Jaarverslag Leerplicht Gemeente Ede Schooljaar 2013-2014
Colofon (VOLGENS HUISSTIJL WEERGEVEN): Gemeente Ede Team Leerlingzaken Bezoekadres: Molenstraat 80 / ingang Bunschoterplein, Ede (alleen op afspraak) Postadres: Postbus 9022, 6710 HK, Ede (0318) 680 398
[email protected]
.
Voorwoord In de gemeente Ede wonen bijna 19.000 leerplichtige kinderen en jongeren. De meesten van hen gaan ‘gewoon’ naar school. Bij het Team Leerlingzaken is het afgelopen schooljaar over zo’n 1100 jongeren contact geweest met school, ouders, jongeren en relevante organisaties. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat ouders buiten de schoolvakanties om op vakantie willen maar ook omdat een jongere veel problemen heeft waardoor hij of zij niet naar school kan gaan. Ook treedt de leerplichtambtenaar soms op als bemiddelaar bij een conflict tussen ouder en school. In het “Jaarverslag Leerplicht 2013-2014” van de gemeente Ede kunt u lezen wat het team Leerlingzaken het afgelopen schooljaar heeft gedaan en wat de resultaten daarvan waren. Het Team Leerlingzaken is wettelijk verplicht zich te verantwoorden over de uitvoering van de Leerplichtwet. Voor de kwalificatieplicht en het RMC verschijnen aparte jaarverslagen aangezien zij voor meer gemeenten in de regio werken. Er zijn veel ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en jeugdzorg. Gemeenten zijn volop bezig om de decentralisatie van de jeugdzorg vorm te geven. De rol van het team Leerlingzaken zal in de loop van 2014 helder worden. Scholen hebben in het voorjaar van 2014 plannen gepresenteerd om Passend onderwijs te realiseren. In de gemeente Ede zijn vier samenwerkingsverbanden opgericht, twee voor het primair onderwijs en twee voor het voortgezet onderwijs. Met een van de samenwerkingsverbanden is het overleg inmiddels gestart met de leidinggevende van het team Leerlingzaken over o.a. ‘thuiszitters’. Doel is dat geen enkele leerling thuis komt te zitten, maar een passende plek vindt binnen ons onderwijssysteem. Het werkveld van de leerplichtambtenaar is voortdurend in beweging. Een van de belangrijkste doelen voor het team Leerlingzaken blijft het stimuleren en toeleiden van jongeren naar het behalen van een startkwalificatie. Jongeren die een startkwalificatie behalen hebben een betere positie om in onze samenleving te participeren. Met onze inzet leveren we ook een bijdrage aan het terugdringen van jeugdwerkloosheid onder de Edese jongeren. We werken vanuit het principe: ‘handhaven wanneer het moet en adviseren en ondersteunen wanneer het kan’. Preventief te werk gaan heeft onze prioriteit. Door op tijd te signaleren en in te grijpen, voorkomen we dat het schoolverzuim ergere vormen gaat aannemen. In het afgelopen schooljaar hebben we verder gewerkt aan het terugdringen van verzuim en voortijdig schoolverlaten.
J. Weijland, Wethouder Onderwijs Gemeente Ede
2
.
Samenvatting Het jaarverslag van de afdeling Leerplicht geeft over schooljaar 2013-2014 weer wat het team Leerlingzaken dit schooljaar heeft gedaan. Er wordt, onder andere aan de hand van casussen, een beeld geschetst van de dagelijkse praktijk van de leerplichtambtenaren. Op 1 januari 2014 waren er 18.851 leerplichtige kinderen en jongeren in Ede (leeftijd 5 t/m 17 jaar) 1. Met een deel van deze groep is contact geweest met ouders, school en jongeren zelf over verzuim en problematiek die wellicht tot verzuim kan leiden. Er zijn het afgelopen jaar 33 ‘absoluut verzuimers’ in behandeling genomen. De leerplichtambtenaren hebben 592 meldingen van signaalverzuim en 58 meldingen van luxeverzuim opgepakt. Er is daarnaast 403 keer bemiddeld en er zijn 41 aanvragen voor vrijstelling gedaan. Vooral het aantal bemiddelingen is sterk toegenomen. Dit heeft vooral te maken met de positie die het team Leerlingzaken verworven heeft. Scholen, instellingen, hulpverleners en ouders weten de leerplichtambtenaren te vinden. De leerplichtambtenaar heeft niet alleen een handhavende maar ook een adviserende en bemiddelende rol. Diverse landelijke ontwikkelingen, zoals de decentralisatie van de jeugdzorg, gaan hun invloed hebben op de werkwijze van de leerplichtambtenaar en dan vooral op de wijze waarop hulpverlening aangesproken of ingezet kan worden. Daarover komt in de loop van 2014 en daarna meer duidelijkheid.
1
Bron: www.cbs.nl 3
.
Inhoudsopgave 1. Hoe werkt Leerplicht?................................................................................................. 5 1.1. De Leerplichtwet, leerplicht en kwalificatieplicht ............................................5 1.2. Wie doen het werk?........................................................................................ 5 1.3. Taakgebieden Leerplicht.................................................................................6 2. Wat doet het Team Leerlingzaken?.............................................................................7 2.1. Jongeren en onderwijs in Ede.........................................................................7 2.2. Schoolcontactpersonen ...............................................................................7 2.3. Preventieve gesprekken op scholen voor voortgezet onderwijs ....................7 2.4. Aanpak van absoluut verzuim .......................................................................7 2.5. Aanpak van Relatief verzuim ........................................................................8 2.5.1. Signaalverzuim..................................................................................8 2.5.2. (Luxe)verzuimcontroles rondom de schoolvakanties.................9 2.6. Vrijstellingen.................................................................................................. 10 2.7. Bemiddelingen ...........................................................................................10 2.8. Haltverwijzingen en processen-verbaal ......................................................11 2.9. Last onder dwangsom, invoering per 1 augustus 2014................................11 3. Met wie werkt Leerplicht samen?..............................................................................12 3.1. Samenwerking vanuit zorg............................................................................12 3.2. Samenwerking vanuit veiligheid....................................................................12 3.3. Samenwerking naar aanleiding van sancties ...............................................12 3.3.1. Bureau Halt......................................................................................13 3.3.2. Openbaar Ministerie........................................................................13 3.4. Samenwerking met leerplichtambtenaren in de regio...................................13 4. Schooljaar 2013-2014 in cijfers.................................................................................15 4.1. Tellingen........................................................................................................ 15 4.2. Typen verzuim.............................................................................................. 15 4.2.1. Absoluut verzuim: 33 keer................................................................16 4.2.2. Luxe verzuim: 58 meldingen............................................................16 4.2.3. Signaalverzuim: 592 meldingen.......................................................16 4.2.4. Bemiddelingen/adviesvragen: 403 keer...........................................16 4.3. Vrijstellingen: 41 aanvragen..........................................................................17 4.4. Processen-verbaal: 75 keer..........................................................................18 5. Terugblik en vooruitzien............................................................................................ 19 5.1. Terugblik....................................................................................................... 19 5.2. Vooruitzien.................................................................................................... 19
4
.
1.
Hoe werkt Leerplicht?
