jaarverslaggeving 2015
Stichting Onderwijs Midden-Limburg -41203-
Jaarverslaggeving 2015 Ministerie OCW Roermond, mei 2016
Inhoudsopgave A Toelichting op onderdelen van het jaarverslag A1 A2 A3
Bestuursverslag Doelen & resultaten scholen Verslag Raad van Toezicht
2 35 45
B Jaarrekening 2015 B1 B2 B3 B4 B5
B6 B8
B9 B10 E G
Grondslagen Balans 2015 Stichting Onderwijs Midden-Limburg Staat van baten en lasten 2015 Stichting Onderwijs Midden-Limburg Kasstroomoverzicht 2015 Toelichting op de onderscheiden posten van de balans 2015 Algemene toelichting Materiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten 2015 Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Bijzondere baten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Bijzondere lasten Financieel resultaat Wet Normering Topinkomens Kengetallen Verbonden partijen Specifieke posten OCW
52 56 58 59 60
66 68
72 75 78 79
C Overige gegevens C1 C3
Controleverklaring Bestemming van het exploitatieresultaat
83 85
D Bijlagen D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8
Gegevens van de stichting Staat van baten en lasten - Mundium College Staat van baten en lasten - BC Broekhin Staat van baten en lasten - Connectcollege Staat van baten en lasten - Sg. St. Ursula Staat van baten en lasten - College van Bestuur & Stafdienst Gedeclareerde kosten en nevenactiviteiten CvB Doordecentralisatie gemeente Roermond
87 88 91 94 97 100 103 104
Toelichting op onderdelen van het jaarverslag
A
1
Jaarverslag 2015 A1 Bestuursverslag 1. Missie In het meerjarenbeleidsplan 2010-2014 zette SOML de eerste stappen om te komen tot een nieuwe missie. Het traject om te komen tot een nieuwe missie is in 2011 afgerond. Het College van Bestuur heeft de missie na een uitvoerige consultatieronde vastgesteld, de Raad van Toezicht heeft deze goedgekeurd en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad heeft instemming verleend. De missie laat zich in één zin vangen: “Plaats voor alle leerlingen, ruimte voor veelvormigheid” De volledige missietekst: Uitnodigend en kansen biedend De SOML-scholen in Midden-Limburg geven onderwijs met aandacht en respect voor de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in Nederland en met onderkenning van de verscheidenheid daarin. Het zijn open scholen, uitnodigend naar álle leerlingen die het basisonderwijs gevolgd hebben. Elk van de scholen heeft een ander onderwijsaanbod en een eigen onderwijsklimaat. Gezamenlijk bieden de scholen vrijwel alle opleidingsmogelijkheden en vakkenpakketten/specialisaties die mogelijk zijn. De banden tussen de scholen zijn hecht en gebouwd op onderlinge solidariteit en gezamenlijke verantwoordelijkheid. SOML is daarmee flexibel en ook toegerust om in te spelen op toekomstige vragen en verwachtingen van ouders en leerlingen. Daarnaast werken SOML-scholen samen om de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor het welzijn en opleidingskansen van de Midden-Limburgse jeugd in al haar verscheidenheid waar te maken. Dat doen de scholen niet alleen: er wordt actief samengewerkt met andere organisaties in de onderwijs- en zorgketen en met het bedrijfsleven. Kwaliteitsverbetering Het onderwijs aan de SOML-scholen voldoet aan hoge kwaliteitsnormen. Kwaliteitsverbetering betekent: beter inspelen op verschillen in individuele leerstijl en een sterke focus van leraren op hoe leerlingen leren. De scholen laten hun resultaten zien en staan open voor de buitenwereld. Ouders vinden in de SOML-scholen altijd een aanspreekpunt. De interne kleinschaligheid binnen de SOML-scholen garandeert dat leerlingen gekend worden en niet ondergaan in anonimiteit. Leer- en oefenplaats voor later Naast de zorg voor goed onderwijs neemt de school ook de uitdaging aan om leerlingen te begeleiden naar volwassenheid. Daar hoort mondigheid bij, maar ook verantwoordelijkheid. Leerlingen moeten zelfstandig deel gaan uitmaken van de maatschappij en daaraan positief gaan bijdragen. De school is daarvoor een leer- en oefenplaats.
2
Ontwikkeling van een professionele cultuur SOML-medewerkers spelen daarbij met hun persoon een belangrijke rol. De vraag aan hen om zich authentiek op te stellen en voorbeeldgedrag te tonen, wordt daarmee gerechtvaardigd. Goede leraren zijn een belangrijke hulpbron voor het succes van leerlingen. Daarom investeert SOML voortdurend in kwaliteit van de leraren. SOML-medewerkers maken zich een professionele houding eigen. Leidinggevenden besteden aan die ontwikkeling van een professionele cultuur systematisch aandacht en sturen daarop.
2. Organisatie 2.1 Juridische organisatie SOML is een bestuur met scholen voor katholiek en algemeen bijzonder onderwijs. Het bestuur heeft de bijzondere opdracht de identiteit voor zowel de katholieke als de algemeen bijzondere scholen te bewaken. In de statuten van de stichting is hieraan nadere uitwerking gegeven. De stichting is bij het ministerie bekend met het bevoegd gezagnummer 41203. Bij de Kamer van Koophandel staat zij geregistreerd met nummer 12041226 2.2 College van Bestuur Het College van Bestuur is het bevoegde gezag van de vier scholengemeenschappen van SOML en richt zich vooral op het beleid op bovenschools niveau, hetgeen tot uitdrukking komt in het meerjarenbeleidsplan van de stichting en in de daaruit afgeleide jaarlijkse beleidskaders die het College van Bestuur opstelt voor de schooldirecties. Het College van Bestuur handelt conform de Code Goed Onderwijsbestuur, zoals deze door de VORaad is opgesteld en in werking is getreden per 1 augustus 2011. De samenstelling van het College van Bestuur was als volgt: Voorzitter: Dhr. ir. C.B. (Kees) Hoefnagel, tot 31 augustus 2015 Voorzitter: Dhr. drs. M.J.H.M. (Thieu) Kikken, vanaf 1 september 2015 Lid: Dhr. drs. M.J.H.M. (Thieu) Kikken , tot 31 augustus 2015 Lid: Dhr. P.M.E.G.M. (Paul) Slegers RA, vanaf 1 november 2015 Kees Hoefnagel heeft afscheid genomen van SOML op 1 september om vanaf dat moment te genieten van zijn pensioen. Hij is als voorzitter opgevolgd door Thieu Kikken. De vacante positie van lid College van Bestuur is ingenomen door Paul. Slegers. Dhr. Slegers is afkomstig van Het Hooghuis in Oss, onderdeel van de Stichting Carmelcollege en heeft voordien onder andere gewerkt als Concerncontroller in het HBO bij Fontys Hogescholen. Bij de werving en selectie voor het lid College van Bestuur is specifiek geworven op een profiel met versterkte aandacht voor financiën en bedrijfsvoering, mede omdat SOML de komende jaren naar verwachting een sterke leerlingdaling doormaakt en strategische keuzes te nemen heeft op het domein van de bedrijfsvoering. Het College van Bestuur werkt op basis van een onderlinge taakverdeling. Portefeuilles zijn niet strikt gescheiden om de brede integrale verantwoordelijkheid te kunnen dragen als College van Bestuur.
3
De loonkosten van het College van Bestuur (incl. pensioen en werkgeverslasten): Dhr. C.B. Hoefnagel Dhr. M.J.H.M. Kikken Dhr. P.M. Slegers
€ 101.047 (2015) € 139.295 (2015) € 22.317 (2015)
€ 145.729 (2014) € 144.344 (2014) € - (2014)
Relevante nevenfuncties en gedeclareerde onkosten van het College van Bestuur zijn terug te vinden in Bijlage D7. SOML kent de volgende organisatorische indeling:
Raad van Toezicht
College van Bestuur
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
Stafdienst
Connect College (16PE)
Sg. St. Ursula (17GT)
BC Broekhin (14PS)
Mundiumcollege (03XF)
2.3 Raad van Toezicht Het verslag van de Raad van Toezicht is terug te lezen in onderdeel A.3 Verslag Raad van Toezicht. Gedurende 2015 hebben zich geen personele wijzigingen voorgedaan in de samenstelling van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht is in 2015 vijfmaal bij elkaar geweest voor een formele vergadering met het College van Bestuur. Naast de Raadsvergaderingen zijn er bijeenkomsten geweest van de auditcommissie en de remuneratiecommissie. De samenstelling en bezoldiging1 van de Raad van Toezicht in 2015: Dhr. drs. J.W.F.M. Knapen, voorzitter 2015: € 9.400 2014: € 10.344 Mevr. M.E. Wouterlood-van Pijlen, secretaris 2015: € 3.954 2014: € 5.941
1
Bezoldigiging incl sociale lasten werkgever
4
Dhr. drs. N.C.J. Hoenen 2015: € 5.886 2014: € 5.936 Dhr. drs. J.M. Dijkman 2015: € 14.547 2014: € Dhr. mr. F.L.J. van Vloten 2015: € 4.414 2014: € 3.815 2.4 Scholen van SOML SOML bestaat uit de volgende scholengemeenschappen: BC Broekhin (14PS) BC Broekhin Roermond: Vrijeschool, vmbo-t, havo, vwo BC Broekhin Jenaplan Swalmen/ Reuver: vmbo b/k, vmbo g/t Connectcollege (16PE) vmbo b/k, vmbo g/t, havo, vwo Mundiumcollege (03XF) Lyceum Schöndeln: havo, vwo Niekée: vmbo b/k, vmbo g/t, , uitvoering van het SOML-brede schooloverstijgend project Agora Mavo Roermond, vmbo-t NT2 Mundium, NT2 Sg. St. Ursula (17GT) St. St. Ursula Horn: vmbo-t, havo, vwo Sg. St. Ursula Heythuysen: vmbo b/k, vmbo g/t De scholen fungeren als relatief autonome, resultaatverantwoordelijke eenheden. De voorzitter centrale directie fungeert als eindverantwoordelijk schoolleider. Per locatie is de locatiedirecteur de eerst aangewezen verantwoordelijke, die de dagelijkse leiding van de school en uitvoering van het schoolplan heeft. In onderdeel A.3 staan de gerealiseerde doelstellingen van de scholen weergegeven. Nadat in het schooljaar 2013-2014 er horizontale mobiliteit van een tweetal voorzitters van de centrale directies plaatsvond, Dhr. Jan Fasen ging van het Connect College naar het Mundiumcollege en dhr. Bert Martens is overgestapt van het Mundium College naar BC Broekhin, zijn begin 2015 aan de beide andere scholen ook nieuwe voorzitters in dienst getreden: Mw. Petra de Bruin bij St. Ursula en Dhr. Albert Nuss bij het Connect College Daarmee is de unieke situatie gerealiseerd dat aan iedere scholengemeenschap in relatief korte tijd een nieuwe voorzitter is benoemd.
5
3. Governance Als lid van de VO-raad houdt SOML zich aan de “code Goed Onderwijsbestuur VO”. Deze governancecode vormt de basis voor het realiseren van een cultuur en praktijk van goed bestuur in het voortgezet onderwijs. Goed bestuur betekent ter zake kundig en juist moreel gedrag van bestuurders, intern toezichthouders en allen die bij de governance in het voortgezet onderwijs betrokken zijn. Goed bestuur is gericht op de bevordering van de kwaliteit van het onderwijs. Goed onderwijs is immers van cruciaal belang voor de leerling, de medewerker en de ouder. Toezicht en toetsing In 2015 stelde het College van Bestuur en de Raad van Toezicht gezamenlijk het intern toezichtkader vast. Het toezichtkader is het kader waarbinnen de toezichthoudende activiteiten geplaatst worden en geeft richting aan het concrete handelen van de Raad van Toezicht De visie op toezicht laat zicht samenvatten in drie statements: 1. Integraal toezicht 2. Gedeelde waarden Raad van Toezicht en College van Bestuur 3. Overeenstemming over missie, visie, besturingsfilosofie en visie op leiderschap Het toezichtkader moet uitmonden in een toetsingskader. In 2015 is een start gemaakt met het opstellen van het toetsingskader. Opheffing Verenging Midden-Limburg In 2015 is de Vereniging Midden-Limburg (VML) opgeheven. De vereniging had ten doel: het aantrekken van personen met bestuurlijk- en onderwijsmanagement ervaring, teneinde deze personen bestuurlijke functies bij onderwijsinstellingen of aan het onderwijs gelieerde instelling te doen vervullen, in het bijzonder in Midden-Limburg. Heel specifiek was de vereniging in het verleden in het leven geroepen voor de juiste bemensing van Stichting Via Aurea. In 2014 heeft er een fusie plaatsgevonden tussen Stichting Onderwijs MiddenLimburg en Stichting Via Aurea, waardoor VML geen functie meer had. Het bestuur van de vereniging heeft daarop besloten om de vereniging op te heffen. Stakeholdersbeleid In het proces op weg naar het meerjarenbeleidsplan 2015-2018 (MJB) heeft SOML er voor gekozen de blik meer naar buiten te richten en meer van buiten naar binnen te halen om de kwaliteit van het onderwijs voor onze leerlingen verder te versterken. In dat kader heeft SOML in 2015 een stakeholderbeleid beschreven. Stakeholders zijn van groot belang voor het onderwijs. Goed onderwijs en een goed functionerende samenleving staan in een directe wisselwerking met elkaar. De scholen van SOML willen een belangrijke en kwalitatieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het talent van leerlingen en medewerkers en zo een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de samenleving. Nieuw reglement GMR vastgesteld Wijzigingen in de Wet Medezeggenschap op School (WMS) en de afloop van de looptijd van het vigerende reglement vormden de noodzaak om een nieuw reglement GMR vast te stellen. De teksten van het nieuwe reglement zijn in januari 2016 goedgekeurd door de GMR. Vervolg bereikdiagnose In 2014 liet SOML een bereikdiagnose uitvoeren. Deze zelfevaluatie was gericht op de bredere samenwerking tussen bestuur en directies, directies en teams, binnen de teams en de ondersteuning
6
vanuit het stafbureau onder de loep heeft genomen. Ook de rol van de interne toezichthouder is meegenomen in deze evaluatie. Als follow-up op de bereikdiagnose heeft SOML acties uitgevoerd in lijn met de aanbevelingen van de evaluatie. Ook hebben aanbevelingen als input voor het Meerjarenbeleidsplan 2015-2018 gediend. Op basis van de positieve bevindingen zijn ter evaluatie de opbrengsten van de bereik-diagnose in de scholen opgehaald en wordt in het voorjaar van 2016 de afname in de resterende SOML-locaties voorbereid. Externe klachtencommissie Er zijn in 2015 geen klachten ingediend bij de externe onafhankelijke klachtencommissie. Intern zijn er wel meldingen geweest die door de school zijn opgepakt en afgehandeld indien nodig in overleg met het College van Bestuur. De klachtencommissie heeft intern het functioneren geëvalueerd. De beide kamers Roermond en Venlo willen qua werkwijze nader naar elkaar toegroeien. Inspectie van het Onderwijs In 2015 bezocht de Inspectie een vijftal locaties/ afdelingen van SOML. In algemene zin wordt geconcludeerd dat de kwaliteit voldoende tot goed is, maar dat er nog variatie is in opbrengsten, zorg & begeleiding, kwaliteitszorg en aansturing. De inspectie volgt met belangstelling de ontwikkelingen bij Agora en moedigt SOML aan door te gaan met deze ontdekkingstocht naar meer persoonlijk leren. De scholen nemen de adviezen en bevindingen van de Inspectie mee in de verbeterplannen die zij verwerken in de school- en jaarplannen.
7
4. Gevoerd beleid SOML heeft een nieuw meerjarenbeleidsplan vastgesteld in 2015. Het meerjarenbeleidsplan 20152018 “Leren voor de toekomst” is meer dan voorheen een koersplan en vormt het kader voor de uitwerking op alle locaties van SOML. Het plan is mede tot stand gekomen op basis van waardevolle input uit interactieve sessies met stakeholders en biedt mede daardoor een goed fundament voor draagvlak bij de uitvoering. In vier programmalijnen wordt de focus van de beleidsvoering beschreven. Persoonlijk leren wordt steeds belangrijker in ons onderwijs. De keuze voor extra aandacht voor het leren van de leerling vereist evenredig meer inzet op de cruciale randvoorwaarden op zowel personeel als materieel vlak:
1. 2. 3. 4.
Het leren van de leerling Het bouwen aan de leeromgeving Investeren in medewerkers Het optimaliseren van de bedrijfsvoering
Lees hier het volledige meerjarenbeleidsplan van SOML. Het gevoerde beleid 2015 is gestoeld op de vier programmalijnen: 4.1 Het leren van de leerling Agora Agora is binnen SOML (en daarbuiten) een vorm van Persoonlijk Leren die het minst uitgaat van de bestaande onderwijskaders. De persoonlijke leervraag van de leerling staat centraal. Binnen Agora werken leerlingen van alle niveaus samen in één groep en werken ze eenieder aan hun eigen route. SOML heeft in 2015 een experimenteer status aangevraagd voor Agora. Het ministerie van OCW heeft deze status om formele redenen afgewezen. Wel zijn afspraken gemaakt over afstemming, zodra zich knelpunten voordoen in de sfeer van wet- en regelgeving. De Inspectie van het Onderwijs is bijzonder geïnteresseerd in Agora en heeft met een afvaardiging van de Inspectie zich een dag ondergedompeld in de wereld van Agora om zo een beeld te krijgen van het onderwijsconcept en de wijze waarop de kwaliteit van het onderwijs wordt bewaakt. Het Agora is gestart met de voorbereidingen voor de bovenbouw van het vmbo, aangezien vanaf schooljaar 2016-2017 leerlingen die een diploma halen op vmbo-niveau aan hun derde jaar beginnen. Ook de bovenbouw wordt natuurlijk Agoriaans vormgegeven, maar zal niet ontkomen aan de richtlijnen voor examinering die thans binnen het voortgezet onderwijs gelden. Passend Onderwijs Het gebouw van het Kennis- en expertise Centrum (KEC) Roermond is in 2015 opgeleverd. In het KEC wordt kennis rondom onderwijs en (jeugd)zorg gebundeld om maatwerk mogelijk te maken voor ieder kind. Alle deelnemende organisaties delen het geloof in de ontwikkelingskracht van kinderen. Ieder kind heeft talent en dromen en samen worden deze dromen verwezenlijkt. Daarnaast wordt er intensief samengewerkt met alle relevante partijen uit het werkveld. Om de integraliteit te realiseren en te benadrukken is voor het eigendom, de bedrijfsvoering, het onderwijs, de ondersteuning en de aansturing een coöperatie opgericht. SOML onderzoekt of zij zal
8
toetreden tot de coöperatie. In 2016 zal daartoe een besluit worden genomen. Tot die tijd blijft SOML via het Samenwerkingsverband vertegenwoordigd in het KEC Project Persoonlijk Leren Naast het project Agora zijn onze scholen innovatief bezig in de richting van Persoonlijk Leren. In 2015 werd de eerste projectfase afgerond. Alle SOML-scholen hebben de opbrengsten van de “Broedplaats”-fase met elkaar gedeeld. De scholen vertalen de opbrengsten uit die fase in de schoolplannen en zorgen voor inbedding van de vernieuwende ontwikkelingen in het bestaande curriculum en de bestaande didactiek. SOML heeft om de ontwikkelingen verder vorm te geven gezorgd voor een intern innovatiefonds, waar scholen een aanvraag voor kunnen doen (in ieder geval tot 2018). VAVO De besturen van ROC-Gilde Opleidingen en het Voortgezet Onderwijs in Midden- en Noord Limburg hebben besloten het project VAVO een doorstart te geven middels een convenant. De werkgroepen binnen het project doorstart VAVO Midden- en Noord-Limburg zijn gestart. De nieuwe start is gemaakt met ingang van het schooljaar 2015-2016. SOML kende in het schooljaar 2014-2015 37 VAVO-deelnemers en in het schooljaar 2015-2016 62 deelnemers. VSV Het aantal VSV-ers is landelijk en ook in Midden- en Noord Limburg in 2015 verder afgenomen. In 2013-2014 was er landelijk een daling met 2.000 tot 25.970. Binnen onze regio, RMC regio 38, was behoefte aan een systeem om de leerlingen te kunnen volgen die het voortgezet onderwijs zonder certificaat verlaten. Er is gekozen voor de module Overstap VOMBO van Intergrip, een instrument waarmee de doorstroom van VO naar MBO kan worden gemonitord. De module maakt een koppeling tussen de leerlingvolgsystemen van scholen en registreert onder andere de school waar de leerlingen zich aanmelden. Dit systeem wordt in 20152016 geïmplementeerd. De beide VSV- regio’s in Limburg stemmen in het voorjaar 2016 hun toekomstige route in de VSVaanpak met elkaar af, mede gelet op de veranderingen in de landelijke lijn rondom het VSV-beleid. Samenwerking VO-sector In het kader van het inrichten van een doorlopende leerlijn zijn er contacten met diverse collegainstellingen in het PO, MBO, HBO en WO. In enkele gevallen is er sprake van een intensief overleg zoals in het overleg PO-VO en met ROC Gilde Opleidingen rondom de opleiding Art & Design. Met de HBO en WO partners wordt naast de doorlopende leerlijn bezien of realisatie van een platform Hoger Onderwijs in Roermond haalbaar is. Techniekplan Limburg Het techniekplan Limburg neemt steeds concretere vormen aan. De voorzitters centrale directie van onze scholen participeren in werkgroepen, die zich richten op de diverse aspecten, die nodig zijn om meer verbinding te realiseren tussen funderend en
9
beroepskwalificerend onderwijs, overheden (provincie en gemeenten), brancheorganisaties, het bedrijfsleven (Keyport) en het Platform Bèta-techniek: een doorlopende leerlijn in de techniek, verkennen van nieuwe crossovers tussen sectoren, bijvoorbeeld zorgtechniek, centra voor innovatief vakmanschap voor logistiek en installatietechniek en doe-tafels voor maintenance, procestechniek, metaalbewerking en mobiele werktuigen. De instroom van leerlingen/studenten in het technisch onderwijs in Noord- en Midden-Limburg is in 2014-2015 fors toegenomen. 2013-2014 was sprake van een groei van ruim 16% (van 724 naar 845 leerlingen). 2014-2015 is een groei gerealiseerd van ruim 21% (van 845 naar 1029 leerlingen). Dit is exclusief 152 aanmeldingen, vanuit het basisonderwijs, voor de doorlopende leerlijn in de vakmanschaproute (6-jarige techniekopleiding) en technologieroute voor schooljaar 2015-2016. Eindexamenresultaten School BC Broekhin Connectcollege Mundiumcollege Sg. St. Ursula SOML totaal Schooltype VMBO-B VMBO-K VMBO-G/T HAVO VWO SOML totaal
Schooljaar 2014-2015 94,8% 94,9% 90,1% 94,4% 92,7% SOML 20142015 97,3% 94,6% 97,2% 85,1% 94,1% 92,7%
Schooljaar 2013-2014 92,7% 94,8% 94,5% 95,9% 94,4%
Landelijk 20142015 97,5% 95,3% 94,3% 87,6% 92,4% 92,6%
Opbrengstenkaart over 3 jaren (2013 t/m 2015) VMBO-B VMBO-K Onderbouwrendement Bovenbouwrendement 93% 85% Gemiddeld cijfer 6,81 6,27 Verschil SE-CE -0,23 0,10
SOML 20132014 97,7% 99,4% 95,9% 90,8% 92,5% 94,4%
VMBO G/T 98% 87% 6,48 0,16
HAVO 66% 6,37 0,00
Landelijk 20132014 96,8% 95,0% 93,4% 87,9% 89,8% 91,8
VWO 66% 6,50 0,23
4.2 Het bouwen aan de leeromgeving Strategisch huisvestingsbeleid - visie In 2015 rondde SOML de visie op onderwijshuisvesting af. In deze visie wordt nadrukkelijk de link gelegd met het SOML meerjarenbeleidsplan en de daarin beschreven programmalijnen. De leeromgeving bepaalt direct en indirect het leren van de leerling. SOML wil dat de leeromgeving de leerlingen inspireert en uitdaagt om zichzelf te kunnen zijn en te worden, zodat zij het beste uit zichzelf halen. SOML-scholen hebben daartoe een nieuwe generatie digitale leerplatforms geïmplementeerd die de individuele leerroutes voor leerlingen faciliteren en die docenten de ruimte en de mogelijkheden bieden om regie te nemen op het onderwijsleerproces. De scholen maken actief deel uit van hun omgeving: zij werken samen met externe partners en stakeholders en organiseren onderwijsactiviteiten in samenwerking met die partijen. Daarnaast is er sprake van een structurele leerlingen- en ouderparticipatie.
