Kiesgroepprogramma Ministerie van Financiën Jaarverslag 2014 Directie Buitenlandse Financiële Betrekkingen
KIESGROEPPROGRAMMA MINISTERIE VAN FINANCIEN JAARVERSLAG 2014
Inleiding Vanaf 1 januari 2014 worden, voorlopig voor 3 jaar, de middelen voor kiesgroepsteun door het Ministerie van Buitenlandse Zaken overgeheveld naar het Ministerie van Financiën. Deze middelen worden gebruikt voor het verlenen van Technische Assistentie (TA) in landen die behoren tot de Nederlandse kiesgroepen bij IMF, Wereldbank en de EBRD. Directie BFB is budgethouder van dit kiesgroepbudget geworden. De overheveling van het kiesgroepbudget naar Financiën is een logische stap. Het Ministerie van Financiën verleent al jaren Technische Assistentie op haar beleidsterrein in het buitenland. Het hiervoor beschikbare, bescheiden budget werd de afgelopen jaren al steeds meer ingezet voor de ondersteuning van de Ministeries van Financiën in onze kiesgroeplanden bij IMF, Wereldbank en EBRD1. De relevante kennis voor deze TA heeft Financiën doorgaans zelf in huis. Verder kent Financiën de instellingen goed die voor de TA-activiteiten kunnen worden ingezet. Met het budget en de uitvoering van de kiesgroepsteun in één hand kan nu meer focus worden aangebracht en is er sprake van meer gerichte actie en profilering richting de kiesgroeplanden.
Nieuwe opzet kiesgroepprogramma Nog voor de overheveling van het kiesgroepbudget heeft Financiën de opzet van het bestaande kiesgroepprogramma tegen het licht gehouden en waar nodig aangepast. Er is opnieuw gekeken naar doelen, criteria, de activiteiten en de partners waarmee we werken. In binnen- en buitenland zijn hierover gesprekken gevoerd. Dit alles heeft geleid tot een plan van aanpak dat in november 2013 door directeur BFB werd goedgekeurd. In de nieuwe opzet is er sprake van één programma, maar draaien het al bestaande, kleinere Financiën budget voor TA en het nieuwe budget wel gescheiden van elkaar. Dit heeft niet alleen te maken met het verschillende karakter van de twee budgetten (permanent en tijdelijk), maar ook met het feit dat het budget afkomstig van Buitenlandse Zaken niet open staat voor kiesgroeplanden die al lid zijn van de EU. In de praktijk betekent dit dat wij het door Buitenlandse Zaken overgehevelde budget gebruiken voor activiteiten in kiesgroeplanden buiten de EU en het kleinere budget voor activiteiten in EU-kiesgroeplanden. Deze knip in het kiesgroepprogramma heeft wel tot administratieve uitdagingen geleid. Voor het vernieuwde kiesgroepprogramma zijn de volgende doelen en beoordelingscriteria geformuleerd: •!
Doelen: o!
Overkoepelende doelstelling is het verder verstevigen van de relatie met de kiesgroeplanden. Deze relatie is van groot belang voor de toekomstbestendigheid van onze
1 Voor de volledigheid dient vermeld te worden dat er in de afgelopen jaren ook TA is verleend aan kiesgroeplanden gefinancierd uit andere bronnen (EU-Twinning, Matra door Buitenlandse Zaken)
o!
o!
•!
kiesgroepen bij IMF, WB en EBRD en daarmee voor het verzekeren van de Nederlandse invloed in deze instellingen en erbuiten. De expertise die Financiën kan bieden is verder van belang voor het helpen van de betrokken landen bij het bereiken van adequate (EU)-standaarden op het gebied van transparante en effectieve openbare financiën. Deze standaarden spelen vaak een rol in het EU-toetredingsproces of in Associatieovereenkomsten met de EU. In de overhevelingbrief van Buitenlandse Zaken wordt nog benadrukt dat de positieve effecten van de TA op de landen zelf ook in het voordeel zijn van Nederlandse exporteurs en investeerders en het ook de stabiliteit van het internationale financiële systeem ten goede komt en witwassen wordt tegengegaan.
