Faculteit Toegepaste Wetenschappen Vakgroep Architectuur&Stedenbouw
Universiteit Gent Academiejaar 2006-2007
ONDERZOEK NAAR HEDENDAAGSE DETAILLERING HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
Promotor Prof. Ir-Arch. Dirk De Meester
Femke Van Renterghem
Scriptie ingediend tot het behalen van de academische graad van burgerlijk ingenieur-architect
Faculteit Toegepaste Wetenschappen Vakgroep Architectuur&Stedenbouw
Universiteit Gent Academiejaar 2006-2007
ONDERZOEK NAAR HEDENDAAGSE DETAILLERING HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
Promotor Prof. Ir-Arch. Dirk De Meester
Femke Van Renterghem
Scriptie ingediend tot het behalen van de academische graad van burgerlijk ingenieur-architect
Dankwoord In de eerste plaats wens ik mijn promotor Dirk De Meester en Nathan Van Den Bossche te bedanken voor hun begeleidingen, omdat ze me bijstonden met advies, en me, waar nodig, bijstuurden in deze thesis. En verder, dank aan de scouts, voor de welkome verstrooiing. dank aan het 5e jaar, voor de toffe bende. dank aan de Kolveniersgang. dank aan mijn toeverlaten. alle dank aan vrienden en gezin. Voor het geloof dat ze in mij stelden, wanneer het mij aan geloof ontbrak. Voor de gesprekken. De schouderklop.
Toelating tot bruikleen “De auteur geeft de toelating deze scriptie voor consultatie beschikbaar te stellen en delen van de scriptie te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze scriptie.”
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
INHOUDSTAFEL VOORWOORD
- 01 -
INLEIDING
- 02 -
1. Basisprincipes van een raamaansluiting 2. Afspraken omtrent voorstellingswijzen 3. Opbouw van het onderzoek
- 02 - 03 - 04 -
POSITIONERING VAN HET RAAM
- 05 -
1. Standaardposities van een raam in een spouwmuur a. Materiaalopbouw van het detail b. Raam op kopdiepte c. Variant: met rolluikkast d. Raam op strekdiepte
- 05 - 05 - 06 - 09 - 10 -
2. Overgangsposities a. Verschuiving van het raam op kopdiepte naar het raam in het binnenvlak b. Verschuiving van het raam op kopdiepte naar het raam in het buitenvlak
- 12 -
RAAM IN HET BINNENVLAK
- 14 -
1. Algemene bemerkingen
- 14 -
2. Bespreking van specifieke details a. Vertikale snede, bovenzijde b. Vertikale snede, onderzijde c. Horizontale snede
- 15 - 15 - 17 - 18 -
RAAM IN HET BUITENVLAK
- 19 -
1. Algemene bemerkingen
- 19 -
2. Bespreking van specifieke details a. Vertikale snede, bovenzijde b. Vertikale snede, onderzijde c. Horizontale snede d. Waterkering, 3-dimensionaal
- 19 - 19 - 21 - 22 - 23 -
V.
NABESCHOUWING
- 24 -
VI.
REFERENTIES
- 25 -
BIJGEVOEGD
- 26 -
1.
ll.
lll.
IV.
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 12 - 13 -
VOORWOORD Probleemstelling In hedendaagse architectuur wordt vaak naar minimalisme gestreefd. Op grond van esthetische eisen verlangt men soms het raam in het vlak te plaatsen. Omtrent deze keuze wens ik geen uitspraak te doen. Het beoogde doel ligt in het onderzoeken van de haalbaarheid van ramen in het vlak. Daar in België het gros van de woningen opgetrokken wordt uit spouwmuren, werd vooreerst dit deelgebied onderzocht. Zolang het raam qua positionering binnen de marges van het ‘standaard’geval (algemeen gesproken: in het verlengde van de isolatie) valt, is er een brede basis van kennis, ervaring en technische voorlichtingen beschikbaar. Voorbeelden zijn legio. Wijkt men van de gangbare standaard af, en verkiest men het raam in het vlak te plaatsen, blijken veel van deze richtlijnen echter niet meer toepasselijk. De aandachtspunten blijven evenwel dezelfde. Het detail wordt verondersteld water- en luchtdichtheid, isolatie en stabiliteit te waarborgen. Omwille van de veranderde locatie van het raam in de spouwmuur stellen zich nieuwe/andere problemen. De student-ontwerper is aangewezen op al dan niet correcte voorbeelden uit de praktijk. Neergeschreven richtlijnen zijn schaars, concrete details vaak moeilijk te verkrijgen. Deze thesis heeft de intentie een aantal voorbeelddetails te bieden. Aan de hand hiervan worden de aandachtspunten duidelijk en zou men zelf aan de slag kunnen.
Bij sommige details is een afradend besluit onvermijdelijk. Het is aan de ontwerper zelf dit af te wegen, en na te gaan in welke mate hij bereid is, in naam van de esthetiek, bouwtechnische compromissen te sluiten of huzarenstukjes bij het bouwen toe te laten.
Afbakening van het onderzoek Het onderzoek beperkt zich tot de detaillering van ramen in een spouwmuur, in het gevel- of binnenvlak geplaatst. De ontwikkelde details gelden voor hout-, aluminium- en/of staalprofielen.