10
Kernzinnen uit de huisvestingsvisie zijn: - de intrinsiek gemotiveerde leerling in regie - in relatie en samenwerking met de omgeving - in samenwerking met bedrijfsleven en onderwijs - samen werken in centre of expertise - onderwijs en open-innovatie als beeldmerk - thuisnabij met platform beroepsspecialisatie in omgeving Strategische huisvestingsbeleid – projecten Parallel aan de visie-ontwikkeling zijn er projecten die voortgang vinden vanwege de huisvestingssituatie op dit moment: Oppe Brik: In 2012 besloot SOML om BC Broekhin locatie Swalmen te sluiten en de onderwijsactiviteiten van BC Broekhin Jenaplan te verhuizen/ centreren bij locatie BC Broekhin Reuver, om zo een kwaliteitsimpuls te genereren. In 2015 zijn er verdere stappen gezet in de samenwerking rondom Oppe Brik, waarbij de gemeente, SOML en maatschappelijk ondernemer Rendiz beogen om in de voormalige Greswarenfabriek een nieuwe school te vestigen. In de te realiseren nieuwe school wordt op basis van een unieke samenwerking tussen onderwijs en maatschappelijke ondernemen (met name rondom zorg&welzijn) synergie voordeel behaald. In 2015 heeft de gemeenteraad van de gemeente Beesel ingestemd met een budget van € 7,3 mln om dit te kunnen realiseren. De juridische constructen rondom eigendom, bouw en exploitatie van het gebouw worden in 2015 nader uitgewerkt. Besluitvorming door de gemeenteraad en SOML vindt in 2016 plaats. Connectcollege: De gemeente Echt-Susteren en SOML (Connectcollege) zijn een intentieverklaring overeengekomen. In deze verklaring is opgenomen dat beide partijen onderzoeken in welke mate de strategische visie van SOML aansluit op de lokale vragen rondom thema’s als arbeidsparticipatie en gemeenschapsvoorzieningen. Er wordt gezocht naar een win-win situatie waarbij de school invulling kan krijgen voor het toekomstige surplus aan vierkante meters en de (huisvestings)ambitie kan waarmaken en de gemeente de school kan zien als epicentrum van gemeenschapsvoorzieningen. Lyceum Schöndeln: Reeds in 2014 is met gemeente Roermond een intentieverklaring ondertekend. Deze intentieverklaring zoekt ook gemeenschappelijke mogelijkheden voor verduurzaming van de onderwijslocatie. In 2015 is het onderzoek verder gegaan en is er binnen de gemeente nadrukkelijker gezocht naar mogelijkheden om het vraagstuk breder te beschouwen dan enkel vanuit de huisvestingsverordening, maar ook vanuit het perspectief van arbeidsparticipatie in relatie tot de ambitie van SOML om te komen tot een Platform voor Hoger onderwijs in Roermond. Keyport Het College van Bestuur is in 2015 toegetreden tot het algemeen bestuur van Keyport 2020. Keyport 2020 is een samenwerking tussen ondernemers, overheid en onderwijs (triple helix), een manier van werken om de economische structuur in en voor de regio te versterken. Keyport 2020 bundelt en regisseert de krachten van ondernemers, overheid, onderwijs en kennisinstellingen en fungeert als de centrale visie waarin de drie partijen zich herkennen. SOML herkent in de Triple Helix het vehikel om praktisch vorm te geven aan de ambitie om het onderwijs meer in relatie tot de omgeving vorm te geven. Keyport 2020 voegt waarde toe als verbinder, als smeerolie en spil voor de realisatie van sector(overschrijdende)- en bovenregionale projecten. Keyport 2020 wil het onderwijs faciliteren om op een creatieve manier bruggen te
11
bouwen tussen ondernemers en overheid, zodat arbeidsmarkt en uitstroom van leerlingen op elkaar afgestemd zijn. Maar wil het onderwijs ook handen en voeten geven om een actieve rol in kennisvergroting, innovatie en het ontwikkelen van duurzaam lerende organisaties te vervullen. Hybride Cloud In 2014 is SOML gestart om iedere locatie te migreren naar de hybride cloud (deels private-, deel public cloud). In 2015 zijn de laatste locaties gemigreerd en is de nazorgfase van het project gestart. Nu alle leerlingen en medewerkers van SOML kunnen werken in de cloud is er sprake van meer tijden plaatsonafhankelijk werken. Daarnaast heeft SOML gezorgd voor een ICT-infrastructuur die toekomstbestendig is. Naast het technische deel van de migratie is ook de ICT-organisatie gewijzigd, waarbij het beheer van de infrastructuur buiten de deur is belegd. SOML kent de functie ICT-TOA. Een rol die in de nabije toekomst dicht tegen het onderwijs ICT ondersteuning moet bieden, zodat ICT als middel kan bijdragen aan de ontwikkeling van het onderwijs in de richting van Persoonlijk Leren. 4.3 Investeren in medewerkers HR beleidskader Het HR-beleid is gericht op het creëren van maatschappelijke waarde door het aanbieden van excellent onderwijs. Dit HR-beleidskader is dan ook ondersteunend aan de realisatie van onze onderwijskundige doelstellingen. Vanuit de gedachte dat de medewerkers het belangrijkste kapitaal zijn om de (ambitieuze) doelstellingen van SOML te bereiken, worden er op het gebied van personele ontwikkeling diverse speerpunten geformuleerd. SOML wil haar medewerkers voldoende toerusten om het gevraagde werk onder veranderende omstandigheden goed en gezond te kunnen blijven doen. Daartoe wordt het gesprek gevoerd waarin het welzijn van de medewerker centraal staat ten opzichte van wat er van hem gevraagd wordt. Ook worden daar afspraken gemaakt die gaan leiden tot een stevig fundament om het doel van het onderwijs in de maatschappelijke context te realiseren. De HR-speerpunten voor 2015: - Interne- en externe mobiliteit: met het oog op de krimp is in overleg met de vakbonden een nieuw sociaal statuut opgesteld. Tevens is een nieuw mobiliteitsbeleid opgesteld. Het mobiliteitsbeleid en het Sociaal Statuut moeten er toe leiden dat alle daartoe noodzakelijke instrumenten zullen worden ingezet, om binnen de kaders van de continuïteit en de onderwijskundige doelstellingen van SOML een zo effectief mogelijk werkgelegenheidsbeleid te voeren. - Gespreid leiderschap en teamvorming: De transitie in het primaire proces naar persoonlijk leren kan alleen slagen als iedere professional zijn professionele ruimte gebruikt om verantwoordelijkheid te nemen (i.c. leiderschap te tonen) binnen de kaders van de eigen opdracht en die van het team en vervolgens de bereidheid en het vermogen heeft om verantwoording af te leggen over de opbrengsten. Het werken in teams gaat niet vanzelf. Teamleiders zijn ondersteund bij die teamontwikkeling. - Managementstructuur: In 2015 hebben alle locaties de gewenste managementstructuur gepresenteerd. Bij de presentaties is nog onvoldoende rekening gehouden met de organisatieontwikkelingen die moeten leiden tot effectieve en efficiënte werkprocessen op centraal en decentraal niveau. In het kader van de vierde programmalijn van het meerjarenbeleidsplan zal de verbinding opnieuw geagendeerd worden.
12
- Leercentrum HEYY: Om de professionalisering van medewerkers van SOML optimaal te faciliteren, is het leercentrum HEYY opgericht, dat steunt op drie pijlers: 1. Ontmoeten organiseer ontmoetingen tussen professionals 2. Samen leren werkend leren en lerend werken met collega’s 3. Ontstaan organiseer fysieke en virtuele omgevingen om te leren Sleutelwoorden voor HEYY zijn: ‘ontmoeten’, ‘ dialoog’, ‘vragen’, ‘ delen’, ‘veranderen´ en ‘innoveren’. HEYY ziet in ´leren´ een verandering van paradigma van ´groep´ en ´klas´ naar een werelds paradigma, gebaseerd op fundamentele principes die verandering vanuit de persoon zelf veronderstelt en waarin het individu op maat, naar eigen tempo en niveau bediend wordt. Alles in nauwe verbinding met de samenleving als context van leren en oefenen. Na een ontwikkelperiode is vanaf schooljaar 2015-2016 gestart met het aanbieden van ateliers en salons via HEYY. In totaal zijn er vanaf de start in september 2015 18 ateliers aangeboden waaraan 350 hebben deelgenomen. Via de eerste SOML-dag in september 2015 konden alle medewerkers van SOML kennismaken met SOML, hetgeen voor een vliegende start van HEYY heeft geleid. Transitieplan De nieuwe wet op de onderwijstijd kan leiden tot aanpassingen in de jaarplanningen van de scholen. Voor de korte termijn is hiertoe in afstemming met de medezeggenschap een transitieplan opgesteld. Om op termijn te komen tot een nieuw werkverdelingsbeleid, dat Persoonlijk Leren beter faciliteert is een nieuwe opdracht voor de werkgroep geformuleerd. De scholen hebben de ruimte gekregen om te verkennen welk werkverdelingsbeleid het beste past bij de gewenste onderwijsontwikkeling. Evaluatie integraal personeelsbeleid (IPB) SOML hecht grote waarde aan de IPB-gesprekkencyclus. SOML heeft geëvalueerd in welke mate de gesprekkencyclus op kwalitatief niveau wordt afgenomen binnen de scholen van SOML. In de evaluatie kwam een divers beeld naar voren. De uitkomsten per school hebben geleid tot een plan van aanpak per locatie. Het plan is erop gericht om ervoor te zorgen dan alle medewerkers jaarlijks een kwalitatief goed ontwikkel-/ beoordelingsgesprek voeren. Alleen door deze gesprekken te voeren kan SOML gericht op de behoeften investeren in de medewerkers. Organisatiescan Een goed inzetbaarheidsbeleid is noodzakelijk om slagvaardig te kunnen zijn. Ook SOML krijgt te heeft te maken met de toenemende vergrijzing. Senioren regelingen en vervroegd pensioen regelingen staan al jaren onder druk. Steeds langer zullen mensen participeren in werk. De pensioenleeftijd verschuift. SOML heeft behoefte aan goede opgeleide en inzetbare werknemers waarop ze ook in de toekomst kan blijven rekenen. Duurzame inzetbaarheid: vitaal, productief, gemotiveerd en betrokken. Daar blijven we voor gaan. Om medewerkers duurzaam aan het werk houden, moet naast de borging van symptomatische maatregelen, o.a. verzuimprotocol, vooral ook de nadruk worden gelegd op preventieve en gedragsbeïnvloedende maatregelen. SOML heeft een organisatiescan (uitgevoerd door derden) laten uitvoeren om inzichtelijk te maken wat de organisatie al doet op het gebied van preventie, verzuim en gezondheid, maar ook waar verbetermogelijkheden liggen. Per schoollocatie heeft de scan geleid tot een plan van aanpak op dit front. De uitvoering van de plannen is gepland voor 2016. Ontslagvergoedingen In 2015 ging SOML met acht personeelsleden een vaststellingsovereenkomst c.q. ontbinding van de
13
arbeidsovereenkomst aan. SOML betaalde € 23.945,- aan vergoedingen en houdt zich aan de wettelijke regels bij ontslag. SOML heeft eind 2015 besloten om een werkgroep flankerend beleid te laten onderzoeken welke andere mogelijkheden er zijn om ons personeel duurzaam te kunnen laten doorwerken, jongeren aan te trekken en zo een gezonde leeftijdsopbouw na te streven. De gemiddelde leeftijd ligt momenteel twee jaar hoger dan het landelijk gemiddelde binnen de sector. De interne mobiliteit heeft in 2015 een extra impuls gekend door toedoen van een nieuw mobiliteitsbeleid. Sociale veiligheid De voorbereidingen op de nieuwe wet Sociale Veiligheid waren al opgenomen in het SOMLbeleidskader, toen een van de SOML-scholen geconfronteerd werd met een ernstig incident dat uitgebreid in het nieuws kwam, zowel regionaal als landelijk. Van buiten werd de aantijging gelanceerd dat ‘medewerkers van SOML schuldig waren aan ongewenst gedrag’. Hierbij werd een voorval met Whatsapp van eerder in het jaar betrokken. Een en ander had veel impact op de schoolgemeenschap in kwestie en heeft het inzicht binnen de stichting versterkt, dat omgang met sociale media, dilemmatraining en het aanhouden van een passende professionele afstand extra aandacht verdienen. Na de evaluatie van het incident in de eerste helft van 2016, zal er een SOMLbreed project rondom sociale veiligheid worden uitgewerkt om de scholen voor te bereiden op en te laten voldoen aan de nieuwe vereisten.
14
4.4 Figures Formatie in FTE’s 700 600 500 400 300 200 100 -
OP
OOP
DIR
2015
573
185
61
2014
578
189
63
Formatie 2015 in FTE naar leeftijdsopbouw De gemiddelde leeftijd van SOML was op 31-12-2015 44,97 jaar. 70 <= x < 75 65 <= x < 70 60 <= x < 65 55 <= x < 60 50 <= x < 55 45 <= x < 50 40 <= x < 45 35 <= x < 40 30 <= x < 35 25 <= x < 30 20 <= x < 25 0
20
40
60
80
100
120
140
160
Formatie in FTE verdeeld naar bepaalde- en onbepaalde tijd 800,00 700,00 600,00 500,00 400,00 300,00 200,00 100,00 -
Onbepaalde tijd
Bepaalde tijd
2015
760,79
58,59
2014
755,23
74,92 2015
2014
15
Formatie in FTE verdeeld naar geslacht 460 440 420 400 380 360 340
man
vrouw
2015
435
384
2014
452
379 2015
2014
In- en uitstroom in FTE 140 120 100 80 60 40 20 0
2015
2014
2013
instroom
107
97
88
uitstroom
121
103
75
instroom
uitstroom
Ziekteverzuim
Verzuimpercentage Kort (1 t/m 7) Verzuimpercentage Middel (8 - t/m 42) Verzuimpercentage Lang (43 t/m 365) Verzuimpercentage Langer 1 jr (366 t/m 730) Verzuimpercentage Langer 2 jaar (>730) Verzuimpercentage totaal Verzuimfrequentie
2015 1,0% 0,7% 2,3% 0,5% 0,1% 4,6% 1,37
2014 0,9% 0,7% 2,1% 0,4% 0,0% 4,1% 1,31
4.4 Het optimaliseren van de bedrijfsvoering Optimalisatie automatisering en informatievoorziening SOML streeft er continu naar om de bedrijfsvoering verder te automatiseren, vanwege de verwachte meerwaarde in kwaliteit en efficiency van de processen Op het gebied van de financiële processen heeft SOML de afhandeling van de ouderbijdragen geautomatiseerd: ouders ontvangen via de e-mail een factuur die middels moderne betaaltoepassingen kan worden voldaan. Dit heeft ertoe geleid dat vorderingen sneller worden geïnd, er een compleet beeld is van de openstaande posten (op SOMLniveau) en dat er minder oninbare vorderingen zijn door een beter proces van aanmanen.
16
In de lijn van het ICT beleidskader 2012 wordt er ook in de kantoorautomatisering gekozen voor Cloud-first. SOML werkt al sinds enkele jaren met SaaS-oplossingen en heeft in 2015 daar een nieuwe stap ingezet door de inkoopfactuurafhandeling ook in de Cloud te verrichten. Daarnaast heeft SOML stappen gezet op het gebied van de informatievoorziening rondom de onderwijskwaliteit, HRM en financiën. Deze worden middels Business Intelligence en Data Visualisation software gebundeld en gebruiksvriendelijk aangeboden (in de Cloud). Een vervolg stap daarin is dat de informatievoorziening nog gekanaliseerd moet worden, zodat gebruikers ”klik en klaar” de informatie kunnen opvragen. Ook op het front van de personeels- en salarisadministratie (psa) ontwikkelt SOML zich verder. In 2015 zijn er nieuwe stappen gezet in de Management SelfService en EmployeeSelfService. Hiermee legt SOML een deel van de verantwoordelijkheid voor juiste data-input bij de “afnemers” en biedt het als voordeel dat medewerkers en directie toegang hebben tot relevante dossier-onderdelen die eerder alleen toegankelijk waren voor psa-medewerkers. Aanbestedingen In het kader van de Europese- en Nationale aanbestedingswetgeving hebben er vier gunningen plaatsgevonden. Aanbestedingstraject Leermiddelen
Met ingang van 01 mei 2015
Groenonderhoud
Gegunde partij Iddink Voortgezet Onderwijs b.v. Donker Groen
Levering van gas & electra Catering
Gas: Essent Electra: DEVP Catermaat
01 januari 2017 01 januari 2017 01 januari 2016
01 februari 2016
Europees Volgens Europese aanbestedingswetgeving Volgens Europese aanbestedingswetgeving Volgens Europese aanbestedingswetgeving Volgens Nationale aanbestedingswetgeving
De aanbesteding voor de levering van gas en elektra is doorlopen in samenwerking met de gemeentes Weert en Roermond. Werkkostenregeling Sinds 2013 past SOML de Werkkostenregeling (WKR) toe. SOML heeft actief beleid ontwikkeld voor benutting van de vrije ruimte van de WKR in relatie tot employee benefits. Medewerkers worden in staat gesteld om bijvoorbeeld deel te nemen aan een fiets- en pc-plan en sport mogelijkheden tegen fiscaal gunstige condities. Fiscale ruimte 2015 Benutting 2015 Resterend saldo
€ 492.519,€ 486.965,€ 5.554,-
17
5. Planning & Control Update Financieel beleidskader In 2009 wijzigde SOML het Financieel beleidskader voor het laatst. In de periode tot 2015 zijn er echter enkele nieuwe afspraken gemaakt in overleg met de GMR van SOML die van invloed waren op het Financieel beleidskader. Derhalve is er gewerkt aan een geactualiseerd Financieel beleidskader voor SOML dat is goedgekeurd door de Raad van Toezicht. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het kader uit 2009 zijn dat: 1. Introductie meerjarenbegrotingen 2. Introductie risicomanagement 3. Introductie bestuursfonds 4. Herdefinitie reserves 5. Effectueren solidariteitsfonds/ -gedachte 6. Introduceren vermogensbeleid (centralisatie-gedachte) Management Control SOML streeft naar een beheersings- en ondersteuningsniveau van Management Control. Met Management Control bedoelt SOML de integrale benadering van het management gericht op de strategie en de doelstellingen en de wijze waarop Control daar ondersteuning aan biedt. Bij Management Control is een Management Control systeem de basis. Dit systeem vormt de methoden, instrumenten en procedures om Management Control uit te voeren c.q. te onderhouden. Door de externe audit van de accountant is vastgesteld dat de interne beheersing van goed niveau is. De accountant legt daarbij de nadruk op de gebieden financiële administratrie, planning & control, inkoop en contractmanagement en HRM. Om de definitieve stap naar management control te zetten of om door te groeien naar het beheersings- en ondersteuningsniveau van “Business Partner” moeten minimaal de volgende aanbevelingen worden opgevolgd: 1. Verder ontwikkelen van management control competenties bij school directeuren 2. Uniformeren van de processen met betrekking tot de leerlingadministraties over de scholen 3. Verankering van de interne controles in uw organisatie 4. Verbeteren van de beveiliging omtrent de applicatie die SOML hanteert voor de digitale facturering van de ouderbijdragen. Naast deze aanbevelingen adviseert PWC tevens om aandacht te schenken aan: 5. Adequate functiescheiding in Afas 6. Verdere stroomlijning van de financiële- en niet financiële informatiestroom uit MMP a. Managementgesprekken standaardiseren door standaard agenda met minimaal te bespreken onderwerpen b. Minimale handmatige bewerking om te komen tot managementinformatie c. Hanteren van strikte periode-afsluitingen d. Periodieke schriftelijke rapportage door de Controller met betrekking tot de kwaliteit van de prognoses van de schooldirecteuren
18
Risicomanagement Voor het bepalen van de som van de risico’s van de SOML-scholen zijn in 2015 nieuwe risicofactoren benoemd. Deze risicofactoren sluiten beter aan bij de strategie benoemd in het meerjarenbeleidsplan 2015-2018. Het risicoprofiel 2015 van SOML bedraagt € 5,2 miljoen (2014 € 3,6 mln). In vergelijking met 2014 valt op dat met name de risicofactoren bekostiging, huisvesting en leerlingen hoger zijn. Het bekostigingsrisico wordt hoger ingeschat vanwege de wijzigingen in de LWOO-bekostiging, die in de toekomst via het Samenwerkingsverband verloopt, maar waar ook een verevening van het LWOObudget plaatsvindt landelijk. De personele risico’s worden ingegeven door de mogelijke overformatie die kan ontstaan. Overformatie is de personele frictie die niet middels SOML-mobiliteit kan worden opgelost. Voor sommige vakgebieden verwachten scholen hier formatieproblemen. H betreft . Daarnaast verwachten de scholen een risico in het gegeven dat men minder flexibel kan omgaan met tijdelijke contracten voor medewerkers, wederom in relatie tot de overformatie, maar ook ingegeven door de nieuwe wet WWZ. Tenslotte zien scholen toenemende risico’s door het oplopende langdurige ziekteverzuim. De gemiddelde SOML-leeftijd stijgt de komende jaren nog en reeds in 2015 is zichtbaar dat het langdurig verzuim in de leeftijdscategorie 55+ het hoogst is. Dit verzuim blijkt vooralsnog moeilijk beïnvloedbaar en leidt tot hogere kosten. De huisvestingsrisico’s worden hoger ingeschat dan voorgaande jaren omdat de casuïstiek verandert. Concreet is er bij Lyceum Schöndeln nog steeds geen duidelijkheid over een eventuele verbouwing terwijl de noodzaak groter wordt gezien de fysieke staat van het gebouw, maar ook vanwege het willen naleven van de visie op onderwijs. Daarnaast is er bij NT2 onzekerheid en onduidelijkheid over de huisvesting van de nieuwe vluchtelingen die de school zal gaan onderwijzen. De leeftijd van het gebouw van BC Broekhin Roermond en de ervaringen van Lyceum Schöndeln maken het dat de school inmiddels het risico rondom huisvesting hoger inschat. Risico’s 2015
535.000 1.613.000
815.000 160.000
294.000
1.518.000
267.000
leerlingen
bekostiging
onderwijskwaliteit
organisatie
ict
huisvesting
personeel
19
Risico’s 2015-2010
20
6. Leerlingen Ontwikkeling leerlingenaantallen 8.800 8.600 8.400 8.200 8.000 7.800 7.600 7.400 7.200 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Werkelijk
Prognose
Inmiddels hebben we te maken met de krimp, die later op gang kwam dan eerder verwacht. Het Connect College ziet de leerlingenaantallen teruglopen tot onder de 1.500, daar waar er schooljaar 2013-2014 nog 1.700 leerlingen waren. Bij Sg. St. Ursula is het leerlingenaantal in het schooljaar 2015-2016 ruim 2.300 leerlingen en houden we in de begroting rekening met een terugloop tot ongeveer 1.800 leerlingen in 2020. De scholen in Roermond zien slechts een beperkte teruggang. Het gevolg van de leerlingendaling op de Rijksbekostiging is een naar verwachting lagere bekostiging van ruim € 5 miljoen in 2020 ten opzichte van 2015. De scholen dienen in de begrotingsperiode 20162020 passende maatregelen te treffen om deze daling op te kunnen vangen. Ontwikkelingen leerlingenaantallen per school 2.600 2.400 2.200 2.000 1.800 1.600 1.400 1.200
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
BC Broekhin
2.205
2.111
2.190
2.168
2.130
2.176
2.137
2.076
Connectcollege
1.759
1.709
1.620
1.541
1.489
1.476
1.446
1.438
Mundiumcollege 2.220
2.396
2.472
2.512
2.516
2.506
2.451
2.414
Sg. St. Ursula
2.144
2.214
2.336
2.326
2.155
2.038
1.946
1.812
Totaal
8.328
8.430
8.618
8.547
8.290
8.196
7.980
7.740
BC Broekhin
Connectcollege
Sg. St. Ursula
Totaal
Mundiumcollege
21
7. Financiële situatie 2015 7.1 Exploitatieresultaat 2015 in relatie tot de begroting 2015 Het exploitatieresultaat 2015 bedroeg € 578.327. In de onderstaande tabel wordt de vergelijking met de begroting 2015 gemaakt en worden de afwijkingen nader toegelicht.