Beoordelingscriteria: Er zijn duidelijke (maar onvermijdelijk subjectieve) criteria voor projecten geformuleerd die richting geven aan ons werk. Criteria voor de activiteiten die uit het kiesgroepbudget gefinancierd kunnen worden zijn: o! Relatie: activiteiten komen ten goede aan de relatie met de kiesgroeplanden, zorgen voor meer binding met en coherentie in de kiesgroep; o! Vraaggestuurd: er moet een duidelijke behoefte bestaan bij de kiesgroeplanden aan expertise / assistentie van het Ministerie van Financiën die aansluit bij de beleidsprioriteiten / hervormingen van het land. Informatie over deze behoefte wordt verzameld middels verkenningsmissies in de landen zelf, contacten met IFI’s en andere relevante instellingen en donoren, Ambassades, kiesgroepkantoren etc. o! Vraag - Aanbod: we kunnen de expertise om aan die vraag te voldoen ook daadwerkelijk leveren (beschikbaarheid van mensen). o! Zichtbaarheid: het moet duidelijk zijn dat Nederland, in het bijzonder het Ministerie van Financiën, de activiteit mogelijk heeft gemaakt. o! Additioneel: de activiteiten zouden zoveel mogelijk moeten aansluiten bij het werk van andere partijen (IFI’s, EU, andere donoren). o! Kennisoverdracht: we willen de TA zoveel mogelijk richten op effectieve kennisoverdracht. Deze keuze wordt mede ingegeven door lessen uit het verleden toen BuZa het budget nog beheerde. We leveren bij voorkeur géén hardware (ICT-systemen) vanwege douane- en aanbestedingsformaliteiten, tenzij het echt iets toevoegt, bijvoorbeeld een CDROM die bij de cursus hoort etc. Ook investeren in gebouwen (bv opleidingscentra) doen we niet. o! Laag “strijkstokgehalte”: overhead moet zoveel mogelijk beperkt worden.
De bekende kleine missies blijven een belangrijk onderdeel van het kiesgroepprogramma. Het gaat om experts die in de landen zelf assistentie verrichten, of de ontvangst van delegaties in Nederland voor een studiebezoek. Deze kleinere missies zijn in het verleden zeer nuttig gebleken: het gaat om concrete hulp op wat kleinere schaal die IFI’s en grote donoren vaak niet aanbieden, de missies zijn zichtbaar en zorgen voor veel goodwill bij onze kiesgroeppartners. Daarnaast richten we de aandacht nu ook op grotere, langduriger trajecten die meer impact hebben in de landen zelf en meer profiel geven aan onze rol als leider van de kiesgroep. Op deze manier blijven we langer betrokken bij de hervormingsprocessen in onze kiesgroeplanden. Voorbeelden in 2014 zijn de programma’s in Oekraïne en Moldavië die worden uitgevoerd door de Rijksacademie. Bij deze langlopende trajecten maken we gebruik van het netwerk dat we in de afgelopen jaren al in de landen hebben opgebouwd. Zoals gezegd verleent Financiën de steun in de context van de kiesgroepen bij IMF, Wereldbank en de EBRD. We willen dan ook nadrukkelijk de samenwerking met deze IFI’s zoeken, maar ook met andere internationale instellingen, (bilaterale) donoren en trainingsinstituten die actief zijn in de regio, zoals het Centre of Excellence in Finance (CEF) in Slovenië. De activiteiten worden vastgelegd in zgn. Bilateral Cooperation Programmes (BCP) die elk jaar met de landen worden afgesloten. Basis hiervoor zijn de Memoranda of Understanding (MoU) waarin het kader van de samenwerking wordt geschetst. Omdat de activiteiten geleidelijk een langere doorlooptijd krijgen streven we ernaar om met meerjarige BCP’s te gaan werken.
Partners en landen In 2014 hebben wij met diverse partners samengewerkt om de TA in de kiesgroeplanden daadwerkelijk te kunnen leveren. De belangrijkste partners worden hieronder genoemd: •!
•!
•!
•!
•!
•!
•!
•! •!
•!
•!
De Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering (RAFEB): BFB heeft een overeenkomst gesloten waarmee het in 2014 een deel van het budget bij RAFEB heeft inbesteed. Hiervoor heeft RAFEB in de meeste kiesgroeplanden activiteiten uitgevoerd. Deze activiteiten richten zich op concrete ondersteuning bij het verbeteren van het begrotingsproces (voorbereiding, uitvoering, verantwoording), aspecten van begrotingsbeleid en met name het verbeteren van internal control (financieel management en internal audit) bij Ministeries en locale overheden. Belastingdienst (inclusief FIOD, Douane): In 2014 gaat het om de voortzetting van kleinere missies in een aantal kiesgroeplanden (bijv. FIOD in Georgië) en inzet van experts van de Belastingdienst voor workshops van CEF. In sommige landen is het programma dat de Belastingdienst voor BFB uitvoert groter, zoals in Kroatië, als follow up van een EU-Twinning. Omdat het door BuZa overgehevelde budget niet open staat voor EU-kiesgroeplanden worden de activiteiten in Kroatië uit het bestaande, kleinere TA-budget van Financiën gefinancierd. Auditdienst Rijk (ADR): De experts van de ADR hebben in 2014 een aantal kleine missies uitgevoerd (Montenegro), werken mee aan workshops van CEF en worden ingezet in het programma dat RAFEB voor BFB uitvoert (m.n. in Oekraïne en Moldavië). Andere onderdelen van het Ministerie van Financiën die in 2014 betrokken waren bij het kiesgroepprogramma zijn o.a. Directie Begrotingszaken, Inspectie Rijksfinanciën, DG Fiscale Zaken, DG Belastingdienst, Directie Financiële Markten, het Agentschap, Directie Bedrijfsvoering en BFB zelf. Andere departementen: hebben in 2014 ondersteuning verleend via het programma van RAFEB (bijv. experts vanuit de Directies FEZ van BuZa, OCW, BZK), of zijn betrokken bij studiebezoeken (zoals SZW bij de workshop voor Montenegro over pensioenen, en BZK en ABD bij de workshop voor Armenië over HRM). CEF: In 2014 is vanuit het kiesgroepprogramma, naast de inzet van experts, ook een deel van de kosten voor deelname van kiesgroeplanden aan workshops van CEF betaald. Deze workshops worden door Nederlandse experts van m.n. de Belastingdienst en ADR gegeven. DNB/DSF: In 2014 is nog één keer het Central Bankers and Regulators Workshop van de Duisenberg School of Finance gefinancierd. Na de evaluatie is geconcludeerd dat we dit evenement in de toekomst niet meer financieren. We zijn in gesprek met DNB over andere vormen van samenwerking. Verder heeft DNB in 2014 medewerking verleend aan een studiebezoek over pensioenen voor Montenegro. AFM, Pensioenfederatie: hebben in 2014 hun medewerking verleend aan een studiebezoek over pensioenen voor Montenegro. Ambassades: We hebben veel ondersteuning gekregen van de Ambassades in de kiesgroeplanden bij verkennende missies, bij het opstellen van de bilaterale programma’s en bij de uitvoering daarvan. Ambassades dragen ook actief ideeën aan voor TA. Voor de Ambassades is het kiesgroepprogramma ook interessant, want het opent voor hen nieuwe deuren bij de Ministeries van Financiën in hun land. Kiesgroepkantoren: De Bewindvoerders en advisors op de kiesgroepkantoren bij IMF, Wereldbank en EBRD denken mee over het kiesgroepprogramma en informeren ons over actuele ontwikkelingen en mogelijkheden voor samenwerking met de instellingen. Donoren (IFI’s, EU, GIZ, USAID): Bij verkennende missies in de kiesgroeplanden worden altijd gesprekken gevoerd met de aanwezige vertegenwoordigingen van deze instellingen. Doel is informatieuitwisseling en het op elkaar afstemmen van activiteiten.
In 2014 zijn we in verreweg de meeste kiesgroeplanden met TA actief geweest, behalve in BosniëHerzegovina, Roemenië en Bulgarije. Uit deze landen zijn in 2014 geen TA verzoeken gekomen. Daardoor hadden we momenteel geen bilateraal programma met deze landen. We werken immers vraaggestuurd. Eind 2013 lag er wel een plan voor een project in Bosnië-Herzegovina. Samen met IMF en CEF zou een workshop worden georganiseerd voor alle bestuurlijke entiteiten in Bosnië-
Herzegovina over financial reporting. Dit project bleek echter veel overlap te vertonen met een traject dat de EU had opgestart. Voor zowel IMF als voor Financiën was dit aanleiding om het plan niet door te zetten. Bosnië-Herzegovina profiteerde in 2014 wel van onze regeling met CEF voor deelname aan workshops die door experts van Financiën werden gegeven. Ook waren er deelnemers uit dat land aanwezig bij de Summercourse van de Rijksacademie.
