jaarverslaggeving 2014
Stichting Onderwijs Midden-Limburg -41203-
Jaarverslaggeving 2014 Ministerie OCW Roermond, mei 2015
Inhoudsopgave A Toelichting op onderdelen van het jaarverslag A1 A2 A3
Samenvatting Bestuursverslag Doelen & resultaten Verslag Raad van Toezicht
2 5 26 33
B Jaarrekening 2014 B1 B2 B3 B4 B5
B6 B8
B9 B10 G
Grondslagen Balans 2014 Stichting Onderwijs Midden-Limburg Staat van baten en lasten 2014 Stichting Onderwijs Midden-Limburg Kasstroomoverzicht 2014 Toelichting op de onderscheiden posten van de balans 2014 Algemene toelichting Materiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten 2014 Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Bijzondere baten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Bijzondere lasten Financieel resultaat Wet Normering Topinkomens Kengetallen Specifieke posten OCW
38 42 44 45 46 46 47 47 48 49 51 51 52 54 54 54 54 55 56 57 57 57 57 58 60 63
C Overige gegevens C1 C3
Controleverklaring Bestemming van het exploitatieresultaat
67 70
D Bijlagen D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8
Gegevens van de stichting Staat van baten en lasten - Mundium College Staat van baten en lasten - BC Broekhin Staat van baten en lasten - Connectcollege Staat van baten en lasten - Sg. St. Ursula Staat van baten en lasten - College van Bestuur & Stafdienst Gedeclareerde kosten en nevenactiviteiten CvB Jaarcijfers Samenwerkingsverband 52.01
72 73 76 79 82 85 88 89
Toelichting op onderdelen van het jaarverslag
A
1
Samenvatting In deze samenvatting worden de highlights van de Jaarrekening 2014 grafisch weergegeven: Herkomst van middelen in Euro's Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Ouderbijdragen Bijzondere baten
63.296.185 207.235 2.970.136 859.342 -
94,0% 0,3% 4,4% 1,3% 0,0%
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen Overige baten Ouderbijdragen Bijzondere baten
Besteding van middelen in Euro's Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Bijzondere lasten
57.989.252 3.588.791 2.809.311 5.330.648 -
83,2% 5,1% 4,0% 7,6% 0,0%
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Bijzondere lasten
2
Leerlingen per 01 oktober 2013 (bekostiging 2014) Connectcollege BC Broekhin Mundiumcollege Sg. St. Ursula
1.709 2.111 2.396 2.214
Connectcollege
BC Broekhin Mundiumcollege Sg. St. Ursula
Werkkapitaal Eigen vermogen Voorzieningen Langlopend vreemd vermogen Subtotaal Vastgelegd in vaste activa (ex. leermiddelen) Werkkapitaal
2014 25.289.019 1.964.517 44.506 27.298.042 24.035.212 3.262.830
2013 25.259.485 1.893.858 45.786 27.199.129 22.475.116 4.724.014
2012 25.376.729 1.812.571 45.796 27.235.096 20.896.477 6.338.619
7.000.000 6.000.000 5.000.000
4.000.000 3.000.000 2.000.000 1.000.000 2014
2013
2012
3
Solvabiliteit
2014 25.289.019 35.964.882 70%
Eigen vermogen Totaal vermogen Solvabiliteit
2013 25.259.485 36.234.089 70%
2012 25.376.729 36.258.454 70%
70% 70% 70% 70% 70%
70% 70% 70%
70% 70% 69% 2014
Liquiditeit
2013
2014 10.094.557 8.666.840 1,16
Vlottende activa Kortlopende schulden Liquiditeit
2012
2013 11.989.458 9.034.959 1,33
2012 13.767.980 9.023.358 1,53
1,80 1,60 1,40 1,20 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 2014
2013
2012
4
A.1 BESTUURSVERSLAG
leerlingen gekend worden en niet ondergaan in anonimiteit.
1. Missie
Leer- en oefenplaats voor later Naast de zorg voor goed onderwijs neemt de school ook de uitdaging aan om leerlingen te begeleiden naar volwassenheid. Daar hoort mondigheid bij, maar ook verantwoordelijkheid. Leerlingen moeten zelfstandig deel gaan uitmaken van de maatschappij en daaraan positief gaan bijdragen. De school is daarvoor een leer- en oefenplaats.
In het meerjarenbeleidsplan 2010-2014 zette SOML de eerste stappen om te komen tot een nieuwe missie. Het traject om te komen tot een nieuwe missie is in 2011 afgerond. Het College van Bestuur heeft de missie na een uitvoerige consultatieronde vastgesteld, de Raad van Toezicht heeft deze goedgekeurd en de Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad heeft instemming verleend. De missie laat zich in één zin vangen: “Plaats voor alle leerlingen, ruimte voor veelvormigheid” De volledige missietekst: Uitnodigend en kansen biedend De SOML-scholen in Midden-Limburg geven onderwijs met aandacht en respect voor de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in Nederland en met onderkenning van de verscheidenheid daarin. Het zijn open scholen, uitnodigend naar álle leerlingen die het basisonderwijs gevolgd hebben. Elk van de scholen heeft een ander onderwijsaanbod en een eigen onderwijsklimaat. Gezamenlijk bieden de scholen vrijwel alle opleidingsmogelijkheden en vakkenpakketten/specialisaties die mogelijk zijn. De banden tussen de scholen zijn hecht en gebouwd op onderlinge solidariteit en gezamenlijke verantwoordelijkheid. SOML is daarmee flexibel en ook toegerust om in te spelen op toekomstige vragen en verwachtingen van ouders en leerlingen. Daarnaast werken SOML-scholen samen om de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor het welzijn en opleidingskansen van de Midden-Limburgse jeugd in al haar verscheidenheid waar te maken. Dat doen de scholen niet alleen: er wordt actief samengewerkt met andere organisaties in de onderwijs- en zorgketen en met het bedrijfsleven.
Ontwikkeling van een professionele cultuur SOML-medewerkers spelen daarbij met hun persoon een belangrijke rol. De vraag aan hen om zich authentiek op te stellen en voorbeeldgedrag te tonen, wordt daarmee gerechtvaardigd. Goede leraren zijn een belangrijke hulpbron voor het succes van leerlingen. Daarom investeert SOML voortdurend in kwaliteit van de leraren. SOMLmedewerkers maken zich een professionele houding eigen. Leidinggevenden besteden aan die ontwikkeling van een professionele cultuur systematisch aandacht en sturen daarop.
Kwaliteitsverbetering Het onderwijs aan de SOML-scholen voldoet aan hoge kwaliteitsnormen. Kwaliteitsverbetering betekent: beter inspelen op verschillen in individuele leerstijl en een sterke focus van leraren op hoe leerlingen leren. De scholen laten hun resultaten zien en staan open voor de buitenwereld. Ouders vinden in de SOML-scholen altijd een aanspreekpunt. De interne kleinschaligheid binnen de SOML-scholen garandeert dat
5
2. Organisatie
De samenstelling van het College van Bestuur was als volgt:
2.1 Juridische organisatie
Voorzitter: Dhr. ir. C.B. Hoefnagel Lid: Dhr. drs. M.J.H.M. Kikken
SOML is een bestuur met scholen voor katholiek en algemeen bijzonder onderwijs. Het bestuur heeft de bijzondere opdracht de identiteit voor zowel de katholieke als de algemeen bijzondere scholen te bewaken. In de statuten van de stichting is hieraan nadere uitwerking gegeven. De stichting is bij het ministerie bekend met het bevoegd gezagnummer 41203. Bij de Kamer van Koophandel staat zij geregistreerd met nummer 12041226 2.2 College van Bestuur Het College van Bestuur is het bevoegde gezag van de vier scholengemeenschappen van SOML en richt zich vooral op het beleid op bovenschools niveau, hetgeen tot uitdrukking komt in het meerjarenbeleidsplan van de stichting en in de daaruit afgeleide jaarlijkse beleidskaders die het College van Bestuur opstelt voor de schooldirecties.
Het College van Bestuur werkt op basis van een onderlinge taakverdeling. Portefeuilles zijn niet strikt gescheiden om de brede integrale verantwoordelijkheid te kunnen dragen als College van Bestuur. De loonkosten van het College van Bestuur (incl. pensioen en werkgeverslasten): Dhr. C.B. Hoefnagel
€ 145.729 (2014) € 136.201 (2013)
Dhr. M.J.H.M. Kikken
€ 144.344 (2014) € 137.466 (2013)
Relevante nevenfuncties en gedeclareerde onkosten van het College van Bestuur zijn terug te vinden in Bijlage D7.
Het College van Bestuur handelt conform de Code Goed Onderwijsbestuur, zoals deze door de VO-Raad is opgesteld en in werking is getreden per 1 augustus 2011.
SOML kent de volgende organisatorische indeling: Raad van Toezicht
College van Bestuur
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
Stafdienst
Connect College (16PE)
Sg. St. Ursula (17GT)
BC Broekhin (14PS)
Mundiumcollege (03XF)
6
2.3 Raad van Toezicht Het verslag van de Raad van Toezicht is terug te lezen in onderdeel A.3 Verslag Raad van Toezicht. Gedurende 2014 hebben zich geen personele wijzigingen voorgedaan in de samenstelling van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht is in 2014 vijfmaal bij elkaar geweest voor een formele vergadering met het College van Bestuur. Naast de Raadsvergaderingen zijn er bijeenkomsten geweest van de auditcommissie en de remuneratiecommissie. In 2014 is er ook gestart met een periodiek voorzittersoverleg, tussen de voorzitter van de Raad van Toezicht en de voorzitter van het College van Bestuur. bezoldiging1
De samenstelling en van Toezicht in 2014:
van de Raad
Dhr. drs. J.W.F.M. Knapen Voorzitter € 10.344 (2014) € 10.388 (2013) Mevr. M.E. Wouterlood-van Pijlen secretaris € 5.941 (2014) € 1.500 (2013) Mevr. Wouterlood maakt gebruik van de regeling vrijwilligersvergoeding in 2013. Dhr. drs. N.C.J. Hoenen lid € 5.935 (2014) € 5.566 (2013) Dhr. drs. J.M. Dijkman lid € 0 (2014) € 3.450 (2013) Dhr. mr. F.L.J. van Vloten Lid € 3.815 (2014) € 2.130 (2013)
Afhankelijk van de feitelijke situatie kan samenloop van btw-heffing en loonheffing optreden. Hoofdregel is namelijk dat de arbeidsverhouding van toezichthouders bij wetsfictie geldt als een dienstbetrekking in fiscale zin. Dit betekent dat de onderwijsinstelling over de beloning voor de toezichthoudende werkzaamheden loonbelasting/premie volksverzekeringen dient in te houden en af te dragen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet moet vergoeden. Het gaat hierbij om het bedrag van deze vergoeding exclusief omzetbelasting. 2.4 Scholen van SOML SOML bestaat uit de volgende scholengemeenschappen: BC Broekhin Connect College Locatie Roermond Unit havo/vwo Locatie Swalmen/ Unit vmbo Reuver Mundium Sg. St. College Ursula Lyceum Schöndeln Locatie Horn Mavo Roermond Locatie Heythuysen Niekée, NT2 De scholen fungeren als relatief autonome, resultaatverantwoordelijke eenheden. De voorzitter centrale directie fungeert als eindverantwoordelijk schoolleider. Per locatie is de locatiedirecteur de eerst aangewezen verantwoordelijke, die de dagelijkse leiding van de school en uitvoering van het schoolplan heeft. In onderdeel A.3 staan de gerealiseerde doelstellingen van de scholen weergegeven.
Per 1 januari 2013 geldt een aangepaste regeling voor commissariaten. De nieuwe regeling houdt in dat de goedkeuring, waarbij btw-heffing achterwege blijft indien men niet meer dan vier commissariaten bekleedt, komt te vervallen en dat aan de hand van de gebruikelijke criteria voor btwondernemerschap en aan de hand van de feitelijke situatie moet worden bepaald of sprake is van ondernemerschap van de commissaris. Bij één commissariaat is in beginsel al sprake van ondernemerschap voor de btw en dient de commissaris btw te voldoen over de ontvangen commissarisbeloning. 1
Bezoldigiging incl sociale lasten werkgever
7
3. Governance In 2014 heeft het College van Bestuur een zelfevaluatie uitgevoerd die de bredere samenwerking tussen bestuur en directies, directies en teams, binnen de teams en de ondersteuning vanuit het stafbureau onder de loep heeft genomen. Ook de rol van de interne toezichthouder is meegenomen in de evaluatie In de evaluatie zijn de volgende vragen gesteld: wat bereiken we met elkaar, hoe goed is de samenwerking op diverse niveaus op elkaar afgestemd en in hoeverre maken we onze ambities (van bestuur en scholen) waar in het onderwijs van elke dag? De zelfevaluatie is uitgevoerd door een externe partner die als critical friend een zogenoemde bereikdiagnose heeft opgesteld. De critical friend heeft de dieptewerking van het bestuur en leiding in kaart gebracht: wat bereiken we met elkaar? Het onderzoek is uitgevoerd door het doen van diverse observaties van vergaderingen op alle niveau, lesbezoeken, interviews van Raad van Toezicht tot de leerlingen en het afnemen van vragenlijsten. De belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek zijn: -
-
-
SOML is ambitieus en durft te kiezen voor gepersonaliseerd leren. Echter, de afstand tussen ambitie en praktijk is nog groot. Sturing en toezicht kunnen aan kwaliteit winnen onder het motto “de voorzichtigheid voorbij”. Scholen hebben een grote autonomie, maar rekenschap en verantwoording over hoe scholen die autonomie gebruiken en tot welke resultaten dat leidt behoeft verbetering. Kansen kunnen beter worden benut door het samenspel tussen scholen en bestuur/ stafdienst beter in balans te brengen. Daarvoor is meer centrale regie nodig op implementatie van beleid (afspraak = afspraak), zonder de autonomie van de scholen in te perken.
Naar aanleiding van de bereikdiagnose heeft een collegiale visitatie plaatsgevonden tussen het College van Bestuur SOML en een ander VO-bestuur.
getoetst door een extern bureau. De uitkomst daarvan is dat SOML met deze codes voldoet aan alle wet- en regelgeving op dit gebied. Het bestuur ziet erop toe dat alle scholen op eenduidige wijze de codes en reglementen publiceren op hun websites. Fusie met Stichting Via Aurea In 2014 heeft er een fusie plaatsgevonden tussen SOML en Stichting via Aurea. Aanleiding voor de juridische fusie is de onlosmakelijke verwevenheid tussen beide stichtingen. De verwevenheid komt tot uiting in de wijze waarop het bestuur van Via Aurea is samengesteld, maar ook in het gegeven dat SOML de enige partij is die profiteert van het bestaan en de activiteiten van Stichting Via Aurea. Alle partijen zijn ervan overtuigd dat de juridische fusie zal leiden tot meer transparantie. Beide stichtingen delen het uitgangspunt dat middelen ingezet dienen te worden ten behoeve van het voortgezet onderwijs van SOML. Met de juridische fusie worden geen voordelen aan bestuurders van de verdwijnende rechtspersoon (Stg. Via Aurea) toegekend. Externe klachtencommissie In 2014 hebben vier ouders een klacht ingediend bij de externe klachtencommissie. Drie klachten hadden betrekking op de begeleiding van hun kind en een klacht op de beoordeling. De externe vertrouwenspersoon heeft pogingen gedaan om te bemiddelen tussen de ouders en de schoolleiding. Drie ouders hebben de klacht toch doorgezet en in januari 2015 zijn de klachten door de klachtencommissie in behandeling genomen. Ontslagvergoedingen In 2014 ging SOML met drie personeelsleden een vaststellingsovereenkomst c.q. ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan. SOML betaalde aan beëindigingsvergoedingen € 9.312 en aan suppleties € 23.275. SOML houdt zich aan de wettelijke regelingen bij ontslag. Het beleid van de stichting is erop gericht om medewerkers duurzaam in te zetten. Middels strategische planning wordt zoveel mogelijk geanticipeerd op mogelijk overformatie en boventalligheid van medewerkers. SOML kent daarnaast een actief mobiliteitsbeleid en actueel sociaal statuut.