Exploitatieresultaat 2015 Begrotingsresultaat 2015 Afwijking
€ € €
578.327 1.580.603 -1.002.276
Grootste afwijkingen begroting/ resulisatie (afgerond): 1. Rijksbijdragen € 93.000 2. Overige baten € 650.000 3. Personele lasten € -1.531.000 4. Afschrijvingen € -195.000 5. Huisvestingslasten € 194.000 6. Overige instellingslasten € -175.000 7. Overig € -38.000 Afwijking € -1.002.000 ’ 1. Rijksbijdragen De Rijksbijdragen zijn hoger dan begroot. Op het eerste oog lijkt de afwijking gering, maar in werkelijkheid hebben er ten opzichte van de begroting aanzienlijke verschillen plaatsgevonden: - Meer Personele lumpsum (+ 727.000) als gevolg van de loonstijging 2015, die gedeeltelijk gedekt is in de Rijksbijdragen. Deze was niet voorzien in de begroting 2015 - Meer verrekening uitkeringslasten (-/-). Deze verrekening van de uitkeringslasten (75% wordt landelijk verrekend) betekent een grotere korting op de Rijksbijdragen van € 155.000, hetgeen niet was voorzien. - Minder leerlinggebonden financiering (in deze rubriek). De leerlinggebonden financiering (€ 445.000) was in de begroting gerubriceerd als Rijksbijdragen, maar komen in werkelijkheid (via de overheid) van het Samenwerkingsverband, zie overige baten) - Lagere bekostiging eerste opvang vreemdelingen. In 2015 was er, met name in het eerste deel van het jaar, nog sprake van een lagere instroom van nieuwkomers bij NT2 Mundium. De lagere instroom ten opzichte van de begroting heeft lagere Rijksbijdragen tot gevolg (€ - 100.000). 2. Overige baten De overige baten zijn hoger dan begroot. Op de eerste plaats door de leerlinggebonden financiering. Deze was begroot als Rijksbijdragen, maar worden door het Samenwerkingsverband beschikbaar gesteld. Het betreft hier dus enkel een rubriceringsverschil. Naast het rubriceringsverschil is er ook daadwerkelijk sprake van meer bekostiging van het Samenwerkingsverband voor leerlinggebonden financiering, arrangementen passend onderwijs en een bijdragen voor het thema syntheseklassen. Gezamenlijk € 465.000 meer baten. Als gevolg van lagere leerlingenaantallen is de detacheringsopbrengst voor het plaatsen van medewerkers bij het OPDC lager dan begroot (- € 135.000).
22
3. Personele lasten De personele lasten zijn hoger als gevolg van de loonstijging, zoals overeengekomen in het loonruimtakkoord voor de publieke sector. De loonstijging van structureel 2,18% komt voor SOML neer op een kosten stijging in 2015 van € 1.183.000. De loonstijging wordt deels gedekt door additionele middelen toegevoegd aan de Rijksbekostiging. Een deel van de loonstijging is betaald uit de vrijval “premie Witteveen 2” (verlaging van de pensioenpremie). De loonstijging was door SOML niet begroot. Het restant van het verschil wordt veroorzaakt door hogere kosten deskundigheidsbevordering en inhuur uitzendkrachten (voor vervanging). 4. Afschrijvingen De afschrijvingen zijn voor € 195.000 hoger dan de begrote afschrijvingen. Voor het grootste deel is dit toe te wijzen aan de inhaalafschrijving die SOML heeft gedaan op de aangekochte grond van Niekée. Vanwege de bepaling, opgenomen in de leveringsakte, waaruit blijkt dat de aangekochte grond bij om niet wordt overgedragen aan de gemeente als het bestuur besluit om het gebouw te onttrekken aan onderwijs, wordt met ingang van 2015 afgeschreven op de aanschafwaarde. In 2015 heeft een inhaalafschrijving plaatsgevonden van 2006 t/m 2015. De resterende looptijd is 30 jaar. De afschrijvingslast op de grond bedraagt in 2015 ongeveer € 250.000. Overige begrote investeringen zijn uitgesteld of later uitgevoerd waardoor de afschrijflast lager uitvalt dan voorzien. De impact daarvan bedraagt € 55.000. 5. Huisvestingslasten Met name vanwege de lagere klein onderhoudskosten (+/- € 70.000) en de energielasten zijn de huisvestingslasten lager (+/- € 60.000). De kosten klein onderhoud zijn kosten die, los van de onderhoudscontracten, jaarlijks sterk kunnen fluctueren. Afhankelijk of er veel groot onderhoud (geactiveerd en afschreven) wordt gepleegd kan het klein onderhoud op sommige jaren lager uitvallen. De kosten voor energie zijn lager vanwege de zachte wintermaanden, waardoor er ook duidelijk minder energie is gebruikt. 6. Overige instellingslasten De afwijking wordt veroorzaakt door hogere kosten aan het Samenwerkingsverband in verband met het plaatsen van leerlingen aan het OPDC en het project KEC-werkt (arbeidstoeleiding) (+ € 120.000) en meer uitgaven aan leermiddelen (+ € 50.000).
23
7.2 Exploitatieresultaat 2015 in relatie tot het exploitatieresultaat 2014 Het exploitatieresultaat 2015 is in tegenstelling tot 2014 positief. In 2014 bekostigde SOML enkele beleidskeuzes gedekt uit de reserves van de stichting. Het ging daarbij onder andere om middelen voor het behoud van jonge medewerkers (€ 585.000), de inzet van het bestuursfonds ter stimulering van de ontwikkeling Persoonlijk Leren (€ 366.000) maar moest ook een voorziening worden getroffen voor het Persoonsgebonden budget/ basisbudget ( € 215.000), hetgeen niet was begroot. De grootste afwijkingen tussen de resultaten 2015 en 2014 worden in de onderstaande tabel weergegeven:
Exploitatieresultaat 2015 Exploitatieresultaat 2014 Afwijking
€ € €
578.327 -2.063.687 2.642.014
Grootste afwijkingen begroting/ realisatie (afgerond): 1.Rijksbijdragen 2.Overige baten 3.Personele lasten 4.Afschrijvingen 5.Overige instellingslasten 6.Bijzondere lasten 7.Bijzondere baten 8.Financiële baten 9.Overig Afwijking
€ € € € € € € € € €
2.867.000 338.000 645.000 158.000 78.000 24.000 467.000 84.000 41.000 2.462.000
(-/-) (-/-) (-/-) (-/-) (-/-) (-/-)
1. Rijksbijdragen De stijging van de Rijksbijdragen kent een drietal hoofdoorzaken: - hogere leerlingenaantal 1 oktober 2014 (+ 188) t.o.v. 1 oktober 2013 leidt tot een hogere vergoeding van € 1.410.000 - De loonstijging 2015 is deels gedekt uit Rijksbijdragen. De extra bijdrage bedraagt in 2015 € 727.000 - De gemiddelde personeelslast in de rekenregels voor de personele lumpsum is in 2015 met 1% verhoogd ten opzichte van 2014. De impact hiervan bedraagt € 595.000 2. Overige baten De overige baten stijgen voor een groot deel door de bijdragen vanuit het Samenwerkingsverband: € 265.000 meer voor leerlinggebonden financiering, € 85.000 meer voor arrangementen Passend Onderwijs en € 115.000 meer bijdrage voor de Syntheseklassen, aanvullend bekostigd door het Samenwerkingsverband. Een daling van de detacheringsinkomsten als gevolg van minder externe uitleen, laten de overige baten met € 133.000 dalen ten opzichte van 2014. 3. Personele lasten De personele inzet bedroeg gemiddeld 10 fte minder in 2015 dan in 2014. Gemiddeld genomen een effect van € 70.000 per fte (€ 700.000). De loonstijging 2015 heeft geleid tot een personele lasten stijging van € 1.183.000. Als gevolg van grotere dotaties aan de personele voorzieningen zijn de lasten in 2015 ook gestegen: correctie voorziening vakantie-uitkering (+ € 192.000) en de dotatie aan
24
de transitievergoeding (€ 150.000). Anderzijds is er ook een toename van de uitkering door de uitkeringsinstantie voor de ontvangen vergoeding voor de ziektewet uitkeringen (met name zwangerschaps-/ bevallingsverlof) + € 124.000. 4. Afschrijvingen De afschrijvingen zijn hoger door de inhaalafschrijving op de grond van Niekée, zie ook 7.1. Echter ook de nog jaarlijks toenemende investeringen in ICT maken het dat de afschrijflasten Inventaris & Apparatuur verder stijgen. 5. Overige instellingslasten De afwijkingen in de kostensoorten in de rubriek Overige instellingslasten zijn divers. Opvallend is dat de kosten voor software en automatisering in 2015 fors hoger zijn € 362.000. De oorzaak daarvoor is meerledig. Op de eerste plaats waren in 2015 voor het eerst alle locaties van SOML gemigreerd naar hey nieuwe centrale ict netwerk. Daarnaast is er een toename van digitale leermiddelen, waarvoor licentiekosten moeten worden betaald. De kosten met betrekking tot de (traditionele) leermiddelen en vakgroep en sectie uitgaven nemen in 2015 dan ook af, als ook het investeringsniveau in de leerboeken (€753.000 in 2015, € 963.000 in 2014). 6. Bijzondere lasten In 2015 vond er voor € 24.000 afwaardering af van materiële vaste activa. Het betreft hier middelen die niet langer gebruikt worden, maar waar nog een economische boekwaarde tegenover stond. 7. Bijzondere baten In 2012 heeft SOML een asbestsanering en herinrichting uitgevoerd bij Connectcollege. Alle kosten zijn door SOML gefinancierd. De gemeente Echt-Susteren heeft uiteindelijk de volledige saneringskosten ter grootte van € 1.047.000,- terugbetaald aan SOML. De gemeenteraad van de gemeente heeft daartoe in 2015 besloten. In 2015 is € € 467.000 uitbetaald, nadat in 2013 reeds een voorschot is voldaan van € 583.000. 8. Financiële baten De creditrente is in 2015 dusdanig laag dat SOML weinig tot geen rendement haalt uit op de middelen die niet zijn belegd in deposito’s. In het verleden, ook in 2014 nog, haalde SOML uit de combinatie van scherp liquiditeitsbeheer en gunstige marktcondities jaarlijks een rendement van ongeveer € 50.000 - € 75.000. De marktcondities geldend in 2015 maken dit niet mogelijk.
25
7.3 Vermogenspositie het exploitatieresultaat van € 578.327 wordt via resultaatsbestemming ten lasten van diverse onderdelen van het vermogen gebracht:
Algemene reserves Exploitatiereserve algemeen € Bestuursfonds € Subtotaal €
955.142 -160.734 794.408
Bestemmingsreserves Egalisatiereserve Boekenuitleen Bapo/seniorenverlofreserve Subtotaal
€ € € €
-30.037 -48.944 -137.100 -216.081
Exploitatieresultaat
€
578.327
Ten lasten van het bestuursfonds zijn kosten gebracht die gekoppeld zijn aan de ontwikkeling van Persoonlijk Leren op SOML-niveau en de ontwikkeling van de teamleidersstructuur en management development. De bestemmingsreserves worden aangewend voor (1) de egalisatiereserve die gekoppeld is aan investeringssubsidies uit het verleden welke zijn verkregen voor investeringen in de materiële vaste activa. Daarnaast (2) is de boekenuitleen-reserve aangesproken voor de kosten die gemoeid zijn met de inzet van de digitale leerstof van VO-content. Tenslotte (3) zijn de bestemmingsreserves aangewend voor het gebruik van flexbapo en seniorenverlof. Door de toevoeging van per saldo € 578.327 aan het eigen vermogen veranderen de kengetallen van SOML. Het weerstandsvermogen van SOML zakt van 37,1% in 2014 naar 36,9% in 2015. De daling van het weerstandsvermogen is naast de toename van het eigen vermogen met name veroorzaakt door de toename van de totale baten van SOML met bijna 5%. Het weerstandsvermogen valt binnen het normenkader van 10% - 40%. De overige ratio’s tonen aan dat er geen sprake is van financiële dreiging met betrekking tot de beheersing van het vermogen:
Solvabiliteit 1 Liquiditeit (quick ratio) Rentabiliteit Personele lasten/ Rijksbijdragen
2015 0,7 1,2 0,82% 88%
norm ≤ 0,3 ≤1 ≥0 ≥ 95%
26
7.4 Vergelijking overige balansposten Materiele vaste activa De materiele vaste activa van SOML stijgen van € 25,8 mln naar € 26,3 mln. De afgelopen jaren is er fors geïnvesteerd door SOML in onder andere ICT en in de gebouwen (componententheorie waarbij groot onderhoud wordt geactiveerd). De afschrijvingen zijn daardoor de laatste jaren ook fors toegenomen. Met betrekking tot de ICT investeringen is er sprake van uitbreidingsinvesteringen en niet enkel van vervangingsinvesteringen. Vorderingen De vorderingen zijn ultimo 2015 € 500.000 hoger dan in 2014. De voornaamste reden daarvoor zijn de vorderingen met betrekking tot de projecten Arbeidsmarktknelpunten, VSV, KEC-werkt, maar ook nog te vorderen detacheringsopbrengsten. Al deze harde vorderingen worden geïnd in de eerste helft van 2016. Liquide middelen zie 7.5 Kasstroom en financieringsbehoefte. Eigen vermogen Zie 7.3 Vermogenspositie. Voorzieningen De voorzieningen zijn hoger dan in 2015. De voorziening Levensfasegericht personeelsbeleid wordt afgebouwd. Medewerkers hebben tot augustus 2016 de mogelijkheid om gebruik te maken van de gespaarde tegoeden. Aan de voorziening wordt niet langer gedoteerd alleen nog maar onttrokken. De onttrekking bedraagt € 100.000 in 2015. De voorziening Persoonsgebonden budget is in 2014 gevormd (vanaf augustus 2014, 5 maanden). In 2015 is voor 12 maanden gedoteerd aan de voorziening, maar ook reeds onttrokken. Per saldo is de voorziening toegenomen met € 440.000. Kortlopende schulden De kortlopende schulden wijken nauwelijks af van voorgaand jaar. Nieuw is dat SOML een kortlopende schuld heeft opgenomen voor de uit te keren transitievergoeding als gevolg van de Wet Werk en Zekerheid. Werknemers hebben recht op de transitievergoeding bij onvrijwillig ontslag. In het geval van SOML betreft het onvrijwillig ontslag het ontslag als gevolg van 2 jaar ziekte. De hoogte van de schuld met betrekking tot de transitievergoeding is op 31 december 2015 € 150.000. 7.5 Kasstroom en financieringsbehoefte Ondanks het positieve exploitatieresultaat is er sprake van een negatieve kasstroom van € - 191.837. Alle kosten en investeringen van SOML zijn gefinancierd met eigen vermogen. SOML kent geen vreemd vermogen voor het voldoen aan de financiële verplichtingen. De daling van de liquide middelen wordt veroorzaakt door, opnieuw, toenemende investeringen. Sinds enkele jaren wordt er jaarlijks meer geïnvesteerd in ICT-middelen. In 2015 investeerde SOML voor € 500.000 meer aan ICT middelen dan in 2014. Door de negatieve exploitatieresultaten van de afgelopen jaren én de toenemende investeringsvragen heeft SOML ingeteerd op de liquide middelen. De komende jaren laat de meerjarenbegroting in elk geval zien dat de activiteiten en investeringen gedekt zijn met een positieve cashflow.
27
De ontwikkeling van de liquide middelen door de jaren heen: 18.000.000 16.000.000 14.000.000 12.000.000 10.000.000 8.000.000 6.000.000 4.000.000 2.000.000 2011
2012
2013
2014
2015
7.6 Investeringsbeleid SOML heeft geen integraal investeringsbeleid. Wel heeft SOML een visie op Huisvesting, meerjarenonderhoudsplanning en een ICT beleidskader. In deze documenten wordt beschreven binnen welke kaders investeringen plaatsvinden. Aangaande de huisvesting worden er vanaf 2015 projecten gestart per locatie om te bepalen wat de investeringsbehoefte op termijn is. Aan de hand daarvan zal SOML een investeringsplan huisvesting opstellen. Uit de meerjaren exploitatie (zie 9.Toekomstparagraaf) blijkt dat SOML de komende jaren forse positieve exploitatieresultaten verwacht. Dit wordt veroorzaakt doordat de ontvangen “Bumagelden” nog niet ingezet zijn voor investeringen. Investeren kan in deze ook betekenen investeren in de medewerkers. Het komend jaar zal SOML meer plannen maken om deze middelen te besteden.
8. Treasury SOML heeft per 31 december 2015 middelen uitstaan in deposito. In 2016 start SOML een oriëntatie naar de mogelijkheden van nieuwe beleggingen, binnen de kaders van de regeling Belenen & Beleggen. Een rendement dat SOML in 2015 haalde uit de beleggingen worden gezien de marktcondities en de vooruitzichten daarop moeilijk om te evenaren. Soort belegging Rabo deposito 3,25% Rabo deposito 3,25% Rabo deposito 3,25%
Waarde € 4.000.000,€ 2.000.000,€ 1.000.000,-
Vervaldatum 20-12-2016 20-12-2016 20-12-2016
SOML brengt periodiek het totaal van inkomsten en uitgaven in beeld door middel van een liquiditeitenplanning (onderdeel van planning & control). Op basis daarvan wordt nagegaan of er de komende tijd voldoende liquide middelen aanwezig zijn om de investeringsuitgaven te betalen. Zonodig wordt een geldlening afgesloten. In 2015 zijn geen leningen nodig gebleken.
28
9. Continuïteitsparagraaf 9.1 Toekomstige beleidsontwikkeling Het in 2015 gepresenteerde meerjarenbeleidsplan 2015-2018 geeft een duidelijke koers weer die SOML de komende jaren zal volgen. De focus wordt gelegd op Persoonlijk Leren, via de vier programmalijnen, zie ook hoofdstuk 4 Gevoerd Beleid. In 2016 geven de scholen handen en voeten aan de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan. Om de komende jaren een goede voortgang van de voorgenomen transitie mogelijk te maken zal er in 2016 aandacht zijn voor de versterking van de noodzakelijke randvoorwaarden: leren door doen, ruimte voor dialoog, uitwisseling van ervaring en leren van elkaars good-practices in netwerken, borging van HR-processen en systemen, vergroten van het rolbewustzijn en rolneming van sleutelfiguren in de organisatie. Vanuit de sturingsfilosofie van SOML betekent dit: sturen en loslaten, ruimte geven in vertrouwen, met verantwoording over de geboden ruimte en in de ontmoeting van top-down en bottom-up bouwen aan een steeds professionelere cultuur. SOML zet in op het verandervermogen van binnenuit, door professionalisering en een open onderwijscultuur en meer vermenging en vervlechting van bestaand onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven. Met het oog op de beoogde transitie in het onderwijs is het van belang dat de basis op orde is. Daarmee wordt gedoeld op: - De onderwijskwaliteit is voldoende tot goed: alle scholen ontvangen minimaal een basisarrangement van de onderwijsinspectie.- Leidinggevenden groeien naar management control op alle beleidsdomeinen. - We bewaken met een online kwaliteitstool (MMP) (gebruik een ander woord wat iedereen kent) op diverse niveaus de ontwikkeling van de onderwijskwaliteit. - De kwaliteit van HR-processen, noodzakelijk voor het investeren in onze medewerkers: o de strategische personeelsplanning geeft ons zicht op de benodigde kwantiteit en kwaliteit van medewerkers; o de goede gesprekken worden gevoerd, conform de IPB-cyclus; o HEYY speelt in op de behoeften van medewerkers; o deze worden vastgelegd in het digitale bekwaamheidsdossier o het formatiesysteem Zermelo wordt op alle locaties gehanteerd; - De huisvestingsprojecten krijgen alle aandacht om optimale randvoorwaarden te realiseren; - SOML werkt opbrengstgericht en hanteren daartoe projectformats.
29
9.2 Prognoses Onderstaande cijfers zijn ontleend aan onze meerjarenbegroting 2016-2020: Leerlingenprognose kort termijn 8.800 8.600 8.400 8.200 8.000 7.800 7.600 7.400 7.200 2016/2020
2016
2017
2018
2019
2020
8.547
8.290
8.196
7.980
7.740
Deze leerlingprognose is exclusief de instroom van leerlingen die vanaf eind 2015 instromen bij NT2 Mundiumcollege als gevolg van de vluchtelingen toestroom. SOML heeft te maken met de gevolgen van de vergrijzing en ontgroening van de regio. Deze leerlingendaling wordt reeds enkele jaren voorzien en de scholen treffen daarop ook hun maatregelen. Met name de scholen buiten Roermond zullen tot 2020 de krimp ervaren. De stad Roermond zelf houdt de leerlingenaantallen de komende jaren nog stabiel. Leerlingprognose lange termijn (bron DUO)
Volgens de prognose cijfers van DUO zakken de leerlingenaantallen in 2034 tot 6.685 leerlingen. De prognosecijfers van SOML zijn standaard hoger gebleken dan de gegevens van DUO. Echter is duidelijk dat de daling van het leerlingenaantal de komende jaren doorzet.
30
FTE ontwikkeling 600 500 400 300 200 100 -
2016
2017
2018
2019
2020
DIR
55
52
51
50
48
OP
552
521
504
484
461
OOP
150
144
141
138
135
DIR
OP
OOP
Vanwege de leerlingenkrimp zal SOML ook de formatie moeten laten krimpen. Uit de grafiek blijkt dat SOML 113 fte (15%) zal krimpen, volgens de verwachting in de meerjarenbegroting 2016-2020. SOML staat voor de taak om de uitstroom van veel 60+ kwalitatief op te vangen, maar ook te matchen met de behoeften van de scholen. Daarnaast dient er ook aanwas te zijn van jonge docenten zodat er nieuwe inzichten blijven worden geïntroduceerd. SOML ontwikkelt daarvoor in kwartaal 2 van 2016 de zogenaamde PLUS-regeling die tegemoet komt in de doelstelling van uittreden van de 60+ers en instroom van jonge docenten. Ontwikkeling loonkosten per FTE € 75.000 € 74.000 € 73.000 € 72.000 € 71.000 € 70.000 € 69.000 € 68.000 Loonkosten per fte
2016
2017
2018
2019
2020
€ 70.184
€ 72.159
€ 72.929
€ 73.430
€ 74.406
31
Ontwikkeling Rijksbekostiging per leerling € 7.800 € 7.750 € 7.700 € 7.650 € 7.600 € 7.550 € 7.500 Rijksbijdrage per ll
2016
2017
2018
2019
2020
€ 7.609
€ 7.712
€ 7.731
€ 7.738
€ 7.751
9.3 Meerjarenprognose staat van baten en lasten 2015
2016
2017
2018
2019
2020
BATEN Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Ouderbijdragen Bijdragen uit eigen activiteit Totaal baten
66.070.089 174.304 1.343.945 1.047.672 1.120.968 69.756.977
66.036.116 167.704 1.956.050 1.021.218 839.086 70.020.174
64.901.208 167.704 1.933.962 1.010.378 847.315 68.860.567
64.315.094 60.276 1.787.215 992.205 835.121 67.989.911
62.677.008 60.276 1.543.354 966.655 824.920 66.072.213
60.896.443 60.276 1.526.139 946.047 823.117 64.252.022
LASTEN Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
57.096.245 3.782.438 3.017.846 5.233.580 69.130.108
58.323.106 4.008.031 3.005.246 5.229.941 70.566.323
56.996.622 4.006.025 2.956.068 4.897.642 68.856.357
55.870.396 3.748.056 2.892.711 4.816.908 67.328.071
53.832.624 3.709.735 2.884.902 4.740.686 65.167.948
52.471.895 3.700.543 2.882.599 4.674.001 63.729.038
Saldo baten en lasten
626.870
-546.149
4.211
661.840
904.266
522.983
FINANCIELE BATEN EN LASTEN Financiële baten Financiële lasten Saldo financiële baten en lasten
237.001 237.001
230.000 230.000
75.001 75.001
75.001 75.001
75.001 75.001
75.001 75.001
EXPLOITATIESALDO
863.871
-316.149
79.212
736.841
979.267
597.984
Programmalijn 1: het leren van de leerling Vanuit het Bestuursfonds stelt het College van Bestuur, vanaf augustus 2015 tot augustus 2018 jaarlijks € 300.000 beschikbaar voor innovatie. Innovatie kan betekenen dat medewerkers worden gefaciliteerd voor nieuwe activiteiten in het kader van de onderwijsontwikkeling. Het (op basis van omslagstelsel bepaalde) budget wordt, na beoordeling van de plannen door het College van Bestuur beschikbaar gesteld ter realisatie van de innovatieopdracht. Programmalijn 2: het bouwen van de leeromgeving Met ingang van 2015 ontvangt SOML jaarlijks €117 per leerling extra in de lumpsumvergoeding. Deze middelen komen vanuit een korting op het gemeentefonds, doorgevoerd door het Rijk omdat de
32
gemeentebesturen jaarlijks € 256 miljoen minder uitgaven aan onderwijshuisvesting dan waarvoor ze waren gebudgetteerd. De komende jaren gaat SOML uitvoering geven aan de visie op strategische huisvesting, waarvoor onder meer deze middelen zullen worden ingezet Concreet zijn deze middelen in de begroting al aangesproken voor de herinrichtingskosten Connect College en de bijdrage in de nieuwbouw voor BC Broekhin Reuver. Programmalijn 3: investeren in de medewerker Heyy biedt het antwoord op een veranderende rol van leren en ontwikkelen in zowel de wereld van het onderwijs, als de wereld van iedere professional. Leren en ontwikkelen worden meer en meer verbonden met persoonlijke ambitie en het talent, waarbij een ontmoeting een belangrijk instrument voor leren is. HEYY definieert het leidende proces bij leren als volgt: leren doe je met en van de ander en leren doe je door te ervaren. SOML gaat uit van 400 deelnemers aan HEYY activiteiten in 2016. In totaal wordt aan vaste inzet 1,1 fte begroot: 0,5 fte HEYY manager en 0,6 HEYY relatiemanager. De inzet van trainers en atelierhouders worden via het verdienmodel van HEYY terugverdiend ten gunste van HEYY en ten laste van de deelnemers. Scholen hebben gemiddeld voor € 1.200 per medewerker aan nascholings-/ professionaliseringskosten begroot. Een budget tweekeer zo groot als wat minimaal is bepaald in de cao-VO. De terugloop van fte’s tussen 2015 en 2020 hoeft kwantitatief niet tot problemen te leiden, gezien het feit dat SOML momenteel 147 fte in dienst heeft in de leeftijdscategorie 60+. Waar naar alle waarschijnlijkheid wel problemen ontstaan is in de kwalitatieve matching tussen de gewenste omvang per vakgebied en de beschikbare fte’s. Om die reden heeft SOML in het beleidskader 2016 de strategische planning en het formatiebeleid hoog op de agenda geplaatst. Programmalijn 4: het optimaliseren van de bedrijfsvoering Voor de jaren 2017 en 2018 houdt SOML rekening met extra kosten om te komen tot de optimalisatie van de bedrijfsvoering. In deze overgangsfase kan er sprake zijn van (tijdelijke) externe en/of interne kosten.
