JAARVERSLAG VAN DE DIRECTIE
1
AANPASSEN ! Drie termen geven sinds 2011 aan welke competenties in de transitie van CKE belangrijk zijn. Na ‘Ondernemen’ en ‘Samenwerken’ nu de focus op ‘Aanpassen’. Aanpassen is de term die intern bij onze medewerkers de meeste weerstand opriep. “We gaan toch niet onze idealen verloochenen door ons klakkeloos aan anderen aan te passen?” Al polderend bedachten we de term ‘Afstemmen’: dat klinkt wat meer wederzijds en komt ook wat dichter bij onze artistieke/muzikale wereld . Persoonlijk kreeg ik steeds meer moeite met deze polderterm. We zien de wereld om ons heen sterk veranderen, we zien de plaats en de vormen van cultuur in de maatschappij veranderen. Met het vermogen om je aan de nieuwe werkelijkheid aan te passen is niets mis. Tegelijk zijn we ons, misschien meer dan ooit, bewust van onze idealen en onderliggende waarden en die verloochenen we niet. We zijn wel bereid opnieuw na te denken over hoé we onze idealen in deze tijd het beste bereiken. We zijn bereid oude patronen los te laten en we merken dat het ons veel oplevert. We bereiken resultaten die enkele jaren geleden ongedacht waren. Het toont onze kracht dat we daartoe in staat zijn. Dankzij ons vermogen tot ondernemen, samenwerken én aanpassen. In 2011 begonnen we onze vierjarige transitie in de ‘CKE-Koers 2014’. In het voorjaar van 2014 hebben we deze koers geëvalueerd. Heel kort samengevat hebben we de transitie van Care naar Share goed ingezet, we hebben de inhoudelijke en financiële doelen behaald, de koers blijkt een goede koers naar de toekomst en met het realiseren van die koers wordt CKE steeds meer een voorbeeld voor collega-instellingen in Nederland. Dit heeft geleid tot de voorlopige conclusie, dat de lijn in de komende jaren met alle kracht wordt voortgezet, de transitie wordt een zaak van héél CKE in de volle breedte, we gaan de stap zetten van Care naar Share naar Dare. De grote lijnen van de koers naar 2020 zijn in september gedeeld met de gemeente Eindhoven. We hebben besloten gezamenlijk een extern onderzoek te laten uitvoeren naar de landelijke trends in kunst- en cultuureducatie met daarbij een specifieke vertaling naar de lokale situatie. Uitgangspunten zijn o.a. Cultuur Totaal en de grote lijnen van de CKE koers naar 2020. De uitkomsten van het onderzoek zullen richtinggevend zijn voor de verdere invulling van de koers van CKE “van Care naar Share naar Dare” en voor de Cultuurbrief (zie hieronder) van de gemeente Eindhoven. Het rapport zal medio april 2015 afgerond worden. Aanpassing is niet alleen bij CKE een thema, ook bij de gemeente Eindhoven: de structuur waarin subsidieaanvragen voor cultuur beoordeeld en toegewezen worden gaat ingrijpend veranderen. De principe beslissing is genomen door de gemeenteraad en implementatie is voorzien voor 2015 en 2016. Het systeem van cultuursubsidiëring wordt geobjectiveerd en op afstand van de politiek geplaatst. Er komt een stichting Cultuur Eindhoven op afstand van de gemeente. Deze wordt verantwoordelijk voor de uitvoering van het cultuurbeleid. De gemeenteraad stelt de kaders vast voor vier jaar in een zogenaamde Cultuurbrief. Er wordt een aantal culturele functies benoemd die tezamen de culturele Basis Infrastructuur van Eindhoven (BIS) moeten vormen. De vierjarige financiering die hieraan wordt toegekend is gericht op de exploitatie.
2
Het ligt in de lijn der verwachting dat CKE wordt aangemerkt als organisatie waarvan de functie wordt aangemerkt als BIS. Ook wordt verwacht dat CKE hierin de ondersteuning en subsidiering van amateurkunst als functie zal meenemen. Op de resultaten die we in dit jaarverslag presenteren zijn we trots. We worden meer en meer zichtbaar in de stad, we voelen erkenning door onze partners en subsidienten. Eindhoven en de regio maakt anno 2014 dankbaar gebruik van CKE, dankzij onze aanpassingen.
Eindhoven, 23 april 2015
het bestuur van CKE Ruud Janssen, directeur-bestuurder
3
CULTUUREDUCATIE De afdeling cultuureducatie richt zich op het regulier onderwijs als klant, met name het basis en voortgezet onderwijs. Daarnaast zijn vele culturele instellingen in Eindhoven klant en/of samenwerkingspartner. Binnen deze afdeling zijn er twee subafdelingen die intern gesplitst zijn : CultuurStation (de intermediair tussen onderwijs en cultuur) en CKE-onderwijs (educatie in actieve kunstbeoefening op scholen). De activiteiten behelzen proeven (kennismaken en oriënteren), soms al wat leren (verdieping) en doen. De afdeling Cultuureducatie heeft in 2014 diensten verleend aan 60 van de 67 scholen voor primair onderwijs, 22 van de 26 scholen voor voortgezet ( speciaal) onderwijs en als novum één MBOschool in Eindhoven. Daarnaast hebben scholen uit de regio Zuidoost Brabant diensten van de afdeling Cultuureducatie afgenomen, 12 scholen uit primair en 9 scholen uit het voortgezet onderwijs.