In het kader van Goed Onderwijsbestuur zijn alle interne gedragscodes en reglementen op het gebied van integriteit en gedrag juridisch
8
Gevoerd beleid Jaarlijks stelt het bestuur een beleidskader op, waarin het meerjarenbeleidsplan verder is uitgewerkt. In het beleidskader worden op de verschillende beleidsdomeinen doelstellingen geformuleerd. Deze doelstellingen hebben een doorvertaling in de jaarbeleidsplannen van de scholen en vormen de basis voor een beleidsrijke invulling van de meerjarenbegrotingen. 3.1 Kwaliteitszorg In 2014 zijn er op het gebied van de kwaliteitszorg een aantal stappen gezet die ervoor moeten zorgen dat kwaliteit nog beter ingebed wordt in de processen en cultuur van SOML. Een werkgroep kwaliteit heeft de minimum eisen voor een kwaliteitsdashboard benoemd en heeft daaraan kwaliteitsindicatoren gekoppeld. Een proef om intern een dashboard op te stellen stuit op praktische bezwaren. SOML heeft in 2014 ervoor gezorgd dat alle scholen beschikken over een licentie voor het Magister Managementplatform. Hiermee kunnen scholen realtime informatie uit de Magisterdatabase opvragen en zo inzicht verkrijgen in de kwaliteitsaspecten die voor school van belang zijn. Op ieder gewenst aggregatieniveau kunnen rapportages opgesteld worden. Tevens is het besluit genomen om naast de leerlinggegevens MMP ook in te zetten voor informatievoorziening in de domeinen personeel en financieel. Door deze keuze is SOML ook in staat om een dashboard over meerdere domeinen op te stellen. De implementatie van MMP personeel en financieel staat gepland voor het eerste kwartaal van 2015. 3.2 Samenwerking onderwijssector VAVO VAVO biedt jongeren die vastlopen in het reguliere VO een tweede kans om alsnog een diploma te halen. VAVO is voortgekomen uit het volwassenen onderwijs. SOML heeft met ROC Gilde Opleidingen en ROC Leeuwenborg overeenkomsten op bestuursniveau waarin de plaatsing van leerlingen is geregeld. Bij aanvang van het schooljaar 2014-2015 zijn er 38 leerlingen die gebruik maken van een
VAVO regeling. In het schooljaar 2013-2014 waren dit 42 leerlingen. De besturen voor VO zijn samen met het ROC Gilde Opleidingen voorbereidingen voor VAVO nieuwe stijl gestart. In het voorjaar 2015 wordt dit concept opgeleverd. Samenwerkingsverband VO / Passend Onderwijs Het nieuwe samenwerkingsverband SWV 31.02 is per 1 augustus 2014 formeel gestart, gelijktijdig met de invoering van de wet Passend Onderwijs. In voorbereiding daarop is de bestuurlijke organisatie ingericht en geformaliseerd. Tevens is een Ondersteuningsplanraad geformeerd. Het schooljaar 2014-2015 is voor het nieuwe samenwerkingsverband vooral een ontwikkeljaar, met veel aandacht voor de inrichting van de zorgstructuur. Er wordt uitvoering gegeven aan het eerste ondersteuningsplan en een jaarplan rondom een zevental ontwikkelpunten: - Structurele ondersteuning en begeleiding op de werkvloer - Implementatie en borging nieuwe zorgtoewijzing - Nieuwe werkwijze Zorg- en AdviesTeam - Optimaliseren dekkend netwerk ASS2 leerlingen - Verlaging aantal VSO leerlingen - Samenwerking Primair Onderwijs en MBO - Ontwikkeling en implementatie van en de bestuurlijk-juridische vormgeving van het Kennis- en Expertise Centrum Roermond Per 31 juli 2014 is het Samenwerkingverband 52.01 opgeheven. De laatste jaarcijfers zijn weergegeven in bijlage D8. D8 Jaarcijfers 2013-2014 Samenwerkingsverband 52.01. Voortijdig schoolverlaters In twee aparte werkgroepen voor de deelregio’s Noord en Midden-Limburg wordt samenwerkt om het aantal schoolverlaters te beperken. Er is een overlegstructuur voor de betrokken bestuurders en werkgroepen ingericht en een kenniskring van uitvoerenden operationeel gemaakt. Het percentage schoolverlaters is teruggebracht tot een gemiddelde van tussen 1,5 en 1,8 %, dat is een derde deel van de start in 2001-2002, met in het verslagjaar een reductie van 14,6 % t.o.v. 2012-2013. 2
ASS Autismespectrumstoornis
9
Arbeidsmarktknelpunten SOML neemt deel aan het project Arbeidsmarktknelpunten. Dit is een initiatief om in de knelpuntregio’s van Nederland knelpunten op de arbeidsmarkt aan te pakken. SOML participeert in vijf van de zes deelprojecten: - van onbevoegd naar bevoegd - van tweedegraads naar eerstegraads - professionele leergemeenschappen - start als gedegen basis - van leerling naar excellente leraar 3.3 Onderwijsbeleid Persoonlijk Leren SOML heeft de strategische keuze gemaakt voor Persoonlijk Leren. Doel is het leerproces te personaliseren, door voor elke leerling een eigen leerroute mogelijk te maken. In de ontwikkeling naar Persoonlijk Leren krijgt de variëteit aan rollen van de docent een ander accent. Dat is geen diskwalificatie van het verleden, maar houdt een kwalificatie in van wat nodig is in de toekomst: er is een verschuiving nodig van uitvoerder (van kennisoverdracht) naar arrangeur van leermiddelen en naar coach/ begeleider van de leerling in diens leerproces. Agora In 2014 is het besluit genomen om persoonlijk leren op één plaats helemaal door te voeren met een geheel nieuw onderwijsconcept voor leerlingen van vmbo tot en met vwo, als laboratorium voor SOML-scholen. Dit concept heeft de naam Agora. In augustus 2014 is deze opleiding gestart op de locatie van Niekée Roermond met een heterogene groep van 34 leerlingen. Agora is de oud-Griekse benaming voor “plein”. De oude Grieken kregen van wijsgeren en andere belangrijke personen les op de Agora in Athene. De naam is voor deze leerroute gekozen om drie redenen: 1. Het leren van de mens is een universeel gebeuren dat sinds de oude Grieken niet is veranderd. Kinderen willen gewoon goed worden en groeien! 2. Het leren via Agora zal overal plaatsvinden, dus niet alleen maar in een schoolgebouw. De wereld is het plein. 3. Tenslotte staat Agora ook voor het plein dat verbindt, onze leerling is “connected”! Agora wil jongeren vanaf
het begin duidelijk maken dat ze onderdeel zijn van een met elkaar verbonden wereld. We streven ernaar dat kinderen na hun opleiding op Agora: vastberaden de onzekere toekomst van morgen zullen omhelzen! Een andere belangrijke meerwaarde van Agora-onderwijs is de intensieve begeleiding van elke leerling door een coach-docent. Het leerplan van Agora gaat uit van de natuurlijke onderzoekende houding van kinderen, omdat daarin een belangrijke motor voor leren besloten ligt. Om het Agora-leren vorm te geven werkt Agora vanuit vijf leerwerelden. Vijf werelden: De wetenschappelijke wereld De kunstzinnige wereld De maatschappelijke wereld De sociaal/ ethische wereld De spirituele wereld Academische Opleidingsschool Limburg (AOSL) Per augustus is Sg St Ursula toegetreden tot cluster 2 van de AOSL. Het Mundium College heeft zich aangesloten bij een samenwerkingsverband met de lerarenopleiding van de HAN. In 2014 lag het accent bij de AOSL op het versterken van de onderzoeksactiviteiten van de “academische” scholen binnen het samenwerkingsverband. Hiertoe behoren BC Broekhin en Connect College. Het praktijkgericht onderzoek van docenten en van studenten van Fontys Lerarenopleidingen Sittard wordt binnen de scholen gepositioneerd als strategie voor professionalisering en schoolontwikkeling. Daartoe zijn verankerprojecten gestart. Evaluatie op school-overstijgend niveau van de onderzoeksactiviteiten verloopt moeizaam. In samenwerking met Open Universiteit en de Universiteit Maastricht hebben scholen kortlopende scholing en intervisie met betrekking tot onderzoeksvaardigheden georganiseerd. Kennisdeling heeft plaatsgevonden op het jaarlijkse AOSLsymposium. Het thema in 2014 was: “De (leer)kracht van onderzoek”. In 2014 startte het door het Ministerie van OCW ondersteunde project “Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen”. Afstemming met het eveneens in 2014 gestarte project “Arbeidsmarktknelpunten” op
10
het onderdeel Leerwerkgemeenschappen heeft plaatsgevonden. Techniekplan Limburg In het kader van het landelijke Techniek-pact participeren de SOML-scholen in het Techniekplan Noord- en Midden-Limburg, dat voor de periode van 2014-2018 subsidie ontvangt van met name de Provincie Limburg. In 2014 is de structuur met project- en werkgroepen beschreven en bemenst om op alle niveaus de betrokkenheid bij de uitvoering van de Techniekketen te borgen. Er is gestart met de aansluiting vmbo-mbo door het toewerken naar doorlopende leerlijnen. De aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs krijgt o.a. vorm in het project Wetenschap en Technologie dat ondersteund wordt door Keyport 2020. Techniek On Tour wordt naar de regio gehaald en er wordt een conferentie in het voorjaar 2015 voorbereid. Vanuit de Techniekketen wordt invloed uitgeoefend op de aanbesteding van de nieuwe concessie voor openbaar vervoer in Limburg. De belangrijkste ontwikkelthema’s in het overleg zijn: aanbod en spreiding, huisvesting, equipment, ICT, naast aansluitingen vmbo-mbo en mbo-hbo en en POVO komt er ook aandacht voor HavoHBO techniek. Examenresultaten School Schooljaar 2013-2014 BC Broekhin 92,7% Connect 94,8% College Mundium 94,5% College Sg. St. Ursula 95,9% SOML 94,4% Schooltype VWO HAVO VMBO-G/T VMBO-K VMBO-B SOML
Schooljaar 2013-2014 92,5% 90,8% 95,9% 99,4% 97,7% 94,4%
Eindexamenresultaten SOML:
Schooljaar 2012-2013 94,9% 93,1% 91,0% 93,8% 93,3% Schooljaar 2012-2013 93,8% 91,1% 93,0% 94,4% 98,7% 93,3%
95,0% 94,0% 93,0% 92,0% 91,0% 90,0%
Er zijn geen incidenten geweest die van invloed zijn geweest op het proces van de examens of die de betrouwbaarheid van het examenresultaat hebben beïnvloed. SOML hanteert hiervoor strikte procedures die op schoolniveau worden uitgevoerd. 3.4 Personeelsbeleid Strategische HRM 2014 is een belangrijk jaar geweest in de ontwikkeling van het strategisch HR beleidskader. Begin 2015 zal besluitvorming rondom het beleidskader plaatsvinden. Naast de bepaling van de toekomstige koers heeft SOML in 2014 reeds op verschillende gebieden opbrengsten gerealiseerd op gebied van HRM. Voorbeelden hiervan zijn de geboden scholing en ondersteuning op het gebied van dossiervorming en gespreksvaardigheidstraining, maar ook het inkaderen van de EVC-procedure als vast onderdeel van de benoemingsprocedures in het kader van de functiemix. Duurzaam Leiderschap en Teamontwikkeling Een programma Duurzaam Leiderschap en Teamontwikkeling voor directeuren en teamleiders heeft in 2014 plaatsgevonden. Het programma heeft 3 dagen ruimte geboden aan inspiratie, reflectie, dialoog, ontmoeting en beweging. In algemene zin heeft het programma eraan bijgedragen om de deelnemers meer bewust te maken van hun eigen rol en de kracht van gedeeld leiderschap. Tevens is er meer inzicht gekomen met betrekking tot teamvorming en – teamontwikkeling. Op de locaties heeft het programma een vervolg gekregen. Aandachtspunten daarbij zijn het concept van gespreid leiderschap en het begrip professionele ruimte. Managementstructuur Binnen SOML is de keuze gemaakt dat er een verschuiving gaat plaatsvinden van autonomie van de individuele docent naar autonomie van het team.
11
Teamleiders vervullen een cruciale rol in een goede werking van teams en SOML gaat deze positie dan ook versterken binnen de organisatie. Door de nieuwe rolvervulling van de teamleider en de uitbreiding van het aantal teamleiders moeten ook hernieuwde keuzes worden gemaakt met betrekking tot de overige managementposities.
Functiemix ultimo 2014: De streefdoelen van de functiemix zijn aangepast met behulp van een rekenmodel van het ministerie van OCW. De eindresultaten van de functiemix worden in 2015 voorgelegd aan de vakbonden en de PGMR voor instemming.
In 2015 zal een definitieve keuze worden gemaakt met betrekking tot de nieuwe managementstructuur.
24%
37%
Gemiddeld aantal FTE 2014:
DIR en MAN OP OOP
Leeftijdsverdeling: 1%
3%
15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar
16%
35%
35 tot 45 jaar 21%
45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar
24%
65+
In het kader van het gezondheidsbeleid implementeerde SOML “Bedrijfszorg” in samenwerking met de collectieve zorgverzekeraar. Bedrijfszorg is erop gericht om zorg direct in te zetten bij verzuim van medewerkers, maar ook als preventieve maatregel om verzuim te voorkomen. In 2014 is het verzuimpercentage van SOML 4,04%. De verzuimfrequentie is 1,17 en dat is een flinke daling ten opzichte van de voorgaande jaren want toen was de verzuimfrequentie 1,46 of hoger. Het verzuimpercentage laat een dalende trend zien vanaf 2010 maar ten opzichte van 2013 is het gemiddelde verzuimpercentage nagenoeg gelijk gebleven. Het verzuimpercentage in het VO schommelt al jaren rond de 5,0% voor het onderwijzend personeel en rond de 5,5 % voor het onderwijsondersteunend personeel. De verzuimcijfers van SOML zijn al jaren lager dan het gemiddelde in het VO. Verzuimpercentages SOML 2003-2014:
Verdeling man-vrouw:
49%
Man Vrouw
6 5,5 5 4,5 4 3,5 3 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
51%
LD
3.5 Gezondheidsbeleid
8%
69%
LB LC
Gemiddeld aantal FTE 2014 DIR en MAN3 65 OP 577 OOP 189
23%
39%
Dir en Man incl teamleiders. Teamleiders voor volle omvang, ook lestaken 3
12
3.6 ICT In het kader van het SOML ICT beleidskader zijn deelplannen gedefinieerd: - ICT infrastructuur Samen met partner IT-Workz startte SOML met de implementatie naar de Hybride-Cloud oplossing, waarvoor SOML heeft gekozen. Eind 2014 is SOML halverwege de gefaseerde implementatie. Uiteindelijk zullen zowel medewerkers als alle leerlingen werken in een gezamenlijk netwerk. Onderdeel van de totale migratie is ook de implementatie van een SOML-breed glasvezelnetwerk - ICT organisatie Binnen het ICT programma was in 2014 veel aandacht voor de organisatorische aspecten. Per augustus zijn de functies van de TOA ICT en ICT Consulent geformaliseerd binnen de nieuwe functiefamilie ICT. De TOA ICT vormt de eerstelijns ondersteuning, terwijl de ICT Consulent op SOML niveau de tweedelijns ondersteuning biedt. - SOML brede applicaties Uniformering van o.a. de Microsoft Office op versie 2013, Google Apps for Education en de Digitale Werkplek kreeg gestalte via de uitrol van de nieuwe ICT Infrastructuur. Andere applicaties worden in datzelfde traject meegenomen. In dat kader heeft SOML ook afwegingen gemaakt op het gebied van het aangaan van Escrowovereenkomsten met de verschillende SaaSleveranciers4. - Beleid, regels en afspraken Hoe om te gaan met gedigitaliseerde systemen binnen SOML moet duidelijk zijn door een nieuwe Gedragscode ICT. In de gedragscode is geregeld op welke wijze gebruikers dienen om te gaan met de SOML netwerkomgeving en wat de do’s en dont’s zijn. 3.7 Financieel beleid WKR De beschikbare ruimte voor de werkkostenregeling (WKR) 2014 bedroeg € 581.000, hiervan is € 471.000 besteed. De gecombineerde bestedingen aangaande representatiekosten en levensfasegericht personeelsbeleid legde de grootste claim op 4
het WKR budget (€ 157.000). In 2013 besloot SOML om ook de fietsregeling en de aanvullende zorgverzekering onder te brengen in de WKR. In 2014 bedroeg de claim op de WKR voor deze posten respectievelijk € 140.000 en € 60.000. Fusie met Stg. Via Aurea Als gevolg van de juridische fusie met Stg. Via Aurea heeft SOML het vermogen van de stichting overgenomen. Het vermogen bestaat voornamelijk uit materiële vaste activa en liquide middelen en aan de passivazijde van de balans is er enkel eigen vermogen. In de toelichting op de balans wordt dit expliciet duidelijk gemaakt. SOML heeft uit het eigen vermogen deels een bestemmingsreserve gevormd die op termijn wordt aangewend voor onderwijsontwikkelingen. Financieel Leiderschap Met directieleden is de opleiding Financieel Leiderschap doorlopen. De opleiding, verzorgd door TiasNimbas, sloot aan bij de behoefte om de directieleden inzicht te geven in de financiële aspecten van hun verantwoordelijkheidsgebied. De opleiding heeft concreet opgeleverd dat scholen beleidsontwikkelingen financieel vertalen in een business case format. Daarnaast was er een sterke focus op de link strategie & beleid, sturing en planning & control. 3.8 Facilitair beleid Op facilitair gebied is er in 2014 in toenemende mate aandacht geweest voor de Nationale aanbestedingswet. Er zijn procedures opgesteld, waarbij duidelijk wordt op welk moment welke aanbesteding doorlopen moet worden. De samenwerking tussen de facilitaire managers van de scholen leidt ertoe dat er op stichtingsniveau sprake is van veel gedeelde kennis. Dit leidt tot grotere efficiëntie op het facilitair gebied, momenteel met name bij de gezamenlijke inkoop. SOML streeft ernaar om deze efficiency de komende jaren ook terug te zien in gezamenlijk (technisch)onderhoud en beheer. In 2014 doorliep SOML geen Europese aanbestedingen.
SaaS – Software as a Service
13
4. Huisvesting 4.1 Strategisch Huisvestingsplan SOML heeft de visie op huisvesting in 2014 duidelijk aangescherpt: SOML wil uitstekend onderwijs in Roermond realiseren, passend bij een veranderende samenleving. De ontwikkelingen in het onderwijs en in onze samenleving, maar ook demografische ontwikkelingen vragen een nieuwe kijk op de organisatie van onderwijs en hierop toegespitste huisvestingsvormen. Het onderwijs zal daarbij moeten anticiperen op de veranderende behoeften van de maatschappij, de jongeren en ouders, hoe de omgeving zich ontwikkelt en wat samenwerkingsmogelijkheden SOML en andere partners kunnen zijn. SOML wenst op termijn toe te werken naar een breed educatie centra, waarin vier pijlers zijn benoemd: - Open innovatie - Persoonlijk Leren - Sociale- & fysieke leeromgeving - Ruimte bij en voor derden Verduurzaming Lyceum Schöndeln Met de gemeente Roemrond is een intentieverklaring opgesteld en getekend om de verduurzaming van de onderwijslocatie van Lyceum Schöndeln te onderzoeken en gefaseerd uit te werken. Met diverse potentiële partners in dit project van verduurzaming zijn gesprekken gevoerd. Verhuizing van Swalmen naar Reuver Met de gemeente Beesel en de firma Rendiz is de mogelijkheid onderzocht om het onderwijs te huisvesten in een nieuwe unilocatie in de gemeente Beesel, na teruggave van de locatie Swalmen aan de gemeente Roermond. Het is de bedoeling dat het onderwijs deels bij partners, deels als medegebruiker van de locatie “Oppe Brik” wordt verzorgd. Een eerste haalbaarheidsstudie en ontwerp zijn gereed gemaakt in 2014. In 2015 zal besluitvorming over het project plaatsvinden, binnen zowel de gemeente als SOML. Scenario’s Mavo Roermond Voor de huisvesting van Mavo Roermond zijn scenario’s uitgewerkt voor de korte en de middellange termijn. Het gebouw van Mavo Roermond bereikt in 2018 het einde van de economische levensduur.
5.2 Afhandeling Asbestsanering Connectcollege In afstemming met de gemeente EchtSusteren is een opdracht geformuleerd voor TNO. De onderzoekers van TNO zullen een bindende uitspraak doen over de noodzaak tot algehele sanering van het gebouw aan de Populierlaan. Op basis van deze uitspraak is een finale afwikkeling van de financiële en aansprakelijkheidsaspecten mogelijk.
5. Planning & Control 5.1 Ontwikkelingen Een van de actiepunten uit de accountantsrapportage uit 2013 was de facturatie van de ouderbijdragen. SOML heeft hierop gereageerd door de implementatie van WISCollect. Middels de software van WIS-Collect is SOML in staat om op een geautomatiseerde wijze de ouderbijdragen te factureren. De brongegevens zijn afkomstig uit het leerlingvolgsysteem Magister. Ouders kunnen betalen middels iDeal of reguliere overboeking. Dit heeft ertoe geleid dat betalingen van ouderbijdragen sneller worden geïnd dan voorheen. In 2014 heeft de facturatie op twee scholen op deze manier plaatsgevonden. Met ingang van schooljaar 2015-2016 zullen alle scholen de ouderbijdragen factureren middels WIS-collect. De toename van geautomatiseerde processen en softwarepakketten leidt ertoe dat SOML de gewenste functiescheiding opnieuw moet onderzoeken, zodat er sprake blijft van de juiste scheiding van taken en bevoegdheden bij functionarissen. Tekortkomingen 2014 2013 1. Procedures van de administratieve processen ten aanzien van de personeels- en salarisadministratie zijn nog niet beschreven 2. Facturatie van ouderbijdragen vindt niet altijd tijdig plaats 3. Beheersmaatregelen WISCollect zijn nog niet adequaat ingeregeld 4. Centrale coördinatie en organisatie rondom leerlingregistraties reeds gerapporteerd in 2013 en nog in ontwikkeling reeds gerapporteerd in 2013, geen voortgang opgevolgde controlebevinding nieuwe controlebevinding
14
Ad. 1 De procedures ten aanzien van de personeels- en salarisadministratie (PSA) zijn beschreven en vastgelegd in een handboek. Ad. 2 Door de invoering van WIS-Collect is er sprake van een tijdige en geüniformeerde aanpak van de facturatie van de ouderbijdragen. Ad. 3 In 2014 startte SOML met twee scholen de geautomatiseerde facturatie van de ouderbijdragen. Na deze eerste fase moeten de nodige beheersmaatregelen (verfijning autorisatie en authenticatie) worden ingeregeld. Ad. 4 In 2014 is onderzocht in welke mate de leerlingadministratie kon worden gecentraliseerd. De conclusie na het onderzoek is dat SOML er vanwege school specifieke kwesties die doorvertaald zijn in de systemen, er goed aan doet om niet over te stappen naar een centrale inrichting. Wel is SOML gestart met het beschrijven van een vaste procedure gebaseerd op de best practice uit de organisatie. Groeiambitie Omdat SOML de ambitie heeft om door te groeien naar het niveau van Management Control dienden enkele zaken nog verbeterd te worden. Dit betreft onder andere
Op het gebied van personeel is er een interventie gepleegd door het mobiliteitsbeleid en het sociaal statuut aan te passen, om zo beter de nabije toekomst tegemoet te kunnen treden. Het gezamenlijke risicoprofiel van 2014 heeft een risicosom van € 3,6 mln. Een stijging van ongeveer € 0,3 mln ten opzichte van 2013. De risico’s rondom personele- en huisvestingsaangelegenheden worden hoger ingeschat door de schoolleiding. Dit is het gevolg van de onzekerheden die er momenteel zijn rondom het personeelsverloop in relatie tot de leerling daling die vanaf 2016 intreedt. Ook de onderwijsontwikkelingen die worden doorgevoerd leiden tot onzekerheden (mogelijke risico’s) als het personeel niet in voldoende mate de aansluiting houdt. Personeel Professionalisering en aansluiten op de onderwijsvisie Overformatie versus kwaliteitsfrictie Huisvesting Meer gebouwen naderen het einde van de economische levensduur Ouderdom leidt tot toename van onvoorzien onderhoud Gemeentes zijn divers in het onderwijshuisvestingbeleid Som van risico’s 2010 t/m 2014:
Uniformeren van de leerling administratie Verankering van interne controles in de organisatie Verbeteren van de beveiliging omtrent de diverse ondersteunende applicaties 5.2 Risicomanagement Scholen hebben een scherpe blik op risico’s die zich kunnen aandienen. Op SOML en schoolniveau wordt er geanticipeerd door het treffen van maatregelen. Voorbeelden van maatregelen die op SOML niveau zijn getroffen in het verleden als gevolg van de risico-inschattingen zijn het strategisch huisvestingsbeleid, het functiemixbeleid en het ICT-beleid. De risico’s die in 2014 zijn benoemd hebben ook al geleid tot maatregelen. Zo zijn er op diverse fronten gesprekken met gemeentes over de huisvestingssituaties van de scholen en ontwikkelt SOML een lange termijn visie op de fysieke positionering van het onderwijs.
Leerlingen 2% 4%
Onderwijsk waliteit Personeel
19% 21%
3%
11%
Organisatie Huisvesting 40%
Inventaris ICT
15
6. Leerlingen 6.1 Aantallen SOML leerlingaantallen van 2008 t/m 2019: 9.000
8.750 8.621 8.500 8.432
8.379 8.308
8.250
8.457
8.430
8.377
8.328 8.245 8.179 8.110
8.000 7.875 7.750
7.500 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
SOML leerlingaantallen 2014 (01-10-2013):
16
6.2 Ontwikkelingen
7. Financiële situatie 2014
De meest recente prognose toont een positiever beeld van de leerlingaantallen dan de prognose over die zelfde jaren opgesteld in 2013. Duidelijk is dat na 2016 de daling van het leerlingaantal fors toeneemt, echter het leerlingaantal 2015 en 2016 zijn ook aanzienlijk hoger dan eerder verwacht.