Activiteiten in 2014 In de bijlage wordt per land een overzicht gegeven van de activiteiten die zijn uitgevoerd in het kader van het kiesgroepprogramma van Financiën. Het gaat enerzijds om de niet EU kiesgroeplanden die in aanmerking komen voor financiering uit het door Buitenlandse Zaken overgehevelde kiesgroepbudget. Anderzijds gaat het om de activiteiten in Kroatië die uit het bestaande, kleinere TA budget zijn gefinancierd. Verder worden in dit overzicht ook andere, multilaterale activiteiten genoemd die in het kader van het kiesgroepprogramma zijn uitgevoerd.
Vooruitblik 2015 Er liggen voor 2015 veel plannen klaar. Een aantal langlopende trajecten met bestaande partners wordt verder doorgetrokken. Het gaat hierbij enerzijds om werkzaamheden van RAFEB in de meeste van onze kiesgroeplanden. Anderzijds gaat het om de geïntensiveerde samenwerking met CEF, in het kader van audit workshops en het nieuwe belastingprogramma van CEF dat we samen met IMF en het Adetef (ontwikkelingsagentschap van Franse overheid) uitvoeren. Verder zijn er interessante nieuwe contacten ontstaan, zoals met de State Financial Monitoring Service / Financial Intelligence Unit in Kiev, die van 21-25 april 2015 voor een studiebezoek in Nederland waren. Centraal in dat bezoek stond de samenwerking tussen alle betrokken organisaties op het gebied van de bestrijding van witwassen. Samen met directie FM en anderen betrokkenen zal bezien worden hoe dit studiebezoek een vervolg kan krijgen. Verder hebben BFB en directie Financieringen afspraken gemaakt over de ontwikkeling van een module over Public Private Partnerships, n.a.v. verzoeken uit landen als Moldavië en Macedonië. Tenslotte wordt samen met het kiesgroepkantoor bij de Wereldbank gewerkt aan een programma voor kennisuitwisseling ten behoeve van de Treasury van het Georgische Ministerie van Financiën, gericht op het verbeteren van hun debt management.
BIJLAGE : ACTIVITEITEN IN 2014
Oekraïne Het programma in Oekraïne kwam in 2014 geheel voor rekening van de Rijksacademie. De activiteiten werden uitgevoerd bij de Financiële Inspectie en de Academy voor Financieel Management van het Ministerie van Financiën in Kiev. De nadruk in het programma in Oekraïne ligt op Public Internal Financial Control (PIFC). RAFEB heeft veel expertise op dit terrein. De experts op dit terrein worden in diverse landen ingezet.
Box PIFC Public Internal Financial Control (PIFC) is het model dat de EU hanteert ter invulling van het EUAcquis Chapter 32, Financial Control. Ook in het kader van de Associatieakkoorden met de EU dringt de EC aan op voortgang op dit terrein. Er is geen EU-wetgeving omtrent PIFC, het gaat om het aannemen van internationale standaarden en EU best practices. Doel van PIFC is het bevorderen van efficiency en effectiviteit bij de besteding van belastingmiddelen door het vergroten van de verantwoordelijkheid van het management voor de uitvoering van de begroting, programma’s en activiteiten in het publieke domein. De drie pijlers van PIFC zijn: •!
•!
•!
“Managerial accountability” door een gezond Financieel Management en Control (FMC) systeem: Kern is dat de verantwoordelijkheid voor de begroting op het niveau wordt neergelegd waar de beleidsverantwoordelijkheid ligt. Hierdoor is er een prikkel voor een beheerste en afgewogen uitvoering van begroting en beleid. Vanuit dit principe wordt het FMC-systeem ingericht met implementatie van regelgeving, code of ethics, rulebook, manuals voor interne audit, trainingen en certificatie van auditors die door CHU worden ontwikkeld (zie hieronder) etc. Onafhankelijke interne audit: een gedecentraliseerde en functioneel onafhankelijke interne audit dienst (vgl met ADR in NL). Hiermee wordt de audit functie als aparte unit in de organisatie zelf geïncorporeerd i.p.v. het oude top down systeem van een financiële inspectie die toeziet op transacties, sanctioneert etc. Centrale harmonisatie: de rol van aanjager en harmonisatie binnen het Ministerie van Financiën via een zogenaamde CHU, de Central Harmonisation Unit. Deze is te vergelijken met de directie Begrotingszaken van het Ministerie van Financiën in Nederland. CHU maakt standaarden en methoden t.b.v. de andere twee pijlers (zie hierboven), waaronder ook het ontwerp dan wel wijziging van de zogenaamde “organic budget law” (vgl. met de comptabiliteitswetgeving in Nederland).