Trefwoorden Raamaansluiting, voorbeelddetail, buitenschrijnwerk, raampositionering in het vlak
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
-1-
I. INLEIDING 1. Basisprincipes van een raamaansluiting Een spouwmuur - en een muur in het algemeen - wordt geacht aan volgende eisen te voldoen: - stabiliteit - waterdichtheid - isolatie - luchtdichtheid - (duurzaamheid)
Deze functies horen naadloos overgebracht te worden van de muur op het raam ter plaatse van de raamaansluiting. Dit vraagt dan ook de nodige aandacht. Wanneer men noodgedwongen één van deze eisen moet opgeven, volgt men de prioriteit in volgorde zoals hierboven gerangschikt. Stabiliteit van de constructie geldt boven alles. Wanneer een aansluiting faalt inzake waterdichting, is deze tekortkoming direct zichtbaar onder de vorm van vocht, schimmel,... Bij onvoldoende isolatie ontstaat een koudebrug. Dit is echter ‘slechts’ relatief en niet rechtstreeks waarneembaar. (Er kan sprake zijn van een kleine, een grote koudebrug. Ter vergelijking met waterdichting: vocht is vocht.) Luchtdichtheid is een eerder recente eis die vandaag en in de toekomst toeneemt qua belang. Duurzaamheid is een relatieve factor, die de ontwerper zelf in de hand heeft.
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
-2-
INLEIDING
2. Afspraken omtrent voorstellingswijzen In wat volgt wordt een abstractie gemaakt van het raamprofiel. Dit verhoogt de leesbaarheid van de plannen. Het symbool dekt zowel staal-, aluminium als houtprofielen. In de verdere details wordt aldus geen onderscheid gemaakt in de materialiteit van het raamkader. (Sommige details zijn evenwel enkel van toepassing voor ramen in hout, namelijk diegene waar de isolatie slechts zijdelings tot tegen het schrijnwerk gebracht kan worden.)
Bij enkele details worden kleine varianten op dit symbool toegepast. Het gaat om praktische zaken, bvb. toevoeging van een extra lat, uitbreiding van het raamkader in zijn geheel, inkeping. De reden hiertoe wordt in de respectieve uitleg toegelicht. In alle besproken details wordt het sponningswater vooraan het raamkader afgevoerd. Dit kan ook onderaan het raamkader. De thermische scheiding is niet getekend.
Alle tekening zijn op schaal 1:5, tenzij anders vermeld of niet van toepassing. HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
-3-
INLEIDING
3. Opbouw van het onderzoek Het onderzoek deelt zich op in drie delen. In het eerste deel (II. Positionering van het raam) wordt nader ingegaan op de ‘standaard’positionering van het raam in de spouwmuur. Onder de standaard verstaan we het raam op kop- of strekdiepte. Aan de hand van dergelijk detail worden de basisprincipes overlopen. Dit geldt als insteek voor het verdere onderzoek. Vertrekkende vanuit deze gangbare standaard is er getracht enkele overgangsposities of grenspunten te bepalen. Wat gaat er veranderen vanaf een bepaalde afwijking van deze standaard? Vanaf wanneer worden aansluitingen op een andere manier gerealiseerd? De twee extreme ‘posities’ worden uitgediept in het tweede en derde deel. In het tweede deel (III. Raam in het binnenvlak) worden binnen het kader van de plaatsing van het raam in het vlak van de binnenwand een aantal voorbeelddetails voorgesteld en besproken. Het derde deel (IV. Raam in het buitenvlak) omvat eveneens een voorstel tot enkele voorbeelddetails, ditmaal voor het geval waarbij het raam zich in het vlak van de buitengevel bevindt.
extreme positionering
begrenzen de ‘centrale zone’, (alle functies sluiten lineair op elkaar aan en er stellen zich geen bijzondere problemen)
extreme positionering
Nader bekijken en voorstel tot een aantal voorbeelddetails.
Bespreking van deze details als aanzet voor het onderzoek.
Nader bekijken en voorstel tot een aantal voorbeelddetails.
Hoofdstuk IV
Hoofdstuk II
Hoofdstuk III
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
-4-
II. POSITIONERING VAN HET RAAM 1. Standaardposities van een raam in een spouwmuur Zoals eerder vermeld verstaan we onder de standaardpositie het raam op kop- of strekdiepte. Dit is de meest eenvoudige en toegepaste opbouw omwille van de lineaire schakeling van de functies. Aan de hand van de details op de volgende pagina’s wordt duidelijk dat elk van de vereisten (stabiliteit, waterdichtheid, isolatie en luchtdichtheid) eenvoudig van de muur op het raam overgebracht wordt.
a. Materiaalopbouw van het detail De opbouw van deze en alle volgende details is dezelfde, en geschiedt van buiten naar binnen toe als volgt: -
buitenspouwblad: spouw: isolatie: binnenspouwblad: pleisterwerk:
- waterkering: - pleisterwerkdrager:
baksteen 190x90x50 mm (lxbxh) 35 mm PUR 100 mm snelbouwsteen 280x140x140 mm (lxbxh) 10 mm EPDM-folie gipskartonplaat 10 mm
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
-5-
POSITIONERING VAN HET RAAM
b. Raam op kopdiepte Vertikale snede.
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
-6-
POSITIONERING VAN HET RAAM
Horizontale snede.
Bovenaan.
