LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vakken:
AV Lichamelijke opvoeding AV Sport/ KV Hedendaagse dans
2/2 lt/w 14/13-12 lt/w
Basisvorming Specifiek gedeelte
Studierichting:
Lichamelijke opvoeding en sport
Studiegebied:
Sport
Onderwijsvorm:
TSO
Graad:
derde graad
Leerjaar:
eerste en tweede leerjaar
Leerplannummer:
2010/046 (vervangt 2009/024)
Nummer inspectie:
(vervangt 2009 / 10 // 1 / T / BS / 1 / III / / D/)
Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week), AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e jaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................5 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................6 Leerplandoelstellingen/leerinhouden/specifieke pedagogisch-didactische wenken ................................8 Deel 1: theoretische vakken ..................................................................................................................9 1: Theorie van de sport...........................................................................................................9 2: Fysiologie van de beweging ............................................................................................13 Deel 2: verplicht aanbod van bewegingsactiviteiten ........................................................................16 Subvak 1: Atletiek .................................................................................................................17 Subvak 2A: Gymnastiek meisjes .........................................................................................20 Subvak 2B: Gymnastiek jongens ........................................................................................22 Subvak 3: Ritmische en dansante vorming .......................................................................25 Subvak 4: Conditie ................................................................................................................28 Subvak 5: Zwemmen.............................................................................................................30 Subvak 6: Basketbal .............................................................................................................33 Subvak 7: Handbal ................................................................................................................37 Subvak 8: Voetbal .................................................................................................................42 Subvak 9: Volleybal ..............................................................................................................46 Subvak 10: Badminton .........................................................................................................49 Subvak 11: Tafeltennis .........................................................................................................53 Subvak 12: Tennis.................................................................................................................57 Subvak 13: Verdedigingssporten (Budo) ...........................................................................60 Deel 3: keuzesporten ............................................................................................................................63 Subvak 1: Atletiek .................................................................................................................64 Subvak 2A: Gymnastiek meisjes .........................................................................................67 Subvak 2B: Gymnastiek jongens ........................................................................................69 Subvak 3: Ritmische en dansante vorming .......................................................................72 Subvak 6: Zwemmen.............................................................................................................75 Subvak 5: Basketbal .............................................................................................................77 Subvak 6: Handbal ................................................................................................................81 Subvak 7: Voetbal .................................................................................................................84 Subvak 8: Volleybal ..............................................................................................................89 Subvak 12: Badminton .........................................................................................................92 Subvak 10: Tafeltennis .........................................................................................................96 Subvak 11: Tennis...............................................................................................................100 Subvak 12: Rugby ...............................................................................................................103 Subvak 13: Paardrijden ......................................................................................................107 Subvak 14: Watersporten ...................................................................................................110 Subvak 15: Golf ...................................................................................................................113 Subvak 16: Triatlon-duatlon ...............................................................................................116 Subvak 17: Wielrennen .......................................................................................................119 Subvak 18: Fitness..............................................................................................................122 Subvak 19: Waterpolo.........................................................................................................125 Algemene pedagogisch-didactische wenken .......................................................................................128 Minimale materiële vereisten ................................................................................................................140 Evaluatie ...............................................................................................................................................142 Bibliografie ............................................................................................................................................146
1
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week), AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e jaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
2
VISIE De school die de studierichting TSO Lichamelijke opvoeding en Sport aanbiedt, opteert resoluut voor een sportgerichte aanpak om de leerlingen sleutelvaardigheden voor levenslang leren zoals zelfontplooiing, actief burgerschap, sociale interacties … bij te brengen. De school en de vakgroep LO en Sport vertrekt hierbij vanuit een uitgesproken, duidelijke visie op opvoeding en sport. Door een evenwichtig en doordacht aanbod van verplichte bewegingsactiviteiten en keuzesporten kan de school een schoolspecifiek sportief imago opbouwen. De verplichte onderdelen van dit leerplan garanderen een degelijke voorbereiding op het voortgezet onderwijs en de ruime waaier aan keuzesporten stelt de school in staat om een eigen sportprofiel te kunnen ontwikkelen. Deze studierichting realiseert de vormingsdoelen van TSO en richt zich in het bijzonder naar een harmonische persoonlijkheidsvorming waarbij de sportcomponent een extra vormingsmiddel is voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid van de jongere. Ze spreekt vooral jongeren aan die minder studiegericht maar sportminded zijn waarbij een intense lichaamsbeleving een motivatie betekent voor hun studieloopbaan. TSO LO en Sport beoogt echter niet alleen de ontwikkeling van het lichaam maar ook van de geest: logischerwijze moeten de verschillende vakken en componenten binnen de opleiding op elkaar afgestemd zijn. Sport als uitlaatklep voor hypernerveuzen of als compensatie voor te veel zitonderwijs zijn geen redenen om deze studierichting aan te raden. Goed presteren in theorie en sport vereisen planning, regelmaat, recuperatie, verzorging.
De studierichting moet de leerlingen toelaten zich voor te bereiden op: 1.
een doorstroming naar Se-n-Se opleidingen en/of naar bepaalde vormen van het voortgezet onderwijs (pedagogisch, sociaal, paramedisch, economisch …);
2.
tewerkstelling in verschillende beroepsgerichte sectoren: a. beroepssector waarbij het fysiek element belangrijk is (leger, rijkswacht, politie, brandweer, zwembadredder ...); b. vrijetijdssector waarbij communicatieve vaardigheden essentieel zijn: recreatieve sportclubs, gemeentelijke sportdiensten, OCMW, clubtoerisme, strandanimatie ...; c.
commerciële sector verwant aan sport: fitnesscentra, verkoop van sportartikelen, onderhoud van sportmaterieel …
d. sportspecifieke sector waarbij de sporttechnische kennis belangrijk is bijv. hulptrainer en trainer in een specifieke sportdiscipline e. beroepssportsector: voltijdse of deeltijdse tewerkstelling in eigen sportdiscipline: voetbal, wielrennen, tennis, basketbal ...
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week), AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e jaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
3
De lichamelijke opvoeding en sportgerichte opleiding, bestaat uit volgende componenten 1. Het ontwikkelen van de motorische competentie Sportief talent kan enkel ontdekt worden indien de lichamelijke ontwikkeling in de breedste zin van het woord maximale kansen gekregen heeft. Hierbij denken we aan zowel de grootmotorische en de kleinmotorische ontwikkeling als aan de ontwikkeling van de fysieke basiseigenschappen zoals kracht, lenigheid, snelheid, uithouding e.d. Via vakken als atletiek, zwemmen, gymnastiek, ritmiek en balsporten wordt er gewerkt aan de motorische ontwikkeling. De fysieke conditie wordt voornamelijk in de hand gewerkt door regelmatig en voldoende intensieve fysieke activiteit van het opgroeiende individu, dit echter zonder te willen voorbij gaan aan andere medebepalende factoren zoals de hygiëne, de voeding, de nachtrust, het schoolritme ... De opleiding LO en Sport is polyvalent en kan leiden tot specialisatie. Via keuzesport wordt een doorgedreven fysieke en motorische training nagestreefd waarbij doorzettingsvermogen en karaktervorming centraal staan. De motivatie tot fysieke inspanning is belangrijk. Men streeft naar het leveren van prestaties zoals dat ook in het dagelijkse leven van een volwassene wordt gevraagd.
2. Het ontwikkelen van het zelfconcept en sociaal functioneren Bij elke gedragsvorm, dus ook de motorische, is er een duidelijke interactie aanwezig tussen de ontwikkelingsdomeinen van de persoonlijkheid en de motoriek. De verschillende bewegingsdomeinen bieden een belangrijke bijdrage tot het verwerven van positieve sociale attitudes: fair play, leren aanvaarden van regels, waarden en normen, de verantwoordelijkheid ten opzichte van de medeleerlingen, hulpvaardigheid en samenwerking. Ook individuele attitudes zoals doorzettingsvermogen, wilskracht, zorg voor eigen gezondheid en conditie, beheersing, zelfstandigheid worden in verschillende bewegingsactiviteiten sterk aangesproken.
3. Het ontwikkelen van de cognitieve competentie De cognitieve vormingscomponent berust op:
3.1 een wetenschappelijke benadering van de basiselementen van het menselijk bewegen. De leerstof, op het niveau van de leerlingen TSO, behandelt aspecten van anatomische en fysiologische aard gerelateerd aan sportbeoefening en het leveren van fysieke inspanningen. Het inzicht in de fysiologische en biomechanische principes m.b.t. beweging en inspanning en de toepassing ervan in eigen praktijkuitvoeringen moet ondersteund worden door de positieve wetenschappelijke vakken: fysica, chemie, biologie.
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week), AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e jaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
3.2 het aanbrengen van kennis en inzicht in de theorie van de lichamelijke opvoeding. Deze theorie behandelt het leren over bewegen: het bijbrengen van kennis en inzicht in bewegen en sport, in de bewegings- en sportcultuur en in andermans kunnen. De spelorganisatorische aspecten van de sport en het begeleiden van groepsdynamische processen via bewegingsactiviteiten worden bijgebracht.
3.3 het situeren van het fenomeen sport in een maatschappelijke context. Sport is een cultuurfenomeen met een belangrijke maatschappelijke invloed. Eigen ervaringen maken de leerlingen bewust van het belang van de beweging voor de ontwikkeling, de vrije tijd en de sociale integratie. Door het toenemend belang van de politiek, geld en de media bestaat het gevaar dat er een breuk ontstaat tussen de waarden van de sport en de realiteit. Informatie en het bijbrengen van inzicht in de ethische aspecten van de sport behoren tot de essentie van een opleiding LO en Sport.
3.4 het bijbrengen van kennis en inzichten in economische markten. De kwaliteit van een opleiding LO en Sport berust op volgende pijlers:
-
gemotiveerde leerlingen die weten waaraan ze beginnen en die bereid zijn inspanningen te leveren en door te zetten;
-
bekwame leerkrachten LO die de meest actuele, wetenschappelijk onderbouwde, inzichten in sportbegeleiding gebruiken;
-
degelijke en veilige infrastructuur;
-
goede contacten met externe organisaties zoals SVS, BLOSO, BVLO, sportfederaties, gemeentelijke sportdiensten.
Vakgebonden en vakoverschrijdend overleg
Bij de uitwerking van de leerplannen zijn zowel verticale als horizontale samenhang belangrijk. De verticale samenhang legt het verband met de basisdoelstellingen van de eerste graad en de einddoelstellingen van de derde graad. De horizontale samenhang legt het verband met andere vakken (chemie, biologie, fysica, toegepaste biologie, toegepaste economie) en vakoverschrijdende contexten. In de vakken biologie, chemie, fysica en toegepaste biologie worden de basis leerinhouden aangebracht als ondersteuning voor de toepassingen gericht naar beweging en inspanning in het onderdeel theorie: wetenschappelijke benadering van de basiselementen van de menselijke beweging. Het doel van de lessen economie is niet alleen de leerlingen inzicht te verstrekken in het economisch mechanisme met haar onderscheiden entiteiten en markten, maar ook specifieke aspecten van het bedrijfsbeleid te brengen. Tevens wordt uitvoerig aandacht besteed aan het juridische statuut van de sportbeoefenaar, zowel van de betaalde als van de niet-betaalde.
4
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week), AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e jaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
5
BEGINSITUATIE De leerplandoelstellingen en de leerinhouden steunen op de verworven kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes uit de tweede graad. Ze richten zich zowel naar de sportbegaafde leerling als naar de sportgeïnteresseerde leerling. De leerlingen beschikken over voldoende motorische vaardigheden, hebben een positieve bewegingsingesteldheid, doorzettingsvermogen en zin voor samenwerking. De leerlingen moeten ook veel interesse hebben voor wetenschappelijke toepassingen. In het eerste leerjaar van de derde graad moet men rekening houden met een aantal instromers. Hun kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes steunen op het leerplan lichamelijke opvoeding uit de basisvorming van de tweede graad. Het is aangewezen deze leerlingen duidelijk de minimacriteria mee te delen die in de tweede graad van de studierichting LO en sport moeten behaald worden. Anderzijds is het aan te bevelen bij het begin van het schooljaar een geleidelijke opbouw te voorzien zodat deze leerlingen na een bepaalde periode voldoen aan de voorwaarden om met succes een derde graad te volgen.
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week), AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e jaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
6
ALGEMENE DOELSTELLINGEN 1. Ontwikkelen van motorische en cognitieve competenties
Algemene doelstellingen uit de 2e graad die worden gehandhaafd of verder uitgediept: • basisbewegingen en geleerde vaardigheden uit de verschillende bewegingsgebieden toepassen in andere bewegingscontexten; • aandacht hebben voor een goede technische uitvoering en het bereiken van geoefendheid in een discipline die kan gaan tot topsport; • bewegingsopdrachten zelfstandig kunnen aanpakken, oplossen en tot een goed einde brengen, rekening houdend met eigen mogelijkheden; • sportspecifieke spel- en gedragsregels kennen en deze toepassen zowel individueel als in groep; • reflecteren op het lukken of mislukken van een bewegingsopdracht en oplossingen kunnen geven; • evalueren en reflecteren op zichzelf en op de eigen mogelijkheden. Nieuwe algemene doelstellingen: • volgens vooropgestelde criteria bij zichzelf kunnen nagaan of er vorderingen worden gemaakt bij het uitvoeren van bewegingsopdrachten; • een mening hebben over bewegingssituaties en bewegingservaringen kunnen uitwisselen; • motorische, cognitieve en socio-affectieve basis verwerven nodig om door te stromen naar hoger onderwijs of om met voldoende zelfvertrouwen een loopbaan te beginnen in een sportgerichte beroepssector. 2. Gezonde en veilige levensstijl
Algemene doelstellingen uit de 2e graad die worden gehandhaafd of verder uitgediept: • het belang kennen van een goede fysieke conditie in functie van een gezonde en veilige levensstijl; • eigen doelen kunnen bepalen met betrekking tot een optimale fysieke fitheid; • spontaan deelnemen zowel aan competitieve als aan recreatieve bewegingsactiviteiten; • voldoening beleven aan fysieke inspanning in coördinatie met een aangepaste hygiëne en lichaamsverzorging; • risico’s voor gezondheid en veiligheid verbonden aan de verschillende sporten kennen en gepast weten te handelen; • belangrijke gezondheidsaspecten van sporten blijven toepassen, zoals: het gebruik van aangepaste kledij en schoeisel, het belang van de opwarming en cooling down, correct helpen en bijstaan … • basisregels van een correcte houding- en rugscholing hanteren om overbelasting en kwetsuren te vermijden; • beseffen dat onsportief, onethisch, ongezond en onbezonnen gedrag oorzaak kan zijn van letsels en trauma’s; • verantwoordelijkheid opnemen omtrent veiligheidsafspraken; • inzicht hebben in medebepalende gezondheidsfactoren zoals hygiëne, voeding, gebruik van genoten geneesmiddelen, nachtrust, schoolritme, trainingsfrequentie …; • de positieve invloed van sporten in de natuur ervaren. Nieuwe algemene doelstellingen: • het verband kunnen leggen tussen bewegen, gezondheid en samenleving; • kritisch omgaan met het bewegingsaanbod; • leren zinvol trainen; • eerste hulp kunnen bieden bij sportongevallen.
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week), AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e jaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
7
3. Zelfconcept en sociaal functioneren e
Algemene doelstellingen uit de 2 graad die worden gehandhaafd of verder uitgediept: • een gezonde sportieve instelling verwerven door te oefenen in een geest van veiligheid en wederzijds respect; • ervaren van bewegingsvreugde; • verantwoordelijkheid opnemen als deelnemer, materiaalverantwoordelijke, helper, spelleider, scheidsrechter …; • aanvaarden van afspraken, spelregels, waarden en normen; • zelfstandig kunnen oefenen individueel of in kleine groepen waarbij men respect opbrengt voor elkaars mogelijkheden en individuele verschillen; • weten dat een goede samenwerking, zoals medeleerlingen helpen wanneer de bewegingssituatie dit vereist, kwetsuren en andere trauma’s helpen vermijden. Nieuwe algemene doelstellingen: • weten welke bewegingsactiviteit het best aansluit bij de eigen fysieke en relationele mogelijkheden; • recreatieve en competitieve bewegingsactiviteiten alleen of in groep kunnen organiseren en aanpassen aan de deelnemers; • kritisch kunnen reflecteren over sport in de maatschappij.
4. Vakoverschrijdende doelstellingen: • leren problemen oplossen en zowel de oplossingswijze als de oplossing kunnen evalueren; • een realistische training- en tijdsplanning op langere termijn kunnen maken; • het leerproces kunnen bijsturen en beoordelen op doelgerichtheid; • toekomstgerichte conclusies kunnen trekken uit leerervaringen; • de oorzaak van slagen of falen objectief kunnen toeschrijven; • ontwikkelen van een positief zelfbeeld op basis van betrouwbare gegevens en daarover kunnen communiceren; • omgevingsinvloeden kunnen onderkennen; • een kritische houding kunnen aannemen ten aanzien van allerlei vormen van informatie; • het belang inzien van gevoelens en lichaamstaal; • bereid zijn tot luisteren, respecteren en overleggen; • ongelijk en onmacht durven toegeven; • aannemen van een kritische houding tegenover het eigen voedingspatroon en bereid zijn het aan te passen, rekening houdend met criteria voor een evenwichtige voeding binnen diverse voedingssystemen; • kunnen herkennen van risicofactoren voor eetstoornissen en hun gevolgen; • kunnen toepassen van eerste hulp en cardiopulmonaire resuscitatie (CPR); • milieuproblemen kennen in verband met sommige sporten en zich verantwoordelijk voelen voor het milieu waarin er wordt gesport; • … Wij wijzen de leerplangebruiker erop dat deze lijst met vakoverschrijdende doelstellingen zeker niet limitatief is en enkel LO-gerelateerde voorbeelden zijn uit de verschillende vakoverschrijdende thema’s en contexten. De uitbreiding van deze lijst is sterk afhankelijk van de aanpak van de individuele leerkracht alsook van projecten opgezet zowel door de vakgroep als door de school.
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week), AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e jaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
8
LEERPLANDOELSTELLINGEN/LEERINHOUDEN/SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De leerplandoelstellingen en de leerinhouden staan in onderlinge relatie. Leerinhouden zijn middelen om doelstellingen te bereiken. Motorische competenties worden bereikt via aangepaste leerinhouden en aangepaste methodischdidactische werkvormen en kunnen verschillend zijn voor jongens en meisjes. Attitude gebonden en vakoverschrijdende doelstellingen kunnen niet steeds door specifieke leerinhouden bereikt worden maar eerder door een gepaste methodisch-didactische aanpak. Daarenboven zijn er een aantal attitudegebonden doelstellingen die als een rode draad doorheen het leerproces van alle disciplines lopen. De doelstellingen en de leerinhouden worden per discipline geformuleerd.
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
9
DEEL 1: THEORETISCHE VAKKEN
1: THEORIE VAN DE SPORT 1e leerjaar: 2 lestijden/week 2e leerjaar: 2 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 1.
de mogelijke waarden van de bewegingsopvoeding inzien.
LO 5-23-24
2.
de principes van het leidinggeven toepassen.
LO 7-8
3.
de beginselen van didactiek verwerven.
4.
5.
6.
het jeugdsportbeleid inschatten.
inzicht verwerven in de organisatie van de sport.
de rol van de sport als maatschappelijk fenomeen begrijpen.
LEERINHOUDEN Ontwikkeling van: •
de motorische competentie
•
de gezonde en veilige levensstijl
•
het zelfconcept en sociaal functioneren
Leiderschapsstijlen versus leerstijlen Verschillende didactische werkvormen: •
werken met groepen, individueel, partner …
•
globaal, analytisch
•
zelfgestuurd leren
•
casestudy
•
…
•
de ontwikkelingsfasen
•
voorwaarden waaraan jeugdtraining moet voldoen
•
randfenomenen: omgang met ouders, sociale activiteiten …
•
de comités
•
de organisatievormen
•
competitiesystemen: uitdaging, afval, poule, combinatie, roulering …
•
instuif- en schooltornooi
De verschillende invalshoeken op de sport: •
gezondheid
•
vrije tijd
•
welzijn
•
ontspanning
•
sociale invalshoek
•
spektakel
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr.
LO 3-4-5-6-78
LO 3-4-5-6-78
LO 3-4-5-6
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
10
LEERINHOUDEN
7.
de tewerkstelling in de sport overzien.
Onderwijs, Vlaamse Trainersschool (VTS), sportgerichte beroepssectoren
8.
de belangrijkste trainingsprincipes aangeven en toepassen op hun sport.
•
conditionele factoren, techniek en tactiek, lichaamsbouw, accommodatie en psychische factoren
•
supercompensatie
•
belastingscomponenten
•
voornaamste principes van trainingsstructuur
•
begrippen en inhoud
•
trainingsmethodes
9.
10.
11.
de basiscomponenten ‘weerstand, coördinatie; kracht; lenigheid; uithouding en snelheid’ inschatten en de methodes toepassen op hun sport.
plannen en periodiseren.
het officieel erkend brevet van “Helper” van het Rode Kruis halen
12.
het officieel erkend brevet van reanimatie halen
13.
het diploma van “Initiator, algemeen gedeelte” van de VTS (Vlaamse trainersschool) halen
•
trainingsmethodes in functie van de soort
•
organisatievormen van oefensessies
•
evaluatie van de verschillende componenten
•
de cycli
•
jaarindeling
•
begrippen
Theoretische en praktische leerinhouden van het brevet “Helper”
Alle leerinhouden van de VTS-cursus “Initiator, algemeen gedeelte”
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
11
THEORIE VAN DE SPORT Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Geef lessen trainingsleer zo praktisch mogelijk. (Ervaringsgericht lesgeven!)
2.
Vakoverschrijdend samenwerken met de collega’s sport is een must.
3.
Wijs op de intrinsieke waarden en gevaren in de sportbeleving. Zoek in de media naar uitingen van deze beleving tot op het topniveau.
4.
Leerlingen zoeken progressies in hun eigen keuzesport. Zij moeten zich stellen op het niveau “initiatie”, waar bewegingen minder vanzelfsprekend of gewoon zijn voor onze sportervaren leerlingen.
5.
Leerstijlen: inzicht in de persoonlijkheid van de sporter: fysiek, temperament, intelligentie, karakter en attitude, sociale vaardigheid, faalangst …
6.
Opzoeken van artikels in kranten, sporttijdschriften, uitgaven van diverse sportorganisaties, internet … over de diverse thema’s.
7.
Gebruik van videoreportages als illustratie.
8.
De leerlingen geven voorbeelden aan uit eigen ervaring in club of school.
9.
De leerlingen vertellen over de trainingen die zij in clubverband uitvoeren, brengen wedstrijdtabellen en klassementen mee. Zij organiseren in de school sportinstuiven en tornooien via de keuzesport.
10.
De leerlingen voeren zelf testen uit.
11.
Zoeken op het internet naar een actuele lijst van de verboden producten.
12.
In het eerste jaar van de graad worden reeds links gelegd naar de stage sport van het laatste jaar.
13.
Gebruik van de documentatie als onderwerp voor een groepsdiscussie of panelgesprek.
14.
Een doordachte aanpak maakt het mogelijk om tevens heel wat vakoverschrijdende eindtermen na te streven binnen het eigen vak. Voornamelijk de eindtermen uit de domeinen leren leren en sociale vaardigheden kunnen aan bod komen.
15.
Veel items leiden tot vakoverschrijdend samenwerken:
16.
•
toepassing van trainingsleer (alle keuzesporten);
•
het verwerken van de documentatie tot een spreekbeurt (Nederlands, andere talen…;)
•
opzoeken en verwerken van informatie i.v.m. de gemeentelijke sportraad, subsidiewerking, sportdienst, wetteksten en decreten … (recht & wet, toegepaste informatica, …);
•
invloeden van de media en het bedrijfsleven op de sport (recht en wet: media, sponsoring, reclame …);
•
stage op de gemeentelijke sportdienst (GIP; stage);
•
doping (fysiologie, levensbeschouwelijke vakken, recht & wet…);
Welbevinden, vertrouwen en succesbeleving bij de leerlingen bieden de beste garanties tot het halen van de vooropgestelde brevetten en diploma.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Nr. 17.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Volg op zeer regelmatige basis zelf nascholingen.
12
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
13
2: FYSIOLOGIE VAN DE BEWEGING 1e leerjaar: 2 lestijden/week 2e leerjaar: 2 lestijden/week
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1.
het lichaam situeren in de ruimte (module 1).
•
basisbegrippen en terminologie
2.
inzicht verwerven in de studie van de gewrichten (module 2).
•
schoudergewricht
•
ellebooggewricht
•
heupgewricht
•
kniegewricht
•
wervelkolom
•
schoudergewricht
•
ellebooggewricht
•
heupgewricht
3.
4.
inzicht verwerven in de beweging van de gewrichten (module 3).
de spiercontracties begrijpen (module 4).
•
kniegewricht
•
wervelkolom
•
macro
•
micro
•
spierweefsel
5.
inzicht verwerven in de energielevering systemen (module 5).
•
studie van de energieprocessen in het spierweefsel
6.
het verband leggen tussen de regulerende systemen (module 6).
•
het zenuwstelsel
•
het hormonaal stelsel
7.
de relatie leggen tussen voeding en sport (module 7).
•
de spijsvertering
•
samenstelling van de voeding.
8.
het belang aangeven van de transportsystemen (module 8).
•
het bloed
•
lymfe
9.
en kennen het belang van de uitwisseling van gassen (module 9).
•
de ademhaling
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
14
FYSIOLOGIE VAN DE BEWEGING Module 1.
2.
3.
4.
5.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken •
lichaamsassen
•
lichaamsvlakken
•
lichaamsbewegingen
•
richtingsaanduidingen
Anatomische benadering van de beenderen: •
bouw van de beenderen
•
soorten beenderen
•
mogelijke letsels en afwijkingen
•
invloed van training op het skelet
•
lenigheidremmende en –bevorderende factoren
•
rugscholing
•
…
De inwerkende (belangrijkste) spieren op de gewrichten: •
oorsprong en insertie
•
analyse van de beweging
•
hefbomen en krachten (agonisten, synergisten en antagonisten)
•
mogelijke letsels
•
…
•
prikkeloverdracht
•
motorische eenheid
•
prikkelduur / prikkelfrequentie
•
snelle en trage spiervezels
•
ATP – wederopbouw
•
aëroob – anaëroob
•
lactisch – alactisch
•
lactaatmetingen
•
steady state – omslagpunt
•
recuperatie
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Module
6.
7.
8.
9.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken •
zuurstoftekort en zuurstofschuld
•
verband tussen de stelsels
•
stijgende en dalende banen
•
synaps
•
verschillende soorten beweging: reflex; bewuste beweging; automatismen; emotionele beweging
•
feedback
•
stretching (zenuwstelsel)
•
actie / reactie reflex
•
…
•
kwantitatieve en kwalitatieve samenstelling van de voeding
•
enzymen
•
dieet (sportdieet) + voedingsschema (voor-tijdens-na)
•
vitaminen
•
oligo-elementen
•
soorten suikers
•
dranken; sportdranken
•
…
•
bloedsomloop / hart
•
samenstelling van het bloed
•
hartslagmeter / bloeddrukmeter
•
filtratieproces
•
aandoeningen
•
afweersysteem
•
…
•
bouw van de longen (herhaling 2 graad)
e
•
partiële O2 – CO2 -druk
•
hoogtetraining / diepzeeduiken
•
spirometrie
Maak afspraken binnen de vakgroep. Probeer samen met de subvakken sport zoveel mogelijk te streven naar praktijkgerichte toepassingen. Veldtesten.
15
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
16
DEEL 2: VERPLICHT AANBOD VAN BEWEGINGSACTIVITEITEN Onderstaande bewegingsactiviteiten moeten worden aangeboden. Dit gevarieerde aanbod van uiteenlopende disciplines draagt bij tot een algemene fysieke en sporttechnische ontwikkeling van de jongere. Via de basispakketten worden de vakgebonden eindtermen lichamelijke opvoeding gerealiseerd. Het aantal lestijden die de school nodig heeft om de leerplandoelen van deze basispakketten te realiseren, behoort tot de autonomie van de school. Veel zal afhangen van de beschikbare sportinfrastructuur, de grootte van de lesgroep, het niveau van de leerlingen voor deze of gene sport, de heterogeniteit van de groep, de deskundigheid betreffende de specifieke sportdiscipline van de leerkracht, … . De vakgroep LO en Sport heeft hierin een grote verantwoordelijkheid. Keuzes zijn gebaseerd op de een schooleigen visie op de opleiding TSO LO&Sport. Deze visie wordt gedragen door alle leden van de vakgroep.
Volgende bewegingsactiviteiten komen verplicht aan bod •
Atletiek
•
Zwemmen
•
Gymnastiek
•
Conditie
•
Ritmische en dansante vorming
•
Verdedigingssporten
•
Twee verschillende balsporten
•
Eén terugslagsport
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
17
SUBVAK 1: ATLETIEK Basispakket
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Afhankelijk van de accommodatie, het beschikbare materiaal en het weer e maakt de leerkracht een keuze in analogie met de 2 graad.
LO 3-4-6-12 1.
de techniek en de beweging optimaal beheersen en perfectioneren.
LO 3-4-6-12 2.
technieken oefenen om de afgesproken schoolcriteria te bereiken.
LO 3
3.
streven naar een veelzijdige ontwikkeling van de basiseigenschappen.
LO 6
4.
belasting en intensiteit verhogen.
START EN SPRINT
LO 12
5.
verbanden leggen en transfers maken tussen en naar verschillende bewegingen.
• •
LO 12
6.
leren anaëroob ‘lactisch’ lopen.
LOOPNUMMERS: START EN SPRINT EN/OF HORDENLOOP EN/OF AFLOSSING EN/OF UITHOUDING
perfectioneren van de start- en sprinttechniek wedstrijd met correcte startbevelen
LO 1
7.
veiligheidsvoorschriften, regels en afspraken naleven.
AFLOSSING • een stokwissel uitvoeren aan maximale snelheid • oefenen in de aflossingszone • prestatie
LO 21*-22*
8.
positief staan tegenover regelmatig oefenen.
HORDENLOOP
LO 20-21*
9.
de gezonde invloed ervaren van regelmatige fysieke inspanning.
• •
LO 9-10-20
10.
het belang van de opwarming en de cool down aangeven.
perfectioneren van de techniek overschrijden van de horden op regelmatige afstand met 3-passenritme • prestatie
LO 16
11.
het belang inzien van het dragen van aangepaste sportkledij.
UITHOUDING
Gezonde en veilige levensstijl
• • • •
progressief afstand en tempo opdrijven extensief interval intensief interval Coopertest
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr.
LO 3-4-6
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Zelfconcept en sociaal functioneren
WERPNUMMERS: KOGEL EN/OF DISCUS EN/OF SPEER
12.
KOGELSTOTEN
zelfstandig oefenen.
• • LO 2-5
18
13.
met iedereen, zonder onderscheid, samenwerken.
perfectioneren van de standstoot en stoten met glijfase prestatie
SPEERWERPEN • • •
perfectioneren van de standworp 3-passenritme, 5-passenritme en het werpen met volledige aanloop prestatie
DISCUSWERPEN
LO 3-4-6-25 14.
hun eigen mogelijkheden juist inschatten.