CultuurStation CultuurStation, het onafhankelijke bureau voor cultuuronderwijs, heeft per definitie een sterk ondernemend karakter. We zijn alert op wat er in de stad plaatsvindt en op de landelijke ontwikkelingen. Voor het culturele veld en de scholen zijn we een samenwerkingspartner en het kenniscentrum voor cultuureducatie. We zijn hét aanspreekpunt ! Dit houdt in dat we ons intensief bezighouden met de implementatie van de doorlopende leerlijn cultuureducatie “De culturele ladekast”, niet alleen binnen de Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit maar bijvoorbeeld ook binnen het aanbod in Kunstmenu en bij de cultuurcoach-scholen. We stimuleren culturele aanbieders om er mee te gaan werken. In 2014 is het programma rondom deskundigheidsbevordering van leerkrachten verder ontwikkeld. Vaste partners van CultuurStation zijn o.a. Korein, EHV 365, Kunstbalie en de 5 bureaus voor cultuuronderwijs in Brabant. CultuurStation is de centrale aanvrager van de landelijke Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit , een meerjarige subsidieregeling vanuit het Fonds Cultuur Participatie en de Gemeente tot 2017. In 2014 zijn er 12 scholen die deelnemen en 13 culturele instellingen. CultuurStation coördineert de gehele uitvoering van de Regeling en zorgt voor de monitoring en evaluatie . De doelstelling is een kwaliteitstoename van cultuuronderwijs door de implementatie van een doorlopende leerlijn gericht op het behalen van de kerndoelen voor het primair onderwijs voor het leergebied ‘Kunstzinnige oriëntatie’. Daarnaast is de regeling gericht op deskundigheidsbevordering en een duurzame verbinding tussen scholen en lokale culturele instellingen. Niet alleen zetten we in op de implementatie van de doorlopende leerlijn, we zijn ook bezig met de methodiek, de manier waarop de leerlingen kunst- en cultuuronderwijs zouden moeten krijgen, die passend is bij de veranderde tijd.(21st century skills). Vanuit het programma Talent & ik, hebben we met de Korein-groep en de Fontys-hogeschool KED in 2013 een intentieverklaring ondertekend om daarin gezamenlijk op te trekken. De website van CultuurStation is een gewild medium tussen culturele aanbieders en scholen. In totaal 88 aanbieders maken hiervan gebruik. Dit leidt voor een deel tot directe contacten tussen aanbieders en scholen, waar CultuurStation verder geen kwantitatieve of kwalitatieve gegevens van heeft. 4
CultuurStation heeft een structurele en actieve samenwerking (bijv. in een Kunstmenu voor scholen) met 21 culturele instellingen die zich bezighouden met cultuureducatie zoals Dynamo, Van Abbemuseum, Effenaar, Parktheater, MU , STRP en een aantal freelancers /kleine instellingen. De keuze voor deze instellingen hangt o.a. af van de vraag van de scholen en de capaciteit of inpasbaarheid van het aanbod van de instelling. Scholen kunnen bij ons ook terecht voor vragen rondom hun programma invulling, visie ondersteuning en scholing. Centraal hierin staat de vraag van de scholen. Scholen kiezen vaak voor samenwerking met (grotere) instellingen die ze kennen of vanuit een duidelijke vraag die past bij een bepaalde instelling. In de praktijk komen vele aanbieders daarom niet binnen in de scholen. CultuurStation adviseert aanbieders over succesvolle strategieën in het ontwikkelen en presenteren van aanbod aan scholen. Er zijn in de stad een aantal stedelijke projecten die we (mee) organiseren, we noemen GLOW en de leerlingenroute voor de Design-week . De studiedag in maart, voor scholen en instellingen in TAC, was een groot succes. Er is een goed en breed contact met vele scholen voor het primair en voortgezet onderwijs. Voor het onderwijs heeft cultuureducatie geen echte prioriteit binnen het beleid, maar bij de scholen die meedoen binnen Cultuureducatie met Kwaliteit is dat verbeterd. We kunnen in Eindhoven nog niet constateren dat de ondertekening van het bestuurlijke convenant door de PO-raad, het ministerie van OCW en vele gemeentes (waaronder Eindhoven) in december 2013, bijdraagt aan een structurele plek voor cultuureducatie binnen het primair onderwijs . Helaas zien we dat de activiteiten voor het voortgezet onderwijs niet geïntensiveerd zijn in 2014. Dit komt o.a. doordat een aantal scholen de cultuurkaart niet of gedeeltelijk aanschaft. Als ze het wel gedaan hebben besteden scholen die vaak bij hun vaste partners (o.a. CKE, Dynamo en Parktheater) en zijn voor CultuurStation dan niet zichtbaar. Verder heeft ook de rijksoverheid het zwaartepunt van het beleid gelegd bij het primair onderwijs.
CKE-onderwijs CKE-onderwijs verzorgt onder schooltijd verschillende type activiteiten, met een duidelijk accent op de actieve kunstbeoefening tijd voor kinderen tot 18 jaar. Soms kan dit zich uitstrekken tot activiteiten direct ná schooltijd in samenwerking met de betreffende school. We hebben wel aanbod maar dat is alleen een kader. In het primair onderwijs ontwikkelden we in overleg met de scholen activiteiten/lessen die passen bij de vraag van een school. De activiteiten zijn onder te verdelen in : korte projecten, naschoolse activiteiten, een vakdocent op een school, lessen binnen het Kunstmenu, docenten voor de museumlessen, en activiteiten binnen de Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit. Daarbij maken we gebruik van interne en externe partners die beschikken over geschikte docenten die zowel inhoudelijk als didactisch zijn toegerust, bijvoorbeeld het Rockcity Institute en Dynamo en freelancers met een bepaalde specialisatie. Binnen de designcoalitie werkten we samen met de Ontdekfabriek en MU. Wij namen deel aan de uitvoering van De Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit als basisinstelling voor groep 1 t/m 5 van de 12 deelnemende scholen. In 2014 zijn we (naast het geven van workshops voor de leerkrachten op het gebied van de vakvaardigheden voor muziek en beeldend onderwijs) gestart met coaching trajecten voor de leerkrachten om duurzaam lessen muziek of beeldend te geven in hun eigen onderwijsprogramma’s.