Het gevelmetselwerk wordt deels tot voor het raamkader gebracht. Door gebruik van een latei wordt het raam overbrugd met metselwerk. Deze latei is al dan niet zichtbaar onderaan het metselwerk. Bij een onzichtbare metselwerkconsole wordt de onderste laag stenen als rollaag opgehangen, door middel van beugels die in de mortelvoegen hangen. Om zekerheid te verkrijgen omtrent de afvoer van water dat binnendringt in de spouw, past men een tweetrapswaterkering toe. Het grootste aandeel aan water wordt door de bovenste waterkering naar een open stootvoeg geleid. De waterkering onderaan biedt extra garantie op waterdichtheid van de aansluiting. De isolatie kan eenvoudig tot tegen het schrijnwerk gebracht worden. Binnenafwerking voltrekt zich over het algemeen in pleisterwerk. Men kan deze over de hoek doortrekken tot tegen het schrijnwerk. Eenvoudiger echter is plaatselijk hout of ander plaatmateriaal aan te wenden voor de afwerking. Waar het pleisterwerk in het verlengde van de binnenmuur moet worden doorgetrokken, brengt men dit aan op een pleisterdrager. De vertikale pleisterdrager is deels ingestort in de betonbalk, dit komt de samenwerking tussen beide materialen ten goede. Tevens wordt de kans op scheurvorming in het pleisterwerk aanzienlijk beperkt. Om dezelfde reden wordt een netwapening aangebracht in het pleisterwerk. Bij een hoekverandering of beëindiging van het pleisterwerk worden hoek- of stopprofielen aangewend. HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
-7-
POSITIONERING VAN HET RAAM
Onderaan.
Het raam wordt gedragen door een draaganker, bevestigd in het dragende metselwerk. Tussen raamkader en draaganker worden kunststofblokjes voorzien, teneinde een correcte hoogteregeling bij de plaatsing mogelijk te maken. Onderaan wordt de spouw afgesloten met een dorpel. De dorpel draagt op het buitenparement, ingebed in een mortelbed. Hij wordt deels ingemetseld in de muur omwille van stabiliteitsredenen. Het water dat langs het raam afloopt, alsook het sponningswater stroomt hierop en wordt als dusdanig afgevoerd. Ook hier wordt voor de zekerheid nog een extra waterkering voorzien onder de dorpel, zodat bij falen van de aansluiting tussen schrijnwerk en dorpel geen schade aangericht wordt. De tussenliggende ruimte tussen schrijnwerk, dorpel en isolatie wordt opgespoten met isolatieschuim
Principe van de waterkeringen, 3-dimensionaal.
Het is van belang dat de tweetrapswaterkering de zijdelings waterkeringen overlappen.
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
-8-
POSITIONERING VAN HET RAAM
c. Variant: met rolluikkast Vertikale snede.
Rolluikkast en geleiders zijn vooraf vast bevestigd op het schrijnwerk. Beide worden als één element geplaatst. De ontstane holle ruimte onder het binnenspouwblad leent zich voor inwerking van bvb. rolgordijnen.
Door de inwerking van een rolluikkast verschuift het raam naar binnen. De dorpel wordt langer en is, enkel rustend op het buitenparement, niet langer stabiel. Een extra ondersteuning moet voorzien worden. Ruimte tussen schrijnwerk, dorpel en isolatie wordt opgespoten met isolatieschuim.
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
-9-
POSITIONERING VAN HET RAAM
d. Raam op strekdiepte Vertikale snede.
Het raam is verder naar binnen verschoven. Deze positie heeft tot gevolg dat het binnenspouwblad teruggetrokken wordt om de isolatie tot tegen het schrijnwerk te kunnen brengen. Een gordijnbak hangt tegen de binnenwand.
Ook onderaan is een aanpassing van het binnenspouwblad noodzakelijk om een koudebrug te vermijden. Er wordt gebruik gemaakt van plaatselijk metselwerk met verminderde dikte. Een ondersteuning voor de dorpel is onontbeerlijk. Ruimte tussen schrijnwerk, dorpel en isolatie wordt opgespoten met isolatieschuim. HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 10 -
POSITIONERING VAN HET RAAM
Horizontale snede.
Alvorens het raam te plaatsen, voorziet men de waterkering. Het is aangewezen een plooi in de folie te leggen, de zekerheid dat het water naar beneden afloopt alvorens binnen te dringen is dan groter. Nadat de waterkering aan het binnenspouwblad bevestigd is, zet men het raam vast en plaatst van binnenuit de resterende isolatie.
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 11 -
POSITIONERING VAN HET RAAM
2. Overgangsposities a. Verschuiving van het raam op kopdiepte naar het raam in het binnenvlak. - Binnenspouwblad wordt teruggetrokken om isolatie tot tegen het schrijnwerk te kunnen brengen. - Bevestiging van het raam aan de onderzijde is nog mogelijk maar de beschikbare ruimte wordt alsmaar krapper.
- Bevestiging van het raam gebeurt zijdelings. - Er moet nagedacht worden over de ‘onderbekleding’ van de gevel.
- Ruimte nodig om de isolatie naar het schrijnwerk te kunnen leiden. Bvb. metselwerk met verminderde dikte. - Dorpel moet gesteund worden.
- Koudebrugvrije steun tussen dorpel en ruwbouw nodig. Bvb. cellenbeton. - Isolatie plooit volledig om het binnenspouwblad naar binnen.