LO 2-23
15.
de prestaties van anderen waarderen.
LO 12-20
16.
inzet en volharding tonen en hun fysieke grenzen verleggen.
SPRINGNUMMERS: HOOG EN/OF VER EN/OF HINKSTAPSPRINGEN
LO 21*-22*
17.
voldoening beleven aan fysieke inspanning.
HOOGSPRINGEN
• • •
• • • LO 6
18.
plannen en naar een prestatie toeleven.
19.
kritiek aanvaarden.
techniek boven de lat perfectioneren aanloopritme verzorgen en opdrijven prestatie
VERSPRINGEN • • •
LO 23
intensifiëren en perfectioneren van de technieken accent leggen op de uitvoeringssnelheid van de beweging prestatie
perfectioneren van de hangsprong aanloop bepalen en de plank treffen prestatie
HINKSTAPSPRONG • • •
perfectioneren van de techniek specifieke springkrachtoefeningen prestatie
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
19
ATLETIEK
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Een prestatieverbetering nastreven door regelmatige en systematische trainingsopbouw.
2.
De vorderingen (laten) noteren en bespreken.
3.
Gevarieerde oefen- en organisatievormen aanwenden.
4.
Aan de motorische basisvorming wordt verder gewerkt door de beweging te perfectioneren.
5.
In functie van de onderwezen atletiekdisciplines worden de bijkomende basiseigenschappen getraind.
6.
Oefenstof voor de verbetering van coördinatie, beweeglijkheid en ritme aanbieden, zodat de link naar andere atletiek- en sportdisciplines wordt gelegd.
7.
Leren plannen en naar een prestatie werken.
8.
De leerlingen moeten minimacriteria realiseren.
9.
SPRINGEN: - landingsheuvel bij hoogspringen voldoende hoog, zacht en veilig. - competitievormen van verspringen niet op een zachte valmat maar in een verspringput. - gevarieerde oefenvormen gebruiken om de springkracht en de springbehendigheid te ontwikkelen. - uitleggen wat de belangrijkste fasen zijn bij een sprong en elkaar leren observeren. - groepsopdrachten, groepscompetities zijn motiverend en stimuleren het sociaal contact.
10.
WERPEN EN STOTEN: - de veiligheid staat centraal bij de opstelling van de leerlingen op en rond het werpterrein. Duidelijke afspraken maken om dit te ondersteunen.
11.
LOPEN: - bij het lopen in openlucht is respect voor de natuur en leefomgeving belangrijk. -
voor loopactiviteiten buiten de school wordt er extra aandacht besteed aan veiligheid, plichtsgevoel, verantwoordelijkheidsbesef, hoffelijkheid en het maken van duidelijke afspraken.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
20
SUBVAK 2A: GYMNASTIEK MEISJES Basispakket: Tussen haakjes en in cursief zijn al mogelijke uitbreidingen. Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Leerstof basispakket 2e graad aanleren, inoefenen en vervolmaken (= afhankelijk van de vooropleiding en beginsituatie van de leerlingen)
LO 10-19
1.
ruimte-, tijd- en lichaamsperceptie verwerven om zich bewust te zijn van een juiste houding, beweging en vormspanning.
GROND:
LO 10-12-2022*
2.
oefenen ter verbetering van de algemene spierkracht en ze begrijpen de opbouw van een krachttraining.
•
koprol: voorwaarts en rugwaarts benen gespreid; korte zweefrol
3.
de specifieke terminologie van het toestelturnen begrijpen en gebruiken.
• •
4.
bewegingsopdrachten zelfstandig aanpakken en tot een goed einde brengen.
•
handenstand: afstoot 2 voeten en doorrollen rad: in serie rondat: aanloop opsprong rondat (rondat rad);
• • •
overslag (::); (overslag) flikflak: uit stand (::) (uit stand in minitramp/ flikflak +landen op valmat
• • •
(spreidsprong, hurksprong, kattesprong) samenstellen van een reeks met gekende bewegingen basiselementen acrogym
LO 3-4-6
Gezonde en veilige levensstijl LO 22*
5.
overtuigd worden van het grote belang van lenigheidsoefeningen en een opwarming in functie van het toestel.
BRUG:
LO 1
6.
steunverbanden en hulpmiddelen in functie van de veiligheid correct gebruiken.
•
opsprong: aanloop opsprong buikdraai rugwaarts loopkip (::)
LO 1-2-7-23
7.
de technieken van helpen en bijstaan aanleren en toepassen tijdens het inoefenen van de bewegingen uit de behandelde leerstof.
•
molendraai voorwaarts
•
buikdraai rugwaarts
• • •
(buikdraai voorwaarts (::)) (uitsprong: zolendraai rugwaarts) samenstellen van een reeks met gekende oefeningen
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr.
21
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 2-23
8.
door een positieve houding de groepsgeest binnen de klas helpen stimuleren.
BALK: •
draaien: ½ draai op 1 voet
LO 12
9.
de noodzakelijke inzet tonen om meer complexe bewegingen in te oefenen.
•
sprongen: combinatie van 3 sprongen
•
verplaatsingen: voorw., rugw. en zijw. met begeleidende armbeweging
LO 25
10.
inschatten welke bewegingen het best aansluiten bij hun eigen fysieke mogelijkheden.
•
rad: op Zweedse bank : op lage balk (::); (op lage balk)
•
afsprong: rondat : (overslag (::))
•
samenstellen van een reeks met gekende oefeningen
SPRONGEN: •
plint breedte: handenstand overslag (::)
•
minitrampoline: salto voorwaarts (::)
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
22
SUBVAK 2B: GYMNASTIEK JONGENS Basispakket Tussen haakjes en in cursief zijn al mogelijke uitbreidingen. Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Leerstof basispakket 2e graad aanleren, inoefenen en vervolmaken conform de beginsituatie van de leerlingen.
LO 10-19
1.
ruimte -, tijd -, en lichaamsperceptie verwerven om zich bewust te zijn van een juiste houding, beweging en vormspanning.
GROND: • koprol, benen gespreid: voorwaarts en rugwaarts
LO 10-1220-22*
2.
oefenen ter verbetering van de algemene spierkracht en ze begrijpen de opbouw van een krachttraining.
3.
de specifieke terminologie van het toestelturnen begrijpen en gebruiken.
LO 3-4-6
4.
bewegingsopdrachten zelfstandig aanpakken en tot een goed einde brengen.
Gezonde en veilige levensstijl
•
handenstand: afstoot 2 voeten en doorrollen (via benen gespreid en gestrekt) : overpak in 2 tijden
•
: (stut (::) rad en rondat: aanloop opsprong rondat halve draai rad;
•
overslag (::);
• •
(flikflak: uit stand (::)) : (voorbereidende oefeningen rondat flik (::)) verbindingen en verplaatsingen: 2 sprongen
•
: 2 halve draaien; 1 evenwichtshouding; (2 evenwichtshoudingen); samenstellen van een reeks met gekende oefeningen basiselementen van acrogym
LO 22*
5.
overtuigd worden van het grote belang van lenigheidsoefeningen en een opwarming in functie van het toestel.
• •
LO 1
6.
steunverbanden en veiligheidshulpmiddelen correct gebruiken.
BRUG: • korte kip: zwaaien in streksteun; val tot kiplig; kip tot streksteun • vooropzet: als insprong • achterinleg • schouderstand: opzwaai vanuit streksteun – doorrollen tot bovenarmsteun • (salto voorwaarts: vanuit zwaai in streksteun tot bovenarmsteun) • (afsprong: kroontje uit)
LO 1-2-7-23 7.
de technieken van helpen en bijstaan aanleren en toepassen op de bewegingen van de behandelde leerstof.
•
samenstellen van een reeks met gekende oefeningen
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
23
Zelfconcept en sociaal functioneren
REK: laag + hoog
LO 2-23
8.
door een positieve houding de groepsgeest binnen de klas helpen stimuleren.
• •
molendraai voorwaarts buikdraai voorwaarts
LO 12
9.
de noodzakelijke inzet tonen om meer complexe bewegingen in te oefenen.
• •
zolendraai rugwaarts: na opzwaai tot spreidstand uit streksteun loopkip (::)
LO 25
10.
inschatten welke bewegingen het best aansluiten bij hun eigen fysieke mogelijkheden.
• •
(zweefkip (::)) (zwaaikip (hoge rekstok) (::))
•
uit hang/ rugwaarts om breedte-as draaien tot streksteun
•
(buikdraai rugwaarts (hoog rek))
•
samenstellen van een reeks met gekende oefeningen
SPRONGEN: •
plint breedte: duiksprong, benen tussen steun : handenstand afwenden : handenstand overslag
•
(plint lengte: handenstand overslag (::))
•
minitrampoline: salto voorwaarts
•
(veerplank: salto voorwaarts)
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
24
GYMNASTIEK MEISJES EN JONGENS
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken A* Basispakket
1.
De lessen worden voor de jongens en de meisjes in een afzonderlijke groep aangeboden.
2.
Een constante vooruitgang, zowel op het inhoudelijk vlak(= moeilijkheid), als op het vormelijk vlak(= zin voor afwerking en esthetiek) blijft het doel.
3.
Zorg op elk leerniveau voor een progressieve klimming in de oefenstof.
4.
Individuele remediëring blijft noodzakelijk.
5.
Gevarieerde oefenvormen en organisatievormen zijn aan te bevelen.
6.
Tijdens de opwarming dient rekening te worden gehouden met de specificiteit van het toestel.
7.
Het verbeteren van de algemene lenigheid is van het grootste belang. Leerlingen kunnen ook de opdracht krijgen hier naschools aan te werken.
8.
Het belang van krachttraining i.v.m. letselpreventie is bewezen. Algemene krachttraining voorzien in de jaarplanning is aangewezen.
9.
Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de technieken van helpen en bijstaan en aan de veiligheid.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
25
SUBVAK 3: RITMISCHE EN DANSANTE VORMING Basispakket Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
Motorische competenties De leerstof basispakket 2e graad aanleren, inoefenen en vervolmaken, conform de beginsituatie bij de leerlingen.
1.
het nut van ritme en beweging inzien en aanvoelen.
LO 11-12
2.
ritmegevoel, lichaams- en bewegingsbewustzijn verder ontwikkelen.
LO 9-10-11
3.
eerder geleerde vaardigheden uit verschillende bewegingsgebieden toepassen in andere bewegingscontexten (bijv. gymnastiek = rock ’n roll).
4.
tijdsbesef ontwikkelen: ervaren van tempo, ritme, duur en accentuatie.
5.
coördinatie tussen beweging en uitdrukking ontwikkelen.
terminologie van de basispassen wordt uitgebreider
LO 15*
6.
expressief bewegen.
bewegingszin met variatie op basissteps uitvoeren
LO 12
7.
een aëroob uithoudingsvermogen ontwikkelen.
variatie in tijd / kracht / ruimte
LO 9-10-20
8.
zowel kracht (vnl. versterken van romp, gordel en benen) als snelheid, lenigheid en evenwicht in sterke mate ontwikkelen.
9.
hun specifieke kennis van de terminologie uitbreiden.
LO 11
10.
via de eigen lichaamstaal ‘converseren’ met de partner.
Een keuze uit ‘NIEUWE TRENDS’: AEROBIC, STEP-AEROBIC, TAEBO, CARDIO-FUNK, STREETDANCE, LATINO, COMBAT…
SOCIALE DANS, ROCK ’n ROLL:
Gezonde en veilige levensstijl
parendansen geven een extra dimensie aan de ritmische
LO 20-22*
11.
fysieke en motorische basiseigenschappen via dansante bewegingsvormen ontwikkelen.
bewegingsopvoeding: ze zijn hét middel bij uitstek voor coïnstructie.
LO 19
12.
het belang van een correcte houding aangeven.
de basispas individueel aanleren
LO 9-10-20
13.
het belang inzien van opwarming, stretching, buik- en rugspieroefeningen, relaxatie.
een correcte houding sterk benadrukken zodat de partners de kans krijgen elkaar aan te voelen
eenvoudige danscombinaties
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 15*
14.
expressiviteit en innerlijke beleving ontwikkelen.
LO 15*-21*
15.
‘présence’ en zelfzekerheid ontwikkelen.
16.
zich concentreren.
17.
inzien dat dans- en ritmische bewegingsopdrachten hun een voortreffelijke basistechniek meegeeft en bijdraagt tot een harmonische ontplooiing.
LO 8-9-10-25
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LO 5-11-21*-23 18.
respect opbrengen voor elkaars mogelijkheden.
LEERINHOUDEN
26
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
27
RITMISCHE EN DANSANTE VORMING
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Het basispakket ritmische vorming wordt aan alle leerlingen gegeven al dan niet in coïnstructie.
2.
In het keuzepakket kan gekozen worden uit verschillende ritmische bewegingsvormen. Er kunnen meerdere vormen aan bod komen of één vorm kan volledig worden uitgediept.
3.
De oefenstofkeuze moet zinvol, prettig en intensief zijn. Motiverende muziek en haalbare opdrachten zijn daarom zeer belangrijk.
4.
Bij acrobatieën (rock ’n roll) steeds de nodige veiligheidsmaatregelen nemen.
5.
Een goede samenwerking onder de teamleden maakt het mogelijk om tijdelijk groepen te combineren (Sociale dansen, rock ’n roll)
6.
De creativiteit en het plezier aan het bewegen kunnen ondermeer geprikkeld worden door open opdrachten.
7.
Ritmische vorming biedt een belangrijke ondersteuning voor de artistieke gymnastiek. De danstechnische vaardigheden kunnen uitgebreid worden via het keuzepakket.
8.
De leerstof binnen het kader van éénzelfde discipline moet oordeelkundig worden gegroepeerd ten einde de rentabiliteit en de continuïteit van een les zo hoog mogelijk te houden.
9.
Bij het maken van keuzes rekening houden met een logische opbouw zodat er een vlotte overgang is van eenvoudige tot meer ingewikkelde expressievormen.
10.
Binnen elke oefening worden verschillende basisbewegingspatronen gecombineerd tot een muzikaal geheel waarbij rekening wordt gehouden met de dynamische eigenheid en het kader van elk onderdeel.
11.
Zowel het uitvoeren van opgelegde bewegingspatronen als het creatief toepassen van bewegingsmateriaal zijn onontbeerlijk voor een zo breed mogelijk dansspectrum.
12.
Aandacht voor de muziek ondersteunt het verwerven, fixeren en conserveren van de leerstof.
13.
Voor jazzdans worden in principe de oefeningen zeer eenvoudig aangeleerd en evolueren dan stelselmatig naar meer complexe gehelen totdat uiteindelijk een volledige jazzles gekend is en vlot aaneensluitend kan worden uitgevoerd. Eenzelfde moeilijkheid zal steeds langs een andere weg door de leerkracht voorgesteld en door de leerling opgelost worden.
14.
Welke ritmische bewegingsvorm er ook wordt aangeboden, leg steeds de nadruk op bewegingsvreugde en creativiteit.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
28
SUBVAK 4: CONDITIE Basispakket: Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen
Motorische competenties LO 9
1.
kunnen zelf hun doelen betreffende het trainen van de “KLUSCE” basisvaardigheden vastleggen en toepassen in andere bewegingscontexten.
LO 3
2.
hebben inzicht in de basisprincipes van een fitnesstraining (cardiovasculair, kracht, stretching).
3.
kunnen hartslagcontroles bij inspanning uitvoeren.
LO 1-2
4.
kunnen verantwoord en veilig bewegen.
LO 3-4
5.
kunnen, op basis van de “KLUSCE”-vaardigheden, een trainingsprogramma opstellen.
6.
kunnen gebeurlijk theorie (fysiologie, anatomie, trainingsleer) aan praktijk toetsen.
7.
kunnen volgens vooropgestelde criteria bij zichzelf nagaan of ze vorderingen maken en hun leerproces bijsturen.
LO 6
Gezonde en veilige levensstijl
Training van de zogenaamde “KLUSCE”-basisvaardigheden, complementair aan de sport en bewegingsactiviteiten: • Kracht soorten krachttraining i.f.v. sport • Lenigheid soorten lenigheid i.f.v. sport • Uithouding soorten i.f.v. sport kunnen werken met hartfrequentiezones + nut ervan • Snelheid trainen van snelheid nut van coördinatie en kracht • Coördinatie i.f.v. sport • Evenwicht i.f.v. sport
8.
zien het belang in van het uitvoeren van hartslagcontrole bij inspanning: relatie arbeid – rust.
Rugscholing Rompstabilisatie Vormspanning
9.
kunnen de betekenis van F.I.T. training onderkennen.
Zelfstandig trainen
LO 16
10.
kunnen het verband leggen tussen bewegen, gezondheid en samenleving.
LO 20
11.
kunnen met betrekking tot “fitheid” hun eigen doelen bepalen.
LO 21*
12.
zijn bereid “bewegen” te integreren in hun levensstijl en zijn zich bewust van verschillende mogelijkheden hiervoor.
LO 22*
13.
zien het belang in van een goede fysieke conditie.
Brede waaier van conditionele oefenvormen zoals: • Fitness • Start to run (e.a. vormen) • Conditionele oefenvormen op muziek aerobics zumba …
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen
Zelfconcept en sociaal functioneren
LO 24
29
•
14.
kunnen inzet en volharding tonen.
15.
kunnen hun prestaties vergelijken met eerdere prestaties van zichzelf en met prestaties van anderen.
16.
kunnen samen overleggen over en keuzes maken uit het mogelijke activiteitenaanbod van de school.
•
Conditionele oefenvormen in het water: hydrobics … Conditionele oefenvormen in de natuur: jogging (bosjogging) touwenparcours hindernispiste mountainbike langlauf …
CONDITIE
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
De leerinhouden van het subvak conditie worden gegeven in nauwe samenwerking met de andere sport- en bewegingsactiviteiten van de leerlingen.
2.
Ook met de theoretische subvakken ligt een nauwe samenwerking voor de hand.
3.
Vraag de leerlingen om hun eigen vorderingen bij te houden bijv. in een persoonlijk sportschrift.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
30
SUBVAK 5: ZWEMMEN Basispakket:
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Leerstofbasispakket 2e graad aanleren, inoefenen en vervolmaken, conform de beginsituatie van de leerlingen.
LO 1
1.
verantwoordelijkheid opnemen om tijdens bewegingssituaties de afgesproken veiligheidsregels toe te passen.
Crawl, schoolslag en rugcrawl op een reglementaire en efficiënte manier zwemmen en starten en keren van deze 3 zwemslagen
LO 3-4
2.
zelfstandig een oefenschema afwerken en aan de hand van gerichte opdrachten de aangeleerde zwemtechnieken bijsturen.
LO 8
3.
een correcte uitvoering van de aangeleerde zwemtechnieken.
LO 7-8
4.
op basis van een beperkt aantal afgesproken criteria bij zichzelf en bij Observeren va de correcte bewegingen voor de verschillende zwemstijlen, het hun medeleerlingen aangeven waarom een oefening wel of niet lukt en starten en de keerpunten hiervoor eenvoudige oplossingen geven.
LO 12
5.
de wil opbrengen om de aangeleerde zwemtechnieken op een hoger beheersingsniveau uit te voeren.
LO 15*
6.
een goede zwemprestatie als waardevol streefdoel zien.
techniekdrills voor deze 3 zwemslagen (S,R,C); grijpstart of start met armzwaai; start voor rugslag; fall back keerpunt (voor S en C).
Initiatievormen van dolfijn Aanvoelen van vlotvermogen, stuwings- en remmingsvlakken en kennis van de belangrijkste fouten
Gezonde en veilige levensstijl LO 17-18
7.
de basistechnieken van zelfredding en reddingszwemmen en kennen de gevaren die verbonden zijn aan het zwemmen.
Zelfredding en reddingszwemmen reddersprong eendenduik en een voorwerp opduiken uit het diep 200m gekleed zwemmen een drenkeling vervoeren in het water tot aan de rand van het zwembad (15m) inoefenen van het onderwater zwemmen en hierbij vergroten van de afstand 50m op de rug zwemmen, polsen boven water
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
LO 1-16
8.
gezondheidsaspecten en hygiënische voorschriften naleven en zich houden aan duidelijke afspraken.
LO 20
9.
de noodzaak inzien van regelmatig oefenen om op een verantwoorde manier hun resultaten te verbeteren.
LO 22*
10.
hun grenzen verleggen wat snelheid en uithouding betreft.
Gezondheidsaspecten, hygiëne en afspraken stortbad voor het zwemmen reinheid kleedkamer aangepaste zwemkledij mekaar niet onder duwen afgesproken zwemrichting volgen
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 23
31
11.
tijdens geschikte lesmomenten de leiding nemen over een groep van medeleerlingen en de leiding van anderen aanvaarden.
techniekopdrachten spelvormen creatieve lesmomenten
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
32
ZWEMMEN
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Timing
1.
200mC,100mS,100mR: beoordeling stijl en keerpunten
1° leerjaar
2.
75m S/R/C: jongens 1'20", meisjes 1'25"
1° leerjaar
3.
800m in S/R/C (wisselen van slag toegelaten)
1° leerjaar
4.
oefeningen wrikken, aquatisch ademhalen, combinatieslagen en techniekdrills
1° leerjaar
5.
25m onder water zwemmen met start
1° leerjaar
6.
400mC, 200mS en 100mR: stijlbeoordeling
2° leerjaar
7.
75m S/R/C: jongens 1'15", meisjes 1'20"
2° leerjaar
8.
800m slag naar keuze wisselen toegelaten: jongens 20', meisjes 22'
2° leerjaar
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
33
SUBVAK 6: BASKETBAL Basispakket
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Leerstofbasispakket 2e graad aanleren, inoefenen en vervolmaken, conform de beginsituatie van de leerlingen.
LO 7-8-10-13
1.
de meest elementaire spel- en speelregels arbitreren.
5 – 5, 4 – 4, 3 – 3, 3 – 2, 2- 1, 3 – 1 spelsituaties
LO 7-8-10-13
2.
medeleerlingen coachen bij het spelen van de spel- en speelregels.
zie 1
LO 7-8-10-13
3.
de juiste oplossing vinden van een spelprobleem.
zie 1
LO 3-4
4.
zelfstandig oefenen om de spelopdracht tot een goed einde te brengen.
zie 1
LO 2-5-23
5.
een 3 – 3 tornooi organiseren rekening houdende met het kunnen van hun medeleerlingen.
zie 1
LO 6
6.
nagaan aan de hand van vastgestelde criteria of ze vooruitgang boeken.
zie 1
LO 7-8-10-13
7.
nagaan hoe ze een probleem in een spelsituatie kunnen oplossen.
zie 1
LO 3-7-13
8.
scoren en de juiste beslissing nemen in een meerderheidssituatie en in een gelijkheidssituatie van 3 – 2 tot 5 – 5.
herhalen jumpshot en gesprongen setshot semi-hook lay-back varianten op de lay-up na dribbel
LO 7-8
9.
de juiste beslissing nemen en weten wanneer en waar ze kunnen scoren in een meerderheidssituatie of een gelijkheidssituatie.
shotselectie
LO 9-10-12-13
10.
kansen creëren in de 1 - 1 situatie in functie van de 5 – 5 situatie.
1 – 1 spelen met de dribbel verandering van richting binnenwaarts verandering van richting buitenwaarts 1 – 1 spelen in T.T.P (triple-tred-positie waarbij er kan gescoord, gepasst en gedribbeld worden) cross-over en open-step back-door
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
34
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
LO 9-10-12-13
11.
bij het creëren van kansen de bal controleren en weten wanneer ze kunnen passen, dribbelen en zich vrijlopen van een 3 – 3 spelsituatie tot een 5 – 5 spelsituatie.
controle pass-selectie dribbelselectie vrijlopen in functie van de 1 – 1 actie
LO 4-5-9-1011-12-13
12.
opbouwen in een gelijkheidssituatie van 3 – 3 tot 5 – 5 op een half terrein en een volledig terrein.
1 – 1 in functie van de opbouw tegenaanval in functie van de meerderheidssituatie 4 – 3 5 – 5 organisatie in een 1 – 2 – 2 aanvalsopstelling op de perimeter (driepuntslijn)
LO 4-5-9-1011-12-13
13.
3 – 3, 4 – 4 of 5 – 5 spelen op een half en volledig terrein.
zie 1 tot en met 11 3 – 3 aanvalsopbouw in functie van de geziene technische en tactische elementen 3 – 2, 4 – 3 aanvalsopbouw in functie van de tegenaanval 3 – 3, 4 – 4 aanvalsopbouw in voorbereiding van de 5 –5 situatie
zie leerinhoud motorische competentie
Gezonde en veilige levensstijl LO 1-2-4
14.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan basketbal te vermijden.
LO 16-22*
15.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
LO 12-16-19
16.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
LO 1-16-20
17.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
LO 16-19-21*22*
18.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
19.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr.
35
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*-25
20.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
op verschillende spots spelen
LO 7-23
21.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
rol als coach of scheidrechter opnemen
LO 2-8-23-24
22.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
LO 23-24-25
23.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
24.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
25.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
elkaar evalueren organisatie van een 3 – 3 tornooi
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
36
BASKETBAL Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Laat de leerlingen in kleine groepen spelen.
2.
Beperk de wedstrijdjes in de tijd.
3.
Maak gebruik van evaluatiefiches.
4.
Analyseer de spelsituatie.
5.
Vertrek van de meerderheidssituaties om leerlingen te doen inzien wanneer en waar zij moeten scoren.
6.
Zorg ervoor dat de balbezitter veel ruimte krijgt om de 1 – 1 situatie te kunnen spelen.
7.
Ga niet te vlug naar de 5 – 5 spelsituatie.
8.
Maak gebruik van spots.
9.
Laat de verdedigers binnen de driepuntszone verdedigen.
10.
Beperk het aantal spel- en speelregels.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
37
SUBVAK 7: HANDBAL Basispakket Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Leerstofbasispakket 2e graad aanleren, inoefenen en vervolmaken, conform de beginsituatie van de leerlingen. Verbeteren en uitdiepen van de individuele technieken met de bal • dribbelen en richtingsveranderingen zonder tegenstrever • passen en vangen in beweging • de schijnbeweging met shot of pasmogelijkheden • het werpen op doel vanuit een sprong
LO 1
1.
in nieuwe bewegingssituaties verantwoordelijkheid opnemen door gezamenlijk afgesproken veiligheidsregels toe te passen.
LO 3
2.
aan de hand van zelfinschatting de aangepaste leerweg kiezen voor het aanpakken en oplossen van de bewegingsopdrachten.
Verbeteren van de individuele kwaliteiten zonder of met bal. • het werpen op doel vanuit sprongworp • het veranderen van richting zonder bal • het verdedigen van het eigen doel • het individueel verdedigen toepassen in een zone verdediging
LO 4
3.
zelfstandig leertaken uitvoeren om een bewegingsopdracht tot een goed einde te brengen uitgaande van het eigen kunnen.
Verbeteren van individuele en groepsopdrachten • passen en vangen • het werpen op doel • het individueel verdedigen • het toepassen van de schijnbeweging • de verdedigingstechniek toepassen in een systeemverdediging
LO 5
4.
bewegingssituaties in groep organiseren en aanpassen aan het aantal deelnemers.
Verbeteren van de groepstechniek en de tactiek
zichzelf evalueren en eventueel zelfstandig het leerproces bijsturen.
Verbetering van de individualiteit • het dribbelen met of zonder tegenstrever • passen en vangen in beweging • de doelworp • het aanspeelbaar maken na de pas • het veranderen van richting zonder of met de bal • het bepalen van het juist instartmoment
LO 6
5.
• • •
dribbelen in functie van de groepsopdracht passen en vangen in beweging eenvoudige spel – en wedstrijdvormen in meerderheid of minderheid
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
38
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
LO 7
6.
op basis van een beperkt aantal criteria aangeven waarom een opdracht wel of niet lukt.
Zelfanalyse • kritische evaluatie van de dribbel, de pas en vang, en de sprongworp techniek • een zelfontleding van de schijnbeweging als techniek of als tactisch middel
LO 8
7.
bewegingservaringen uitwisselen en daaruit conclusies trekken voor hun eigen uitvoering.
Communicatie • onderling overleg plegen over goede of slechte uitvoering op individueel en collectief vlak • ook de timing en de loopwegen (aanspeelbaarheid) worden onderling bespreekbaar gemaakt • tactische oplossingen of fouten worden in groep bespreekbaar gemaakt
LO 9
8.
eerder geleerde vaardigheden uit verschillende bewegingsdomeinen toepassen in de context van het handbalspel.
Transfer van bepaalde lichaamsbewegingen • de wendbaarheid van het lichaam toepassen bij de uitvoering van de schijnbeweging • het soepel aanspeelbaar maken voor de pas onder druk • het verdedigen van het eigen doel op basis van beweeglijkheid
LO 10
9.
motorische eigenschappen op inzichtelijke wijze gebruiken in spel - of wedstrijdsituaties.
Pretactisch inzicht • eenvoudige spel – en wedstrijdvormen in meerderheids – of minderheidssituaties • het toepassen van gekende technieken in wedstrijdsituaties • het individuele verdedigen toepassen
LO 11
10.
met gekende motorische vaardigheden creatieve combinaties uitvoeren samen met anderen.
Samenspel • passen en vangen al kruisend • eenvoudige tactische combinaties • de schijnbeweging als middel om een overtalsituatie te bekomen
LO 12
11.
gekende motorische vaardigheden uitvoeren met meer controle, met hogere moeilijkheidsgraad en met een grotere efficiëntie.
Niveau verhogend werken • passen en vangen • het aanspeelbaar zijn voor de pas (timing en loopweg) • de schijnbeweging als verrassingsmiddel • de individuele kwaliteit verbeteren
LO 13
12.
in een aangepaste vorm van het handbalspel eenvoudige aanvallende en verdedigende strategieën toepassen.
Tactische oplossingen • eenvoudige toepassingen van gekende technieken als tactische middel in eenvoudige spel en wedstrijdvormen • het benutten van de schijnbeweging om tot een meerderheidssituatie te komen
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
LO 15
39
13.
een duurzame bewegingsvreugde ervaren op basis van deelname aan het handbalspel.
individuele kennis gebruiken om tot eenvoudige oplossingen te komen
Spelvreugde • het slagen in een specifieke bewegingsvorm moet leiden tot een duurzame spelvreugde
Gezonde en veilige levensstijl LO 1-2-4
14.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan handbal te vermijden.
Opwarming • kwetsuren worden voor een groot deel vermeden door een degelijke en verantwoorde opwarming. Een doorgedreven opwarming is in elke les een noodzakelijk onderdeel
LO 16-22*
15.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
Fysieke paraatheid • Overmoed kan leiden tot kwetsuren
LO 12-16-19
16.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
Natuurlijke bewegingsvormen • zowel lopen, werpen, als springen de 3 componenten van de handbalsport behoren tot de meest dagelijkse bewegingsvormen
LO 1-16-20
17.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
LO 16-1921*-22*
18.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
19.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
Fysieke paraatheid • vooral in wedstrijdsituaties zal de fysieke conditie bepalend zijn voor het resultaat
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
20.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
21.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-23-24
22.
LO 23-24-25
23.
