Examen VMBO-BB
2015 gedurende 250 minuten
landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB
Naam kandidaat ____________________________
Kandidaatnummer ____________
Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en een digitaal bestand.
Dit examen bestaat uit 15 opdrachten. Voor dit examen zijn maximaal 98 punten te behalen. Voor elk opdrachtnummer staat hoeveel punten met een goede uitvoering behaald kunnen worden.
PB-0951-b-15-1-o
Onderdeel A
gedrag dieren
tijdsduur ongeveer 50 minuten Voor dit onderdeel heb je het filmpje diergedrag nodig. 12p
1
Maak de minitoets bij opdracht 1.
Wilde dieren trekken rond, zoeken de hele dag naar voedsel en zoeken soortgenoten op of ontlopen die juist. In gevangenschap wordt het eten gebracht en is de ruimte beperkt. Het wordt dan voor dieren moeilijker om natuurlijk gedrag te vertonen en dit geeft stress. Stress kan leiden tot abnormaal gedrag zonder functie, stereotiep gedrag. Stereotiep gedrag willen we voorkomen door de huisvesting en voeding van dieren te verrijken. Dat kan bijvoorbeeld door voedsel te verstoppen op verschillende plekken in het verblijf, door met regelmaat het dierverblijf te veranderen of door te trainen met dieren. Nog een voorbeeld van verrijking: ijsblokken met fruit erin voor chimpansees.
Voordat je aan de volgende opdracht begint De examinator vertelt je waar je het benodigde bestand kunt vinden. Open het filmpje diergedrag.
PB-0951-b-15-1-o
2 / 16
lees verder ►►►
Uitvoering van de opdracht 11p
2
Bekijk het filmpje over diergedrag. Tip: bekijk het filmpje eerst helemaal, lees vervolgens de opdrachten. Bekijk het filmpje opnieuw en zet het tussendoor stil om de opdrachten te maken. Geef bij elke diersoort een korte beschrijving van het gedrag in het filmpje. Geef vervolgens aan of dit gedrag stereotiep is of niet. Bekijk het filmpje nogmaals en geef in de laatste kolom aan waar je verrijking ziet voor de dieren. Is er geen verrijking, vul dan niets in.
diersoort korte beschrijving gedrag
stereotiep korte beschrijving ja/nee verrijking
ijsbeer olifant jaguar / panter zebra kip tijger aap wolf ijsbeer lama / vicuña zebra giraffe bruine beer
PB-0951-b-15-1-o
3 / 16
lees verder ►►►
Als je klaar bent met de opdrachten Sluit het bestand. Ook huisdieren kunnen stereotiep gedrag vertonen. Geef een voorbeeld van stereotiep gedrag bij elk van de volgende huisdieren. paard: ........................................................................................................ .................................................................................................................. papegaai: ................................................................................................... .................................................................................................................. gerbil: ........................................................................................................ ..................................................................................................................
PB-0951-b-15-1-o
4 / 16
lees verder ►►►
Onderdeel B
gedragsonderzoek en verrijken verblijf gerbils
tijdsduur ongeveer 100 minuten Voor dit onderdeel heb je nodig: een (doorzichtige) bak met daarin 2 cm bodemmateriaal, een bakje met voer en een bakje met water een klein bakje met twee gerbils verschillende inrichtingsmaterialen de uitwerkbijlage De examinator geeft aan welke 2 gerbils je krijgt en welke gerbil je gaat hanteren en observeren. 3p
3
Beschrijf hoe je een gerbil op de juiste manier hanteert. .................................................................................................................. ..................................................................................................................
Hanteer je gerbil en bepaal het geslacht. Omcirkel het juiste antwoord.
Mijn gerbil is een:
vrouwtje
mannetje
Zet je gerbils in jouw eigen bak.
Gedrag van een gerbil in de natuur. In het woongebied van de Mongoolse gerbil is een gedragsonderzoek gedaan. De gerbils leven daar op een steppe (grasvlakte). Ze zijn zowel ’s nachts als overdag actief. Slapen doen ze onder de grond in een speciale slaapkamer, een onderdeel van hun gangenstelsel.