Bij verschuiving van het raam naar binnen toe neemt het belang van een feilloze waterkering onderaan het raam heel sterk toe, terwijl ze bovenaan minder prioritair en noodzakelijk wordt. HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 12 -
POSITIONERING VAN HET RAAM
b. Verschuiving van het raam op kopdiepte naar het raam in het buitenvlak
- De voeg die ontstaat door het naar buiten brengen van de isolatie wordt afgewerkt met een bekleding. - Waterkering moet nauwkeurig op het raam aangesloten worden, weinig ruimte voor overlap.
- Ruimte voorzien om de isolatie tot tegen het schrijnwerk te brengen. Rekening houden met bekleding ervan in het gevelvlak. - Het raam moet gesteund worden.
- Het raam schuift steeds verder weg van het binnenspouwblad. Het is aangewezen een systeem te voorzien om het raamanker op te bevestigen.
- Het raam gaat zich alsmaar excentrischer plaatsen tov het binnenspouwblad. Deze krachten moeten opgevangen worden.
Bij verschuiving van het raam naar buiten toe ontstaan er bovenaan moeilijkheden inzake een efficiënte aansluiting van de waterdichting. Terwijl het belang ervan net daar zeer groot is. Onderaan is de functie van de waterdichte folie vooral het verhinderen van capillair vochttransport. HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 13 -
III. RAAM IN HET BINNENVLAK Voor een overzicht van de details in hun geheel zonder aantekeningen: KLIK HIER. Voor een overzicht van de details in hun geheel met aantekeningen: KLIK HIER. Klik in de linkerbovenhoek van het overzichtsplan om terug te keren. 1. Algemene bemerkingen Wanneer het raam in het vlak van de binnenmuur geplaatst wordt, brengt dit een aantal complicaties met zich mee. - De isolatie moet om het binnenmetselwerk heen tot tegen het schrijnwerk gebracht worden. - De ontstane nis vraagt om afwerking. - Het venster dient zijdelings aan de dragende muur bevestigd te worden. - ... Het pleisterwerk wordt aangebracht op een pleisterdrager in uitkraging in het beton. Het is aan te raden een dikkere pleisterlaag (hier 20mm) te voorzien. Dit is bewust ruim gerekend, teneinde een zekere tolerantie te bereiken. In het bouwproces is het geen evidentie alle elementen correct op de voorziene afstanden te plaatsen. Afwijkingen in de uitvoering komen gauw aan de oppervlakte wanneer men verschillende elementen in hetzelfde vlak wil uitlijnen. Zowel het raamanker (omwille van praktische uitvoering) als de pleisterdrager dienen zijdelings in het beton bevestigd te worden. Dit moet zodanig gebeuren dat ze afzonderlijk van elkaar kunnen bewegen. De pleisterdrager wordt bijgevolg tussen de raamankers in gesteund, het is m.a.w. een doorlopende ondersteuning die enkel onderbroken wordt ter plaatse van de verankering. Deze onnauwkeurigheden kunnen opgevangen worden in de afwerking Op het vaste deel van de opengaande ramen is een extra lat bevestigd. Als dusdanig kunnen zowel de vaste als de opengaande ramen in hetzelfde vlak uitgelijnd worden. Aanvankelijk werd deze lat dus toegevoegd om een louter esthetisch euvel te verhelpen, maar verder zal blijken dat ze ook praktisch van pas komt. De tweetrapswaterdichting is niet langer genoodzaakt. Indien er alsnog water onder de huidige waterkering binnendringt, wordt deze hoeveelheid miniem geschat. In de onmiddellijke omgeving is het bovendien weinig schadelijk. Dit water wordt afgevoerd door middel van een open voeg (bij metselwerkafwerking) of draineergaatjes (bij plaatafwerking). Het metselwerk dat de hoek omgaat (hetgeen op de vertikale snedes in aanzicht te zien is) beslaat een te grote diepte om nog in uitkraging op het buitenparement te kunnen dragen. Er moet met andere woorden een ondersteuning voorzien worden. Deze is op de behandelde details niet te zien, maar gebeurt volgens hetzelfde principe als de ondersteuning van de dorpel in detail 6; plaatselijk wordt cellenbeton voorzien. HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 14 -
RAAM IN HET BINNENVLAK
2. Bespreking van specifieke details a. Vertikale snede, bovenzijde (1) Baksteenafwerking tot tegen het schrijnwerk. Beton wordt op de rollaag bakstenen gestort, in de voegen zijn beugels voorzien. Op die manier zullen beide materialen als één geheel werken. Dit element kan ter plaatse of prefab vervaardigd worden. Het geheel wordt aan de ruwbouw bevestigd. Enerzijds via de ingestorte draadstang aan de latei: In de latei wordt een groot gat voorzien, met een grote ring en een moer wordt de draadstang 1 vervolgens tot op de gewenste hoogte ‘geschroefd’. Anderzijds wordt het metselwerk/beton-element rechtstreeks opgehangen aan de ruwbouw aan de hand van een verstelbaar anker. Dit systeem laat regeling in drie richtingen toe. Het water dat onder de waterkering binnendringt, wordt via de open voeg vóór het schrijnwerk afgevoerd.