Persoonlijkheidsontwikkeling vooral bij het leiden van wedstrijden of spelvormen de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden. • • het onderling zoeken naar oplossingen voor tactische probleemsituaties samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr. LO 8-23
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen 24.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
25.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
40
LEERINHOUDEN
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
41
HANDBAL
Nr. 1.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken Basisprincipe We spelen zo collectief mogelijk en zo individueel als noodzakelijk. Het samenspel staat centraal zowel in aanval als in verdediging. De groep reageert op de situatie als een collectief en niet als een samenbundeling van individualisten. De individuele acties geven het spel een meerwaarde. Het samenspel en de individuele acties worden zoveel mogelijk in open situaties geoefend (spel of wedstrijdsituaties). Er wordt gestreefd naar een functionele verhouding tussen de groepswerking (hier kan de keuze gemaakt worden tussen heterogene en homogene groepsverdeling) en de individuele opdrachten.
2.
Spelbekwaamheid De hoofdbetrachting is een ontwikkeling van de “beginners – spelbekwaamheid”. Deze omvat motorische, cognitieve – tactische én sociale attitudes, die in elke les dienen benadrukt te worden en in hun totaliteit moeten geoefend worden. De volgende attitudes (zie ook de leerinhouden) vormen de basis: • voortdurend observeren en analyseren; • permanent en vooral snel anticiperen; • samenspelend vrijlopen of steun geven; • een correcte techniek nastrevend; • aandacht schenken aan het speltempo en de timing van de actie(s); • een accurate en snelle overschakeling van de aanval naar de verdediging en omgekeerd. Spelbekwaamheid vereist vooral zelf – en groepsdiscipline.
3.
Verdere wenken Zonder accenten te willen plaatsen gelden de volgende wenken: • zorg voor een spelgerichte methodiek; • iedere oefen-, spel-, of wedstrijdvorm bevat zowel motorische, technisch – tactische als sociale elementen. Het leren werken met gestructureerde organisatievormen verdient alle aandacht Streef een progressieve klimming na van eenvoudig naar complex. Breng progressief “geleide spelvormen” aan. Een variatie van oefeningen wordt gestimuleerd, zonder de doelstellingen uit het oog te verliezen. Een individuele foutenanalyse met de juiste remediëring is permanent noodzakelijk. Kies de opdrachten regelmatig zo dat de creativiteit van de spelers aan bod kan komen. Schenk aandacht aan de meerderheids- of minderheidssituaties. Krachtontwikkeling, rekening houdende met de groeiontwikkeling, moet de nodige aandacht krijgen. Schenk aandacht aan het tactische spel van zet en tegenzet. Vergeet de verbale, visuele leermiddelen en leergesprekken niet.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
42
SUBVAK 8: VOETBAL Basispakket Decr. nr.
LO 1
LO 3
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
Motorische competenties
Oefen-, spel- en wedstrijdvormen die de inhoud van een groep van 2 tot 4 spelers in balbezit en/of van 1 tot 4 spelers niet in balbezit
1.
op een behoorlijke manier, actief en enthousiast deelnemen aan het voetbalspel in spelvorm K+3/3+K en K+4/4+K.
weerspiegelen, met aandacht voor:
2.
verantwoordelijkheid opnemen naar zichzelf en naar anderen toe door te spelen volgens de opgelegde of gezamenlijk afgesproken spel en speelregels.
Scoren – scorekansen creëren – aanval opbouwen
3.
LO 4
4.
LO 5
5.
•
uit meerdere progressievormen leidend tot een bepaald einddoel, zelfstandig • bepalen welke leeropdracht nu aan bod dient te komen. • zelfstandig leeropdrachten goed uitvoeren, volgens hun eigen • mogelijkheden. zelfstandig bepalen hoe ze bepaalde leeropdrachten, individueel of in groep, • organiseren en eventueel aanpassen aan de deelnemers.
aannemen en doorspelen van een lage, vlakke bal met binnenkant voet, met progressief opdrijven van de moeilijkheidsgraad wreefschot op doel met keuzevoet doelschotselectie lange lob en hoge bal omzetten in rollende bal: hoge bal aan- of meenemen met binnenkant voet ‘passeren’ van de rechtstreekse tegenstrever via veranderen van snelheid en richting
•
spelselectie: richting, timing / balbehoud, pas, dribbel, doelschot
LO 6
6.
bij zichzelf nagaan of ze vorderingen maken en hun leerproces bijsturen indien nodig.
•
nuttige aanspeelbaarheid (vrijlopen of in steun komen) en bewegen in functie van het creëren van openingen voor de medespelers
LO 7
7.
bij zichzelf en anderen nagaan en aangeven waarom een bewegingsopdracht wel of niet lukt en oplossingen voorstellen.
•
eenvoudige veldbezetting bij balbezit: bijv. driehoek of ruit
LO 11
8.
LO 12-13
9.
LO 12-13
10.
• standaardcombinaties: plaatswissel, dubbelpas, 1-2 coöperatief en creatief samenspelen, mede dankzij een goede communicatie en een probleemoplossende samenwerking. Scoren verhinderen - scorekansen verhinderen - opbouw storen de technische en tactische basisvaardigheden toepassen met aandacht voor • eenvoudige veldbezetting bij balverlies: bijv. V-vorm of ruit een goede uitvoering met hogere moeilijkheidsgraad. • verdedigen van de rechtstreekse tegenstrever met bal progressief meer gestructureerd spelen met een betere spelselectie. • zonedekking over gans het veld: ruimte- en rugdekking
•
afweer van standaardcombinaties
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
43
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LEERINHOUDEN
Gezonde en veilige levensstijl LO 1-2-4
11.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan voetbal te vermijden.
Zonder balbezit:
LO 16-22*
12.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
•
positiekeuze bij balverlies tussen bal en doel en afstand tot de balbezitter aanpassen i.f.v. afstand tot eigen doel
LO 12-16-19
13.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
•
juiste lichaamshouding in verdediging (verlaagd zwaartepunt door knieën te buigen en romp licht naar voren, lichte spreidstand en gewicht op de voorvoet)
LO 1-16-20
14.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
•
moment van duel aangaan kunnen bepalen i.f.v. positie tegenover eigen doel, tegenstrever en rugdekking door medespeler
LO 16-1921*-22*
15.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
16.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
17.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
18.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-23-24
19.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
LO 23-24-25
20.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
21.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
22.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
44
VOETBAL
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1 Het is een realiteit dat de beginsituatie (het beginniveau) van de leerlingen in de richting Lichamelijke Opvoeding en Sport zeer ongelijk is, de cognitieve en motorische capaciteiten erg verschillen en de vooraf opgedane leerervaringen fel uiteenlopen. Deze opmerking geldt zowel voor alle leerlingen die het basispakket volgen als voor de leerlingen die kiezen voor het uitbreidingspakket. Meestal hebben de leerlingen die het uitbreidingspakket voetbal volgen reeds enige voetbalervaring. Het is ook een realiteit dat er in de derde graad leerlingen binnen komen die de tweede graad in de richting Lichamelijke Opvoeding en Sport niet hebben doorlopen. In sommige scholen bedraagt de instroom van ‘nieuwe’ leerlingen in de derde graad ongeveer 50%. Dit kan leiden tot een grote heterogeniteit wat betreft voetbalervaring in de ganse groep. Het kan dan ook nodig zijn de doelstellingen en leerinhouden van de tweede graad (uitgebreid) te hernemen. 2
BASISPRINCIPE Hét basisprincipe van het voetbalspel luidt: "We spelen zo collectief mogelijk en zo individueel als noodwendig".
3
Samenspelen staat centraal, zowel bij balbezit als bij balverlies; de groep functioneert als een collectief en niet als een verzameling van individuen.
De individuele acties geven het samenspel een meerwaarde.
Het samenspel en de individuele acties worden, in een spel- of wedstrijdsituatie, zoveel mogelijk tezelfdertijd geoefend (open situaties).
Naargelang de doelstelling wordt er gestreefd naar een functionele verhouding tussen samenspel (groepsopdracht) en individuele actie (individuele opdracht).
SPELBEKWAAMHEID Vanaf het begin dient er nadruk gelegd te worden op het ontwikkelen van een 'basisspelbekwaamheid'. Deze omvat (psycho-)motorische, cognitieftactische en sociale attitudes. Als een 'rode draad' in het lesgebeuren worden ze continu benadrukt en in hun onderlinge samenhang geschoold. Aan de basis liggen o.a. volgende attitudes (zie ook leerinhouden):
een 'voortdurend waarnemen' van de inhoud van de zich veranderende spelsituatie en een 'voortdurend en snel anticiperen' hierop.
nastreven van een samenspel gebaseerd op 'vrijlopen' en 'in steun komen'.
nastreven van 'correcte techniek'.
nastreven van een 'goed geselecteerde en getimede actie' aan een 'optimaal speltempo'.
nastreven van een 'snel overschakelen van balbezit naar balverlies en omgekeerd'.
Basisspelbekwaamheid veronderstelt dus (zelf)discipline.)
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Nr.
4
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE PROGRESSIE In dit uitbreidingspakket wordt een pedagogisch – didactische progressie aangeboden vertrekkende van de spelsituatie 1tegen1 (1><1). Deze situatie biedt het minst mogelijkheden op technisch en tactisch vlak. Gelijktijdig met het uitbreiden van het aantal spelers in balbezit en/of balverlies nemen deze mogelijkheden zeer snel toe. Het is dan ook de bedoeling voldoende aandacht te besteden aan deze ‘basissituaties’. Deze basissituaties kunnen geoefend worden met of zonder doelman, met bijkomende opdrachten of beperkingen (individueel of groep spelers) naargelang de leerinhoud(en), waarbij zoveel mogelijk het aanvallend en verdedigend denken en handelen gekoppeld blijven. Als we ‘koppen’ vermelden als bijkomende techniek in de 4><4 situatie sluit dit niet uit dat ‘koppen’ ook kan geoefend worden in een 2><2 situatie (vb. handbal per 2 met koppen op doel) als tussentijdse doelstelling. Alle 1><1 tot 4><4 situaties en de daaraan gerelateerde boven- en ondertalsituaties kunnen geoefend worden ‘op zich’ of, als onderdeel van een groter geheel (tot 11><11), gebonden aan een bepaalde plaats op het terrein. Het liefst werkt men in korte cycli (vb. 8 lessen) waarin de verschillende progressies (11 tot X><X) bij elke cyclus hernomen worden met nadruk op geziene én nieuwe inhoudelijke deelaspecten én hogere uitvoeringsgraad, zodat ‘de macht van de herhaling’ hier zijn invloed kan uitoefenen. Wanneer de spelers ‘positie’ leren spelen in niveaus (vanaf 3><3) kunnen we hen, als tussenstap, verplichten in afgebakende zones te spelen zodat de plaats en de daaraan verbonden taken duidelijker zijn. Boven- en ondertalsituaties kunnen hier gecreëerd worden over gans het afgebakend terrein of in een deelzone.
5
VERDERE WENKEN:
de methodiek is spelgericht en bevat zowel (psycho-)motorische, cognitief-tactische als sociale elementen; zorg op elk leerniveau voor een progressieve klimming van eenvoudig naar complex (zie verder: cycli); varieer oefen- en spelvorm, aantal spelers en doelen, spelruimte, spelregels, opdrachten, arbeidsvorm... zodat de doelstelling bereikt wordt; individuele remediëring blijft noodzakelijk; kies de opdrachten zo dat de creativiteit van de spelers gestimuleerd wordt en dat de fysieke componenten ook aan bod komen; schakel progressief 'geleide' spelfasen, partijspelen en wedstrijden in; schenk aandacht aan het tactische spel van zet en tegenzet; vergeet ook niet de verbale, visuele,... leermiddelen en leergesprekken; het belang van krachttraining i.v.m. letselpreventie is bewezen; voorzie algemene krachttraining in de jaarplanning; bij het uitbreiden van het techniekaanbod moeten we opmerken dat voorrang dient gegeven te worden aan het bijschaven van de nauwkeurigheid van enkele technieken, liever dan het aantal onvoldoende beheerste technieken sterk uit te breiden.
45
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
46
SUBVAK 9: VOLLEYBAL Basispakket
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Motorische competenties
Leerstofbasispakket 2e graad aanleren, inoefenen en vervolmaken, conform de beginsituatie van de leerlingen.
LO 5-9
1.
vlot 3-contactspel spelen en opbouwen tot aanval.
LO 11-12-13
2.
bovenhands opslaan.
•
baltechnieken en verplaatsingstechnieken
3.
blokken en inzicht hebben in de verdedigingsopstelling.
•
bovenhandse tennisopslag
4.
spelsystemen spelen en afspraken begrijpen.
•
receptie-oefeningen
Gezonde en veilige levensstijl
•
oefeningen op de verschillende verdedigingsplaatsen
5.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan volleybal te vermijden.
•
blokpositie en timing 1mansblok
•
spelvormen 2><2, 3><3,… 6><6 met diepe VI
LO 1-2-4
LO 16-22*
6.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
•
kennismaking met penetratiesysteem van op positie I
LO 12-16-19
7.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
•
individueel, per 2 of per 3 opwarmingsopdrachten geven
•
stretching en preventie-oefeningen geven
LO 1-16-20
8.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
LO 16-1921*-22*
9.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
10.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
47
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
11.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
12.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-23-24
13.
•
de reglementen leren en begrijpen
•
de tekens van arbitrage toepassen
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden. •
LO 23-24-25
14.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
15.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
16.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
time out, vervanging en coaching accepteren
•
individuele en groepsopdrachten uitvoeren
•
spelvormen 2><2, 3><3,…
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
48
VOLLEYBAL
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Techniek- en bewegingsopdrachten verweven in minispelen 2><2, 3><3, …,
2.
Slechts 6><6 toepassen indien de grondvorm 2><2 enz. gekend is.
3.
Leerlingen moeten op alle rotatieplaatsen kunnen spelen. Echter de meest balvaardige leerling gebruiken als spelverdeler.
4.
Beginnen met spelverdeler op III, daarna op II en evolueren naar inlopende passeur.
5.
Niveautests inschakelen om zicht te hebben op de progressie.
6.
Veel oefenen met drills om snelheid en coördinatie te verbeteren.
7.
Moeilijkheidsgraad in evenwicht houden tussen opslag en receptie en tussen aanval en verdediging.
8.
Leerlingen stimuleren om wedstrijden te gaan bekijken en zelf aan te sluiten bij een club.
9.
Video als didactisch middel gebruiken bij analyse van individuele fouten en spelsituaties.
10.
Soms werken met middellijnverbod of voetvrije zone (20 cm) onder het net.
11.
De nethoogte aanpassen aan het publiek en aan de oefening.
12.
Libero-speler inschakelen.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
49
SUBVAK 10: BADMINTON Basispakket Decr. nr.
LO 3-4-6-1012-13
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Motorische competenties
Leerstofbasispakket 2e graad aanleren, inoefenen en vervolmaken, conform de beginsituatie van de leerlingen.
1.
1.
SLAGGEWENNING: ONDERHANDSE SLAG/BOVENHANDSE SLAG: zie leerplan 2e graad
korte herhaling over hoog net extra aandacht voor de juiste slaguitvoering
2.
BASISSLAGEN: basistechniek enkelspel. Verbreden en verdiepen van de eerder geleerde competenties. Leren de voornaamste aandachtspunten toepassen in oefen- en spelvormen.en wedstrijden. Leren het tactisch nut van de basislagen beter tot uiting te laten komen door een hogere kwaliteit van uitvoering.
een aanvallende of verdedigende slagtechniek gebruiken.
hoge opslag: cfr. plaatsing in de breedte clear: aanvallend en verdedigend dab (kill) drop. BH drop voorhand en rughand lob: aanvallend en verdedigend rughandse bovenhandse slag (clear) netdrop; spinner
smash en hoge verdediging
de slagwisselingen versnellen door een verkorte uitvoering van de slagen.
3.
BASISSLAGEN DUBBELSPEL: basistechnieken dubbelspel. Leren de slagtechniek eigen aan dubbelspel. Leren de verkorte slagen toepassen in typische dubbelsituaties.
korte service (duimgreep) service return: netshot/ push/ dab (universele- of duimgreep) smash: hamergreep hoge verdediging (FH en BH)
drives
4.
FOOTWORK. Verbreden en verdiepen van de eerder geleerde competenties: leren de elementaire slaghoudingen aannemen in
2.
zie leerplan 2e graad
de basisslagen uitvoeren met een verhoogde precisie en een efficiënt.
de basisslagen toepassen tijdens sparren en wedstrijden.
LO 3-4-6-1012-13
LO 12-13
3.
de correcte service- en ontvangst situaties bewust toepassen.
4.
zich op een elementaire badmintonspecifieke manier verplaatsen over het
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr.
50
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen beweging op het terrein
terrein voorwaarts, rugwaarts en zijwaarts.
uithouding oefenen op een badmintonspecifieke wijze. snelheid oefenen op een badmintonspecifieke wijze.
LO 3-4-5-6-7-8- 5. 13-23
het tactisch nut van de slagen beter tot uiting laten komen tijdens sparren en wedstrijden. een wedstrijd leiden en begeleiden.
5.
BASISTACTIEK ENKELSPEL: leren de basiskenmerken van enkelspeltactiek bewust toepassen.
leren gepast gebruik maken van de open ruimte leren bewust naar de rughand zijde spelen leren automatisch terugkeren naar de basis leren gebruik maken van het eerste raakpunt
• LO 3-4-5-6-7-8- 6. 13-23
het tactisch nut van de verkorte slagen tot uiting laten komen tijdens sparren en wedstrijden dubbelspel.
LO 1-2-4
7.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan badminton te vermijden.
LO 16-22*
8.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
LO 12-16-19
9.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
LO 1-16-20
10.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
LO 16-19-21*22*
11.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
leren enkelspelwedstrijden spelen met toepassing van bovenstaande regels
6.
BASISTAKTIEK DUBBEL: leren de typisch dubbelspelattitudes in het bijzonder service- en service terugslag situaties en het aanemen van de verdedigings/aanvalsposities in functie van de gespeelde shuttle.
leren 2e en 3e shuttle vlak te spelen leren een dubbelspel aanvallend te spelen
een wedstrijd dubbelspel leiden en elementair begeleiden.
Gezonde en veilige levensstijl
dwarse stand t.o.v. het net voor de bovenhandse slagen bijtrekpassen uitvalspassen op racketvoet sprongen: wisselsprong onderscheppingssprong lopen als ontspanning/ lopen als sprint
Zie hoger
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr. LO 17-18
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 12.
basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*-25
13.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
14.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-23-24
15.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
LO 23-24-25
16.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
17.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
18.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
51
Zie hoger
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
52
BADMINTON
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Timing
1.
Zie leerplan 2e graad. Indien het pakket opgesplitst wordt, een apart pakket "dubbel" voorzien.
1e of 2e jaar
2.
Eén herhalingsles over een hoog net.
1e of 2e jaar
3.
Ter intensifiëring van de lessen dient er een ruime hoeveelheid shuttles per twee leerlingen aanwezig te zijn (6 per leerling). Het gebruik van de "multi shuttle" methode laat toe de fysieke belasting hoog te houden en /of de slagtechniek efficiënt te oefenen.
4.
Basispakket 25u: één pakket (cfr. leerplan 2e graad 25u).
5.
Waar mogelijk de leerlingen binnen een beperkt pakket zelf de voorkeursdiscipline laten kiezen.
6.
Voortdurende aandacht voor de specificiteit van de disciplines: spelen met de correcte attitude.
7.
Gebruik maken van tornooivormen en competities groep en individueel.
1e en 2e jaar
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
53
SUBVAK 11: TAFELTENNIS Basispakket Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Motorische competenties
Leerstofbasispakket 2e graad aanleren, inoefenen en vervolmaken, conform de beginsituatie van de leerlingen.
LO 4-6-7-8
1.
de techniek van topspin voorhand (TVH) toepassen tijdens een balwisseling.
Opbouw topspin voorhand • bal zelf laten botsen en TVH toepassen • TVH toepassen op aangegooide bal • TVH toepassen op aangespeelde bal • TVH toepassen tijdens een balwisseling • de bal leren wrijven boven achter op de bal
LO 4-6-7-8
2.
als antwoord op de topspin VH de bal blokken met VH en RH.
Blok VH en RH • blok VH op TVH • blok RH op TRH • combinatie BVH – BRH
LO 4-6-7-8
3.
de techniek van duwen rughand (DRH) toepassen tijdens een balwisseling.
Duwen Rughand (DRH) • bal zelf laten botsen en DRH toepassen • DRH toepassen op aangegooide bal • DRH toepassen op aangespeelde bal • DRH toepassen tijdens een balwisseling • de bal leren onderaan raken
LO 4-6-7-811-12
4.
opslagen met volgende effecten:
Variatie opslagen • gesneden opslag met VH • snelle opslag (Kickopslag) met VH • gesneden opslag met RH • snelle opslag (Kickopslag) met RH
LO 3-4-5-611-12
5.
combinaties maken van de geziene slagen.
Volgende combinaties dienen aangeleerd te worden: • CRH – TVH • TVH - CRH • gesneden opslag – TVH • DRH – TVH
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr. LO 3-4-5-6-910-12-13-15*
LO 9-10-1112-13-15*
LO 9-10-1112-13-15*
54
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6.
7.
8.
zien welk effect er gegeven wordt door diegene die opslaat en hierop het gepaste antwoord geven.
door een aaneenschakeling van slagen een punt scoren (TACTIEK).
de voorgaande technieken toepassen in spelsituaties.
Gezonde en veilige levensstijl LO 1-2-4
9.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan tafeltennis te vermijden.
LO 16-22*
10.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
LO 12-16-19
11.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
LO 1-16-20
12.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
LO 16-1921*-22*
13.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
14.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
Ontvangst van volgende opslagen: •
gesneden opslag met VH
•
snelle opslag (Kick) met VH
•
gesneden opslag met RH
•
snelle opslag (Kick) met RH
Tactische situaties •
opslag – opening
•
openen op een lange opslag
•
verhinderen dat tegenstrever opent door plaatsing van de bal.
Spelsituaties •
enkelspel
•
molentje
•
keizerspel
•
laddercompetitie
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
15.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
16.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-23-24
17.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
LO 23-24-25
18.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
19.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
20.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
55
Zie hoger
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
56
TAFELTENNIS
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
De technische correcties dienen centraal te staan in de lessen tafeltennis.
2.
Een aantal technieken zijn op het eerste zicht met elkaar verwant. Een foutief antwoord op een bepaalde slag is meestal een punt voor de tegenstrever. Belangrijk is de leerlingen hierop te wijzen.
3.
Tactische situaties kan men ook laten spelen tot punt of zelfs in wedstrijdvorm. De aangehaalde combinatie dient echter wel aan bod te komen. Na deze combinatie kan dan gespeeld worden tot punt.
4.
Bij tactische oefeningen kan men ook om de 5 punten wisselen van opslag. Dit is organisatorisch misschien iets moeilijker te realiseren maar het leunt dichter aan bij een reële wedstrijdsituatie.
5.
Verfijnen van topspin voorhand kan het best gebeuren met 3 of 4 spelers. 1 speler geeft opslagen. Een tweede speler speelt topspin voorhand. Speler 3 blokt de bal en speler vier is ballenraper.
6.
Extra wenken voor het uitbreidingspakket:
7.
Opslag en ontvangst opslag worden aangeleerd met minstens 20 ballen per tafel.
8.
Tactische situaties kan je laten oplossen door de leerlingen. Dikwijls is er ook meer dan 1 oplossing.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
57
SUBVAK 12: TENNIS Basispakket Methodologische invulling naar lestijdenpakket: e
e
1 + 2 fase: uitbreiding van mini- naar miditennis met aangepaste ballen uitbreiding van midi- naar maxitennis met “midbal” Decr. nr.
LO 3-4-15*19
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Motorische competenties
Leerstofbasispakket 2e graad aanleren, inoefenen en vervolmaken, conform de beginsituatie van de leerlingen.
1.
Regelmaat met Fh (Forehand) en Bh (Backhand) uitbouwen via basistechnieken als:
een balwisseling opbouwen in een steeds groter wordend deelveld.
greep, tikbeweging vanuit contactpunt, uitzwaai en totaalbeweging vanuit aandachtshouding LO 7-8-15*
2.
de tegenstander laten lopen.
Bal richten met Fh en Bh met correct benenwerk van verplaatsen en herplaatsen
LO 3-4-5-67
3.
een korte bal benutten en afmaken.
•
LO 4-5-6-715*
4.
verdedigen en tegen aanvallen.
ritme en timing van opkomen in Fh en Bh
•
versnellen
•
Fh en Bh blokvolley
techniek van Fh en Bh lob passingshot Fh en Bh “tijd kopen” via hogere bal
LO 3-4-5-78-13
5.
vanuit “opslag en terugslag” een punt uitspelen op een tactisch verantwoorde opslag vlak regelmaat wijze.
terugslag vanuit split en instap balcontrole tot bal 4
LO 4-5-6
6.
bij zichzelf nagaan of ze vorderingen maken.
technische en tactische profielen scorekaarten
LO 7
7.
op basis van afgesproken criteria bij zichzelf of anderen aangeven waarom een bewegingsopdracht wel of niet lukt.
•
inzicht in de voor en nadelen van “open” en “gesloten” grepen
•
belang van correct voetenwerk en evenwicht
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr.
58
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Gezonde en veilige levensstijl
LO 1-2-4
8.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan tennis te vermijden.
LO 16-22*
9.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
minitennis met technisch – tactische variaties
coördinatie – snelheid – evenwicht – stretching
LO 12-1619
10.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
LO 1-16-20
11.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
LO 16-1921*-22*
12.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
13.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
“correct” inspelen (ritueel)
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
14.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
15.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-2324
16.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
LO 23-2425
17.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
18.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
19.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
•
samen balwisselingen spelen
•
tegen mekaar punten uitspelen
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
59
TENNIS
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Hanteren van principe van “geleidelijkheid”.
2.
Hanteren van principe van de “uitersten”.
3.
Uitgaan van principe “zet – tegenzet”.
4.
Zelfstandig werken via leervormen en oefenvormen.
5.
“Samen” opdrachten volbrengen in spelvormen.
6.
Zelfevaluatie (luk ik, doe ik…).
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
60
SUBVAK 13: VERDEDIGINGSSPORTEN (BUDO) Basispakket In het curriculum van de lichamelijke opvoeding omvat het begrip “verdedigingssporten” (vroeger: gevechtsport of BUDO) verscheidene disciplines. Kenmerkend voor deze interactieve verdedigingsvormen is het “lijf-aan-lijf-contact” waarbij de leerlingen meestal per twee specifieke vaardigheden (duwen, trekken, rollen, vallen, werpen, afweren, blokkeren..) in wisselende situaties met elkaar inoefenen, spelen en kampen. Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Motorische competenties
Leerstofbasispakket 2e graad aanleren, inoefenen en vervolmaken, conform de beginsituatie van de leerlingen.
LO 1
1.
JU: Veilig vallen: rugwaarts (ushiro ukemi), zijwaarts(yoko ukemi), voorwaarts (zempo kaiten).
Valvaardigheden: vanuit lage positie (lig, zit, hurkhouding, knieënsteun) naar rechtopstaand: stilstaand, in verplaatsing en over hindernissen; links en rechts
LO 3-4-10
2.
JU: evenwicht verstoren, bewaren en herstellen.
Partneroefeningen en kampspelen: per twee, in groep, recht en op grond.
LO 1-5-9-10
3.
JU: judoworpen uitvoeren (statisch, verplaatsing).
Werpvaardigheden: uitbreiding heupworpen, beenworpen, schouderworpen, voetworpen (vegen en blokkeren): (individueel, per twee, statisch, in verplaatsing)
LO 1-3-4-5-910
4.
JU: elkaar vastnemen in houdgrepen.
Controletechnieken: partner veilig immobiliseren, kantelen naar houdgreep, bevrijden uit Aanval en verdediging vanuit verschillende situaties
LO 1-3-4-5-910
5.
JU: verwurgingen en klemmen uitvoeren.
Veilig en vanuit verschillende posities de klemmen (arm overstrekken en verdraaien, met de knie) en de verwurgingen (gekruist, naakt verwurgen, al trekkend en duwend) uitvoeren
LO1-3-4-9-1215*
6.
JU: op een veilige manier kampen (rechtstaand, op grond).
Uitvoeren van yaku soku geiko (1 aanvaller, 1 verdedigt) en randori (vrij oefenkamp, zonder resultaat)
LO 1-3-4-5-910
7.
KA: stoot-, trap- en slagtechnieken beheerst uitvoeren en de respectieve afweersystemen toepassen.
Oefenen zonder partner (Kihon): afweer – en aanvalstechnieken
LO 9-10-12-15* 8.
KA: de samengestelde werkvormen (Kata) uitvoeren.
Individueel oefenen stijloefening
LO 1-3-4-9-1012-15*
9.
KA: op een veilige manier kampen (rechtstaand).
Kumite met partner
LO 1-3-4-5-910
10.
SD: gepast reageren op en zich bevrijden uit handgrepen, middenaanval, nekgreep,slaan, schoppen, kopgrepen,en verwurgingen.
Individueel en met partner inoefenen van de verschillende situaties
LO 7-8-23
11.
SD: iemand opleiden.
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Gezonde en veilige levensstijl LO 12-19
12.
JU –KA- SD: ontwikkelen en onderhouden van de specifieke fysieke eigenschappen.
13.
fysieke conflictsituaties herkennen en oplossen.
LO 1
14.
JU: situaties herkennen waarin veilig vallen belangrijk is.
LO 15*-20-22*
15.
inzien dat een goede fysieke conditie de weerbaarheid bij contact- en verdedigingsvormen verhoogt.
16.
oefenen in een geest van veiligheid en respect.
LO 1-2
17.
de verkeerde houdingen, handelingen en bewegingen, die mogelijke lichamelijke klachten veroorzaken, goed inschatten.
LO 20
18.
de specifieke lichaamsverzorging van de verdedigingsporten toepassen.
Zie hoger
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 23
19.
de eigen mogelijkheden en beperkingen ontdekken en aanvaarden (ook van de anderen).
20.
de verworven motorische vaardigheden koppelen aan een mentale discipline en emotionele controle (beheersing in conflicten).
LO 23-25
21.
de diverse taken vervullen: partner zijn, tegenspeler, referee.
LO 23
22.
winst en verlies relativeren.
LO 1-2
23.
zich verantwoordelijk voelen voor de tegenspeler.
24.
het belang inzien van de groet als bijzonder communicatiemiddel.
25.
de veiligheidsvoorschriften toepassen.
LO 1-2
61
Zie hoger
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
62
VERDEDIGINGSSPORTEN (BUDO)
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Beginsituatie op school is anders dan in de club: veiligheid primeert op school.
2.
Duidelijke afspraken maken i.v.m. dojo-etiquette: groeten bij begin en einde van de les; bij begin van een oefening met een nieuwe partner.
3.
De leerlingen maken zich enkele typische Japanse woorden en afspraken eigen: “Matté = stop”; “Hajimé= start”, “Tori= voert de beweging uit”; “Uke= ondergaat de handeling van Tori”.
4.
Accommodatie en materieel: aanvankelijk kunnen “gymmatten” dienst doen als “tatami =valmat”. Het gewone trainingspak voldoet ruimschoots voor de eerste lessen judo. Naar veiligheid toe zijn een tatami en judogi aanbevolen voor het judo- en ju jutsu-deel.
5.