5
Op 11 scholen waren cultuurcoaches werkzaam die in overleg met de school, de buitenschoolse opvang en vaak ook de wijk, zowel lessen binnenschools in een bepaalde discipline als naschools uitvoerden. Ook zijn er 3 scholen geweest met alleen een naschools aanbod. In het voortgezet onderwijs hebben we, ondanks het feit dat er minder leerlingen een cultuurkaart bezitten, onze workshopdagen kunnen consolideren. Voor workshopdagen van het voortgezet onderwijs vervullen we ook nadrukkelijker een regionale functie voor scholen in de randgemeenten rondom Eindhoven. We werkten binnen 2 activiteiten verregaand samen met partners in de stad. (Try it Do it en Designcoalitie) Voor de kwantitatieve informatie verwijzen we naar het overzicht van realisatie van de streefwaarden.
6
KUNSTEDUCATIE De school-voor-beeldende-kunsten, theaterschool, musicalschool, schrijversschool, dansschool en muziekschool vormen samen de afdeling kunsteducatie. De kern van het werk in de afdeling is het bieden van kunsteducatie aan iedereen die zich in zijn vrije tijd wil ontwikkelen in een van deze kunstvormen. Daarbij gaat het om kennismaken, oriënteren en verdiepen. Het verdiepen komt tot uiting in talentbegeleiding, waardoor doorstroming via CKE naar het kunstvakonderwijs gewaarborgd is. De afdeling kunsteducatie heeft door de nieuwe koers van CKE een grote verandering doorgemaakt. We zorgen samen met partners in de stad voor een pluriform aanbod van kunsteducatie, in een goede kwaliteit en voor iedereen bereikbaar. Dit aanbod komt tot stand door goed te luisteren naar de vragen naar kunst en educatie in de meest brede zin. De uitvoering van het aanbod gebeurt óf door samenwerkingspartners in de vrije markt óf door CKE zelf. Kunsteducatie blijft onze core business, met een nieuwe brede definitie van educatie. Dit leidt tot nieuwe leervormen en door deze beweging heeft de afdeling Kunsteducatie zich meer kunnen verweven met activiteiten in het onderwijs, in de wijken en amateurkunst (dankzij de afdelingen Cultuureducatie en Projectbureau). Deze driepoot vormt het fundament van CKE. Het aanbieden van ondersteuning naar een vraaggericht product vraagt van de organisatie een flexibelere inzet. De activiteiten hebben in 2014 op steeds meer verschillende momenten, plaatsen en in steeds diversere vormen plaats gevonden. Samenwerking blijft een toverwoord, activiteiten zijn er steeds meer buiten de CKE gebouwen en in de weekenden. Een voorbeeld hiervan is de intensieve samenwerking met de International School Eindhoven, waarvoor de CKE scholen in mei 2014 een hele week activiteiten hebben ingevuld in het teken van hun Afrika week. De samenwerking met externe partners leidt ook tot doorverwijzing en doorstroming van cursisten naar die externe partners. We hadden eind 2014 samenwerkingsovereenkomsten met 19 partners uit Eindhoven, die in totaal 324 cursisten bedienden. Negen van de partners leveren hun diensten binnen de muren van CKE. In dat geval voert CKE de cursus niet zelf meer uit en laat het dus aan de markt over. Een aantal partners heeft in 2014 de stad verlaten of is gestopt met de diensten waarvoor zij zich hadden verbonden aan CKE. We zullen de continuïteit van de externe partners monitoren. De vorm van samenwerking verschilt per partner, het kan inhoudelijke samenwerking zijn, beschikbaar stellen van faciliteiten of organisatiekracht van CKE. In alle gevallen wordt het aanbod van alle samenwerkingspartners meegenomen in de marketing van CKE (brochure, website). Deze samenwerking met marktpartijen blijkt nu voor het tweede achtereenvolgende jaar tot onze verrassing niet te leiden tot een afname van het aantal CKE cursisten maar tot een stijging. We zien wel dat cursisten kiezen voor activiteiten die minder tijd kosten, waardoor het aantal deelnemerscontacturen verder daalt. Ook verrassend : dit leidt op zijn beurt weer niet tot inkomstendaling. Doordat we scherp op onze kostprijs en tariefstelling letten, zijn de inkomsten uit les- en cursusgelden zelfs toegenomen. CKE beweegt hiermee tegen de landelijke trend. Wel krijgen we nu signalen dat de tarieven toenemend als (te) hoog ervaren worden. Voor talentontwikkeling hebben we sinds 2014 twee stromen, Talentontwikkeling (voor de jonge talenten en Talent-ID (voor de talenten die op de drempel van een HBO-Kunstopleiding staan. De samenwerking tussen CKE en Fontys Hogeschool voor de Kunsten is geïntensiveerd door nieuwe convenanten in de disciplines Dans en Muziek. Op dit moment wordt er gewerkt aan uitbreiding naar andere disciplines. 7
CKE-muziekschool Bij de muziekschool is het vierde en laatste jaar ingezet van de tariefsverhoging naar een niveau dat een groter deel van de directe kosten dekt. Doordat we voor dit traject meerdere jaren hebben uitgetrokken is dit goed verlopen zonder groot verlies aan cursisten. De organisatiekracht van de muziekschool maakt het mogelijk steeds meer activiteiten te organiseren met de culturele podia en organisaties in de stad. Een toenemend aantal leerlingen van samenwerkingspartners doet mee aan deze activiteiten waarmee de muziekschool juist een meerwaarde creëert. De podia buiten CKE voor eigen cursisten én andere amateurs lopen met succes. Ook het aantal podia is gestegen. De samenwerking met andere organisaties binnen de Popscene heeft geresulteerd in een geformuleerde visie en missie. CKE is als eerste muziekschool door Fontys Hogeschool voor de Kunsten geaccrediteerd om een gedecentraliseerde vooropleiding te verzorgen van de (HBO) Rockacademie in Tilburg. Voor de (MBO) Rock City opleiding van het Summacollege verzorgen wij met succes de vooropleiding die in 2014 is aangevuld met een stage-overeenkomst.