(2) Plaatafwerking (geplooide staal- of aluminiumplaat) Op de zichtbare latei wordt een bijkomend profiel bevestigd. Dit profiel is zodanig gevormd dat er spanning verzekerd is, zodat het paneel erachter geklemd kan worden. Aan de andere zijde wordt het paneel op een L-profiel geschroefd, dat op zijn beurt op het schrijnwerk geschroefd is.
2
Ter plaatse van de bevestiging plooit het paneel terug, zodat de bevestiging aan het zicht onttrokken wordt, en er een schaduwvoeg ontstaat. In de afwerkingsplaat zijn drainagegaatjes voorzien voor de afvoer van ongewenst water.
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 15 -
RAAM IN HET BINNENVLAK
(3) Idem, op bevestigingswijze van het raam na. Men dient een raam te kunnen vervangen zonder afbreuk te doen aan de gevel, ook wanneer het raam in het binnenvlak geplaatst is. Vandaar dat het aangeraden is het raamanker zijdelings aan het beton te bevestigen zodat men er van binnenuit aan kan. (zie vertikale snede (2)) In dit geval is het echter ook mogelijk het raamanker onderaan het beton te bevestigen, aangezien het paneel ná het schrijnwerk geplaatst wordt. Wanneer vervanging van het raam nodig blijkt, kan het paneel eenvoudig weer afgenomen worden, en kan men van daaruit het anker losmaken. 3
(4)) Inwerking van zonnewering. De zonneweringbehuizing, alsook de begeleidingsrails (zie horizontale snede (10)), worden op voorhand vast op het schrijnwerk geschroefd. Schrijnwerk en zonnewering vormen één element. De rolluikkast zit iets dieper ingewerkt, het afwerkingspaneel onttrekt ze grotendeels aan het zicht.
4
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
De zonnewering bóvenop het schrijnwerk plaatsen is geen optie, daar er wegens de plaatsing in het vlak te weinig breedte beschikbaar is.
- 16 -
RAAM IN HET BINNENVLAK
b. Vertikale snede, onderzijde (5) Verdieping van het raamkader. (!) Bij deze tekening gaan we er even van uit dat het raamkader niet wordt aangepast. Dan is er exact 6cm + 1,5cm (van de toegevoegde lat) beschikbaar om alle aansluitingen op het schrijnwerk te realiseren: bevestiging van het raam, aansluiting van de isolatie, waterkering, aansluiting van de binnenafwerking, en waterdichte aansluiting van de dorpel. Dit is problematisch. Daarom gaan we verder met een verdieping van het raamkader van minimum 2,5cm. Zo komen we aan een beschikbare breedte van 10cm.
(6) Natuursteen-, beton- of andere massieve dorpel. Het raam wordt door middel van een L-anker aan de ruwbouw bevestigd. Dit anker wordt zijdelings in het beton geschroefd zodat daar hoogteregeling mogelijk is. De pleisterdrager wordt hier opnieuw tussen de ankers door gesteund.
6
De dorpel heeft een stevige ondergrond nodig waarop hij kan steunen en waarop men mortel kan aanbrengen.Vandaar is de PUR-isolatie plaatselijk vervangen door cellenbeton. Deze rust zelf in een mortelbed op het beton en op L-ijzers.
De waterkering is een extra garantie voor waterdichtheid wanneer de aansluiting tussen schrijnwerk en dorpel faalt. Ze wordt tussen het dragende L-anker en het raam gekleefd, en hangt over de isolatie heen naar beneden. Het water loopt via de spouw naar beneden en wordt onderaan de spouw afgevoerd. Bij dit systeem dient de isolatie vochtbestendig te zijn. Men kan het water ook door een open stootvoeg meteen naar buiten afvoeren.
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 17 -
RAAM IN HET BINNENVLAK
(7)) Aluminium dorpel. De dorpel steunt enerzijds op het gevelmetselwerk, hij wordt vastgezet door middel van een plaatje waar hij achter gehaakt wordt. Aan de andere zijde wordt hij op het raamkader geschroefd, in de daarvoor voorziene inkeping.
7
c. Horizontale snede (8) 8
De wijze van bevestiging is analoog met de vertikale snede. De waterkering is vereist om water naar beneden af te voeren alvorens het kan binnendringen en schade aanrichten.
(9) 9
De plaatsing van de waterkering verloopt anders, doch heeft hetzelfde effect. Door deze wijze van bevestigen hoeft de reeds geplaatste isolatie minder aangetast te worden. De plooi moet er voor zorgen dat het water afloopt, vooraleer het kan binnensijpelen.
(10) 10
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
De geleiders van de zonnewering worden, net zoals de behuizing (zie vertikale snede (4)), reeds vooraf vast op het raamkader geschroefd.
- 18 -
IV. RAAM IN HET BUITENVLAK Voor een overzicht van de details in hun geheel zonder aantekeningen: KLIK HIER. Voor een overzicht van de details in hun geheel met aantekeningen: KLIK HIER. Klik in de linkerbovenhoek van het overzichtsplan om terug te keren. 1. Algemene bemerkingen Plaatsing van het raam in het vlak van de gevel, brengt volgende complicaties met zich mee: - De isolatie moet naar buiten gebracht worden tot tegen het schrijnwerk. - Tergelijkertijd mag de isolatie niet bloot komen te liggen in het gevelvlak. - Het hele systeem van waterdichting, in het bijzonder bovenaan het raam, vraagt bijzondere aandacht. - Een waterdichte folie onderaan moet het capillair vochttransport tegengaan. - ... De binnenafwerking gebeurt hier in pleister. We voorzien een houten keperstructuur als ondergrond voor de pleisterdrager/het pleisterwerk. Deze structuur is stijf verbonden aan de ruwbouw, en biedt zich aan om tevens de raamankers op te bevestigen.