Typische leeractiviteiten zijn: oefenen (vormgeven): sotai renshyo: met partner technieken eigen maken (recht en op grond): uchi komi: automatiseren van bewegingen; nage komi: werpen van de partner (judo); spelen (soeels oefenen): winnen of verliezen is ondergeschikt: yaku soku geiko: per twee speels oefenen; van aanvals-en verdedigingstechnieken in verplaatsing, waarbij de partner kan geworpen worden; randori: kampelement is sterk aanwezig, maar winst of verlies telt niet; kampen (wedijveren): “shiai” is een judowedstrijd waarbij het resultaat primeert.
6.
Organisatie: om veilig en ongedwongen te kunnen oefenen zijn volgende aanbevelingen nodig: voorzie veiligheidszones, leerlingen vallen (bvb) allen in dezelfde richting en om beurten. Zorg ervoor dat op een beperkte ruimte nooit te veel leerlingen gelijktijdig aan het werk zijn (blessurepreventie).
7.
Leerlinggerichte oefenstof: valtechnieken, voorbereidende kampspelen (vanuit de natuur van het kind) laten de leerlingen vlug wennen aan de hardheid van de mat. Voor wat de rechtstaande technieken en houdgrepen betreft beperkt de leerkracht zich aanvankelijk tot het aanleren van enkele representatieve vaardigheden die eveneens sterk verwant zijn met de natuur en het ontwikkelingsniveau. Met het aanleren van klem- en verwurgingen wordt pas gestart wanneer de leerlingen voldoende basistechnieken bezitten.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + Specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
63
DEEL 3: KEUZESPORTEN In deel 3 van het leerplan vindt men enerzijds uitbreidingspakketten die een verdieping zijn van de bewegingsactiviteiten die reeds aan bod zijn gekomen als verplichte sportdiscipline en anderzijds volledig nieuwe bewegingsactiviteiten. Zij worden gekozen in functie van het specifieke sportprofiel van de school. Het aantal lestijden die de school nodig heeft om de leerplandoelen van deze keuzesporten te realiseren behoort tot de autonomie van de school, van elke keuzesport wordt minstens een aaneensluitend pakket van 25 lestijden aangeboden. De leerlingen kunnen per graad maximaal 4 keuzesporten kiezen uit het aanbod van de school. Veel zal afhangen van de beschikbare sportinfrastructuur, de grootte van de lesgroep, het niveau van de leerlingen voor deze of gene sport, de heterogeniteit van de groep, de deskundigheid betreffende de specifieke sportdiscipline van de leerkracht, … . De vakgroep LO en Sport heeft hierin opnieuw een grote verantwoordelijkheid. Keuzes zijn gebaseerd op de een schooleigen visie op de opleiding TSO LO&Sport. Deze visie wordt gedragen door alle leden van de vakgroep.
Voor volgende bewegingsactiviteiten werd een uitbreidingspakket uitgeschreven: 1. Atletiek
15. Golf
2. Gymnastiek (meisjes, jongens)
16. Triatlon-duatlon
3. Ritmische en dansante vorming
17. Wielrennen
4. Zwemmen
18. Fitness
5. Basketbal
19. Waterpolo
6. Handbal 7. Voetbal 8. Volleybal 9. Badminton 10. Tafeltennis 11. Tennis 12. Rugby 13. Paardrijden 14. Watersporten
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
64
SUBVAK 1: ATLETIEK Uitbreidingspakket
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
e
Leerstof basispakket 3 graad inoefenen en vervolmaken.
LO 4
1.
verbanden leggen, ook naar de theorie van de lichamelijke opvoeding.
LO 12
2.
snelheid verhogen tijdens duurloop; aërobe en anaërobe uithouding verbeteren.
LO 12
3.
de eindproef nl. een meerkamp naar behoren afwerken.
A: aangesloten bij atletiekclub
LO 9-10
4.
verbanden leggen en transfers tussen de diverse bewegingen.
B: niet aangesloten
LO 7-8
5.
technische raad uitwisselen aan elkaar en elkaar stimuleren om de afgesproken minimacriteria te behalen.
Groep A: mits een trainingsschema van de club mag de leerling
LO 3-4-6-12 6.
prestatieverbetering nastreven.
Groep B: weekplanning:
uithouding en lenigheid (zie jaarplanning)
LO 4
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in atletiek.
technieken alternatieve activiteiten die basiseigenschappen verbeteren
inhaalles
7.
Gezonde en veilige levensstijl
De leerlingen worden verdeeld in 2 basisgroepen:
individueel zijn schema afwerken. Zo niet bij groep B.
LO 1
8.
veiligheidsvoorschriften, regels en afspraken naleven.
LO 21*-22*
9.
positief staan tegenover regelmatig oefenen.
Groep B: jaarplanning:
10.
de gezonde invloed ervaren van regelmatige fysieke inspanning.
Ontwikkeling van de basiseigenschappen (K, L en U)
LO 9-10-20
11.
het belang van de opwarming en de cool down aangeven.
sept.-febr.: opdrijven van km en tempo. Aëroob
LO 16
12.
de negatieve invloed van genotsmiddelen en slechte voeding duiden.
ma.-apr.: intensieve intervals
Technieken
alle technieken van meerkamp worden getraind met de specifieke kracht- en snelheidstraining
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
65
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Zelfconcept en sociaal functioneren
Alternatieve activiteiten
LO 3-4-6
13.
zelfstandig oefenen.
spelvormen oriënteringsloop
LO 2-5
14.
met iedereen, zonder onderscheid, samenwerken.
•
…
LO 3-4-6-25 15.
hun eigen mogelijkheden juist inschatten.
LO 2-23
de prestaties van anderen waarderen.
16.
Inhaalles techniek (+ lln. andere keuzesporten)
LO 12-20
17.
inzet en volharding tonen en hun fysieke grenzen verleggen.
LO 21*-22*
18.
voldoening beleven aan fysieke inspanning.
LO 6
19.
plannen en naar een prestatie toeleven.
LO 23
20.
kritiek aanvaarden.
gecoördineerd met de les atletiek
Powertraining
maximumprestaties bepalen
fiche opstellen
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
66
ATLETIEK
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Een prestatieverbetering nastreven door regelmatige en systematische trainingsopbouw.
2.
De vorderingen (laten) noteren en bespreken.
3.
Gevarieerde oefen- en organisatievormen aanwenden.
4.
Aan de motorische basisvorming wordt verder gewerkt door de beweging te perfectioneren.
5.
In functie van de onderwezen atletiekdisciplines worden de bijkomende basiseigenschappen getraind.
6.
Oefenstof voor de verbetering van coördinatie, beweeglijkheid en ritme aanbieden, zodat de link naar andere atletiek- en sportdisciplines wordt gelegd.
7.
Leren plannen en naar een prestatie werken.
8.
De leerlingen moeten minimacriteria realiseren.
9.
SPRINGEN: - landingsheuvel bij hoogspringen voldoende hoog, zacht en veilig. - competitievormen van verspringen niet op een zachte valmat maar in een verspringput. - gevarieerde oefenvormen gebruiken om de springkracht en de springbehendigheid te ontwikkelen. - uitleggen wat de belangrijkste fasen zijn bij een sprong en elkaar leren observeren. - groepsopdrachten, groepscompetities zijn motiverend en stimuleren het sociaal contact.
10.
WERPEN EN STOTEN: - de veiligheid staat centraal bij de opstelling van de leerlingen op en rond het werpterrein. Duidelijke afspraken maken om dit te ondersteunen.
11.
LOPEN: - bij het lopen in openlucht is respect voor de natuur en leefomgeving belangrijk. -
voor loopactiviteiten buiten de school wordt er extra aandacht besteed aan veiligheid, plichtsgevoel, verantwoordelijkheidsbesef, hoffelijkheid en het maken van duidelijke afspraken.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
67
SUBVAK 2A: GYMNASTIEK MEISJES Uitbreidingspakket
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Inoefenen en vervolmaken leerstof basispakket 3e graad en uitbreiding 2e graad
LO 9-10-1112
1.
zich door het uitvoeren van oefeningen in combinatie meer complexe bewegingspatronen eigen maken.
GROND: • handenstand: afstoot 2 voeten, benen gestrekt
LO 8-9
2.
inzicht verwerven in de opbouw van de oefeningen en kunnen de technieken benoemen.
• •
3.
de basisprincipes van het beoordelingsysteem van de F.I.G. interpreteren.
LO 12
4.
aandacht hebben voor een goede technische uitvoering en lichaamshouding zoals verwacht wordt van een competitieturnster.
• flikflak: aanloop rondat flikflak (::) • salto voorwaarts of rugwaarts: afstoot op verhoogd vlak (::) samenstellen van een reeks: een combinatie van bewegingen uit de leerstof van het basispakket van de 2e graad, van de 3e graad en van de uitbreiding van de 2e en 3e graad
LO 3-4-12
5.
zelfstandig met gekende motorische vaardigheden een creatieve combinatie samenstellen en uitvoeren.
BRUG: • zweefkip (::)
LO 20
6.
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in de gymnastiek.
• zwaaikip (::) • uitsprong : zolendraai rugwaarts (hoge legger) samenstellen van een reeks: een combinatie van bewegingen uit de leerstof van het basispakket van de 2e graad, van de 3e graad en van de uitbreiding van de 2e en 3e graad
rad: aanloop opsprong zweefrad overslag: aanloop overslag (neerkomen op 1 of 2 benen)
Gezonde en veilige levensstijl
BALK:
LO 1
7.
door inzicht in het bewegingsverloop van de diverse technieken, potentieel gevaarlijke situaties inschatten en vermijden.
• •
sprongen: een combinatie van 3 sprongen in serie draaien: een volledige draai op 1 voet
LO 19
8.
de algemene principes van de houdings- en rugscholing begrijpen en hanteren om overbelasting en kwetsuren te vermijden.
• •
rol: voorwaartse of rugwaartse rol op hoge balk (::) rad: op hoge balk (::)
LO 1-2-23
9.
begrijpen dat een goede samenwerking ongevallen kan helpen vermijden.
• •
handenstand: op hoge balk (::) afsprong: overslag : losse afsprong (zonder handensteun). samenstellen van een reeks: een combinatie van bewegingen uit de leerstof van het basispakket (van de 2e graad, van de 3e graad en van de uitbreiding van de 2e en 3e graad
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
68
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Zelfconcept en sociaal functioneren
SPRONGEN:
LO 25
10.
zelfvertrouwen opbouwen door het zich bewust zijn van een correcte lichaamshouding.
•
LO 5-11-23
11.
eigen kennis en kunde aanwenden om als assistent-coach te fungeren bij schoolsportactiviteiten intra- of extramuros en bij demonstraties ter gelegenheid van schoolfeesten.
LO 1-2
12.
begrijpen dat een goede samenwerking ongevallen kan helpen vermijden.
plint breedte: handenstand afwenden : handenstand overslag : handenstand overslag met draai om de lengteas voor of achter de steunfase (::)
•
minitrampoline: salto voorwaarts : salto voorwaarts gehoekt : barani
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
69
SUBVAK 2B: GYMNASTIEK JONGENS Uitbreidingspakket
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Inoefenen en vervolmaken leerstof 3e graad basispakket en 2e graad uitbreiding.
LO 9-10-11- 1. 12
zich door het uitvoeren van oefeningen in combinatie meer complexe bewegingspatronen eigen maken.
GROND: • koprol: hoge zweefrol
LO 8-9
2.
inzicht verwerven in de opbouw van de leerstof en kunnen de technieken benoemen.
•
LO 20
3.
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in de gymnastiek.
LO 12
4.
aandacht hebben voor een goede technische uitvoering en lichaamshouding zoals verwacht wordt van een competitieturner.
LO 3-4-12
5.
zelfstandig met gekende motorische vaardigheden een creatieve combinatie samenstellen en uitvoeren.
6.
de basisprincipes van het beoordelingssysteem van de F.I.G. interpreteren.
handenstand: afstoot 2 voeten, benen gestrekt : overpak in 2 tijden en doorrollen
•
: stut rondat flikflak (::)
•
salto voorwaarts: landen op valmat
•
salto rugwaarts: afstoot op verhoogd vlak (::) : rondat salto (::)
• overslag samenstellen van een reeks: een combinatie van bewegingen uit de leerstof van het basispakket van de 2e graad, van de 3e graad en van de uitbreiding van de 2e en 3e graad
Gezonde en veilige levensstijl
BRUG:
LO 1
7.
door inzicht in het bewegingsverloop van de diverse technieken potentieel gevaarlijke situaties inschatten en vermijden.
• •
vanuit streksteun/ opzwaaien tot handenstand (::)
LO 19
8.
de algemene principes van de houdings- en rugscholing begrijpen en hanteren om overbelasting en kwetsuren te vermijden.
•
onderzwaai: vanuit hoeksteun tot zwaai in bovenarmsteun (::)
LO 1-2-23
9.
begrijpen dat een goede samenwerking ongevallen kan helpen vermijden.
samenstellen van een reeks: een combinatie van bewegingen uit de leerstof van het basispakket van de 2e graad, van de 3e graad en van de uitbreiding van de 2e en 3e graad
zweefkip
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LO 25 LO 5-11-23
LO 1-2
LEERPLANDOELSTELLINGEN
70
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Zelfconcept en sociaal functioneren
REK:
10.
zelfvertrouwen opbouwen door het zich bewust zijn van een correcte lichaamshouding.
•
valkip
•
achteropzet (::)
eigen kennis en kunde aanwenden om als assistent-coach te helpen bij schoolsportactiviteiten intra- of extramuros en bij demonstraties ter gelegenheid van schoolfeesten.
•
opzwaai naar handenstand: in palmgreep vanuit streksteun
•
zolendraai rugwaarts: uitzwaaien; ½ draai en greepwissel
begrijpen dat een goede samenwerking ongevallen kan helpen vermijden.
samenstellen van een reeks: een combinatie van bewegingen uit de leerstof van het basispakket van de 2e graad, van de 3e graad en van de uitbreiding van de 2e en 3e graad
11.
12.
SPRONGEN: •
plint of paard breedte: handenstand overslag
•
plint of paard lengte: handenstand overslag : handenstand overslag + kwart schroef
•
minitramp: salto voorwaarts gehoekt : barani
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
71
GYMNASTIEK MEISJES EN JONGENS
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
De extra leerinhouden worden gekozen uit de diverse bewegingsfamilies zoals zij vermeld staan in de internationale puntencode van de F.I.G.
2.
De basiskennis en de individuele aanleg van elke leerling zullen mede deze extra leerinhouden bepalen. Het werken met een persoonlijk trainingsschrift is dus noodzakelijk.
3.
Voor een wedstrijdturnster zal de leerstof uitgebreid worden in functie van de te leveren prestaties. Samenspraak met de clubtrainer is dus wenselijk.
4.
De uitrusting in de oefenzaal en de veiligheidshulpmiddelen (landingsmatten, valput, saltogordels) kunnen ook een invloed hebben op het benadrukken van bepaalde leerstofonderdelen.
5.
Van de leerlingen wordt een elementaire kennis van de F.I.G.- reglementen verwacht.
6.
Een individueel trainingsschema en het zelfstandig werken in kleine groepen wordt benadrukt.
7.
De technieken van helpen en bijstaan worden systematisch aangeleerd.
8.
Bij het beoordelen van een toets worden zowel de moeilijkheidsgraad als de afwerking geëvalueerd.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
72
SUBVAK 3: RITMISCHE EN DANSANTE VORMING Uitbreidingspakket: 100 lestijden per graad Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Motorische competenties
LO 15*
1.
een expressieve lichaamstaal ontwikkelen.
Verbreden en verdiepen van de ritmische bewegingsvormen die reeds in het basispakket en in de 2e graad werden aangeboden.
LO 12
2.
een ritmegevoel ontwikkelen.
Afhankelijk van de interesses van de leerlingen en de specialiteit(en)
LO 12
3.
lichaams- en bewegingsbewustzijn ontwikkelen.
van de lesgever kunnen diverse ritmische bewegingsvormen worden aangeboden en /of verder verdiept.
LO 12
4.
tijdsbesef ontwikkelen: ervaren van tempo, ritme, duur en accentuatie.
VOLKSDANSEN:
LO 12
5.
coördinatie tussen beweging en uitdrukking ontwikkelen.
moeilijke dansen
LO 10-23
6.
via de eigen lichaamstaal ‘converseren’ met de partner.
van veel tot moeilijker passen en figuren
LO 12
7.
een aëroob uithoudingsvermogen ontwikkelen.
veel ritmes; snelle tempo’ s
demonstraties
LO 11-12
8.
geleerde technieken uit de verschillende ritmische bewegingsvormen toepassen in andere dansante vormen.
LO 12
9.
zowel kracht (vnl. versterken van romp, bekken en benen), snelheid, lenigheid en evenwicht in sterke mate ontwikkelen.
LO 3-4-6-8
10.
kritisch omgaan met het bewegingsaanbod in het algemeen en het aanbod dansante vormen in het bijzonder.
LICHAAMSEXPRESSIE beweging = buigen, strekken, draaien, wordt gecombineerd met ter plaatse bewegen en voortbeweging
11.
de specifieke kenmerken van de bewegingspatronen in de dansvormen die ze onderwezen krijgen herkennen.
houdingen= staan, zitten, liggen geven we de volgende kwaliteiten: open – gesloten / gebogen – recht / breed – smal/ symmetrie – asymmetrie...
12.
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in de ritmische of dansante vormen.
momenten = aanvang, tijdens het slot van de bewegings- en houdingszin maken expressie-, lichaams- en danstaal zorgen voor de uitdrukking
zintuigen worden gestimuleerd = voelen, horen, zien groepswerk waarin de verschillende exploraties worden verwerkt uitwerken van thema’s met of zonder muziek
LO 4
samenstellen van variaties op een al dan niet gekende volksdans
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
73
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Gezonde en veilige levensstijl
JAZZ:
LO 20-22*
13.
fysieke en motorische basiseigenschappen via dansante bewegingsvormen ontwikkelen.
LO 19
14.
het belang van een correcte houding aangeven en toepassen in bewegingszinnen.
LO 20-21*
15.
met betrekking tot fitheid hun eigen doelen bepalen en zijn bereid dit te integreren in hun eigen levensstijl.
nadruk op bewegingsvreugde en expressie verdieping van de basistechnieken: round down, demi-plié, hipwalk side
grand plié, isolatiebewegingen, tendu-dégagé, ritmevormen, sprongen, draaivormen … DANSCOMBINATIE: is een geheel van bewegingen dat wordt samengesteld door de lesgever op niveau van de geziene leerstof
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 15*
16.
expressiviteit en innerlijke beleving ontwikkelen.
LO 15*-21
17.
‘présence’ en zelfzekerheid ontwikkelen.
LO 24-25
18.
keuzes maken uit het mogelijke activiteitenaanbod.
LO 8-9-1025
19.
inzien dat dans- en ritmische bewegingsopdrachten hun een voortreffelijke basistechniek meegeeft en bijdraagt tot een harmonische ontplooiing.
DANSCREATIE: een door de leerlingen samengesteld dansstuk, individueel of in groep
LO 2-23
20.
in een ritmische bewegingsopdracht leiding nemen over en leiding aanvaarden van medeleerlingen.
IMPROVISATIE aan de hand van welbepaalde richtlijnen en / of beperkingen (muziek, aantal dansers, tijdsbeeld, accessoires en attributen) wordt onmiddellijk ingespeeld op de opdracht
LO 11
21.
aan een opdracht werken om deze zo origineel mogelijk uit te voeren.
LO 5-6
22.
zich concentreren.
aanbieding van nieuwe dansstijlen zoals: Zuid-Amerikaanse of Spaanse dans, solowerk gericht naar specifieke expressie (bijv.: melancholie, woede, uitbundigheid) opbouwen tot een uitgewerkt dansstuk bestaande uit solo- en groepschoreografieën
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
74
RITMISCHE EN DANSANTE VORMING
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Het basispakket ritmische vorming wordt aan alle leerlingen gegeven al dan niet in coïnstructie.
2.
In het keuzepakket kan gekozen worden uit verschillende ritmische bewegingsvormen. Er kunnen meerdere vormen aan bod komen of één vorm kan volledig worden uitgediept.
3.
De oefenstofkeuze moet zinvol, prettig en intensief zijn. Motiverende muziek en haalbare opdrachten zijn daarom zeer belangrijk.
4.
Bij acrobatieën (rock ’n roll) steeds de nodige veiligheidsmaatregelen nemen.
5.
Een goede samenwerking onder de teamleden maakt het mogelijk om tijdelijk groepen te combineren (Sociale dansen, rock ’n roll)
6.
De creativiteit en het plezier aan het bewegen kunnen ondermeer geprikkeld worden door open opdrachten.
7.
Ritmische vorming biedt een belangrijke ondersteuning voor de artistieke gymnastiek. De danstechnische vaardigheden kunnen uitgebreid worden via het keuzepakket.
8.
De leerstof binnen het kader van een zelfde discipline moet oordeelkundig worden gegroepeerd ten einde de rentabiliteit en de continuïteit van een les zo hoog mogelijk te houden.
9.
Bij het maken van keuzes rekening houden met een logische opbouw zodat er een vlotte overgang is van eenvoudige tot meer ingewikkelde expressievormen.
10.
Binnen elke oefening worden verschillende basisbewegingspatronen gecombineerd tot een muzikaal geheel waarbij rekening wordt gehouden met de dynamische eigenheid en het kader van elk onderdeel.
11.
Zowel het uitvoeren van opgelegde bewegingspatronen als het creatief toepassen van bewegingsmateriaal zijn onontbeerlijk voor een zo breed mogelijk dansspectrum.
12.
Aandacht voor de muziek ondersteunt het verwerven, fixeren en conserveren van de leerstof.
13.
Voor jazzdans worden in principe de oefeningen zeer eenvoudig aangeleerd en evolueren dan stelselmatig naar meer complexe gehelen totdat uiteindelijk een volledige jazzles gekend is en vlot aaneensluitend kan worden uitgevoerd. Eenzelfde moeilijkheid zal steeds langs een andere weg door de leerkracht voorgesteld en door de leerling opgelost worden.
14.
Welke ritmische bewegingsvorm er ook wordt aangeboden, leg steeds de nadruk op bewegingsvreugde en creativiteit.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
75
SUBVAK 6: ZWEMMEN Uitbreidingspakket Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Inoefenen en vervolmaken leerstof van het basispakket 3e graad en van het uitbreidingspakket 2e graad.
LO 2
1.
risicovolle momenten aanvoelen en medeleerlingen helpen wanneer de bewegingssituatie dit vereist.
Crawl, schoolslag, rugcrawl en dolfijn op een reglementaire en efficiënte manier zwemmen en starten en keren van deze 4 zwemslagen
LO 12
2.
de zwemtechnieken leren uitvoeren op een hoger beheersingsniveau.
•
techniekdrills voor deze 4 zwemslagen
•
grijpstart en start met armzwaai
opdrachten alleen of in groep organiseren en aanpassen aan de deelnemers.
•
start voor rugslag
•
een keerpunt van schoolslag en dolfijn met de juiste bewegingen onder water
eigen motorische vaardigheden creatief gebruiken, samen met medeleerlingen.
•
tuimelkeerpunt van crawl en rugcrawl
•
starten in een aflossing keerpunten van individuele wisselslag
LO 5
LO 11
3.
4.
LO 3-7
5.
inzicht verwerven in de zwemtechnieken, fundamentele fouten opsporen bij medeleerlingen en tips geven om de fouten bij te sturen.
•
LO 8
6.
zwemtechnisch hun mening geven en hieruit conclusies trekken voor hun eigen uitvoering.
Theoretische aspecten van: •
de belangrijkste principes van zweminitiatie
LO 4
7.
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in het zwemmen.
•
de belangrijkste fouten die voorkomen bij de 4 zwemslagen
•
de belangrijkste reglementen van de 4 zwemslagen, starten en keerpunten
8.
het brevet “Hoge redder” halen
Gezonde en veilige levensstijl LO 16-21*
9.
de waarde beseffen van zwemmen als ‘life-time’ sport.
LO 20-22*
10.
het belang inzien van een goede fysieke conditie.
LO 17-18
11.
de basistechnieken van zelfredding en reddingszwemmen uitvoeren en gevaren die verbonden zijn aan het zwemmen inschatten.
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 24-25
12.
een keuze maken binnen de leerstofonderdelen (in functie van specialisatie).
Reddingszwemmen • de verschillende onderdelen van het reddingszwemmen gericht op het behalen van een erkend reddersbrevet
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
76
ZWEMMEN
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Timing
1.
400mC,200mS, 100mR: stijlbeoordeling
1° leerjaar
2.
800mC: jongens 18', meisjes 20'
1° leerjaar
3.
reddingszwemmen onder water zwemmen 25m met start, een voorwerp ophalen uit het diep en een partner vervoeren over 25m
1° leerjaar
4.
synchroon zwemmen, duiken met flessen, schoonspringen; waterpolo, watervolleybal en andere waterspelen …(afhankelijk van de accommodatie) 1° leerjaar
5.
100mS,100mC en 100mR op tijd; 3 tijden optellen: jongens 5'20", meisjes 5'50"
2° leerjaar
6.
50mD stijlbeoordeling
2° leerjaar
7.
200m wisselslag: jongens 4’, meisjes 4’20
2° leerjaar
8.
800mC: jongens 17', meisjes 19'
2° leerjaar
9.
reddingszwemmen: 25m onder water zwemmen met start, een partner vervoeren over 25m en 200m gekleed zwemmen
2° leerjaar
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
77
SUBVAK 5: BASKETBAL Uitbreidingspakket Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Inoefenen en vervolmaken leerstof van het basispakket 3e graad en van het uitbreidingspakket 2e graad.
LO 13
1.
scoren in een meerderheidssituatie en in een gelijkheidssituatie van 3 – 2 tot 5 – 5.
jumphook
LO 3-7-8
2.
de juiste beslissing nemen en weten wanneer en waar ze kunnen scoren in een meerderheidssituatie of een gelijkheidssituatie.
shotselectie
LO 4-5-910-12-13
3.
kansen creëren in de 2 – 2 en 3 - 3 situatie in functie van de 5 – 5 situatie.
1 – 1 spelen met de rug naar doel post-moves (drop-step, turn-around, sikma,…) verandering van richting in twee richtingen (binnenwaarts en daarna tussen de benen) 1 – 1 spelen in T.T.P en post-up cross-over, varianten open-step, reverse step uitwerken van de 2 – 2 situatie i.f.v. Guard – Post speller Forward – Post speller Post – post Screening on the ball Penetratiedribbel uitwerken van de 3 – 3 situatie i.f.v. Verschillende posities op het terrein Penetratiedribbel Screening
LO 3-4-5-910-12-13
4.
bij het creëren van kansen de bal controleren en weten wanneer ze kunnen passen, dribbelen en zich vrijlopen van een 3 – 3 spelsituatie tot een 5 – 5 spelsituatie.
controle pass-selectie dribbelselectie vrijlopen in functie van de 1 – 1 actie en ploegmaat
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
78
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
LO 3-4-5-910-12-13
5.
opbouwen in een gelijkheidssituatie van 3 – 3 tot 5 – 5 op een half terrein en een volledig terrein.
1 – 1 op de perimeter en in de post-up in functie van de opbouw tegenaanval in functie van de 5 – 5 5 – 5 organisatie in een 2 – 2 – 1 aanvalsopstelling op de perimeter (driepuntslijn) met motion-rules
LO 13
6.
3 – 3, 4 – 4 of 5 – 5 spelen op een half en een volledig terrein.
zie 1 tot en met 5 3 – 3 aanvalsopbouw in functie van de geziene technische en tactische elementen 3 – 2, 4 – 3 aanvalsopbouw in functie van de tegenaanval 3 – 3, 4 – 4 aanvalsopbouw in voorbereiding van de 5 –5 situatie (motion)
LO 3-4-1012
7.
LO 3-4-1012
8.
het scoren verhinderen door de individuele verdediging toe te passen in een 3 – 3 spelsituatie. het kansen creëren verhinderen door de individuele en groepsgerichte verdediging toe te passen in een 5 - 5 situatie met post.
LO 3-4-1012
9.
de opbouw storen in een 3 – 3 en 4 – 4 spelsituatie op een half en volledig terrein door individueel en in groep posities te kiezen waarbij de aanval in moeilijkheden komt.
individuele verdediging op de balbezitter en op de postspeler individuele en groepsgerichte verdediging op de niet balbezitter (denial, help-side defense, close-out, front …) defense op het screen
individuele en groepsgerichte verdediging op de balbezitter en de niet balbezitter (defensieve transitie, tandem defense, line-concept, man to man defense …)
zie leerinhoud motorische competentie
Gezonde en veilige levensstijl LO 1-2-4
10.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan basketbal te vermijden.
LO 16-22*
11.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
LO 12-1619
12.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
LO 1-16-20
13.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
LO 16-1921*-22*
14.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
15.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
79
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
16.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
op verschillende spots spelen
LO 7-23
17.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
rol als coach of scheidrechter opnemen
LO 2-8-2324
18.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
LO 23-2425
19.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
20.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
21.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
elkaar evalueren organisatie van een 3 – 3 tornooi
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
80
BASKETBAL
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Laat de leerlingen in kleine groepen spelen.
2.
Beperk de wedstrijdjes in de tijd.
3.
Maak gebruik van evaluatiefiches.
4.
Analyseer de spelsituatie.
5.
Vertrek van de meerderheidssituaties om leerlingen te doen inzien wanneer en waar zij moeten scoren.
6.
Zorg ervoor dat de balbezitter veel ruimte krijgt om de 1 – 1 situatie te kunnen spelen.
7.
Ga niet te vlug naar de 5 – 5 spelsituatie.
8.
Maak gebruik van spots.
9.
Laat de verdedigers binnen de driepuntszone verdedigen.
10.
Beperk het aantal spel- en speelregels.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
81
SUBVAK 6: HANDBAL Uitbreidingspakket Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties LO 1
1.
in nieuwe bewegingssituaties verantwoordelijkheid opnemen door gezamenlijk afgesproken veiligheidsregels toe te passen.
LO 3
2.
aan de hand van zelfinschatting de aangepaste leerweg kiezen voor het aanpakken en oplossen van de bewegingsopdrachten.
LO 4
3.
zelfstandig leertaken uitvoeren om een bewegingsopdracht tot een goed einde te brengen uitgaande van het eigen kunnen.
LO 5
4.
bewegingssituaties in groep organiseren en aanpassen aan het aantal deelnemers.
LO 6
5.
zichzelf evalueren en eventueel zelfstandig het leerproces bijsturen.
LO 7
6.
op basis van een beperkt aantal criteria aangeven waarom een opdracht wel of niet lukt.
LO 8
7.
bewegingservaringen uitwisselen en daaruit conclusies trekken voor hun eigen uitvoering.
LO 9
8.
eerder geleerde vaardigheden uit verschillende bewegingsdomeinen toepassen in de context van het handbalspel.
LO 10
9.
motorische eigenschappen op inzichtelijke wijze gebruiken in spel - of wedstrijdsituaties.
LO 11
10.
met gekende motorische vaardigheden creatieve combinaties uitvoeren samen met anderen.
LO 12
11.
gekende motorische vaardigheden uitvoeren met meer controle, met hogere moeilijkheidsgraad en met een grotere efficiëntie.
LO 13
12.
in een aangepaste vorm van het handbalspel eenvoudige aanvallende en verdedigende strategieën toepassen.
LO 15
13.
een duurzame bewegingsvreugde ervaren op basis van deelname aan het handbalspel.