1.1. De Leerplichtwet, leerplicht en kwalificatieplicht De gemeente Ede voert een actief beleid in het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim en het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Het team Leerlingzaken is door het college van Burgemeester & Wethouders gemandateerd om toezicht te houden op de naleving van de Leerplichtwet. Leerplicht hangt nauw samen met leerrecht, oftewel het recht op onderwijs. Dit is wereldwijd opgenomen in de rechten van het kind. Nederland heeft dit recht verankerd in de Leerplichtwet. Deze wet is een rechtsmiddel waarmee gewaarborgd wordt dat alle jongeren in Nederland aan het onderwijs kunnen en zullen deelnemen. Eén van de doelen van de Leerplichtwet is dat jongeren zo goed mogelijk worden toegerust met kennis en vaardigheden, die zij nodig hebben om een zelfstandige plek in de samenleving te verwerven. Een afgeronde schoolopleiding is daarvoor een eerste vereiste. De volgende zaken staan in de Leerplichtwet omschreven: de leerplichtige leeftijd de kwalificatieplicht mogelijkheden voor een vrijstelling taken van leerplichtambtenaren verantwoordelijkheden van schooldirecteuren verantwoordelijkheden van ouders/verzorgers 2 en/of leerlingen verantwoordelijkheden van de gemeenten verantwoordelijkheden van het Openbaar Ministerie De volledige leerplicht begint op de eerste schooldag van de maand volgend op de maand waarin het kind vijf jaar is geworden. De volledige leerplicht eindigt aan het einde van het schooljaar waarin de jongere 16 jaar is geworden of wanneer 12 volledige schooljaren zijn doorlopen 3. Direct na de volledige leerplicht begint de kwalificatieplicht. Hier zit geen dag tussen. De dag nadat de jongere de volledige leerplicht heeft afgerond is de jongere kwalificatieplichtig. De kwalificatieplicht eindigt als een jongere een startkwalificatie heeft behaald of 18 is geworden. Een startkwalificatie is een havo-, vwo- of minimaal een mbo niveau 2 diploma. Een jongere kan tijdens de kwalificatieplicht volledig onderwijs volgen, maar een combinatie van leren en werken mag ook. Leren en werken moet dan wel in totaal vijf dagen per week zijn en gericht zijn op het behalen van een diploma. Wie vóór zijn 18e verjaardag een startkwalificatie gehaald heeft, hoeft niet meer (verplicht) naar school. Doorleren mag natuurlijk wel en stimuleren we juist ook! 1.2. Wie doen het werk? De gemeente Ede heeft in het schooljaar 2013-2014 voor de uitvoering van de Leerplichtwet vier leerplichtambtenaren (3,9 fte), twee leerplichtambtenaren MBO 4 (1,8 fte) voor uitvoering van de Kwalificatieplicht en drie administratieve krachten (1,1 fte) ingezet. De twee leerplichtambtenaren MBO en de bijbehorende administratieve inzet werken voor de RMC 5 subregio Vallei6. De bekostiging komt vanuit de RMC rijksbijdrage, welke door de gemeente Amersfoort wordt beheerd. Het afgelopen schooljaar hebben de collega leerplichtambtenaren MBO ondersteuning gehad van een extra leerplichtambtenaar voor 0,4 fte. Daarnaast werken er voor het RMC twee RMC consulenten (1,8 fte). Zij houden zich bezig met verzuim en voortijdig schoolverlaten van jongeren van 18 jaar en ouder. Ook de RMC consulenten hebben een tijdelijke collega erbij. Tussen januari 2014 en januari 2016 is een BBL coach aangesteld die jongeren moet helpen een BBL plek te vinden en te behouden. De leerplichtambtenaren MBO en de RMC consulenten hebben hun eigen jaarverslag (verschijnt eind 2014).
2
Voortaan wordt alleen over ouders gesproken, terwijl bedoeld wordt ouder(s)/verzorger(s) Een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli. 4 MBO staat voor Middelbaar BeroepsOnderwijs 5 RMC staat voor Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten. 6 RMC subregio Vallei werkt voor de gemeenten Ede, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen 3
5
.
1.3. Taakgebieden Leerplicht De belangrijkste taken van de leerplichtambtenaar zijn:
Handhaven van de Leerplichtwet op het gebied van absoluut verzuim (het ontbreken van een schoolinschrijving). Handhaven van de Leerplichtwet op het gebied van relatief verzuim (o.a. spijbelgedrag en luxeverzuim). Controles op luxe-verzuim rondom de vakanties. Deelname aan Zorg Advies Teams (ZAT’s) op scholen. Deelname aan overleggen met ketenpartners, o.a. Bureau Jeugdzorg, het Veiligheidshuis Ede, overleggen met collega’s binnen de gemeente etc. Zie hiervoor ook Hoofdstuk 3. Bemiddeling en advisering, ook bij andere problematiek dan verzuim, bijvoorbeeld plaatsingsproblematiek op scholen. In enkele (uitzonderlijke) gevallen vrijstelling van leerplicht verlenen. Bijdrage leveren aan het leerplichtbeleid en het verbeteren van de werkprocessen.
De leerplichtambtenaren worden voor het uitoefenen van hun functie beëdigd door de burgemeester. Een leerplichtambtenaar die de bevoegdheid tot Buitengewoon Opsporings Ambtenaar (BOA) heeft behaald, wordt daarnaast ook door de korpschef van politie beëdigd. In Ede hebben alle leerplichtambtenaren hun BOA-bevoegdheid. De BOA’s volgen periodiek een her- en bijscholingstraject.
6
.
2.
Wat doet het Team Leerlingzaken?