PB-0951-b-15-1-o
5 / 16
lees verder ►►►
24 uur lang heeft een onderzoeker elk half uur gekeken naar wat een gemerkte gerbil op dat moment deed. Het gedrag dat de onderzoeker op dat moment waarnam heeft hij opgeschreven. Alle waarnemingen heeft hij in een staafdiagram gezet. staafdiagram: waargenomen gedragingen gerbil gedurende 24 uur 25 22
aantal keren dat het gedrag is waargenomen 20
15
10 7
6
5 5 2
2
2 1
1
2p
4
ig ov
te ch
er
n
n ve
uf
fe
le
en sn
re
pe
n-
p lo
to ch re
nn
aa st
m ne d
ba za
nd
n
en
en av
et
en gr
sl
ap
en
0
gedrag
Beantwoord twee vragen over dit onderzoek. Hoeveel keer heeft de onderzoeker naar de gerbil gekeken? ..................................................................................................................
Hoeveel keer heeft de onderzoeker de gerbil een zandbad zien nemen?
..................................................................................................................
PB-0951-b-15-1-o
6 / 16
lees verder ►►►
De examinator geeft aan wanneer je met de volgende opdracht kunt beginnen. 3p
5
Observeer het gedrag van je gerbil in je bak. Bekijk eerst de uitwerkbijlage goed. De observatie duurt 7 minuten. Daarbij ga je om de 15 seconden kijken naar het gedrag van je gerbil op dat moment. De examinator geeft telkens aan wanneer je moet kijken. Zet in kolom 2 op de uitwerkbijlage een streepje (turfje) bij het gedrag van de gerbil op dat moment. Tel na afloop van de observatie per gedrag alle streepjes op en zet het totaal aantal streepjes per gedrag in kolom 3.
5p
6
Verwerk je waarnemingen en beantwoord de vragen. Zet op de uitwerkbijlage van opdracht 6 in de witte kolommen een streepje bij het aantal keer dat je het gedrag bij jou gerbil zag.
Welk gedrag liet de gerbil het meest zien?
..................................................................................................................
Welk gedrag liet de gerbil het minst zien?
.................................................................................................................. Vergelijk je staafdiagram met dat van de gerbil in de natuur. Welk gedrag liet de wilde gerbil wel zien en jouw tamme gerbil niet? .................................................................................................................. ..................................................................................................................
Geef een verklaring voor dit verschil.
............................................................................................................................ .................................................................................................................. ..................................................................................................................
PB-0951-b-15-1-o
7 / 16
lees verder ►►►
Je gaat nu het verblijf voor de gerbils zo inrichten dat de gerbils zoveel mogelijk van het natuurlijke gedrag kunnen laten zien. Dit noem je verrijken. Denk aan de veiligheid van de gerbils.
De examinator geeft aan welke materialen je kunt gebruiken. 11p
7
Kies inrichtingsmaterialen en richt een verblijf voor twee gerbils in. Bekijk de verschillende materialen die je kunt gebruiken en maak dan een keuze. Kies minstens vijf materialen. Vul in wat je gekozen hebt en waarom. De eerste regel is al ingevuld. materiaal
gekozen omdat
wc-rolletje
de gerbil kan knagen / hij kan zich verstoppen
PB-0951-b-15-1-o
8 / 16
lees verder ►►►
Maak in de rechthoek hieronder een bovenaanzicht van je gerbilverblijf. Geef duidelijk aan wat je gaat gebruiken en waar alles komt te staan. Maak ook een legenda.
Legenda:
Zet de gerbils even in een ander bakje en richt het verblijf in.
Laat je werk beoordelen door de examinator.
Zet de gerbils weer terug in jouw verrijkte bak.
Wacht tot alle kandidaten klaar zijn met het verrijken van hun bak. De examinator geeft aan wanneer je met de volgende opdracht kunt beginnen.