Inoefenen en vervolmaken leerstof van het basispakket 3e graad en van het uitbreidingspakket 2e graad. Verbetering en uitdiepen van de individuele techniek met de bal • dribbelen in tegenaanval, al slalommend of met richtingsveranderingen zonder of met tegenstrever • passen en vangen in beweging ten opzichte van een verdediging in beweging. Het vlottend dreigen komt hier aan bod •
de doelworp vanuit sprong, of vanuit de loop of vanuit stand
•
het veranderen van richting met de bal (de schijnbeweging vanuit parallellanding)
Verbeteren en uitdiepen van de individuele techniek zonder bal •
het veranderen van richting zonder bal in aanval of verdediging
•
het zich aanspeelbaar maken door de loopwegen te bepalen
•
het juist afstemmen van het instartmoment en de timing
•
het individueel verdedigen met contact
•
het defensief verdedigen van een doelworp zoals in volleybal
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
82
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Gezonde en veilige levensstijl LO 1-2-4
14.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan handbal te vermijden.
Groepstechnieken en prétactieken
LO 16-22*
15.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
de snelle overgang van balverlies naar balbezit. Wat is de rol van de aanvaller en de verdediger in tegenaanval
LO 12-16-19
16.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
het samenspel ontwikkelen op basis van het aanspeelbaar zijn na de pas en het bepalen van de juiste timing
LO 1-16-20
17.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
het verwerven en uitspelen van een meerderheidssituatie in aanval
LO 16-1921*-22*
18.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
het verdedigen van het doel in een minderheid situatie met de hulp onderling en met een doelman
LO 17-18
19.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
het organiseren van en het uitspelen van een vrijworp
het spelen van standaard combinaties als tactisch middel in aanval (positiewissels en in relatie met de cirkelspeler)
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
20.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
21.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-23-24
22.
LO 23-24-25
23.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
24.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
25.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
Persoonlijkheidsontwikkeling vooral bij het leiden van wedstrijden of spelvormen de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden. • • het onderling zoeken naar oplossingen voor tactische probleemsituaties
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
83
HANDBAL
Nr. 1.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken Basisprincipe We spelen zo collectief mogelijk en zo individueel als noodzakelijk. Het samenspel staat centraal zowel in aanval als in verdediging. De groep reageert op de situatie als een collectief en niet als een samenbundeling van individualisten. De individuele acties geven het spel een meerwaarde. Het samenspel en de individuele acties worden zoveel mogelijk in open situaties geoefend (spel of wedstrijdsituaties). Er wordt gestreefd naar een functionele verhouding tussen de groepswerking (hier kan de keuze gemaakt worden tussen heterogene en homogene groepsverdeling) en de individuele opdrachten.
2.
Spelbekwaamheid De hoofdbetrachting is een ontwikkeling van de “beginners – spelbekwaamheid”. Deze omvat motorische, cognitieve – tactische én sociale attitudes, die in elke les dienen benadrukt te worden en in hun totaliteit moeten geoefend worden. De volgende attitudes (zie ook de leerinhouden) vormen de basis: • voortdurend observeren en analyseren; • permanent en vooral snel anticiperen; • samenspelend vrijlopen of steun geven; • een correcte techniek nastrevend; • aandacht schenken aan het speltempo en de timing van de actie(s); • een accurate en snelle overschakeling van de aanval naar de verdediging en omgekeerd. Spelbekwaamheid vereist vooral zelf – en groepsdiscipline.
3.
Verdere wenken Zonder accenten te willen plaatsen gelden de volgende wenken: • zorg voor een spelgerichte methodiek; • iedere oefen-, spel-, of wedstrijdvorm bevat zowel motorische, technisch – tactische als sociale elementen. Het leren werken met gestructureerde organisatievormen verdient alle aandacht Streef een progressieve klimming na van eenvoudig naar complex. Breng progressief “geleide spelvormen” aan. Een variatie van oefeningen wordt gestimuleerd, zonder de doelstellingen uit het oog te verliezen. Een individuele foutenanalyse met de juiste remediëring is permanent noodzakelijk. Kies de opdrachten regelmatig zo dat de creativiteit van de spelers aan bod kan komen. Schenk aandacht aan de meerderheids- of minderheidssituaties. Krachtontwikkeling, rekening houdende met de groeiontwikkeling, moet de nodige aandacht krijgen. Schenk aandacht aan het tactische spel van zet en tegenzet. Vergeet de verbale, visuele leermiddelen en leergesprekken niet.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
84
SUBVAK 7: VOETBAL Uitbreidingspakket
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
Decr. nr.
Motorische competenties
LEERINHOUDEN Inoefenen en vervolmaken leerstof van het basispakket 3e graad en van het uitbreidingspakket 2e graad.
1.
op een behoorlijke manier, actief en enthousiast deelnemen aan het voetbalspel in spelvorm K+3/3+K tot K+10/10+K.
LO 3-4-5-612-13
2.
kiezen uit een groter aantal (bijna) eigen gemaakte technieken, waarbij de Aanbod van technieken uitbreiden en tweevoetigheid nastreven. huidige situatie een vooruitgang weerspiegelt ten opzichte van de beginsituatie.
LO 1-3-4-56-7-11-1213
3.
geleidelijk de juiste wedstrijdacties tot stand brengen en/of ontwikkelen in Alle oefen-, spel- en wedstrijdvormen die de inhoud van een 1><1 situatie of spelvorm K+3/3+K tot K+10/10+K, volgens een aantal, min of meer 1>
<1 situatie, waar zowel de aanvaller als de verdediger (of doelman) er ‘alleen’ voor staan. • de individuele verdedigende technieken
4.
5.
stijlverbetering, verfijning en economie in de beweging brengen.
•
de tactische principes in functie van scoren verhinderen of onschadelijk maken van de rechtstreekse aanvaller in balbezit
6.
duelleren met meer kracht.
•
het doelschot volle wreef
7.
geleidelijk de juiste wedstrijdacties tot stand brengen en/of ontwikkelen in een 2><2, 2><1 en 1><2 situatie, doordat de twee aanvallers samen meer worden dan de som van hun individuele acties en/of de twee verdedigers de basisprincipes van mandekking in de zone en (zone)verdediging per 2 (beter) onder de knie krijgen.
8.
de acties uitvoeren met nauwkeurigheid én snelheid.
Alle oefen-, spel- en wedstrijdvormen die de inhoud van een groep van 2 spelers in balbezit en /of groep van 2 spelers niet in balbezit weerspiegelen, met aandacht voor:
zie hoger: inhoud van een 1><1 situatie
balbezit: veldbezetting, tactisch aspect van de pas, nuttige aanspeelbaarheid, vrijlopen, in steun komen, loshaken, ankeren, spelselectie, doelschotselectie, boventalsituatie, ondertalsituatie, standaardcombinaties per 2 (plaatswissel, dubbelpas, 1-2, …)
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
Decr. nr. LO 1-3-4-56-7-11-1213
9.
85
LEERINHOUDEN
bij balbezit, bij momenten, overschakelen naar minder balcontacten, tot • spelen in één tijd.
balverlies: veldbezetting, mandekking in de zone, principes van zoneverdediging zoals: achter de bal spelen, ruimtedekking in functie van doel, medespeler en tegenstrever (opendraaien); rugdekking geven; balgeoriënteerde ruimtedekking met klein houden van de onderlinge afstanden, verhinderen diepe pas en dwingen tot breedtepas; uitstappen en druk zetten op de balbezitter; de centrale as steeds bezetten, overnemen van de dekking, afsluiten van de werkende flank, schuiven met vrijlaten van de ‘niet-werkende flank’, onderlinge coaching.
bijkomende techniek: pas- en receptietechnieken lage bal
10.
een gezamenlijke actie optimaliseren via een goede communicatie en concentratie.
11.
geleidelijk de juiste wedstrijdacties tot stand brengen en/of ontwikkelen in een 3><3 en verwante boven- en ondertalsituatie, waarbij de spelers ‘positie’ spelen met twee niveaus.
Alle oefen-, spel- en wedstrijdvormen die de inhoud van een groep van 3 spelers in balbezit en/of groep van 3 spelers niet in balbezit weerspiegelen, met aandacht voor:
12.
meervoudige opdrachten uitvoeren (bijv. opdracht vanuit positie én bijkomende opdracht).
Zie hoger: inhoud van een 1><1 en 2><2 situatie
13.
wisselen van niveau met overname van de, bij dit nieuwe niveau behorende, taken.
14.
geleidelijk de juiste wedstrijdacties tot stand brengen en/of ontwikkelen in een 4><4 en verwante boven- en ondertalsituatie, waarbij de spelers ‘positie’ spelen met twee tot drie niveaus.
15.
de speelruimte blijvend structureren via uithouding in concentratie en communicatie.
16.
variatie in het spel brengen.
17.
18.
3 spelers op lijn met verwijzing naar 3 op lijn in verdediging, middenveld of aanval
3 spelers in ▼ (1 -2) of ▲ (2 -1) opstelling met één (twee) spits(en) en twee (één) middenvelder(s); één (twee) middenvelder(s) en twee (één) verdedigers
Alle spel- en wedstrijdvormen die de inhoud van een groep van 4 spelers in balbezit en/of groep van 4 spelers niet in balbezit weerspiegelen, met aandacht voor:
binnen de hen opgelegde organisatievorm (spel- en wedstrijdvormen, positiespelen, enz.) met gelijke, boven- of ondertalsituaties geleidelijk de juiste wedstrijdacties tot stand brengen en/of ontwikkelen die leiden tot de uitvoering van de hen opgelegde leeropdrachten en tot een betere ontwikkeling van de wedstrijdvorm K+X><X+K (als hogere doelstelling op dat ogenblik).
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in het voetbal.
zie hoger: inhoud van een 1><1, 2><2 en 3><3 situatie spelers op lijn met verwijzing naar 4 op lijn in verdediging of middenveld. spelers in 2-2, 1-3, 3-1, 1-2-1, 2-1-1, 2-2 opstelling, waarbij de link kan liggen binnen één niveau (vb. collectieve pressing van het middenveld in ruitvorm) tot drie niveaus (vb. aanspelen diepe spits vanuit de verdedigende linie) alle wedstrijdvormen van K+10>
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
Decr. nr.
Gezonde en veilige levensstijl LO 1-2-4
19.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan voetbal te vermijden.
LO 16-22*
20.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
LO 12-1619
21.
LO 1-16-20
22.
LO 16-1921*-22*
23.
LO 17-18
24.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik. het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid. de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden. de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
25.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
26.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-2324
27.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
LO 23-2425
28.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
29.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
30.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
86
LEERINHOUDEN Allerhande organisatievormen die toelaten één of meerdere van onderstaande leerinhouden (als vb.) progressief te oefenen naar één of meerdere niveaus (aanval, middenveld, verdediging) toe en met behulp van de daartoe best aangewezen technische uitvoering:
zie hoger: inhoud van een 1><1, 2><2, 3><3 en 4><4 situatie
zie ook tweede graad
man-, ruimte- en rugdekking, zoneverdediging
collectieve balrecuperatie in ondertal door remmend wijken, …
buitenspel zetten en ontwijken
uitverdedigen en opbouw via de flanken of centrale verdediger
uitverdedigen onder druk
bovental creëren via individuele actie of via inschuiven vrije man
aanvallende looppatronen bij laterale voorzet
standaardsituaties: hoekschop, vrijschop, inworp, …
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
87
VOETBAL
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1 Het is een realiteit dat de beginsituatie (het beginniveau) van de leerlingen in de richting Lichamelijke Opvoeding en Sport zeer ongelijk is, de cognitieve en motorische capaciteiten erg verschillen en de vooraf opgedane leerervaringen fel uiteenlopen. Deze opmerking geldt zowel voor alle leerlingen die het basispakket volgen als voor de leerlingen die kiezen voor het uitbreidingspakket. Meestal hebben de leerlingen die het uitbreidingspakket voetbal volgen reeds enige voetbalervaring. Het is ook een realiteit dat er in de derde graad leerlingen binnen komen die de tweede graad in de richting Lichamelijke Opvoeding en Sport niet hebben doorlopen. In sommige scholen bedraagt de instroom van ‘nieuwe’ leerlingen in de derde graad ongeveer 50%. Dit kan leiden tot een grote heterogeniteit wat betreft voetbalervaring in de ganse groep. Het kan dan ook nodig zijn de doelstellingen en leerinhouden van de tweede graad (uitgebreid) te hernemen. 2
BASISPRINCIPE Hét basisprincipe van het voetbalspel luidt: "We spelen zo collectief mogelijk en zo individueel als noodwendig".
3
Samenspelen staat centraal, zowel bij balbezit als bij balverlies; de groep functioneert als een collectief en niet als een verzameling van individuen.
De individuele acties geven het samenspel een meerwaarde.
Het samenspel en de individuele acties worden, in een spel- of wedstrijdsituatie, zoveel mogelijk tezelfdertijd geoefend (open situaties).
Naargelang de doelstelling wordt er gestreefd naar een functionele verhouding tussen samenspel (groepsopdracht) en individuele actie (individuele opdracht).
SPELBEKWAAMHEID Vanaf het begin dient er nadruk gelegd te worden op het ontwikkelen van een 'basisspelbekwaamheid'. Deze omvat (psycho-)motorische, cognitieftactische en sociale attitudes. Als een 'rode draad' in het lesgebeuren worden ze continu benadrukt en in hun onderlinge samenhang geschoold. Aan de basis liggen o.a. volgende attitudes (zie ook leerinhouden):
een 'voortdurend waarnemen' van de inhoud van de zich veranderende spelsituatie en een 'voortdurend en snel anticiperen' hierop.
nastreven van een samenspel gebaseerd op 'vrijlopen' en 'in steun komen'.
nastreven van 'correcte techniek'.
nastreven van een 'goed geselecteerde en getimede actie' aan een 'optimaal speltempo'.
nastreven van een 'snel overschakelen van balbezit naar balverlies en omgekeerd'.
Basisspelbekwaamheid veronderstelt dus (zelf)discipline.)
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Nr. 4
Specifieke pedagogisch-didactische wenken PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE PROGRESSIE In dit uitbreidingspakket wordt een pedagogisch – didactische progressie aangeboden vertrekkende van de spelsituatie 1tegen1 (1><1). Deze situatie biedt het minst mogelijkheden op technisch en tactisch vlak. Gelijktijdig met het uitbreiden van het aantal spelers in balbezit en/of balverlies nemen deze mogelijkheden zeer snel toe. Het is dan ook de bedoeling voldoende aandacht te besteden aan deze ‘basissituaties’. Deze basissituaties kunnen geoefend worden met of zonder doelman, met bijkomende opdrachten of beperkingen (individueel of groep spelers) naargelang de leerinhoud(en), waarbij zoveel mogelijk het aanvallend en verdedigend denken en handelen gekoppeld blijven. Als we ‘koppen’ vermelden als bijkomende techniek in de 4><4 situatie sluit dit niet uit dat ‘koppen’ ook kan geoefend worden in een 2><2 situatie (vb. handbal per 2 met koppen op doel) als tussentijdse doelstelling. Alle 1><1 tot 4><4 situaties en de daaraan gerelateerde boven- en ondertalsituaties kunnen geoefend worden ‘op zich’ of, als onderdeel van een groter geheel (tot 11><11), gebonden aan een bepaalde plaats op het terrein. Het liefst werkt men in korte cycli (vb. 8 lessen) waarin de verschillende progressies (11 tot X><X) bij elke cyclus hernomen worden met nadruk op geziene én nieuwe inhoudelijke deelaspecten én hogere uitvoeringsgraad, zodat ‘de macht van de herhaling’ hier zijn invloed kan uitoefenen. Wanneer de spelers ‘positie’ leren spelen in niveaus (vanaf 3><3) kunnen we hen, als tussenstap, verplichten in afgebakende zones te spelen zodat de plaats en de daaraan verbonden taken duidelijker zijn. Boven- en ondertalsituaties kunnen hier gecreëerd worden over gans het afgebakend terrein of in een deelzone.
5
VERDERE WENKEN:
de methodiek is spelgericht en bevat zowel (psycho-)motorische, cognitief-tactische als sociale elementen; zorg op elk leerniveau voor een progressieve klimming van eenvoudig naar complex (zie verder: cycli); varieer oefen- en spelvorm, aantal spelers en doelen, spelruimte, spelregels, opdrachten, arbeidsvorm... zodat de doelstelling bereikt wordt; individuele remediëring blijft noodzakelijk; kies de opdrachten zo dat de creativiteit van de spelers gestimuleerd wordt en dat de fysieke componenten ook aan bod komen; schakel progressief 'geleide' spelfasen, partijspelen en wedstrijden in; schenk aandacht aan het tactische spel van zet en tegenzet; vergeet ook niet de verbale, visuele,... leermiddelen en leergesprekken; het belang van krachttraining i.v.m. letselpreventie is bewezen; voorzie algemene krachttraining in de jaarplanning; bij het uitbreiden van het techniekaanbod moeten we opmerken dat voorrang dient gegeven te worden aan het bijschaven van de nauwkeurigheid van enkele technieken, liever dan het aantal onvoldoende beheerste technieken sterk uit te breiden.
88
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
89
SUBVAK 8: VOLLEYBAL Uitbreidingspakket
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Inoefenen en vervolmaken leerstof van het basispakket 3e graad en van het uitbreidingspakket 2e graad.
LO 1
1.
een gerichte receptie naar de spelverdeler spelen en de aanval opbouwen tot aanvallen vanuit verschillende posities.
De verondersteld gekende technieken herhalen en corrigeren:
LO 2
2.
golfaanval- en enkele aanvalscombinaties toepassen.
•
oefeningen op beweeglijkheid
LO 12
3.
krachtig en/of gericht bovenhands opslaan.
•
oefeningen op ruimte- en tijdsperceptie
LO 5-6-7
4.
relatie leggen tussen blok en veldverdediging op elke positie.
•
structuuroefeningen 1><1 (bv. molentje)
LO 13-15
5.
tactische opdrachten individueel en in groep uitvoeren.
•
structuuroefeningen 2><2 met penetratie
LO 4
6.
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in volleybal.
•
structuuroefeningen 3><3 met 1blok positie
Gezonde en veilige levensstijl
•
bovenhandse opslag: slagkracht opdrijven en mikken
7.
•
oefeningen op aanvalsdekking (blokbord)
•
lesopdrachten geven, laten uitwerken en samen bespreken
• •
spelregels en -systemen aanleren in functie van veilig volleybal (bijv. middenlijnverbod en duidelijke positie omschrijving van blok en verdediging) spelvormen 2><2, 3><3,… met individuele- en groepsopdrachten
•
6><6 spelsysteem 3-2-1 met spelverdeler van op positie I;
•
aanvalscombinaties aanleren
LO 1-2-4
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan volleybal te vermijden.
LO 16-22*
8.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
LO 12-1619
9.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
LO 1-16-20
10.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
LO 16-1921*-22*
11.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
12.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
90
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
13.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
14.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-2324
15.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
LO 23-2425
16.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
17.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
18.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
•
vervanging, time out en coaching aanvaarden
•
onderscheid maken tussen recreatie- en competitie volleybal
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
91
VOLLEYBAL
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Techniek- en bewegingsopdrachten verweven in minispelen 2><2, 3><3, …,
2.
Slechts 6><6 toepassen indien de grondvorm 2><2 enz. gekend is.
3.
Leerlingen moeten op alle rotatieplaatsen kunnen spelen. Echter de meest balvaardige leerling gebruiken als spelverdeler.
4.
Beginnen met spelverdeler op III, daarna op II en evolueren naar inlopende passeur.
5.
Niveautests inschakelen om zicht te hebben op de progressie.
6.
Veel oefenen met drills om snelheid en coördinatie te verbeteren.
7.
Moeilijkheidsgraad in evenwicht houden tussen opslag en receptie en tussen aanval en verdediging.
8.
Leerlingen stimuleren om wedstrijden te gaan bekijken en zelf aan te sluiten bij een club.
9.
Video als didactisch middel gebruiken bij analyse van individuele fouten en spelsituaties.
10.
Soms werken met middellijnverbod of voetvrije zone (20 cm) onder het net.
11.
De nethoogte aanpassen aan het publiek en aan de oefening.
12.
Libero-speler inschakelen.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
92
SUBVAK 12: BADMINTON Uitbreidingspakket Decr. nr.
LO 1-2-3-4-56-10-12-13
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Motorische competenties
Inoefenen en vervolmaken leerstof van het basispakket 3e graad en van het uitbreidingspakket 2e graad.
1.
1.
een verfijnde vorm van de basisslagen uitvoeren welke zich uit in een verhoogde precisie en een efficiënter tactisch gebruik van de slagen. deelbewegingen van de specifieke slagen accentueren.
de basisslagen toepassen tijdens sparren en wedstrijden aan een hoger tempo.
de foutenlast tijdens wedstrijden verminderen.
LO 1-2-3-4-56-10-12-13
LO 9-10
2.
3.
SLAGEN ENKELSPEL: verbreden en verdiepen van de eerder geleerde competenties. Leren specifieke aandachtspunten consequent toepassen bij een verfijnde uitvoering aan een hoger tempo. hoge opslag/ flick opslag/ korte opslag clear: aanvallend en verdedigend/ gesprongen uitvoering met aandacht voor slagverkorting dab (kill): gesprongen uitvoering drop: snelle drop (gekapte drop) voorhand en rughand lob rughandclear netdrop: spinner smash en gesprongen smash hoge verdediging en blockverdediging
het tempo van de slagwisselingen opdrijven door gebruik te maken van de verkorte slagen eigen aan dubbelspel.
2.
BASISSLAGEN DUBBELSPEL: verbreden en verdiepen van de eerder geleerde competenties specifiek voor dubbelspel. Leren de verkorte slagen consequent toepassen in typische dubbelsituaties aan een hoger tempo. korte service (duimgreep) service return: netshot/ push/ dab (universele- of duimgreep) smash: powersmash /geplaatste smash (hamergreep) hoge verdediging (FH en BH) vlakke verdediging (FH en BH) drives
de eigenheid van het dubbelspel sportspecifiek tot uiting doen komen.
de specifieke verdedigingswijze (stooping defence) van de dame gebruiken in oefensituaties en in aangepaste spelsituaties.
3.
BASISSLAGEN GEMENGD DUBBELSPEL basistechnieken verwerven specifiek voor dubbel gemengd spel. Leren de verkorte slagen toepassen in typische dubbelsituaties.
stooping defence voor de dame drives en opbouw spel midcourt (kat en muis)
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LO 10-12-13
LEERPLANDOELSTELLINGEN
4.
zich op een badmintonspecifieke manier snel en efficiënt verplaatsen over het terrein voorwaarts, rugwaarts en zijwaarts.
4.
FOOTWORK: verbreden en verdiepen van het footwork eigen aan enkelspel en de dubbelspelen. Verfijnen de specifieke looptechnieken om te kunnen spelen aan een hoger tempo met minder fouten.
uithouding oefenen op een badmintonspecifieke wijze.
dwarse stand t.o.v. het net voor de bovenhandse slagen bijtrekpassen uitvalspassen op racketvoet sprongen: wisselsprong onderscheppingssprong hinksprong lopen als ontspanning/ lopen als sprint
5.
BASISTACTIEK ENKELSPEL: verdieping
snelkracht en krachtuithouding oefenen op een badmintonspecifieke wijze. snelheid-uithouding oefenen op een badmintonspecifieke wijze.
LO 3-4-5-6-78-12-13-23
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
snelheid oefenen op een badmintonspecifieke wijze.
LO 3-4-5-6-78-12-13-23
93
5.
6.
het tactisch nut van de slagen tot uiting laten komen tijdens sparren en wedstrijden enkelspel.
leren gepast gebruik maken van de open ruimte
een wedstrijd enkelspel leiden en elementair begeleiden.
leren bewust naar de rughand zijde spelen
een eigen speltactiek uit stippelen (plan).
leren automatisch terugkeren naar de basis
de eigen speltactiek aanpassen aan wisselende tegenstanders.
leren gebruik maken van het eerste raakpunt
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in badminton.
leren sterk geconcentreerd te spelen
leren gepast diepte en breedte te gebruiken
leren wedstrijden (eigen en andere) te observeren en te beoordelen op basis van deze regels
het tactisch nut van de slagen tot uiting laten komen tijdens sparren en wedstrijden dubbelspel.
6.
BASISTAKTIEK DUBBEL: leren de typische dubbelspel- attitudes, in het bijzonder service- en service terugslag situaties.
een wedstrijd dubbelspel leiden en elementair begeleiden.
leren 2e en 3e shuttle vlak te spelen
een eigen speltactiek uit stippelen (plan).
leren aanvallen door het midden
de eigen speltactiek aanpassen aan wisselende tegenstanders.
leren variatie te brengen in de verdediging
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in badminton.
leren vlot over te schakelen tussen aanval en verdediging leren wisselend patroon aan te nemen in aanval. (voorspelerachterspeler)
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LO 3-4-5-6-78-12-13-23
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
7.
het tactisch nut van de slagen tot uiting laten komen tijdens sparren en wedstrijden dubbel gemengd.
7.
BASISTACTIEK DUBBEL GEMENGD: leren de typische gemengd dubbel attitudes in het bijzonder service en terugslagsituaties / en de driehoeksverdediging voor de dame.
•
leren 2e en 3e shuttle vlak te spelen
Dame:
Heer:
de basistactiek toepassen tijdens een wedstrijd. trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in badminton. Gezonde en veilige levensstijl LO 1-2-4
94
8.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan badminton te vermijden.
LO 16-22*
9.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
LO 12-16-19
10.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
LO 1-16-20
11.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
LO 16-1921*-22*
12.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
13.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
14.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
15.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-23-24
16.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
LO 23-24-25
17.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
18.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
leren diagonaal op shuttle staan in verdediging
stooping defence aanval op de dame 3 hoeken in verdediging
Zie hoger
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
95
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 19.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
BADMINTON
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Timing
1.
Zie leerplan 2e graad. Indien het pakket opgesplitst wordt, een apart pakket "dubbel" voorzien.
1e of 2e jaar
2.
Eén herhalingsles over een hoog net.
1e of 2e jaar
3.
Ter intensifiëring van de lessen dient er een ruime hoeveelheid shuttles per twee leerlingen aanwezig te zijn (6 per leerling). Het gebruik van de "multi shuttle" methode laat toe de fysieke belasting hoog te houden en /of de slagtechniek efficiënt te oefenen.
4.
Waar mogelijk de leerlingen binnen een beperkt pakket zelf de voorkeursdiscipline laten kiezen.
5.
Voortdurende aandacht voor de specificiteit van de disciplines: spelen met de correcte attitude.
6.
Gebruik maken van tornooivormen en competities groep en individueel.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
96
SUBVAK 10: TAFELTENNIS Uitbreidingspakket Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Inoefenen en vervolmaken leerstof van het basispakket 3e graad en van het uitbreidingspakket 2e graad.
LO 3-4-6-1012-13
1.
variaties leggen in topspin voorhand.
Topspin voorhand variaties • snelle lage topspin • topspin op rotatie
LO 3-4-6-1012-13
2.
smash voorhand (SVH) toepassen tijdens een balwisseling.
Smash voorhand • op aangegooide bal • op aangespeelde bal • in rally
LO 3-4-6-1012-13
3.
opslaan met volgende effecten:
Variatie opslagen • opslag zijeffect L – R met RH • opslag zijeffect R – L met VH • opslag zijeffect – backspin L – R met RH • opslag zijeffect – backspin R – L met VH
LO 3-4-6-1012-13
4.
lage verdediging voorhand toepassen tijdens een balwisseling.
Lage verdediging voorhand (LVVH) • LVVH toepassen op aangegooide bal • LVVH toepassen op aangespeelde bal • LVVH toepassen tijdens een balwisseling • de bal leren onderaan raken
LO 3-4-6-1012-13
5.
lage verdediging rughand toepassen tijdens een balwisseling.
Lage verdediging voorhand (LVVH) • LVRH toepassen op aangegooide bal • LVRH toepassen op aangespeelde bal • LVRH toepassen tijdens een balwisseling
LO 7-8
6.
aangeven waarom een bewegingsopdracht niet lukt.
Reflecteren over: • technische fouten zijn van hun partner • zwakke en sterke punten zijn van hun partner
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LO 10-12-13
LO 7-8-12-13
LEERPLANDOELSTELLINGEN
8.
LO 4-9-10-11- 9. 12-13-15*
combinaties maken van de geziene slagen.
zien welk effect er gegeven wordt door diegene die opslaagt en hierop het gepaste antwoord geven.
door een aaneenschakeling van slagen een punt scoren (TACTIEK). trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in tafeltennis.
LO 9-10-1112-13-15*
LO 9-10-1112-13-15*
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
7.
10.
11.
de tafeltennisreglementen toepassen in dubbelwedstrijden.
de voorgaande technieken toepassen in spelsituaties.
97
Volgende combinaties dienen aangeleerd te worden: •
CRH – TVH snelheid
•
TVH – CRH
•
opslagvariatie – TVH
•
DRH – TVH rotatie
•
combinaties van 3 tot 5 slagen
Ontvangst van volgende opslagen: •
opslag zijeffect L – R met RH
•
opslag zijeffect R – L met VH
•
opslag zijeffect – backspin L – R met RH
•
opslag zijeffect – backspin R – L met VH
Tactische situaties •
ontvangst – blok
•
openen op opslag met zijeffect – backspin
•
spelen op elleboog
•
spelen tegen verdediging
Reglementering •
opslag – ontvangst / wisselen van opslag
•
wanneer scoort men een punt
•
puntentelling
Wedstrijdformules •
dubbel
•
enkel 2 – 2 met dubbel
•
enkel 3 – 3 met dubbel
•
tornooi waarbij iedereen verder speelt tot de laatste plaats
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Gezonde en veilige levensstijl LO 1-2-4
12.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan tafeltennis te vermijden.
LO 16-22*
13.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
LO 12-16-19
14.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
LO 1-16-20
15.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
LO 16-1921*-22*
16.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
17.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
18.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
19.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-23-24
20.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
LO 23-24-25
21.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
22.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
23.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
98
Zie hoger
Zie hoger
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
99
TAFELTENNIS
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
De technische correcties dienen centraal te staan in de lessen tafeltennis.
2.
Een aantal technieken zijn op het eerste zicht met elkaar verwant. Een foutief antwoord op een bepaalde slag is meestal een punt voor de tegenstrever. Belangrijk is de leerlingen hierop te wijzen.
3.
Tactische situaties kan men ook laten spelen tot punt of zelfs in wedstrijdvorm. De aangehaalde combinatie dient echter wel aan bod te komen. Na deze combinatie kan dan gespeeld worden tot punt.
4.
Bij tactische oefeningen kan men ook om de 5 punten wisselen van opslag. Dit is organisatorisch misschien iets moeilijker te realiseren maar het leunt dichter aan bij een reële wedstrijdsituatie.
5.
Verfijnen van topspin voorhand kan het best gebeuren met 3 of 4 spelers. 1 speler geeft opslagen. Een tweede speler speelt topspin voorhand. Speler 3 blokt de bal en speler vier is ballenraper.
6.
Extra wenken voor het uitbreidingspakket:
7.
Opslag en ontvangst opslag worden aangeleerd met minstens 20 ballen per tafel.
8.