33
9.4 Meerjarenprognose balans ACTIVA Materiële vaste activa
31-12-2015 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2019 31-12-2020 26.393.161 26.112.094 25.240.236 23.927.580 24.780.812 24.675.869
Debiteuren Overige vorderingen Vorderingen
134.420 1.850.371 1.984.791
125.000 1.850.371 1.975.371
125.000 1.850.371 1.975.371
125.000 1.850.371 1.975.371
125.000 1.850.371 1.975.371
125.000 1.850.371 1.975.371
Banken Kasmiddelen Liquide middelen
8.478.822 10.640 8.489.461
8.780.020 10.000 8.790.020
8.840.902 10.000 8.850.902
10.028.138 10.000 10.038.138
9.382.036 10.000 9.392.036
9.945.037 10.000 9.955.037
TOTAAL ACTIVA
36.867.414
36.877.485
36.066.509
35.941.090
36.148.218
36.606.277
PASSIVA Algemene reserve Bestuursfonds Bestemmingsreserve Eigen Vermogen
21.540.362 517.828 3.809.156 25.867.346
23.199.832 57.828 3.473.556 26.731.217
22.881.511 3.533.556 26.415.067
23.257.723 3.236.556 26.494.279
24.271.564 2.959.556 27.231.121
25.372.831 2.837.556 28.210.387
2.247.651
2.065.760
2.245.760
2.465.760
2.575.760
2.685.760
45.171
45.171
45.171
45.171
45.171
45.171
8.707.246
8.035.338
7.360.511
6.935.880
6.296.167
5.664.959
36.867.414
36.877.485
36.066.509
35.941.090
36.148.218
36.606.277
Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden TOTAAL PASSIVA INVESTERINGEN Gebouwen & terreinen ICT Inventaris Machines Leermiddelen
2016 1.889.313 1.006.000 354.320 202.477 893.000 4.345.110
2017 1.755.000 675.000 177.000 182.000 842.000 3.631.000
2018 973.000 672.000 302.000 120.000 831.000 2.898.000
2019 3.421.000 720.000 102.000 83.000 805.000 5.131.000
2020 2.184.000 755.000 282.000 120.000 785.000 4.126.000
SOML voorziet de komende jaren met betrekking tot de activa een daling. Deze is ingegeven door de, momenteel, onzekere uitkomsten van de huisvestingsprojecten. Zodra daar meer zekerheid over bestaat zullen de investeringen met betrekking tot de gebouwen ook hoger zijn. Rondom de ICT verwachten de scholen dat 2016 nog forse investeringen nodig zijn om te voldoen aan de huidige behoefte. Op basis van de huidige behoefte is de meerjareninvestering gebaseerd op enkel vervanging. Het ICT beleidskader 2016 zal ook ingaan op de ontwikkeling van de behoefte en daarbij behorende investeringsvraag. De liquide middelen van SOML nemen toe door de positieve exploitatieresultaten van de komende jaren, maar ook door de groei van de voorzieningen als gevolg van de persoonlijke budgetten die gespard worden (geen uitgaven, wel kosten in eerste instantie). Voor het eigen vermogen geldt ook een groei als gevolg van de positieve exploitatieresultaten in de begroting 2016-2020.
34
A2 Doelen en Resultaten scholen BC Broekhin Locatie Roermond Het leren van de leerling Vergeleken met het schooljaar 2014-2015 is er minder sprake van banduren, in meerdere mate van maatwerktrajecten (structuurstroom, vakbegeleiding, sociaal-emotionele begeleiding, taalondersteuning). Het accent ligt daarin meer op remediering, minder op innovatie. De verschillende teams hebben onderwijskundige speerpunten gekozen, passend bij hun doelgroep leerlingen: o o
o o
Profilering gymnasium (nieuw: brugklas gymnasium) De ondernemerschapsroute, gekoppeld aan het experiment DLL (doorlopende leerlijnen): een innovatieve nieuwe onderwijslijn in samenwerking met MBO en bedrijven, gericht op het verwerven van ondernemende competenties. Vmbo-t naar havo: het havo-team verdiept zich in de aansluiting van de instroom vanuit vmbo-t en hoe die verder verbeterd kan worden. De Vrijeschool bestaat nu uit drie leerjaren en houdt zich bezig met de inrichting van klas 10, 11 en 12.
Tenslotte wil de school haar allochtone leerlingen beter leren kennen; daarvoor wordt aan docenten cursussen culturele verschillen aangeboden, en is een medewerker actief in de ondersteuning van interculturele communicatie. Bouwen van de leeromgeving Er zijn aanpassingen doorgevoerd in gebouwdeel 32 (het oude Mavo-gebouw) m.b.t. Vrijeschool en leefbaarheid gebouw. Voorts is er in samenwerking met de gemeente gewerkt aan verbeterde toegankelijkheid en uitbreiding van parkeerruimte. Tenslotte is de noodzaak geformuleerd de meerdere kleinschalige initiatieven op het gebied van ICT te clusteren en te komen tot de formulering van schoolbreed ICT-beleid. Investeren in medewerkers Dit is geen samenhangende tekst Een belangrijke opdracht voor de nieuwe directeur is: bevorderen van de eenheid van leidinggeven. Er was sprake van verschillen tussen teams, en de synergie kan groter worden. Alle docenten die op basis van het Entreerecht in aanmerking kwamen voor een LD-functie is gevraagd deel te nemen aan een cursus differentiëren in de klas van het CPS. Daarnaast worden alle docenten in 2016 beoordeeld volgens de LD-competenties Recent zijn de LC en LD competenties opnieuw geëxpliciteerd. Er is een nieuwe inzet gepleegd om alle IPB-gesprekken tijdig en kwalitatief goed uit te voeren. Tenslotte zijn alle teams zich in het kader van de schoolplanontwikkeling aan het bezinnen op hun doelen.
35
Optimaliseren van de bedrijfsvoering Onder leiding van de nieuwe directeur gaat er veel aandacht uit naar de basisorganisatie: o
o o
Een goed sociaal klimaat: goed samenleven met alle diversiteit in de school: leerlingen van verschillende culturele herkomst, leerlingen van de vrijeschool en de reguliere school Lesuitval: terugdringen van lesuitval heeft hoge prioriteit en de resultaten zijn zichtbaar Formatieplanning: de hoofdlijnen van beleid dienen er in april te liggen, zodat er een goed medezeggenschapstraject afgelegd kan worden en docenten aan het begin van het schooljaar hun takenpakket kennen.
Er is aandacht voor het verder verbeteren van de administratieve processen: protocollering van het verplaatsen leerlingen tussen afdelingen, de intake van nieuwe docenten. Tenslotte is WIS-collect geïmplementeerd, ook voor de omvangrijke taak: inning van ouderbijdragen bij uitwisselingen. Locatie Swalmen-Reuver Het leren van de leerling Ook in Swalmen-Reuver is sprake van maatwerktrajecten. Bijzonder is dat er – geheel in de lijn van passend onderwijs – voor elke leerling een ontwikkelperspectief is gerealiseerd. De opbrengstenkaart laat zien dat de school daar goed mee bezig is. Naar aanleiding van het inspectiebezoek in december 2015 buigt de school zich over de vraag: ‘Wat is een goede les’. Dit is de eerste stap in een plan van aanpak dat een verdere impuls moet geven aan de ontwikkeling van kwaliteit van onderwijs en waar lesbezoek en IPB-gesprekken door teamleiders belangrijke onderdelen van zijn. In het kader van het nieuwe onderwijs in Reuver zijn vooral de beroepsgerichte vakken betrokken bij overleg met toekomstige partners in de Gresfabriek. Met het doel het onderwijs opnieuw vorm te geven, gebruik makend van de mogelijkheden die er ontstaan in samenwerking met de partners. Overigens niet alleen in het gebouw, maar ook in Reuver en omgeving. De ontwikkeling van buurtaalonderwijs is ook belangrijk: Duits is verplicht vak geworden, uitwisselingen over de grens worden georganiseerd. De ontwikkeling van nieuwe vmbo-examenprogramma’s heeft veel aandacht gehad. De school ligt op schema en heeft ook aandacht voor de goede aansluiting op het MBO. Tenslotte staat de doorontwikkeling van het mavo-havo traject op de agenda, dit wordt uitgewerkt door een Broekhin-brede werkgroep. Bouwen van de leeromgeving De gemeenteraad van Beesel heeft een principeakkoord afgegeven voor het realiseren van een nieuw schoolgebouw in de voormalige Gresfabriek in Reuver. In het verslagjaar is het PvE voor dit unieke samenwerkingsproject opgesteld. Investeren in medewerkers Er is na de zomer van 2015 voor gekozen om met een teamleider minder te werken; evaluatie van deze werkwijze staat geagendeerd voor 2016. Er is aandacht besteed aan teamontwikkeling en aan het goed uitvoeren van de IPB-cyclus.
36
Optimaliseren van de bedrijfsvoering Er is geïnvesteerd in een efficiënt roosterproces. Er is gewerkt aan heldere kaders voor de formatie-toedeling, ook in Swalmen-Reuver wordt gewerkt aan tijdiger plannen ten behoeve van een goed medezeggenschapstraject en een helder takenpakket voor elke medewerker aan het begin van het schooljaar Er is geïnvesteerd in kosteneffectiviteit en meer kostenbewustzijn bij alle medewerkers. Er blijft helaas een structureel gat in de begroting zichtbaar: door de huisvesting in twee relatief grote gebouwen en de hoogste gemiddelde leeftijd van SOML: 50,7 jaar.
Connect College Continuïteit van de school betekent niets meer of minder dan dat de financiën van de school op orde zijn en blijven, dat de continuïteit van de primaire processen daarmee gewaarborgd is en dat we nu en in de toekomst zo kunnen blijven voldoen aan de basisopdracht: het verzorgen van het best mogelijke onderwijs toegespitst op de individuele leerling. Het Connect College sluit het financiële jaar 2015 negatief af, maar kan het gestelde in de openingsalinea volledig nakomen. De grootste winst die het Connect College heeft geboekt is gelegen in de hoge scores van ervaren veiligheid door onze leerlingen en hun ouders in breedste zin en de zeer hoge examenresultaten en goede doorstroomresultaten. Kinderen voelen zich op het gemak en gedijen v.w.b. onderwijsresultaten en persoonlijke ontwikkeling. Ook in 2015 heeft het Connect College, samen met het personeel, belangrijke keuzes gemaakt om deze continuïteit te waarborgen. Door aanpassingen in het taakbeleid, de lessentabel, de lesinhoud en leermiddelen en de verdere ontwikkeling van keuzewerktijd-uren is er een gezonde basis gelegd voor de begroting voor de komende jaren. In 2018 laat het Connect College weer zwarte cijfers zien. Kijkend naar de jaarcijfers is het personeel de grootste, maar voor de duidelijkheid ook de kostbaarste post. De gemiddelde personeelslast is hoger dan de berekende (en dus bekostigde DUO) gemiddelde personeelslast. De oorzaken hiervan zijn gelegen in de functiemix (door het entreerecht hogere percentages in LD) en de gemiddelde leeftijd van het personeel. Het overgrote deel van het beschikbare budget blijft echter besteed aan het primaire proces. Aan de leerling, begeleid door hoogopgeleid maar ook permanent lerend personeel. Over enkele jaren zal de gemiddelde personeelslast dalen omdat collega’s met pensioen gaan. De jongere collega’s staan te trappelen het roer over te nemen. De komende jaren zal investeren in hen, ook in financiële zin, voorop blijven staan. Door de afnemende leerlingenaantallen loopt de bekostiging terug. Het is bijna vanzelfsprekend dat hiermee ook de inzet van het personeel moet afnemen. In 2015 is de formatie met 7 fte ingekrompen. Niet alleen door de terugloop van het aantal leerlingen, maar ook door de gemaakte keuzes richting persoonlijk leren. We willen meer recht doen aan de individuele leerling, meer kwaliteit (met minder). Daarnaast is ook de lessentabel aangepast op basis van de nieuwe wet op de onderwijstijd. Leren van de leerling De core business is en blijft het geven van goed onderwijs. Het Connect College heeft in het schoolplan 2012-2016 gekozen voor een duidelijke visie op het persoonlijker maken van het onderwijs. In de afgelopen jaren zijn belangrijke, concrete, vervolgstappen gezet in het persoonlijk leren.
37
Binnen het VWO zetten we de verandering van de didactische aanpak, gericht op meer verantwoordelijkheid voor de leerling en meer differentiatie in de lesvormen, door van klas 2 en 3 naar klas 4, 5 en 6. Niet alleen op deze wijze maar ook door te kiezen voor meer diepgang in KWT (keuze Werk Tijd) koerst de school van VMBO tot en met Gymnasium op naar meer persoonlijk maken van het onderwijs. In het lesrooster is ruimte gecreëerd voor (minimaal 2) uren keuzewerktijd: de leerling kiest steeds meer bewust. Hiermee doen we recht aan de verschillen tussen leerlingen. Leerlingen kunnen kiezen voor talenttijd, extra ondersteuning voor een bepaald vak, verdieping, studie of groepswerk. Om het onderwijs de komende jaren te blijven ontwikkelen heeft het Connect College in de begroting voor de komende 2 schooljaren extra projectformatie opgenomen om de voorgenomen onderwijsontwikkelingen inhoud te geven en verder te ontwikkelen. Investeren in medewerkers De invulling van de functiemix en het hieraan gekoppelde entreerecht is beleidsrijk ingevoerd. Binnen de verschillende werkgroepen die in 2014 en 2015 in de teams havo/vwo zijn gestart vervullen de nieuwe LD-docenten een kartrekkers rol om de onderwijsontwikkelingen te blijven voortzetten, te implementeren en verder te ontwikkelen. Binnen de teams vmbo zijn geen nieuwe LC- en/of LD-docenten benoemd vanwege de havo/vwo-verplichtingen van het entreerecht. Daarmee blijft het aantal LC- en LD-docenten binnen het VMBO achter lopen op de kengetallen van de functiemix. Om de onderwijsontwikkelingen ook binnen het VMBO te versterken gaan we op zoek naar een passend alternatief. Om de komende jaren de ontwikkelingen binnen de teams en de school inhoud en vorm te blijven geven is in schooljaar 2014-2015, in en met de teams, beleid ontwikkeld en vastgelegd in teamjaarplannen. Bouwen van de leeromgeving Het Connect College wil voor elke leerling uit de regio het beste onderwijs bieden. Onderwijs dat aansluit bij de aanwezige voorkennis en voorbereidt op het vervolgonderwijs na het Voortgezet Onderwijs. Om die reden zijn de banden met de omgeving, het bedrijfsleven, de gemeente en collega scholen aangehaald. Zelfbewust en toegerust het vervolgonderwijs aanvangen kun je niet alleen. Daar zijn maatschappelijke partners hard bij nodig. Het VMBO werkt samen met het primair onderwijs aan Wetenschap en Technologie en met het ROC aan de doorlopende leerlijnen binnen de Techniekketen. Het VMBO heeft in 2015 de vernieuwing van het beroepsgerichte programma gestalte gegeven. De VMBO GTL+ daagt leerlingen uit om in 7 avo-vakken of 6 avo-vakken en een beroepsgericht vak eindexamen te doen. 96% van deze leerlingen is deze uitdaging aangegaan. Het HAVO en VWO zoekt en streeft naar meer samenwerking en verbinding met het HBO en WO. Voortgezet Onderwijs moet passend, betekenisvol, letterlijk grenzeloos en uitdagend zijn. Het Connect College daagt binnen een veilige (leer)omgeving de leerling uit ‘alles uit de kast te halen’. Op basis van ambitie, rekening houdend met de mogelijkheden en eventuele belemmeringen, start elke leerling van het Connect College aan zijn of haar eigen ontwikkeltraject. Het ontwikkelingsperspectief van de leerling, zoals dat in het Primair Onderwijs (PO) is vastgesteld, dient als basis en is richtinggevend voor het Voortgezet Onderwijs (VO). Middels handelingsgerichte Procesdiagnostiek wordt het kind in 2015 in beeld gebracht en middels handelingsgericht werken worden ‘kind problemen’ steeds meer concreet vertaald naar (pedagogisch-didactische) werkafspraken voor leraren. Steeds meer passend binnen school, zoals passend onderwijs beoogt. Afgelopen schooljaar is de bovenverdieping van het Connect College aan de Populierlaan weer meer aangepast aan de gewenste herinrichting van onderwijsruimtes. We zijn er echter nog lang niet. Leerruimten inrichten die het realiseren van onze onderwijsvisie steeds meer mogelijk maken, is
38
neergelegd in een convenant met de gemeente Echt-Susteren. Ook hier trekt het Connect College samen met de gemeente op om te zoeken naar winst. Niet alleen voor het onderwijs maar ook voor de sociaal-maatschappelijke doelen die de gemeente zich heeft gesteld.
Mundiumcollege Niekée Leren van de leerling In schooljaar 2014 - 2015 zijn we op Niekée begonnen met de doorontwikkeling van het Niekée leren naar Niekée 2.0. In de brugklas bieden we alle leerlingen ruimte om per vak te werken in hun eigen tempo, op hun eigen niveau op hun eigen manier. De leraren van de brugklas hebben hier een eerste concept voor ontwikkeld. In 2015 is dit concept uitgebreid naar leerjaar 2 waar het zijn eigen toepassing heeft gekregen. In de bovenbouw hebben we de invoering van het nieuwe vmbo voorbereid door deel te nemen aan de pilot Media, Vormgeving en ICT (MVI). Voor de brede invoering van het nieuwe vmbo hebben we gekozen voor Dienstverlening & Producten en MVI in een Niekée 2.0 stijl. Bouwen van de leeromgeving Gezien het grote aantal leerlingen dat zich heeft aangemeld hebben we veranderingen aangebracht in het gebruik van de ruimtes van Niekée om alle leerlingen een goede leer- en werkplek te kunnen bieden. Tevens hebben we verder geïnvesteerd in de digitale leeromgeving in de vorm van touchscreens en beeldschermen. Agora is gehuisvest in het lokaal dat hier speciaal voor ontworpen is en de machinale houtbewerking is ten bate van Agora ontmanteld. Hierdoor heeft Agora ook de beschikking gekregen over een permanente praktische werkruimte. Investeren in medewerkers Verschillende medewerkers hebben in 2015 een bachelor- of masteropleiding afgerond. Het gaat hierbij om lerarenopleidingen en master-SEN opleidingen. Twee van de drie teamleiders zijn begonnen met de post-HBO opleiding ‘Strategisch onderwijskundig leiderschap’. In de jaarplanning van 2015-2016 zijn naast studiedagen ook werkmiddagen opgenomen. Collega’s werken op deze middagen gezamenlijk aan de onderwijskundige doelen die zij zich gesteld hebben in de verschillende leerjaren. Hiermee versterken we de intervisie en gezamenlijke ontwikkeling van het onderwijsproces. Optimaliseren van de bedrijfsvoering In 2015 zijn we op Niekée gestart met de verwerking van de formatie in Zermelo. Dit heeft gezorgd voor een eenvoudigere verwerking van alle gegevens en een scherpere planning. De check en act stappen van de PDCA-cyclus hebben we binnen Niekée versterkt. Elke maand publiceren we intern de stand van zaken met betrekking tot de opbrengsten op leerling-, leraar-, en vakniveau en de stand van zaken met betrekking tot verzuim en onderwijstijd. Teamleiders voeren vervolgens gesprekken met leraren, mentoren of vaksecties waar dat volgens de risico-analyse nodig is om zo te komen tot adequate acties.
39
NT-2 Leren van de leerling De diversiteit van de leerling populatie is groot. De leerlingen hebben als enige gemeenschappelijke kenmerk dat de Nederlandse taal en cultuur hun vreemd is. Dit maakt differentiëren in het onderwijs noodzakelijk. Het curriculum dient dan ook zo te worden ingericht dat iedere leerling dit op zijn of haar eigen manier, afhankelijk van individuele capaciteiten en mogelijkheden, kan doorlopen. In 2015 is NT-2 Mundium College onder begeleiding van het ITTA (Instituut voor Taalontwikkeling en Taalonderwijs Anderstaligen) van de Universiteit van Amsterdam, aan de slag gegaan met het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen voor de verschillende doelgroepen binnen de school. Bouwen van de leeromgeving De school beschikt over een kleurrijke en lichte leeromgeving, maar heeft in de van Gilde Opleidingen gehuurde vleugel aan de Hillenraedtstraat weinig mogelijkheden om anders dan klassikaal te werken. Leer- en werkplekken voor individuele leerlingen of kleine groepjes ontbreken geheel, terwijl deze voor een optimale individuele benadering van de leerling/cursist eigenlijk onontbeerlijk zijn. Investeren in medewerkers Tijdens het schooljaar 2014-2015 heeft het reeds eerder genoemde ITTA voor alle leraren van de school gedurende tien dagdelen een verdiepingscursus verzorgd waarin de nieuwste inzichten op het gebied van Tweede Taal verwerving, zowel voor het vak Nederlands alsook voor de andere schoolvakken, aan de orde zijn gekomen. Daarnaast hebben ook dit jaar weer enkele leraren gebruik gemaakt van de lerarenbeurs om hun bevoegdheidsgraad te verhogen of om extra bevoegdheden te behalen. Optimaliseren van de bedrijfsvoering ICT neemt al vele jaren een centrale plaats in binnen het onderwijsproces. Er mag dan ook gesteld worden dat dit volgens de actuele stand van de techniek operationeel is. De in 2014 naast de eenhoofdige directie aangestelde teamleider, heeft in 2015 de cyclus van persoonlijke voorgangsgesprekken op basis van Bardo professioneel vormgegeven en daarmee is een belangrijke bijdrage geleverd aan de bedrijfsstructuur. De mobiliteit onder het personeel is zeer laag, een gevolg van het feit dat leraren die kennis hebben gemaakt met deze vorm van onderwijs dit niet meer graag verlaten. In financieel opzicht heeft ook in 2015 de school het jaar weer met een positief saldo weten af te sluiten. De risico’s zijn in beeld en kunnen onder controle gehouden worden. Lyceum Schöndeln Leren van de leerling Onder het motto ‘begeleiden in plaats van toetsen’ nemen we vanaf het schooljaar 2015-2016 we minder (summatieve) toetsen af en voor zien we leerlingen meer structureel van feedforward en feedback door middel van formatieve toetsen en formatieve elementen in lessen. Om leerlingen en leraren meer ruimte te geven hebben we de overgang tussen klas 2 en klas 3 geschrapt. Het is de bedoeling dat deze verandering van mindset doorgroeit naar de tweede fase. Bouwen van de leeromgeving Ons huidige schoolgebouw biedt ruimte voor persoonlijk leren, weten wij al door de verbouwingen van onze bèta- en cultuurruimtes en – op beperktere schaal – in ons gymnasium. Het gebouw kan geschikt gemaakt worden door tegelijkertijd ruimte te bieden aan grotere en kleinere groepen. Secties experimenteren met leerplekken ‘op de gang’. Belemmeringen zijn vooral financieel.
