds moet afvragen wat de volgende stap zal moeten zijn. De leerplichtambtenaar moet juridische kennis kunnen toepassen, maar ook adequaat kunnen communiceren op verschillen niveaus en binnen verschillende organisaties (ouders, pubers, directeuren van scholen). De leerplichtambtenaar moet in staat zijn te bemiddelen bij conflicten tussen partijen. In deze cursus zijn de volgende onderwerpen behandeld: rol en positie van de leerplichtambtenaar; mediationtechnieken; probleemformulering; vragen en doorvragen; reflectie op eigen handelen en bespreking casuïstiek eigen werkpraktijk. Dag van de Leerplicht Vanwege personele beperking hebben er in 2011 geen activiteiten plaatsgevonden op de Dag van de Leerplicht. Zorgnetwerk Om de zorg van 0-19 jarigen te waarborgen heeft de gemeente Midden-Delfland in 2005 het zorgnetwerk opgericht. Dit zorgnetwerk, waarin de verschillende disciplines, zoals politie, Jeugdgezondheidszorg, Bureau Jeugdzorg, maatschappelijk werk, vertegenwoordigd zijn, komt maandelijks bij elkaar; de leerplichtambtenaar is één van de vaste deelnemers. Een goed draaiend zorgnetwerk is belangrijk om vroegtijdig problemen te signaleren en daarvoor oplossingen aan te dragen. Het is van groot belang om vanuit de diverse disciplines met elkaar samen te werken. Het zorgnetwerk is in 2010 ondergebracht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Platform leerplicht Het Openbaar Ministerie (OM) heeft het Platform leerplicht opgericht. Justitie wil het contact met de leerplichtambtenaren verbeteren om te komen tot een betere afhandeling van de procesverbalen. In de verslagperiode is er één bijeenkomst geweest. Naast het Platform is er een klankbordgroep OM. In deze groep worden de dagelijkse zaken rondom het procesverbaal besproken. Deze groep komt vier maal per jaar bij elkaar. De leerplichtambtenaar maakt hier deel van uit. 8
Het OM heeft een landelijke handleiding ‘Strafrechtelijk aanpak schoolverzuim’ opgesteld. Met deze handleiding wordt beoogd om landelijk tot een meer eenduidig handhavings- en vervolgingsbeleid te komen ten aanzien van de verschillende vormen van schoolverzuim. De handleiding blijkt in de praktijk te voorzien in een behoefte en voldoet als een richtsnoer voor meer uniform handelen van leerplichtambtenaren en het Openbaar Ministerie. Ambtsinstructie medewerker leerplicht/RMC De landelijke ambtsinstructie voor leerplicht en rmc is op ambtelijk niveau in het RMC werkgebied Haaglanden regionaal aangepast en door het college vastgesteld. Deze instructie geeft grenzen van het handelen op het gebied van leerplicht en rmc aan en beschrijft de werkprocessen. Daar scholen en instellingen met verschillende gemeenten te maken hebben is het een goede zaak als werkprocessen in de regio op een gelijke manier worden uitgevoerd.
Toekomstige ontwikkelingen De uitvoering van de leerplicht/rmc zal beïnvloed worden door de nieuwe Wet werken naar vermogen en de komende transities Begeleiding AWBZ en Jeugdzorg naar de gemeente.
Conclusie Vanuit de instructie voor de medewerker leerplicht/rmc van de gemeente Midden-Delfland heeft de leerplichtambtenaar de plicht om te waken of jongeren een goede schoolloopbaan kunnen bewandelen. De leerplichtambtenaar moet kennis hebben van de problematiek rondom de jongeren. Ook in de gemeente Midden-Delfland zijn er jongeren die verkeren in problematische omstandigheden. Gelukkig is er door de gemeentegrootte vaak de mogelijkheid om individueel maatwerk te leveren. Het aantal meldingen is weer toegenomen, maar het blijft een relatief laag percentage zeker in vergelijk met omliggende gemeenten. De toename van de meldingen ontstaat mede door de digitale melding bij het landelijk verzuimloket, waardoor meldingen, met name die van de MBO-instellingen, direct bij de juiste gemeente terecht komt.
9