2. Bespreking van specifieke details a. Vertikale snede, bovenzijde (1) Uitbreiding van het schrijnwerk. De brede voeg tussen schrijnwerk en buitenparement - tengevolge van het naar buiten leiden van de isolatie wordt opgevangen door een uitbreiding van het schrijnwerk. Bovenop het raamkader wordt vooraf een extra blok geschroefd, geklikt, ... Afhankelijk van het schrijnwerk is dit blok hout, aluminium, staal. 1
De bevestiging van de waterkering is het zwakke punt van dit detail. De onderste waterkering wordt tegen de onderzijde van de discontinue latei gekleefd.
Het blok is voorzien van een inkeping waar de folie ingelegd wordt. Hierdoor verkrijgt men een beter en groter oppervlak waarover gekleefd kan worden. Tussen de lateien door loopt het water af, boven het blok en in de gevel wordt het afgevoerd via de open voeg. De onderste steen van het buitenparement wordt zodanig uitgeslepen dat hij over de latei hangt, en de kopse zijde ervan onttrekt aan het zicht. HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 19 -
RAAM IN HET BUITENVLAK
(2) Inwerking van zonnewering. De holle ruimte onderaan het binnenmetselwerk leent zich uitstekend voor de inwerking van een gordijnbak, rolgordijnen of een andere zonnewering.
2
(3) Verlengen van het metselwerk. De brede voeg wordt overbrugd door middel van een beton/baksteenelement. Om in de gevel de indruk te wekken dat de gevelstenen doorlopen tot tegen het schrijnwerk, worden afgeslepen bakstenen gebruikt. De baksteentjes langs de ene zijde en langs de rechterzijde de isolatie dienen tevens als verloren bekisting voor de betonbalk 3
Aan de hand van de ingestorte draadstang wordt het element integraal aan de latei opgehangen. Het ophangsysteem laat regeling toe in drie richtingen.
De waterkering wordt voorzien tijdens de ruwbouw, en moet bij de plaatsing van het raam bovenop het schrijnwerk gekleefd worden. Voor een optimale hechting is een inkeping voorzien in het schrijnwerk. Het kleven van de folie is een zeer delicaat werk. Bij onnauwkeurigheid of falen van de bevestiging van de waterkering is de kans op vochtschade reëel.
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 20 -
RAAM IN HET BUITENVLAK
b. Vertikale snede, onderzijde ((4)) Uitbreiding van het schrijnwerk. Het raam draagt op het buitenparement, steunend op kunststofblokjes (de vochtige omgeving maakt dat gebruik van hout hier onmogelijk is). Om stabiliteitsreden wordt het raam ook bevestigd aan de ruwbouw met een L-ijzer.
4
Zoals eerder vermeld is de waterdichte folie noodzakelijk om vochttransport van het buitenparement naar de isolatie en zo naar binnen te verhinderen. Deze verzekert tevens de luchtdichtheid.
Om het venstertablet volledige te kunnen steunen, is een stijve isolatieplaat nodig. Op deze plaat ligt een cementvezelplaat waarop vervolgens het mortelbed voor het tablet aangebracht wordt.
(5) Verlengen van het metselwerk. De bovenste baksteen van het buitenparement is schuin afgeslepen. Zo kan de isolatie tot onderaan het schrijnwerk gebracht worden en heeft de baksteen toch nog voldoende stabiliteit om op zichzelf te kunnen staan. Te weinig stabiliteit echter om het raam te kunnen dragen.
5
Bijgevolg draagt het raam op het binnenspouwblad. Kokerprofielen worden met L-ijzers in de plaatselijk aangebrachte betonbalk bevestigd. De kokerprofielen zijn aan de kop schuin afgeslepen.
Via kunststofblokjes worden de krachten van het raam naar het dragende kokerprofiel overgebracht. Hierdoor ontstaat tevens voldoende hoogte om het afdruipprofiel te bevestigen onderaan of zijdelings op het kader. Op het kokerprofiel wordt ook een kleiner L-profiel voorzien om het raam te verankeren. Dit Lprofiel klemt ook de waterdichting vast. De folie wordt om de kokerprofielen heen geleid en ter plaatse van de spouw wordt er een plooi ingelegd als druipneus. De ruimte tussen de kokerprofielen wordt opgemetst. Het venstertablet rust op een cementvezelplaat. HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 21 -
RAAM IN HET BUITENVLAK
c. Horizontale snede (6) Uitbreiding van het schrijnwerk. Na plaatsing van het raam wordt de waterdichting van binnenuit tegen het extra blok gekleefd. Nadien wordt het raam vastgezet.
6
Het is van groot belang er op toe te zien dat het water uit de spouw bovenaan het raam tot voorbij de zijdelingse waterkering wordt afgevoerd. De waterkering bovenaan moet de zijdelingse met andere woorden overlappen. (zie ook d.)