Tactische situaties kan je laten oplossen door de leerlingen. Dikwijls is er ook meer dan 1 oplossing.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
100
SUBVAK 11: TENNIS Uitbreidingspakket Methodologische invulling naar lestijdenpakket 3e fase: maxitennis met “harde bal”
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Motorische competenties
op aangeworpen bal terugspelen in Fh en Bh
•
minitennissen in Fh en Bh
spelen waar de tegenstrever niet staat.
•
aangeworpen ballen richten
een korte bal benutten.
•
ritme en timing van opkomen in Fh en Bh
•
Fh en Bh blokvolley
•
techniek van Fh en Bh lob
•
“tijd kopen” via hogere bal
een balwisseling opbouwen in de 5 deelvelden van minitennis.
LO 4-9-10-11- 2. 12-13-15* LO 4-5-6-7
3. 4.
Inoefenen en vervolmaken leerstof van het basispakket 3e graad en van het uitbreidingspakket 2e graad. •
LO 4-9-10-12- 1. 13-15*
LO 4-5-6-7
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
tijd kopen op moeilijke bal.
LO 12
5.
basisopslag spelen.
•
klimmingen van opslag minitennis
LO 12
6.
dwingen Bh te spelen.
•
terrein leren openen met Fh en Bh
LO 4-5-6-7
7.
een korte bal afdwingen door meer lengte.
•
versnellen en spincontrole
LO 4-5-6-15*
8.
verdedigen en tegenaanvallen.
•
techniek van Fh en Bh lob
•
passingshot Fh en Bh
•
“tijd kopen” via hogere bal
•
vanuit opslag – terugslag zo snel mogelijk in een voordeelsituatie geraken
LO 4
9.
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in tennis.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
101
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Gezonde en veilige levensstijl
LO 1-2-4
10.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan tennis te vermijden.
•
maxitennis met technisch – tactische variaties
•
“correct” inspelen (ritueel)
LO 16-22*
11.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
•
opslag vlak regelmaat
•
terugslag vanuit split en instap
•
balcontrole tot bal 4
•
spinopslag
•
coördinatie – snelheid – evenwicht – stretching
LO 12-16-19
12.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
LO 1-16-20
13.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
LO 16-1921*-22*
14.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
15.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
16.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
17.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-23-24
18.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden. •
LO 23-24-25
19.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
20.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
21.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
samen balwisselingen spelen
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
102
TENNIS
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Hanteren van principe van “geleidelijkheid”.
2.
Hanteren van principe van de “uitersten”.
3.
Uitgaan van principe “zet – tegenzet”.
4.
Zelfstandig werken via leervormen en oefenvormen.
5.
“Samen” opdrachten volbrengen in spelvormen.
6.
Zelfevaluatie (luk ik, doe ik…).
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
103
SUBVAK 12: RUGBY Uitbreidingspakket Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Inoefenen en vervolmaken leerstof van het uitbreidingspakket 2e graad.
LO 1
1.
in nieuwe bewegingssituaties verantwoordelijkheid opnemen door gezamenlijk afgesproken veiligheidsregels toe te passen.
LO 2
2.
aan de hand van zelfinschatting de aangepaste leerweg kiezen voor het aanpakken en oplossen van de bewegingsopdrachten.
• • • • • •
LO 4
3.
zelfstandig leertaken uitvoeren om een bewegingsopdracht tot een goed einde te brengen.
• •
LO 5
4.
bewegingssituaties in groep organiseren en aanpassen aan het aantal deelnemers.
LO 6
5.
zichzelf evalueren en eventueel zelfstandig het leerproces bijsturen.
Verbeteren en uitdiepen van de individuele technieken zonder bal
LO 7
6.
op basis van een beperkt aantal criteria aangeven waarom een opdracht wel of niet lukt.
LO 8
7.
bewegingservaringen uitwisselen en daaruit conclusies trekken voor hun eigen uitvoering.
• • • • • •
LO 9
8.
eerder geleerde vaardigheden uit verschillende bewegingsdomeinen toepassen in de context van het rugbyspel.
Verbetering en uitdiepen van de individuele techniek met de bal passtechniek en richtingsveranderingen zonder tegenstrever looptechniek in contact gaan bij de tegenstrever dropkick passen en vangen van de bal individuele techniek van schijnbewegingen verder uitdiepen (side step, hand-off …) zowel in aanval als verdediging individuele technieken per positie benadrukken passen en vangen op volle snelheid
veldposities met 10 uitvoeren van een correcte tackle vanuit verschillende richtingen looplijnen looplijnen per positie tackelen op wedstrijdniveau positiespel in scrum en line-out
Verbeteren van de groepstechniek van pakspelers • duidelijke verschil maken tussen driekwarten spel en pakspel • scrum met 5 • line-out met 5 • maul • ruck • speciale spel
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
104
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
LO 10
9.
motorische vaardigheden op inzichtelijke wijze gebruiken in spel of wedstrijdsituaties.
LO 11
10.
met gekende motorische vaardigheden creatieve combinaties uitvoeren samen met anderen.
LO 12
11.
gekende motorische vaardigheden uitvoeren met meer controle, met hogere moeilijkheidsgraad en met een grotere efficiëntie.
LO 13
12.
in een aangepaste vorm van het rugbyspel eenvoudige aanvallende en verdedigende strategieën toepassen.
LO 14*
13.
kritisch omgaan met het bewegingsaanbod in hun leefomgeving.
LO 15*
14.
een duurzame bewegingsvreugde ervaren op basis van deelname aan het rugbyspel.
Gezonde en veilige levensstijl
Verbeteren van de groepstechnieken van driekwartspelers • passen en vangen • specifieke loopbewegingen voor het driekwartenspel • speciale spel Verbeteren van de ploegtechnieken en tactiek • spelen in functie van de ploeg • passen en vangen in beweging • het beheersen van de vaste situaties • eenvoudige spel- en wedstrijdvormen in minderheid, gelijke aantallen of meerderheid • toepassen van de geleerde individuele- en groepsvaardigheden in wedstrijdsituaties
LO 1-2-4
15.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan rugby te vermijden.
Verbeteren en uitdiepen van groepsvaardigheden • individuele positietechnieken toepassen in groep • het vormen van een volledige scrum met 8 + variaties
LO 16-22*
16.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
• •
het vormen van line-out met 8 + variaties vormen van ruck of maul + variaties
LO 12-16-19
17.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
• •
in driekwarten spel omgaan met goed balbezit in driekwarten spel omgaan met slecht balbezit
LO 1-16-20
18.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
• •
verder verdiepen in specifieke driekwart bewegingen verdedigende en aanvallende kick
LO 16-1921*-22*
19.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
Verbeteren en uitdiepen van ploegvaardigheden
LO 17-18
20.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
•
• • • •
de snelle overgang van balverlies naar balbezit het samenspel ontwikkelen op basis van het aanspeelbaar zijn na een pass en het bepalen van de juiste timing samenspel tussen driekwart en pakspelers in verdediging en aanval; speciale spel tegenaanval systeem verdedigen
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
105
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Zelfconcept en sociaal functioneren
Zelfanalyse • kritische evaluatie van het passen en vangen van de bal, de tackle, ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke inworp en traptechniek aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in • een zelfontleding van de schijnbeweging als techniek of als tactisch groep. middel aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter Communicatie • onderling overleg plegen over goede of slechte uitvoering op individueel op zich nemen. of collectief vlak timing en looplijnen onderling bespreekbaar maken de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden. • • tactische oplossingen of fouten worden in groep bespreekbaar gemaakt • het gebruik van codes in het spel samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten. Transfer van bepaalde lichaamsbewegingen
LO 14*-15*25
21.
LO 7-23
22.
LO 2-8-23-24
23.
LO 23-24-25
24.
LO 8-23
25.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
26.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
•
de wendbaarheid van het lichaam toepassen bij de uitvoering van de schijnbeweging of contact • het soepel aanspeelbaar maken voor de pass onder druk Pretactisch inzicht • eenvoudig spel- en wedstrijdvormen in meerderheids- of minderheidssituaties • de individuele verdediging toepassen Samenspel • passen en vangen • speciale spel • samenspel tussen halfscrum, driekwarten en pakspelers Tactische oplossingen eenvoudige toepassingen van gekende technieken als tactische middelen in eenvoudige spel- en wedstrijdvormen Spelvreugde • het slagen in een specifieke bewegingsvorm moet leiden tot een duurzame spelvreugde Opwarming • kwetsuren worden voor een groot deel vermeden door een degelijke en verantwoorde opwarming. Een doorgedreven opwarming is in elke les een noodzakelijk onderdeel. Persoonlijkheidsontwikkeling • vooral bij het leiden van wedstrijden of spelvormen het onderling zoeken naar oplossingen voor tactische probleemsituaties
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
106
RUGBY
Nr. 1.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken Basisprincipe We spelen zo collectief mogelijk en zo individueel als noodzakelijk. Het samenspel staat centraal zowel in aanval als in verdediging. De groep reageert op de situatie als een collectief en niet als een samenbundeling van individualisten. Het samenspel en de individuele acties worden zoveel mogelijk in open situaties geoefend. Er wordt gestreefd naar een functionele verhouding tussen groepswerk en individuele opdrachten.
2.
Spelbekwaamheid De hoofdbetrachting is een ontwikkeling van de “beginnersbekwaamheid”. Deze omvat motorische, cognitieve – tactische en sociale attitudes, die in elke les dienen benadrukt te worden en in hun totaliteit moeten geoefend worden. De volgende attitudes (zie ook leerinhouden) vormen de basis: voortdurend observeren en analyseren; permanent en vooraf anticiperen; samenspelend terrein winnen of steun geven; een correcte techniek nastreven; aandacht schenken aan het speltempo en de timing van de acties; een accurate en snelle overschakeling van de aanval naar de verdediging en omgekeerd. Spelbekwaamheid vereist vooral zelf- en groepsdiscipline.
3.
Verdere Wenken Zonder accenten te willen leggen gelden de volgende wenken: zorg voor een spelgerichte methodiek; iedere oefen-, spel- of wedstrijdvorm bevat zowel motorische, technisch-tactische, cognitieve als sociale elementen. Het leren werken met een gestructureerde organisatievorm verdient alle aandacht. Streef een progressieve klimming na van eenvoudig naar complex. Breng progressief geleide spelvormen aan. Een variatie van oefeningen wordt gestimuleerd, zonder de doelstellingen uit het oog te verliezen. Een individuele foutenanalyse met de juiste remediëring is permanent noodzakelijk. Kies opdrachten regelmatig zo dat de creativiteit van de spelers aan bod kan komen. Schenk aandacht aan de meerderheids- of minderheidssituaties. Krachtontwikkeling, rekening houdend me de groeiontwikkeling, moet de nodige aandacht krijgen. Schenk aandacht aan het tactisch spel, zet en tegenzet. Vergeet de verbale, visuele leermiddelen en leergesprekken niet.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
107
SUBVAK 13: PAARDRIJDEN Uitbreidingspakket
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Motorische competenties LO 4
1.
Leerstof paardrijden 2e graad inoefenen of aanleren (afhankelijk van de beginsituatie van de individuele leerling)
verbanden leggen ook naar de theorie van de lichamelijke opvoeding. De leerlingen worden verdeeld in 2 basisgroepen:
LO 12
2.
tempo verhogen tijdens het rijden; aërobe en anaërobe uithouding verbeteren.
•
A: aangesloten bij een club of hoger rijniveau
•
B: niet aangesloten of te weinig wedstrijdervaring
LO 12
3.
een parcours naar behoren afwerken (eindproef).
LO 9-10
4.
verbanden leggen en transfers tussen de verschillende bewegingen en figuren.
Groep A: mits een trainingsschema van de club mag de leerling individueel zijn schema afwerken. Zo niet bij groep B.
LO7-8
5.
technische raad uitwisselen aan elkaar en elkaar stimuleren om de afgesproken criteria te behalen.
Groep B: weekplanning:
prestatieverbetering nastreven van het paard en de ruiter.
* technieken
LO 3-4-6-12 6.
* uithouding en lenigheid
* alternatieve technieken die basiseigenschappen verbeteren -
LO 4
7.
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in paardrijden.
LO5-11
8.
zelf een parcours en dressuurproef samenstellen aan de hand van hun eigen * inhaalles kunnen en dat van hun medeleerlingen.
Ruiter: houding en zit, dressuurzit en springzit in de 3 gangen
Gezonde en veilige levensstijl
Groep B: jaarplanning
LO 1
9.
veiligheidsvoorschriften, regels en afspraken naleven.
Ontwikkeling van de basis (K, L en U)
LO 21*-22*
10.
positief staan tegenover regelmatig oefenen.
sept – feb.: opdrijven van tempo; aëroob
11.
de gezonde invloed ervaren van regelmatige fysieke inspanning.
ma – apr.: trainingen voor dressuur en springen
LO 9-10-20
12.
het belang van de opwarming en de cool down aangeven.
LO 16
13.
de negatieve invloed van genotsmiddelen en slechte voeding duiden.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
108
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Technieken
alle technieken van jumping worden getraind met de specifieke kracht en snelheidstraining. 1. Basisoefeningen springen Cavaletti springzit individuele sprongen gymnastisch springen parcours springen landelijk niveau: beginnelingen tot licht nationaal niveau: A- en B-parcours 2. Terreinrijden opleiding voor het terreinrijden wandelingen en distance ritten Zelfconcept en sociaal functioneren
Alternatieve activiteiten
LO 3-4-6
14.
zelfstandig oefenen.
LO 2-5
15.
met iedereen zonder onderscheid samenwerken.
spelvormen parcours rijden dressuuroefeningen stijlrijden
LO 3-4-6-25 16.
hun eigen mogelijkheden juist inschatten.
Inhaalles techniek
LO 2-23
17.
de prestaties van anderen waarderen.
Wedstrijdtraining
LO12-20
18.
inzet en volharding tonen en hun fysieke grenzen verleggen.
maximumprestatie bepalen
LO 21*-22*
19.
voldoening beleven aan de fysieke inspanning.
fiche opstellen
LO6
20.
plannen en naar een prestatie toeleven.
LO 23
21.
kritiek aanvaarden.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
109
PAARDRIJDEN
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Een prestatieverbetering nastreven door regelmatige en systematische trainingsopbouw.
2.
De vorderingen (laten) noteren en bespreken.
3.
Gevarieerde oefen- en organisatievormen aanwenden.
4.
Aan de motorische basisvorming wordt verder gewerkt door de beweging te perfectioneren.
5.
In functie van de onderwezen disciplines van het paardrijden worden de bijkomende basiseigenschappen getraind.
6.
Oefenstof voor de verbetering van coördinatie, beweeglijkheid en ritme aanbieden, zodat de link naar andere sportdisciplines wordt gelegd.
7.
Leren plannen en naar een prestatie werken.
8.
De leerlingen moeten afgesproken minimacriteria realiseren.
9.
SPRINGEN:
10.
-
competitievormen van springen op een parcours oefenen.
-
gevarieerde oefenvormen gebruiken om de springkracht en de sprongbehendigheid ontwikkelen.
-
uitleggen wat de belangrijkste fasen zijn bij een sprong en elkaar kunnen observeren.
-
groepsopdrachten, groepscompetities zijn motiverend en stimuleren het sociaal contact.
DRESSUUR: -
de veiligheid staat centraal bij de opstelling van de leerlingen binnen en buiten de dressuurring. Duidelijke afspraken maken om dit te ondersteunen. in openlucht is respect voor de natuur en leefomgeving belangrijk. voor terreinrijden wordt er extra aandacht besteed aan veiligheid, plichtsgevoel, verantwoordelijkheidsbesef, hoffelijkheid en het maken van duidelijke afspraken. Bijv.: wandelingen.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
110
SUBVAK 14: WATERSPORTEN Uitbreidingspakket
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
LO 8
1.
de aangeleerde vaardigheden correct uitvoeren en toepassen in de verschillende watersportdisciplines.
LO 12-15*
2.
ervaren dat gekende motorische vaardigheden uitvoeren op een hoger beheersingsniveau leidt tot van bewegingsvreugde en succeservaring.
Leerstofpakket 2e graad aanleren (nieuwe lln.), inoefenen, uitbreiden en vervolmaken conform aan de beginsituatie van de leerlingen Keuzeaanbod, afhankelijk van de weersomstandigheden en het beschikbare materiaal: zeilen op zee en/of windsurfen en/of golfsurfen en/of powerkiten, speedsailing
LO 3-4-10
3.
bij bewegingsopdrachten zowel hun eigen kunnen als dat van anderen inschatten en hiermee rekening houden.
1.
Praktische kennis: elementaire kennis van de boot en zijn eigenschappen
Motorische competenties
Kajuitzeilen op zee:
LO 7-8
4.
een foutenanalyse maken (oorzaak + remediëring), zowel bij zichzelf als bij anderen.
LO 3-4-6
5.
zelfstandig oefenstof doornemen en hun eigen leerproces bijsturen.
-
basismanoeuvres, ook met meer dan windkracht 3
6.
hun verantwoordelijkheid opnemen en veiligheidsregels toepassen.
-
de belangrijkste handelingen voor het aan- en afvaren.
7.
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in de watersporten.
LO 1-2
Theoretische kennis: -
Gezonde en veilige levensstijl
basisinzichten over weerkunde evenals stroming en getijden basiskennis van de romp en tuigeigenschappen van een zeilboot belangrijkste wedstrijdregels
LO 1-16-20
8.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
LO 17-18
9.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties inzonderheid bij watersporten.
2.
LO 1-2-4
10.
de nodige zelfdiscipline opbrengen om risico’s eigen aan watersporten te vermijden en de strikte veiligheidsvoorschriften na te leven.
Materiaal: beginnerplank type RRD easyrider of leerplank BIC Melody of gelijkaardig type
LO 16-21*
11.
de waarde beseffen van watersporten als vrije tijdsrelevante buitensporten.
Praktische kennis: op- en aftuigen de basismanoeuvres overstag gaan en gijpen oploeven en afvallen een eenvoudig parcours varen met alle manoeuvres en koersen tot en met 4bft Theoretische kennis: benoemen van alle onderdelen van de boot koersen van de boot en zeilstanden kennen
Zelfconcept en sociaal functioneren
3.
Windsurfen: op binnenwater en op zee
Golfsurfen
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
111
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen LO 1-14*15*-25
12.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
13.
aan de hand van vooropgestelde criteria verschillende rollen opnemen.
-
het doorkruisen van de branding juiste interpretatie van de sets (golven)
LO 8-23
14.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
-
de golf afglijden in lighouding toepassen van veiligheidsvoorschriften
LO 23
15.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar tijdig en passend op reageren.
Materiaal: BIC mini malibu of gelijkaardige plank Praktische kennis: peddelen met de juiste lichaamshouding
Theoretische kennis: benoemen van alle onderdelen het kennen van de veiligheidsvoorschriften en toepassen van de voorrangsregels
4. Kiten of speedsailing Basishandelingen van een kite en dit in verschillende windsterkten variërend van 2-5 Beaufort. Praktische kennis: opsteken van een powerkite kite een richting en baan kunnen geven speedsailing: komen tot starthouding en kunnen oploeven en afvallen met de speedsail
5. Overbruggen koude winterperiode Conditietraining/ houdings- en rugscholing/ intervaltraining … ter ondersteuning van de watersportdisciplines
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
112
WATERSPORTEN
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Zorg op elk leerniveau voor een progressieve klimming in de oefenstof.
2.
Geef individuele verbetering en feedback in combinatie met groepsfeedback.
3.
Het belang van de veiligheid bij watersporten en meer bepaald op zee, kan nooit genoeg worden benadrukt!!!
4.
Zorg voor voldoende rotatie tussen de opeenvolgende lesweken bij die bewegingsactiviteiten waarbij samenwerking in groep vaan groot belang is.
5.
Ruime aandacht voor weervoorspellingen is onontbeerlijk om een goede en vooral veilige keuze te maken voor de lesorganisatie en de aangeboden bewegingsactiviteit.
6.
Voorzie steeds een theoretische vervangopdracht voor het geval de weersomstandigheden de voorziene lesplanning in de war sturen.
7.
Streef in de verschillende bewegingsactiviteiten een progressieve klimming na van eenvoudig naar complex.
8.
Maak gebruik van visuele leermiddelen (boeken, DVD, cd-rom, video).
9.
Zeilen berust op teamwork, derhalve is een goede samenwerking primordiaal. Tevens een prima leerinhoud om te werken aan vakoverschrijdende eindtermen, domein sociale vaardigheden.
10.
Streef er steeds naar in iedere discipline basishandelingen aan te leren en maak de oefenstof niet te breed.
11.
Op iedere ‘positie’ moeten alle leerlingen hun taak naar behoren kunnen vervullen (zeilen). Een vlot rotatiesysteem moet dit kunnen waarborgen.
12.
De leerkracht vervult een voorbeeldfunctie, zeker naar veiligheid toe!
13.
Differentieer.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
113
SUBVAK 15: GOLF Uitbreidingspakket
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen de
Motorische competenties
Verdiepen van de leerstof golf 2
LO 10-11-12
1.
de aangeleerde techniek correct uitvoeren en toepassen tijdens wedstrijdsituaties.
Afhankelijk van de beginsituatie van de individuele leerling wordt de oefenstof aangeleerd of progressief verder uitgebouwd.
LO 3- 12
2.
op elk moment, ook onder druk, een goede clubkeuze maken, rekening houdend met de omstandigheden van het moment, de gesteldheid van het terrein, inschatting van de kansen voor de volgende slag.
De leerlingen worden verdeeld in 2 basisgroepen: •
A: aangesloten bij een golfclub m.a.w. leerlingen met golfervaring en handicapniveau B: niet aangesloten m.a.w. leerlingen zonder golfervaring
graad.
LO 4
3.
zelfstandig leertaken uitvoeren om een bewegingsopdracht tot een goed einde te brengen uitgaande van het eigen kunnen.
•
LO 7
4.
op basis van een beperkt aantal criteria aangeven waarom een opdracht wel of niet lukt.
Groep A: mits een trainingsschema van de persoonlijke trainer mag de leerling individueel zijn schema afwerken. Zoniet bij groep B.
LO 6
5.
prestatieverbetering nastreven.
Groep B: weekplanning:
LO 5-8
6.
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in golf.
•
uithouding, lenigheid en coördinatie
Gezonde en veilige levensstijl
•
technieken
LO 1-2-4
7.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan golf te vermijden.
•
coursemanagement
LO 16-22*
8.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
•
reglementering: spelformules - golfregels
LO 12-16-19
9.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
Groep B: jaarplanning:
LO 1-16-20
10.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
Nov. – Febr.: Voorbereidingsperiode
LO 16-1921*-22*
11.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid erkennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
12.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in
•
ontwikkeling van de basis (K, L en U)
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
114
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen bewegingssituaties. Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
13.
LO 7-23
14.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
-
15.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
LO 23-24-25
16.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
17.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen. voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
Set-up (adrespositie) - oplijning van het clubblad - oplijning van het lichaam - posture(= lichaamshouding)
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-23-24
18.
Basistechnieken aanleren of vervolmaken
- de grip (geldig voor alle basisslagen behalve de putting) - balpositie -
Swing - de backswing - de downswing - de follow through
-
Pre-shot routine
-
Lang spel
-
Kort spel - Putting: korte – halflange – lange putts grip – oplijning clubblad – stance & posture – swing - Chipping grip – oplijning clubblad – stance & posture – swing - Pitching grip – oplijning clubblad – stance & posture – swing - Bunkerslagen: korte – geplugde – lange
-
Special shots hook – fade – draw – punch – downhill lie – uphill lie
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) GOLF
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
De technische correcties dienen centraal te staan in de lessen golf.
2.
De vorderingen (laten) noteren en bespreken.
3.
Gevarieerde oefen- en organisatievormen aanwenden.
4.
Aan de motorische basisvorming wordt verder gewerkt door de beweging te perfectioneren.
5.
Zelfstandig werken via leervormen en oefenvormen.
6.
Leren plannen en naar een prestatie werken.
7.
De leerlingen moeten afgesproken minimacriteria realiseren. Deze zijn op maat van de individuele leerling en na het inschatten van de beginsituatie.
8.
Maak gebruik van visuele leermiddelen (boeken, DVD, cd-rom, video).
9.
Differentieer.
115
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
116
SUBVAK 16: TRIATLON-DUATLON Uitbreidingspakket
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties LO 4
1.
verbanden leggen, ook naar de theorie van de lichamelijke opvoeding.
LO 12
2.
snelheid verhogen tijdens duuractiviteiten.
LO 12
3.
een triatlon naar behoren afwerken.
LO 9-10
4.
verbanden leggen en transfers tussen de verschillende bewegingsactiviteiten.
LO 7-8
5.
technische raad uitwisselen aan elkaar en elkaar stimuleren om de afgesproken minimacriteria te behalen.
LO 3-4-6-12 6.
prestatieverbetering nastreven.
LO 4
7.
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in triatlon.
LO 1
8.
in nieuwe bewegingssituaties verantwoordelijkheid opnemen door gezamenlijk afgesproken veiligheidsregels toe te passen.
LO 3
9.
aan de hand van zelfinschatting de aangepaste leerweg kiezen voor het aanpakken en oplossen van de bewegingsopdrachten.
LO 4
10.
zelfstandig leertaken uitvoeren om een bewegingsopdracht tot een goed einde te brengen uitgaande van het eigen kunnen.
LO 6
11.
zichzelf evalueren en eventueel zelfstandig het leerproces bijsturen.
LO 7
12.
op basis van een beperkt aantal criteria aangeven waarom een opdracht wel of niet lukt, zowel bij zichzelf als bij anderen.
Gezonde en veilige levensstijl LO 1-2-4
13.
de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan triatlon-duatlon te vermijden.
LO 16-22*
14.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de verschillende bewegingsopdrachten.
LO 12-16-
15.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid,
Inoefenen, vervolmaken en uitbreiden van de leerstof triatlonde duatlon 2 graad. Afhankelijk van de beginsituatie van de individuele leerling wordt de oefenstof aangeleerd of progressief verder uitgebouwd. Zwemmen: rugcrawl schoolslag dolfijn foutenanalyse crawl gevarieerde trainingsvormen voor uithouding, kracht, snelheid, lenigheid en coördinatie Fietsen: -
elementaire materieelkennis in relatie tot een aerodynamische fietshouding gevarieerde trainingsvormen voor uithouding, kracht, snelheid, lenigheid en coördinatie
Lopen: -
gevarieerde trainingsvormen voor uithouding, kracht, snelheid, lenigheid en coördinatie
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
19
veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
LO 1-16-20
16.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
LO 16-1921*-22*
17.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
18.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 3-4-6
19.
zelfstandig oefenen.
LO 14*-15*25
20.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
21.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-2324
22.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
LO 23-2425
23.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
24.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
LO 23
25.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
117
LEERINHOUDEN
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
118
TRIATLON-DUATLON Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Timing
1.
Een prestatieverbetering nastreven door regelmatige en systematische trainingsopbouw. Richttijden (hou hierbij rekening met de beginsituatie van de individuele leerling): 800 m zwemproef ste de o Jongens: 16’00” (1 jaar) – 15’45” (2 jaar) ste de o Meisjes: 16’45” (1 jaar) – 16’30” (2 jaar) 5 km loopproef ste de o Jongens: 21’30” (1 jaar) – 21’00” (2 jaar) ste de o Meisjes 22’30” (1 jaar) – 22’00” (2 jaar) 1/8 Triatlon eindproef ste de o Jongens: 1u15” (1 jaar) – 1u12’ (2 jaar) ste de o Meisjes: 1u22’ (1 jaar) – 1u18’ (2 jaar)
1 en 2
2.
De vorderingen (laten) noteren en bespreken.
1 en 2
3.
Gevarieerde oefen- en organisatievormen aanwenden.
1 en 2
4.
Aan de motorische basisvorming wordt verder gewerkt door de beweging te perfectioneren.
1 en 2
5.
Oefenstof voor de verbetering van coördinatie, beweeglijkheid en ritme aanbieden, zodat de link naar andere sportdisciplines wordt gelegd.
1 en 2
6.
Leren plannen en naar een prestatie werken.
7.
Sport beoefenen in open lucht impliceert respect voor natuur en leefomgeving.
8.
ZWEMMEN:
9.
10.
2
1 en 2 -
een uithoudingsproef 800m crawl een ontspannen en efficiënte zwemstijl nastreven in tenminste 3 van de 4 zwemslagen een uithoudingsproef 800m crawl in een egaal tempo kunnen afleggen (tempogevoel)
-
de veiligheid staat centraal tijdens fietstrainingen en op vlak van materieel- en kledijkeuze. duidelijke afspraken maken hier rond
-
er wordt extra aandacht besteed aan veiligheid, plichtsgevoel, verantwoordelijkheidsbesef, hoffelijkheid maak met de leerlingen duidelijke afspraken.
FIETSEN:
1 en 2
LOPEN:
1 en 2
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
119
SUBVAK 17: WIELRENNEN Uitbreidingspakket Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Inoefenen, vervolmaken en uitbreiden van de leerstof wielrennen 2e graad. Afhankelijk van de beginsituatie van de individuele leerling wordt de oefenstof aangeleerd of progressief verder uitgebouwd.
LO 4
1.
verbanden leggen, ook naar de theorie van de lichamelijke opvoeding.
LO 12
2.
snelheid verhogen tijdens duuractiviteiten.
LO 9-10
3.
verbanden leggen en transfers tussen de verschillende bewegingsactiviteiten.
LO 7-8
4.
technische raad uitwisselen aan elkaar en elkaar stimuleren om de afgesproken minimacriteria te behalen.
-
LO 3-4-6-12 5.
prestatieverbetering nastreven.
-
LO 4
6.
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in wielrennen.
-
LO 1
7.
in nieuwe bewegingssituaties verantwoordelijkheid opnemen door gezamenlijk afgesproken veiligheidsregels toe te passen.
-
LO 3
8.
aan de hand van zelfinschatting de aangepaste leerweg kiezen voor het aanpakken en oplossen van de bewegingsopdrachten.
LO 4
9.
zelfstandig leertaken uitvoeren om een bewegingsopdracht tot een goed einde te brengen uitgaande van het eigen kunnen.
LO 6
10.
zichzelf evalueren en eventueel zelfstandig het leerproces bijsturen.
LO 7
11.
op basis van een beperkt aantal criteria aangeven waarom een opdracht wel of niet lukt, zowel bij zichzelf als bij anderen.
Gezonde en veilige levensstijl LO 1-2-4
12.
de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan wielrennen te vermijden.
LO 16-22*
13.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de verschillende bewegingsopdrachten.
LO 12-1619
14.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
LO 1-16-20
15.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
Specifiek: basistechnieken zoals schakelen, sturen, remmen, versnellen, in peloton rijden … vervolmaken elementaire materieelkennis in relatie tot een aerodynamische fietshouding gevarieerde trainingsvormen voor uithouding, kracht, snelheid, lenigheid en coördinatie specifieke fietsvaardigheden: o tijdrijden o piste o MTB o veldrijden o …
In samenwerking met de theorie LO: opstellen van een trainingsplanning evaluatie van trainingen mentale training -
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen
LO 16-1921*-22*
16.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid erkennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
LO 17-18
17.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
Zelfconcept en sociaal functioneren LO 14*-15*25
18.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
LO 7-23
19.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
LO 2-8-2324
20.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
LO 23-2425
21.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
LO 8-23
22.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
LO 23
23.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
120
LEERINHOUDEN
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
121
WIELRENNEN
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
Timing
1.