2.1. Jongeren en onderwijs in Ede Op 1 januari 2014 waren er 18.851 leerplichtige kinderen en jongeren in Ede (leeftijd 5 t/m 17 jaar) 7. In Ede zijn er 57 basisscholen en 4 scholen voor voortgezet onderwijs. Ook zijn er scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en is er een school voor middelbaar beroepsonderwijs (ROC). De leerplichtambtenaren van de gemeente Ede hebben te maken met alle leerplichtige jongeren die in Ede ingeschreven staan. Dat betekent dat er ook bemoeienis met deze jongeren kan zijn wanneer zij niet in Ede op school zitten, maar in bijvoorbeeld Arnhem of Apeldoorn. 2.2. Schoolcontactpersonen Voor scholen is het prettig om een bekende ingang bij de gemeente te hebben. Daarom werken we binnen het Team Leerlingzaken met een vaste contactpersoon per school. Deze contactpersonen zijn voor de scholen het eerste aanspreekpunt als het gaat om bijvoorbeeld verzuimzaken, consultatie, bemiddeling of (dreigend) voortijdig schoolverlaten. De vaste contactpersonen nemen ook deel aan de ZorgAdviesTeams op de scholen. Door het werken met schoolcontactpersonen en door regelmatig en frequent contact met scholen is het de bedoeling dat het meldgedrag van scholen verbetert. Ook de basisscholen hebben hierbij de aandacht. Zij hebben over het algemeen een nauwer contact met ouders, waardoor het voor hen lastiger kan zijn om verzuim te melden. 2.3. Preventieve gesprekken op scholen voor voortgezet onderwijs Op bijna alle scholen voor voortgezet onderwijs in Ede worden door de leerplichtambtenaren preventieve verzuimgesprekken gevoerd. Deze gesprekken vinden op school plaats wanneer er nog sprake is van gering verzuim. Het doel van de gesprekken is dat jongeren (en soms ook hun ouders) vroegtijdig worden gewaarschuwd voor de gevolgen van aanhoudend verzuim. Regelmatig komt er tijdens een preventief gesprek naar voren dat een jongere verzuimt door bijvoorbeeld problemen in de thuissituatie of door problemen op school. Op die momenten wordt samen met de jongere gekeken of er behoefte is aan hulp hierbij. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan hulp vanuit school (bijvoorbeeld gesprekken met de zorgcoördinator, vertrouwenspersoon of het schoolmaatschappelijk werk) of van buiten school van bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg. Met de decentralisatie van de jeugdzorg, kan de hulp anders georganiseerd gaan worden. Hoe, wordt in de loop van 2014 duidelijk. Blijft een jongere na dit preventieve gesprek alsnog verzuimen, dan volgt een uitnodiging op het gemeentehuis. Dat gesprek is samen met zijn/haar ouder(s). Is het verzuimgedrag de jongere te verwijten dan kan bijvoorbeeld doorverwezen worden naar Bureau Halt, waarbij er naast gesprekken ook leer- en/of werkopdracht wordt gegeven. Is er meer aan de hand, dan wordt verder gekeken naar passende hulpverlening of, wanneer de zorgen te groot zijn, kan een proces-verbaal worden opgemaakt met als doel meer (verplichte) inzet van hulpverlening. Met de leerplichtambtenaren in de regio zijn afspraken gemaakt over het voor elkaar voeren van preventieve gesprekken. Als er op een school in Ede bijvoorbeeld een leerling uit Barneveld of Wageningen wordt aangemeld voor preventieve gesprekken dan voert de leerplichtambtenaar uit Ede dat gesprek. Vooraf wordt navraag gedaan bij de betreffende gemeente of de jongere bekend is. Naderhand wordt teruggekoppeld hoe het gesprek gegaan is. Andersom gebeurt dit ook voor leerlingen uit de gemeente Ede die in een andere gemeente naar school gaan. Deze afspraken schelen de leerplichtambtenaren veel (reis)tijd. 2.4. Aanpak van absoluut verzuim Wanneer een leerplichtige leerling zonder geldige reden niet ingeschreven staat op school is er sprake van absoluut verzuim. Een leerplichtige jongere zonder schoolinschrijving overtreedt de Leerplichtwet. Ouders zijn verantwoordelijk voor de inschrijving van kinderen en jongeren op school. Als het team Leerlingzaken niet op tijd een schoolinschrijving krijgt, start de leerplichtambtenaar een onderzoek naar vermoedelijk absoluut schoolverzuim. Soms blijkt de jongere toch op een school te zitten. Is dit niet het geval, dan
7
Bron: www.cbs.nl 7
. begeleidt de leerplichtambtenaar de jongere zo snel mogelijk naar een passende opleiding of zoekt eventueel naar een andere (tijdelijke) daginvulling. Is er geen contact met ouders te krijgen of werken zij niet mee aan een oplossing voor het verzuim dan kan de leerplichtambtenaar een proces-verbaal opmaken en/of een zorgmelding doen bij Bureau Jeugdzorg. Met de decentralisatie van de jeugdzorg zal dit vanaf 1 januari 2015 anders georganiseerd gaan worden. Hierover wordt in 2014 meer duidelijk. 2.5. Aanpak van Relatief verzuim Leerlingen die wel op een school staan ingeschreven, maar zonder geldige reden van school wegblijven (spijbelen) overtreden de Leerplichtwet. Dit heet relatief verzuim. Scholen zijn wettelijk verplicht verzuim bij Leerplicht te melden, als het gaat om meer dan 16 uur verzuim in een periode van vier weken. Bij relatief verzuim wordt onderscheid gemaakt tussen signaalverzuim en luxe-verzuim. 2.5.1. SIGNAALVERZUIM Signaal verzuim is het zorgelijke verzuim van een leerling. Het gaat om leerlingen die structureel verzuimen. Signaalverzuim kan te maken hebben met bijvoorbeeld een verkeerde schoolkeuze (zowel qua schooltype als qua niveau), problemen in de thuissituatie, een verkeerde vriendenkring, psychische problemen, gebrek aan motivatie of een verstoord contact tussen ouders en school. De leerplichtambtenaar onderzoekt de redenen van dit verzuim en bedenkt samen met de jongere, de ouders en de school een oplossing. Dit kan bijvoorbeeld zijn doorverwijzing naar hulpverlenende instanties, een andere opleiding of het uitvoeren van een uitgebreid onderzoek door bijvoorbeeld het Diagnostiek en Observatie onderdeel van het OnderwijsZorgCentrum (voorheen Pactum). Wanneer het verzuim niet stopt of er onvoldoende resultaat geboekt wordt met de ingezette hulpverlening, kan een proces-verbaal opgemaakt worden om op die manier meer hulp in een verplicht kader in te zetten. Vaak zijn dit echter langlopende casussen omdat ingezette hulpverlening eerst een kans moet krijgen. Een voorbeeld van zo’n casus volgt hieronder. Beginnend verzuim wordt signaalverzuim, met uiteindelijk een proces-verbaal (de namen in deze casus zijn gefingeerd) December 2013: Begin december wordt Dennis (15) uitgenodigd voor een preventief gesprek in verband met vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim. Zijn cijfers zijn zorgelijk, hij heeft weinig aansluiting bij klasgenoten, maar wel contact met andere leerlingen buiten zijn klas en buiten de school. In het ZorgAdviesTeam is Dennis al besproken. Er is wel geindiceerde hulp in huis (Lindenhout), maar er is geen klik tussen de hulpverlener en Dennis. In het gesprek met de leerplichtambtenaar belooft hij beterschap. Eind december meldt de school dat Dennis weer spijbelt, hij staat voor alle vakken onvoldoende, volgt al een aantal dagen geen lessen, maar staat wel op het schoolplein te roken. De school doet een melding bij het verzuimloket van DUO8 en stelt gezinsbegeleiding voor en opvang buiten de schoolse setting (Onderwijszorgcentrum, voorheen Pactum). De leerplichtambtenaar nodigt Dennis en zijn moeder uit voor een afspraak in januari 2014. De leerplichtambtenaar spreekt Dennis wederom aan op zijn verzuim. De gemaakte afspraken van het vorige gesprek worden doorgenomen. Dennis dacht thuis te kunnen blijven totdat een plek bij het Onderwijszorgcentrum geregeld was. Ook moeder bevestigt dat er veel onduidelijkheden waren. De leerplichtambtenaar legt de bal terug door aan te geven dat zij bij de mentor van school om duidelijkheid hadden kunnen vragen. Zomaar wegblijven is niet de manier en is geen excuus. Februari/maart 2014: In februari 2014 start Dennis bij het Onderwijszorgcentrum (OZC) bij Diagnostiek en Observatie. Er wordt onderzoek gedaan naar wat er precies aan de hand is, waar hij aan kan werken en wat hij nodig heeft om zijn schoolcarriere voort te zetten. De schoolse taken worden ook zoveel mogelijk opgepakt. Er zal een advies volgen voor vervolg; dat kan de oude school zijn, maar ook een andere. Eind maart komt er opnieuw een DUO melding binnen. Dennis blijkt veelvuldig afwezig te zijn geweest, al geeft moeder aan dat hij vaak ziek is geweest. De begeleider van het OZC maakt zich grote zorgen om hem; er is moeilijk contact te maken met Dennis, waardoor begeleiding niet kan plaatsvinden. Het OZC heeft een een zorgmelding gedaan bij Bureau Jeugdzorg.