CKE-dansschool De dansschool heeft zich op zeer vele nieuwe plekken laten zien in Eindhoven en heeft de toenadering gezocht met de andere scholen in de stad. Bij dans is in 2014 de officiële vooropleiding van de dansacademie van Fontys van start gegaan. 13 leerlingen hebben de audities voor deze Vakklas Dans met succes gehaald. 28 anderen namen deel aan de Talentontwikkeling van CKE. Uniek in het aanbod in de stad is het toevoegen aan het standaard curriculum binnen de dansschool van choreografie en improvisatie. Vanuit de ‘ 21st Century skills’ is erg veel nadruk komen liggen op het creatieve en creërend vermogen van kinderen en jongeren om ze voor te bereiden op de toekomst.
CKE-school voor beeldende kunsten De school voor beeldende kunsten werkt samen met andere aanbieders in de stad. We zijn aanwezig bij veel activiteiten en verzorgen workshops op locatie bij o.a. Hallo cultuur en The Big Draw. Steeds meer docenten worden ingezet bij nieuwe activiteiten geïnitieerd door cultuureducatie en projectbureau. Er is veel belangstelling voor de kinderfeestjes en ook de nieuwe brede invulling van onze kinder- en jeugd ateliers zijn een succes. In deze nieuwe opzet komt de veelzijdigheid van de beeldende afdeling volledig tot zijn recht. In 2014 is de afdeling gestart met een intervisie training waarin de eigen docenten workshops geven voor collega’s. Op deze manier leert men van elkaars technieken en materiaalgebruik en kan dit toegepast worden in de eigen cursus. Nieuw in ons aanbod van 2014 is een Engelstalige cursus tekenen en schilderen en spelen we met de aanschaf van een aantal 3D printers in op de huidige ontwikkelingen. Ook bij fotografie bieden we voor het eerst een Engelstalige cursus aan. Met de expositie “Eindhoven Anders” in het stadhuis toonden we een ander licht op markante plekken in Eindhoven.
CKE-theaterschool De theaterschool heeft dit jaar fors ingezet op kinder- en jongerentheater. We werken met een doorlopende leerlijn, met onze theaterklassen die beginnen vanaf groep 3/4 en doorloopt tot de jongerengroepen. Uitvoeringen worden niet alleen binnen, maar juist ook buiten CKE getoond. Zo heeft de kinderproductiegroep met “de IJsprins” drie succesvolle voorstellingen in Pand P opgevoerd. De Makersgroep kwam met “de pil van Drion”, een voorstelling die dementie door het oog van jongeren laat zien. Ze traden onder andere op in Tilburg op het Link festival en op Hallo Cultuur. De toneelgroep 50 PK maakt theatermaken ook toegankelijk voor de wat oudere toneelliefhebber. 8
CKE-musicalschool De musicalschool stond dit jaar weer met twee mooie voorstellingen in het Parktheater. Fame, uitgevoerd door jongeren, trok 600 bezoekers en Mama Mia, uitgevoerd door de cast van de volwassenen cursus zorgde maar liefst voor 1000 bezoekers. Samenwerking werd opgezocht met instellingen zoals Archipel, zodat ouderen met een mantelzorger een voorstelling konden bezoeken. Een mooi voorbeeld van verbindingen die ontstaan door het Projectbureau van CKE. De kindergroepen toonden dit jaar Sjakie en de Chocoladefabriek. Bij de kinderen zien we dat de belangstelling voor onze musical-cursussen stabiel blijft, terwijl we bij de volwassenen een dalende belangstelling opmerken.
CKE-schrijversschool De schrijversschool heeft zich in het verleden altijd gericht op volwassenen. Dit jaar is een start gemaakt met vernieuwing van het aanbod en zijn met succes schrijfcursussen voor kinderen en jongeren gestart. De cursus column schrijven blijft een drukbezochte cursus.
9
CKE – PROJECTBUREAU CKE-Projectbureau is sinds 2012 de afdeling die mensen stimuleert en ondersteunt, die in hun vrije tijd actief met kunst bezig zijn. Het projectbureau kiest vooral activiteiten die mensen bij elkaar brengen en/of een verbinding leggen met de stad. Wij onderscheiden twee vormen : amateurkunst en community art. Het CKE Projectbureau is in 2012 begonnen als een echte projectenproducent. We wilden zichtbare resultaten boeken, en dat is gelukt. In 2014 merkten we dat we die resultaten nog steeds belangrijk vinden; we hebben meer projecten ‘gedraaid’ dan ooit. In 2013 waren we nog trots op 62 projecten. In 2014 blijken we op 77 projecten te zijn uitgekomen. Daar hoorden projecten bij die groter en complexer waren dan ooit. Tegelijk beseffen we dat ons echte kapitaal iets anders blijkt te zijn: ons netwerk. Want Projecten groeien, bloeien en verdwijnen weer. Wat blijft is het veelvuldig vertakte netwerk tussen mensen, partijen, instellingen, gemeenschappen. Als dat goed is, dan schieten de projecten bijna als paddenstoelen uit de grond. In 2014 is dat netwerk een stuk groter geworden. Het bevat partners uit de wereld van kunst en cultuur, maar ook mensen en groepen uit andere domeinen: zorg en welzijn, onderwijs, mensen die zich bezig houden met de openbare ruimte. Veel projecten brengen verschillende domeinen bij elkaar. Dat is waardevol. De interferentie met andere kennisgebieden levert vaak iets nieuws op. Juist op dat gemeenschappelijke terrein kunnen we wat voor elkaar betekenen, en kunnen kunst en cultuur het verschil maken. Samenwerken met vreemdsoortige partners levert vaak extra obstakels op. Je hebt geduld nodig, je moet elkaars taal leren spreken, de systematiek te pakken zien te krijgen. We besteden dan ook veel tijd aan dat wat tegenwoordig ‘de warme acquisitie’ wordt genoemd. We focussen primair op relaties, niet op producten. We weten dat dit ook zakelijk de meeste opbrengst oplevert. Want als je met meer partijen samenwerkt, deel je ook de kosten. Die manier van werken weerspiegelt de algemene tendens. Onderzoekers stellen vast dat sponsorship uit is. Partnership is de nieuwe relatievorm. Bijna alles is daarbij gebaseerd op het delen van energie, geld, kennis, faciliteiten en connecties. Zelfs de meest traditionele fondsen hebben de rol van louter geldschieter losgelaten. Ze willen meedenken, meebepalen en ook de ervaringen delen. Het nadeel is dat dit ‘voor wat hoort wat principe’ geld kost. Als dat ander wat geeft moet je zelf ook in de buidel tasten en bijleggen. Het nadeel is ook dat je veel uren besteedt aan het zoeken naar en onderhouden van relaties, aan het traceren van kansen. Uren die je niet aan de budgetten voor projecten kunt koppelen. Maar zonder die extra inspanning zou er veel minder gebeuren, en zouden de projecten ook veel minder innovatief zijn. Doordat in 2014 een goede projectadministratie is opgezet zijn we in staat gebleken deze veranderende functie ruim binnen de financiële kaders te realiseren.