Een prestatieverbetering nastreven door regelmatige en systematische trainingsopbouw. Richttijden (hou hierbij rekening met de beginsituatie van de individuele leerling).
1 en 2
2.
De vorderingen (laten) noteren en bespreken.
1 en 2
3.
Gevarieerde oefen- en organisatievormen aanwenden.
1 en 2
4.
Aan de motorische basisvorming wordt verder gewerkt door de beweging te perfectioneren.
1 en 2
5.
Oefenstof voor de verbetering van coördinatie, beweeglijkheid en ritme aanbieden, zodat de link naar andere sportdisciplines wordt gelegd.
1 en 2
6.
Leren plannen en naar een prestatie werken.
7.
Sport beoefenen in open lucht impliceert respect voor natuur en leefomgeving.
8.
FIETSEN:
2
1 en 2 -
de veiligheid staat centraal tijdens fietstrainingen en op vlak van materieel- en kledijkeuze. duidelijke afspraken maken hier rond
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
122
SUBVAK 18: FITNESS Uitbreidingspakket
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen Motorische competenties 1.
verbanden leggen, ook naar de theorie van de lichamelijke opvoeding.
2.
verbanden leggen en transfers tussen de verschillende motorische basiscompetenties.
3.
op een veilige en correcte manier het gebruik van fitnesstoestellen demonstreren en de oefeningen hierop uitvoeren.
4.
prestatieverbetering bij zichzelf nastreven.
5.
trainingsprincipes uit de trainingsleer toepassen in fitness.
6.
resultaten van uitgevoerde testen bespreken.
7.
trainingsplannen uitleggen en toepassen.
8.
een groepsles begeleiden.
9.
onveilige bewegingen herkennen en verbeteren bij gezonde personen.
10.
verantwoordelijkheid opnemen en veiligheidsregels toepassen.
11.
omgaan met basisprogramma’s van ICT.
12.
zichzelf evalueren en zelfstandig het eigen leerproces bijsturen.
LEERINHOUDEN
Aanleermethoden blockbuilding, ... en de lesdelen warming up, cardio, 1e en 2e cooldown inclusief stretching.
Individuele trainingsprogramma’s zoals: • krachtprogramma’s • cardio • buiksspieren • rugscholing • stretching • … Begeleidingen, basisprincipes, verwerking op muziek, “cueing” , methodische opbouw, aanwijzingen geven op een correcte verbale en non-verbale wijze, ... van groepsfitness zoals: • aerobic, stepaerobic • cycling • (power)yoga • pilates • body styling • aquafitness • … Omgaan met fitnessmateriaal zoals: • cardio-toestellen en krachttoestellen … • klein materiaal: rekkers, fitballen, bosu ….
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) LEERPLANDOELSTELLINGEN Decr. nr. De leerlingen kunnen
123
LEERINHOUDEN
Gezonde en veilige levensstijl 13.
het belang van fitness en gezondheid duiden.
14.
risico’s eigen aan fitness te vermijden.
15.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
16.
het evenwicht nastreven tussen bewegen en gezondheid.
17.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid erkennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
18.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
Zelfconcept en sociaal functioneren 19.
zichzelf en anderen motiveren tot een gezonde levenswijze en voeding.
20.
zowel zelfstandig oefenen als in team werken.
21.
strategieën toepassen om deelnemers te motiveren om deel te nemen en vol te houden.
22.
communicatief en sociaal vaardig zijn.
23.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden.
24.
discreet zijn.
25.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
Voorlichten en adviseren over fitheid en gezondheid in het algemeen zoals: • • • •
veilig en verantwoord bewegen onderscheid gezonde /ongezonde voeding kritisch omgaan met supplementen …
Communicatie en sociale vaardigheden: • • • • •
•
balie/ receptie onthaal klanten rondleiden van klanten brieven schrijven bar
…
ICT-toepassingen: • •
basiskennis van Excel, Word … powerpoint
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
124
FITNESS
Nr.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
1.
Belang hechten aan het eigen imago.
2.
Het belang inzien van en zich kunnen schikken naar de huisstijl van de fitnessclub.
3.
Probeer zoveel als mogelijk ook praktijklessen te organiseren in verschillende fitnesscentra, integratie van het werkplekleren.
4.
Ervaringsgericht leren bovenop de stages biedt unieke kansen om praktijk en theorie nauw te laten aansluiten met elkaar.
5.
Een nauwe samenwerking met het vak toegepaste economie voor de administratieve kant van het keuzevak fitness ligt voor de hand.
6.
De relatie tussen het subvak fitness en de theoretische subvakken van AV Sport is overduidelijk, een nauwe samenwerking met de lesgever(s) van deze theoretische vakken spreekt eveneens voor zich.
7.
Blijf up to date door het opvolgen van nieuwe ontwikkelingen en nieuwe trends.
8.
Bezoek samen met de leerlingen fitnessbeurzen en workshops.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
125
SUBVAK 19: WATERPOLO Uitbreidingspakket Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Motorische competenties
Inoefenen en vervolmaken leerstof van het uitbreidingspakket 2e graad.
1.
in nieuwe bewegingssituaties verantwoordelijkheid opnemen door gezamenlijk afgesproken veiligheidsregels toe te passen.
Verbetering en uitdiepen van de individuele techniek met de bal • passen en vangen in beweging ten opzichte van een verdediging in beweging
2.
aan de hand van zelfinschatting de aangepaste leerweg kiezen voor het aanpakken en oplossen van de bewegingsopdrachten.
•
doelworpen na inzwemmen (met actieve verdediger)
•
veranderen van richting met de bal
3.
zelfstandig leertaken uitvoeren om een bewegingsopdracht tot een goed einde te brengen uitgaande van het eigen kunnen.
4.
bewegingssituaties in groep organiseren en aanpassen aan het aantal deelnemers.
•
veranderen van richting zonder bal in aanval of verdediging
•
zich aanspeelbaar maken door de zwemwegen te bepalen
5.
zichzelf evalueren en eventueel zelfstandig het leerproces bijsturen.
•
schuin-achter verdedigen
6.
op basis van een beperkt aantal criteria aangeven waarom een opdracht wel of niet lukt.
•
voor midvoor leren verdedigen
•
het juist afstemmen van het instartmoment en de timing
bewegingservaringen uitwisselen en daaruit conclusies trekken voor hun eigen uitvoering.
•
individueel verdedigen met contact
•
defensief verdedigen van een doelworp (actief en passief blokken)
8.
eerder geleerde vaardigheden uit verschillende bewegingsdomeinen toepassen in de context van waterpolo.
•
individueel verdedigen in minderheidssituaties
9.
motorische eigenschappen op inzichtelijke wijze gebruiken in spel - of wedstrijdsituaties.
10.
met gekende motorische vaardigheden creatieve combinaties uitvoeren samen met anderen.
11.
gekende motorische vaardigheden uitvoeren met meer controle, met hogere moeilijkheidsgraad en met een grotere efficiëntie.
12.
in een aangepaste vorm van waterpolo eenvoudige aanvallende en verdedigende strategieën toepassen.
13.
een duurzame bewegingsvreugde ervaren op basis van deelname aan waterpolo.
7.
Verbeteren en uitdiepen van de individuele techniek zonder bal
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
126
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
Gezonde en veilige levensstijl 14.
tijdens oefeningen en spelvormen de nodige controle opbrengen om risico’s eigen aan waterpolo te vermijden.
Groepstechnieken en pré-tactieken
15.
zich progressief opwarmen om fysisch en mentaal klaar te zijn voor de spelen bewegingsopdrachten.
de snelle overgang van balverlies naar balbezit. Wat is de rol van de aanvaller en de verdediger in tegenaanval
16.
bij de eigen sportbeoefening belangrijke principes toepassen van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en middelengebruik.
samenspel ontwikkelen op basis van het aanspeelbaar zijn na de pas en het bepalen van de juiste timing
17.
het evenwicht nastreven tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid.
verwerven en uitspelen van een meerderheidssituatie in aanval snel organiseren en uitspelen na uitsluiting tegenpartij
18.
de invloed van bewegen op fysieke, mentale en sociale gezondheid er kennen en vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
verdedigen van het doel in een minderheidsituatie met de hulp onderling en met een doelman snel organiseren van de verdediging na uitsluiting
19.
de basisprincipes van eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
het organiseren van en het uitspelen van een vrijworp het spelen van standaard combinaties als tactisch middel in aanval (positiewissels en in relatie met de midvoor) leren omschakelen van verschillende aanvals- en verdedigingstechnieken en tactieken tijdens het spel (zone-press)
Zelfconcept en sociaal functioneren
Persoonlijkheidsontwikkeling
20.
ervaren dat motivatie, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij sportbeleving en sportief presteren zowel individueel als in groep.
leren omgaan met wissels en uitsluitingen
21.
aan de hand van vooropgestelde criteria de rol van coach en scheidsrechter op zich nemen.
spelen in functie van de spelregels
22.
de leiding en/of verantwoorde opmerkingen van medeleerlingen aanvaarden. • •
23.
samen met anderen, kennis en kunde aanwenden bij het organiseren van (school)sportactiviteiten en bij schoolfeesten.
24.
aanvaardbaar gedrag tonen op het vlak van fair play, reglementering, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen.
25.
voor zichzelf en anderen respect tonen en signalen herkennen van onverdraagzaamheid en daar passend en tijdig op reageren.
vooral bij het leiden van wedstrijden of spelvormen het onderling zoeken naar oplossingen voor tactische probleemsituaties
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
127
WATERPOLO
Nr. 1.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken Basisprincipe We spelen zo collectief mogelijk en zo individueel als noodzakelijk. Het samenspel staat centraal zowel in aanval als in verdediging. De groep reageert op de situatie als een collectief en niet als een samenbundeling van individualisten. De individuele acties geven het spel een meerwaarde. Het samenspel en de individuele acties worden zoveel mogelijk in open situaties geoefend (spel of wedstrijdsituaties). Er wordt gestreefd naar een functionele verhouding tussen de groepswerking (hier kan de keuze gemaakt worden tussen heterogene en homogene groepsverdeling) en de individuele opdrachten.
2.
Spelbekwaamheid De hoofdbetrachting is een ontwikkeling van de “beginners – spelbekwaamheid”. Deze omvat motorische, cognitieve – tactische én sociale attitudes, die in elke les dienen benadrukt te worden en in hun totaliteit moeten geoefend worden. De volgende attitudes (zie ook de leerinhouden) vormen de basis: • voortdurend observeren en analyseren; • permanent en vooral snel anticiperen; • samenspelend vrijlopen of steun geven; • een correcte techniek nastrevend; • aandacht schenken aan het speltempo en de timing van de actie(s); • een accurate en snelle overschakeling van de aanval naar de verdediging en omgekeerd. Spelbekwaamheid vereist vooral zelf – en groepsdiscipline.
3.
Verdere wenken Zonder accenten te willen plaatsen gelden de volgende wenken: • zorg voor een spelgerichte methodiek; • iedere oefen-, spel-, of wedstrijdvorm bevat zowel motorische, technisch – tactische als sociale elementen. Het leren werken met gestructureerde organisatievormen verdient alle aandacht Streef een progressieve klimming na van eenvoudig naar complex. Breng progressief “geleide spelvormen” aan. Een variatie van oefeningen wordt gestimuleerd, zonder de doelstellingen uit het oog te verliezen. Een individuele foutenanalyse met de juiste remediëring is permanent noodzakelijk. Kies de opdrachten regelmatig zo dat de creativiteit van de spelers aan bod kan komen. Schenk aandacht aan de meerderheids- of minderheidssituaties. Krachtontwikkeling, rekening houdende met de groeiontwikkeling, moet de nodige aandacht krijgen. Schenk aandacht aan het tactische spel van zet en tegenzet. Vergeet de verbale, visuele leermiddelen en leergesprekken niet.
Timing
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
128
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1. Organisatorische uitgangspunten: verdeling van de lesuren over de verschillende disciplines. De school die de studierichting TSO lichamelijke opvoeding en Sport aanbiedt, doet dit vanuit een duidelijk uitgesproken visie t.a.v. sportgericht onderwijs. Autonomie van de school en een grotere keuzevrijheid in de leerplannen betekenen een grotere verantwoordelijkheid. Een goede planning van het leerproces, zowel op het niveau van de leerkrachten als op dat van de school, is onontbeerlijk. Om iedere school maximaal de kans te bieden om een specifiek schooleigen sportprofiel uit te bouwen, wordt de school zoveel als mogelijk de vrijheid gelaten om zelf te bepalen hoeveel lestijden men denkt nodig te hebben om de verplichte leerplanonderdelen te realiseren. Nogal wat randvoorwaarden hebben immers een impact hierop zoals de beschikbare sportaccommodatie, de effectieve lestijd die kan worden gegeven aan deze of gene bewegingsactiviteit, de grootte van de groep, het niveau van de groep, de specialisatie(s) van de leerkracht, … . Om praktische redenen gebeurt de indeling van dit leerplan volgens de verschillende sport- en bewegingsdisciplines. Per subvak worden telkens leerplandoelstellingen, leerinhouden en pedagogischdidactische wenken geformuleerd.
Basisprincipes en tips voor het organiseren van het lestijdenpakket: •
dit leerplan is een graadsleerplan, namelijk voor het eerste en het tweede jaar van de graad;
•
hou rekening met 25 reële lesweken per schooljaar;
•
deel 1 en 2 omvat de leerplandoelen en leerinhouden van sport- en bewegingsdisciplines die verplicht moeten worden aangeboden, zij worden gegeven aan alle leerlingen van de klas;
•
deel 3 betreft de uitbreidingspakketten, deze worden aangeboden als keuzesport(en). “keuzesport” is een discipline die door een groep leerlingen wordt gekozen afhankelijk van het aanbod van de school. De aangeboden keuzesporten kunnen enerzijds een verdieping en/of een remediëring zijn van een reeds aangeboden sport- of bewegingsdiscipline of anderzijds een geheel nieuwe sport- of bewegingsactiviteit;
•
de vakgroep LO en sport maakt een globaal planningsdocument voor de organisatie van dit leerplan. Op basis van dit document bewaakt de vakgroep de realisatie van de vakgebonden eindtermen LO en van de diverse leerplanonderdelen in de verschillende aangeboden sport- en bewegingsactiviteiten;
•
in het laatste jaar van de derde graad worden 1 of 2 lestijden/week voorzien voor STAGE (zie het leerplan AV Stage Sport).
Andere sporten of bewegingsdisciplines waarmee de doelstellingen van dit leerplan kunnen worden gerealiseerd, zijn mogelijk. Op dat ogenblik moet dan een aanvulling van het leerplan worden uitgewerkt en ter goedkeuring voorgelegd aan de Gemeenschapsinspectie.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
129
2. Vakdidactische wenken Coïnstructie
Omwille van de grote verschillen in fysieke en motorische vaardigheden van jongens en meisjes zijn de risico’s op ongevallen bij het werken met gemengde groepen groter. In deze lessen moet er extra aandacht besteed worden aan de veiligheid. Indien er om organisatorische redenen niet voldoende kan gedifferentieerd worden is het lesgeven aan gemengde groepen niet verantwoord. Voor sommige leerstofonderdelen worden voor jongens en meisjes afzonderlijke leerinhouden voorzien. De streefdoelen en de criteria zijn aangepast aan jongens en meisjes.
Lessenrooster
Een evenwichtige spreiding van de lessen LO en sport over de gehele schoolweek en een verantwoorde inpassing in het lessenrooster zijn aan te bevelen. Recuperatie na fysieke inspanningen moet voorzien worden. Om veiligheidsredenen (risicobeheersing, blessures, …) kunnen 3 lestijden sport na elkaar niet.
Medische attesten
Uiteraard zouden hier geen “welwillendheidsattesten” mogen voorkomen en langdurige attesten zijn hier eerder uitzondering dan regel. Sinds een paar jaar bestaat er een alternatief doktersattest voor de les L.O. Alhoewel het veralgemeend gebruik van dit attest niet verplichtend is, zijn er toch al heel wat huisartsen die dit toepassen. Maak je leerlingen hierop attent. Stimuleer hen om bij de behandelende arts hiernaar te vragen. Een samenwerking met het CLB is belangrijk. “Selectieve vrijstellingen” zijn hier een must (lees in dit verband de omzendbrief SO 65 van 25/6/99 pag. 4). Individueel moet de ernst van de kwetsuur nagekeken worden en kan er een individueel oefenprogramma worden opgesteld (bijv. in samenspraak met een kinesist). Bij een medisch attest voor korte duur probeert men de leerling zoveel mogelijk te betrekken bij de les door het geven van logistieke taken zoals materiaalverantwoordelijke, (helpen) en bijstaan, observatieopdrachten, scheidsrechteropdrachten. Indien een fysieke activiteit niet mogelijk is krijgen de leerlingen een zinvolle theoretische opdracht. Deze theoretische verwerking kan gericht zijn op trainingstechnieken, gezondheid, actuele problematiek in verband met sport e.d. De neerslag van deze theoretische benadering van de sportlessen moet ook terug te vinden zijn in de schoolagenda (vervangingstaken bij de vrijstelling van de les LO). Belangrijk! Vervangtaken moeten steeds zo goed als mogelijk aansluiten bij de nagestreefde lesdoelen, de leerplandoelstellingen en de vakgebonden eindtermen lichamelijke opvoeding. Immers, lichamelijke opvoeding is een vak van de basisvorming! Hiervoor werden minimale eindtermen uitgeschreven waaraan alle leerlingen moeten voldoen, ook leerlingen die niet actief kunnen deelnemen aan de lessen. Alle leerlingen uit eenzelfde klas moeten ook op een eenduidige wijze worden geëvalueerd. Indien de medische attesten echter voor een volledig schooljaar zouden gelden stellen zich problemen om een A-attest of een diploma in de studierichting uit te reiken. Het is aan te bevelen dat de school hiervoor specifieke richtlijnen opstelt en duidelijke afspraken maakt met alle betrokken partijen. Een heroriëntering van de leerling kan immers nodig zijn.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
130
Geïntegreerde Werkperiodes (GWP) Aan een GWP zijn bijzondere didactische en sociale waarden verbonden. Het is een interessante werkvorm om zelfstandigheid, zelfredzaamheid, de interne communicatie en de samenwerking te verbeteren. Fysieke uitdagingen, enge fysieke confrontaties, exploratie van natuurlijke milieus stimuleren groepsdynamische processen: vertrouwen, positieve druk van de groep, samen een oplossing zoeken, samen tot actie overgaan, dank zij de groep iets lukken, grenzen verleggen. Het versterkt de groepscohesie in grote mate. In het kader van de opleiding is de organisatie van een GWP ten zeerste aan te bevelen.
Belang van netwerking De school heeft een maatschappelijke rol te vervullen. De sportspecifieke visie van een school met een studiegebied sport zal proberen om optimaal gebruik te maken van de geboden kansen binnen het kader van de brede school en meer specifiek als “brede sportieve school”. Hierbij is de relatie school – sportclub – gemeente van fundamenteel belang.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
131
Geïntegreerde proef De geïntegreerde proef is vakoverschrijdend en evalueert kennis, vaardigheden en attitudes gericht op het specifiek karakter van de studierichting. De geïntegreerde proef moet mogelijkheden bieden tot een brede persoonlijkheidsontplooiing, een deelname aan het maatschappelijk gebeuren demonstreren en een bewijs leveren dat men voorbereid is op het functioneren in het beroep of in het hoger onderwijs.
Concept Tijdens de opbouw en de afwerking van de geïntegreerde proef zal voortdurend aandacht besteed worden aan het begrip KWALITEITSZORG. Bij de beoordeling zijn zowel het product als het proces belangrijk Het is de betrachting dat de geïntegreerde proef leidt tot: •
de bevordering van samenwerking in teamverband;
•
de bevordering van de motivatie van de leerlingen door te werken aan concrete realisaties;
•
het leren raadplegen van diverse informatiekanalen;
•
het combineren van zelfstandig werk en groepswerk;
•
het leren mondeling en schriftelijk rapporteren;
•
het in contact komen met mogelijke tewerkstellingssectoren.
De leerlingen krijgen de kans om te bewijzen dat ze •
de verworven kennis van de basisvakken kunnen gebruiken bij de realisatie van de geïntegreerde proef;
•
een jaarplanning kunnen maken en een haalbare tijdsplanning kunnen hanteren;
•
een overzichtelijk dossier kunnen opstellen en dit op een vlotte manier kunnen toelichten;
•
zelfstandig en in groep kunnen werken;
•
nauwkeurig, stipt en ordelijk kunnen werken;
•
voldoende doorzettingsvermogen hebben om een opdracht correct en creatief af te werken;
De school kan volgens haar eigen creativiteit zinvolle interpretaties geven aan de geïntegreerde proef Bijv.: •
sportief/recreatief begeleiden van specifieke doelgroepen;
•
begeleiden van bosklassen, zeeklassen, GWP, jeugdbeweging;
•
organisatie van spelnamiddagen, sportdagen, opendeurdagen …
•
uitvoerende taken in sportdiensten, fitnesscentra, zwembaden.
Organisatie van de geïntegreerde proef Men tracht zoveel mogelijk vakken te betrekken bij de geïntegreerde proef maar de klemtoon ligt op het specialiteitoverstijgend karakter. Planning van de activiteiten: 5 fasen •
Formuleren van de opdracht, concrete afbakening (bij aanvang van het schooljaar);
•
Verkenningsfase en planningsfase: verzamelen, selecteren van informatie, planning (1e trimester);
•
Uitvoeringsfase: start van de praktische realisatie, afspraken in verband met bijsturingen en tussentijdse evaluatie (in de loop van 2e trimester);
•
Eindfase: afwerken van de praktische realisatie en voorbereiden van het dossier en de presentatie. Ook hier is een permanente begeleiding aan te bevelen (3e trimester);
•
Voorstelling van het eindresultaat en evaluatie van de proef.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
132
Het logboek Het logboek is een soort draaiboek waarin stap na stap de evolutie van de geïntegreerde proef terug te vinden is. Hierin kunnen bedenkingen, notities, ondervonden moeilijkheden, contacten met derden, plaats en data van activiteiten, telefoonnummers, aantal gepresteerde uren, bijsturingen, tussentijdse evaluaties en eventueel een zelfevaluatie in opgenomen worden. Een goed bijgehouden logboek is een nuttig instrument voor externe juryleden om het “proces” te kunnen beoordelen. Het uitvoeringsdossier bevat: •
de samenstelling van de jury;
•
de concrete formulering van de opdracht, eventueel de deelopdrachten bij groepswerk;
•
de analyse van de opdracht, de wijze van evalueren;
•
de planning en de tijdsbesteding;
•
de verzamelde info, de genomen initiatieven (bijv. brieven, verslagen, gesprekken ...), uitgewerkte scenario’ s;
•
de tussentijdse evaluaties, de eindevaluatie;
•
het afgewerkt product.
De beoordeling De beoordeling slaat zowel op het product (50%) als het proces (50%) van de proef. Procesevaluatie Hierbij wordt rekening gehouden met •
de vindingrijkheid bij het oplossen van problemen, het snel kunnen handelen bij problemen;
•
de manier waarop info verzameld, geselecteerd, verwerkt en toegepast werd;
•
het inzichtelijk denken, het nemen van beslissingen;
•
de houding bij het werken in groep;
•
attitudes zoals stiptheid, ordelijk werken, zelfstandigheid, inzet.
Het logboek kan een hulpmiddel zijn bij de beoordeling van het proces
Het product •
de praktische realisatie van de opdracht;
•
het dossier;
•
de mondelinge presentatie en de taalvaardigheid.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
133
4. De leerkracht lichamelijke opvoeding 4.1 Administratieve richtlijnen en documenten Agenda en lesvoorbereiding van de leerkracht
Een behoorlijk ingevuld agenda bevat de nodige informatie zoals lesuur, klas, lesonderwerp en lesdoelstelling. De lesvoorbereiding is een werkdocument en geen administratieve plichtpleging. Doelgericht handelen vereist dat men niet improviseert. Het is noodzakelijk om over de les nagedacht te hebben. Een geschreven document is zeker aangewezen. Vooral het noteren van de organisatie en het didactisch handelen is belangrijk. Jaarvorderingsplan - Deelschoolwerkplan LO
Een goed plan is simpel en zinvol. Het is tijd- en energiebesparend. Het moet een gepaste vrijheid toelaten. Het jaarvorderingsplan is een werkdocument van de leerkracht met als doel het leerplan concreet te verwerken met de concrete klassengroep. Het is een basiselement in de planning per klas en is de concrete uitwerking van de schoolafspraken i.v.m. de verticale leerlijnen voor LO en sport. Uiteraard is het in overeenstemming met het leerplan. Alle doelstellingen moeten gerealiseerd worden. Doelstellingen voor het ontwikkelen van motorische competenties, een gezonde en veilige levensstijl, het zelfconcept en het sociaal functioneren moeten op een evenwichtige manier aan bod komen. Ook attitude gebonden doelstellingen kunnen op een planmatige manier nagestreefd worden. Men kan bijvoorbeeld onderwerpen groeperen zodat een gedraging planmatig nagestreefd wordt. Bijv.:gedurende een bepaalde periode is de keuze van de discipline en de oefenstof gericht op het elkaar helpen en zich dienstvaardig opstellen. Jaarvorderingsplan : • • • • • • • •
realistisch en haalbaar: rekening houden met de schoolkalender; gebaseerd op de verticale leerlijnen voor LO en Sport van de school; gestructureerd per maand en per discipline; leerinhouden concreet vermelden; na te streven attitudes per afgebakend geheel aangeven; de vorderingen (behandelde leerstof) op hetzelfde formulier aanbrengen; planning van de productevaluatie (zie evaluatievormen); vermeld het leerplannummer.
Iedere leerkracht heeft de vrijheid het jaarplan persoonlijk te concretiseren rekening houdend met voorgaande principes. Afspraken met de collega's zijn noodzakelijk.
Het deelschoolwerkplan lichamelijke opvoeding is een neerslag van de totale visie die de leerkrachten LO hebben op hun vak en hoe ze die in hun school denken te verwezenlijken. Het is de vakgroep die het deelschoolwerkplan maakt aangepast aan de mogelijkheden van de school en rekening houdend met de pedagogisch-didactische wenken van het leerplan. Hierin zijn ook de verticale leerlijnen voor LO en Sport evenals de VOET-gerelateerde leerlijnen LO opgenomen.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
134
Veiligheidscontrolelijsten
Sportmateriaal moet regelmatig onderhouden en gecontroleerd worden. Het gebruik van veiligheidscontrolelijsten voor de vaststelling van de tekorten aan de materiële uitrusting zijn aan te bevelen. (zie bibliografie: Inspiratiehandboek VLOR)
Evaluatieschrift
Het evaluatieschrift is een essentieel document. Het moet volgende elementen bevatten: - resultaten van de deelproeven per discipline; - observaties i.v.m. de permanente evaluatie; - aantekeningen i.v.m. attitudes; - eventuele remediëring; rapportcijfer en de commentaar op het rapport; aanwezigheidslijst van de leerlingen; aanwezigheidslijst van de oudercontacten. Wij verwijzen naar de rubriek Evaluatie
4.2 Taak van de leerkracht lichamelijke opvoeding
Vakgroepwerking In de vakgroep overleggen de leerkrachten met elkaar, maken plannen en afspraken, stellen de verticale leerlijnen voor LO en Sport op. Vakgroepwerking is onmisbaar voor een effectieve, efficiënte en motiverende werking. De constructie van het leerplan met keuzemogelijkheden en de schooleigen invulling vragen overleg en planning. Planning veronderstelt gerichtheid op resultaat. De vakgroep bespreekt de leerinhouden, hoeveel tijd er aan de verschillende disciplines besteed wordt gespreid over de twee leerjaren, aan jongens en meisjes, en in welke volgorde. Horizontale en verticale samenhang vraagt coördinatie. Individuele jaarplannen kunnen tot schoolgebonden jaarplannen uitgroeien. Evaluatie, remediëring en rapportering kunnen best volgens een gezamenlijk stramien gebeuren. Leerlingenbegeleiding, attitudevorming, vakoverschrijdende doelstellingen...zijn aandachtspunten die door de leerkracht L.O. kunnen nagestreefd worden en die het best in overleg met de collega’s kunnen worden uitgewerkt. Het vastleggen van de afspraken in een deelschoolwerkplan L.O. is een efficiënte werkwijze. Als geen ander is de vakgroep het forum bij uitstek om het beschikbare urenpakket L.O. te verdelen rekening houdend met de specialiteit(en) en vereiste bekwaamheidsdiploma’s van de individuele leden van de groep, de accommodatie, eventuele lesopdrachten in andere scholen, de verticale of horizontale samenzettingen, enz…. Constructieve voorstellen zullen een dankbare hulp blijken voor de directie en de maker(s) van het lesrooster. Op die manier is ons werk in de vakgroep een middel om het onderwijs voor onze leerlingen beter te maken, onze school een betere uitstraling te geven en daar worden we uiteindelijk als leraar ook allemaal beter van. Een vakvergadering moet degelijk voorbereid worden en vertrekken van een agenda. De functie van de vakverantwoordelijke moet goed worden afgebakend zodat hij zowel door de groep als door de directie erkend en gemandateerd wordt.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
135
Nascholing Het beroep van leraar is de laatste jaren veel complexer en veeleisender geworden. Vakkennis is lang geen statisch gegeven meer, didactiek al evenmin. In de eindtermen worden nieuwe disciplines opgenomen. Bovendien wordt van de leraar verwacht dat hij of zij actief deelneemt aan het schoolgebeuren, jongeren opvangt en begeleidt, communiceert met ouders, inspeelt op wat leeft in de samenleving. Elke leerkracht heeft de verantwoordelijkheid om de nieuwe didactische ontwikkelingen te volgen en zich bij te scholen, ook buiten de lestijden.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
136
5. Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) Wat en waarom? Vakoverschrijdende eindtermen1 (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakoverschrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen! Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving. Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels per graad geformuleerd wordt. Globaal: •
een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eindtermen, los van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten van de school. Ze kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle andere vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast;
•
zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten:
− − − − − − − Per graad: • • •
lichamelijke gezondheid en veiligheid, mentale gezondheid, sociorelationele ontwikkeling, omgeving en duurzame ontwikkeling, politiek-juridische samenleving, socio-economische samenleving, socioculturele samenleving.
leren leren, ICT in de eerste graad, technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO.
Een zaak van het hele team De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlingen. Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrijdende eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project vorm te geven. Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET. De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten aan bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg hebben. Bij het maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspanning doet ten opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden aan bod komt. Doordat de VOET niet louter graadgebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijkheid om een leerlijn over de graden heen uit te werken.