April 2014: 8
8
(=Dienst Onderwijs Uitvoering, onderdeel van Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen)
. Moeder komt alleen op de afspraak met de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar vertelt dat er proces-verbaal tegen Dennis zal worden opgemaakt. Er is teveel verzuim geweest om een Halt-verwijzing op te sturen. Dennis heeft genoeg kansen gehad om zijn gedrag te verbeteren, weigert hulp en gaat niet naar het traject bij het Onderwijszorgcentrum. Met het opmaken van een proces-verbaal kan hulp via de rechter worden afgedwongen. Moeder geeft nog wel aan dat Dennis eind van de week naar de huisarts gaat en een dokterverklaring zal vragen over de periode dat hij niet in staat was om naar school te gaan. Een week later komen moeder en Dennis samen op bezoek. Hij heeft geen doktersverklaring gekregen, en gaat ook niet naar het OZC. Aan hem wordt uitgelegd waarom hij een proces-verbaal krijgt. De leerplichtambtenaar stuurt het proces-verbaal op naar het Openbaar Ministerie in Arnhem en doet een melding bij de Raad voor de Kinderbescherming. In het verslag adviseert de leerplichtambtenaar jeugdreclassering en hulp voor moeder in de opvoeding. Kort na het opmaken van het proces-verbaal blijkt dat Dennis een Halt-verwijzing van de Jeugd BOA9 van de gemeente Ede heeft gekregen voor drinken van alcohol op straat, terwijl hij bij het OZC had moeten zijn. Mede hierdoor doet de leerplichtambtenaar een melding in het signaleringssysteem VIE10. Het is belangrijk dat betrokken partners / hulpverleners de samenwerking met elkaar zoeken. Zeker in het streven naar “één gezin – een plan”. Twee weken later meldt de Raad voor de Kinderbescherming dat er een Raadsonderzoek wordt ingesteld. Een week later komt het bericht dat Dennis na escalatie thuis, tijdelijk in een “driemilieuvoorziening” is opgenomen, waar aan levensstijl, school en vrije tijd wordt gewerkt. Juli 2014: In de rechtbank komt de zaak voor en er wordt een werkstraf opgelegd, een Onder Toezicht Stelling (OTS) toegepast en de maatregel Hulp en Steun wordt uitgesproken. Dennis is in behandeling en moeder wordt begeleid in het omgaan met haar zoon. Of hij straks weer thuis komt wonen is afhankelijk van de behandelingsresultaten en de prognose van wel of niet terugval en de wensen van moeder en zoon.
2.5.2.
(LUXE)VERZUIMCONTROLES RONDOM DE SCHOOLVAKANTIES
In de afgelopen jaren is rondom schoolvakanties steekproefsgewijs het verzuim gecontroleerd door de leerplichtambtenaren. Bij deze controles wordt de verzuimadministratie gecontroleerd en er wordt gekeken of alle leerlingen aanwezig zijn etc. In de verzuimadministratie wordt bijvoorbeeld nagekeken of verlofaanvragen op de juiste gronden zijn verleend en of de aanvragen ook administratief volgens de regels zijn afgehandeld. De schooldirecteuren ervaren deze controles over het algemeen als een steun in de rug om naar ouders kenbaar te maken dat zij zich ook echt aan de regels moeten houden. Scholen moeten actief melden als er sprake is van luxe-verzuim, maar doen dit niet altijd. Sinds 1 januari 2012 heeft de Inspectie van het Onderwijs de mogelijkheid om scholen een bestuurlijke boete op te leggen wanneer het hoofd van de school of instelling de leerplichtwet overtreedt. Wanneer de leerplichtambtenaar constateert dat een directeur zich niet houdt aan de wet, kan dit gemeld worden bij de Inspectie van het Onderwijs. Casus: luxe-verzuim (onderstaande casus is gebaseerd op een waargebeurde casus). Bij een controle op een basisschool voor de vakantie worden alle absenten genoteerd. Waar het ‘verdachte’ afwezigheid betreft gaan de leerplichtambtenaren direct op huisbezoek. Over één leerling wordt aangegeven dat ouders 2 dagen voor de vakantie meegedeeld hebben dat zij vrijdag al naar Disneyland Parijs zouden vertrekken. Ouders zijn er door school op gewezen dat dit niet mag. Ouders zijn toch gegaan. Bij het huisbezoek bleken het jongetje en ouders inderdaad niet thuis. Er is een brief achtergelaten met de vraag om die dag voor 17.00 uur contact op te nemen. In de brief is aangegeven dat als er niet gereageerd zou worden, er een uitnodiging bij leerplicht zou volgen. Er is niet gereageerd en ouders zijn na de vakantie uitgenodigd voor een gesprek bij de gemeente. Moeder geeft tijdens het gesprek aan zich vergist te hebben in de vakantie. Zij dacht dat haar zoon een week eerder vrij zou hebben en had dit dus al eerder geboekt. De leerplichtambtenaar besluit proces-verbaal op te maken aangezien ouders onder andere in de schoolgids hadden kunnen zien wanneer de vakanties zijn. ‘Verkeerd gekeken’ geldt dan dus niet als argument voor schoolverzuim. Ouders hebben het transactievoorstel van € 100 per kind per dag betaald. Daarmee is de zaak afgedaan.
9
'buitengewoon opsporings ambtenaar' met als specialisme 'jeugd en jeugdgroepen'. VIE staat voor Verwijsindex Ede).
10
9
.