Financiële Inspectie De Rijksacademie heeft in 2014 een omvangrijk programma uitgevoerd bij de Financiële Inspectie (FI) in Kiev, en wel bij de CHU van de FI. De CHU staat nu nog op afstand van het Ministerie van Financiën, maar valt wel onder de Ministeriële verantwoordelijkheid. Uiterlijk in 2017 gaat de CHU volledig over naar het Ministerie van Financiën, een ontwikkeling die wij toejuichen. PIFC staat in de kinderschoenen in Oekraïne, er moet nog veel gebeuren. EU en OECD hebben zich afgelopen jaren gericht op strategievorming op dit terrein, maar tot voor kort ontbrak de politieke wil voor hervormingen. De bestaande PIFC-strategie voor 2013-2017, waarbij OECD/SIGMA namens de EU betrokken zijn geweest, wordt dan ook als zwak beschouwd. De Rijksacademie heeft in 2010 t/m 2013, toen nog gefinancierd uit de middelen van Buitenlandse Zaken, activiteiten uitgevoerd bij de CHU. Hierbij werd de nadruk gelegd op praktische
verbeteringen op het gebied van PIFC tegen de achtergrond van de door de EU gevraagde hervormingen. In 2014 hebben wij hierop voortgebouwd met activiteiten in diverse componenten van PIFC, zoals: •! •! •! •! •! •! •!
Seminars voor managers om het concept van managerial accountability te verhelderen (awareness raising); Trainingen van auditors; Trainingen van trainers (zodat men op termijn zelf de mensen kan gaan trainen); Het ontwikkelen van materiaal zoals handleidingen; Het uitvoeren van een eerste pilot voor de introductie van PIFC bij vakdepartementen (Ministerie van Justitie); Seminars over het beheer van EU-fondsen; Door de ontwikkelingen op Maidan en later in het Oosten van Oekraïne zijn de oorspronkelijk geplande activiteiten in de regio’s geschrapt.
De activiteiten zijn goed afgestemd met de EU en andere donoren, zoals GIZ (Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit). GIZ is de ontwikkelingsorganisatie van de Duitse overheid die ook actief is op het terrein van Public Finance Management (PFM) waar PIFC onderdeel van is. Het Nederlandse Ministerie van Financiën / RAFEB was ook aanwezig bij donorbijeenkomsten op het gebied van PFM. Met het tekenen van de Associatieovereenkomst met de EU en door het IMF-programma en het MFA (Macro-Financial Assistance) van de EU moet Oekraïne verbeteringen in haar openbare financiën laten zien, ook op het gebied van PIFC. Hierdoor zal PIFC hoger op het prioriteitenlijstje van de regering komen te staan. Wij zijn goed gepositioneerd om een bijdrage te leveren aan de gewenste hervormingen op dit gebied. Uit onze activiteiten, gericht op praktische verbeteringen, kunnen ook lessen worden getrokken die een goede basis vormen voor discussies over strategievorming, certificering (trainingen) en het voldoen aan EU-standaarden, onderwerpen waar wij bij betrokken willen zijn. Over deze zaken blijven wij in gesprek met de betrokken donoren. Academy for Financial Management De Academy for Financial Management (AFM) is het trainings- en onderzoeksinstituut van het Ministerie van Financiën in Kiev op het gebied van financieel management. Ook bij AFM werd in 2014 voortgebouwd op eerdere activiteiten van de Rijksacademie, toen nog gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het gaat daarbij om de ondersteuning van trainingen en opleidingen van ambtenaren van het Ministerie van Financiën en haar diensten (basiscursus financieel specialisten, begrotingsbeleid, fiscale decentralisatie) en ondersteuning bij het ontwikkelen van nieuwe lesmethoden, zoals distant learning. Dit lijkt bij uitstek een manier om ambtenaren in de regio’s te kunnen blijven bereiken en trainen. Rijksacademie deelt de kennis en ervaring die zij zelf heeft opgebouwd op het gebied van distant learning met AFM. In oktober 2014 heeft, tijdens een studiebezoek aan Nederland, een eerste inventarisatie plaatsgevonden met het Oekraïense Ministerie van Financiën, FI en AFM met het oog