40
Noodzakelijke aanpassingen liggen eerst en vooral in de voorwaardelijke sfeer: klimaatbeheersing, energiezuinigheid en dergelijke. Ruimtes kunnen vervolgens relatief eenvoudig flexibeler gemaakt worden. Investeren in medewerkers Door het uitbreiden van de ontwikkelingen in het gymnasium naar de lagen 2 en 3 van have en atheneum zijn nu veel meer leraren betrokken bij de innovatie op de school. Optimaliseren van de bedrijfsvoering De veranderingen als zodanig hebben nauwelijks extra kosten, omdat de leerlingen blijven functioneren in hetzelfde systeem: ‘bewegen in de ruimte die we hebben’ noemen we dat. We wilden ook de indruk vermijden dat de voorgestelde transitie een organisatorisch-financiële is. Mavo Roermond Leren van de leerling We hanteren al jaren een systeem waarbij naast vaklessen ook lessen gegeven worden met een variabele inhoud. Afhankelijk van die inhoud gaat het om uitwerkuren, hulplessen of keuzewerktijd. In de tweede helft van 2015 zijn we gestart met de voorbereidingen om in schooljaar 2016-2017 een substantieel deel -ongeveer 30%- van de lestijd in het brugjaar om te werken naar keuzewerktijd. We willen daarmee de motivatie van de leerlingen verhogen, door ze keuzes aan te bieden, en de eigen verantwoordelijkheid voor het leren te vergroten. Hierin speelt coachen een belangrijke rol. Vanaf augustus zijn we in de brugklas -naast de mentorlesgestart met coachen: de leerlingen uit een klas worden verdeeld over 2 coaches. In de opzet voor 2016-2017 die we aan het voorbereiden zijn wordt het coachen verder ingevoerd. Bouwen van de leeromgeving De dominante structuur in school is een vakkenstructuur. Naast deze vakken worden projectweken gehouden, vinden in alle leerjaren culturele activiteiten plaats en is er nadrukkelijk aandacht voor LOB. Bij de inzet van ict gaan we altijd uit van het onderwijsproces: hoe geven we ons onderwijs en hoe kan ict daarbij ondersteunen. In dat kader loopt in een brugklas de pilot om bij enkele vakken zoveel mogelijk digitale content te gebruiken. Investeren in medewerkers Het hele team heeft de scholing "motivatie en resultaten" gevolgd. Hiervoor is de methodiek van het Volledig Leerproces gebruikt. Verwante secties zijn tot vakgroepen geclusterd en hebben gezamenlijke afspraken gemaakt. Deze afspraken beslaan een breed terrein van bevorderen leesvaardigheid tot RTTI in de toetsen. Zowel leraren alsook onderwijs ondersteunend personeel maken in toenemende mate gebruik van de scholingsmogelijkheden en worden daartoe ook aangemoedigd. Eventuele lesuitval kunnen we in de Leerhuizen opvangen. Optimaliseren van de bedrijfsvoering Intern op de locatie zijn geen veranderingen doorgevoerd. De acties komen voort uit de implementatie van SOML beleid en op de samenwerking met de stafdienst.
41
Sg. St. Ursula Algemeen Voorwaarde om de school ook in de toekomst levensvatbaar te houden is dat de financiën op orde zijn en blijven binnen de context van leerlingendaling. Immers: alleen dán blijft de continuïteit van het primaire proces gewaarborgd en kunnen we blijven voldoen aan onze opdracht: het verzorgen van het best mogelijke onderwijs dat steeds meer toegespitst moet worden op de individuele leerling. Kalenderjaar 2015 was voor SG Sint Ursula (SSU) een heftig jaar, vooral omdat de locatie Horn te maken kreeg met veel negatieve aandacht in de regionale en landelijke pers. Dit gegeven heeft veel energie gekost, waardoor er ten aanzien van het vorm en inhoud geven aan persoonlijk leren minder dan gepland kon worden gewerkt aan de koers richting de stip op de horizon. Leren van de leerling De school wordt uitgedaagd om met minder middelen meer kwaliteit te leveren. SSU zal vorm en inhoud moeten gaan geven aan eigentijds, actueel en activerend onderwijs. Aansluiten bij de persoonlijke behoeftes van leerlingen, het bewust ontwikkelen van individuele talenten van leerlingen en leerlingen laten leren in verbinding met de omgeving. In het SSU-ondersteuningsprofiel staan de ambities weergegeven, van synthese-leerlingen tot vwo+-leerlingen. Passend onderwijs krijgt binnen Sint Ursula veel aandacht. ICT zal een belangrijk hulpmiddel zijn om deze uitdagingen in de toekomst te kunnen realiseren. Beide locaties hebben de ambitie om via de weg der geleidelijkheid te groeien naar het moment dat alle leerlingen van SSU beschikken over een eigen device om alle ICT mogelijkheden optimaal te kunnen inzetten. Kwalitatief goed onderwijs (jaardoel 2015-2016) Stand van zaken december 2015: 1. Sturen op opbrengsten (in-door-uitstroom): minimale doorstroomtijd met maximaal resultaat. He: opbrengstenkaarten verbeteracties vakgroepen; formulier is geactualiseerd, groepsbesprekingen worden opbrengstgericht besproken. Idem voor resultaten rekentoets. Ho: nadruk op verbeteracties examenresultaten (evt. examentraining in meivakantie 2016 i.s.m. Connect). 2. Zorgen dat iedere leerling op het juiste niveau komt met passende ondersteuning: in periode jan-juni 2016 worden loopbaangesprekken ingevoerd in de brugklas. 3. Zorgen voor een veilige leeromgeving. Protocol incidenten registratie is gebruik genomen. Inventarisatie door preventiemedewerkers en teamleiders (logboek Magister). 4. Aandacht voor toekomstbestendige vaardigheden: naast de kennis en vaardigheden behorende bij de (kern)vakken, zijn de competenties samenwerken, creativiteit, ICT-vaardigheid, communiceren, probleem oplossen, kritisch denken en sociale en culturele vaardigheden van belang. Ook een betrokken, ondernemende en nieuwsgierige houding komen van pas in de 21ste eeuw. Nadruk heeft met name gelegen op implementatie Ipad binnen onderwijs (voor leerlingen en collega’s) 5. Formuleren van schoolplan 2016-2020. Door drie maanden van crisis, is hieraan nog niet gewerkt. Bouwen aan de leeromgeving Beide schoolgebouwen voldoen op dit moment aan de eisen die mag worden gesteld aan een school anno 2015. In het verleden is er veel geld besteed aan het onderhoud van de gebouwen. En toch zijn er investeringen nodig om de leeromgeving in breedste zin ‘toekomstproof’ te maken. Ten aanzien van ICT zijn in 2015 grote investeringen gedaan. De krimp van het aantal leerlingen kan als kans worden gezien om de gebouwen her in te richten zodat andere dan klassikale onderwijsvormen meer
42
ruimte kunnen krijgen. Meer flexibele ruimten zijn nodig om persoonlijk leren gericht op de individuele leerling mogelijk te maken. Uiteraard moet rekening worden gehouden met het feit dat het aantal m2 per leerling economisch verantwoord blijft, maar op de korte termijn zal het aantal m2 per leerling moeten groeien om de gekozen onderwijsontwikkeling mogelijk te maken. Adequate leeromgeving passend bij modern onderwijs in een veilige omgeving (jaardoel 20152016) Stand van zaken december 2015: 1. Moderne hulpmiddelen als onderwijsleermiddel inzetten en toegankelijk maken voor alle leerlingen. Er is geïnvesteerd in een nieuwe infrastructuur. Alle docenten worden geschoold in en maken gebruik van Ipad binnen onderwijs (minimaal voor 15% in de klas maar ook tijdens overleggen en niet lesgeboden activiteiten). 2. “Masterplan St. Ursula onderwijsleermiddelen” opstellen: actueel, gedifferentieerd en op maatwerk gericht onderwijs betaalbaar houden. Dit plan is in ontwikkeling. 3. Contextrijk leren: ruimte voor onder andere projecten, stages, werken in opdracht van derden, enz. He: implementatie stagehuis vindt plaats, zo ook de implementatie van beroepsgerichte programma’s (meer contextrijk); en het samen optrekken met het mbo is geïntensiveerd voor de sector Techniek. 4. “Masterplan St. Ursula onderwijshuisvesting in toekomstperspectief” opstellen. Visiedocument van SOML, alsmede plan van aanpak SSU is geformuleerd eind 2015. De volgende acties zullen plaatsvinden in eerste helft 2016: concretiseren van onderwijsinhoud naar ruimtelijk concept. Balans zoeken tussen het normatief kader, het programma van wensen en de prognose van opbrengsten en kosten. Investeren in de medewerker Om de ambities richting toekomst waar te kunnen maken, wordt er extra geïnvesteerd in de medewerkers. Dat is al gebeurd door het budget voor deskundigheidsbevordering fors te verhogen, maar ook door de teamleiders nadrukkelijk in hun nieuwe functie te positioneren. Zij sturen een team aan van maximaal 20 medewerkers met als doel dat alle individuele medewerkers zich meer betrokken voelen bij het team en de leerlingen die aan dat team zijn gekoppeld. Elk team wordt uitgedaagd om binnen de gezamenlijke koers van Sint Ursula richting de stip op de horizon eigen keuzes te maken. De individuele medewerker blijft in gesprek met de direct leidinggevende, waarbij Bardo als hulpmiddel wordt gebruikt om zodoende elke medewerker te stimuleren zich in het werk te ontwikkelen. Gekwalificeerd en gemotiveerd personeel (jaardoel 2015-2016) Stand van zaken december 2015: 1. Stimuleren van samenwerken en uitwisselen van kennis, vaardigheden en attitudes op alle niveaus. Samenwerking OOP tussen locaties vindt meer plaats. Ipad en ICT is bindmiddel voor gesprekken tussen collega’s. De SL heeft gezamenlijke studiedagen gehad in september 2015. 2. Investeren in professionalisering van iedere medewerker. De beschikbare budgetten worden in gesprek met direct leidinggevende ingezet. Tot en met december 2015 is 60% van de middelen die beschikbaar zijn voor 2015-2016 al bestemd/besteed. 3. Investeren in het halen van meerdere bevoegdheden en het behalen van 1e graadsniveau. Ho: 8 collega’s volgen momenteel een Masteropleiding en 2 collega’s studeren voor een (tweede) bevoegdheid. He: 4 collega’s volgen momenteel een Masteropleiding en 4 collega’s studeren voor een (tweede) bevoegdheid. 4. Functiemix: op basis van competenties toekennen en positioneren van LC en LD. Toekennen is a.g.v. krimp niet aan de orde, het positioneren moet nog meer worden gerealiseerd.
43
5. Investeren in persoonlijk- en onderwijskundig leiderschap van de schoolleiding door scholingsdagen in september 2015. High potentials wordt aangeboden binnen SOML een traject te starten. He: vervolgtraject is succesvol na Bereikdiagnose. Ho: start in voorjaar 2016 met de Bereikdiagnose. Optimaliseren van de bedrijfsvoering De krimp zal er onvermijdelijk toe leiden dat de jaarlijkse inkomsten zullen dalen. Met het personeel is gedeeld voor welke bezuinigingsuitdaging de school staat. Tevens moet de school zich optimaal in de regio positioneren. Daarbij zal PR een belangrijke rol innemen, zeker gezien de aandacht van de pers in 2015. Bij natuurlijk verloop van personeel worden telkens weer bewuste keuzes gemaakt binnen de mogelijkheden die er binnen SSU en/of SOML zijn om de ontstane vacatures in te vullen. Met beperkte middelen maximaal rendement behalen (jaardoel 2015-2016) Stand van zaken december 2015: 1. Financieel gezond blijven met duurzaam karakter in tijden van onderwijskundige veranderingen en afnemende leerlingenaantallen. Hiermee is met het opstellen van de begroting 2016 ev. rekening gehouden. 2. Anticiperen op de gevolgen van de leerlingenkrimp voor de formatie 16-17 (OP, OOP en SL) is opgenomen in de begroting van 2016 ev. 3. Inzet OOP is geïmplementeerd per 01-08-2015 en wordt geëvalueerd in januari en mei 2016. 4. PR-activiteiten gericht op nieuwe leerlingen instroom 2016-2017 zijn door inzet van PRwerkgroep uitgewerkt. De PR-commissie blijft (mogelijk in andere samenstelling) bestaan totdat er een nieuw schoolplan ligt.
44
A3 Verslag Raad van Toezicht Inleiding Naast het toezien op de reguliere voortgang van onderwijsactiviteiten heeft het jaar 2015 in het licht gestaan van benoemingen binnen het College van Bestuur. In de loop van 2015 is een nieuw meer jaren-beleidsplan in werking getreden met als onderlegger een meerjarenbegroting. In het bijzonder is toegezien op lopende ingrijpende projecten aangaande de huisvesting en heeft ook het thema ‘sociale veiligheid’ binnen de scholen bijzondere aandacht gekregen. De raad van toezicht heeft kennisgenomen van het jaarverslag van het college van bestuur heeft goedkeuring verleend aan de jaarrekening 2015. Naast de vermelding van de samenstelling, expertises en taken van de Raad zijn in dit hoofdstuk, op hoofdlijnen, de interne en externe algemene discussies beschreven en is verslag gedaan van regulier Toezichthoudende activiteiten. Samenstelling van de Raad van Toezicht in 2015 In het jaar 2015 hebben geen wijzigingen in de samenstelling van de Raad van Toezicht plaats gevonden. De Raad heeft in 2015 bestaan uit de volgende leden: Naam
Functie
Commissie
Dhr. Drs. J.W.F.M. Knapen
Voorzitter, Speciaal toezicht op belang algemeen bijz. onderwijs Secretaris
Remuneratiecommissie
Algemeen lid
Mr. M. Wouterlood – van Pijlen Dhr. Drs. J.H. Dijkman Dhr. Drs. N.C.J. Hoenen
Dhr. Mr. F.L. J. van Vloten
Op voordracht Benoeming van d.d. Raad van 01-09-2009 Toezicht
Aftreden d.d.
Auditcommissie
GMR
01-12-2008
Remuneratiecommissie
Raad van Toezicht
01-01-2011
Raad van Toezicht
01-06-2009
01-12-2017, niet hernoembaar 01-01-2017, eenmaal hernoembaar 01-06-2018, niet hernoembaar
Raad van Toezicht
01-09-2013
Algemeen lid, AuditSpeciaal commissie toezicht op belang van katholiek onderwijs Algemeen lid, plaatsvervangend voorzitter
01-09-2018, niet hernoembaar
01-09-2016, tweemaal hernoembaar
45
Binnen de Raad van Toezicht zijn naast de algemene Bestuurlijke expertises van de leden de volgende specifieke expertises vertegenwoordigd: onderwijskundige, financiële en juridische deskundigheid en deskundigheid op het gebied van kwaliteitszorg, personeelsbeleid, arbeidsomstandigheden en organisatieontwikkeling. Per 2 juni 2015 is de heer Hoenen herbenoemd en is hij hiermee zijn laatste termijn ingegaan. Per 1 september 2015 is de heer Knapen herbenoemd voor een laatste periode van Toezicht. Taken van het interne Toezicht De Raad van Toezicht houdt integraal Toezicht en is gericht op het dienen van het belang van SOML voor de korte en lange termijn. Daarnaast heeft de Raad tot taak om te fungeren als klankbord voor het College van Bestuur door de dialoog te stimuleren, mee te denken en alle binnen de Raad beschikbare kennis en expertises ten dienste te stellen. Tenslotte heeft de Raad tot taak om te zorgen voor goed werkgeverschap. Al de hierboven genoemde taken zijn tot uitvoering gebracht. Aandacht voor Bestuurskracht binnen het College van Bestuur Bij de ontwikkeling van het meerjarenbeleidsplan is door de Raad van Toezicht aan het College van Bestuur in het bijzonder aandacht gevraagd voor sterkere resultaatgerichtheid binnen een bedrijfskundige benadering en een sterkere centrale regie. Dit naast het inzetten op kwaliteit en onderwijskundige vernieuwing waarvoor het Bestuur reeds veel ondersteunend beleid had ontwikkeld. In de discussies rondom de invulling van vacatures binnen het College van Bestuur is uitdrukkelijk gezocht naar kandidaten met kwalificaties die kunnen bijdragen aan deze ‘resultaatgerichtheid’ en een ‘sterke bedrijfskundige benadering’. Ook is de zorg voor onderwijskwaliteit, de zorg voor de verbinding tussen de SOML-scholen en partners in de regio, alsmede de zorg voor continuïteit benadrukt. De Raad van Toezicht heeft uitvoerig stil gestaan bij de vraag of een tweehoofdig dan wel eenhoofdig Bestuur de voorkeur zou hebben. Diverse argumenten hebben ertoe geleid dat is gekozen voor een tweehoofdig Bestuur. Met de continuering van de tweehoofdige bezetting van het College van Bestuur van SOML heeft de RvT de verwachting uitgesproken dat de flexibiliteit en slagkracht in de veranderende omgeving van SOML kan worden versterkt. Een intensief proces van werving en selecte heeft ertoe geleid dat dhr. drs. M.J.H.M. Kikken, per 1 september 2015, is benoemd tot bestuursvoorzitter met een contract voor onbepaalde tijd en met dhr. P.M. Slegers RA, per 1 november 2015, tot lid van het College van Bestuur, met een functiecontract voor vier jaren. Verslag van specifiek Toezichthoudende activiteiten in 2014 Overleg met het College van Bestuur De Raad van Toezicht heeft in 2015, vijfmaal met het College van Bestuur vergaderd. De Raad streeft ernaar om de vergaderingen zo veel mogelijk te laten plaats vinden op diverse onderwijslocaties van de stichting. Dit biedt de gelegenheid tot kennismaking met de locatie en locatiedirecteuren. Dit biedt tevens gelegenheid om op de hoogte gebracht te worden van specifiek schoolbeleid, en specifieke mogelijkheden en eventuele knelpunten. Zo is in het voorjaar van 2015 de scholengemeenschap St. Ursula, locatie Heythuysen bezocht, waarbij tevens is kennisgemaakt met de nieuwe voorzitter van de Centrale Directie, mw. P. de Bruijn MBA.
46
In het najaar bezocht de raad het Connect College te Echt, waarbij o.a. kennis is gemaakt met de nieuwe voorzitter Centrale Directie dhr. A.M.R. Nuss, en de locatie BC Broekhin te Roermond. Bij deze laatste vergaderplaats is kennisgemaakt met de nieuwe locatiedirecteur dhr. drs. J. Gijzen en heeft een presentatie plaats gevonden van het Kennis- en Expertise-centrum de Donderberg, waarbij argumenten zijn uitgewisseld om toetreding van SOML tot de coöperatie KEC te bepleiten. Voorafgaande aan elke vergadering heeft overleg plaats gevonden tussen de voorzitters van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. De Raad van Toezicht is door het College van Bestuur geïnformeerd door middel van kwartaalrapportages over de voortgang van het beleid en andere zaken van belang en door mededelingen van het College tijdens het reguliere overleg. Naast kwartaalplannen en rapportages heeft de Raad van Toezicht zich ook uitvoerig laten informeren over de SOML-huisvestingsvisie in het algemeen en over specifieke zaken als de afronding van de asbestkwestie binnen het Connectcollege en het geven van een brede maatschappelijke functie aan vernieuwde gebouwen in Echt-Susteren, ontwikkelingen aangaande het project ‘Oppe Brik’ in Reuver, huisvesting en Nt2. Zaken als het kunnen beschikken over stuurinformatie middels instrumenten als het Magister Management Platform, ontwikkelingen binnen persoonlijk leren-projecten, de ontwikkelingen binnen leerlingenaantallen, de kwaliteit van onderwijs en personeel en verzuimrapportages, als de opstelling van het bestuur aangaande ontwikkelingen in de regio, zijn kritisch besproken. Voorafgaande aan elke reguliere vergadering heeft een voorzittersoverleg plaats gevonden waarbij de agenda is voorbereid. Daarnaast heeft er een maandelijks voorzittersoverleg plaats gevonden waarbij de actuele voortgang is besproken. Vanaf oktober 2015 is daarbij de situatie rondom incidenten binnen de scholengemeenschap Sint Ursula, die landelijk aandacht trokken, een vast onderdeel geweest. In directe dialoog is door het bestuur de gehele Raad van Toezicht op de hoogte gehouden van ontwikkelingen binnen de scholengemeenschap Sint Ursula, zijn kritische vragen besproken en zijn adviezen uitgewisseld. De voorzitter en vicevoorzitter van de raad hebben in dit kader een onderhoud gehad met de voorzitter Centrale Directe van de betreffende scholengemeenschap. De Raad van Toezicht heeft in 2015 aan de volgende stukken goedkeuring verleend: -
Meerjarenbeleidsplan 2015-2018 SOML Taakverdeling binnen het College van Bestuur Jaarrekening over 2014; Begroting 2016
De goedkering van de meerjarenbegroting 2017-2020 is opgeschort tot maart 2016. Na het inwinnen van extra informatie heeft de Raad goedkeuring gegeven aan het toetreden van SOML tot de coöperatie Kennis- en Expertisecentrum (KEC). In een extra vergadering is het SOML-Toezichtkader uitvoerig besproken en uiteindelijk formeel vastgesteld. Andere activiteiten In 2015 is een aantal vergaderingen buiten aanwezigheid van het College van Bestuur belegd.