PB-0951-b-15-1-o
9 / 16
lees verder ►►►
2p
8
Observeer het gedrag van je gerbil in de verrijkte bak. Bekijk eerst de uitwerkbijlage. De observatie duurt 7 minuten. Daarbij ga je om de 15 seconden kijken naar het gedrag van je gerbil op dat moment. De examinator geeft telkens aan wanneer je moet kijken. Zet in kolom 4 op de uitwerkbijlage een streepje (turfje) bij het gedrag van de gerbil op dat moment. Tel na afloop van de observatie per gedrag alle streepjes op en zet het totaal aantal streepjes per gedrag in kolom 5.
3p
9
Verwerk je waarnemingen en beantwoord de vragen. Zet op de uitwerkbijlage in de grijze kolommen een streepje bij het aantal keer dat je het gedrag bij jouw gerbil zag.
Is het gelukt om het verblijf zo in te richten dat de gerbil meer zijn natuurlijke gedrag kon laten zien? Omcirkel het juiste antwoord. ja
nee
Leg uit waarom wel of niet.
.................................................................................................................. .................................................................................................................. ..................................................................................................................
Lever de uitwerkbijlage in bij de examinator.
PB-0951-b-15-1-o
10 / 16
lees verder ►►►
Onderdeel C
determineren en gezondheid konijnen
tijdsduur ongeveer 50 minuten Voor dit onderdeel heb je nodig: twee raskonijnen een rolmaat/lineaal een weegschaal de bijlage
Je gaat aan de hand van een determinatietabel het ras van twee konijnen bepalen. Vooraf moet je ze wegen en hun oorlengte meten.
De examinator geeft aan van welke twee konijnen je het ras gaat bepalen. Let op: bij deze opdracht word je beoordeeld op werktempo. Als je de opdracht binnen 25 minuten hebt uitgevoerd, krijg je het maximumaantal punten voor werktempo. 10p
10
Bepaal aan de hand van de determinatietabel in de bijlage het ras van het konijn. Vul hier de stappen uit de determinatietabel in. konijn 1 gewicht*
kg
oorlengte*
cm
stappen ras *op één cijfer achter de komma invullen konijn 2 gewicht*
kg
oorlengte*
cm
stappen ras *op één cijfer achter de komma invullen Laat je werk beoordelen door de examinator.
PB-0951-b-15-1-o
11 / 16
lees verder ►►►
Voor het fokprogramma van de konijnen moeten er dieren geselecteerd worden. Konijnen die mee doen in het fokprogramma moeten gezond zijn. Ze mogen bijvoorbeeld geen afwijkingen of infecties hebben en ze moeten een goede conditie hebben.
9p
11
Vul de schema's voor de twee konijnen waarvan jij het ras hebt bepaald in. konijnnummer
ras
oormerknummer
geslacht
1 2 afwijkingen* ontstoken konijngeslachtsnummer olifantstanden oogafwijking organen* 1
ja
nee
ja
nee
ja
nee
2
ja
nee
ja
nee
ja
nee
conditie** mager goed vet
* omcirkel het juiste antwoord ** zet een kruisje in het juiste vakje Je hebt een aantal gezondheidskenmerken bij de konijnen bekeken. Hebben jouw konijnen, als je alleen kijkt naar jouw controle, een goede gezondheid? Omcirkel het juiste antwoord. Konijn 1 heeft
wel
niet
een goede gezondheid
omdat ....................................................................................................... .................................................................................................................. .................................................................................................................. Konijn 2 heeft
wel
niet
een goede gezondheid
omdat ....................................................................................................... .................................................................................................................. ..................................................................................................................
PB-0951-b-15-1-o
12 / 16
lees verder ►►►
2p
12
Beoordeel je eigen werk. Je hebt twee konijnen gedetermineerd en beoordeeld. In het schema staan hierover drie beoordelingspunten. Beoordeel jezelf. Gebruik hierbij één van de volgende cijfers: 2 goed 1 gedeeltelijk goed 0 slecht of niet gedaan Geef een toelichting bij elke beoordeling.
beoordelingspunt Ik heb de konijnen op de juiste manier gefixeerd om het geslacht te kunnen bepalen. Ik heb de konijnen daarbij juist gehanteerd.
cijfer
toelichting .............................................................. .............................................................. .............................................................. .............................................................. ..............................................................