op het programma voor 2015. Moldavië In 2014 werd een groot deel van het kiesgroepprogramma verzorgd door de Rijksacademie. Hierbij werd voortgebouwd op eerdere activiteiten gefinancierd uit het bestaande, kleinere TA-budget van het Ministerie van Financiën, alsmede op de EU-Twinning die in 2011-2013 door Nederland (Rijksacademie) samen met Zweden werd uitgevoerd op het gebied van PIFC. PIFC staat in Moldavië nog in de kinderschoenen, maar men is al iets verder dan in Oekraïne. Bij de uitrol van PIFC heeft CHU in Chisinau nadrukkelijk gekozen voor de aanpak die voortvloeit uit de Twinning die met Nederlandse experts werd uitgevoerd. Dezelfde experts zijn betrokken bij de vervolgactiviteiten in 2014. Dit zorgt voor continuïteit en vergroot de kans op structurele
verankering van een goede financiële controle binnen de overheid. Dit is precies wat wij beogen met de nieuwe opzet van TA: meerjarige, duurzame activiteiten. De CHU van het Ministerie van Financiën in Moldavië is een kleine unit met zeer gedreven mensen. Politiek is er steun voor hervormingen op dit gebied. Het associatieakkoord met de EU heeft voor meer dynamiek gezorgd. De vraag naar onze assistentie nam hierdoor ook toe, waardoor wij het programma voor Moldavië gedurende het jaar hebben uitgebreid. In 2014 zijn, ter ondersteuning van CHU in Chisinau, activiteiten uitgevoerd zoals: •!
•! •!
•! •! •!
Assistentie bij het opstellen van de wet voor FEZ-directies, in overleg met CHU en de vakdepartementen. In 2015 gaan we hiermee door (implementatie, opzet van de FEZdirecties). Bijeenkomst voor auditors en managers van het Ministerie van Financiën over het concept van managerial accountability, good governance (awareness raising). Workshop met het Ministerie van Financiën waarin kennis en ervaring werd gedeeld over fiscale decentralisatie. In Moldavië zijn er veel locale entiteiten die weinig expertise in huis hebben. Fiscale decentralisatie vereist een goede centrale controle en kennisoverdracht / communicatie. Bijeenkomst voor locale overheden over het opzetten van een interne audit functie. Pilots voor het verbeteren van FMC systemen bij twee vakdepartementen. De resultaten hiervan worden verwerkt in een handleiding die bij andere entiteiten kan worden gebruikt. Trainingen van auditors.
In 2014 heeft de Belastingdienst op kleine schaal activiteiten verricht op het gebied van invordering (arrears and insolvency management). Armenië De relatie met het Ministerie van Financiën van Armenië moest weer helemaal worden opgebouwd. In de jaren ervoor was er nl. geen bilateraal programma met Armenië geweest (er waren geen concrete TA-verzoeken). Vanuit het kiesgroepbudget had het Ministerie van Buitenlandse Zaken in de afgelopen jaren alleen een project met de Armeense Rekenkamer gedaan. In november 2013 heeft daarom een verkenningsmissie naar Yerevan plaatsgevonden voor gesprekken bij het Ministerie van Financiën, de Revenue Service (Belastingdienst) en donoren. Hieruit is een bescheiden bilateraal programma voor 2014 voortgekomen met o.a. : •!
•!
Studiebezoek van een delegatie van het Ministerie van Financiën op het gebied van Human Resources Management. Het Ministerie van Financiën in Yerevan zit middenin de opbouw van haar HRM-beleid (heeft interdepartementaal het voortouw op dit gebied) en is op zoek naar best practices. Financiën heeft dit programma verzorgd, samen met BZK, ABD en RAFEB. Een eerste verkenning door RAFEB op het gebied van program based budgetting (resultaat gericht begroten, tegenwoordig noemen we het verantwoord begroten) en eventuele samenwerking met GIZ op dit terrein.
Georgië In november 2013 heeft een verkenningsmissie in Tbilisi plaatsgevonden voor gesprekken bij het Ministerie van Financiën, de Academie van het Ministerie van Financiën, de Revenue Service en donoren. Hieruit is een programma voor 2014 voortgekomen met o.a.: •! •! •!