2.6. Vrijstellingen Leerplichtige leerlingen moeten elke schooldag aanwezig zijn op school. Er is echter binnen de Leerplichtwet een aantal vormen van vrijstelling mogelijk: vrijstelling van geregeld schoolbezoek, vrijstelling van inschrijving, vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs en vervangende leerplicht. Vrijstelling van geregeld schoolbezoek Als een leerling vanwege bijzondere omstandigheden tijdelijk niet naar school kan, moeten de ouders hier toestemming voor vragen. Verlofaanvragen van 10 dagen of minder worden door de school in behandeling genomen. Uiteraard heeft de directeur zich daarbij wel te houden aan de Leerplichtwet. De leerplichtambtenaar behandelt een aanvraag voor extra verlof van meer dan 10 schooldagen. Leerplicht is altijd terughoudend bij het toekennen van verlof. Er wordt altijd een afweging gemaakt of de omstandigheden van het verlof zwaarder wegen dan het onderwijsbelang van het kind. Voorbeelden van deze vorm van verlof zijn extra (vakantie) verlof (art.11f/art.13a) en verlof op basis van ‘gewichtige omstandigheden’ (art.11g). Deze gewichtige omstandigheden verwijzen naar uitzonderlijke persoonlijke omstandigheden waarbij vrijstelling voor een bepaalde periode redelijk is. Uitgangspunt hierbij is dat deze persoonlijke omstandigheden buiten de wil van ouders en/of het kind liggen. Vrijstelling van inschrijving Vrijstelling van inschrijving is op verschillende gronden mogelijk: art.5 onder a, lichamelijke of psychische gronden: als een kind ongeschikt is om naar school te gaan door lichamelijke of psychische oorzaken, dan hoeven ouders hun kind niet altijd in te schrijven op een school of instelling. De leerplichtambtenaar beoordeelt of er redenen zijn om vrijstelling te verlenen. Bij ongeschiktheid wordt een arts of psycholoog ingeschakeld om het kind te onderzoeken. art.5 onder b, bezwaar tegen de richting van het onderwijs: als ouders bezwaar hebben tegen de levensbeschouwelijke richting van een school en er is geen passende school binnen redelijke afstand van de woning dan kunnen zij (van rechtswege) vrijstelling van inschrijving krijgen. Dit kan echter alleen als het kind nog niet eerder ingeschreven is geweest op een school. art.5 onder c, school buitenland: wanneer leerlingen in het buitenland onderwijs volgen maar in de gemeente ingeschreven blijven staan, moeten ouders zorgen voor een (vertaald) inschrijfbewijs van de school of instelling in het buitenland. Vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs Burgemeester en Wethouders kunnen op grond van bijzondere omstandigheden vrijstelling verlenen van de plicht tot inschrijving van een leerling als wordt aangetoond dat de jongere op een andere wijze voldoende onderwijs geniet. Vervangende leerplicht Vervangende leerplicht is een apart leertraject voor leerlingen vanaf 14 jaar. Het gaat om leerlingen die aanhoudende problemen hebben binnen het volledig dagonderwijs. Via het volgen van een aangepast onderwijsprogramma kunnen ze (soms) na 1 jaar weer instromen in het reguliere onderwijs. 2.7. Bemiddelingen De leerplichtambtenaar bemiddelt regelmatig bij problematiek waarbij (nog) niet direct sprake is van schoolverzuim. Bijvoorbeeld als er een conflict is tussen school en de leerling of ouders of wanneer er bijvoorbeeld hulp nodig is bij het vinden van een andere school of opleiding. Ook door het Veiligheidshuis wordt regelmatig aan Leerplicht gevraagd om informatie op school op te vragen over jongeren die daar besproken worden. Soms blijken er veel problemen te zijn en is schoolverzuim er daar één van. In dat geval komt leerplicht in actie. Deze bemiddelingen en adviesvragen vormen een belangrijk deel van het werk van de leerplichtambtenaar. De informatie die voortkomt uit de bemiddeling of het advies verwerken we in het dossier van de jongere. Mocht hij of zij op een later moment in beeld komen met verzuim, dan is achtergrondinformatie reeds aanwezig.
10
. 2.8. Haltverwijzingen en processen-verbaal Als de leerling of (één van) de ouders zich niet houdt aan de Leerplichtwet, kan de leerplichtambtenaar een proces-verbaal opmaken. Bij overtredingen van de Leerplichtwet als gevolg van extra verlof en absoluut verzuim gebeurt dit altijd tegen de ouders. Bij signaalverzuim kan er proces-verbaal worden opgemaakt tegen de ouders, maar ook tegen de leerling als deze twaalf jaar of ouder is. Ook kan de leerplichtambtenaar een Halt-verwijzing (een zogenaamd verkort proces-verbaal) opmaken voor een jongere wanneer deze na een eerdere waarschuwing niet gestopt is met verzuimen. Het verzuim moet dan echter nog wel gering zijn en er moet geen hulpvraag zijn. Per 1 januari 2014 zijn de boetes en straffen, die staan schoolverzuim verhoogd. Bij ongeoorloofd luxe verzuim is de boete verhoogd naar € 100 per kind per dag (met een maximum voor de eerste week van € 600 per gezin, maximum bij twee weken € 900 per gezin). De algemene ervaring is dat in zaken van luxe verzuim de leerplichtambtenaar meestal in het gelijk wordt gesteld wanneer het tot een zitting komt. Dit betekent dat ouders dan alsnog moeten betalen als ze het voor laten komen (in sommige gevallen zelfs meer dan in het eerdere transactievoorstel voorgesteld). In de uitspraken over andere vormen van verzuim, bijvoorbeeld signaalverzuim zit veel variatie. Soms worden zaken aangehouden tot een latere zitting om verder onderzoek te doen of een jongere de kans te geven om zijn of haar schoolgang te verbeteren. Regelmatig wordt, op advies van de Raad voor de Kinderbescherming, een jeugdreclasseerder toegewezen. Ook het toewijzen van een (on)voorwaardelijke werkstraf is een veel voorkomende eis. 2.9. Last onder dwangsom, invoering per 1 augustus 2014 Tegen overtredingen van de leerplichtwet 1969 (Lpw) door ouders en leerlingen, wordt opgetreden langs de strafrechtelijke en de bestuursrechtelijke weg (Last onder Dwangsom = boete). De gemeente Ede heeft tot nu toe uitsluitend gebruik gemaakt van de strafrechtelijke handhaving. Echter, niet alle ouders en jongeren zijn beïnvloedbaar door de strafrechtelijke aanpak en het verzuim blijft voortduren. Het opmaken van een proces-verbaal en het voorkomen bij de rechter heeft niet altijd het gewenste effect. Doorlooptijden dragen er niet aan bij om een lik-op-stuk beleid te voeren. Dit valt wel te bewerkstelligen met het opleggen van een last onder dwangsom als bestuursrechtelijk alternatief. Het college van B&W van Ede is in juni 2014 akkoord gegaan het voorstel “Opleggen Last onder Dwangsom bij absoluut en relatief schoolverzuim”. Vanaf het schooljaar 2014-2015 hebben de leerplichtambtenaren er een instrument bij in de aanpak van verzuim en dreigend voortijdig schoolverlaten. De boete kan oplopen tot 5.000 euro. De strafrechtelijke handhaving en last onder dwangsom kunnen gelijktijdig worden toegepast, maar ook afzonderlijk van elkaar.
11
.
3.
Met wie werkt Leerplicht samen?