Ik heb de gezondheid van de konijnen juist beoordeeld.
.............................................................. .............................................................. .............................................................. .............................................................. ..............................................................
Ik heb tijdens de determinatie van de konijnen efficiënt gewerkt zodat ik binnen de tijd klaar was.
.............................................................. .............................................................. .............................................................. .............................................................. ..............................................................
PB-0951-b-15-1-o
13 / 16
lees verder ►►►
Onderdeel D
rantsoen merrie bepalen
tijdsduur ongeveer 50 minuten Voor dit onderdeel heb je nodig: drie hooimonsters een weegschaal brok 2p
13
Beoordeel drie verschillende hooimonsters. Vul in het schema voor elk monster in wat je van de kwaliteit vindt. hooimonster nummer
kwaliteitscontrole structuur
geur
afwijkingen
1 2 3
Welk hooi is het meest geschikt voor paarden? Leg uit waarom je dit hooi kiest.
.................................................................................................................. ..................................................................................................................
Hoeveel voer je een merrie per dag moet geven kan per merrie en voersoort verschillen. De onderstaande richtlijnen geven een idee hoeveel ruwvoer je moet voeren.
tabel: energie- en eiwitbehoefte voor onderhoud (EWpa en VREp per dag) voor volwassen paarden en pony's merrie/ruin koudbloed
warmbloed
lichaamsgewicht (kg)
EWpa
VREp
EWpa
VREp
200
2,07
160
2,19
160
400
3,49
270
3,68
270
600
4,73
365
4,98
365
800
5,87
450
6,19
450
PB-0951-b-15-1-o
14 / 16
lees verder ►►►
9p
14
Bepaal het rantsoen van een merrie. Bepaal wat de energie- en eiwitbehoefte van een warmbloedmerrie van 600 kg is. energiebehoefte is .......................................................................... EWpa eiwitbehoefte is ............................................................................... VREp tabel: geschatte melkproductie (kg per dag) en toeslag voor merries voor lactatie (EWpa en VREp per dag) lichaamsgewicht (kg) 200
400
600
lactatiemaand maand 1
maand 2 en 3
maand 4 en 5
6
7
6
EWpa
2,02
2,05
1,67
VREp
300
310
240
Kg melk
10
12
10
EWpa
3,37
3,51
2,79
VREp
500
530
400
Kg melk
15
18
15
EWpa
5,06
5,27
4,18
VREp
750
790
600
Kg melk
De merrie heeft een veulen van drie maanden oud. Wat is de toeslag in EWpa die deze merrie nodig heeft voor de melkproductie per dag? ..................................................................................................................
Bereken de totale energiebehoefte van de merrie.
.................................................................................................................. ..................................................................................................................
PB-0951-b-15-1-o
15 / 16
lees verder ►►►
tabel: hoeveelheid EWpa per kg voedermiddel voedermiddel
EWpa
grashooi
0,60
merriebrok
1,00
Je
hebt de keuze uit rantsoen 1: 8 rantsoen 2: 10 rantsoen 3: 12
drie verschillende rantsoenen voor deze merrie: kg grashooi 1 kg merriebrok kg grashooi 2 kg merriebrok kg grashooi 3 kg merriebrok
Welk rantsoen is voor deze merrie het meest geschikt? Leg je antwoord uit met een berekening en omcirkel het juiste rantsoen.
berekening rantsoen 1: .............................................................................. .................................................................................................................. berekening rantsoen 2: .............................................................................. .................................................................................................................. berekening rantsoen 3: .............................................................................. .................................................................................................................. Rantsoen
1
2
3
is het meest geschikt.
De merrie krijgt 's ochtends de helft van de brok en 's avonds de andere helft van de brok (van het gekozen rantsoen). Weeg de hoeveelheid brok voor de ochtend af.
14p
15
Maak de minitoets bij opdracht 15.
PB-0951-b-15-1-o
16 / 16
lees verdereinde ►►►