47
Voorafgaande aan elke Raad van Toezichtvergadering met het College van Bestuur heeft de raad intern vooroverleg gevoerd. In dit overleg zijn onderwerpen besproken als de actuele ontwikkelingen het bestuurs-functioneren, het eigen functioneren en onderwerpen die in het daaropvolgende overleg met het College van Bestuur zijn geagendeerd. Het afscheid van Dhr. Hoefnagel, als voorzitter van het College van Bestuur, is aangegrepen om voor het eerst in de geschiedenis van SOML een SOML - onderwijsdag te organiseren waarbij alle medewerkers zijn uitgenodigd. Het ochtenddeel heeft bestaan uit ateliers en salons waarin de SOMLscholen hun actuele speerpunten hebben gepresenteerd. Over de strekking van de dag is zowel met dhr. Hoefnagel als ook met de voorzitter van de Raad van Toezicht vooraf gecommuniceerd. De voltallige Raad van Toezicht heeft bij de SOML-dag acte de présence gegeven Drie leden van de Raad van Toezicht hebben de Dag van het Toezicht 2015 bijgewoond. Op uitnodiging van een van de leden van de Raad van Toezicht heeft een delegatie van SOML (directbetrokkenen op de HR-planning) een bezoek gebracht aan de HR-afdeling van een bedrijf in de regio met als doel om met een vernieuwde blik het SOML HR-jaarplan te bezien. De Raad is op de hoogte gesteld van alle verslagen van externe inspecties. En petit comité, maar ook binnen de Raad van Toezicht als geheel heeft veel extra overleg plaatsgevonden om te komen tot de benoeming van een nieuwe voorzitter en een nieuw lid van het College van Bestuur. Activiteiten van de auditcommissie De Raad van Toezicht beschikt over een auditcommissie waarin de heer Hoenen en mevrouw Wouterlood zitting hebben. In het verslagjaar is de auditcommissie viermaal bij elkaar gekomen. Eenmaal is overleg gevoerd met de accountant over de jaarrekening. Bij de jaarrekening van 2014 is een goedkeurende verklaring afgegeven door PWC. Na een uitvoerige toelichting op het accountantsverslag door PWC binnen auditcommissie als ook de vergadering van de voltallige Raad van Toezicht en conform het advies dat de auditcommissie en heeft uitgebracht heeft de Raad van Toezicht goedkeuring gegeven aan jaarrekening 2014. Tevens is door de auditcommissie geadviseerd om de begroting van 2016 goed te keuren. De auditcommissie heeft gezorgd voor extra aandacht aangaande de begrotingsdiscipline, de ondersteuning op locatie hierin en extra informatieverstrekking zoals bijvoorbeeld over doorlopende verplichtingen in relatie tot de uitstroom van personeel als gevolg van het bereiken van de pensioenleeftijd. Activiteiten van de remuneratiecommissie In de remuneratiecommissie van de Raad van Toezicht hebben de heer Knapen en de heer Dijkman zitting. De remuneratiecommissie voert namens de Raad van Toezicht, als werkgever, de gesprekken met de leden van het College van Bestuur die op het functioneren en de bezoldiging van het College van Bestuur betrekking hebben. De zorg voor een gestroomlijnde wisseling van de wacht binnen het College van Bestuur heeft in dit verslagjaar veel aandacht moeten krijgen. De wijziging van de Regeling bezoldiging
48
topfunctionarissen OCW-sectoren als gevolg van de invoering van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT, als ook de cao-wijzigingen 2015 zijn doorgevoerd. Bij de leden van het College van Bestuur zijn gesprekken aangekondigd die direct aan het begin van 2016, na een reële periode van inwerken, plaats zullen vinden. De gesprekken zijn gericht op het toespitsen van de bestuursopdracht, het aanbrengen van persoonlijke accenten, de evaluatiewijze en het toekomstperspectief. In de WNT2 zijn honoreringsmaxima voor Toezichthouders gekoppeld aan de bezoldiging van de Bestuurder. Op advies van de remuneratiecommissie heeft de raad besloten om vooralsnog vast te houden aan de richtlijn van VTOI. Slot en vooruitblik -
De wisseling van de wacht binnen het College van Bestuur is in de ogen van de Raad van Toezicht naar wens verlopen. De eerste reacties die de Raad bereiken stemmen tot de verwachting dat komende jaren adequaat beleid zal kunnen worden gevoerd binnen het kader van een meer bedrijfskundige benadering, een sterkere centrale regie en een sterkere focus op resultaat.
-
De Raad wil in dit jaarverslag expliciet waardering uitspreken voor de uitstekende wijze waarop dhr. drs. Kikken in deze verslagperiode, gedurende ruim twee maanden, de zorg voor het algemene Bestuur van SOML alleen heeft gedragen en adequate bijdragen heeft geleverd om het nieuwe lid van het College van Bestuur vertrouwd te maken met de organisatie.
-
Als extra aantekening dient daarbij nog te worden opgemerkt dat juist ook in deze laatste periode de voorzitter van het College van Bestuur de eindverantwoordelijkheid moest dragen voor een passende ondersteuning van, en het maken van adequate keuzes binnen, processen om gevolgen van incidenten binnen een van de SOML -scholengemeenschappen in goede banen te leiden en te laten leiden.
-
De omzetting van het algemeen geformuleerd beleid in het meerjarenbeleidsplan naar concrete deeldoelen zal in de komende periode alle aandacht vragen. Moeilijk omkeerbare ontwikkelingen zoals die binnen huisvestingsprojecten, zullen daarbij in tijdige goede afstemming met ook de raad van toezicht, hun beslag moeten gaan krijgen.
-
SOML zet reeds enige jaren sterkt in op onderwijsvernieuwing en –innovatie. Landelijk is duidelijk zichtbaar dat andere VO-instellingen ook innoveren in de richting van Persoonlijk Leren. Na aanvankelijke twijfel binnen de raad van toezicht, over het feit of voldoende wordt nagegaan of de gestelde doelen worden gehaald heeft de raad in het afgelopen verslagjaar geconstateerd dat er goede aanzetten zijn gegeven om kwaliteit te monitoren. De wijze waarop de Open Universiteit en de Universiteit van Maastricht bij vernieuwingsprocessen worden betrokken waardeert de Raad als uiterst positief.
-
Door PWC wordt gesteld dat de interne financiële beheersing op goed niveau is. De raad heeft hiervan in tevredenheid kennisgenomen maar heeft ook de hoop uitgesproken dat binnen niet al te lange tijd de organisatie zal doorgroeien naar het niveau van “Management Control”.
-
De raad van toezicht zal in de komende periode speciaal ook toezien op het werken aan de verbeterpunten welke de doorgroei mogelijk maken.
-
De Raad is positief gestemd over het feit dat in deze verslagperiode door het handelen van het College van Bestuur het asbestdossier van het Connectcollege is gesloten. De raad onderschrijft de stelling van het bestuur dat de asbestkwestie uiteindelijk een goede samenwerking met de
49
gemeente Echt heeft opgeleverd en het doel in zicht is gekomen om van het gebouw tevens een algemeen maatschappelijke voorziening te maken. Voor het komende jaar zal binnen de toezichthoudende taken verder extra aandacht worden gevraagd voor onderwerpen als: -
sociale veiligheid HR (Investeren in medewerkers) stakeholderbeleid; doordecentralisatie huisvesting; schoolhuisvesting van vluchtelingenkinderen;
-
toezichtkader (evaluatie); toetsingskader (ontwikkeling); intern- versus extern toezicht.
De Raad van Toezicht, dhr. drs. J.W.F.M. Knapen (voorzitter) mevr. M. E. Wouterlood-van Pijlen (secretaris) dhr. drs. J.H.M. Dijkman dhr. drs. N.C.J. Hoenen dhr. mr. F.L.J. van Vloten (plaatsvervangend voorzitter)
50
Jaarrekening 2015
B
51
B1 Grondslagen Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. Tevens worden de richtlijnen van de Wet op het Voortgezet Onderwijs nageleefd. Activa en passiva worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs. of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de jaarrekening zijn alle aangesloten scholen opgenomen l 16PE Connect College l 17GT Sint Ursula l 14PS BC Broekhin l 03XF Mundiumcollege Daarnaast zijn het College van Bestuur en de Stafdienst in de jaarrekening opgenomen. De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Met ingang van 1 januari 2013 is de wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van toepassing. Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de instelling en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. Kasstroom overzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en depoito's met een looptijd van langer dan 3 maanden. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen op geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Stelselwijzigingen In 2015 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan. Schattingswijzigingen In 2015 heeft zich een schattingswijziging voorgedaan bij de bepaling van de kortlopende schuld inzake opgebouwde vakantietegoeden en verlofuren. De nieuwe uitgangspunten zijn nader beschreven in de toelichting op de kort lopende schulden op de balans.
52
Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten, verminderd met de toegepaste lineaire afschrijvingen op basis van de verwachte economische levensduur en de eventuele restwaarde. De gebouwen zijn geactiveerd middels de componentenbenadering, waarbij een actiefpost op de balans wordt onderverdeeld in componenten, afhankelijk van de verschillende gebruiksduur, dan wel de levensduur. De activeringsgrens voor ICT apparatuur bedraagt € 500, voor Meubilair € 500 en voor alle overige activa € 2.000. Als afschrijvingstermijnen worden de volgende catetorieën gehanteerd: Bouwkundig Bouwkundig algemeen 40 jaar Bouwkundig algemeen 20 jaar Bouwkundig algemeen 15 jaar Bouwkundig algemeen 10 jaar Bouwkundig algemeen 5 jaar Bouwkundig glas 20 jaar Bouwkundig dak 40 jaar bouwkundig dak 20 jaar Electronische voorzieningen 40 jaar Electronische voorzieningen 15 jaar Werktuigbouwkundige voorzieningen 20 jaar Infra 40 jaar Infra 10 jaar Vaste voorzieningen 20 jaar Gebouwen 40 jaar Terreinen 40 jaar Terreinen 10 jaar Inventaris Meubilair 20 jaar Meubilair 10 jaar Inrichting ruimtes 20 jaar Inventaris algemeen 15 jaar Kantoor (geen meubilair) 10 jaar Zonwering, gordijnen, jalozieën 15 jaar Gymtoestellen los 20 jaar Gymtoestellen vast 10 jaar Muziekinstrumenten 10 jaar Audiovisuele apparatuur 8 jaar Machines en installaties Machines 20 jaar Machines 15 jaar Machines 10 jaar Witgoed 10 jaar Inbraakinstallaties, airco 10 jaar Gereedschappen 15 jaar Gereedschappen 10 jaar Vervoersmiddelen 8 jaar
53
ICT Notebooks leerlinggebruik Notebooks leerlinggebruik Servers, workstation, beamers, notebooks Software Infrastructuur Mobiele telefoons Leermiddelen Boeken Boeken Boeken
4 jaar 3 jaar 5 jaar 3 jaar 5 jaar 3 jaar 5 jaar 3 jaar 2 jaar
Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt SOML de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen, en verwerkt dit direct in de staat van baten en lasten. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur is aangebracht. Voor een verdere toelichting van het vermogen wordt verwezen naar de jaarrekening. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen (m.u.v. jubileumvoorziening) worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De jubileumvoorziening is gebaseerd op de uitkeringen voor de komende 5 jaren. Voorheen werd dit gewaardeerd op een vast bedrag per medekwerker. De voorzieningen zijn gewaardeerd volgens de contante waarde rekening houdend met een disconteringsvoet van 4% en een indexering van 2% per jaar en uitgaande van het huidige salarisniveau. Schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgwaarderingen geschieden volgens de geamortiseerde kostprijs.
54
Leasing Bij SOML kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de instelling ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Leasebetalingen worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het contract. Resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zijn voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Opbrengsten Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft. Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsieerde kosten zijn gemaakt, opbrengsten zijn gederfd of worden verantwoord als het waarschijlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. Opbrengstverantwoording van dienstverlening Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen De instelling heeft alle pensioenregelingen verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balas opgenomen. Afschrijvingen Activa worden vanaf het moment van ingebruikname afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven m.u.v. terrrein Oranjelaan Niekée. Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Financiele instrumenten en risicobeheersing Rente- en kasstroomrisico De instelling loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa, effecten en liquide middelen). Deposito's zijn vastgelegd met verschillende looptijden. Met betrekking tot de vorderingen worden geen financiële derivaten met betrekking tot renterisico gecontracteerd en enkel belegd in financiële producten met een A-rating. Kredietrisico De instelling heeft geen significante concentraties van kredietrisico.
55
B2 Balans 2015 Stichting Onderwijs Midden-Limburg Activa (na resultaatsbestemming) 31-12-2015 Materiële vaste activa Gebouwen & Terreinen Inventaris & apparatuur Machines & installaties Leerboeken
16.608.099 6.401.735 1.683.846 1.699.482
Totaal vaste activa
Vorderingen Debiteuren Kortlopende vordering op OCW Overige vorderingen Overlopende activa
31-12-2014
16.740.281 5.615.438 1.679.494 1.835.113 26.393.162
25.870.325
26.393.162
25.870.325
134.420 1.040.545 809.826
181.124 412.439 819.696 1.984.791
Liquide middelen Banken Kasmiddelen
8.478.822 10.640
1.413.259
8.670.165 11.133 8.489.461
8.681.298
Totaal vlottende activa
10.474.252
10.094.557
Totaal activa
36.867.414
35.964.882
56
Passiva 31-12-2015 Eigen Vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve
22.058.190 3.809.156
Voorzieningen Voorzieningen Langlopende schulden Overige langlopende schulden Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overige personele schulden Overige schulden Overlopende passiva
Totaal passiva
31-12-2014 21.263.782 4.025.237
25.867.346
25.289.019
2.247.651
1.964.517
45.171
44.506
1.444.497
1.288.109
2.459.064 652.329 2.835.569 21.313 1.294.474
2.371.919 777.494 2.643.196 210.402 1.375.720 8.707.246
8.666.840
36.867.414
35.964.882
57
B3 Staat van baten en lasten 2015 Stichting Onderwijs Midden-Limburg 2015 Baten Rijksbijdragen OCW Ov. Overheidsbijdr Overige Baten Bijzondere baten Totaal baten
66.163.225 159.050 3.593.894 467.411
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Ov. Instellingslasten Bijzondere lasten Totaal lasten
58.248.289 3.747.698 2.803.716 5.219.763 23.651
2014 63.296.185 207.235 3.255.042 70.383.580
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
66.070.089 641.304 2.944.164 66.758.462
57.603.481 3.588.791 2.809.311 5.141.983 70.043.117
Saldo baten en lasten
Begroting 2015
56.717.090 3.552.255 2.998.296 5.044.314 69.143.566
340.463
237.864 -
69.655.557
68.311.954
2.385.104-
321.417 -
1.343.602
237.001 -
Totaal financiele baten en lasten
237.864
321.417
237.001
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
578.327
2.063.687-
1.580.603
Exploitatieresultaat
578.327
2.063.687-
1.580.603
58
B4 Kasstroom 2015 2015 Kasstroom uit operationele activiteiten Exploitatieresultaat Fusie eigen vermogen Via Aurea
578.327 -
Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Mutaties werkkapitaal - vorderingen - kortlopende schulden
2014 2.063.687544.666
3.747.698 283.134
571.53240.405
3.588.791 70.659
180.849 368.120531.126-
187.271-
4.078.033 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Materiële vaste activa (investeringen)
4.270.534-
1.953.158
3.665.9294.270.534-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangen waarborgsommen Mutatie overige langlopende schulden
2.195 1.530-
3.665.929-
60 1.340665
Mutaties liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen
1.280-
191.8378.681.298 191.837-
1.714.05110.395.349 1.714.051-
8.489.461
8.681.298
59
B5 Toelichting op de onderscheiden posten van de balans 2015 Algemeen Activiteiten De activiteiten van Stichting Onderwijs Midden-Limburg bestaan voornamelijk uit dienstverlening op het gebied van voortgezet onderwijs Materiële vaste activa Materiële vaste activa gefinancierd met eigen middelen SOML investeerde voor € 4,3 miljoen aan materiële vaste activa. Naast investeringen was er ook sprake van desinvesteringen van middelen die niet langer ingezet of gebruikt worden, maar wel nog een boekwaarden hebben. SOML investeerde in 2015 voor ruim € 200.000 in duurzame energie maatregelen, zoals LEDverlichting en een natuurdak bij de renovatie van een bijgebouw van één van de locaties. In ICT werd in 2015 het meest geinvesteerd (zie inventaris & apparatuur). De ICT-investeringen volgen in het jaar waarin SOML locaties allemaal zijn aangesloten op het ICT-netwerk van SOML. Scholen zien in toenemende mate dat ICT moet functioneren als een NUTS-voorziening en dat vergt de nodige investeringen, nu en in de toekomst. Naast de vraag naar de juiste voorzieningen is er een toenemende vraag naar het gebruik van devices voor in de klas. Vele locaties investeerde daarom in appartuur voor medewerkers en leerlingen.
Gebouwen & Terreinen
Inventaris & apparatuur
25.413.436
11.178.708
3.219.536
6.450.512
46.262.192
Afschrijvingen t/m 2014
8.673.155
5.563.271
1.540.042
4.615.399
20.391.867
Investeringen 2015
1.298.619
2.036.180
279.642
753.994
4.368.436
Afschrijvingen 2015
1.430.802
1.189.260
238.011
889.625
3.747.698
Verkrijgingswaarde t/m 2014
Machines & Leermiddelen Installaties
Totaal
Desinvesteringen 2015
-
174.348
50.345
-
224.693
Desinvest.afschrijvingen 2015
-
113.726
13.066
-
126.792
Verkrijgingswaarde t/m 2015
26.712.055
13.214.888
3.499.178
7.204.506
50.630.628
Afschrijvingen t/m 2015
10.103.957
6.752.530
1.778.053
5.505.025
24.139.565
Boekwaarde 31-12-2015
16.608.099
6.401.735
1.683.846
1.699.482
26.393.162
2013
2011
Investeringen excl leermiddelen
Investeringen leerboeken
5.000.000
1.200.000
4.000.000
1.000.000
3.000.000
800.000 600.000
2.000.000
400.000
1.000.000
200.000
0 2015
2014
2013
2012
2011
2015
2014
2012
60
OZB-waarde en verzekerde waarde OZB-waarde gebouwen en terreinen: 59.181.000 per peildatum 01-01-2015 De OZB-waarde is inclusief de gesubsieerde gebouwen. De verzekerde waarde is niet bekend, omdat de verzekeringsplicht bij de gemeenten berust. Vorderingen 31-12-2015 31-12-2014 Debiteuren 134.420 181.124 Vordering OCW bekostiging Ministerie OCW Te vorderen rente 16.227 13.400 Te vorderen personele opbrengsten 391.588 61.310 Te vorderen overige opbrengsten 40.785 22.152 Te vorderen energiekosten 3.086 Te vorderen bijdrage gemeenten 14.395 Te vorderen arrangementen/LGF-gelden 85.006 182.332 Te vorderen VSV-gelden 177.689 Te vorderen SWV 31.02/OPDC 51.001 Rekening Courant project KEC-werkt 278.249 115.765 Overige vorderingen 1.040.545 412.439 Vooruitbetaalde kosten activiteiten, vakgroepen en internationalisering 117.403 131.137 Vooruitbetaalde VAVO vergoeding 151.360 87.609 Vooruitbetaalde premie IPAP 109.664 102.227 Vooruitbetaalde huisvestingskosten 36.667 126.206 Vooruitbetaalde contributies 50.351 8.933 Vooruitbetaalde reprokosten 6.387 Vooruitbetaalde verzekeringskosten 13.178 Vooruitbetaalde scholingskosten 20.139 12.031 Vooruitbetaalde ICT kosten 283.453 294.980 Diversen 27.611 50.186 Overlopende activa 809.826 819.696 1.984.791 1.413.259 De te vorderen personele opbrengsten hebben grotendeels betrekking op nog te ontvangen bedragen van detacheringsopbrengsten, welke in januari 2016 gefactureerd zijn over het jaar 2015. De vooruitbetaalde ICT-kosten hebben betrekking op software-licenties.
Liquide middelen Bankrekeningen Deposito Kas
31-12-2015 1.478.822 7.000.000 10.640 8.489.461
31-12-2014 1.670.165 7.000.000 11.133 8.681.298
De liquide middelen zijn direct opvraagbaar, met uitzondering van de gelden in deposito. Zie paragraaf 9 van het Bestuursverslag voor de looptijden van de deposito's. In B4 Kasstroomoverzicht is de ontwikkeling van het saldo Liquide Middelen gespecificeerd.
61
Eigen Vermogen Saldo per Bestemming 31-12-2014 resultaat boekjaar Algemene reserves Exploitatiereserve algemeen Bestuursfonds Subtotaal
20.585.220 678.562 21.263.782
Bestemmingsreserves Onderwijsontwikkeling Mundium Egalisatiereserve Boekenuitleen Bapo/seniorenverlofreserve Onderwijsinnovatiereserve Overige bestemmingsreserves Subtotaal
159.400 148.085 2.479.952 579.790 567.771 90.239 4.025.237
955.142 160.734794.408
-
216.081-
-
159.400 118.048 2.431.008 442.690 567.771 90.239 3.809.156
-
25.867.346
-
21.540.362 517.828 118.048 442.690 567.771 90.239 23.276.938
-
159.400 2.431.008 2.590.408
-
25.867.346
30.03748.944137.100-
25.289.019
578.327
Publiek eigen vermogen Exploitatiereserve algemeen Bestuursfonds Egalisatiereserve Bapo/seniorenverlofreserve Onderwijsinnovatiereserve Overige bestemmingsreserves Subtotaal
20.585.220 678.562 148.085 579.790 567.771 90.239 22.649.667
955.142 160.73430.037137.100-
159.400 2.479.952 2.639.352
Totaal eigen vermogen
Saldo per 31-12-2015
21.540.362 517.828 22.058.190
Totaal eigen vermogen
Privaat eigen vermogen Onderwijsontwikkeling Mundium Boekenuitleen Subtotaal
Mutaties 2015
627.271
48.94448.944-
25.289.019
578.327
2012
2014
Ontwikkeling eigen vermogen
30.000.000 29.000.000 28.000.000 27.000.000 26.000.000 25.000.000 24.000.000 23.000.000
2010
2011
2015
Algemene reserve - exploitatiereserve algemeen Het resterende saldo uit personele en materiele exploitatie verloopt via deze reserve. Per saldo wordt € 955.142 aan de exploitatiereserve algemeen toegevoegd.
62
Bestuursfonds Conform afspraken met de GMR over het bestemmen van eenmalige financiele baten zijn ten laste van het bestuursfonds zijn gebracht de salariskosten van de HR-adviseur (€77.000). Daarnaast zijn de kosten van leiderschapsontwikkeling van teamleiders en de kosten m.b.t. persoonlijk leren ten laste van het fonds gebracht. De gezamenlijke kosten bedragen € 94.000 Ten gunste van het bestuursfonds is gebracht het resultaat uit liquiditeitsbeheer ter grootte van € 10.364 Bestemmingsreserve boekenuitleen Bestemmingsreserve boekenuitleen Vastgelegd in boeken
Saldo per 31-12-2015 2.431.008 1.699.482 731.526
Algemene reserve Vastgelegd in materiële vaste activa
22.058.190 24.693.680 2.635.490-
De kosten voor het gebruik van de digitale materialen van VO-content worden gedekt uit de reserve boekenuitleen. Bestemmingsreserve Bapo/ seniorenverlof Kosten betrekking hebbende op de de gespaarde Bapo en seniorenverlof zijn ten laste van deze bestemmingsreserve gebracht. In 2015 is er ongeveer € 137.000 gespaarde Bapo opgenomen. Naar verwachting is deze bestemmingsreserve binnen 4 jaar uitgeput. Voorzieningen Voorziening jubileumgratificatie
Stafdienst/CvB BC Broekhin Connectcollege Sg. St. Ursula Mundium College Totaal
Saldo per 31-12-2014 11.843 113.999 88.536 120.266 142.427 477.072
Dotatie 2015 480 22.937 15.660 71.545 261 110.883
Onttrekking 2015 43.750 19.330 26.115 34.155 123.350
Overige Mutaties -
Saldo per 31-12-2015 12.323 93.186 84.866 165.696 108.533 464.604
Van de voorziening jubileumgratificatie heeft € 127.103 een kortlopend karakter (< 1 jaar). Voorziening levensfasegericht personeelsbeleid Saldo per 31-12-2014 Mundium College 161.393 BC Broekhin 137.025 Connectcollege 157.677 Sg. St. Ursula 112.571 Totaal 568.665
Dotatie 2015 -
Onttrekking 2015 22.099 69.733 3.323 1.618 96.773
Overige Mutaties -
Saldo per 31-12-2015 139.293 67.292 154.354 110.953 471.892
Aan de voorziening levensfasegericht personeelsbeleid worden geen dotaties meer gedaan. Met de PGMR is overeengekomen dat het saldo uiterlijk 1 augustus 2016 moet worden opgenomen. Het beleid van SOML is met de komst van het cao recht "persoonsgebonden budget" ingehaald. Van de voorziening heeft € 471.891,- een kortlopend karakter (tot uiterlijk 1 augustus 2016).