Community Art Op het gebied van community art is Eindhoven de pionier. Woonbedrijf, het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Brabant én CKE worden door collega’s in Brabant als ‘founding fathers’ gezien. In 2014 hebben we die voortrekkersrol kunnen vasthouden en hebben we in Brabant veel boeiende inspirerende volgers gekregen. De provincie heeft in 2013 de subsidieregeling ‘cultuur en samenleving’ gelanceerd, waardoor community art sterk gegroeid is. De eerste lichting cultuuraanjagers, die dankzij deze regeling kunnen studeren en werken, is in 2014 afgezwaaid. Die aanjagers springen meteen in het diepe: ze realiseren in negen gemeentes ambitieuze projecten en delen kennis en ervaringen. Aan de Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg is dit jaar de KiS opleiding gestart (kunstenaar in de samenleving). Het aantal kundige mensen neemt in de toekomst alleen maar toe. 10
De centra voor de kunsten zijn nauw bij alle ontwikkelingen betrokken. Community art is vaak gekoppeld aan een buurt of wijk. Een centrum voor de kunsten kent de locale structuur en kan er goed op aansluiten. Dankzij de provinciale subsidie heeft CKE in Eindhoven en de regio extra capaciteit kunnen inzetten voor community art. Voor het CKE- projectbureau was 2014 een spannend jaar. Woonbedrijf, de woningcorporatie die een belangrijke partner is, kondigde in het voorjaar aan dat de driejarige proefperiode van het ‘Buurtcultuurfonds Woonbedrijf’ eind 2014 afliep, en het was uiterst onzeker of de regeling werd geprolongeerd. Onder druk van de landelijke politiek moesten corporaties terug naar hun core business: huizen bouwen en onderhouden. Het was de vraag hoeveel ruimte er nog was voor zaken als buurtcultuur. Minister Bussemaker (cultuur) maakte zich sterk voor community art. Het landelijke bureau van het Prins Bernhard Cultuurfonds besloot om van buurtcultuur een prioriteit te maken. Uit het onderzoek van het PON (in opdracht van Prins Bernhard Cultuurfonds en Woonbedrijf) bleek dat de buurtcultuur activiteiten hoog scoorden. CKE kreeg vaak een ‘zeer tevreden’. CKE werd vooral om de volgende redenen gewaardeerd: denkt mee, goede inbreng, goede adviezen, korte lijnen, stimulerend, betrokken, snel. Ook de medewerkers van Woonbedrijf hadden veel waardering voor CKE: ‘Met het buurtcultuurfonds hebben de projecten meer diepgang gekregen. Het gaan nu meer om de inhoud dan bijvoorbeeld bij de buurt BBQ’s. De wijk moet gaan nadenken over cultuur, ze moet daar mee bezig zijn. Groot voordeel is dat CKE veel werk uit handen neemt.’ Het onderzoek liet nog meer zien: Het Buurtcultuurfonds Woonbedrijf werkt zoals het bedoeld is: de projecten bevorderen de bewonersinitiatieven. Er is een omslag gemaakt van cultuurconsumptie naar cultuurproductie. De projecten stimuleerden de ontmoetingen tussen bewoners en de bewonersparticipatie, ze brachten cultuur in de wijk, bevorderden de samenwerking tussen organisaties in de wijk, stimuleerden en verbeterden de leefomgeving. De resultaten van het onderzoek waren voor Woonbedrijf een reden om voor drie jaar bij te tekenen. Van 80% van de 140 community art projecten die we sinds 2012 hebben gerealiseerd zijn alle doelen gehaald. Van 18% zijn de doelen gedeeltelijk gerealiseerd. Dat is een goede score. Het geeft meteen aan waar het CKE Projectbureau goed in is. We vinden het proces heel belangrijk, maar werken tegelijkertijd productgericht. In het begin waren de projecten en de bijbehorende processen relatief eenvoudig. In 2014 hebben we ook grote en complexe projecten begeleid. Projecten waar veel partijen aan meededen, waar sociale en maatschappelijke problematiek een rol speelde, projecten met een lange geschiedenis van aarzelen en afwachten. Het CKE-projectbureau heeft in 2014 meer projecten in en met de zorg gerealiseerd dan ooit. We hebben externe subsidie gekregen voor drie projecten, we werden ook door zorginstellingen gevraagd om projecten te bedenken en uit te voeren. In 2013 werkten we vooral samen met Vitalis. In 2014 zijn Archipel en Glorieux erbij gekomen. Een andere nieuwe klant is Severinus. Werken met en in de zorg gaat goed omdat we elkaar meer dan ooit begrijpen, aanvullen, er is een partnership ontstaan, we leren van elkaar en zijn complementair. De zorg vindt de CKE projecten belangrijk, want ze merkt dat goede zorg niet voldoende is. ‘Zorg’ richt zich op datgene wat iemand niet kan, waar hij hulp bij nodig heeft. De projecten van CKE richten zich op dat wat iemand wel kan, ze doen een beroep op de kracht en de autonomie van de oudere. De projecten zorgen er ook altijd voor dat er een verbinding wordt gemaakt met de wereld buiten de instellingen. Eigenlijk zijn we veel meer met het ‘welbevinden’ van mensen bezig dan met ‘zorg’. Daarom is het logisch dat CKE en Lumens in de Buurt nauwer samenwerken. Kunst in de zorg hoort bij community art. De projecten leveren nieuwe relaties en nieuwe beelden op, ze raken en veranderen alle deelnemers. 11
Kunst in de zorg is in Nederland een belangrijk item geworden. Het LKCA besteed er veel aandacht aan, het Fonds voor Cultuurparticipatie heeft een speciaal fonds voor projecten voor en met senioren opgericht. Volgens Kunstbalie heeft CKE binnen Brabant een voorbeeldfunctie. We hebben de meeste ervaring, contacten, we realiseren samen met de zorg de meeste projecten.