De leerplichtambtenaar wordt vaak als ‘spin in het web’ gezien bij het zoeken naar oplossingen rondom schoolverzuim. De leerplichtambtenaar werkt samen met veel partijen die zij kunnen inschakelen als er bijvoorbeeld hulpverlening nodig is. Ook neemt de leerplichtambtenaar deel aan verschillende overleggen waar leerplichtige jongeren worden besproken. 3.1. Samenwerking vanuit zorg Het netwerk van de leerplichtambtenaar is groot. Er zijn korte lijnen naar veel hulpverlenende instanties, zoals het Schoolmaatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming, het AMHK11, de schoolartsen van de VGGM (Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden), Lindenhout, het Onderwijs Zorg Centrum (voorheen Pactum), de onderwijsconsulenten van het Ministerie, de Onderwijsinspectie, ProPersona, Karakter etc. Wanneer Bureau Jeugdzorg betrokken is bij een gezin hebben zij in principe de casusregie. Soms gebeurt het in gezinnen dat er zoveel hulpverleners betrokken zijn, dat er een gezinsmanager van Lindenhout wordt ingezet. Door de inzet van de gezinsmanager wordt de gezinssituatie gestabiliseerd en kunnen ouders weer de rol van opvoeder invullen. Meerdere keren per jaar is er overleg tussen het team Leerlingzaken en o.a. de teamleider van Bureau Jeugdzorg om te bespreken wat er wel en niet goed gaat en wat bijvoorbeeld belangrijke ontwikkelingen zijn. Verder meldt de leerplichtambtenaar in VIE (VerwijsIndex Ede) als er zorgen rondom een kind of gezin zijn. Screeningsoverleg Sinds dit schooljaar bestaat het screeningsoverleg. Tweewekelijks is er in het Veiligheidshuis de mogelijkheid voor leerplichtambtenaren uit de regio om casussen te bespreken met de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg. Doel van dit overleg is om te bespreken of casussen als het ware weggehouden kunnen worden van de strafrechtelijke kant (het opmaken van een proces-verbaal) en of er indien nodig niet meteen een civiel onderzoek gedaan kan worden door de Raad voor de Kinderbescherming. Niet alle jongeren zijn namelijk geholpen bij een strafrechtelijk kader maar hebben soms wel hulp nodig. In het screeningsoverleg wordt ook besproken wat er in het vrijwillig kader al geprobeerd is met betrekking tot hulpverlening. Dit heeft namelijk wel de voorkeur. Gezien de ontwikkelingen rondom de decentralisatie van de jeugdzorg is nog niet duidelijk welke overlegstructuren blijven bestaan en met welke partners. Daarover komt in 2014 meer helderheid. 3.2. Samenwerking vanuit veiligheid Een aantal leerplichtambtenaren fungeert als contactpersoon voor het Veiligheidshuis Ede. Zij wonen de overleggen van het ZorgOverleg Risicojeugd (ZOR) en het Justitieel Overleg Risicojeugd (JOR) bij. Zij leveren vooraf informatie aan en denken samen met de partners tijdens het overleg mee over passende oplossingen rondom de besproken jongeren. De contacten met het Veiligheidshuis zorgen voor korte lijnen met onder andere de politie, de parketsecretarissen van het OM etc. Ook vindt er afstemming plaats met de ‘jeugdboa’s’ van de gemeente Ede. Deze Buitengewoon OpsporingsAmbtenaren worden door de gemeente Ede ingezet om overlast van jongeren tegen te gaan. Met deze inzet krijgt de gemeente daarnaast sneller zicht op de problematiek en kan zo sneller handelen. Het aantal jeugdboa’s is in 2012 uitgebreid van twee naar vijf. Wanneer de jeugdboa’s op straat jongeren aantreffen waarvan zij vermoeden dat ze op school zouden moeten zitten, nemen zij hierover contact op met de leerplichtambtenaren. Gezamenlijk wordt dan bekeken wat de inzet kan zijn. De afstemming vindt op individueel niveau plaats maar ook in gezamenlijke overleggen.
3.3. Samenwerking naar aanleiding van sancties 11
Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.
12
. Leerplichtambtenaren kunnen verschillende sancties inzetten als niet voldaan wordt aan de leerplicht. 3.3.1. BUREAU HALT Eerder is al beschreven in welke gevallen jongeren doorverwezen kunnen worden naar Bureau Halt. De werkwijze van Bureau Halt is als volgt. Wanneer het verkorte proces-verbaal van de leerplichtambtenaar binnenkomt bij Bureau Halt, nodigen zij de jongere en ouders uit voor een gesprek. Er wordt dan gesproken over de reden van doorverwijzing naar Bureau Halt en de aard van de straf: werken en/of een opdracht. Wanneer een jongere de Haltstraf goed afrondt betekent dat: geen boete en geen vervolging door Justitie. Wordt de Haltstraf niet goed uitgevoerd dan wordt teruggemeld naar de leerplichtambtenaar en wordt de jongere door middel van een proces-verbaal alsnog doorgestuurd naar Justitie. 3.3.2. OPENBAAR MINISTERIE In hoofdstuk 2 is het proces-verbaal al aan de orde geweest. De werkwijze rondom het proces-verbaal is, in het kort, als volgt. De leerplichtambtenaar kan een proces-verbaal opmaken aan alleen de ouders. Dit proces-verbaal wordt naar het Openbaar Ministerie (OM) én naar Bureau Jeugdzorg gestuurd zodat zij onderzoek kunnen doen. Wanneer er proces-verbaal tegen de jongere of tegen de jongere én ouders wordt opgemaakt, wordt het proces-verbaal naar het Openbaar Ministerie én naar de Raad voor de Kinderbescherming (RvK) opgestuurd. De Raad doet dan een onderzoek en zij zijn ook bij de rechtbankzitting aanwezig. Een proces-verbaal kan ook afgedaan worden door middel van een zogenaamde OTP of TOM zitting. Een OTP staat voor 'Oproeping Ten Parkette' waarbij een jongere niet voor de rechtbank verschijnt maar wel een gesprek met het Openbaar Ministerie heeft waarna hij een passende straf krijgt aangeboden. De jongere hoeft dan niet naar de kinderrechter, zal dus niet veroordeeld worden en krijgt geen strafblad. TOM staat voor Taakstraf Openbaar Ministerie. Op een TOM-zitting kan een officier van justitie een verdachte een taakstraf (een werkstraf of een leerstraf) of een geldboete, of een combinatie hiervan aanbieden. Bij deze besloten zitting is het niet de rechter die een straf oplegt, maar de officier van justitie die een straf aanbiedt. Als de verdachte hier niet op ingaat of de taakstraf niet naar behoren uitvoert, wordt hij of zij alsnog gedagvaard voor de rechter. Afstemmingsoverleg met Openbaar Ministerie (OM) Er is 2 à 3 keer per jaar afstemming tussen het Openbaar Ministerie in Arnhem (Jeugdofficier van Justitie) en de leerplichtambtenaren in Gelderland/Overijssel. In dit overleg wordt bijvoorbeeld besproken hoe de routing van de processen-verbaal loopt. Waar lopen leerplichtambtenaren tegenaan in de werkwijze maar ook waar loopt het OM tegenaan bij de processen-verbaal van de leerplichtambtenaren? Het OM heeft de eisen die zij aan de processen-verbaal stelt de laatste jaren flink verscherpt. Dit om er met elkaar voor te zorgen dat er uiteindelijk een zo compleet mogelijk proces-verbaal komt te liggen waarop een zo passende mogelijke uitspraak kan worden gedaan. Afdoeningsoverleg met Raad voor de Kinderbescherming (RvK) of Openbaar Ministerie (OM) Het afdoeningsoverleg vindt tweewekelijks plaats bij of de Raad voor de Kinderbescherming (RvK) of het Openbaar Ministerie (OM). Bij dit overleg zijn vertegenwoordigers van leerplicht aanwezig uit heel Gelderland. Samen met het OM en de RvK worden inhoudelijk de ingezonden processen-verbaal besproken. Doel is om te bepalen wat voor de processen-verbaal een goede afdoening zou zijn. Dit kan bijvoorbeeld dagvaarden zijn maar ook een OTP. Bij dit afdoeningsoverleg wordt ook meegenomen als een casus al in het screeningsoverleg besproken is. Op dit moment is het nog erg zoeken naar de juiste werkvorm hierin. Aangezien de bedoeling is dat het overleg 'klein' wordt gehouden zit de vertegenwoordiger van leerplicht er voor verschillende gemeenten. Het is voor hem/haar lastig (en tijdrovend) om alle inhoud van de processen-verbaal te kennen en te kunnen beoordelen wat een juiste afdoening kan zijn.