7.1 Exploitatieresultaat 2014
2015 2016 2017 2018
Prognose 2014 8.621 8.457 8.179 8.110
Prognose 2013 8.499 8.355 8.147 8.092
Cijfers van DUO schetsen de volgende ontwikkeling van het leerlingaantal: 8621
2015 SOML
7963
2015 DUO
6865
2020 DUO
6512
2025 DUO
6368
2030 DUO
SOML realiseerde in 2014 een exploitatieresultaat van € - 2.063.687. Dit resultaat verdient een nadere analyse. Het resultaat komt namelijk tot stand door een reeks van beleidskeuzes en nietbeïnvloedbare factoren. SOML spreekt van een “genormaliseerd” resultaat van € -54.000. Het genormaliseerde begrotingsresultaat was € -47.000 X € 1.000 Resultaat Bekostiging 2013 CFI “behoud jonge docenten Voorziening Persoonsgebonden budget Aanpassing waardering verlof Eigenrisico WW Resultaat Afschrijving BC Broekhin Swalmen Opstart Vrijeschool Koersplan VO-content Bestuursfonds Inzet spaar BAPO Genormaliseerd
Werkelijk 2014 -2.063 585
Begroting 2014
215 100 175 -988 298
-981 298
80 50 17 366 123 - 54
80 50 17 366 123 -47
De conclusie is dat het genormaliseerde resultaat slechts € -7.000 afwijkt van het genormaliseerde begrotingsresultaat. 7.2 Exploitatieresultaat 2014: realisatie vs. Begroting Exploitatieresultaat Begrotingsresultaat Afwijking
€ - 2.063.687 € - 1.094.109 € 969.578
Grootste afwijkingen begroting / realisatie Afgerond 1. Rijksbijdragen OCW - € 775.472 2. Overige baten + € 750.900 3. Personele lasten - € 891.221 4. Huisvestingslasten + € 184.228 5. Overige instellingslstn - € 247.777 6. Overige +€ 9.764 Totaal € 969.578
17
Ad 1 De Rijksbijdragen vallen € 775.472 lager uit dan begroot. December 2013 ontving de VOsector middelen voor het behoud van jonge docenten. SOML heeft toen besloten om die middelen in te zetten in 2014. Omdat boekhoudkundig de middelen via de exploitatie van 2013 dienen te lopen, kan SOML deze middelen nu niet nogmaals boeken als baten. In de begroting zijn deze middelen ingezet als “fictieve” baten. Het deel van het exploitatietekort dat hierdoor ontstaat ( € 585.000) wordt ten laste gebracht van de reserves (die in 2013 voor dat deel zijn toegenomen.). Naast de baten voor behoud van jonge docenten heeft SOML de Leerlinggebonden Financiering begroot als Rijksbijdragen. Met ingang van 1 augustus 2014 (invoering wet Passend Onderwijs) ontvangt SOML de Leerlinggebonden Financiering via het Samenwerkingsverband en niet rechtstreeks via het ministerie. De gerealiseerde Rijksbijdragen zijn daarom € 190.000 lager dan begroot. Ad 2 Stg. Via Aurea stelde middelen beschikbaar voor het schooljaar 2013-2014. Het deel dat betrekking heeft op 2014 is € 130.000 hoger dan in 2013. De grootste afwijkingen ten opzichte van 2013 worden veroorzaakt door: - De toename van interne detachering, waarvoor via interne overboeking scholen die “uitlenen” opbrengsten krijgen voor de detachering. De toename van deze detacherings-opbrengst bedraagt € 340.000. - De eerder genoemde verschuiving van Rijk naar Samenwerkingsverband voor de Leerlinggebonden financiering leidt tot hogere overige baten (€ 190.000) in 2014. Ad 3 De afwijking op de personele lasten heeft te maken met de invoering van de personeelsgebonden budgetten, als gevolg van de nieuws cao. Deze zijn ten tijde van de begroting niet voorzien. De impact hiervan is € 215.000. Daarnaast was de verrekening van de uitkeringslasten hoger dan voorzien. De afrekening van € 175.000 was niet in de begroting opgenomen. Het betreft hier het eigen risico deel van de ww-uitkering van medewerkers die na het dienstverband bij SOML nog geen nieuw werk hebben gevonden. Ook heeft er ultimo 2014 een wijziging plaatsgevonden op de waardering
van de verlofsaldi. De tarieven waartegen deze kortlopende schuld is gewaardeerd zijn opnieuw bepaald om beter aan te sluiten bij de werkelijke tarieven. Zonder de wijziging in de waardering zou de schuld zijn afgenomen met € 50.000. Na de wijziging is de schuld toegenomen met € 100.000. Het resterende verschil in deze rubriek van € 400.000 wordt veroorzaakt door de toename van detacheringskosten, intern en extern aan het OPDC. Ad 4 Door de fusie met Via Aurea betaalt SOML vanaf augustus geen huur meer voor het Stafbureau en enkele lokalen van Lyceum Schondeln. Deze waren wel begroot. Het verschil ten opzichte van de realisatie bedraagt € 43.000. De klein onderhoudskosten zijn ruim € 94.000 lager dan begroot. Hier zijn geen duidelijk aanwijsbare redenen voor. Tenslotte zijn de energielasten ongeveer € 45.000 lager dan begroot, als gevolg van een zachte winter. Ad 5 De grootste afwijkingen ten opzichte van de begroting in de rubriek overige instellingslasten worden veroorzaakt door de kosten werving & selectie (+ € 67.000). Daarnaast zijn de kosten boekenfonds hoger (+€ 175.000). Het betreft hier zowel handelingskosten als ook aanschaf van leermiddelen (niet zijnde boeken die worden afgeschreven). 7.3 Exploitatieresultaat 2014: 2014 vs. 2013 Resultaat 2014 Resultaat 2013 Afwijking
€ - 2.063.687 € - 117.244 € - 1.946.443
Grootste afwijkingen 2014/2013 1. Rijksbijdragen € - 1.281.569 2. Overige baten € + 708.141 3. Bijzondere baten € - 619.678 4. Personele lasten € - 742.520 5. Afschrijvingen € - 322.260 6. Huisvestingslasten € + 179.775 7. Overige instellingslstn € + 223.376 8. Overig €91.708 Totaal € - 1.946.443
18
Ad 1 De Rijksbijdragen 2014 zijn lager dan in 2013. Via het Rijk ontving SOML in 2013 eenmalige middelen ter grootte van € 2,4 mln. Daarnaast kreeg SOML in 2013 van het Rijk ook nog Leerlinggebonden Financiering. In 2014 ging dit deels via het Samenwerkingsverband na de invoering van de wet Passend Onderwijs. De impact hiervan in 2014 € 190.000. Anderzijds kreeg SOML meer baten vanwege het hogere leerlingaantal ten opzichte van het bekostigingsjaar 2013 ( € + 770.000). Ook was er een ophoging van de lumpsumvergoeding als gevolg van de nieuwe cao ( € + 600.000). Samengevat: Eenmalig € - 2.431.000 Leerlinggebonden € - 190.000 Meer leerlingen € + 770.000 Ophoging lumpsum € + 600.000 € -1.251.000 Ad 2 De toename van de overige baten is het gevolg van de schenking van Stg. Via Aurea in het schooljaar 2013-2014. Het deel dat betrekking heeft op 2014 bedraagt € 293.000 (+ € 130.000 dan in 2013). Daarnaast is de eerder genoemde verschuiving van de Leerlinggebonden Financiering (€ 190.000) een reden van de toename van de overige baten. Tenslotte is er een toename van detacheringsopbrengsten. Deze detacheringen zijn toegenomen vanwege de detacheringen aan het Samenwerkingsverband en de interne SOMLdetacheringen. Met ingang van 2015 worden de interne detacheringen op SOML-niveau geëlimineerd. Ad 3 In 2013 ontving SOML eenmalige bijzondere baten van gemeente Echt-Susteren vanwege de asbestsering uit 2013. Het voorschot dat toen werd betaald aan SOML bedroeg € 583.000 Gemeente Roermond betaalde in verband met een andere asbestsanering een bedrag van € 37.000, ter compensatie van de gemaakte kosten. Ad 4 De personele lasten zijn ruim € 700.000 hoger dan in 2013. Hiervoor zijn drie redenen aan te wijzen:
1. De toename van de detacheringskosten met € 190.000. Hier tegenover staat de toename van de detacherings-opbrengst. 2. De salarisverhoging van 1,2% met ingang van 1 augustus 2014. Dit heeft geleid tot € 270.000 hogere salariskosten. 3. Verder zijn de overige personele lasten € 190.000 hoger als gevolg van een toename van een toename van de inzet van externe deskundigen (+ € 180.000) en de WKR (€ 132.000). De WKR is een verschuiving van andere rubrieken en grootboekrekening naar de rubriek overige personele kosten die derhalve lagere kosten hebben. Ad 5 Er is nog altijd sprake van een toename van de investeringen. De grootste toename van de afschrijvingslasten is zichtbaar in de apparatuur. Dit betreft hoofdzakelijk ICT apparatuur. De komst en de verdere ontwikkeling van digitale apparatuur in de lessen maakt het dat deze kosten nog jaarlijks toenemen. Daarnaast zijn verbouwingen uit 2013 deels afgeschreven en in 2014 voor een heel jaar. Denk daarbij aan investeringen bij Connect College (als gevolg van de herinrichting na de asbestsanering), maar bijvoorbeeld ook aan investeringen in het Technasium van Lyceum Schöndeln. Ad 6 De huisvestingslasten zijn hoofdzakelijk door de lagere energielasten in 2014 lager dan in 2013. De invloed van een zachte winter heeft een groot positief effect op het verbruik van gas in de scholen. Ad 7 De overige instellingslasten zijn ruim € 220.000 lager dan het voorgaande jaar. Hier is geen duidelijke aanwijsbare oorzaak voor, behalve dat scholen in het kader van bezuinigingen de kaasschaafmethode hebben toegepast op deze kostenposten, waardoor deze lager uitvallen dan in 2013. 8.4 Vermogenspositie Het exploitatieresultaat van € -2.063.687 wordt via resultaatsbestemming ten lasten van diverse onderdelen van het eigen vermogen gebracht. Het vermogen van stichting Via Aurea (€ 2.093.221) wordt middels een rechtstreekse vermogensinbreng ten baten van het vermogen van SOML gebracht.
19
Exploitatiereserve algemeen inbreng Via Aurea Exploitatiereserve algemeen Bestuursfonds Exploitatiereserve algemeen
€
+ 1.525.450
€
- 1.508.446
€ €
-
365.921 348.937
De onttrekking aan het bestuursfonds is het saldo van de opbrengsten van de nietgegarandeerde renteopbrengsten (€ 17.000) verminderd met de kosten van HR-adviseur (€ 76.000), die op projectbasis is aangesteld. Verder zijn de kosten van de training en professionalisering rondom Financieel Leiderschap en teamvorming ten lasten van het bestuursfonds gebracht. Tevens zijn kosten van de ontwikkeling van het meerjarenbeleidsplan 2015-2018 ten laste van het bestuursfonds gebracht. Onderwijsinnovatie inbreng Via Aurea Egalisatiereserve Boekenuitleen Bapo/ seniorenverlof Bestemmingsreserves
€
+ 567.771
€ € € €
- 47.917 -17.985 - 123.398 378.471
met € 1,3 mln en de inbreng van het vermogen van Via Aurea. Zonder de inbreng van het vermogen van Via Aurea zou SOML, door het negatieve exploitatieresultaat, zakken naar een weerstandsvermogen van € 34,3%. Het weerstandsvermogen van SOML valt binnen het normenkader van 10%-40%. SOML heeft in er in 2010 reeds beleid op gezet om het weerstandsvermogen te laten zakken onder de signaleringswaarde van 40%. In die opdracht is SOML geslaagd. Vanaf 2014 koerst SOML op het stabiliseren van het weerstandsvermogen. De kapitalisatiefactor daalt van 29,8% naar 28,4%. Deze daling komt voornamelijk door de toename van de materiële vaste activa (mede door toedoen van de fusie met stichting Via Aurea) en de daling van de totale baten. De door het ministerie gehanteerde bovengrens voor de kapitalisatiefactor is 35%. Een ondergrens is niet benoemd.
Het gebruik van VO-content door de scholen wordt ten laste van de bestemmingsreserve “boekenuitleen” gebracht. VO-content wordt door SOML beschouwd als één van de alternatieven voor het gebruik van traditionele leermiddelen
De overige ratio’s van SOML tonen aan dat er geen sprake is van een dreiging dat SOML risico’s niet aankan. Indicator SOML Norm Solvabiliteit 0,70 0,30 Liquiditeit 1,33 1,00
Het gebruik van flexbapo en seniorenverlof bedroeg € 271.540. Dit is ten laste gebracht van de bestemmingsreserve bapo/ seniorenverlof.
Ontwikkeling nominale waarde eigen vermogen
SOML heeft besloten om een deel van het vermogen van Via Aurea (€ 567.771) in te zetten voor Onderwijsinnovaties in de toekomst. Dat deel wordt omgezet in een bestemmingsreserve.
Samengevat: Exploitatiereserve alg. Bestemmingsreserves Mutatie eigen vermogen
€ - 366.937 € 378.471 € 29.534
Het weerstandsvermogen van SOML stijgt in 2014 van 36,6% naar 37,4%. De reden daarvoor is de forse daling van de totale baten
Miljoenen
De egalisatiereserve is verder afgeboekt. Deze is gekoppeld aan investeringssubsidies die in het verleden zijn verkregen voor investeringen in de materiële vaste activa.
De bufferfunctie daalt 3,6% naar 0,2%. De definitie van de bufferfunctie is: De mate waarin het bestuur vermogen heeft om risico's op te vangen. De bufferfunctie wordt als volgt berekend: Indicator SOML Signalerings waarde Kapitalisatie28,4% 35% factor Transactie-/- 12,4% 12% factor Financierings -/- 15,4% 18% factor Bufferfunctie = 0,2% 5%
32 30 28 26 24 22 2009 2010 2011 2012 2013 2014
20
8.4 Kasstroom en financieringsbehoefte In 2014 is er sprake van een negatieve kasstroom van € 1.714.051. Alle kosten en investeringen zijn gefinancierd met eigen vermogen. SOML kent geen vreemd vermogen voor het voldoen aan financiële verplichtingen. De daling van de liquide middelen wordt grotendeels veroorzaakt door de investeringen in materiële vaste activa € 5.214.484 en het negatieve exploitatieresultaat. SOML put de laatste jaren uit het eigen vermogen, waarbij er kosten worden gemaakt, waar geen cashflow tegenover staat. In de begroting 2015-2019 laat SOML zien dat ze de activiteiten dekt met een positieve cashflow.
Miljoenen
De ontwikkeling van liquide middelen door de jaren heen: 20 18 16 14 12 10 8 2009 2010 2011 2012 2013 2014
9 Treasury SOML heeft per 31-12-2014 de volgende beleggingen uitstaan: Belegging
Bedrag
Vervaldatum
Rabo deposito 3,25% Rabo deposito 3,25% Rabo deposito 3,25%
€ 4.000.000
20-12-2016
€ 2.000.000
20-12-2016
€ 1.000.000
20-12-2016
Een deposito ter grootte van € 3,0 mln viel in 2014 vrij. Deze middelen zijn toegevoegd aan de liquide middelen en niet opnieuw belegd, aangezien de marktcondities niet aantrekkelijk genoeg waren om voor een langere periode opnieuw te beleggen. SOML bewaakt nu continu de markt om te bepalen of er een hoger rendement kan worden behaald door opnieuw te beleggen.
21
10 Continuïteitsparagraaf 10.1 Toekomstige beleidsontwikkelingen SOML start in 2014 met het opstellen van een nieuw meerjarenbeleidsplan voor de periode 2015-2019. Middels het betrekken van de interne- en externe stakeholders wenst SOML een breed beeld te vormen van de koers die de komende jaren gevolgd moet worden. Het meerjarenbeleidsplan heeft als stip op de horizon gepersonaliseerd leren. SOML realiseert zich dat, om deze stip te bereiken, de organisatie moet investeren in enkele pijlers. SOML heeft deze pijlers reeds concreet benoemd 1. 2. 3. 4.
Het leren van de leerling Het bouwen van de leeromgeving Investeren in de medewerkers Het optimaliseren van de bedrijfsvoering
Ad.1 Het leren van de leerling Voor SOML is de kern van de ambitie om in 2020 het onderwijs persoonlijker gemaakt te hebben voor alle leerlingen. Dat is af te lezen aan: - Leerlingen zijn intrinsiek gemotiveerd - Leerlingen hebben invloed op hun eigen leerroute - Leerlingen volgen doorlopende leerlijnen in het vervolgonderwijs. Professionele medewerkers kennen hun leerlingen en passen vormen van leren toe die maatwerk voor leerlingen mogelijk maken en recht doen aan het persoonlijke leerproces van elk kind. De schoolleiding faciliteert medewerkers maximaal in hun ontwikkeling. Ad. 2 Het bouwen van de leeromgeving SOML streeft naar een leeromgeving die de visie op het leren, van en door leerlingen, in de praktijk mogelijk maakt. Hierbij worden aspecten als ontmoeten & samenwerken, adaptieve leeromgeving, contextrijk leren geïntegreerd.