Amateurkunst De uitvoering van de subsidieregeling stimulering amateurkunst wordt eind 2015 een nieuwe taak van CKE. Onder andere daarom vroeg de Gemeente Eindhoven aan CKE om die regeling onder de loep te nemen en voorstellen voor verandering en verbetering te formuleren. CKE was daarbij vooral de partij die mensen bij elkaar bracht en vorm gaf aan het proces. De voorstellen werden aangedragen door vertegenwoordigers van de amateurkunstverenigingen. Omdat ‘amateurkunst’ een containerbegrip is, en de amateurkunstenaars net zoveel kleuren vertonen als een regenboog, was dit een interessante en ook boeiende opdracht. De diversiteit was interessant, de gemene deler (de emotie en passie die bij het verenigingsleven hoort) maakte de opdracht boeiend. Ondertussen is er meer ontstaan dan een inventarisatie. Voor de verenigingen is CKE de vanzelfsprekende spil geworden, er is wederzijds vertrouwen ontstaan. Dankzij alle vergaderingen en besprekingen is de rol van CKE veranderd. Voorheen wilden we vooral ondersteuner zijn. Het onaantastbare autonome karakter van de amateurkunst vormde het alibi voor het adagium: de amateurkunst vraagt, CKE volgt. In 2014 is de verhouding veranderd: we zijn partners geworden, onderzoeken en organiseren zijn zaken die we samen doen. Tijdens de vergaderingen merkten we dat de verenigingen één grote gedeelde zorg hadden: betaalbare en goede ruimtes om te repeteren en op te treden. Ze waren en zijn blij met de hulp die CKE daarbij biedt door het huurtarief voor de verenigingen - en scholen - uit Eindhoven te verlagen. Het effect is merkbaar. De CKE-concertzaal is het belangrijkste podium voor amateurkunst van Eindhoven geworden. De dansstudio’s en de theaterzaal worden gehuurd voor repetities en uitvoeringen. De amateurkunstenaars waarderen de sfeer binnen CKE, CKE waardeert de gedreven passie en het plezier van de amateurkunstenaars. Nog vóór de aanstaande verbouwing begint CKE al gedeeltelijk het huis voor de amateurkunst te worden en dat smaakt naar meer. Onze podia en expositieruimtes zijn niet alleen bestemd voor verenigingen. CKE is er voor alle amateurkunstenaars die willen leren en op willen treden. Een goed podium voor de ongebonden amateurkunstenaar is het maandelijkse CKE Café in de Oude Rechtbank (Stratumseind). Het concept werkt; het CKE Café genereert veel publiciteit, mond tot mond reclame. Er ontstaan nieuwe en hechte banden met nieuwe partners, bijvoorbeeld met middelbare scholen als het van Maerlant lyceum en het Novalis college. Het CKE Café is steeds meer het podium voor jonge performers geworden die soms heel schuchter hun eerste optreden als vuurdoop ondergaan, om daarna uit te groeien tot podium- en publiekshelden. 2014 was het derde CKE Café jaar. De evaluatie was kort en de uitkomst krachtig. We gaan door. Sinds de amateurkunstenaars onze partners zijn, krijgen we ook meer weet van hun sluimerende vragen en problemen. De twee belangrijkste zijn: hoe bereiken we nieuw publiek, hoe krijgen of houden we de groep, club, vereniging vitaal? We hebben gemerkt dat we samen moeten zoeken naar de antwoorden, eenrichtingsverkeer werkt niet. Dat hebben we gemerkt bij projecten als Blinkers (dans) en de Theaterdag. Die activiteiten werden geannuleerd, er was te weinig belangstelling. 12
De Eindhovense Popdag was daarentegen wel een groot succes, ook de projecten voor fotografieclubs en teken- en schilderverenigingen liepen goed. De basis van die successen was samenwerking vanaf het eerste idee tot en met de uitvoering. Dat is dan ook het woord van 2014 geworden: samenwerken. Wij zien voor de toekomst meer en meer mogelijkheden, waarbij de organisatiekracht, de faciliteiten én het netwerk van CKE kernfactoren zijn.
13
CKE ALS ORGANISATIE Bestuur Het bestuur van de stichting CKE wordt gevormd door de directie. De stichting is gevestigd in Eindhoven. De directie bestaat uit dhr. drs. R.L.J.J. Janssen (1954). Naast zijn functie als directeur van CKE was hij per 31-12-2014 lid van de Raad van Advies van de opleiding Master of Music (een gezamenlijke opleiding van Hogeschool voor de Kunsten Fontys en Hogeschool Zuyd); lid van de commissie ‘de toekomst van de CAO-KE’ van werkgeversorganisatie Kunstconnectie in Utrecht; bestuurslid van de Stichting Overleg Arbeidsvoorwaarden Kunsteducatie (OAK), een stichting van werkgevers- en werknemersorganisaties in de kunsteducatie; lid van de Vaste Commissie van het OAK; medevennoot van Wijndomein De Planck in Slenaken.