63
Voorziening persoonsgebonden budget
Stafdienst/CvB BC Broekhin Connectcollege Sg. St. Ursula Mundium College Totaal
Saldo per 31-12-2014 6.333 46.966 40.420 46.828 71.923 212.471
Dotatie 2015 12.239 99.156 84.944 125.457 147.757 469.553
Onttrekking 2015 922 995 22.807 5.050 29.774
Overige Mutaties -
Saldo per 31-12-2015 17.650 145.127 125.364 149.478 214.630 652.250
In de cao 2015-2015 hebben medewerkers het recht gekregen om 50 uur (of naar rato van de werktijdfactor) in te zetten voor diverse doeleinden. Een van de doeleinden is het maximaal 4 jaar sparen van verlof. Een groot deel van de medewerkers heeft hiervoor gekozen. Dit leidt tot het treffen van deze voorziening. Van de voorziening heeft € ,- een langlopend karakter. Voorziening spaarverlof
Stafdienst/CvB Mundium College BC Broekhin Connectcollege Sg. St. Ursula Totaal
Saldo per 31-12-2014 65.124 98.797 65.822 119.131 303.813 652.687
Dotatie 2015 1.277 3.442 583 4.324 22.003 31.629
Onttrekking 2015 9.026 10.451 9.569 51.038 80.084
Overige Mutaties -
Saldo per 31-12-2015 66.401 93.213 55.954 113.886 274.778 604.232
Onttrekking 2015 -
Overige Mutaties -
Saldo per 31-12-2015 23.600 31.074 54.674
Van de voorziening spaarverlof heeft € ,- een langlopend karakter. Voorziening opfrisverlof
BC Broekhin Sg. St. Ursula Totaal
Saldo per 31-12-2014 23.146 30.477 53.623
Dotatie 2015 454 597 1.051
Van de voorziening opfrisverlof heeft € ,- een langlopend karakter
64
Langlopende schulden
Kluisjes Mundium College Kluisjes BC Broekhin Totaal waarborgsommen
Saldo per 31-12-2014 3.352 41.154 44.506
Aflossing 2015 1.530 1.530
Toevoeging 2015 2.195 2.195
Saldo per 31-12-2015 4.017 41.154 45.171
De langlopende schulden hebben allemaal betrekking op ontvangen waarborgsommen ontvangen van leerlingen voor het gebruik van de kluisjes. De langlopende schulden hebben een resterende looptijd > 1 jaar en < 5 jaar. Kortlopende schulden Crediteuren Ministerie OCW Loonheffing/sociale lasten Af te dragen BTW Belastingen & premie sociale verzekering Schulden terzake pensioenen Te betalen vakantietoelage Gereserveerde verloftegoeden Te betalen netto loonkosten Vooruitontvangen bedragen Te betalen transitievergoeding Overige personele schulden Te betalen SWV 31.02/OPDC Accountantskosten Overige schulden Vooruitontvangen schoolbijdragen Vooruitontvangen bedragen Vooruitontvangen bijdragen Te betalen huurkosten Te betalen reprokosten Te betalen energielasten Overige subs. OCW geoormerkt Overige subs. OCW niet geoorm. Overige Overlopende passiva
31-12-2015 1.444.497 2.451.113 7.951 2.459.064 652.329 1.987.548 606.696 7.541 83.129 150.655 2.835.569 21.313 21.313 595.246 265.703 30.698 66.583 20.529 44.034 124.691 68.683 78.307 1.294.474 8.707.246
31-12-2014 1.288.109 2.363.968 7.951 2.371.919 777.494 1.907.361 609.701 16.071 110.062 2.643.196 188.080 22.322 210.402 510.913 261.194 28.310 48.644 125.000 271.543 130.117 1.375.720 8.666.840
De overige subsidie OCW geoormerkt heeft betrekking op de bekostiging VSV en wordt in bijlage G verder gespecificeerd. De niet geoormerkte subsidie OCW heeft betrekking op de bekostiging van een zij-instromer en de tenonrechte ontvangen subsidie van de Zomerschool. De vordering op het Orthopedagogisch Didactisch Centrum (OPDC) is gesaldeerd met de schuld aan het Samenwerkingsverband 31.02. Alle kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan één jaar.
65
B6 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Niet in de balans opgenomen activa SOML heeft een vordering op Stg. Fontys te Tilburg ter grootte van minimaal € 453.574,-. Deze vordering is ontstaan omdat SOML in het verleden een hypotheekverlening heeft gedaan voor het toenmalige PABO-gebouw in Roermond. Zodra het gebouw wordt onttrokken aan het onderwijs moet aan SOML worden overgedragen 22,5% van de verkoopwaarde en opstallen. Ter meerdere zekerheid door de betaling is een hypotheek op het betreffende onroerend goed gevestigd ten bedrage van € 453.574,Er is pas sprake van een "harde vordering" op het moment dat er feitelijk sprake is van onttrekking aan het onderwijs c.q. verkoop van het gebouw buiten het onderwijs. Niet in de balans opgenomen verplichtingen Afvalinzameling van Gansewinkel Looptijd: 24 maanden Ingangsdatum: 1-2-2015 Jaarlijkse verplichting: € 46.755 ARBO/bedrijfsarts Human Care Capital Looptijd: Ingangsdatum: Jaarlijkse verplichting:
24 maanden 1-8-2015 € 166.685
Copiers Océ - Canon Looptijd: Ingangsdatum: Jaarlijkse verplichting:
64 maanden (Stafdienst) 14-5-2012 € 2.587
Looptijd: Ingangsdatum: Jaarlijkse verplichting:
62 maanden (Lyceum Schöndeln + NT2) 1-7-2012 € 8.576
Looptijd: Ingangsdatum: Jaarlijkse verplichting:
60 maanden (Niekée) 1-9-2012 € 47.077
Looptijd: Ingangsdatum: Jaarlijkse verplichting:
59 maanden (SG Ursula) 1-10-2012 € 78.968
Looptijd: Ingangsdatum: Jaarlijkse verplichting:
56 maanden (Broekhin Swalmen/Reuver) 1-1-2013 € 8.750
Looptijd: Ingangsdatum: Jaarlijkse verplichting:
39 maanden (Mavo Roermond) 1-6-2014 € 8.057
Looptijd: Ingangsdatum: Jaarlijkse verplichting:
30 maanden (Broekhin Roermond) 1-3-2015 € 15.194
66
Looptijd: Ingangsdatum: Jaarlijkse verplichting:
25 maanden (Connect College) 1-8-2015 € 29.092
Huurverplichtingen Gilde Opleidingen, Kasteel Hillenraedstraat 1 te Roermond (200 m2 tbv NT2) Looptijd: 5 jaar Ingangsdatum: 1-8-2014 Jaarlijkse verplichting: € 159.799 BC Broekhin huurt jaarlijks de sporthal van Swalmen en Reuver. Looptijd: schooljaar Jaarlijkse verplichting: variabel, afhankelijk van het aantal gebruiksuren. ICT It Workz B.V. Looptijd: Ingangsdatum: Jaarlijkse verplichting: Jaarlijkse verplichting:
60 maanden 1-1-2014 € 295.374 (gebruikers) € 91.328 (glasvezel)
Lease Volvo Car Lease (onderdeel van Axus Nederland B.V.) Looptijd: 60 maanden Ingangsdatum: 21-11-2015 Jaarlijkse verplichting: € 17.198 MKB Lease Looptijd: Ingangsdatum: Jaarlijkse verplichting: Schoonmaak Temco Euroclean Services B.V. Looptijd: Ingangsdatum: Jaarlijkse verplichting:
48 maanden 27-11-2015 € 15.162
1 jaar 1-3-2015 € 891.064
67
B8 Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten 2015 Rijksbijdragen OCW 2015 59.811.934 6.351.291 66.163.225
Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW
2014 57.079.474 6.216.711 63.296.185
SOML kreeg meer baten vanwege het hogere leerlingaantal ten opzichte van het bekostigingsjaar 2014 ( € + 1.410.000). Ook was er een ophoging van de lumpsum vergoeding als gevolg van de nieuwe loonafspraken ( € + 727.000). Daarnaast was de GPL in 2015 ruim 1% hoger dan in 2014 (€ + 595.000) De stijging van de overige subsidies wordt veroorzaakt door stijging van de gelden voor de Prestatiebox. In bijlage G worden de aanvullende doelsubsidies OCW verder gespecificeerd. Overige overheidsbijdragen 2015 159.050
Gemeentelijke bijdragen
2014 207.235
Door een eenmalige subsidie van ca € 100.000 van de gemeente Leudal waren de gemeentelijke bijdragen in 2014 hoger. De bijdrage uit 2014 had verband met de toenmalige huisvesting van NT2 in de gemeente Leudal. Overige baten 2015 828.406 135.713 674.375 1.594.718 155.485 205.197 3.593.894
Schoolbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Overige opbrengsten personeel Overige opbrengsten materieel Overige
2014 859.342 138.083 832.222 946.942 226.081 252.372 3.255.042
De stijging van de overige personele opbrengsten is voor een groot deel toe te schrijven aan de stijging van: de LGF-gelden (+ € 265.000); arrangementen SWV 32.01 (+ € 85.000); bijdrage synthese-klassen (+ € 115.000); bijdrage Arbeidsknelpuntenproblematiek (+ € 74.000). De daling van de detacheringen isvoornamelijk een gevolg van het feit dat er minder personeel gedetacheerd richting het OPDC. ( -/- € 133.000) De schoolbijdragen betreft de (vrijwillige) ouderbijdragen, maar ook vergoedingen voor excursies, activiteiten en de aanschaf van extra lesmaterialen. Bijzondere baten 2015 Bijzondere baten Asbestsanering Connect College
2014
467.411
467.411
-
SOML heeft alle kosten met betrekking tot de asbestsanering en de herinrichting van ConnectCollege voorgeschoten. Middels de betaling van € 467.411 heeft de gemeente Echt-Susteren haar slottermijn in de kosten voldaan, op basis van de oveengekomen eindafrekening.
68
Personele lasten 2015 42.350.746 5.132.809 7.994.035
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lonen en Salarissen
2014 40.931.955 4.988.752 9.199.377 55.477.590
Nascholen VAVO vergoeding Uitzendkrachten/detachering Extern deskundigen Eigen risico WW/WAO Overige personeelslasten Dotatie voorziening Overige personeelslasten Uitkeringen
55.120.084
572.035 239.694 340.684 525.315 208.389 794.459 380.113
558.028 219.838 639.842 426.327 233.485 449.343 123.203 3.060.689 289.99058.248.289
2.650.065 166.66857.603.481
Lonen en salarissen naar kostendrager 2015 5.607.297 40.877.468 8.992.825 55.477.590
Directie OP OOP
2014 5.906.581 40.373.571 8.839.932 55.120.084
Ontwikkeling FTE's
Ontwikkeling lonen en salarissen 58000000
860
56000000 840
54000000 52000000
820
50000000 48000000
2010
2011
2012
2013
2014
2015
800
2010
2011
2012
2013
2014
2015
De personele lasten zijn ruim € 644.000 hoger dan in 2014. Hiervoor zijn een aantal redenen aan te wijzen: 1. De (cao)salarisverhoging met ingang van 1 januari 2015 en 1 september 2015 heeft geleid tot € 1.183.000 hogere salariskosten. Daar staat tegenover dat de pensioenpremies zijn gedaald. Daarnaast is de personle inzet ook gedaald met ca 10 FTE. 2. Verder zijn de overige personele lasten hoger als gevolg van een correctie van de voorziening VU (+ € 192,000 tov 2014) en de te betalen transitievergoeding (+ € 150.000). Daarnaast zien we de ontvangen ZW-uitkeringen stijgen met (€ 124.000). Gedurende het jaar 2015 waren gemiddeld 824 werknemers in dienst op basis van een volledig dienstverband (2014: 829). Hiervan zijn er 0 werkzaam in het buitenland (2014: 0).
69
Het hierin inbegrepen gemiddeld aantal werknemers bedraagt 0 in 2015 (2014: 0). Dhr. C.B. Hoefnagel Dhr. M.J.H.M. Kikken Naam Voorzitter CvB Voorzitter/Lid CvB Functie 2015 2014 2015 2014 Duur dienstverband 1-1 / 31-08 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12 Belastbaar loon 89.125 117.268 118.184 116.582 Pensioenen 11.922 28.461 21.111 27.762 Voorziening t.b.v. beloning betaalbaar op termijn Uitkering i.v.m. beëindiging van het dienstverband Totaal 101.047 145.729 139.295 144.344 Naam Functie Duur dienstverband Belastbaar loon Pensioenen Voorziening t.b.v. beloning betaalbaar op termijn Uitkering i.v.m. beëindiging van het dienstverband Totaal Zie ook onderdeel B9 WNT Bezoldiging Raad van Toezicht Naam Dhr. J.W.F.M. Knapen Mevr. M.E. Wouterlood-v. Pijlen Dhr. N.C.J. Hoenen Dhr. J.M. Dijkman Dhr. F.L.J. van Vloten
Dhr. P.M. Slegers Lid CvB 2015 2014 1-11 / 31-12 1-1 / 31-12 18.823 3.494 -
-
22.317
-
Functie Voorzitter Secretaris Lid Lid Lid
Periode 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12
Bezoldiging 9.400 3.954 5.886 14.547 4.414
Afschrijvingen Gebouwen Machines en installaties Inventaris en apparatuur Boeken boekenfonds
2015 1.430.802 238.011 1.189.260 889.625 3.747.698
2014 1.362.072 227.345 1.101.175 898.199 3.588.791
In 2015 heeft een inhaalafschrijving plaats gevonden op het terrein van Niekée ten bedrage van ca € 250.000. Huisvestingslasten Huur Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
2015 289.548 558.866 851.790 1.000.943 49.011 53.558 2.803.716
2014 295.733 526.550 908.063 999.247 34.961 44.757 2.809.311
De kosten van gas en electra zijn in 2015 t.o.v. 2014 wederom afgenomen, grotendeels toe te schrijven aan de zachte winter.
70
Overige instellingslasten 2015 971.258 1.075.003 1.021.648 813.589 537.181 801.084 5.219.763
Administratie, beheer en bestuur Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Activiteiten Overige Kosten boekenuitleen
2014 998.633 712.024 1.046.651 864.900 615.996 903.779 5.141.983
De kosten m.b.t. de boekenuitleen laten, overeenkomstig met voorgaande jaren, een daling zien. De stijging van de kosten van inventaris en apparatuur is volledig toe te schrijven aan de stijging van de kosten voor automatisering, software en licenties. Accountantskosten De accountantskosten bedroegen: 2015 41.536 41.536
Controle werkzaamheden Andere niet-controlediensten
2014 52.100 52.100
Het betreft hier de kosten gefactureerd in 2015 (resp. 2014). De toename van de controle werkzaamheden worden veroorzaakt door de verzwaring van het controleprotocol en extra controles ten aanzien van de bekostigingscontrole. Bijzondere lasten 2015 Bijzondere lasten Boekverlies materiële vaste activa
2014
23.651
23.651
-
Dit betreft de doorverkoop van enkele activa met een boekverlies alsmede de afboeking van een softwarepakket (Medius). Financieel resultaat 2015 Financiële baten Rente baten Overige financiële baten
2014
237.864
321.417 237.864
Ontwikkeling liquide middelen
Ontwikkeling renteopbrengst
.
600.000 550.000 500.000 450.000 400.000 350.000 300.000 250.000 200.000
17.000.000 16.000.000 15.000.000 14.000.000 13.000.000 12.000.000 11.000.000 10.000.000 9.000.000 8.000.000 2010
2011
321.417
2012
2014
2015
2010
2011
2012
2014
2015
71
B9 Wet Normering Topinkomens Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublike sector (WNT) ingegaan. De verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op SOML van toepassing zijnde regelgeving: het WNT-maximum voor het onderwijs, plafond € 178.000. Het bezoldigingsmaximum in 2015 voor SOML is € 178.000. Het weergegeven toepasselijke WNTmaximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van de Raad van Toezicht; dit bedraagt voor de voorzitter 7,5% en vor de overige leden 5% van het bezoldigingsmaximum.
Gevevens 2015 Duur dienstverband in 2015 Omvang dienstverband (in fte) Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum bezoldiging Uitkeringen in 2015 wegens beëindiging dienstverband Totaal toegekende uitkeringen wegens beëindiging dienstverband Toepasselijk WNT-maximunm ontslaguitkering Voorgaande functie
€ € € € €
€ €
dhr. M.J.H.M. Kikken Lid College van Bestuur
01/01 - 31/08 1,00
01/01 - 31/08 1,00
101.047 101.047 178.000
-
€
-
01/01 - 31/12 1,00
01/01 - 31/12 1,00
145.729 145.729
€
89.555 89.555 178.000
Lid College van Bestuur SOML
€ € € €
178.000
€ € € € €
178.000 Voorzitter Centrale Directie LVO Heuvelland
Gegevens 2014 Duur dienstverband in 2014 Omvang dienstverband (in fte) Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging
Dhr. C.B. Hoefnagel Voorzitter College van Bestuur
€ € € €
144.344 144.344
72
Gevevens 2015 Duur dienstverband in 2015 Omvang dienstverband (in fte) Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum bezoldiging Uitkeringen in 2015 wegens beëindiging dienstverband Totaal toegekende uitkeringen wegens beëindiging dienstverband Toepasselijk WNT-maximunm ontslaguitkering Voorgaande functie
€ € € € €
€
dhr. M.J.H.M. Kikken Voorzitter College van Bestuur
01/11 - 31/12 1,00
01/09 - 31/12 1,00
22.317 22.317 178.000
-
€
€ € € € €
€
-
Lid College van Bestuur SOML
01/01 - 31/12 1,00
01/01 - 31/12 1,00
€ € € €
-
€
49.740 49.740 178.000
178.000 Voorzitter Centrale Directie het Hooghuis Stichting Carmelcollege
Gegevens 2014 Duur dienstverband in 2014 Omvang dienstverband (in fte) Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging
Dhr P.M. Slegers Lid College van Bestuur
€ € € €
178.000
144.344 144.344
73
B9 Wet Normering Topinkomens Dhr. J.W.F.M. Knapen
Gevevens 2015 Duur dienstverband in 2015 Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum bezoldiging
Dhr. F.L.J. van Vloten
Dhr. N.C.J. Hoenen
Dhr. J.M. Dijkman
Voorzitter RvT
Mevr. M.E. Wouterloodvan Pijlen Secretaris RvT
Plv. voorzitter RvT
lid RvT
lid RvT
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
€ € € €
9.400 9.400
€ € € €
3.954 3.954
€ € € €
4.414 4.414
€ € € €
5.886 5.886
€ € € €
14.547 14.547
€
26.700
€
17.800
€
17.800
€
17.800
€
17.800
Door dhr. Dijkman is in 2014 de bezoldiging van de deelname aan de Raad van Toezicht niet gefactureerd.
Gegevens 2014 Duur dienstverband in 2014 Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging
01/01 - 31/12
€ € € €
10.344 10.344
01/01 - 31/12
€ € € €
5.941 5.941
01/01 - 31/12
€ € € €
3.815 3.815
01/01 - 31/12
€ € € €
5.935 5.935
01/01 - 31/12
€ € € €
-
74
B10 Kengetallen 2015
2014
Performance Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Liquiditeit (current ratio) Liquiditeit (quick ratio) Rentabiliteit Weerstandsvermogen
0,70 0,76 0,23 1,20 0,82% 36,63%
0,70 0,76 0,16 1,16 -4,71% 37,70%
Kapitalisatiefactor Transactiefunctie Financieringsfunctie Bufferfunctie
28,7% 12,3% 16,9% -0,6%
28,7% 12,9% 15,5% 0,2%
Overige financiële kengetallen Overheidsbaten / Totale baten
94,23%
95,12%
Personeelslasten / Totale lasten Afschrijvingen/ Totale lasten Huisvestingslasten / Totale lasten Overige lasten / Totale lasten
83,16% 5,35% 4,00% 7,45%
82,01% 5,11% 4,00% 8,88%
Totale lasten per leerling Personele lasten per leerling Afschrijvingen per leerling Huisvestingslasten per leerling Overige lasten per leerling
8.128 6.759 435 325 606
8.332 6.833 426 333 740
Totale opbrengst per leerling Rijksbijdrage per leerling Ov. Overheidsbijdrage per leerling Overige bijdrage per leerling
8.167 7.677 18 417
7.919 7.508 25 386
Totale lasten per FTE Personele lasten per FTE Afschrijflasten per FTE Huisvestingslasten per FTE Overige lasten per FTE
84.468 70.244 4.520 3.381 6.295
84.701 69.467 4.328 3.388 7.518
Leerling/ FTE Leerling per directie Leerling per OP Leerling per OOP (incl. stafdienst)
141,92 15,03 46,52
133,04 14,60 44,76
Personele lasten: Gedurende het jaar 2015 waren 819,4 werknemers in dienst op basis van een volledig dienstverband (2013: 829,2). Hiervan waren geen werknemers werkzaam buiten Nederland (2014: 0)
75
Kengetallen in beeld Leerlingen per 01 oktober 3000 2500 2000
Connectcollege Sg. St. Ursula
1500
BC Broekhin Mundium
1000 500 0
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Gemiddeld aantal FTE per jaar 1000,00 900,00 800,00 700,00
185,89
188,16
188,83
192,17
188,09
600,00
OOP
500,00 400,00 300,00
OP DIR
580,18
582,43
588,89
601,92
589,95
61,53
63,58
64,24
64,43
62,93
2013
2012
2011
2010
2009
200,00 100,00 0,00
Lasten per rubriek
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
76
Uitleg kengetallen Solvabiliteit Solvabiliteit is het vermogen van een bedrijf om aan zijn verplichtingen tegenover zijn vermogensverschaffers te voldoen. De solvabiliteit wordt uitgedrukt in een solvabiliteitskengetal Solvabiliteit 1 eigen vermogen gedeeld door totaal vermogen. Solvabiliteit 2 eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door totaal vermogen. Current Ratio De Current Ratio is een kengetal voor het meten van de liquiditeit van de onderneming. De Current Ratio geeft aan tot op welke hoogte de kortlopende schulden terugbetaald kunnen worden met op korte termijn beschikbare bezittingen van de onderneming. Current ratio vlottende activa excl.liquide middelen gedeeld door kortlopende schulden Quick Ratio De Quick Ratio is een kengetal voor het meten van de liquiditeit van de onderneming. De Quick Ratio geeft aan tot op welke hoogte de kortlopende schulden terugbetaald kunnen worden met op korte termijn beschikbare bezittingen van de onderneming, waarbij de voorraden buiten beschouwing worden gelaten. Quick ratio vlottende activa incl. liquide middelen gedeeld door kortlopende schulden Rentabiliteit De rentabiliteit is de winstgevendheid van een onderneming in verhouding tot de omzet, het eigen vermogen, of het totale vermogen. Rentabiliteit resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door totale baten uit gewone bedrijfsvoering Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen presenteert de toegestane omvang van financiële reserves gebaseerd op het eigen vermogen. De ondergrens is 10% , de bovengrens 40% tenzij verklaarbaar over/- onderschreden. Weerstandsvermogen eigen vermogen gedeeld door totale baten uit gewone bedrijfsvoering Leerlingen/ FTE De verhouding leerling/ FTE gaat uit van de gemiddelde bezetting van het laatste kwartaal van het kalenderjaar. Dit cijfer geeft aan hoeveel leerlingen er zijn per categorie respectievelijk Directie, Onderwijspersoneel en Onderwijs ondersteunend personeel. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor geeft een indicatie van in hoeverre het bestuur de middelen inzet voor het onderwijsproces. Kapitalisatiefactor Totaal kapitaal -/- gebouwen en terreinen gedeeld door de totale baten uit gewone bedrijfsvoering Transactiefunctie De transactiefunctie vervult de liquiditeit die vereist is voor een soepele bedrijfsvoering, en die de instelling in staat stelt om aan alle lopende ver-plichtingen te voldoen. Transactiefunctie Kortlopende schulden/ totale baten uit gewone bedrijfsvoering Financieringsfunctie De financieringsfunctie geeft aan hoeveel vermogen het bestuur nodig heeft voor de financiering van haar investeringen Financieringsfunctie Aanschafwaarde overige materiële vaste activa/ totale baten uit gewone bedrijfsvoering Bufferfunctie De mate waarin het bestuur vermogen heeft om risico's op te vangen. Bufferfunctie Kapitalisatiefactor -/- Transactiefunctie -/- Financieringsfunctie
77
E Verbonden partijen Naam
Juridische vorm 2015
Statutaire zetel
Code activiteiten
Eigen Resultaat vermogen 31- 2015 12-2015 € €
Art 2:403 BW Deelname
Consolidatie
Ja/ Nee
ja/ Nee
%
Niet van toepassing
78
G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Toewijzing Omschrijving
Brin
Kenmerk
Datum
Lerarenbeurs 2015 Lerarenbeurs 2015 Lerarenbeurs 2015 Lerarenbeurs 2015 Lerarenbeurs 2015 Lerarenbeurs 2015 Lerarenbeurs 2015 Lerarenbeurs 2015 Lerarenbeurs 2015
03XF 03XF 14PS 14PS 14PS 16PE 17GT 17GT 17GT
707061-1 709577-1 708097-1 709736-1 723258-1 708317-1 708907-1 709845-1 722865-1
21-9-2015 20-10-2015 21-9-2015 20-10-2015 18-12-2015 21-9-2015 21-9-2015 20-10-2015 18-12-2015
Bedrag Toewijzing 109.671 1.574 42.932 10.733 6.456 51.245 94.379 8.675 1.896 327.561
t/m 31-12-2014 Ontvangen Besteed tlv exploitatie -
Saldo per 1-1-2013 -
t/m 31-12-2015 Ontvangen Besteed t/m verslagjaar tlv exploitatie 109.671 109.671 1.574 1.574 42.932 42.932 10.733 10.733 6.456 6.456 51.245 51.245 94.379 94.379 8.675 8.675 1.896 1.896 327.561 327.561
Nog te Geheel uitgevoerd besteden en afgerond X X X X X X X X X -
Nog niet geheel afgerond
79
G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule G2A aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving
Brin
Kenmerk
Subsidie VSV VO vast 2015 Subsidie VSV VO vast 2015 Subsidie VSV VO vast 2015 Subsidie VSV VO vast 2015
03XF 14PS 16PE 17GT
649912-1 649906-1 649486-1 649518-1
G2B doorlopend tot in volgend verslagjaar Omschrijving
Brin
Kenmerk
Subsidie VSV VO vast 2015 Subsidie VSV VO vast 2015 Subsidie VSV VO vast 2015 Subsidie VSV VO vast 2015
03XF 14PS 16PE 17GT
711516-1 711624-1 711688-1 711625-1
Recap geoormerkte subsidies 31-12-2015 Subsidies zonder verrekeningsclausule Subsidies met verrekeningsclausule
€ €
20-10-2014 20-10-2014 20-10-2014 20-10-2014
20-10-2015 20-10-2015 20-10-2015 20-10-2015
t/m 31-12-2014 Bedrag Ontvangen in Besteed Toewijzing verslagjaar tlv exploitatie 35.000 35.000 35.000 35.000 20.000 20.000 35.000 35.000 125.000 125.000 -
Saldo per 1-1-2013 35.000 35.000 20.000 35.000 125.000
t/m 31-12-2014 Bedrag Ontvangen in Besteed Toewijzing verslagjaar tlv exploitatie 34.913 34.913 19.951 34.913 124.691 -
Saldo per 1-1-2013 -
t/m 31-12-2015 Besteed Nog te tlv exploitatie besteden 35.000 35.000 20.000 35.000 125.000 -
Ontvangen in verslagjaar
Geheel uitgevoerd en afgerond X X X X
t/m 31-12-2015 Besteed Nog te Geheel uitgevoerd Ontvangen in tlv exploitatie besteden en afgerond verslagjaar 34.913 34.913 34.913 34.913 19.951 19.951 34.913 34.913 124.691 124.691
Nog niet geheel afgerond
Nog niet geheel afgerond X X X X
124.691
80
Verantwoording van niet-geoormerkte subsidies Omschrijving
Brin
Kenmerk
Maatschappelijke stage 14/15 Maatschappelijke stage 14/15 Maatschappelijke stage 14/15 Maatschappelijke stage 14/15
03XF 14PS 16PE 17GT
652339-1 652674-1 652361-1 652408-1
20-11-2014 20-11-2014 20-11-2014 20-11-2014
Na- en bijscholing leerkrachten VMBO 15/16 Na- en bijscholing leerkrachten VMBO 15/16 Na- en bijscholing leerkrachten VMBO 15/16 Na- en bijscholing leerkrachten VMBO 15/16
03XF 14PS 16PE 17GT
721450-1 721487-1 721523-1 721589-1
18-12-2015 18-12-2015 18-12-2015 18-12-2015
Zomerschool VO 2015 Zij-instromer
Recap niet-geoormerkte subsidies 31-12-2015 Subsidies zonder verrekeningsclausule
14PS 16PE
702178-1 BEK-2010/97150 M
€
20-5-2015 15-12-2010
t/m 31-12-2014 Bedrag Ontvangen in Besteed Toewijzing verslagjaar tlv exploitatie 127.260 127.260 53.025 103.410 103.410 43.088 86.460 86.460 36.025 115.800 115.800 48.250 432.930 432.930 180.388 10.000 5.000 5.000 5.000 25.000
-
-
35.100 19.000 54.100
19.000 19.000
-
512.030
451.930
180.388
Saldo per 1-1-2013 74.235 60.323 50.435 67.550 252.543
t/m 31-12-2015 Besteed Nog te tlv exploitatie besteden 74.235 60.323 50.435 67.550 252.543 -
Ontvangen in verslagjaar
-
10.000 5.000 5.000 5.000 25.000
4.167 2.083 2.083 2.083 10.417
5.833 2.917 2.917 2.917 14.583
19.000 19.000
35.100 35.100
-
35.100 19.000 54.100
271.543
60.100
262.959
Geheel uitgevoerd en afgerond X X X X
Nog niet geheel afgerond
X X
68.683
68.683
81
Overige gegevens
C
82
C1 Controleverklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het college van bestuur en de raad van toezicht van Stichting Onderwijs Midden-Limburg
Verklaring over de jaarrekening 2015 Ons oordeel Naar ons oordeel:
geeft de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Onderwijs Midden-Limburg op 31 december 2015 en van het resultaat over 2015 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs; voldoen de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2015, in alle van materieel belang zijnde aspecten, aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1 Referentiekader van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015.