benutten en te borgen. De transitie in het onderwijs vraagt om meer interactie en dialoog tussen leidinggevenden en medewerkers en tussen medewerkers onderling. Persoonlijk leren is niet synoniem aan: individualistisch leren, niet voor leerlingen en ook niet voor medewerkers. Leren vindt plaats in een sociale context, in verbondenheid en gedijt optimaal in teams, leren van en met elkaar, leren door doen, waarbij collega’s elkaar feedback geven. Ad 4. Het optimaliseren van de bedrijfsvoering Deze pijler richt zich op het verder professionaliseren en faciliteren van de secundaire processen: ICT, financiën en beheer, HRM, organisatie en kwaliteitszorg, marketing en pr. Scholen dienen om de focus te kunnen richten op de drie pijlers van persoonlijk leren, op klantvriendelijke wijze ontzorgd te worden. Deze ondersteuning gaat uit van verregaande synergie binnen de stichting, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van geautoriseerde systemen. Concrete acties op dit gebied zijn voor 2015 de verdere ontwikkeling van de planning & control: integrale benadering door processen te vervlechten, versterken van risicomanagement door dit onderdeel te laten zijn van business cases en kwaliteitszorg in periodieke managementrapportages. Daarnaast zullen in 2015 de actiepunten, benoemd in het strategisch HR-plan, worden opgepakt: o.a.mobiliteitsbeleid, actualiseren sociaal statuut, lange termjn personeelsplanning en de managementstructuur. Op het gebied van de ICT zal de migratie worden afgerond in 2015 en zal er aandacht zijn voor de koppeling tussen ICT en onderwijs. Het meerjarenbeleidsplan 2015-2018 is hier te lezen: http://www.soml.nl/downloads/SOML_Meerj arenbeleidsplan.pdf
Onder andere in het strategisch huisvestingsplan van SOML worden keuzes gemaakt over de positionering van het onderwijs in fysieke zin: de wijze waarop de ambitie vorm gegeven kan worden. Ad 3. Investeren in de medewerkers De keuze voor persoonlijk leren door leerlingen impliceert dat SOML voor de medewerkers dezelfde keuze maakt. Medewerkers worden in staat gesteld hun talent te ontdekken, te ontwikkelen, te
22
Rijksbekostiging per leerling (€)
10.2 Prognoses FTE’s 2015 DIR OP OOP
2016
61 550 150
2017
56 519 149
2018
55 508 147
2019
55 490 147
55 489 143
Incl. gemeentefonds baten Excl. gemeentefonds baten
2015
2016
2017
2018
2019
7.720
7.697
7.796
7.833
7.858
7.603
7.580
7.679
7.716
7.741
€ 7.900 600
€ 7.800
500
€ 7.700
400
€ 7.600
300
€ 7.500
200
€ 7.400
100
2015
2016
2017
2018
2019
0 2015
2016
2017
2018
2019
Leerlingen 2015
2016
2017
2018
2019
8.621
8.457
8.179
8.110
7.875
8.800 8.600 8.400 8.200 8.000 7.800 7.600 7.400 2015
2016
2017
2018
2019
Salariskosten per FTE OP (€) 2015
2016
2017
2018
2019
72.995
75.350
75.516
76.809
75.997
€ 4.750 € 4.700 € 4.650 € 4.600 € 4.550 2015
2016
2017
2018
2019
23
10.3 Meerjarenprognose balans 31-12-2015 Materiële vaste activa Gebouwen & terreinen Inventaris & apparatuur Machines & installaties Leerboeken
Vorderingen Debiteuren Kortlopende vordering op OCW Overlopende activa
Liquide middelen Banken Kasmiddelen
Voorzieningen
Langlopende schulden Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en sociale verzekeringen Pensioenen Overige schulden Overlopende passiva
Investeringen Gebouwen en terreinen ICT Inventaris Machines Leermiddelen
31-12-2017
31-12-2018
31-12-2019
16.030.871 6.382.813 1.149.318 1.734.835 25.297.837
15.273.315 6.231.726 693.034 1.615.810 23.856.619
14.752.410 6.065.496 481.234 1.548.320 22.890.560
14.305.689 5.956.299 373.520 1.505.923 22.184.897
13.721.989 6.039.886 314.931 1.498.192 21.618.828
181.124 1.232.135 1.413.259
181.124 1.108.922 1.290.046
10.000 160.000 998.030 1.168.030
10.000 160.000 898.227 1.068.227
10.000 160.000 808.404 978.404
10.341.740 15.731 10.357.471
12.182.230 15.000 12.197.230
14.284.085 15.000 14.299.085
16.028.797 15.000 16.043.797
17.957.573 15.000 17.972.573
37.068.568
37.343.896
38.357.675
39.296.921
40.569.806
31-12-2018
31-12-2019
31-12-2015 Eigen Vermogen Algemene reserve Bestuursfonds Bestemmingsreserve
31-12-2016
31-12-2016
31-12-2017
21.918.861
21.681.583
21.680.492
22.575.113
22.748.519
4.043.222 25.962.083
5.204.469 26.886.052
5.990.007 27.670.499
6.813.345 29.388.458
7.608.480 30.356.999
2.393.858
2.343.858
2.823.858
2.350.858
2.882.858
45.786
44.746
46.726
45.934
44.791
1.288.109
1.300.000
1.300.000
1.300.000
1.300.000
2.371.919 777.494 2.743.536 1.485.782 8.666.840
2.255.791 739.428 2.360.983 1.413.039 8.069.240
2.171.598 711.830 2.272.864 1.360.300 7.816.591
2.069.985 678.523 2.166.513 1.296.649 7.511.671
1.994.502 653.780 2.087.510 1.249.366 7.285.158
37.068.568
37.343.896
38.357.675
39.296.921
40.569.806
2015 1.496.950 1.275.070 491.120 464.650 867.000
2016 349.000 344.000 115.000 143.000 820.000
2017 547.000 332.000 57.000 45.000 815.000
2018 647.000 332.000 57.000 45.000 783.000
2019 497.000 482.000 57.000 45.000 783.000
24
10.4
Meerjarenprognose staat van baten & lasten 2015
2016
2017
2018
2019
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Ouderbijdragen Bijdragen uit eigen activiteit Totaal baten
66.558.106 162.834 1.131.010 1.012.813 1.116.814 69.981.576
65.097.698 116.401 1.282.377 1.014.821 1.075.110 68.586.407
63.766.932 56.276 1.251.366 1.008.196 1.114.873 67.197.643
63.527.755 56.276 1.127.008 1.012.371 1.103.662 66.827.072
61.879.173 56.276 964.739 998.546 1.107.840 65.006.574
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
57.860.199 3.541.584 2.931.396 5.212.334 69.545.513
56.351.150 3.576.603 2.892.966 5.071.720 67.892.438
55.303.947 3.332.074 2.866.494 4.990.681 66.493.197
54.270.179 3.139.678 2.835.281 4.943.977 65.189.114
53.406.505 3.000.084 2.832.076 4.879.369 64.118.034
Som financiële baten en lasten
237.001
230.000
80.001
80.001
80.001
Exploitatieresultaat
673.064
923.969
784.447
1.717.959
968.541
1.024.175
1.001.819
973.246
967.159
941.768
-351.111
-77.850
-188.799
750.800
26.773
Baten gealloceerd voor huisvestingsdoeleinden Exploitatieresultaat excl. Middelen voor huisvestingsdoeleinden
25
A.2 DOELEN & RESULTATEN Sg. St. Ursula “Meer kwaliteit met minder”: de formatie in de grip. Gezien de leerlingenkrimp, die onvoorwaardelijk van invloed gaat zijn op de formatie, zullen we op de (zeer) korte termijn met de beschikbare data moeten sturen op een gezonde bedrijfsvoering voor nu en de toekomst. Met minder middelen zullen we geen afbreuk doen aan de kwaliteit maar zelfs gaan voor het verhogen van de kwaliteit. Dit vraagt een optimalisatie van de beschikbare middelen teneinde een zo hoog mogelijk rendement te halen. Door beschikbare data van de achterliggende ervaringsjaren te koppelen, o.a. via Zermeloformatie en het vigerende taakbeleid, aan te verwachten leerlingenaantallen maken we behoorlijk betrouwbare formatieprognoses. Door vervolgens de zittende medewerkers op basis van leeftijd (en dus te verwachten uitstroomdata) en bevoegdheid te linken aan deze formatieprognoses hebben we de match of mis-match, en dus de vacatureruimte of overformatie in beeld voor de beide locaties van SG St Ursula. Een belangrijk gegeven in dezen is dat met name in het 1e-graads gebied bij de tekortvakken een voortdurende aandacht moet zijn voor het beschikbaar hebben en houden van bevoegde medewerkers. Dit en ook het stimuleren van bredere inzetbaarheid door het behalen van een tweede bevoegdheid is een belangrijk aandachtspunt in ons professionaliseringstraject.
verbindend en motiverend. Op beide locaties wordt uitgegaan van functionele teams, zgn. kernteams. De leden van een kernteam zijn met elkaar verbonden door een gezamenlijke opdracht en de daarbij geformuleerde doelstellingen. Voorbeelden van teams zijn: mentorteams, vaksecties/vakgroepen/leerwegen/leerjaren, decanaat, zorgteam, ICT-medewerkers, administratief personeel, facilitair personeel en de schoolleiding. Een teamleider of andere leidinggevende kan deel uitmaken van een team of indirect betrokken zijn als eindverantwoordelijke.
Bewustwording van de ontwikkelingen naar de toekomst en de wijze waarop wij deze tegemoet treden binnen alle geledingen van ons personeelsbestand zorgen er voor dat Ursula grip houdt op haar bedrijfsvoering en een kwalitatief hoogstaand onderwijsproduct blijft leveren.
De kwalitatieve aspecten van de functiemix Als een docent op SG Sint Ursula Horn/Heythuysen wil doorgroeien naar een hoger functieniveau (LC of LD), beoordeelt de direct leidinggevende via een vooraf vastgelegde beoordelingsprocedure of het competentieniveau voldoende is om in aanmerking te komen voor benoeming. De beoordeling impliceert dat er een inschatting plaatsvindt van competenties die specifiek horen bij een LC- of een LD-functie, waarbij de kandidaat binnen het digitale bekwaamheidsdossier zijn bewijzen presenteert in een portfolio, gebaseerd op het SOML beoordelingskader LC en LD.
Persoonlijk Leren: doelen en resultaten vanuit de broedplaats In het kader van persoonlijk leren hebben we een aantal grote stappen gezet op weg naar een eigentijdse leerlinggerichte didactiek. Het inzetten van iPads is geëvalueerd en het team heeft gedurende een i-camp en diverse studiebijeenkomsten een visie ontwikkeld om deze onderwijsinnovatie verder vorm te geven. Teamvorming Op beide locaties wordt groot belang gehecht aan het werken in teams. Werken in teams is
Om de continuïteit van de gesprekkencyclus te waarborgen is elke medewerker gekoppeld aan een direct leidinggevende. De mate waarin en de wijze waarop de medewerker en de direct leidinggevende in de praktijk van alledag met elkaar samenwerken en elkaar leren kennen is daarbij afhankelijk van de aard van het functioneel verband. Binnen de locatie Horn is gekozen voor kernteams gekoppeld aan een brugklasteam naast teams bestaande uit verticale leerjaren per schoolsoort. Binnen de locatie Heythuysen loopt het traject om te komen tot de keuze van vier kernteams, functioneel gekoppeld aan de organisatie. Dit traject wordt bottom-up gevoerd en extern begeleid. In februari 2015 wordt het eindresultaat door de werkgroep gepresenteerd.
Indien het aantal LC- respectievelijk LDwaardig bevonden docenten de vacatureruimte overstijgt, volgt een aanvullend assessment. Tijdens dat assessment wordt door een team van
26
assessoren vastgesteld welke kandidaten met voorrang in aanmerking komen om de vacature-ruimte op te vullen.
BC Broekhin
Docenten die via entreerecht een LD-functie hebben gekregen krijgen maximaal 2 jaar de tijd om te bewijzen dat ze beschikken over de competenties horende bij deze functie.
“Meer kwaliteit met minder”: de formatie in de grip. De financiële situatie maakte het noodzakelijk een aanzienlijke vermindering van de personele uitgaven te realiseren.
Docenten met een LC- of LD-functie zullen in het kader van gedeeld leiderschap nadrukkelijk binnen de school worden gepositioneerd, aansluitend bij de functie die ze zich competentiegericht hebben verworven. Bijzondere onderwijsontwikkelingen, passend onderwijs In 2014 hebben we het ondersteuningsprofiel van onze scholengemeenschap uitgewerkt. In dit ondersteuningsprofiel beschrijven we welke voorzieningen onze school, vanuit het kader Passend Onderwijs, heeft voor begeleiding en ondersteuning van leerlingen en welke ontwikkelingen worden opgepakt. Bij het realiseren van passend onderwijs (zorgplicht) hebben we niet alleen gekeken naar onze eigen expertise maar ook naar de ondersteuningsprofielen van de scholen in het samenwerkingsverband en de expertise van derden. In het ondersteuningsprofiel hebben we onze missie en visie vertaald in beleid ten aanzien van kwaliteitszorg met betrekking tot leerling-ondersteuning. In het cascademodel wordt zichtbaar hoe we vorm geven aan basisbreedte en extra/diepteondersteuning. Op het gebied van de implementatie van Handelingsgericht Werken (HGW) en Opbrengstgericht Werken (OGW) zijn eerste stappen gezet. Onze ondersteuningsmogelijkheden, specialismen en grenzen zijn afgezet tegen het referentiekader passend onderwijs en het toezichtkader van de inspectie. Vanuit deze kaders zijn ontwikkelpunten/doelstellingen geformuleerd waarin duidelijk wordt hoe passend onderwijs wordt geïmplementeerd. Per "ijkpunt" zijn per locatie beleidsdoelen geformuleerd die zijn geëvalueerd in de kwartaalrapportages.
Locatie Roermond
Deze opdracht is aangegrepen om de bestaande manier van lesgeven grondig onder de loep te nemen. In een intensief proces is het hele personeel daarbij betrokken, waarbij we tot een herziening van de lessentabel zijn gekomen, waarbij ongeveer 12% bezuiniging is gerealiseerd. Een deel van de bezuiniging is ingezet om terug te investeren in onderwijs, waarbij specifieke maatwerkoplossingen voor deelgroepen leerlingen zijn vormgegeven. E.e.a. is dit schooljaar (2014-2015) voor het eerst uitgevoerd, de organisatie moet richting het komend jaar verder verbeterd worden, omdat hier nog niet de vereiste kwaliteit gehaald is. Persoonlijk Leren: doelen en resultaten vanuit de broedplaats Persoonlijk leren heeft op verschillende plekken haar beslag gekregen. Zowel binnen de kansklassen in de onderbouw, waar specifieke uitdagingen op basis van de keuzes van leerlingen mogelijk gemaakt worden, als in de bovenbouwklassen, waar gewerkt wordt met banduren: plaatsen in het rooster die niet tevoren ingevuld zijn, en waar leerlingen aan een veelheid van onderwerpen kunnen werken, en leraren tal van specifieke lessenreeksen kunnen ontwerpen. In de banduren is ruimte voor leerdoelen op basis van de interesse van leerlingen en tegelijk voor de talenten van docenten. Los daarvan worden deze uren ook gebruikt om specifieke achterstanden weg te werken in een kleinere setting, of om leervraagstukken op te lossen die meer persoonlijk van aard zijn. Tenslotte zijn de kans trajecten richting het eindexamen nog steeds een succesvol resultaat van deze persoonlijke routes. Jaarlijks leveren deze niet alleen hoge slagingspercentages op, maar ook een goede doorstroom van het voorexamen jaar naar het examen jaar.
27
Teamvorming In 2014 is met name geïnvesteerd in het in positie brengen van de teamleider. De verantwoordelijkheid voor onderwijs en organisatie en leerlingbegeleiding was al de praktijk van de teamleider. Daarnaast is de personele verantwoordelijkheid ook al een bekend onderdeel van hun functie. In dit jaar is meer nadruk gelegd op de schoolbrede portefeuilles van de teamleider, zowel voor clusters vakken als voor andere overstijgende portefeuilles. Daarnaast is ook geïnvesteerd in de opleiding van de teamleiders op verschillende facetten van het schoolleiderschap. Met het versterken van het functioneren van de teamleiders is een positieve bijdrage geleverd aan de teamvorming van zowel het directieteam als de docententeams, waarbij het nemen van verantwoordelijkheid en afleggen van verantwoording daarover een kernthema is en blijft. Kwalitatieve aspecten van functiemix Een grote groep docenten is in aanmerking gekomen voor het entreerecht. De school heeft de ambitie van deze docenten om steunpilaar van de school te worden verwelkomd en vertaald in een uitdagend scholingstraject. De doelstelling van het scholingstraject is deze mensen in staat te stellen om in 2016 volledig aan te kunnen tonen dat zij in alle facetten van het LD docentschap bekwaam zijn. Zij hebben de doelstelling om hun ontwikkeling zichtbaar te maken doordat zij zich bekwamen in onderwijskundig differentiëren en die deskundigheid gaan delen met hun collega’s. Het traject neemt in feite de hele school in haar ontwikkeling mee, omdat continu in relatie met anderen geleerd moet worden. Wij verwachten daarmee een zeer positieve bijdrage aan de ontwikkeling van kwaliteit van lesgeven in de brede scholengemeenschap. Locatie Swalmen-Reuver Meer kwaliteit met minder In het verslagjaar is de managementformatie teruggebracht van 5,4 fte naar 3,6 fte. Dat is gebeurd via het schrappen van één teamleidersfunctie en het combineren van de adjunctfunctie met die van teamleider. De docentformatie is teruggebracht door een forse reductie van het aantal uitgegeven lessen, gebruik makend van de ruimte die de nieuwe wetgeving onderwijs bood Daarnaast is de overgang van lessen van 45 minuten naar lessen van 50 minuten aangegrepen om
het aantal lessen per docent op CAO-niveau te brengen. Helaas is deze reductie deels tenietgedaan doordat het noodzakelijk bleek op basis van de ingeplande lesweken het aantal wekelijkse lessen per docent aan te passen. Dit heeft geleid tot 2 fte overformatie, die in de volgende formatieplanning bezuinigd moeten worden. Tenslotte is ook de oop-formatie teruggebracht; voor een deel rusten de personeelskosten hiervan nog op de school doordat het niet is gelukt volledig overformatieve medewerkers te herplaatsen binnen SOML. Dit moet een aandachtspunt zijn, gegeven het feit dat in de nabije toekomst (2016) verdere overformatie zal ontstaan. Persoonlijk Leren: doelen en resultaten vanuit de broedplaats De locatie heeft geïnvesteerd in het bieden van maatwerk voor leerlingen onder andere door het werken met ontwikkelperspectieven, die de persoonlijke mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften per leerling als uitgangspunt hebben. Vakcolleges zijn een antwoord voor die leerlingen die zich vooral in de praktijklessen willen ontwikkelen: de resultaten zijn goed, de vakcolleges voorzien duidelijk in een behoefte. Het ligt in de bedoeling te startenn met een iPadklas: persoonlijke trajecten mogelijk maken door gepersonaliseerde content aan te bieden. Er wordt ingezet op omgevingsleren: de omgeving van de school betrekken bij het onderwijs, zodat dit betekenisvol en contextrijk wordt. Zo wordt vanuit een breder perspectief functionele leerwinst geboekt bij de kinderen met een hogere motivatie. Teamvorming In het verslagjaar is van start gegaan met de teamstructuur. Teamleiders zijn in positie gebracht als direct leidinggevenden van hun mensen. De IPB-cyclus wordt goed vormgegeven. Tenslotte is er een goed functionerend managementteam ontstaan De locatiedirecteur is gestart met een pilotgroep rondom taakbeleid, waarin het gesprek wordt gevoerd over verantwoordelijkheden en (autonome) ruimte: een belangrijke bijdrage aan de professionele cultuur die we o.a. via teamvorming beogen.
28
Tenslotte is er met het hele team gesproken over de visie van de locatie: wat bindt ons? Daarbij kwamen zowel de oude (Jenaplan) wortels als ook de kansen voor modern en persoonlijk onderwijs goed aan de orde. Deze discussie wordt in 2015 afgerond De kwalitatieve aspecten van de functiemix Het beleid beoogt docenten met bijzondere capaciteiten in te zetten ten bate van de gehele organisatie. Voorbeelden: Zorg coördinator, stagecoördinator . Daarnaast geldt uiteraard de reguliere procedure waarin docenten via hun digitale portfolio aantonen dat zij LC- resp LD-waardig zijn. Bijzondere onderwijsontwikkelingen Er is beleid in voorbereiding om in het kader van buurtalenonderwijs alle leerlingen Duits aan te bieden. Verder wordt onderzocht of er gestart kan worden met het derde leerjaar mavo-havo in Reuver, voortbouwend op het success van de nu tweejarige kansklas mavo-havo. Tenslotte mag niet onvermeld blijven: de locatiebrede inspanningen om te komen tot kwalitatief goede huisvesting in Reuver, waarbij het vormgeven van aansprekend onderwijs samen met partners centraal staat.
Connect College “Meer kwaliteit met minder”: de formatie in de grip. Continuïteit van de school betekent niets meer of minder dan dat de financiën van de school op orde zijn en blijven, dat de continuïteit van de primaire processen daarmee gewaarborgd is en dat we zo kunnen blijven voldoen aan de basisopdracht: het verzorgen van het best mogelijke onderwijs toegespitst op de individuele leerling. Het afgelopen jaar heeft het Connect College, samen met het personeel, belangrijke keuzes gemaakt om deze continuïteit te waarborgen. Door aanpassingen in het taakbeleid, de lessentabel, de lesinhoud en leermiddelen en de invoering van keuzewerktijd-uren is er een gezonde basis gelegd voor de begroting voor de komende jaren. Door de verschillende aanpassingen, op alle niveaus, wordt het personeel effectiever en efficiënter ingezet. Kijkend naar de begroting is het personeel de grootste, maar voor de duidelijkheid ook de kostbaarste post. Het overgrote deel van het beschikbare budget wordt besteed aan het primaire proces. Aan de leerling, begeleid door hoogopgeleid maar ook permanent lerend personeel. Door de afnemende leerlingenaantallen loopt de bekostiging terug. Het is bijna vanzelfsprekend dat hiermee ook de inzet van het personeel moet afnemen. In 2014 is de formatie met 15 FTE ingekrompen, niet alleen door de terugloop van het aantal leerlingen, maar ook door de gemaakte keuzes richting persoonlijk leren. We willen meer recht doen aan de individuele leerling, meer kwaliteit (met minder). Daarnaast is ook de lessentabel aangepast op basis van de nieuwe wet op de onderwijstijd. De kwalitatieve aspecten van de functiemix De invulling van de functiemix en het hieraan gekoppelde entreerecht is beleidsrijk ingevoerd. Binnen de verschillende werkgroepen die in 2014 in de teams zijn gestart vervullen de nieuwe LD-docenten een kartrekkers rol om de onderwijsontwikkelingen te blijven voortzetten, implementeren en verder te ontwikkelen. Om de komende jaren de ontwikkelingen binnen de teams en de school inhoud en vorm te blijven geven zal er in schooljaar 2014-2015 beleid worden ontwikkeld om mogelijkheden voor kwalitatieve promoties (los van entreerecht) open te houden.
29
Persoonlijk Leren: doelen en resultaten vanuit de broedplaats De core business is en blijft het geven van goed onderwijs. Het Connect College heeft er in het schoolplan van 2012-2016 gekozen voor een duidelijke visie op het persoonlijker maken van het onderwijs. In 2014 zijn belangrijke concrete stappen gezet in het persoonlijk leren. Binnen het VWO zetten we de verandering van de didactische aanpak, gericht op meer verantwoordelijkheid voor de leerling en afwisseling in de lesvormen, door van klas 2 en 3 naar klas 4. Niet alleen op deze wijze maar ook door te kiezen voor KWT (keuze Werk Tijd) koerst de school van VMBO tot en met Gymnasium op naar meer persoonlijk maken van het onderwijs. In het lesrooster is ruimte gecreëerd voor (minimaal 2) uren keuzewerktijd: de leerling kiest. Hiermee willen we rechtdoen aan verschillen tussen leerlingen. Leerlingen kunnen kiezen voor talenttijd, extra ondersteuning voor een bepaald vak, verdieping, studie of groepswerk. Om het onderwijs de komende jaren te blijven ontwikkelen heeft het Connect College in de begroting voor de komende 2 schooljaren extra projectformatie opgenomen om de voorgenomen onderwijsontwikkelingen inhoud te geven en te kunnen uitvoeren. Bijzondere onderwijsontwikkelingen Het Connect College wil voor elke leerling uit de regio het beste onderwijs bieden. Onderwijs dat aansluit bij de aanwezige voorkennis en voorbereidt op het vervolgonderwijs na het Voortgezet Onderwijs. Zelfbewust en toegerust het vervolgonderwijs aan te vangen. Voortgezet Onderwijs moet passend, betekenisvol en uitdagend zijn. Het Connect College daagt binnen een veilige leeromgeving de leerling uit ‘alles uit de kast te halen’. Op basis van ambitie, rekening houdend met de mogelijkheden en eventuele belemmeringen, start elke leerling van het Connect College aan zijn of haar eigen ontwikkeltraject. Het ontwikkelingsperspectief van de leerling, zoals dat in het Primair Onderwijs (PO) is vastgesteld, dient als basis en is richtinggevend voor het Voortgezet Onderwijs (VO). Middels handelingsgerichte Procesdiagnostiek wordt het kind in 2014 in beeld gebracht en middels handelingsgericht werken worden ‘kind problemen’ vertaald naar (pedagogisch-didactische) werkafspraken voor leraren.