(7)) Verlengen van het metselwerk. De beschikbare ruimte is hier te beperkt om alle functies goed te laten aansluiten op het schrijnwerk. Daarom wordt er weer een toevoeging gemaakt op het schrijnwerk, onder vorm van een multiplex lat. Tegen deze lat wordt van binnenuit eerst de waterdichte folie gekleefd, en vervolgens het raamanker op bevestigd. 7 vóór het plaatsen van de folie en het raamanker De ruimte aan de andere zijde van de lat wordt opgespoten met spuitisolatie. Ook hier geldt de opmerking van (6). Langs de bovenzijde mag geen water binnensijpelen aan de binnenzijde van de zijdelings waterkering. De waterkering aan de bovenzijde van het raam moet hiervoor zorgen. (zie ook d.)
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 22 -
RAAM IN HET BUITENVLAK
d. Waterkering, 3-dimensionaal Zoals eerder vermeld is het van cruciaal belang dat de waterkering aan de bovenregel, de zijdelingse overlapt. Om dit te bereiken laten we het beton/baksteen-element tot voorbij de randen van het raam gaan. Op die manier wordt ook de waterkering verlengd, kan ze overal op eenzelfde wijze bevestigd worden, en is de vereiste overlap tussen zijdelingse en bovenste waterkering gerealiseerd. De waterkering wordt gelijktijdig met het beton/baksteenelement en met het optrekken van de isolatie voorzien. Eens het raam geplaatst wordt, wordt ze tegen de bovenregel gekleefd. Dit is echter geen eenvoudige klus daar er slechts weinig ruimte rest. In de situatie waarbij het schrijnwerk uitgebreid wordt om een raam in het buitenvlak degelijk te kunnen plaatsen, wordt een gelijkaardig principe toegepast. De waterkering kan eenvoudig doorlopen, en zo voor de overlap zorgen. In plaats van op het toegevoegde blok wordt de waterkering, daar waar ze voorbij het raam gaat, tussen het gevelmetselwerk gelegd. Wat betreft de uitvoeringsvolgorde van dergelijke oplossing. De waterkering wordt aangebracht tijdens het optrekken van de spouwmuur. Ze zit in het gevelmetselwerk verwerkt, en wordt tevens tegen de onderzijde van de discontinue latei gekleefd. Er blijft met andere woorden weinig bewegingsruimte over voor het kleven op het schrijnwerk tijdens de plaatsing van het raam. Dit is geen evidente uitvoering, maar wel een oplossing voor het mogelijke vochtprobleem.
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 23 -
V. NABESCHOUWING Aan het eind van dit onderzoek blijkt duidelijk dat veel van de problemen - zowel bij plaatsing in het binnen - als in het buitenvlak- zich voordoen als gevolg van de geringe breedte van het raamkader. Deze is namelijk te beperkt om in elk geval alle nodige aansluitingen te verwezelijken. Een voor de hand liggende oplossing kan het gebruik van blokramen of zelfs schuiframen zijn, daar deze van nature uit een verdiept raamkader hebben, en er dus meer ruimte beschikbaar is.
Ik wens er tevens op te wijzen dat sommige zaken vereenvoudigd weergegeven zijn in de detailtekeningen. Dit is het geval voor bijvoorbeeld de zonneweringen en geleiders. Hier is niet diep op ingegaan, niet omdat dit weinig waardevol is, maar omdat dit niet essentieel is binnen de context van dit onderzoek. Belangrijker dan de specifieke technische weergave, is te wijzen op de impact ervan op het detail. Voor gedetailleerde informatie kan men terecht in gespecialiseerde technische literatuur of productinformatie.
Het onderzoek dat nu geleverd is binnen het kader van spouwmuren kan verder uitgebreid worden naar het domein van gevels met een dun buitenspouwblad (plaat- of tegelbekleding). Het is duidelijk dat er bij dergelijke gevelopbouw minder problemen zullen optreden. Voorbeelden komen dan ook frequenter voor.
Tot slot wens ik hier nog aan toe te voegen dat de voorgestelde voorbeelddetails hoogstwaarschijnlijk niet de enig mogelijke oplossingen bieden. Ik sluit niet uit dat er voor eenzelfde probleem in een detail een andere niet-vermelde oplossing bestaat. Binnen mijn notie van de materie echter en met de hulp en de praktische kennis van mijn begeleiders kwamen de voormelde details naar voor als de betere.
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 24 -
VI. REFERENTIES Syllabi / Nota’s opleiding burg. ir. arch. - Inleiding tot de bouwtechniek en bouwstructuren. Prof. Dirk De Meester - Constructie van gebouwen II. Prof. Jan Moens - Bouwfysica I. Prof. Arnold Janssens - Detail. Resultaten van een Bijzonder Vraagstuk bij Prof. Firmin Mees
Literatuur - TV 188 Plaatsen van buitenschrijnwerk. WTCB - TV 199 Binnenbepleisteringen deel 1. WTCB - TV 201 Binnenbepleisteringen deel II. WTCB - Detail: Zeitschrift für Architektur + Baudetail. - Bauwerk und Detail, db detailbuch 3. Jurgen Bräun - Wichtige Details ausgewählter Projekte, db detailbuch 1. Klaus Siegele
Scripties - Onderzoek naar hedendaagse detaillering (hellende daken). Dennis Delvael - Onderzoek naar systematieken in hedendaagse raamaansluitingen. Katrien De Norre & Deborah Leloup
Internet - Pleisterwerk
www.knauf.be www.gyproc.be
- Metselwerkconsole
www.scaldex.be www.plakabeton.com www.halfen.be
- Metselwerk
www.desimpel.be
- Zonnewering
www.renson.be www.harol.be www.duco.be
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 25 -
BIJGEVOEGD... Bijgevoegd in de achterflap: - overzichtsplan raam in het binnenvlak - overzichtsplan raam in het buitenvlak - cd-rom met de digitale bestanden alle gebruikte tekeningen in CAD (dwg) 3d-modellen in sketchup-formaat thesis in pdf-formaat overzichtsplannen in pdf-formaat.