Organisatiestructuur Sinds het voorjaar 2012 zijn de primaire processen gebundeld in drie afdelingen : Cultuureducatie, Kunsteducatie en Projectbureau. Cultuureducatie richt zich op het (primair en voortgezet) onderwijs als klant en bestaat uit twee subafdelingen : CultuurStation (makelaar tussen scholen en culturele instellingen) en CKE-onderwijs (uitvoerder van cultuurprojecten in het onderwijs). Kunsteducatie richt zich op educatie in kunst voor amateurs in hun vrije tijd. Deze afdeling bestaat uit de zes CKE-scholen en staat onder gezamenlijke leiding van drie afdelingshoofden, bijgestaan door twee inhoudelijke coördinatoren. CKE-Projectbureau is de afdeling die mensen stimuleert en ondersteunt, die in hun vrije tijd actief met kunst bezig zijn. Het projectbureau kiest vooral activiteiten die mensen bij elkaar brengen en/of een verbinding leggen met de stad.
Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan.
Certificaat branchevereniging CKE beschikt sinds 2006 over het kwaliteitscertificaat van de brancheorganisatie. Kunstconnectie heeft voor de branche nieuwe afspraken gemaakt met Hobéon als keurende instantie. In november 2014 is het kwaliteitssysteem geaccordeerd door de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten). We zijn gestart met het traject voor hercertificering.
Financieel resultaat Het exploitatieresultaat over 2014 is sterk vertekend door incidentele posten. De belangrijkste is de vrijval van de voorziening voor groot onderhoud (bijna € 2.500.000) en het achterwege blijven van de jaarlijkse toevoeging (€ 150.000) aan de reserve voor groot onderhoud voor het pand aan de Stratumsedijk. . De plannen voor de verkoop van de locatie Stratumsedijk en de verbouwing van de locatie Pastoor Petersstraat zijn dermate concreet, dat geen adequate onderbouwing gegeven kan worden voor toekomstig onderhoud. Bij realisatie van de plannen zal een nieuwe lange termijn onderhoudsplanning opgesteld worden en de noodzakelijke onderhoudsvoorziening gevormd worden.Zie voor verdere toelichting hieronder, onder het kopje “Huisvesting”. 14
Daarnaast is er een vrijval geweest van in voorgaande jaren opgenomen kosten voor “onvoorziene personeelskosten” van €235.000. Het resterende exploitatie overschot van rond €250.000 is het gevolg van reeds in 2014 ingezette bezuinigingen, in de wetenschap dat in 2015 de laatste tranche van de gemeentelijke bezuiniging op de subsidie (€ 250.000) gerealiseerd moet worden. Het totale positieve resultaat bedraagt € 3.146.191. Het resultaat wordt toegevoegd aan de Bestemmingsreserve ontwikkeling huisvesting, gezien de concrete ontwikkelingen rond huisvesting (zie toelichting hieronder), tot een bedrag van € 4.000.000. Het daarna resterende resultaat wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Aan de inkomstenkant zien we bij de ‘traditionele’ inkomsten uit les- en cursusbaten een stijging. Met name de Kunsteducatie in de CKE-scholen toont na drie jaar met dalende inkomsten een opvallende stijging van 10%, waarmee de inkomsten hoger zijn dan ooit tevoren. Groter nog is de stijging van de overige opbrengsten. De inkomsten van Cultuureducatie en Projectbureau zijn ruim verdubbeld ten opzichte van 2013. Aan de kostenkant zien we dat de stijgende inkomsten zijn gerealiseerd met dalende kosten. Een deel van de kostenreductie is te danken aan een krachtige rem op investeringen gedurende een aantal jaren. Dat betekent dat na dit uitstel in de komende jaren een inhaalslag nodig zal zijn om onze taken en activiteiten goed te kunnen blijven uitvoeren. De transitie van CKE is in financieel opzicht succesvol uitgevoerd. Vanaf 2011 hebben we het meerjarig bezuinigingstraject voortvarend ingezet. Waar mogelijk hebben we geanticipeerd in kostenreductie om niet in een neerwaartse financiële spiraal te komen. Dat gaf de ruimte te investeren in nieuwe mogelijkheden en dat blijkt in 2014 zijn vruchten af te werpen. Met het positieve resultaat lopen we vooruit op de laatste tranche van de te realiseren bezuiniging (in het jaar 2015). De belangrijkste risico’s blijven vooral de wisselvallige markt voor kunsteducatie en de mogelijkheid van voldoende flexibiliteit in de (personele) kosten. Deze risico’s hebben we in 2014 goed kunnen beheersen en verwachten we voor komende jaren ook te kunnen beheersen.
Huisvesting In 2012 heeft CKE het besluit genomen tot investeringen in verdere ontwikkeling van de huisvesting. Dit besluit is in 2013 uitgewerkt en door B&W van Eindhoven geaccordeerd (op basis van de algemene subsidieverordening en de Algemene Wet Bestuursrecht). De toestemming is verleend onder de voorwaarde dat eerst verkoop van het pand Stratumsedijk gerealiseerd wordt, voordat investeringen in de uitbreiding van het pand Pastoor Petersstraat gedaan worden. Het pand Stratumsedijk is eind 2014 ter verkoop aangeboden, nadat met de gemeente Eindhoven de mogelijke nieuwe bestemming van de locatie is afgestemd. We achten op het moment van het vaststellen van dit jaarverslag de kans op succesvolle vervreemding hoger in dan de kans op mislukking. Om die reden hebben we besloten de voorziening voor groot onderhoud te laten vrijvallen ten gunste van het resultaat. Het resultaat over 2014 is daardoor een groot positief resultaat. Dit resultaat wordt op basis van de ontwikkelde plannen voor uitbreiding van het pand Pastoor Petersstraat toegevoegd aan de bestemmingsreserve ontwikkeling huisvesting tot een maximum bedrag van €4 miljoen. Het pand Pastoor Petersstraat zal uitgebreid worden tot een compacte unilocatie. In 2014 is een voorlopig ontwerp gerealiseerd en de opdracht verstrekt voor het maken van een definitief ontwerp. Het totaal aantal m2 aan eigen huisvesting van CKE zal met 35% afnemen en er komen meer mogelijkheden voor multifunctioneel gebruik van ruimten. De Raad van Toezicht heeft het huisvestingsplan van de directie en het ter verkoop aanbieden van de Stratumsedijk goedgekeurd. 15
Een definitieve besluit tot verkoop zal nog ter goedkeuring aan de Raad van Toezicht worden voorgelegd, goedkeuring zal afhangen van de te realiseren verkoopprijs. Met de gemeente zijn vele gesprekken gevoerd over de mogelijkheden en de voorwaarden voor deze ontwikkeling en dit heeft iets meer tijd gekost dan voorzien. De verwachting is, dat in de eerste helft van 2015 de plannen geconcretiseerd worden en de bouwopdracht verstrekt kan worden. Het financiële effect van de realisatie van de huisvestingsplannen zal zijn een verlaging van de huisvestingskosten van CKE in de jaarlijkse exploitatie. De uitbreiding van het pand Pastoor Petersstraat zal gefinancierd worden uit de baten van de verkoop van het pand Stratumsedijk en uit eigen vermogen (bestemmingsreserve huisvesting), waarvoor liquiditeiten zijn aangehouden.