Afgelopen schooljaar is de benedenverdieping van het Connect College aan de Populierlaan volledig opnieuw ingericht. Er zijn leerruimten ingericht die het realiseren van onze onderwijsvisie mogelijk maken. Maar ook hier hebben we een efficiencyslag kunnen slaan door alle kantoren en ondersteunende diensten centraal bij elkaar te brengen. Dit schooljaar is er ook één personeelsruimte gerealiseerd voor het Connect College. Om recht te blijven doen aan de onderwijsvisie wil het Connect College, na de herinrichting van de benedenverdieping, ook de bovenverdieping herinrichten. Hiervoor zullen in 2015 samen met SOML en de gemeente de gesprekken worden geïnitieerd, waarbij de visie centraal zal staan.
Mundiumcollege “Meer kwaliteit met minder”: de formatie in de grip Lyceum Schöndeln Lyceum Schöndeln bleef in 2014 binnen de begroting, zowel in FTE’s als in euro’s. Mavo Roermond De formatie is binnen de begroting gebleven. NT-2 NT-2 heeft in 2014 een exploitatieoverschot gegenereerd door terughoudend te zijn met betrekking tot de formatie. Met name de bezetting van volwassenengroepen is hoger dan de norm voor bekostiging. Niekée Door niet meer te formeren op klassen maar het unit budget in FTE en geld te verschaffen naargelang er leerlingen zijn, zijn we in staat om meer kwaliteit te leveren met minder. Het gesprek met de personeelsgeleding medezeggenschap hierover is opgestart. De diepgang van de nieuwe manier van leerlingen laten leren vergt echter nog een behoorlijk door-ontwikkelbudget. Dit wordt momenteel door Niekée bekostigd. Persoonlijk Leren: doelen en resultaten vanuit de broedplaats Lyceum Schöndeln De broedplaats van onze vwo-leerlingen breidt zich uit naar andere afdelingen. Dit gebeurt spontaan, doordat leraren nieuwe werkvormen en inzichten die ontwikkeld zijn binnen het vwo team overnemen.
30
Mavo Roermond De flexlessen hebben een andere invulling: uitwerkuren en keuzewerktijd. In de uitwerkuren bieden we taken en opdrachten zo aan dat zowel de motivatie van leerlingen stijgt alsook rekening gehouden wordt met de leerstijl van de leerling. In de keuzewerkuren wordt extra uitleg en oefening gegeven over moeilijke examenonderwerpen. De leerling kan zelf kiezen welk vak en onderwerp hij wil volgen. NT-2 Gelet op de grote diversiteit aan achtergronden van de leerlingen is Persoonlijk Leren een noodzaak voor NT-2. De in 2013 als proefproject ingevoerde digitale methode Disk die de leerling volgt in zijn vorderingen en daar het aanbod op af stemt, is in 2014 voor vijf groepen ingevoerd. Niekée Niekée zelf heeft een stap gezet in haar ontwikkeling, op weg naar Niekée 2.0. Een concept dat uitgaat van de principes van Niekée bij haar ontstaan in 2007 en tevens lijkt op het Agora-concept dat dit jaar gestart is. Het verschil tussen Agora en de brugklas van Niekée 2.0 is het curriculum. Bij Agora is dit de leervraag van het kind. Bij Niekée 2.0 is het curriculum de leerstof die het team van docenten in een leerlijn klaar heeft staan voor de leerlingen. Teamvorming Lyceum Schöndeln Wij hebben onze afdelingen, onder leiding van de afdelingsleiders, veel eigen verantwoordelijkheid gegeven, in het verlengde van ons belangrijkste beleidsdoel: meer ruimte voor zowel leerlingen als medewerkers. We hebben in al onze afdelingen gezien dat dit leidt tot meer eigenaarschap en eigen initiatief bij de (leden van de) teams en tegelijkertijd tot meer keuzemogelijkheden voor leerlingen. Mavo Roermond In schooljaar 2014-2015 volgen alle teamleden de collectief ingekochte scholing gericht op het aanbieden van maatwerk. Na het zich eigen maken van het theoretische kader zijn de vakgroepen dit nu aan het uitwerken in het concrete dagelijkse lesprogramma. Het team heeft meer zelf-organisatie gekregen in het uitvoeren van de onderwijskundige ontwikkelingen.
NT-2 Teamvorming heeft vorm gekregen door de benoeming van een teamleider per 1 augustus 2014. Daarbij is uitgegaan van de nieuwe ‘Soml’ functieomschrijving teamleider. Een tevredenheidsonderzoek heeft input gegeven voor de richting die samen met het team zal worden ingeslagen. Niekée In het kader van de kwaliteitszorg is de organisatievorm van platforms erg sterk gebleken. Vanuit het platform begeleiding wordt gestuurd op versterking en borging van de kwaliteit op klas en leerling niveau. Het platform onderwijs stuurt op versterking en borging van de kwaliteit op vaksectie en docent niveau. De kwalitatieve aspecten van de functiemix Lyceum Schöndeln In het bovengenoemde effect bij onze medewerkers heeft de functiemix een belangrijke rol gespeeld. Met name bij onze nieuwe benoemde LC-en LD- medewerkers zijn deze verwachtingen geëxpliciteerd in gesprekken met hun leidinggevenden en vertaald in verwachte bijdragen aan het team en / of aan de school als geheel. Mavo Roermond De groei van de LD-formatie heeft vooral de onderwijsontwikkeling en de analyse van informatie een impuls gegeven. NT-2 2014 heeft voor NT-2 in het teken gestaan van het voldoen aan de minimale functieverdeling. Daarmee zijn we aan een inhoudelijke invulling van de functiemix nog niet toegekomen. Niekée De expliciete inzet van LC- / LDfunctionarissen is nog beperkt. Dit heeft bij de komende formatieronde extra aandacht. Bijzondere onderwijsontwikkelingen Lyceum Schöndeln Ook inzake de begeleiding van leerlingen hebben we een meer toekomstgericht perspectief teweeggebracht in de cultuur van Lyceum Schöndeln. We hebben geprobeerd meer te kijken naar het ontwikkelingsperspectief van leerlingen en op grond daarvan adviezen te geven over wat leerlingen kunnen / moeten doen om dat perspectief waar te maken. Dit vergt een cultuuromslag omdat de school vooral gewend is om te kijken naar prestaties van leerlingen in
31
het verleden om op grond daarvan een advies te geven over doorstroom. NT-2 Naast het reeds langer bestaande voorbereidend traject MBO-Horeca, kunnen de leerlingen nu ook kiezen voor een voorbereidend traject MBO secretarieel/administratie. Met succes heeft een eerste groep van 8 leerlingen het staatsexamen VMBO-t afgelegd. Niekée In het verlengde van leerjaar 1 en 2 wordt de vernieuwing van het VMBO opgepakt in de bovenbouw. Na een oriëntatie traject is met de MR vastgesteld dat we de bovenbouw gaan ontwikkelen op basis van het profiel Dienstverlening & Producten. Dit profielvak zullen leerlingen doorlopen in leerjaar 2, mede als oriëntatie op hun uitstroom. In leerjaar 3 en 4 complementeren de leerlingen hun expertise door middel van 7 à 8 keuzevakken.
32
A.3 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 2014 Inleiding Het jaar 2014 heeft, naast de zorg de reguliere voortgang van onderwijsactiviteiten, in het licht gestaan van de evaluatie van het gevoerde beleid in de afgelopen vier jaren en de uitlijning van het beleid voor de periode 2015 – 2018, inclusief de meerjarenbegroting. Zowel bij de evaluatie als ook bij de uitlijning van het beleid voor de komende vier jaren is de Raad van Raad uitdrukkelijk betrokken geweest. De Raad van Raad heeft kennis genomen van het jaarverslag van het college van bestuur heeft zij goedkeuring verleend aan de jaarrekening 2014. Naast de vermelding van de samenstelling, expertises en taken van de Raad zijn in dit hoofdstuk, op hoofdlijnen, de interne en externe algemene discussies beschreven en is verslag gedaan van regulier toezichthoudende activiteiten. Samenstelling van de Raad van Toezicht in 2014 In het jaar 2014 hebben geen wijzigingen in de samenstelling van de Raad van Toezicht plaats gevonden. De Raad heeft in 2014 bestaan uit de volgende leden: dhr. drs. J.W.F.M. Knapen Functie Voorzitter Lid remuneratiecommissie Speciaal toezicht op belang algemeen. bijzonder onderwijs Op voordracht van Raad van Toezicht Benoeming d.d. 01-09-2009 Uiterste datum 01-09-2018 aftreden
mw. M. Wouterlood - van Pijlen Functie Secretaris Lid auditcommissie Op voordracht van GMR Benoeming d.d. 01-12-2008 Uiterste datum 01-12-2017 aftreden
dhr.drs. J.H. Dijkman Functie Algemeen lid Lid remuneratiecommissie Op voordracht van Raad van Toezicht Benoeming d.d. 01-01-2011 Uiterste datum 01-01-2020 aftreden
dhr. drs. N.C.J. Hoenen Functie Algemeen lid Lid auditcommissie Speciaal toezicht op belang katholiek onderwijs Op voordracht van Raad van Toezicht Benoeming d.d. 01-06-2009 Uiterste datum 02-06-2018 aftreden
dhr.mr. F.L.J. van Vloten Functie Plaatsvervangend voorzitter Algemeen lid Op voordracht van Raad van Toezicht Benoeming d.d. 01-09-2013 Uiterste datum 01-09-2022 aftreden Binnen de Raad van Toezicht zijn naast de algemene bestuurlijke expertises van de leden de volgende specifieke expertises vertegenwoordigd: onderwijskundige, financiële en juridische deskundigheid en deskundigheid op het gebied van kwaliteitszorg, personeelsbeleid, arbeidsomstandigheden en organisatieontwikkeling. Per 1 januari 2014 is de heer Dijkman herbenoemd en is hij hiermee zijn tweede termijn ingegaan. Per 1 december 2014 is mevrouw Wouterlood herbenoemd voor een laatste periode van toezicht.
33
Taken van het interne toezicht De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht en is gericht op het dienen van het belang van SOML voor de korte en lange termijn. Daarnaast heeft de Raad tot taak om te fungeren als klankbord voor het College van Bestuur door de dialoog te stimuleren, mee te denken en alle binnen de Raad beschikbare kennis en expertises ten dienst te stellen.
begin van 2015 de eerste versie van het toezichtkader SOML het licht kan zien. Vier leden van de Raad van Toezicht hebben de Dag van het Toezicht 2014 met als titel ‘De toekomst van het toezicht – toezicht in de toekomst’ bijgewoond. De voorzitter heeft daarnaast aan het symposium ‘Stevig toezicht voor goed Onderwijsbestuur’ deelgenomen.
Tenslotte heeft de Raad tot taak om te zorgen voor goed werkgeverschap.
Verslag van specifiek toezichthoudende activiteiten in 2014
Al de hierboven genoemde taken zijn tot uitvoering gebracht.
Overleg met het College van Bestuur
Interne en externe inhoudelijke discussies In 2014 heeft een uitgebreide evaluatie plaats gevonden van het beleid in de afgelopen vier jaren. Ter ondersteuning van het evaluatieproces en de ontwikkeling van het meerjarenbeleidsplan is door het bestuur externe deskundigheid aangetrokken. Binnen dit evaluatieproces is ook de Raad van Toezicht bevraagd. Een en ander heeft geresulteerd in een gedetailleerd evaluatieverslag. Dit verslag is tevens een belangrijke onderlegger geweest voor het opstellen van het meerjaren-beleidsplan 20152018. Mede geïnspireerd door landelijke discussies die hebben geleid tot het onderstrepen van het belang van de zogenaamde ‘voorkantbenadering’, strategisch partnerschap en het organiseren van betrokkenheid, heeft ook de Raad van Toezicht bijgedragen aan de aanscherping van beleidsvoornemens voor de komende vier jaren. Door de Raad van Toezicht is in het bijzonder aandacht gevraagd voor een nog sterkere resultaatgerichtheid binnen een bedrijfskundige benadering en een sterkere centrale regie, naast het inzetten op kwaliteit en onderwijskundige vernieuwing waarvoor het bestuur reeds veel ondersteunend beleid heeft ontwikkeld. In 2014 is een belangrijk vervolg gegeven aan de ontwikkeling van een intern toezichtkader. De Raad van toezicht heeft daartoe een extra interne studiemiddag belegd. In de loop van 2014 is een commissie geformeerd van twee leden uit de Raad en het college van bestuur teneinde het proces van de ontwikkeling van een toezichtkader te bespoedigen en in het
De Raad van Toezicht heeft in 2014, vijfmaal met het College van Bestuur vergaderd. De Raad streeft er naar om de vergaderingen zo veel mogelijk te laten plaats vinden op andere onderwijslocaties binnen de stichting. Dit biedt de gelegenheid tot kennismaking met de locatie en locatiedirecteuren. Dit biedt ook gelegenheid om op de hoogte gebracht te worden van specifiek schoolbeleid en specifieke mogelijkheden en eventuele knalpunten. Zo zijn in 2014 het Lyceum Schöndeln, de NT2-opleiding en Niekée bezocht. Voorafgaande aan elke vergadering heeft overleg plaats gevonden tussen de voorzitter van de Raad van Toezicht en het college van bestuur. De voorzitter van de Raad van Toezicht is ook het aanspreekpunt geweest voor het college van bestuur voor zich tussentijds voordoende aangelegenheden. Om de uitwisseling verder te faciliteren is in dit jaar besloten tot een maandelijks voorzitters-overleg. De Raad van Toezicht is door het college van bestuur geïnformeerd door middel van kwartaalrapportages over de voortgang van het beleid en andere zaken van belang en door mededelingen van het college tijdens het reguliere overleg. Naast kwartaalplannen en rapportages heeft de Raad van Toezicht zich ook uitvoerig laten informeren over het vervolg van de asbestkwestie die speelt bij het Connect College in Echt-Susteren en de huisvestigingsplannen binnen BC Broekhin Reuver en risicomanagement. Onderwerpen die eveneens bijzondere aandacht trokken waren de ontwikkelingen binnen leerlingenaantallen, de kwaliteit van onderwijs en personeel
34
(strategisch HR-kader), de opzet van een nieuwe managementstructuur en de ICTontwikkelingen. Van de individuele expertises van leden van de Raad van Toezicht is hierbij duidelijk gebruik gemaakt. De Raad van Toezicht heeft in 2014 aan de volgende stukken goedkeuring verleend: -
benoeming accountant de jaarrekening over 2013; de begroting 2015 de meerjarenbegroting 2015 – 2018
De juridische fusie van de Stichting Via Aurea met SOML welke op 18 december 2013 door de Raad van Toezicht was goedgekeurd heeft op 1 juli 2014 zijn beslag gekregen. Andere activiteiten In 2014 is een aantal vergaderingen buiten aanwezigheid van het college van bestuur belegd. Voorafgaande aan elke vergadering samen met het college van bestuur heeft de Raad van Toezicht intern vooroverleg gevoerd. In dit overleg zijn onderwerpen besproken als de actuele ontwikkelingen het bestuursfunctioneren en het eigen functioneren en onderwerpen die in het daarop volgende overleg met het college van bestuur zijn geagendeerd. Een lid van de Raad van Toezicht heeft namens de Raad als toehoorder deelgenomen aan het bestuursgesprek met de onderwijsinspectie. Activiteiten van de auditcommissie De Raad van Toezicht beschikt over een auditcommissie waarin de heer Hoenen (register accountant) en mevrouw Wouterlood zitting hebben. In het verslagjaar is de auditcommissie 5 maal bij elkaar gekomen. Tweemaal is overleg gevoerd met de accountant over de jaarrekening. Bij de jaarrekening van 2013 is een goedkeurende verklaring afgegeven door PWC. Na een uitvoerige toelichting op het accountantsverslag door PWC en conform het advies dat de auditcommissie en heeft uitgebracht heeft de Raad van Toezicht goedkeuring gegeven aan jaarrekening en begroting.
Was in 2013 al het positieve besluit genomen voor de herbenoeming van de accountant van PWC voor een periode van twee jaren, in dit jaar is de herbenoeming formeel bekrachtigd. Activiteiten van de remuneratiecommissie In de remuneratiecommissie van de Raad van Toezicht hebben de heer Knapen en de heer Dijkman zitting. De remuneratiecommissie voert namens de Raad van Toezicht, als werkgever, de gesprekken met de leden van het College van bestuur die op het functioneren en de bezoldiging van het College van Bestuur betrekking hebben. Aan het einde van de verslagperiode is een begin gemaakt met de oriëntatie op de wisseling binnen het college van bestuur per 1 september 2015. Hiertoe hebben diverse gesprekken plaats gevonden met het zittende college en is gestart met het opstellen van een functieprofiel onder leiding van een extern bureau. Het eerste besluit in dezen betreft de voortzetting van een tweehoofdig college van bestuur. Hierover is ook richting organisatie gecommuniceerd. Bij de leden van het college van bestuur zijn gesprekken aangekondigd die direct aan het begin van 2015 zullen plaats vinden en die zijn gericht op de taakstelling, het aanbrengen van persoonlijke accenten, de evaluatie, de beloning en het toekomstperspectief. Slot en vooruitblik Terug kijkende op het afgelopen jaar stelt de Raad van Toezicht het volgende vast: -
-
-
Het college van bestuur heeft adequate stappen gezet in het evalueren van het gevoerde beleid in de afgelopen vier jaren en heeft de uitkomsten van deze evaluatie voortvarend opgepakt in de dialogen op alle niveaus binnen de organisatie aangaande het meerjarenbeleidsplan 2015 - 2018; In de gesprekken met de Raad van Toezicht is gebleken dat het college naast aandacht voor interne ontwikkelingen zeer duidelijk ook kan getuigen van een sterke externe oriëntatie. De Raad van Toezicht denkt dat de tweehoofdigheid van college van bestuur hiertoe bijdraagt; Onderwijskundige ontwikkelingen, in het bijzonder die in de richting van
35
-
-
-
-
“gepersonaliseerd leren”, blijven in positieve zin opvallen. De Raad van Toezicht constateert dat met groot enthousiasme, op alle fronten, wordt gewerkt aan de verdere vormgeving hiervan. Ervaringskennis opgedaan binnen dit onderwerp wordt ook duidelijk gedeeld met derden. Toch plaatst de Raad van Toezicht hierbij ook een kritisch kanttekening. De Raad vraagt zich af of in voldoende mate wordt nagegaan of de gestelde doelen “kwaliteit van leren kan beter en onderwijs kan goedkoper” aantoonbaar worden gehaald. De Raad heeft zich voorgenomen om hier nauwlettend op toe te zien o.a. door het vragen naar concretisering van gewenste (deel-) resultaten en een kritische evaluatie achteraf. Door PWC wordt gesteld dat met betrekking tot de interne beheersing goede stappen zijn gezet in de richting van managementcontrol. De Raad heeft hiervan in tevredenheid kennis genomen. Door de afname van het vermogen is de liquiditeit in de afgelopen jaren licht afgenomen. Toch mag de solvabiliteit en liquiditeit van SOML nog steeds als hoog gekwalificeerd worden. De opdracht is gesteld om dit naar de toekomst toe op orde te houden. De interne dialogen binnen en tussen Raad van Toezicht en College van Bestuur hebben in 2014 opnieuw bouwstenen opgeleverd welke deel zullen gaan uitmaken van een SOMLtoezichtplan dat zijn eerste afronding moet vinden in 2015. Door de discussies naar aanleiding van het toezichtkader kunnen de rolposities van Raad en college steeds beter worden ingenomen.
-
strategie & beleid, sturing en planning & control; ICT-infrastructuur Huisvesting Stakeholderbeleid; Verdere voortgang binnen begrotingsconsistentie; het toezicht- en toetsingskader; afstemming intern- en extern toezicht; maar ook de voortdurende professionalisering van bestuur en toezicht
De Raad van Toezicht, dhr. drs. J.W.F.M. Knapen (voorzitter) mevr. M. E. Wouterlood-van Pijlen (secretaris) dhr.drs. J.H.M. Dijkman dhr. drs. N.C.J. Hoenen dhr.mr. F.L.J. van Vloten (Plaatsvervangend voorzitter)
-
In de komende vier jaren zullen de programmalijnen zoals geschetst in het meerjarenbeleidsplan: het leren van de leerling, het bouwen aan de leeromgeving, het investeren in medewerkers en het optimaliseren van de bedrijfsvoering in belangrijke mate de toezichtagenda bepalen. Meer en detail valt ook te denken aan onderwerpen als: -
-
Concretisering van beleid op alle fronten in de vorm van heldere PDCA-cycli; Managementstructuur; naar autonomie van teams; Verdere implementatie van financieel leiderschapsprincipes door directieleden met een duidelijke focus op de link
36
Jaarrekening 2014
B
37
B1 Grondslagen Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. Tevens worden de richtlijnen van de Wet op het Voortgezet Onderwijs nageleefd. Activa en passiva worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs. of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de jaarrekening zijn alle aangesloten scholen opgenomen z 16PE Connect College z 17GT Sint Ursula z 14PS BC Broekhin z03XF Mundiumcollege Daarnaast zijn het College van Bestuur en de Stafdienst in de jaarrekening opgenomen. De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Met ingang van 1 januari 2013 is de wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van toepassing. Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de instelling en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. Kasstroom overzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en depoito's met een looptijd van langer dan 3 maanden. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen op geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Stelselwijzigingen In 2014 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan. Schattingswijzigingen In 2014 heeft zich een schattingswijziging voorgedaan bij de bepaling van de kortlopende schuld inzake opgebouwde vakantietegoeden en verlofuren. De nieuwe uitgangspunten zijn nader beschreven in de toelichting op de kort lopende schulden op de balans.