Diverse seminars, uitgevoerd door de FIOD, bij de Investigating Service in Tbilisi op het gebied van de bestrijding van witwassen en de aanpak van BTW fraude; PIFC (door RAFEB): assisteren van de CHU bij de opzet van een nieuwe PIFC-strategie en bij het opstellen van FMC rules and procedures. Studiebezoek van Ministerie van Financiën en het nieuwe management van de Academy van MoF om te spreken over de prioriteiten voor 2015 en de mogelijkheden voor samenwerking en uitwisseling van kennis en ervaring tussen de Academy en de Rijksacademie.
Macedonië In 2013 werden activiteiten uitgevoerd op het gebied van IFI’s (door BFB) en Debt Management (door Agentschap). De verkenning in maart 2014 leverde niet direct TA-verzoeken op. De lijst met verzoeken voor TA hebben we pas later dat jaar ontvangen. Op basis van deze verzoeken wordt gewerkt aan een programma voor 2015. Wat opviel tijdens de verkenning was dat de dynamiek en drive in Macedonië lijkt te zijn afgenomen. Er lijkt weinig tempo te worden gemaakt met verdere hervormingen, bijvoorbeeld en de publieke sector. Montenegro Tijdens een verkenningsmissie in maart 2014 werd duidelijk dat het toetredingsproces tot de EU in Montenegro voor een enorme dynamiek heeft gezorgd. Op vele terreinen binnen het Ministerie van Financiën wordt actie ondernomen. De verkenningsmissie leverde veel input op voor het bilaterale TA-programma waarop werd besloten er direct een meerjarig programma van te maken. In het bilaterale programma voor 2014/2015 werd o.a. opgenomen: •!
•!
•!
Programma van RAFEB gericht op het implementeren van resultaatgericht begroten (“program based budgeting, performance management”) in de Montenegrijnse openbare financiën, zowel op centraal als op decentraal niveau. Eerder heeft Montenegro een start hiermee gemaakt, maar vanwege de financiële crisis kwam dit stil te liggen. Met behulp van de inzet van Nederlandse experts kan het Ministerie van Financiën in Montenegro de basis op dit terrein weer versterken. Dit is nodig met het oog op een IPA-project (pre-accessie) dat de Europese Commissie eind 2015/begin 2016 op dit terrein wil starten. Workshop Audit EU fondsen (door ADR), april 2014: Doel is het inzicht van auditors bij het Ministerie van Financiën te vergroten waarbij een risicogerichte controle aanpak voorop staat bij het doorlopen van het gehele EU-subsidieproces; Studiebezoek in september 2014 aan Nederland van het Ministerie van Financiën en toezichthouder in Montenegro op het gebied van pensioenen, en wel de implementatie van de IORP-richtlijn (aanvullende pensioenen). Centrale vraag was hoe je een EU-richtlijn op dit gebied implementeert terwijl er geen tweede pensioenpijler bestaat. Andere vraag was of de introductie van een tweede pijler noodzakelijk / wenselijk is. Het Ministerie van Financiën heeft dit studiebezoek georganiseerd samen met SZW, DNB, AFM, en de Pensioenfederatie.
Mongolië In 2014 werd, door medewerkers van Directie Begrotingszaken, een workshop gegeven bij het Ministerie van Financiën in Ulaanbaatar over de principes van het Nederlandse begrotingsbeleid, de jaarlijkse begrotingscyclus, rol van Financiën/vakdepartementen in dit proces, verantwoord begroten (performance based budgetting) en de begrotingsverantwoording. Daarbij werden ook simulaties uitgevoerd. Verder werd er een aparte sessie gewijd aan het fenomeen Dutch disease en de rol van sovereign wealth funds. Nederland kan ervaringen en best practices met Mongolië delen. Kroatië In navolging van een EU-Twinning heeft de Belastingdienst met de Kroatische counterpart (CTA) activiteiten opgestart op het gebied van de bestrijding van BTW-fraude. Zo ondersteunt de Belastingdienst de CTA bij het opzetten van een anti-fraude unit. Verder is er voor CTA ondersteuning door medewerkers van de Belastingdienst op het gebied van communicatie en management development. De RAFEB en de ADR zijn in Kroatië actief op gebied van PIFC, de verbetering van begrotingsprocessen en internal audit. Tenslotte heeft er eind 2014 een studiebezoek plaatsgevonden van de Kroatische EU-unit van het Ministerie van Financiën om door BFB en BuZa te worden bijgepraat over EU-coördinatie en het Europees Semester. DNB/DSF DNB heeft in 2014 medewerking verleend aan een studiebezoek over pensioenen voor Montenegro. Verder is in 2014 nog één keer het Central Bankers and Regulators Workshop van de Duisenberg