HAALBAARHEID VAN RAAMAANSLUITINGEN IN HET VLAK
- 26 -
KEER TERUG
1
2
4
3
9
10
8
7 6
BAKSTEENBEKLEDING
RAAM
IN
H E T
B I N N E N V L A K
-
OV E R Z I C H T
P L A AT B E K L E D I N G
-
S C H A A L
1/5
-
RAAM
IN
HET
BINNENVLAK
-
OVERZICHT
VA R I A N T : M E T R O L L U I K K A S T
-
SCHAAL
1/5
-
RAAM
IN
HET
BINNENVLAK
KEER TERUG Verdikte pleisterlaag: 20mm
Verdikte pleisterlaag: 20mm
- toleranties worden hier opgenomen - onontbeerlijk wegens uitlijning in het vlak
- toleranties worden hier opgenomen - onontbeerlijk wegens uitlijning in het vlak
Beton/baksteen-element - als één geheel - verstelbaar in 3 richtingen - prefab of ter plaatse
Extra lat op schrijnwerk
- uitlijning in het vlak van zowel vaste als opengaande ramen
Bevestigingsvariant Plooi in waterkering
1
- barrière voor binnensijpelend water - eenvoudiger qua plaatsing dan onderstaande variant
Open voeg
- ter compensatie van weglaten van onderste waterkering - binnengedrongen water hierlangs weer naar buiten
2
4
3
9
Zonnewering & geleiders
- vooraf op het schrijnwerk gemonteerd - als één element geplaatst
Drainagegaatje
- ter compensatie van weglaten van onderste waterkering - binnengedrongen water hierlangs weer naar buiten
10
8
Extra lat op schrijnwerk
- uitlijning in het vlak van zowel vaste als opengaande ramen
Verdiept raamkader
- nodig om alle aansluitingen degelijk te realiseren
Waterkering
Cellenbeton
- koudebrugvrije steun voor dorpel - ondergrond voor mortelbed
6
7
- doorlopend tot voorbij dorpel, zoniet: waterinfiltratie
Waterkering
- extra garantie op waterdichtheid
BAKSTEENBEKLEDING
RAAM
IN
H E T
B I N N E N V L A K
-
OV E R Z I C H T
P L A AT B E K L E D I N G
-
S C H A A L
1/5
-
RAAM
IN
HET
BINNENVLAK
-
OVERZICHT
VA R I A N T : M E T R O L L U I K K A S T
-
SCHAAL
1/5
-
RAAM
IN
HET
BINNENVLAK
KEER TERUG
1
2
3
5
4
6
7
UITBREIDING SCHRIJNWERK
RAA M
IN
H E T
BU I T E N V L A K
-
OV ER Z IC H T
V E R L E N G I N G G E V E L M E T S E LW E R K
-
S C HAAL
1/5
-
RAAM
IN
HET
BUITENVLAK
KEER TERUG
Stijve structuur
Beton/baksteen-element
- basis voor de afwerking - tevens ter bevestiging van het raamanker
1
Waterkering
- schuin aflopend: ruimte voor isolatie - als één element opgehangen
2
3
- onderaan tegen de discontinue latei gekleefd - in de inkeping in het blok gelegd en gekleefd
Waterkering
- overlap nodig tussen waterkering aan de bovenregel en zijdelingse waterkering - bereikt door beton/baksteen-element (en zo ook de waterkering bovenaan) tot voorbij het raam te laten doorlopen - geen evidente uitvoering!
Extra blok
Extra blok op het schrijnwerk
- isolatie sluit aan op het schrijnwerk - afwerking in het gevelbeeld - aansluiting van waterkering van binnenuit
- isolatie sluit aan op het schrijnwerk - afwerking in het gevelbeeld
Multiplexlat
Kokerprofielconstructie
- aansluiting van de waterkering - bevestiging van het raamanker - resterende ruimte opgespoten met spuitisolatie
- draagconstructie voor het raam - raam vastgezet met L-profiel
Raam draagt op buitenspouwblad
- krachten overgedragen door kunststofblokje - vastgemaakt aan binnenspouwblad
Waterkering
- om kokerconstructie heen geplooid - druipneus in de spouw: water loopt niet naar binnen
Cementvezelplaat
- ondergrond voor tablet - op stijve isolatieplaat
5
4
6
7
UITBREIDING SCHRIJNWERK
RAA M
IN
H E T
BU I T E N V L A K
-
OV ER Z IC H T
V E R L E N G I N G G E V E L M E T S E LW E R K
-
S C HAAL
1/5
-
RAAM
IN
HET
BUITENVLAK