38
Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten, verminderd met de toegepaste lineaire afschrijvingen op basis van de verwachte economische levensduur en de eventuele restwaarde. De gebouwen zijn geactiveerd middels de componentenbenadering, waarbij een actiefpost op de balans wordt onderverdeeld in componenten, afhankelijk van de verschillende gebruiksduur, dan wel de levensduur. De activeringsgrens voor ICT apparatuur bedraagt € 500, voor Meubilair € 500 en voor alle overige activa € 2.000. Als afschrijvingstermijnen worden de volgende catetorieën gehanteerd: Bouwkundig Bouwkundig algemeen 40 jaar Bouwkundig algemeen 20 jaar Bouwkundig algemeen 15 jaar Bouwkundig algemeen 10 jaar Bouwkundig glas 20 jaar Bouwkundig dak 40 jaar Werktuigbouwkundig voorzieningen 20 jaar Electrotechnische voorzieningen 40 jaar Electrotechnische voorzieningen 15 jaar Infra 40 jaar Infra 10 jaar Vaste voorzieningen 20 jaar Inventaris Meubilair 20 jaar Meubilair 10 jaar Inrichting ruimtes 20 jaar Inventaris kantoor (geen meubilair) 10 jaar Zonwering, gordijnen, jaloezieën 15 jaar Kantoorinventaris (geen meubilair) 10 jaar Gymnastiektoestellen vast 20 jaar Gymnastiektoestellen los 10 jaar Muziekinstrumenten 10 jaar Audiovisuele apparatuur 8 jaar Machines en installaties Machines 20 jaar Machines 15 jaar Witgoed 10 jaar Inbraakinstallaties, airco, … 10 jaar Gereedschappen en toebehoren 15 jaar Gereedschappen en toebehoren 10 jaar Vervoersmiddelen 8 jaar ICT Notebooks leerlinggebruik 3 jaar Notebooks leerlinggebruik 4 jaar Servers, workstations, beamers, notebooks 5 jaar ICT infrastructuur 5 jaar Software 3 jaar
39
Leermiddelen Boeken Boeken
2 jaar 5 jaar
Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt SOML de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen, en verwerkt dit direct in de staat van baten en lasten. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur is aangebracht. Voor een verdere toelichting van het vermogen wordt verwezen naar de jaarrekening. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen (m.u.v. jubileumvoorziening) worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De jubileumvoorziening is gebaseerd op de uitkeringen voor de komende 5 jaren. Voorheen werd dit gewaardeerd op een vast bedrag per medekwerker. De voorzieningen zijn gewaardeerd volgens de contante waarde rekening houdend met een disconteringsvoet van 4% en een indexering van 2% per jaar en uitgaande van het huidige salarisniveau. Schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgwaarderingen geschieden volgens de geamortiseerde kostprijs. Leasing Bij SOML kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de instelling ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Leasebetalingen worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het contract. Resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zijn voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. 40
Opbrengsten Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft. Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsieerde kosten zijn gemaakt, opbrengsten zijn gederfd of worden verantwoord als het waarschijlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. Opbrengstverantwoording van dienstverlening Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen De instelling heeft alle pensioenregelingen verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balas opgenomen. Afschrijvingen Activa worden vanaf het moment van ingebruikname afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Financiele instrumenten en risicobeheersing Rente- en kasstroomrisico De instelling loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa, effecten en liquide middelen). Deposito's zijn vastgelegd met verschillende looptijden. Met betrekking tot de vorderingen worden geen financiële derivaten met betrekking tot renterisico gecontracteerd en enkel belegd in financiële producten met een A-rating. Kredietrisico De instelling heeft geen significante concentraties van kredietrisico.
41
B2 Balans 2014 Stichting Onderwijs Midden-Limburg Activa (na resultaatsbestemming) 31-12-2014 Materiële vaste activa Gebouwen & Terreinen Inventaris & apparatuur Machines & installaties Leerboeken
16.740.281 5.615.438 1.679.494 1.835.113
Totaal vaste activa
Vorderingen Debiteuren Kortlopende vordering op OCW Overlopende activa
31-12-2013
15.698.944 5.184.942 1.591.230 1.769.516 25.870.325
24.244.632
25.870.325
24.244.632
181.124 1.232.135
8.643 173.734 1.411.732 1.413.259
Liquide middelen Banken Kasmiddelen
8.670.165 11.133
1.594.109
10.379.618 15.731 8.681.298
10.395.349
Totaal vlottende activa
10.094.557
11.989.458
Totaal activa
35.964.882
36.234.089
42
Passiva 31-12-2014 Eigen Vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve
21.263.782 4.025.237
Voorzieningen Voorzieningen Langlopende schulden Overige langlopende schulden Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overige schulden Overlopende passiva
Totaal passiva
31-12-2013 21.612.719 3.646.766
25.289.019
25.259.485
1.964.517
1.893.858
44.506
45.786
1.288.109
1.309.121
2.371.919 777.494 2.743.536 1.485.782
2.361.885 883.032 3.052.978 1.427.943 8.666.840
9.034.960
35.964.882
36.234.089
43
B3 Staat van baten en lasten 2014 Stichting Onderwijs Midden-Limburg 2014 Baten Rijksbijdragen OCW Ov. Overheidsbijdr Overige Baten Bijzondere baten Totaal baten
63.296.185 207.235 3.829.478 -
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Ov. Instellingslasten Bijzondere lasten Totaal lasten
57.989.252 3.588.791 2.809.311 5.330.648 -
2013 64.577.754 310.199 3.121.337 619.678
67.332.898
Saldo baten en lasten
Begroting 2014 64.071.657 227.148 3.078.578 -
68.628.968
57.246.732 3.266.531 2.989.087 5.554.024 56.692 69.718.002
57.098.031 3.647.048 2.993.539 5.082.871 69.113.066
2.385.104-
Financiële baten en lasten Financiële baten 321.417 Financiële lasten -
67.377.383
68.821.490
484.098-
366.854 -
1.444.107-
349.998 -
Totaal financiele baten en lasten
321.417
366.854
349.998
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
2.063.687-
117.244-
1.094.109-
Exploitatieresultaat
2.063.687-
117.244-
1.094.109-
44
B4 Kasstroom 2014 2014
2013
Kasstroom uit operationele activiteiten Exploitatieresultaat Fusie eigen vermogen Via Aurea
2.063.687544.666
Afschrijvingen Mutaties voorzieningen
3.588.791 70.659
Mutaties werkkapitaal - vorderingen - kortlopende schulden
180.849 368.120-
117.2443.266.531 81.287
341.92711.603 187.271-
330.3242.900.250
1.953.158 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Materiële vaste activa (investeringen)
3.665.929-
5.020.6903.665.929-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangen waarborgsommen Mutatie overige langlopende schulden
60 1.340-
Mutaties liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen
5.020.690-
101.340-
10-
1.714.111-
2.120.450-
10.395.349 1.714.051-
12.515.799 2.120.4508.681.298
10.395.349
45
B5 Toelichting op de onderscheiden posten van de balans 2014 Algemeen Activiteiten De activiteiten van Stichting Onderwijs Midden-Limburg bestaan voornamelijk uit dienstverlening op het gebied van voortgezet onderwijs Materiële vaste activa Materiële vaste activa gefinancierd met eigen middelen Broekhin Roermond, Connect College en Lyceum Schöndeln hebben verbouwingen gerealiseerd, voor respectievelijk aanpassingen lokalen (€ 260.250), aanpassingen docentenkamer/vleugel D € 301.560 en aanpassingen cultuurstroom en gymnasium (€ 167.935). Sg. St. Ursula Heythuysen heeft een renovatie van de aula uitgevoerd. De investering, mogelijk gemaakt met middelen beschikbaar gesteld door stg. Via Aurea, bedroeg € 296.400 Ook in 2014 ziet SOML een stijging in de investeringen in ICT-middelen. Het meerendeel van de € 1.081.834 geinvesteerd in ICT betreft uitbreidingsinvesteringen. Denk hierbij aan devices voor medewerkers, leerlingen, WIFI netwerken, randapparatuur voor digitaal lesgeven en de migratie). Als gevolg van de fusie met stg. Via Aurea zijn ook de vaste activa van die stichting overgenomen. De vaste activa van Via Aurea bedragen enkel gebouwen en terreinen met een verkrijgingswaarde van € 3.282.264 en een boekwaarde van € 1.548.555 op het moment van de fusie. Deze boekwaarde is ingebracht als investering voor SOML in 2014. Totaal
Gebouwen & Terreinen
Inventaris & apparatuur
23.010.027
9.647.038
2.903.927
5.486.716
41.047.708
Afschrijvingen t/m 2013
7.311.083
4.462.096
1.312.697
3.717.200
16.803.076
Investeringen 2014
2.403.409
1.531.671
315.608
963.796
5.214.484
Afschrijvingen 2014
1.362.072
1.101.175
227.345
898.199
3.588.791
Desinvesteringen 2014
532.725
1.549.853
307.863
3.954.668
6.345.109
Desinvest.afschrijvingen 2014
532.725
1.549.853
307.863
3.954.668
6.345.109
25.413.436
11.178.708
3.219.536
6.450.512
46.262.192
8.673.155
5.563.271
1.540.042
4.615.399
20.391.867
16.740.281
5.615.438
1.679.494
1.835.113
25.870.325
Verkrijgingswaarde t/m 2013
Verkrijgingswaarde t/m 2014 Afschrijvingen t/m 2014 Boekwaarde 31-12-2014
Machines & Leermiddelen Installaties
Investeringen excl leermiddelen
Investeringen leerboeken
5.000.000
2.000.000
4.000.000
1.500.000
3.000.000 1.000.000 2.000.000 500.000
1.000.000 0
2014
2013
2012
2011
2010
2014
2013
2012
2011
2010
46
OZB-waarde en verzekerde waarde OZB-waarde gebouwen en terreinen: € 62.180.000 per peildatum 01-01-2012 De OZB-waarde is inclusief de gesubsieerde gebouwen. De verzekerde waarde is niet bekend, omdat de verzekeringsplicht bij de gemeenten berust. Vorderingen 31-12-2014 31-12-2013 Debiteuren 181.124 8.643 Vordering OCW bekostiging 173.734 Ministerie OCW 173.734 Te vorderen rente 13.400 45.670 Te vorderen personele opbrengsten 61.310 178.719 Te vorderen overige opbrengsten 22.152 22.714 Te vorderen energiekosten 3.086 80 Te vorderen bijdrage gemeenten 14.395 132.672 Te vorderen LGF-gelden 182.332 Te vorderen premie WAO/WIA 214.581 Vooruitbetaalde kosten activiteiten, vakgroepen en internationalisering 131.137 Vooruitbetaalde VAVO vergoeding 87.609 102.462 Vooruitbetaalde premie IPAP 102.227 103.151 Vooruitbetaalde huisvestingskosten 126.206 97.639 Vooruitbetaalde contributies 8.933 6.805 Vooruitbetaalde reprokosten 6.387 13.923 Vooruitbetaalde verzekeringskosten 10.656 Vooruitbetaalde scholingskosten 12.031 35.802 Vooruitbetaalde ICT kosten 294.980 210.986 115.765 Rekening Courant project KEC-werkt Rekening Courant Stg. Via Aurea 20.847 Diversen 50.186 215.026 Overlopende activa 1.232.135 1.411.732 1.594.109 1.413.259 De vordering op de Leerlinggebonden Financiering (LGF) heeft betrekking op de nog te ontvangen is va middel van het Samenwerkingsverband 31.02. Het Samenwerkingsverband ontvangt per 1 augustus 2014 deze middelen die SOML eerder rechtstreeks van het ministerie kreeg. De te vorderen personele opbrengsten hebben grotendeels betrekking op nog te ontvangen bedragen van detacheringsopbrengsten. De vooruitbetaalde ICT-kosten hebben betrekking op software-licenties. De vooruitbetaalde huisvestingskosten hebben betrekking op vooruitbetaalde huur. Liquide middelen Bankrekeningen Deposito Girorekeningen Kas Kruisposten
31-12-2014 31-12-2013 1.670.165 379.618 7.000.000 10.000.000 11.133 15.731 8.681.298 10.395.349
De liquide middelen zijn direct opvraagbaar, met uitzondering van de gelden in deposito. Zie paragraaf 9 van het Bestuursverslag voor de looptijden van de deposito's. In B4 Kasstroomoverzicht is de ontwikkeling van het saldo Liquide Middelen gespecificeerd.
47
Eigen Vermogen Saldo per Bestemming 31-12-2013 resultaat boekjaar Algemene reserves Exploitatiereserve algemeen Bestuursfonds Subtotaal
20.568.236 1.044.483 21.612.719
Bestemmingsreserves Onderwijsontwikkeling Mundium Egalisatiereserve Boekenuitleen Bapo/seniorenverlofreserve Onderwijsinnovatiereserve Overige bestemmingsreserves Subtotaal
159.400 196.002 2.497.937 703.188 90.239 3.646.766
1.508.466365.9211.874.387-
Mutaties 2014
Saldo per 31-12-2014
1.525.450 1.525.450
20.585.220 678.562 21.263.782
189.300-
567.771 567.771
159.400 148.085 2.479.952 579.790 567.771 90.239 4.025.237
47.91717.985123.398-
Totaal eigen vermogen
25.259.485
2.063.687-
2.093.221
25.289.019
Publiek eigen vermogen Exploitatiereserve algemeen Bestuursfonds Egalisatiereserve Bapo/seniorenverlofreserve Onderwijsinnovatiereserve Overige bestemmingsreserves Subtotaal
20.568.236 1.044.483 196.002 703.188 90.239 22.602.148
1.508.466365.92147.917123.398-
1.525.450 567.771 2.093.221
20.585.220 678.562 148.085 579.790 567.771 90.239 22.649.667
Privaat eigen vermogen Onderwijsontwikkeling Mundium Boekenuitleen Subtotaal Totaal eigen vermogen
2.045.702-
159.400 2.497.937 2.657.337
17.98517.985-
-
25.259.485
2.063.687-
2.093.221
2013
2014
159.400 2.479.952 2.639.352 25.289.019
Ontwikkeling eigen vermogen
30.000.000 29.000.000 28.000.000 27.000.000 26.000.000 25.000.000 24.000.000 23.000.000 2010
2011
2012
Algemene reserve - exploitatiereserve algemeen Het resterende saldo uit personele en materiele exploitatie verloopt via deze reserve. Per saldo wordt € 1.526.451 aan de exploitatiereserve algemeen onttrokken.
48
Bestuursfonds Conform afspraken met de GMR over het bestemmen van eenmalige financiele baten zijn ten laste van het bestuursfonds zijn gebracht de salariskosten van de HR-adviseur (€76.000). Daarnaast zijn de kosten van leiderschapsontwikkeling van teamleiders en de training Financieel Leiderschap ten laste van het fonds gebracht. De gezamenlijke kosten bedragen € 308.000 Ten gunste van het bestuursfonds is gebracht het resultaat uit liquiditeitsbeheer ter grootte van € 17.917 Bestemmingsreserve boekenuitleen Bestemmingsreserve boekenuitleen Vastgelegd in boeken
2.479.952 1.835.113 644.839
Algemene reserve Vastgelegd in materiële vaste activa
21.263.782 24.035.212 2.771.431-
De kosten voor het gebruik van de digitale materialen van VO-content worden gedekt uit de reserve boekenuitleen. Bestemmingsreserve Bapo/ seniorenverlof Kosten betrekking hebbende op de de gespaarde Bapo en seniorenverlof zijn ten laste van deze bestemmingsreserve gebracht. In 2014 is er ongeveer € 123.000 gespaarde Bapo opgenomen. Naar verwachting is deze bestemmingsreserve binnen 4 jaar uitgeput. Voorzieningen Voorziening jubileumgratificatie
Stafdienst/CvB BC Broekhin Connectcollege Sg. St. Ursula Mundium College Totaal
Saldo per 31-12-2013 11.471 124.665 86.452 161.548 177.100 561.236
Dotatie 2014 372 9.911 13.346 11.0878.497 21.039
Onttrekking 2014 20.577 11.262 30.195 43.170 105.204
Overige Mutaties -
Saldo per 31-12-2014 11.843 113.999 88.536 120.266 142.427 477.072
Van de voorziening jubileumgratificatie heeft € 126.291 een kortlopend karakter (< 1 jaar). Voorziening levensfasegericht personeelsbeleid Saldo per 31-12-2013 Mundium College 186.503 BC Broekhin 154.042 Connectcollege 159.711 Sg. St. Ursula 120.953 Totaal 621.209
Dotatie 2014 -
Onttrekking 2014 25.110 17.017 2.034 8.382 52.543
Overige Mutaties -
Saldo per 31-12-2014 161.393 137.025 157.677 112.571 568.665
Aan de voorziening levensfasegericht personeelsbeleid worden geen dotaties meer gedaan. Met de PGMR is overeengekomen dat het saldo uiterlijk 1 augustus 2016 moet worden opgenomen. Het beleid van SOML is met de komst van het cao recht "persoonsgebonden budget" ingehaald. Van de voorziening heeft € 568.665,- een langlopend karakter (tot uiterlijk 1 augustus 2016).
49
Voorziening persoonsgebonden budget Saldo per 31-12-2013 Stafdienst/CvB BC Broekhin Connectcollege Sg. St. Ursula Mundium College Totaal -
Dotatie 2014 6.333 46.966 40.420 46.828 71.923 212.471
Onttrekking 2014 -
Overige Mutaties -
Saldo per 31-12-2014 6.333 46.966 40.420 46.828 71.923 212.471
In de cao 2014-2015 hebben medewerkers het recht gekregen om 50 uur (of naar rato van de werktijdfactor) in te zetten voor diverse doeleinden. Een van de doeleinden is het maximaal 4 jaar sparen van verlof. Een groot deel van de medewerkers heeft hiervoor gekozen. Dit leidt tot het treffen van deze voorziening. Van de voorziening heeft € 212.471,- een langlopend karakter. Voorziening spaarverlof
Stafdienst/CvB Mundium College BC Broekhin Connectcollege Sg. St. Ursula Totaal
Saldo per 31-12-2013 78.801 101.598 79.986 114.815 283.622 658.822
Dotatie 2014 876 5.163 3.589 4.316 21.107 35.051
Onttrekking 2014 14.553 7.964 17.753 916 41.186
Overige Mutaties -
Saldo per 31-12-2014 65.124 98.797 65.822 119.131 303.813 652.687
Overige Mutaties -
Saldo per 31-12-2014 23.146 30.477 53.623
Van de voorziening spaarverlof heeft € 640.636,- een langlopend karakter. Voorziening opfrisverlof
BC Broekhin Sg. St. Ursula Totaal
Saldo per 31-12-2013 22.701 29.891 52.592
Dotatie 2014 445 586 1.031
Onttrekking 2014 -
Van de voorziening opfrisverlof heeft € 53.623,- een langlopend karakter
50
Langlopende schulden
Kluisjes Mundium College Kluisjes BC Broekhin Totaal waarborgsommen
Saldo per 31-12-2013 4.632 41.154 45.786
Aflossing 2014 1.340 1.340
Toevoeging 2014 60 60
Saldo per 31-12-2014 3.352 41.154 44.506
De langlopende schulden hebben allemaal betrekking op ontvangen waarborgsommen ontvangen van leerlingen voor het gebruik van de kluisjes. De langlopende schulden hebben een resterende looptijd > 1 jaar en < 5 jaar. Kortlopende schulden 31-12-2013 1.309.121 2.358.953 2.932 2.361.885 883.032 1.999.911 506.541 18.099 504.034 24.394 3.052.978 487.223 315.639 127.497 124.948 270.265 102.372 1.427.943 9.034.960 368.119De overige subsidie OCW niet geoormerkt heeft betrekking op de bekostiging maatschappelijk stage en VSV en wordt in bijlage G verder gespecificeerd. De geoormerkte subsidie OCW heeft betrekking op de bekostiging van een zij-instromer. De vordering op het Orthopedagogisch Didactisch Centrum (OPDC) is gesaldeerd met de schuld aan het Samenwerkingsverband VO/SVO.