1
In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD). Aangezien zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET, waarbij we zowel naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen verwijzen.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
137
6. Het open leercentrum en de ICT-integratie Het gebruik van het open leercentrum (OLC) en de ICT-integratie past in de totale visie van de school op leren en op het werken aan de leervaardigheden van de leerlingen. De inzet en het gebruik van ICT en van het OLC zijn geen doel op zich maar een middel om het onderwijsleerproces te ondersteunen. Door de snelle evolutie van de informatietechnologie volgen nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij elkaar in hoog tempo op. Kennis en inzichten worden voortdurend verruimd. Er komt een enorme hoeveelheid informatie op ons af. De school zal de leerlingen moeten leren hier zinvol en veilig mee om te gaan. Zelfstandig kunnen werken, in staat zijn eigen initiatieven te ontplooien en over het vermogen beschikken om nieuwe ideeën en oplossingen in samenwerking met anderen te ontwikkelen, zijn essentieel. Voor het onderwijs betekent dit een ingrijpende verschuiving: minder aandacht voor de passieve kennisoverdracht en meer aandacht voor de actieve kennisconstructie binnen de unieke ontwikkeling van elke leerling. Die benadering nodigt leraren en leerlingen uit om voortdurend met elkaar in dialoog te treden, omdat je de ander nodig hebt om te kunnen leren. Het traditionele beeld van onderwijs zal steeds meer verdwijnen en veranderen in een dynamische leeromgeving waar leerlingen in eigen tempo en in wisselende groepen onderwijs zullen volgen. Dergelijke leerprocessen worden bevorderd door gebruik te maken van het OLC en van ICT-integratie als onderdeel van deze rijke gedifferentieerde leeromgeving. Het open leercentrum als krachtige leeromgeving Een open leercentrum (OLC) is een ruimte waar leerlingen, individueel of in groep, zelfstandig, op hun eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen leren, werken en oefenen. Om een krachtige leeromgeving te zijn, is een open leercentrum •
uitgerust met voldoende didactische hulpmiddelen,
•
ter beschikking van leerlingen op lesmomenten en daarbuiten,
•
uitgerust in functie van leeractiviteiten met pedagogische ondersteuning.
In ideale omstandigheden zou de ganse school een open leercentrum kunnen zijn. In werkelijkheid kan in een school echter niet op elke plaats en op elk moment een dergelijke leeromgeving gewaarborgd worden. Daarom kiezen scholen ervoor om een aparte ruimte als OLC in te richten om zo de leemtes in te vullen. Voor de meeste leeractiviteiten volstaat een klaslokaal of informaticalokaal. Wanneer is het echter nuttig om over een OLC te beschikken? •
Bij een gedifferentieerde aanpak waarbij verschillende leerlingen bezig zijn met verschillende leeractiviteiten, kan het klaslokaal op vlak van zowel ruimte als middelen niet meer als enige leeromgeving voldoen. Dit is zeker het geval bij begeleid zelfstandig leren, vakoverschrijdend leren, projectmatig werken ... Vermits leerlingen bij deze leeractiviteiten een zekere vrijheid krijgen in het plannen, organiseren en realiseren van het leren, is de beschikbaarheid van extra ruimte en middelen soms noodzakelijk.
•
Het leren van leerlingen beperkt zich niet tot de eigenlijke lestijden. Voor sommige opdrachten moeten zij beschikken over aangepaste leermiddelen buiten de eigenlijke lestijden. Niet iedereen heeft daar thuis de mogelijkheden voor. In functie van gelijke onderwijskansen, lijkt het zinvol dat een school ook momenten buiten de lessen voorziet waarop leerlingen van een OLC gebruik kunnen maken.
Om hieraan te voldoen, beschikt een OLC minimaal over volgende materiële mogelijkheden: •
ruim lokaal met een uitnodigende inrichting die een flexibele opstelling toelaat (bijv. eilandjes om in groep te werken);
•
ICT: computers met internetverbinding, printmogelijkheid, oortjes, microfoons …
•
digitaal leerplatform waar alle leerlingen toegang toe hebben;
•
materiaal waarvan de vakgroepen beslissen dat het moet aanwezig zijn om de leerlingen zelfstandig te laten werken/leren (software, papieren dragers …) en dat bewaard wordt in een openkastsysteem;
•
kranten en tijdschriften (digitaal of op papier).
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
138
In het ideale geval is er nog een bijkomende ruimte beschikbaar (liefst ook met ICT-mogelijkheden) die zowel kan gebruikt worden als ‘stille’ ruimte of juist omgekeerd om bijvoorbeeld leerlingen presentaties te laten oefenen (de grote ruimte is in dat geval de stille ruimte) of voor groepswerk (discussiemogelijkheid). Op organisatorisch vlak is het van belang dat met het volgende rekening wordt gehouden: •
het OLC wordt bij voorkeur gebruikt voor werkvormen en activiteiten die niet in het vaklokaal kunnen gerealiseerd worden;
•
het is belangrijk dat bij een leeractiviteit begeleiding voorzien wordt. Deze begeleiding kan zowel gebeuren door de actieve aanwezigheid van een leraar als ook ‘van op afstand’ door middel van gerichte opdrachten, stappenplannen, studietips …;
•
het OLC is toegankelijk buiten de lesuren (bijv. tijdens de middagpauze, een bepaalde periode voor en/of na de lesuren).
Voor het welslagen is het aan te bevelen dat een OLC-beheerder aangesteld wordt. Deze beheerder zorgt o.a. voor inchecken, bewaren van orde, beheer van het materiaal en praktische organisatie en wordt bijgestaan door een ICT-coördinator voor de technische aspecten. Door het specifieke karakter van het OLC is deze ruimte bij uitstek geschikt voor de realisatie van de ICTintegratie binnen de vakken maar deze integratie mag zich niet enkel tot het OLC beperken. ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning van het leren. ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren: •
Zelfstandig oefenen in een leeromgeving Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie.
•
Zelfstandig leren in een leeromgeving Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning.
•
Creatief vormgeven Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma’s bieden.
•
Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet. Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren. De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste vorm.
•
Voorstellen van informatie aan anderen Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICTondersteuning met tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie, een website, een folder …
•
Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog …
•
Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
139
De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken uit een scala van programma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma’s, applicaties …). Op basis hiervan kunnen ze hun keuzes bijsturen.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
140
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN 2 Specifieke richtlijnen
Scholen zijn verplicht ervoor te zorgen dat ze gebruik kunnen maken van accommodaties die voldoen om de leerplandoelstellingen en de leerplaninhouden voor het vak lichamelijke opvoeding en sport te realiseren en deze ook effectief te gebruiken. De basisuitrusting voor lichamelijke opvoeding bestaat uit een overdekte vrije ruimte met een aangepaste bevloering en voorzien van de nodige didactische uitrusting. Het geheel wordt aangevuld met buitenterreinen alsook met een leslokaal (bij voorkeur vast) voor de theoretische vakken LO + de mogelijkheid tot het gebruik van ICT apparatuur.
1.
Infrastructuur
Sporthal - zwembad - buitenterreinen
2. Didactische uitrusting Vast materieel -
2
sportramen en /of wandrek; rekstokken; balken; damesbrug, herenbrug; basketbaldoelen, handbaldoelen, voetbaldoelen (binnen en /of buiten); minivoetbaldoelen, volleybalinstallatie.
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex ARAB AREI Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
141
Los materieel -
plinten, bokken, wedstrijdspringplanken, verstelbare olympische balk, minitrampoline(s), valmatten (veilige landingsmatten), lange matten, kleine antislipmatten (1/4lln.), Zweedse banken, staanders voor hoogspringen, hartslagmeters, chrono, meetlint, degelijke “up to date” muziekinstallatie
Klein materiaal -
verschillende soorten ballen /pluimen voor de verschillende balsporten /terugslagsporten (1b./2lln.); foamballen; medecinballen; kogels, speren, discussen, horden; rackets, paletten (terugslagsporten); toversnoeren (elastische springlijn); springtouwen, hoepels, ballen; verkeerskegels; partijvestjes; zwemplankjes, pull-buoy, handpaddels, zwemvliezen;
Om leerplandoelstellingen in optimale omstandigheden te kunnen realiseren is een uitbreiding van deze minimale vereisten, zowel qua ruimte als didactische uitrusting, wenselijk. Specifieke sportuitrusting vereist voor het geven van de sporten van de uitbreidingspakketten werd niet in deze minimale lijst opgenomen. Het spreekt voor zich dat de minimale vereisten voor het beoefenen van de sporten uit de uitbreidingspakketten voorhanden is wanneer deze keuzemogelijkheid aan de leerlingen wordt aangeboden. De leerkrachten LO moeten desgewenst gebruik kunnen maken van een informaticalokaal.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
142
EVALUATIE Het evaluatiesysteem is geëvolueerd van een zuiver selectiesysteem naar een evaluatieproces. Behalve beoordelen (meten) moet evaluatie ook informatie bieden voor begeleiding en oriëntering van de leerling. observeren -- interpreteren--registreren--beoordelen--rapporteren--remediëren De evaluatie moet relevant, betrouwbaar, transparant en efficiënt zijn. •
Relevant
: de proef meet wat men beoogt te meten
•
Betrouwbaar
: objectieve beoordeling
•
Transparant
: duidelijkheid van wat en hoe geëvalueerd wordt
•
Efficiënt
: moet in relatief korte tijd de maximale informatie verschaffen
De studierichting LO en Sport heeft een heel eigen karakter. De groepen zijn vaak zeer heterogeen qua specifieke vaardigheid per discipline. Een intensieve permanente begeleiding en remediëring is noodzakelijk.
1. Evaluatievormen a. Productevaluatie: examen
Bedoeling is na te gaan of de leerling voldaan heeft aan de leerplandoelstellingen. De productevaluatie is een eindproces en moet een representatief beeld geven over alle leerdomeinen. Het is de synthese van de evaluaties van elk afgewerkt leerstofpakket binnen een discipline en in een bepaalde periode. Men meet de fysieke en de psychomotorische eigenschappen. De permanente evaluaties van de gezonde en veilige levensstijl, het zelfconcept en het sociaal functioneren worden verrekend in het totaalcijfer. Een goede evaluatie is een geheel waarin de beoordelingen van de drie doelstellingsdomeinen aan bod komen. De leerlingen weten vooraf waarover de proef gaat en weten hoe de prestaties beoordeeld worden. Vervangtaken (bij niet-actieve deelname aan de les LO wegens doktersattest): Het cijfer wordt toegekend volgens vooraf bepaalde criteria. Ook hier is het best om samen met de collega's te overleggen. In het rapport en in het procesverbaal van de klassenraad wordt gemeld indien de evaluatie betrekking heeft op een vervangtaak.
b. Procesevaluatie: dagelijks werk
Een permanente beoordeling wijst erop dat leerlingen tijdens het leerproces geïnformeerd worden over hun vorderingen en de kans krijgen hun tekorten te verhelpen. Het vaststellen van de beginsituatie van elke leerling is een essentieel onderdeel in deze procesevaluatie. De manier waarop de leerlingen werken aan hun tekorten om hun resultaat te verbeteren, is belangrijk. Remediëring is een essentieel onderdeel van goed lesgeven en moet de kans bieden om te verhelpen aan de tekorten. Dit gebeurt door een degelijke binnenklas-differentiatie tijdens de les. Naast fysieke en motorische prestaties houdt men ook rekening met de kennis en de ingesteldheid van de leerlingen m.b.t. gezonde en veilige levensstijl, het zelfconcept en het sociaal functioneren. Vervangtaken: hiervoor gelden dezelfde principes afhankelijk van de aard van de taak.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
143
2. Evaluatiemiddelen
De middelen zijn afhankelijk van wat men wil meten, de aard van het vak en /of de discipline, de criteria die men voorop stelt. -
korte mondelinge beurten; korte en /of langere schriftelijke beurten; praktische proeven; observatieprotocols; tests: fysieke tests kunnen zinvol zijn, maar moeten zorgvuldig gehanteerd worden; scorekaarten; vorderingsboekjes; omloopvormen.
Tijdverlies en overvloedig meten moet echter vermeden worden. 3. Evaluatiecriteria
Ouders en leerlingen verwachten duidelijke informatie over het tot stand komen van het cijfer. Men legt vooraf de criteria vast waaraan een uitvoering of een gedrag moet voldoen. Leerlingen willen ingelicht worden over de manier waarop geëvalueerd wordt: wanneer is een prestatie goed? Daar de reële beginsituatie bij jongens en meisjes verschillend is alsook het leerproces zal men hiermede rekening moeten houden bij de evaluatie. Naargelang de discipline kunnen andere accenten gelegd worden.
Fysieke competenties
Scores of cijfers krijgen maar betekenis als ze vergeleken worden met een referentiepunt of norm. Hiervoor bestaan drie mogelijkheden: -
de groep,
-
een vooraf bepaald criterium (tabel),
-
de leerling zelf (eigen beginsituatie).
Coördinatie binnen de vakgroep is ook hier belangrijk.
Motorische competenties
Men selecteert een aantal aandachtspunten die noodzakelijk zijn om een opdracht adequaat te kunnen uitvoeren. Voor individuele motorische activiteiten kan de methode, gebruikt tijdens turnwedstrijden, in overweging genomen worden. Voor ploegsporten is het beheersen van een minimum aan motorische vaardigheden nodig om tot spel te kunnen komen. Verder wordt het adequaat handelen binnen de spelsituatie (voorzien in het leerplan) geobserveerd en geëvalueerd.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
144
Cognitieve competenties
Mondelinge beurten en korte schriftelijke toetsen: worden vooraf niet aangekondigd. Herhalingstoetsen worden best vooraf aangekondigd en vooraf ingeschreven in de agenda van de leerling. Schriftelijke examens houden een productevaluatie in. Het is vanzelfsprekend dat de basisdoelstellingen van het leerplan geëvalueerd worden. Een exemplaar van de gestelde vragen met aanduiding van de puntenverdeling wordt samen met de verbeterde examenkopijen in het archief bewaard. Dit exemplaar wordt tevens aangevuld met een nietabsolute modeloplossing (de leerling kan terecht een andere oplossingsmethode gebruiken) of met een opsomming van aandachtspunten die aanwezig moeten zijn voor oplossingen op open vragen en taken. De leerlingen hebben het recht om na de proeven de modeloplossing in te zien. Ook hebben zij het recht, op hun vraag, om hun gecorrigeerde examen in te zien. Voor de examens worden met de leerlingen duidelijke afspraken gemaakt over het verloop van het examen. Om achteraf discussie te vermijden zorgt men ervoor dat de leerlingen beschikken over: -
een duidelijk beeld van wat van hen verwacht wordt;
-
de vragen en de opdrachten die reeds zijn voorgekomen gedurende het didactisch proces;
-
een schriftelijk overzicht van de voor het examen te kennen leerstof;
-
een geschreven mededeling waarin staat welke informatiebronnen en welk materiaal zij mogen /moeten meebrengen op het examen;
-
een blad met vragen om overschrijffouten te vermijden.
Bij het beoordelen van 'attitudes' houdt men rekening met aandachtspunten voor een gezonde en veilige levensstijl, het zelfconcept en het sociaal functioneren. Gedragingen (attitudes) zijn niet exact meetbaar. Door permanente observatie probeert men een idee te krijgen over het gedrag. Relevant gedrag wordt geregistreerd. Men formuleert ook hier een beperkt aantal aandachtspunten. Men observeert of een bepaald gedrag dikwijls, soms of nooit voorkomt, bijvoorbeeld: -
kledij in orde; veilig helpen van medeleerlingen; volharden en eigen grenzen verleggen; zich houden aan veiligheidsvoorschriften, afspraken en regels; aandacht voor eigen veiligheid en die van anderen; spontaan helpen; geeft geen negatieve commentaar op medeleerlingen.
Het gebruik van een driepuntenschaal (+; +/-; -) als codering is een goed middel, een beoordeling (kwaliteitsniveau) op grond van de codes, bijvoorbeeld. -
goed (+++), ruim voldoende (++), voldoende (+), voldoende met leemten (+/-), onvoldoende (-).
Nadien kan men een cijfer verbinden aan het kwaliteitsniveau (bijvoorbeeld voldoende = 6).
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
145
4. Remediëren
Om te remediëren moet men: -
tekorten vaststellen en rapporteren via de agenda,
-
de oorzaken van de tekorten opsporen, nakijken hoe deze tekorten kunnen weggewerkt worden.
Remediëren betekent dat men zoekt naar een oplossing voor het probleem. Leeraanwijzingen geven bij fouten, differentiëren volgens niveau en eenvoudiger situaties aanbieden zijn noodzakelijk. Het bijhouden van een document (bijv. evaluatiefiche per leerling) om de jaarevolutie te kunnen volgen is een nuttig instrument.
5. Rapporteren
Op geregelde tijdstippen zicht hebben over hoever men staat, is zowel voor de leerling als voor de leraar noodzakelijk. Met geheime beoordelingen kan men de leerling niet verbeteren. Leerlingen verwachten een doorzichtige en gemotiveerde beoordeling: de prestaties worden met de leerlingen besproken. Een combinatie van een cijfer met een omschrijving is een goede oplossing. Bij een uitgestelde proef moeten de inhoud en de modaliteiten gekend zijn door de leerling.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
146
BIBLIOGRAFIE 1. BOEKEN Algemeen ANDERSON, B., De stretchingmethode, Utrecht, Luiting ARMSTRONG, N., Active Living from school to community, University of Exeter 1996, Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding, 165, 1996, p. 3-5 BEHETS, D., GANTOIS, J., Leermiddelen en werkvormen in de lichamelijke opvoeding, Acco 2003, ISBN 90334-5373-8
BOLSSENS, L., Elementaire trainingsleer, PVLO 2002, ISBN 90 70870 49 5 BORMS, J., PION, J., VAN ASSCHE, E., Eurofit Remediëring, BLOSO, Commissariaat generaal voor de bevordering van de lichaamsontwikkeling, de sport en de openluchtrecreatie, 1994. DE JONG, F., Sportschoenen als blessurepreventie, ISBN 90 06764420 DE KNOP, P., Op weg naar een verantwoord jeugdsportbeleid, BLOSO Jeugdsportcampagne, Koning Boudewijnstichting, 1992 DE KNOP, P., VAN PUYMBROECK, L., DE MARTELAER, K., THEEBOOM, M., Organisatie van sportieve evenementen, ISBN 90-70870-16-9
DE KONING, J., SAVELSBERGH, G., Stilstaan bij bewegen ,VU Amsterdam ISBN 9021597306 DUFOUR, W., 4000 Conditieoefeningen voor thuis, school en club, Sint-Amandsberg/Gent, Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding, 1986. GREGOIRE, L., Functionele anatomie van de mens, Spruyt, Van Mantegem en De Boes b.v., Leiden, 1996 KLOOSTERBOER, T., Elementaire trainingsleer en trainingsmethoden , Uitgeverij De Vrieseborgh, DA Haarlem, ISBN 90 60764099 LEPER, R., SCHIEPERS, M., DEHAENE, E., Van samenwerkend leren tot zelfstandig leren, Acco 1998 LEPER, R., SCHIEPERS, M., DEHAENE, E., Betrokkenheid in de les lichamelijke opvoeding, Acco 1999 LEPER, R., SCHIEPERS, M., DEHAENE, E., Anders evalueren in de les lichamelijke opvoeding, Acco 2000 SIEGFRIED, Het menselijk lichaam voor dummies, Addison Wesley, ISBN 90 43008095 e
VRIJENS, J., BOURGOIS, J., LENOIR, M., Basis voor Verantwoord Trainen, 5 en volledig herwerkte uitgave, Monografie voor LO nr. 42, Sint-Amandsberg/Gent, Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding, 2001
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
147
Atletiek
ZINTL, F., Basisprincipes, methodes en trainingsbegeleiding, Uitgeverij De Vrieseborch, DA Haarlen Edition Leichtatletik BAND - Ramentrainingsplan für das Grundlagentraining - Ramentrainingsplan für das Aufbautraining : Sprint - Ramentrainingsplan für das Aufbautraining : Lauf - Ramentrainingsplan für das Aufbautraining : Sprung - Ramentrainingsplan für das Aufbautraining : Wurf - Ramentrainingsplan für das Aufbautraining : Mehrkampf - Ramentrainingsplan für das Aufbautraining : Grundprinzipien Uitgave Duitse Atletiekbond, Uitgever Meyer en Meyer , Aachen Badminton
DELAERE, L., VAN DER AERSCHOT, H., Initiator/jeugdsportbegeleider Badminton, Brussel, BLOSO, 1995. VAN BOGAERT, G., VAN DE VIJVER, G., Badminton - meer dan een pluimpje slaan, Brussel, GSF, 1996 (Sint-Amandsberg/Gent, Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding). VAN DAMME, J., Cursus Trainer B Vlaamse Trainersschool, Brussel, BLOSO-VBL, 1995. Basketbal
MERTENS, B., De voorwaardelijke vereenvoudiging van de basketballeergang, Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding - Theorie,Praktijk, 115, 1988, p. 15, 37-45 MERTENS, B., Initiator/jeugdsportbegeleider basketbal, BLOSO, 1995 Handbal
SMEETS, J., SCHOUTERDEN, J., Syllabus trainer A - trainer B, BLOSO WOJCIECH, J., Oefenstof handbal, De Vrieseboch Haarlem, 1990, ISBN 90-6076-314-9 Golf
HOGAN, A., Ben Hogan five lessons: The modern fundamentals of golf, Simon Schuster New York HAY, A. en WORTHINGTON, J., Golf: Training –Techniek – Taktiek, Elmar JACOBS, J., ADWICK, K., CONNELLY, I. en SAUNDERS, V., Golf: Een complete handleiding voor het verbeteren van uw golfspel, Helmond – Helmond Gymnastiek
GERLING, I., Helfen und sichern, Meyer&Meyer Verlag 2001, ISBN 3-89124-808-3 GERLING, I., Gerätturnen basisbuch, Meyer&Meyer Verlag 2002, ISBN 3-89124-887-3 GERLING, I., Gerätturnen für fortgeschrittene, Meyer&Meyer Verlag 2002, ISBN 3-89124-656-0
GANTOIS, J., SCHROVEN, W., VANESSER, M., Van kopstand tot kasamatsu, Handboek voor toestelturnen, Leuven, Acco, 1984 LEPER, R., VAN MAELE, I., Circus op school, Acco 2001, ISBN 90-334-4607-3
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
148
Judo
VANDERGHOTE, Bijzondere didactiek en methodiek van het judo, Leuven, Acco, 1983. Paardrijden BARTELS, T., Basisboek dressuur, Forte Uitgeverij 2003, ISBN 90 58772918 Basisopleiding voor ruiter en paard, Forte Uitgeverij 2004, ISBN 90 58773922 MIESEN, J., Rijden in evenwicht , evenwicht in rijden, (gratis downloaden in PDF-formaat, www.mensenpaard.nl) SWIFT, S., Centered Riding, Forte Uitgeverij 2003, ISBN 90 5877216 Tafeltennis
NTTB, Toernooivormen en spelideeën voor de tafeltennisvereniging, Em. De Jong BV, Baarle Nassau Deutscher tischtennis bund, Tischtennis lehrplan 2000, Koordination, DTTB Molodzoff, P., Le tennis de table … en tête, Edition France tennis de table 1995 Opleidingscursussen tafeltennis, Vlaamse trainersschool VTTL Tennis
VAN AKEN, I., Mini-Tennis, Brussel, BLOSO, 1991. VAN AKEN, I., MARTENS, S., GELENS, A., Tennis natuurlijk (Mini, Midi en Maxi), Gent, PVLO, 1994. Triatlon-duatlon
3atlon4fun en 2atlon4fun, praktische gids voor startende duatleten en triatleten. Uitgave van Actief gezond vzw en Vlaamse Triatlon en Duatlon Liga vzw DELAHAYE, L., Triatlontraining, uitgave Beta Plus BOEKX, M., Start To Run, lopen wordt kinderspel, VAN DEN BOCSH, P., Triatlon, drukkerij Baudoin nv Kasterlee Voetbal
BRUYNINCKX, M., SoccerPal op muziek. Professional voor coaches, ISBN 90808 1301X , 2004 BRUYNINCKX, M., Leerstrategie voor synchrone ritmische coördinatietaken, in ontwikkeling COERVER, W., Voetbal. Leerplan voor de ideale voetballer, Amsterdam, Elsevier, 1983 COERVER, W., Scoren: opleiding voor attractief en productief voetbal, Amsterdam, Elsevier, 1986 DE KNOP, P., VRIJENS, J., Voetbal in school en club, Sint-Amandsberg/Gent, Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding, 1996. GOETHALS, R., VANSTEENBRUGGE P., Leren Voetballen. Een spelgerichte en coöperatieve methode, Sint-Amandsberg/Gent, Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding, 1993 NOE, A., Basisvaardigheden voetbal voor vrouwelijke leerkrachten , uitgave SVS, KBVB, 2001.
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
149
VERMEULEN, H., De zone van de waarheid. Zonevoetbal ‘anders bekeken’, Sint-Amandsberg/Gent, Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding, 2000 Voetbaltraining. 180 praktische oefeningen, Leeuwarden, Eisma Deel 1: Dribbelen, passen, schieten, koppen, spelhervattingen,keepers, conditie. Deel 2: Combinatievormen, spelvormen, positiespelen en partijspelen. Deel 3: Passen, schieten, conditie, combinatievormen en spelvormen. Volleybal
CUYPERS, J., Volleybal, BLOSO-VTS, 1997 LUYTEN, R., Modeltrainingen, Gentse Volleybalschool MURPHY, P., KERSTEN, T., Jeugdvolleybal ontwikkelingsmodel, NEVOBO PITTERA, C., RIVA VIOLETTA, D., Vollebal is Beweging. Een handleiding voor de tactische vorming van jeugdspelers, Vertaling : SPAENJERS, M., Antwerpen, CODA, 1994 (Sint-Amandsberg/Gent, Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding) Waterpolo
TRUBIC, I., Waterpolo, Educaboek 1980 Meerjaren opleidingsplan KBZB (Nederlands zwembond) 2008 Cursus Waterpolotrainer B, VTS - BLOSO Watersporten
ANONIEM., Nouveau cours de navigation des Glènans, Ed. du Seuil, Paris, 1992 ANONIEM, Windsurf basis, VYF, 2003
BUCK, R., ELIAERTS, P., LAES, P ., VAN DEN KEYBUS, P ., ZWAENEPOEL, T., Zeilen handleiding Abrevet, Vlaamse Vereniging voor Watersport, Kon. Bibl. D/0147/198215 MACKERT, S., SURF - a visual exploration of surfing, DGV 2004, ISBN: 3899550900 VOOREN, R., Leidraad voor kajuitjachtzeilers, Het Goede Boek, 1994 Wielrennen
KUIPERS, H., Wielrennen, Uitgeverij De Vrieseborch Haarlem PONNET P., Theoretische basis voor de opleiding en begeleiding van jonge wielrenners in de leeftijdsperiode van 8 tot 18 jaar, KBWB, 1998 VAN BON, M., Wielertraining, De Vrieseborch Haarlem, 1998 VERMUNT C., Moderne Training voor wielrenners Zwemmen
MAGLISCHO, EW., Swimming ever faster, Mayfield Publising, 1993 LOUWAGIE, M., Zwemmen. Van initiatie tot trainen, Sint-Amandsberg/Gent, Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding, 1990 Alle meest recente cursussen van BLOSO over zwemmen en reddingszwemmen
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
150
2. VAKTIJDSCHRIFTEN, BROCHURES, INTERNE NOTA' S Afwezigheden en in- en uitschrijvingen in het voltijds gewoon secundair onderwijs, Omzendbrief SO 65, 25-06-1999 Brochure “Bij de hand in het buitenland”, Ministerie Buitenlandse Zaken Brochure “Veilig op tocht”, Provincie Antwerpen CRUM, B., Conceptuele verschillen in Europese opleidingsprogramma’s, Tijdschrift Lichamelijke Opvoeding KVLO Nederland, Jaargang 86 nr.3 februari 1998, p. 100-104 en nr.5 maart 1998 p. 204-207. DE KNOP, P., DAEMS, J., De burgerlijke aansprakelijkheid van de ondeskundige sporttrainer en van de sportclub die hem/haar aanstelt, Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding – Jaargang 1997 nr.6, p. 6-8 Handboek "Eurofit Testbatterij" voor leerkrachten Lichamelijke Opvoeding, BLOSO, 1993 Help, eerste hulp voor iedereen, Rode Kruis Vlaanderen, ISBN 978-90681010-0 Keiveilig sporten, doe het. De 12 geboden om veilig te sporten,
3. BEELDMATERIAAL – VIDEO – CD-ROMS EH-video’s en lesmateriaal van het Rode Kruis Vlaanderen
Backfun basic 1, Rug- en nekklachten klein krijgen met Ingrid Berghmans, PVLO 2002 BRUYNINCKX, M., SoccerPal op muziek. Professional voor coaches, ISBN 90808 1301X , 2004 Bodyworks, Multimediagids van het menselijk lichaam, Nederlandstalige versie, TLC Domus De Mens in 3D, Encyclopedie over het menselijk lichaam, cd-rom verkooppunten Het lichaam van de mens, Nova Zembla,Stichting Edupro (NL), tel. 0180-461065, (Interactieve encyclopedie over het functioneren van het lichaam) MERTENS,B., MUSCH, E., VONDERLINCK, V., REMY, C., DE CLERCQ D., Het Doelspelcompetentie Model toegepast op basketbal (cd-rom), ESEP 2005; http://www.lo-bsw.ugent.be/ESEP/ MERTENS,B., MUSCH, E., VONDERLINCK, V., REMY, C., DE CLERCQ D., Het Doelspelcompetentie Model toegepast op handbal (cd-rom), ESEP 2005; http://www.lo-bsw.ugent.be/ESEP/ The Body in Golf, Int. Physiotherapy systems incorporating the Melbourne Golf Injury Clinic Golf Fitness System; Int. Physiotherapy systems incorporating the Melbourne Golf Injury Clinic Training for Golf; Int. Physiotherapy systems incorporating the Melbourne Golf Injury Clinic
TSO – 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Lichamelijke opvoeding en sport AV Lichamelijke opvoeding (1e en 2e leerjaar 2 lestijden/week) AV Sport/ KV Hedendaagse dans (1e leerjaar 14 lestijden/week, 2e leerjaar 13-12 lestijden/week)
4. NUTTIGE ADRESSEN – INTERNET SITES Bond voor Lichamelijke Opvoeding, Waterkluiskaai 16, 9040 Gent/Sint-Amandsberg http://www.bvlo.be BLOSO, Arenbergstraat 5, 1000 Brussel http://www.bloso.be VIGEZ –Vlaams Instituut voor gezondheidspromotie en ziektepreventie, G.Schildknechtstraat 9, 1020 Brussel http://www.vigez.be Rode Kruis - Vlaanderen, Motstraat 40, 2800 Mechelen http://www.rodekruis.be SVS (Stichting Vlaamse schoolsport), Steenweg op Jette, 1080 Brussel http://www.schoolsport.be Vlaamse Vereniging voor Golf, Terhulpsesteenweg 110 3a, 1000 Brussel http://www.golfvlaanderen.be Koninklijke Belgische Golf Federatie, Terhulpsesteenweg 110, 1000 Brussel http://www.golfbelgium.be Interessante sportsites:
http://www.sports-media.org/nl/ http://www.sports-media.org/ (engelstalig) http://www.geocities.com/Athens/Acropolis/127/index.htm http://www.geocities.com/Athens/Acropolis/1297/boeklijs.htm http://www.sip.be/lo-internet/begin.htm http://www.digischool.nl/lo/community/ http://www.sportpaedagogik-online.de/ http://www.dancebooks.uk/ http://www.europa.eu.int/comm/publications/archives/booklets/ http://www.members.tripod.com/~pazz/lesson.html#3 http://www.srm.de
http://www.polar.fi http://www.powertec.be http://www.analyticcycling.com Sites betreffende gezondheid: http://www.g-o.be/gezondheid/algemeen/Pages/Algemeen.aspx http://www.gezondeschool.be http://www.gezondopschool.be
151