School of Finance gefinancierd. Bij de evaluatie is geconcludeerd dat dit evenement niet meer past in de nieuwe opzet van het kiesgroepprogramma waarbij we ons vooral vraaggestuurd willen richten op ondersteuning bij trajecten in de landen zelf (hervormingsprogramma’s, behalen van cruciale standaarden) en de daarbij behorende kennisoverdracht. Besloten is dit evenement in de toekomst niet meer te financieren. We zijn in gesprek met DNB over andere vormen van samenwerking, bij voorkeur gericht op gebieden waar zowel de Ministeries van Financiën als centrale banken betrokken zijn (o.a. pensioenen en het bestrijden van witwassen). CEF In 2014 werd een overeenkomst met CEF gesloten om voor zes workshops op het gebied van audit en belastingen, die door Nederlandse experts worden gegeven, een deel van de kosten van deelnemers uit kiesgroeplanden te vergoeden. Belangrijkste reden om dit te doen is dat het, vanwege budgettaire redenen, voor de collega’s bij de Ministeries van Financiën in de kiesgroeplanden steeds moeilijker wordt om opleidingen te volgen, terwijl de behoefte aan kennis groot is vanwege de hervormingen die doorgevoerd moeten worden (EU-toetreding en associatie). SBO Meeting CESEE regio SBO (Senior Budget Officials Network) van OECD is een regionaal netwerk van directeuren Begrotingszaken, in dit geval uit Centraal, Oost en Zuidoost Europa (CESEE), waaronder veel kiesgroeplanden. In 2014 was er een SBO-bijeenkomst in Nederland, geopend door Minister Dijsselbloem. Doel van het netwerk is uitwisseling van informatie over relevante beleidsontwikkelingen op het gebied van de begroting, initiatieven van instellingen als OECD, PEMPAL (Wereldbank), het IMF etc. Centraal bij de conferentie stonden de ervaringen met begrotingshervormingen in de afgelopen 10 jaar (o.a. budget reviews van OECD, governance, verantwoording/discussie met Parlement) en werd vooruitgekeken naar de toekomst (prioriteiten). BFB heeft vanuit het kiesgroepbudget een deel van de financiering voor haar rekening genomen i.v.m. het belang hiervan voor de kiesgroeplanden en de profilering van Nederland als kiesgroepleider. PEMPAL PEMPAL (Public Expenditure Management Peer Assisted Learning) is een multilateraal initiatief waarin de Wereldbank een grote rol speelt. Het is een netwerk van professionals op het gebied van Public Expenditure Management van overheden in Centraal en Oost Europa en Centraal Azië, waaronder veel kiesgroeplanden. Experts uit ontwikkelde landen kunnen ook een inbreng hebben in PEMPAL. Doel is het delen van kennis en ervaring en elkaar ondersteunen bij capaciteitsontwikkeling. PEMPAL is oorspronkelijk gestart door de Wereldbank en DFID, andere deelnemende partijen zijn o.a. OECD/SIGMA, GIZ, Zwitserland (Staatsecretariaat voor Economische Zaken) en het Russische Ministerie van Financiën. CEF voert het secretariaat. PEMPAL werkt vraaggestuurd. Er zijn 3 zogenaamde Communities of Practice (CoP). Nederland / ADR is actief in de CoP voor internal audit. Door deelname aan PEMPAL doen wij aan kennisoverdracht, bouwen we aan ons netwerk en krijgen we uit eerste hand informatie over hervormingsprocessen in onze kiesgroeplanden, wat ook nuttig is voor ons TA-programma. In 2014 heeft een expert van ADR enkele keren deelgenomen aan een bijeenkomst van de CoP internal audit. We hebben, na consultatie met het Ministerie van Buitenlandse Zaken, afgezien van deelname aan de bijeenkomst in Moskou (eind mei 2014). Summercourse In juli 2014 heeft de jaarlijkse Summercourse van de Rijksacademie plaatsgevonden. Per kiesgroepland worden 4 personen uitgenodigd, 2 vanuit de begrotingshoek en 2 uit de belastinghoek van het Ministerie van Financiën en de Revenue Service. Het programma werd in 2014 aangevuld met een onderdeel over debt management, verzorgd door medewerkers van het Agentschap van het Ministerie van Financiën.