Crediteuren Ministerie OCW Loonheffing/sociale lasten Af te dragen BTW Belastingen & premie sociale verzekering Schulden terzake pensioenen Te betalen vakantietoelage Gereserveerde verloftegoeden Te betalen netto loonkosten VO-SVO/Passend onderwijs Accountantskosten Overige schulden Vooruitontvangen schoolbijdragen Vooruitontvangen bedragen Vooruitontvangen bijdragen Te betalen energielasten Overige subs. OCW geoormerkt Overige subs. OCW niet geoorm. Overige Overlopende passiva
31-12-2014 1.288.109 2.363.968 7.951 2.371.919 777.494 1.907.361 609.701 16.071 188.080 22.322 2.743.536 510.913 371.256 28.310 48.644 125.000 271.543 130.117 1.485.782 8.666.840
De te betalen vakantietegoeden/ verlofuren ter grootte van € 609.701 hebben in 2014 een schattingswijziging ondergaan. In de praktijk bleek dat de indexering op de tarieven te laag was. Dit is middels de schattingswijziging aangepast. De impact van de schattingswijziging bedraagt € 100.000. Alle kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan één jaar.
51
B6 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Niet in de balans opgenomen activa SOML heeft een vordering op Stg. Fonys te Tilburg ter grootte van minimaal € 453.574,-. Deze vordering is ontstaan omdat SOML in het verleden een hypotheekverlening heeft gedaan voor het toenmalige PABO-gebouw in Roermond. Zodra het gebouw wordt onttrokken aan het onderwijs moet aan SOML worden overgedragen 22,5% van de verkoopwaarde en opstallen. Ter meerdere zekerheid door de betaling is een hypotheek op het betreffende onroerend goed gevestigd ten bedrage van € 453.574,Er is pas sprake van een "harde vordering" op het moment dat er feitelijk sprake is van onttrekking aan het onderwijs c.q. verkoop van het gebouw buiten het onderwijs. Niet in de balans opgenomen verplichtingen Afvalinzameling van Gansewinkel Looptijd: maandelijks verlengen Ingangsdatum: 01-09-2014 (tijdelijk contract) Jaarlijkse verplichting: € 39.680 m.i.v. 01-02-2015 nieuw contract met een looptijd van 24 maanden Jaarlijkse verplichting nieuw contract € 32.795 ARBO/bedrijfsarts Human Care Capital Looptijd: 38 maanden Ingangsdatum 18-06-2012 Jaarlijkse verplichting: € 78.936 Copiers Xerox (Connect College) Looptijd 60 maanden Ingangsdatum 31-07-2015 Jaarlijkse verplichting: € 8.638
Ricoh (Broekhin Roermond) Looptijd 72 maanden Ingangsdatum 01-03-2009 Jaarlijkse verplichting € 64.785
eindingt 28-02-2015
Océ - Canon Looptijd 64 maanden (Stafdienst) Ingangsdatum: 14-05-2012 Jaarlijkse verplichting: € 2.745 Looptijd 62 maanden (Lyceum Schöndeln + NT2) Ingangsdatum 01-07-2012 Jaarlijkse verplichting: € 15.617 Looptijd 60 maanden (Niekée) Ingangsdatum 01-09-2012 Jaarlijkse verplichting: € 46.403 Looptijd 59 maanden (SG Ursula) Ingangsdatum 01-10-2012 Jaarlijkse verplichting: € 81.232 Looptijd 56 maanden (Broekhin Swalmen/Reuver) Ingangsdatum 01-01-2013 Jaarlijkse verplichting: € 8.683
52
Looptijd 39 maanden (Mavo Roermond) Ingangsdatum 01-06-2014 Jaarlijkse verplichting: € 8.059 Looptijd 30 maanden (Broekhin Roermond) Ingangsdatum 01-03-2015 Jaarlijkste verplichting € 41.717 Huurverplichtingen Gilde Opleidingen, Kasteel Hillenraedstraat 1 te Roermond (200 m2 tbv NT2) Looptijd: 5 jaar Ingangsdatum 01-08-2013 Jaarlijkse verplichting: € 157.946 BC Broekhin huurt jaarlijks de sporthal van Swalmen en Reuver. Looptijd: schooljaar Jaarlijkse verplichting: variabel, afhankelijk van het aantal gebruiksuren. ICT It Workz B.V. Looptijd: 60 maanden Ingangsdatum 01-01-2014 Jaarlijkse verplichting: € 287.028 (abonnement gebruikers) Jaarlijkse verplichting: € 89.800 (verbindingskosten Ziggo) Lease Volvo Car Lease (onderdeel van Axus Nederland B.V.) Looptijd: 48 maanden Ingangsdatum: 09-08-2012 Jaarlijkse verplichting: € 12.555 Mercedes- Benz Looptijd: 33 maanden Ingangsdatum: 10-08-2012 Jaarlijkse verplichting: € 16.956 Schoonmaak Temco Euroclean Services B.V. Looptijd: 2 jaar Ingangsdatum 01-03-2013 Jaarlijkse verplichting: € 724.960 Het NIC Looptijd: 2 jaar Ingangsdatum 01-03-2013 Jaarlijkse verplichitng: € 5.750
53
B8 Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten 2014 Rijksbijdragen OCW 2014 2013 57.079.474 58.119.238 6.216.711 6.458.517 63.296.185 64.577.754
Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW
De Rijksbijdragen 2014 zijn lager dan in 2013. Via het Rijk ontving SOML in 2013 eenmalige middelen ter grootte van € 2,4 mln. Daarnaast kreeg SOML in 2013 van het Rijk ook nog Leerlinggebonden Financiering. In 2014 ging dit deels via het Samenwerkingsverband na de invoering van de wet Passen Onderwijs. De impact hiervan in 2014 € 190.000. Anderzijds kreeg SOML meer baten vanwege het hogere leerlingaantal ten opzichte van het bekostigingsjaar 2013 ( € + 770.000). Ook was er een ophoging van de lumpsum vergoeding als gevolg van de nieuwe cao ( € + 600.000. In bijlage G worden de aanvullende doelsubsidies OCW verder gespecificeerd. Overige overheidsbijdragen 2014 207.235 207.235
Gemeentelijke bijdragen Overige
2013 310.199 310.199
Door een eenmalige subsidie van ca € 100.000 van de gemeente Leudal waren de gemeentelijke bijdragen in 2013 hoger. De bijdrage uit 2013 had verband met de toenmalige huisvesting van NT2 in de gemeente Leudal. Overige baten 2014 859.342 205.583 1.050.990 1.217.360 226.081 270.122 3.829.478
Schoolbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Overige opbrengsten personeel Overige opbrengsten materieel Overige
2013 831.729 251.896 704.675 917.227 140.318 275.492 3.121.337
Stg. Via Aurea heeft in 2013-2014 middelen beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van het project Persoonlijk Leren. Deze middelen, ter grootte van € 232.000,- (€ 167.000 in 2013) zijn gerubriceerd bij Overige opbrengsten personeel. De Leerlinggebonden Financiering (€ 182.000), ontvangen via het Samenwerkingsverband 31.02, zijn opgenomen onder de Overige opbrengsten personeel. De stijging van de detacheringen is een gevolg van de hogere interne detacheringen tussen de diverse SOML-lokaties, ook is er meer personeel gedetacheerd richting het OPDC. ( + € 159.000) De schoolbijdragen betreft de (vrijwillige) ouderbijdragen, maar ook vergoedingen voor excursies, activiteiten en de aanschaf van extra lesmaterialen. Bijzondere baten 2014 Bijzondere baten Asbestsanering Mavo Roermond Asbestsanering Connect College
2013
-
36.678 583.000 -
619.678
SOML heeft alle kosten met betrekking tot de asbestsanering en de herinrichting van ConnectCollege tot op heden voorgeschoten. Op verzoek van SOML heeft de gemeente Echt-Susteren een voorschot ter hoogte van € 583.000 uitbetaald. Gemeente Roermond betaalde € 36.678 ter vergoeding van gemaakte kosten van een (kleine) asbestsanering bij Mavo Roermond 54
Personele lasten 2014 40.696.066 4.960.002 9.146.361 54.802.429
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lonen en Salarissen Nascholen VAVO vergoeding Uitzendkrachten/detachering Overige Dotatie voorziening Jaareffect stelselwijziging Overige personeelslasten Uitkeringen
2013 39.290.821 4.492.033 10.704.002 54.486.856
558.028 219.838 1.081.927 1.370.496 123.203 -
509.916 280.664 900.702 1.171.790 113.680 3.353.491 166.66857.989.252
2.976.753 216.87657.246.732
Lonen en salarissen naar kostendrager 2014 2013 5.906.581 6.097.795 40.055.916 39.479.293 8.839.932 8.909.769 54.802.429 54.486.856
Directie OP OOP
Ontwikkeling FTE's
Ontwikkeling lonen en salarissen
860
58000000 56000000
840
54000000 52000000
820 50000000 48000000 2009
2010
2011
2012
2013
2014
800 2009
2010
2011
2012
2013
2014
De personele lasten zijn ruim € 700.000 hoger dan in 2013. Hiervoor zijn drie redenen aan te wijzen: 1. De toename van de detacherings-kosten met € 190.000. Hier tegenover staat de toename van de detacherings-opbrengst. 2. De salarisverhoging van 1,2% met ingang van 1 augustus 2014. Dit heeft geleid tot € 270.000 hogere salariskosten. 3. Verder zijn de overige personele lasten hoger als gevolg van een toename van de inzet van extern deskundigen ( + € 180.000) en de WKR (€ 132.000). De WKR is een verschuiving van andere rubrieken en grootboekrekening naar de rubriek overige personele kosten. Gedurende het jaar 2014 waren gemiddeld 829 werknemers in dienst op basis van een volledig dienstverband (2013: 827). Hiervan zijn er 0 werkzaam in het buitenland (2013: 0).
55
Het hierin inbegrepen gemiddeld aantal werknemers bedraagt 0 in 2014 (2013: 0). Dhr. C.B. Hoefnagel Dhr. M.J.H.M. Kikken Naam Voorzitter CvB Lid CvB Functie 2014 2013 2014 2013 Duur dienstverband 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12 Belastbaar loon 117.268 106.371 116.582 109.461 Pensioenen 28.461 29.831 27.762 28.005 Voorziening t.b.v. beloning betaalbaar op termijn Uitkering i.v.m. beëindiging van het dienstverband Totaal 145.729 136.202 144.344 137.466 Zie ook onderdeel B9 WNT Bezoldiging Raad van Toezicht Naam Dhr. J.W.F.M. Knapen Mevr. M.E. Wouterlood-v. Pijlen Dhr. N.C.J. Hoenen Dhr. J.M. Dijkman Dhr. F.L.J. van Vloten
Functie Voorzitter Secretaris Lid Lid Lid
Periode 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12
Bezoldiging 10.344 5.941 5.935 3.815
Afschrijvingen Gebouwen Machines en installaties Inventaris en apparatuur Boeken boekenfonds
2014 1.362.072 227.345 1.101.175 898.199 3.588.791
2013 1.238.681 197.231 947.983 882.637 3.266.531
Grote verbouwingen en investeringen gedurende de 2e helft van 2013, welke in 2014 voor het eerst een heel jaar worden afgeschreven, zorgen voor de stijging van de afschrijflasten. Huisvestingslasten Huur Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
2014 295.733 526.550 908.063 999.247 34.961 44.757 2.809.311
2013 260.855 564.839 1.068.493 1.012.720 29.425 52.755 2.989.087
De kosten van gas en electra zijn in 2014 t.o.v. 2013 royaal afgenomen, grotendeels toe te schrijven aan de zachte winter.
56
Overige instellingslasten Administratie, beheer en bestuur Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Activiteiten Overige Verdelingen Kosten boekenuitleen
2014 998.633 712.024 1.046.651 864.900 615.996 1.092.444 5.330.648
2013 1.007.103 835.117 1.116.234 910.396 548.054 1.137.121 5.554.024
2014 52.100 52.100
2013 49.316 3.357 52.673
Accountantskosten De accountantskosten bedroegen: Controle werkzaamheden Andere niet-controlediensten
Het betreft hier de kosten gefactureerd in 2014 (resp. 2013). De toename van de controle werkzaamheden worden veroorzaakt door de verzwaring van het controleprotocol en extra controles ten aanzien van de bekostigingscontrole. Bijzondere lasten 2014 Bijzondere lasten Asbestsanering Mavo Roermond Asbestsanering Connect College
2013
-
56.692 -
56.692
De bijzondere lasten hebben voor Connect College betrekking op een restbedrag met betrekking tot de asbestsanering (€ 56.692,-). Het restant heeft betrekking op de herinrichtingskosten als gevolg van de saneringswerkzaamheden. De gemeente Echt-Susteren en SOML zijn over de financiële afwikkeling nog in overleg. Medio 2015 vindt de afrekening hieromtrent plaats. Financieel resultaat 2014 Financiële baten Rente baten Overige financiële baten
2013
321.417 -
366.854 321.417
Ontwikkeling liquide middelen
Ontwikkeling renteopbrengst
.
366.854
18.000.000 17.000.000 16.000.000 15.000.000 14.000.000 13.000.000 12.000.000 11.000.000 10.000.000 9.000.000 8.000.000
700.000 650.000 600.000 550.000 500.000 450.000 400.000 350.000 300.000 2010
2011
2012
2013
2014
2010
2011
2012
2013
2014
57
B9 Wet Normering Topinkomens Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublike sector (WNT) ingegaan. De verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op SOML van toepassing zijnde regelgeving: het WNT-maximum voor het onderwijs, plafond € 184.448. Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor SOML is € 184.448. Het weergegeven toepasselijke WNTmaximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van de Raad van Toezicht; dit bedraagt voor de voorzitter 7,5% en vor de overige leden 5% van het bezoldigingsmaximum. Dhr. C.B. Hoefnagel Voorzitter College van Bestuur
dhr. M.J.H.M. Kikken Lid College van Bestuur
01/01 - 31/12 1,00
01/01 - 31/12 1,00
Gevevens 2014 Duur dienstverband in 2014 Omvang dienstverband (in fte) Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum bezoldiging Uitkeringen in 2014 wegens beëindiging dienstverband Totaal toegekende uitkeringen wegens beëindiging dienstverband Toepasselijk WNT-maximunm ontslaguitkering Voorgaande functie
€ € € € €
€ €
Gegevens 2013 Duur dienstverband in 2013 Omvang dienstverband (in fte) Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging
€ € € €
145.729 145.729 184.448
184.448
€ € € € €
€
-
Lid College van Bestuur SOML
184.448 Voorzitter Centrale Directie LVO Heuvelland
01/01 - 31/12 1,00
01/01 - 31/12 1,00
136.201 136.201
€
144.344 144.344 184.448
€ € € €
137.466 137.466
58
B9 Wet Normering Topinkomens Dhr. J.W.F.M. Knapen Mevr. M.E. Wouterloodvan Pijlen Voorzitter RvT Secretaris RvT Gevevens 2014 Duur dienstverband in 2014 Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum bezoldiging
01/01 - 31/12
Dhr. F.L.J. van Vloten
Dhr. N.C.J. Hoenen
Dhr. J.M. Dijkman
Plv. voorzitter RvT
lid RvT
lid RvT
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
€ € € €
10.344 10.344
€ € € €
5.941 5.941
€ € € €
3.815 3.815
€ € € €
5.935 5.935
€ € € €
-
€
13.834
€
9.222
€
9.222
€
9.222
€
9.222
Door dhr. Dijkman is in 2014 de bezoldiging van de deelname aan de Raad van Toezicht niet gefactureerd.