Positionering CKE is niet meer het cursus- en lescentrum, zoals het 90 jaar bekend heeft gestaan. De activiteiten in de wijken en in het onderwijs, de rol naar de amateurkunst, de functie als verbinder in een cultureel en educatief netwerk maken dat CKE anders is dan in het verleden. Onze intimi en belangrijke stakeholders zijn hiervan goed op de hoogte. Veel anderen in Eindhoven en omgeving veel minder. Daarom zijn we in 2014 begonnen ons te bezinnen op onze positionering. Dit blijkt een boeiend proces dat in 2015 wordt voortgezet en afgerond. Dat geeft ons de basis om naar de buitenwereld de resultaten van onze transitie van de afgelopen jaren een duidelijker beeld te geven.
Klanttevredenheid In het algemeen ervaren we een goede klanttevredenheid, er komen weinig formele klachten van onze klanten binnen. Bij een datalek op onze website in augustus 2014 hebben we onze cursisten goed kunnen informeren. Er kwamen een vijftiental reacties, waarvan uiteindelijk het aantal positieve reacties de negatieve reacties oversteeg. Het datalek is snel gedicht en we hebben besloten een nieuwe website te laten maken, waarbij vanaf het ontwerp meer aandacht voor de veiligheid van gegevens zal zijn. Om een objectiever beeld van de klanttevredenheid te krijgen hebben we in het late najaar van 2014 een klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren. De resultaten hiervan worden nog verwerkt en komen in 2015 naar buiten.
Sociaal Verslag Bij CKE waren per 31-12-2014 137 (2013: 143) medewerkers in dienst, van wie 81 (2013: 83) vrouwen en 56 (2013: 60) mannen. Daarmee wordt de daling van het jaar daarvoor doorgezet. Daarentegen is er over het gehele jaar een stijging van de omvang van het gemiddelde dienstverband van 43,54% naar 45,84.% (mannen 50,01% , vrouwen: 43,76 %) en een verdere stijging van de gemiddelde leeftijd van 47,86 naar 48,50 (mannen: 51,00, vrouwen: 46,77). Het totaal aantal FTE per 31-12-14 bedroeg 62,97 (2013 : 66,41)). Onderliggend zijn de verschuivingen over de afgelopen 3 jaar aanzienlijk geweest, in lijn met de strategische koers. Het aantal medewerkers in dienst is in totaal met 15% gedaald, het aantal FTE is 10% gedaald. In de CKE-scholen is het aantal medewerkers met liefst 20% gedaald, terwijl het aantal medewerkers bij Cultuureducatie en Projectbureau is gestegen. In 2014 bleef het ziekteverzuim op lage niveau van de afgelopen jaren met 2,00% (was 2,05%) De medewerkers van CKE hebben een arbeidsovereenkomst conform de CAO-Kunsteducatie. De directeur-bestuurder valt als statutair bestuurder van de stichting niet onder de CAO, de arbeidsvoorwaarden volgen de 'Beloningsleidraad directeur-bestuurder kunsteducatie' van brancheorganisatie Kunstconnectie. De totale beloning blijft onder de WNT-norm. Met de ondernemingsraad waren er zes overlegvergaderingen, die ondanks de vele belangwekkende ontwikkelingen en soms beladen onderwerpen in constructieve sfeer verliepen. 16
Gezien de complexiteit heeft de OR op onderwerpen een externe adviseur betrokken. Op verzoek van en samen met de OR zijn enkele informatieve bijeenkomsten voor alle medewerkers gehouden. Belangrijke onderwerpen waren de huisvesting van CKE, de afspraken over samenwerkingspartners, de verhouding lesgebonden- nietlesgebonden uren voor docenten, de ontwikkeling van de strategische koers en de personele consequenties van de unilocatie.
17
Beknopte begroting 2015 Jaarlijks stelt CKE een begroting op voor het komend begrotingsjaar. De begroting is voor 1 oktober 2014 ingediend bij Gemeente Eindhoven. De goedkeuring van de begroting 2015 is op 15 december 2014 ontvangen.
Begroting 2015 ( bedragen in euro's)
CKE
Begroting 2015
Opbrengsten Subsidie Gemeente Eindhoven
3.889.581
Les- en Cursusgelden
1.796.421
Overige opbrengsten
741.770
Totaal opbrengsten
6.427.772
Kosten Lonen en sociale lasten Overige personeelskosten
3.649.280 404.747
Afschrijvingen
289.574
Huisvestingskosten Onderhoudskosten
282.400 164.000
Marketing en publiciteit
138.200
Kosten activiteiten Algemene kosten Diverste baten en lasten Totaal kosten
1.096.120 287.555 -45.000 6.266.876
Totaal opbrengsten minus kosten
160.896
Af: Financiële baten en lasten
160.896
Exploitatieresultaat
0
18