3.4. Samenwerking met leerplichtambtenaren in de regio In 2013-2014 heeft drie keer regionaal overleg plaatsgevonden met leerplichtambtenaren en RMC medewerkers uit de regio. Hierbij zijn informeren en afstemmen belangrijke doelen. In de afgelopen jaren is er gezamenlijk in de regio bijvoorbeeld een brochure ontwikkeld voor de schooldirecteuren over de regels rondom het verlenen van verlof. Sinds najaar 2012 loopt er, geinitieerd door het RMC bestuur, een onderzoek naar verdergaande mogelijkheden tot regionalisering van de leerplicht. Een reële optie is het organiseren van 1 regionale administratie leerplicht. Daarover valt in het najaar van 2014 een besluit. Ook op schoolniveau zijn er overleggen, bijvoorbeeld met het Lodenstein College. Dit is een school met leerlingen uit de hele regio. Met de zorgcoordinator van de school en leerplichtambtenaren van diverse gemeenten worden gezamenlijke afspraken gemaakt over aanpak van verzuim.
13
.
14
.
4.
Schooljaar 2013-2014 in cijfers
4.1. Tellingen In dit hoofdstuk beschrijven we de aantallen en soorten verzuim waarmee het Team Leerlingzaken te maken kreeg. Er wordt gewerkt met het registratiesysteem Carel van Eljakim. Hierin staan alle jongeren geregistreerd die in de gemeente Ede zijn ingeschreven in het GBA (Gemeentelijke Basis Administratie) In schooljaar 2013-2014 zijn er in totaal 1127 meldingen behandeld. De afgelopen jaren is er een stijging van het totale aantal meldingen te zien. De verdeling van de meldingen zag er als volgt uit: Tabel 4.1. Totaal aantal meldingen, verdeeld naar type melding Soort melding 2013-2014 2012-2013 Absoluut verzuim 33 39 Luxe verzuim 58 86 Signaal verzuim 592 540 Vrijstellingen 41 54 Bemiddelingen 403 331 Totaal
1127
1050
2011-2012 35 87 460 38 239 859
De stijging is vooral te zien bij het aantal gevallen van signaalverzuim en het aantal bemiddelingen door het Team Leerlingzaken. In de volgende paragrafen volgt een verdere toelichting op het verzuim. 4.2. Typen verzuim Van de eerste drie typen verzuimmeldingen is een overzicht gemaakt naar type onderwijs. In tabel 4.2. is het afgelopen schooljaar vergeleken met het jaar ervoor. Tabel 4.2. Verzuimmeldingen naar schooltype Signaalverzuim 2013-2014 2012-2013 BasisOnderwijs
42
32
Luxeverzuim 201320122014 2013 36 47
Speciaal basisonderwijs Speciaal voortgez onderwijs Voortgezet onderwijs
-
2
-
30
65
1
365
288
21
MBO
155*
Totaal
592
153 (incl kwal.plicht)) 540
58
-
39
86
Absoluut verzuim 2013-2014 20122013 11 12
Totaal 20132014 89
2
2
2
4
2
3
33
68
18
16
404
343
6
155*
39
683
159 (incl kwal.plicht) 665
33
2012-2013 91
* inclusief 142 jongeren die in behandeling zijn genomen door de leerplichtambtenaren MBO (Kwalificatieplicht). Hierover komt een apart jaarverslag (“Jaarverslag Kwalificatieplicht 2013-2014”).
15
.
4.2.1. ABSOLUUT VERZUIM: 33 KEER Het afgelopen schooljaar waren er 33 gevallen van absoluut verzuim. Dat is iets minder dan vorig jaar. Het ging om 32 jongeren; een jongere werd twee keer gemeld. Deze jongeren stonden niet ingeschreven op een school. Na onderzoek en acties door het Team Leerlingzaken is het absoluut verzuim op de volgende manier afgehandeld: -
21 keer is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan 17 voor Roma jongeren. 3 keer toch naar school (al dan niet na bemiddeling) 3 keer overdracht naar RMC 2 keer bleek iemand verhuisd 3 keer Roma zonder opmaken van een PV 1 keer vrijstelling op basis van medische gronden
4.2.2. LUXE VERZUIM: 58 MELDINGEN Er zijn afgelopen schooljaar 58 meldingen van luxe verzuim in behandeling genomen. Vorig jaar waren dat er nog 86. Zowel binnen het basisonderonderwijs als binnen het voortgezet onderwijs zijn er minder meldingen. In schooljaar 2012-2013 heeft het team Leerlingzaken een grote controle op het voortgezet onderwijs gehouden, dat zou een deel van de verklaring kunnen zijn dat er in dat jaar flink meer gevallen waren van ontdekt luxe verzuim. Afgelopen schooljaar zijn er wel controles geweest en is er minder ongeoorloofd luxe verzuim uit naar voren gekomen. Uiteindelijk hebben 13 meldingen geleid tot een proces-verbaal. We merken echter nog steeds dat scholen niet altijd onderling afstemmen bij het verlenen van verlof. Dit kan betekenen dat kinderen uit één gezin van de ene school soms wel toestemming krijgen voor verlof en en van de andere niet. Regelmatig contact tussen de leerplichtambtenaar en directeuren van scholen blijft dus belangrijk. 4.2.3. SIGNAALVERZUIM: 592 MELDINGEN Het aantal meldingen van signaalverzuim is gestegen naar 592; 10% meer dan vorig schooljaar. Daarin zijn ook meegenomen de 142 meldingen die de Leerplichtambtenaar Kwalificatieplicht in behandeling heeft genomen. Onze indruk is dat er steeds meer jongeren zijn die met zorgwekkende problematiek worden gemeld, een trend die al eerder is ingezet. 4.2.4. BEMIDDELINGEN/ADVIESVRAGEN: 403 KEER Er is dit jaar minimaal 403 keer bemiddeld door de leerplichtambtenaren; vorig jaar was dat 331 keer. Binnen het team Leerlingzaken is afgesproken dat één telefoontje met een school of een ouder niet geregistreerd wordt als bemiddeling/advies. Alleen wanneer er meer werk uit voortvloeit, maar het betreft nog niet direct verzuim, dan wordt er wel geregistreerd. Het kan dus ook zijn dat een registratie op ‘vraag/advies/bemiddeling’ een jongere betreft waar weken of zelfs maanden allerlei contacten over zijn maar waar (nog) niet direct sprake is van verzuim. Dit is vooral te zien binnen het basisonderwijs. Kinderen in de basisschoolleeftijd verzuimen meestal nog niet, maar problemen tussen ouders en school over bijvoorbeeld een verwijzing naar speciaal basisonderwijs kunnen wel hoog oplopen waardoor leerplicht betrokken wordt. Ouders dreigen dan bijvoorbeeld het kind thuis te houden. De stijging van het aantal bemiddelingen kan verklaard worden uit het feit dat de contacten met scholen goed zijn waardoor Leerplicht in een vroeger stadium betrokken wordt bij dreigende verzuimproblemtiek.