Gegevens 2013 Duur dienstverband in 2013 Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging
01/01 - 31/12
€ € € €
8.050 8.050
01/01 - 31/12
€ € € €
1.500 1.500
01/01 - 31/12
€ € € €
1.725 1.725
01/01 - 31/12
€ € € €
4.600 4.600
01/01 - 31/12
€ € € €
3.450 3.450
59
B10 Kengetallen 2014
2013
Performance Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Liquiditeit (current ratio) Liquiditeit (quick ratio) Rentabiliteit Weerstandsvermogen
0,70 0,76 0,16 1,16 -3,05% 37,38%
0,70 0,75 0,18 1,33 -0,17% 36,61%
Kapitalisatiefactor Transactiefunctie Financieringsfunctie Bufferfunctie
28,4% 12,8% 15,4% 0,2%
29,8% 13,1% 13,1% 3,6%
Overige financiële kengetallen Overheidsbaten / Totale baten
94,31%
94,55%
Personeelslasten / Totale lasten Afschrijvingen/ Totale lasten Huisvestingslasten / Totale lasten Overige lasten / Totale lasten
83,18% 5,15% 4,03% 7,65%
82,83% 4,73% 4,32% 8,04%
Totale lasten per leerling Personele lasten per leerling Afschrijvingen per leerling Huisvestingslasten per leerling Overige lasten per leerling
8.270 6.879 426 333 632
8.299 6.874 392 359 667
Totale opbrengst per leerling Rijksbijdrage per leerling Ov. Overheidsbijdrage per leerling Overige bijdrage per leerling
7.987 7.508 25 454
8.241 7.754 37 375
Totale lasten per FTE Personele lasten per FTE Afschrijflasten per FTE Huisvestingslasten per FTE Overige lasten per FTE
84.076 69.932 4.328 3.388 6.428
83.510 69.172 3.947 3.612 6.711
Leerling/ FTE Leerling per directie Leerling per OP Leerling per OOP (incl. stafdienst)
133,04 14,60 44,76
135,35 14,35 44,80
Personele lasten: Gedurende het jaar 2014 waren 829,2 werknemers in dienst op basis van een volledig dienstverband (2013: 827,6). Hiervan waren geen werknemers werkzaam buiten Nederland (2013: 0)
60
Kengetallen in beeld Leerlingen per 01 oktober 3000 2500 2000
Connectcollege Sg. St. Ursula
1500
BC Broekhin Mundium
1000 500 0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Gemiddeld aantal FTE per jaar 1000,00 900,00 800,00 700,00
185,89
188,16
188,83
192,17
188,09
600,00
OOP
500,00
OP DIR
400,00 580,18
582,43
588,89
601,92
589,95
61,53
63,58
64,24
64,43
62,93
2013
2012
2011
2010
2009
300,00 200,00 100,00 0,00
Lasten per rubriek
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
61
Uitleg kengetallen Solvabiliteit Solvabiliteit is het vermogen van een bedrijf om aan zijn verplichtingen tegenover zijn vermogensverschaffers te voldoen. De solvabiliteit wordt uitgedrukt in een solvabiliteitskengetal Solvabiliteit 1 eigen vermogen gedeeld door totaal vermogen. Solvabiliteit 2 eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door totaal vermogen. Current Ratio De Current Ratio is een kengetal voor het meten van de liquiditeit van de onderneming. De Current Ratio geeft aan tot op welke hoogte de kortlopende schulden terugbetaald kunnen worden met op korte termijn beschikbare bezittingen van de onderneming. Current ratio vlottende activa excl.liquide middelen gedeeld door kortlopende schulden Quick Ratio De Quick Ratio is een kengetal voor het meten van de liquiditeit van de onderneming. De Quick Ratio geeft aan tot op welke hoogte de kortlopende schulden terugbetaald kunnen worden met op korte termijn beschikbare bezittingen van de onderneming, waarbij de voorraden buiten beschouwing worden gelaten. Quick ratio vlottende activa incl. liquide middelen gedeeld door kortlopende schulden Rentabiliteit De rentabiliteit is de winstgevendheid van een onderneming in verhouding tot de omzet, het eigen vermogen, of het totale vermogen. Rentabiliteit resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door totale baten uit gewone bedrijfsvoering Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen presenteert de toegestane omvang van financiële reserves gebaseerd op het eigen vermogen. De ondergrens is 10% , de bovengrens 40% tenzij verklaarbaar over/- onderschreden. Weerstandsvermogen eigen vermogen gedeeld door totale baten uit gewone bedrijfsvoering Leerlingen/ FTE De verhouding leerling/ FTE gaat uit van de gemiddelde bezetting van het laatste kwartaal van het kalenderjaar. Dit cijfer geeft aan hoeveel leerlingen er zijn per categorie respectievelijk Directie, Onderwijspersoneel en Onderwijs ondersteunend personeel. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor geeft een indicatie van in hoeverre het bestuur de middelen inzet voor het onderwijsproces. Kapitalisatiefactor Totaal kapitaal -/- gebouwen en terreinen gedeeld door de totale baten uit gewone bedrijfsvoering Transactiefunctie De transactiefunctie vervult de liquiditeit die vereist is voor een soepele bedrijfsvoering, en die de instelling in staat stelt om aan alle lopende ver-plichtingen te voldoen. Transactiefunctie Kortlopende schulden/ totale baten uit gewone bedrijfsvoering Financieringsfunctie De financieringsfunctie geeft aan hoeveel vermogen het bestuur nodig heeft voor de financiering van haar investeringen Financieringsfunctie Aanschafwaarde overige materiële vaste activa/ totale baten uit gewone bedrijfsvoering Bufferfunctie De mate waarin het bestuur vermogen heeft om risico's op te vangen. Bufferfunctie Kapitalisatiefactor -/- Transactiefunctie -/- Financieringsfunctie
62
G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Toewijzing Omschrijving
Brin
Kenmerk
Datum
Lerarenbeurs 2014 Lerarenbeurs 2014 Lerarenbeurs 2014 Lerarenbeurs 2014 Lerarenbeurs 2014 Lerarenbeurs 2014 Lerarenbeurs 2014 Lerarenbeurs 2014 Lerarenbeurs 2014 Lerarenbeurs 2014 Lerarenbeurs 2014 Lerarenbeurs 2014 Lerarenbeurs 2014
03XF 03XF 14PS 14PS 14PS 14PS 16PE 16PE 16PE 17GT 17GT 17GT 17GT
643222-1 645992-1 601975-1 644325-1 646145-1 655274-1 644157-1 646408-1 655289-1 609992-1 644906-1 646466-1 655305-1
20-8-2014 22-9-2014 20-1-2014 20-8-2014 22-9-2014 20-11-2014 20-8-2014 22-9-2014 20-11-2014 20-2-2014 20-8-2014 22-9-2014 20-11-2014
Bedrag Toewijzing 68.577 6.317 4.61149.468 3.67411.21250.337 3.5506.3176.29342.915 9.7032.132 174.385
t/m 31-12-2013 Ontvangen Besteed tlv exploitatie -
t/m 31-12-2014 Saldo per Ontvangen Besteed 1-1-2013 t/m verslagjaar tlv exploitatie 68.577 68.577 6.317 6.317 4.6114.61149.468 49.468 3.6743.67411.21211.21250.337 50.337 3.5503.5506.3176.3176.2936.29342.915 42.915 9.7039.7032.132 2.132 174.385 174.385
Nog te Geheel uitgevoerd Nog niet besteden en afgerond geheel afgerond X X X X X X X X X X X X X -
63
G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule G2A aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving
Brin
Kenmerk
Subsidie VSV VO vast 2014 Subsidie VSV VO vast 2014 Subsidie VSV VO vast 2014 Subsidie VSV VO vast 2014
03XF 14PS 16PE 17GT
564704-1 564377-1 564265-1 564211-1
G2B doorlopend tot in volgend verslagjaar Omschrijving Brin
Kenmerk
Subsidie VSV VO vast 2015 Subsidie VSV VO vast 2015 Subsidie VSV VO vast 2015 Subsidie VSV VO vast 2015
649912-1 649906-1 649486-1 649518-1
03XF 14PS 16PE 17GT
Recap geoormerkte subsidies 31-12-2013 Subsidies zonder verrekeningsclausule Subsidies met verrekeningsclausule
€ €
21-10-2013 21-10-2013 21-10-2013 21-10-2013
20-10-2014 20-10-2014 20-10-2014 20-10-2014
t/m 31-12-2013 Bedrag Ontvangen in Besteed Toewijzing verslagjaar tlv exploitatie 34.986 34.986 34.986 34.986 19.992 19.992 34.986 34.986 124.948 124.948 -
t/m 31-12-2014 Saldo per Ontvangen in Besteed Nog te 1-1-2013 verslagjaar tlv exploitatie besteden 34.986 34.986 34.986 34.986 19.992 19.992 34.986 34.986 124.948 124.948 -
t/m 31-12-2013 Bedrag Ontvangen in Besteed Toewijzing verslagjaar tlv exploitatie 35.000 35.000 20.000 35.000 125.000 -
t/m 31-12-2014 Saldo per Ontvangen in Besteed Nog te Geheel uitgevoerd Nog niet 1-1-2013 verslagjaar tlv exploitatie besteden en afgerond geheel afgerond 35.000 35.000 X 35.000 35.000 X 20.000 20.000 X 35.000 35.000 X 125.000 125.000
Geheel uitgevoerd Nog niet en afgerond geheel afgerond X X X X
125.000
64
Verantwoording van niet-geoormerkte subsidies Omschrijving Brin
Kenmerk
Maatschappelijke stage 13/14 Maatschappelijke stage 13/14 Maatschappelijke stage 13/14 Maatschappelijke stage 13/14
03XF 14PS 16PE 17GT
565285-1 565327-1 565647-1 565590-1
20-11-2013 20-11-2013 20-11-2013 20-11-2013
Maatschappelijke stage 14/15 Maatschappelijke stage 14/15 Maatschappelijke stage 14/15 Maatschappelijke stage 14/15
03XF 14PS 16PE 17GT
652339-1 652674-1 652361-1 652408-1
20-11-2014 20-11-2014 20-11-2014 20-11-2014
Zij-instromer
16PE
Recap niet-geoormerkte subsidies 31-12-2013 Subsidies zonder verrekeningsclausule
BEK-2010/97150 M15-12-2010
€
t/m 31-12-2013 Bedrag Ontvangen in Besteed Toewijzing verslagjaar tlv exploitatie 116.940 116.940 48.725 109.260 109.260 45.525 90.480 90.480 37.700 114.060 114.060 47.525 430.740 430.740 179.475 -
t/m 31-12-2014 Saldo per Ontvangen in Besteed Nog te 1-1-2013 verslagjaar tlv exploitatie besteden 68.215 68.215 63.735 63.735 52.780 52.780 66.535 66.535 251.265 251.265 -
127.260 103.410 86.460 115.800 432.930
-
-
-
19.000 19.000
19.000 19.000
-
19.000 19.000
882.670
449.740
179.475
270.265
127.260 103.410 86.460 115.800 432.930 432.930
53.025 43.088 36.025 48.250 180.388 180.388
Geheel uitgevoerd Nog niet en afgerond geheel afgerond X X X X
74.235 60.323 50.435 67.550 252.543
X X X X
19.000 19.000
X
271.543
271.543
65
Overige gegevens
C
66
C1 Controleverklaring
67
68
69
C3 Bestemming van het exploitatieresultaat Algemeen Het exploitatieresultaat van Stichting Onderwijs Midden-Limburg bedraagt
€
2.063.687-
De bestemming van dit saldo is als volgt: Algemene reserves Exploitatiereserve algemeen Bestuursfonds Subtotaal Bestemmingsreserves Egalisatiereserve Boekenuitleen Bapo/seniorenverlofreserve Subtotaal Exploitatieresultaat
1.508.466365.9211.874.387-
47.91717.985123.398189.3002.063.687-
70
Bijlagen
D
71
D1 Gegevens van de stichting Bestuursnummer Naam Instelling
41203 Stichting Onderwijs Midden-Limburg
Adres Postadres Postcode/ Plaats Telefoon E-mail Website
Heinsbergerweg 180 Postbus 975 6040 AZ Roermond 0475-322324
[email protected] www.soml.nl
Contactpersoon Functie Telefoon E-mail
Dhr. W.A. Lichtleitner Controller/ Hoofd financiële zaken 0475-322324
[email protected]
Brin 03XF 14PS 16PE 17GT
Mundiumcollege BC Broekhin Connectcollege Sg. St. Ursula
72
D2
Staat van baten en lasten -- 03XF Mundiumcollege -2014
Baten Rijksbijdragen OCW Ov. Overheidsbijdrage Overige Baten
18.893.588 63.213 1.013.278
Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Ov. Instellingslasten Bijzondere baten Bijzondere lasten
2013 18.001.005 157.920 834.771
19.970.079
16.793.385 798.569 1.011.259 1.562.315 -
Totaal lasten Saldo baten en lasten
Begroting 2014 19.034.458 82.610 886.519
18.993.696
16.067.949 651.555 1.061.371 1.591.514 36.67820.165.529
16.566.640 822.108 1.101.006 1.557.023 19.335.711
195.450-
Financiële baten en lasten Financiële baten 86.260 Financiële lasten -
20.003.587
20.046.776
342.015-
204.959 -
43.189-
96.634 -
Totaal financiële baten en lasten
86.260
204.959
96.634
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
109.190-
137.055-
53.445
Exploitatieresultaat
109.190-
137.055-
53.445
73
Toelichting op onderscheidende posten enkelvoudige staat van baten en lasten 2014 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW
Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen
Overige baten Schoolbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Overige opbrengsten personeel Overige opbrengsten materieel Overige
2013
16.312.176 2.581.413 18.893.588
15.722.927 2.278.079 18.001.005
63.213 63.213
157.920 157.920
217.099 115.133 42.589 424.486 90.907 123.065 1.013.278
160.559 119.874 34.707 312.198 90.121 117.311 834.771
Personele lasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lonen en Salarissen Overige Dotatie voorziening Jaareffect stelselwijziging Overige personeelslasten Uitkeringen Verdeling
2013 11.489.104 1.378.080 2.532.754 15.399.938 722.846 42.009 -
740.629 85.299 764.855 50.524679.116 16.793.385 2014
Afschrijvingen Gebouwen Machines en installaties Inventaris en apparatuur Boeken boekenfonds
Huisvestingslasten Huur Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
2012 10.794.739 1.222.297 2.900.129 14.917.165
825.928 88.347413.202 16.067.949 2013
213.579 49.631 296.240 239.118 798.569
155.209 40.175 227.671 228.501 507.168
184.593 204.184 302.462 303.320 7.104 9.596 1.011.259
176.748 200.867 362.971 291.140 7.287 22.358 1.005.856
74
2014 Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Activiteiten Overige Verdelingen Kosten boekenuitleen
246.163 254.889 347.437 259.661 219.065 112.273 122.827 1.562.315
2013 301.667 270.396 365.634 286.243 157.031 98.361 112.183 1.591.514
Bijzondere baten 2014 Bijzondere baten Bijzondere baten
2013
-
36.678 -
36.678
Bijzondere lasten 2014 Bijzondere lasten Bijzondere lasten
2013
-
65.490 -
65.490
Financieel resultaat 2014 Financiële baten Rente baten Overige financiële baten
2013
86.260 -
204.959 86.260
Financiële lasten Rente lasten Overige financiële lasten
-
204.959
86.260
204.959
75
D3 Staat van baten en lasten -- 14PS BC Broekhin -2014 Baten Rijksbijdragen OCW Ov. Overheidsbijdrage Overige Baten
15.393.107 140.022 1.281.151
Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Ov. Instellingslasten
2013 16.800.959 152.279 970.825
16.814.280
15.145.252 1.112.201 634.934 1.281.471
Totaal lasten Saldo baten en lasten
15.702.904 144.538 988.456 17.924.063
15.461.222 1.080.147 659.059 1.498.341 18.173.858
14.538.184 1.122.103 644.850 1.221.790 17.526.927
774.706-
45.679 76.002
16.835.898
18.698.769
1.359.578-
Financiële baten en lasten Financiële baten 76.002 Financiële lasten Totaal financiële baten en lasten
Begroting 2014
691.029-
85.141 45.679
85.141
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
1.283.576-
729.028-
605.888-
Exploitatieresultaat
1.283.576-
729.028-
605.888-
76
Toelichting op onderscheidende posten enkelvoudige staat van baten en lasten 2014 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW
Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen
Overige baten Schoolbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Overige opbrengsten personeel Overige opbrengsten materieel Overige
2013
14.027.706 1.365.401 15.393.107
15.179.344 1.621.614 16.800.959
140.022 140.022
152.279 152.279
206.209 11.595 617.625 338.598 3.402 103.723 1.281.151
139.906 49.762 443.146 206.693 86.000 45.319 970.825
Personele lasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lonen en Salarissen Overige Dotatie voorziening Jaareffect stelselwijziging Overige personeelslasten Uitkeringen Verdeling
2014 10.528.274 1.296.955 2.363.108 14.188.336 494.378 22.581 -
950.248 60.631516.959 13.648453.605 15.145.252 2014
Afschrijvingen Gebouwen Machines en installaties Inventaris en apparatuur Boeken boekenfonds
Huisvestingslasten Huur Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
2013 10.176.400 1.167.515 2.860.268 14.204.184
889.617 29.661397.083 15.461.222 2013
615.808 62.418 206.178 227.797 1.112.201
604.701 55.466 190.692 229.288 1.080.147
86.949 106.492 221.805 191.384 11.996 16.307 634.934
57.970 108.327 262.075 206.532 8.276 15.879 659.059
77
2014 Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Activiteiten Overige Verdelingen Kosten boekenuitleen
185.041 147.480 242.069 170.211 201.482 88.821 246.367 1.281.471
2013 216.741 161.402 255.853 180.122 223.803 97.565 362.856 1.498.341
Financieel resultaat 2013 Financiële baten Rente baten Overige financiële baten
2012
76.002 -
45.679 76.002
Financiële lasten Rente lasten Overige financiële lasten
-
45.679
76.002
45.679
78
D4 Staat van baten en lasten -- 16PE Connectcollege -2014 Baten Rijksbijdragen OCW Ov. Overheidsbijdrage Overige Baten
12.434.886 592.684
Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Ov. Instellingslasten Bijzondere baten Bijzondere lasten
2013 13.293.098 402.872
13.027.571
11.188.655 695.331 417.487 926.241 -
Totaal lasten Saldo baten en lasten
Begroting 2014 12.604.379 381.069
13.695.971
11.507.930 643.772 483.962 1.003.376 583.00056.692 13.227.714 200.143-
Financiële baten en lasten Financiële baten 61.528 Financiële lasten -
12.985.448
10.926.572 729.733 425.900 855.573 13.112.732
12.937.778
583.238
47.669
-
68.927 -
Totaal financiële baten en lasten
61.528
-
68.927
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
138.615-
583.238
116.596
Exploitatieresultaat
138.615-
583.238
116.596
79
Toelichting op onderscheidende posten enkelvoudige staat van baten en lasten 2014 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW
11.447.459 987.427 12.434.886
Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen
-
Overige baten Schoolbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Overige opbrengsten personeel Overige opbrengsten materieel Overige
138.550 11.355 197.141 222.167 630 22.842 592.684
2013 12.159.323 1.133.776 13.293.098
-
164.509 14.760 85.603 127.046 10.954 402.872
Personele lasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lonen en Salarissen Overige Dotatie voorziening Jaareffect stelselwijziging Overige personeelslasten Uitkeringen Verdeling
2014 7.772.424 962.192 1.751.601 10.486.217 357.351 46.820 -
388.103 43.695 404.171 68.608366.875 11.188.655 2014
Afschrijvingen Gebouwen Machines en installaties Inventaris en apparatuur Boeken boekenfonds
Huisvestingslasten Huur Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
2013 7.822.507 907.249 2.067.272 10.797.028
431.798 38.092317.197 11.507.930 2013
180.585 42.705 274.521 197.519 695.331
141.775 31.066 260.116 210.813 643.772
2.455 81.805 161.804 154.565 5.365 11.492 417.487
1.680 104.648 189.373 173.241 4.963 10.058 483.962
80
2014 Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Activiteiten Overige Verdelingen Kosten boekenuitleen
178.593 137.680 160.476 152.384 57.250 71.859 167.999 926.241
2013 146.798 166.025 181.877 160.289 68.732 77.936 201.719 1.003.376
Bijzondere baten 2014 Bijzondere baten Bijzondere baten
2013
-
583.000 -
Bijzondere lasten 2014 Bijzondere lasten Bijzondere lasten
2013
-
56.692 -
56.692
Financieel resultaat 2014 Financiële baten Rente baten Overige financiële baten
2013
61.528 -
61.528
Financiële lasten Rente lasten Overige financiële lasten
-
-
61.528
-
81
D5 Staat van baten en lasten -- 17GT Sg. St. Ursula -2014 Baten Rijksbijdragen OCW 16.574.604 Ov. Overheidsbijdrage 4.000 Overige Baten 896.297 Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Ov. Instellingslasten
2013 16.482.692 896.868
17.474.901
14.463.069 938.737 705.487 1.613.703
Totaal lasten Saldo baten en lasten
Begroting 2014 16.729.917 799.335
17.379.559
14.058.292 852.184 738.279 1.525.275 17.720.996
14.579.876 938.277 769.350 1.434.547 17.174.029
246.095-
Financiële baten en lasten Financiële baten 79.710 Financiële lasten -
17.529.252
17.722.050
205.530
90.862 -
192.799-
89.296
Totaal financiële baten en lasten
79.710
90.862
89.296
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
166.385-
296.392
103.503-
Exploitatieresultaat
166.385-
296.392
103.503-
82
Toelichting op onderscheidende posten enkelvoudige staat van baten en lasten -- SG St Ursula 2014 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW
15.292.134 1.282.470 16.574.604
Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen
4.000 4.000
Overige baten Schoolbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Overige opbrengsten personeel Overige opbrengsten materieel Overige
297.484 67.500 169.019 229.859 111.943 20.492 896.297
2013 15.057.644 1.425.048 16.482.692
-
366.755 67.500 141.218 271.290 27.692 22.412 896.868
Personele lasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lonen en Salarissen Overige Dotatie voorziening Jaareffect stelselwijziging Overige personeelslasten Uitkeringen Verdeling
2014 10.107.712 1.237.641 2.304.724 13.650.077 345.275 26.324 -
365.631 42.197 371.598 33.888475.282 14.463.069 2014
Afschrijvingen Gebouwen Machines en installaties Inventaris en apparatuur Boeken boekenfonds
Huisvestingslasten Huur Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
2013 9.577.827 1.104.428 2.642.252 13.324.507
407.829 60.664386.621 14.058.292 2013
342.797 70.928 291.247 233.765 938.737
333.858 69.557 234.734 214.035 852.184
6.569 124.898 215.220 342.951 8.895 6.954 705.487
2.958 142.976 248.191 331.767 8.800 3.587 738.279
83
2014 Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Activiteiten Overige Verdelingen Kosten boekenuitleen
205.571 137.859 294.152 262.207 27.915 85.862 600.136 1.613.703
2013 185.551 164.403 312.300 264.229 43.432 94.997 460.363 1.525.275
Financieel resultaat 2014 Financiële baten Rente baten Overige financiële baten
2013
79.710 -
90.862 79.710
Financiële lasten Rente lasten Overige financiële lasten
-
90.862
79.710
90.862
84
D6 Staat van baten en lasten -- CvB & Stafdienst -2014 Baten Rijksbijdragen OCW Ov. Overheidsbijdrage Overige Baten
21.450
Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Ov. Instellingslasten
2013
Begroting 2014
16.000 21.450
374.272 43.886 35.092 47.961-
23.200 16.000
151.339 38.873 46.417 64.485-
23.200
486.760 34.827 52.433 13.939
Totaal lasten
405.288
172.145
587.959
Saldo baten en lasten
383.838-
156.145-
564.759-
Financiële baten en lasten Financiële baten 17.917 Financiële lasten -
25.354 -
10.000 -
Totaal financiële baten en lasten
17.917
25.354
10.000
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
365.921-
130.791-
554.759-
Exploitatieresultaat
365.921-
130.791-
554.759-
85
Toelichting op onderscheidende posten enkelvoudige staat van baten en lasten -- CvB & Stafdienst 2014 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW
Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen
Overige baten Schoolbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Inkomsten boekenuitleen Overige opbrengsten personeel Overige opbrengsten materieel Overige
2013
-
-
-
-
2.250 19.200 21.450
16.000 16.000
Personele lasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lonen en Salarissen Overige Dotatie voorziening Jaareffect stelselwijziging Overige personeelslasten Uitkeringen Verdeling
2014 1.040.358 114.239 228.514
2013 919.348 90.543 234.081 1.383.111
442.492 6.971-
405.590 3.120 435.521
Huisvestingslasten Huur Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
408.711 1121.501.231151.339
1.444.360374.272 2014
Afschrijvingen Gebouwen Machines en installaties Inventaris en apparatuur
1.243.972
2013
9.303 1.662 32.921 43.886
3.137 967 34.769 38.873
10.166 9.118 6.771 7.028 1.600 408 35.092
21.500 8.021 5.883 10.040 100 872 46.417
86
2014 Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Activiteiten Overige Verdelingen Kosten boekenuitleen
177.687 58.835 19.921 42.856 347.26047.961-
2013 156.346 95.359 52.668 368.85964.485-
Financieel resultaat 2014 Financiële baten Rente baten Overige financiële baten
2013
17.917 -
25.354 17.917
Financiële lasten Rente lasten Overige financiële lasten
-
25.354
17.917
25.354
87
D7 Gedeclareerde onkosten & nevenactiviteiten College van Bestuur Gedeclareerde onkosten Dhr. C.B. Hoefnagel Dhr. M.J.H.M. Kikken
Geen Geen
Nevenactiviteiten Dhr. C.B. Hoefnagel Lid Raad van Toezicht Stichting PON te Tilburg Lid Issuegroep Leermiddelenbeleid VO-raad Lid bestuur stichting Schoolinfo te Utrecht Lid ledenadviesraad VO-Raad Dhr. M.J.H.M. Kikken Voorzitter stichting Tophandbal Zuid-Limburg Voorzitter stichting Beheer Tophandbal Zuid-Limburg Lid Raad van Toezicht Samenwerkingsverband 31.02 Lid regionale stuurgroep Jeugd en Alcohol Lid werkgroep ring onderwijs Limburg Olympische Ambitie Lid comité van aanbeveling Stichting Explore Lid van Raad van Advies onderwijs Fontys Hogeschool Lid begeleidingscommissie VOION Secretaris/inkomend voorzitter bestuur Lionsclub Beek-Geulmond
88
D8 Jaarcijfer 2014 Samenwerkingsverband 52.01 2014 t/m 31-07 Baten OCW Zorgbudget OCW Reboundvoorziening Bijdragen participanten/gemeente Bijdrage Passend Onderwijs/ Herstart/ Op de rails
244.473 100.792 193.500 102.945
Totaal baten
Lasten OPDC Zorgbudget aan participanten PCL afrekening 2014 - 2013/2012 Diversen
479.256 197.588 216.731 54.303 641.710
287.926 145.776 11.375 141.208
Totaal lasten
947.878
573.605 250.000 94.543 82.423 586.284
1.000.571
55.425
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
2013
-
52.693-
-
Totaal financiële baten en lasten
-
-
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
55.425
52.693-
89