Wat we hebben gecontroleerd Wij hebben de jaarrekening 2015 van Stichting Onderwijs Midden-Limburg te Roermond (‘de stichting’) gecontroleerd. De jaarrekening bestaat uit:
de balans per 31 december 2015; de staat van baten en lasten over 2015; en de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.
Het stelsel voor financiële verslaggeving dat is gebruikt voor het opmaken van de jaarrekening is de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.
De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van Stichting Onderwijs Midden-Limburg zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
83
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Verantwoordelijkheden van het college van bestuur en de raad van toezicht voor de jaarrekening Het college van bestuur is verantwoordelijk voor:
het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, alsmede het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs; de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, en voor een zodanige interne beheersing die het college van bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet het college van bestuur afwegen of de stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsel moet het college van bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het college van bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het college van bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar bedrijfsactiviteiten kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de stichting.
Onze verantwoordelijkheid voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel, als bedoeld in artikel 2 van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Ons controleoordeel beoogt een redelijke mate van zekerheid te geven dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een redelijke mate van zekerheid is een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle afwijkingen ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring.
Verklaring betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde vereisten Verklaring betreffende het directieverslag en de overige gegevens Wij vermelden op basis van de wettelijke verplichtingen onder Titel 9 Boek 2 BW en de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (betreffende onze verantwoordelijkheid om te rapporteren over het directieverslag en de overige gegevens):
dat wij geen tekortkomingen hebben geconstateerd naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3. Jaarverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015 is opgesteld, en of de door de Regeling jaarverslaggeving onderwijs vereiste overige gegevens zijn toegevoegd. dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Eindhoven, 17 juni 2016 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
drs. T.A.G. van Boxtel RA
84
C3 Bestemming van het exploitatieresultaat Algemeen Het exploitatieresultaat van Stichting Onderwijs Midden-Limburg bedraagt
€
578.327
De bestemming van dit saldo is als volgt: Algemene reserves Exploitatiereserve algemeen Bestuursfonds Subtotaal
955.142 160.734794.408
Bestemmingsreserves Egalisatiereserve Boekenuitleen Bapo/seniorenverlofreserve Subtotaal
30.03748.944137.100216.081-
Exploitatieresultaat
578.327
85
Bijlagen
D
86
D1 Gegevens van de stichting Bestuursnummer Naam Instelling
41203 Stichting Onderwijs Midden-Limburg
Adres Postadres Postcode/ Plaats Telefoon E-mail Website
Heinsbergerweg 180 Postbus 975 6040 AZ Roermond 0475-322324
[email protected] www.soml.nl
Contactpersoon Functie Telefoon E-mail
Dhr. W.A. Lichtleitner Controller/ Hoofd financiële zaken 0475-322324
[email protected]
Brin 03XF 14PS 16PE 17GT
Mundiumcollege BC Broekhin Connectcollege Sg. St. Ursula
87
D2
Staat van baten en lasten -- 03XF Mundiumcollege -2015
Baten Rijksbijdragen OCW Ov. Overheidsbijdragen Overige Baten
19.476.335 14.719 1.187.311
Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Ov. Instellingslasten Bijzondere baten Bijzondere lasten
2014 18.893.588 63.213 1.013.278 20.678.365
17.149.547 1.090.874 1.006.090 1.626.526 7.942-
Totaal lasten
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Totaal financiële baten en lasten
19.553.667 31.576 947.796 19.970.079
16.793.385 798.569 1.011.259 1.562.315 20.865.095
Saldo baten en lasten
Begroting 2015
16.814.570 859.652 1.076.246 1.625.776
20.165.529
186.730-
65.095 -
20.533.039
20.376.244
195.450-
86.260 -
156.796
65.125
65.095
86.260
65.125
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
121.635-
109.190-
221.921
Exploitatieresultaat
121.635-
109.190-
221.921
88
Toelichting op onderscheidende posten enkelvoudige staat van baten en lasten 2015 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW
Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen
Overige baten Schoolbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Overige opbrengsten personeel Overige opbrengsten materieel Overige
2014
16.808.872 2.667.463 19.476.335
16.312.176 2.581.413 18.893.588
14.719 14.719
63.213 63.213
233.699 102.749 116.116 544.573 110.026 80.148 1.187.311
217.099 115.133 42.589 424.486 90.907 123.065 1.013.278
Personele lasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lonen en Salarissen Overige Dotatie voorziening Jaareffect stelselwijziging Overige personeelslasten Uitkeringen Verdeling
Afschrijvingen Gebouwen Machines en installaties Inventaris en apparatuur Boeken boekenfonds
Huisvestingslasten Huur Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
2015 12.138.953 1.482.600 2.268.641
2014 11.489.104 1.378.080 2.532.754 15.890.194
713.912 103.438 -
15.399.938 722.846 42.009 -
817.350 145.067587.070 17.149.547
764.855 50.524679.116 16.793.385
2015
2014
475.127 52.434 333.065 230.248 1.090.874
213.579 49.631 296.240 239.118 798.569
186.638 188.799 312.217 294.216 16.250 7.970 1.006.090
184.593 204.184 302.462 303.320 7.104 9.596 1.011.259
89
2015 Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Activiteiten Overige Verdelingen Kosten boekenuitleen
244.256 307.944 338.041 246.058 250.137 118.592 121.498 1.626.526
2014 246.163 254.889 347.437 259.661 219.065 112.273 122.827 1.562.315
Bijzondere baten 2015 Bijzondere baten Bijzondere baten
2014
-
-
-
Bijzondere lasten 2015 Bijzondere lasten Bijzondere lasten
2014
7.942-
7.942-
65.490
Financieel resultaat 2015 Financiële baten Rente baten Overige financiële baten
2014
65.095 -
86.260 65.095
Financiële lasten Rente lasten Overige financiële lasten
-
86.260
65.095
86.260
90
D3 Staat van baten en lasten -- 14PS BC Broekhin -2015 Baten Rijksbijdragen OCW Ov. Overheidsbijdragen Overige Baten
16.070.170 138.831 1.204.963
Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Ov. Instellingslasten
2014 15.393.107 140.022 1.281.151 17.413.964
15.047.268 927.904 649.110 1.376.305
Totaal lasten
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
15.145.252 1.112.201 634.934 1.281.571
57.853 -
14.734.372 916.950 636.000 1.251.168 17.538.490
1.359.678-
76.002 57.853
17.329.215
18.173.958
586.623-
Totaal financiële baten en lasten
15.989.933 140.728 1.198.554 16.814.280
18.000.587
Saldo baten en lasten
Begroting 2015
209.275-
57.725
76.002
57.725
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
528.770-
1.283.676-
151.550-
Exploitatieresultaat
528.770-
1.283.676-
151.550-
91
Toelichting op onderscheidende posten enkelvoudige staat van baten en lasten 2015 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW
Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen
Overige baten Schoolbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Overige opbrengsten personeel Overige opbrengsten materieel Overige
2014
14.691.063 1.379.107 16.070.170
14.027.706 1.365.401 15.393.107
138.831 138.831
140.022 140.022
135.270 20.636 485.714 442.950 3.192 117.201 1.204.963
206.209 11.595 617.625 338.598 3.402 103.723 1.281.151
Personele lasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lonen en Salarissen Overige Dotatie voorziening Jaareffect stelselwijziging Overige personeelslasten Uitkeringen Verdeling
Afschrijvingen Gebouwen Machines en installaties Inventaris en apparatuur Boeken boekenfonds
Huisvestingslasten Huur Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
2015 10.700.402 1.300.623 2.035.543
2014 10.528.274 1.296.955 2.363.108 14.036.568
456.952 67.932 -
14.188.336 494.378 22.581 -
524.884 30.238516.054 15.047.268
516.959 13.648453.605 15.145.252
2015
2014
392.142 58.892 240.837 236.033 927.904
615.808 62.418 206.178 227.797 1.112.201
94.537 112.415 207.341 197.719 16.762 20.336 649.110
86.949 106.492 221.805 191.384 11.996 16.307 634.934
92
2015 Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Activiteiten Overige Verdelingen Kosten boekenuitleen
200.691 253.724 231.941 260.551 140.500 105.158 183.740 1.376.305
2014 185.041 147.480 242.069 170.211 201.582 88.821 246.367 1.281.571
Financieel resultaat 2014 Financiële baten Rente baten Overige financiële baten
2012
57.853 -
76.002 57.853
Financiële lasten Rente lasten Overige financiële lasten
-
76.002
57.853
76.002
93
D4 Staat van baten en lasten -- 16PE Connectcollege -2015 Baten Rijksbijdragen OCW Ov. Overheidsbijdragen Overige Baten
11.903.538 1.500 722.692
Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Ov. Instellingslasten Bijzondere baten Bijzondere lasten
2014 12.434.886 592.684 12.627.730
10.934.211 659.721 451.413 847.190 467.41112.340
Totaal lasten
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
11.188.655 695.331 417.487 926.241 -
42.788 -
12.959.019
10.371.373 702.567 441.400 898.836 13.227.714
190.266
Totaal financiële baten en lasten
11.884.789 467.000 607.230 13.027.571
12.437.464
Saldo baten en lasten
Begroting 2015
12.414.176
200.143-
61.528 -
544.842
42.635
42.788
61.528
42.635
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
233.054
138.615-
587.477
Exploitatieresultaat
233.054
138.615-
587.477
94
Toelichting op onderscheidende posten enkelvoudige staat van baten en lasten 2015 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW
10.975.315 928.223 11.903.538
Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen
1.500 1.500
Overige baten Schoolbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Overige opbrengsten personeel Overige opbrengsten materieel Overige
156.982 11.812 243.893 207.892 96.970 5.143 722.692
2014 11.447.459 987.427 12.434.886
-
138.550 11.355 197.141 222.167 630 22.842 592.684
Personele lasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lonen en Salarissen Overige Dotatie voorziening Jaareffect stelselwijziging Overige personeelslasten Uitkeringen Verdeling
Afschrijvingen Gebouwen Machines en installaties Inventaris en apparatuur Boeken boekenfonds
Huisvestingslasten Huur Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
2015 7.703.506 944.090 1.480.213
2014 7.772.424 962.192 1.751.601 10.127.809
394.508 76.029 -
10.486.217 357.351 46.820 -
470.537 45.528381.393 10.934.211
404.171 68.608366.875 11.188.655
2015
2014
190.744 44.683 250.001 174.293 659.721
180.585 42.705 274.521 197.519 695.331
2.163 112.540 165.217 155.153 4.538 11.802 451.413
2.455 81.805 161.804 154.565 5.365 11.492 417.487
95
Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Activiteiten Overige Verdelingen Kosten boekenuitleen
2015
2014
161.885 148.100 145.024 103.335 79.640 77.718 131.488 847.190
178.593 137.680 160.476 152.384 57.250 71.859 167.999 926.241
Bijzondere baten 2015 Bijzondere baten Bijzondere baten
467.411
2014 1.336.036 467.411
-
1.336.036
Bijzondere lasten 2015 Bijzondere lasten Bijzondere lasten
12.340
2014 1.336.036 12.340
-
1.336.036 -
Financieel resultaat 2015 Financiële baten Rente baten Overige financiële baten
2014
42.788 -
61.528 42.788
Financiële lasten Rente lasten Overige financiële lasten
-
61.528
42.788
61.528
96
D5 Staat van baten en lasten -- 17GT Sg. St. Ursula -2015 Baten Rijksbijdragen OCW Ov. Overheidsbijdragen Overige Baten
17.704.363 4.000 975.944
Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Ov. Instellingslasten Bijzondere lasten
2014 16.574.604 4.000 896.297 18.684.307
15.223.914 997.521 670.351 1.604.927 10.943
Totaal lasten
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
14.463.069 938.737 705.487 1.613.703 -
61.764 -
18.300.720
14.512.044 1.007.325 794.050 1.517.589 17.720.996
176.651
Totaal financiële baten en lasten
17.617.525 2.000 681.195 17.474.901
18.507.656
Saldo baten en lasten
Begroting 2015
17.831.007
246.095-
79.710 -
469.712
61.516
61.764
79.710
61.516
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
238.415
166.385-
531.228
Exploitatieresultaat
238.415
166.385-
531.228
97
Toelichting op onderscheidende posten enkelvoudige staat van baten en lasten -- SG St Ursula 2015 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW
Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen
Overige baten Schoolbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Overige opbrengsten personeel Overige opbrengsten materieel Overige
2014
16.327.865 1.376.498 17.704.363
15.292.134 1.282.470 16.574.604
4.000 4.000
4.000 4.000
302.455 68.015 79.167 497.517 8.335 20.455 975.944
297.484 67.500 169.019 229.859 111.943 20.492 896.297
Personele lasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lonen en Salarissen Overige Dotatie voorziening Jaareffect stelselwijziging Overige personeelslasten Uitkeringen Verdeling
Afschrijvingen Gebouwen Machines en installaties Inventaris en apparatuur Boeken boekenfonds
Huisvestingslasten Huur Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
2015 10.613.215 1.275.642 2.000.580
2014 10.107.712 1.237.641 2.304.724 13.889.437
733.801 119.641
13.650.077 345.275 26.324 -
853.442 69.157550.192 15.223.914
371.598 33.888475.282 14.463.069
2015
2014
357.026 79.616 311.828 249.051 997.521
342.797 70.928 291.247 233.765 938.737
6.210 141.178 156.179 345.314 8.499 12.971 670.351
6.569 124.898 215.220 342.951 8.895 6.954 705.487
98
Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Activiteiten Overige Verdelingen Kosten boekenuitleen
2015
2014
171.202 254.324 304.870 178.348 30.448 112.111 553.624 1.604.927
205.571 137.859 294.152 262.207 27.915 85.862 600.136 1.613.703
Bijzondere lasten 2015 Bijzondere lasten Bijzondere lasten
10.943
2014 1.336.036 10.943
-
1.336.036 -
Financieel resultaat 2015 Financiële baten Rente baten Overige financiële baten
2014
61.764 -
79.710 61.764
Financiële lasten Rente lasten Overige financiële lasten
-
79.710
61.764
79.710
99
D6 Staat van baten en lasten -- CvB & Stafdienst -2015 Baten Rijksbijdragen OCW Ov. Overheidsbijdragen Overige Baten
2014
1.008.819 71.405
Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Ov. Instellingslasten Bijzondere lasten
Begroting 2015
21.450 1.080.224
272.502 72.022 26.752 46.2618.310
1.024.175 63.42821.450
374.272 43.886 35.092 47.961-
960.747
522.648 65.761 50.600 59.789-
Totaal lasten
333.325
405.288
579.220
Saldo baten en lasten
746.899
383.838-
381.527
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
10.364 -
Totaal financiële baten en lasten
17.917 -
10.000
10.364
17.917
10.000
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
757.263
365.921-
391.527
Exploitatieresultaat
757.263
365.921-
391.527
100
Toelichting op onderscheidende posten enkelvoudige staat van baten en lasten -- CvB & Stafdienst 2015 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen OCW Overige subsidies OCW
1.008.819 1.008.819
Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen
-
Overige baten Schoolbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Inkomsten boekenuitleen Overige opbrengsten personeel Overige opbrengsten materieel Overige
134.443 63.03871.405
2014 -
-
2.250 19.200 21.450
Personele lasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lonen en Salarissen Overige Dotatie voorziening Jaareffect stelselwijziging Overige personeelslasten Uitkeringen Verdeling
Afschrijvingen Gebouwen Machines en installaties Inventaris en apparatuur
Huisvestingslasten Huur Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
2015 1.194.669 129.854 209.057
2014 1.040.358 114.239 228.514 1.533.580
755.461 13.074 -
1.383.111 442.492 6.971-
768.535 2.029.613272.502
435.521 1.444.360374.272
2015
2014
16.107 2.387 53.528 72.022
9.303 1.662 32.921 43.886
3.933 10.837 8.541 2.962 479 26.752
10.166 9.118 6.771 7.028 1.600 408 35.092
101
Overige instellingslasten Administratie en beheer Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Activiteiten Overige Verdelingen Kosten boekenuitleen
2015
2014
193.224 110.568 25.296 38.230 413.57946.261-
177.687 58.835 19.921 42.856 347.26047.961-
Bijzondere lasten 2015 Bijzondere lasten Bijzondere lasten
8.310
2014 1.336.036 8.310
-
1.336.036 -
Financieel resultaat 2015 Financiële baten Rente baten Overige financiële baten
2014
10.364 -
17.917 10.364
Financiële lasten Rente lasten Overige financiële lasten
-
17.917
10.364
17.917
102
D7 Gedeclareerde onkosten & nevenactiviteiten College van Bestuur Gedeclareerde onkosten Dhr. C.B. Hoefnagel Dhr. M.J.H.M. Kikken Dhr. P.M. Slegers
€ 24,99 € 141,00 € 24,55
Nevenactiviteiten Dhr. C.B. Hoefnagel Lid Raad van Toezicht Stichting PON te Tilburg Lid Issuegroep Leermiddelenbeleid VO-raad Lid bestuur stichting Schoolinfo te Utrecht Lid ledenadviesraad VO-Raad Dhr. M.J.H.M. Kikken Voorzitter stichting Tophandbal Zuid-Limburg Voorzitter stichting Beheer Tophandbal Zuid-Limburg Lid Raad van Toezicht Samenwerkingsverband 31.02 Lid regionale stuurgroep Jeugd en Alcohol Lid werkgroep ring onderwijs Limburg Olympische Ambitie Lid comité van aanbeveling Stichting Explore Lid van Raad van Advies onderwijs Fontys Hogeschool Lid begeleidingscommissie VOION Secretaris/inkomend voorzitter bestuur Lionsclub Beek-Geulmond Dhr. P.M. Slegers Lid ledengroepbestuur NBA accountants in business, Amsterdam Penningmeester Stichting de Negende van Eindhoven Secretaris vereniging Out of Office network, Eindhoven
103
D8 Doordecentralisatie gemeente Roermond Omschrijving
2011
2013
2012
2014
2015
Stichtings- en vaste expl. kst. sporthal OZB/Rioolrecht Verzekering Opstal en Inv. Topdesk/Fortrus Meerjaren onderhoudsplan Onderhoud gebouwen Onderhoud dak Versnelde afschrijving boekwaarde Peelveldlaan Schilderwerk Totaal (Exploitatie)
€ € € € € € € € €
37.784 5.285 6.687 3.883 7.597 615 67.439 389 129.679
€ € € € € € € € €
75.227 5.632 6.795 8.252 557 200.434 368 297.265
€ € € € € € € € €
28.234 5.857 3.332 120 378.194 415.737
€ € € € € € € € €
53.049 6.170 20.752 2.702 1.446 372.643 456.763
€ € € € € € € € €
58.578 5.336 6.120 1.637 1.152 285 78.812 110 152.030
Reparaties ihkv Legionella Vervangen dakventilator Onderhoud dak Schilderwerk Brand-inbraakbeveiliging Totaal Investeringen
€ € € € € €
5.800 27.229 17.168 50.197
€ € € € € €
-
€ € € € € €
-
€ € € € € €
10.433 3.720 6.153 20.305
€ € € € € €
-
Betaald uit gelden doordecentralisatie
€
179.876 €
297.265 €
415.737 €
477.068 €
152.030
Ontvangen doordecentralisatie Overschot/tekort
€ €
112.240 € 67.636- €
126.344 € 170.922- €
129.535 € 286.202- €
119.817 € 357.251- €
111.233 40.797-
hg
26-5-2016 104