16
.
4.3. Vrijstellingen: 41 aanvragen Tabel 4.3. Soorten vrijstellingen Soort vrijstellingen Art 3a, vervangende leerplicht - Art 3a, vervangende leerplicht (tenminste 14 jaar) - Art 3b, vervangende leerplicht laatste schooljaar Art 5, vrijstelling inschrijving - Art 5a, lichamelijke of psychische gronden - Art 5b, tegen de richting van het onderwijs - Art 5c, ingeschreven in het buitenland Art 11, gronden voor vrijstelling geregeld schoolbezoek - Art 11d, wegens ziekte verhinderd - Art 11e, vervullen van godsdienstige plichten - Art 11f, specifieke aard beroep ouders - Art 11g, gewichtige omstandigheden
Aantal toegekend
Aantal afgewezen
Aantal in behandeling
1
Totaal
1
8 2 19
4
2
1
1
8 6 20
3
Art 13a, vakantie - Art 13a, vakantie Art 15, vrijstelling wegens volgen ander onderwijs - Art 15, volgen ander onderwijs Totaal
3 35
3 5
1
41
Afgelopen jaar zijn er 41 aanvragen voor vrijstelling gedaan. In tabel 4.3 is te zien wat de uitkomst van deze aanvragen is. Vorig jaar werden er 54 aanvragen gedaan. Het grootste verschil zit vooral bij ‘schoolbezoek buitenland’. Vorig jaar waren dit er 36, nu 20. Een verklaring hiervoor kan zijn dat inmiddels meer mensen zich definitief uitgeschreven hebben naar het buitenland. Leerlingzaken werkt nauw samen met Burgerzaken. Wanneer er vrijstelling voor “schoolbezoek buitenland” wordt afgegeven, doet de leerplichtambtenaar ook een melding bij Burgerzaken. Om ingeschreven te mogen blijven staan in de gemeente is het wettelijk geregeld dat mensen tenminste 4 maanden per jaar in Nederland moeten verblijven. Wanneer het vermoeden bestaat dat dit niet zo is, doet Burgerzaken onderzoek. Dit heeft in het afgelopen jaar in elk geval in een aantal gevallen geleid tot (ambtshalve) uitschrijving uit de gemeente.
17
.
4.4. Processen-verbaal: 75 keer Afgelopen jaar is er 75 keer een proces-verbaal opgemaakt. Het ging 55 keer om een normaal PV en 20 keer een verkort PV. Bij een verkort PV worden jongeren naar Bureau Halt verwezen. Een proces-verbaal kan voor meerdere kinderen in het gezin zijn, bijvoorbeeld bij absoluut en luxe verzuim. In totaal betrof het 86 kinderen. Het aantal PV’s is hoger dan in het schooljaar 2012-2013 (113), maar vergelijkbaar met het schooljaar 2011-2012 (73). Tabel 4.4. Processen-verbaal Type verzuim Absoluut Luxe Signaal Halt (= verkort PV) Totaal
Aantal Processen-verbaal 15 (waarvan 11 voor Roma gezinnen) 13 27 20 75
Het aantal PV’s voor signaalverzuim ligt dit jaar lager (27) ten opzichte van vorig jaar (43). Het aantal verwijzingen naar Bureau Halt ligt daarentegen een stuk hoger (20 t.o.v. 7). Een verklaring hiervoor kan zijn dat er steeds meer preventief gewerkt wordt en jongeren nog naar Halt kunnen worden verwezen omdat ‘we er op tijd bij zijn’. Wanneer het verzuim namelijk te hoog is (of er is zorg nodig), kan een jongere niet meer naar Bureau Halt worden verwezen. Hierover zijn afspraken gemaakt met het Openbaar Ministerie en Bureau Halt.
18
.
5.
Terugblik en vooruitzien
5.1. Terugblik Het team Leerlingzaken heeft het afgelopen jaar hard gewerkt aan het terugdringen en voorkomen van schoolverzuim. Parallel aan deze reguliere taak is een belangrijke ontwikkeling gaande. In 2012 zijn de afdelingen leerplicht van de gemeenten in de RMC subregio Vallei in samenwerking met Adviesbureau Densa een onderzoek gestart naar verdergaande samenwerking op het gebied van leerplicht. De focus is komen te liggen op een centrale leerplicht- en RMC administratie. Dat heeft er in juli 2014 toegeleid dat het RMC bestuur gekozen heeft voor een regionale leerplicht- en RMC administratie, welke in de gemeente Veenendaal wordt vormgegeven. Een definitief besluit hierover ligt in september 2014 voor aan de vijf colleges van de deelnemende gemeenten12. Eerder is genoemd dat het college van de gemeente Ede in juni 2014 heeft besloten tot een extra instrument om verzuim aan te pakken. Dit is de Last onder Dwangsom (zie par. 2.9). Vanaf augustus 2014 kunnen leerplichtambtenaren dit instrument inzetten. In juli 2014 hebben alle leerplichtambtenaren een cursus gevolgd hoe dit instrument te gebruiken. 5.2. Vooruitzien In augustus 2014 gaat de wet Passend Onderwijs in. Scholen krijgen de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Alle scholen in Ede zijn onderdeel van een samenwerkingsverband Primair Onderwijs of Voortgezet Onderwijs. Welke invloed de nieuwe wet heeft op de rol van de leerplichtambtenaar is nu nog onduidelijk. Worden daarmee de wachtlijsten waar we nu vaak tegenaan lopen bij speciaal onderwijsscholen opgelost? Of zorgt het plaatsen van leerlingen met een handicap of gedragsproblemen in het regulier onderwijs juist voor meer problemen? Allemaal zaken die de komende jaren duidelijk moeten worden. Ook de decentralisatie van de Jeugdzorg gaat invloed hebben op de werkwijze van het team Leerlingzaken. Tot nu toe waren de lijnen met bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg kort. Men kende elkaar goed en hulpverlening kon vaak snel ingezet worden. De toegang tot hulp gaat anders lopen vanaf 2015. De rol van het CJG en de sociale teams zal groter worden. Wat betekent dit voor de inzet van hulp? In het najaar van 2014 zal hier helderheid over komen. In het laatste kwartaal van 2014 zal in samenwerking met de afdeling Beleid en Regie een beleidsplan Leerplicht worden opgesteld. Dit plan vormt de herijking van de werkwijze van Leerplicht en bevat visie, missie en de opdracht voor de komende tijd. Zeker in het licht van alle (landelijke) ontwikkelingen is het zinvol om een stevige basis te hebben van waaruit we ons werk doen. Tot slot blijven we investeren in preventie. Er wordt gehandhaafd wanneer het moet en geadviseerd en ondersteund wanneer het kan.
12
Ede, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal
19